Praktijkboek
Multifunctionele groene daken en gevels Begroeide gevels en daken voor gebruik, waterberging en energie-opwekking
ISBN: 978-90-5044-320-3
INHOUDSOPGAVE ISSO-projectgroep 109530
7
Partners
1
2
11
Begrippenlijst
13
Leeswijzer
19
Algemene introductie
21
1.1
Scope van dit praktijkboek: Focus op begroeide daken en gevels, met gecombineerde functies
21
1.2
Historische achtergrond
22
1.3
Moderne opgaven
24
1.3.1
Circulaire bouw
24
1.3.2
Klimaatadaptatie
25
Beleid en initiatief
27
2.1
27
2.2
3
Beleid 2.1.1
Gemeente: wie is aan zet?
27
2.1.2
Vastgoedeigenaren: agendeer multifunctionele daken en gevels
27
2.1.3
Kosten en baten
28
2.1.4
Stimuleren van multifunctionele daken en gevels
29
2.1.5
Wet- en regelgeving
32
2.1.6
Best practices: internationaal beleid
35
Initiatief
38
2.2.1
39
Stappenplan initiatief multifunctioneel dak of gevel
2.2.2
Bouworganisatievormen
44
2.2.3
Selectie van marktpartijen
45
2.2.4
Total Cost of Ownership
45
2.2.5
Zorgplicht opdrachtgever
46
2.2.6
Cruciale risico's vermijden
47
Ambities en functies 3.1
3.2
3.3
Praktijkboek
9
Samenvatting
49
Typen en prestaties van multifunctionele daken en gevels
50
3.1.1
Begroeide daken en Natuurdaken [Groene Daken]
50
3.1.2
Gebruiksdaken [Rode Daken]
51
3.1.3
Energiedaken [Gele Daken]
51
3.1.4
Waterretentiedaken [Blauwe Daken]
52
3.1.5
Multifunctionele gevels
53
Functionele prestaties
54
3.2.1
Begroeide daken
56
3.2.2
Gebruiksdaken
58
3.2.3
Waterretentiedaken
59
3.2.4
Energiedaken
61
3.2.5
Multifunctionele gevels
62
Ambitie vastleggen: labels en keurmerken
63
3.3.1
Gebouwlabels
64
3.3.2
Keurmerken en vakrichtlijnen
65
3
Multifunctionele groene daken en gevels
4
Ontwerp en techniek
69
4.1
Het ontwerpproces
69
4.1.1
Het esthetische ontwerp
69
4.1.2
Bepalende omstandigheden voor ontwerp
70
4.1.3
Integraal & duurzaam ontwerpen
71
4.1.4
Werken met BIM
71
4.2
Technisch ontwerp: algemeen
72
4.3
Dakbouwkundige uitgangspunten
73
4.4
4.5 4.6 4.7
5
Bouwkundige constructie
73
4.3.2
Dakbedekkingsconstructie
78
4.3.3
Dakbedekkingssysteem
81
4.3.4
Dakdetails
82
Begroeide daken
84
4.4.1
Het dakbegroeiingssysteem
84
4.4.2
Beplantingsplan
87
4.4.3
Waterhuishouding van begroeide daken
90
4.4.4
Verankeren van materiaal op het dak
92
4.4.5
Overige voorzieningen
95
Gebruiksdaken
96
4.5.1
97
Uitwerken van dakbestratingen
Waterretentiedaken
106
4.6.1
107
Uitwerken van retentiedaken
Energiedaken
107
4.7.1
108
Zonnestroomsystemen op verschillende dakvormen
4.7.2
Energiedaken in combinatie met begroeiing
110
4.7.3
Energiedaken in combinatie met waterretentie
111
4.7.4
Energiedaken in combinatie met gebruiksfuncties
111
4.8
Gevelbouwkunde
112
4.8.1
Ontwerp
112
4.9
Multifunctionele gevels
112
4.9.1
112
4.10
Veiligheid en gezondheid in ontwerp
127
4.10.1 ArbeidshygiĂŤnische strategie en redelijkerwijsbeginsel
127
4.10.2 Veiligheidsgrens
128
Begroeide gevels
Werkvoorbereiding en uitvoering
129
5.1
129
5.2
5.3
Praktijkboek
4.3.1
Technische (detail)uitwerkingen 5.1.1
Traditionele bestekken en tekeningen
129
5.1.2
Integraal uitwerken met BIM
130
Werkvoorbereiding en kostprijsberekeningen
132
5.2.1
Bij de leest blijven
132
5.2.2
Hoeveelheidsberekeningen t.b.v. kostprijzen
132
5.2.3
Bouwlogistiek en fasering
132
5.2.4
Werkomschrijving
133
5.2.5
Algemene en technische voorwaarden
133
Werkmethoden begroeide daken
134
5.3.1
Geotextielen en drainageplaten
134
5.3.2
Substraten en overige bulkmaterialen
134
5.3.3
Aanbrengen van beplantingen
137
5.3.4
Praktijkvoorbeeld renovatieproject parkeergarages
138
4
Multifunctionele groene daken en gevels
5.4
Werkmethoden gebruiksdaken
142
5.4.1
Aanbrengen verhardingen op cunet
142
5.4.2
Aanbrengen verhardingen op dragers
Werkmethoden waterretentiedaken
5.6
Werkmethoden energiedaken
143
5.6.1
Plaatsen op hellende daken (dakpannen)
144
5.6.2
Plaatsen op platte daken (ballastframe)
144
5.6.3
Dakdoorvoer
146
5.6.4
Aansluitingen
146
5.6.5
Aarding van de constructie
147
5.6.6
Inductielussen
5.7
143
148
Werkmethoden multifunctionele gevels
148
5.7.1
Opbouw realiseren van gevelbegroeiingsysteem
149
5.7.2
Aansluiten van irrigatiesystemen
150
5.7.3
Risico's en aansprakelijkheid
150
5.8
Bouwlogistiek
5.9
Veiligheid en gezondheid in uitvoering
5.8.1
151
Gebruik van hijskranen en ladderliften
5.9.1
Risicovol gedrag schades
153
5.9.2
Toepassen regels Arbo en VCA
153
Generieke Poortinstructie (GPI)
154
5.11
Overdracht van werkzaamheden
154
5.11.1 Werken op dakbedekking
155
5.11.2 Oplevering eigen werkzaamheden
156
5.11.3 Garanties
156
Voorbeelden
158
5.12.1 Case Daktuin Bergen op Zoom
158
Beheer en gebruik 6.1
161
Onderhoud bouwkundig onderdelen
161
6.1.1
Onderhoud dakbedekking
161
6.1.2
Onderhoud gevelonderdelen
6.2
Begroeide daken
6.3
Gebruiksdaken
6.2.1
162 162
Onderhoud begroeide daken
164 166
6.3.1
Onderhoud op parkeerdaken (parkeerdaktegels)
166
6.3.2
Onderhoud verhardingen op dragers
167
6.3.3
Onderhoud verhardingen op een cunet
167
6.4
Waterretentiedaken
167
6.5
Energiedaken
167
6.5.1
Bouwkundig onderhoud energiedaken
167
6.5.2
Monitoring
169
6.5.3
Inspectie/preventief onderhoud
169
6.6 6.7
Praktijkboek
152 152
5.10
5.12 6
143
5.5
Multifunctionele gevels
170
6.6.1
170
Onderhouden begroeide gevels
Veiligheid
171
5
Multifunctionele groene daken en gevels
7
Risicomanagement
173
7.1
Risicoanalyse
173
7.2
Omgaan met risico's
174
7.2.1
175
Cyclische benadering
7.3
Risico's door projectfases heen
175
7.4
Veel voorkomende risico's bij begroeide daken en gevels
175
Bijlage A
Richtlijnen voor substraat
179
Bijlage B
Plantenlijsten
181
Bijlage C
Veiligheid, werken op hoogte en verticaal transport
Literatuurlijst
Praktijkboek
185 189
6
Multifunctionele groene daken en gevels
ISSO-PROJECTGROEP 109530 Het leveren van inhoudelijke en/of visuele bijdragen ten behoeve van de realisatie van deze ISSO-uitgave is mede verzorgd door ISSO-projectgroep 109530, die als volgt was samengesteld: Paul Verkaik
BDA Dak- en Gevelopleidingen
Jacco Putman
BDA Dak- en Gevelopleidingen
Paul van Roosmalen
Gemeente Rotterdam
Chris van der Meijden
Kiwa BDA Dakadvies
Giel Sniedt
Nophadrain B.V.
