pantheon// '05-'06 - vervreemding

Page 1

tweemaandelijkse uitgave van d.b.s.g. stylos / nummer 4 / jaargang ’05’06

pantheon//

vervreemding

stylos

BKbeats essay

Stranger in the city reportage

"They all consider..." foto-essay

Watcha lookin' at?

kaft_vervreemding.indd 1

8-5-2006 16:29:10


pantheon// tweemaandelijkse uitgave van D.B.S.G. Stylos

colofon jaargang 9, editie 4, mei 2006 oplage: 2000 Stylosleden en vrienden van de Stylos Stichting ontvangen pantheon// vijf maal per jaar

Over de voorkant Zie het als vervaging. Wat zijn de grenzen? Waar bevinden we ons? Een ruimte in twee contrasterende

redactieadres Berlageweg 1 2628 CR Delft pantheon@stylos.nl

werelden. Terug naar de natuur? Of

hoofdredactie Sara van der Ploeg Anselm van Sintfiet

de spiegel kijkt, wat zie je dan?

menselijke dwaasheid die leidt tot menselijke hoogstandjes? Als je in

redactie Abram de Boer - van Brug Marten Dashorst Caspar Frenken Anne Geenen Arie Gruijters Regien Kroeze Pieter van der Kooij Tim Loch Tim Peeters Alexandra Sonnemans aan dit nummer werkte mee Inge de Boer, Loet Smeets, Sanne van Manen, Joost van Nes, Erik van het Schip, Pieter Versteeg advertenties Regien Kroeze, Anselm van Sintfiet drukker Koninklijke De Swart, ‘s-Gravenhage omslag Sara van der Ploeg pantheon// commissie

Van de voorzitter Het Delftsch Bouwkundig Studenten Gezelschap Stylos werd in 1894 opgericht ter behartiging van studie- en studentenbelangen van studenten aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. bestuur 112 D.B.S.G. Stylos voorzitter: Inge de Boer secretaris / PR: Regien Kroeze penningmeester: Erik van het Schip onderwijs bachelor: Sanne van Manen onderwijs master: Joost van Nes evenementen: Pieter Versteeg adres D.B.S.G. Stylos, kab. 1.01 Faculteit Bouwkunde Berlageweg 1 2628 CR Delft telefoonnummers bestuurskamer 015 2783697 commissiekamer 015 2784168 secretariaat 015 2781369 fax 015 2783059 internet mail@stylos.nl http://www.stylos.nl lidmaatschap Stylos 10 euro per jaar gironummer 296475 Stylos Bookshop geopend maandag t/m vrijdag 12.45 tot 13.45 uur Stylos Stichting De Stylos Stichting vervult een vliegwielfunctie ter stimulering van initiatieven van en voor studenten van de faculteit Bouwkunde TU Delft. Zij kunnen bij het bestuur van de Stylos Stichting terecht voor financiële en inhoudelijke ondersteuning van hun project. Om u hiervan op de hoogte te houden ontvangt u elke 2 weken B-nieuws en 5 maal per jaar de Pantheon//. Wij vragen om een donatie van 45,- per jaar (pas afgestudeerden betalen de eerste twee jaar 10,-). Aan bedrijven vragen wij 90,-. gironummer 1673413

kaft_vervreemding.indd 2

Inge de Boer

De lente is begonnen en dat is te merken aan alle energie die van Stylos af komt. Al vanaf half maart zijn er elke week wel activiteiten door ons of door een van de commissies georganiseerd. Na het, voor sommige toehoorders, moeilijk te begrijpen Projective Landscape, was de LSD vrouwenweek een stuk toegankelijker en goed bezocht. De winnaars van de paviljoen prijsvraag zijn bekend gemaakt (voor die het nog niet weten, BlackBox is de winnaar), er is een weekend excursie naar Berlijn geweest, het nieuwe bestuur is gepresenteerd en als één van de hoogtepunten van dit jaar het (uitverkochte!) BK Beats. Het jaar begint nu lekker te lopen en met nog vier maanden te gaan ben je nog niet van 112 af! Natuurlijk denken we ook na over “hoe het volgend jaar zal zijn”. We hebben nog zoveel ideeën, maar langzaam raakt de tijd om die uit te voeren een beetje op. Er komen van allerlei kanten activiteiten en plannen aanwaaien. Maar veel van deze dingen laat je liggen of speel je door aan het volgende bestuur. Vooral het laatste gaat vaak gepaard met een lange discussie tijdens de bestuursvergaderingen. Je gaat niet een jaar Stylos bestuur doen om alleen maar van te voren opgelegde activiteiten uit te voeren. Het is juist Stylos die het mogelijk maakt jou ideeën en plannen werkelijkheid te maken. Totdat wij na de zomer weer in de collegebanken zitten, zullen wij lekker doorgaan met het uitvoeren van onze plannen en jullie v-ermaken! //

8-5-2006 16:29:19


Stylos 2 Leerfabriek TU Delft Sanne van Manen

3 Explore-lab Joost van Nes

Thema// vervreemding

4 Paviljoen

10 Vervreemding...

Sanne van Manen Martijn de Geus & Philip Mannaerts

Anselm van Sintfiet

5 BKbeats 2006

Anselm van Sintfiet

Loet Smeets

6 Stylos-excursie Berlijn Inge de Boer Chris Cornelissen

7 Het Paleis voor Volksvlijt Sanne van Manen

11 Column - Hier wordt de massa bediend 12 Volmaakte audiobubbles Caspar Frenken

15 Transformatie van het Groene Hart Tim Loch

16 Stranger in the City Marten Dashorst

22 Whatcha lookin' at? Marten Dashorst Anselm van Sintfiet

28 Sloppenwijken in de slop Regien Kroeze

30 Publieke ruimten Anne Geenen

32 Kafka Tim Peeters

33 "They all consider them more famous than you are" Sara van der Ploeg Alexandra Sonnemans

Algemeen 42 Schreiende, desolate musculatuur Arie Gruijters

46 Een nieuwe Amsterdamse School? Abram de Boer - van Brug

48 Libero

34 Een persoonlijke architectuur Tim Peeters

36 Vervorming Alexandra Sonnemans

37 Column - Vreemdelingen Sara van der Ploeg

38 Hey! I'm new here... Peter van der Kooij

Anselm van Sintfiet Marten Dashorst

00 Agenda

inhoudsopgave

p01-p09 Stylos 01_2.indd 1

pantheon 4 ’05’06

1

8-5-2006 16:31:29


Er is al veel gezegd en geschreven over de harde knip. Blijkbaar toch niet genoeg aangezien het College van Bestuur het plan kostte wat kost door wil voeren en vele docenten en decanen het hiermee eens zijn. Daarom wederom een artikel over dit onderwerp in de hoop dat het College gedwongen wordt toch eens naar de studenten te luisteren.

Leerfabriek TUDelft Sanne van Manen

Wat is de harde knip? De harde knip is een harde scheiding tussen de bachelor en de Master.

aanpassen aan wanneer iemand opgescheept zit met zijn/haar onnodige

Wanneer de harde knip ingevoerd wordt, mag een student pas aan de Master

vertraging.

beginnen als alle (!) punten uit de Bachelor behaald zijn. Door regels als de harde knip ligt de nadruk van het studeren steeds meer Het College van Bestuur wil de harde knip invoeren om de Bacheloropleiding

op een snelle doorstroom. Een trage student kost de TU en de faculteiten

te scheiden van de Masteropleiding. Op deze manier kunnen studenten

Wij hopen dat het College van Bestuur zich nog op tijd bedenkt en van de TU geen leerfabriek zal maken.

binnen Nederland en Europa makkelijker bewegen tussen verschillende Masteropleidingen. Wanneer je als student je Master op een andere faculteit wil volgen, moet je de hele Bachelor hebben afgerond. Het feit dat er nu weinig mobiliteit is tussen verschillende Masteropleidingen, heeft helemaal niets te maken met wel of geen harde knip, maar met een

namelijk veel geld. Zodoende is een snelle doorstroom gewenst.

gebrek aan voorlichting. Veel studenten weten niet wat de mogelijkheden

De studentenraad heeft het College van Bestuur al verschillende alternatieven

zijn en maken dus geen gebruik van andere Masters.

aangeboden, zoals de P+90. Dit is een regel waarbij studenten pas naar de mogen als ze hun propedeuse hebben plus negentig studiepunten

Veel docenten en decanen zijn voor de harde knip, omdat ze in de Master

uit het tweede en derde jaar. Het College is echter heel star en komt de

regelmatig te maken krijgen met studenten die hun vakken niet goed kunnen

studentenraad niet tegemoet. Zodoende heeft de studentenraad nu

volgen, omdat ze nog te veel vakken binnen de bachelor moeten inhalen.

een advocaat in de arm genomen die heeft uitgezocht dat zij wettelijk

Dit is niet het probleem van de docent, maar van de student. De student moet

instemmingsrecht hebben bij dit soort ingrijpende veranderingen in het

zelf verantwoordelijkheid nemen om zich in te zetten voor een vak. Wanneer

Onderwijs- en Examenregelement of OER. Volgens het College hebben

hij/zij dat niet doet, haalt hij/zij het vak gewoon niet. Docenten kunnen

studenten namelijk geen instemmingsrecht bij de beslissing over de harde

zich strenger opstellen door studenten een onvoldoende te geven of ze te

knip.

verbieden een vak nog langer te volgen bij gebrek aan inzet. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk studenten hun mening geven over dit Stylos is faliekant tegen de harde knip.

onderwerp. Hoe meer weerstand het College volgt, hoe moeilijker het voor

Op de eerste plaats zorgt de harde knip voor onnodige vertraging.

hen wordt om de harde knip door te laten gaan.

Iedereen die zelfs maar één studiepunt mist, wordt niet toegelaten tot de

Op de eerste verdieping voor de liften staat een stellage met informatie over

Master. In tegenstelling tot de x-2 regel mag de desbetreffende student dan

de harde knip.

ook geen tentamenvakken volgen.

Hierin hangen ook posters waarop je jouw mening kan geven.

Naast de onnodige vertraging hebben wij zelf ook een principieel bezwaar tegen de harde knip, wat voor ons eigenlijk nog zwaarder telt. Studeren is

Wij hopen dat het College van Bestuur zich nog op tijd bedenkt en van de

namelijk meer dan alleen vakken volgen en punten halen. Studeren is je

TU geen leerfabriek te makenzich nog op tijd bedenkt en van de TU geen

ontwikkelen, ervaringen opdoen en op zoek gaan naar je eigen interesses

leerfabriek zal maken. //

binnen het vakgebied. Vooral bij een studie als Bouwkunde worden er veel dingen extra-curriculair aangeboden, die een grote toevoeging zijn aan de studie. Lezingen op de faculteit, in het Berlage Instituut en het NAi, workshops, stages, prijsvragen en (buitenlandse) excursies.

Studeren is je ontwikkelen, ervaringen opdoen en op zoek gaan naar je eigen interesses binnen het vakgebied. Een weerlegging vanuit de kant van de voorstanders is dat studenten in de tijd dat ze onnodige vertraging hebben opgelopen, gemakkelijk dit soort nevenactiviteiten kunnen doen. Zoals al eerder gezegd moeten studenten zelf hun studieplanning kunnen maken. Wanneer er een leuke workshop wordt aangeboden, is het aan de student de vrije keuze om daar aan mee te doen of niet. Bovenstaande nevenactiviteiten zijn er altijd en zullen zich niet

2

p01-p09 Stylos 01_2.indd 2

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:31:29


Explore-lab, een afstudeerlab dat niet onder één van de master tracks past die de faculteit aanbiedt. Een afstudeerlab, geïnitieerd vanuit een studentenpopulatie die zich niet thuis voelt in de bestaande labs.

Explore-lab Joost van Nes

Explore-lab is een afstudeerlab dat vorig jaar is ontstaan vanuit de onvrede

Explore-lab 1 heeft zijn vaste atelier op de vijfde verdieping. Hier heeft

over het huidige afstuderen op Bouwkunde. Studenten kunnen niet meer vrij

iedereen een eigen werkplek en er is genoeg ruimte om met elkaar te

een onderwerp kiezen en zijn gebonden aan de mogelijkheden die de diverse

brainstormen en te discussiëren over de diverse plannen. Hierdoor blijft de

Mastertracks binnen onze faculteit bieden. Vanuit dit uitgangspunt heeft

student actiever en dit versterkt tevens de motivatie binnen de groep.

Stylos, samen met veel andere partijen, de basis voor Explore-lab opgezet.

Op dit moment loopt het gehele lab aardig op schema en zullen de eerste 'explore-labbers' in juni afstuderen.

Explore-lab is gebaseerd op de eigen keuzes en fascinaties van de individuele

Nadat Explore-lab 1 in september gestart is, moest er natuurlijk een Explore-

student. Nadat deze duidelijk bekend zijn wordt er gekeken naar een

lab 2 komen. Hiervoor hebben zich zelfs tweeëntwintig studenten aangemeld

collectieve overeenkomst binnen de gehele groep. Dit is een belangrijke

en zijn zij gestart rond de gezamenlijke thema's Architectoniek, Landschap,

factor, want zo ontstaat er een krachtig team dat overtuigend geïnteresseerd

Theorie en User perception.

is in elkaars werk. De ambitie van het Explore-lab is gebaseerd op een zestal basiselementen, die een afspiegeling zijn van de huidige eindtermen die de faculteit Bouwkunde nastreeft. Helaas worden deze in de praktijk vaker niet dan wel gehaald. De elementen die Explorelab wel tracht te behalen zijn:

De definitie voor Explore-lab luidt als volgt: > Onderzoeksgestuurd afstudeerlaboratorium voor de verkenning van fascinaties in het bouwkundige vakgebied.

- Een combinatie tussen verbreding en verdieping. Hierdoor ontstaat er een essentiële blik op het gehele onderzoeksgebied van de faculteit. Dit

Voor de opleidingsdirecteur was dit gelijk een aanleiding om aan dit lab de

is belangrijk om een goed inzicht te krijgen in de mogelijkheden van het

reguliere faciliteiten toe te kennen. Helaas dus geen eigen atelier ruimte,

afstuderen/van het vakgebied en hierdoor bewuste keuzes te maken in het

maar een die voor twee dagdelen in de week beschikbaar is. Hierdoor heeft

afstudeerjaar;

niemand een eigen werkplek en zijn er minder mogelijkheden te overleggen

- Inzet van creativiteit is belangrijk om de complexe zaken tijdens het

met, en reflectie te krijgen van je medestudenten. Om de groepsdynamiek te

ontwerpproces aan te pakken. Hierdoor is het mogelijk om orde te scheppen

bevorderen zijn de gezamenlijke activiteiten voor dit lab nog belangrijker.

op een zelf ontwikkelde manier. Hier is vrijheid voor zowel het inhoudelijke

Maar ook in dit lab zijn de studenten razend enthousiast en tevreden dat ze

als het procesmatige van het onderzoek van belang;

hebben gekozen voor een lab met bijzonder veel vrijheid en dat ze kunnen

- Persoonlijke verantwoordelijkheid en initiatief zijn belangrijk om de vrijheid

afstuderen in een gebied waarin zij gefascineerd zijn.

in het eigen werk aan te voelen. Hierdoor is er ruimte om je eigen weg te bepalen en van deze persoonlijke ervaringen te leren;

Explore-lab 1 en 2, twee bijzondere, verschillende labs met hetzelfde

- Niemand houd je zo scherp als een medestudent die met overtuiging is

uitgangspunt. Het zal niemand verbazen dat ook Explore-lab 3 op dit

geïnteresseerd in jouw werk. In het Explore-lab zijn de onderlinge discussies

moment in de startblokken staat. De eerste twee Explore-labs waren pilots,

en reflecties dan ook expliciete leermiddelen. De kracht van een team inzien

wat wil zeggen dat ze nog niet verankerd zijn in het afstudeersysteem van de

en gebruiken;

faculteit. Maar door alle positieve reacties van zowel studenten als docenten

- Het afstudeerjaar is het enige jaar in het gehele academische leven dat de

staat de faculteit Explore-lab 3 niet in de weg. In september zal er weer een

ruimte schept om zeer grondig op een kleine selectie van onderwerpen te

groep van maximaal 20 studenten beginnen in een nieuw Explore-lab. Het

concentreren. Het Explore-lab nodigt uit om hier grondig over na te denken;

thema bepalen ze zelf. De faciliteiten: Een gedeeld atelier met werkplekken

- Het afstuderen is bij velen de schakel tussen studie en beroepspraktijk. Het

voor Explore-lab 2 en 3, interactie tussen nieuwe 'Explore-labbers' en een

is daarom belangrijk om een beeld te hebben van je benodigde kennis en

gevestigde groep.

vaardigheden die benodigd zijn om af te studeren - maar belangrijker nog - te bepalen welke vaardigheden en houding nodig zijn in de beroepspraktijk.

Explore-lab, vervreemding van het afstuderen? Een beetje wel, maar er zijn nu eenmaal mensen die behoefte hebben aan meer dan de faculteit

In september 2005 is de eerste groep van veertien studenten gestart in

aanbiedt. Hierdoor hebben zij meer mogelijkheden om zichzelf in bredere

het Explore-lab rond het thema enviroMENTAL design. Deze gezamenlijke

zin te ontwikkelen. Misschien juist wel een versterking van het afstuderen. In

focus heeft als doel een bijdrage te leveren aan sustainable development

juli zullen de eerste 'Explore-labbers' afstuderen; we zullen hun uiteindelijke

in de meest brede zin van het begrip. De verdeling binnen het lab bestaat

bevindingen afwachten. //

uit twaalf afstudeerders voor Architecture, één voor Building Technology en één voor Urbanism. Om de groepsbinding te bevorderen zijn er enkele workshops en excursies geweest. Een van deze workshops heeft bijvoorbeeld plaatsgevonden bij een faculteit in Manchester.

> Handboek Explore-lab, 2005-2006, 14-11-2005

stylos // vervreemding // algemeen

p01-p09 Stylos 01_2.indd 3

pantheon 4 ’05’06

3

8-5-2006 16:31:29


Paviljoen Sanne van Manen Martijn de Geus & Philip Mannaerts

Paviljoen Blackbox Omwille van het tijdelijke en dynamische karakter van het gebruik, is het ontwerp opgevat als een grote kubus waarbinnen verschillende activiteiten in wisselende configuraties kunnen plaatsvinden. Tijdelijkheid is hierin opgevat

Dinsdag 28 maart was voor Stylos een spannende dag. De bekendmaking van

als veranderlijk, levend. Een gebouw waarvan het uiterlijk elke dag verschilt.

de winnaar van de paviljoenprijsvraag. Het paviljoen is voor Stylos meer dan

Geprobeerd is dit organische, levende karakter verder door te zetten. We

alleen een ruimte om feestjes, workshops, lezingen of tentoonstellingen in

hebben een leefomgeving willen creëren waar planten en dieren zich fijn

te laten plaatsvinden. Het paviljoen is ook ons gezicht naar de buitenwereld.

voelen; alleen daar kunnen ook mensen goed bestaan.

Als er bekende sprekers komen, laten wij graag vol trots het paviljoen aan

Voor de gevel is daarom gekozen voor een - op dit moment nog nooit

hen zien. Samen met het zeer complexe programma van eisen levert dit een

eerder toegepast - ‘levend’ materiaal: een systeem met bevloeide, biologisch

moeilijke opgave op. De twaalf overgebleven deelnemers van de prijsvraag

verlijmde kokosvezelplaten. Het unieke van dit materiaal is dat het als

lieten hun definitieve plannen zien.

natuurlijk substraat kan dienen om, zonder constructieve verzwaringen, in verticale richting planten te laten groeien. Na een paar jaar is het materiaal

Elk duo kreeg dertig minuten om het plan toe te lichten en vragen te

compleet begroeid geraakt met allerhande planten (en diertjes; vlindertjes

beantwoorden voor de jury* en geïnteresseerden in de zaal. Jeroen

bijvoorbeeld).

Steenvoorden en Jeroen Spee begonnen met het paviljoen Tubo, dat

Het paviljoen is zodoende ook ingepast in een ecologisch afgestemd

volledig is opgebouwd uit zwarte rioleringsbuizen. Na een paar kritische

omgevingsplan. Het werken met levend materiaal is een interessante

vragen rondom de afwerking van de buizen, werden zij opgevolgd door Tom

combinatie van tijdelijkheid en ecologie, wat als voorbeeld kan dienen voor

Vandeputte en Sander Rutgers.

de slinkende ruimte voor groen in steden, als gevolg van urbanisatie.

In de eerste juryronde waren zij door met een plan genaamd ByCycle.

Zoals eerder gezegd is ook intern het concept tijdelijkheid sterk doorgevoerd.

Het plan was inmiddels zo veranderd dat het niet meer onder deze naam

Er is hier gebruik gemaakt van een systeem met bijv. ophijsbare stoelen, zodat

door kon gaan en dus geen naam droeg. Dit plan, bestaande uit een

de ‘grote zaal’ op de begane grond kon blijven en er per activiteit vanuit het

aantal kasdelen met daarin verrijdbare doosjes met functies als bar, wc en

plafond op commando de gewenste opstelling naar beneden gehaald kan

vergaderzaal, werd onder andere bekritiseerd op het weinig innovatieve van

worden (lezingen, tentoonstellingen, workshops, feestjes, etc.).

het kasbouwprincipe.

Daarnaast is ook aandacht besteed aan een vorm van interactiviteit in

De derde presentatie werd gegeven door Martijn de Geus en Philip

deze grote zaal. Het boxje dat in de kubusvormige ruimte staat - waarin de

Mannaerts. De Blackbox, zoals hun plan heet, bestaat uit een kubus van

voedende functies als bar, vergaderruimte en opslag zijn ondergebracht – is

10x10x10 meter, die geheel is bedekt met kokosvezelplaten, waar allerlei

volledig bekleed met een systeem van LED-lampjes. Hiermee kan voor elke

planten op kunnen gaan groeien. Op deze manier wordt de Blackbox binnen

activiteit een verschillende sfeer opgeroepen worden, al dan niet door de

drie maanden een Greenbox. De jury had bij dit plan vooral vragen over de

bezoeker zelf. Dit benadrukt ook de tijdelijkheid en uniciteit van de beleving

constructie en de openheid waar Stylos naar vroeg.

in het paviljoen.

Het vierde plan van Jeroen Jochems en Sven Jaspers werd gekenmerkt door

Het feit dat het vijf jaar blijft staan is ook bepalend voor het feit dat het weer

een zeer innovatief gebruik van materialen. Het paviljoen 1930 is namelijk

afgebroken moet kunnen worden. Er is daarom gekozen voor een houten

opgebouwd uit een EPS composiet waar nog zeer weinig ervaring in de

demontabel en remontabel bouwsysteem, dat, zoals beoogd, ook eenvoudig

bouw mee is. De vragen uit de jury waren vooral gericht op de vorm van het

door studenten in elkaar gezet kan worden. //

paviljoen. Als een na laatste waren Bobby Bol en Peter van den Tol aan de beurt met het paviljoen Fundamentum. Ook dit paviljoen is nogal veranderd ten opzichte van de laatste juryronde. De kern van Fundamentum is het gebruik van bamboe. De jury vroeg zich echter onder andere af of de bamboe

*De jury bestaat uit dhr. drs. ing. J.P. Soeter, dhr. prof.dr.ir. J.M.J. Coenen, dhr. prof.ir.B. van Reeth, dhr. prof.dr.ir.A.C.J.M. Eekhout, dhr. ir. K. Kaan, mw. ir. A.E. Klinkhamer, dhr P.J.A.M. van Dijk en dhr. ir. T. Paardekooper.

wel optimaal benut werd als constructiemateriaal in het paviljoen. Als laatste waren Lieke van Hooijdonk en Philip Lühl aan de beurt met de VillaEPS. Dit plan bestaat uit een EPS-landschap met daarbovenop een zwarte doos (de villa), ook gemaakt van EPS. Het landschap vormt de benedenruimte met de bar. Op het landschap rust een grotere ruimte met aparte vergaderzaal. De jury stelde een paar vragen over de constructie. Na de presentaties trok de jury zich een uur terug om één winnaar uit te kiezen. Elk paviljoen werd even kort toegelicht, waarna de jury haar twee favorieten bekend maakte: VillaEPS en Blackbox. Uiteindelijk heeft de jury Blackbox als winnaar uitgeroepen. Stylos feliciteert de winnaars van harte.

