kleintje.book Page 1 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
ISSO-kleintje
Gas - ontwerp Richtlijnen voor veilige en zuinige gasinstallaties tot 130 kW
ISBN: 978-90-5044-350-0
kleintje.book Page 3 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
INHOUDSOPGAVE Voorwoord Symbolenlijst Begrippenlijst
7 9 11
1
Inleiding 1.1 Wetgeving, certificering en verantwoordelijkheden installateur 1.1.1 Wetgeving 1.1.2 Regeling voor gasverbrandingsinstallaties (gasketelwet) 1.1.3 Ecodesign 1.1.4 Certificering van producten 1.1.5 Begrenzingen van belasting en vermogen 1.1.6 Verantwoordelijkheden 1.2 De gasinstallatie 1.3 De aansluitleiding en de meterruimte 1.3.1 Inleiding 1.3.2 Verantwoordelijkheid voor beheer en veiligheid 1.3.3 Eisen aansluitleiding 1.3.4 Aansluiting op de hoofdleiding en eisen tracĂŠ 1.3.5 Afsluitbaarheid 1.3.6 Geveldoorvoering 1.3.7 Meterruimten
17 17 17 18 20 23 23 24 26 28 28 29 29 30 31 32 34
2
Gas 2.1 Algemeen 2.2 Kwaliteit van de verbranding 2.2.1 Inleiding 2.2.2 Enkele belangrijke gastechnische begrippen 2.2.3 Belangrijke kenmerken Gronings aardgas 2.2.4 Verbranding van aardgas 2.2.5 Kwaliteit van verbranding 2.2.6 Verbrandingsluchtbehoefte in de praktijk 2.2.7 Rookgaszijdig rendement onder niet-condenserende omstandigheden 2.2.8 Rookgaszijdig rendement onder condenserende omstandigheden 2.2.9 Toestelrendement 2.2.10 Rookgasanalyse 2.3 Keuringen en typeplaten 2.3.1 Inleiding 2.3.2 Toestelklasse 2.3.3 Toestelcategorie (gassoort) 2.3.4 IP-classificatie 2.3.5 Gaskeur
37 37 37 37 38 40 40 41 42 42 43 47 47 49 49 50 52 53 54
ISSO-kleintje
3
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 4 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
3
Opstellingsruimten 3.1 Algemeen 3.1.1 Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas 3.1.2 Invloed van ventilatiesysteem 3.1.3 Eisen aan opstellingsruimten 3.1.4 Plaatsen van CO-melders 3.1.5 Ruimtebeslag van het toestel 3.2 Luchttoevoer opstellingsruimten met type A-toestellen 3.2.1 Inleiding 3.2.2 Plaats van de luchttoevoeropening en uitvoering van de ventilatieafvoer 3.2.3 Ventilatiecapaciteit en doorlaat van de openingen 3.3 Luchttoevoer opstellingsruimten met type B-toestellen 3.3.1 Plaats en uitvoering van de luchttoevoeropening 3.3.2 Grootte van de openingen 3.4 Luchttoevoer opstellingsruimten met type C-toestellen 3.4.1 Plaats en uitvoering van de ventilatieopeningen 3.4.2 Grootte van de openingen
55 55 55 55 56 58 63 63 64 64 66 67 68 69 71 72 72
4
Leidingen voor rookgasafvoer- en verbrandingsluchttoevoer 4.1 Algemeen 4.1.1 Inleiding 4.1.2 Uitvoering rookgasafvoerleiding van een gastoestel 4.1.3 Uitvoering verbrandingsluchttoevoerleiding 4.2 Leidingmaterialen voor rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer 4.2.1 Verplichte CE-markering 4.2.2 Vrijwillige keurmerken 4.2.3 Omkokering van kunststof afvoermateriaal 4.2.4 Materialen luchttoevoerleiding gesloten toestellen 4.2.5 Bepaling geschiktheid rookgasafvoermateriaal 4.3 Condensaatafvoer 4.3.1 Uitvoering rookgasafvoer leiding i.v.m. afvoer condensaat 4.3.2 Uitvoering afvoerleiding voor condensaat naar riolering 4.4 Thermische terugslagbeveiliging 4.5 Ontwerp van verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoerleidingen 4.5.1 Ontwerp 4.5.2 Dimensionering 4.5.3 Aanleg 4.6 Beugelen 4.6.1 Plaats van de beugels 4.6.2 Instructiemateriaal beugelen 4.7 CLV- en half-CLV-systemen 4.7.1 Werking CLV-systeem 4.7.2 Half-CLV-systeem 4.7.3 Keuringseisen en voorschriften 4.7.4 Overdruk collectieve systemen
