3 minute read

De stille kracht van Joyce Bloem

Tour de Waal en de herinnering aan kunstenares Joyce Bloem worden gekoesterd. Want zonder Joyce was Tour de Waal nooit geworden wat het nu is. Een cultureel topevenement dat mensen van alle leeftijden en achtergronden samenbrengt. Dochter Dewi bereidt een expositie voor over haar moeder, die tijdens Tour de Waal in Tiel te bezichtigen is.

Advertisement

Joyce Margaret Bloem, zoals haar volledige naam luidt, was als kunstenares all-round; ze maakte beeldhouwwerken, keramiek, grafisch werk, schilderijen en gedichten. Ze werd in 1951 in Heerlen geboren en overleed in het Betuwse Tuil in 2017. Joyce was de zus van de schrijfster Marion Bloem, beiden dochters van Indisch-Nederlandse ouders. Joyce studeerde beeldende vorming en keramiek. Zij gaf les aan de Hogeschool van de kunsten in Tilburg waar zij zelf ook haar opleiding had genoten. Ook zat Joyce in de kunstcommissie van de gemeente Maasdriel en in het bestuur van de Stichting Beeldende Kunst Gelderland.

Tour de Waal valt onder een stichting met de naam Beeld van Oranje Linten (BOL), een waanzinnig idee van Joyce uit 2014. Wat zij wilde, was het verbinden van de beide oevers van de Waal waardoor bezet Noord-Nederland en het bevrijde Zuiden symbolisch verenigd werden. Hiertoe had zij bedacht dat op 5 mei het scheepvaartverkeer op de Waal werd stilgelegd om met behulp van oranje linten de verbinding over het water tot stand te brengen. Dit werd de aanzet tot wat nu bekend staat als Tour de Waal, het jaarlijkse bevrijdingsfeest op 5 mei en de gelijknamige fietstochten.

Joyce Bloem was de grote inspirator voor de organisatie en de vele vrijwilligers van Tour de Waal. Voor deze Vrijheidskrant haalt Dewi van den Heuvel, dochter van Joyce herinneringen op aan haar moeder.

‘Mijn moeder was impulsief en tegelijkertijd doordacht, ze kon ook heel subtiel zijn, gevoelig. Maar alles wat ze ondernam deed ze heel enthousiast. Het was echt een extraverte vrouw die graag naar de mensen toeging om samen dingen te ondernemen. En als ze wist wat ze wilde, dan deed ze dat voor 200%. Als ze in haar atelier aan het werk was en ik vriendinnen op bezoek had dan trokken die altijd naar haar toe. Later ging ze ook lesgeven. Dan wist ze als geen ander de kinderen en later ook de studenten te inspireren.’

‘Mijn vader, Nico van den Heuvel, werkte ook graag samen met Joyce. Als bouwkundige hielp hij de constructie van haar beeldhouwwerken en samen maakten ze dan de begroting. Dat was heel plezierig.’

Dochter Dewi zat als kind vaak in het atelier van haar moeder te tekenen, maar om ook beeldend kunstenaar te worden, daarover had ze haar twijfels: ‘Ik dacht dat je als kunstenaar een soort kluizenaar moest zijn en daar had ik helemaal geen zin in.

Toen ben ik naar de filmacademie gegaan en heb daar art-direction gestudeerd. Dan kom je in de hectische wereld van film en televisie terecht en dat is zeker geen kluizenaarsbestaan! Ik trouwde en raakte in verwachting.

Nou, dat is wel een keuzemoment geweest. Bij de film moet je jezelf voor 200% geven anders werkt het niet. Toen heb ik voor het moederschap gekozen. Heel bewust.’

Dewi werkt nu als curator en concept-coördinator voor een viersterrenhotel en blijft toch in de voetsporen van haar moeder met kunst bezig. In Cultureel Centrum Zinder doet zij de vormgeving en inrichting van een kleine tentoonstelling van het werk van haar moeder. Naast beeldende kunst zullen er ook haiku’s te zien zijn die Joyce heeft gemaakt. Dat is een Japanse dichtvorm die zijn oorsprong vindt in het zen-boeddhisme. Die gedichten werden door Joyce ’s nachts geschreven als ze niet kon slapen van de pijn die een ongeneeslijke ziekte met zich meebracht.

Die inspiratie vanuit de Japanse cultuur was ook te zien toen Joyce het idee kreeg om wel-kommetjes te maken. Deze kommetjes van rivierklei werden aan de oevers van de Waal gebakken in vuurgestookte ovens. Met de wel-kommetjes wilde zij mensen welkom heten die door oorlog gevlucht waren en hier terecht waren gekomen. De wel-kommetjes werden door kinderen van de basisschool gemaakt en later aan de vluchtelingen overhandigd.

Dewi: ‘Dat was typisch iets voor mijn moeder. Zij was een vrouw met een heel groot hart voor anderen. Ik hoop dat ik dat van haar heb meegekregen.’

De tentoonstelling van het werk van Joyce Bloem is van 19 april tot 27 mei te bezichtigen in Cultureel Centrum Zinder in Tiel. De feestelijke opening, of vernissage zoals dat in kunstkringen heet, zal in de ochtend van 5 mei plaatsvinden. Ook het boekje met haiku’s zal daar te lezen en te bestellen zijn.

This article is from: