Doelgroep van deze publicatie is:
adviseur
energie & milieu
utiliteit
Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf
ISBN 978-90-5044-265-7
woningbouw
BI O M A SS AV ERBR AND ING SINS TALL ATIE S
Op het gebied van:
KENNISINSTITUUT VOOR DE INSTALL ATIESEC TOR
HANDBOEK
installateur
Handboek HBbio
BIOMASSAVERBRANDINGSINSTALLATIES Ontwerpen, installeren en beheren
ISSO
Kennisinstituut voor de Installatiesector
Kruisplein 25 3014 DB Rotterdam Postbus 577 3000 AN Rotterdam Tel. 010-2065969 Fax 010-2130384 E-mail: isso@isso.nl
ISSO houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruiken van ISSO-publicaties als normstellende richtlijnen.
De in ISSO deelnemende organisaties zijn: NLingenieurs: Organisatie van advies- en ingenieursbureaus PIT: Stichting Promotie Installatietechniek TVVL: Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen UNETO-VNI: Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel De werkzaamheden worden begeleid door de Raad van Begeleiding, welke ten tijde van het tot stand komen van dit handboek als volgt was samengesteld: De heer W.J.H. Scheffer De heer ir. R.D. van Bergen De heer ing. R. Steine De heer ing. H. Besselink De heer ir. P.A.L. Stoelinga Mevrouw prof.dr.ir. P.M. Bluyssen De heer ing. A.A.L. Traversari MBA De heer ing. W.F.G. Hooijkaas De heer ir. E.J. Wagenaar De heer H.M.A. Janssen Groesbeek Mevrouw ir A.C. Westerlaken De heer T. Klinkenberg De heer ir. T.M.E. Zaal De heer ir. P.H.H. Leijendeckers prof.em. De heer prof. ir. W. Zeiler De heer ir. W. Plokker De heer ir. W.G. Ram De realisatie van het handboek werd verzorgd door de ISSO-kontaktgroep die als volgt was samengesteld: De heer ing. A.H.P. Derksen (projectcoördinator) ISSO De heer R. Guisson MSc VITO N.V. De heer ir. O. Kleefkens (voorzitter) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) De heer ir. J. Koppejan (rapporteur) Procede Biomass B.V. De heer ing. R. Nijboer Tubro Filter, Lucht en verbrandingstechniek b.v. De heer R. van Ravenzwaaij ROC Rijn IJssel De heer ing. R. Remmers Cofely Zuid Nederland B.V. De heer ing. S.P. Slot Unica Groep B.V. De heer M. Wientjens Indieco De heer ir. J.B. de Wit Saxion Hogeschool Enschede
De ontwikkeling van Handboek Biomassa is mede tot stand gekomen door een financiële bijdrage van:
Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf
Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als bij het verwerken en opstellen van de in deze publicatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten, dat deze publicatie onvolledig is of dat zij onjuistheden of onvolkomenheden bevat. Degene die van deze publicatie en de daarin vermelde gegevens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico. Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de publicatie als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van eventuele (druk-)fouten, onvolledigheden en onvolkomenheden van deze publicatie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting ISSO. Voorzover het maken van kopieën uit deze publicatie is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo het Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the foundation ISSO. Op alle publicaties van Stichting ISSO zijn de Algemene Leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.isso.nl of opvragen bij Stichting ISSO. Aanvullingen en eventuele errata zijn te raadplegen via onze website: www.isso.nl Eventuele opmerkingen en vragen kunnen doorgegeven worden aan ISSO, Postbus 577, 3000 AN Rotterdam, e-mail: isso@isso.nl © Stichting ISSO – Rotterdam, 1 februari 2015
ISSO-UITGAVEN ISSO-PUBLICATIES 7 Grondleidingen voor warmte- en koudetransport (2012) 11 Warmteterugwinning (1982) 17 Kwaliteitseisen voor luchtkanaalsystemen in woning- en utiliteitsbouw (2010) 18 Leidingnetberekeningen (2012) 21 Berekening van het energiegebruik voor klimatisering en verlichting van kantoorgebouwen (1994) 22 Energiegebruik in schoolgebouwen (1987) 24 Installatiegeluid (1990) 25 Leidingisolatie – berekening van de economisch optimale dikte en dikte ter voorkoming van condensatie (1991) 26 Uitwendige corrosie: aanbevelingen ter voorkoming van uitwendige corrosie in verwarmings- en luchttechnische installatie (1990) 27 Kwaliteitseisen luchtfilters voor ventilatiesystemen en luchtreinigers (2013) 29 Stralingsverwarming in hoge ruimten, indirect systeem (1992) 30 Leidingwaterinstallaties in woningen (2004) 30.4 Warmteterugwinning uit douchewater (2008) 30.5 LegionellaCode (2013) 31 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties (2014) 34 Stralingsverwarming in hoge ruimten, direct systeem (1994) 36 Standaard vraagspecificatie voor installaties in gebouwen (2010) 37 Energiewijzer kantoren (1995) 39 Ontwerp, realisatie en beheer van een Energiecentrale met warmte en koude opslag (WKO) (2014) 42 Ontwerpen en installeren van sprinklerinstallaties (2011) 43 Concepten voor klimaatinstallaties (1998) 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen (1998) 46 Ontwerp van individuele hydraulische schakelingen voor verwarmen van eengezinswoningen (2000) 47 Ontwerp van hydraulische schakelingen voor koelen (2005) 48 Klimaatplafonds/Koelconvectoren: richtlijnen voor ontwerp en uitvoering (2009) 49 Vloer-/wandverwarming; vloer-/wandkoeling (2005) 50 Ontwerptechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmings installaties woningen en woongebouwen(2008) 51 Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen (2012) 52 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties (2009) 53 Dimensionering verwarmingsinstallaties U-bouw (2002) 55 Leidingwaterinstallaties voor woon- en utiliteitsgebouwen (2013) 55.1 Handleiding legionellapreventie in leidingwater (2012) 55.2 Handleiding zorgplicht legionellapreventie (2012) 55.3 Legionellapreventie in klimaatinstallaties (2014) 55.4 Alternatieve technieken in collectieve leidingwaterinstallaties (2014) 55.5 Beheer en onderhoud van collectieve leidingwaterinstallaties (2012) 56 Inregelen van ontwerpvolumestromen in individuele verwarmings installaties in woningen (2003) 57 Warmteverliesberekening voor ruimten hoger dan 5 m 58 Kwaliteitseisen voor luchtverwarmingsinstallaties in woningen (2004) 60 U- en R- Waarden (2005) 61 Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen en woongebouwen (2010) 62 Centrale gebalanceerde ventilatiesystemen met warmteterugwinning in woningen en woongebouwen (2010) 63 Beheer en Onderhoud ventilatiesystemen in woningen en woongebouwen (2008) 64 Kwaliteitseisen isoleren (2002) 65 Inregelen van ontwerpvolumestromen in warmwaterverwarmings installaties (2004) 66 Vermogen van radiatoren en convectoren in praktijksituaties (2001) (Herziening ISSO 1) 68 Energetisch optimale stook- en koellijnen (2002) 69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie (2002) 70.1 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens (2011) 70.2 Individuele behandeling van afvalwater (IBA) (2000) 70.3 Grijswater binnen de perceelgrens (2002) 71 Optimale warmte opwekkingsinstallaties (2003) 72 Ontwerpen van individuele en klein elektrische warmtepomp systemen (2014 tussenversie) 73 Ontwerp en Uitvoering van Verticale Bodemwarmtewisselaars (2005) 74 Thermische behaaglijkheid (2014) 75 Handleiding Energieprestatie-Advies Utiliteitsgebouwen 75.1 (2014) – 75.2 (2007) – 75.3 (2011) 76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwater-verwarmings installaties (2005) 77 Installaties voor Levensloopbestendig Wonen: functie, ontwerp en uitvoering (2004)
79 Inspectie en Onderhoud van Noodverlichtingsinstallaties (2010) 79.1 Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties en vluchtrouteaanduiding voor gebouwen (2014) 80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in de woningbouw (2007) 81 Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen (2007) 82 Handleiding Energieprestatie-Advies Woningen 82.1 (2011) – 82.2 (2007) – 82.3 (2011) – 82.4 (2010) 83 Een helder licht op werkplekverlichting (2006) 84 Elektrische installaties in wijkgebonden medische behandelruimte (2011) 85 Thermisch actieve vloeren, betonkernactivering (2011) 86 Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouwkassen (2007) 87 Kwaliteitseisen voor watertechnische installaties in tuinbouwkassen (2007) 88 Kwaliteitseisen voor de constructie van tuinbouwkassen (2007) 89 Binnenklimaat scholen (2008) 90 Energie-efficiënte verlichting in en rondom gebouwen (2011) 91 Ventilatiesystemen met decentrale toe- en afvoer en warmteterug winning in woningen en woongebouwen (2009) 92 Ventilatiesystemen met decentrale toevoer en centrale afvoer in woningen en woongebouwen (2009) 93 Brandveilige bekabeling (2013) 94 Regeltechniek voor klimaatinstallaties en warmtapwaterbereiding (2010) 96 Ontwerp, realisatie en beheer van WKK-installaties in utiliteits gebouwen (2013) 97 Ontwerpen, realiseren en beheren van stoominstallaties in de gebouwde omgeving (2013) 98 Ontwerp, realisatie en beheer van lucht-waterwarmtepompen in woningen (2013) 100 Duurzaam beheer en onderhoud gebouwen. Feiten en voordelen op een rij (2010) 101 Onderhoud en onderhoudscontracten (2012) 102 Prestatie-indicatoren voor Duurzaam Beheer en Onderhoud (2013) 103 Monitoren van Duurzaam Beheer en Onderhoud (2013) 104 Stappenplan duurzaam beheer en onderhoud (2010) 105 Kerndocument gebouwtechniek (2013) 106 Functionele inspectiemethode duurzaam beheer en onderhoud (2010) 109 Starten met een BIM (2013) 110 Luchtgordijnen (2014) DIVERSEN (voor overige producten zie www.isso.nl) NTR 3216 Riolering in bouwwerken (2012) HBi Handboek Installatietechniek (2002) + addendum (2012) HBz Handboek Zonnestraling en Zontoetreding (2010) HBze Handboek Zonne-energie (2012) HBbio Handboek Biomassaverbrandingsinstallaties (2015) Rapport 111 Geluid van individuele woninginstallaties (2012) ISSO-kleintjes Kleintje Koellast (2010) Kleintje Zonne-energie (2013) Kleintje Ventilatie (2012) Kleintje Meetmethoden verlichting (2012) Kleintje Meetmethoden elektrotechniek (2009) Kleintje Water (2012) Kleintje Stooklijnoptimalisatie (2008) Kleintje Inregelen (2004) Kleintje GAS (2008) Kleintje Warmteverlies voor woningen (2005) Kleintje Cv (2006) Kleintje Binnenklimaat (2015) Kleintje Vloerverwarming (2013) Kleintje Riolering ( 2014) Kleintje U- en Rc-waarden (2014) Kleintje Legionellapreventie (2012) INSTRUCTIEMATERAAL IBnv Instructieboek Noodverlichting (2013) IBemo Instructieboek EMO, module 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 IBhs Instructieboek Ontwerpen van sanitaire installaties (2008) IBmkls Instructieboek Montage- en verwerkingsrichtlijn kunststof leidingsystemen sanitair (2008)
VOOR MEER INFORMATIE KIJK OP WWW.ISSO.NL
ISSO-handboek HBbio
Biomassaverbrandingsinstallaties Ontwerpen, installeren en beheren
ISBN: 978-90-5044-265-7
INHOUDSOPGAVE Samenvatting Afkortingen
1
2
9
Symbolenlijst
11
Grafische symbolenlijst
13
Begrippenlijst
15
Inleiding
17
1.1
Doel van het ISSO-handboek
17
1.2
Toepassingsgebied
17
1.3
Waarom biomassagestookte ketels toepassen?
17
1.4
Voorwaarden voor een succesvolle toepassing
19
1.5
Indeling van dit ISSO-handboek
19
1.6
Relevante normen en richtlijnen
21
Programmafase
23
2.1
Inleiding
23
2.2
Eisen en wensen opdrachtgever
23
2.3
Karakterisering van de warmtevraag
24
2.3.1
Systemen voor warmteafgifte
24
2.3.2
Karakterisering van de warmtevraag
27
2.3.3
In te vullen warmtevraag
32
2.3.4
Warmtewet
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
ISSO-handboek HBbio
7
Ontwerp van een warmtenet
32 33
2.4.1
Warmtetransport en -distributie
33
2.4.2
Temperatuurniveau
33
2.4.3
Materiaalkeuze
34
2.4.4
Directe of indirecte warmteafgifte
34
2.4.5
Warmtedistributieverliezen
35
2.4.6
TracĂŠontwerp
36
2.4.7
Dimensionering van warmteleidingen
Conceptkeuze biomassagestookte ketelinstallatie
36 37
2.5.1
Ontwerpdoelstellingen
37
2.5.2
Conceptuele ontwerpen en bepalende factoren
38
2.5.3
Optimalisatie bij grotere installaties
Selectie van de biomassabrandstof
39 42
2.6.1
Stukhout
43
2.6.2
Houtpellets
44
2.6.3
Houtsnippers
45
2.6.4
Biomassasoorten anders dan hout
45
FinanciĂŤle haalbaarheid
47
2.7.1
Vaststellen van uitgangspunten
47
2.7.2
Investeringskosten
48
2.7.3
Jaarlijkse kosten
49
2.7.4
Bepaling van de invloed van toekomstige variaties
Programma van Eisen installatie met biomassagestookte ketel
51 53
3
Ontwerpfase
55
3.1
Inleiding
55
3.2
Specificatie van de brandstof
55
3.2.1
56
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
ISSO-handboek HBbio
Vochtgehalte en energie-inhoud
3.2.2
Asgehalte en assamenstelling