73 73 73 73 74 74 75 76 77 78 79 81 81 83 85 87 88 89 90 91 92 95 95 97 97 98 99
ISSO-kleintje
4
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 5 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
4.8
Brandwerendheid 4.8.1 Ontstaan brand bij doorvoeringen voorkomen 4.8.2 Ontstaan van brand bij rookgasafvoer van blokkenvuurtoestellen voorkomen 4.8.3 Brand- en rookdoorslag bij doorvoeringen voorkomen
102 102 104 105
5
Uitmondingen 5.1 Algemeen 5.2 Uitmondingsplaats bij B-toestellen i.v.m. goede werking 5.2.1 Uitmondingsgebieden 5.2.2 Wanneer is een belendend gebouw een belemmerend gebouw? 5.2.3 Uitmondingsgebieden voor type B11-toestel 5.2.4 Uitmonding bij B22- en B23-toestellen 5.3 Uitmondingsplaats bij C-toestellen i.v.m. goede werking 5.3.1 Uitmonding in het dakvlak 5.3.2 Uitmonding in de gevel 5.3.3 Afstand tot scherpe kanten gebouw 5.4 Uitmondingsplaats i.v.m. verdunning 5.4.1 Berekening minimumverdunningsafstand (Lmin) 5.4.2 Reductie van de belasting 5.4.3 Optellen van belastingen bij meer uitmondingen in elkaars nabijheid 5.4.4 Belemmeringen 5.5 Uitmondingsplaats i.v.m. hinder 5.5.1 Hinderafstand bij balkons en loggia's 5.5.2 Hinderafstand bij buitenruimten 5.6 Voorbeelden bepaling uitmondingsplaats
111 111 113 114 117 118 118 118 119 119 119 120 121 128 128 128 129 130 131 132
6
Gasleidingen 6.1 Gasleidingen, algemeen 6.2 Leidingmaterialen, codering en bescherming 6.2.1 Buismaterialen en hun toepassing 6.2.2 Bescherming 6.2.3 Kleurcodering 6.3 Leidingloop en -aanleg 6.3.1 Leidingloop 6.3.2 Leidingaanleg 6.3.3 Eisen aan leidingwerk in het zicht 6.3.4 Eisen aan leidingwerk niet in het zicht 6.3.5 Eisen aan leidingwerk in de grond 6.4 Leidingdoorvoeringen 6.4.1 Doorvoeringen zonder eis aan brandwerendheid 6.4.2 Doorvoeringen met eis aan brandwerendheid 6.5 Toestelaansluitingen 6.5.1 Aansluitpunt 6.5.2 Aansluitkraan 6.5.3 Aansluitleiding
139 139 140 143 144 146 146 147 147 148 151 152 155 155 157 159 159 159 161
ISSO-kleintje
5
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 6 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
7
Bepalen diameter gasleiding 7.1 Berekenen van de belasting en het drukverlies 7.2 Bepalen van de leidingdiameters (methode equivalente leidinglengte) 7.2.1 Werkwijze 7.2.2 Voorbeeld 7.2.3 Tabellen 7.3 Bepalen van de leidingdiameters (vuistregelmethode) 7.3.1 Werkwijze 7.3.2 Vuistregels en het rekenvoorbeeld
165 165 168 168 169 170 176 176 178
8
Drukregeling en veiligheidsvoorzieningen in gasleidingen 8.1 Algemeen 8.2 Drukregelaar en beveiligingen (werking, toepassing, eisen en controle) 8.2.1 Regeling van de gasdruk 8.2.2 Beveiliging tegen uitstromen van onverbrand gas 8.2.3 Beveiliging tegen het ongecontroleerd uitstromen van onverbrand gas uit de gasleiding 8.2.4 Beveiliging tegen het in werking komen van de installatie als niet aan bepaalde voorwaarden is voldaan
179 179 180 180 182
Beproeven, controleren en opleveren van de gasinstallatie 9.1 Algemeen 9.1.1 Controle aanleg en uitvoering gasleiding 9.1.2 Beproeving op sterkte en dichtheid gasleidingen 9.1.3 Controle aanleg en uitvoering luchttoevoer, luchtafvoer, rookgasafvoer en uitmonding 9.1.4 Controle werking toestellen 9.1.5 In bedrijf stellen en opleveren 9.2 Beproeving nieuwe gasleidinginstallatie 9.2.1 Beproeven voorziening voor gas (zonder gasmeter, aansluitleidingen en aansluitkranen) 9.2.2 Beproeven afgemonteerde gasleidinginstallatie met en zonder gasmeter 9.2.3 Beproeven gasleidinginstallatie met huisdrukregelaar 9.2.4 Beproeven uitbreiding gasleidinginstallatie 9.2.5 Rapportage