Harold van den Broek
Dakindex
Henk Vlijm
OptigrĂźn
Jaap Dooper
Zoontjens
Jarno van Veelen
BVB landscaping B.V.
Mark Blaakman
Stichting Veilig Dak Nederland
Pieter de Vries
Kpieto!
Sijbrand Noome
Donker Groep
Walter van de Werken
Koninklijke Ginkel Groep
Christiaan Bakker
Sempergreen
Sander Scheper
Sempergreen
Otto Kettlitz
Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies B.V.
Wilfred Slagter
Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies B.V.
Helen Wielders
Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies B.V.
Dick Oosthoek
Groenkeur
Roeland Pullen
BTL Realisatie
Claire Woerdenbach
BTL Advies
Maarten Terpstra
ZinCo Benelux
Kees Broks
STOWA
Jeanine van Noordenne
Dakmerk
Erik Steegman
NDA
Copijn
Copijn
Buro Lubbers
Buro Lubbers
Peter Roozenburg
Weverling/natura daken +
Wurck
Wurck
Jos Jonkers
Jonkers Hoveniers
Martijn Verberne
Du PrĂŠ
Britta Mantel
Van der Tol
Dakdokters
Dakdokters
Kasper Spaan
Waternet
Daniel Goedbloed
Amsterdam Rainproof
Rens Metz
Building Changes
Technische Commissie Dak- en Gevelbegroening van stichting Groenkeur
Praktijkboek
7
Multifunctionele groene daken en gevels
PARTNERS Dit praktijkboek is mede mogelijk gemaakt door de volgende partners:
part of
Praktijkboek
9
Multifunctionele groene daken en gevels
Praktijkboek
10
Multifunctionele groene daken en gevels
SAMENVATTING Voor u ligt een bijzondere uitgave: het Praktijkboek Multifunctionele Groene Daken en Gevels van ISSO, kennisinstituut voor bouw- en installatietechniek. Dit praktijkboek is met zorg samengesteld onder regie van ISSO op basis van de vakinhoudelijke input van een groot aantal partijen. Veelzijdige inbreng van gewaardeerde partners Naast de initiatiefnemers ISSO, Stichting Groenkeur, OTIB en BTL zijn er vele partijen betrokken bij de realisatie van dit praktijkboek. Zoals de VHG, BDA Dak- en Gevelopleidingen, BDA dakadvies, Sempergreen, Gemeente Rotterdam, VEBIDAK, Nieman, OptigrĂźn, Donkergroen, Koninklijke Ginkelgroep, Zinco, STOWA, IPC Groene Ruimte, de NDA en vele anderen. Aanleiding De waarde van de inzet van daken en gevels in relatie tot de verduurzamingsopgave voor de gebouwde omgeving neemt toe. Niet alleen groene daken, maar ook 'gele', 'blauwe' en 'rode' daken. Vooral de slimme combinatie van functies op het dak en aan de gevel neemt toe. ISSO onderstreept dan ook dat goed ontworpen, gerealiseerde en beheerde multifunctionele daken en gevels waarde creĂŤren voor huidige en toekomstige gebruikers van de gebouwde omgeving. Historie Het Handboek Groene Daken, uitgegeven door BDA Dak- en Gevelopleidingen, is verouderd. Dit geldt ook voor de voormalige SBR-publicaties 'Gevels in 't groen' en 'Daken in 't groen'. De inhoud van deze producten is nog steeds grotendeels relevant, maar deze verdiende bijstelling en aanvulling. ISSO heeft die taak op zich genomen door het samenstellen van dit praktijkboek dat u nu leest. In feite een actualisatie, herziening en bundeling van de oude producten in een nieuwe vorm. Het doel hiervan is tweeledig. Enerzijds het terugbrengen van de hoeveelheid publicaties. En anderzijds de ontsluiting van deze kennis in een overzichtelijk nieuw basiswerk voor de verschillende betrokken doelgroepen en voor gebruik in onderwijs en bijscholing. Deze herziening is omgedoopt tot het Praktijkboek Multifunctionele Groene Daken en Gevels en is zowel online als op papier beschikbaar. Indeling per projectfase en functies Het Praktijkboek Multifunctionele Groene Daken en Gevels kent een modulaire indeling. Deze aanpak past het best bij de diversiteit aan doelgroepen en onderwerpen die het praktijkboek bedient. Deze modules zijn aan de ene kant gedefinieerd door de verschillende doelgroepen per projectfase: beleidsmaker, initiatiefnemer, ontwerper, uitvoerder, onderhouder en beheerder. Daarnaast maakt het praktijkboek onderscheid in de mogelijke functies van het dak. Ook licht het de verschillende kaders toe: juridisch, financieel, veiligheid en arbo. Dit inclusief verwijzingen naar relevante normen en richtlijnen. Kortom, een compleet praktijkboek dat bijzonder geschikt is als praktisch naslagwerk. Uw reactie is altijd welkom Wij wensen u veel plezier bij de realisatie van multifunctionele groene daken en gevels en staan open voor uw commentaar en suggesties. Immers, ook deze versie van het praktijkboek heeft in de nabije toekomst updates nodig. Uw aanbevelingen en technische updates nemen we in de toekomst graag mee!