58
3.2.3
Afrekening van brandstof
58
Specificatie van de verbrandingstechniek
59
3.3.1
Gevolgen van de dimensionering van systeemcomponenten
59
3.3.2
Uitvoeringsvarianten van de verbrandingstechnologie
59
3.3.3
Kenmerken van een goed verbrandingsproces
64
Rookgasreiniging en -afvoer
65
3.4.1
Verwijdering van stof
65
3.4.2
Verwijdering van NOx
68
3.4.3
Schoorsteen
71
Warmteterugwinning
72
3.5.1
Economiser
72
3.5.2
Rookgascondensatie
73
Ontwerp van de stookruimte
74
3.6.1
Opstelling van de hoofdcomponenten in de stookruimte
75
3.6.2
Veiligheidsvoorzieningen op de ketelinstallatie
75
3.6.3
Ventilatie van de stookruimte
76
3.6.4
Aarding en bliksemafleiding
78
Brandstofopslag
79
3.7.1
Brandstofverbruik
79
3.7.2
Opslag van houtblokken
80
3.7.3
Opslag van houtsnippers
80
3.7.4
Opslag van houtpellets
85
3.7.5
Ventilatie van de brandstofopslag
88
Brandstoftoevoer
90
3.8.1
Silouitvoerinrichting
90
3.8.2
Brandstoftransport
95
3.8.3
Ketelinvoer
97
3.8.4
Terugbrandbeveiliging
Afvoer van as
97 97
3.9.1
Voorzieningen voor automatische ontassing
3.9.2
Afvoer van as vanuit de installatie
100
99
3.9.3
Handmatige reiniging
101
Hydraulische en regeltechnische inpassing
102
3.10.1 Hydraulisch ontwerp
102
3.10.2 Regeltechnische inpassing
103
Tegengaan van hinder
107
3.11.1 Geuroverlast
107
3.11.2 Stofoverlast
108
3.11.3 Geluidsoverlast
110
Resultaten ontwerpfase
111
4
Uitwerkingsfase
113
4.1
Inleiding
113
4.2
Keuze van materialen en componenten
113
4.3
Werkbescheiden
114
4.4
Bestek
114
4.5
Vergunningen
115
4.6
5
115
Aanlegvergunning
115
VGM-plan en RI&E
115
4.6.1
VGM-plan voor de bouwfase
115
4.6.2
RI&E voor de beheerfase
116
KLIC-melding als grondroerder
4.8
Nutsvoorzieningen
118
4.9
Resultaten uitwerkingsfase
118
117
Realisatiefase
119
5.1
Inleiding
119
5.2
Kwaliteitsbewaking tijdens de uitvoering
119
5.2.1
Bouwoverleg
119
5.2.2
Controle van kritische punten tijdens de bouw
119
5.3
KLIC-registratie als netbeheerder
120
5.4
Inbedrijfstelling
120
5.4.1
Voorbereiding voor de inbedrijfstelling
120
5.4.2
Functiecontrole en koude inbedrijfstelling
120
5.4.3
Warme inbedrijfstelling
121
5.4.4
Bedrijfshandleiding
121
5.4.5
Eerste Bijzondere Inspectie (EBI)
121
5.5
Proefbedrijf
123
5.6
Oplevering
123
5.8
5.6.1
Instructie van de eindgebruiker
123
5.6.2
Revisiebescheiden
123
5.6.3
Afnameprotocol
124
5.6.4
Formele overdracht
124
Nazorg en optimalisatie
124
5.7.1
Voorwaarden voor optimalisatie
125
5.7.2
Uitvoering van de optimalisatie
125
Resultaten realisatiefase
125
Beheersfase
127
6.1
Inleiding
127
6.2
Monitoring en optimalisatie
127
6.2.1
Registratie van operationele en financiĂŤle data
127
6.2.2
Technische en financiĂŤle optimalisatie
6.3
6.4
ISSO-handboek HBbio
Omgevingsvergunning
4.5.2
4.7
5.7
6
4.5.1
Bedrijfsvoering
127 128
6.3.1
Opstarten van de installatie
128
6.3.2
Beheerswerkzaamheden
128
6.3.3
Handelingen bij storingen
129
Onderhoud en verplichtingen vanuit wetgeving
130
6.4.1
Periodiek onderhoud
130
6.4.2
Periodieke inspectie
130
6.5
Ontmanteling
130
6.6
Resultaten beheersfase
130
Bijlage A
Kenmerken van monovalente en bivalente installaties met en zonder warmtebuffer
131
Bijlage B
Luchtovermaat
137
Bijlage C
Rookgasconcentraties omrekenen
138
Bijlage D
Omrekening van nat naar droog rookgas
140
Bijlage E
Bepaling van het nominale ketelvermogen
141
Bijlage F
Bepaling van het brandstofverbruik
142
Bijlage G
Bepaling van de hoeveelheid verbrandingslucht
144
Bijlage H
Bepaling van het werkelijke rookgasdebiet
146
Bijlage I
Bepaling van het ketelrendement
147
Bijlage J
Berekening van het jaargemiddelde rendement
149
Bijlage K
Classificering van vaste biobrandstoffen
152
Bijlage L
Werking van biomassagestookte ketels
154
Bijlage M
Dimensionering van een buffervat
157
Bijlage N
Voorbeeldopstellingen
159
Bijlage O
Voorbeeld van een eerste inspectierapport
162
Bijlage P
Voorbeeld van een onderhoudsrapport
172
Bijlage Q
Relevante teksten uit het activiteitenbesluit milieubeheer en activiteitenregeling per januari 2014, met toelichting
176
Bijlage R Voorbeeldtekst voor het bestek Literatuurlijst
ISSO-handboek HBbio
194 229
SAMENVATTING Dit ISSO-handboek beschrijft het ontwerpproces van ketelinstallaties die zijn gestookt met vaste biomassabrandstoffen tot een vermogen van 5 MW. Deze worden in toenemende mate geplaatst bij utiliteitsgebouwen, zwembaden en woongebouwen, zowel in situaties van nieuwbouw als bestaande bouw. Op deze wijze kan een warmtevraag op duurzame wijze worden ingevuld. Dit ISSO-handboek is samengesteld conform de vijf projectfasen uit het MKK-model (Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties) die ook bij andere ISSO-publicaties worden gehanteerd: 1. Programmafase; 2. Ontwerpfase; 3. Uitwerkingsfase; 4. Realisatiefase; 5. Beheersfase. Er is in Nederland nog relatief weinig ervaring met de toepassing van biomassagestookte ketelinstallaties. Vanwege de toenemende interesse zijn er wel steeds meer adviseurs en leveranciers die het op zich nemen om een biomassagestookte ketelinstallatie te ontwerpen of realiseren. Het risico bestaat daarmee dat er op verschillende momenten in het MKK-proces fouten worden gemaakt in het ontwerp, de realisatie of de bedrijfsvoering die leiden tot een slecht presterende installatie. Met dit ISSO-handboek wordt beoogd ontwerpers en installateurs van biomassagestookte ketelinstallaties bewust te maken van de belangrijkste overwegingen in het MKK-proces, zodat een voldoende hoog kwaliteitsniveau wordt bereikt. In dit ISSO-handboek ligt de nadruk op de programmafase, de ontwerpfase en de uitwerkingsfase. De nadruk in dit ISSO-handboek ligt op de factoren die een specifieke uitvoeringswijze vereisen van de brandstofopslag, brandstoftoevoer, verbrandingstechnologie en asafvoer. De hydraulische aspecten zijn grotendeels vergelijkbaar met die van gasgestookte installaties en mogen als bekend worden verondersteld. Uiteindelijk is het van belang dat het samenspel van de biomassabrandstof en de gekozen componenten van de technische installatie zo wordt ontworpen en gerealiseerd dat de warmtevraag optimaal wordt bediend in termen van milieuprestaties, kosten en bedrijfszekerheid.
ISSO-handboek HBbio
ISSO-handboek HBbio
AFKORTINGEN EBI
Eerste Bijzonder Inspectie.
EPC
Energie Prestatie CoĂŤfficiĂŤnt.
