pantheon// 2012 - linked

Page 1

tweemaandelijkse uitgave van d.b.s.g. stylos / nummer 4 / jaargang 2012

pantheon// linked

get inspired XXL art on architecture China 2012 Ronald Tilleman bauhaus herzien


bimonthly edition of the study association Stylos faculty of Architecture, TU Delft always printed on 100 % recycled paper

colofon jaargang 16, editie 4, oktober 2012 oplage: 2.500 Stylosleden en vrienden van de Stylos Stichting ontvangen pantheon// vijf maal per jaar redactieadres BG. midden 110 Julianalaan 132-134 2628 BL Delft pantheon@stylos.nl eindredactie Rosa Stapel hoofdredactie Martine Duyvis Max Verhoeven redactie Thomas Broos Henk de Haan Maya van der Lande Hedwig van der Linden Margot Overvoorde Roos Pulskens aan dit nummer werkten mee Pierre Mostert, Ilse Galama, Robert Lelivelt, Laurens Groot, Jan Maarten van Hemert en Matthijs van Oostrum advertenties 09 | SABIC innovative plastics bv 11 | Bouwen met Staal 11 | De Architect 27 | Waltman 35 | MHB 35 | BNA 40 | de Swart 41 | Uitgeverij SUN drukker De Swart, ‘s-Gravenhage omslag Coverfoto van Ronald Tilleman, Mercedes Benz Museum, Stuttgart, UNStudio.

About the cover Not everyone at the end of the 19th century was convinced by the newfangled “self-propelled cars” being built by Karl Benz and Gottlieb Daimler. After the creation of their first models, in 1886, the German Kaiser Wilhelm II asserted: “I do believe in the horse. The automobile is no more than a transitory phenomenon.”

tweemaandelijkse uitgave van d.b.s.g. stylos / nummer 4 / jaargang 2012

pantheon//

The coverphoto is made by architecture photographer Ronald Tilleman at the Mercedes Benz Museum in Stuttgart, designed by UNStudio.

linked

get inspired XXL art on architecture China 2012 Ronald Tilleman bauhaus herzien

editorial Martine Duyvis & Max Verhoeven Graphic design, fashion, photography, webdesign and architecture are all about creativity. The difference is the way they translate this creativity through different media. A photographer can try to change or comment on a certain behaviour by shooting some pictures, while a fashiondesigner would for example make a statement dress. Where an architect tries to find order or disorder in his building, it is the graphic designer who will find this on his paper. We can all have the same intentions, but will participate differently. This issue will link these different fields of creative work by referring to these proffesions and showing their similari-

Het Delftsch Bouwkundig Studenten Gezelschap Stylos werd in 1894 opgericht ter behartiging van studie- en studentenbelangen van studenten aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.

ties and differences. Sometimes they are already linked and help

bestuur 119 D.B.S.G. Stylos voorzitter: Pierre Mostert secretaris: Sebastiaan Huls penningmeester - evenementen: Marissa van der Veer onderwijs bachelor: Margot Overvoorde onderwijs master: Ilse Galama extern: Melanie van Laak

solving. Get inspired by these different fields of work, because

adres BG. midden 110 Julianalaan 132-134 2628 BL Delft info@stylos.nl telefoonnummers bestuur 015 2783697 secretariaat 015 2781369 internet www.stylos.nl lidmaatschap Stylos 10 euro per jaar gironummer 296475 Stylos Stichting De Stylos Stichting vervult een vliegwielfunctie ter stimulering van initiatieven van en voor studenten van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Zij kunnen bij het bestuur van de Stylos Stichting terecht voor financiële en inhoudelijke ondersteuning van hun project. Om u hiervan op de hoogte te houden ontvangt u elke 2 weken B-nieuws en 5 maal per jaar de pantheon//. Wij vragen om een donatie van 45 euro per jaar (pas afgestudeerden betalen de eerste twee jaar 10 euro). Aan bedrijven vragen wij 90 euro. gironummer 1673413 disclaimer All photos are (c) the property of their respective owners. We are a non-profit organisation and we thank you for the use of these pictures.

eachother to come to an higher level of creativity and problem you might need them in your near future. Enjoy!//


stylos

14

2 van de voorzitter

22 hyperlinks

Pierre Mostert

Thomas Broos

2 docent gezocht

23 the spandrel

Margot Overvoorde

Thomas Broos

4 docent van het jaar

23 architectural forecast

Ilse Galama

Martine Duyvis

5 baksteen is walgelijk

24 jong & ondernemend

Uitwisseling Chepos

Margot Overvoorde & Max Verhoeven

6 stylos in de zomer

28 kleur

Laurens Groot & Jan Maarten van Hemert

Maya van der Lande

7 China 2012

18

28 the art of visualising Thomas Broos & Martine Duyvis

Matthijs van Oostrum

32 @graphic designer

linked

Martine Duyvis

14 bauhaus herzien

Hedwig van der Linden

34 phos graphis

32

Roos Pulskens

16 bauhaus re-use Roos Pulskens

17 architecture ISO P for STR

algemeen 36 get inspired XXL Maya van der Lande & Roos Pulskens

Max Verhoeven

18 street art

40 agenda Roos Pulskens

Hedwig van der Linden

20 een illusie van vrijheid Thomas Broos & Martine Duyvis

41 recommended reading Max Verhoeven

24

28

36


van de voorzitter Pierre Mostert

onderwijs

docent gezocht Margot Overvoorde

Op Bouwkunde is wegens ruimtegebrek een nieuwe manier van werken ingesteld; flexwerken. Wat heeft dit voor invloed op het onderwijs? Kan de student de docent nog wel vinden?

Zo, daar zitten we dan, het 119e bestuur van D.B.S.G. Stylos. Met z’n zessen zorgen wij ervoor dat Stylos de belangen van de bouwkundestudent behartigt. Maar wie zijn nou eigenlijk die bouwkundestudenten? En hoe behartigen wij hun belangen? Wij geloven dat Stylos er voor alle bouwkundestudenten is. Zowel de bachelor als de master en internationale studenten. Voor zij die zich interesseren in kunst, reizen of wat zich na de studie afspeelt. En natuurlijk voor de studenten die zich voor dat alles interesseren. De bouwkundestudent staat hierbij ten alle tijden centraal. Het behartigen van hun belangen ligt wat gecompliceer-

Na de brand in het oude Bouwkunde gebouw van Van den Broek en Bakema in mei 2008, is Bouwkunde ingetrokken in het voormalige hoofdgebouw van de TU Delft aan de Julianalaan. Het gebouw moest gerenoveerd en aangepast worden om de studenten en medewerkers te kunnen huisvesten en dat is in sneltreinvaart gebeurd. Vanaf het moment van de brand tot de ingebruikname van het nieuwe gebouw, werkten de studenten in tenten en veel medewerkers thuis bij gebrek aan een vaste werkplek. De studenten heb-

In december 2008 is het eindrapport van het RISBO (het Rotterdams Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Beleidsonderzoek) uitgekomen over de logistieke kwaliteit van de TU Delft, met daarin een speciaal deel ‘In gesprek met de bouwkundestudent’ vanwege de brand. In dit deel komen de faciliteiten, de onderwijsorganisatie en communicatie aan bod. Het rapport is geschreven naar met de input van studenten via de enquete en een focusgroep, deze studenten zijn erg tevreden met het mooie gebouw, van alle gemakken

der. Alle studenten hebben gekozen om te leren op het hoogst haalbare niveau in Nederland, de universiteit. Hier zijn ze niet zomaar terecht gekomen, naast een goed stel hersens typeert deze groep zich ook door volharding, creativiteit, enthousiasme en nieuwsgierigheid. Wij als Stylos zetten ons in om het onderwijs op een niveau te houden dat de studenten verwachten. Dit doen wij door actief en kritisch betrokken te zijn bij het onderwijs en de faculteit en in gesprek te gaan met de studenten en naar ze te luisteren. Hierbij vormen we de schakel tussen de faculteit en haar studenten. We hebben niet voor niets twee commissarissen Onderwijs. Ten tweede biedt Stylos studenten de mogelijkheid zich te ontplooien en praktische vaardigheden op te doen. Onze commissies organiseren leerzame en interessante activiteiten voor alle bouwkundestudenten. Van een openbare lunchlezing van een uur tot een studiereis van drie weken. Van een kleine borrel tot MZN en dat alles toegankelijk voor de bouwkundestudent. Ten derde staat Stylos open voor initiatieven van studenten en organen binnen en buiten de faculteit. Dit kan heel breed gezien worden, wij kunnen een goed plan oppakken en realiseren. Dit maakt Stylos nog gevarieerder en altijd actueel.

ben hun intrek aan het begin van het nieuwe studiejaar in het nieuwe gebouw genomen, vier maanden na de brand. De docenten en medewerkers volgden in november, maar de werkplekken waren anders geplaatst dan voorheen. Vanwege het gebrek aan ruimte in het gebouw, is overgegaan tot flexwerken, om meer ruimte te creeëren voor de studenten.

voorzien, maar over het nieuwe flexwerken zijn de studenten nog niet helemaal tevreden. In het rapport komt naar voren dat de bouwkundestudenten sinds de intrek in het nieuwe gebouw, de docenten niet goed meer kunnen vinden. Dit komt door de ingestelde flexplekken. Elke docent hoort bij een afdeling met een afdelingssecretariaat, daar heeft deze een

Zo, daar zitten we dus, veel plannen en ambities en een heel jaar voor de boeg...//

2

‘Het persoonlijk contact is verminderd, de toekomst ligt in het verbeteren van het digitale contact.’ Voorheen, in het oude gebouw, werkten de docenten en werknemers in eigen kleine kantoorkamers, maar de universiteit was op zoek naar een nieuwe manier van werken. Dit speelde al in het oude gebouw en nu was het moment om er iets aan te gaan doen. Belangrijk was het samenwerken, ruimtes voor overleg en concentratie en een open werkvloer. Dit hield in dat er per afdeling, gekeken naar het aantal werknemers en soorten werkplekken, een ruimte werd gekozen variërend in grootte en toegankelijkheid Deze manier van werken is een huidige trend en wordt veel toegepast in kantoorgebouwen. De decaan Wytze Patijn wil “een bruisend gebouw vol mensen die elkaar frequent ontmoeten en kennis uitwisselen, dwars door alle afdelingen heen.” De docenten en medewerkers zitten verspreid door het gebouw bij hun eigen afdeling, bij een overbezetting kan er ook bij andere afdelingen aangeklopt worden. Dit bevordert de samenwerking binnen en tussen de afdeling, al werken veel docenten vaker thuis omdat er geen (vaste) plek voor ze is.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

flexwerkplek. Er zijn niet genoeg plekken voor iedereen , waardoor de docent of medewerker niet zijn eigen invulling aan de werkplek kan geven zoals aan een vaste werkplek. Hierdoor werken veel docenten liever en vaker thuis, waardoor de student via andere wegen de docent moet benaderen. Dit gebeurt vaak per e-mail, een nogal onpersoonlijke manier van communiceren waarbij het antwoord vaak lang op zich laat wachten of soms helemaal niet komt. In het rapport van het RISBO zegt een student dat hij het erg frustrerend vindt dat sommige docenten niet meer te bereiken zijn en dat hij niet meer gemakkelijk naar binnen kan lopen bij een docent. In het oude gebouw van Bouwkunde was direct contact gemakkelijker, zo voegt een andere student toe. De meeste focusgroepstudenten geven aan dat ze het fijn vinden wanneer docenten op een vaste plek te vinden zijn en niet op flexwerkplekken zitten. Volgens een student heeft de aanwezigheid van docenten een positieve uitwerking op de sfeer en sociale cohesie binnen de opleiding.


FSR De problemen met betrekking tot het vinden van docenten zou verbeterd kunnen worden als er een duidelijker overzicht is van waar de docenten zich in het gebouw bevinden en welke personen waar over gaan. De grote letters op de muren en de indeling oost en west helpen bij het vinden van de collegezalen en studentenwerkplekken, ook de secretariaten worden op deze wijze aangeduid. . Het is echter, zeker voor de bachelorstudenten, een grote stap om binnen te lopen op een secretariaat. Een digitaal platform met informatie over verschillende vakgebieden met de docenten en onderzoeken erbij, zou een goed en compleet overzicht kunnen zijn waar de student zijn docent kan vinden. Het communiceren per e-mail wordt nu vaak als communicatiemiddel tussen studenten en docenten gebruikt. Op Blackboard zijn de vakcoördinatoren en docenten te vinden met hun e-mailadres, waardoor er veel vragen via de mail worden gesteld. Handig zou kunnen zijn om naast het e-mailadres ook informatie te geven bij welke afdeling de docent hoort en welk vak hij geeft. Sommige docenten reageren snel en gebruiken dit veel. Maar er is ook een grote groep die hier niet of weinig naar

kijkt. Omdat het persoonlijk contact omlaag is gegaan, lijkt het logisch dat het ‘digitaal contact’ omhoog moet. De docenten moeten meer gebruik gaan maken van hun e-mail en informatievertrekking via een platform of Blackboard. Het blijkt dat de wijze van communicatie door het flexwerken is veranderd, aangezien docenten minder op de faculteit werken en daardoor slechter bereikbaar zijn. Aan de ene kant is dit positief voor de student: er is namelijk meer werkplek, maar aan de andere kant ondervindt de student hier problemen van, omdat hij op zoek moet naar de docent. Het persoonlijk contact is verminderd, de toekomst ligt in

De Facultaire Studentenraad – afgekort FSR – bestaat uit negen enthousiaste studenten, zowel bachelor als master, en wordt elk jaar per faculteit democratisch gekozen. Het is zijn taak om het onderwijs op Bouwkunde in de gaten te houden en de belangen van de studenten te behartigen bij beslissingen binnen de faculteit. Dit gebeurt door te overleggen met verantwoordelijken binnen het faculteitsbestuur en regelmatig met de decaan te vergaderen. Daarbij mogen de leden van de raad gebruik maken van hun drie rechten: het instemmingsrecht, waarmee ze plannen enkel door kunnen laten gaan als ook zij instemmen, het adviesrecht, waarmee ze hun advies uitbrengen op belangrijke zaken (zoals de begroting) en het

het verbeteren van digitaal contact, zodat de student zijn docent weer kan vinden.//

initiatiefrecht, waarmee ze zelf met ideeën tot verbetering van de faculteit mogen komen.

Bronnen: > Artikel TUDelta - flexwerken > Faculteit Bouwkunde - BK City Stay > Artikel ORAS - flexwerken > Eindrapport RISBO 2008

De FSR voor het jaar 2012-2013 is in mei verkozen en we zijn nu sinds de zomervakantie hard bezig om ervoor te zorgen dat alle vernieuwingen die de komende tijd ingevoerd worden, soepel zullen verlopen. Waar twee van onze mensen volop bezig zijn met de bachelorvernieuwing, is onze commissaris Gebouw ondertussen zeer betrokken bij BK City STAY. Uiteraard zijn er naast deze projecten nog veel meer zaken die onze aandacht verdienen, maar om te weten wat er verder nog speelt op de faculteit hebben we jullie input nodig. Heb je daarom klachten, vragen, opmerkingen of suggesties over het onderwijs of je studieomgeving, stuur dan een e-mail naar FSRbouwkunde@gmail.com, ga naar onze Facebook-pagina (facebook.com/fsrbouwkunde) of schrijf het op een viltje bij de zuil bij de hoofdingang. Natuurlijk kan je ook altijd gewoon langskomen bij ons hok op BG+.Oost.080!//

De facultaire studentenraad 2012 - 2013 bestaat uit: Esther Brejaart | voorzitter Dorine Vos | vice-voorzitter | officieel Shiva Autar | secretaris Steven Bekkers | huidige bachelor | master Anne van Stijn | bachelorvernieuwing Jessica de Boer | bachelorvernieuwing Bart Valks | master | officieel Jozien Timmers | gebouw Maura Henkes | promo

Flexwerken op de faculteit Bouwkunde, TU Delft

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

3


onderwijs

docent van het jaar Ilse Galama

‘Beste docent van de TU Delft 2012.’ Achter deze verkiezingen voor wie het beste kan doceren zit veel meer dan je in eerste instantie zou denken. Binnen onze faculteit is het namelijk niet altijd vanzelfsprekend geweest om deel te nemen aan deze wedstrijd. De jaarlijkse Docent van het jaar verkiezing is een beloning voor de beste docent van de Technische Universiteit Delft. Het verkiezingsproces begint bij de studieverenigingen per faculteit, die hun achterban mobiliseren om tot een voordracht van de beste docent te komen. Per faculteit wordt er dus gezamenlijk tot één voordracht gekomen. De winnaars van de faculteiten winnen een persoonlijke prijs van ongeveer €1.000,- (afhankelijk van de faculteit) en zullen daarna in de centrale verkiezingen tegen elkaar strijden voor een grotere prijs die

docent gewonnen. Daaropvolgend, in 2012, is Reinout Rutte verkozen tot de gelukkige winnaar. Beide docenten zijn vanaf ons eerste studiejaar op Bouwkunde zichtbaar aanwezig. De heer Hobbelman kennen we van de altijd verrassende colleges Toegepaste Mechanica, waar hij niets te gek vind om ons de basisprincipes van de Mechanica bij te brengen. Zo maakt hij regelmatig bruggen van piepschuim en springt hij op tafels om uit te leggen hoe de druk- en trekkrachten werken. Bij Reinout Rutte kunnen we terecht voor de Stedenbouw-,

ook dat de docent bijdraagt aan onderwijsvernieuwing, een onderzoeksveld heeft dat ingedaald is in de master en een coachende rol heeft richting de studenten. Met een stemming waarbij de docenten die populaire, grote vakken geven een voordeel hebben, is het lastig om aan deze eisen te voldoen. Reinout Rutte is een docent die wel voldoet aan de eisen die worden gesteld, hij geeft en inspirerende colleges én hij speelt een belangrijke rol in de masters en onderzoek projecten van promovendi. Echter zijn er naast Rutte nog heel veel

vooral bestemd is voor de onderwijsvernieuwing. In de jury bij de centrale verkiezingen van 2012 zitten de Rector Magnificus Karel Luyben, 1 lid van de Studieverenigingenraad, 2 leden van de Studentenraden en de winnaar van 2011 Prof.dr.William Rossen . Zij beslissen aan de hand van een aantal vastgestelde criteria – waarvan de bijdrage van de docent aan de opleiding een zeer belangrijke is – wie dit jaar de prijs “Beste docent van de TU Delft 2012” mee naar huis mag nemen.

