pantheon// 2012 - stout

Page 1


bimonthly edition of the study association Stylos faculty of Architecture, TU Delft always printed on 100 % recycled paper

colofon jaargang 16, editie 2, april 2012 oplage: 2.500 Stylosleden en vrienden van de Stylos Stichting ontvangen pantheon// vijf maal per jaar redactieadres BG. midden 110 Julianalaan 132-134 2628 BL Delft pantheon@stylos.nl eindredactie Rosa Stapel hoofdredactie Nina Bohm Roos Pulskens

Over de foto Op de voorkant een foto door fotografe Cobi Golterman. Het is een foto van Lotje van der Bie in haar jonge jaren, ze is inmiddels een brave midtwintiger. Wat we voor de voorkant zochten, was een prent die stout in zich weerspiegelde. Stoute gebouwen, stoute omgevingen en stoute mensen zijn allemaal aan bod gekomen. Toch is het deze foto geworden, want waar anders is de emotie meer zichtbaar dan in de uitdrukking van een wereld ontdekkende kleuter?

redactie Nina Bohm Martine Duyvis Henk de Haan Maya van der Lande Roos Pulskens Max Verhoeven Wendel de Waal aan dit nummer werkten mee Thijs Bennebroek, Thomas Broos, Roel Kosters, Peter van de Lageweg, Matthijs van Oostrum, Margot Overvoorde, Jan Rothuizen, Vincent Scholten, Eline Vermeulen, Jet ten Voorde, Bob Witjes, Benjo Zwarteveen en Bob Zwanink. advertenties 05 | MHB bv 12 | Cement en Beton Centrum 31 | De Swart 33 | Bond van Nederlandse Architecten 35 | Internationale Architectuur Biennale Rotterdam 44 | Uitgeverij SUN

woord van de redactie Nina Bohm & Roos Pulskens Stout: hooggespannen, dat wat de verwachtingen overtreft. Ondeugend, ongehoorzaam. Stout is het woord dat volwassenen

drukker De Swart, ‘s-Gravenhage omslag grafisch ontwerp Maya van der Lande, fotografie Cobi Golterman, op de foto Lotje van der Bie

met kind zijn verbinden, wat zij benijden. Het opwindende gevoel van het overtreden van de regels is iets waar naar wordt terugverlangd bij het ophalen van jeugdherinneringen. Maar wie durft er, na zijn jeugddromen te zijn ontgroeid, nog stout te zijn? Wat betekent het begrip ‘stout zijn’ voor de architectuur en alles wat hierrmee in verband staat? Wie zijn de architecten, die tegen de normale gang van zaken ingaan? Deze editie van de pantheon// gaat op zoek naar de mensen die een punt hebben gemaakt

Het Delftsch Bouwkundig Studenten Gezelschap Stylos werd in 1894 opgericht ter behartiging van studie- en studentenbelangen van studenten aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.

door het tegenovergestelde te doen van het voor de hand lig-

bestuur 118 D.B.S.G. Stylos voorzitter: Bob Witjes secretaris - public relations: Jan Maarten van Hemert penningmeester - onderwijs: Benjo Zwarteveen onderwijs: Bob Zwanink evenementen - international affairs: Joris van Dijk acquisitie - folly: Rosa Stapel

op hoe wij zelf naar architectuur kijken. Het verhaal over degene

adres BG. midden 110 Julianalaan 132-134 2628 BL Delft info@stylos.nl telefoonnummers bestuur 015 2783697 secretariaat 015 2781369 internet www.stylos.nl lidmaatschap Stylos 10 euro per jaar gironummer 296475 Stylos Stichting De Stylos Stichting vervult een vliegwielfunctie ter stimulering van initiatieven van en voor studenten van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Zij kunnen bij het bestuur van de Stylos Stichting terecht voor financiële en inhoudelijke ondersteuning van hun project. Om u hiervan op de hoogte te houden ontvangt u elke 2 weken B-nieuws en 5 maal per jaar de pantheon//. Wij vragen om een donatie van 45 euro per jaar (pas afgestudeerden betalen de eerste twee jaar 10 euro). Aan bedrijven vragen wij 90 euro. gironummer 1673413 disclaimer All photos are (c) the property of their respective owners. We are a non-profit organisation and we thank you for the use of these pictures.

gende, en die misschien ongemerkt een stempel hebben gedrukt die écht durven.//


stylos

stout

2 van de voorzitter

16 de stad is mijn atelier

Bob Witjes

Wendel de Waal

2 social engineering week

17 geen kwaliteit zonder kritiek

Rosa Stapel

Vincent Scholten

4 Dean Hawkes

18 tot de bubbel barst

Thomas Broos

Henk de Haan

5 bouwen aan bouwkunde

20 getting a job for dummies

Bob Zwanink

Maya van der Lande

6 excursies februari en maart

22 eco-bling Henk de Haan

8 BkBeats 2012

24 interieur van de lust

Roel Kosters

Martine Duyvis & Roos Pulskens

10 gevalletje fraude

25 forbidden tower

Benjo Zwarteveen

BKCAC

10 geomatics

26 not to be educated

Benjo Zwarteveen

Maya van der Lande

12 enquĂŞte bachelor 6

27 or to be educated

Benjo Zwarteveen

Nina Bohm

13 enjoy the crisis!

28 a new way of smart farming

uitwisseling Chepos

Max Verhoeven & Wendel de Waal

28

16 31

22

30 get inspired Roos Pulskens

31 een vergane beweging Nina Bohm & Max Verhoeven

34 ornament en misdaad? Thijs Bennebroek

36 nail houses Matthijs van Oostrum

algemeen 38 @architect Mei Architecten Martine Duyvis

40 agenda Roos Pulskens

41 recommended reading Wendel de Waal

36


van de voorzitter Bob Witjes

Het derde kwartaal is alweer bijna ten einde, wat betekent dat driekwart van het studiejaar er op zit. Ook het Stylos bestuursjaar begint te vlotten, al duurt het nog bijna een half jaar voordat het 118e bestuur gewisseld gaat worden voor het 119e bestuur. Het gaat echter wel steeds sneller. We waren er al voor gewaarschuwd door oud-besturen, maar de periode na de kerst vliegt voorbij. En dat merken we. Met name een maand als maart ging in rap tempo voorbij. Van begin tot eind zat deze maand vol met activiteiten. Een internationalexcursie, een BkBeats contest, een lezing van Gregory Bracken, een stationsexcursie, een masterclass, een BkBios, en dan heb ik nog de helft niet genoemd.

Job Roos, Maarten Frits, Benjo Zwarteveen en Paul Meurs tijdens de Pecha Kucha

Ook april belooft weer een fantastische maand te worden. En niet in de laatste plaats omdat het grootste faculteitsfeest van Nederland, BkBeats, op het punt staat los te barsten. Alle kaarten waren binnen drie dagen uitverkocht en dat geeft wel aan hoe dit feest leeft onder de Delftse studenten. De stress voor dit evenement wordt dan ook steeds groter, zeker in het ‘BkBeats hok’. Maar ik durf nu al te voorspellen dat het een feest wordt zoals bouwkunde, de TU en Nederland nog nooit gekend hebben. Feestjes zijn leuk, maar Stylos staat ook voor inhoud. Ook op dat gebied staan er nog vele zaken op de planning. Zo zal eind mei een excursie naar de mooiste stad van Spanje, Barcelona, worden georganiseerd. En ook de studiereis naar China komst steeds dichterbij. Excursies en reizen zijn bij Stylos altijd meer dan ‘gebouwen bekijken’. We proberen het programma altijd zo samen te stellen, dat studenten er ook écht iets van opsteken. Natuurlijk zullen we ook lezingen, workshops en masterclasses blijven organiseren. Kom die ook vooral bezoeken, want we merken dat studenten niet altijd even snel naar deze activiteiten toe rennen. En dat terwijl dit nu juist activiteiten zijn waar je als bouwko op een makkelijke en goedkope manier van kan leren.//

