DE MUUR van geraardsbergen Fotografie Studio Schrever Uitgeverij Eigenbegeer
de laatste ronde op de oorspronkelijke
muur
FOTOGRAFIE EN VORMGEVING STUDIO SCHREVER
UITGEVERIJ EIGENBEGEER
DE MUUR van geraardsbergen de laatste ronde op de oorspronkelijke muur
Wim Schrever Geraardsbergen, 2004
Š Wim Schrever, 2004. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie, reproduktie, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgegeven door Uitgeverij Eigenbegeer, Geraardsbergen. Fotografie & vormgeving: Studio Schrever, Geraardsbergen; www.studioschrever.be Lettertype: Gill Sans. Wettelijk Depot: D/2004/9840/3.
INHOUD inleiding & situeringsplan de stad van de Muur de natuur in de Muur de Muur vóór de heraanleg afbraak en heraanleg van de Muur de Ronde op de Muur de laatste Ronde op de oorspronkelijke Muur de helden van de Muur
p. 13 p. 15 p. 18 p. 20 p. 24 p. 44 p. 50 p. 54
dankwoord bibliografie
p. 59 p. 61
Inleiding Dit boek vertelt in foto’s het verhaal van een muur. Een muur van sportlui, een muur van helden, van doorbijters als ze op laatste krachten zichzelf gespiegeld zien in de gladde stenen die naar de triomf leiden. Lijden is hun deel om die triomf te vatten. Zwetend zwoegen ze naar de top, verrast van het niet kennen van zichzelf. Vloekend in wanhoop. De angst voor de val. Erger nog, voor de opgave. Plaats van afspraak is een kleine stad in Zuid-Oost-Vlaanderen, Geraardsbergen, op het drie-provinciÍn-punt: Oost-Vlaanderen, Brabant, Henegouwen. De stad is door de eeuwen heen een strijdpunt geweest: door haar strategische ligging bekampten legers aan haar grenzen mekaar. Geraardsbergen heeft ook een rijke ambachtelijke geschiedenis: de Geraardsbergse mattentaarten, de sigarenglorie (1862-1980), de Chantillykant en de instrumentenbouwers (negentiende eeuw), en de historie van Manneken-Pis. Er is ook de machtige en beroemde St.-Adriaansabdij geweest, en een rijke bouwgeschiedenis: van Gotiek over Barok naar Neogotiek, Jugendstil en Art Deco. Bovendien groeit en bloeit de provinciestad in de natuurgroene Dendervallei. De Dender was de ader waardoor het bloed van de overwinning, van de rijkdom, van de geschiedenis stroomde. Zoals menige andere rivier is de Dender de laatste jaren veeleer een dichtgeslibde ader. Bovenal ligt Geraardsbergen langs de flanken van een heuvel, de Oudenberg, met zijn geroemde gekasseide helling: De Muur van Geraardsbergen. Van deze muur wil het boek in uw handen een historie schetsen: een verhaal over het begin en het einde. En een nieuw begin.
13
D e s t a d va n d e M u u r
Geraardsbergen is gesticht in 1068, door Boudewijn van Bergen, graaf van Vlaanderen en Henegouwen. Als tweede stad in België (na Hoei, in 1066) en eerste in Vlaanderen verkreeg de stad een vrijheidskeure: wie binnen de muren van de stad Gerardimontium raakte en er zich liet optekenen als poorter was na één jaar een vrij man, mocht bezittingen hebben en kon handel drijven. Bovendien had hij het recht te erven en erfenissen na te laten. En hij kon een ambacht uitoefenen, de stad verlaten en reizen maken. Dat liet de Geraardsbergenaar toe relaties te onderhouden in binnen- en buitenland. Die eerste "vrije" van Vlaanderen lokte dan ook lieden van allerlei allooi aan, die hun armoedig en afhankelijk bestaan wilden verbeteren. Allemaal faktoren die ervoor zorgden dat handel en nijverheid hier een vroege en hoge bloei kenden.
De stad Geraardsbergen: Gravure uit 1649 (C. De Passe), naar een afbeelding uit “Flandria Illustrata” van Anthoni Sanderus (1586-1664).
