ISSO-publicatie 79.1
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties en vluchtrouteaanduiding voor gebouwen
ISBN: 978-90-5044-259-6
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
7
Begrippenlijst 1
2
9
Inleiding
11
1.1
Doelstelling
11
1.2
Opbouw van de publicatie
11
1.3
Het ontwerpproces
11
1.4
Leeswijzer kwaliteitsniveau
12
Wet- en regelgeving
13
2.1
Algemeen
13
2.2
Wettelijke kaders
13
2.2.1
Bouwbesluit 2012
13
2.2.2
Burgerlijk Wetboek
15
2.2.3
Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit)
15
2.3
2.2.4
Wet Milieu Beheer/Activiteitenbesluit
15
2.2.5
Whvbz (Wet hygiĂŤne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden)
15
2.2.6
Europese Richtlijn 1999/92/EG Explosieveilig/ATEX
15
2.2.7
Europese Richtlijn 92/58/EEG Veiligheids- en gezondheidssignalering
15
Normen
15
2.3.1
NEN-EN 1838:2013 Noodverlichting
15
2.3.2
NEN 6088:2002 Brandveiligheid van Gebouwen - Vluchtwegaanduiding - Eigenschappen en bepalingsmethoden 16
2.3.3
NEN 3011:2004 Veiligheidskleuren en -tekens in de werkomgeving en in de openbare ruimte
2.3.4
NEN-EN-ISO 7010:2012 Grafische symbolen - Veiligheidskleuren en -tekens - Geregistreerde veiligheidstekens 16
2.3.5
NEN 1010:2007 + C1:2008/A1:2011 + C1:2011 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties
16
2.3.6
NEN-EN 50172:2004 Noodverlichtingssystemen voor vluchtwegen
16
2.3.7
NEN-EN-IEC 60598-2-2:2012 Verlichtingsarmaturen - Deel 2-2: Bijzondere eisen Inbouwarmaturen (Beoordelingscriteria noodverlichtingsarmaturen)
16
2.3.8
NEN-EN 50171:2011 Noodverlichtingssystemen - Centrale voedingen
17
2.3.9
NEN 2443:2013 Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages
17
2.3.10 NEN 1414:2007/A1:2013 nl Symbolen voor veiligheidsvoorzieningen op ontruimings- en aanvalsplattegronden
18
2.3.11 NEN 3087:2011 Visuele ergonomie: achtergronden, principes en toepassingen 3
ISSO-publicatie 79.1
16
18
Noodverlichting
19
3.1
Termen en definities
19
3.1.1
Noodevacuatieverlichting
19
3.1.2
Vluchtrouteverlichting en -aanduiding
19
3.1.3
Anti-paniekverlichting
19
3.1.4
Verlichting van werkplekken met verhoogd risico
20
3.1.5
Vervangingsverlichting
20
3
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
4
Programmafase
21
4.1
Programmafase noodverlichting
21
4.1.1
21
4.2
Inventariseer uitgangspunten en gebruikseisen opdrachtgever
21
4.2.1
Vragenlijst ontwerper
21
4.2.2
Uitwisseling informatie
21
4.2.3
Bepaling uitgangspunten ontwerp noodverlichting
21
4.2.4
Kwaliteitsniveau vaststellen voor (aanvullende) kwaliteitseisen
22
4.2.5
Ontruimingsplan
23
4.3
Programma van eisen 4.3.1
5
Specificatieblad noodverlichting
24 25
5.1
Input
25
5.2
Vaststellen van de veiligheidscriteria
25
5.4
5.5
5.2.1
Beoordelen van de verblijfsruimte
25
5.2.2
Vluchtroute
27
5.2.3
Zichtbaarheidseisen
27
Vaststellen prestatie-eisen
30
5.3.1
Functionele eis noodverlichting
30
5.3.2
Functionele eis vluchtrouteaanduiding
30
5.3.3
Projecteren conform NEN-EN 1838
30
Ontwikkel installatieconcept
30
5.4.1
Noodverlichtingsystemen
31
5.4.2
Centraal systeem
31
5.4.3
Decentraal systeem
33
Systeemkeuze centraal of decentraal systeem
36
5.5.1
Kenmerken centraal systeem
36
5.5.2
Kenmerken decentraal systeem
36
5.5.3
Systeemkeuze
36
5.5.4
Total Cost of Ownership
36
5.6
Beoordeling op haalbaarheid
38
5.7
Voorbeeld project
38
5.8
Documenteren ontwerpfase
38
5.8.1
Rapportage
38
5.8.2
Specificatieblad
38
Uitwerkingsfase 6.1
6.2
6.3
ISSO-publicatie 79.1
24
Ontwerpfase
5.3
6
Algemeen
41
Stem (voor)ontwerp af met overige bouwpartner(s)
41
6.1.1
Randvoorwaarden
41
6.1.2
Uitwisseling informatie
41
Selecteer componenten noodverlichtingsinstallatie
41
6.2.1
Armaturen
41
6.2.2
Afstandstabellen
41
6.2.3
Computerberekeningen
42
Selecteer componenten van de vluchtrouteaanduiding
44
6.3.1
Armaturen
44
6.3.2
Afstandstabellen
44
6.3.3
Zichtbaarheidseisen
44
6.4
Toets aan het PvE
46
6.5
Documenteren uitwerkingsfase
46
4
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
7
Realisatiefase
47
7.1
47
Voorbereiden uitvoering 7.1.1
Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
47
7.1.2
Planning
47
7.1.3
Uitvoeringstekeningen
47
7.2
