ISSO-kleintje CV-service 2019

Page 1


kleintje.book Page 1 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

ISSO-kleintje

CV-service Richtlijnen voor veilige en zuinige gasinstallaties tot 130 kW

ISBN: 978-90-5044-321-0


kleintje.book Page 3 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

INHOUDSOPGAVE Voorwoord Begrippenlijst

5 7

1

Inleiding 1.1 Wetgeving, certificering en keurmerken 1.1.1 Bouwbesluit 1.1.2 Wet Kwaliteitsborging 1.1.3 Regeling voor gasverbrandingsinstallaties (gasketelwet) 1.1.4 Ecodesign 1.1.5 CE-markering 1.1.6 Certificering van producten 1.1.7 Begrenzingen van belasting en vermogen 1.2 De gasinstallatie 1.3 De aansluitleiding en de meterruimte 1.3.1 Inleiding 1.3.2 Verantwoordelijkheid voor beheer en veiligheid 1.3.3 Eisen aansluitleiding 1.3.4 Aansluiting op de hoofdleiding en eisen tracĂŠ 1.3.5 Afsluitbaarheid 1.3.6 Geveldoorvoering 1.3.7 Meterruimten

13 13 13 14 14 16 19 19 22 23 25 25 26 26 27 28 29 31

2

Gas 2.1 Algemeen 2.2 Keuringen en typeplaten 2.2.1 Inleiding 2.2.2 Toesteltype 2.2.3 Toestelcategorie (gassoort) 2.2.4 IP-classificatie 2.2.5 Gaskeur 2.3 Kwaliteit van de verbranding 2.3.1 Inleiding 2.3.2 Belangrijke kenmerken Gronings aardgas 2.3.3 Verbranding van aardgas 2.3.4 Kwaliteit van verbranding

35 35 35 35 36 38 39 40 41 41 42 42 43

ISSO-kleintje

3

CV-service


kleintje.book Page 4 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

3

Opstellingsruimten 3.1 Algemeen 3.1.1 Type A toestellen 3.1.2 Type B toestellen 3.1.3 Type C toestellen 3.1.4 Algemene eisen aan opstellingsruimten 3.1.5 Voorkomen van teveel CO2 en CO in de opstellingsruimte 3.1.6 Plaatsen van CO-melders 3.1.7 Aanleg van verbrandingsluchttoevoer- en rookgasafvoerleidingen 3.2 Beugelen 3.2.1 Plaats van de beugels 3.2.2 Instructiemateriaal beugelen

4

Onderhoud 4.1 Algemeen 4.2 Onderhoudsschema 4.3 Controleren van de belasting van het gastoestel 4.4 Certificering onderhoud 4.5 CO-meting in opstellingsruimte in gestapelde bouw 4.6 Meting CO2 in concentrisch rookgasafvoersysteem 4.7 Meting van rookgassen 4.8 Reparatie en voorgeschreven onderhoud 4.9 Beproeven uitbreiding gasleidinginstallatie Literatuurlijst

ISSO-kleintje

4

45 45 45 47 49 49 49 53 58 60 61 64 65 65 66 69 70 71 71 72 72 72 75

CV-service


kleintje.book Page 5 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

VOORWOORD De eerste uitgave op het gebied van gasinstallaties, naast de gastechnische normen en NPR-bladen, was 'ISSO-kleintje GAVO' dat werd uitgebracht in 1994. Herdrukken volgden in 1995,1997, 2004 en 2007. In de uitgave van 2007 werd de naam gewijzigd in 'ISSO-kleintje Gas'. Door de samenwerkende partners ISSO en Kiwa-Technology is de uitgave van 2015 op vele punten gewijzigd ten opzichte van de vorige uitgave. De 2019 uitgave is bijgewerkt conform de laatste ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en normen. De 2019 uitgave is gesplitst in een tweetal delen: ď Ž ISSO-kleintje Gas - ontwerp t.b.v. het ontwerpen van gasleidingsystemen en gasinstallaties; ď Ž ISSO-kleintje Gas - montage en onderhoud dat zich primair richt op de installateur die de installaties monteert, in bedrijf neemt en het benodigde onderhoud uitvoert. Daarnaast is het ISSO-kleintje CV-service dat zich primair richt op bestaande installaties en veiligheid. ISSO-kleintje CV-service geeft verder een toelichting op de belangrijkste gastechnische begrippen, indeling in toestelklassen, keurmerken, koolmonoxide en onderhoud. Door deze nieuwe opzet wordt het mogelijk om per praktijkrichtlijn (paragraaf) wijzigingen en aanvullingen aan te brengen op momenten dat er ontwikkelingen zijn die dat noodzakelijk maken. Op de ISSO-KennisBank zijn de laatste versies beschikbaar en de uitgave als 'ISSO-kleintje' wordt steeds opnieuw aangepast zodra er relevante wijzigingen en aanvullingen zijn aan een of meer van de praktijkrichtlijnen.