Patrick Healy

workshop public wayfinding van Harm Wondaal

2

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


terugblik

social engineering week Rosa Stapel

Vanaf 13 februari 2012 stond de Oostserre een week in het teken van Stylos’ social engineering week. Een terugblik op ontmoetingen tussen student en praktijk, nieuwe standpunten en oude discussies. “An event based on integrating social disciplines within the curriculum at the Faculty of Architecture.” Dit schreef Joris van Dijk als introductie en aanleiding voor de social engineering week in de vorige editie van pantheon//. Een week met verschillende activiteiten rondom de vraag of sociale disciplines thuishoren op de faculteit van Nederlands toekomstige bouwkundig ingenieurs. Na lezingen van wetenschappers en architecten die het publiek overtuigden van het belang van sociale disciplines binnen architectuur hielden de deelnemers van het einddebat zich niet meer bezig met het belang, maar met het ‘hoe’ van sociale disciplines in de opleiding. Is er ruimte binnen het curriculum of hebben andere vakonderdelen toch prioriteit? Wie zou de studenten ‘social engineering’ kunnen bijbrengen? Vooruitblikkend op de komende bachelorhervormingen werden de belangen van verschillende elementen in het curriculum tegen elkaar afgewogen. Tijdens het praten over deze lastige keuzes dacht ik even terug aan een gesprek dat ik voordat deze discussie plaatsvond had met één van de onderwijsdirecteuren. “Het echte besef van het belang van het integreren van menselijke behoeftes en gevoelens in het ontwerp komt bij de meesten pas na de opleiding. De elementen die nu centraal staan in de opleiding - het ontwerpproces en techniek - zijn de voorwaardelijke vaardigheden die je nodig hebt om je als architect en ontwerper te ontwikkelen,” betoogde hij. Tegenwoordig is het geklaag over oncomfortabele gebouwen en starchitects, die ‘plaatjesarchitectuur’ afleveren in plaats van gebouwen die prettig zijn voor de gebruiker, niet van lucht. Het wordt als fout of falen van de architect gezien als blijkt dat aspecten van het gebouw in de praktijk niet werken of als er geen rekening gehouden wordt met comfort. Snel wordt dan met het vingertje naar een ontoereikende opleiding gewezen. Of is de architect zelf de schuldige van ontwerpfouten door zijn gebrek aan kennis?

“Still designing or engineering from a social point of view doesn’t always come natural to us, architects,” schreven we in de begeleidende tekst van het thema van de vorige editie. Dit gaat in tegen de mening van de onderwijsdirecteur, maar sluit aan bij de vraag die Wouter Vanstiphout tijdens zijn lezing stelde: “Can you blame the architect?” Bezitten architecten niet de vaardigheid om zich in te leven in de gebruiker? Plaats je je als architect dan niet in een andere positie dan ‘de mens’? Is ‘de architect’ dan iemand anders dan ‘de mens’? Misschien weten ‘wij, architecten’ het wel beter dan de mensen waar we voor ontwerpen. Moet de architect die vrijheid van visie en werkwijze niet gewoon krijgen in plaats van hem of haar beperkingen op te leggen door sociale, filosofische en psychologische theorieen mee te moeten nemen in het ontwerp? Vanuit deze gedachtegang komen vragen op over de positie van de architect. Karin Laglas zei hier het volgende over in haar intreerede als decaan: “Het kunnen ontwerpen van een mooi gebouw of een stedenbouwkundig of landschappelijk ensemble vraagt een eigen set competenties. [...] Daarbij dringt zich dan de vraag op of het totaal aan competenties dat nodig is om zowel het object te ontwerpen als leiding te geven aan het ontwerpproces niet te breed is om zich in één mens te laten verenigen. Maar misschien wel belangrijker is dat leiding geven aan het ontwerpproces een zekere neutraliteit vereist ten aanzien van de verschillende klantgroepen die we eerder gezien hebben; empathie om je in hun leefwereld in te leven; luisteren en vragen stellen. Geen vooringenomen beeld hebben. Niet zelf in het centrum van het schilderij willen staan. Traditioneel zijn dat niet de competenties die bij alle ontwerpers even sterk ontwikkeld zijn.” Onze decaan pleit hier voor bescheidenheid: als architect ben je een deel van een geheel, naast projectontwikkelaars, opdrachtgevers en gebruikers. De intreerede van Karin Laglas was het uitgangspunt voor de Pecha Kucha avond op woensdag 15 februari. Jurriaan van Stigt, bestuurslid van architectengenootschap Amicitia

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

et Architectura, haalde uit dit stuk de vraag over een mogelijke nieuwe positie van de architect: “een nieuwe, hernieuwde of wellicht juist oude rol van ‘de Architect’ en vanzelfsprekend wat dit betekent voor de opleiding.” Dit vraagstuk pakten we aan in een samenkomst van studenten, docenten en architecten. Er werd gediscussieerd over welke onderdelen van een ontwerp(proces) onder de verantwoordelijkheid van de architect vallen en in hoeverre de visie van de architect doorslaggevend is. ‘Terug naar de oude bouwmeester’ bleek onder de architecten wel navolging te krijgen. De studenten riepen met name om betere voorbereiding op de praktijk in de opleiding: met name op het gebied van constructie en detaillering. De docenten keken naar de toekomst: hoe lossen we grote vraagstukken als de woningbouwopgave en herbestemming op?

‘Of is de architect zelf de schuldige van ontwerpfouten door zijn gebrek aan kennis?’ De banden tussen de student en de praktijk zijn naar aanleiding van deze avond weer wat aangescherpt. Een grote behoefte leek te worden vervuld: de student wil weten wat hem of haar te wachten staat en de praktijk is benieuwd naar frisse blikken. Maar waar was de schakel tussen student en praktijk: het onderwijs? Te druk met de bachelorhervormingen? Geen tijd voor een spontaan gesprek een een variëteit aan interessante meningen? De twee wel aanwezige partijen zien de toevoeging van sociale disciplines als waardevol voor architectuur als wetenschap en het academische gehalte van de opleiding. Echter, ik denk dat het belangrijkste wat we mee kunnen nemen uit deze week de waarde van gesprek en debat is. Je verdiepen in een bepaald onderwerp en met name daar met anderen over praten is ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van de jonge architect en het architectuurdebat in Nederland. Misschien zou ‘Gesprek en Debat’ een leuk vak zijn voor het nieuwe bachelorcurriculum?//

3


masterclass

Dean Hawkes Thomas Broos

February 14th professor Dean Hawkes delighted us with an extraordinary masterclass, as part of the social engineering week. In the aftermath of Stylos’ social engineering week, while comfortably reading ‘The Selective environment; an approach to environmentally responsive architecture’, room-temperature mechanically held at 20 degrees on a mildly depressing cloudy day, I thought this would be the perfect time to tell you all something about our experiences with professor Dean Hawkes and his wife Christine the past few days. In the somewhat stressful process of organizing such a get-together for students and those that can teach them something, one might easily miss out on all the educational fun. But as you can imagine, preparing and organizing a public lecture and masterclass by such an esteemed professor, will inevitably lead to the

transfer of thought. Trying to report on this, I wanted to keep this article short and informative, for an event that promotes poetics in architecture does not need a poetic description at all. When understood it will be so in itself, cause the subject at hand. So… there are three main things that I learned or re-learned during these events and I will describe them as follows:

Secondly, all the faces of architecture have properties that influence our sensory perception of our environment. Every material has endless versions in which it can be applied. Rough, smooth, hard, soft, reflective, creaking, absorbent, warm, cold, yellow, elastic, translucent… consider the options when combining materials. Through this influence, we as humans can adjust our environment.

Our perception of the built environment is directly linked to our senses which are working together, not just adding up. You can’t just stop at the perceptive design for just one of them (I elaborated on this in the previous edition of pantheon// and also Maarten Willems gave a more than insightful lecture on this on February 8th at our faculty).

The most important realization that I had was however, that our faculty teaches its bachelor students to design at a certain pace and to start from big and work to small, changing between scales. Hawkes however, politely corrected me when I tried to get him to lead the Masterclass towards a sort of resultant phase. He told me that finding quality in the work you are doing is the most important thing to achieve. And that starting from seemingly minor observations, exploring the smallest of things, you might achieve such quality by adding them to your design; a process which simply takes time. He told me he thought people should be satisfied when they built maybe eleven exquisite works in their life, instead of a hundred that are just not completely done. Think of Kahn, Zumthor, Mackintosh and so many others. Think of the richness of life that they try or tried to express, when designing your environment. I was greatly inspired and took note of all these things. Also Jeanne Dekkers’ inaugural speech January 27th titled ‘Poetisch Ingenieursschap’ at the Technical University Eindhoven (which roughly translates to ‘Poetic Engineering’) has given me confidence that we are heading towards the right direction. To be sure, from now on our masterclass participants will never suffer the impasse that blank paper has. We can all simply start with a sun path diagram. So far the update on what we perhaps already knew, but forgot. What we re-learned. Perhaps now is the time for me to try to get our singleglazed windows replaced, so I might be able turn the heater down.//

Dean Hawkes during the masterclass

4

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


BK City STAY

bouwen aan bouwkunde Bob Zwanink

Na de brand in de voormalige faculteit verhuisde de faculteit Bouwkunde in korte tijd naar de Julianalaan. Ons huidige gebouw werd in razend tempo geschikt gemaakt om alle studenten en medewerkers voor een paar jaar te faciliteren – in eerste instantie een tijdelijke oplossing. Inmiddels is het zeker dat we hier nog lange tijd zullen blijven zitten en daaruit volgt dat er hard gewerkt moet worden om de faculteit Bouwkunde ook voor de toekomst een geschikte werkomgeving te laten zijn. BK City ademt sfeer en historie uit, het is een gebouw waar je je op je gemak voelt en waar menig student best trots op is. We blijven in Delft echter kritisch. In de wandelgangen wordt gemopperd over de afwezigheid van stopcontacten in collegezalen, niet genoeg stille werkplekken, tocht op atelier, lichten die altijd aanstaan en ga zo maar door. Een groot deel van al dit euvel wordt behandeld in BK City STAY. Dit is de verzamelnaam voor alle aanpassingen en verbouwingen van de faculteit. Achter BK City STAY zit een projectorganisatie waarin gebouwmanagement,

afgevaardigden van leerstoelen en studenten vertegenwoordigd zijn. De eerste resultaten van BK City STAY zijn nu al te zien in de Oostserre. Presentaties en evenementen worden beter gemaakt door de nieuwe verduistering en betere audiovisuele middelen. In sommige ruimtes, waaronder collegezaal A, is gewerkt aan klimaatverbeteringen. Er wordt onderzoek gedaan naar de akoestiek in de collegezalen en achterstallig onderhoud wordt aangepakt. Een veelgehoorde klacht vanuit duurzaam oogpunt is dat op atelier altijd alle lichten branden. Op dit moment gaan de lichten om zeven uur ’s ochtends automatisch aan en om tien uur ’s avonds weer uit. Binnenkort zal echter een groot deel van de verlichting overgaan op inschakeling door beweging.

Al deze vernieuwingen en verbouwingen zijn voor de bouwkundestudent interessant om te volgen. Hoe wordt je studie toegepast in je eigen gebouw? Op de website van de faculteit kun je volgen waar de projectgroep mee bezig is. Daarnaast heeft Stylos aangegeven dat, naar voorbeeld van het glas bij o.a. Waltman, @hok en Stylos zelf, er meer informatie op materialen en producten in de faculteit zelf moet komen. Op de glazen tussenwanden in de straat staat informatie over het glas zelf, de plaatsingswijze en het bevestigingsprofiel. Dit soort weetjes maken de faculteit tot een levensgrote materialenbibliotheek. Ze passen bovendien in het thema van transparantie in het gebouw en bieden de mogelijkheid om zoveel mogelijk van de constructie en de installaties te laten zien.//

advertorial

MHB SL30 series Slanke en ranke stijlen met 30 mm aanzichtbreedte De stalen SL30- serie is speciaal ontworpen om de architect in de gelegenheid te stellen slanke en ranke deuren en puien toe te kunnen passen in een gebouw. Verschillende innovaties zijn toegepast in het stalen SL30- profielsysteem om ervoor te zorgen dat de functionele eisen zoals sterkte, brandwerendheid en glasopsluiting toch kunnen worden gerealiseerd in een dergelijk slank profiel. SL30- serie is leverbaar in een brandwerendheid van 30, 60 minuten en bij sommige deurtypes zelfs 90 en 120 minuten, conform NEN 6069 en EN 1634-1

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

5


excursies

februari en maart

Jet ten Voorde, Margot Overvoorde, Rosa Stapel & Eline Vermeulen

De afgelopen maanden stond de excursiekalender van Stylos barstensvol. Half februari vlogen we naar Dublin, onderzochten public wayfinding op Schiphol, gingen de eerstejaars naar Rotterdam en we zagen de molens van Kinderdijk en de Maeslantkering. Maart werd afgesloten met een tour langs stations Delft, Rotterdam en Utrecht en een weekendje naar Keulen. Hier een aantal van de excursies in woord en beeld. Eerstejaarsexcursie BK2000 Genietend van de voorjaarszon, zijn we er op 22 februari met een groep eerstejaars op uit getrokken. Rotterdam was de plaats van bestemming. Een stad zo dichtbij, maar vol met interessante avonturen voor ons als eerstejaars. Een dagprogramma dat volledig aansluit op project BK2000, dat is wat wij als eerstejaarscommissie met deze excursie wilden bereiken. Tijdens project BK2000 ontwerpen de studenten een havenpaviljoen, waarbij constructie, klimaatontwerp en duurzaamheid belangrijke punten zijn. We zijn op zoek gegaan naar activiteiten die aansluiten bij de verschillende vakgebieden van het project.

Stationshal Rotterdam

Stationsexcursie

De dag begon al vroeg, met een bezoek aan het HAKA-gebouw, een plek waar hergebruik centraal staat. Zittend op bankjes van sloophout, werd ons verteld dat het draaide om het minimaliseren van afval. Een rondleiding door het gebouw volgde. De oude paternosterlift en het prachtige uitzicht over Rotterdam waren een groot succes.

Na een heerlijk bordje zelfgemaakte pompoensoep bij RAAF (Rotterdam-Art-Adventure & Food), zijn we vertrokken naar het door Sir Norman Foster ontworpen World Port Center. Met de supersnelle liften zoefden we 17 verdiepingen omhoog, wat een prachtig panorama van Rotterdam opleverde. We kregen een presentatie over het hoe en waarom van de Rotterdamse haven. Het was erg inspirerend om te zien wat er nu allemaal in zo’n haven gebeurt.

De tweede activiteit was een bezoek aan Neutelings-Riedijk architecten. We waren erg blij dat Michiel Riedijk ons een mini-rondleiding wilde geven. We hebben nu als eerstejaars een idee gekregen van hoe het er ‘echt’ aan toe gaat bij een architectenbureau.//

De excursie is in mijn ogen zeer geslaagd en inspiratievol, we hebben als EJC ook veel positieve reacties ontvangen. Nu maar hopen dat dit zijn vruchten af gaat werpen bij het uiteindelijke ontwerp van mij en mijn medeexcursiegangers.

Woensdag 21 maart stapten we met een kleine groep studenten in de trein en kregen we bij elk station een presentatie, een kijkje bij de maquette en een rondleiding langs de bouwplaats. Helaas niet erop, ondanks onze ‘bouwputgeile’ rondleidster in Utrecht.

Uitzicht over Rotterdam vanaf World Port Centre

6

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

Veel stations in Nederland liggen nu overhoop. Door de toevoeging van horeca aan de stationshallen, het toenemen van de reizigersaantallen en het verleggen van de aandacht van auto naar voetganger gaat het spoor op de schop. Dit gebeurt nu onder andere in Delft, Rotterdam en Utrecht, daarom leek het ons dan ook interessant om op deze stations eens een kijkje te nemen.


Dit deed echter absoluut niet af aan de hoeveelheid interessante informatie die we gekregen hebben. Het project van de Delftse spoortunnel is voornamelijk door de infrastructuur en constructie bijzonder. Lasers houden de panden aan de Phoenixstraat strak in de gaten en de tramlijn zal nog zo’n acht keer verlegd worden gedurende het bouwtraject. In Rotterdam en Utrecht was het verschil in mentaliteit en karakter van de inwoners van de steden en daarmee de manier van projectontwikkeling duidelijk zichtbaar in de plannen. De

Public wayfinding op Schiphol We nemen je mee naar Rome. De tickets zijn geboekt, het hotel is bevestigd, het enige wat nu nog rest is de reis. Nadat je met al je koffers in Delft de trein hebt gepakt, kom je op het perron van Schiphol aan. Je loopt achter de massa mensen aan en neemt de volle roltrap naar het plaza van Schiphol, niet wetende dat er ook een andere roltrap was die je kon nemen. Je staat in een grote ruimte, op zoek naar enig herkenningspunt van waar je naartoe

Op een blauwe bewegwijzeringspaal zie je winkels en informatiepunten aangegeven. De pijlen staan buiten het blauwe tekstvlak in een apart wit vlak en wijzen altijd naar buiten. Daarnaast zie je dat op de plattegrond een aantal ‘kunstwerkjes’ staan aangegeven. Deze dienen als landmark, zodat je je goed kunt oriënteren. Je loopt door, je moet je geld sparen voor de winkels in Rome. De gele borden geven aan dat je een verdieping omhoog moet. Een roltrap staat onder