EPG
Energie Prestatie Gebouwen.
EPA-W
Energie Prestatie Advies Woningen.
EPA-U
Energie Prestatie Advies Utiliteit.
KLIC
Kabels en Leidingen Informatie Centrum.
MEC
Minimum Explosibility Concentration, de minimale concentratie waarbij een stofexplosie kan optreden.
PI
Periodieke Inspectie.
PO
Periodiek Onderhoud.
SNCR
Selective Non Catalytic Reduction. Hierbij wordt de NOx-concentratie in de vuurhaard verlaagd door injectie van ureum of ammoniak.
SCR
Selective Catalytic Reduction. Hierbij wordt NOx uit rookgas verwijderd onder invloed van een katalysator.
SCIOS
Stichting Certificatie Inspectie Onderhoud Stookinstallaties.
VGM
Veiligheid, Gezondheid en Milieu.
WION
Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
ISSO-handboek HBbio
ISSO-handboek HBbio
SYMBOLENLIJST Cgemeten
de gemeten concentratie van een rookgascomponent met het actuele zuurstofpercentage
[mg/m3]
Cnorm
de gemeten concentratie van een rookgascomponent die is genormaliseerd naar een referentiezuurstofpercentage
[mg/m3]
f
correctiefactor van droge naar natte rookgasvolumen
[-]
E
brandstofverbruik per jaar, gedefinieerd op onderwaarde
[GJ/jaar]
qm of qm,b
brandstofverbruik in massa per tijdseenheid
[kg/uur]
qm,w
ketelwaterdebiet
[kg/s]
qv
brandstofverbruik in volume-eenheid per tijdseenheid
[m3/uur]
qv,L
werkelijk luchtverbruik per tijdseenheid
[mn3/uur] of [mn3/s]
qv,rg
rookgasdebiet
[mn3/s]
qv,rg,nat
rookgasdebiet op natte basis
[mn3/s]
qv,rg,droog
rookgasdebiet op droge basis
[mn3/s]
Hi of LHV
Lower Heating Value of onderste verbrandingswaarde
[MJ/kg]
Hs of HHV
Higher Heating Value of bovenste verbrandingswaarde
[MJ/kg]
k
ketelrendement, gedefinieerd op onderwaarde van de brandstof
[%]
a
jaargemiddeld rendement van opwekking, gedefinieerd op onderwaarde van de brandstof
[%]
verhouding tussen bedrijfstijd en de inschakeltijd
[-]
rendement van warmtedistributie
[%]
Q
netto warmtelevering per jaar
[GJ/jaar]
Qkd
warmtedistributieverliezen per jaar
[GJ/jaar]
qs
stralingsverliezen
[%]
qST
stilstandsverliezen
[%]
de totale hoeveelheid toegevoerde verbrandingslucht in verhouding tot de totale stoichiometrische luchtbehoefte
[-]
prim
de hoeveelheid toegevoerde primaire verbrandingslucht in verhouding tot de totale stoichiometrische luchtbehoefte
[-]
sec
de hoeveelheid toegevoerde secundaire verbrandingslucht in verhouding tot de totale stoichiometrische luchtbehoefte
[-]
P
omgevingsdruk
[bar]
Pbrandstof
de belasting van een verbrandingsinstallatie. Dit is het vermogen aan brandstof [kW] dat wordt verbrand (meestal gedefinieerd op onderwaarde) om het nominale ketelvermogen te bereiken
Pn
nominaal ketelvermogen. Dit is de hoeveelheid warmte die een verbrandingsinstallatie kan produceren
[kW]
Ht,ie
specifiek warmteverlies van het vertrek naar de buitenlucht via de uitwendige scheidingsconstructie(schil)
[kW/K]
Ht,ib
specifiek warmteverlies naar een aangrenzende woning/woongebouw
[kW/K]
Ht,ig
specifiek warmteverlies door vloer/wanden in contact met de grond
[kW/K]
Ht,io
specifiek warmteverlies naar een aangrenzende onverwarmde ruimte
[kW/K]
Hi
specifiek warmteverlies ten gevolge van infiltratie
[kW/K]
Hv
specifiek warmteverlies ten gevolge van ventilatie
[kW/K]
maximaal optredend warmteverlies
[kW]
wd
tot
ISSO-handboek HBbio
t
transmissiewarmteverlies
[kW]
v
ventilatiewarmteverlies
[kW]
o
vermogensopslag voor bedrijfsbeperking (nachtverlaging)
[kW]
i
ontwerpbinnentemperatuur
[°C]
e
ontwerpbuitentemperatuur
[°C]
Cd
concentratie stof in de ruimte
[g/m3]
dth
dikte van een stoflaag in een ruimte
[mm]
Ad
deel van de vloer dat is bedekt met stof
[%]
A
totale vloeroppervlak
[m2]
L
de gemiddelde mate van belasting tijdens de bedrijfstijd
[%]
db
bulkdichtheid (soortelijke massa) van vrijkomend stof
[kg/m3]
V
volume van de betreffende ruimte
[m3]
u
vochtgehalte van brandstof op droge basis
[%]
w
vochtgehalte van brandstof op natte basis
[%]
Vchem
chemische verliezen door onvolledige verbranding
[%]
Vtherm
thermische verliezen door voelbare warmte van de rookgassen
[%]
VL,min
stoichiometerisch luchtverbruik per kg droge brandstof
[mn3/kgdroog]
VL
werkelijk luchtverbruik per kg droge brandstof
[mn3/kgdroog]
a
aanvoertemperatuur van de ketel
[°C]
r
retourtemperatuur van de ketel
[°C]
warmtecapaciteit van water
[kJ/kgK]
cp
Opmerking: normaal m3 bij 0 °C en 101,325 kPa wordt aangeduid met mn3.
ISSO-handboek HBbio
GRAFISCHE SYMBOLENLIJST
Buitentemperatuurvoeler
Circulatiepomp
Drieweg regelafsluiter met servomotor
Ð×
Drukaanwijzer
Ð
Drukopnemer
Expansievoorziening
Filter
Handafsluiter
Inregelafsluiter met meetnippels
Warmteafnemer
Ì
Temperatuuropnemer
Ì×
Temperatuur indicator Terugslagklep
Tweeweg regelafsluiter met servomotor
Overstortventiel
Biomassagestookte ketel
Oliegestookte ketel
ISSO-handboek HBbio
Gasgestookte ketel
Ìï Ìî Ìí Ìì Ìë
ISSO-handboek HBbio
Buffervat met 5 thermokoppels
BEGRIPPENLIJST Aansluitdichtheid De specifieke warmteafgifte per jaar per meter tracĂŠlengte van een warmtenet (GJ/m per jaar). Omdat deze factor een belangrijke indicator is voor de uiteindelijk optredende warmteverliezen en de uiteindelijke kosten van de warmtedistributie, wordt deze vaak gebruikt als eerste criterium voor de haalbaarheid van een warmtenet. Assmelttemperatuur Temperatuur waarbij as begint te smelten. In de praktijk wordt voor een type as vaak een assmelttraject gedefinieerd, bestaande uit de Shrinkage Starting Temperature (SST), de Initial Deformation Temperature (IT), de Softening Temperature (ST), de Hemisphere Temperature (HT) en de Flow Temperature (FT). Bestek De omschrijving van een uit te voeren (bouw)werk, inclusief de van toepassing zijnde administratieve, juridische en technische bepalingen, materialen en uitvoeringsvoorwaarden. Aan het bestek zijn tekeningen gekoppeld, de zogenaamde bestektekeningen, die samen met de technische omschrijving de basis vormen van het contract tussen opdrachtgever en aannemer (opdrachtnemer). Een bestek kan een volledige beschrijving, een functionele beschrijving of een prestatiebeschrijving van een werk zijn. Vaak kan een bestek een basis vormen voor prijsvorming. Bivalente installatie Installatie met twee warmteopwekkers, bijvoorbeeld hout en aardgas. Ook wel dual-fuel-installatie genoemd. Bovenste verbrandingswaarde De winbare energie-inhoud van een brandstof, indien de rookgassen volledig worden gecondenseerd zodat alle latente warmte wordt onttrokken. Bulkdichtheid De specifieke dichtheid of soortelijke massa van los gestort materiaal, in kg/m3. CO/ -sensor Sensor die zowel de CO-concentratie als de zuurstofconcentratie in het rookgas meet. Deze gegevens worden in de PLC van de verbrandingsinstallatie gebruikt om de luchtinstellingen aan te passen. EBPD Energy Performance of Buildings Directive (2002/91/EC) betreffende de energieprestatie van gebouwen. De EPBD heeft tot doel het stimuleren van een verbeterde energieprestatie voor gebouwen door o.a. het stellen van minimumeisen voor de energieprestatie van zowel nieuwe als te renoveren bestaande gebouwen, certificering van gebouwen (energielabel) en de regelmatige keuring van CV-ketels en airconditioningsystemen. Economiser Na de ketelsectie toegevoegde warmtewisselaar waarmee extra warmte wordt onttrokken uit de rookgassen, die daardoor afkoelen tot net boven het dauwpunt. Gelijktijdigheidsfactor De verhouding van de optredende maximale belasting van meerdere afnemers ten opzicht van de som van de afzonderlijke maximale belastingen van de afnemers. Gloeibedverliezen De energieverliezen die optreden door warmteafgifte van een biomassaketel aan de directe omgeving. Deze treden vooral op wanneer de vuurhaard in afwezigheid van een warmtevraag op temperatuur moet worden gehouden. Jaarbelastingduurkromme Grafische kromme die op de verticale as aangeeft welk vermogen (in kW) wordt gevraagd voor een bepaalde tijdsduur (in uren per jaar, weergegeven op de horizontale as). Het oppervlak onder de lijn (kWh per jaar) is een maat voor het energiegebruik per jaar. Jaarrendement De verhouding van de jaarlijkse warmteproductie van een verbrandingsinstallatie (GJ/jaar) ten opzichte van het jaarlijkse brandstofverbruik (GJ/jaar). Dit is normaliter lager dan het nominale rendement vanwege stilstandsverliezen. Onderste verbrandingswaarde De winbare energie-inhoud van een brandstof. Hierbij wordt aangenomen dat de rookgassen worden afgekoeld zonder onttrekking van latente warmte. Dit wordt ook wel de stookwaarde genoemd.
ISSO-handboek HBbio
LCP Large Combustion Plant Directive of Richtlijn inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties (2001/80/EC). Deze Europese richtlijn stelt emissie-eisen aan grote stookinstallaties en ligt ten grondslag aan de Nederlandse emissie-eisen voor biomassagestookte installaties. Monovalente installatie Installatie met slechts één soort brandstof, bijvoorbeeld hout of aardgas. NOx Stikstofoxiden zoals NO en NO2, die bij biomassaverbranding vooral worden gevormd door oxidatie van stikstofhoudende componenten uit de brandstof. Onderschroefstoker Verbrandingsinstallatie waarbij brandstof vanaf de onderzijde met behulp van een doseervijzel omhoog in de vuurhaard wordt gebracht. Pellets Geperste, cilindervormige korrels, die als brandstof voor een biomassaketel of -kachel toegepast worden. Meestal uit houtstof gemaakt. Pyrolysegassen De brandbare gassen die vrijkomen vanuit de biomassa die op het rooster ligt. Deze gassen worden in een latere fase van het verbrandingsproces door middel van secundaire lucht volledig verbrand. Rookgascondensor Toegevoegde component na de ketel waarmee de latente warmte uit de rookgassen wordt onttrokken. Dit leidt tot een substantiële rendementsverhoging. Roosteroven Bij een roosteroven wordt brandstof door een doseervijzel of een hydraulisch bewogen doseerpers op een bewegend rooster gebracht vanaf de zijkant. Door beweging van het rooster wordt de brandstof gefaseerd uitgebrand. SDE+ Stimuleringsregeling Duurzame Energie. Tracélengte Som van alle delen van het warmtenet, inclusief in gebouwen ingevoerde warmteleiding, tot aan het punt van warmteafgifte. Aanvoer- en retourleidingen worden niet dubbel geteld. Uitbranden Het volledig omzetten van een vaste, vloeibare of gasvormige brandstof naar CO2 en water, zodat alle chemische energie in de brandstof is omgezet naar warmte. Verbrandingskwaliteit De mate waarin het verbrandingsproces succesvol is in het volledig oxyderen van de brandstof tot CO2 en H2O (maximale uitbrand) zonder vrijkomende ongewenste rookgascomponenten als CO, stof en NOx en bij zo min mogelijk restzuurstof in de rookgassen. Verslakking Het samensmelten van as uit de brandstof op bepaalde hete lokaties in de ketel (vooral in de gloeizone op het rooster) waarbij de assmelttemperatuur wordt bereikt. Verslakking kan ook optreden bij verontreinigingen in de brandstof (bijvoorbeeld metaaldelen in afvalhout). Witte lijst Soorten biomassa die zijn beschreven in de Europese Large Combustion Plant (LCP) Directive 2001/80/EC, bestaande uit plantaardig afval uit land- en bosbouw, de levensmiddelenindustrie, vezelachtig afval afkomstig van de productie van ruwe pulp en van de productie van papier uit pulp, kurkafval en niet geïmpregneerd of geverfd houtafval.