ISSO-kleintje

5

CV-service


kleintje.book Page 7 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

BEGRIPPENLIJST Aansluitkraan Afsluitorgaan dat is aangebracht op een aansluitpunt. Deze maakt het mogelijk een toestel op de voorziening voor gas aan te sluiten of daarvan los te nemen en de gastoevoer naar het toestel af te sluiten zonder dat de hoofdkraan behoeft te worden gesloten. Aansluitleiding a. Gasleiding, inclusief hoofdkraan, die de hoofdleiding van de netbeheerder verbindt met de voorziening voor gas; b. Gasleiding, inclusief aansluitkraan, die de voorziening voor gas verbindt met een gastoestel. Belasting De belasting van een gastoestel is de hoeveelheid energie in de vorm van brandstof die per tijdseenheid aan dat toestel wordt toegevoerd in kW. Voor een gasvormige brandstof komt dit overeen met het normaalvolume gas dat per tijdseenheid wordt toegevoerd, vermenigvuldigd met de calorische waarde van het gas. Afhankelijk van de keuze voor hetzij de calorische boven- dan wel onderwaarde wordt de belasting dan ook opgegeven als belasting op bovenwaarde (Bs), dan wel onderwaarde (Bi). Calorische bovenwaarde De calorische bovenwaarde is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij de volledige verbranding van 1 m3 gas en waarbij de bij de verbranding gevormde waterdamp volledig wordt gecondenseerd. De eenheid is MJ/m. De calorische bovenwaarde voor Gronings aardgas is 35,17 MJ/m3 (0 °C en 1.013,25 mbar). Calorische onderwaarde De calorische bovenwaarde is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij de volledige verbranding van 1 m3 gas exclusief de warmte die vrijkomt bij het condenseren van de waterdamp in het rookgas. De calorische onderwaarde voor Gronings aardgas is 31,65 MJ/m3 (0 °C en 1.013,25 mbar). Dat is ca. 10% minder dan de bovenwaarde. CLV-systeem Combinatie-luchttoevoer-verbrandingsgas-afvoersysteem; systeem dat werkt op natuurlijke trek en dat bestaat uit een combinatie van een leiding of kanaal voor de gemeenschappelijke toevoer van verbrandingslucht en een leiding of kanaal voor de gemeenschappelijke afvoer van rookgas, uitsluitend bestemd voor met gas gestookte gesloten toestellen voorzien van een ventilator. ISSO-kleintje

7

CV-service


kleintje.book Page 8 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

Condensatiewarmte De vrijkomende warmte bij het condenseren van de in het rookgas aanwezige waterdamp. Dauwpunt Bij afkoeling van het rookgas condenseert bij een bepaalde temperatuur de daarin aanwezige waterdamp. Deze temperatuur wordt het dauwpunt genoemd. HR-ketels maken nuttig gebruik van condensatiewarmte als de temperatuur van het rookgas onder het dauwpunt komt. Bij stoichiometrische (= volledige) verbranding van Gronings aardgas is het dauwpunt 59 °C. In de praktijk is er altijd sprake van een bepaalde luchtovermaat om een volledige verbranding te verkrijgen en te behouden. Bij een luchtovermaat van 30% is het dauwpunt 54,3 °C. Explosiegrenzen of Ontstekingsgrenzen De bovenste explosiegrens (UEL, upper explosion level) is de concentratie van een gas in lucht waarboven het mengsel niet meer zelfstandig brandt nadat het tot ontsteking is gebracht (UEL = 15,9%). De onderste explosiegrens (LEL, lower explosion level) is de concentratie van een gas in lucht waaronder het mengsel niet meer zelfstandig brandt nadat het tot ontsteking is gebracht (LEL = 5,8%). Een mengsel kan alleen worden ontstoken als de hoeveelheid gas in dat mengsel binnen bovengenoemde concentratiegrenzen ligt. Gasbelemmerend Het zodanig afdichten van doorvoeren dat bij een gaslekkage geen gas in of onder de woning of het gebouw kan binnendringen. Gasinstallatieleiding Zie 'Voorziening voor gas'. Gasmeter Zie 'Voorziening voor gas'. Gastoestel Toestellen bestemd of geschikt voor koken, verwarmen, warmwaterproductie, koeling, verlichting of wassen die, indien van toepassing, een normale watertemperatuur van ten hoogste 105 °C hebben alsmede ventilatorbranders en voor dergelijke branders bedoelde warmtegeneratoren, en bij gebruik waarvan gas als brandstof wordt gebruikt.