Architectuur- en Kunstgeschiedenis van onze voorgangers. In het eerste college neemt hij ons mee naar de cultuur van de oude Grieken en na de hele collegereeks weet Rutte zelfs de meest sceptische student mee te nemen in zijn vakgebied.

andere Bouwkundedocenten die inspirerend lesgeven en veel toegevoegde waarde hebben op het onderwijs. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ook deze docenten worden gezien en waardering krijgen voor hun vak?

In het jaar 2011 is er door Bouwkunde sinds lange tijd weer meegedaan aan de Docent van het jaar verkiezingen. In dit jaar heeft Gerrie Hobbelman de prijs voor beste Bouwkunde-

Ondanks al de lovende berichten over de vorige winnaars, is het niet altijd vanzelfsprekend geweest dat onze faculteit meedoet aan de Docent van het jaar verkiezing. Veel Stylos besturen keken kritisch naar de verkiezingen. Er werd een gebrek gezien aan de methoden waarop docenten werden verkozen. Vaak wordt er namelijk vanuit de faculteit een docent genomineerd die aan grote groepen lesgeeft, zoals bij de grote Bachelor vakken het geval is. Veel oud besturen zijn van mening dat de verkiezingen daardoor teveel gericht zijn op de populariteit en kwantiteit van de desbetreffende vakken, in plaats van op de kwaliteit. Terwijl de kwaliteit en bijdrage aan het onderwijs juist een van de belangrijkste criteria zijn. Bij een stemmentelling is te zien dat, ondanks de motivaties waarnaar wordt gevraagd, vakken die veel studenten hebben hoger eindigen. De Docent van het jaar verkiezing kan, zoals Jurgen Beliën – oud-bestuurslid van Stylos 114 – zegt , gezien worden als een populariteitsverkiezing: “De populariteit die het vak behaald, betekent niet perse dat het bijdraagt aan de onderwijskwaliteit van het algehele Bouwkunde curriculum.” De criteria die vanuit de universiteit worden aangeleverd stellen niet alleen dat de docent bekwaam en effectief kan presenteren, maar

4

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

In 2011 heeft Bouwkunde weer sinds lange tijd meegedaan aan de verkiezingen, waarbij op onze faculteit verschillende categorieën docenten werden geïntroduceerd, zoals beste ontwerpbegeleider en beste collegedocent. Op deze manier is gepoogd om de Docent van het Jaar verkiezing eerlijker te laten verlopen. Dit is een stap in de goede richting, maar we zijn er nog niet. Om ervoor te zorgen dat het onderwijs zich blijft verbeteren en de kwaliteit en bijdrage van de docenten hoog blijft, moeten alle docenten gestimuleerd worden. Iedere docent heeft een stimulans nodig om goed te blijven functioneren. Trainingen en voorlichting zijn al aanwezig, maar het kan altijd beter. We zullen kritisch moeten blijven kijken naar onze docenten en de manier waarop ze gewaardeerd worden. De titel “Docent van de TU Delft 2012” zal voor de winnaar een goede stimulans zijn om te blijven werken aan het onderwijs, maar laten we al die andere docenten en het totaalplaatje niet uit het oog verliezen.//

Dit jaar zullen de centrale verkiezingen voor de “Docent van de TU Delft 2012” plaatsvinden op 29 November om 14.45u, in het Aula Congrescentrum van de TU Delft. Bron: Webredactie onderwijs en studentenzaken (2012) Beste Afstudeerder & Beste Docent van het jaar 2012. Afbeelding: Reinout Rutte, excursie Rome gemaakt door Koen Kaljee


chepos

baksteen is walgelijk Robert Lelivelt

Chepos is het onafhankelijke architectuurtijdschrift van de studievereniging Cheops van de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Iedere editie wisselen Chepos en pantheon// een artikel uit. Beste lezer, Ik schaam mij voor mijn eigen land. Niet omdat we studiefinanciering afschaffen en ook niet omdat we homo’s denken te kunnen “genezen”. Nou ja, misschien ook wel een beetje om die redenen, maar dat is niet de hoofdzaak.

baksteen te gebruiken. De belangrijkste en meteen onzinnigste daarvan is dat velen vinden dat baksteen in ons straatbeeld past en bij onze cultuur hoort.

De hoofdzaak is namelijk het feit dat we baksteen gebruiken, walgelijke, achterlijke en gemakzuchtige baksteen. En als ik dan door

U moet zich wel realiseren dat zodra we dergelijke onzin goedkeuren, onze vooruitgang en architectonische evolutie volledig stil komt te staan. Tot in het einde van dagen zullen we de materialen van tweeduizend jaar geleden moeten gebruiken, omdat nu eenmaal is vastgesteld dat dat cultuur is. U moet zich

de nieuwbouwwijken kuier, dan schaam ik mij voor dat middelmatige rood. Ik schaam mij als de technicus die ik ben en als de architect die ik had kunnen zijn. Ik schaam mij voor degenen die de stenen nietsvermoedend hebben uitgezocht, ik schaam mij voor de mannen die niet twijfelend aan de juistheid van hun zaak deze stenen hebben opgestapeld, maar het meeste schaam ik mij voor de zogenaamd hoogopgeleiden die deze nodeloze massa’s getekend hebben.

eens voorstellen dat de architecten van de Batavieren en Germanen van weleer dezelfde conclusie hadden getrokken. Dan zaten wij nu nog in plaggenhutten te spelen met onze pas buitgemaakte Romeinse helmen. Nee, een materiaal uit culturele overwegingen toepassen in de architectuur is uit den boze. Sterker nog: het is onze plicht om altijd te zoeken naar nieuwe en betere materialen. De mensen die van managementtermen houden kunnen hier innovatie invoegen.

Nu zal u misschien zeggen: “het valt wel mee” of nog erger: “wat is er dan zo fout?”. Dat, beste lezer, zal ik u nu haarfijn uitleggen. Voor mij, als technicus, is de grootste misdaad van de baksteen haar gebrek aan functie. Want wees nu eens eerlijk, wat doet baksteen in een standaard gevel? ‘Regenscherm’, ‘windscherm’ en al dat soort kreten zullen geroepen worden. Maar ik verzoek u na te denken. Voor bakstenen gevels wordt grofweg 200 kilogram per vierkante meter aan een gebouw toegevoegd om water en wind buiten te houden. Een vliesgevel met houten, metalen of kunststof panelen doet hetzelfde en meer met een kwart van dat gewicht. Daar komt nog eens bij dat baksteen tot dikkere gevels leidt, langer duurt om te verwerken en allerlei idiote voorzieningen als een spouw nodig heeft. Bent u inmiddels van mening dat de baksteen-tekenende-technici zich moeten schamen?

Techniek: check, architectuur: check. Rest ons enkel nog commercie, de verkoop. De klant is koning en de klant verlangt nu eenmaal baksteen, daar kunnen wij ook niks aan doen.

Goed, het makkelijke hebben we gehad, op naar de architectuur. Want wat is baksteen op architectonisch vlak? Vele architecten zullen de meest emotionele redenen aanvoeren om

heeft, mooi en gewild maken door het overal toe te passen. Laat ik ermee eindigen dat baksteen een nutteloos, onnodig zwaar en gemakzuchtig materiaal is en dat subjectieve en commerciële redenen tijdelijk en onprofessioneel zijn. Rest mij nog één vraag aan u te stellen: wie van team-baksteen durft mij een weerwoord te geven?// Begin je te koken na het lezen van deze column of ga je zelfs nog verder in je haat aan baksteen? Hou je niet in en mail naar cheposredactie@cheops.cc

Onzin. De klant is leek en wij zijn de experts en het is de taak van de experts om de leken voor te lichten wat het beste is. Dat baksteen niet langer tot het beste behoort, hoort op dit punt in het betoog duidelijk te zijn. Daarnaast wil de klant ook dat waar hij of zij gewend aan is. De enige reden dat zij baksteen wil, is omdat baksteen nu eenmaal bij alle huizen toegepast wordt. Als we 50 jaar geleden gedaan hadden wat we hadden moeten doen en categorisch waren gestopt met baksteen, dan zouden alle huizen met iets anders dan baksteen bedekt zijn. Denkt u dan, dat er op de enkele randfiguur/alternatieveling na, nog klanten over zijn die om baksteen vragen? Wij hebben in de hand wat mooi en gewild is, en wij moeten dat wat het meeste functie

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

5


mzn en steeowee

stylos in de zomer Laurens Groot & Jan Maarten van Hemert

De zomerhitte maakt helaas weer plaats voor herfstige regen en storm. Laten we nog even terugblikken naar afgelopen zomer op Bouwkunde: cocktails, feesten en zon! 23 mei was de dag dat Stylos besloot de traditie van het MidZomerNacht festival in ere te houden en weer een daverend feest te bouwen. Snel kwamen zes enthousiastelingen in een commissie bij elkaar om in zes weken een activiteit voor 600 studenten en medewerkers te organiseren. Direct bij de eerste ontmoeting deelden we dezelfde visie en spraken we over jazz, cocktails en hapjes. We dachten Chicago.

van deze donkere dag een schitterend spektakel beloofde te maken. Onder het genot van het Tinus Koorn Trio dat toegankelijke jazz speelde en met een mondharmonica de toon zette voor het feest, stroomde het plein vol. De jazz viel goed in de smaak bij zowel student als medewerker. Het happyhour van de pantheon// cocktailbar zorgde voor een goede start aan de avond. Een voor een opende de stands van

Met dit thema in gedachten gingen we aan de slag. De jazz werd verzorgd door de bandjes, de cocktails en hapjes door de commissieleden. Het idee was om de commissies zo vrij mogelijk te laten in wat er onder cocktails en hapjes werd verstaan. Het was een donkere dag in juli, de op een na laatste dag van het studiejaar. Het regende. De tenten stonden net, de soundcheck was afgerond, de bar ging open en toen de muziek begon te spelen braken de donkere wolken boven de faculteit Bouwkunde plots open, wat

6

de verschillende commissies, zo had Ludic het rad van fortuyn waarbij men biertjes, hapjes en cocktails kon winnen. Business en ExBiCo verzorgden een saladebar, waarbij men zelf pastasalade kon samenstellen. De tapas kwamen van de twee internationaal georiënteerde commissies de Thinking International en ExBuCo. Er was hier keuze uit verschillende tapas en sangria. De BKBeats commissie had na het organiseren van BKBeats geen enkele moeite om voor 300 studenten hamburgers te bakken. Voor wie dit alsnog niet voldoende keuze was, had de Lezingen en Workshops commissie een hotdogstand. Met een biertje van de Bouwpub in de hand en een hapje van Stylos in de maag kon er genoten worden van de dans van SoSalsa en experimentele jazz van It Takes Two. De band Living Room Sessions bracht het feest naar het volgende niveau. Aan het einde knalde de beats van Jip Warendorf het dak eraf, tot om kwart voor tien de muziek, naar vele meningen te vroeg, uit moest. MidSummer Chicago was een feit.//

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Ook de eerste jaar hadden deze zomer tijdens de SteeOwee hun kennismaking met the BK District. Na een korte kennismaking met de faculteit was het tijd voor een aloude traditie; de andere studies wegzingen met ons Bouwkunde, oh Bouwkunde. De eerste uitdaging was de baksteenworkshop van de KNB op het programma. Met het thema ‘Under the Bridge’ gingen de crews aan de slag met overspanningen van baksteen. ’s Avonds draaide DJ Avon in de zuidserre. Met het thema Urban Fluor kwamen alle glowsticks uit de tassen en was er een echte BK District sfeer. Zaterdagochtend stond in het teken van Represent your Crew. Met een nieuwe groepsindeling kreeg elke crew een spaanplaat om een grafittitag te maken. Ook de witte t-shirts bleven niet wit. ’s Avonds was dit letterlijk de aankleding van het feest! ‘s Middags zochten de crews met hun BKDistrict Tag zo veel mogelijk plekken in Delft op. Dit werd afgesloten met een barbecue, verzorgd door het nieuwe bestuur. Langzaam ging de bbq over in weer een spetterend feest. Zondagmiddag stond in het teken van een interactieve lezing verzorgd door de Architect en spelletjes in de schaduw. ’s Avonds was op de beestenmarkt de afsluiting van de SteeOwee en het begin van de Owee. Commissie, mentoren, vrijwilligers, sponsoren en niet te vergeten, deelnemers, ontzettend bedankt!//


studiereis

China 2012 Matthijs van Oostrum

In de vorige pantheon// is de studiereis van drie weken naar China al aangekondigd. In juli zijn we met 27 studenten en een docent afgereisd naar deze nieuwe wereldmacht, om van dichtbij mee te maken hoe het land omgaat met haar economische groei en enorme urbanisatie. Tijdens onze reis hebben we Beijing, Shanghai, Suzhou, Guangzhou, Shenzhen en Hong Kong bezocht. Inmiddels zijn we terug en delen we graag wat we in China hebben geleerd.

Beijing Na vele maanden voorbereiding vertrekt het ‘grote’ reisgezelschap op zaterdag 7 juli vanaf Schiphol richting Beijing. Beijing is al vele honderden jaren de hoofdstad van China en dat is duidelijk te zien. De oude stad is opgezet volgens een strak grid van stegen (hutongs) en winkelstraten (jie), waar her en der nog goed bewaarde stukken tussen zitten (helaas wordt er ook veel gesloopt). Ons hostel zat midden in die oude stad, net ten zuiden van het Verboden Paleis. Door de lange geschiedenis van Beijing staat de stad vol met triple A toeristenlocaties; de Verboden Stad, het zomerpaleis, de tempel van Hemelse Vrede en natuurlijk de Grote Muur. Daarnaast is Beijing rijk aan moderne architectuur, zoals het CCTV gebouw van OMA en het Olympisch park. Op de laatste dag was er een bezoek aan de universiteit ingepland.

Na een rondleiding over de grote universiteitscampus, waar zowel de studenten als docenten wonen, kregen we een aantal lezingen op de architectuurfaculteit. Martijn gaf uitleg over de studie architectuur en een drietal Chinese studenten presenteerde hun projecten. We sloten de ochtend af met een Chinese lunch op de faculteit. Na de lunch hebben we samen met een aantal Chinese studenten aan een opdracht gewerkt met als onderwerp woontypologieën in Beijing. Een van de vraagstukken was hoe we om kunnen gaan met gentrificatie en een nieuwe typologie

Shanghai

kunnen vinden voor de hutongs, zonder dat ze gesloopt hoeven te worden. Aan het einde van de dag werden de onderzoeken aan elkaar gepresenteerd.

de Franse concessie, op loopafstand van de Bund, het koloniale waterfront van de Engelse concessie. Al meteen op onze eerste wandeling door de stad merk je dat Shanghai een ander tempo heeft dan Beijing. De hele stad is bezaaid met bouwplaatsen, vaak op enkele meters afstand van het oude weefsel van de stad. Twee nieuwbouwprojecten trekken speciaal de aandacht: de Expo en het nieuwe CBD Pudong. Erg bijzonder in Shanghai is het New Town beleid, na deze gezien te hebben konden we ons een beter beeld vormen van het urbanisatievraagstuk van Shanghai.

Aan deze laatste dag kwam een einde in een zestien uur durende treinrit naar Shanghai. Ik moet eerlijk bekennen dat het lang is geleden dat ik zo blij was om 16 uur in een trein te liggen en te chillen om me weer op te laten voor het volgende avontuur.” Jan-Maarten Mulder

Na een prima nacht in de trein, kwamen we ’s ochtends vroeg aan in Shanghai. Shanghai was in de koloniale tijd een van de weinige havens waar Westerse schepen konden aanleggen en dit is goed af te lezen aan de stad. Naast de oude Chinese kern – die overigens veel kleiner is dan in Beijing – is het centrum in te delen in een aantal concessies die van oorsprong toebehoorden aan de koloniale machten. Ons hostel zat in het midden van

”Deze laatste dag in Beijing begon voor de meeste reizigers erg zwaar na een nachtje flink uitgaan. Aangekomen bij het metrostation bij de universiteit kregen we een rondleiding van Martijn de Geus. Hij is afgestudeerd aan de TU Delft en geeft op dit moment les aan Tsinghua University in Beijing. Onder zijn leiding bezochten we eerst een zo geheten ‘super block’. Een super block is ongeveer 300 bij 300 meter en is alleen toegankelijk voor bewoners. In het blok is het leefgebied van de mensen die in de torens wonen, waarin verschillende speel- en zitplekken zijn georganiseerd. De plint van het blok is verdeeld in twee delen, het gedeelte dat naar de stad is gericht met diverse winkels en cafés, en het gedeelte aan de binnentuin. In het binnenste gedeelte bevinden zich supermarkten, winkels en een zwembad die alleen bestemd zijn voor de mensen van het ‘super block’. Je kunt dit blok zien als een besloten gemeenschap in een grote stad. Super block bij Tsingua University, Beijing

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

7


“Deze dag stond een excursie gepland langs het enorme project ‘one city nine towns’ dat Shanghai onlangs gestart heeft. Om de woningnood in de stad op te lossen en de druk op Shanghai te verminderen, worden er in zeer korte tijd tien steden gebouwd: de middelgrote stad Songjiang, die inmiddels ongeveer een half miljoen inwoners heeft en hard aan het groeien is en daaromheen negen kleinere steden, voor allen ongeveer 800.000 mensen. Alle negen zijn in een bepaalde Europese stijl gebouwd. Onze tour begint in Thames Town, het klein Engeland van Shanghai. Het is een absurde ervaring om door een perfect Engels dorpje te lopen, dat zich behalve de nieuwe voegen tussen de stenen, enkele winkelcentra, en het warme en vochtige klimaat, nauwelijks verraadt. Alles is aanwezig, een vers Engels bakkertje, een ‘authentiek’ winkeltje met ouderwets metalen uithangbord waar je ‘stockings’ kan kopen en zelfs een grote kerk met glas-in-loodramen en een nageschilderd heiligenpaneel. Er is nog iets vreemds aan de hand met deze stad: overal is het uitgestorven. In het Urban Planning Center krijgen we een lezing van onze gids Harry den Hartog, schrijver

New Town Anting, Shanghai

van het boek Shanghai New Towns. Hij legt uit

stad lopen. Iedereen moest wel weer om drie

waarom de negen nieuwe steden ‘ghost towns’ worden genoemd en er ondanks de grote omvang maar een paar duizend mensen wonen. Omdat de woningprijzen stijgen, zijn alle huizen in een mum van tijd verkocht, en worden ze gebruikt voor speculatie. De eigenaren wonen in Shanghai en er zit pas weer toekomst in de steden wanneer de prijzen gaan dalen en er mensen komen wonen.

uur terug in het hostel zijn, omdat de nachttrein naar Guangzhou al vroeg in de avond zou vertrekken.

Na de lunch bezoeken we Anting, een andere van de negen steden. Anting is ontworpen door Albert Speer junior, de zoon van. Terwijl aan de buitenzijde van het centrum rijen lage flats in felle kleuren staan – het lijkt wel Legoland schaal 1:1 – bestaat het centrum zelf uit een enorm plein omgeven door kale grijze en oranje flats en een minimalistische kerk in dezelfde stijl. Nog doodser dan Thames Town, doet deze gigantische kale ruimte nogal unheimisch aan. Met zelfs het ontbreken van bomen en groen, is hier geen enkel leven te bekennen. Wat een absurde ervaring om hier rond te lopen. We sluiten de excursie af met een bezoekje aan een ‘echt’ Chinees stadje, met tempeltjes, een grote pagode, een riviertje en veel schattige kleine straatjes. Na Brandevoort en Esonstad misschien een idee voor in Nederland? Het is moeilijk voor te stellen. Zover gaan echt alleen de Chinezen.” Stella Groenewoud

Canton Tower, Guangzhou, IBA architecten

8

In Shanghai hadden we iets meer ruimte voor vrije tijd, dus op de laatste dag konden alle deelnemers op eigen gelegenheid door de

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Shenzhen & Guangzhou Opstaan was nog nooit zo goed. Na een heerlijk nachtje (uit)slapen in de trein, was het uitzicht op het Chinese platteland adembenemend. Jammer genoeg konden we er maar enkele uurtjes van genieten voordat we aankwamen in Guangzhou (ook wel Kanton genoemd), een miljoenenstad aan de monding van de Pearl River delta. In Guangzhou werden we opgewacht door een bus, die ons meenam naar twee architectonische hoogstandjes. De bus bracht ons aan het begin van de avond richting Shenzhen (weer zo’n miljoenenstad), dat op een uurtje of twee rijden lag. In Shenzhen hebben we onder andere de stock exchange van OMA en het Dafen Art Centre bezocht. Na het bliksembezoek van een dag in Shenzhen zijn we met de metro (!) vertrokken richting Hong Kong. “Misschien kwam het doordat we ons nooit echt een beeld van de stad hadden kunnen vormen, want waar we dachten dat het een schattig, klein Chinees stadje zou zijn, bleek het een gigantische metropool te zijn. Het is een stad van vijftien miljoen inwoners, en zoals onze gids vertelde, de helft van alle “made in China”-producten komt hiervandaan! Het eerste wat we bezochten, was het Guangzhou Opera House, ontworpen door Zaha Hadid. Hier kregen we een rondleiding waarbij we onder andere de indrukwekkende theaterzaal te zien


belemmerd door smog). Deze toren was architectonisch zeer interessant – de constructie zat aan de buitenzijde – maar voor het gewone volk was er ook genoeg vermaak. Vrije val-attracties, monorails, extra observationdecks: genoeg te doen – mits je bereid was flink te dokken. Enkele mensen waren dit daadwerkelijk, dus toen we weer beneden hadden afgesproken, ontbrak een deel van de groep. De rest heeft toen vast plaatsgenomen in een van de vele restaurants aan de voet van de toren.

Urban Planning Exhibition Center, Beijing

kregen, die geheel vormgegeven was voor de

Na het Guangzhou Opera House stapten we

ideale akoestiek en er ook nog eens schitterend uitzag: honderden lampjes in het plafond deden denken aan een sterrenhemel. Wat helaas grote afbreuk deed aan het gebouw was de afwerking, die zo noemenswaardig slecht was dat we er zelfs foto’s van hebben gemaakt.

weer in de bus en gingen naar de Canton Tower, een ruim zeshonderd meter hoge toren van het Nederlands architectenduo IBA. Met de hele groep zijn we hier naar boven gegaan, waar we een spectaculair uitzicht over de stad hadden (voorzover het zicht, zoals gewoonlijk, niet werd

Rond half zes konden we onze reis naar Shenzhen weer vervolgen, waar we ruim twee uur later aankwamen. Het hostel bleek naast mensen ook kakkerlakken te huisvesten, maar de fancy glazen tube-douches in sommige van de kamers verzachtte dit leed enigszins. Die avond nog werd het uitgaansleven van de stad verkend toen we met de groep wat zijn gaan drinken bij een barretje in de straat van het hostel, waarna sommigen nog doorgegaan zijn naar een club en een heftige avond gehad hebben. Shenzhen bleek een levendige stad te zijn: er zouden zeker een paar goede dagen in het verschiet liggen!” Maura Henkes

>>

SABIC s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

9


Hong Kong Hong Kong was tot 1997 nog een kolonie van Engeland en is nu een ‘special administrative region’ van China. Dit verleden is duidelijk terug te zien in de moderne, snelle stad. Ons hostel lag in de drukste wijk van de stad (Mong Kok), in een lekker chaotisch woongebouw met kamers in de vreemdste hoekjes van het gebouw. Aan het einde van de eerste dag werden we overvallen door tyfoon Vicente, de sterkste tyfoon sinds 1999 en moesten we ons terug trekken in ons hostel. “We worden wakker met gekletter op de ramen. Het tyfoonalarm is nog steeds een 8, dus helaas zullen we nog even binnen moeten blijven. Een beetje koffieleuten buiten de deur kan net en we aanschouwen de schade. Veel troep op straat – met name gesneuvelde paraplu’s – en regen, regen, regen… Wegens het slechte weer kunnen we nog even niet naar Macau. Dat stellen we uit tot morgen en vandaag dus het programmaonderdeel Hong Kong Island. Zodoende gaan we om 11 uur op weg naar Hong Kong Island aan de overzijde van Victoria Harbour. Hier vinden we meer grote luxe kantoorgebouwen en nog meer shopping malls. We proberen uitzicht te krijgen in het Lippo Centre, maar hier mogen we niet naar boven. Vervolgens bezoeken we I. M. Pei’s Bank of China. Op de 56e verdieping met spiegelplafond heb-

ben we een schitterend uitzicht met de prachtige dreigende luchten die nog steeds boven de stad hangen. Voor lunch worden we losgelaten in een winkelgebied waar de langste public escalator zich bevindt. Voor lunch kiezen we voor een stukje geschiedenis: het wordt fish and chips in plaats van rijst of noedels. Dan een afspraak op het kantoor van OMA, vestiging Asia. Bauke Albada geeft ons een informatieve presentatie over de werkzaamheden van OMA in Azië. Leuk om te zien hoe daar gewerkt wordt en in de presentatie interessant om te zien hoe zij omgaan met Aziatische opdrachten. Business is booming hier, dat is duidelijk. Na OMA via de public escalator de heuvel op. Op naar de peaktram om bovenaan Victoria Peak te komen! Steil en door de mist hijst het trammetje aan een kabel omhoog. Prachtig is het boven met alle lichtjes van Hong Kong, in de mist en met donkere wolken. De paraplu’s maken overuren sinds de tyfoon maar dat maakt ons niet zo veel uit. De lichtshow in Kowloon is vanaf hier goed te zien; alle gebouwen laten zich van hun beste kant zien. Wederom steil gaan we nu achterstevoren naar beneden met het trammetje. De wind is onderhand enigszins gaan liggen en ook de regen is weg: morgen met de boot naar Macau!” Rosa Stapel

Het uitzicht vanaf Victoria Peak op Hong Kong

10

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

De straten van Hong Kong, de ochtend na de tyfoon

Vanaf Hong Kong stad hebben we in totaal twee mooie excursies gemaakt naar Lantau Island met haar prachtige natuur en Macau met haar bizarre gokpaleizen. Geheel in stijl – het vliegveld van Hong Kong is ontworpen door Norman Foster – vlogen wij na drie fantastische weken weer terug naar Nederland.

Napublicatie en tentoonstelling Omdat we graag onze ervaringen delen met andere bouwkunde studenten is er op 18 oktober een expositie georganiseerd. Op deze expositie was een selectie van ons fotomateriaal te zien en hebben we een gebundeld fotoverslag overhandigd aan alle deelnemers.//


Neem nu een abonnement

75% studentenkorting

Voor slechts € 79,– ontvang je een jaar lang: • 11 x vakblad de Architect • 4 x thema iPad app • Online toegang tot het archief • Korting op diverse evenementen van de Architect • Korting op het Jaarboek de Architect Vraag naar deze aanbieding bij Stylos Het abonnement loopt vanaf 1 januari 2013 en je kunt ieder nieuw exemplaar ophalen bij de Stylosbookshop. Gratis nieuwsbrief? Meld je aan via www.deArchitect.nl/nieuwsbrief

Platform voor vakkennis en inspiratie

bouwen met staal


linked

h

P 12

D

v

C s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n


v 9

d

Illustration by Martine Duyvis computer from The Noun Project

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

13


herzien

bauhaus Roos Pulskens

In deze uitgave van het pantheon//, waar het samenkomen van de kunsten het hoofdonderwerp is, moeten we het natuurlijk hebben over het instituut waar deze samenkomst het belangrijkste onderdeel is van het curriculum. Op dit moment is een van de grootste iconen van de moderne architectuur, het gebouw Bauhaus onderhevig aan een grootschalige verbouwing. Gevels worden vernieuwd, ramen worden vervangen en er komen zonnepanelen op het dak om het gebouw van duurzaam energiegebruik te voorzien. Door vervanging van de ramen is het energiegebruik van het gebouw met een derde afgenomen, ook zijn de ramen hergebruikt voor een nieuw paviljoen (zie blz. 16). Reden te meer om een kijkje te nemen in zijn geschiedenis en wat het de

was de aanleiding voor de zoektocht naar een nieuwe orde in de kunsten, de maatschappij en in de wereld.1 Duitsland verkeerde in een economische crisis en de maatschappij was een puinhoop. Er ontstond een reactie in de vorm van een revolutie. Als oplossing zagen de initiatiefnemers van de school het als een noodzaak om te breken met de traditie. 2 Volgens Philipp Oswalt heeft het voorgaande tijdsbestek met het Duitse rijk, zijn nationalisme en zijn kapitalisme tot een dood eind geleid en wat er moest gebeuren was een

over de basis ordening. Deze bevatte compositie, de studie van kleur, textuur en expressie. Vorkuhrs (hét vak dat de grondslag voor de opleiding legt): hierin worden studenten gemotiveerd om de gewoontes en clichés van de Europese academische traditie af te leren. Om vervolgens een nieuw begin te maken door te experimenteren met natuurlijke elementen en abstracte vormen. De ideologie die hier heerste was het primitieve van het pure type. Hierin zou de interne wereld van de psyche zich onthullen in zijn natuurlijkheid. Samenwerken

toekomst te bieden heeft.

nieuw begin in elk aspect. Men zocht naar een stadium van het ‘nulde uur’ door terug te keren naar de basisvormen en -kleuren, evenals naar de geestesgesteldheid die heerste in het Gotische tijdsperk.

met de natuur en met materialen zou authentieke vormen genereren die een weerspiegeling vormden van het collectieve geloof. Al deze aspecten zouden vertaald worden in een alomvattend kunstwerk (Gesamtkunstwerk), dat later van betekenis zou kunnen zijn voor de samenleving. Een werkend collectief. De directeur zag architectuur en een gebouw als een ´total work of art´ dat een verafstaand doel was. Dat moest bereikt worden door een collectief. Studenten bleken teleurgesteld dat ze geen lessen kregen in het bouwen, één van de redenen voor een heroriëntatie van de school. Deze vond plaats in de jaren ´22 tot ´23 en de aandacht werd verschoven van het individuele kunstwerk naar een voorbereiding op prototypes voor de industriële vervaardiging van alledaagse gebruiksvoorwerpen. 3 Naast het lesgeven nu in verschillende ontwerpaspecten, werd er een poging gedaan om ook een substantiële culturele rol te verkrijgen voor de architectuur.2

Bauhaus: de maximale concentratie van interactie van voorheen geïsoleerde fenomenen. De interactie tussen verschillende esthetische disciplines, het samenkomen van kunst, ambacht, wetenschap en technologie, de smelting met het onderzoek, de leer en praktische toepassing. Als laatste is het een samenkomst van culturele invloeden van vele verschillende landen. 3 Wat is hier nou niet linked aan? Toch stonden de extreme verscheidenheid van de persoonlijkheden in de school in schril contrast met het veronderstelde concept van eenheid. Wellicht was dat de kracht in het geheel.

Geschiedenis Het wordt ook wel de mythe van Bauhaus genoemd. Het instituut dat altijd zijn kracht heeft uitgeoefend over de hele wereld, in sommige tijden minder dan andere, maar één die nog altijd aanwezig is. 3 Een school die in werkelijkheid maar 14 jaar echt heeft bestaan. In de tussentijd zijn er pogingen geweest om de oude kracht van het instituut te herstellen, maar tevergeefs. De laatste jaren komt het begrip weer vaker aan bod. Bauhaus bestaat nog steeds en oefent nog steeds invloed uit met het gebouw, de stijl, maar ook door haar voormalige educatieve programma. Is er een mogelijkheid dat de invloed van Bauhaus de komende jaren wellicht net zo groot kan worden als het in de jaren 1919 tot 1933 is geweest? Om het hoofd op te frissen, gaan we nog even de geschiedenis in. De puinhoop die de eerste wereldoorlog na 1918 had achtergelaten,

14

Bauhaus trok vanuit alle vakgebieden, met betrekking tot de kunsten en materiaal bewerking, de betere docenten naar zich toe. Vóór de school was men met de Werkbund al bezig de fundamentele vragen te stellen, over ambacht tegenover massaproductie, de relatie bruikbaarheid en schoonheid, en of een juiste vorm kan bestaan. De zaden voor het ontstaan van het Bauhaus principe waren al gezaaid. De Duitse Zeitgeist had in dezelfde tijd een ommezwaai gemaakt van het expressionisme naar de nieuwe objectiviteit. Een groep architecten bekeerde zich van esthetische experimenten naar rationele, functionele en soms zelfs gestandaardiseerde gebouwen. Ook het idee dat massaproductie zich verzoent met de individuele artistieke geest was al ontstaan. De revolutie was echter nodig om de zaadjes te laten ontkiemen. Allereerst was het de bedoeling dat de leerlingen alle basisprincipes leerden kennen.1 Het werd een noodzaak om het esthetische te verbinden met alledaagse gebruiksvoorwerpen. In het curriculum achtte Walter Gropius het dan ook van belang dat de leerlingen verschillende ambachten moesten leren, aangezien dat een garantie was voor ontwerpkwaliteit. Parallel aan deze ambachtelijke cursussen kregen studenten de volgende vakken: Formlehre (studie van de vorm): instructieles

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Toen in 1927 het ontwerp van Walter Gropius (directeur van 1919-1928) voor het Bauhaus gebouw was uitgevoerd, was voor hem zijn directeurschap als het ware geslaagd; hij trad dan ook in 1928 af om zich te concentreren op zijn eigen architectonische oefening. De school had volgens hem de top van zijn ontwikkeling bereikt. Samen met anderen had hij een programma opgezet dat gehuisvest was in een gebouw dat ten grondslag ligt aan de idealen van de school. Niet alleen door het samenbrengen van schilderkunst, ambacht en architectuur in één gebouw, maar het is een prototype geworden van een modern functio-


neel gebouw. Later onder beide andere directeuren, Hannes Meyer (1928-1930) en Ludwig Mies van der Rohe (1930-1933) bleef het doel van Bauhaus, inclusief Gropius’ Gesamtkunstwerk, geldig.

ma, komt bij Bauhaus voornamelijk terug in het onderwijsprogramma dat zij naar voren brengt om zijn doelen te kunnen verwezenlijken. Van belang is het tweede curriculum dat Walter Gropius heeft ingevoerd met als basis zijn memorabele diagram. (zie afbeelding 1) Ook dit curriculum functioneert als rolmodel, door de programmatische opzet. Kunst en technologie gaan hierin samen en worden zo opgenomen in de maatschappij.

nieuwe sociale context van vandaag? Waar ligt vandaag de dag de focus op?

Om te kijken naar de invloed die Bauhaus wellicht op de toekomst zou kunnen uitoefenen, is het handig eerst te onderzoeken hoe het begrip tot nu toe zo bekend is gebleven. Hiervoor verwijzen wij naar een tekst die Annemarie Jaeggi, voormalig directrice van het Bauhaus archief, heeft geschreven. Hierin verwijst ze naar Mies van der Rohe, hij zocht

Volgens Philipp Oswalt was het doel van Bauhaus het verbeteren van de kwaliteit van het dagelijks leven en het betaalbaar maken van woningen voor iedereen. Deze ambitieuze instelling moest een grote massa bereiken met innovaties van de radicale avant-garde. De geest van sociale verantwoordelijkheid bleef niet alleen theorie, maar werd ook praktijk. Deze praktijk had een directe weerklank op de gehele samenleving. Juist de eisen voor een op de toekomst gerichte maatschappij, hebben mede geleid tot de status van Bauhaus. Jaeggi vraagt zich af of de onafhankelijkheid

We kunnen concluderen dat de aandacht van de huidige architectuur en bouwkunst voornamelijk is gericht op duurzaamheid. De aarde zo min mogelijk belasten en alle materialen hergebruiken, recyclen en biologisch afbreekbaar maken. Toch willen veel mensen bepaalde duurzame oplossingen niet toepassen omdat ze niet het ‘geitewollen-sokken’ beeld willen uitdragen. Heel veel projecten die écht tot op het bot duurzaam zijn, hebben zo’n uitstraling. Neem de Earthships van Michael Reynolds5 waar in New Mexico mee wordt geëxperimenteerd, de zogeheten biotecture. Het is een fantastisch concept, een mens kan er jaren in wonen zonder de deur uit te gaan omdat het ook voorziet in voedselvoorziening, maar over de smaak valt te discussiëren. Zoals Philipp Oswalt in het belang van de esthetiek ook al meldt: de meeste ontwerpers zijn overgelopen naar het kamp van de stylistes, de esthetici, en de productverpakkingen die

namelijk de “origine van deze grootse invloed” die beoefend wordt “door de hele wereld” door de school die hij leidde in het volgende: “In de omstandigheden … dat het een idee is.

van de naam Bauhaus los kan worden gezien van zijn stijl, of dat het juist een slachtoffer is geworden van zijn naam. Zou het succesvol zijn om de vorm van aandacht die het nu heeft

overeenkomen met het esthetische belang van de verkoop en promotie. Uiterlijk telt voor alles.2 Kunnen we het duurzame esthetisch maken en andersom? //

Het sluiten van het instituut in 1933 door de nazi´s, heeft geleid tot de vermaardheid van de Bauhaus filosofie. Toen in datzelfde jaar de Bauhaus lieden door de nazi´s gedwongen werden te vluchten, verspreidde de invloed van Bauhaus zich in een korte tijd over de hele wereld.