Praktijkboek
11
Multifunctionele groene daken en gevels
BEGRIPPENLIJST Begroeide daken/begroeid dak (ook wel groene daken) Daken met daarop een dakbegroeiingssysteem. Het dakbegroeiingssysteem is het totaal aan lagen, inclusief begroeiing, dat gecombineerd tot doel heeft om duurzame groei van beplanting op het dak mogelijk te maken. Natuurdaken zijn begroeide daken met als doel om de (lokale) biodiversiteit te behouden, te versterken en/of uit te breiden. Er groeien beplantingen en/of bomen die nestgelegenheid en voedsel bieden aan insecten en/of vogels. Gebruiksdaken (ook wel rode daken of sociale daken) Op gebruiksdaken staat de gebruiksmogelijkheid voor ons als mens centraal. Daarom is op dit dak een extra gebruiksruimte gerealiseerd. Hier kunnen we verblijven, spelen, parkeren en elkaar ontmoeten. In de meeste gevallen met (half)verharde afwerking (tegels, klinkers, vlonders, breuksteen, grind, schelpen, etcetera). Retentiedaken (ook wel blauwe daken) Deze daken hebben als doel om zoveel mogelijk water op te vangen en vast te houden, binnen de (constructieve) mogelijkheden op het dak. Het water op het dak kan (vertraagd) worden afgevoerd, met of zonder behoud van een permanente hoeveelheid water op het dak. Energiedaken (ook wel gele daken) Gele daken wekken duurzame energie op. Binnen energiedaken bestaan er twee belangrijke systemen: het zonnewarmtesysteem en zonnestroomsysteem. Ook vallen daken met windmolens onder het kopje energiedaken. Afschot De helling van de waterdichte laag en de ondergrond, dan wel in de afwerklaag van de dakinrichting, in de richting van de hemelwaterafvoeren. Afvoervertraging Vertragingstijd: verschil in tijd tussen het moment van neerslag op het dak en het moment van afvoer van het dak. Deze vertraging is grotendeels afhankelijk van het type dakafwerking en de daarbij behorende waterretentie. Ballastlaag Laag die bestaat uit één of meerdere lagen materiaal, aangebracht op het dakbedekkingssysteem. Deze laag dient als ballast tegen opwaaien. Ook kan het bijkomende functies hebben zoals bescherming van de waterdichte laag tegen veroudering of esthetische en/of beloopbare afwerking. Beplantingsplan Plan met toe te passen beplantingen, al dan niet met onderscheid in ruimtelijke indeling. Beschermlaag Een beschermlaag is een laag die het dakbedekkingssysteem en/of de wortelwerende laag beschermt tegen mechanische beschadigingen. Nevenfuncties van deze laag kunnen zijn (afhankelijk van het type materiaal): scheidingslaag, glijlaag en waterbuffering. Deze laag is integraal (als onderdeel van) uitvoerbaar binnen één systeem (product). Samen kan dit één of meerdere van de volgende functies vervullen: beschermlaag, scheidingslaag, drainagelaag en/of filterlaag. Bewateringssysteem Systeem dat gericht is op het kunstmatig water geven aan beplanting door bevloeiing of besproeiing. Bitumen (gemodificeerd, gewapende dakbaan) Bitumen is een viskeus vloeibaar mengsel dat voorkomt in ruwe aardolie. Gemodificeerd bitumen is een met polymeren gemengd bitumen. Gewapende dakbanen bestaan uit een drager gedrenkt in en bedekt met (gemodificeerd) bitumen. Constructieve dakvloer (onderconstructie) Het deel van het dak dat als functie heeft om als constructief element, conform de Nederlandse norm uit de NEN 6700-serie, zowel permanente als veranderlijke belastingen over te dragen op de rest van de gebouwconstructies. Deze kunnen bestaan uit: Betonconstructie; Houtconstructie; Metaalconstructie (vaak staal).
Praktijkboek
13
Multifunctionele groene daken en gevels
Contractvorm Een contractvorm bepaalt de juridische vastlegging van de contractuele afspraken die deelnemers maken. De bouworganisatievorm beschrijft de verdeling van de taken over de verschillende deelnemers aan het bouwproces. In de praktijk gebruikt men voor de contractvorm ook dezelfde naam als voor de bouworganisatievorm. Dak Constructie met een hoek van maximaal 75°. Deze bestaat uit de onderconstructie en alle zich daarop bevindende lagen. Inclusief het oppervlak dat is blootgesteld aan de weerselementen en de noodzakelijke details. Dakbedekker Persoon die of bedrijf dat de feitelijke uitvoering dakbedekkingsconstructie uitvoert. Dakbedekkingsconstructie Verzamelnaam voor alle onderdelen van de dakconstructie boven de constructieve dakvloer: Dampremmende laag; Thermische isolatie; Dakbedekkingssysteem; Ballast/afwerklaag (inclusief, maar niet beperkt tot begroeide daken). Dakbedekkingsmateriaal Elk materiaal dat een onderdeel vormt van de waterdichte laag in het dakbedekkingssysteem. Dakbedekkingssysteem (gesloten) Een dakbedekkingssysteem is samengesteld uit alle dakbedekkingsmaterialen, onderdelen en hulpstukken die nodig zijn om een waterdichte afwerking te realiseren van een dak, inclusief de noodzakelijke details. Bij voorkeur moet het dakbedekkingssysteem bij toepassing van begroeide daken altijd wortelwerend zijn. Dakbegroeiing (of begroeid dak) Daken met daarop een dakbegroeiingssysteem, al dan niet in combinatie met dakbestrating, zonne-energiesystemen of overige functies. Dakbegroeiingssysteem Verzamelnaam voor het totaal van lagen, inclusief begroeiing, dat gecombineerd tot doel heeft om duurzame groei van beplanting op het dak mogelijk te maken. Tot de omschrijving van het dakbegroeiingssysteem behoort de benoeming van de toegepaste lagen, inclusief laagdiktes en materiaal, de omschrijving van het afvoersysteem, (principe)detailleringen en het beplantingsplan. Het dakbegroeiingssysteem kan bestaan uit een scheidingslaag, wortelwerende laag, beschermlaag, drainagelaag, filterlaag, substraatlaag en begroeiing. Verschillende functies zijn te combineren tot één laag. Dakbestrating Daken met daarop een dakbestratingssysteem, al dan niet gecombineerd met begroeiingen, zonne-energiesystemen of overige functies. Verzamelnaam voor daken uitgevoerd met (half)verharde oppervlaktes voor intensieve begaanbaarheid door de eindgebruiker (anders dan onderhoud). Ook gebruikt men hiervoor soms de termen parkeerdak, terrasdak of begaanbaar dak. Dakbestratingssysteem Verzamelnaam voor het totaal aan lagen, inclusief verhard oppervlak, dat gecombineerd tot doel heeft om intensieve begaanbaarheid en gebruik door de eindgebruiker mogelijk te maken. Verharde oppervlaktes zijn onder andere tegels, klinkers, vlonders, en overige (half-)verhardingen. Gebruik kan bestaan uit personen-, fiets-, auto- of vrachtverkeer. Het dakbestratingssysteem kan bestaan uit een scheidingslaag, wortelwerende laag, beschermlaag, drainagelaag, filterlaag, funderingslaag, straatlaag en verharding. Verschillende functies zijn te combineren tot één laag. Een dakbestratingssysteem kan ook bestaan uit (verstelbare) draagelementen. Hierop zijn daarvoor geschikte verhardingselementen 'zwevend' geplaatst. Dakconstructie Verzamelnaam voor de onderdelen die samen het dak vormen, onder andere: Constructieve dakvloer (onderconstructie); Dakbedekkingsconstructie. Dakhovenier Persoon die of bedrijf dat de feitelijke dakbegroeiing uitvoert, al dan niet in combinatie met overige dakinrichtingen. Dakinrichting Alle functionele inrichtingselementen van de dakoppervlakte, niet behorende bij de dakconstructie, geplaatst op de dakbedekkingsconstructie.