4

p01-p09 Stylos 01_2.indd 4

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:31:34


BKbeats 2006 Loet Smeets

Donderdag 20 april 13.52 uur Het grootste indoor faculteitsfeest van Nederland is uitverkocht. Er worden kaarten gevraagd en te koop aangeboden op internet. Iemand koopt een kaartje over voor 60 euro! Vrijdag 21 april 21.00 uur De deuren gaan open, BKbeats 2006 kan beginnen! Eens in de twee jaar trilt de faculteit Bouwkunde van de TUDelft op haar grondvesten, deze avond is het weer zover. Zaterdag 22 april 05.30 uur De 17e editie van BKbeats is voorbij. Alle 2500 bezoekers, beschonken of niet, zijn naar huis. De schoonmaakploeg en afbouwers staan voor de opgave het gebouw weer in schone en ordelijke staat te krijgen. Sommigen bezoekers kwamen puur om te feesten, anderen kwamen speciaal voor de optredens. Lefties Soul Connection doorbrak de intieme sfeer in de jazz/funk zaal met hun rauwe soul. In deze zaal was Rundfunk verantwoordelijk voor dansbare funky muziek tussen de bands door. De afgeladen Continu-rock zaal ging los op Relax. Hun hiphop/funk/rock knalde met veel energie van het podium. Pete Philly & Perquisite kan je niet in hetzelfde straatje plaatsen. Deze vijfmans-formatie speelt ook een combinatie van hiphop en funk, maar dan met jazzinvloeden. Ondanks dat ze iets te laat kwamen, gaven ze nog een tof optreden met hits als Grateful, Insomnia en Mellow. De verrassing in de Kooyker-Dance zaal was DJ Funkerman. Hij draaide niet te hard, maar dankzij goede mixing skills zeker dansbaar. Na hem kreeg Don Diablo de zaal plat, met zijn niet-in-hokjes-te-plaatsen stijl. De acts in de Straat maakten het festival compleet. Schaars geklede modellen werden door bodypainter Joost Konings zorgvuldig beschilderd, een van hen zelfs met het logo van BKbeats 2006. Dansgroep Dattah Dans trok veel bekijks. Bij de eerste korte show gebruikten ze beamers, waardoor bijzondere bewegingen van licht en lichamen ontstonden. De fatboys in de lounge waren geen minuut onbelegen. Misschien was lounge in de loop van de nacht niet helemaal de goede benaming meer, aangezien de DJ’s aardig stevig draaiden en er een feestje op zich bouwden. Wij zijn als commissie blij met het verloop van het festival. Na maanden van voorbereiding geeft het een goed en toch ook vreemd gevoel dat het voorbij is. //

De BKBeats commissie 2006: Linda, Tony, Carine, Leonie, Jeroen, Jurriaan, Roland, Loet & Pieter.

stylos // vervreemding // algemeen

p01-p09 Stylos 01_2.indd 5

pantheon 4 ’05’06

5

8-5-2006 16:31:58


Dertig enthousiaste studenten schreven zich in voor de weekendexcursie naar Berlijn. Haast zonder te weten wat er allemaal op het programma stond, was de excursie binnen vijf minuten vol!

Stylos-excursie Berlijn Inge de Boer Chris Cornelissen

Brandenburger Tor (enorm fotogeniek in het donker) en de Reichstag. De laatste is niet alleen ontworpen als toeristenattractie vanwaar je een mooi uitzicht hebt op het centrum van Berlijn, maar doet vooral dienst als lichtkoepel. In de koepel zit een trechter die met behulp van spiegels het

Na een introductie van Willem Hermans (stedenbouwkundige) enkele

daglicht in het hart van de Reichstag brengt. De politici kunnen hierdoor bij

dagen voor vertrek, over het ontstaan en de groei van Berlijn, vertrokken we

daglicht vergaderen zonder dat er (extra) kunstmatige verlichting nodig is.

zaterdag 8 april vanaf station Delft. Een heel ontspannen treinreis bracht ons binnen 6 uur in Berlijn. Tijdens de rit naar ons hostel, net buiten het centrum,

Voor de zondag stond een flinke wandeling op het programma. Het Pariser

kregen we een eerste indruk van wat de stad allemaal te bieden heeft. Van

Platz, inclusief Brandenburger Tor, werd nog éénmaal bij daglicht bezocht,

hele moderne glazen gevels tot typische Oostblok flats.

waarna we verder wandelden naar het Holocaust monument van Peter Eisenmann. Vooral na het bezoek aan het museum onder het monument was

De stadswandeling van zaterdag begon bij het Documentationszentrum van

iedereen akelig stil.

de Berlijnse muur. Velen waren verbaasd over het zien van de muur. Je stapt

Tijdens de wandeling naar de toeristische attractie Checkpoint Charlie zijn

uit de S-Bahn en opeens loop je langs de befaamde en beruchte muur: 3,5m

we langs de Britse ambassade gekomen en langs een bijzonder woonblok

hoog met bovenaan een betonnen rioolpijp die ervoor moest zorgen dat het

ontworpen door Aldo Rossi.

onmogelijk was hier overheen te klimmen.

De middagwandeling werd gestart op Potsdamer Platz. Het Sony Centre van

Tijdens de wandeling richting Alexanderplatz zijn we langs een van de

Murphy-Jahn, Kollhoffs’ Daimler-Chrysler gebouw, een kantoorgebouw van

vele gekraakte panden in Berlijn gelopen. Een oud warenhuis is in gebruik

Renzo Piano en twee kantoorgebouwen van Richard Rogers maken dit een

genomen door kunstenaars. Zij hebben hier hun atelier of galerie, geven er

extreem duur, maar indrukwekkend plein.

feesten en draaien films. Het Alexanderplatz is een groot, weinig sfeervol

Onderweg naar de ambassadewijk, vlakbij Potsdamer Platz, zijn we gestopt

plein door de vele bouwwerkzaamheden die er plaatsvinden. De Fernsehturm

bij de Neue Nationalgalerie van Mies van der Rohe. Iedereen kent dit gebouw

en het Rotes Rathaus (het stadhuis van Berlijn) zijn de grote blikvangers

wel uit de geschiedenisboeken, maar pas als je er werkelijk voor staat zie

op het zuidwestelijke deel van het plein. Meer naar het noorden staan

je hoe enorm groot het eigenlijk is. Het gebouw lijkt door de zware daklijst

het Alexanderhaus en Berolinahaus van Peter Behrens. Beiden worden op

onverplaatsbaar en degelijk genoeg om de museumstukken die het bevat

dit moment gerenoveerd. Op het Museum Insel was het vooral het Altes

te beschermen tegen alle invloeden van buiten. De galerie vormt een

Museum van Schinkel dat de aandacht trok. Deze was echter, net als alle

aangenaam contrast met alle krachtpatserij van de Potsdamer Platz.

andere musea al gesloten, waardoor we niet verder zijn gekomen dan het

De ambassadewijk laat vele contrasten zien. Aan de ene kan zie je de

maken van foto’s van de buitenzijde.

nieuwe gebouwen van de Duitse Bondsrepublieken en van de ambassades

In de avond werd er, na een pauze waarin iedereen heeft kunnen proeven

van landen als India en Oostenrijk. Aan de andere kant staan er ruines van

van de overheerlijke Duitse keuken, nog een bezoek gebracht aan de

monumentale panden die in de oorlog verlaten zijn vanwege verplaatsing van de hoofdstad van Duitsland naar Bonn.

Nederlandse ambassade in Berlijn, door OMA

De laatste dag werd begonnen met een bezoek aan de Nederlandse ambassade. Een korte rondleiding en twee films gaven een indruk van het werk van Koolhaas. Doordat er mensen in het gebouw werken, mochten we niet verder komen dan de entree en een receptieruimte. De laatste bezienswaardigheid die nog op het programma stond, was het Joods Museum ontworpen door Daniel Libeskind. Het gebouw is bij velen bekend en zeer indrukwekkend. Vooral de Holocaust Turm en de Garten des Exils maakten indruk. Helaas hebben de curatoren in het museum zoveel willen laten zien, dat het museum een overvolle indruk achterlaat. Daarbij opgeteld het grote bezoekersaantal maakt het moeilijk om te ervaren wat Libeskind heeft bedoeld met zijn ontwerp. Tijdens de terugreis werd veel nagepraat over de excursie. Berlijn is niet zomaar een stad. Een stad met een lang verhaal wat nog lang niet afgelopen is. De hereniging van de Oost en West is ruim 15 jaar na de val van de muur nog volop in gang. En of het ooit lukt om de stad echt te herenigen is nog maar de vraag. Onze volgende excursie is op vrijdag 19 mei en zal weer naar Duitsland gaan, ditmaal Keulen. Schrijf het in je agenda en ga mee! //

6

p01-p09 Stylos 01_2.indd 6

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:31:59


In juni 2002 richtte Wim T. Schippers in zijn programma Flogiston (VPRO) de 'Stichting tot Herbouw en Exploitatie van het Paleis voor Volksvlijt'. 15 Mei in de pauze, zaal A, zal Wim T. Schippers, samen met Emile Wennekes, voorzitter van de stichting en schrijver van het boek 'Het Paleis voor Volksvlijt, Edele uiting eener stoute gedachte!', het project toelichten.

Het Paleis voor Volksvlijt Sanne van Manen

Herbouw Wim T. Schippers vond dit ook en zette daarom een actie op tot herbouw van het Paleis voor Volksvlijt. In 2002 brak hier het ideale klimaat voor aan,

Deze Stichting heeft twee doelen. Zoals de volledige titel van de stichting al

aangezien het belang van een Nederlandse bank door de komst van de Euro,

zegt, willen ze niet alleen het paleis herbouwen naar oude bouwtekeningen,

was afgenomen.

maar het ook exploiteren op de wijze waarop dat vroeger gebeurde.

In eerste instantie klinkt het misschien als een soort grap om een stichting op te richten tot herbouw van een gebouw. Dat is het zeker niet.

Het Paleis

De stichting heeft inmiddels al flink wat mensen achter zich geschaard. De

Samuel Sarphati, een Amsterdams projectontwikkelaar, bezocht in 1851

stichting gaat ook verder dan alleen de herbouw in de publiciteit brengen.

de wereldtentoonstelling te Londen, gehouden in het Crystal Palace.

Zo zijn er al verschillende (positieve) gesprekken met de gemeente geweest

Teruggekomen was hij zo onder de indruk dat hij vond dat in Amsterdam

en hebben bouweconomen een berekening gemaakt van de te verwachten

ook zo’n 'Huis van handel, nijverheid, cultuur en wetenschap' moest komen.

kosten en baten. Daarnaast zijn bijvoorbeeld architect Carel Weeber en

Zodoende richtte hij de Vereeniging voor Volksvlijt op en pleitte daarbij voor

schrijver Geert Mak groot voorstander van het plan.

het bouwen van een permanent tentoonstellingsgebouw in Nederland. De vereniging schreef voor dit nieuwe gebouw een prijsvraag uit, met als motto

Tegenwoordig worden er zeer veel gebouwen vooral op het gebied van

"Sieraad der Stad en roem voor het vaderland". Deze prijsvraag leverde niks

woningbouw 'herbouwd'. De nieuwbouwwijken met huizen in jaren '30-stijl,

op en men vroeg architect Cornelis Outshoorn, die ook verantwoordelijk was

verkopen zeer goed. Brandevoort, nabij Eindhoven is hier natuurlijk een

voor het ontwerp van het Amstel Hotel te Amsterdam, als bouwmeester. In

mooi voorbeeld van. Een gebouw zo groot en indrukwekkend als het Paleis

1851 werd begonnen met de bouw van het 126 meter lange en 81 meter

voor Volksvlijt is nog nooit herbouwd. Toch noemt Herman Hertzberger het

brede gebouw. In 1864 werd het enorme gebouw met 8000 vierkante meter

herbouwen van het paleis een 'schandalige nostalgie', al gaat dit deels ook

tentoonstellingsruimte geopend. Het gebouw, dat overeenkomsten vertoont

over de haalbaarheid van het plan.

met het Crystal Palace in Londen, was inclusief de koepel 6 meter hoger dan het Koninklijk Paleis op de dam en bevatte naast ijzer, lood en zink, 5700

Op maandag 15 mei zal Emile Wennekes toelichten hoe ver de stichting is in

vierkante meter glas.

het proces tot daadwerkelijke herbouw. Daarna zal Wim T. Schippers vertellen

Achter het paleis werd een klassiek park aangelegd, omringt door het

waarom het paleis herbouwd moet worden. Kom kijken in de pauze in zaal A

huizen- en winkelcomplex De galerij, dat in 1881 werd gebouwd naar de hand

en beslis voor jezelf of dit project een aanwinst zal vormen voor Amsterdam

van architect A.L. van Gendt.

of dat het niet meer is dan 'schandalige nostalgie'. //

Gebruik

Wim T. Schippers en Emile Wennekes:

Het gebouw was oorspronkelijk bedoeld voor "nationale, algemene en

Het Paleis voor Volksvlijt

doorlopende tentoonstellingen van nijverheid, landbouw en koophandel,

15 mei, 12.45 - 13.45, Zaal A

dat tevens zalen zal bevatten ten dienste van openbare inrichtingen voor

toegang is gratis

kunsten en wetenschappen". De resultaten vielen zodanig tegen dat het gebouw zich ook op andere cultuuruitingen moest gaan richten. De grote zaal werd gesplitst in een concert- en toneelzaal. In de loop van de tijd zou het gebouw ruimte bieden aan opera's, balletten, concerten, toneelstukken, een Bal Masqué, een rolschaatsbaan, een rijwielschool (de RAI) en (politieke) vergaderingen. Brand In de nacht van 18 april 1929 brandde het gebouw volledig af. De ramp trok veel publiciteit. Lange tijd werd er gespeculeerd over de herbouw of nieuwbouw van een operagebouw, maar in 1961 toen de Galerij - die de brand had overleefd - werd gesloopt, kwam aan deze gedachten abrupt een einde. Op de plek waar het paleis stond, vlakbij de Utrechtsepoort, verrijst bijna veertig jaar later in 1968 het gebouw van de Nederlandse Bank. Bij het zien van de Nederlandse Bank is het onvoorstelbaar dat op deze plek ooit een gebouw heeft gestaan met zo'n allure.

> www.paleisvoorvolksvlijt.nl > www.volksvlijt.nl > Emile Wennekes, Het paleis voor Volksvlijt - 'Edele uiting eener stoute gedachte', SDU uitgevers, Den Haag, 1999

stylos // vervreemding // algemeen

p01-p09 Stylos 01_2.indd 7

pantheon 4 ’05’06

7

8-5-2006 16:32:00


8

p01-p09 Stylos 01_2.indd 8

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:32:12


stylos // vervreemding // algemeen

p01-p09 Stylos 01_2.indd 9

pantheon 4 ’05’06

9

8-5-2006 16:32:16


Vervreemding... Anselm van Sintfiet

Als primitieve volken iets niet snapten (bliksem, tsunami's, verliefdheid, ziekte)

onnavolgbaar zijn. Het systeem is onbeheersbaar geworden; er is geen

dan zochten ze de hulp van door hen zelf geconstrueerde goden. Godsdienst,

instituut of andere macht meer die alleen of in combinatie met andere

volgens Karl Marx1, keert de echte verhouding tussen de mens en de wereld

beslissende en voorspelbare ingrepen kan doen. Het is niet meer dat staten

om. Voor een oppervlakkige geest schijnt het dat zijn goden de mens hebben

de economie kunnen beheersen. De politiek zou geen bevelen meer moeten

geschapen. Dit terwijl de mens zijn goden zelf creëert. De mens vereert dus

geven maar navigeren tussen supranationale instellingen (Europese Unie) en

zijn eigen creatie, geholpen door diegene die dit mechanisme doorzien en

lokale spelers (scholen, politie, etc.), die het leven van de mens bepalen.

het gebruiken om macht uit te oefenen. De afstand tussen goden en de

Voordeel van de nieuwe economische netwerken is dat mensen in de oude

massa van gelovigen wordt dan ook wel gezien als een weerspiegeling van de

‘Eerste Wereld’ net zo gemakkelijk buiten het systeem kunnen vallen als

vervreemding van de mens van zijn medemensen en zijn onderwerping aan

mensen in de ‘Derde Wereld’. In die zin is dit onderscheid tussen Eerste,

de natuurlijke omgeving.

Tweede en Derde Wereld verdwenen. Maar er is een andere scheiding voor in de plaats gekomen, die van de connected en disconnected. Eerst

Vervreemding is dan ook eerst en vooral een sociale uitdrukking van het feit dat de mens in zekere mate hulpeloos is ten op zichte van natuurkrachten en bijgevolg nog geen controle heeft verworven over de bronnen van het dagelijkse overleven.2

werd gestreefd naar verschil en specialisatie, naar helderheid en reductie om de wereld te vatten in berekenbare stukjes. Nu zijn het termen als gelijktijdigheid, veelsoortigheid, onzekerheid, netwerken, hubs en hybrid

"Want vervreemding leidt uiteindelijk tot strijd." 5

Georg Hegel stelde begin 18de eeuw al dat vervreemding eigen is aan de

waar ons doen en laten aan afgemeten wordt. Deze ontwikkelingen nopen

ontwikkeling die de mens nastreeft.3 Voor Hegel is vervreemding dus een

ons tot een herdefinitie van begrippen als democratie, natie en solidariteit; de

fenomeen. Karl Marx echter zag vervreemding als een gevolg van politieke

basis van onze samenleving.

economie. In het kapitalistische systeem wordt de mens vervreemd van het

Deze vervreemding op sociaal, economisch en cultureel vlak heeft

product van zijn arbeid, omdat hij zijn eigen positie in het industriële proces

natuurlijk zo zijn uitwerking op het bouwkundige vakgebied. Het almaar

niet kan overzien. Deze vervreemding tussen mens en product zorgt op haar

groeiende verschil tussen praktijk en theorie in onze discipline is een interne

beurt weer voor een vervreemding van de mens zelf, als sensibel en sociaal

vervreemding die misschien wel illustratief is voor deze tijd. Waarom schrijven

wezen.

architecten bijna niet meer? Alberti en Palladio schreven hun traktaten als voorbeeld voor de rest van de wereld hoe te bouwen. Is de huidige generatie

Permanente verandering van het culturele en maatschappelijke leven is

te bescheiden om hun eigen stijl/methode als leidend neer te zetten? Of

hetgeen de twintigste eeuw onderscheidt van alle voorgaande eeuwen.

realiseren we ons allemaal dat alles mogelijk is; niets is goed of fout, alles is

Veel van deze veranderingen lijken te breken met traditie en vinden hun

goed en fout.

basis niet in de historie. Industriële revolutie, de verschrikkingen van de Wereldoorlogen, automatisering en massaconsumptie zijn processen en

De vervreemding kent verschillende verschijningsvormen die soms leiden

gebeurtenissen waarin mensen niet meer duidelijk hun eigen plek of invloed

tot een gewenste onaangepastheid, zie het essay Stranger in the City.

kunnen duiden. Altijd maar voorruit naar een onbekende toekomst die in

Technologische hoogstandjes als een iPod beïnvloeden ons gedrag op

ieder geval anders moet zijn dan het verleden en heden. En er te laat achter

een manier die onze ervaring van de gebouwde omgeving een totaal

komen dat het ontdekken van nieuwe perspectieven soms ook zorgt voor het

nieuwe impuls geeft. Maar ook op een veel directere manier kunnen we ons

verlies van waardevolle ervaringen.

vervreemd voelen. In een andere stad waar je een half jaar gaat studeren kom je erachter dat juist Delft toch ook anders is. //

Vervreemding is de situatie waarin de mens zich niet meer op een positieve manier betrokken voelt bij de hem omringende wereld. De vervreemding is in het digitale tijdperk alleen maar groter geworden in onze huidige geglobaliseerde wereld, zo stelt Manuel Castells in zijn driedelige magnum opus.4 De mondiale economie van tijdloze en continue geldstromen is een virtuele economie geworden met haar eigen regels en eigen dynamiek waarvan de relaties met de werkelijke economie

10

p10-p21 vervreemding 02.indd 10

pantheon 4 ’05’06

> 1. Marx baseerde zich voornamelijk op Ludwig Feuerbach’s (1804-1872) Das Wesen des Christentums uit 1841. > 2. vrij naar Marxisme en vervreemding, George Novack 1967 in Understanding History > 3. Phänomenologie des Geistes, Georg Hegel 1807, Translated by J. B. Baillie, http://www.class.uidaho.edu/mickelsen/ToC/Hegel%20Phen%20ToC.htm > 4. The Rise of the Network Society (1996), The Power of Identity (1997), End of Millennium (1998), Manuel Castells > 5. Interview met Manuel Castells door Irene van der Linde, verschenen in Computable 19 dec. 1997 nr. 51, p. 49

stylos // vervreemding // thema

8-5-2006 16:35:00


Hier wordt de massa bediend Anselm van Sintfiet

Sommige dingen zijn onvermijdelijk. Sommige dingen heb je nou eenmaal nodig. En dan ontkom je er niet aan om naar bepaalde winkels te gaan. Laatst was het dus weer zo ver; ik had twee plantenpotjes en nieuw beddengoed nodig, IKEA dus. Jammer genoeg heb ik een genetisch bepaalde bloedhekel aan de IKEA, bedankt pa. Ze hebben prachtige dingen voor een nog prachtigere prijs, dus dat is het niet. Het is meer die winkel waar je als verdoofd door een doolhof loopt samen met heel Ypenburg, mede-studenten (evenveel hallo-momenten als tijdens een willekeurige avond in de Tango) en andere 'starters-op-de-woningmarkt'. Na 10 minuten meanderend te hebben rondgelopen ben ik elke richting kwijt en zie ook geen meubeltjes meer. Erop vertrouwend dat IKEA me de goede aanwijzingen geeft, volg ik de bordjes. Edgy en geïrriteerd loop ik tussen KARLANDA, BILLY, IVAR en EXPEDIT en verwens de mensen om me heen. Maar het kan altijd erger. Zo was ik een keer in een Costco's in Amerika. Bij Costco kun je alles krijgen, van digitale camera tot kingsize waterbed, van een moederdagboeket tot een bistrosetje voor op het terras. Op een bepaalde manier was het een van de eerlijkste en meest oprechte vorm van architectuur of misschien wel het uitblijven van architectuur. Op geen enkele manier probeerde deze staal- en betonbox zich anders voor te doen dan ze is. Je komt binnen en er is geen ontsnappen aan het gevoel van onderdrukking alleen al door de enorme schaal (15.000 m2) van de winkel. Als mens in een groot gebouw probeer je je vast te houden aan intieme details of aan een gevoel van charme of intrige. In de zes meter hoge valleien van koopwaar voel je je als individu niet aangesproken; hier wordt de massa bediend. In Nederland zijn deze grote betonnen koopboxen ook steeds prominenter in het landschap te vinden. Langs snelwegen, als entree voor steden, als paddestoelen springen ze uit de grond. Deze bedrijventerrein architectuur is het domein van de Retail binnengedrongen en wordt door iedereen geaccepteerd. En het lijkt wel besmettelijk. Nu de magazijnarchitectuur zich buiten de bedrijventerreinen laat zien, zijn we deze boxen ook gaan accepteren om allerhande andere activiteiten te huisvesten; bioscopen, amusementscomplexen en in Amerika zelfs kerken. Goedkoop, lelijk en opportuun zijn de mode. Het is overal, dus het zal wel oké zijn. Ik ben me er bewust van dat mijn commentaar als elitair kan worden opgevat. Net als iedereen vind ik het namelijk ook prettig als mijn 51cm LCD TV maar 500 Euro kost; elke opsmuk waardoor de overhead kosten van de retailer stijgen zijn niet nodig en zelfs niet gewenst. Maar ik bedenk me wel dat de rijkdom van een maatschappij niet gemeten wordt aan de hand van alle gave gadgets die in iemands woning liggen opgestapeld. Deze rijkdom zou af te lezen moeten zijn aan de kwaliteit van de natuurlijke en bebouwde omgeving en het weefsel van intermenselijk gedrag. Gemeten naar deze standaard, is de huidige trend van de beton en staal magazijnarchitectuur onheilspellend en zelfs triest te noemen. //

stylos // vervreemding // thema

p10-p21 vervreemding 02.indd 11

pantheon 4 ’05’06

11

8-5-2006 16:35:03


Begin februari sprak Michael Bull op de Transmediale in Berlijn over zijn recente onderzoek naar de invloed van de iPod op ons dagelijks leven. Het afgelopen jaar ondervroeg hij duizend iPod-bezitters over de betekenis van wat hij het eerste ‘urban cultural icon’ van de 21ste eeuw noemt.1

Volmaakte audiobubbles Caspar Frenken

De iPod is een middel voor stedelingen om een eigen, private sfeerervaring te creëren in hun dagelijks bestaan in de stad dat hen de mogelijkheid verschaft om iedere denkbare situatie te perfectioneren. Bull vergelijkt de iPod met de middeleeuwse kathedraal, als een plek waar de wereld weer even wordt

Zoals vaak het geval is bij nieuwe technologische ontwikkelingen ontstonden

gecentreerd. Buiten was de wereld chaotisch en onoverzichtelijk, maar in

er al meteen na de introductie van de eerste generatie iPods wilde speculaties

de kathedraal werd het universum weer tot overzichtelijke en geordende

over de invloed die het ding zou hebben, uiteenlopend van alweer 'het einde

proporties teruggebracht. De iPod zou je kunnen beschouwen als een nieuwe

van de radio' tot onheilspellende waarschuwingen voor een onomkeerbare

fase in deze traditie. Wanneer je destijds collectief naar heilige muziek wilde

aantasting van sociale interactie. Wat betekent de iPod voor onze ervaring

luisteren moest je naar de kathedraal. Met de grammofoon en radio kwam

van de openbare ruimte?

muziek in de privé-omgeving binnen bereik. De autoradio veranderde de auto in een rijdende privé-capsule en de Walkman en nu de iPod maakte de

Michael Bull is verbonden aan de Universiteit van Sussex en schreef midden

muziek nog draagbaarder.7 "De stad biedt een overvloed aan indrukken, je

jaren negentig het boek Sounding out the City, waarin hij onderzoek deed

kunt niet op alles reageren. Door je bijvoorbeeld in de trein achter een krant

naar Walkman-gebruikers. In het boek dat naar aanleiding van zijn huidige

te verschuilen, geef je aan: ik ben niet beschikbaar voor conversatie," schreef

onderzoek verschijnt, analyseert Bull de wijze waarop we geluid doelgericht

Georg Simmel ooit. De witte iPod-oordopjes zenden een vergelijkbaar signaal

inzetten in de inrichting van ons dagelijkse leven en ervaringen. Het gebruik

uit. We reageren op de overstimulatie van de buitenwereld door die stimuli te

van mp3-spelers speelt een belangrijke rol in nieuwe ontwikkelingen in de

vervangen door onze eigen, zelfgekozen audiowereld.8

manier waarop we ons gedragen in de openbare ruimte.