Concept

‘De resonantie die uit de school is voortgekomen, kan niet worden bereikt door organisatie of propaganda. Alleen de idee heeft de kracht om zichzelf zo te verkondigen.‘3 De resonantie die uit de school is voortgekomen, kan niet worden bereikt door organisatie of propaganda. Alleen de idee heeft de kracht om zichzelf zo te verkondigen.”3 Waarna haar vraag rijst: ‘wat was het oorspronkelijke idee van Bauhaus?’ Jaeggi onderzoekt dit door Bauhaus te omschrijven als een conceptueel model. Allereerst om het model te beschouwen als een voorbeeldfunctie, een ideaal prototype, en ten tweede kan het model omschreven worden als het concretiseren van omstandigheden, oftewel het vastleggen van relaties en structuren. Model 1: Het gebouw en het principe erachter, zijn rolmodellen voor de hedendaagse kunst en architectuur. Tegelijkertijd een voorbeeld voor het maken van prototypes voor de industrie. Daarnaast als een kracht die verandering in de maatschappij brengt. Eentje die het menselijke individu en zijn omgeving hervormt. Model 2: De idee dat de structuur biedt en de omstandigheden concretiseert, het program-

te vertalen naar een bron van kracht? Volgens haar is de moraal hier een onvoorwaardelijke factor geworden die geassocieerd wordt met de principes van Bauhaus. Niet als een terugkeer naar het functionalisme, maar juist als rolmodel voor een betere samenleving.

Toekomst Met het besef dat de ideeën van Bauhaus vandaag de dag nog steeds heel erg actueel zijn, wil de huidige directeur van Stiftung Bauhaus Dessau, Philipp Oswalt, in “Bauhaus, a conceptual model” de suggestie geven dat de ideeën moeten worden vertaald naar een geheel nieuwe sociale context en dus naar geheel verschillende toepassingen. 3 Zo zijn volgens hem de ideeën en methoden die voortkwamen uit de school handig gereedschap voor degenen die zich zorgen maken over hedendaagse thema’s en problematiek. Echter, de concrete producten zullen heel anders zijn dan die uit de Bauhaus jaren. Want wat is de

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Afbeelding 1

15


paviljoen

bauhaus re-use Roos Pulskens

Tot voor kort waren deze elementen nog onderdeel van het UNESCO werelderfgoed van Bauhaus Dessau, Nu sieren ze het ´Tempelhofer Feld´ in Berlijn. Het zijn de hergebruikte puien van de wereldberoemde school, op een nieuwe locatie, in een nieuwe context en met een nieuwe betekenis. << Het Bauhaus re-use paviljoen bestaat volledig uit hergebruikte producten. Het functioneert als een ruimte waarin lezingen kunnen worden gehouden over het groen in de stad. Bestaande uit twee containers aan twee zijden en aan de andere zijden door twee Bauhaus puien. Ontworpen door het bureau Zukunftgeraeusche GbR, in 2005 ontstaan door de fusie van twee personen, Robert Hubert (architect) en Annekatrin Fischer (wetenschapspoliticoloog). Hun projecten bestaan voornamelijk uit experimentele architectuur, met name gericht op duurzaamheid. Het paviljoen is er één van velen. Het gaat om het hergebruiken van componenten, ze halen uit een hedendaags gebouw en ze opnieuw gebruiken. Het is een andere manier van kijken naar de architectuur. Wij nemen

ware antiek. Waar het nu om gaat is de massa, want het zijn 68 ramen. Als het er zoveel zijn, dan wordt het een materiaal, een bron, olie, dan wordt het meer dan een antiek object. Doe daar dan iets mee. Hoe we er precies op zijn gekomen is eigenlijk via Philipp Oswalt. Hij heeft de Nederlandse fabrikant van de nieuwe ramen, MHB, gevraagd de verwijderde ramen te schenken aan dit nieuwe initiatief. Hij had blijkbaar een zelfde soort gedachte en begon willekeurig om zich heen te vragen of mensen een idee hadden wat ermee gedaan kon worden. Vooral aan mensen die zich met dit soort projecten bezig houden. Het paviljoen is één klein project dat in een korte tijd gerealiseerd werd, om een kickstart te maken met de puien. Op termijn zijn er plannen voor een groter project, een groentekas, met de overgebleven ramen.

de gehele stedelijke omgeving en zien dat als

derzocht:

De esthetiek van zulke dingen speelt een hele grote rol. Hergebruikte producten en hun vorm moeten geaccepteerd worden door mensen. Er is altijd een doelgroep die ervoor open staat. Goede hergebruikte componenten zien er vaak een beetje ‘trashy’ uit, maar het hoort ook ruw te zijn, het heeft een hergebruikt karakter. Het is zaak om het niet te provoceren. Niet dat het waarde krijgt door hoe ‘shabby’ het eruit ziet, maar doordat het ‘shabby’ is. Pak het, vind het leuk en kijk naar wat het verhaal je vertelt. Zie de sporen en kijk wat je ermee kunt doen.

de geschiedenis: wat is de culturele waarde,

Conclusie

een soort opslagruimte, ook wel urban mining genoemd. Om minder natuurlijke bronnen aan te spreken is het zaak de dingen te gebruiken zoals ze zijn en dat dan met zo min mogelijk energie. Wat betekent deze opslag van bestaande elementen in de stad en het erfgoed van die componenten, zoals in het geval van de Bauhaus puien? In dit geval is er gekeken naar de overblijfselen van het modernisme en haar verleden. De volgende aspecten worden on-

del 1). Kunnen de modellen honderd jaar later een omgekeerde werking op elkaar hebben? (zie afbeelding 2) Zou deze duurzame verbouwing van het gebouw kunnen leiden naar een nieuw Bauhaus curriculum? De transformatie van kunst & technologie naar kunst & duurzaamheid? Dat kan helpen om de maatschappij voor zijn ondergang te behoeden en een toekomst te creëren voor de nieuwe generatie. Zoals Philipp Oswalt zegt als hij kijkt naar het werk van de huidige ontwerpers en stylistes: de verschijning van objecten telt alsnog voor alles.2 “Art and science are two different streams arise from the same creative source, and flow together into the same sea of general culture… Science teaches, art testifies, science persuades, art acts, science comprehends, informs, and certifies.” But art has more possibilities at its disposal, because it is able to influence the human psyche directly.3 Kan er een nieuwe balans ontstaan tussen kunst en technologie? Een technologie die de duurzaamheid integreert. Een technologie gebaseerd op de principes en de begrippen “reduce, reuse en recycle”.//

waarom zijn ze er? de bronnen: en de waarde ervan op duurzaamheidvlak. Als je beide opneemt in het ontwerp, ontstaat een duurzaam geheel. De bron is hergebruikt en het heeft een substantiële culturele waarde gekregen. Dit is de voornaamste reden om de ramen van deze school te hergebruiken. Bij het renoveren van de ramen van het Bauhaus, worden de oude vervangen door de nieuwe, de oude worden weggegooid. Drie of vier kunnen gebruikt worden om opgesla-

gen te worden en bewaard, ze worden als het

16

Het renoveren van het gebouw heeft geleid tot een verlaging van het energiegebruik tot een derde van het oorspronkelijke niveau.4 Zowel het hergebruik van de puien en de energieverlaging zijn voorbeelden van het inzetten van duurzaamheid in een nieuwe maatschappij. Kunnen we een conclusie trekken voor de toekomst van Bauhaus en het modellenprincipe van Jaeggi, waarin het model van Bauhaus stáát voor de kracht die verandering in de maatschappij teweegbrengt. We hebben gezien dat de ideeën van Bauhaus (model 2) hebben geleid tot Bauhaus, het gebouw (mo-

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Bronnen 1. Modern architecture since 1990 by William J.R. Curtis 2. Bauhaus conflicts 1919 - 2009 by Philipp Oswalt 3. Bauhaus a conceptual model edited by Hatje Cats 4. Baunetz Woche #283 5. http://earthship.com/ Informatie over bauhaus het bauhaus re-use paviljoen: > http://www.bauhaus-dessau.de > http://www.zukunftsgeraeusche.de/


architecture ISO P for STR Max Verhoeven

Architecture. He used to be complete. He was a homo universalis personified by Michelangelo Buonarroti among others, who was regarded as one of the most important Italian artists of the renaissance. He incorporated his creative talent in different occupations as architecture, painting, sculpting and writing poems. As time went by, industrialization as well as digitalization complicated the work of an architect, giving him an infinite amount of possibilities in construction, climate design, cladding and design. The field of creative vocations got more differentiated, which made people more specialized in their field of work. New jobs came into existence as for example graphic designer, computer animator and videographer. All requiring their own specific digital knowledge and skills - besides the creativeness. This in short has made architects to be architects. Therefore architecture has become lonely. Consistently dressed in black, with a standard 3 coffee per hour ratio and a chronic sleep deficit, architecture is once again looking for compatible partners to share joy and sorrow. Whether it would be the glamorous fashion, the bold graphic design or the nerdy computer animating, architecture is ready for experimenting.//

Links: Afbeelding 2. Boven: Bettina Krause. Onder: Zukunftsgeraeusche GbR

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

17


a form of art?

street art Hedwig van der Linden

Street art is a visual form of art which is developed in public places. Street artists situate art in an unusual context, in this way street art can be a powerful platform for reaching everyday people by making this art accessible for a broader public. Street art emerged in the seventies, when it was used to express political views. This phenomenon disappeared and street art became popular as a recognized form of art in the nineties. Some street artists want to have their work to communicate with all kind of people about social-relevant themes in an informal way with the use of esthetic values. You can find street art practically in all large cities in the world. Street art is not able to exist without having a context. The context and the work of art can be reinforced using the power of the existing environment. The streets, the context can be seen as a place to exhibit the art on buildings, ‘the museum walls’. When the art integrates in the street and the street integrates into the art, when the art is involved in the architecture and the architecture in the art, a connection will be seen between the different disciplines of architecture, urbanism and street art.

Aakash Nihalani, USA, work out of tape

Sometimes street art can be used to decorate a deteriorating building, to bring colour into the street.

Do architects consider street art as a recognized form of art? It can change the appearance of the architecture, which can be seen as an increase or a decrease of the image the building brings forward. As an example we can use the work of Nihalani, which is made with tape. This work has a big influence on the view of the building and the way you use it. The tape blocks an entrance of the building. Does this art have too much impact on the architecture?

The French street artist JR makes street art out of photographs. Once he covered an unoccupied building with Ernest Wither’s iconic photo of the 1968 Memphis sanitation workers strike. JR loves what the photo says: ‘we are humans, we are here, we want to exist.’ The photograph wasn’t from Washington but according to JR, this image showed the history of this neighborhood after the tumult that followed the assassination of Martin Luther King Jr.’s and to recent society of the state of American society. JR won the $100,000 TED prize in 2011 for his vow to “use art to turn the world

The street artist Vhils makes an image on a building by carving the façade, this can be seen as damaging the building or as a pure form of art.

inside out.” How long a work of street art will exist depends on the type of street art, the materials used, the weather and the appreciation of the work. JR about this type of work: “It depends

Blu, Italy, Draw The Line Festival in Campobasso

18

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

on the weather — it might stay for years, it might stay a couple of months. It might peel in a few places. I like that, too. I should never impose an image forever. I like how ephemeral it can be.” JR’s project ‘Women are Heroes’ includes a favela in Rio de Janeiro, Brazil. JR was looking for the similarity in the gaze of women who have had a painful past and long to build a future. JR tried to get closer to what is universal: the human being. The street artist Blu expresses his view about society. Blu made a painting for the Draw The Line Festival in Campobasso, Italy. This new wall generated some initial discussion, of which Blu is not unfamiliar with. He presents his views on war and on the way the military produces their soldiers.// > www.complex.com > www.washingtonpost.com > www.mission.tv


Top: JR, Rio de Janeiro, ‘Women are Heroes’ Bottom: JR, Washington, ‘I am a Man’

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

19


NDSM kunststad

een illusie van vrijheid Martine Duyvis & Thomas Broos

Een kijkje in de NDSM loods doet vragen over regulering oprijzen. Wat is de minimaal benodigde regulering in een broedplaats als deze en hoe past deze in het beeld van de Kunststad? Eind jaren ’90 werden de eerste plannen voor een broedplaats in de loods van de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij gemaakt. Deze loods bevindt zich aan de oevers van het IJ in Amsterdam-Noord op de voormalige scheepswerf. Kunstenaars en anderen die ruimte voor weinig geld wensen kunnen hier hun eigen werkplek bouwen. Kunstenaars in verschillende disciplines kunnen in een broedplaats profiteren van de input die ze van de anderen in hun omgeving krijgen. Een creatieve omgeving die het proces stimuleert en een plek waar ideeën worden uitgewisseld op informele wijze.
 De ‘creatieve stad’ in de NDSM-loods werd aanvankelijk vergeleken met de groei van sloppenwijken. Een vrije ontwikkeling die in onderling overleg overeenstemming bereikt, maar dat doet zonder inbreng van de (lokale) overheid. Wildgroei zogezegd. Gesteund door een directe verbinding met Amsterdam Centraal per pont is het omringende gebied nadien met de komst van de ‘IJ-kantine’, de pannenkoekenboot, café/ontmoetingsplek ‘Noorderlicht’, een vestiging van de ‘Brood’ keten, studentenwooncontainers en tijdelijke invullingen als het Magneetfestival uitgegroeid tot een attractie in de stad. ‘De NDSM-werf’ is een begrip geworden voor Amsterdam. Een alternatief voor de grachten waar volgens Deelder de toeristen je ‘’je vreten uit je bek zitten te kijken’’. 
Wat ons interesseerde tijdens ons bezoek, was de manier waarop deze beoogde wildgroei in relatie met de geldende regelgevingen door interne en externe invloeden vormgegeven wordt. 

Want dat er een ordening moest zijn, dat was duidelijk. In het geheugen ligt nog de poging van Joep van Lieshout om vrijstaat AVL-ville op te richten - inclusief een eigen grondwet - een poging die helaas mislukt is. We stappen de NDSM-loods binnen bij de trap naar het spiksplinternieuwe skatepark dat op half de hoogte in het gebouw zweeft. De ooit zo rebelse cultuur oogt hier als een opkomende commerciemachine. Eerst passeren we een skateboardshop, dan een klein barretje en we

20

Foto: Martine Duyvis

eindigen bij het hekje met uitkijk op een optimaal ontworpen skateplein. 
Er is geen sprake van zelfgebouwde ramps, rails en wat meer waar skaters hun ooit zo rauwe energie op kunnen botvieren; integendeel, we vermoedden zelfs dat er in het barretje een

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

EHBO-kist aanwezig is. Wat opvalt is het hoge gehalte jongeren van onder de 15. De bordjes ‘betreden op eigen risico’, ‘entree’, ‘ouders niet op de baan svp’, twee 10-jarigen en een blikje minute-maid apple binnen één vierkante meter verraden een verkapte crèche waarin wél


een hiërarchische structuur is aangebracht. We lopen de trap weer af, nemen de andere ingang en stappen de hoofdruimte binnen. Het eerste dat opvalt zijn de posters van organisaties die denken aan te kunnen sluiten op of profijt te trekken van deze hotspot. Theaterproducties, concerten, tentoonstellingen, brainstormavonden: alles vindt zijn plek op de gigantische witte schuifdeur waarvan nu alleen nog maar de kleine ingang wordt gebruikt. 
Ook de intern afgesproken regelgeving vindt men binnen de eerste paar meters. Openingstijden hangen op de deur bij de ingang en een paar meter verder staat een bord met een bird’s-eye view van het gebouw en alle gevestigde bewoners van het pand. Uit dat laatste blijkt dat de ingebouwde kantoortjes en werkplaatsen zijn onderworpen aan een strak ontworpen plan. Straten, steegjes en een aantal tactisch geplaatste trappen bepalen de structuur. De kantoortjes zelf zijn echter aan een overdosis zelfexpressie onderhevig; met posters behangen wanden, snackbarbordjes bij bedrijven die geen snackbar zijn, deuren die doen denken aan een scène uit Star Trek. Beter kijkend naar de kakofonie van expressies in de hal zien we bepaalde terugkerende elementen. Nooduitgang bordjes en brandslangen zijn in een regelmatig raster gesitueerd in de ruimte. Deze voorzieningen, gereguleerd door de externe overheid, lijken echter in geen enkel opzicht te congrueren met de gebouw-

Foto: Thomas Broos

de stad. Waar de ene kant van de hal bijna een grote lege ruimte is en de andere kant een bebouwde wereld, zien we aan beide zijdes op dezelfde plekken deze elementen terugkeren. Waar de wildgroei een asymmetrische vorm aanneemt, lijkt deze overheidsregulering zich niet aan te passen. Overheidsregulering uit zich hierdoor in een ongenuanceerd voorschrift voor een dynamisch gebied. Na het bezoek aan de loods lopen we over het NDSM terrein. De oude werf is nog steeds tamelijk verlaten. Het uitzicht op het betonnen

landschap wordt gesierd door een aantal vervallen trams en een oude havenkraan. De plek is ook een geliefde graffiti spot, overal waar je kijkt zie je tags en grotere kunstwerken, behalve op de NDSM-loods zelf. De loods blijkt een monument te zijn, modificatie vrijwel geheel uitsluitend. Dit lijkt enigszins tegenstrijdig met het idee van wildgroei. De NDSM-loods is minder het land van waan en waas dan gedacht. Het uit zich eerder als een organisatie als we kijken naar de grote hoeveelheid verbodsbordjes naast de ingang. Honden mogen niet naar binnen, het is verboden te parkeren en, zoals al eerder genoemd, NDSM heeft openingstijden. Deze regulering is niet zonder reden toegepast. Regulering zorgt ervoor dat het een gebied is waar de creatieveling op een veilige manier een vrij gevoel ervaart. De illusie van vrijheid lijkt voldoende voor de kunstenaars in deze omgeving. Het lijkt alsof je je in een eigen wereld waant, maar wanneer je goed kijkt zie je de connecties met de echte wereld zich ontvouwen.//