15
De heuvel waartegen de stad is aangebouwd (de latere Oudenberg) is sinds oudsher een aantrekkingspool voor mystiek en rituelen geweest: het is het hoogste punt, dichtst bij de goden. Het Krakelingenfeest, dat elk jaar eind februari wordt gevierd, is hiervan een getuige. Eeuwenlang al bestaat dit ritueel: de notabelen van de stad en de genodigden gaan vanaf het stadhuis op de Markt naar de Oudenberg waar de vissen worden gedronken en de krakelingen gegooid. Er zijn schriftelijke bewijzen dat het ritueel al bestond in 1392 (weten we uit de oudste stadsrekeningen). Er wordt dan vermeld dat het een "heel oud gebruik" is. Als enige stad heeft Geraardsbergen schriftelijke bewijzen dat het gebruik al zo lang bestaat. Bovendien is het gebruik door de eeuwen heen elk jaar opnieuw in voege gebleven, behalve tijdens de oorlogsjaren. Dit kan niet gezegd worden van eender welke andere processie of stoet (bv. de bloedprocessie in Brugge: eind twaalfde eeuw werden na de kruistochten de relieken teruggebracht naar Brugge; maar de bloedprocessie is niet jaarlijks uitgegaan.) Op de avond van het Krakelingenfeest wordt op de Oudenberg het vreugdevuur aangestoken: het 'Tonneken Brand'. Vanop dit strategisch punt zien alle omliggende dorpen het vuur dat de lente aankondigt. Het Krakelingenfeest brengt de vier basiselementen voor de rituelen (o.a. van het christendom) naar de heuveltop, (nl. brood, vis, wijn en vuur) en bevestigt de mystieke rol van de Oudenberg.
16
In de negentiende eeuw (periode van de Romantiek) is de legende ontstaan van de broden en de vissen die over de stadsmuren werden gegooid: de legers van Walter Van Edingen hadden de stad omsingeld en de slimme Geraardsbergenaars zouden hun laatste proviand over de stadswallen gegooid hebben, om de vijand te misleiden. Het is een legende waar de Geraardsbergenaar van houdt want in de volksmond blijft ze als waar verteld. Ondanks de nodige studies en boeken die er over gepubliceerd werden en die de onjuistheid ervan aanhalen. Het mystieke van de Oudenberg-site wordt bovendien versterkt door de vijver op de honderdentien meter hoge heuvel: water loopt normaal de helling af; toch kwam deze waterplas nooit droog.
17
De natuur in de Muur
De Oudenberg is een getuigeheuvel, een geologisch verschijnsel waarbij na erosie hier en daar een heuvel overgebleven is. Getuigeheuvels vinden we ook terug o.a. in de West-Vlaamse heuvels, de Vlaamse Ardennen, de heuvels van het Pajottenland en van het Hageland. Deze heuvels zijn overblijfsels van oude zandbanken die tijdens het terugtrekken van de Diestiaanzee zijn blijven uitpieken boven het omringende landschap. In de streek rond Geraardsbergen zijn ze gedeeltelijk weggeĂŤrodeerd. In het Hageland zijn ze beter bewaard. De heuveltop van de Oudenberg bestaat uit hard ijzerrijk zand met heel wat ijzerzandsteen. Dit materiaal vormt een schild tegen erosie en verwering, dat afbrokkeling en wegspoelen voorkomt: in de omgeving blijft enkel deze heuvel uitsteken. De Oudenberg is ongeveer de enige getuigeheuvel in Zuid-Oost-Vlaanderen.Terwijl overige heuvels van de Vlaamse Ardennen eerder deel uitmaken van een reliĂŤf en op zich niet uitsteken boven een lager gelegen platform. Door de overeenkomst in grondsoort vinden we op de Oudenberg, wat betreft de vegetatie, planten terug die typisch zijn voor de heide: o.a. de Blauwe Knoop, een specifieke heideplant. Naast het landschap is ook de vegetatie van de Oudenberg beschermd.