Praktijkboek
14
Multifunctionele groene daken en gevels
Dampremmende laag Laag die wordt toegepast in een warm dak onder de thermische isolatie. Het doel is het transport van waterdamp naar de bovenliggende thermische isolatie evenals het beperken van het dakbedekkingssysteem. Drainagelaag De drainagelaag neemt, op grond van het volume aan holle ruimten, water op en voert overtollig water af naar de dakafvoeren. Als het hiervoor is ontworpen, heeft de drainagelaag een water bufferend vermogen. Tevens kan de drainagelaag de doorwortelbare ruimte vergroten, afhankelijk van het gebruikte materiaal. Deze laag is uitvoerbaar met diverse kunststoffen of natuurlijke (minerale) materialen. Deze laag is integraal (als onderdeel van) uitvoerbaar binnen één systeem (product), dat samen één of meerdere van de volgende functies kan vervullen: beschermlaag, scheidingslaag, drainagelaag en/of filterlaag. EPDM-dakbaan Synthetisch rubber op basis van ethyleen propyleen dat kan fungeren als dakbedekking voor begroeide daken. Dit wordt vaak geleverd als eenzijdig met bitumen gecacheerde EPDM-dakbanen, met een drager van glaslegsel. In afnemende mate zijn ook tot één stuk gevulkaniseerde prefab membranen leverbaar. De afnemende vraag in gebruik komt door gevoeligheid voor beschadigingen. Erosie Proces van slijtage van een vast oppervlak door neerslag of wind waarbij materiaal wordt verplaatst of geheel van het dak verdwijnt. Extensief begroeid dak Verzamelnaam voor sedum-, mos-, gras- en kruidendaken. De dikte van de begroeide dakopbouw bedraagt hierbij maximaal 150 mm en de hoogte van de begroeiing maximaal 500 mm. Het betreft een begroeiing die zich ontwikkelt tot een min of meer ecologisch stabiele plantengemeenschap. Zichzelf in stand houdend met een minimum aan onderhoud. Ook wel vegetatiedak of dakbegroeiing genoemd. Filterlaag De filterlaag voorkomt dat fijnere deeltjes uit de substraatlaag in de drainagelaag terechtkomen en het waterdoorlatend vermogen van de drainagelaag negatief beïnvloeden. Deze laag is integraal (als onderdeel van) uitvoerbaar binnen één systeem (product). Deze kan één of meerdere van de volgende functies vervullen: beschermlaag, scheidingslaag, drainagelaag en/of filterlaag. Funderingslaag (ook wel dragende laag genoemd) Bij gebruiksdaken die berijdbaar zijn voor auto's of vrachtverkeer (verkeer vanaf belastingklasse 2) is het in de meeste gevallen noodzakelijk om onder de straatlaag een funderingslaag aan te brengen. Dit is afhankelijk van het type deklaag. De funderingslaag waarborgt het draagvermogen van de straatlaag en verdeelt de daaruit afkomstige belasting naar de ondergrond. De funderingslaag bestaat uit ongebonden gebroken materiaal in de gradaties 2/22 tot en met 2/40. Deze laag moet worden verdicht op een daarvoor geschikte manier (zoals walsen of, als dit mogelijk is, trillen). Gevelbekleding Alle functionele elementen aan de geveloppervlakte, bevestigd aan of onderdeel van de gevelconstructie. Glijlaag Een glijlaag bestaat vaak uit twee lagen kunststoffolie. Deze verhindert ongewenst kleefgedrag van verschillende materialen en/of reduceert de wrijvingsweerstand tussen twee lagen. Deze laag is integraal (als onderdeel van) uit te voeren binnen één systeem (product). Samen vervullen die één of meerdere functies: beschermlaag, scheidingslaag, drainagelaag en/of filterlaag. Intensief begroeid dak Verzamelnaam voor begroeid dak met een opbouwhoogte van meer dan 150 mm dikte. De begroeiing kenmerk zich door struiken en bomen eventueel in combinatie met gazon en/of bodembedekkers. Een begroeiing met de noodzaak (uitgebreid) onderhoud te plegen voor de instandhouding van de beplanting. Denk aan water geven, snoeien, bemesten, onkruid verwijderen, enzovoorts. Vergelijkbaar met regulier tuinonderhoud. Ook wel daktuin of tuindak genoemd. Koud dak Een dak waarbij tussen de thermische isolatie en de waterkerende laag op de onderconstructie in principe buitencondities heersen. Dit komt omdat de toegepaste spouw met buitenlucht wordt geventileerd.