2

Bulls bevindingen staan hiermee lijnrecht tegenover de gangbare Er zijn verschillende factoren die verantwoordelijk zijn voor de

postmoderne filosofische theorieën waarin wordt verkondigd dat mensen

populariteit van de iPod. Bull schrijft het succes van de iPod toe aan de

de radicale decentrering van ervaringen juist zouden omarmen als een

controlemogelijkheden die het de gebruiker biedt. Het feit dat je op elke plek,

bevrijding. Uit de interviews die hij hield bleek dat men juist op zoek is naar

op elk moment je hele muziekcollectie met een enkele vingerbeweging kunt

een gecentreerde, geordende ervaring. Die gecentreerde ervaring wordt niet

beheren, geeft iPod bezitters een enorm gevoel van vrijheid.3

meer beleefd als een collectieve ervaring, die een hele samenleving deelt, maar het individu is het centrum van zijn eigen universum geworden.9

Een respondent van Bulls onderzoek zei: ‘In alledaagse situaties heb je weinig controle over je leven. Ga je naar een winkel, dan staat daar hun zoete muzak

Een van de respondenten omschreef zijn dag als volgt. ‘s Ochtends om 6 uur

op, die je aanspoort om meer te kopen. Ga je naar huis, dan bepalen niet

stond hij op en luisterde hij op z’n iPod naar het nieuws terwijl z’n vrouw

ik, maar de files wanneer ik eindelijk thuis kom. De iPod geeft me weer een

nog in bed lag en maakte hij ontbijt. Onderweg naar kantoor – hij reisde

klein beetje controle over mijn leven. Ik kan in ieder geval zelf mijn eigen

twee uur heen en terug – luisterde hij naar taalcursussen om Spaans te leren.

soundtrack bepalen.’4

Tijdens werktijd gaf hij de voorkeur aan het luisteren naar klassieke muziek. In de pauze, wanneer hij ging lunchen, luisterde hij naar audiobooks. In de

De behoefte aan controle komt voort uit de voordurende blootstelling

namiddag op weg naar huis was het tijd voor z’n eigen favoriete muziek en

aan media om ons heen. Geluid is overal en beïnvloedt iedereen, ook als

als het al later was luisterde hij ook naar het nieuws. Wanneer hij thuis z’n

we er niet actief naar luisteren. De iPod functioneert in eerste instantie

vrouw aantrof deed hij iPod uit om samen met haar te eten. Was ze er niet,

als een soundproof box, een geluidsdichte omgeving, die de gebruiker

dan liet hij het ding gewoon aanstaan. Tijdens het fitnessen luisterde hij naar

in staat stelt zijn eigen geluidsomgeving te bepalen en een deel van de

sportmuziek en als hij in de avond nog wat ging lezen of werken was het weer

omgevingsinvloeden uit te schakelen.

tijd voor klassieke muziek. Contact met z’n vrouw had hij ‘s avonds, in bed, met de televisie op de achtergrond.

In 1977 schreef R. Murray Schafer al: "The radio was the first sound wall, enclosing the individual with the familiar and excluding the enemy. Today

Dit is natuurlijk een extreem geval, maar het is typerend voor iPod-bezitters

the world suffers from an overpopulation of sounds; there is so much

om verspreid over de hele dag, gedurende een relatief lange tijd gebruik te

acoustic information that little of it can emerge with clarity. In the ultimate

maken van het ding. Daarin zit ook het grote verschil met z'n voorgangers,

lo-fi soundscape the signal-to-noise ratio is one-to-one and it is no longer

die minder intensief werden gebruikt. Het is opvallend hoe doelgericht de

possible to know what, if anything, is to be listened to." 5 In 1985 vervolgt

gebruikers het apparaat gebruiken om hun stemming of ervaring te sturen.

Roland Barthes over geluidsvervuiling: "If the auditive background invades

De iPod wordt zo naast z'n functie als sound wall ook direct ingezet voor

the whole of phonic space (if the ambient noise is too loud), then selection of

mood-management. De iPod maakt het voor gebruikers mogelijk hun muziek

intelligence of space is no longer possible, listening is injured; the ecological

te ervaren op een manier die bij hun levensstijl past.

problem that is today called pollution – and which is becoming a black myth

12

p10-p21 vervreemding 02.indd 12

of our technological civilization – is precisely the intolerable corruption of

Het luisteren naar muziek is voor hen zelden een op zichzelf staande

human space, insofar as humanity needs to recognise itself in that space." 6

bezigheid. Wanneer iemand met een iPod over straat gaat, is dat een middel

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // thema

8-5-2006 16:35:03


om de ervaring van die omgeving te beïnvloeden. De wereld om hen heen

iPod-gebruiker er voor kiezen in gezelschap te verkeren van een artiest of

wordt geësthetiseerd en geperfectioneerd. "Gebruikers geven aan dat ze met

radiopresentator. Bull noemt dit het combineren van ‘the everyday and the

behulp van muziek bepaalde stemmingen op kunnen roepen. Dat is weer een

faraway’.12 Door de ontwikkeling van nieuwe, effectievere geluidsdragers

groot verschil met de Walkman: iPod gebruikers kunnen die sfeer heel exact

zijn gebruikers steeds meer in staat deze toestand ook te ervaren buiten de

micromanagen omdat ze hun hele muziekcollectie met zich meedragen."10

grenzen van de eigen privé-terrein, in de publieke ruimte. Paradoxaal genoeg bieden iPods zowel privacy als gezelschap.

Playlists kunnen onderling snel gewisseld worden en heel nauwkeurig worden afgestemd op de gepaste sfeer die men wil bereiken. Uit Bull’s

De reclameposters die Apple gebruikt zijn een passende visualisering van

onderzoek bleek dat iPod gebruikers voor ieder onderdeel van hun dagelijks

wat de iPod op deze manier volgens velen teweegbrengt: zwarte anonieme

ritme bepaalde tracks of zelf samengestelde playlists hebben, die met grote

schimmen die zich uitleven als of er niemand is aan wie ze zich aan zouden

regelmaat terugkeren en over langere tijd onveranderd blijven. Gebruikers

moeten passen, alsof ze thuis voor hun spiegel staan, aangestuurd door de

ervaren dit als een vorm van vrijheid en originaliteit, terwijl de muziek die

witte oordopjes. De iPod verandert publieke ruimte in private ruimte: de bus

ieder op z’n eigen iPod heeft staan uiteindelijk vaak grotendeels overeenkomt

veranderd in een lounge, straten veranderen in woonkamers.

met de keuze van anderen. De voorkeur om zich af te sluiten in een private geluidsomgeving stelt de In zijn artikel Sound Connections: An Aural Epistemology of Proximity

dynamiek van sociale contacten en relaties in de stad op de proef. Gebruikers

and Distance in Urban Culture beschrijft Bull hoe consumenten steeds

zijn niet langer genoodzaakt om deel te nemen aan een gesprek met een

meer gewend raken aan de aanwezigheid van allerlei media in hun eigen

willekeurige persoon naast hen in de bus, of een winkelbediende die hen

privé-omgeving en de manier waarop ‘accompanied solitude’, 'vergezelde

aanspreekt. De iPod-gebruikers ‘verdwijnen’ als contactpersoon binnen

eenzaamheid' (misschien is 'alleenheid' een beter woord) de gangbare

de openbare ruimte, teruggetrokken in een door hen zelf vervolmaakte

toestand lijkt te worden waarin we (vrijwillig) verkeren. Hij verwijst daarbij

audiobubble.13

naar Claude Lefort, die dit fenomeen beschreef als een 'constante illusie van gezelschap, van een entre-nous,' waarbij de media een 'hallucinatie

Het gebruik van iPods veroorzaakt een reorganisatie van de publieke en

van nabijheid opwekt die alle gevoelens van afstand, vervreemding en

private belevingswereld. De New York Times wijdde afgelopen jaar een

onoverzichtelijkheid … alle gevoelens van onbekendheid wegneemt.'11

uitgebreid artikel aan de vraag wat er van de publieke ruimte overblijft wanneer deze steeds verder geprivatiseerd wordt. Is het waar dat de publieke

Naast het actieve contact dat we via mobiele telefoons hebben kan een

ruimte killer wordt naarmate de private geluidsruimte prevaleert?

stylos // vervreemding // thema

p10-p21 vervreemding 02.indd 13

pantheon 4 ’05’06

13

8-5-2006 16:35:06


Wat betekent publieke ruimte hier? Mensen die je in de supermarkt tegenkomt spreek je over het algemeen niet aan. Het is algemeen bekend dat mensen zich veiliger voelen naarmate zich meer mensen in een zelfde ruimte bevinden. Omdat ze er zijn, niet omdat je met ze communiceert. Bull concludeert dat het juist de iPod-bezitter is die de publieke ruimte weer claimt door deze naar eigen inzicht te vormen, in plaats van passief de openbare geluidswereld te ondergaan. De ervaring van privé-ruimte wordt naar de openbare ruimte geëxporteerd door het individueel luisteren naar de iPod. Mensen kiezen zelf met wie ze in contact staan en zijn tegelijkertijd evengoed onderdeel van de ruimtelijke omgeving waarin ze zich bevinden. Maar, besloot Bull zelf: “…As it appears that as we become immersed in our mobile media sound bubbles of communication so those spaces we habitually pass through in our daily lives increasingly lose significance for us and progressively turn into the ‘non-spaces’ of daily lives which we try, through those self same technologies, to transcend. Is this the negative dialectic of creating a ‘home’ from ‘home’?”14

14

p10-p21 vervreemding 02.indd 14

pantheon 4 ’05’06

Bovenstaande tekst bestaat uit door mij geparafraseerde elementen uit de lezing die Michael Bull op 5 februari 2006 hield op de Transmediale in Berlijn. > 1. http://www.routledge.com/catalogues/0418221103.pdf > 2. Michael Bull, Sound Moves: Ipod Culture and Urban Experience > 3. Michael Bull, The Intimate Sounds of Urban Experience: An Auditory Epistemology of Everyday Mobility, The University of Sussex, 2002 > 4. Michael Bull: Vijf Observaties over de iPod, http://www.denieuwereporter.nl/?p283, 29 maart 2006 > 5. Schafer, R.M., The Tuning of the World, McClelland & Stewart, 1977, Toronto, p.71 > 6. Barthes, R., ‘Listening’, in, The Responsibility of Forms, Hill & Wang, 1985, New York, p247 > 7. Sennett, R., Flesh and Stone. The Body and the City in Western Civilization. New York, 1994, Norton. > 8. Bull, M., Sound Connections: An Aural Epistemology of Proximity and Distance in Urban Culture, Environment and Planning D: Society and Space, 2002, vol. 22, pp. 103-116. > 9. Michael Bull, The Intimate Sounds of Urban Experience: An Auditory Epistemology of Everyday Mobility, The University of Sussex, 2002 > 10. Michael Bull: Vijf Observaties over de iPod, http://www.denieuwereporter.nl/?p283, 29 maart 2006 > 11. Bull, M., Sound Connections: An Aural Epistemology of Proximity and Distance in Urban Culture, Environment and Planning D: Society and Space, 2002, vol. 22, pp. 114-116. > 12. ibid. > 13. ibid. > 14. Michael Bull, The Intimate Sounds of Urban Experience: An Auditory Epistemology of Everyday Mobility, The University of Sussex, 2002

stylos // vervreemding // thema

8-5-2006 16:35:09


Het Nederlandse polderlandschap verdwijnt onder invloed van (sub)urbanisatie en 'naturisatie'. Wijdse landschappen verdwijnen langzaam maar zeker, en het klassieke beeld van de polder wordt moeilijker te vinden. Het is echter de vraag of deze veranderingen betreurd moeten worden of juist toegejuicht.

Transformatie van het Groene Hart Tim Loch

mensen verplaatsen zich met de auto van punt A naar B. Het valt niet te ontkennen dat wanneer wij een rondje Randstad rijden, wij weinig van de ruimtelijkheid van de polder ervaren. Grote delen van de rijkswegen

De tijd dat de scheiding tussen Stad en ommelanden gelijk liep met de

gaan langs geluidsmuren of door bedrijventerreinen3. Toch zijn de weidse

stadsmuren, is over. Nederland urbaniseert steeds meer en de steden groeien

uitzichten nog steeds te vinden. In vrijwel iedere stad geldt dat men binnen

als kool. Sinds de afloop van de Tweede Wereldoorlog zijn steden als

15 minuten op de fiets in open gebieden kan zijn.

Den Haag-Rijswijk-Delft, Rotterdam-Schiedam-Vlaardingen en AmsterdamAmstelveen aan elkaar gegroeid tot grote agglomeraties. Sinds 2005 is

Nederland is minder vol dan het voor de meeste mensen lijkt. Het lijkt samen

het aantal stedelingen in Nederland zelfs groter dan het aantal mensen in

te hangen met de manier van verplaatsing van mensen. Het hoeft ook niet

plattelandsgebieden1. Om de vraag naar groei op te vangen wordt in rap

te betekenen dat wij een einde maken aan onze beroemde landschappen,

tempo in de polder gebouwd. De gemiddelde Nederlander ervaart het land

sterker nog, het Nederlandse landschap is een opeenvolging van menselijke

als 'vol', voelt geen ruimte meer. Adriaan Geuze (West8) trok onlangs aan

ingrepen. De urbanisatie en 'naturisatie' van het oude polderlandschap zijn

de bel om het 'Hollands Polderlandschap' te redden; het Groene Hart dient

hierin slechts nieuwe stappen. De Zaanstreek, het eerste 'industriële' gebied

behouden te worden.

ter wereld, de afgravingen van veengebieden en de latere inpoldering van de hierdoor veroorzaakte plassen, zijn slechts enkele oude voorbeelden in het

Als het Groene Hart echt belangrijk was, zouden mensen in opstand komen...

almaar veranderende Nederlandse landschap. Het veranderen van ons landschap is altijd onderdeel geweest van onze

Nederland staat in het buitenland bekend om haar ruimtelijke ordening. De

cultuur. Steeds wanneer het landschap niet meer voldeed, werd een

totale inrichting van het landschap, dat door mensen gevormd is, verbaast

nieuwe transformatie toegepast, meestal binnen het bestaande grid van

bezoekers uit de gehele wereld al generaties lang. De cumulatie van duizend

afwateringssystemen om zo het gebied niet te zwaar te belasten. Hierin

jaar inpoldering, inrichting en herinrichting is uiteindelijk het 'Groene Hart'

is eigenlijk geen verschil te zien met de huidige situatie, ook in nieuwe

geworden. Het Groene Hart is een groot weidegebied binnen de Randstad,

projecten zoals polder Schieveen worden oude elementen uit het landschap

dat voor het eerst in 1958 als zodanig werd benoemd en in 1977 als 'open

behouden. Veranderingen binnen het klimaat vragen om een nieuwe aanpak

landbouwgebied' werd bestempeld. Het doel hiervan was het beperken van

van landpolitiek in Nederland. Meer zoute kwel vanuit zee, door de stijgende

de opkomende woningbouw in dit gebied. Maar ondanks deze inspanningen

zeespiegel, meer neerslag en toevoer door de grote rivieren en toenemende

werd in de loop der tijd, stukje bij beetje, het landschap geconsumeerd door

urbane druk maken landbouw steeds moeilijker. Dit en het veranderende

steden als Zoetermeer en Alphen a/d Rijn. Hierdoor verdwijnt de 'groene long'

grondgebruik zetten een groot gebied onder druk. Er zal dus naar een nieuwe

van de Randstad langzaam. In de laatste nota Ruimtelijke Ordening heeft

manier gezocht moeten worden om Nederland ook in de toekomst leefbaar

het Groene Hart de status 'nationaal landschap' gekregen. Het lijkt alsof het

te houden. Als het opofferen van stukken 'klassiek' polderlandschap hiervoor

gebied dus beter beschermd gaat worden. Bij nader inzien blijkt het echter

noodzakelijk is dan zal dat moeten gebeuren; de geschiedenis leert dat dit

dat er verdere ontwikkeling plaats gaat vinden, in plaats van het behouden

meestal met respect gebeurt. //

van het huidige groene gebied. Volgens Joost Schrijnen, directeur ruimte en mobiliteit bij de Provincie Zuid-Holland, is de ontwikkeling van het Groene Hart het logische gevolg van de functie die het in het verleden heeft gespeeld. Rotterdam is gericht

> 1 Metro 19-03-2006 "Meer mensen wonen in stad dan op platteland" > 2 VPRO Tegenlicht: New Orleans in de Polder, 26 maart 2006 > 3 Francine Houben, Mobility, a Room with a View > Een stad die durft investeert in de natuur: Polder Schieveen. Informatiebrochure Gemeente Rotterdam > Het Nederlands Landschap; Een geografische benadering.

naar de Maas, Den Haag richting de Noordzee en Amsterdam naar het IJ. Voor alle grote steden die onderdeel vormen van de Randstad geldt dat het Groene Hart aan de achterkant van de bebouwing ligt2. Doordat de oriëntatie van de stad deels de beleving van de bewoners bepaald wordt het Groene Hart en de ruimte hier niet als zodanig ervaren. Men lijkt het zelfs niet belangrijk te vinden. Als het Groene Hart echt belangrijk zou zijn, zouden mensen in opstand komen tegen het langzaam verloren gaan van het gebied. Waarom zouden we een open weiland beschermen als 'echte' natuur als het Waddengebied of de Veluwe ook om aandacht vragen. Daarbij komt dat hele gebieden nu al niet meer als open ruimte functioneren. Een goed voorbeeld hiervan is het Westland, dat vrijwel geheel is volgebouwd met tuinbouwkassen. Is de Nederlander vervreemd van zijn eigen land en omgeving? De meeste

stylos // vervreemding // thema

p10-p21 vervreemding 02.indd 15

pantheon 4 ’05’06

15

8-5-2006 16:35:10


The Centre Pompidou, Georg Simmel & Roemer van Toorn

Stranger in the City Marten Dashorst

an organized, focused version of the more truly ad hoc (and frightening) groupings and events of 1968."2

Prologue. Vangelis in Beaubourg

In 1971, an international competition was announced for the new Centre

In 1978, the Greek musician Vangelis released his sixth album, Beaubourg.1

national d'art et de culture. When the competition ended in 1971, over 600

Critics quickly described it as one of his least accessible works, due to the very

architecture firms had sent in a design, from which the jury, presided by Jean

atonal setup of the album and its apparent lack of a beginning and an end.

Prouvé3, choose the plan of Renzo Piano and Richard Rogers with Ove Arup

Almost entirely created on a Yamaha CS-80 synthesizer, Beaubourg is said to

as the winning design. The principal's idea of the building, to challenge

be a musical representation of the Beaubourg area, where Vangelis lived at

conventional ideas about cultural institutions, was perfectly embodied in

the time. It is also said to be a musical interpretation of the architecture of the

their design. As Pontius Hulten, the centre’s first director had seen an 'open

Centre Pompidou, then just recently opened for the public. Listening to the

museum [where there would be] natural contact between artists and the

album, one can hardly understand how this could be a musical version of the

public in developing the most contemporary elements of creativity'4, the

famous building. But then again, is the building as easy to understand as it is

physical shape of the building (initially) turned out to be just like that. All

to be distinguished in its surroundings?

construction taken to the outside, together with installations and circulation space, its interior offered an uninterrupted space, ready to be occupied by

Building the Centre Pompidou

artists and visitors, engaging in an interactive debate about the arts and

The idea for the Centre Pompidou rose from the pressing wish of the

society.

Parisiennes to finally have their own central library and cultural centre. The resources were available and the motivation was there, there just was no site.

And then came the controversy, at its opening, not by Georges Pompidou,

Yet.

but by his successor (and rival) Valery Giscard d'Estaing. It was a total disappointment to the architects, while the president did not even mention

The Beaubourg quarter had known a very rough period in recent history.

their names, only focusing on the political impact of the building.5 Soon

In the 1930s the quartier was infamous for its violence, prostitution and

after its opening, critics began to argue the validity of the building in its

dilapidated houses, so decided was to demolish a large part of the old,

surroundings. Characterizations of the centre being 'a utopian oil refinery'

cramped houses. An open square was left, which quickly turned into a

or simply 'a monstrosity' were commonplace in the fierce debate that

parking lot for trucks providing goods for the nearby Les Halles food market.

overshadowed the huge success of the building in its fist years. Let’s not

When, in the 1960s, the decision was made to move the food market to

forget the fact that only in its first year, the Centre Pompidou welcomed over

the outskirts of the city, the trucks disappeared from the square. From

six million visitors.

that moment on, Paris' plans for a central library and cultural were initially

So how can the success of this building be explained? Did people simply

focused on the Les Halles area. The controversy over the choice between Les

ignore the debate going on in the higher cultural elites of our society, or did

Halles and the Plateau Beaubourg was then suddenly settled in 1968, when

the building contain a deeper layer, one that could easily overcome its initial

President Le Gaulle decided the building would be built on the latter, and that

dissociation with its surroundings?

a completely different concept would be designed for the former.