18
Het traject van de Muur is lange tijd enkel een wandelpad geweest naar de O.L.V.-kapel. De Oudenbergtrappen dateren vermoedelijk uit de 18de eeuw en zouden oorspronkelijk aangelegd zijn voor de abten van de St.Adriaansabdij die toen de eigenaars waren van de kapel. De trappen ondergingen verschillende renovaties. Zo werden de trappen grondig onder handen genomen voor een bezoek van Koning van Oranje Willem I in 1828. De vernieuwde gekasseide trap bracht de koning naar de heuveltop. Over deze trappen lezen we in het onderschrift op een postkaart (van latere datum): "Les escaliers ont une hauteur de 25 mètres, avec 30 marches, la largeur entre chaque marche est de 2 m 50". Later (waarschijnlijk rond 1900, met de laatste grondige verbouwing van de Oudenbergkapel door de paters Jozefieten die nog steeds de eigenaars zijn van de kapel) werd ook het oorspronkelijke wandel-Muur-pad gekasseid om met voertuigen (karren, rijtuigen, later auto’s) de weg te kunnen afleggen. De oorspronkelijke kasseien zijn zandstenen, grèskeien, uit de Ardennen. De keien zijn heel hard, maar niet zo duurzaam als porfier en graniet die normaal gebruikt worden voor gekasseide wegen. Deze grèskeien zijn meer poreus, nemen meer vocht op, wat ze vooral in de winter kwetsbaar maakt voor openspringen. Om de delicate toestand van de stenen werd in 1995 een rijverbod voor motors en auto’s ingesteld op de Muur.
19
De Muur vóór de heraanleg De voorgeschiedenis van de heraanleg van de Muur begint al in 1998. Studies werden gemaakt, bevindingen geplaatst, een raming berekend, de administratieve plichten gevolgd. In de zomer van 2003, na de doortocht van de Ronde van Vlaanderen op zondag 6 april, zijn de werken effectief begonnen. De toestand van de Muur was er niet op verbeterd: de kasseien lagen zeer hobbelig en waren plaatselijk volledig weggezakt.
21
De kasseien van de Muur van Geraardsbergen, vóór de heraanleg in 2003.
22
A f b ra a k e n h e ra a n l eg va n d e M u u r In de zomer van 2003 konden wegenbouwbedrijf Interplant en aannemer De Waal Palen aan hun eerste Ronde-van-Vlaanderen-helling beginnen. Het werk is dagelijkse kost voor de werknemers van de bedrijven, maar deze helling is toch meer dan een stukje geschiedenis. De interesse voor hun bedrijvigheid was ook groot: niet alleen de échte Giesbaergeneirs kwamen hen dagelijks opmerken hoe ze hun werk dienden uit te voeren, ook toeristen van heinde en ver kwamen graag hun bezigheden inspecteren.Talloze keren vielen de woorden "in mijnen tijd…", "ik weet nog goed…" en "ik zou dat toch anders doen, zulle…". Daarbij knikkebollend en aan mekaar herinneringen ophalend hoe het vroeger (beter) was. Ze hadden geen verhaal: de stenen werden weggehaald, de Muur neergehaald. Onder het licht van het Hemelrijk werden de eerste delen van de oude Muur gesloopt. Diepe groeven in de ondergrond maakten plaats voor de tranen van een eeuwenoude berg. Historie kwam weer bovendrijven. Dit was het begin. Het begin van het einde.
24
Steen voor steen verdween de tijd dat de Muur de berg een naam gegeven had.
Vanaf het wandelpad naar het stadspark, werden, over een afstand van dertig meter (naar het Hemelrijk toe) en om de halve meter, tachtig secanspalen geboord: met een grote schroefboor werd de grond doorboord tot een diepte van dertieneneenhalve meter. In de schacht werd beton gepompt en een stalen profiel geplaatst. Doorheen de secanspalen werden nog ankers geboord naar de kern van de heuvel toe. De kapellen van de kruisweg werden tijdelijk weggenomen, om veiligheidsreden.
26
Na het wegnemen van de stenen werd in het gedeelte van de Êchte Muur een fundering aangelegd. Die was er niet geweest: de kasseistenen waren los in de zanderige ondergrond geplaatst. De zandbodem werd nu deels uitgegraven voor een fundering: een drainerende beton brengt stevigheid en moet verzakkingen voorkomen. Op de betonlaag belet een wit textiel dat het legbed van de kasseien het drainerend vermogen van het beton zou verstoren. In het legbed van porfier worden de kasseistenen mooi rechtop geplaatst. Het plaatsen van de grèskeien was een ambachtelijk werk: steen voor steen werd uitgekozen om de strook in te vullen. Een echt puzzelwerk.