Praktijkboek
15
Multifunctionele groene daken en gevels
Koudebrug Het kleine gedeelte van een constructie dat een belangrijk lagere warmteweerstand heeft dan het grootste gedeelte van die constructie. Een betere aanduiding is: thermische brug. Nutriënten Voedingsstoffen voor beplantingen die men in korrelvorm kan uitstrooien over het dak of als vloeistof kan toevoegen aan het bewateringssysteem. Omgekeerd dak Een bijzondere vorm van een warm dak, met het verschil dat de thermische isolatie zich boven op de waterkerende laag bevindt. Ongeïsoleerd dak Dak zonder toepassing van thermische isolatie. De waterkerende laag bevindt zich rechtstreeks op de onderconstructie. Onder en boven het dak heersen in principe buitencondities. Scheidingslaag De scheidingslaag scheidt materialen die elkaar chemisch niet verdragen. Deze laag bestaat meestal uit een geotextiel of folie. Deze laag is integraal (als onderdeel van) uit te voeren binnen één systeem (product). Samen kunnen deze één of meerdere van de volgende functies vervullen: beschermlaag, scheidingslaag, drainagelaag en/of filterlaag. Scheuten Een scheut van een plant is een nieuwe stengel met bladeren of bladeren en bloemen, gevormd door het uitlopen van een knop. Sedumscheuten worden gebruikt voor het beplanten van extensief begroeide daken. Ook wel sprossen of stekken genoemd. Substraatlaag Een substraat is een (kunstmatig) samengesteld groeimedium met een dikte voor organismen en in het bijzonder voor planten. Deze bodem levert voedingsstoffen voor de organismen die erin of erop leven. Straatlaag Een straatlaag kan bestaan uit zand, split of andere natuurlijke gesteenten (lava) in verschillende korrelgradaties. Aangebracht met als functie om de bestrating vlak en eventueel onder afschot te kunnen aanbrengen (gevleide ondergrond). Deze laag compenseert maattoleranties van bijvoorbeeld straatstenen, (beton)tegels, overige elementenverhardingen en oneffenheden in de onderliggende drainage- en/of funderingslaag. Ook wel bedding, cunetlaag of egalisatielaag genoemd. Thermische isolatie Een materiaal dat een hoge weerstand tegen warmtegeleiding biedt. Een product voor energiebesparing met een R-waarde ≥ 0,25 m2K/W (λ-waarde ≤ 0,06 W/mK). Het moet een aanmerkelijke bijdrage leveren aan de warmteweerstand van het dak. Voorgekweekte vegetatiemat Kant-en-klare beplanting geschikt voor kweek, transport, aanleggen en het direct verkrijgen van het gewenste eindresultaat. Deze bestaat uit een dragende laag (mat van bijvoorbeeld jute, kokos of polyamidevlechtmat), een dunne laag (1-2 cm) substraat en beplanting (meestal sedums, al dan niet gecombineerd met diverse grassen en kruiden). Vegetatievrije zone Strook (zone) tussen het vegetatieoppervlak en onderbrekingen in het dakbedekkingssysteem, waar minimaal de begroeiing is weggelaten. Deze strook is uitvoerbaar met tegels, grind of geheel vrijgehouden. Verankering Hulpmiddel voor de stabiliteit van op het dak aan te brengen inrichtingselementen en/of hoge beplantingen/bomen. Verharding De bovenste afwerklaag van voetpaden, terrassen en rijbanen. Deze bestaat uit bijvoorbeeld tegels, vlonders, klinkers, grasstenen, gietasfalt of beton. Ook wel bestrating of deklaag genoemd. Warm dak Een dak waarbij er tussen de onderconstructie, thermische isolatie en het dakbedekkingssysteem geen spouw is en de isolatie is aangebracht aan de buitenzijde van de onderconstructie. Warmteweerstand De weerstand van een constructie tegen warmte(doorgang).
Praktijkboek
16
Multifunctionele groene daken en gevels
Waterretentie Samenspel van watervasthoudend vermogen en de vertraging van de afvoer van de neerslag op het dak. Windbelasting Onder te verdelen in winderosie en weerstand tegen wegwaaien van de constructie. Weerstand tegen wegwaaien van de constructie verdelen we vervolgens weer onder in weerstand van de daktuinopbouw en weerstand van de dakbedekkingsconstructie als geheel. Dit is vooral bij warme daken en omkeerdaken van belang. Wortelwerend dakbedekkingssysteem Een dakbedekkingssysteem waarvan de toplaag inclusief de overlapverbindingen en de verwerking daarvan duurzaam bestand zijn tegen het binnen- of doordringen van plantenwortels, conform NEN-EN 13948. Wortelwerende laag De wortelwerende laag moet beschadiging aan het dakbedekkingssysteem door binnen- of doordringende plantenwortels duurzaam tegengaan. Alleen van toepassing als het dakbedekkingssysteem zelf niet wortelwerend is uitgevoerd.
Praktijkboek
17
Multifunctionele groene daken en gevels
LEESWIJZER Het proces van het maken van een begroeid (multifunctioneel) dak of een begroeide gevel kent in verschillende fases uiteenlopende belanghebbenden. Hun rol verandert tijdens dit proces; van actief en betrokken naar passief en controlerend. Momenteel worden multifunctionele invullingen van daken vaker toegepast dan bij gevels. Om deze reden komt het multifunctionele aspect bij daken meer aan bod in dit praktijkboek terwijl bij gevels het zwaartepunt op de begroeide variant ligt. Dit praktijkboek houdt een eenvoudige, globale projectfasering aan, met vermelding van de belangrijkste belanghebbenden (actoren). Deze fasering en actoren zijn de leidraad voor de hoofdstukindeling van deze publicatie. Projectfasering
Initiatief + Beleid
Ontwerp + uitwerking
Werkvoorbereiding + Uitvoering
Beheer + gebruik
Beleid (overheid)
Beleid (eigenaren)
Levenscyclus daken en gevels
Ontwerp + advies
Actoren
Technisch adviseur
Dakdekker + installateur
Groen voorziener
Beheerder
Bouwkundig aannemer (nieuwbouw)
Gebruiker + omgeving (Projectafhankelijk)
Afb. Projectfasering en actoren Projectfase: Initiatief en beleid In de eerste fase van het initiatief en beleid spelen voornamelijk overheden, vastgoedeigenaren, projectontwikkelaars, ontwerpers en adviseurs een actieve rol. Het bovenstaande schema maakt onderscheid tussen het door de overheid gevoerde beleid en het beleid van de pandeigenaar. Deze actoren hebben verschillende schaalniveaus ĂŠn vaak een ander projectbelang. Naast de beleidsmakers kunnen ook toekomstige gebruikers of de omgeving in deze fase een belangrijke rol spelen. Bottom-up initiatieven komen steeds vaker voor. Er zijn inmiddels veel voorbeelden van de omgeving of gebruikers van het pand die het initiatief namen. Tijdens de initiatieffase schakelt men veelal een architect of ontwerper in. Deze zet de ambities en wensen van de initiatiefnemers om in een concreet en haalbaar idee. Afhankelijk van de bouworganisatievorm is daarbij ook al een (dak)aannemer te betrekken. Hoofdstuk 2 gaat inhoudelijk dieper in op beleid en initiatief.