"The way the piazza of the Centre Pompidou looks today with its fire-eaters, mimes, spontaneous gatherings, street theatre, and hawkers is, in one sense, an organized, focused version of the more truly ad hoc (and frightening) groupings and events of 1968."2

In 1969, the new French president, Georges Pompidou decided to make the building his own building. As a real French ruler, with the need to leave a mark in history (Remember Louis Quatorze's Versailles palace, or Mitterrand's Grand Projets?), he decided that it should be both a library and a cultural centre. The Centre Pompidou was born. Georges Pompidou was not the only reason the plans for the centre gained more speed and weight. The May 1968 events had shown that France was in

And that is where George Simmel comes in.

a crisis with the world and herself. Yet one year later, when the feared violent

"The development of modern culture is characterized by the preponderance

revolution failed to occur, French national spirit appeared to be stronger then

of what one may call the 'objective spirit' over the 'subjective spirit'"6

ever. With this new confidence, people realized that France was capable of creating great things and erect great buildings. The centre was one of those

Perhaps the problems and successes of the Centre Pompidou have a much

and perhaps the one building that has shown best the spontaneity of May

deeper origin then the simple one of controversy as an attractor of public

1968:

attention. Perhaps the Centre Pompidou announced a much broader change in our society, a shift that started in the sixties and perhaps still is going on

16

p10-p21 vervreemding 02.indd 16

"The way the piazza of the Centre Pompidou looks today with its fire-eaters,

today.

mimes, spontaneous gatherings, street theatre, and hawkers is, in one sense,

Georg Simmel (1858-1918) was one of the first philosophers who made the

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // thema

8-5-2006 16:35:10


association between sociology and the city. Educated as a philosopher and

each man the more directly dependent upon the supplementary activities of

historian, he was one of the founders of the German Society for Sociology,

all others."10 The Centre Pompidou cannot work without the neighbourhood,

and he lived and worked most of his life in Berlin, though his students

just as the neighbourhood needs the centre as a vital part of life.

wandered out over the entire world, establishing institutes such as the

A certain amount a blasé allows for the Centre Pompidou to exist. Even

Department of Sociology at the University of Chicago.7

though the first reactions were altogether very negative, and mostly focusing on the building's inability to communicate with its surroundings, these critics

In his writings on the city, Simmel addresses a wide range of processes going

were soon pushed to the background by the sheer enthusiasm of the millions

on in the dense fabric of human interactions known as the city. Since it is in

of visitors. They did not care for the fact that the building indeed looks like

this case impossible as well as unnecessary to focus on all his theories, I will

some totalitarian oil refinery, or that its scale is completely out of proportion.

only research into Simmel's writings about the concept of strangeness and

They just wanted to visit the building, be part of the 'Pompidou experience'.

strangers8 and his concepts on the change of the human psyche due to the

These feelings of blasé, or indifference, have nevertheless never completely

enormous growth of the city in the last few centuries.9 Both articles revolve

consumed our perception of the building. Perhaps the contrast it poses on its

around the central theme of the city and its influence on the behaviour of

surroundings has provided us with the necessary distance, and so ability to

humans.

understand it. Simmel explains this with his concept that a mental distance is always created by a bodily proximity.11 In other words, since the confrontation

One of the most apparent themes in Simmel's writings is the ongoing

with the building is always so direct, we realize that it is working on a different

struggle between subjectivity and objectivity. According to Simmel, there

level then its surroundings, and therefore it validates its presence at the scene.

are two major contributors to the ever growing distance between those two concepts of subjectivity and objectivity. On the one hand, the immense scale of the city has faced urbanites with a new, indifferent attitude towards experiences and happenings in our physical environment. Simmel calls this

With the Centre Pompidou, the visitor is nothing more than a cog, making the building go round and round.

attitude blasé, and this 'I don’t care' way of living has driven a deep wedge between the rural, communal way of living in the old villages, and the hasty,

Simmel's writings for a large part contributed to the concept of modernity.

individual way of life we experience in our cities.

His views of the ancient concept of community (on which Heidegger later bases his writings about dwelling) show a very ambiguous concept of the

Simmel's other distinction is in the way industrialization has made individuals

city and where to go with it. In the city, the community with its bond based

even more individual and specialized. We cannot be compared to each other

on personal contact and unspoken rules, ceases to exist and is replaced by

anymore. However, a strange but unavoidable paradox that arises from

a much more regulated form of interaction, the society. The organic bonds

this statement can perhaps explain the intricate functioning of the Centre

of the community are replaced by the physical, created bonds of society.

Pompidou in its surroundings. Simmel writes: "[…] this specialization makes

The extreme number of impersonal experiences forces the individual to, as

stylos // vervreemding // thema

p10-p21 vervreemding 02.indd 17

pantheon 4 ’05’06

17

8-5-2006 16:35:11


Simmel says, "[summon] the utmost in uniqueness and particularization, in

"[…] spatial relations are only the condition, on the one hand, and the symbol,

order to preserve his most personal core".12

on the other, of human relations."18

For if we do not do this, we will become nothing but a mere cog in the

In his article 'the Stranger', Simmel discusses the physical entity of the

enormous machinery the city has become.13 With the Centre Pompidou, the

stranger and its impact of the functioning of a group. Though he uses the

visitor is nothing more than a cog, making the building go round and round.

example of a human stranger, most of his concept of strangeness can also be

This somewhat nihilistic world view, where there is nothing to be done, could

applied to the built environment of the city, and the complex network this

be dubbed negative and counter-pastoral. But is this really true? Does Simmel,

generates. So does the Centre Pompidou represent a condition of the human

and in his view, the Centre Pompidou, not offer a small chance of escape for

relations existing in the Beaubourg area, or is it a symbol of this complex

the urbanite caught in the jaws of modernization?

urban environment? Through its construction, the Centre Pompidou connects neither to its surroundings, nor does it generate some conversation with the

Simmel does offer another option. The enormous amount of experiences

interior spaces. It is merely a shell, both negating outside and inside.

coming right for us makes life easy, it provides a fluid network through which the individual can freely move and make his decisions. This almost pragmatic

But there must be more reasons why this building was built exactly there

Question: is the Centre Pompidou a product of the first modernity, of the Either-Or society, or is it a harbinger of the second modernity, of the society of the AND?

where it was built, and why it was built when it was built. Is there perhaps

It does not participate in the urban network, because it is of such a different

another, hidden layer in the functioning of the building that allows for it to

scale and materiality than its environment. This would be an easy conclusion

exist as it does?

in order to reject the Centre Pompidou as a good building. But is exactly

approach to the construction of the city, combined with the blasé attitude the urbanite developed over the years, can offer an explanation for the seemingly easy acceptance of the Centre Pompidou in its surroundings.

this indifference to the city not what makes the building a rather intelligent Micro-Urbanism

building? It shows the audience a mirror of its own functioning. There is no

According to Simmel, truth is relational.14 In a way, our social environment

physical participation, there even are physical borders, but on a mental level

is the reflection of our physical environment. In the human spirit, there is

the participation is more present then in any other building is the same

an unstoppable will to relate everything to each other, and in that process,

context.19

we bridge separated events and create a feeling of society. Society, and 15

in a more abstract way, wholeness of a city is a product of our mind. We

If we follow Simmel's ideas on the stranger, there still is one thing that needs

sometimes, unconsciously connect events and structures with each other,

explaining. Distance, according to Simmel, "means that he, who is close by,

thereby generating a new, larger structure.16

is far, and strangeness means that he, who also is far, is actually near."20 Being strange, or a stranger, is a very specific form of interaction, happening on and

The Centre Pompidou can be described as a physical structure that expresses

transcending in between the two levels of physical and mental interaction.

the mental state of the city. It shows structures that were already in existence,

The Centre Pompidou combines both distance as well as strangeness in its

but before never had been understood in such a way that it could be

existence. It is distanced to its environments, because it has no apparent

translated into a physical form. There have been critics who compared the

physical relation to it (it is an 'oil refinery' in the city). At the same time, it

Centre Pompidou with another building in its near environments, the church

generates a sense of strangeness through the contents it provides, being art,

of the Notre Dame on the Ile de la Cité. They both share a very apparent

and in the way it functions within the mental network of the city. Perhaps

characteristic, namely that of an external construction, providing an interior

these words of Simmel describe the relational state of the Centre Pompidou

space that allows for a wide variety of events.17 Exactly that comparison shows

best: "The stranger […] is an element of the group itself. His position as a

us that with the Centre Pompidou, the city, or society of Paris, found a way to

full-fledged member involves being both outside it and confronting it." This

translate their unconscious ideas of the urban fabric into something within

ambiguous state makes it possible to generate a certain objectivity, thereby

the built environment. To put it in Simmel's words, the Centre Pompidou

exactly fitting in Simmel's idea of the city as an objective entity.

is a subjective, physical effect of the objective, mental condition of the We are nowhere near a conclusion here. After all, we must not remind that the

metropolis.

Centre Pompidou was conceived and built in a very specific time. The time

18

p10-p21 vervreemding 02.indd 18

One aspect that has been left relatively undiscussed yet, is the sheer physical

of the soixante-huitards, of hippies, of Communist violence against people.

contrast the Centre Pompidou has with its surroundings. Next to the blasé

A time of social unrest. So is Centre Pompidou a product of its time, and is

response of most Parisians, Simmel provides another possible explanation for

the way Simmel describes the transformation from community to society,

the coming into existence of the building in its days.

through a process of individualization and growing discrepancy between

UFO in Beaubourg

subjectivity and objectivity, or is there more?

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // thema

8-5-2006 16:35:11


Roemer van Toorn and the Centre Pompidou of the AND

is no attempt for approach. The Centre Pompidou could be called the good,

In recent times, there has risen a new conscience on the process of

because it shows the people the truth, it is not hiding anything. The buildings

modernization. A shift is occurring, away from the dialectical writings of

around it, they are wrong. They do not show what they are housing; they do

the early-twentieth century essayists, towards a more interactive way of

not offer the people a mirror of reality and criticism.

describing the city and its networks.21 One of the more recent contributions in the architectural debate on modernity has been made by Roemer van Toorn.

Whereas Simmel talks about 'greyness' in the aspect of not knowing who your neighbour is, and eventually convicting this, naming it 'a latent antipathy'25,

Over the years, Roemer van Toorn has devised a critical theory that has

van Toorn almost idolizes this ambiguity, this apparent chaos. Van Toorn

occupied its own spot in recent architectural theory and criticism. His

names this complete freedom of interpretation, of movement on both a

writings comprise themes as the functioning of the market in recent Dutch

mental as well as on a physical level the society of the AND. "We are no longer

architectural design, the city of the 21st century, but most importantly his

surrounded by technology as in our first modernity, we are in it, part of it."26

conception of a successor of 20th century's first modernity, consistently

This second modernity, the modernity of flows and freedom, does not replace

dubbed the second modernity.22

its predecessor. It cannot replace its predecessor, for the idea of the AND allows for everything to exist next to each other, at the same time. Is this why

According to van Toorn, the first modernity is characterized by a very

the Centre Pompidou functions the way it does?

dialectical view on the way society and our urban environment works.23 In first modernity, the world was very simple. On a macro-scale, you had East versus

Question: is the Centre Pompidou a product of the first modernity, of the

West. On a national scale, you had Left versus Right. You had the Good Guys

Either-Or society, or is it a harbinger of the second modernity, of the society

versus the Bad Guys. This polarized concept of society, van Toorn writes, can

of the AND?

be dubbed the Either-Or society.24 In the Either-Or society, it was very clear which way to go. But now, van Toorn states, the end of the first modernity,

Answers, and more questions…

of the Either-Or society, is near. It is soon to be replaced by a new concept of

In the first part of this article, I tried to analyse the Centre Pompidou through

modernity, the concept of the And.

the ideas and concepts of modernity as devised by Georg Simmel. Its strong

Let's not directly discuss van Toorn’s proposed alternative for the Either-Or

dialectical physical quality, together with the way the building participates on

society. First, let us look at our building and its position within this society.

a physical and even more on a mental level, undoubtedly make it a product

The Centre Pompidou can easily be dubbed an Either-Or building. It obviously

of first modernity. There are however a few aspects that do not exactly fit

engages in a very strong discussion with its surroundings. There is no

in Simmel's concept of modernity. For example, it can be questioned if the

(apparent) attempt to converse on a normal level with its neighbours; there

Centre Pompidou is really part of the urban fabric, as it, according to Simmel,

stylos // vervreemding // thema

p10-p21 vervreemding 02.indd 19

pantheon 4 ’05’06

19

8-5-2006 16:35:12


concept of the Centre Pompidou as a building where artists and visitors would come together and practice arts, has long ago been abandoned. People where too anxious to participate, and artists found the interior not the best space for working on their projects.28 This idea can clearly be understood as an idea that harbours all of van Toorn’s views of second modernity. It engages in conversation with its visitors, it does not offer a clear view of what's right and wrong, only a wide set of possible directions to go to. What the Centre Pompidou does, is functioning as a node in the urban network rather than offer a spatial solution to a given problem. Let us look at the way the square in front of the building is more than a grandiose entry piazza for a church of art. The way the building, together with the square, injected a new level of interactivity for this part of the city, is altogether very 'AND-ish'. It operates on a mental level rather than on a physical level. The building does not need to be understood in order to be accepted, for the processes it initiates, the jugglers, the freedom and artistic vividness of the area around it, can be seen as an integral part of the city. It has validated its own existence by adding a new layer to the city. Uninstitutionalized art. "The city of the third millennium can therefore only be understood if we conceive of it in our analysis as a process instead of a place."29 And yes, we can see the Centre Pompidou as a process, and not just as a physical entity. Take, for example, a look at its façade. This clearly is more than simply an architectural solution for a spatial problem. By bringing all construction, installations and circulation facilities to the outside of the building, the architects have given the building a place in the urban network, instead of next to it. It avoids the traditional concept of the city, with its clearly separated systems and physical entities, the entities of street, square, building and park. Is the Centre Pompidou a building, or is it a street? It is all in one. It is an interactive façade, a façade offering us information. The if and the why Face it. Even more than it is a product of the first modernity, the Centre Pompidou is a product of second modernity. Its place in the mental urban network acknowledges a deep connection to the multiple layers that together form the urban fabric. It is more than a building; it is a process, both in its architectural form as in its functioning. But this quick conclusion does should have become by offering a product that is desired. It legitimizes its

raise another question, a question perhaps even more important than the

existence, but is it accepted on all levels?

question if the building is a building of one of the two modernities.

Where Simmel leaves us no choice but to accept the building, van Toorn says

Was the Centre Pompidou deliberately built as a building that harbours

that it is our own choice, even though it is on an unconscious level. In the city,

qualities of both the first as well as the second modernity, or has it cleverly

we physically try to avoid all confrontations, but the mental state of a city can

adapted itself to the ever evolving world around it?

only flourish if it inhibits a certain amount of discussion, of confrontation.27 And perhaps, Centre Pompidou does just that. It invited discussion right from

The reason Centre Pompidou still works after all those years, is that it has

the moment it was built. First, discussion was about the way it looked. Then, it

never been afraid to adapt itself to changing circumstances, both in the world

was about the way it functioned.

of art as in the world of the city. It could be dubbed a pity that the original intention of a place where artists and visitors interact in making art has been

20

p10-p21 vervreemding 02.indd 20

Is the real secret of the Centre Pompidou in the way it works, and not

abandoned pretty quickly, but the centre has never made itself obsolete to

necessarily in the way it looks, compared to its surroundings? The initial

the city. It has gained its own position in the city. It now lives not only in the

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // thema

8-5-2006 16:35:13


physical environment, but also in 'real virtuality' van Toorn speaks about.30

aberrancy of time and zeitgeist, or that it really was a part of a larger historical,

If we follow van Toorn even more precisely, it would be all but alright to try

modern process. //

to place the Centre Pompidou in a category of modernity. History, van Toorn states, "can no longer be based on either-or thinking because we live in a time where the space of flows calls the shots."31 Perhaps we need to take a certain distance from our subject know, and inject some fresh ideas on the Centre Pompidou into our thoughts. His name is Jean Baudrillard, and he discussed the Centre in his 1978 essay ‘Der Beaubourg-Effekt, Implosion und Dissuasion'.32 According to Baudrillard, there is nothing else to do for the Centre Pompidou than to be left empty. The difference between outside and inside no longer exists, so it should not be questioned what the building should contain. The masses are its contents. This idea can also be found in the writings of van Toorn. In the society of the And, van Toorn writes, architecture is no more about space or time, but about information. The people are its contents, it reason for existence. When built, the Centre Pompidou clearly was a product of its time, of Simmel's writings on subjectivity and objectivity. It fits perfectly his descriptions of the stranger in the city. But its functionality, the Centre Pompidou is indeed more a process than a building. In van Toorn's words, Centre Pompidou can only be understood as a process instead of a place. "In appearance, its form is simple. But one does not know many buildings resembling this one: not a tower or a skyscraper, but, seen from afar, an immense screen, and closer, a mirror offering a constantly changing play of images and reflections." – The jury report on the design of Rogers & Piano33 The Centre Pompidou represents the public. In its flexibility, in its sheer refusal to conform to any convention. It is a product of our modern day society, conceived in history. A true harbinger. Epilogue: Les Halles 2005 After the decision of the Paris city council to move the Les Halles meat market to La Vilette, in 196234, not only the Plateau Beaubourg was left without a function. Whereas this area was quickly occupied by the Centre Pompidou, the larger area of Les Halles was left unoccupied for a longer time. Only the old garden construction from Baltard remained, later completed with the underground forum and a new garden design by Ricardo Bofill. Nevertheless it has never gained so much popular attraction as the Centre Pompidou area. Something needed to be done. Paris' new mayor, Bernard Delanoë, decided in 2001 to restructure the area. In 2004, four architecture firms, OMA, MVRDV, Atelier Jean Nouvel and SEURA (David Mangin), were chosen as the final contestants. And apparently, Paris had lost her spontaneity. Instead of going for the extreme ideas of OMA or MVRDV, like Piano and Rogers were chosen for the Centre Pompidou, the jury chose the most conservative design, that of David Mangin. It was a choice for certainty, for only 7 years of construction, a choice to keep the local community befriended. Or as one shopkeeper said: "Mangin ou la guerre."35 And after all, time will probably tell, if the Centre Pompidou was just an

> 1. http://en.wikipedia.org/wiki/beaubourg_%28album%29 > 2. p4 in: Silver, N., The Making of Beaubourg – A building biography of the Centre Pompidou, Paris, The MIT Press, Cambridge 1994 > 3. ibid, p38 > 4. http://www.eyestorm.com/feature/ed2n_article.asp?article_id=68 > 5. http://www.telegraph.co.uk/arts/main.jhtml?xml=/arts/2002/01/26/bapomp26. xml&ssheet=/arts/2002/01/26/ixartright.html > 6. p130 in: Simmel, G., The Metropolis and Mental Life, 1902. Translation by Wolff, K.H. (ed.), The Sociology of Georg Simmel, Free Press, New York 1950 > 7. in: Lee Erickson, V., On the town with Georg Simmel: A socio-religious understanding of urban interaction, in Cross Currents, spring 2001, vol 51, no 1 > 8. Simmel, G., The Stranger. Translation by Wolff, K.H. (ed.), The Sociology of Georg Simmel, Free Press, New York 1950 > 9. Simmel, G., The Metropolis and Mental Life, 1902. Translation by Wolff, K.H. (ed.), The Sociology of Georg Simmel, Free Press, New York 1950 > 10. ibid, p130 > 11. ibid, p133 “This is because the bodily proximity and narrowness of space makes the mental distance only the more visible.” > 12. ibid, p135 > 13. ibid, p134 > 14. in: Lee Erickson, V., On the town with Georg Simmel: A socio-religious understanding of urban interaction, in Cross Currents, spring 2001, vol 51, no 1: “Michael Karen’s new translation of Simmel’s The Bridge and the Door (1994) provides fresh insight into his epistemology. For Simmel, truth is relational.” > 15. ibid. > 16. ibid. > 17. http://www.planetware.com/paris/georgespompidou-nationalcenter-for-artandculture-f-p-cpb.htm > 18. Simmel, G., The Stranger. Translation by Wolff, K.H. (ed.), The Sociology of Georg Simmel, Free Press, New York 1950 > 19. The concept of non-participation is described by Simmel as follows: “objectivity is by no means nonparticipation, but a positive and specific kind of participation.” The Centre Pompidou shows a certain kind of objectivity, by not engaging in conversation with its surroundings. It does participate, on a higher, mental level because it questions the people of their own existence and their concept of the city. > 20. Simmel, G., The Stranger. Translation by Wolff, K.H. (ed.), The Sociology of Georg Simmel, Free Press, New York 1950 > 21. In his 1990s writings, Ulrich Beck was the first one to discuss this paradigm shift. He described two different kinds of modernity, a first modernity, dialectical and polarized, and a second modernity, ambiguous, broad and interactive. > 22. The notion of second modernity as a successor to first modernity was first conceived by the German writer and sociologist Ulrich Beck, in his 1996 article Risikogesellschaft - Auf dem Weg in eine andere Moderne > 23. Toorn, R. van, The And - Space in the third millennium, Amsterdam 1998 > 24. ibid. > 25. p133 in: Simmel, G., The Metropolis and Mental Life, 1902. Translation by Wolff, K.H. (ed.), The Sociology of Georg Simmel, Free Press, New York 1950 > 26. Toorn, R. van, Time in Transit: A travelogue through the Society of The And in search of And/otherness, lecture. > 27. In his article, Lost in paradise, van Toorn talks about the consensus paradise, where everything is solved through compromises and bureaucratic intervention. This simply cannot go together with our ever growing wish of individual spaces and influences. Van Toorn rightly strives for a more chaotic society, however not dialectical. There is not one solution, there are many solutions. > 28. http://www.planetware.com/paris/georgespompidou-nationalcenter-for-artandculture-f-p-cpb.htm > 29. Toorn, R. van, The And - Space in the third millennium, Amsterdam 1998 > 30. ibid. > 31. ibid. > 32. p59-82 in: Baudrillard, J., Kool Killer, oder Der Aufstand der Zeichen, Merve Verlag, Berlin 1978 > 33. P45 in: Silver, N., The Making of Beaubourg – A building biography of the Centre Pompidou, Paris, MIT Press, Cambridge 1994 > 34. p86 in: Fils, A., Das Centre Pompidou in Paris, Idee – Baugeschichte – Funktion, Heinz Moos Verlag, Munich 1980 > 35. http://www.archined.nl/archined/4505.0.html > photos: http://ibftp.free.fr/collages1.htm

stylos // vervreemding // thema

p10-p21 vervreemding 02.indd 21

pantheon 4 ’05’06

21

8-5-2006 16:35:13


Whatcha lookin'at? Sometimes you can wonder if we have lost our ability to look at something and be intruiged. In this era of images appearing and disappearing with the speed of light, we should take some time off to look at things well more often. Because sometimes, things are not what they appear to be. //

Santiago Calatrava, Library Zürich Bytes on flash disk, 2006 Marten Dashorst

22

p22-p27 vervreemding 03.indd 22

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 15:44:04


Chris Jordan - Diesel Tank 44x56 inch uit Intolerable Beauty Seattle 2004

stylos // vervreemding // algemeen

p22-p27 vervreemding 03.indd 23

pantheon 4 ’05’06

23

8-5-2006 15:44:12


Amie Dicke - The Darkness of Lightness cut-out, ink on magazine paper, 2004 16 x 22,6 inches text: ‘The Invisible Man’ by Ralph Ellison. courtesy: Peres Projects, Los Angeles / Berlin and Diana Stigter, Amsterdam.