Schiphol

doelmatige manier van werken in Rotterdam is terug te zien aan het vlotte tempo, waardoor het grotendeels prefab stationsdak nu al ligt te glinsteren in de zon. In Utrecht wordt daarentegen al sinds de jaren tachtig gepraat over vernieuwing rondom het station en Hoog Catharijne. Historie staat hoog op de agenda met bijvoorbeeld het terugbrengen van het water in de Catharijnesingel en de aandacht voor archeologie. De vraag is echter hoeveel we nog van dit miljardenproject zullen meemaken; de naam CU2030 zegt genoeg. Kortom, veel verhalen en beelden over de oude stations, de nieuwe ontwerpen, de manier van construeren en een voorzichtige indicatie over wanneer de Nederlandse stations er weer netjes en compleet bij zullen liggen.//

moet gaan. Je loopt naar een informatiebord waarop vertrekkende vluchten aangegeven worden. De hoofdtaal is Engels, maar dit merk je nauwelijks. Je ziet dat de vlucht over 55 min vertrekt, dat je moet inchecken bij check-in 20-25 en je bij gate E25 moet zijn. Oké, checkin 20-25, welke kant moet je op? Je kijkt rond en in je gezichtsveld valt een geel bord met Check-in 17-32 met een afbeelding van een balie waar een persoon met koffers heen gaat. Daar zal ik wel moeten zijn. Je volgt de zwarte pijl, omringd door een witte achtergrond op het gele bord. Hoeveel tijd heb ik nog? Een analoge klok hangt naast één van de gele borden. Gelukkig is er nog genoeg tijd om bij de check-in te komen. Dan kom je terecht in een winkelstraat.

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

de zwarte pijl. Rechts onderin staat ook een icoontje van de lift aangegeven met een iets kleinere pijl. Toch neem je de roltrap. Bovenaan zie je weer een informatiebord waar de vertrekkende vluchten op staan. Je volgt nu weer de borden voor de check-in. Nu valt je op dat aan de gele borden ook een groen bordje hangt. Hierop staat aangegeven waar de nooduitgang is. Je komt aan bij de check-in balie en je checktin. Op weg naar gate E25. Op dezelfde gele borden staan gate D,E,F,G H en M doorgestreept rechts aangegeven en M links. Het is duidelijk dat M iets anders is dan gates D,E,F,G,H. Naar rechts dus. Vanaf nu is het wachten bij de gate totdat het vliegtuig klaar is om met jou naar Rome te vertrekken.//

7


BkBeats 2012 Roel Kosters

Vrijdag 27 april is het weer zover: in opvolging van BkBeats 2010 zal een nieuwe editie van het ‘Bouwkundefeest’ plaatsvinden. Het thema van dit jaar: Four Miles of Lights. BkBeats Contest 2012 Als voorbereiding op BkBeats vond op 15 maart de BkBeats Contest plaats in de Koornbeurs. In de weken hiervoor werd de BkBeats commissie overspoeld met demo’s en op basis daarvan werden drie bands en drie DJ’s geselecteerd. Deze bands en DJ’s kregen tijdens de contest de kans het beste van zichzelf te laten zien en horen en zo een optreden op BkBeats in de wacht te slepen. De band Butterscotch trapte de avond af met een spetterend optreden, waar het publiek helemaal in meeging. Ondertussen begon de zaal lekker vol te stromen en gingen de goudgele rakkers als warme broodjes over de bar.

helemaal los te laten gaan. Om drie uur ging iedereen moe, maar voldaan weer naar huis. De contest was een groot succes, nu op naar BkBeats!

Geschiedenis Al 40 jaar lang is het een traditie op Bouwkunde: eens in de twee jaar verandert de faculteit in een waar festivalterrein, voor wat al jaren het grootste faculteitfeest van Nederland is. Begonnen onder de naam ‘Bouwkunde-feest’ gaat het evenement vandaag de dag door het leven als BkBeats. Vrijdag 27 April is het weer zover: een nieuwe editie van het feest zal plaatsvinden met het thema: Four Miles of Lights.

‘Na drie dagen was BkBeats volledig uitverkocht.’ Met het optreden van Eaglin Miles, die met prachtige nummers de zaal wisten te beroeren en de aanstekelijke rock van Agent Starfish begon de sfeer er steeds meer in te komen. De acts werden beoordeeld door een deskundige jury, bestaande uit Marcel Joling en Arie Verhaar, beide muziekdocent, Rico Zweers, voorzitter van de Stichting Bouwkunde-feest, Rosa Stapel namens het Stylosbestuur en Roel Kosters uit de organisatie van BkBeats. Na een verhit juryberaad werd Butterscotch uitgeroepen tot de winnaar van de bandcontest. Daarna was het podium vrij voor de DJ’s. Het publiek had ondertussen wel zin gekregen in een feestje en kon als eerste genieten van de beats van Tim Peek. Vervolgens kwam DJ Veleri met een lekkere mix en sloot Tim Bale af met een knallende set om de avond compleet te maken. Uiteindelijk werd DJ Veleri tot winnaar uitgeroepen; de jury vond hem de beste DJ om BkBeats te openen. De winnaars waren nu bekend en daarmee was de contest afgelopen, maar de avond nog lang niet. Het feestje werd voorgezet met Les Machines de la Cafeine. Dit duo trapte nog even hard op het gaspedaal om de zaal Veleri

8

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

Kaartverkoop Maandag 27 Maart ging de kaartverkoop van start. Om 12.30 zou de verkoop pas beginnen, maar om 12.00 uur stond er al een flinke rij voor de balie. Voor in de rij werd zelfs gekampeerd door een aantal fanatiekelingen. Dat het storm zou lopen voor kaarten bleek toen al en ook de dagen erna stond de Zuidserre volgepakt met mensen die BkBeats niet aan zich voorbij wilden laten gaan. Na drie dagen was BkBeats volledig uitverkocht. Nog een laatste mededeling voor alle gelukkigen met een kaartje: vergeet niet je campuskaart mee te nemen naar BkBeats!

BkBeats 2012 Elke editie heeft de BkBeats commissie de zware taak om de vorige editie te evenaren en wellicht zelfs te verbeteren. We hebben veel geleerd van de vorige editie, toen voor het eerst de nieuwe huisvesting van Bouwkunde, een monumentaal pand, het toneel van BkBeats was. Dit bracht een aantal problemen met zich mee, maar toch wisten onze voorgangers een geweldig feest neer te zetten. Met de tips en informatie van de vorige keer gaan


Butterscotch

we deze editie tot een nog groter succes brengen. BkBeats zal dit jaar uitgebreider zijn en we zullen er een onvergetelijke ervaring van maken met geweldige artiesten en een aankleding waar je mond van open valt. Met het thema Four Miles of Lights gaan we een sfeer neerzetten waarbij the Strip in Las Vegas als inspiratie dient. De Zuidserre zal worden omgetoverd tot DJ podium, in de Oostserre kunnen de bezoekers genieten van live acts en in het Ketelhuis is een derde podium te vinden, waar lokaal talent te zien en horen is. Verder zullen er in kleinere zaaltjes onder andere een silent disco en een singer-songwriter stage te vinden zijn.

BkBeats environment

Le Le

Michel de Hey

Chagall

Deze groep, bestaande uit Pepijn Lanen (ook bekend van de Jeugd van Tegenwoordig), Piet Parra en Rimer Londen heeft al vele hitjes gescoord in Nederland, waarvan Skinny Jeans uit 2008 toch wel de bekendste is. Onlangs is er een nieuw album verschenen, Partytime, waarop Le Le wederom haar unieke stijl laat horen. De absurdistische, soepel lopende teksten van Faberyayo (Pepijn Lanen) en de elektronische beats van Parra en Rimer London resulteren in aanstekelijke nummers, die lang in je hoofd blijven zitten.

Een van de bekendste techo-DJ’s van Nederland en ook internationaal succesvol. Met zijn eerste single Break verovert hij meteen een plek in de top 10 van de US Billboard Dancecharts. De Hey is in grote mate verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de techno- en house-scene in Rotterdam. Vanuit deze stad runt hij een klein imperium met verschillende labels, gebundeld onder de naam Immaculate Music. In 1995 kreeg hij bovendien zijn eigen clubnacht in Nighttown Rotterdam, Future genaamd. Hoewel zijn sound door de jaren heen sterk veranderd is, kun je het altijd herkennen door de vrolijke, funky en groovy tonen.