Foto: Thomas Broos

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

21


hyperlinks Thomas Broos

‘In the tumult of the digital revolution, McLuhan is relevant anew’ – Wired magazine. A back cover praise for McLuhan and Fiore’s influential classic ‘The medium is the Massage: An Inventory of Effects’, but why exactly? We can easily say that the digital revolution is creating a link between almost all of us, but because the digital does not need us to be in the same place to communicate, InDeSem themed architecture to be ‘Losing Ground’ in 2011. McLuhan is relevant for this issue ‘linked’ and for the course of InDeSem 2013 because he states that the ‘instantaneous world of electric informational media’ is not causing us to lose anything physical, just that we Westerners lost our Renaissance legacy; detaching perspective images; print-technology creating authorship. In short: the digital revolution causes us to lose our framed and detached view on the world. But, he says, we are getting something in return for it... We cannot understand the way our senses work without also understanding the media through which we perceive. These different forms of media have the power to change our way of perceiving almost completely. The social media, or the instantaneous media, are creating an environment for our senses that works fundamentally different from everything

cultures who now have as much power to be. What we have gained through this type of media is that anyone nowadays can become famous on reality-TV, YouTube and soundcloud. We witnessed the loss of the main-culture’s power, maybe most historical in the broken authorship of the ruling record-companies,

‘There is a fight going on between the individual and the big institutions.’ that directly relates back to the Renaissance environment. The way we perceive in this environment is the way ‘primitive’ people would perceive. Less caused by the hegemony of the eye -seeing is believing- and more caused by a horizonless, acoustic and olfactory type of space. Where before we could build a centre, nowadays the centre is to be seen as an infinite process of centre-creation by ever changing patterns and signs. Not fixed but on the move. The Generic comes to mind. Where the Internet -the www.hyperlink- would create such an environment, where anything is possible and out there, to influence potentially everyone on such a centreless and horizonless basis, we have witnessed the taming influence of the main-culture and the rise of the sub-

22

with the rise of Napster. But almost as significant also was its fall. That other power -lawtook care of that. There is a fight going on between the individual that creates the masses, and the big institutions for maintenance of power. Where the masses have won a few battles, I would argue that the powerful institutions are still fighting back their loss in for instance the creation of the serviceable app as opposed to the website. Streamlined and designed to be of service to you, it is also very much designed to collect all sorts of data from you. Where this differs from Big Brother, I think, is that where Big Brother was predicted to be a power exerted over us

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

without question, the situation nowadays is at least so that we knowingly agree to this collection of data and the usage of them. But can we still do without? I believe we can, and it is thus that the most successful services in this new media-environment are for free. Google, Facebook, Spotify... But the thing that is sure is that these companies are definitely making money out of these services. They just ‘rephrase’ what you give to them in return, in the form of a very detailed contract that can keep getting updates as they see fit. Because: who reads these things anyway? Didn’t we all agree to Facebook’s latest changes? The result is that what you hand over to them becomes very vague for the regular user. And that’s what makes it so difficult, because you actually agreed to hand everything over yourself. If they take advantage of you, you can cry all you want in front of a judge but you will not get any further. So I guess that what I am saying is: in this linked world, if you value your personal order, please keep a close watch on the patterns that make up your environment. Especially because you are also agreeing to them yourself instead of Big Brother being the bad guy on his own.//


venice biennale

the spandrel

Thomas Broos

Map the common ground without tracing: the assignment given by the Delft School of Design workshop at the Venice Architecture Biennale: A workshop themed ‘Sensibility is Ground Zero’. How to map the biennale, without tracing? How to show what it is without making a representation that inevitably falls back into a false narrative, an experience that was not the actual experience and can never be that experience. What made the biennale was the relation between exhibitions: the interval, the transition, the spandrel. The spandrel is a space where the qualities in the separate exhibitions merge. The space that has to exist but was never meant to be. In the spandrel everything intermingles. One can hear sounds of room A and room B. One can see the last bit of room A and see the first of room B. The transitive space between the rooms represents nothing, rather it is something. The spandrel is hardly designed but very pragmatic. It’s the actualization of the virtuality of the relation between room A and B. In making this transition the spandrel, in opposition to the exhibition itself, does not represent architecture. It IS architecture. But then what is this spandrel? Where does it begin, where does it stop? It doesn’t. The spandrel is not just the curtain between the rooms, not just the opening in the wall, not just the narrow slightly designed alley from room A to B. The spandrel continues further into the room, is more comprehensively being constructed. Until the point where we notice that the whole biennale is a spandrel with only a few points of designed attention. And when we accept this, we can also do away with the last bit of singular representation. If only by introducing memory and expectations. When we look at the last singular representation, we remember the previous and expect the next.

architectural forecast Martine Duyvis

spandrel between the few designed vertical metres of exhibition and what, a bit higher, becomes that what is not represented: the building of the arsenale or the greenery between the pavillions. And we can do the same for this. So the entire building and its formerly called content is a spandrel. In Giardini, the entire greenery is a spandrel. And where the greenery contains the pavilions, the pavilions become building for the objects in it and so on. The spandrel thus connects not only rooms, but it also connects the backstage of

Since summer is over and autumn has arrived, we are turning introvert again. The long days are over and we crave for a nice cup of tea at home instead of having drinks on a terrace. Although we move inside, public space is still very important. We sometimes tend to forget that there is lots of public space inside. Look at stations, shoppingmalls and theatres. All these buildings are infiltrated with public space. When these places make us feel at home or have more facilities than our own houses, we might even rather drink our cup of tea here than at home. But how do we create an atmosphere like this and which

the Bienale to the exhibition itself, the exbition to it’s venue and the Arsenale to Giardini.

facilities are needed?

From this we can say that also Venice is the biennale’s spandrel, what was first Giardini and Arsenale. So the biennale is not a static narrative, it is constantly being constructed. To stay the same it must always become in order to be. So one sees the biennale not being either open or closed but the biennale becoming opened and becoming closed. It’s the Bienale in continuous becoming. The greenery swiped clean, the Russian pavillion being opened, the boats being tied and getting loose. The biennale is an enormous effort to represent what was ‘now’. But it can never just be, because it already inspired us before it even opened months ago, and has -while the ‘now’ of the common ground is tried to be represented- already learned us so much. Which we will of course start to use before the official closing. And we don’t think they will mind us doing so. The common ground is that all we’re getting spandrelled.// The ‘author’ is only co-author of this edited version of a draft produced at the Venice Biennale 2012 and is much indebted to the DSD, Argus and his fellow group-members for making this version possible.

This summer the Venice Biennale opened its doors with the theme ‘Common Ground’. Focusing on the different sorts of public space (but reaching even further then our definition of this space) it shows problems and solutions. While the world globalizes fast, our public space changes. With the introduction of the computer and smartphone we introduced virtual public space. Public space has become an even more dynamic space, while architecture is still relatively static. How can we design successfully in this fast moving world? Do we need to design more dynamic spaces and in what way? An office like Asymptote has been doing research on these more virtual dynamic spaces. But do their research results also offer enough comfort for an autumn day? Would we want to leave our house for a computer based world or should it be more subtle? While autumn makes it tempting to stay home and live our life in the virtual space, it could be a trigger for us, architects, to think of ways to persuade ourselves to go outside. Could we create a new kind of space, which combines the virtual and the real and which becomes an homy meetingplace? Darker days make people more sensitive for depressions. We get isolated from everything that summer brings: sun, outdoor dinners and parties, beachdays and endless sunsets. What if we create a lively indoor meetingplace that makes people leave their houses and enjoy even the darker day? Could we change the weather by changing the perception?//

But it is not only in the case of what we formerly named room A and B, there is also a

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

23


interview

jong & ondernemend Margot Overvoorde & Max Verhoeven

Na of zelfs tijdens een studie Bouwkunde beginnen veel studenten iets voor zichzelf. Iets wat vaak in relatie tot architectuur staat, maar net iets anders is dan hetgeen waar ze op afstuderen. In gesprek met drie jonge ondernemers. APTO Wat doen jullie precies? Wij maken architectuur. APTO betekent to fit, to apply, to adjust. Wij programmeren, ontwerpen en realiseren hoogwaardige interieurs en zijn een actieve speler in planontwikkeling voor bestaande- en nieuwe bouw. APTO is een jong multidisciplinair bureau dat actief acteert op het gebied van architectuur en ontwikkeling. Naast de esthetische en technische componenten, integreren wij ook de financiële en

APTO Robbert Arkenbout (09-06-1986) Studie Bachelor Bouwkunde TU Delft ( juni 2008) Master Real Estate & Housing CREM TU Delft (aoril 2012)Werk Junior Projectontwikkelaar, HD Projectrealisatie (2009), Internship, H&K Architecten (2008), Informateur, Van ‘t Hof Rijnland Vastgoedmanagement (2004-2007) Milan Bergh (17-04-1985) Studie: Bachelor Bouwkunde TU Delft (afgestudeerd juni 2008), Master Architectuur TU Delft (verwacht: begin 2013) Werk: Assistant architect, AGS Schwencke Rosbach (2002), Organisation Stylos summer excursion “Booming China”, Organisation Indesem 2007 with Winy Maas Mark Halbmeijer (27-05-1987) Studie: Bachelor Bouwkunde TU Delft (afgestudeerd juni 2008), Master Real Estate & Housing DCM TU Delft (afgestudeerd mei 2011), Summerschool Jiatong University (2010) Werk: Assistent projectmanager, G&S Vastgoed (2010), Internship, studio 8 architecten (2008), Real Estate Career Day, organization (2010), Presidentenforum host (2011), Stee Owee, stylos (2007), Voluma, Kriminele, DSC (2008)

24

In januari 2012 is er een partner bijgekomen, Mark Halbmeijer. Als oud bouwkunde student, focust hij zich binnen APTO op de realisatie en projectmanagement van de projecten. Is er een groot verschil in werkwijze tussen jullie interieur- en andere projecten? Er zijn geen grote verschillen aan te wijzen in de manier waarop wij interieur- of gebouwontwerpen aanpakken. Voor iedere opgave geloven wij in een integrale aanpak waarin verschillende vakdisciplines worden gecom-

politieke aspecten in onze projecten. Met BIM (Bouw Informatie Model) brengen wij deze vier componenten in balans. Met deze aanpak geven wij een nieuwe vorm aan de rol van de architect, een die mee kan in de toekomst.

bineerd om tot het gewenste eindresultaat te komen. Hierbij gebruiken wij BIM niet alleen als communicatiemiddel, maar denken ook na over de mogelijkheden voor digital fabrication en de onderhoudsfase.

Hoe kwamen jullie op het idee? In de basis leer je tijdens de Bouwkunde opleiding tekenen en rekenen. Echter, wij miste in onze studie een synergie van beide vakexpertises. APTO is opgericht vanuit het idee om deze professies te combineren, met als einddoel om architectuur te maken. Met BIM kunnen we van deze twee talen, één taal maken, waardoor er architectuur ontstaat welke niet alleen op technisch en esthetisch vlak mee kan, maar ook financieel en politiek. Doorslaggevend voor de oprichting van APTO was het krijgen van twee opdrachten voor het maken van een ontwerp voor een kantoorinterieur in het Microsoft Outlook gebouw in Amsterdam en voor een industriële hal met kantoorruimte in Alphen aan den Rijn. Dit was de potentiële kans, om naast de bouwkunde studie, te beginnen met het opbouwen van een eigen bedrijf.

Wat is een grotere leerschool, de studiebanken of de praktijk? De combinatie van studeren en werken in de praktijk is de grootste uitdaging. Maar onze ervaring is dat werkzaamheden in de praktijk een goede input zijn voor je studie. Vanuit de praktijk word je bewust van je persoonlijke interesses en kwaliteiten. Het wordt voor jezelf makkelijker om keuzes te maken binnen je studie loopbaan.

Hoe kennen jullie elkaar? APTO is drie jaar geleden door Robbert Arkenbout en Milan Bergh opgericht. Wij hebben elkaar leren kennen tijdens een renovatie ontwerpproject van semester vijf van de Bachelor. Na afronding van de Bachelor opleiding zijn wij APTO gestart vanuit de studeerkamer van Milan Bergh en inmiddels zijn wij uitgegroeid tot een jonge interdisciplinaire organisatie en is ons kantoor gevestigd in Amsterdam.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Hoeveel tijd steken jullie er gemiddeld per week in? Inmiddels zijn wij fulltime werkzaam binnen APTO. Tijdens de Bouwkunde studie werkte wij gemiddeld vier dagen in de week voor APTO. Hoe zetten jullie jezelf op de markt? De meeste partijen huren ons in voor het ontwerp, maar doordat wij de kennis en ervaring hebben op het gebied van BIM, pakken wij vaak ook gedeelten van de initiatie en uitvoering mee. Hierbij kunnen afspraken met de klant met betrekking tot de kwaliteit van het begin tot het einde gewaarborgd blijven. Door het vele samenwerken met andere specialisten binnen bouwkunde, kan een full service geleverd worden aan de klant. Naast het actief communiceren via social media, maken we gebruik van een website waar-


op onze projecten bekeken kunnen worden. Verder geven wij lezingen en workshops aan bedrijven over Het Nieuwe Werken, transformatie van leegstaande kantoorgebouwen en de toekomst met BIM.

Common Fraction

COMMON FRACTION

What are you guys about? Fashion design, interior design & graphic art 2D & 3D.

Born: 2010 Interests: architecture, product design, graphic design, fashion & art

Hebben jullie een opstart kapitaal en bedrijfsplan nodig gehad? Toen APTO werd opgericht, hebben wij een klein kapitaal geïnvesteerd om te beschikken over de juiste instrumenten en middelen. Verder hebben wij een bedrijfsplan opgesteld, waarin onze visie staat beschreven en de jaarlijkse prognose. Het opstellen van een bedrijfsplan helpt je bij het kritisch nadenken over de toekomstige marktpositionering, doel-

How did you two meet? We met one night in the crazy city of Amsterdam. We spoke the same languages, we have same interests and we even lived on the same street. It was just meant to be.

stellingen en prognoses van jouw bedrijf.

able to create as long as we can with this dynamic concept. We consider this situation as a gift. In my opinion Common Fraction is really about weaving our thoughts together to attain a broader understanding of aestheticism.

Hoe onderscheiden jullie je van het bestaande? Er is niet zozeer een sterke wil aanwezig om ons te willen onderscheiden van de rest. Wij geloven dat onze aanpak vernieuwend is en daarmee een nieuwe nichemarkt full service kan bedienen. Tips voor andere studenten die iets soortgelijks/bedrijf willen beginnen? Kun je het studenten aanraden? Als jij degene bent die zelfstandig te werk kan gaan en gevoel en passie heeft voor ondernemen, dan raden wij studenten aan om een eigen bedrijf te beginnen. Tegenwoordig is er zeer veel informatie beschikbaar op internet (en op de website van Kamer van Koophandel) over welke stappen je dient te doorlopen voor het oprichten van je eigen bedrijf. Zolang je dicht bij je eigen passie blijft voor het vakgebied waar jij verder in wilt, vind je het enthousiasme en de energie om te blijven gaan. Wat is jullie visie en toekomstvisie? Komend jaar willen wij verder innoveren in het programmeren, ontwerpen en realiseren van ontwerpen op gebouw en interieurniveau. Daarbij zetten wij in op de verdere ontwikkeling van de mogelijkheden met BIM, niet alleen in de uitvoering, maar bovenal in de initiatie- en onderhoudsfase. We gaan binnen de bouw de komende tijd enorme efficiëntieslagen maken door digitalisering en daar willen wij als APTO in voorop lopen.//

What is Common Fraction about? It is about having fun and experimenting. Common Fraction likes to break boundaries and blend media together. Our goal is to be

How did you get the idea to start common fraction? I was constantly asking Mira for confirmation about what I did and vice versa to get some kind of acknowledgment and to make it complete. Every designer can relate to it; you get lost in the design process, and then each other’s confirmation is like a finishing touch. Do you feel like you complement each other? Yes of course, not only in the design process but from the technical point of view as well, with today’s abundance of programs and machines, being with the two of us, is a luxury and gives us more perspective. Most of all we are challenging each other permanently and that is our drive. How did you come up with the name? It was about finding a name that would represent our common work, therefore COMMONFRACTION. How do you stand out from other design companies? First of all we are not in it for the money. We do it because we love it and that is a statement by itself. We design for people and not for markets.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Bertrand Delangre Born in France, Interior designer Education: Bsc Graphic design, Malmö University (Malmö, Sweden) & Msc Interior design, Konstfack University College of Arts Crafts and Design (Stockholm, Sweden) Hobby’s: Hunting for inspiration, music, collecting moments. Favourite architect/designer: Philippe Boisselier, Ora Ito. Mira Sohlen Born in Sweden, Fashion designer Education: Fashion and Design, AMFI (Amsterdam) & Fashion, Gerrit Rietveld Academie (Amsterdam) Hobby’s: Apart from fashion and all the ingredients to it, I like to discover new places, be spontaneous, and have nice and long dinners with a good bottle of wine. Favourite architect/designer: Juun J

How to put yourselves on the market? Besides the normal media channel we believe in the people. Socializing and widthening our network is part of our daily main task. Be enthusiastic. We live our product. Did you have any startup capital? No, we build it up by working extra jobs and putting money aside. Do you have any tips for other young creatives that want to start a business? Understanding the need of your customers and provide the dream. Take it step by step.//

25


interview

jong & ondernemend Margot Overvoorde & Max Verhoeven

Na of zelfs tijdens een studie Bouwkunde beginnen veel studenten iets voor zichzelf. Iets wat vaak in relatie tot architectuur staat, maar net iets anders is dan hetgeen waar ze op afstuderen. In gesprek met drie jonge ondernemers. APTO Wat doen jullie precies? Wij maken architectuur. APTO betekent to fit, to apply, to adjust. Wij programmeren, ontwerpen en realiseren hoogwaardige interieurs en zijn een actieve speler in planontwikkeling voor bestaande- en nieuwe bouw. APTO is een jong multidisciplinair bureau dat actief acteert op het gebied van architectuur en ontwikkeling. Naast de esthetische en technische componenten, integreren wij ook de financiële en

APTO Robbert Arkenbout (09-06-1986) Studie Bachelor Bouwkunde TU Delft ( juni 2008) Master Real Estate & Housing CREM TU Delft (aoril 2012)Werk Junior Projectontwikkelaar, HD Projectrealisatie (2009), Internship, H&K Architecten (2008), Informateur, Van ‘t Hof Rijnland Vastgoedmanagement (2004-2007) Milan Bergh (17-04-1985) Studie: Bachelor Bouwkunde TU Delft (afgestudeerd juni 2008), Master Architectuur TU Delft (verwacht: begin 2013) Werk: Assistant architect, AGS Schwencke Rosbach (2002), Organisation Stylos summer excursion “Booming China”, Organisation Indesem 2007 with Winy Maas Mark Halbmeijer (27-05-1987) Studie: Bachelor Bouwkunde TU Delft (afgestudeerd juni 2008), Master Real Estate & Housing DCM TU Delft (afgestudeerd mei 2011), Summerschool Jiatong University (2010) Werk: Assistent projectmanager, G&S Vastgoed (2010), Internship, studio 8 architecten (2008), Real Estate Career Day, organization (2010), Presidentenforum host (2011), Stee Owee, stylos (2007), Voluma, Kriminele, DSC (2008)

26

In januari 2012 is er een partner bijgekomen, Mark Halbmeijer. Als oud bouwkunde student, focust hij zich binnen APTO op de realisatie en projectmanagement van de projecten. Is er een groot verschil in werkwijze tussen jullie interieur- en andere projecten? Er zijn geen grote verschillen aan te wijzen in de manier waarop wij interieur- of gebouwontwerpen aanpakken. Voor iedere opgave geloven wij in een integrale aanpak waarin verschillende vakdisciplines worden gecom-

politieke aspecten in onze projecten. Met BIM (Bouw Informatie Model) brengen wij deze vier componenten in balans. Met deze aanpak geven wij een nieuwe vorm aan de rol van de architect, een die mee kan in de toekomst.

bineerd om tot het gewenste eindresultaat te komen. Hierbij gebruiken wij BIM niet alleen als communicatiemiddel, maar denken ook na over de mogelijkheden voor digital fabrication en de onderhoudsfase.