ISSO-kleintje

8

CV-service


kleintje.book Page 9 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

Gesloten toestel Toestel waarbij de verbrandingslucht rechtstreeks of via een toevoerconstructie of eigen toevoerconstructie van het toestel van buiten in een gesloten verbrandingsruimte stroomt en het rookgas door een gesloten afvoer rechtstreeks of via een afvoerconstructie of eigen afvoerconstructie van het toestel naar buiten wordt afgevoerd. Giftigheidsindex De verhouding tussen het percentage koolmonoxide (CO) en kooldioxide (CO2) in het verbrandingsgas, vermenigvuldigd met een factor 100. Hoofdkraan Afsluitorgaan dat in stromingsrichting van het gas gezien onmiddellijk vóór de gasmeter of vóór een eventuele drukregelaar is aangebracht en behoort bij de aansluiting voor de gaslevering. Meterruimte Afgescheiden ruimte ten behoeve van centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor de voorziening van elektriciteit, gas, drinkwater, telecommunicatiesignalen en, voor zover van toepassing, van verwarming die is aangesloten op het openbare net voor verwarming. Normaalvolume Volume van een gas bij 0 °C en 1013 mbar (absolute druk). Open toestel Toestel waarbij de verbrandingslucht rechtstreeks vanuit de opstellingsruimte waarin het toestel zich bevindt in de verbrandingskamer stroomt. Opstelplaats Plaats waar een verbrandingstoestel (maar ook een permanent opgesteld elektrisch toestel) is of kan worden geplaatst. Opstellingsruimte Ruimte waar één (of meer) verbrandingstoestel(len) zijn geplaatst met een gezamenlijke belasting op bovenwaarde Bs ≤ 130 kW. Rendement Het rendement is de verhouding tussen de nuttig afgestane energie aan het medium en de via het gas aangeboden warmtehoeveelheid. Ofwel: η = (vermogen/belasting) 100%, ofwel (P/B) 100%. Het rendement kan zowel op de calorische bovenwaarde (ηs) als op de calorische onderwaarde (ηi) zijn gebaseerd. Voor Gronings aardgas geldt voor een gegeven toestel: ηs = 0,9 · ηi of ηi = 1,11 · ηs. ISSO-kleintje

9

CV-service


kleintje.book Page 10 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

Standaardvolume Volume van een gas bij 15 °C en 1.013 mbar (absolute druk). Stookruimte Ruimte waarin zich een of meer opstelplaatsen voor verbrandingstoestellen bevinden met een totale nominale belasting op bovenwaarde Bs > 130 kW. Stoichiometrische verbranding Verbranding waarbij juist die hoeveelheid zuurstof wordt toegevoerd die nodig is voor een volledige verbranding, zonder luchtovermaat. Toestelkraan Handafsluiter of automatische afsluiter die behoort tot het gastoestel waarmee de gastoevoer wordt afgesloten of wordt geopend. Uitmonding Uitstroomopening van een afvoervoorziening voor binnenlucht en/of rookgas. VATO Valwindafleider-trekonderbreker. Verbruiksdruk Druk van het stookgas bij de ingang van een appendage of gastoestel bij gasafname (overdruk t.o.v. atmosfeer). Verdunningsfactor Een dimensieloze factor voor de aanduiding van de verhouding tussen de hoeveelheid verontreinigde lucht en de hoeveelheid verse lucht. Vermogen Het vermogen van een toestel is de hoeveelheid energie die per tijdseenheid nuttig wordt afgegeven aan het medium uitgedrukt in kW. Voorziening voor gas Voorziening die zich bevindt tussen het aansluitpunt in de meterruimte en het aansluitpunt ten behoeve van één of meer gastoestellen. Opmerking: In de praktijk en in deze praktijkrichtlijn wordt hiervoor ook de term gasinstallatieleiding gebruikt. Het is toegestaan deze benaming te gebruiken zolang duidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Werkdruk Druk van het stookgas aan het begin van de voorziening voor gas (gasinstallatieleiding) bij maximale belasting (overdruk t.o.v. atmosfeer).