Met pop- en dubstep-invloeden, gecombineerd met haar eigen rauwe klank en teksten, heeft deze 23-jarige Amsterdamse haar eigen unieke stijl. Afgelopen zomer scoort ze een hit met het nummer ‘Breathe’, in een samenwerking met het dubstep-duo Bronstibock. Door dit nummer wordt ze uitgeroepen tot 3FM Serious Talent. Ondertussen heeft ze al op vele podia gestaan, waaronder het Amsterdam Dance Event en Noorderslag en momenteel toert ze door heel het land.

Ook bij deze editie van BkBeats hebben we de bouwkundestudent en de faculteit actief betrokken bij de aankleding door wederom BkBeats Environment op touw te zetten, het vak dat in 2010 voor het eerst werd georganiseerd. Onder leiding van Vormstudiedocent Jeroen van de Laar heeft dit destijds drie objecten in de Zuidserre opgeleverd. Dit jaar heeft BkBeats Environment zelfs een eigen vakcode gekregen: AR0017. In de afgelopen weken heeft een groep studenten creaties bedacht om de aankleding van BkBeats te verrijken. Samen met de commissie zijn ze bezig met vijf objecten, die tijdens het feest te zien en te ervaren zijn. In deze laatste weken voor BkBeats is iedereen druk bezig met het uitwerken van

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

zijn plannen. Op het festival zal er van meer dan alleen muziek te genieten zijn, waarbij de ‘BkBeats Environment’ voor die extra prikkeling zal zorgen.

Line-up BkBeats heeft al meerdere keren als springplank gediend voor onbekende artiesten, die nu nationaal of zelfs internationaal bekend zijn. Zo hebben Don Diablo, Erick E, Golden Earring, Pete Philly & Perquisite, Racoon en Funkerman al op het festival geschitterd. Dit jaar staat er wederom een mooie line-up op BkBeats, waarvan we graag een paar namen uitlichten. Hou voor meer namen en updates van de line-up de site in de gaten!//

9


onderwijs

gevalletje fraude Benjo Zwarteveen

Fraude, het stoutste wat je kan doen in je gehele carrière. Diederik Stapel is er al aan ten onder gegaan, waardoor het in heel Nederland een hot item is geworden. Hierdoor heeft de vereniging van universiteiten VSNU aangegeven de wetenschappers zich verplicht te laten binden aan de code van wetenschapsbeoefening. Hoe zit dit eigenlijk op Bouwkunde, wat wordt hier gedaan aan fraude? We vroegen het de secretaris van de examencommissie van de faculteit, Erik Ootes.

tamenfraude, waarbij de student spiekbriefjes in het woordenboek had gestopt. Andere gevallen lopen uiteen van het kopiëren van andermans ingeleverde werk vanaf een openbare, en downloadbare inleversite, tot het met dubbele stemkastjes invullen van antwoorden voor bonuspunten in colleges.

Wat is het precieze aantal gevallen van fraude op Bouwkunde? In het studiejaar 2010/2011 zijn er drie gevallen van fraude geweest. In dit studiejaar zit dit aantal nu op vijf, en er zijn totaal negen nog lopende zaken. De stijging van het aantal meldingen is waarschijnlijk toe te kennen aan het feit dat docenten beter op de hoogte zijn van de mogelijkheid om fraude aan te geven bij de examencommissie. Ook ligt de druk op de studenten steeds hoger doordat er snel gestudeerd moet worden. Ze spieken sneller.

We zien dat de volgende vier verschillende situaties het meest voorkomen. De studenten zijn zich niet bewust van hun vergrijp en zien staan er niet bij stil dat wat zij doen als fraude wordt aangemerkt, of de tegenhanger dat studenten zich juist weldegelijk bewust zijn en bij de constatering van fraude dit ook toegeven. Een derde situatie is dat er niet duidelijk in de opdracht weergegeven is of samenwerking is toegestaan bij een opdracht. Studenten werken dan nietsvermoedend samen en krijgen achteraf te horen dat dit niet mocht. Wanneer de docent niet duidelijk heeft aangegeven of de opdracht groepswerk is of individueel, zal de examencommissie ook de

Hoe zien deze gevallen van fraude eruit? Laatst hadden we een klassiek geval van ten-

betreffende docent erop wijzen dat dit duidelijker aangegeven moet worden . Een vierde situatie is het daadwerkelijk overnemen van andermans werk. Wat zijn de consequenties en wat is de procedure? In de examencommissie wordt elk melding besproken, van de door de docent gemelede vermoedens van fraude . Vervolgens wordt de student op de hoogte gesteld van dit vervoeden, waarop een verweer kan worden ingediend . De examencommissie neemt dan een voorlopig besluit, waar de student nog mondeling op kan reageren. Daarna wordt een definitief besluit genomen waar de student nog tegen in beroep kan gaan bij het College van Beroep Examens. De sancties die opgelegd kunnen worden lopen uiteen van het niet toekennen van een cijfer tot complete uitschrijving als student van de faculteit.//

geomatics Geomatics for the Built Environment is a renewed MSc programme that from September 2012 is hosted by the Faculty of Architecture. This programme is the continuation of the former programme of Geomatics at the Faculties of Aerospace Engineering, Civil Engineering and Technology, Policy and Management. The programme is now focused on the scale and applications of the Built Environment. At the same time the Faculty of Civil Engineering & Geosciences will start with a new track on “Geoscience and Remote Sensing” with a more or less earth-scale orientation.

Geomatics and Architecture aren’t indispensable to each other, but they can be very helpful to each other. An architect or developer will always come to a point in their design where a link will be made with a model of the current situation. That kind of key registrations, together with a bunch of tools for data-manipulation (i.e. geo-referencing), visualisation and analysis are available within Geo Information Systems (GIS). And if the design has become reality, it will become part of that GIS as well. All disciplines of Architecture and Geomatics are interconnected.

But why has Geomatics come to this Faculty? That choice is rather obvious. Architecture focuses on the design engineering of the Built Environment. This Geomatics MSc programme focuses on geoinformation datastructures, processes, communication and applications.

Many of you probably didn’t know what Geomatics was before you read this, maybe some of you still don’t know what Geomatics is. What the head of education Edward Verbree and Professor Peter van Oosterom would like to see is that the Bachelor students of Bou-

10

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

wkunde could see the importance of Geomatics for the Built Environment, for example by giving a scheduled lecture to the Bachelor students of Architecture. That might give a boost to the inflow of students to Geomatics, but it will certainly show the importance of this field of work. The student numbers have been one of main issues of the MSc programme. This has always been a problem in the history of the former programme. Let’s hope the changing of the programme will help the student numbers to increase. The renewed MSc programme is open to all BSc students from the TU Delft. If you are interested, visit geomatics.tudelft.nl or visit the open guest lectures organized by Geomatics.//


enquête bachelor 6 Het najaar van 2011 is BSc6 in een nieuwe vorm gegoten. Voor het eerst werd het blokkenonderwijs toegepast, waarbij de hoofdonderdelen van het semester niet overlapten. Hoe is dit bevallen? Dit najaar is er in BSc6 een nieuwe vorm van aanpak geweest, gericht op de studeerbaarheid van het semester. In het hertentamen van BK6010 hebben we een enquête gehouden over deze nieuwe gang van zake. Samen met de voormalig student assistente Janneke Rutgers hebben we de vragen bedacht die het best het succes of malaise van het nieuwe semester weergeven.

De communicatie met en de vindbaarheid van de zeer mee oneens

semester coordinatie was duidelijk. 0% 4% 4% 13 % 15 % 16 % zeer mee eens

15 % 19 % 7% 4%

Gemiddelde cijfer: 6.2 | Aantal voldoendes: 63 %

De docenten houden zich goed aan de planning zeer mee oneens

en regels van het semester. 3% 3% 4% 12 % 7%

zeer mee eens

19 %

wordt hierdoor in ieder geval niet minder. Het blijft lastig om het semester goed te behappen voor studenten. Ook de vindbaarheid van en de communicatie met de semestercoördinatie kan nog verbeterd. Uit de reacties van de studenten blijkt dat er vooral onvrede is over het ontbreken van een goede mogelijkheid om het technologie 4 project en het eindwerkstuk te herkansen.