Hoe kwamen jullie op het idee? In de basis leer je tijdens de Bouwkunde opleiding tekenen en rekenen. Echter, wij miste in onze studie een synergie van beide vakexpertises. APTO is opgericht vanuit het idee om deze professies te combineren, met als einddoel om architectuur te maken. Met BIM kunnen we van deze twee talen, één taal maken, waardoor er architectuur ontstaat welke niet alleen op technisch en esthetisch vlak mee kan, maar ook financieel en politiek. Doorslaggevend voor de oprichting van APTO was het krijgen van twee opdrachten voor het maken van een ontwerp voor een kantoorinterieur in het Microsoft Outlook gebouw in Amsterdam en voor een industriële hal met kantoorruimte in Alphen aan den Rijn. Dit was de potentiële kans, om naast de bouwkunde studie, te beginnen met het opbouwen van een eigen bedrijf.

Wat is een grotere leerschool, de studiebanken of de praktijk? De combinatie van studeren en werken in de praktijk is de grootste uitdaging. Maar onze ervaring is dat werkzaamheden in de praktijk een goede input zijn voor je studie. Vanuit de praktijk word je bewust van je persoonlijke interesses en kwaliteiten. Het wordt voor jezelf makkelijker om keuzes te maken binnen je studie loopbaan.

Hoe kennen jullie elkaar? APTO is drie jaar geleden door Robbert Arkenbout en Milan Bergh opgericht. Wij hebben elkaar leren kennen tijdens een renovatie ontwerpproject van semester vijf van de Bachelor. Na afronding van de Bachelor opleiding zijn wij APTO gestart vanuit de studeerkamer van Milan Bergh en inmiddels zijn wij uitgegroeid tot een jonge interdisciplinaire organisatie en is ons kantoor gevestigd in Amsterdam.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Hoeveel tijd steken jullie er gemiddeld per week in? Inmiddels zijn wij fulltime werkzaam binnen APTO. Tijdens de Bouwkunde studie werkte wij gemiddeld vier dagen in de week voor APTO. Hoe zetten jullie jezelf op de markt? De meeste partijen huren ons in voor het ontwerp, maar doordat wij de kennis en ervaring hebben op het gebied van BIM, pakken wij vaak ook gedeelten van de initiatie en uitvoering mee. Hierbij kunnen afspraken met de klant met betrekking tot de kwaliteit van het begin tot het einde gewaarborgd blijven. Door het vele samenwerken met andere specialisten binnen bouwkunde, kan een full service geleverd worden aan de klant. Naast het actief communiceren via social media, maken we gebruik van een website waar-


op onze projecten bekeken kunnen worden. Verder geven wij lezingen en workshops aan bedrijven over Het Nieuwe Werken, transformatie van leegstaande kantoorgebouwen en de toekomst met BIM.

Common Fraction

COMMON FRACTION

What are you guys about? Fashion design, interior design & graphic art 2D & 3D.

Born: 2010 Interests: architecture, product design, graphic design, fashion & art

Hebben jullie een opstart kapitaal en bedrijfsplan nodig gehad? Toen APTO werd opgericht, hebben wij een klein kapitaal geïnvesteerd om te beschikken over de juiste instrumenten en middelen. Verder hebben wij een bedrijfsplan opgesteld, waarin onze visie staat beschreven en de jaarlijkse prognose. Het opstellen van een bedrijfsplan helpt je bij het kritisch nadenken over de toekomstige marktpositionering, doel-

How did you two meet? We met one night in the crazy city of Amsterdam. We spoke the same languages, we have same interests and we even lived on the same street. It was just meant to be.

stellingen en prognoses van jouw bedrijf.

able to create as long as we can with this dynamic concept. We consider this situation as a gift. In my opinion Common Fraction is really about weaving our thoughts together to attain a broader understanding of aestheticism.

Hoe onderscheiden jullie je van het bestaande? Er is niet zozeer een sterke wil aanwezig om ons te willen onderscheiden van de rest. Wij geloven dat onze aanpak vernieuwend is en daarmee een nieuwe nichemarkt full service kan bedienen. Tips voor andere studenten die iets soortgelijks/bedrijf willen beginnen? Kun je het studenten aanraden? Als jij degene bent die zelfstandig te werk kan gaan en gevoel en passie heeft voor ondernemen, dan raden wij studenten aan om een eigen bedrijf te beginnen. Tegenwoordig is er zeer veel informatie beschikbaar op internet (en op de website van Kamer van Koophandel) over welke stappen je dient te doorlopen voor het oprichten van je eigen bedrijf. Zolang je dicht bij je eigen passie blijft voor het vakgebied waar jij verder in wilt, vind je het enthousiasme en de energie om te blijven gaan. Wat is jullie visie en toekomstvisie? Komend jaar willen wij verder innoveren in het programmeren, ontwerpen en realiseren van ontwerpen op gebouw en interieurniveau. Daarbij zetten wij in op de verdere ontwikkeling van de mogelijkheden met BIM, niet alleen in de uitvoering, maar bovenal in de initiatie- en onderhoudsfase. We gaan binnen de bouw de komende tijd enorme efficiëntieslagen maken door digitalisering en daar willen wij als APTO in voorop lopen.//

What is Common Fraction about? It is about having fun and experimenting. Common Fraction likes to break boundaries and blend media together. Our goal is to be

How did you get the idea to start common fraction? I was constantly asking Mira for confirmation about what I did and vice versa to get some kind of acknowledgment and to make it complete. Every designer can relate to it; you get lost in the design process, and then each other’s confirmation is like a finishing touch. Do you feel like you complement each other? Yes of course, not only in the design process but from the technical point of view as well, with today’s abundance of programs and machines, being with the two of us, is a luxury and gives us more perspective. Most of all we are challenging each other permanently and that is our drive. How did you come up with the name? It was about finding a name that would represent our common work, therefore COMMONFRACTION. How do you stand out from other design companies? First of all we are not in it for the money. We do it because we love it and that is a statement by itself. We design for people and not for markets.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Bertrand Delangre Born in France, Interior designer Education: Bsc Graphic design, Malmö University (Malmö, Sweden) & Msc Interior design, Konstfack University College of Arts Crafts and Design (Stockholm, Sweden) Hobby’s: Hunting for inspiration, music, collecting moments. Favourite architect/designer: Philippe Boisselier, Ora Ito. Mira Sohlen Born in Sweden, Fashion designer Education: Fashion and Design, AMFI (Amsterdam) & Fashion, Gerrit Rietveld Academie (Amsterdam) Hobby’s: Apart from fashion and all the ingredients to it, I like to discover new places, be spontaneous, and have nice and long dinners with a good bottle of wine. Favourite architect/designer: Juun J

How to put yourselves on the market? Besides the normal media channel we believe in the people. Socializing and widthening our network is part of our daily main task. Be enthusiastic. We live our product. Did you have any startup capital? No, we build it up by working extra jobs and putting money aside. Do you have any tips for other young creatives that want to start a business? Understanding the need of your customers and provide the dream. Take it step by step.//

27


Online Ontwerpers Wat doen jullie precies? OnlineOntwerpers.nl legt de link tussen studenten die een stage of opdracht zoeken en architectenbureaus en opdrachtgevers die dit aanbieden. Met een account kunnen de studenten zich inschrijven en reageren op opdrachten. De architectenbureaus kunnen stages aanbieden en kunnen via een zoekmachine de portfoliopagina’s van studenten vinden. Hoe kwamen jullie op het idee? Vorig jaar zomer zocht ik (Marco) zelf kleine opdrachten, maar dat ging moeilijk. Toen kwam het idee om een site op te zetten, waar mensen werden verzameld en een kleine community zouden vormen om opdrachten uit te voeren. Dit werd alleen wat groter toen ik in die zomer Arco erbij betrok die de site kon maken om het groter en professioneler aan te kunnen pakken.

Online Ontwerpers Marco Gijsen Werk: vanaf 2012 werkzaam bij Marc Koehler architects in Amsterdam Geboren: 16 november 1987 Studie: Student van master Architectuur aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Bachelor Bouwkunde behaald aan de TU in Delft. Arco Mul Werk: vanaf 2009 werkzaam bij webdesignbureau Netsquare in Mijdrecht Geboren: 25 februari 1992 Studie: 2e Jaars student Game Development aan de Hogeschool van Amsterdam

Hoe kennen jullie elkaar? Arco is mijn achterneef en we zaten bij dezelfde sportvereniging toen we vorig jaar in de zomer samen zijn gaan werken aan de site, ondertussen is er ook een derde persoon bij betrokken. Hoeveel tijd steken jullie er gemiddeld per week in? Arco en de tweede programmeur steken er nu beide gemiddeld 6 uur per week in en ik werk in de avonduren naast mijn studie en baan aan ons project. Waar de tijd nu voornamelijk in programmeren zit zal, wanneer de site echt in de lucht gaat en gebruikt gaat worden, de tijd vooral zitten in het bekend maken bij studenten en opdrachtgever en zo de site promoten.

http://onlineontwerpers.nl/ De site is nog in de opbouw fase, maar inschrijven kan al wel, op het moment dat de site online gaat kan de student zich meteen registreren.

28

Hoe zetten jullie jezelf op de markt? De promo is tot nu toe nog beperkt, het plan is om eerst de site helemaal af en werkend te krijgen en dan op alle bouwkunst en –kunde opleidingen te gaan posteren en flyeren om zo naamsbekendheid te gaan krijgen onder de studenten. De bedrijven en opdrachtgevers zijn moeilijker te bereiken, maar de studenten komen eerst, daarna komen de opdrachten en stages. Er wordt nu al zoveel mogelijk geprobeerd het mondeling te verspreiden en een idee is om het, als er al een groep studenten is aangesloten, te publiceren in vakbladen en andere media.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Verdienen jullie hier geld mee/is het de bedoeling om hier geld mee te verdienen? Ons hoofddoel is niet geld verdienen, voor de studenten zal het dan ook altijd gratis blijven. Sterker nog: studenten kunnen er mogelijk wat aan verdienen. De gemaakte kosten willen we gaan dekken uit de diensten die we leveren aan bedrijven en opdrachtgevers. Hebben jullie een opstart kapitaal en ondernemersplan nodig gehad? Nee, alles gaat tot nu toe nog uit eigen zak. Straks, als er meer promo gedaan moet worden en er moeten affiches afgedrukt worden, dan lopen de bedragen op en hebben we wellicht sponsors nodig. Hoe onderscheiden jullie je van andere stage aanbiedingen bij bijv. studieverenigingen, stage-zoek-sites en universiteit sites? We maken het specifiek voor de architect, stedenbouwer, landschapsarchitect en interieurontwerper. Studenten kunnen bij ons reageren op vacatures, maar bedrijven kunnen bij ons stagiaires zoeken op basis van: beschikbaarheid, locatie, portfolio, cv, opleiding, werkervaring en praktijkopdrachten op onze site. We kunnen hierdoor beter sorteren op kwaliteit dan andere stage aanbieders. Waarom is de site in het Nederlands? We richten ons nu op de Nederlandse studenten en opdrachtgevers, om ook niet meteen een te grote groep aan te spreken en het overzichtelijk te houden. Als de site een succes wordt is het in het Engels maken van de site een volgende stap. Tips voor andere studenten die iets soortgelijks/bedrijf willen beginnen? Als je een goed idee hebt, gewoon doen, maar het is wel belangrijk om te weten hoe je je onderscheidt van wat er al is. Heb je nog tips voor het vinden van opdrachten en stages? Heel belangrijk is een goed portfolio! Daar kijken de opdrachtgevers het eerst naar, het moet elke pagina blijven boeien, duidelijk en overzichtelijk zijn en er goed uitzien. De lezing van Mecanoo die vorig academisch jaar is georganiseerd geeft heel wat goede do’s en don’ts. Een overzicht met tips willen we ook op de site zetten.


Waltman’s

bouwshop

Wat is jullie visie en toekomstvisie? Nu zijn we vooral bezig met het overzichtelijk maken van vraag en aanbod in stages en opdrachten en dat zo soepel en snel mogelijk te laten verlopen.

Met je Stylos lidmaatschap kun je korting krijgen op de onderstaande artikelen bij de bouwshop. Op vertoon van deze bon kun je bij Waltman gebruik maken van deze aantrekkelijke korting! De actie loopt tot 21 december 2012.

Voor de toekomst is het idee er om binnen de site ook een optie te maken om met een groep een opdracht aan te nemen. Deze kun je van te voren samenstellen, maar er kan ook op ingeschreven worden. Een tweede idee is om een brainstormsessie over een opdracht te organiseren, waarbij een bedrijf een opdracht geeft en daar met een groep studenten een week aan wil zitten en daar dus een groep voor ‘inhuurt’. Zo wordt het niet alleen een site, maar zo wordt het wat concreter.//

-10%

Solliciteren met een portfolio

>> HP in ear koptelefoon

Op 21 juni 2012 heeft Ellen van der Wal van Mecanoo architecten een lezing gegeven over solliciteren met een portfolio, daar werden een aantal tips gegeven. Hier een overzicht van de do’s en don’ts. Solliciteren Al is er geen vacature, je portfolio en CV opsturen kan altijd, je hebt altijd een kans, er wordt gezocht naar de beste mensen. Alle opties aanpakken, je kunt altijd hogerop komen binnen een bureau. Vaak beginnen bureaus met het portfolio bekijken, met het cv ernaast. Wat stuur je op? Zorg dat je sollicitatie volledig is, een cv, een motivatiebrief en een portfolio. Zorg dat je bestanden goed te openen zijn, de plaatjes van goede kwaliteit en goed leesbaar. Een site waar je je portfolio als een digitaal tijdschrift op kan zetten werkt heel goed.

-10% >> maquette poppetjes

Portfolio Het portfolio mag wel lang zijn, maar zorg dat de aandacht erbij blijft, maak wel een selectie. Afstudeerproject is zeer belangrijk, mag er groot in. Ook projecten waar je aan hebt meegewerkt, gewoon vermelden. Doe er, naast alle architectuur projecten, ook andere projecten, schetsen en tekeningen in, waar uit af te leiden is dat je cratief bent en andere interesses hebt. Hoe val je op tussen alle sollicitanten? Maak je portfolio onderscheidend. Grafisch moet het ook goed zijn, het portfolio goed gelayout, mooi en creatief. Niet teveel tekst, kleine toelichting, vooral plaatjes, renders, maquettefoto’s zijn belangrijk. In Delft is maquettes bouwen belangrijk, maar voor bureaus zijn renders ook belangrijk, stop het erbij als je het hebt, als je het kan.

-10%

CV Zorg dat je cv volledig is, maar dat je cv niet te lang is, niet alle bijbaantjes hoeven erin. Goed om dingen naast je studie te doen, stages, andere studies, buitenland, werken, besturen.