187 187 187 187
9
10
Toestelvervanging 10.1 Algemeen 10.2 Toestelkeuze bij vervanging 10.2.1 Vervanging van een afvoerloze geiser 10.2.2 Vervanging van een afvoergebonden toestel 10.2.3 Vervanging van een VR-toestel 10.3 Controle opstellingsruimte bij toestelvervanging 10.4 Rookgasafvoer bij toestelvervanging 10.4.1 Algemene aandachtspunten 10.4.2 Toestellen op gemeenschappelijke afvoersystemen 10.4.3 Specifieke aandachtspunten Literatuurlijst
ISSO-kleintje
6
183 184
188 188 188 188 189 190 191 192 193 195 195 196 196 197 197 197 199 200 201 203 205
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 7 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
VOORWOORD De eerste uitgave op het gebied van gasinstallaties, naast de gastechnische normen en NPR-bladen, was 'ISSO-kleintje GAVO' dat werd uitgebracht in 1994. Herdrukken volgden in 1995,1997, 2004 en 2007. In de uitgave van 2007 werd de naam gewijzigd in 'ISSO-kleintje Gas'. Door de samenwerkende partners ISSO en Kiwa-Technology is de uitgave van 2015 op vele punten gewijzigd ten opzichte van de vorige uitgave. De 2019 uitgave is bijgewerkt conform de laatste ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en normen. De 2019 uitgave is gesplitst in een tweetal delen: ISSO-kleintje Gas - ontwerp t.b.v. het ontwerpen van gasleidingsystemen en gasinstallaties; ISSO-kleintje Gas - montage en onderhoud dat zich primair richt op de installateur die de installaties monteert, in bedrijf neemt en het benodigde onderhoud uitvoert. Daarnaast is het ISSO-kleintje CV-service dat zich primair richt op bestaande installaties en veiligheid. ISSO-kleintje CV-service geeft verder een toelichting op de belangrijkste gastechnische begrippen, indeling in toestelklassen, keurmerken, koolmonoxide en onderhoud. Door deze nieuwe opzet wordt het mogelijk om per praktijkrichtlijn (paragraaf) wijzigingen en aanvullingen aan te brengen op momenten dat er ontwikkelingen zijn die dat noodzakelijk maken. Op ISSO-KennisBank zijn de laatste versies beschikbaar en de uitgave als 'ISSO-kleintje' wordt steeds opnieuw aangepast zodra er relevante wijzigingen en aanvullingen zijn aan een of meer van de praktijkrichtlijnen. Bij installateurs bestaat behoefte aan één overzichtelijke actuele publicatie met een duidelijke structuur gericht op de complete gasinstallatie. Deze uitgave voorziet in die behoefte. De uitgave is mede door de nadere uitleg met voorbeelden, instructieve illustraties en verwijzingen naar websites ook prima inzetbaar voor het gebruik in het technische beroepsonderwijs. De uitgave richt zich zowel op nieuwe installaties als vervanging, wijzigingen of uitbreidingen van bestaande installaties. De reikwijdte beperkt zich tot gasinstallaties gestookt met aardgas met een belasting op bovenwaarde tot 130 kW (bij onderhoud tot een vermogen van 100 kW). De nominale gasdruk in de installatie is daarbij niet hoger dan 25 mbar. ISSO-kleintje
7
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 8 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
Europese toestelproductnormen gaan uit van de calorische onderwaarde van aardgas, evenals enkele werkbladen NPR 3378. Deze uitgave is echter gebaseerd op de bovenwaarde, omdat andere werkbladen, Europese energieprestatienormen en het Bouwbesluit en de daarin aangewezen Nederlandse normen uitgaan van de bovenwaarde. Daar waar relevant worden eenvoudige omrekeningen gepresenteerd.