Installatie noodverlichtingsinstallatie
47
7.3
Installatie vluchtrouteaanduiding
47
7.4
Testen & inbedrijfsstelling
49
7.4.1
Testprocedure (reactie- en standby tijd)
49
7.4.2
Meten: lichtniveau en capaciteit accu's
49
7.5
Logboek
49
7.6
Oplevering noodverlichtingsinstallatie
50
7.6.1
Opleveren aan opdrachtgever
50
7.6.2
Instructie aan bevoegde personen (installatieverantwoordelijke)
50
7.6.3
Afspraken inzake onderhoud
50
Bijlage A
Vragenlijst ontwerper noodverlichting
51
Bijlage B
Van toepassing zijnde artikelen volgens NEN 1010 (2007 + C1 2008)
52
Bijlage C
Bepalen van de vluchtroute
54
Bijlage D
Inspectierapport
57
Literatuurlijst
ISSO-publicatie 79.1
65
5
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
ISSO-publicatie 79.1
6
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
SAMENVATTING Bij spanningsuitval van het elektriciteitsnet of bij een andere calamiteit kan in een gebouw de verlichting uitvallen. Als er in het gebouw een noodverlichtingsinstallatie aanwezig is die onafhankelijk van het net gevoed wordt, dan kunnen de aanwezige personen processen afsluiten om daarna veilig het gebouw te verlaten. Door het uitvallen van de verlichting kunnen de in het gebouw aanwezige personen gedesoriĂŤnteerd raken en kan er paniek ontstaan. Een duidelijke vluchtrouteaanduiding en een eventueel aanwezige noodverlichtingsinstallatie stelt de aanwezigen in staat om veilig via de aangewezen vluchtroutes het gebouw te verlaten.
Bouwbesluit (zorgplicht) ligt bij de gebruiker van het gebouw. In ISSO-publicatie 79 'Inspectie en Onderhoud van Noodverlichtingsinstallaties' worden richtlijnen gegeven hoe hier invulling aan gegeven kan worden. Om de verbinding te maken tussen de normen en het wettelijke kader, die in deze publicatie besproken worden, en de praktische uitwerking is op de website van ISSO een uitgewerkt project als voorbeeld opgenomen, zie www.isso.nl.
Eigenaren van gebouwen zijn conform het Bouwbesluit verantwoordelijk voor het aanbrengen en onderhouden van een noodverlichtingsinstallatie. Het Bouwbesluit 2012 en de Arbo-wet schrijven het ontwerp en onderhouden van een noodverlichtingsinstallatie voor, ondersteund door normen en aanbevelingen. Deze ISSO-publicatie79.1 'Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties en vluchtrouteaanduiding voor gebouwen' beschrijft het proces van ontwerp en uitvoering om te komen tot een noodverlichtingsinstallatie die aan de wettelijke eisen en aan de eisen van de gebouweigenaar en -gebruiker voldoet. De publicatie beschrijft naast de wettelijke eisen ook het ontwerp en uitvoering voor een installatie met een hoger kwaliteitsniveau voor noodverlichting. In de diverse hoofdstukken komen wettelijke kaders, normen, aanbevelingen en randvoorwaarden voor het ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen en de ter beschikking staande systemen aan de orde. Er wordt uitleg gegeven aan de hand van beeldmateriaal, plaatjes, tabellen en stroomschema's. Daarnaast wordt als onderdeel van de in bedrijfstellingsprocedure aandacht besteed aan het toepassen van een checklist, het opzetten van een logboek en het verrichten van controlemetingen. Uitgangspunt voor deze publicatie is dat de benodigde projectgegevens zoals de functie van het gebouw, de beoogde gebruiksfunctie, de bouwkundige uitgangspunten (aantal bouwlagen, vluchtwegen en trappenhuizen, inwendige scheidingsconstructies, brandcompartimenten, etc.) bekend zijn. De publicatie is bedoeld voor organisaties en personen die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp en voor personen in de opdrachtgeverssfeer als (gedelegeerd) installatieverantwoordelijke en toezichthoudende en beherende instanties zoals gemeentes en brandweer. De verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de installatie zoals bedoeld in artikel 1.16 uit het
ISSO-publicatie 79.1
7
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
ISSO-publicatie 79.1
8
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
BEGRIPPENLIJST Beschermde route Een buiten het subbrandcompartiment gelegen gedeelte van een vluchtroute waar de vluchtroute begint.