28
't Zevengesterre Van Gent naar Geeraartsbergen, daar liggen zeven scherven, zeven scherven, al even blank, langs den wijden watergang: niemand die ze geraken kan, niemand die ze genaken kan: raadt, wat zijn me die scherven dan? Guido Gezelle (1862) Het huis van Pietje Stek, aan de voet van de ĂŠchte Muur, werd eind 2001 geklasseerd, om historische en volkskundige redenen. Pietje Stek was de man die de gas deed branden: hij ontstak de gaslampen, die de straten verlichtten. Bovendien was hij de laatste belleman van Geraardsbergen.
Guido Gezelle (1830-1899) blies deze woorden op papier. Niemand weet over welke scherven het hier gaat. Doelde onze Vader-Dichter naar de stenen van de Muur, misschien?
30
De recherche van de herfst dekt met bladeren de misdaad toe.
Bovenop de hernieuwde kasseistrook werd een laag kiezelstenen van gebroken porfier gespreid, om de voegen op te vullen en de stabiliteit nog te verhogen. Aangezien de Oudenberg-site een beschermd monument is, keek de Dienst Monumenten&Landschappen scherp toe: de herstellingswerken dienden conform aan hun plannen te gebeuren. De oorspronkelijke kasseien werden zoveel mogelijk herbruikt (vanaf cafÊ Het Hemelrijk t.e.m. de eerste huizenrij aan het begin van het Êchte monument), de hellingsgraad nauwgezet behouden, de oorspronkelijke vegetatie teruggeplaatst. Zo werd ook op de Kapelmuur de asfalten berm weggenomen en een ijzerhoudende zandsoort aangebracht voor het behoud van die originele beplanting. De nieuwe grèskeien die toegevoegd werden zijn eveneens zandstenen. In het bewoonde gedeelte van de Muur (onderaan de trappen) werden ook de riolering en de straatverlichting vernieuwd. Het wegenbouwbedrijf werkte honderd werkdagen aan het herstel van de beroemde kasseihel(ling), met gemiddeld acht mensen per dag. Met de eerste doortocht van de Ronde op de gerenoveerde Muur zullen sommige van die vaklui grijnzen en peinzen aan de renners die de stenen weer willen verleggen.
34
De Ronde op de Muur
De Muur van Geraardsbergen lijkt altijd een (hét) deel van de Ronde van Vlaanderen geweest. Dat is niet zo: de allereerste Ronde van Vlaanderen werd al in 1913 gereden, maar de Muur van Geraardsbergen is pas in 1950 voor het eerst opgenomen in het Rondeparcours. “Bij regenweer had de beklimming van de Muur alles weg van een acrobatienummertje”, schreef notoir journalist Jos Van Landeghem toen. Ook in '51, '52 en '53 "bonkten" de renners de Muur van Geraardsbergen op. Het waren elk jaar chaotische taferelen. In '54 besloot Karel Van Wijnendaele (1882-1961), de grondlegger van de Ronde van Vlaanderen, de Muur links te laten liggen en de beklimming voortaan te beperken tot de Kloosterstraat (huidige Oude Steenweg). De beklimming van de heuvel bleef toch een stevig staaltje koerstalent: de Kloosterstraat is niet van de minste en was bovendien toen nog gekasseid. Vanaf 1970 is de échte Muur opnieuw opgenomen in het parcours. Sindsdien is de Muur van Geraardsbergen een vaste waarde in de Ronde van Vlaanderen met een grote dosis spektakel en heroïek. Een massa wielerfans staat jaarlijks juichend langs de flanken van de heuvel. In 1981 werd de beklimming van de Kapelmuur nog toegevoegd aan de "échte" Muur: de renners rijden als het ware tot de drempel van de O.L.V.-kapel als om te bedanken voor hun grootse prestaties. Tot 1972 bleef de guillotinerol van de Muur beperkt: er waren nog een zestigtal km te koersen tot de eindstreep in Gentbrugge. In die zestig km zaten toen nog voldoende kassei-hindernissen om er een spannende finale van te maken. Naarmate onze wegen elk jaar meer geasfalteerd raakten, verminderde de moeilijkheidsgraad van die finale. De organisatie van de Ronde oordeelde dan dat de eindstreep dichter bij de heuvels van de Vlaamse Ardennen een fellere finale zou geven: in 1973 was de aankomst voor het eerst in Meerbeke (Ninove).Tussen de beklimming van de Muur van Geraardsbergen en de eindstreep bleef nog slechts zestien km te koersen! Het spreekt voor zich dat de beklimming van de Muur nu een beslissende rol speelt: wie hier nog goed zit en het verschil maakt, wint de Ronde. De Muur weegt door in de Ronde.