ISSO-kleintje
8
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 9 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
SYMBOLENLIJST
A
oppervlakte
[m2]
B
belasting
[kW]
Bi
belasting betrokken op calorische onderwaarde
[kW]
Bs
belasting betrokken op calorische bovenwaarde
[kW]
Cond
rendementswinst t.g.v. condensatie van waterdamp [%]
D
uitwendige diameter
[mm]
DN
nominale diameter
["/mm]
d
inwendige diameter
[mm]
d
relatieve dichtheid gas t.o.v. lucht
[-]
f
verdunningsfactor
[-]
fg
gelijktijdigheidsfactor
[-]
h
hoogte
[m]
Hi
calorische onderwaarde
[MJ/m3]
Hs
calorische bovenwaarde
[MJ/m3]
l
lengte
[m]
L
verdunningsafstand
[m]
p
druk
[Pa] of [mbar]
Δp
drukverschil
[Pa]
P
vermogen
[kW]
Qcond
percentage condensatiewarmte
[%]
qv
volumestroom
[m3/s]
R
wrijvingsweerstand per lengte-eenheid rechte buis [Pa/m]
v
snelheid
[m/s]
V
volume
[m3]
α
dakhoek met horizontaal
[°]
Δ
verschil
[-]
ς
weerstandscoëfficiënt
[-]
ISSO-kleintje
9
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 10 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
η
rendement
[%]
ηi
rendement betrokken op calorische onderwaarde
[%]
ηs
rendement betrokken op calorische bovenwaarde
[%]
λ
wrijvingsfactor
[-]
ρ
dichtheid
[kg/m3]
ISSO-kleintje
10
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 11 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
BEGRIPPENLIJST Aansluitkraan Afsluitorgaan dat is aangebracht op een aansluitpunt. Deze maakt het mogelijk een toestel op de voorziening voor gas aan te sluiten of daarvan los te nemen en de gastoevoer naar het toestel af te sluiten zonder dat de hoofdkraan behoeft te worden gesloten. Aansluitleiding a. Gasleiding, inclusief hoofdkraan, die de hoofdleiding van de netbeheerder verbindt met de voorziening voor gas; b. Gasleiding, inclusief aansluitkraan, die de voorziening voor gas verbindt met een gastoestel. Belasting De belasting van een gastoestel is de hoeveelheid energie in de vorm van brandstof die per tijdseenheid aan dat toestel wordt toegevoerd in kW. Voor een gasvormige brandstof komt dit overeen met het normaalvolume gas dat per tijdseenheid wordt toegevoerd, vermenigvuldigd met de calorische waarde van het gas. Afhankelijk van de keuze voor hetzij de calorische boven- dan wel onderwaarde wordt de belasting dan ook opgegeven als belasting op bovenwaarde (Bs), dan wel onderwaarde (Bi). Calorische bovenwaarde De calorische bovenwaarde is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij de volledige verbranding van 1 m3 gas en waarbij de bij de verbranding gevormde waterdamp volledig wordt gecondenseerd. De eenheid is MJ/m. De calorische bovenwaarde voor Gronings aardgas is 35,17 MJ/m3 (0 °C en 1.013,25 mbar). Calorische onderwaarde De calorische bovenwaarde is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij de volledige verbranding van 1 m3 gas exclusief de warmte die vrijkomt bij het condenseren van de waterdamp in het rookgas. De calorische onderwaarde voor Gronings aardgas is 31,65 MJ/m3 (0 °C en 1.013,25 mbar). CLV-systeem Combinatie-luchttoevoer-verbrandingsgas-afvoersysteem; systeem dat werkt op natuurlijke trek en dat bestaat uit een combinatie van een leiding of kanaal voor de gemeenschappelijke toevoer van verbrandingslucht en een leiding of kanaal voor de gemeenschappelijke afvoer van rookgas, uitsluitend bestemd voor met gas gestookte gesloten toestellen voorzien van een ventilator.