Lichte industriefunctie Industriefunctie waarin activiteiten plaatsvinden waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt.
Beschermde vluchtroute Een niet in een subbrandcompartiment gelegen gedeelte van een vluchtroute die voert door een verkeersruimte.
Logiesfunctie Gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen. Loopafstand Afstand, gemeten langs een denkbeeldige, kortst realiseerbare lijn tussen twee punten, waarover op een afstand van ten minste 0,3 meter van constructieonderdelen, kan worden gelopen. De loopafstand over een trap valt samen met de klimlijn.
Bijeenkomstfunctie Gebruiksfunctie voor het samenkomen van personen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang, het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse of het aanschouwen van sport. BLF-Factor Ballast Lumen Factor (BLF). De BLF is de verhoudingsfactor tussen de lichtstroom van de armatuur in noodbedrijf ten opzichte van de lichtstroom in conventioneel bedrijf.
Lichtstroom De hoeveelheid straling die een lichtbron uitzendt, gewaardeerd naar de gevoeligheid van het oog. De eenheid van lichtstroom is lumen (lm). Meetniveau Hoogte van het aansluitende terrein, gemeten ter plaatse van de toegang van het gebouw.
Brandcompartiment Gedeelte van een of meer bouwwerken bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand.
Nooddeur Deur die uitsluitend is bestemd om te vluchten.
Celfunctie Gebruiksfunctie voor dwangverblijf van personen. Extra beschermde vluchtroute Buiten een brandcompartiment gelegen gedeelte van een beschermde vluchtroute.
Noodstroomvoorziening De voorziening van een elektrisch netwerk, dat in bedrijf komt zodra de gebruikelijke primaire voeding (bijvoorbeeld netspanning van het elektriciteitsbedrijf) uitvalt.
Gebruiksfunctie Gedeelten van een of meer bouwwerken op een perceel die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen.
Onderwijsfunctie Gebruiksfunctie voor het geven van onderwijs. Overige gebruiksfunctie Niet benoemde gebruiksfunctie voor activiteiten, waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt.
Gebruiksgebied Vrij indeelbaar gedeelte van een gebruiksfunctie waar voor de gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden, dat bestaat uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen ruimten gelegen in een brandcompartiment die niet door een dragende scheidingsconstructie van elkaar zijn gescheiden en die geen toiletruimte, badruimte, technische ruimte of verkeersruimte zijn, tenzij die ruimte zelf een functieruimte is.
Overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer Overige gebruiksfunctie die bestemd is voor aankomst of vertrek van vervoermiddelen ten behoeve van weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer van personen. Sportfunctie Gebruiksfunctie voor het beoefenen van sport.
Gezondheidszorgfunctie Gebruiksfunctie voor medisch onderzoek, verpleging, verzorging of behandeling.
Subbrandcompartiment Gedeelte van een brandcompartiment bestemd voor beperking van verspreiding van rook en verdere beperking van het uitbreidingsgebied van brand.
Industriefunctie Gebruiksfunctie voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden.
Veiligheidsvluchtroute Een gedeelte van een extra beschermde vluchtroute, dat uitsluitend kan worden bereikt door een niet besloten verkeersruimte.
Kantoorfunctie Gebruiksfunctie voor administratie.
ISSO-publicatie 79.1
9
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
Verblijfsgebied Een gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen. Verblijfsruimte Een in een verblijfsgebied gelegen ruimte voor het verblijven van personen. Verduisterde ruimte Een ruimte waarbij de normale verlichting tijdens het gebruik wordt gereduceerd (b.v. bioscopen, theaters). Verkeersroute Een verkeersroute is een route die begint bij een doorgang (hier een uitgang) van een ruimte, die uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt bij de doorgang (hier een ingang) van een andere ruimte. Vluchtroute Een route die begint in een voor personen bestemde ruimte, die uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van een lift. Winkelfunctie Gebruiksfunctie voor het verhandelen van materialen, goederen of diensten. Woonfunctie Gebruiksfunctie voor het wonen. Veiligheidsvluchtroute In een veiligheidsvluchtroute kan geen brand en rook doordringen, vanwege de niet besloten rooksluis die aan dat deel van de vluchtroute vooraf gaat. Een veiligheidsvluchtroute kan zowel horizontaal als verticaal worden toegepast. Veiligheidspictogrammen Een afbeelding die door een combinatie van kleuren en geometrische vorm en door de toevoeging van een grafisch symbool, een bijzondere veiligheidseis aangeeft. De vluchtrouteaanduiding is een vorm van een veiligheidspictogram en is bedoeld om de gebruiker van een gebouw duidelijkheid te geven over het verloop van de vluchtroutes.