>> tekenkoker rood/blauw

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

29


double interview

the art of visualising Martine Duyvis & Thomas Broos

Since visualisations are almost as important as the design itself a new field of work has arisen: architectural visualisation. An interview with two visualisation artists. Nowadays architecture students learn a bit of visualising during their studies. At our faculty we have some general courses in the Bachelor phase and some more advanced courses in the Master, enough for most of us to make some basic visualisations. Rendering and Photoshopping costs lots of time. Would we want to spend our time on these visuals or rather work on our design proposal? That is why most architectural offices work together with render artists, who are specialised in making those visualisations. Most of them do have some architectural or designing background, but decided to make another career. We talked with two of them about their profession. Vilius Juknevicius, who studied architecture in Lithu-

ania and Sweden and Dennis van Dooijeweert, who studied architecture in The Netherlands. When did you start making visualisations, during your studies or before? V: I have done quite some painting and drawing before, but I started doing visualizations only after a few years of studying. D: During my education I came in contact with the 3D modelling of architecture, soon afterwards I became interested in the rendering of 3D models. What do you prefer: working in an architectural office or working as a visualizer? V: It differs greatly depending on what project

image by Dennis van Dooijeweert, the Renderfabriek

30

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

one is rendering or what architectural work one is doing. Although I like visualizing ideas very much, I do like those ideas to be mine! So I guess working on architecture itself is my final goal. Dennis started his own business after his study architecture: the Renderfabriek. D: After my architectural education I decided to study product design. During this study I founded the Renderfabriek as a side-job to provide for my study expenses. I could have started working as a CAD-drawer at an architectural firm, but I was disappointed that I would have so little influence on the actual design of the building. Of course I could have


continued my studies to become an architect, but I still had a long way to go since I had to continue from MBO-level on. Besides that I had little affinity with drawing details. That is why I chose to work as a renderer. From the start of the Renderfabriek’s founding I had two studios as clients, but soon it expanded and I was offered more and more jobs. In the second year of my studies it was no longer manageable, so I decided tot stop with my studies. From that moment on I worked full time for the Renderfabriek. How did you acquire your skills? V: As I mentioned before I had some skills in composition and drawing from before my studies, which were very important when I started doing visualisations. I also got the chance to do the images in my first job in a architectural office, and from then on it turned to a sort of a vicious circle: one gets to do the renders since one is good at them, and one gets better and better at rendering since one always does it. D: Practice, practice and more practice! Learning to make 3D visualisations takes an enormous amount of time. The Internet is full of forums and tutorials about rendering and 3D software, which I paid close attention to. Because of this it started to become a hobby that I could use in my education. Nowadays I am still active on various forums, which makes that I’m always up to date with the latest developments in rendering and 3D modelling. Do you prefer visualizing your own designs or do you see visualizations as an artwork itself? V: I see visualizations as an artwork in itself, although it is a part of a bigger concept and you share much of the creative work with the author of the design. The ideas that a “render artist” is rendering are not his, so it is only natural that he has certain restrictions. Therefore without a shadow of a doubt I can say that as a trained architect I prefer to visualize my own work, or projects that I have worked on, since it gives a better understanding of the goals and makes the renders more natural and consistent with the design. How much input do you have while rendering for someone? Do you have your own style or does your employer decide that? V: It differs from project to project, from office to office, but usually there is a lot of input, guides and requests. I think the final style of a image is a mixture of customers wishes, the project itself, time given, software used and of

course my personal abilities and preferences. So I think I do have a certain style (or preferences), but it is merely a single player in a set of factors. D: Some employers want everything to be exactly as they prescribe from the start, others give me (partial) free-reign. I do not think either one of the versions is a problem; so I also think it is very exciting and demanding of my skills to make a 3D visualisation exactly as an employer wants. All employers that I work for come to me because I always try to make a 3D visualisation as photorealistic as possible. So they know from the start what kind of style they can expect. Do you keep a critical eye on the design of someone else or don’t you think that that is part of the job? V: I think it is not necessarily a part of the job, but I cannot restrain myself from looking at projects as an architect. I think that depends more on the relationship one establishes with the customer. D: I can’t really make any changes to the design of the building itself. I do however always try to think in the interest of the employer; so it happens regularly that something has to be improved and adjusted because of my input. Choose: are visualisations architecture or art? V: Sometimes they are both and sometimes they are neither. D: Architecture is a form of art right? But if I have to choose I would pick architecture, because I always try to create an image that is as photorealistic as possible. Could you live from your visualisation work? What kind of jobs do you get? V: I think I could definitely make a living, but I am not sure if I want to ‘’just’’ do rendering. So far I have been getting jobs together with the architectural part of it, which I think is great, being able to do both things. D: I can live off it just fine! In the beginning after the founding of the Renderfabriek it was quite hard to get by because I lost tremendous amounts of time on things like accounting, putting up a website and acquisition. The jobs I get are very diverse; big jobs like a complete street view with 40 renovated houses or a complete new interior for the theatre in Almere. These took weeks of hard work. Small jobs are most often the interiors of houses.

>> s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

weg met wit Maya van der Lande

“Maak het wit dan is het Design”, design met hoofdletter D welteverstaan. Sla de Mark open en zie, architecturale, witte, uitblinkers. Een vreemde gewaarwording aangezien puur wit juist de kleur is die niet in de natuur voorkomt. Als interieur ontwerper en architect in spé vraag ik mij soms af waar wij dit als ontwerpers hebben laten gebeuren. Volgens Alain de Botton straalt een ruimte uit hoe wij als ontwerper impliceren dat deze gebruikt moet worden. Hoe is het dan de bedoeling dat wij deze witte ruimten gebruiken, laat staan hoe wij ons hier moeten voelen? Vooral niet bewegen en géén vlekken maken. Le Corbusier geloofde in de kracht van kleur. In zijn bouwwerken bracht hij verschillende kleuren aan waardoor een spel van kleuren ontstond, net zoals in zijn schilderijen; de polychromie architecturale. In 1933 constateerde Léger een breuk tussen de architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst, waarvoor hij de architect verantwoordelijk zag. De kritiek die het modernisme heeft ontvangen is dan wel lichtelijk verstomd door de opkomst van het postmodernisme. Echter, de kunde om de mens ietwat te vergeten in bouwwerken blijft een gave van de architect. Hoewel een wit design object clean en vernieuwend oogt, moeten we ons afvragen of we niet liever willen dat deze ook uitstraalt dat deze gebruikt mag worden, een verhaal krijgt en herinneringen met zich meedraagt. Het is niet uitgesloten dat dit gebeurt bij het genoemde object, wel impliceren we hier als ontwerper dat het object clean moet blijven. Design objecten lijken steeds meer status objecten te worden, waarbij ontwerpers als Maarten Baas mooi tegengeluid zijn. Het gebruiken van een kleur geeft naar mijn idee ook angstW. Wit is immers veilig en ‘altijd goed’. De kennis van de werking van kleuren is wellicht te beperkt en zorgt ervoor dat we bang zijn dat de gebruiker hier verkeerd op reageert. Zou het dan pure luiheid zijn waardoor we geen energie steken in het gebruiken van kleur? Eigenlijk kunnen we ons gewoonweg niet onttrekken aan het gebruik hiervan, in de natuur zijn we immers van origine altijd omringd door een kleurenrijkheid, waardoor het ontbreken hiervan in onze eigen gecreëerde omgeving mij kunstmatig en beperkend aandoet. Laten wij als nieuwe generatie architecten afstappen van het idee dat wit Design is. Laten we de kleur ter hand nemen en onze angst opzij zetten. Willen we immers niet dat men zich veilig en thuis voelt, en het idee heeft te mogen léven in onze gebouwen? //

31


Is there more work for render artists than for architects? And would you recommend it? V: Although the amount of work is closely connected to the economical situation (no projects, no work for architects, no need for visualisations), I think that there is right now more work for render artists, mostly due to the excess of architects in most European countries. I am not sure how long this is going to last on account of globalisation of the market and development of new software. To those who are considering a career like this, I would definitely say give it a try. Those who are persistent, determined and take pleasure in what they are doing will succeed. D: I can recommend everyone to start a business for himself, but a few years work-experience will not hurt. If you do start one yourself after that, take into account that you will have to get involved in things like accounting, marketing, communication and trainings for your field of work. But if you can’t find a job you can always try! Just don’t expect golden mountains from the start, but it is quite the challenge and you have lots of freedom that you wouldn’t have in a regular job.//

32

Top: Modern Art Museum in Vilnius, competition proposal by Audrius Ambrasas Architects, image by Vilius Juknevicius. Bottom: Apartment building in Gävle by N1 arkitekter and Oxygen architects for Skanska AB, image by Vilius Juknevicius.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n


Looks van toen, specs van nu

MEER LICHT

MHB SL30-ISO® en Classic-ISO® Op basis van de SL30-ISO® maakt MHB de unieke eigenschappen van dit ultraslanke stalen profielsysteem ook toepasbaar in hoogwaardige restauratieprojecten. Zo koppelt de Classic-ISO® optimale isolerende eigenschappen en 100% wind- en waterdichtheid aan de klassieke uitstraling van stoeltjesprofielen. Zowel de MHB SL30-ISO® als Classic-ISO® zijn uitvoerbaar met naar binnen en buiten draaiende ramen en deuren.Zelfs draai- of valramen zijn mogelijk, ook in combinatie met grote glasoppervlakten. Renoveer of restaureer met MHB en uw object gaat weer generaties mee. MHB paste dit stalen gepatenteerde profielsysteem toe in het afgebeelde project.

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

33


@graphic designer

tekst en uitleg Martine Duyvis

In het voormalig graanpakhuis ‘De Volharding’ aan het Spaarne in Haarlem bevindt zich Tekst & Uitleg. Een interview met oprichter en eigenaar Eric Duyvis laat ons een kijkje nemen in de wereld van de multidisciplinair ontwerper. Hoe is Tekst & Uitleg ooit begonnen? Toen ik in 1981 van de academie (red. Gerrit Rietveld Academie) kwam, kon ik twee dingen doen. Ik kon gaan werken en fouten maken op kosten van een bureau of door schade en schande wijs worden. Ik koos voor de tweede mogelijkheid. Met een vriend voor de ‘zakelijke kant van de zaak’ en een tekstschrijver begon ik het bureau in Haarlem, vandaar de naam, maar de samenwerking met de tekstschrijver werd al snel beëindigd. De naam hebben we wel gehouden. Hij klinkt in mijn oren

wandschildering in het gebouw Technische Natuurkunde op de TU. Ik denk niet dat die er nog is. Er zal wel netjes overheen gewit zijn.

nu een beetje gedateerd, maar het blijft wel goed bij mensen hangen.

en daarmee het bedrijf.

Was het moeilijk om je eigen bedrijf op te zetten? Nee, ik vond het niet moeilijk. Je leert wel nieuwe dingen, maar omdat het een vrij beroep is, is het niet lastig om op te zetten. Je moet natuurlijk ook wel een beetje geluk hebben, maar als je je werk goed doet en je je afspraken nakomt groeit de klantenkring vanzelf

‘We werken met veel externe specialisten op allerlei vakgebieden.’ Had je daarvoor ook al werkervaring? Ik was begonnen met klusjes terwijl ik op de academie zat. Zo maakte ik illustraties, logo’s en verzorgde ik de lay-out van een aantal blaadjes. Ik herinner me uit die tijd ook een

Wat voor een soort projecten doen jullie? We zijn actief op veel verschillende ontwerpgebieden, dus de projecten zijn uiteenlopend. We houden ons bezig met grafische vormgeving, ruimtelijk ontwerp en multime-

dia design. Onder dat laatste verstaan we dan webdesign, maar ook bijvoorbeeld interactieve games. Zo ontwerpen wij veel musea en tentoonstellingen. Het leuke van dat soort opdrachten is de combinatie van de verschillende ontwerpdisciplines waar wij ons mee bezig houden. Werken jullie dan ook samen met andere vakgebieden? We werken veel met externe specialisten op allerlei vakgebieden. Wij zijn een soort spin in het web tijdens zo’n project. We hebben dan bijvoorbeeld filmers en programmeurs waarmee we samen werken. Het voordeel is dat er tegenwoordig steeds meer mensen als ZZP’er gaan werken, waardoor er heel veel mogelijkheden voor samenwerking zijn. Zijn jullie tijdens een complexe opdracht de verbindende factor tussen deze specialisten? Wij zijn meestal de opdrachtnemer, we stellen per project een team samen, dus in dat opzicht wel. Wanneer je met de goede mensen werkt en je biedt iedereen de ruimte, hoef je alleen maar aan te sturen en niet veel bij te sturen. Dan kan iedereen zijn specialisme inbrengen en loopt alles meestal op rolletjes. Hoe zie je je rol van grafisch ontwerper in deze projecten? Wij zijn niet meer alleen grafisch bezig, maar multidisciplinair. De laatste tijd ben ik zelf meer een coördinator. Ik ga in gesprek met klanten en stel een team samen. Zelf houd ik me meer bezig met het concept en wat minder met het daadwerkelijk vormgeven, maar ik kijk natuurlijk wel over de schouder mee.

profiel naam: Tekst & Uitleg opgericht: 1981 stad: Haarlem oprichter: Eric Duyvis website: www.tekstenuileg.nl Foto’s: Frank Bindels

34

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n


Hoeveel mensen zijn er in dienst? Ik heb vier werknemers. Daarnaast heb ik wel eens geëxperimenteerd met compagnons, maar dat beviel niet zo. Het voordeel is dat je dan de verantwoordelijkheid deelt, maar uiteindelijk drukt die gevoelsmatig toch altijd het zwaarst op je eigen schouders. Één kapitein op het schip werkt voor mij toch het beste. Wat is de sfeer op het bureau? Het is altijd vrij informeel en naast serieus werk is er ook genoeg tijd voor een praatje of een grapje. Omdat we een klein bureau zijn kent iedereen elkaar ook goed en dat zorgt ervoor dat het altijd gezellig is. In wat voor een soort pand zitten jullie? We hebben ons bureau in een bedrijvenverzamelgebouw dat we zelf hebben opgezet. Het is een oud pakhuis aan het water, dat we zelf hebben verbouwd. Vervolgens hebben

‘We hebben onszelf omringd met andere vakgebieden die van belang zijn voor ons werk.’ Wat doen jullie qua ruimtelijk ontwerp opdrachten? We hebben hier twee afgestudeerd interieurontwerpers op het bureau. Het ontwerpen van een tentoonstelling of museum gaat echter ook altijd weer samen met grafisch ontwerp en multimedia/interactive design. Dan zijn we gezamenlijk bezig om een compleet ontwerp te leveren.

ben ik vaak op pad naar klanten, besprekingen, uitvoering van projecten, et cetera. We lunchen gemeenschappelijk en iedereen die dan op de studio is eet een hapje mee.

we kunnen kiezen wie er nog meer in zouden komen werken. Zo werken er nu nog een aantal grafisch ontwerpers, programmeurs en een fotograaf. Naast ons pand zit ook nog een meubelmaker, die bouwt meubels voor een aantal projecten van ons. We hebben onszelf omringd met andere vakgebieden die van belang zijn voor ons werk. Met welke drie woorden zou je Tekst & Uitleg samenvatten? Geen woorden maar...//

Is dit wat jullie altijd al hebben gedaan? Nee, we zijn echt grafisch begonnen, maar het grafische vak is aardig uitgehold. Tegenwoordig kan iedereen met esthetisch gevoel, een computer en een grafisch programma een mooi blad in elkaar zetten.Je hoeft geen grafische opleiding meer te doen om grafisch bezig te zijn. Hierdoor is de spoeling dunner geworden en zijn we ons met het bureau meer gaan richten op het multidisciplinair ontwerpen. Hoe ziet een dag bij jullie eruit? We beginnen ’s ochtends met gezamenlijke koffie dan bespreken we wat er staat te gebeuren. Daarna gaat iedereen aan het werk. Zelf

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

35


interview

phos graphis

Hedwig van der Linden

Na een ontmoeting met fotograaf Ronald Tilleman op de Architect@WORK beurs in Ahoy Rotterdam, volgde een interview met de Rotterdamse fotograaf in het teken van de link tussen architectuur en fotografie. Tilleman is ervaren architectuur- (interieur en exterieur) en reclamefotograaf en heeft verschillende prijzen gewonnen, waaronder recent de PANL-award, IPA-award, AOPopen en de International Masters cup. Hij is medeoprichter van DAPh (Dutch Architecture Photographers) en lid van PANL (Photographers Association of the Netherlands). De onderwerpen die hij belicht zijn uiteraard architectuur, maar ook interieur, landschap, infrastructuur en mensen.

dimensionale weergave een tweedimensionale weergave. Zo bedenkt de fotograaf wat hij wilt overbrengen van hetgeen er al is. Om tot deze tweedimensionale weergave te komen, hebben fotografen verschillende manieren en stijlen. Je kunt als fotograaf registrerend of construerend te werk gaan. Als Tilleman een opdracht krijgt, zorgt hij ervoor dat hij voldoende informatie heeft over het gebouw zodat er alvast een idee, een beeld in het hoofd geconstrueerd kan worden. Door goed voorbereid aan het werk te gaan geef je “geluk” en

Tilleman vertelt dat het weleens voorkomt dat het gebouw al opgeleverd is en er foto’s gewenst worden, maar dat er nog allerlei troep van de aannemer in en om het gebouw aanwezig is. Tilleman probeert dit dan zo min mogelijk in beeld te brengen. Zodoende heeft een fotograaf te maken met de omstandigheden en ontstaan er soms moeilijke puzzeltjes. Als architect kun je renders vanuit elk standpunt maken, bijvoorbeeld vanuit de lucht of vanuit een muur. Als fotograaf heb je te maken met natuurwetten en

Fotografie komt van de Griekse woorden φώς (phos) “licht” en γραφίς (graphis) “pen, kwast”. Zo is fotograferen eigenlijk niets anders dan het schrijven, het ontwerpen met licht. In de architectuur schrijft en ontwerpt men met een pen en anno 2012 tevens met een muis. Een fotograaf maakt een ontwerp met licht, hetgeen je belicht weerkaatst en een foto is ontworpen. Als architect begin je met niets en maak je een gebouw, een driedimensionale weergave. Als fotograaf maak je van een drie-

“toeval” de ruimte je te helpen bij het maken van onderscheidende foto’s. Het is van belang de oriëntatie van het gebouw te kennen in verband met de lichtval. Als de textuur van de materialen van belang is, dan is voldoende licht vereist. Wordt het grafische aspect van het gebouw, de vlakken en lijnen vastgelegd, dan is minder helderheid benodigd. Ook kennis van eventuele gebouwen in de omgeving is van belang gezien de schaduw die deze gebouwen kunnen werpen.

kunnen sommige dingen simpelweg niet. Tilleman vertelt dat het van belang is altijd verder te blijven kijken en vindingrijk te zijn. Zo had hij de opdracht het Drents Museum in Assen van Erick van Egeraat vast te leggen in een beeld, waarbij de oude architectuur en de nieuwe architectuur te zien is. Dit leek onmogelijk, totdat Tilleman wat uit zijn tas wilde pakken en iets oranjes voorbij zag flitsen. Dit was de weerspiegeling van de dakpannen van de oude architectuur in het glas van het nieuwe gebouw. Als fotograaf bereid je je voor op de opdracht, maar welk beeld uiteindelijk tot stand komt wordt bepaald door wat het gebouw met je doet. Tilleman vindt het van belang dat hetgeen je laat zien op de foto klopt met wat je voelt. De sfeer die de foto heeft, hangt af van de stijl van de architect. Tilleman is niet dogmatisch; hij vindt de smaak van de architect van belang en probeert dat in een beeld vast te leggen. Uiteraard hebben fotografen ook een bepaalde stijl. Zo zegt Tilleman meestal de werken van zijn collega’s te herkennen. Hetgeen te vergelijken is met architecten die elkanders werk ook weten te onderscheiden. Als een architect opdracht geeft aan een bepaalde fotograaf , zal dat betekenen dat de architect acht dat er een goede samenwerking zal zijn tussen beiden. De kunst is om met de juiste visie en techniek het juiste beeld te maken. Fotografie heeft net als architectuur een technische kant, de techniek behoort in orde te zijn. Als een foto technisch niet klopt gaat de foto wringen. Zo

DUO, Groningen, UNStudio © Ronald Tilleman/DAPh

36

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n


lees je een boek niet uit als de zinnen niet lekker lezen, ook al zijn de woorden nog zo mooi. Als een gebouw er geweldig uit ziet op papier maar het blijft in de realiteit niet staan, is deze schoonheid van korte duur. Maar als een foto technisch helemaal klopt en de wil om er langer naar te kijken mist, dan voldoet een foto ook niet. Het ontdekken van de verschillende lagen in de foto, het geven van meerdere interpretaties en het verhaal wat de foto vertelt zijn van belang. Het gaat om de “tone of voice” van het beeld, dat wat er “tussen de regels door te lezen is”. Zie bijvoorbeeld Tillemans’ foto van de top floor van het Mercedes Benz Museum van de architect Ben van Berkel. Op de bovenste verdieping van het museum zijn naast weerspiegeling en schaduwwerking van de architectuur, een paard en bezoekers te zien. Er ontstaat spanning in het beeld, het is een foto waar je langer naar wilt kijken. Naast

zegd legt Tilleman meer dan architectuur vast. Opdrachtgevers zouden kunnen denken voor een fotograaf te kiezen die enkel architectuur fotografeert, aangezien de fotograaf dan erg gespecialiseerd is. Tilleman ziet de afwisseling als meerwaarde voor zijn werk, zo blijft hij namelijk met een frisse, scherpe blik kijken.

het technisch kloppen van deze foto, zorgt de spanning voor een meerwaarde van de foto. Het is een foto die blijft hangen. Zo kan een fotograaf mensen als het ware lokken langer naar een foto te blijven kijken.

onderscheidende beelden te maken.