ISSO-kleintje
11
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 12 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
Condensatiewarmte De vrijkomende warmte bij het condenseren van de in het rookgas aanwezige waterdamp. Dauwpunt Bij afkoeling van het rookgas condenseert bij een bepaalde temperatuur de daarin aanwezige waterdamp. Deze temperatuur wordt het dauwpunt genoemd. HR-ketels maken nuttig gebruik van condensatiewarmte als de temperatuur van het rookgas onder het dauwpunt komt. Bij stoichiometrische (= volledige) verbranding van Gronings aardgas is het dauwpunt 59 °C. In de praktijk is er altijd sprake van een bepaalde luchtovermaat om een volledige verbranding te verkrijgen en te behouden. Bij een luchtovermaat van 30% is het dauwpunt 54,3 °C. Explosiegrenzen of ontstekingsgrenzen De bovenste explosiegrens (UEL, upper explosion level) is de concentratie van een gas in lucht waarboven het mengsel niet meer zelfstandig brandt nadat het tot ontsteking is gebracht (UEL = 15,9%). De onderste explosiegrens (LEL, lower explosion level) is de concentratie van een gas in lucht waaronder het mengsel niet meer zelfstandig brandt nadat het tot ontsteking is gebracht (LEL = 5,8%). Een mengsel kan alleen worden ontstoken als de hoeveelheid gas in dat mengsel binnen bovengenoemde concentratiegrenzen ligt. Gasbelemmerend Het zodanig afdichten van doorvoeren dat bij een gaslekkage geen gas in of onder de woning of het gebouw kan binnendringen. Gasinstallatieleiding Zie 'Voorziening voor gas'. Gasmeter Door de gasleverancier geplaatste meter waarmee het gasverbruik wordt afgelezen. Gastoestel Toestellen bestemd of geschikt voor koken, verwarmen, warmwaterproductie, koeling, verlichting of wassen die, indien van toepassing, een normale watertemperatuur van ten hoogste 105 °C hebben alsmede ventilatorbranders en voor dergelijke branders bedoelde warmtegeneratoren, en bij gebruik waarvan gas als brandstof wordt gebruikt.
ISSO-kleintje
12
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 13 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
Gesloten toestel Toestel waarbij de verbrandingslucht rechtstreeks of via een toevoerconstructie of eigen toevoerconstructie van het toestel van buiten in een gesloten verbrandingsruimte stroomt en het rookgas door een gesloten afvoer rechtstreeks of via een afvoerconstructie of eigen afvoerconstructie van het toestel naar buiten wordt afgevoerd. Giftigheidsindex De verhouding tussen het percentage koolmonoxide (CO) en kooldioxide (CO2) in het verbrandingsgas, vermenigvuldigd met een factor 100. Hoofdkraan Afsluitorgaan dat in stromingsrichting van het gas gezien onmiddellijk vóór de gasmeter of vóór een eventuele drukregelaar is aangebracht en behoort bij de aansluiting voor de gaslevering. Meterruimte Afgescheiden ruimte ten behoeve van centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor de voorziening van elektriciteit, gas, drinkwater, telecommunicatiesignalen en, voor zover van toepassing, van verwarming die is aangesloten op het openbare net voor verwarming. Normaalvolume Volume van een gas bij 0 °C en 1013 mbar (absolute druk). Open toestel Toestel waarbij de verbrandingslucht rechtstreeks vanuit de opstellingsruimte waarin het toestel zich bevindt in de verbrandingskamer stroomt. Opstelplaats Plaats waar een verbrandingstoestel (maar ook een permanent opgesteld elektrisch toestel) is of kan worden geplaatst. Opstellingsruimte Ruimte waar één (of meer) verbrandingstoestel(len) zijn geplaatst met een gezamenlijke belasting op bovenwaarde Bs ≤ 130 kW. Rendement Het rendement is de verhouding tussen de nuttig afgestane energie aan het medium en de via het gas aangeboden warmtehoeveelheid. Ofwel: η = (vermogen/belasting) 100%, ofwel (P/B) 100%. Het rendement kan zowel op de calorische bovenwaarde (ηs) als op de calorische onderwaarde (ηi) zijn gebaseerd. Voor Gronings aardgas geldt voor een gegeven toestel: ηs = 0,9 · ηi of ηi = 1,11 · ηs. ISSO-kleintje