24

p22-p27 vervreemding 03.indd 24

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 15:44:37


stylos // vervreemding // algemeen

p22-p27 vervreemding 03.indd 25

pantheon 4 ’05’06

25

8-5-2006 15:44:49


Airplane graveyard courtesy of www.jar2.com

26

p22-p27 vervreemding 03.indd 26

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 15:45:06


Chris Jordan - Chassis yard #2 44x70 inch uit Intolerable Beauty 2005 stylos // vervreemding // algemeen

p22-p27 vervreemding 03.indd 27

pantheon 4 ’05’06

27

8-5-2006 15:45:21


Meer dan 70% van de stedelingen in Afrika, wonend in steden ten zuiden van de Sahara, leven in sloppenwijken. Wereldwijd leven in ontwikkelingslanden in totaal 2,2 miljard mensen in stedelijk gebied. Binnen dertig jaar zal dit aantal verdubbelen en daarmee, opgeteld bij de overige gebieden, zal de helft van de wereldbevolking in sloppenwijken wonen.

Sloppenwijken in het slop Regien Kroeze

probleem. Het lijkt voor de meeste westerlingen meer op een goede toeristische attractie. Wat een sensatie, maar wat een vervreemding!

aantal; totale bevolking (miljoen) wereld totaal 6.134 3e werld landen 4.940 ontwikkelde landen 1.194 opkomende landen 685

Zijn de feiten u bekend? Waarschijnlijk niet. De meeste westerlingen hebben

Sloppenwijken worden gekarakteriseerd door een tekort aan basis behoeften,

geen idee in wat voor omstandigheden 1,1 miljard mensen op deze wereld

slechte huizen, illegale structuren, overbevolking, slechte levensconditie,

leven; Slums, Favela’s, Bidonvilles, Chanty Towns, Townships, Barria, Villa

armoede en sociale uitsluiting. Dit heeft meerdere oorzaken. De grootste

Miseria; de benaming verschilt per land.

factor die de ontwikkeling in het verbeteren van woning en levensconditie tegenhoudt, is een tekort aan aandacht van de overheid op alle niveaus, van

aantal en % stedenlingen (miljoen) wereld totaal 2.923 3e werld landen 2.022 ontwikkelde landen 902 opkomende landen 179

47.7% 40,9% 75.5% 26.2%

Een sloppenwijk is een nederzetting die grenst aan een stad en wordt

lokale tot nationale politiek2. Gevolg hiervan is dat het niet lukt de bevolking

gekarakteriseerd door ontoereikende huizen en basisvoorzieningen.

boven de armoedegrens te houden, waardoor mensen op straat komen

De nederzetting wordt niet erkend door de publieke autoriteit als een

te staan. Een andere oorzaak van het ontstaan van een sloppenwijk is het

Zuid centraal Azie Oost Azie Zuid Afrika

30,3% 39.1% 34.6%

geïntegreerd en gelijk deel van de stad. Het bestaan ervan is in landen buiten

vestigen van terugkerende soldaten die dakloos zijn geworden na een oorlog

Europa meer regel dan uitzondering. Volgens UN-Habitat leven ongeveer 1,1

of vluchtelingen en slaven die een nieuwe woonplaats zoeken.

452 533 231

miljard mensen, 32% van de wereldbevolking, in een sloppenwijk. Volgens

aantal en sloppen % t.o.v. stad (miljoen) wereld totaal 924 31.6% 3e werld landen 870 43% ontwikkelde landen 54 6% opkomende landen 140 78.2% Zuid centraal Azie Oost Azie Zuid Afrika

262 194 166

58% 36.4% 71.9%

> UN-HABITAT, Global Urban Observatory, 2003

onderzoek (2001 UN-habitat) woont 78% van de inwoners van de minst

De voorbereiding tot het terugbrengen van het aantal sloppenwijken moet

ontwikkelde landen in stedelijke sloppenwijken; dit zijn 140 miljoen mensen.

gepaard gaan met een goede internationale samenwerking en hulpverlening.

In ontwikkelingslanden is dat 43%, wat neer komt op 870 miljoen mensen.2

Ten eerste moet geanalyseerd worden wat er mis is in de wijken en waar de

UN-Habitat is wereldwijd verantwoordelijk voor het monitoren van het doel

bewoners behoefte aan hebben. Dit moet uiterst kritisch gebeuren zonder

de sloppenwijken te laten verdwijnen uit de steden. Dit is onderdeel van het

afzwakkingen. Er moet een managementplan opgezet worden, naast een

doel om de duurzaamheid van woongebieden te kunnen verzekeren. Rond

demografisch en stedenbouwkundig plan voor de enorme gebieden. De

2020 moet het aantal bewoners in deze wijken teruggebracht worden met

infrastructuur moet in alle facetten vernieuwd of toegevoegd worden.

100 miljoen personen. Het doel staat beschreven in 'Guide to monitoring

De kosten die gemaakt worden, moeten gefinancierd worden vanuit de

Target 11: Improving the lives of 100 million slum dwellers. Progress towards

regeringen, door schenkingen en ontwikkelingshulp. Deze geldstromen gaan

the millenium development goals'.

jammer genoeg nooit gepaard met zekerheid van continuïteit.

Als wij aan slechte woonomstandigheden denken in Europese steden, dan

Doordat een sloppenwijk zonder enige structuur ontstaan is, functioneert

noemen wij bijvoorbeeld de Bijlmermeer, de Banlieus van Parijs of de grote

deze in vele opzichten zeer slecht. De sloppenwijk ligt meestal, door de

betonnen woonblokken in Oost-Europa. Geen luxe huizen, geen goede

ongestructureerde manier van bouwen, in een ander grid dan de stad. Dit

sfeer. Maar dit is niet te vergelijken met de slechtste woonomstandigheden

is moeilijk weer te herstellen in de leidende demografische trend, omdat de

buiten de westerse wereld. We moeten in Europa ver zoeken voordat we in de

oppervlakte van een sloppenwijk soms groter is dan die van de stad zelf. Het

buurt komen van een nederzetting die voldoet aan de kenmerken van een

is moeilijk om voorzieningen in te plannen of hier toegang toe te verlenen,

sloppenwijk. Als we over echt onleefbare situaties praten dicht bij huis, zijn

want bewoners zijn hier niet vermogend genoeg voor.

het bijvoorbeeld kleine tentenkampen van vluchtelingen in de bossen van Calais. Hier wonen de illegale vluchtelingen die wachten op een overzeese

Naast deze problemen, die vooral op grote schaal de mogelijkheden

ontsnapping. Ze slapen in zelfgemaakte tenten zonder enige voorzieningen.

beperken om op korte termijn sloppenwijken terug te brengen, zijn de

Elders in Europa zouden we nog het één en ander tegen moeten komen, want

problemen die voor de bewoners dichter bij huis liggen even belangrijk om

er schijnen ook in ontwikkelde continenten zoals Europa en Amerika al 54

op te lossen.

miljoen mensen niet aan dergelijke leefomstandigheden te ontkomen. Bewoners kampen met armoede en werkeloosheid. Dit zijn de belangrijkste

Benamingen sloppenwijken Zuid Afrika Brazilië Filippijnen, Argentinië Venezuela Peru Amerika Zuid Amerika

Wij westerlingen weten af van het bestaan van sloppenwijken, al is deze

oorzaken die de negatieve vicieuze cirkel direct beïnvloeden. Daarnaast

kennis pas van de afgelopen zestig jaar; daarvoor kende de Nederlander

moet de bestaanssituatie zekerder worden. Deze is gekoppeld aan voeding

het woord ontwikkelingshulp nog niet. Pas vanaf die tijd ontstonden

en huisvesting. Ook rolpatronen tussen man en vrouw kunnen af en toe de

hulporganisaties zoals de Verenigde Naties en specifiek in Nederland NOVIB,

ontwikkeling beperken. Hygiëne is ondermaats en drinkwater is zeer slecht,

respectievelijk opgericht in 1945 en 1956.

waardoor veel ziekten en kindersterfte voorkomen.

Westerse toeristen willen tegenwoordig graag een kijkje nemen in een

UN-habitat heeft een rapport opgesteld met de speerpunten waar de

sloppenwijk als we op vakantie zijn en betalen daar graag €50 voor aan de

sloppenwijken aan moeten voldoen voordat ze humaan genoemd kunnen

gids. Dit geld komt overigens niet bij de bewoners terecht. Of ze kijken vol

worden. Dit zijn de volgende; toegang tot schoon drinkwater, toegang

verbazing hoe aan de kant van de modderige weg prefab golfplaten huisje

tot sanitair, bescherming vanuit de overheid, goede infrastructuur en

Squatter camp Falva verkocht worden. Maar dat er enorm grote gebieden volgebouwd zijn met Villas miseria brakke hutjes, kunnen wij niet bevatten. Een sloppenwijk is niet iets waar Barrio Pueblos jovenes in eerste instantie bij wordt stilgestaan als een immens groot wereldwijd Hooverville Township

28

p28-p35 vervreemding 04.indd 28

pantheon 4 ’05’06

stedenbouwkundig plan en een maximaal aantal personen per oppervlakte. Als er gekeken wordt naar deze eisen, zullen deze problemen voor het

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 15:50:08


grootste gedeelte kunnen worden opgelost door goede huisvesting

het sloppenwijkprobleem, maar naar mijn mening net zo belangrijk is, is

en infrastructuur. Watervoorziening met daaraan gekoppeld sanitair en

scholing en werkgelegenheid. De armoede kan op deze manier bestreden

bescherming tegen weersinvloeden kunnen in één woning samengebracht

worden en men kan voedsel kopen van de inkomsten die verdiend worden

worden.

met werk. (als voedsel voorradig is).

Maar de huizen in sloppenwijken zijn ondermaats en voldoen niet aan

Samenvattend kan er gesteld worden dat om een sloppenwijk te kunnen

de eisen waaraan ze zouden moeten voldoen. Een huis heeft een goede

transformeren naar een humane wijk, er vele aspecten veranderd en

structuur qua dak, muren en vloer als er met duurzame en sterke materialen

verbeterd moeten worden.

wordt gebouwd. Sommige huizen kunnen voor locale begrippen goed

Ik heb het idee dat het niet gaat lukken de sloppenwijken te laten

gebouwd zijn met materialen die voor hen gekwalificeerd zijn als duurzaam,

verdwijnen of op grote schaal terug te dringen. Het is mogelijk een betere

maar door onprofessionaliteit niet van goede kwaliteit zijn. Op deze manier

stedenbouwkundige opzet te ontwikkelen met de juiste voorzieningen en

wordt de bewoner nog steeds aan weer en wind blootgesteld. Anderzijds kan

goedkope huizen die bescherming bieden tegen extremen. Maar ten eerste

een materiaal niet duurzaam lijken in onze ogen, maar het wel zijn omdat het

is de ligging en omvang van een wijk al zo bepaald, dat daar niet veel aan te

gemakkelijk en goedkoop te herstellen is. Dit is vaak het geval bij inheemse

doen is. Meestal liggen de wijken naast industriegebieden, of vuilnishopen,

huizen, gemaakt van natuurlijke materialen die in stand gehouden worden,

omdat hier dingen te halen vallen. Deze plaatsen worden echter aangewezen

al generaties lang. Duurzaamheid van materialen is een complex onderwerp

als gevaarlijk. Daarnaast zijn de wijken zeer dicht bebouwd. Om aan de

door locale condities, locale constructies en door het rekening houden met

speerpunten te voldoen die UN-Habitat noemt en aan het maximum aantal

gehandhaafde tradities en vaardigheden. Wat voor bewoners duurzaam is,

personen per oppervlakte, zal er per huis veel meer ruimte nodig zijn.

is voor experts totaal niet bruikbaar. Dit is ook het probleem voor bewoners

Hierdoor zal de omvang van een wijk nog groter worden en niet snel uit

in half stedelijke gebieden. Ze wijken af van het stedenbouwkunde patroon

te voeren zijn. Het zou zo moeten zijn dat mensen niet meer gedwongen

door inheemse materialen te gebruiken die in de stad niet duurzaam zijn.

hoeven te zijn in sloppenwijken te wonen en een kans krijgen te verhuizen naar een betere plek. Maar dit kan niet gebeuren als het grootste probleem

Een huis is pas duurzaam als het op een niet gevaarlijke plek gebouwd is

niet opgelost wordt; armoede en werkeloosheid. Hierdoor hebben bewoners

en een permanente constructie heeft die de bewoners genoeg beschermd

niet de middelen zichzelf te ontwikkelen. Stukje bij beetje een sloppenwijk

tegen extremen van het klimaat. Er moet rekening gehouden worden met

opknappen kan helpen, maar daarnaast moet een programma worden

locale bouwgewoonten, standaard en wet. Het is gevaarlijk als huizen in

ontwikkeld om de bewoners de kans te geven zich zelfstandig te kunnen

geologische gevaarlijke zones, op vuilnisbelten, in een zwaar industrieel

onderhouden met alles wat daarbij hoort op humaan niveau. Scholing,

vervuild gebied of naast infrastructuren – vliegveld, treinstation - gevestigd

werkgelegenheid en voedselvoorzieningen zijn net zo belangrijk als goed

zijn. Dit moet dus voorkomen worden.

onderdak. //

Het aantal personen per oppervlakte hangt nauw samen met de typologie van het huis. Nu is het zo dat meestal vijf of meerdere personen een kamer delen. Deze ruimte wordt daarnaast ook nog gebruikt voor koken, slapen en andere huishoudelijke activiteiten. In Bangkok wonen in sloppenwijken bijvoorbeeld vijftien personen per 1600 m2. De oppervlakte dichtheid in Bangkok kun je vergelijke met het Voorhof in Delft, waar één persoon per 100 m2 woont. Alleen is dit slechts in een oppervlakte van 1 km2 en in Bangkok gaat dit kilometers door. Deze dichtheid van mensen veroorzaakt veel vuilnis, dat door smalle straten en gebrek aan voorzieningen niet wordt opgeruimd. Uit het rapport van UN-Habitat blijkt dat huisvesting erg belangrijk is bij het oplossen van de problemen. Wat niet genoemd wordt bij het oplossen van

> 1. Guide to monitoring Target 11: Improving the lives of 100 million slum dwellers. > 2. http://www.warmafrica.com/index/geo/8/cat/1/a/a/artid/541 > http://www.unhabitat.org/mdg/ Progress towards the millennium development goals, Nairobi, may 2003, ISBN 92-1131682-0 >www.wikipedia.nl

stylos // vervreemding // algemeen

p28-p35 vervreemding 04.indd 29

pantheon 4 ’05’06

29

8-5-2006 15:50:09


De publieke ruimten spelen een grote rol binnen het debat in de samenleving. Door nieuwe media als het internet is een verschuiving waar te nemen van het publieke domein. Wat betekent dit voor de publieke ruimten in een stad?

Publieke ruimten Anne Geenen

de krant. Internet geeft meer ruimte voor respons op uitingen en meningen van anderen, en het vraagt om een actieve rol van de gebruikers, zoals bij e-mailen, weblogs, en internetfora.

Het internet en andere moderne media zijn niet meer weg te denken uit het leven van de meeste (westerse) mensen. Waar vroeger gebruik werd gemaakt

Virtualiteit

van concretere en meer tastbare publieke ruimten binnen een stedelijke

Het grootste verschil tussen de fysieke publieke ruimten in een stad, en de

context, zoals het plein of het koffiehuis, spelen deze moderne middelen nu

virtuele publieke ruimte op het internet is dat je op het internet tastbaarheid

een belangrijke rol om te communiceren, discussiëren en informatie over te

mist. Metaforen als de 'digitale snelweg' wijzen op het ongemak van het

brengen. De versnellende informatietechnologische maatschappij waarin we

in het hoofd visualiseren van deze ruimten voor de mens.5 De moderne

leven vraagt misschien om deze vorm van publiek domein, maar wat is het

massamedia hebben een publieke sfeer gecreëerd die niet meer afhangt

effect daarvan op de publieke ruimten in een stad?

van fysieke ruimten. Het fysieke verdwijnt en in de plaats komen virtuele ruimten. Het sociale en culturele aspect van de oorspronkelijke publieke

Publieke ruimten

ruimte blijft over. Dit zou kunnen betekenen dat men vat verliest op wat de

Een publieke ruimte is een plaats voor het publiek, waar discussie en

publieke ruimte voorstelt. Het fysieke binnen deze virtuele publieke ruimte

interactie tussen mensen onderling en mensen en de maatschappij ontstaan.

verplaatst zich naar de privé ruimte, naar het bureau met de computer. Zelfs

Het is geen autonoom gebied, maar het komt voort uit de interactie tussen

in de stedelijke publieke ruimte kan een verplaatsing van het fysieke naar het

de openbare ruimte en de stedelijkheid. Het is dus het product van de

private waargenomen worden. Door bijvoorbeeld mobiele telefoons, iPod's,

wisselwerking tussen de openbare fysieke ruimten in de stad en het sociale

en laptops, bevindt men zich vaak in privésfeer in de openbare ruimten.

en culturele gebruik daarvan.2 Bij fysieke ruimten kan men denken aan

Metaforen als de 'digitale snelweg' wijzen op het ongemak van het in het hoofd visualiseren van virtuele ruimten voor de mens.

pleinen en cafés. Voor een optimale publieke sfeer moet er volgens de theorie van Jürgen Habermas,3 Duits filosoof en socioloog geboren in 1929, een ruimte zijn waarbinnen rationele discussies kunnen worden gevoerd vrij van dwingende machten. Volgens Habermas was hier sprake van in de bourgeoise

Fysiek publiek?

maatschappij van de achttiende eeuw en is er door de komst van de

Hoe belangrijk is het fysieke aspect van de publieke ruimte? In feite heeft

massamedia en de vervaagde grenzen tussen privé en staat een publieke

men met de introductie van het internet een spiegel voor de werkelijke

sfeer overgebleven die in niets lijkt op een optimale situatie.3

wereld gehouden en dit beeld geprojecteerd, zodat er een reproductie van

Angst voor andere culturen, angst en onzekerheid voor en in de politiek en de

de bestaande wereld online ontstond.6 Er wordt geen nieuwe informatie

versnellende informatiesamenleving zijn aspecten die de publieke ruimten en

weergegeven, internet biedt alleen een nieuwe manier aan om naar dezelfde

voornamelijk het gebruik ervan hebben beïnvloed.4

informatie te kijken. De beleving van de publieke ruimte zou dus niet zozeer beïnvloed worden door de fysieke ruimte die deze eventueel inneemt, omdat

Moderne media in de publieke sfeer

het doel van het medium, het voorstellen van een publiek domein, hetzelfde

De invloed van moderne media op de publieke sfeer van de maatschappij

is.

was als eerste waar te nemen bij kranten, radio en televisie. Deze vormen van media bevatten het sociale en culturele aspect van de publieke ruimte

Intussen vormt zich online wel een andere 'maatschappij' dan in de

voor het uiten van meningen. Bij deze media is echter de mogelijkheid van

werkelijkheid, doordat de fysieke en virtuele publieke ruimte in gebruik zo

reactie en interactie, kenmerkend voor de publieke sfeer, gering. Het gaat hier

van elkaar verschillen. De aanwezigheid van mensen in een virtuele ruimte is

vaak om een informatiestroom die slechts één kant op werkt. Het is enerzijds

geheel anders dan als men bijvoorbeeld met elkaar op een plein staat.

een goede bron voor het vormen van een mening, maar anderzijds kent het

30

p28-p35 vervreemding 04.indd 30

weinig tot geen mogelijkheden om die mening te uiten. Ook is het publiek

Toegankelijkheid virtuele ruimten

bij deze vormen van media selectief voor de soort informatie die het wil

Een voordeel van het virtuele domein is dat het voor elke doelgroep,

ontvangen, wat in een optimale publieke ruimte niet mogelijk zou moeten

hoe afwijkend of vreemd deze ook mag zijn, toegankelijk is.7 Op internet

zijn. Iedereen zou vrij moeten zijn in het uiten van zijn of haar mening,

spelen verschillen in geslacht, ras, klasse, enzovoorts geen rol omdat men

ongeacht of de ontvanger daar voor open staat of niet, en eenieder is vrij om

anoniem kan blijven, zodat iedereen eenzelfde kans en inbreng heeft in het

te reageren op meningen en uitingen van anderen.

publieke debat. Historicus Mark Poster vindt deze ontwikkelingen zo ver

Tegenwoordig heeft het internet binnen de samenleving en zeker ook binnen

gaan dat je zou kunnen spreken van een geheel nieuwe publieke ruimte.8

de publieke sfeer een belangrijke rol ingenomen. Dit medium biedt net zoals

De participatie van het publiek is op het internet veel gemakkelijker dan bij

het café of het plein wél de mogelijkheid van reactie en interactie tussen

de oorspronkelijke publieke ruimte, waar onderwerpen minder eenvoudig

mensen onderling en de maatschappij. Hierdoor kan het internet als een

ingebracht kunnen worden. De journalistiek kan hier gemakkelijk op in

betere publieke ruimte gezien worden, in tegenstelling tot de televisie en

spelen, wat de rol van het publiek in de maatschappij nog eens benadrukt.

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 15:50:09


Een andere wetenschapper genaamd Lister is van mening dat de

manier echter wel vergroten, doordat de toegankelijkheid veel groter is

toegankelijkheid van het internet niet zo groot is om te kunnen spreken

dan bij fysieke publieke ruimten. Uiteindelijk gaat alles virtueel sneller

van een nieuwe publieke ruimte. 9 De benodigdheden om gebruik te

en eenvoudiger, zeker wanneer dit medium verder is geïntegreerd in de

kunnen maken van internet, een pc, modem en een internetverbinding, en

samenleving en bij het publiek.

de kennis die nodig is om dit medium in te kunnen zetten om je mening te verkondigen, zoals de vaardigheid om een website te kunnen bouwen,

De virtuele ruimten op het internet bieden mogelijkheden voor de

verkleinen de brede doelgroep die een ideale publieke ruimte zou moeten

ontwikkeling van de publieke sfeer in de maatschappij. De grote stroom van

omvatten.7 Maar is deze virtuele publieke ruimte niet juist kenmerkend voor

informatie die wij dagelijks over ons heen krijgen, of ze nu op ons gericht

deze en onze maatschappij, waar inmiddels iedereen in het bezit is van een

is of niet, dwingt ons om selectief om te gaan met dat wat we waarnemen.

computer, of op een andere manier toegang heeft tot het internet? Zeker met

Internet is een medium waardoor we veel van deze informatie ontvangen,

het oog op de toekomst zal internet een nog prominentere rol gaan spelen in

maar waarbinnen we ook een mening kunnen vormen en kunnen uiten over

de samenleving.

datgene wat we tot ons nemen. Er ontwikkelt zich een virtuele maatschappij, die goed aansluit bij de snelheid van de huidige samenleving en die het

Websites zijn, evengoed als gebouwen en pleinen in een stad, bereikbaar voor degene die er naar op zoek zijn of er toevalligerwijs langs komen.

publieke debat een grotere betekenis zou kunnen geven. Het persoonlijke van het publiek en het fysieke van de publieke ruimte vervaagt dan wel door de afwezigheid van personen, daarentegen kan het publieke domein in deze virtuele ruimten een democratischere vorm aannemen, omdat het enkel nog gaat om gedachten, visies en opinies waarbij achtergronden van personen er

Bereik van virtueel publiek

niet meer zozeer toe doen. //

Het bereik van het internet lijkt lang niet zo groot als het doet veronderstellen. Websites zijn, evengoed als gebouwen en pleinen in een stad, bereikbaar voor degene die er naar op zoek zijn of er toevalligerwijs langs komen. Het publiek is niet zo groot als de mensen die het internet gebruiken, net zoals het publiek van een publieke ruimte in een stad niet zo groot is als de bewoners en bezoekers van de stad. En daarbij kan de anonimiteit die de gebruikers kunnen aannemen negatieve effecten met zich meebrengen, wat afschrikwekkend kan werken voor het gebruik van internet, zoals de gevolgen die hackers teweegbrengen door misbruik van privacy gegevens. Het bereik zal door deze virtuele vorm van publiek domein op een indirecte

> 1 Wikipedia > 2 voorbereiding op de ‘Hot Summer of Psychogeography 2002’ http://www.nettime.org/Lists-Archives/nettime-nl-0203/msg00054.html > 3 Habermas, Jürgen. Strukturwandel Der Öffentlichkeit. 1962. The Structural Transformation of the Public Sphere. Cambridge, USA: The MIT Press, 1989. > 4 Lieven de Cauter, Essay: Kleine archeologie van de nieuwe angst, Open ‘(on)veiligheid’ 2004/no. 6 > 5 Metaforen van de digitale publieke ruimte, Marianne van den Boomen en Jos de Mul, april 2003 > 6 Buidling the internet, Andreas Angelidakis http://www.angelidakis.com/_PAGES/Text-BuildingTheInternet.htm > 7 Internet als publieke ruimte, Joop Broek, 2005 > 8 Mark Poster, ‘Cyberdemocracy: the internet and the public sphere’ in Holmes, David. Virtual Politics. Californië: Thousand Oaks, 1997. > 9 M.Lister, New Media: A Critical Introduction. Londen en New York: Routledge, 2003. Blz 177.

stylos // vervreemding // algemeen

p28-p35 vervreemding 04.indd 31

pantheon 4 ’05’06

31

8-5-2006 15:50:10


�����������������������������

����������������� ������������������ ������������������ ����������������������� ������������������������ ���������� ���������������������� �������������� 32

p28-p35 vervreemding 04.indd 32

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 15:50:13


� Pecha Kucha is een open avond voor architecten, interieur ontwerpers, grafisch ontwerpers, artiesten, mode ontwerpers, uitvinders, creatieve studenten en iedereen die verder zijn ideeën aan de wereld bekend wil maken.