‘Doordat alles zo kort was en volgepland, werd het haast onmogelijk om een keer ziek te zijn; er zijn geen adempauzes.’ Aan de ene kant waren we benieuwd naar de duidelijkheid en het overzicht van de planning van het nieuwe semester. Aan de andere kant hebben we gevraagd naar de bevindingen over de coördinatie en docenten. Uit de uitslagen blijkt dat het blokkenonderwijs in BSc6 voor een overzichtelijk rooster zorgt, dat goed te plannen is. De werkdruk

13 % 28 %

34 %

Een aantal reacties wilde ik u niet onthouden: “De vakken die niet onder het blokonderwijs vallen, de kennisvakken die op woensdag zijn ingepland verstoren het semester...” “Jammer van de gang van zaken rond opdrachten/deadlines van architectonische basisbegrippen en geschiedenis.” “Misschien is het een idee om een ‘herkansingsweek’ in te voeren, zodat alle herkansingen in 1 week gecentreerd worden.”//

1% 7%

Gemiddelde cijfer: 6.3 | Aantal voldoendes: 70 %

27 %

18 %

18 %

16 %

16 %

15 % 13 %

13 %

10 %

13 %

12 %

9% 9%

10 % 10 %

9%

7% 6% 6%

6%

4%

4%

3% 1%

1% 1% 1%

1% 0%

zeer mee oneens

zeer mee eens

Door de verdeling van de vakken in blokken is

zeer mee oneens

zeer mee eens

zeer mee oneens

zeer mee eens

Het semesterrooster was duidelijk genoeg

Het semester was goed te plannen

Gemiddelde cijfer: 7,1 | Aantal voldoendes: 76 %

Gemiddelde cijfer: 6.9 | Aantal voldoendes: 76 %

het semester goed te behappen qua werkdruk Gemiddelde cijfer: 6.4 | Aantal voldoendes: 67 %

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

11


CALL FOR ENERGY! ENERGY has become a powerful topic in the architectural debate on sustainable building. This competition seeks to investigate the inherent characteristics of one material, concrete, in relation to ENERGY. It asks to evaluate those properties of concrete that make it a relevant and versatile material for ‘energy-aware’ applications. It aims to fully pursue the potential of core properties like mass, volume, surface textures, mixtures and hybrids, in acting on current needs and ambitions. Students are asked to explore and exploit the potential of concrete’s properties with respect to any notion on ENERGY. These can range from issues of vitality, robustness, dynamic behavior and architectural presence to energy production, storage and consumption. Competition entries need to address technical and functional aspects as well as formal and programmatic ones – ideas need to be tested through design proposals to demonstrate their potential convincingly. They will be reviewed on the combination of inventiveness in addressing the competition’s theme and architectural implications. The 5th Concrete Design Competition – ENERGY runs in five European countries during the academic year 2011 - 2012. National laureates will be invited to participate in a week long international workshop facilitated by the industry’s expertise featuring renowned lecturers and critics, further exploring concrete and ENERGY.

DEADLINE FOR DELIVERY OF ENTRIES: May 12, 2012 AWARDS: total prize money of 3.500 Euros + invitation to week-long international workshop DUTCH NATIONAL JURY: Laurens Jan ten Kate (chairman), Olv Klijn, Michiel Haas, Rogier van Nalta & Tom Bosschaert

www.concretedesigncompetition.com 12

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


chepos

enjoy the crisis! Peter van de Lageweg

Twee maandelijks wisselen Chepos en pantheon// een artikel uit. Chepos is het blad van studievereniging Cheops, gelieerd aan de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven. Op 3 mei zal CHEOPS weer een symposium organiseren met het meest actuele thema van het moment, de crisis. De wereld is in de ban van de recessie, de eurocrisis trekt zijn sporen in de economie en de Nederlandse bouwwereld bevindt zich in zwaar weer. Veel bedrijven en talentvolle jonge architecten hebben de grootste moeite overeind te blijven. Toch zijn er in deze tijden ook mensen wie het misschien wel voor de wind gaat. Mensen en bedrijven die de nieuw ontstane kansen met beide handen vastpakken. Dit symposium gaat niet in op de moeilijkheden in deze sombere tijd, maar zal juist de kansen laten zien. Enjoy the crisis! Tegenwoordig zit een derde van de architecten in Nederland werkloos thuis; vooral de net afgestudeerden lijken de dupe te zijn. De gehele economie zit natuurlijk in een crisis,

De overheid heeft voor het grootste deel van het probleem gezorgd met haar grootstedelijke projecten, vindt Rudy Stroink (voormalig directeur TCN). De projectontwikkelaars waren jarenlang de dealer van de publieke functies. Het is juist nu tijd voor de ontwikkelaars, een bouwstop is een fout idee. Dat het fundamenteel anders moet is een gegeven; niet meer bouwen voor de groei, maar voor de verbetering van kwaliteit: herontwikkeling en herpositioneren. Het door Liesbeth van der Pol (voormalig rijksbouwmeester) opgerichte onderzoekslab, als werkverschaffingsproject van de overheid voor jonge architecten die niet aan een baan kunnen komen, deed recentelijk verslag van wat het had bevonden. De belangrijkste

“Het is juist nu tijd voor de ontwikkelaars, een bouwstop is een fout idee.” echter lijkt de bouwsector het hardst getroffen. Volgens Harm Tilman (hoofdredacteur De Architect), was het voor de crisis net een Gouden Eeuw: heel veel opdrachten en het geld kon niet op. Er is een overaanbod aan architecten gecreëerd die nu veelal thuis zitten. Woningen worden niet meer gebouwd, projectontwikkelaars zijn zich aan het hergroeperen en bedenken hoe ze over een aantal jaar weer verder zullen gaan. De markt wordt momenteel geregeerd door angst: angst van banken om hypotheken te verstrekken, angst van projectontwikkelaren om te ontwikkelen en angst van gemeenten om grond uit te geven. Hoe heeft het zover kunnen komen? Waar is het mis gegaan? Volgens Arnold Heertje (econoom, emeritus hoogleraar, publicist en columnist) is het een gevolg van het verabsoluteren van het monetair; het welvaartsbegrip is ingesnoerd tot datgene wat je wel in geld kan uitdrukken. De politiek geeft het verkeerde voorbeeld; de nadruk op het bruto nationaal product als graadmeter voor de stand van het land vindt hij een gruwel.

conclusie was tot inkeer te komen. Even tijd om na te denken, even te stoppen, nieuw elan op te bouwen en terug te gaan naar de basis van het vak: voor wie doen we het eigenlijk? We zouden ons moeten richten op verandering, ontwerpen op klimaat, maatschappelijke relevantie, binnenstedelijk en infrastructuur, krimp versus binnenstedelijk en het landschap leeglaten ten gunste van iets anders. Dat het anders kan bewijst KOW-architect Hans Kuipers. Na een turbulente periode vanaf 2008 was het faillissement niet meer af te wenden. Tijdens de doorstart heeft het bureau haar koers gewijzigd en is uit de hedendaagse architectenrol gestapt. De rol van architectenbureau is veranderd; de architect is de regie kwijtgeraakt aan projectontwikkelaars en regelgevers. KOW richt zich nu op de gehele

bouwketen, vanaf het opstellen van het plan van eisen tot de uitvoering van de bouw. Het product verandert daarmee van puur ontwerptechnisch naar een geïntegreerd product. KOW zegt daarmee beter op de wensen van de opdrachtgever te kunnen inspelen. Ook wordt het verhaal verteld vanuit de ‘crisisbestendige architectuur’ van Cepezed door Ronald Schleurholts. Het bedrijf ondervindt weinig last van de crisis, volgens eigen zeggen omdat ze niet doen aan spectaculaire icoonarchitectuur. De ‘no-nonsense’-architectuur richt zich vooral op slimme bouwmethoden, procesbeheersing om binnen budget te blijven en bouwbaarheid. Daarnaast is Cepezed een van de leidende bureaus als het gaat om duurzaam bouwen. Dat de noodzaak van dit symposium groot is, blijkt uit de reacties die wij krijgen vanuit de bedrijfswereld. De bouw is bezig met een grote transformatie, de rolverdeling van de markt verschuift. Hoeveel waarde heeft onze opleiding nog als datgene wat wij hebben geleerd, straks niet meer van toepassing is? Kom, laat je informeren en inspireren, maar geniet vooral van de mogelijkheden van jouw eigen toekomst!//