Praktijkboek
19
Multifunctionele groene daken en gevels
Ontwerp en uitwerking De ontwerpfase werkt wensen en schetsideeën stapsgewijs uit tot een definitief ontwerp. Bij het vorderen van het ontwerp, neemt het belang van technische aspecten toe. Dit is belangrijk voor de borging van de haalbaarheid van dat ontwerp. In de ontwerpfase maakt men daarom in veel gevallen gebruik van specifieke kennis van adviseurs. Variërend van constructeurs, dakbedekkingsspecialisten en installatiespecialisten tot en met begroeiingsspecialisten. Bij nieuwbouw speelt uiteraard ook de bouwkundig aannemer een belangrijke rol. In het definitieve ontwerp staan de nodige (principe)detailleringen, gevolgd door de fase waarin de technische uitwerking plaatsvindt. In veel gevallen komt die technische uitwerking compleet bij marktpartijen te liggen ná de uitvraag, afhankelijk van de bouworganisatievorm. De uitwerking is in dat geval een onderdeel van de projectwerkvoorbereiding. De hoofdstukken 4 en 5 gaan inhoudelijk dieper in op ontwerp en uitwerking. Werkvoorbereiding en -uitvoering De werkvoorbereiding is een uitermate belangrijke activiteit voor het technische succes van een project. In deze fase zijn op voorhand veel bouwfouten te voorkomen. Uitvoerende marktpartijen hierbij nauw betrekken maakt hen, tot op zekere hoogte, ook medeverantwoordelijk voor het werk. Gedurende de werkvoorbereiding verandert de rol van de architect of ontwerper van een actief betrokken rol naar een meer observerende en controlerende rol. In de uitvoeringsfase werken alle uitvoerende partijen intensief samen. In deze fase is het van belang dat alle partijen hun werk correct aan elkaar overdragen. Uiteindelijk volgt de oplevering van het voltooide project aan de opdrachtgever, gereed voor de gebruiks- en beheerfase. Hoofdstuk 5 gaat inhoudelijk dieper in op de werkvoorbereiding en -uitvoering. Beheer en gebruik De verantwoordelijkheid voor het dakbeheer kan bij verschillende partijen liggen. Denk aan het afsluiten van een onderhoudscontract met een dakhovenier. Echter, ook is de verantwoordelijkheid (gedeeltelijk) neer te leggen bij de vastgoedeigenaar, de gebruiker of zelfs omwonenden. Dit kan een manier zijn om de onderhoudskosten te drukken en om projectbetrokkenheid te ontwikkelen. Wel brengt het een risico met zich mee van onjuist onderhoud. Aan het eind van de levensduur van het dak moet er grootschalig, renoverend onderhoud plaatsvinden. In meer of mindere mate begint dan het hele proces opnieuw. Een goed moment om eventueel wensen en behoeften te heroverwegen. Hoofdstuk 6 gaat inhoudelijk dieper in op het beheer en gebruik.
Praktijkboek
20
Multifunctionele groene daken en gevels
1
ALGEMENE INTRODUCTIE
De laatste jaren groeit het besef dat daken en gevels op verschillende manieren een bijdrage kunnen leveren aan comfort, duurzaamheidsdoelstellingen, gezondheid en veiligheid in de bebouwde leefomgeving. De branche spreekt over 'multifunctionele daken' en 'multifunctionele gevels'. Daken en gevels die nieuwe dimensies toevoegen aan een gebouw en de omgeving. Waterdichtheid, goede isolatie en diverse andere 'normaal' voorkomende bouwkundige aspecten zijn dan op zichzelf niet allesbepalend, maar vormen de basisvoorwaarden waarop betrokkenen verder bouwen. Het belang van basisvoorwaarden Daarmee zijn die basisvoorwaarden overigens niet minder belangrijk. Integendeel, hoe meer er op of aan een constructie gebeurt, des te belangrijker is een goede ondergrond om op te werken. Investeren in het creëren van multifunctionaliteit bij een bouwkundige constructie is alleen verstandig, als de kwaliteit van de ondergrond waarop gewerkt wordt voldoende is. Men moet dus differentiëren op constructies die geschikt zijn voor enkelvoudig gebruik, en constructies geschikt voor meervoudig gebruik. 1.1
SCOPE VAN DIT PRAKTIJKBOEK: FOCUS OP BEGROEIDE DAKEN EN GEVELS, MET GECOMBINEERDE FUNCTIES Deze publicatie richt zich voornamelijk op begroeide daken en gevels, in combinatie met de functies gebruik, waterberging en energieopwekking. Functies die in de praktijk steeds vaker voorkomen. Betrokken professionals hebben kennis ván en inzicht ín nodig van onder meer beplantingen, watermanagement, bouwtechniek en dakafdichtingen. De vertaalslag van theorie naar praktijk vergt tijd en aandacht. Men moet weten welke aspecten cruciaal zijn voor een succesvol project. De doelstelling van deze publicatie is dan ook het beheersen en, waar mogelijk, verhogen van de kwaliteit van processen en projecten. Deze publicatie is inzetbaar als een praktijkgericht boek voor elke fase in het ontwikkelingsproces. Om dit te bereiken, is voor elke partij in 'de bouwketen' stap-voor-stap uitgewerkt wat er moet gebeuren, waar men rekening mee moet houden plus de bijbehorende aandachtspunten. Van initiatieffase en ontwerp tot en met uitvoering, oplevering en beheer. Presentatie van juiste werkwijze Met deze publicatie wordt een juiste werkwijze geboden aan overheden, opdrachtgevers, projectontwikkelaars, (landschaps)architecten, bouwbedrijven, installateurs, dakbedekkingsbedrijven, leveranciers en hoveniers.