"They all consider them more famous than you are"

Sara van der Ploeg Alexandra Sonnemans

Lawaai, kunst en bier. We bevinden ons op de tweede Pecha Kucha avond in Rotterdam. Sigaretten blijven in hun beschermende verpakking; we zijn immers in het Boijmans van Beuningen. Deze duidelijk informele avond is overgewaaid uit Tokyo en geeft kunstenaars en ontwerpers de kans hun eigen werk te presenteren waarvan de invulling vrij is. De enige opgave is 20 slides te tonen en aan te vullen met 20 seconden 'gepecha kucha' per slide. Deze manier van kletsen wilden wij wel eens een avondje meemaken. De avond zou beginnen om 20h20 (‘oh twintig slides, twintig seconden, twintig uur twintig, we snappen ‘m’). Nederland zou Nederland niet zijn als het dan ook echt begon. Een uurtje later waren we binnen. Langs een opstelling van kartonnen platen die voorzien waren van

"Mijn inspiratiebron is oppervlakkigheid. Lolita is één van m'n kindjes, metafoor van een meisje die ook haar zintuigen gebruikt. Kleur, kleur en nog eens kleur. Ik wil niet depressief worden, ik wil niet depressief zijn. Elke avond voelen, ruiken, proeven et cetera. Is het publiek belangrijker dan de artiest? Andy Warhol zei het al: ‘They all consider them more famous than you are.’ Een vakantiefoto uit Sicilië zou niet misstaan. Is het de schoonheidsspecialist? Nee, het is de masseuse. Nee, Samba is Samba. De meisjes, de meisjes, de meisjes. Zijn ze 16? Zijn ze 15? Zijn ze 14? Dit is het podium, heel leuk, maar zo gaat het nou eenmaal. Is het ‘Clockwork orange’? Nee. Is ie dood dan? Is het een capuchon? Nee, het is Lolita. Bier drinken uit een flesje mag weer. Wie is belangrijk? We weten het uiteindelijk niet. Beat the clock, beat the clock. 400 seconden duurden toch langer dan ik dacht. Ik vind het moeilijk geen muziek te horen. Nee, het beeld spreekt voor zich. Kom langs. Dankjewel."

projectieschermen, betraden we de ruimte. Wat opviel was dat de sfeer van de ruimte overeenstemde met het publiek. Koltruien, zwarte brillen; het

"Tanz mit der Herzen. Give the people what they want."

schrale licht van de projecties in de donkere ruimte. Jurken en gympen, de muziek en de bar. De informaliteit bleek, toen we op het blok bestemd voor de sprekers waren gaan zitten; Of we ons toch even naar de kussens wilden verplaatsen. De opener rees noch zijn stem, noch zijn voet. Het blok leek inderdaad voor andere doeleinden bestemd. Al struikelend kondigde hij het enige wat we

"Kutschema, kutkrantenknipsels. Het is geweldig, als je straks naar buiten loopt, kun je het zien. Pisbakboom. Tiet van een hoer. Geen foto, wel brainstorm. Geen compromis. Budget = low. Uiteindelijk is het heel anders geworden! Safe sex! Opblaaspoppen van beton. Zwaar en licht tegelijk. Uiteindelijk zoek je altijd naar iets briljants. Analyses hebben geen zin. Pas achteraf ligt het voor de hand."

konden verstaan aan, en dat was ‘free beer at 11 o’clock and no smoking is obviously aloud’. De toon was gezet. Het struikelblok werd achtereenvolgens beklommen door de eerste paar sprekers. Jeroen Jongeleen, bedenker van een spel om met graffiti silhouetten van soldaten op openbare gebouwen te spuiten om zo een territorium af te bakenen. De volgende spreker, Martin Roedolf, vroeg gelijk of het niet sneller

"We zijn heel goed in het ontwerpen van logo’s, visuele identiteiten. Hij zit heel goede namen te noemen. Ongeveer 100 jaar geleden wisten ze nog heel goed hoe het moest. Een beetje idiotie. Abstractie heeft niks te maken met de werkelijkheid. Het krijgt een soort nikserigheid. Waarom vertelt Coca Cola me op dat moment me niet een goeie mop of probeert me te versieren? Veel meer bitterballen dan voetballen."

mocht om vervolgens de microfoon uit te drukken met de woorden: ‘Oh hij doet het niet meer. Hoe kan dat?’ Afaina de Jong sprak wel Engels. Zij vertelde lachend hoe zij haar eigen

Gaat het op zo’n avond om een beeld te geven van de projecten zelf of

restaurant had ontworpen en gerealiseerd. Iemand die de aandacht van het

hebben we een nieuwe manier van uitgaan gevonden, waarbij we onze

publiek wist vast te houden!

interesses direct betrekken? In hoeverre geeft een informele gelegenheid

Duidelijk in contrast met zijn voorgangster, presenteerde Frank Havermans

iemand de kans zijn project op een serieuze manier uit te leggen?

zijn houten architectuurprijs winnende project aan zijn eigen slides. Hij vergat zich even om te draaien.

Het waren de sprekers, en het was ook het publiek. Een overheersende factor

Kunstenaar Niels Smid van Burgst was naar eigen mening niet zo spontaan

was er niet, en door deze vaagheid bleef een speciaal soort aandacht voor

en las daarom wel even voor, in leren klompjes en dito stropdas. Aan de hand

de sprekers achterwege. De presentaties leken meer een aanvulling op de

van zelfgemaakte schilderijen vertelde hij het verhaal van... zichzelf. Laatste

aankleding van de avond.

zin: ‘Rest mij .. de schilderkunst!’ Joost mag weten wat hij daarmee bedoelde. En dat bedoelde hij waarschijnlijk ook.

Iedereen die hier deze avond kwam om zijn ideeën aan de wereld bekend te maken, is toch gedesillusioneerd uitgekomen. In Tokyo schijnen de Pecha

Er werd niet alleen door de sprekers gesproken. Naarmate de pauze naderde,

Kucha avonden meer tot kosmische grootheden te leiden.

overstemde het publiek rondom de bar de spreker. Nadat we ook zelf een biertje op hadden, vormden de presentaties van na de pauze voor ons een

Rest ons: Ticket Tokyo? Of de volgende Pecha Kucha Night; zaterdag 3 juni,

stortvloed van woorden; oordeel zelf.

Lantaren Venster, Rotterdam. Check www.pechakucha.nl // stylos // vervreemding // algemeen

p28-p35 vervreemding 04.indd 33

pantheon 4 ’05’06

33

8-5-2006 15:50:16


"De materiele onbewoonbaarheid van de krottenwijk is te prefereren boven de morele onbewoonbaarheid van de functionele, doelmatige architectuur. In de zogenaamde krottenwijken gaat slechts het lichaam van de mens kapot, maar in de voor de mensen geplande architectuur gaat zijn ziel kapot."

Een persoonlijke architectuur Tim Peeters

Hoewel Hundertwasser er wellicht wat extremer opvattingen op na houdt dan de meeste andere mensen (en dat is een understatement), heeft iedereen behoefte aan het creëren van een band met zijn woning, zijn thuis. De

Als reactie op de in zijn ogen misdadige opsluiting van mensen in wat

mislukking van tall buildings in (bewezen zeer vervreemdende) open space,

architecten en projectontwikkelaars (en de meeste andere mensen in

heeft vervolgens aangetoond dat het net zo goed misgaat als dit thuis stopt

hun naïviteit trouwens ook) abusievelijk 'woningen' noemen, schrijft de

bij de voordeur: ook het gebied rondom het privé-domein moet in ieder geval

Oostenrijkse kunstenaar, theoreticus en architect Hundertwasser in 1958

mentaal kunnen worden toegeëigend. Hundertwasser vat dit gegeven zeer

een 'beschimmelingsmanifest tegen het rationalisme in de architectuur.'

letterlijk op: zo stelt hij dat het eenieder die een gebouw betreedt vrij moet

Daarin, en in andere essays, voordrachten en demonstraties gaat hij fel

zijn op de gevel ervan, bijvoorbeeld met gips, een sculptuur aan te brengen

tekeer tegen de (orthogonale) onmenselijkheid van de wereld waarin hij

en zo het gebouw te veranderen, voordat hij of zij er naar binnen gaat. Op

woont – een omgeving die wat hem betreft volstrekt onbewoonbaar is.

deze manier wordt tastbaar dat het gebouw leeft, dat er dingen in gebeuren,

"De moderne architectuur is crimineel steriel (…) We worden door schandelijke

en krijgt een anders kille structuur ineens een menselijk karakter. Het

voorschriften van onze menselijkheid beroofd." Hoewel Hundertwasser hierin

bouwproces gaat door, terwijl het gebouw in gebruik is; het evolueert, net

redelijk ver gaat (verderop in het manifest noemt hij elk gebruik van rechte

als haar functie. Daarbij kan ik me voorstellen dat het een zeer aangenaam en

lijnen misdadig en zielloos), kan niet worden ontkend dat er enige kern van

misschien zelfs geruststellend gevoel geeft de ruimte die je gaat betreden op

waarheid in zijn observaties zit; de mislukking van de Bijlmer en de sloop

een bepaalde manier te brandmerken, blijvend te veranderen: iets wat ook

van een aantal Unitées van Le Corbusier bevestigen dat. "We zouden nu de

graffitiartiesten, stickerplakkers en andere straatkunstenaars motiveert.

bouwsels van Mies van der Rohe, Neutra, Bauhaus, Gropius, Johnson, Le Corbusier enzovoort moeten slopen, omdat ze al na één generatie ouderwets en moreel onverdraaglijk zijn geworden." Inderdaad behoren de meeste modernistische gebouwen in een willekeurige Nederlandse stad niet tot de populairste, dit in tegenstelling tot gebouwen die er al vele malen langer staan. Wat Hundertwasser betreft gaat het echter niet zozeer om de specifieke tekortkomingen van het modernisme, maar om de onpersoonlijkheid van bijna álle architectuur (de Spanjaard Gaudí, en een aantal gebouwen uit de Jugendstilperiode krijgen wél zijn goedkeuring trouwens). De kern van zijn problemen met de hedendaagse bouwcultuur wordt gevormd door de in zijn ogen totale onpersoonlijkheid van het westerse wonen, en de beperkingen die door ‘de maatschappij’ aan de woonexpressie worden opgelegd. Hij vraagt om een grondige herwaardering van de vrijheid van het individu, vooral ten opzichte van de betonnen waarheid van projectontwikkelaars. In de praktijk is dit grofweg terug te voeren op de vraag hoe een mens kan wonen

34

p28-p35 vervreemding 04.indd 34

in een huis dat hij niet (deels) zélf maakte, óf door hem (of haar) aan zichzelf

Vinex

is aangepast. Hij beschouwt de woning – een thuis! – als een derde huid

Op de vraag, of in Duitsland eenzelfde onvrede kan ontstaan als in Frankrijk,

(kleding is de tweede) en ageert tegen een maatschappij die mensen verbiedt

die leidde tot de recente rellen in een aantal voorsteden, antwoordt de

deze beschermlaag zelf vrijelijk vorm te geven: voor het ingrijpen in wat nota

prominente Duitse politicus Wolfgang Schauble ontkennend, ‘want wij

bene je éigen huis is, zijn bijna altijd vergunningen nodig, en beperkende

hebben niet van die gigantische hoogbouwprojecten als in de randen van

regels om aan te voldoen. Daarnaast wordt het mensen, in contracten en

veel Franse steden.’ Hoewel misschien wat kort door de bocht – hij geeft

wetten zeer nadrukkelijk verboden op eigen initiatief, bijvoorbeeld een

indirect Le Corbusier en de door hem geïnspireerde architecten die de Franse

verdieping op hun huis te bouwen , of zelfs alleen maar de buitengevel ervan

banlieues ontwierpen de schuld voor de onlusten – verwoordt Schauble de

naar eigen believen aan te passen1. Vooral huurwoningen zijn hierdoor erg

(terechte) angst voor de problemen die de anonimiteit en deprimerende

‘star’. Een zekere persoonlijkheid kan nog wel worden bereikt door een eigen

onpersoonlijkheid van massale hoogbouw met zich meebrengt. In Nederland

architect in te schakelen (mocht je daar het geld voor hebben), maar zelfs als

heeft dit, na het falen van onder andere de Bijlmer, geleid tot een politiek

iemand persoonlijk een architect inschakelt en intensief contact met hem (of

van langzaam afbreken van wooncomplexen die er in sommige gevallen

haar) onderhoudt over het te bouwen woonhuis, blijven opdrachtgever en

minder dan dertig jaar stonden. Ervoor in de plaats komen wijken met een

architect twee verschillende personen met twee verschillende opvattingen

groot percentage grondgebonden woningen, een vriendelijker uitstraling

over wonen. En als een dergelijk contact (zoals in de meeste gevallen) niet

en een eigen gezicht. Er komt aandacht voor de woonomgeving (die tussen

heeft plaatsgevonden, en de architect en de toekomstige bewoners van

grote flatgebouwen nogal eens vergeten werd of simpelweg te groot was

zijn gebouwen elkaar niet eens van naam kennen, is er helemaal geen

om fatsoenlijk vorm te geven), die een aangenaam, positief karakter moet

wederzijdse relatie meer mogelijk tussen gebouw en bewoner, of die kent, op

krijgen. Belangrijkste instrumenten zijn schaalverkleining en differentiatie:

zijn minst, niet een ideale start .

‘gezellig’ en ‘divers’ worden planologische toverwoorden. Vreemd (?) genoeg

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 15:50:16


heeft dit in Nederland nog niet geleid tot een meer persoonlijk en expressief

de onregelmatigheid van de woningen bijna landschappelijk grillig gebouw,

vrijer woonklimaat zoals Hundertwasser beschrijft2. Het lijkt er een beetje op

gecentreerd rond een zeer groene en natuurlijk aandoende binnenplaats. De

dat men genoegen neemt – of moet nemen – met uit commercieel oogpunt

associatie met een wachthuis voor bijna-doden is plotseling ver te zoeken.

opgeleukte woonwijken en seriematige geproduceerde baksteengeveltjes.

Wat nu te doen aan je eigen huis? Woon je in een mormel van een flat en kan

De belangrijkste reden hiervoor lijkt te liggen in het feit dat de Nederlandse

je tussen de honderden identieke ramen de jouwe niet meer terug vinden?

stedenbouwtraditie zich het afgelopen decennium staande moest houden

Hundertwasser zelf beschrijft in 1990 de oplossing: “Een bewoner (…) moet de

temidden van het geweld van een kapitalistische vrije markteconomie.

mogelijkheid hebben zich uit het raam te buigen en – zo ver zijn handen reiken

Deze lijkt in toenemende mate gebaat bij een ietswat kleinburgerlijk

– het metselwerk weg te krassen. Hij moet toestemming krijgen met een lange

conservatisme. Zo manifesteerde de stedenbouw zich de afgelopen tien

kwast – zo ver hij kan reiken – buiten alles te beschilderen, zodat van verre, vanaf

jaar met wisselende kritieken, onder andere in het door het ministerie

de straat, te zien is dat daar iemand woont die zich onderscheidt van zijn buren,

van VROM geïntroduceerde concept van Vinex-locaties3: door de regering

die ingekwartierde, slaafse normmensen.” Toestemming of niet, je weet wat je

geselecteerde uitbreidingsgebieden aan de rand van grote(re) steden,

te doen staat. //

bestemd voor grootschalige woningbouwprojecten. Dat een dergelijk stedenbouwkundig beginsel niet de meest optimale voorwaarden schept voor een kleinschalige, vriendelijke architectuur is duidelijk: planologisch wordt op sommige punten terug gegaan naar de modernistische massaliteit. De architectonische invulling van de Vinex-locaties lijkt vooraf als enige taak te krijgen; de grootschaligheid te verdoezelen door er een knus, kleinschalig karakter aan te geven: 'lieve' bakstenen huisjes, gesimuleerde 'dorpskerntjes' en op de omgeving en historische achtergrond gefundeerde wijkopzetten4. Dat dit in sommige gevallen goed zal lukken, en de architectuur het (vanuit dit perspectief bekeken) wat oneerbiedige doel van decoreren zelfs ontstijgt, neemt niet weg dat het resultaat er door de massale opzet en seriematige

> 1 “Hij (de huurder) moet muren mogen doorbreken (…), ook als daardoor het architectonisch-harmonische beeld van een zogenaamd architectonisch meesterwerk wordt vernield, en moet zijn kamer met modder of plasticine mogen opvullen” > 2 De introductie van ‘het Wilde Wonen’ door Carel Weeber is een stap in de goede richting, maar heeft, afgezien van een hoop kritiek, in de praktijk eigenlijk nog niets opgeleverd. > 3 De afkorting Vinex is een afkorting van Vierde Nota Ruimtelijke Ordening, een publicatie van het ministerie van VROM waarin het vinex-concept wordt geïntroduceerd. > 4 Het gridvormig stratenpatroon van Nesselande (Rotterdam) is bijvoorbeeld ontleend aan een door de polder ernaast lopende hoogspanningsleiding. > 5 Hoewel zijn gebouwde oeuvre niet zo groot is, heeft hij als ‘architectuurdokter’ een groot aantal modernistische, grijze gebouwen weer leefbaar gemaakt – waaronder onder andere een wegrestaurant in de buurt van Bad Fischau en een vuilverbrandingsoven in Wenen, beide in Oostenrijk. > 6 Geïnteresseerden kunnen terecht op antroposofie.startpagina.nl voor een shortlist.

uitvoering van het geheel helemaal niet persoonlijker en slechts kunstmatig gezelliger op geworden is. De relatie tussen woonomgeving en bewoner is er alleen op cosmetisch gebied op vooruit gegaan; Het Vinex-concept kan dan ook onmogelijk als oplossing voor het probleem van de modernistische onpersoonlijkheid worden gezien; misschien is het ergste nog wel dat het dat af en toe niet eens probéért te zijn. Het gevoel iets te kunnen veranderen aan de directe omgeving van je huis, óf het idee dat er in het verleden door individuen iets aan veranderd is – iets dat wat mij betreft een zeer belangrijke kwaliteit van historische stedenbouw is – ontbreekt nog steeds: in plaats van het beton zijn dit keer de bakstenen geveltjes nét iets te steriel. Dat veel Vinex-wijken daarbij in een moordend tempo en zo gepland en seriematig mogelijk worden gebouwd (want geld voor een meer ambachtelijk bouwproces en frivole uitspattingen is er uiteraard niet) draagt niet bij aan de aangename en oorspronkelijke uitstraling van het eindresultaat. Raamrecht en Antroposofie Dat er ook in de praktijk wel degelijk goede alternatieven zijn voor de oppervlakkige vriendelijkheid van veel moderne architectuur wordt, naast door Hundertwasser zelf5, bewezen door een paar architectenbureaus die zich op het gladde ijs van de 'mensvriendelijke' architectuur begeven – de link met hippies en antroposofen is wellicht te snel gelegd voor veel opdrachtgevers6. Een goed voorbeeld van een dergelijk bureau, met een op het individu en omgevingsvriendelijke gerichte architectuur, is het bureau Alberts en van Huut: met het ING-hoofdkantoor in Amsterdam bewijzen ze dat het mogelijk is ook kantoorpanden met meer zorg voor de mensen die er in werken vorm te geven. Een bejaardentehuis in Zevenaar werd ontworpen in samenspraak met de eerste bewoners, die allemaal mochten meeontwerpen aan hun woning. Het resultaat is een ensemble van unieke appartementen in een door

stylos // vervreemding // algemeen

p28-p35 vervreemding 04.indd 35

pantheon 4 ’05’06

35

8-5-2006 15:50:17


Het lijkt tegenwoordig soms wel alsof er door de huidige technische mogelijkheden meer aandacht wordt besteed aan de door deze mogelijkheden te maken vormen, dan aan de te maken bruikbare ruimtes.

Vervorming Alexandra Sonnemans

‘De architectuur steunt op drie principes: schoonheid (venustas), stevigheid (firmitas) en bruikbaarheid (utilitas), waarbij de een de anderen niet mag overheersen.’ Vitruvius, De architectura.

Wat ik hiermee bedoel, zal ik uitleggen aan de hand van twee gebouwen: Het Guggenheim museum in Bilbao, ontworpen door Frank. O. Gehry en het Vrije Universiteitsgebouw in Amsterdam, ontworpen door Jeanne Dekkers (lees verderop in deze pantheon//). Het museum in Bilbao heeft een redelijk vrije indeling van de ruimte, de ruimte kan groot zijn, er hoeft niet een scala van meubilair in en je hoeft niet in ieder hoekje te lopen. De functie van het

Vitruvius is de bedenker van het functionalisme. In De architectura stelt hij

gebouw, een museum, laat een 'absurde' vorm toe.

dat de constructie en het uiterlijk van een gebouw bepaald moeten worden

Het gebouw van de VU van Dekkers is het omgekeerde. Het programma en

door de functie die het gebouw heeft. Alle uiterlijke kenmerken moeten een

de ruimtes zijn van groot belang. Wil hier een ronde vorm toegepast worden,

afspiegeling zijn van functionele elementen. De vorm komt dus voort uit de

dan moet dat wel heel voorzichtig gebeuren. Door eerst bezig te zijn met de

functie.

vorm - de vorm belangrijker te maken dan de ruimtes - blijven er ruimtes over

Omdat schoonheid geen doel op zich is, mag er geen versiering zijn, zonder

waar je niks mee kan, terwijl de functie van dit gebouw een universiteit is,

dat deze toevallig ook een functie voor het gebouw heeft. De schoonheid is

waar veel kleine kamers ingepast moeten worden. Dat er geen tafel past in de

terug te vinden in de mate van functionaliteit van het gebouw.

ronde ruimte vormt hier dus wel een probleem.

Mies van der Rohe was de eerste moderne architect die dit toepaste in zijn ontwerpen. Daaruit is de functionalistische of moderne architectuur van de

De huidige techniek weet de architect te verleiden tot het maken van alle

jaren vijftig en zestig ontstaan.

mogelijke vormen, het laten uitkomen van zijn dromen, maar kan er ook voor zorgen dat hij vervreemdt van zijn doel. Door zo veel bezig te zijn met de

Waar bij het functionalisme de functie de vorm van het gebouw bepaalt,

vorm, lijkt het alsof de architect meer bezig is als een kunstenaar, en zo zijn

bepaalt bij het deconstructivisme de functie de sfeer van het gebouw.

eigen functie vergeet: een evenwicht zoeken tussen vorm en functionaliteit.