sprekers

Rudy Stroink

Harm Tilman

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

Hans Kuiper

Arnold Heertje

Ronald Schleurholts

13


stout

Tekening van Jan Rothuizen



interview

de stad is mijn atelier Wendel de Waal

Midden in het centrum van Amsterdam, om de hoek van het fotomuseum Foam, is op de bovenste verdieping van een appartementenblok uit de jaren tachtig de tekenstudio van Jan Rothuizen gevestigd. Jan Rothuizen, de man achter De zachte atlas van Amsterdam en De zachte atlas van Nederland, werkt in zijn studio aan het uitwerken van ervaringen die hij overal en nergens opdoet. Sinds 2011 bezoekt hij voor De Volkskrant elke maand een plek van maatschappelijk belang. De manier waarop hij deze publicatie in de krant binnenhaalde staat symbool voor de manier waarop hij werkt. Een journalist van De Volkskrant bracht een bezoek aan zijn atelier en gaf ongevraagd commentaar op zijn studio, waar zijn originele tekeningen in rijen tegen de wand staan. Van deze ontmoeting vervaardigde hij een tekening, die de serie tekeningen in De Volkskrant inluidde. Na het voltooien van zijn opleiding beeldende kunsten aan de kunstacademie Ateliers, vertrekt Rothuizen naar New York. Volgens hem bestond Amerika als fantasiewereld al voordat het ontdekt werd, als spiegelbeeld of tegenhanger van Europa. In de Big Apple woont en werkt hij al meer dan twee jaar. In deze context ontwikkelt hij zijn manier van werken. Door de blokken in het grid van Manhattan te doorkruizen krijgt hij de verhalen die de stad rijk is mee. In zijn boek On a clear day you can see forever schrijft hij: ‘’Als je een stad hebt aangeraakt door haar straten te bewandelen, haar gebeurtenissen te beleven, dan dwingt ze je na een tijd een positie in te nemen als antwoord op haar houding.’’

Aan zijn tekeningen gaat vaak een wandeling door een stuk stad of land vooraf. Soms wordt hij getriggerd door dat wat er op het Journaal verteld wordt over de problematiek van de dag. Andere keren krijgt hij een tip van een vriend of bekende. Voordat hij op pad gaat doet hij uitgebreid onderzoek naar het onderwerp. Hij leest zich op het thema in en bezoekt de locatie virtueel via googlemaps. Ter plaatse maakt hij contact met bewoners, fotografeert hij het onderwerp en schetst enkele impressies. Ook beslist hij dan op welke manier dit onderwerp het beste uit de verf komt: door een close-up, een plattegrond of een bird-eye perspectief.

ven. Een reconstructie van de stad in zijn vele variëteiten. Beslis wie je bent en de stad zal een vaste vorm om je heen aannemen. De alom bekende Bosatlas dient als naslagwerk voor droge feiten, dat Kurundi de officiele taal is van Burundi, Koshent de hoofdstad is van Oezbekistan en dat in Bolivia de onafhankelijkheid ieder jaar op 6 augustus wordt gevierd. Jan Rothuizen vindt dat zijn atlassen ook als naslagwerken kunnen dienen. ‘’Als een tijdsbeeld, een document voor ervaringen, dat je kan opzoeken: op 15 mei 2011 liep er een hondje alleen over de Brouwersgracht.’’ Op dit moment is hij druk bezig een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Noord-Afrika

‘Iedere kunstenaar bezit volgens Jan in meer of mindere mate over een dosis exhibitionisme.‘ Naderhand laat hij zijn gedachten en commentaar op de tekening de vrije loop. Door zijn illustraties te voorzien van commentaar kan hij zijn associaties op een heldere manier ordenen. En door te werken met een kroontjespen, wat veel geduld vergt, kan hij de logica van de tekening volgen. Een van zijn inspiratiebronnen is Soft City van Jonathan Raban. Dit boek uit 1974 documenteert de ervaringen van ieders weg door de wirwar en wildgroei van het grootstedelijke le-

voor te bereiden. Zijn manier van werken geeft hem toegang tot plekken waar bijvoorbeeld fotografen geen toestemming voor krijgen. ‘’Mensen zijn veel banger voor een foto dan een tekening.” Op zijn eigen manier kan Rothuizen het verhaal van de mensen om hem heen vertellen. Hij zou graag zien dat zijn tekeningen anderen er toe aanzetten na te denken over maatschappelijk geëngageerde onderwerpen.// > www.janrothuizen.nl

In zijn werk dat zeer persoonlijk van aard is wil Jan Rothuizen de beleving van het buiten zijn aan zijn publiek overbrengen. Zijn tekeningen geven inzicht in de wereld om ons heen. De onderwerpen lopen uiteen van de studio van Pauw en Witteman, de Limburgse krimpgemeente Hoensbroek tot de kraamkamer van zijn zoon. De mensen die hij voor zijn tekeningen benadert geven in bijna alle gevallen toestemming. Ieder individu wil zijn leefomgeving aan andere mensen tonen. De intimiteit die hij in deze tekeningen legt staat hem niet in de weg. Sterker nog, iedere kunstenaar bezit volgens Jan in meer of mindere mate over een dosis exhibitionisme. Jan Rothuizen in zijn voormalige appartement dat tegenwoordig als zijn atelier dient.

16

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


opinie

geen kwaliteit zonder kritiek

Vincent Scholten

In dit artikel stelt Vincent Scholten, architect en gastdocent aan de TU Delft, het gebrek aan een kritische houding van de faculteit bouwkunde aan de kaak. Vincent Scholten is medeoprichter van Stichting Het Derde Biggetje. Net als een bedrijf, wil Bouwkunde zich verkopen aan de buitenwereld. Door middel van het gebouw en de inrichting, vlaggen en lichtreclame, publicaties, media-aandacht (opening Why Factory door een minister) en een ronkende website vol superlatieven, zet ze haar beste beentje voor. Op zich niet ongewoon. Tegelijk weet iedereen dat een organisatie naar binnen toe, niet kan zonder zelfkritiek en zelfreflectie. Op dit moment is er geen cultuur op Bouwkunde waarin kritische vragen gesteld worden. De verschillende hoogleraren en leerstoelen runnen hun eigen toko en laten alleen van zich horen wanneer er een succes te melden is. Verder blijft het angstvallig stil. Architecten hebben grote invloed op de maatschappij. Hoogleraren nog meer, omdat zij naast het realiseren van ontwerpen ook generaties studenten beïnvloeden. Een politicus wordt vanwege zijn grote maatschappelijke verantwoordelijkheid constant kritisch ondervraagd door zijn collega’s. Op de een of andere manier gebeurt dit bij hoogleraren en docenten niet. Keer op keer verbaas ik mij op Bouwkunde over de stelligheid enerzijds waarmee hoogleraren en docenten niet bewezen theorieën als waarheid verkopen en het gebrek aan kritische reacties daarop. Waarom is dat? Is men bang voor elkaar? Is er een pact? Is iedereen murw?

Wanneer wij alleen mooi weer spelen en de confrontatie ontlopen, zal dat uiteindelijk onze gezamenlijke ondergang worden. We moeten kritisch volgen wat er in de praktijk van alle mooie theorieën terecht komt. Elkaar aanspreken en ter verantwoording roepen. Er moet gedebatteerd worden tussen mensen met verschillende opvattingen. Man en paard moeten genoemd kunnen worden, maar het debat moet persoonlijke belangen overstijgen. Net als in de politiek, is het juist in de confrontatie tussen verschillende visies, dat gedachten getoetst en gescherpt worden. En is het debat het enige moment waarop zichtbaar kan worden wat zich verder achter de schermen afspeelt. Studenten (en de maatschappij) hebben hier in mijn ogen gewoon recht op. Ter illustratie wil ik graag een willekeurig voorbeeld geven. Prof. Kas Oosterhuis heeft de laatste tijd louter positieve aandacht gekregen op de website van Bouwkunde. Dit vanwege een gewonnen prijs, een nieuwe publicatie of een TED-lezing (met de veelzeggende titel: we are changing your view on what’s beautiful and what’s not). Wat hebben studenten aan dit soort eenzijdige berichten? Zijn we een bedrijf dat zichzelf constant aan moet prijzen? En als dat waar is, is dat dan niet dodelijk voor de hiervoor bepleitte kritische houding?