ISSO-kleintje

10

CV-service


kleintje.book Page 11 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

Wobbe-index De Wobbe-index is de calorische bovenwaarde of onderwaarde gedeeld door de wortel van de relatieve dichtheid en wordt uitgedrukt in MJ/m3 (0 °C en 1.013,25 mbar). Ws = Hs/√d

[MJ/m3]

of Wi = Hi/√d

[MJ/m3]

Waarin: d = de relatieve dichtheid (gas t.o.v. lucht) [-] Hi = calorische onderwaarde

[MJ/m3]

Hs = calorische bovenwaarde

[MJ/m3]

De Wobbe-index is een maat voor de hoeveelheid energie die via een spuitstuk van een brander wordt toegevoerd. De energietoevoer is lineair afhankelijk van W. Twee gassen met dezelfde W leveren voor hetzelfde spuitstuk bij dezelfde spuitstukdruk een gelijke hoeveelheid energie.

ISSO-kleintje

11

CV-service


kleintje.book Page 13 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

1

INLEIDING

1.1

WETGEVING, CERTIFICERING EN KEURMERKEN

Dit ISSO-kleintje heeft betrekking op de wettelijke regels, normen, certificering van bedrijven en producten. De publicatie richt zich op gasinstallaties met een maximale belasting van 130 kW. Verder wordt uitgebreid ingegaan op de basisbegrippen, wettelijke regelingen, keurmerken en systeemindelingen. 1.1.1 Bouwbesluit De wettelijke eisen aan gasinstallaties zijn vastgelegd in het Bouwbesluit (2012). Per 1 april 2014 zijn er aanvullingen en wijzigingen op het Bouwbesluit 2012 doorgevoerd. In het Bouwbesluit staan de eisen voor opstelplaatsen voor toestellen, voor ventilatie- en verbrandingsluchttoevoer en voor rookgasafvoer. Verder wordt in het Bouwbesluit ook een aantal normen aangewezen, dat daarmee ook een wettelijke status heeft verkregen. In de (MinisteriĂŤle) Regeling Bouwbesluit, die jaarlijks wordt geactualiseerd, wordt vastgelegd welke versie van elke aangewezen norm van kracht is. In het Bouwbesluit staan eveneens de wettelijke eisen voor bestaande bouw. Die moeten zorgen voor een acceptabel kwaliteitsniveau van de gasinstallatie. Een bestaande gasinstallatie (vanaf gasmeter t/m uitmonding van rookgassen) die ongewijzigd blijft, moet constructief voldoen aan de regelgeving die ten tijde van de aanleg van kracht was (zie opmerking). Bij een uitbreiding of vervanging van delen van de gasinstallatie moeten, ten behoeve van die aanpassing, de voorschriften voor nieuwbouw gehanteerd worden. Opmerking: Voor een bestaande gasleidinginstallatie wordt voor enkele aspecten een afname in kwaliteit geaccepteerd na verloop van tijd. Denk hierbij aan het minder dicht worden van een gasleiding en een afname van de wanddikte van een gasleiding. Het minimum niveau voor de gasleiding staat beschreven in NEN 8078. De lekdichtheid van een rookgasafvoerleiding werkend op overdruk moet in geval van bestaande bouw volgens het Bouwbesluit wel dezelfde lekdichtheid hebben als bij nieuwbouw. Als praktisch te hanteren leidraad voor de aanleg van gasinstallaties worden de Nederlandse Praktijk Richtlijnen uit de serie NPR-3378 gehanteerd. Deze worden uitgegeven door NEN. In deze serie verschijnen regelmatig nieuwe of herziene delen. Indien de aanleg plaatsvindt volgens deze praktijkrichtlijn mag de installateur er van uit gaan dat voldaan wordt aan de wettelijke eisen. Er zijn echter ook andere werkwijzen denkbaar om aan de wettelijke eisen te voldoen.