Afb. 1.1 Trudo toren, Eindhoven (in aanbouw) Opdrachtgever: Woningcorporatie Sint Trudo, Bouwbedrijf: Stam+De Koning Bouw B.V., Groenaannemer: Du Pré Groenprojecten
Praktijkboek
21
Multifunctionele groene daken en gevels
Opleidingsmogelijkheden en certificering Het aanleggen van multifunctionele daken en gevels is een vak apart. Dit vraagt extra competenties van de betrokkenen om de aanleg en het onderhoud goed uit te kunnen voeren. Het werken op hoogte en op een kwetsbare ondergrond maken de uitvoering complexer. Met de doorontwikkeling van het vakgebied en toename van het volume aan begroeide gebouwen zijn de vakspecialismen in de bedrijven ook doorgegroeid. In 2020 krijgen de opleidingen, met het verschijnen van het vernieuwde praktijkboek, een algehele vernieuwing. Tevens wordt het onderhouden van actuele kennis en het bijhouden van ervaring steviger verankerd in combinatie met de geldigheid van de behaalde kwalificatie. Het register met vakbekwame personen is in te zien op www.groenkeur.nl. Voor het samenstellen van de vernieuwde opleidingen zijn eerst de verschillende fases in een bouwproject bepaald. Daar zijn hoofdtaken bij geformuleerd en die zijn weer verdeeld in noodzakelijke competenties en deeltaken. Op basis hiervan is de inhoudsopgave van het voorliggende praktijkboek geschreven. Daarmee vormt het praktijkboek één geheel met de opleidingen. Voor het groene vakdeel zijn in eerste instantie drie te behalen kwalificaties voorzien onder beheer bij Stichting Groenkeur: Voorman/uitvoerder; Medewerker aanleg; Medewerker onderhoud. Naar verwachting komen er ook deelmodules beschikbaar in de technische opleidingen rondom zonne-energie, bestrating en dakdekkers. Voor de ontwerp-, initiatie- en voorbereidingsfase komen er masterclasses en aparte bijeenkomsten om medewerkers te inspireren, bij te praten en ervaringen uit te wisselen. Hierin is een combinatie mogelijk met de uitgave 'Het levende gebouw' van de VHG. Dit is vooral een inspiratieboek, waar het praktijkboek vooral over het 'hoe' gaat. Meer en actuele informatie over de opleidingen en certificering is beschikbaar via www.groenkeur.nl. 1.2 HISTORISCHE ACHTERGROND Begroeide daken en gevels bestaan al zolang mensen eigen onderkomens bouwen, denk aan de historische plaggenhut. Ook in Zweden en Noorwegen bouwden de Vikingen al grotachtige constructies overgroeid door planten en gras. De laag met planten beschermde tegen de elementen en zorgde ook voor isolatie in de wintermaanden. Deze voorbeelden zijn het bewijs dat levend materiaal een al eeuwen functioneel onderdeel van een bouwwerk kan vormen. De oudst bekende daken met aangelegde tuinen zijn misschien wel de hangende tuinen van Babylon, waar het dak ook al als gebruiksdak fungeerde. Maar ook in onze tijd bestaan er tuindaken die inmiddels geruime tijd uitstekend functioneren. Fraaie voorbeelden van ruim honderd jaar oud vindt men onder andere in Londen en Sint-Petersburg. Toepassing van deze tuindaken was destijds vooral bedoeld om de saaie platte dakvlakken te verfraaien en de op een bovenverdieping zo gemiste tuin hogerop te brengen.
Afb. 1.2 Voorbeeld van een plaggenhut
Praktijkboek
22
Multifunctionele groene daken en gevels
Ralph Hancock (1893 -1950) was in de jaren '30 van de vorige eeuw een pionier in het ontwerpen van daktuinen. Zijn meest bekende voorbeelden waren de daktuinen van het Rockefeller Center in New York en de Kensington Roof Gardens (voorheen Derry en Toms Roof Gardens) in Londen. Deze daktuin in Londen was destijds de grootste van Europa met een oppervlakte van circa 6.000 m2. Ook later in de 20ste eeuw ontstonden er binnen de architectuur bewegingen waarbij de natuur en het landschap werden betrokken in en op het gebouw. Ambassadeurs van deze beweging zijn onder andere Hundertwasser en Le Corbusier. Le Corbusier (1887- 1965) wordt veelal dĂŠ architect van de 20ste eeuw genoemd. In zijn tijd heeft hij een grote bijdrage geleverd aan 'Het Nieuwe Bouwen'. Dit bestond uit vijf kernpunten: 1. De palen. Het gebouw moet op zuilen vrij van de grond staan; 2. De daktuin. De daken moeten als daktuin worden ingericht; 3. Het flexibele ontwerp. Dankzij de skeletbouw is ieder niveau vrij in te richten; 4. De vrije gevel. De gevels zijn geen dragende muren; 5. De lengte van het venster. Toepassing van langwerpige panoramaramen. Le Corbusier wordt in de literatuur over begroeide daken vooral genoemd als de grondlegger of het meesterbrein van de moderne beweging. Hij liet zien dat het platte dak een gebruiksruimte kon zijn. Hij plaatste aarde van de bouwplek op het dak waarbij hij ervan uit ging dat er spontane groei zou ontstaan. Dit principe van hergebruik van aanwezig grond is minder succesvol gebleken. Tegenwoordig werkt men met andere materialen, al bouwt het principe van bruine daken in Londen wel op het idee van Le Corbusier voort. Friedensreich Hundertwasser (1928 - 2000) was een voorvechter voor een mens- en milieuvriendelijke bouwwijze. Hij was van mening dat rechte lijnen voortkwamen uit de angst van de architect om af te wijken van het gangbare en dat deze resulteerden in niet-leefbare ruimtes. In zijn ontwerpen groeien vaak planten, en zelfs bomen, uit de gevel en het dak. Hij wilde de gebruikers het recht geven om het deel van de gevel, waar zij zelf via het raam bij konden, naar eigen wens in te richten en te veranderen. Het gebruik van bomen op balkons als lucht- en lichtfilter was een innovatie voor die tijd.