44
De kasseien van die andere vermaarde helling, de Oude Kwaremont, temidden van het Vlaamse landschap. Op de top van de Oude Kwaremont, in de Ronde van Vlaanderenstraat, staat het monument van Karel Van Wijnendaele, stichter van de Ronde van Vlaanderen. Vanop z’n monument kijkt de bezieler glimmend toe.
Doortocht van de Ronde van V l a a n d e re n o p 8 ap r i l 2 0 0 1 D e s t a d m a a k t z i c h o p. . . D e h e u ve l f l a n k l o o p t vo l . D e ĂŠ c h t e f a n s p ro b e re n d e helling van hun helden uit.
De laatste Ronde op de oorspronkelijke Muur
Op zondag 6 april 2003 passeerde de Ronde van Vlaanderen voor de laatste keer over de oorspronkelijke Muur van Geraardsbergen.
Als golven van een wilde zee buigen de oude stenen nog éénmaal voor de beenkracht van de atleten. Helmboswuivende helden donderen over de stenen. Hun stalen ros kraakt. Gejuich alom. De roep is luid. Toeschouwers onder invloed. Adrenaline stroomt langs de heuvelflank. Een toppunt van trilling. Zoals na een hevige lachbui ontspant dan het publiek en druppelt triestig naar benee. Ogen flitsen nog, ‘t is een afkicken. Tot een volgende pil.
50
Het bergbekken als een bronstig bekken tussen wijd openspreide brede billen ligt ze bewegingloos vóór me nauwelijks een ooglid ophalend schalks bang grijns ik en met zeven forse uithalen zwiep ik me er rollend op nóg zeven forse uithalen krachtig en ferm met m'n volle lijf spieren gespannen blik in focus luid ademend bedwing ik haar verlangen zij stil staties ik groet nog éénmaal wijd haar stenen zijn en buig dan in triomf zuchtend over haar heen alsof ik ze werkelijk letterlijk ónder me heb en dat heb ik: weeral eens trots de Muurhelling overwonnen
© wim schrever
52
D e h e l d e n va n d e M u u r
In het laatste hoofdstuk tonen we een portret van grote Belgische renners en ex-renners, met een originele Muurkassei in de hand. De wielerhelden vertellen ook wat de Muur voor hen betekent. Ook in beeld en aan het woord is de "parrain" van de wielrenners, Julien De Vriese.
E dd y M e rc k x :
"Ha, 't is die kasseisteen die ik losgereden heb! Op de Muur moest ge zien dat ge er als eerste opreed. Dat was 40 jaar geleden zo, en dat is nu nog zo."
Profrenner van 1965-1978. BOIC Sportfiguur van de eeuw 2000.
54
Julien De Vriese: "De Muur is miserie! Aja, voor een mecanicien is dat zo: ge zit met de schrik dat als er iets gebeurt dat ge er dan niet bij zijt, want de auto's rijden langs de Oude Steenweg. Miserie en machteloos zijn. Niet meer dan dat." Mecanicien van de Eeuw. Mecanicien van Eddy Merckx (jaren ‘60 en ‘70). Nu is hij mechanicien bij US Postal-Berry Floor.