ISSO-handboek HBbio
1
INLEIDING
1.1 DOEL VAN HET ISSO-HANDBOEK Met dit ISSO-handboek wordt beoogd de basiskennis aan te dragen die nodig is om een goed functionerende biomassaverbrandingsinstallatie te realiseren en te beheren/bedrijven die voldoet aan de wensen en eisen van een opdrachtgever. Op basis van in Nederland en daarbuiten opgedane praktijkervaring wordt in dit ISSO-handboek de systematiek van integraal ontwerpen van een biomassaverbrandingsinstallatie uiteengezet. Zie ook paragraaf 1.2 voor een verdere uitwerking van de systematiek. 1.2 TOEPASSINGSGEBIED Dit ISSO-handboek dekt de toepassing van volautomatische ketels voor vaste biomassa tot een totaal nominaal vermogen tot 5 MW voor klimatisering van utiliteitsgebouwen, woningbouw en levering van warmte t.b.v. industriële processen tot 6 bar/120 °C. Installaties met de mogelijkheid van elektriciteitsopwekking worden niet meegenomen. Ook worden toestellen met directe warmteoverdracht (kachels en haarden welke vooral worden toegepast voor sfeerverwarming) niet meegenomen in dit ISSO-handboek. Als brandstoffen worden vaste, houtige biomassastromen beschreven die vallen onder de zogenaamde witte lijst, dit zijn in de praktijk vooral schone houtsnippers en houtpellets. Dit ISSO-handboek beschrijft hoe de systematiek van integraal ontwerpen kan worden toegepast op biomassaverbrandingsinstallaties. Daarbij worden de fasen van ontwerp, uitwerking, realisatie en beheer optimaal vormgegeven voor het totale ontwerp van warmteopwekking, -transport, -distributie en -afgifte. Bij de totstandkoming van dit ISSO-handboek is o.a. gebruik gemaakt van al beschikbare publicaties uit het in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland gehanteerde kwaliteitssysteem QM Holzheizwerke. Bij integraal ontwerpen is een belangrijk uitgangspunt dat alle opties voor het ontwerp van de biomassagestookte ketelinstallatie en de systemen voor warmtedistributie en warmteafgifte in samenspel worden geconfigureerd, omdat in dat geval de meest optimale totaaloplossing kan worden gerealiseerd. Deze mogelijkheid bestaat vooral bij nieuwbouwsituaties. In bestaande situaties of bij gebouwrenovatie zijn vaak al bestaande systemen gerealiseerd voor de warmtedistributie en warmteafgifte en zijn er ook bouwkundig verschillende beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden. Wanneer al in een vroeg stadium van een gebouwontwerp rekening kan worden gehouden met de specifieke aspecten van een biomassagestookte installatie, kan een installatie optimaal worden ontworpen en gerealiseerd. Op deze wijze kan de totale verbrandingsinstallatie, inclusief voorzieningen voor brandstofaanvoer, warmteafgifte, asafvoer en rookgasafvoer optimaal worden ingepast en kunnen meerkosten of technische compromissen worden voorkomen. Om dat te bereiken moet goed worden samengewerkt tussen: Opdrachtgever en/of exploitant (inbreng vooral m.b.t. het beoogde gebruik van het gebouw en de exploitatie van de installatie); Architect (inbreng vooral m.b.t. vormgeving en functionaliteit van het ketelhuis of het gebouw waar de stookruimte onderdeel van uitmaakt); Adviseurs/ontwerpers voor de bouwkundige en infrastructurele delen (inbreng m.b.t. technische en financiële conceptkeuzes); Adviseurs/ontwerpers voor de installatietechniek; Adviseurs/ontwerpers voor de bio-energiecomponent (inbreng m.b.t. technische en financiële conceptkeuzes); Uitvoerende partijen die de realisatie van delen van de installatie kunnen verzorgen. Om de beste totaaloplossing te krijgen is het van groot belang dat er wordt gewerkt op basis van gelijkwaardigheid. Alleen dan kunnen voor de afzonderlijke onderdelen programma's van eisen worden opgesteld die samen leiden tot een optimaal resultaat. Ook na de ontwerpfase moet in de realisatiefase het multidisciplinaire bouwteam goed samenwerken om onvoorziene aanpassingen goed te kunnen doorvoeren en afstemmen. Het proces van integraal programmeren, ontwerpen, realiseren en beheren gaat volgens het Model Kwaliteitsbeheersing voor Klimaatinstallaties (MKK), dat is gebaseerd op het in de bouwsector gehanteerde Model Kwaliteits Systeem (MKS). 1.3 WAAROM BIOMASSAGESTOOKTE KETELS TOEPASSEN? De belangstelling voor biomassagestookte ketels voor warmtelevering neemt de laatste jaren sterk toe onder invloed van de stijgende prijzen van aardgas en de wens om de energievoorziening te verduurzamen. De techniek heeft verschillende voordelen ten opzichte van aardgas of andere duurzame energietechnieken: Biomassagestookte ketels kunnen modulerend en vraaggestuurd worden ingezet (in tegenstelling tot bijvoorbeeld zonnecollectoren); Warmte van relatief hoge temperatuur kan worden geleverd zodat de warmtevraag van gasgestookte ketels in vrijwel alle gevallen kan worden overgenomen;
ISSO-handboek HBbio
Biomassagestookte ketels zorgen voor een verbetering van de energieprestatie (EPC, EPG) of energielabels (EPA-W en EPA-U) van een gebouw of aantal gebouwen; Financiële overwegingen. Bij de juiste omstandigheden is de toepassing concurrerend ten opzichte van aardgas of andere duurzame energieopties, bijvoorbeeld omdat initiatiefnemers zelf al beschikken over geschikte biomassa met een relatief lage marktwaarde, of omdat er sprake is van intensief gebruik met veel vollasturen van de installatie; Duurzaamheid en lokaal draagvlak voor de inzet van biomassa (het leidt tot CO2-besparing, stimulering van de lokale economie, werkgelegenheid etc.). In het verleden werden houtgestookte ketels in Nederland vooral geïnstalleerd in de houtverwerkende industrie, met als gewenst neveneffect naast de warmteopwekking dat men zich zo op een kosteneffectieve manier kon ontdoen van een reststroom, Deze ketels hadden gemiddeld een nominaal vermogen van ca. 500 kW. Recentelijk is ook in Nederland de interesse toegenomen in houtstook als een kosteneffectieve en duurzaam alternatief voor warmteopwekking door verbranding van aardgas. Statistieken van het CBS laten zien dat het aantal opgestelde houtgestookte ketels sinds 2004 ongeveer is vervijfvoudigd. De gemiddelde grootte van de bijgeplaatste ketels in de laatste 5 jaar bedroeg ca. 100 kW. Meestal worden deze gevoed met lokaal beschikbare houtsnippers. íòððð
îòëðð
îòððð
ײ ¹»¾®«·µ ¹»²±³»²
ïòëðð
Ë·¬ ¹»¾®«·µ ¹»²±³»²
ïòððð
Ñ°¹»-¬»´¼ ¿¿² ¸»¬ »·²¼» ª¿² ¸»¬ ¶¿¿®
ëðð
ð
îððì îððë îððê îððé îððè îððç îðïð îðïï îðïî