Bij deze eigentijdse stroming wordt er van uit gegaan dat de maatschappij verwarrend en onzeker is, en dit wordt geprobeerd tot uiting te brengen in

Misschien volstaat voor de deconstructivisten een iets andere interpretatie

de bouwwerken. Eigenlijk heeft in deze stroming de vorm zelf een functie. De

van Mies van der Rohes 'less is more': A little less is more. //

stroming kenmerkt zich door sculpturale vormen. Enkele architecten van deze stroming zijn Zaha Hadid, Daniel Libeskind en Frank O. Gehry. Het maken van deze vormen is mogelijk door de huidige techniek; met

> 1. Frank Owen Gehry, Flowing in all directions, CIRCA Publishing, California, 2003 > 2. http://www.vitruvius.be

computerprogramma’s kunnen alle mogelijke vormen getekend en geproduceerd worden.

'What is architecture? It's a threedimensional object, right? So why can't it be anything?' Frank O. Gehry Een gevaar van deze stroming is dat door deze mogelijkheden de aandacht zich verplaatst naar de mogelijk te maken vormen, het beeldende-kunst aspect van de architectuur. En door zo veel bezig te zijn met de vorm, komt de bruikbaarheid van de ruimtes op de tweede plaats te staan. De functionaliteit raakt ondergeschikt aan de vorm. Het is zonde als dit gebeurt. Een oplossing is niet dat deze groep zich niet meer mag bezighouden met de vorm. Ze moeten zoeken naar iets meer functionaliteit. Om terug te komen op Vitruvius: in de architectuur gaat het om evenwicht tussen vorm en functie. Misschien moet het functionalisme opnieuw geïnterpreteerd en aangepast worden aan hun stroming. Dus niet zo dat de vorm voort moet komen uit de functie, het letterlijke idee van het functionalisme, maar zo, dat de functie de Een door Frank O. Gehry met de computer getekende structuur.

vorm toelaat.

36

p36-p41 vervreemding 05.indd 36

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:02:33


Vreemdelingen Sara van der Ploeg

Als je denkt iemand te kennen, terwijl je eigenlijk wel weet dat je diegene

Altijd maar zeggen wat je vindt, wat je denkt, wat je lekker vindt. Pindakaas,

helemaal niet kent, dan kan diegene dingen zeggen waardoor je gaat denken

appelstroop of toch maar gestampte muisjes. Gatver.

dat ze echt over jou gaan. Waar het om draait, daar draait het niet om. Wie je adoreert, wie je voorbeelden zijn. Welke boeken je hebt gelezen, welke Het kan altijd over jou gaan. Of het is altijd de ander. Je kan zoveel geven en

je nog wil lezen, welke er in je boekenkast staan, welke je vooral niet hebt

zoveel nemen. Het is altijd de wederkerigheid die je de das omdoet. Het zijn

gelezen. Waarom je hebt gehuild. Waarom je nooit zou huilen, tenzij je aan

je idealen die nooit bloeden. Ze doden lukt niet.

kindertjes in Afrika denkt.

Wat je ziet en wat je niet ziet. Wat je denkt te zien. Het is allemaal echt of

Het toneelspel. De grijns, de grimas, de lach of zelfs de vreugdesprong. De

onecht. Het draait niet om jou of je gebouw. Het draait om alle verzinsels. De

misplaatste arrogantie. Je weet niet wie het spelletje wint, je weet niet wat je

miscommunicaties, om de keren dat je jezelf niet kon uitleggen. Om de keren

vindt.

dat je iets niet wou vertellen. Om de idealen die je had. Of het ideaalbeeld van jezelf.

Je eigen lot, je eigen handen. Dromen van een andere wereld. Jezelf niet voordoen zoals je bent. Naar de Eiffeltoren in Las Vegas willen. //

stylos // vervreemding // algemeen

p36-p41 vervreemding 05.indd 37

pantheon 4 ’05’06

37

8-5-2006 16:02:34


Hey! I'm new here... Pieter van der Kooij

"Do you want to spend the weekend in Barcelona or in Stockholm?"

three very important things to be taken care of. The first is to make sure he

"Can't stand 'tapas' any more and Sweden's too expensive. We better go there

has a good general impression of the city he is traveling to, this can easily

in the summer, at least you have more than 3 hours of daylight, so that you

be found on the internet or from common knowledge. Every city has an

can see some' of the city."

image and this is most certainly what attracted the traveler in the first place.

"What about Prague? The Czechs are so melancholic – goes perfectly with the

Second is to make sure that it is possible to pay at the foreign destination.

season."

It is no fun telling friends about eating from a trash can or sleeping under a

"Too depressing, let's rather go to Budapest, Hungarians have funny beards...

bridge for the weekend. The third thing is to find out how to travel around

or to the seaside, to Naples!"

in the foreign city, this can be by public transport, taxi or privately. The last

"I'd rather go to Hiddensee - if it wasn't that far..."

takes of course some more preparation, but in all cases it is always essential

"Come on, if we don’t book soon, tickets will get too expensive and we'll

to bring a map.

spend another weekend at the 'Weekend', ha, ha." "How much is Naples?" "70 – but Bilbao is only 5 Euro to go and 20 to come back on Monday at

Part two – shortly after arriving

noon!"

When arriving it will probably become very soon clear to the visitor what

"Thus Bilbao – no tapas, whatsoever."

globalization means. The transnational exchange of goods, capital, labor and

Tigges, 2006 1

people [Tigges, 2006 2] has already gone a long way. International brands to be found in the foreign metropolis will most probably include Starbucks,

Nowadays it’s very easy for us to move around the cities of Europe and across

McDonalds, Dunkin’Donuts, Easy internet cafes, Burger King, H&M, and so on

the world. We can take a plane, train or bus and sometimes even a car to reach

and so on. Perhaps this will be a disillusion, but it is also very convenient for

our location. And we can do it within our budget; prices are affordable, even

the first few hours. These brands are known and available worldwide!

for students. With this new freedom a difficulty arises: We are alien to the new city we are visiting and of course we don’t want to spend too much time on

Then there will also be local food to discover. People need to eat to survive,

investigating what we are suppose to do. We want to have a nice time, have

so finding a place to eat will really never be a problem. The variety is of course

some fun and see some of the sights.

from fast food bought at a shop to slow food enjoyed in a local restaurant.

This article will give the reader a general guide of 'what to do' in his or hers

the city. This can be found on site in literature, folders, advertisements or of

foreign destination. It is a strategy consisting of four parts that can very

course the information booth. These seem to be everywhere nowadays and

well work for all of the civilized western cities of the world. It is a strategy of

will provide valuable information.

The writer prefers the latter. Next the visitor will need information about

common sense, but nevertheless it is a good thing to have it on paper for all. Part three – Getting to know people Part 1 – Before you leave

Without people a city would be nothing but an empty shell, so getting to

Before a wanderer heads out for his or hers foreign destination, there are

know the locals is essential. Their tips can make the traveler’s visit so much

Branderburger Tor, Berlin

International brands

38

p36-p41 vervreemding 05.indd 38

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:02:40


Local food, Berlin nicer. They will know the city and can tell you what is really nice to do and what really is not. A point of advice is to stray away from the major tourist attractions, in these places there will be only tourists so meeting anyone from around will be that more difficult. In any case language proficiency in at least

English is essential, being able to speak the native language is of course a real bonus.

Part four – Building up a daily life When the traveler decides to stay, he or she will have to start a daily routine. Getting to know people is then of course essential. They’ll know where to do grocery shopping, where to go out, where to eat, what to eat and so on. The inhabitant will then need to decide how to fill in the days, by choosing for example an occupation or deciding on studying. This last part of the strategy is specific, no real general statement can be made. This is because this will be that which will attract the traveler into becoming an inhabitant!

Information booth, Berlin

In any case, remember that this is only a guide written from the private experience of the writer. You will need to decide how to go about this, but of course this can be a starting point. Nevertheless I hope to have offered some clarity and to have taken away some of the inhibitions that might have existed. Being in some other place is always great! //

Local foodstore, Berlin

> 1 Tigges 2006, http://www.a.tu-berlin.de/intclass/PAGES/COMPETINGCITIES-text1.html May 1, 2006 > 2 Tigges 2006 (2), During seminar „Competing Cities“, April 28, 2006 > All pictures are made in Berlin, around the Friedrichstrasse, Potzdammerplatz and Zoolgischer Garten station

S + U Bahn map, Berlin stylos // vervreemding // algemeen

p36-p41 vervreemding 05.indd 39

pantheon 4 ’05’06

39

8-5-2006 16:02:44


Summer Sale Order online at www.framemag.com

DRESS CODE Interior Design for Fashion Shops _ Shopping for the latest in fashion retail has never been this easy

FRAME: The Back Issue _ The Essential Guide to Frame’s First 50 Issues

Fuelled by the success of Powershop: New Japanese Retail Design, the makers of Frame magazine have created a brand-new book devoted to the design of exclusive clothing shops and boutiques. Dress Code: Interior Design for Fashion Shops presents a selection of 50 innovative retail interiors from the fashionable cities across the globe. Between the covers of this book are cutting-edge shops, showrooms, boutiques and flagship stores crafted by the world’s most influential designers. Each shop featured is accompanied by an in-depth commentary, a wealth of images and floor plans.

Frame: The Back Issue is a celebration of 50 issues of a design magazine. It gives lovers of Frame the ultimate fan book to read, to keep, to use. This publication features 50 exceptional articles on designs that helped shape the magazine. The Back Issue contains interviews with the editor and the publisher, the graphic designers and nine shops, one exhibition, three bars, two school, four museums, four clubs, one restaurant, four offices, one port terminal, two hotels, two libraries, two articles on trade-fair stands, one church, two stage sets, eight designer portraits, one airport, two visual essays and four hair salons.

Shonquis Moreno et al. / graphic design by Lesley Moore / 320 pages / 240 x 320 mm / hardback

Frame editors / graphic design by Robin Uleman / 592 pages / 224 x 176 mm / soft cover

€ 65 Only in June: Europe € 49 Rest of World € 57

€ 50 Only in June: Europe € 39 Rest of World € 47

_ ‘Where do you draw the line between the display of merchandise and the creation of a concept?’

_ ‘I got asked to do 100 interiors after that article in Frame. I declined them all.’ Michael Young

Evert Crols of B-architecten, Belgium

p36-p41 vervreemding 05.indd 40

8-5-2006 16:02:46


Only in June!

Order online at www.framemag.com

MARK#2 Spring 2006 This second issue lives up to its expectations. Loaded with projects from the fringes of architecture, Mark looks like a fashion magazine and reads like a novel. Contents: Portraits of PLOT and NENO / Skate Parks / 100 Years Las Vegas / Dutch Noise Wall by ONL / Tomihiro Art Museum / Carsten Nicolai Meets Kengo Kuma / 10 Years Stirling Prize and much more. 240 pages / 320 x 240 mm / soft cover

€ 35 Only in June: Europe € 25 Rest of World € 33

_ ‘Mark is wonderful: interesting projects, good paper, well printed, compliments!’

NIGHT FEVER Interior Design for Bars and Clubs Night Fever takes you inside 39 of the world’s most creative, most stylish and best-designed bars and nightclubs. 312 pages / 297 x 230 mm / hardback

€ 65 Only in June: Europe € 40 Rest of World € 48 _ MATERIAL WORLD 2 Innovative Materials for Architecture and Design Encyclopaedic survey of 150 materials. Complete with all the information you need to track down every item featured in the book. 400 pages / 230 x 170 mm / soft cover

€ 55 Only in June: Europe € 35 Rest of World € 43 _ FOREFRONT The Culture of Shop Window Design

Monolab Architects

MARK#1 Winter 2005-2006 First issue of what probably is the most refreshing architecture periodical in years. A collector’s item already. Contents: Portraits of Cloud9 and Michael Jantzen / The Architecture of Tree Houses / Herzog & de Meuron’s Allianz Arena / Jean Nouvel’s Torre Agbar / OMA’s Casa da Musica / UN Studio’s La Defense Office / Brick House by Caruso St John / Urban Planning in Pyongyang and more. 240 pages / 320 x 240 mm / soft cover

The definitive overview of today’s shop window culture. Featured are more than 200 bold and lyrical window displays. A must-have for everyone involved in retail. 216 pages / 297 x 230 mm / hardback

€ 65 Only in June: Europe € 40 Rest of World € 48 _ THE OTHER OFFICE Creative Workplace Design A global overview of prevailing trends in office design, featuring case studies of 34 pioneering design projects drawn from practices all over the world. 244 pages / 297 x 230 mm / hardback

€ 35 Only in June: Europe € 25 Rest of World € 33

p36-p41 vervreemding 05.indd 41

€ 65 Only in June: Europe € 40 Rest of World € 48

8-5-2006 16:02:48


De stagflatie als gevolg van de oliecrisis alsook de globalisering in de staalmarkt hebben geleid tot de grootschalige sluiting van de staal- en kolenindustrie in het Ruhrgebied. Deze eens zo florerende economische agglomeratie lijkt daarmee op sterven na dood.

Schreiende, desolate musculatuur Arie Gruijters

bestaande stad. Zij bouwde hierop voort en vormde samen met de projectie van arbeiderswijken een continuïteit van permanente bestaande structuren. De locatie werd gekozen in de nabijheid van kolenmijnen en de mogelijkheid

De kwantitatieve analyse van een stad of gebouw beperkt zich tot functie

tot aanleg van spoorwegen, voor de aanvoer van grondstoffen en distributie

en gebruik. De kwalitatieve onderzoekt echter de synthese waarin deze

van fabrikaten. In de 19e-eeuw werden fabrieken opgeworpen naar

tot stand is gebracht, de betekenis van de structuur en zijn geheugen. Een

classicistisch voorbeeld, als weerspiegeling van zelfbewust en vooruitstrevend

analyse die zich niet behept met de leesbaarheid van de vormen, veeleer het

ondernemerschap alsook de fabrieksfotografie, als trots op de productie.

gebouw in een historisch perspectief plaatst, waardoor de betekenis voor

Het driebeukige schakelhuis bood ruimte aan een viertal gasmachines, een

het collectieve geheugen kan worden verklaard. Dit is nodig om het stedelijk

pomphuis en kantoorvertrekken. Naastgelegen Phoenixhal deed dienst als

feit1 te kwantificeren op mogelijke architectonische interventies, waardoor

windmachinehal en werd later gebruikt voor opslag. De bakstenen hallen

het zijn oorspronkelijke functie verliest2. Zo heeft de honderdzestigjarige

zijn voorzien van een adequate vormentaal en bieden in analogie met de

ontwikkeling van de Hördese staalindustrie, vanaf de opening van de

sociale bedrijfsvoering compensatie voor de destructieve bebouwing van

Hermannshütte in 1841 tot de stillegging in 2001, het tempo en de aard

de stalen hoogovens en betonnen opslagbunkers. De Phoenixhal is grondig

van de stedelijke dynamiek aangrijpend veranderd. De naam ‘Phoenix’

gerenoveerd en doet heden dienst als evenementenhal. De bebouwing

kwam in 1906 na fusie van een gelijknamig bedrijf uit Aken en de Hörder

aan de overzijde van de straat is herbestemd en huisvest bedrijven in de

Bergwerks- en Hüttenverein naar Dortmund en zou later het synoniem

micro- en nanotechnologie. De naastgelegen windmachinehal biedt ruimte

worden van de plaatselijke ijzer- en staalindustrie, die in zijn hoogtijdagen

aan startende bedrijven en heeft daardoor een bijzondere betekenis bij

werk bood aan 10.000 arbeiders. Phoenix is een mythische vogel, volgens de

de structurele verandering van het gebied. Verwijdering van de veelheid

Griekse overlevering dienaar van de zonnegod Phoebus. Om de duizend jaar

spoorlijnen alsook het ontbreken van enig voertuig heeft afbreuk gedaan

bouwde hij een nest, alwaar hij als symbool van vernieuwing verbrandde en

aan de leesbaarheid van de industrie waardoor een onbestemd, desolaat

uit zijn eigen as herrees. Op de deïndustrialisatie echter, als gevolg van een

gebied ontstaat, welke de stalen kolos lijkt terug te geven aan de reeds lang

grootschalige sluiting van kolen- en staalindustrie, blijft het Ruhrgebied na

verdwenen rurale omgeving. Het patina van de tijd heeft een aanzienlijke

een periode van dertig jaar het antwoord nog altijd schuldig.

grip op de corroderende en met mos bedekte hoogoven, welke geheel lijkt overgeleverd aan de oprukkende fijntechniek, wat op bijna banale wijze

Werk in de staalindustrie werd begeerd om zijn stabiele inkomen, welke

weergeeft dat hij volledig op zijn retour is. De met spuitbus aangebrachte

arbeiders behoedde van voorindustrieel cyclisch terugkerende hongersnood,

opschriften, gebroken ruiten en vernielingen alsook de welhaast willekeurig

waardoor vooral in de tweede helft van de 19e-eeuw duizenden mensen naar

doorgeslepen pijpleidingen verraden dat de bebouwing geen bedrijvigheid

Hörde trokken. De schaduwzijden tot op heden zijn echter de economische

meer huisvest. Verstoorde en doorbroken connecties maken de gebouwen

crisissen en massale werkloosheid, niet op de laatste plaats door unilaterale

tot prothesen aan een dood lichaam. Ondanks de veranderende modaliteit

ontwikkelingen en de monostructuur.

en daarmee de conversie van relaties tussen ruimtefactoren, blijven de

Aan de twijfel over het voortbestaan van de Hördese staalindustrie, als

oorspronkelijke motieven bewaard.

gevolg van de staalcrisis van de jaren ’70 werd een eind gemaakt door de oprichting van Estel, waarin zowel Hoesch AG als Hoogovens een aandeel

Is hier sprake van architectuur? Er is een bepaalde autonomie van de vorm

van 50% bezat. Ondanks de staalcrisis, in het spoor van de wereldrecessie als

waarbij men niet kan spreken van een artefact, veeleer van een archetype.

gevolg van de oliecrisis wist de onderneming te overleven door de bouw van

In tegenstelling tot het doorbouwen op bestaande artefacten, als onderdeel van een empirische ontwikkeling, lijkt hier sprake van een nieuwe typologie.

Op de deïndustrialisatie blijft het Ruhrgebied na een periode van dertig jaar het antwoord nog altijd schuldig.

Een bebouwingsensemble die door de jaren als gevolg van voortschrijdende technologie radicaal andere vormen aannam, waardoor de preïndustriële en huidige mijnbouw nagenoeg geen gelijkenissen vertonen. Rationele principes komen overeen met staal- en mijnindustrieën elders en zijn in

een oxystaalfabriek en saneringswerkzaamheden, waaronder sluiting van

tegenstelling tot steden niet gemodificeerd door locatie en geologie, of

de staalgieterij. Als gevolg van de globalisering in de staalmarkt, alsook een

door politiek omgevormd tot specifieke gevallen. Door een gemis aan

capaciteitsafname bij toenemende productiekosten werd op 27 april 2001

dialectiek vallen het conventionele parole en arbitraire langue3 samen en lijkt

het laatste staal in de Westfalenhütte gegoten. Hiermee kwam een einde aan

er in plaats van diachrone verandering op locaal niveau alleen sprake van

de tijd waarin zich elke twintig minuten de Hördese hemel bij het verhitten

synchrone verandering op mondiaal niveau. Het ensemble bestaat steeds

van een nieuwe lading staal verduisterde. In honderdzestig jaar is ruim zes

opnieuw uit hoogovens, erts- en kooksbunkers, gasreservoirs, windverhitters,

miljard ton steen verplaatst en door afval van gesmolten metalen, kolenslik en

giethallen, ketelhuizen en watertorens. Voor een efficiënt industriële

as is plaatselijk de grond alsook de Emscher als gevolg van afvallozing sterk

productie was een functionalistische, op mobiliteit geënte planning

verontreinigd.

onontbeerlijk waardoor de vorm bijna geheel kan worden verklaard aan de hand van de functie. Door het gebrek aan uniciteit en esthetische intenties

In de industriële revolutie ontstond industrie als fragmenten, analoog aan de

42

p42-p48 vervreemding 06.indd 42

pantheon 4 ’05’06

zou men veronderstellen dat het hier niet handelt om een kunstwerk4. De

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:23:16


industrie is echter wel een verbeelding van maatschappelijke intenties en vormt een symbool van gemeenschappelijke doelen. Ik ben van mening dat hier géén sprake is van architectuur omdat de bebouwing voortkomt uit een empirisch, zuiver technologische ontwikkeling in tegenstelling tot een sociologische ontwikkeling. Gebouwen zonder herbergzaamheid met als enig doel het dienen van een proces; het werk van een ingenieur. Bij het naderen van de locatie ontvouwt zich een enorme in een impasse verkerende gestrektheid welke schuld heeft aan de eliminatie van enig schaalen verhoudingsgevoel. De versmolten bebouwing op de horizon vormt het beeld van een rudiment, een conglomeraat waardoor de autonomie verdwijnt en plaatsmaakt voor een allegorisch beeld, gelijkend een vergezicht van de Hollandse barokschilders. De apperceptie van industriële bebouwing – een compositie van beton en staal welke elkaar niet frustreren veleer elkaar

Naar de reactivering van het industriegebied Phoenix Hörde is in 1983 door

wederkerig in bezit nemen – komt geheel tot rust. De bebouwing is volledig

Stark onderzoek gedaan. De industrie was nog geheel in gebruik en de

naar zijn capaciteit gedimensioneerd en door het gebrek aan menselijke maat

activiteiten zouden in 1987 worden verplaatst naar een nieuwe staalfabriek op

kan worden gesproken van een civiel werk. Het verleden lijkt hier, hoewel

het terrein van de Westfalenhütte in het noorden van Dortmund. Stark stelde

de laatste rookpluim reeds lang is vervlogen, te overleven. Door molestering

een industriële herbestemming voor om inname van vrije ruimte buiten

en monumentalisering van de geschiedenis zal de staalindustrie over enkele

de bestaande stad te voorkomen. Van alternatieve gebruiksmogelijkheden

generaties slechts een mythe zijn. Herstructurering elders in het Ruhrgebied,

zoals wonen, werd afgezien omdat andere locaties door de kavelvorm en

zoals het lijmen van ecologie en openstelling van voormalige industrie

belendende amper potentieel hadden zware industrie te dragen. ‘Binnen

voor expositie- en museumdoeleinden vervalt veelal in banaliteit en lijkt

afzienbare tijd komen door bedrijfssluiting meer industriekavels vrij, die voor uitbreiding, verplaatsing of vestiging van andere ondernemingen kan

De nurkse ovens en de aan industriële processen gelieerde omgeving moeten plaatsmaken voor een idyllische herstructurering.

worden aangevraagd.’7 De definiëring van Starks onderzoek heeft in analogie met zijn tijd vooral technisch financiële grondslagen. In tegenstelling tot de ontwikkeling die hij voor ogen had is de hedendaagse stedebouw vooral geënt op sociaal-economische veranderingen en de ontwikkeling van openbare ruimte. Door de hoogwaardige woningen aan het water en de

onderdeel van de sociale neergang. De nurkse ovens en de aan industriële

verdubbeling van het toeristenaantal kan een vergelijking worden getrokken

processen gelieerde omgeving moeten plaatsmaken voor een idyllische

met herstructureringsprojecten elders. De binnenhaven van Duisburg en de

herstructurering. Het tafereel van hoogwaardige woningen en recreatie aan

Hollandse havensteden vertonen hetzelfde fenomeen, waarbij de industrie

een groot meer contradiceert het nog immer niet opgevangen verlies van

wordt verdreven en de rivier een stedelijk project wordt met potentieel

banen in de oude industrie. In het belang van de economische, morfologische

nieuwe woonmilieus. In Rotterdam verwijdert de haven zich steeds verder

ontwikkeling van de stad, worden zelfstandige voorsteden bevorderd tot

van de stad en op de vrijgekomen rivieroevers vindt verstedelijking plaats

nevencentra.5 Oostelijk en westelijk van de stadskern Hörde ontpopt zich een

alsook de transformatie van de stad als geheel.8 Door recente transformaties

wijk over een oppervlak van 200 ha en biedt 15.000 nieuwe arbeidsplekken,

dreigt voor veel steden een radicale breuk met het verleden, waarbij het

waardoor het winkeloppervlak in de kern naar verwachting kan worden

uitwissen van sporen onderdeel lijkt van herontwikkelingsprojecten. In de

uitgebreid met 10.000 m2. De ongenaakbare monumenten van een

hang naar herinneringen wordt vaak een gekunstelde sculptuur geplaatst

onverbrekelijk collectief die eens het Ruhrgebied dicteerden, vallen nu ten

zoals de verlichting op het Schouwburgplein in Rotterdam, als metafoor van

prooi aan herbebossing als onderdeel van de ecologische aaneenschakeling

de kranen in het voormalige havenfront.