Edwig Van Hooydonck: “‘t is de schoonste helling in een wielerwedstrijd, als je goed zit. Als je slecht zit, is het een hel. Met de Ronde van ‘89, toen ik de eerste keer de Ronde won, ben ik op de Muur zelfs niet voor honderd procent gegaan; de Muur gaf me een adrenalinestoot om op de Bosberg voluit te gaan. Ik ging, en ik won.” Profrenner van 1986-1996.
55
Claude Criquielion: “Wanneer de Muur nog moest komen, zat je met de stress: angst voor de kasseien, angst voor de klim. Als sportdirecteur besef ik nu nog meer het belang van de Muur. Als wielrenner stond ik daar niet bij stil.” Profrenner van 1987-1996.
Frans Melckenbeeck: “Als ge niet met de twintig eerste de Muur opging, was het moeilijk, heel moeilijk.Wij koersten de Muur op met vijf versnellingen.Vijf! Er mocht toen geen publiek langs de kanten van de Muur staan, om ons nog een duwke te geven en rezzekes in ‘t wiel te houden.”
Hendrik Redant: "Op de Muur was het altijd ontploffen, zeker in de Ronde met De Muur als scheidsrechter op het eind. Oeioei, hoe vaak ik de Muur ben opgereden?! Vaak na een wedstrijd koerste ik naar huis over de Muur en reed ik de finale van de Ronde nog 's."
Marc Sergeant: "De Muur is me 's heel zwaar gevallen: in '89, toen Van Hooydonkck de eerste keer de Ronde won, zat ik heel goed tot de voet van de Muur.Vlak voor de Muur sloeg mijn versnellingsapparaat door en ben ik op 42/15 de Muur opgereden (normaal doe je dat op 42/23). Zwaar, heel zwaar."
Profrenner van 1987-1996. Profrenner van 1962-1972.
Profrenner van 1981-1995.
56
Ferdi Vanden Haute: “Nu is dat niet meer zo, maar vroeger was de Muur vallen en opstaan.We schakelden meteen twee tanden hoger of lager. En dan waart ge vlug uw kadans kwijt. Het was alles of niets.”
Peter Van Petegem: “De Muur is de Muur.” Profrenner bij Lotto-Domo.
Profrenner van 1976-1987.
Freddy Maertens: “De Muur is een monument, een Monument! In de Ronde van Vlaanderen van 1973 reed ik de eerste keer de Muur op. Ik werd tweede.” Profrenner van 1973-1987.
57
Tony Bracke: "De Muur ligt in mijnen hof. De Muur heeft mij in ‘t oog, ik heb de Muur in ‘t oog."
Ludo Dierckxens: "De Muur is altijd iets speciaals, temeer ik hier in Geraardsbergen Belgisch kampioen geworden ben."
Geert Van Bondt: "’t is leuker om zo’n steen vast te houden dan om tegen die stenen te moeten oprijden”.
Profrenner bij LandbouwkredietColnago.
Profrenner bij LandbouwkredietColnago.
Profrenner bij LandbouwkredietColnago.
58
Dankwoord
Duffy Eddy Merckx Julien De Vriese Hendrik Redant Marc Sergeant Frans Melckenbeeck Claude Criquielion Edwig Van Hooydonck Ferdi Vanden Haute Freddy Maertens Peter Van Petegem Tony Bracke Ludo Dierckxens Geert Van Bondt Walter Van Baele Marcel Nevraumont Geert Van Bockstaele
Vader van de Ronde, Karel Van Wijnendaele, met zijn Muur-van-Geraardsbergen-steen.
59
Bibliografie: - Het Wonder van Vlaanderen - Het Epos van de Ronde; Rik Vanwalleghem. - De Ronde van Vlaanderen - De Ziel, de Helden, het Epos; Rik Vanwalleghem. - Gerardimontium Oppidum - de oudste geschiedschrijving van de stad Geraardsbergen; Jacques De Ro, Filip Van Trimpont. - Het cultureel erfgoed van de St.-Adriaansabdij van Geraardsbergen; Geert Van Bockstaele. - Krakelingen en Tonnekensbrand, een eeuwenoud verhaal; Louis De Cock, Anne-Marie Vanden Herrewegen, Geert Van Bockstaele.
De aannemers:
61
Een authentieke Muur-van-Geraardsbergen-kassei.