Afb. 1.1 Toename van het aantal houtgestookte ketels (bron: CBS Statline) In een aantal andere Europese landen zoals Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland heeft men een langere historie op het vlak van houtgestookte ketels. Dit kan worden verklaard door een aantal factoren, waaronder de hogere lokale beschikbaarheid van hout, de traditie van houtstook voor warmteopwekking in kachels en haarden en hogere referentiekosten en logistieke moeite voor het conventionele alternatief (huisbrandolie). Met de toenemende interesse in toepassing van biomassagestookte verwarmingsketels zijn er verschillende nieuwe marktpartijen begonnen met het verkopen en plaatsen van biomassagestookte ketelinstallaties, echter vaak zonder goede achtergrondkennis. Dit heeft in een aantal gevallen al geleid tot een aantal slecht presterende installaties. Een aantal belangrijke aandachtspunten voor succesvolle toepassing van biomassagestookte verwarmingsketels zijn hieronder genoemd: Niet iedere biomassabrandstof kan worden ingezet in iedere biomassagestookte ketel. Dit kan betekenen dat een lokaal beschikbare biomassabrandstof ongeschikt is of eerst moet worden voorbehandeld door droging of verkleining om deze in te kunnen zetten om een lokale warmtevraag te dekken via de daarvoor beschikbare ketelinstallaties; De opbouw van de warmtevraag heeft consequenties voor de dimensionering van de verbrandingsinstallatie en de keuze voor de brandstof. Bij installaties met een kleine warmtevraag wordt meestal uitgegaan van houtpellets, bij grotere installaties kan ook worden uitgegaan van houtsnippers. Ook is het in vergelijking tot gasgestookte ketels van groot belang dat een biomassagestookte ketel niet te groot wordt ontworpen omdat de installatie alleen goed kan worden bedreven boven een deellastpercentage van ca. 25-30%; De beschikbare inpandige en externe ruimte voor inbouw van en toegang tot de verbrandingsinstallatie heeft consequenties voor het technische ontwerp en de brandstofkeuze. Zo is het in situaties bij beperkte ruimte rondom de installatie (in een stedelijke omgeving) aanbevelenswaardig om houtsnippers vanuit een vrachtauto te kunnen storten in een lager gelegen brandstofbunker waarvan de bodem zich op vrijwel het zelfde niveau bevindt als de ketelruimte. In andere gevallen kan er voor worden gekozen de installatie volledig bovengronds
ISSO-handboek HBbio
te realiseren. Bij houtpellets kan het materiaal pneumatisch in een verticale silo worden geblazen en bestaat er meer vrijheid in het bouwkundige ontwerp omdat de brandstof vanuit de silo opnieuw pneumatisch kan worden vervoerd naar de ketel; De installatie vereist meer aandacht dan een gasgestookte ketel in termen van onderhoud en beheer. Dit betreft o.a. de toevoer van brandstof, de afvoer van assen en preventief en correctief onderhoud. Vanwege de hogere storingsgevoeligheid ten opzichte van aardgasgestookte ketels moet in de programmafase ook aandacht worden besteed aan verbetering van de leveringszekerheid om onder alle condities de minimaal nodige warmtelevering te kunnen waarborgen. Enkele algemene karakteristieken voor een biomassagestookte ketelinstallatie in verhouding tot een aardgasgestookte CV-ketel en een warmtepomp met lucht of bodemwarmte als medium zijn weergegeven in tabel 1.1. Tabel 1.1 Algemene karakteristieken voor toepassing van biomassagestookte ketels in verhouding tot gasgestookte CV-ketels en warmtepompen met lucht of bodemwarmte als bron
Vereiste investering [Euro/kW] Brandstofkosten per GJ Vereiste bedrijfsuren Vereiste beschikbaarheid bodembron Beschikbaarheid van biomassa
Biomassagestookte CV-ketel
Aardgasgestookte CV-ketel
Warmtepomp, bodem
Warmtepomp, lucht
Middel/hoog
Laag
Hoog
Middel
Laag
Hoog
Middel (afh. van COP)
Middel (afh. van COP)
Middel/hoog
Laag
Hoog
Middel
N.v.t.
N.v.t.
Belangrijk
N.v.t.
Belangrijk
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Duurzaamheid
Hoog
Laag
Middel
Middel
Ruimtebeslag
Groot i.v.m. brandstofopslag
Zeer beperkt
Beperkt
Beperkt
Hoog
Hoog
Laag
Laag
Middel/hoog
Laag
Laag
Middel/hoog
Temperatuurniveau te leveren warmte Hinder
1.4 VOORWAARDEN VOOR EEN SUCCESVOLLE TOEPASSING De onder paragraaf 1.3 genoemde voordelen van biomassagestookte ketels kunnen alleen worden bereikt wanneer de juiste keuzes worden gemaakt voor het totale technische ontwerp. Dit betreft in ieder geval de volgende aspecten: Correcte dimensionering van de verbrandingsinstallatie in relatie tot de in te vullen warmtevraag en een eventuele warmtebuffer. Vanwege de relatief hoge investeringskosten en de beperkte mogelijkheid tot deellastbedrijf is het van belang de installatie niet te groot te kiezen; Passende hydraulische schakeling van de afgifte-installatie zodat een voldoende lage retourtemperatuur wordt bereikt; Beschikbaarheid van brandstof van de juiste kwaliteit tegen acceptabele kosten; Voldoende robuustheid in de verbrandingsinstallatie voor afwijkingen in de brandstofspecificaties, om de storingsgevoeligheid te verminderen; De mogelijkheid om in de beheersfase de bedrijfsvoering kwalitatief goed uit te voeren door adequaat beheer en onderhoud; Voldoende robuustheid in de afvoer van assen uit de installatie; Een praktische bouwkundige inpassing waarbij brandstof probleemloos kan worden gelost, vrijkomende as afgevoerd kan worden en er voldoende werkruimte is rondom de installatieonderdelen; Voorkomen van hinder. 1.5 INDELING VAN DIT ISSO-HANDBOEK De opzet van dit ISSO-handboek is conform het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties (MKK) en omvat vijf projectfasen: 1. Programmafase (hoofdstuk 2). Aan de hand van de wensen van de opdrachtgever wordt een programma van eisen vastgesteld en een conceptkeuze gemaakt voor de installatie; 2. De ontwerpfase is uitgewerkt in hoofdstuk 3. Hier leiden het programma van eisen en de conceptkeuze tot een ontwerp met bijbehorende dimensionering. Dit wordt ook wel het 'basic design' genoemd;
ISSO-handboek HBbio
3. In de uitwerkingsfase (hoofdstuk 4) worden benodigde materialen en fabrikaten gespecificeerd in het definitieve ontwerp, ook wel het 'detailed design' genoemd. Dit kan leiden tot een bestek; 4. Realisatiefase (hoofdstuk 5). In deze fase wordt de installatie gebouwd. Tijdens deze fase worden revisiegegevens bijgehouden en onderhouds- en bedieningsvoorschriften vastgesteld; 5. Beheersfase (hoofdstuk 6). Na de realisatie wordt de installatie in bedrijf genomen. Onderhoudsrapportages en rapportages van het energiegebruik en de financiële implicaties moeten worden opgesteld om langjarige optimale benutting te waarborgen. Bij iedere fase is input nodig vanuit de vorige fase. De tussenresultaten zijn nog eens schematisch weergegeven in afbeelding 1.2. De beheersaspecten zoals eisen en middelen worden in het beschrijvend deel uitgewerkt.