13
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 14 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
Standaardvolume Volume van een gas bij 15 °C en 1.013 mbar (absolute druk). Stookruimte Ruimte waarin zich een of meer opstelplaatsen voor verbrandingstoestellen bevinden met een totale nominale belasting op bovenwaarde Bs > 130 kW. Stoichiometrische verbranding Verbranding waarbij juist die hoeveelheid zuurstof wordt toegevoerd die nodig is voor een volledige verbranding, zonder luchtovermaat. Toestelkraan Handafsluiter of automatische afsluiter die behoort tot het gastoestel waarmee de gastoevoer wordt afgesloten of wordt geopend. Uitmonding Uitstroomopening van een afvoervoorziening voor binnenlucht en/of rookgas. VATO Valwindafleider-trekonderbreker. Verbruiksdruk Druk van het stookgas bij de ingang van een appendage of gastoestel bij gasafname (overdruk t.o.v. atmosfeer). Verdunningsfactor Een dimensieloze factor voor de aanduiding van de verhouding tussen de hoeveelheid verontreinigde lucht en de hoeveelheid verse lucht. Vermogen Het vermogen van een toestel is de hoeveelheid energie die per tijdseenheid nuttig wordt afgegeven aan het medium uitgedrukt in kW. Voorziening voor gas Voorziening die zich bevindt tussen het aansluitpunt in de meterruimte en het aansluitpunt ten behoeve van één of meer gastoestellen. Opmerking: In de praktijk en in deze praktijkrichtlijn wordt hiervoor ook de term gasinstallatieleiding gebruikt. Het is toegestaan deze benaming te gebruiken zolang duidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Werkdruk Druk van het stookgas aan het begin van de voorziening voor gas (gasinstallatieleiding) bij maximale belasting (overdruk t.o.v. atmosfeer).
ISSO-kleintje
14
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 15 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
Wobbe-index De Wobbe-index is de calorische bovenwaarde of onderwaarde gedeeld door de wortel van de relatieve dichtheid en wordt uitgedrukt in MJ/m3 (0 °C en 1.013,25 mbar). Ws = Hs/√d
[MJ/m3]
of Wi = Hi/√d
[MJ/m3]
Waarin: d = de relatieve dichtheid (gas t.o.v. lucht)
[-]
Hi = calorische onderwaarde
[MJ/m3]
Hs = calorische bovenwaarde
[MJ/m3]
De Wobbe-index is een maat voor de hoeveelheid energie die via een spuitstuk van een brander wordt toegevoerd. De energietoevoer is lineair afhankelijk van W. Twee gassen met dezelfde W leveren voor hetzelfde spuitstuk bij dezelfde spuitstukdruk een gelijke hoeveelheid energie.
ISSO-kleintje
15
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 17 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
1
INLEIDING
1.1
WETGEVING, CERTIFICERING EN VERANTWOORDELIJKHEDEN INSTALLATEUR
Dit ISSO-kleintje heeft betrekking op de wettelijke regels, normen, certificering van bedrijven en verantwoordelijkheden van de betrokkenen bij het ontwerpen, installeren en onderhouden van gasinstallaties met een maximale belasting van 130 kW. 1.1.1 Wetgeving De wettelijke eisen aan gasinstallaties zijn vastgelegd in het Bouwbesluit (2012). Per 1 april 2014 zijn er aanvullingen en wijzigingen op het Bouwbesluit 2012 doorgevoerd. In het Bouwbesluit staan de eisen voor opstelplaatsen voor toestellen, voor ventilatie- en verbrandingsluchttoevoer en voor rookgasafvoer. Verder wordt in het Bouwbesluit ook een aantal normen aangewezen, dat daarmee ook een wettelijke status heeft verkregen. In de (Ministeriële) Regeling Bouwbesluit, die jaarlijks wordt geactualiseerd, wordt vastgelegd welke versie van elke aangewezen norm van kracht is. De volgende normen met betrekking tot gasinstallaties worden aangewezen door het Bouwbesluit: NEN 1078; NEN 1087; NEN 2757-1 en 2; NEN 