ISSO-kleintje

13

CV-service


kleintje.book Page 14 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

1.1.2 Wet Kwaliteitsborging 14 mei 2019 is de Wet Kwaliteitsborging (afgekort tot WKB) aangenomen. Vanaf 1 januari 2021 wordt deze wet in fasen ingevoerd. Begonnen wordt met bouwwerken in de laagste risicoklasse zoals eengezinswoningen en eenvoudige bedrijfspanden. Na de invoering van de WKB draait het meer dan ooit om vakmanschap, een professionele instelling en integriteit (staan voor je werk). De eindverantwoordelijke installateur krijgt nog meer verantwoordelijkheid dan nu al het geval is. Het installatiebedrijf blijft tot jaren na de oplevering nog aansprakelijk voor het resultaat. Dit betekent dat bij oplevering een rapportage moet worden meegeleverd. De rapportage omvat:  Het installatie-ontwerp;  Eventuele afwijkingen van het ontwerp;  De beproevingsrapportage. 1.1.3 Regeling voor gasverbrandingsinstallaties (gasketelwet) 28 mei 2019 is de wettelijke regeling voor gasverbrandingsinstallaties in de tweede kamer aangenomen. De nieuwe wet gaat in per 1 januari 2020. Dat jaar geldt als een overgangsjaar. Vanaf 2021 zijn niet-gecertificeerde bedrijven die nog aan ketels sleutelen in overtreding. In principe worden gemeenten verantwoordelijk voor de handhaving, maar de controle zal vooral administratief zijn. De gemeente kan dwangsommen opleggen aan nietgecertificeerde bedrijven die bij steekproeven door de mand vallen. Maar ook opdrachtgevers worden strafbaar wanneer een niet-gecertificeerde installateur een toestel aansluit of onderhoudt. Zakelijke opdrachtgevers plegen een 'economisch delict'. Zowel bedrijven als personen moeten het procescertificaat halen. Bedrijven zonder deze erkenning mogen geen werkzaamheden uitvoeren aan gasgestookte installaties voor ruimteverwarming en/of warmtapwaterbereiding. De eisen die gesteld worden aan bedrijven zijn gegeven in BRL 6000-25. De gasleiding valt nog buiten de wetgeving, omdat hier geen risico is op koolmonoxide. De wet valt onder de Woningwet. De wet maakt onderscheid tussen monteurs die alleen installeren en monteurs die installeren en inbedrijfstellen. Voor die laatste groep gelden vakbekwaamheidseisen. Elke monteur die straks wil installeren en ook in bedrijf wil stellen moet slagen voor een theorie- en praktijktoets, ongeacht het opleidingsniveau en diploma's. . Een installateur met een SEI-erkenning maar ook een OK-CV of SCIOS installateur moet zich ook laten certificeren volgens bijvoorbeeld BRL 6000-25 om gastoestellen voor verwarming en/of warmtapwaterbereiding met een belasting van minder dan 100 kW te mogen installeren, inbedrijfstellen en onderhouden.

ISSO-kleintje

14

CV-service


kleintje.book Page 15 Wednesday, August 21, 2019 3:06 PM

Het procescertificaat waarover men moet beschikken wordt afgegeven door een instelling die door de Minister is aangewezen. Hiermee wordt kenbaar gemaakt dat gedurende een bepaalde periode een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de hierin genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen de werkzaamheden uitvoeren volgens kwaliteitseisen die zijn opgenomen in een door de Minister aangewezen certificatieschema. De overheid zorgt voor een openbaar register van aangewezen certificerende instellingen, certificatieschema's en de door de certificerende instelling verstrekte gegevens over certificaathouders. De werkzaamheden die onder de certificeringsregeling vallen zijn:  Het installeren van nieuwe gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen;  Het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen;  Het uitvoeren van onderhoud aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen;  Het inbedrijfstellen en het vrijgeven voor gebruik van een gasverbrandingstoestel na werkzaamheden zoals genoemd. Men kan voor het totale werkgebied gecertificeerd worden of voor één van de vier genoemde werkzaamheden. Indien een certificaathouder bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden constateert dat er koolmonoxide vrijkomt, meldt hij dit terstond aan de bewoner of gebruiker en eigenaar van het gebouw, het bevoegd gezag en de certificerende instelling en treft vervolgens de geldende maatregelen. Onderdeel van de werkzaamheden onder certificaat is dat elke nieuwe installatie en elk onderhoud moet worden gecontroleerd. Het controleren van de werkzaamheden moet plaatsvinden volgens voorgeschreven checklijsten. Van controles moet worden geregistreerd:  Wat is gecontroleerd, en op welke eisen;  Wie heeft gecontroleerd, en wanneer;  Met welke instrumenten is gemeten (in verband met de gevolgen van een justering), en;  De resultaten van de controles en metingen.

ISSO-kleintje

15

CV-service


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.