Net als architecten, kijken architectuurfotografen altijd om zich heen. Als Tilleman door de stad loopt kijkt hij niet alleen bewonderend naar de gebouwen, maar ook op een productietechnische manier, waarbij hij nadenkt op welk moment het beste beeld te maken is. Als een fotograaf in opdracht van een architect of een architectuurblad fotografeert, gaat de fotograaf gerichter kijken. Bij het verkrijgen van de opdracht is besproken wat de moeilijkheden waren van het project en wat bijvoorbeeld een belangrijk aspect van het gebouw is. De fotograaf gaat kijken naar wat belangrijk is om in beeld te brengen en neemt dat mee in de keuzes hoe de foto het best kan werken voor de architect bij zijn marketing en aanbestedingen. En hoe een foto de tekst van een artikel kan ondersteunen of juist aanvullen. Daarbij vindt Tilleman dat als een fotograaf vrijheid heeft, er een beter eindresultaat zal komen. In de werken van Tilleman is regelmatig de gebruiker en daardoor de menselijke maat van het gebouw te zien. Op dit moment zie je dit vaker, aangezien het gebruik van het gebouw als zeer van belang wordt gezien. In voorgaande Icoon-architectuur is de verschijningsvorm erg belangrijk, vandaar dat men in de foto’s van die stijl minder ziet hoe het gebouw in gebruik wordt genomen. Zoals ge-

Op de vraag of het specialer is een bekend gebouw te fotograferen dan rijtjeswoningen, antwoordt Tilleman dat het soms moeilijk en soms makkelijker is een bekend gebouw vast te leggen. Aangezien het al vaak gefotografeerd is, is het lastig het gebouw nog op een vernieuwende manier weer te geven. Het is makkelijker aangezien het gebouw unieke aspecten kent en zodoende onderscheidend is van andere gebouwen. Als je bijvoorbeeld een Vinex-wijk fotografeert, zijn de verschillen relatief klein en zul je beter moeten kijken om

Op de vraag wat een bijzondere opdracht was en waarom, antwoordt Tilleman dat hij een weekend acuut naar Stuttgart is geweest om het in gebruik genomen Mercedes Benz Museum van UNStudio te fotograferen. Het ongeplande bevalt hem. Dit is belangrijk als fotograaf, aangezien je afhankelijk bent van anderen, de situatie en het weer. Is de beveiliger van dat gebouw slechts vandaag beschikbaar of is het alleen deze dag van de week gunstig weer, dan zal je vandaag die opdracht moeten doen. Bij het denken aan een bijzondere opdracht schoot het Tilleman te binnen dat hij eens, opgaande in het moment van de juist klik, pas na het vastleggen van ‘le moment suprême’ bemerkte dat hij al twintig minuten in de brandnetels stond. Een prachtig beeld van het transparante belastingdienstgebouw in Groningen van Ben van Berkel was het resultaat, maar er bleef toch wat jeuken…

Drents Museum, Assen, Erick van Egeraat © Ronald Tilleman/DAPh

Mercedes Benz Museum, Stuttgart, UNStudio © Ronald Tilleman/DAPh

Je kunt zeggen dat er een sterk verband te zien is tussen de disciplines architectuur en fotografie. Met als verschil het begin- en eindproduct. De architect begint met niets en eindigt driedimensionaal. De fotograaf begint driedimensionaal en eindigt tweedimensionaal. Een goed eindproduct komt tot stand door het toepassen van de juiste techniek en het weergeven van een voorstelling waarin je meer kunt ontdekken.//

Meer info over het werk van Ronald Tilleman: www.tilleman.nl en blog.tilleman.nl

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

EYE filminstituut, Amsterdam, Delugan Meissl Associated Architects © Ronald Tilleman/DAPh

37


get inspired XXL grafisch

Roos Pulskens & Maya van der Lande

Voor regenachtige dagen of dagen wanneer de inspiratie gewoon ontbreekt, vier pagina´s vol inspiratie!

Buro Atelier, Saskia Haex Stoere illustraties, zeefdrukken op tassen en tshirts, tekeningen en typografiën en nog meer zeefdrukken. Je krijgt direct zin om zelf weer te gaan tekenen! http://www.buro-atelier.com

Belettert, Annebel Schipper Heel veel verschillende vrolijke ontwerpjes met mooie typo’s en kleuren. Bezig met portfolio? Ga hier naartoe en kijk of je nog iets kunt opdoen uit deze gave ideeën. http://www.belettert.nl

Ayla Maagdenberg Je hebt haar posters vast weleens door de stad zien hangen. Van de wat soberdere zwart-wit ontwerpen tijdens haar studie, naar het kleurrijke Amsterdam Roots Festival. http://www.aylamaagdenberg.nl

Piccsy Dagelijkse inspiratie van fotografie, architectuur, voedsel, mode, illustraties en sport. Door te kiezen voor je voorkeur, wordt geselecteerd op de passende afbeeldingen. Cratievelingen houden visuele dagboeken bij. Om het nog beter te maken kan je naar je interesse selecteren waaruit alle bijbehorende websites rollen. Eindeloos scrollen dus. http://piccsy.com

Stimuleringsfonds Creatieve Industrie Het Stimuleringsfonds voert verschillende subsidieregelingen uit die zijn gericht op het verhogen van een kwalitatief hoogwaardige beroepsuitoefening van de ontwerpende disciplines en het vergroten van de belangstelling voor architectuur, vormgeving, stedenbouw, games, landschapsarchitectuur, interieurarchitectuur en video clips. http://www.architectuurfonds.nl/

38

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n


beeldende kunst

Feiko Beckers Feiko Beckers is een beeldend kunstenaar, die vooral werkt met video installaties. Hij studeerde in 2006 af van Academie Minerva in Groningen en timmert hard aan de weg zo verscheen hij in AVRO kunstuur (6 oktober j.l.). Zijn video installaties voert hij vaak zelf live op, waarbij hij met humor vertelt over situaties uit zijn leven, hij probeert gevoelens en emoties zo te benaderen dat de duidelijke en begrijpelijk worden. Zijn persoonlijke verhalen voert hij op met zijn daadwerkelijke familie en vrienden. Zijn werk tracht antwoorden te vinden op de onverwachte en medogenloze natuur van zijn persoonlijke mislukkingen, ongelukken en schaamtes. ‘Merely a part of life’ laat je lachen door de parallel tussen vallende vazen en het vergeten van verjaardagen. ‘ As clean as a Mondrian’ toont de schoonmaakwoede van zijn moeder en legt tegelijkertijd een parallel met de schoonheid van een Mondriaan. http://www.feikobeckers.com

Jonas Staal’s Closed Architecture Het kan best zijn dat zijn naam je bekent in de oren klinkt, want deze jongen heeft al voor behoorlijk wat commotie gezorgd in de media. Zijn kunst is al regelmatig aanleiding geweest voor publiek debat. Zo kwamen wij ook op zijn project ‘Closed Architecture’. Naar een concept wat Fleur Agema (nummer twee op de lijst van de PVV) heeft bedacht voor de werking van de maatschappij heeft deze kunstenaar er samen met een aantal andere architecten er een architectonische uitwerking op gemaakt. Bestaande uit een publicatie, film, maquette en een theatervoorstelling. Haar model is erop gericht om gevangen te herconditioneren in vier fasen door middel van bepaalde doelstellingen. Staal legt hierbij verbanden met de steun die de PVV geeft aan het beleid van voorheen het kabinet Rutte. http://www.jonasstaal.nl

Lieske Schreuder en Slakkenpoep! Kunstenaars kruipen soms in rare hoeken, maar soms kan dat een bijdrage leveren aan een nieuw materiaalsoort dat later toegepast kan worden in één van onze ontwerpen. Waar we het over hebben is het Slakkenpoep-linoleum van Lieske Schreuder. Zij heeft ontdekt dat slakken graag papier eten en dat hun uitwerpselen de kleur van het papier overnemen. Als eindresultaat is er een total nieuw materiaal onstaan namelijk slakkenpoep dat verwerkt is tot kleurrijk linoleum. Ben benieuwd of de kleur uit deze issue in de toekomst er ook zijn bijdrage aan kan leveren! www.lieskeschreuder.nl

Prix de Rome Een bekende naam, maar zeker de moeite waard om te melden. Volgens de site is het de oudste en meest genereuze prijs voor kunstenaars en architecten (tot 35 jaar) in Nederland. Op deze site staan alle prijs winnaars sinds het ontstaan van deze prijs tot vandaag de dag. http://www.prixderome.nl

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

39


interieur

Dutch design studio i29 Meer kleur in je interieur? Dutch design studio i29 heeft een met kleur gevulde werkplek ontworpen voor Combiwerk Delft. Een bedrijf dat werknemers aanneemt die een fysieke of psychische limitatie hebben. Het concept was geïnspireerd door de ambitie van Combiwerk Delft die deze doelgroep wil integreren in een werkplek. Het leuke ervan? Je kunt er zó een kijkje nemen, want het is om de hoek! http://www.i29.nl/

ARC 12 Opgezet door onze professionele college de Architect, een site met ontwerpwedstrijden voor iedereen die mee wil doen. Er zijn verschillende categorieën om je in te verdiepen, Architectuur, Design, Interieur, Stoelen en een Oeuvre. Op 22 november worden de winnaars bekend gemaakt. Eén van de genomineerden voor interieurontwerp is het architectenbureau van 2012 Architecten. Verleden jaar hebben zij een cultuurcentrum ontworpen genaamd WORM, het instituut voor avantgardistische recreatie. Het is een transformatie vanuit een voormalig foto instituut. De hal is naast een ruimtelijke transformatie bekleed met plafondpanelen van een Indonesische Airbus. De oranje vliegtuigstoelen en hergebruikte vliegtuiglampen geven het volgens het bureau een “nouveau chique” look. Ook hier is het de moeite waard om een keer een kijkje te nemen.Ook deze is de moeite waard om er een keer een kijkje te nemen. http://www.arc12.nl/ - http://2012architecten.nl/

Retail Design Blog by Antica Bekijk hier allerlei retail projecten ingezonden door architecten, designers en andere creatievelingen. Je eigen (uitgevoerde) ontwerp inleveren kan natuurlijk ook http://www.retaildesignblog.net/

Architonic Onafhankelijke database voor architectuur en design. Browse door bijna alle denkbare meubelen heen om inspiratie op te doen of klassiekers te bekijken. http://www.architonic.com/

40

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n


product

Annebet Philips

Op haar site onder haar CV staat het volgende: I love to fly between various design areas (art, fashion and product design.) I believe that the different disciplines are moving closer together and it is very inspiring to let them influence each other. Nevertheless, it is the design process itself that is most important to me. I like to think conceptually, and to make a ‘complete story’ that takes the aesthetic, technical, social and commercial aspects into account. Het benoemen van verschillende disciplines die elkaar beïnvloeden sprak ons hierbij wel aan, maar waar we in eerste instantie door gecharmeerd waren, was vooral haar ontwerp van de ‘Knotted Lamp’. Want, wie wil dat met de opkomende kou nou niet? Zo’n knuffellamp met een hoog aaibaarheidsgehalte en een warme gloeiende kern. http://www.annebetphilips.com

New kintsugi Heb jij het ook weleens meegemaakt, dat je favoriete bord of mok in stukken is gebroken en je werd geacht hem weg te gooien? Met deze New kintsuge repair kit is dat geen probleem meer en je gerepareerde servies krijgt een uitstraling als nooit tevoren! Gebaseerd op een oude Japanse kunstvorm waarin gebroken aardewerk werd gemaakt door middel van het gebruik van goud. http://www.humade.nl

Vanessa van Tiggelhoven Met een, op een meervoudige wijze te positioneren, halve cirkel heeft Vanessa van Tiggelhoven de Elle Decoration Design Talent Award gewonnen met haar FLIP. Voor degene die zich in de herfst verveeld, er kan altijd nog een nieuwe stand voor deze stoel bedacht worden! www.lieskeschreuder.nl

The Fancy Fancy is deels winkel, blog, magazine en een wensenlijstje. Het is de plaats om productontwerp te ontdekken, en dit gelijk te kunnen aanschaffen voor in je woning. http://www.thefancy.com/

Go and be inspired!

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

41


agenda

Facade 2012 17 augustus t/m 28 november 2012 Middelburg//

Roos Pulskens

> http://www.facade2012.nl

IDFA

OTHERS ABOUT US 19 t/m 23 november 2012 Room K, BK City, Delft//

IDFA 14 t/m 25 november 2012 Amsterdam// > http://www.idfa.nl

> http://tiny.cc/othersaboutus It is a lunch-lecture week with speakers from a wide range of creative disciplines. In the overflow of architects giving their opinions, it is time to let other creative practitioners reflect - on us. ‘The others’ are Jan Rothuizen (Illustration), Bas Princen (Photography), Karel Martens (Graphic design) and Marga Weimans (Fashion). All lecturers have a clear connection to architecture, either as subject or as source of inspiration. OTHERS ABOUT US is organized by five graduation students in Explorelab.

NAI: LOUIS KAHN - THE POWER OF ARCHITECTURE 8 september 2012 t/m 6 januari 2013 NAI, Rotterdam// > http://www.nai.nl

Dutch Design Week 20 t/m 28 october 2012 Eindhoven// > http://www.ddw.nl

Glow 10 t/m 17 november 2012 Eindhoven// > http://www.gloweindhoven.nl

Kobaltstraat 27 2544 ET Den Haag Postbus 53086 2505 AB Den Haag

De Swart combineert vakmanschap en innovatie, in de eerste plaats als het gaat om professioneel drukwerk. Maar vandaag de dag is De Swart dé aangewezen 42 partner voor het gehele grafische communicatieproces. s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n Van concept tot distributie. Van huisstijl tot digitaal voorraadbeheer.

t f e i

070 – 308 21 21 070 – 308 21 29 info@kds.nl www.kds.nl


recommended reading advertorial

Art and architecture: a place in between

Beyond the black box and the white cube

The last twenty years have seen fascinating developments in the nature of collaboration between artists and architects and in the approaches taken by artists making work intended for public spaces. These sophisticated projects go far beyond the standard ‘art for architecture’ remit, limited as it is to the addition of ‘artworks’ to already designed buildings, the work described here invites us to rethink the reputation that public art has acquired over the years amongst both the public and the artists themselves. Timely and wide-ranging, Art and Architecture explores the proliferation of recent pioneering work by both artists and architects that seeks to blur traditional boundaries between the two fields.

Waarom bestaan er geen theaters met etalages waarin, zoals bij de Bijenkorf, verleidelijke minidecors tonen wat er binnen wordt verkocht? Waarom zie je in restaurants steeds vaker hoe de koks de gerechten bereiden, maar presenteren musea hun kunst en erfgoed alleen als eindproducten? Waarom hebben musea en theaters eigenlijk geen tuin, plein of terras, door hen ingericht en geprogrammeerd, waar je een middag lang prettig kunt vertoeven? Deze vragen vormen de aanleiding voor Beyond the black box and the white cube.

Jane Rendell // J.A. Allen & Co Ltd // 2006 // 20,99

De publicatie is gebaseerd op onderzoek, ondersteund door het Stimuleringsfonds voor Architectuur, naar meer dan 250 musea en theaters wereldwijd. De urgentie van vernieuwing van musea en theaters is toegenomen nu de legitimatie voor cultuursubsidies afneemt en musea en theaters meer draagvlak en publiek zoeken. Johan Idema en Roel van Herpt // LA Group // 2006 // 37,69

s t y l o s // l i n k e d // a l g e m e e n

Rising in the east De dagen van de beroemde solo-ontwerper zijn voorbij. We hebben de wereld overspoeld met complexe technische systemen - boven op de natuurlijk en sociale systemen die er al zijn - waardoor top-down en outside-in ontwerpen simpelweg niet meer werkt. Als we onszelf door onze manier van ontwerpen in de problemen hebben gebracht, kunnen we die problemen door onze manier van ontwerpen ook weer oplossen. Dit boek gaat over het ‘Plan B’: duurzame en boeiende toekomstmogelijkheden en over de ontwerpstappen die we moeten nemen om die te realiseren. Met andere woorden: dit boek geeft een plan B.// John Thackara // Sun // 2010 // 19,50 ISBN: 9789085067870

Pulic Spaces George Baird ISBN 9789461051745 2011 // 34,50

Deze boeken zijn te koop via www. sunarchitecture.nl Je aankoop wordt zonder verzendkosten thuisgestuurd. De boeken van SUN zijn ook te koop bij Waltman en de bouwshop.

43



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.