2768; NEN 3028; NEN 8078; NEN 8087; NEN 8757. In het Bouwbesluit staan eveneens de wettelijke eisen voor bestaande bouw. Die moeten zorgen voor een acceptabel kwaliteitsniveau van de gasinstallatie. Een bestaande gasinstallatie (vanaf gasmeter t/m uitmonding van rookgassen) die ongewijzigd blijft, moet constructief voldoen aan de regelgeving die ten tijde van de aanleg van kracht was (zie opmerking). Bij een uitbreiding of vervanging van delen van de gasinstallatie moeten, ten behoeve van die aanpassing, de voorschriften voor nieuwbouw gehanteerd worden. Opmerking: Voor een bestaande gasleidinginstallatie wordt voor enkele aspecten een afname in kwaliteit geaccepteerd na verloop van tijd. Denk hierbij aan het minder dicht worden van een gasleiding en een afname van de wanddikte van een gasleiding. Het minimum niveau voor de gasleiding staat beschreven in NEN 8078. De lekdichtheid van een rookgasafvoerleiding werkend op overdruk moet in geval van bestaande bouw volgens het Bouwbesluit wel dezelfde lekdichtheid hebben als bij nieuwbouw. ISSO-kleintje
17
Gas - ontwerp
kleintje.book Page 18 Wednesday, August 21, 2019 3:39 PM
Als praktisch te hanteren leidraad voor de aanleg van gasinstallaties worden de Nederlandse Praktijk Richtlijnen uit de serie NPR-3378 [25] gehanteerd. Deze worden uitgegeven door NEN. In deze serie verschijnen regelmatig nieuwe of herziene delen. Indien de aanleg plaatsvindt volgens deze praktijkrichtlijn mag de installateur er van uit gaan dat voldaan wordt aan de wettelijke eisen. Er zijn echter ook andere werkwijzen denkbaar om aan de wettelijke eisen te voldoen. Wet Kwaliteitsborging 14 mei 2019 is de Wet Kwaliteitsborging (afgekort tot WKB) aangenomen. Vanaf 1 januari 2021 wordt deze wet in fasen ingevoerd. Begonnen wordt met bouwwerken in de laagste risicoklasse zoals eengezinswoningen en eenvoudige bedrijfspanden. Na de invoering van de WKB draait het meer dan ooit om vakmanschap, een professionele instelling en integriteit (staan voor je werk). De eindverantwoordelijke installateur krijgt nog meer verantwoordelijkheid dan nu al het geval is. Het installatiebedrijf blijft tot jaren na de oplevering nog aansprakelijk voor het resultaat. Dit betekent dat bij oplevering een rapportage moet worden meegeleverd. De rapportage omvat: Het installatie-ontwerp; Eventuele afwijkingen van het ontwerp; De beproevingsrapportage. 1.1.2 Regeling voor gasverbrandingsinstallaties (gasketelwet) 28 mei 2019 is de wettelijke regeling voor gasverbrandingsinstallaties in de tweede kamer aangenomen. De nieuwe wet gaat in per 1 januari 2020. Dat jaar geldt als een overgangsjaar. Vanaf 2021 zijn niet-gecertificeerde bedrijven die nog aan ketels sleutelen in overtreding. In principe worden gemeenten verantwoordelijk voor de handhaving, maar de controle zal vooral administratief zijn. De gemeente kan dwangsommen opleggen aan nietgecertificeerde bedrijven die bij steekproeven door de mand vallen. Maar ook opdrachtgevers worden strafbaar wanneer een niet-gecertificeerde installateur een toestel aansluit of onderhoudt. Zakelijke opdrachtgevers plegen een 'economisch delict'. Zowel bedrijven als personen moeten het procescertificaat halen. Bedrijven zonder deze erkenning mogen geen werkzaamheden uitvoeren aan gasgestookte installaties voor ruimteverwarming en/of warmtapwaterbereiding. De eisen die gesteld worden aan bedrijven zijn gegeven in BRL 6000-25. De gasleiding valt nog buiten de wetgeving, omdat hier geen risico is op koolmonoxide. De wet valt onder de Woningwet. De wet maakt onderscheid tussen monteurs die alleen installeren en monteurs die installeren en in bedrijf stellen. Voor die laatste groep gelden vakbekwaamheidseisen. Elke monteur die straks wil installeren en ook in bedrijf wil stellen moet slagen voor een
ISSO-kleintje
18
Gas - ontwerp