ISSO-publicatie 79.1
10
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties
1
INLEIDING
1.1 DOELSTELLING Het doel van deze ISSO-publicatie is om helderheid te brengen in het hoe en waarom van installaties voor noodverlichting- en vluchtrouteaanduiding in het algemeen en de besluitvorming, het ontwerp en de aanleg van deze installaties in het bijzonder. De publicatie is bedoeld voor organisaties en personen die verantwoordelijk zijn voor het ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties en de vluchtrouteaanduiding in gebouwen. De publicatie richt zich tevens op personen die als installatieverantwoordelijke binnen een gebouw verantwoordelijk zijn voor de elektrotechnische installatie en toezicht houdende instanties (gemeente/ brandweer).
I Programmafase In de programmafase worden de eisen, wensen en verwachtingen met betrekking tot de noodverlichtingsinstallatie ge誰nventariseerd en beperkende randvoorwaarden geformuleerd. Aan het eind van de programmafase heeft de architect / installatiedeskundige voldoende informatie om voor de opdrachtgever een Programma van Eisen op te stellen. II Ontwerpfase In de ontwerpfase wordt op basis van het Programma van Eisen een systeemkeuze vastgesteld waarna de voorzieningen voor de noodverlichtings- en vluchtrouteaanduidingsinstallatie worden uitgewerkt. Van de verschillende noodverlichtings- en vluchtrouteaanduidingsconcepten worden de consequenties op hoofdlijnen zichtbaar gemaakt. Aan het eind van de ontwerpfase wordt in het ontwerp een definitieve systeemkeuze gemaakt.
Deze publicatie omschrijft hoe op uniforme en consistente wijze de noodverlichtingsinstallatie en de vluchtrouteaanduiding in gebouwen kunnen worden ontworpen en ge誰nstalleerd. Gebouwen met een hoogte tot 70 meter moeten voldoen aan de Nederlandse bouwregelgeving zijnde de Woningwet en het Bouwbesluit. Alle maatregelen die onder het wettelijke kader worden benoemd zijn 'verplichte maatregelen' die van toepassing zijn voor tijdelijke, bestaande en nieuw op te richten gebouwen en wegtunnels. Wegtunnels vallen buiten het bestek van de publicatie. Daarnaast gelden wettelijke regels aangaande zorgplicht (BW) en bescherming van werknemers en derden in gebouwen (Arbowet). In deze publicatie wordt aangegeven wat de wettelijke eisen zijn, welke kwaliteit als goed vakmanschap beschouwd kan worden en wat een opdrachtgever als aanvullende kwaliteit kan vragen.
III Uitwerkingsfase In de uitwerkingsfase wordt het systeemontwerp tot in detail uitgewerkt waarna deze in een bestek of contractstuk wordt vastgelegd. Op basis van deze ontwerpspecificaties worden daarna de componenten geselecteerd. IV Realisatiefase In de realisatiefase wordt de installatie aangelegd en opgeleverd. V Beheerfase De beheerfase is geen onderdeel van deze publicatie. Deze kan men vinden in ISSO-publicatie 79. Bij iedere fase is input nodig vanuit de vorige fase. De beheeraspecten zoals eisen en middelen worden in het beschrijvend deel uitgewerkt.
Voor het beheer en onderhoud van noodverlichting en vluchtrouteaanduiding wordt verwezen naar ISSOpublicatie 79 'Inspectie en Onderhoud van Noodverlichtingsinstallaties'.
1.3 HET ONTWERPPROCES Het ontwerpen van een noodverlichtings- en vluchtrouteaanduidingsinstallatie verloopt volgens een itererend en optimaliserend proces, waarbij steeds een terugkoppeling naar uitgangspunten en eisen wordt gemaakt. Afbeelding 1.1 geeft het ontwerpproces globaal weer. Hoofdstuk 4 geeft hierop een nadere toelichting en terugkoppeling.
1.2 OPBOUW VAN DE PUBLICATIE Voor het structureren van de informatie is gebruik gemaakt van het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties. De MKK-structuur is een instrument voor het beheersen van het voortbrengingsproces van installaties en geeft voor elke fase van het proces aan welke informatie uitgewisseld moet worden om de juiste installatie te kunnen ontwerpen, realiseren en beheren binnen een integraal proces. De MKK-structuur verdeelt het proces in 5 fasen.
ISSO-publicatie 79.1
11
Ontwerpen en installeren van noodverlichtingsinstallaties