ó É»²-»² ª¿² ¼» ±°¼®¿½¸¬¹»ª»® ó É»¬¬»´·¶µ» »·-»²
Ю±¹®¿³³¿º¿-» Ю±¹®¿³³¿ ª¿² Û·-»²æ ó É¿®³¬»ª®¿¿¹ ¾·¶ ¼» ¿º²»³»®ó Ù»ª®¿¿¹¼» ©¿®³¬»°®±¼«½¬·» ª¿²«·¬ ¼» ½»²¬®¿´» ó Û²»®¹·»¾»®»µ»²·²¹ ó Ú·²¿²½·5´» ¸¿¿´¾¿¿®¸»·¼ Ѳ¬©»®°º¿-» Þ¿-·-±²¬©»®°æ óÕ»«¦» ª»®¾®¿²¼·²¹-¬»½¸²±´±¹·» óѲ¬©»®° ®±±µ¹¿-®»·²·¹·²¹ »² -½¸±±®-¬»»² óѲ¬©»®° ¾®¿²¼-¬±º±°-´¿¹ øª±´«³»ô ´±-³»½¸¿²·-³»ô ª»²¬·´¿¬·»÷ ó Ѳ¬©»®° ¿-¿ºª±»® ø-§-¬»»³µ»«¦»ô ´»²¹¬»²ô ©·¶¦» ª¿² ¿ºª±»®÷ ó Þ±«©µ«²¼·¹ ±²¬©»®° ó ا¼®¿«´·-½¸ ±²¬©»®° ó λ¹»´-¬®¿¬»¹·» ª¿² ¼» ·²-¬¿´´¿¬·» ó Ú·²¿²½·5´» ¸¿¿´¾¿¿®¸»·¼ Ë·¬©»®µ·²¹-º¿-» ó Þ»-¬»µ ó Õ»«¦» º¿¾®·µ¿²¬»² »² ³¿¬»®·¿´»² ó É»®µ¾»-½¸»·¼»² ó ß¿²ª®¿¿¹ ª»®¹«²²·²¹»² ó Î×Û º¿¾®·µ¿²¬»² »² ³¿¬»®·¿´»²
λ¿´·-¿¬·»º¿-» ó λª·-·»¹»¹»ª»²ó Ѳ¼»®¸±«¼ó »² ¾»¼·»²·²¹-ª±±®-½¸®·º¬»² ó ÛÞ× ®¿°°±®¬¿¹» Þ»¸»»®º¿-» ó Ѳ¼»®¸±«¼-®¿°°±®¬¿¹»ó ο°°±®¬¿¹» ¬»½¸²·-½¸» °®»-¬¿¬·»ó Ð× ®¿°°±®¬¿¹»-
Afb. 1.2 Schematische weergave van het gehanteerde MKK-proces
ISSO-handboek HBbio
1.6 RELEVANTE NORMEN EN RICHTLIJNEN In dit ISSO-handboek wordt verwezen naar verschillende normen en richtlijnen. De volgende zijn het meest relevant. NEN-EN 303-5 Centrale verwarmingsketels - Deel 5: Centrale-verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, met de hand of automatisch gestookt, nominale belasting tot 500 kW - Termen en definities, eisen, beproeving en merken. NEN-EN 746-2 IndustriĂŤle installaties voor warmtebehandelingsprocessen - Deel 2: Veiligheidseisen voor verbrandingsen brandstofsystemen. NEN-EN 50379-1 Specificatie voor draagbaar elektrisch materieel bestemd voor het meten van rookgasparameters van verwarmingstoestellen - Deel 1: Algemene eisen en beproevingsmethoden. NEN-EN 50379-2 Specificatie voor draagbaar elektrisch materieel bestemd voor het meten van rookgasparameters van verwarmingstoestellen - Deel 2: Gebruikseigenschappen van materieel gebruikt bij verplichte inspecties en waardebepalingen. NEN-EN 12809 Met vaste brandstof gestookte ketels - Nominale belasting tot 50 kW -Eisen en beproevingsmethoden. NEN-EN 12831 Verwarmingssystemen in gebouwen - Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting. NEN-EN 13384-1 Schoorstenen - Thermische en dynamische berekeningsmethoden - Deel 1: Enkelvoudige schoorstenen. NEN-EN-ISO 17225 Vaste biobrandstoffen - Brandstofspecificaties en klassen. NEN-EN-IEC 62305 Bliksembeveiliging. NEN 1006+A3 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002). NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties. NEN 1068 Thermische isolatie van gebouwen - Rekenmethoden. NEN 1078 Eisen en bepalingsmethoden voor huishoudelijke gasleidinginstallaties. NEN 1087 Ventilatie van gebouwen - Bepalingsmethoden voor nieuwbouw. NEN 2757 Bepalingsmethoden van de geschiktheid van systemen voor de afvoer van rookgas van gebouwgebonden installaties. NEN 2768 Meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie. NEN 3028 Eisen voor verbrandingsinstallaties. NEN 3140 Bedrijfsvoering van elektrische installaties - Laagspanning. NEN 6062 Bepaling van de brandveiligheid van rookgasafvoervoorzieningen - Algemeen. NEN 6064 Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen. NEN 6076 Experimentele bepaling van de brandwerendheid van ventilatiekanalen zonder brandkleppen. NEN 6077 Experimentele bepaling van de brandwerendheid van ventilatiekanalen voorzien van brandkleppen. NEN 7120+C2:2012/C3:2013 Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode. NEN NTA 8003 Classificatie van biomassa voor energietoepassing. NEN NTA 8080 Duurzaamheidscriteria voor biomassa ten behoeve van energiedoeleinden. NEN 8087 2001 Ventilatie van gebouwen - Bepalingsmethoden voor bestaande gebouwen (bestaande bouw). NEN 8757 2005 Afvoer van rook van verbrandingstoestellen in gebouwen - Bepalingsmethoden voor bestaande bouw.
ISSO-handboek HBbio
ISSO-publicatie 7 Grondleidingen voor warmtetransport. ISSO-publicatie 43 Concepten voor klimaatinstallaties. ISSO-publicatie 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen. ISSO-publicatie 50 Ontwerptechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties. ISSO-publicatie 51 Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen. ISSO-publicatie 53 Warmteverliesberekening voor utiliteitsgebouwen. ISSO-publicatie 55 Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen. ISSO-publicatie 57 Warmteverliesberekeningen voor gebouwen met hoge ruimten. ISSO-publicatie 65 Inregelen van ontwerpvolumestromen in warmwaterverwarmingsinstallaties. ISSO-publicatie 68 Energetisch optimale stook- en koellijnen. ISSO-publicatie 69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie. ISSO-publicatie 71 Selectie van energetisch optimale warmte-opwekkingsinstallaties voor kantoorgebouwen. ISSO-publicatie 76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwaterverwarminginstallaties. ISSO-publicatie 94 Regeltechniek voor klimaatinstallaties en warmtapwaterbereiding. ISSO-publicatie 100 Duurzaam beheer en onderhoud van gebouwen. ISSO-publicatie 101 Onderhoud en onderhoudscontracten - Termen en definities voor beheer en onderhoud van gebouwgebonden klimaatinstallaties. ISSO-publicatie 102 Prestatie-indicatoren voor beheer en onderhoud. ISSO-publicatie 103 Monitoren van duurzaam beheer en onderhoud. ISSO-publicatie 104 Stappenplan duurzaam beheer en onderhoud. ISSO-publicatie 105 Kerndocument Gebouwtechniek. ISSO-publicatie 106 Functionele inspectiemethode duurzaam beheer en onderhoud. ISSO-publicatie 107 Opleveringsprocedure klimaatinstallaties. ATEX 100 EC Directive 94/9/EC of the European Parliament and the Council of 23 March 1994 on the approximation of the laws of Members States concerning equipment and protective systems intended for use in potentially explosive atmospheres, EC, Editor. 1994. ATEX 137 EC Directive 1999/92/EC of the European Parliament and of the Council of 16 December 1999 on minimum requirements for improving the safety and health protection of workers potentially at risk from explosive atmospheres (15th individual Directive within the meaning of Article 16(1) of Directive 89/391/EEC), EC, Editor, 1999. Activiteitenbesluit milieubeheer. Het Activiteitenbesluit milieubeheer (verder Activiteitenbesluit genoemd) zoals bekend per 1 juli 2014. Deze waarden zijn opgenomen in dit ISSO-handboek. Opgemerkt wordt dat de eisen uit het Activiteitenbesluit aan verandering onderhevig zijn en dat daarom in de praktijk altijd de actuele versie moet worden gehanteerd. VDI 3781 Blatt 4 Ausbreitung luftfremder Stoffe in der Atmosphäre; Bestimmung der Schornsteinhöhe für kleinere Feuerungsanlagen.
ISSO-handboek HBbio