van het braakliggende industrielandschap aan de oevers van de Emscher. Door waterzuivering en hermeandering poogt men ecosystemen te

Wat biedt een oplossing? In de hedendaagse architectuur vindt een

herstellen en de cultivatie terug te dringen, waardoor de natuur weer

toenemende segregatie plaats van object en proces. Naïef behoud

de overhand krijgt. De kegvormige groenstrook, welke voor een fysieke

van overleden monumenten zou plaats moeten maken voor het helen

verbinding met het aanliggende Westfalenpark zorgt, verloopt van noord

van stedelijke feiten door betekenisdragende vormen en materialen.

naar zuid van biotoop tot recreatiezone en huisvest daardoor verschillende

Revitalisering vraagt hier om een architectonische injectie in tegenstelling

stedebouwkundige kwaliteiten. Architectuur en natuur zijn ten nauwste

tot projectie. De culbuterende industrie en daarmee de economisch

verweven.6 Omdat hier aan architectuur als een noodzakelijk feit wordt

maatschappelijke structuur vraagt om een conjunctuurcurerende

voorbijgegaan, verdwijnt naast de industriële semantiek en doelmatigheid,

herbestemming. Gebaseerd op het aanzienlijk verlies van werkgelegenheid

ook de potentie van wijzigende ontwikkelingsmotieven. Door een gebrek aan

en vertrouwen in economische verbetering door de grootschalige sluiting

identiteit en urbaniteit ontstaat sereniteit.

van de staal- en kolenindustrie. Zo is het sterk door subsidiegelden

stylos // vervreemding // algemeen

p42-p48 vervreemding 06.indd 43

pantheon 4 ’05’06

43

8-5-2006 16:23:17


Door recente transformaties dreigt voor een veelheid steden een radicale breuk met het verleden.

gesteunde Landschaftspark Duisburg-Nord een paradigma voor recente

vervolgens naar zijn nest in het oosten, waar hij de cyclus van leven, dood en

herstructureringen. Volgens Poète berust het eigenlijke bestaansrecht

wedergeboorte voortzet.’ Zo zei Jezus: ‘Ik ben de alfa en de omega, het begin

van de stedelijke feiten op continuïteit en stelt de kennis van het verleden

en het einde, de eerste en de laatste.’11 //

een norm voor de toekomst. Deze esoterische theorie, congeniaal aan 9

Rossi’s gedachtegoed is een norm voor stadsontwikkelingen over een groot tijdsbestek. Hier is echter sprake van een typologie, amper berust op empirische ontwikkelingen, welke abrupt in zijn functioneren is gestopt. De monovalente, van menselijke maat ontberende gebouwonderdelen vormen losse entiteiten, als onderdeel van het productieproces. Hierdoor lijkt herstructurering een schier onmogelijke opgave. Bij het gemis van een doel – waarvan ik in deze context liever spreek dan van het gemis van een functie – werpt de bebouwing zich op als een barrière en verstoort het bestaande en nieuwe stedebouwkundige structuren. Ondanks het ontbreken van stilistische bijzonderheden etaleert de bebouwing een representatie van vormen met een eigen betekenis, waarvan de motieven echter zijn verdwenen. Elke locatie is volgens Rossi een locus solus10, ofwel een ‘eenzame plek’. Locus wordt in de biologie gebruikt om aan te geven waar het gen zich op een chromosoom bevindt. Het gen is een stoffelijke drager van erfelijke eigenschappen, een geheugen. De solus geeft hem zijn individualiteit, waardoor het bij een ingreep om een unieke toepassing van algemene planningscriteria vraagt. Een plek is onverwrikbaar verbonden met zijn herinneringen, zo ook laat de Phoenix als hij verrijst, zijn assen achter. ‘De jonge vogel rolt de as op tot een ei, brengt dat naar Heliopolis en vertrekt

44

p42-p48 vervreemding 06.indd 44

pantheon 4 ’05’06

> 1. Aldo Rossi, L’architettura della città. Padua 1966. Ned. vert. De architectuur van de stad. Nijmegen 2002. Rossi beschrijft op p. 16 de definitie van een stedelijk feit: ‘De uiteindelijke geconstrueerde uitkomst van een complexe bewerking, en rekening houden met alle gegevens van die bewerking waaraan door de architectuurgeschiedenis, de sociologie of een andere wetenschap geen recht kan worden gedaan.’ > 2. Ibidem. (pp. 23 e.v.) Rossi beschrijft als voorbeeld Palazzo della Raione te Padua, welke ondanks de verandering in functie zijn oorspronkelijke kwaliteiten heeft behouden. Zo stelt hij dat de stad naast een structuur van stedelijke feiten ook een ziel heeft (‘l’âme de la cité), met andere woorden de kwaliteit van de stedelijke feiten. > 3. Ferdinand de Saussure, Cours de linguistique générale. In 1916 postuum gepubliceerd. Hij introduceerde de systematische benadering van taal, waarbij hij onderscheid maakte in ‘la parole’ (systeem van talige tekens) en ‘la langue’ (individuele taaluitingen). > 4. Idem noot 1. (pp. 26-33) > 5. Kurt Leibbrand, Verkehr und Städtebau. Basel 1964. (p. 259) > 6. Idem noot 1. (p. 13) > 7. Klaus-Dieter Stark, Reaktivierung eines Industriestandortes. Dargestellt am Beispiel des Hoesch Hochofenwerkes Phönix in Dortmund. Dortmund 1983. (p. 75) > 8. Han Meyer, In Dienst van de Stad, Amsterdam 2005. In dit boek gaat Meyer in op de recente stedebouwkundige ontwikkelingen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. > 9. Idem noot 1. (p. 45) > 10. Idem noot 1. (pp. 14 e.v.) > 11. Openbaringen 22: 10, 13

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:23:21


stylos // vervreemding // algemeen

p42-p48 vervreemding 06.indd 45

pantheon 4 ’05’06

45

8-5-2006 16:23:23


Naast de hightech kantoorgiganten van de Zuidas in Amsterdam, staat een opmerkelijke verschijning in baksteen. Hij valt niet zozeer op door zijn hoogte, de 60 meter is namelijk voor Zuidas-begrippen relatief normaal, maar de sculpturale vorm is opmerkelijk.

Een nieuwe Amsterdamse School? Abram de Boer - van Brug

Het materiaalgebruik maakt dit Vrije Universiteitsgebouw tot een statement

'Duidelijkheid' lijkt het sleutelwoord voor de uitstraling van de vier

in haar omgeving. Dit statement is echter niet het uitgangspunt geweest

verschillende instellingen. Zo heeft elke instelling zijn eigen kleur. Om echter

in het langdurige ontwerpproces. De inspiratie voor de vorm heeft Jeanne

geen kakofonie van kleuren te krijgen is de regenboog geïntroduceerd als

Dekkers gehaald uit een gevoelsmatige interpretatie van het aspect

uitgangspunt voor een kleurenstudie. De regenboogstructuur kwam goed

onderwijs en zorg. Ze associeert dit met ronde, zachte en herkenbare vormen.

overeen met de kleuren van de huisstijlen van de gebruikers.

De Aveiro's bibliotheek van Alvaro Siza heeft model gestaan voor dit elf

Vanuit deze hoofdkleur zijn de kleuren voor de vier afdelingen, aan de hand

verdiepingen tellende gebouw. De baksteengevel van Siza's bibliotheek

van verschillende accenten, voor vloer en wand gekozen.

kent een geweldige welving waar de vorm een spel speelt met schaduw en strijklicht. Het doel was verder om een 'Amsterdams' gebouw te maken. De

Verbazend is hoe, ondanks de 20.000 m2 van het gebouw, de ruimtes

keuze voor baksteen en het gebruik hiervan refereren aan de Amsterdamse

ontzettend compact beleefd worden. Dit wordt bereikt door de grote vides

school uit de tijd van Michel de Klerk.

die als een trap door de verschillende onderwijsruimten heen lopen. Op deze manier ontstaan er visuele relaties tussen ruimten. Door middel van

Door de jaren heen zijn de stedelijke context en de stedenbouwkundige

grote raampartijen aan de zuidkant valt het daglicht door de vides diep het

plannen rondom het gebouw nogal veranderd. Het eerste uitgangspunt was

gebouw in.

dat de toren onderdeel zou worden van een zorggebied. De hoofdingang zou

Licht en lucht zorgen op deze manier voor een variëteit aan ruimtes die een

tussen de zorginstellingen en het naastgelegen ziekenhuis komen te liggen.

hoogwaardige kwaliteit bezitten voor het hedendaagse onderwijsmilieu. Zo

Stedenbouwkundig supervisor van de Zuidas, Pi de Bruijn, vindt het gebouw

is er ook maar één gezamenlijke collegezaal te vinden, aangezien de rest van

echter zo sterk dat hij het graag ziet als een gebouw dat los staat van zijn

het onderwijs plaatsvindt in de zogenaamde 'projectgroepjes'.

omgeving. Op deze manier vervult het onderwijsgebouw de rol van ijkpunt. Door deze benadering vanuit de stedelijke context is de ingang aan de kopse

De keuze voor de extravagante buitenkant van het gebouw kan men

kant ter plaatse van het WTC nu de tijdelijke hoofdingang van het gebouw.

discutabel noemen, maar de ruimtelijke indeling en de opeenvolging van ruimten is zeer aannemelijk en logisch. Hoe de verschillende afdelingen hun

De keuze voor de extravagante buitenkant van het gebouw kan men discutabel noemen.

eigen karakter en identiteit uitstralen is helder voor de gebruiker. Toch is het niet zo dat de afdelingen als losse eilanden functioneren. Het is daarom knap hoe het licht samen met het zicht de verscheidene afdelingen tot een geheel smeedt.

De centrale hal getuigt gelijk bij binnenkomst al van een grote ruimtelijkheid. Opvallend is hier het auditorium. Het auditorium is een blob die strak wit

De vraag is echter of je deze expressieve ronde vormen nodig hebt om de

gestuct is. Eigenlijk jammer dat de blob nog beschilderd wordt met de

ruimtelijke kwaliteit te behalen. Want kennen de expressieve bakstenen

verbeelding van een kloppend hart aangezien de blob onbeschilderd een

buitengevel en het ruimtelijke interieur hier niet een zekere mate van

hoge mate van licht- en schaduwspel kent.

ambivalentie? De ruimtelijke kwaliteit wordt namelijk voornamelijk bereikt

De roltrap, die uitnodigend in de ruimte hangt, is georiënteerd op dat

door de orthogonaal bepaalde ruimten.

wat de hoofdingang zou moeten zijn of nog wordt. De bedoeling van de ruimtelijkheid in de centrale hal is de ontmoeting tussen de scholieren van de

De Vrije Universiteit Amsterdam heeft, als opdrachtgever, samen met het

vier verschillende zorgopleidingen. Vanuit de centrale hal is het mogelijk voor

bureau Jeanne Dekkers in ieder geval een uitgesproken mogelijkheid

iedereen om meteen op niveau twee te komen. Hierdoor wordt het gebruik

geboden voor zorgopleidingen om zich hier te vestigen. Het is de taak van de

van liften vermeden. Volgens Jeanne Dekkers hoort een lift niet bij het

architect om mogelijkheden en kwaliteiten aan te bieden in een gebouw. De

onderwijs. Onderwijs gaat om interactie tussen mensen en de routes dienen

opdrachtgever, het College van Bestuur van de VU, heeft dan ook het nut van

hier op aangepast te zijn.

de voorstellen van het architectenbureau betreffende ruimtelijke kwaliteiten ingezien.

De visie op onderwijs van het bureau Jeanne Dekkers vertaalt zich in de

Want zo wordt de contradictie tussen het bakstenen 'massief' en de

circulatiemogelijkheden van het gebouw. De opzet van de plattegrond

aluminium en stalen torens van de Zuidas niet alleen een vorm- en

kent per verdieping een terugkomende structuur. Enerzijds de ruggengraat,

materiaalkwestie maar ook een kwestie van vloeroppervlakte. Jeanne Dekkers

die bestaat uit sanitaire voorzieningen en vluchttrappen, van het gebouw.

heeft de hoge ruimten en de ruimtelijkheid weten te behouden, zodat de

Anderzijds de kantoren aan de kopse kanten. Door de heldere opzet van de

ruimten niet dichtgezet werden om een gunstige floorspaceindex te

plattegrond is het mogelijk om flexibel om te gaan met onderwijsruimten.

behalen. //

Het onderwijs vindt voornamelijk plaats tussen de kantoren en naast de ruggengraat. Gebouw Opleidingscentrum Zorg en Welzijn, Zuidas, Amsterdam >>

46

p42-p48 vervreemding 06.indd 46

pantheon 4 ’05’06

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:23:26


stylos // vervreemding // algemeen

p42-p48 vervreemding 06.indd 47

pantheon 4 ’05’06

47

8-5-2006 16:23:27


Libero Who's afraid of Niketown? Goede vraag. En zoals veel boeken met vragende titels loopt ook dit boek

geduid en gekoppeld aan theoretische teksten en concepten. Het is geen

de kans zich veel problemen op de hals te halen. De lezer wil de vraag

architectuur meer, maar veeleer sociologie op het stedelijke vlak. Guy Debord

beantwoord zien, en het liefst nog bevredigend ook.

en de situationisten worden aangehaald om de 'guerrilla'-tactieken van Nike te beschrijven, net zoals psychologische principes als camouflage.

Friedrich von Borries, architect en zelfbenoemd 'ruimtelijk tacticus', lanceert met veel rumoer de term Nike-urbanism in zijn zoektocht naar stedelijke

Von Borries' schrijfstijl is activerend en stimuleert tot nadenken. Gezien het

identiteit in het geval van Berlijn. Nike heeft altijd al voorgelopen als het om

uitgangspunt van het boek is dit een goede keuze. Naast een gevatte analyse

inventieve, non-conformistische marketingstrategieën ging. Niet alleen de

van hedendaagse marketingtechnieken probeert het boek ons vooral ook

methodes om hun producten te marketen worden constant geëvalueerd

te leren op een kritische manier naar de stad te kijken en de mechanismen

en aangepast, ook de plaatsingsmethoden voor de marketing zijn aan een

te ontdekken die juist nu, in ons gehaaste tijdperk, de dienst in de stad

voortdurende evolutie onderhevig. Na de Wende van eind jaren tachtig werd

uitmaken.

Berlijn door Nike uitverkozen om als proefgebied voor nieuwe, agressieve marketingcampagnes te dienen. Berlijn had zich door de jaren heen reeds

Moeten we nu echt bang zijn voor Niketown, of komt het allemaal nog

ontwikkeld tot een stad van uitersten, zowel in de bevolking als in de ervaring

wel goed? Zonder pretentieus of paternalistisch te zijn poogt von Borries

van de stedelijke ruimte. Met deze campagnes in Berlijn heeft Nike zich op

een antwoord te geven op deze vraag, die na het lezen van Who's afraid of

een bijna profetische wijze ingelaten met de sociologie van de stad in fysieke

Niketown?, toch minder retorisch lijkt te zijn, dan hij in eerste instantie deed

en mentale vorm.

vermoeden. //

Von Borries, geboren en getogen in Berlijn, analyseert de methodes van Nike op een ingetogen maar wetenschappelijk onderbouwde wijze. Elke campagne, van de Bolzplatz-campagne uit 1999, waarbij Nike de ontelbare voetbalveldjes van Berlijn op ingenieuze wijze infiltreerde, tot het Prestoconcept, een club met Nike-sneakers in de bar, wordt door von Borries

Who's afraid of Niketown? Nike-urbanism, branding and the city of tomorrow Friedrich von Borries Engels, 2004, ISBN 9 0597 30 143 Episode Publishers, Rotterdam 104 blz. euro 13.00

Manuelle Gautrand Architecture Manuelle Gautrand, geboren 1961, werd in 1985 architect. In 1991 startte ze

leukheid en stralen plezier uit. Soms zijn de gebouwen vreemd; staan ze als

haar eigen praktijk in Lyon, die ze in 1994 naar Parijs verplaatste. Sindsdien

een vriendelijke anomalie in de stad, op een manier die meteen vertrouwd

heeft ze een vijftiental grote projecten opgeleverd, allemaal in Frankrijk.

is, maar altijd vernieuwend. Wat Gautrand vindt is verscheidenheid en

Hoewel haar werk al vaker is verschenen in internationale bladen, heeft ze

een continue herbeoordeling van context en opgave, die resulteert in

nog geen projecten in het buitenland gedaan en is daarom buiten Frankrijk

een enorm interessante architectonisch geësthetiseerde lappendeken.

nog niet echt bekend. En dat is jammer.

Maar hoe voorkomt Gautrand een ongegronde esthetiek, mooi maar

Gelukkig is er nu een monografie van haar bureau die het werk van de

hol? Ze zorgt er ten eerste altijd voor dat haar ornamenten, versieringen

periode 1991-2005/2008 laat zien.

en andere esthetische uitdrukkingen een citerende functie hebben. Dit

Het is fraai om weer eens een architectenmonografie te zien met een

kunnen elementen zijn die ze in de omgeving of traditie van de streek heeft

vormgeving die aansluit bij het werk van de architect en ook nog eens

gevonden. L'art pour l'art wordt voorkomen op eenzelfde manier als de

goed uitgevoerd is. Door het boek heen kronkelt een zwarte 'lijn' die soms

Parnassiens dit deden. Zij verzetten zich tegen de gevoelsuitingen van de

uitbarst in bloemen, soms uitgroeit tot een Rorsarch vlek en soms dient om

Romantiek en schreven onpersoonlijke maar sterk visuele gedichten. Op

tussenkopjes in de tekst te benadrukken. Nergens stoort dit grafisch element

diezelfde manier behandelt Gautrand haar gebouwen; propagandistisch

de afbeeldingen of de tekst. Integendeel, vaak wordt het concept van de

talent dat niet alleen plezierig is maar ook logisch en direct merkbaar.

opgave door dit element juist versterkt. Manuelle Gautrand's architectuur heeft een harmonieuze manier om de plek "Innovation always proceeds from disobedience, a

en de tijd te bewonen, dit zie je zeker ook in het boek. //

certain refusal of established models" – Gautrand in DD Series 06 pag. 9 Maar nu even over de architectuur van Gautrand. Haar gebouwen zijn allemaal erg verschillend, maar allemaal delen ze eenzelfde interpretatie van functionaliteit en context. Daarnaast delen haar ontwerpen een uitgesproken

48

p42-p48 vervreemding 06.indd 48

pantheon 4 ’05’06

Manuelle Gautrand Architecture Paul Ardenne Engels, 2005, ISBN 3764372869 Birkhäuser, Basel 208 blz. euro 52.95

stylos // vervreemding // algemeen

8-5-2006 16:23:28


Agenda 17 mei

Wim T. Schippers en Emile Wennekes locatie: TU Delft, Zaal A

lezing info: www.stylos.nl

prijs: gratis

Wim T. Schippers en Emile Wennekes vertellen over de herbouwplannen van het Paleis voor Volksvlijt.

19 mei

Excursie naar Keulen locatie: Keulen

excursie info: www.stylos.nl

prijs: 35,- euro voor stylosleden

Stylos biedt weer een nieuwe excursie aan. Deze keer gaat de excursie naar Keulen. Schrijf je snel in, want de plaatsen zijn beperkt.

23 & 30 mei, 6 juni

Documentaire reeks locatie: volgt nog

lezingenreeks info: www.stylos.nl

prijs: gratis

Reeks van 3 documentaires in de pauze: Daniel Libeskind (RAM-Special), Aldo van Eijck in Brazilië en Lagos van Rem Koolhaas.

t/m 28 mei

Dromen van Amerika locatie: Museum Hilversum Museum

tentoonstelling info: www.museumhilversum.nl

prijs: 3,- euro

Nederlandse architecten en Frank Lloyd Wright. De navolging die wordt gepresenteerd in de tentoonstelling betreft vooral de periode voor de Tweede Wereldoorlog, toen de invloed van Frank Lloyd Wright in veel gevallen heel aanwijsbaar was.

22 / 23 mei

Stylos 24 uurs workshop locatie: Ontwerperscafé Den Haag Nadere informatie volgt nog.

t/m 28 mei

workshop info: www.stylos.nl

Non-places (everywhere / nowhere) locatie: 66 East, Centre for Urban Culture

prijs: nog niet bekend

tentoonstelling info: www.museumhilversum.nl

prijs: gratis

De expositie weerspiegelt de tegenstrijdige omgeving waarin wij leven, gebruik makend van verschillende media zoals schilderkunst, fotografie en video, met Delphine Bedel, Arnout Killian Ilya Rabinovich en Ayako Yoshimura.

t/m 28 mei

Winkelen // 75 jaar Bijenkorf Rotterdam locatie: Historisch museum, Rotterdam

t/m 31 mei

In Between Architecture locatie: Glaspaleis, Heerlen

t/m 10 juni

info: www.hmr.rotterdam.nl

prijs: 8,- euro

lezingenreeks info: www.vitruvianum.nl 045-5772205

Unorthodocks locatie: Timmerloods RDM terrein, Heijplaat Rotterdam

tentoonstelling

prijs: gratis

tentoonstelling info: www.unorthodocks.nl

prijs: gratis

Eind 2005 startte Stadshavens Rotterdam met een ontwerpwedstrijd. De tentoonstelling geeft een beeld van de ideeën die zo’n 100 ontwerpteams hebben ingeleverd over een tijdelijke en flexibele invulling van de Dokhaven op Heijplaat.

t/m 6 juni

DynamiCity - Tactieken voor de veranderende stad locatie: NAi

info: www.nai.nl tel: 010-4401200.

tentoonstelling prijs: 8,- euro

Gebouwen alleen zijn niet genoeg om een stad te maken.

t/m 18 juni

Gispen in Rotterdam; representing modernism locatie: NAi

info: www.nai.nl tel: 010-4401200

tentoonstelling prijs: 8,- euro

In de tentoonstelling staan niet de Gispen-meubelen zelf centraal, maar de wijze waarop fotografen en grafisch vormgevers de producten en interieurs van Gispen verbeeldden.

t/m 24 juni

Nieuwe lading; jonge architectenbureau's uit Utrecht locatie: Architectuurcentrum Aorta

info: www.aorta.nu tel: 030-2321686

tentoonstelling prijs: gratis

In Nieuwe Lading zijn zes opmerkelijke Utrechtse, relatief jonge, architectenbureaus samengebracht. De bureaus verschillen qua grootte, ervaring en opdrachtportefeuille. De overeenkomst tussen de bureaus zit met name in het hoge ambitieniveau.

7 t/m 25 juni

Paradiso, stad van de toekomst locatie: Sportcentrum, TU Delft

theater info: www.tgmax.nl

prijs: 10,- euro

Samen met Stylos heeft Max. in november 2005 een workshop gepresenteerd voor TU-studenten op de grens van architectuur en theater. De winnende ontwerpen worden gebruikt als decor voor Paradiso, stad van de toekomst.

kaft_vervreemding.indd 3

8-5-2006 16:29:19


kaft_vervreemding.indd 4

8-5-2006 16:29:21


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.