Afb. 1.3 Hundertwasser, Valkenburg Gedeelde visie op integratie van natuur Hoewel de denkwijzen van beide architecten in bepaalde opzichten haaks ten opzichte van elkaar stonden, deelden ze beiden de visie op integratie van natuur in hun ontwerpen. Waar Le Corbusier zich daarin beperkte tot het dak, integreerde Hundertwasser beplantingen ook in de gevel. Voorbeelden uit de geschiedenis Evenals begroeide daken bestaan begroeide gevels al heel lang. Voor zover bekend, werden voor het eerst in het oude Egypte klimplanten geplant langs muren. Zij gebruikten daarvoor onder meer de druif, die ze geleidden op houten constructies. Op deze manier kregen de planten meer licht en gaven ze daardoor meer vruchten. Verder lieten de Egyptenaren de klimop al op en rond huizen en tempels groeien. Ze wijdden deze plant zelfs aan de god Osiris. Ook in het oude Griekenland werden druiven en andere klimplanten, in het bijzonder de klimop, aangeplant. Hier werd de klimop het symbool van de Griekse wijngod Dionysos. Eigenaardig genoeg werd deze god dus niet gesymboliseerd
Praktijkboek
23
Multifunctionele groene daken en gevels
met wijnranken, maar met klimopbladeren. De Romeinen namen het gebruik van klimplanten over en ontwikkelden dit verder. Zij hebben deze klimplanten als eersten uitgebreid en gedetailleerd beschreven. Slangenmuur Ook de slangenmuur is een door de geschiedenis heen veelgebruikte methode van gevelbegroeiing. Een slangenmuur is een slingerende muur met een constante dikte. De bochten in de muur hebben een uniek microklimaat waardoor windgevoelige planten tegen de gevel konden groeien. Nieuwe systemen Innovatie bij gevels stond lang stil bij het functionele gebruik van klimplanten en leifruit. In de afgelopen decennia kwam hier verandering in. We bedenken steeds meer systemen waardoor ook vaste planten op de gevel kunnen groeien. Hedendaagse pioniers binnen de geveltuinen zijn onder andere de Franse Patrick Blanc en de Amerikaanse Pat McWinney. Zij hebben de grondslag gelegd voor de verticale tuinsystemen zoals we deze nu kennen. Huidige dak- en gevelbegroeiingstechnieken De basis van de huidige dak- en gevelbegroeiingstechnieken vindt zijn oorsprong in Duitsland. Hier zijn medio jaren '70 van de vorige eeuw de eerste richtlijnen opgesteld door het onderzoeksinstituut FLL (Forschunsgesellschaft Landschaftsentwicklung Landschaftsbau). Er zijn sindsdien veel onderzoeken gedaan naar de voor- en nadelen en naar de technische (on)mogelijkheden. Van veel van deze onderzoeken zijn gepubliceerd, elk gericht op één of meerdere van deze aspecten van begroeide daken. Deze publicaties vormen uitstekende naslagwerken voor de onderbouwing van keuzes die men maakt en gebruikte argumenten. Een overzicht van een aantal van deze publicaties staat vermeld in de bijgevoegde literatuurlijst. 1.3 MODERNE OPGAVEN In de opgave die ontstaat door de stedelijke verdichting en de klimaatopgave, komt er de laatste jaren steeds meer de behoefte om meerdere functies aan een dak of gevel te verbinden. Door het combineren van functies wordt de ruimte optimaal benut. Ook kan men invulling geven aan de verduurzaming van de bebouwde omgeving. Het toepassen van groene, multifunctionele daken en gevels past volledig in de ambities van circulair en klimaatadaptief bouwen mits deze met juiste en verantwoorde materialen zijn opgebouwd. 1.3.1 Circulaire bouw In ons land gebruikt men grote hoeveelheden grondstoffen om te bouwen. Bij de grondstofwinning en productie van bouwmaterialen benutten we veelal fossiele energiebronnen. Dit leidt tot milieubelasting en klimaatverandering. De productie van bouwmaterialen veroorzaakt een significant deel van de milieubelasting van een bouwwerk. Ambities In de Bouwagenda en de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie staat de ambitie om de CO2-uitstoot in de bouw in 2030 te hebben gehalveerd en in 2050 te hebben gereduceerd tot nul. Het betreft de CO2-uitstoot tijdens de complete levenscyclus van bouwwerken. Dus vanaf de winning van grondstoffen tot en met de afvalverwerking. De overheid en marktpartijen streven samen naar een circulaire bouw in 2050. Daarnaast wordt duurzaam materiaalgebruik steeds belangrijker door wetgeving, de ambitie van bedrijven om te verduurzamen, en een groeiende groep opdrachtgevers die hier om vraagt. Platform CB'23 Platform CB'23 heeft enkele leidraden opgesteld voor circulair bouwen met een actieteam uit de complete bouwsector. In combinatie met Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf, NEN, De Bouwcampus en de Regieraad zal Platform CB'23 deze eerste werkafspraken toetsen en verder uitwerken. Grote rol bouwsector De bouwsector speelt een grote rol in de transitie naar circulair bouwen. Voor deze belangrijke maatschappelijke opgave zijn veel (inter-)nationale ketenpartners nodig. Onder andere slopers, toeleverende industrie, bouwgroothandel, vastgoedbeleggers, architecten, (overheids)opdrachtgevers en de (ontwikkelende) bouw. Ketenpartners hebben allen een andere rol. Bouwbedrijven kunnen vanuit hun rol in de keten primair grondstofgebruik verder reduceren en duurzamer materiaal gebruiken. Dit kan door middel van de volgende ontwerp- en materiaalkeuzes: Vooraf beoordelen of transformatie mogelijk is in plaats van nieuwbouw; Minder materiaal gebruiken; Benutten van beschikbare materialen; Gebruiken van hernieuwbare materialen; Minimaliseren van de milieu-impact; Verlengen van de gebruiksduur; Mogelijk maken van een volgende gebruikscyclus.
Praktijkboek
24
Multifunctionele groene daken en gevels
Het Handvat duurzaam materiaalgebruik voor bouw- en infrabedrijven biedt praktische informatie over en tips voor duurzaam materiaalgebruik voor bouw- en infrabedrijven. Het beschrijft hoe duurzaam materiaalgebruik is opgenomen in wetgeving en bouwopdrachten: Per januari 2018 geldt een wettelijke grenswaarde aan de berekening van de milieubelasting van de materialen (MPG) van nieuwe woningen en kantoren; Bij opdrachtgevers neemt de vraag naar duurzaam materiaalgebruik in aanbestedingen toe, vooral in de zakelijke markt en grotere GWW-werken. Zie Duurzaam materiaalgebruik in bouwopdrachten. Ook benoemt het de kansen voor duurzaam materiaalgebruik per bouwfase: Ontwerpfase: invalshoeken van circulair ontwerpen zijn materiaalarm, adaptief en modulair ontwerpen. De materiaalkeuze en het ontwerp optimaliseren op de minste milieubelasting; Bouw- en onderhoudsfase: bewust en efficiënt omgaan met bouwmaterialen; Gehele bouwproces: inzetten van duurzame varianten van bouwmaterialen. Stikstof De laatste tijd komt de uitstoot van stikstof steeds vaker in het nieuws. Veel bouwprojecten zijn in Nederland stil komen te liggen doordat er veel te veel stikstof neerdaalt op de natuurgebieden. Begroeide daken en gevels nemen stikstof en CO2 uit de lucht op waardoor deze bij kunnen dragen aan het tegengaan van deze problematiek. 1.3.2 Klimaatadaptatie Klimaatadaptatie is het aanpassen van onze leefomgeving aan de effecten van het veranderend klimaat. Het gaat om wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen. Dit is een opgave die voor iedereen in Nederland relevant is; van Rijksoverheid tot gemeente en waterschap, van woningbouwvereniging tot particulier huisbezitter en van bouwbedrijf tot groenvoorziener. Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie is een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. Het Deltaplan versnelt en intensiveert de aanpak van deze problematiek. Het Deltaplan is opgebouwd volgens 7 ambities.
Afb. 1.4 De 7 ambities van het Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie
Praktijkboek
25
Multifunctionele groene daken en gevels