Omdat ik wel eens met eigen ogen wilde aanschouwen, waar de theorieën van prof. Kas Oosterhuis toe kunnen leiden, heb ik zijn project in de Bijlmer bezocht. De foto’s, die ik daar heb gemaakt, wil ik voor zichzelf laten spreken. Hierbij stel ik de vraag of dit de woonkwaliteit is die Bouwkunde voorstaat. Of dit de technische kwaliteit is die Bouwkunde voorstaat. Of dit project de Bijlmer aan een beter imago gaat helpen. Wanneer we dit soort vragen niet kunnen stellen, zijn we geen academische opleiding meer.//

> www.hetderdebiggetje.nl

Stichting het Derde Biggetje wil tegenwicht bieden aan de vluchtigheid in de hedendaagse Nederlandse architectuur en stedenbouw en wil zoeken naar technisch én cultureel duurzame alternatieven. Zij handelt vanuit de overtuiging dat de historie ons inzicht kan geven in de vraag wat levensvatbaar is en wat niet, maar ziet in het letterlijk kopiëren van het verleden geen oplossing. Het Derde Biggetje stelt vast dat de naoorlogse Nederlandse architectuur en stedenbouw te vluchtig zijn, de Nederlandse architectuuropleidingen te kort schieten en dat opiniemakers en beroepsorganisaties onvoldoende kritisch zijn.

Bijlmerproject Kas Oosterhuis, foto’s door Vincent Scholten

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

17


tot de bubbel barst

Henk de Haan

Wat mij steeds opvalt binnen de onontwarbare kluwen aan crisisberichten is hoe sterk de crisis verbonden is aan de vastgoedsector. Of preciezer gezegd: dat de financiële wereld erg verweven is met de bouwwereld. De bouw zelf heeft niet direct iets te maken met de schuld van Griekenland en de problemen met de Euro. Maar het hele verhaal van de ‘omvallende banken’ begon wel met te makkelijk verstrekte hypotheken in de VS die niet terug betaald konden worden. In Ierland en Spanje wordt de crisis gelinkt aan bubbels in de vastgoedmarkt die doorgeprikt werden, en ook in Nederland gaat het nu in de bouw slechter dan op andere gebieden.

keerd gaat het ook fout als bouwers te veel bankier proberen te spelen. Dit zien we nu gebeuren met woningcorporaties in Nederland. Sinds ze verzelfstandigd zijn en hun eigen geld moeten verdienen zijn ze veel meer afhankelijk van de financiële wereld, en nemen ze steeds meer risico’s. De gevolgen hiervan zie je soms via een rare omweg. Zo’n omweg is deze poll die ik een paar weken terug op Facebook langs zag komen – eigenlijk geen poll maar een schreeuw om aandacht:

Architectuur is niet alleen maar vorm en functie maar ook iets waar geld aan verdiend wordt. Op dat moment heet het vastgoed in plaats van architectuur. Banken en investeerders beleggen in vastgoed omdat het normaal gesproken veiliger is dan aandelen – zolang de prijzen blijven stijgen. Er wordt keihard gebouwd tot de bubbel barst. Banken en investeerders komen in de problemen wanneer de bouwbubbel barst, omge-

Vacant NL In Nederland is veel leegstand. Er is vooral een overschot aan kantoorruimte. Het gaat hierbij om kantoorcomplexen die voor de crisis door investeerders zijn neergezet, gokkend op een stijgende markt. Maar er is ook een categorie ‘kansloze kantoren’ die ouder zijn: troosteloze, anonieme bedrijventerreinen in de middle of nowhere, neergezet in de jaren ‘70 en ‘80, en inmiddels volledig uitgewoond en gedateerd. Door de crisis is de leegstand toegenomen, maar ook andere ontwikkelingen zoals de toename van het flexwerken, spelen een rol, waardoor een deel van de leegstand waarschijnlijk structureel is. Hiervoor zal een oplossing gevonden moeten worden in sloop of slim hergebruik. Vacant NL brengt de leegstand in beeld. In dit geval gaat het om de leegstand van rijksgebouwen. In een grote maquette van blauw foam zijn de 4326 gebouwen in bezit van de overheid die langdurig leeg staan samengebracht. De installatie was in 2010 de Nederlandse bijdrage aan de Architectuurbiënnale van Venetië, en won onlangs de Rotterdam Designprijs: Het maakt “op een fysieke wijze een groot probleem in een klein land als Nederland inzichtelijk”, aldus de jury. > http://www.architectenweb.nl/aweb/redactie/redactie_detail.asp?iNID=24035 > http://www.designprijs.nl/nl/programma image: Rob ‘t Hart

18

s t y l o s // s t o u t //

thema

Een nieuw cultureel initiatief in Delft, wat nu dus weer zal gaan verdwijnen. Dit keer komt het niet door de cultuurbezuinigingen van het kabinet, maar is de ‘crisis bij Vestia’ de schuldige. Voor wie het gemist heeft: woningcorporatie Vestia – actief in Rotterdam, Den Haag, Delft en Zoetermeer – is in financiële problemen gekomen door speculaties met ‘riskante financiële producten’, en moet nu gered worden door een aantal andere corporaties en de overheid.


Seseña Nuevo – ‘the symbol of speculation in Spain’ In Spanje vanaf ongeveer 2000 tot 2006/2007 ontzettend veel gebouwd. Nu de bubbel voorbij is en de crisis heeft toegeslagen, staat het land vol half afgbouwde en leegstaande gebouwen. Een extreem voorbeeld is Seseña Nuevo, op ongeveer 40 km van Madrid. Gebouwd vanaf 2000 als nieuwe stad voor forensen, staat het nu bekend als ‘Ciudad Fantasma’: spookstad. In de meeste gebouwen heeft nooit iemand gewoond. De woningen zijn onverkoopbaar. Link: fotoreportage uit Seseña Nuevo: “A short story about concrete” http://www.pedroguimaraes.net/main/project/ashort-story-about-concrete/

Vestia maakte gebruik van zogenaamde derivaten: een soort verzekering op de rente van leningen. Het idee daarbij is, dat je bij grote leningen verzekerd bent tegen een stijging van de rente. Als de rente plotseling stijgt hoef je dus niet meer te betalen. Daar staat tegenover dat je juist wel bij moet betalen als de rente lager wordt. Derivaten kunnen bedrijven helpen zich in te dekken tegen de risico’s van rentestijgingen, maar als er te ver mee gegaan wordt, kunnen ze juist zelf een risico gaan vormen. Vestia is er te ver mee gegaan. De problemen begonnen doordat de rente nu al een tijd erg laag is en Vestia extreem veel van deze derivaten heeft: ter waarde van 22 miljard euro, bij een schuld van 6,1 miljard euro. Er is veel meer gespeculeerd met de rentestand dan nodig was. In hun eigen woorden:

In de media wordt de aandacht nu gericht op ex-topman van Vestia Erik Staal, die inmiddels ‘in het belang van het bedrijf’ is vertrokken met een miljoenenbonus. Hij lijkt op het prototype ‘stoute bankier’ zoals we ze veel zijn tegengekomen sinds het begin van de crisis: Salaris van drie keer de Balkenendenorm, mooie villa op Bonaire, en het gedrag van iemand die zichzelf visionair vindt. Eric Staal en zijn directe medewerkers stonden bekend als cowboys die kickten op het speculeren en gokken met andermans geld. Daar komt bij dat er geen toezicht was: sinds 2008 weigerde Vestia inzicht te geven in de financiële producten waar zij in investeerden. Voor mij als eenvoudige bouwkundestudent is dit niet echt meer te volgen, wat op zich niet erg is. Wat wel erg is, is dat deze financiële producten zo ingewikkeld zijn geworden dat bijna niemand ze meer begrijpt, en het dus moeilijk is om er goed toezicht op te houden. De snelle jongens die er mee werken blijken keer op keer te grote risico’s te nemen en het als een soort gokspel te gaan zien, waarbij het niet meer gaat om het belang van het bedrijf of de klant. Voorbeelden genoeg de afgelopen jaren. Vestia moet nu ‘gered’ worden, 43.000 huishoudens die bij Vestia huren moeten meer gaan betalen, en er wordt dus blijkbaar afgestoten wat er afgestoten kan worden, zoals het gebouw van Hypo in Delft. Ook zijn er nu plannen om grote hoeveelheden sociale huur-

s t y l o s // s t o u t // t h e m a

woningen in de uitverkoop te doen om van de financiële problemen af te komen. Het gaat niet alleen maar om de banken; ook in heel veel andere organisaties zijn mensen zich als beleggende bankiers gaan gedragen. Allerlei instellingen die oorspronkelijk bedoeld waren om iets voor de maatschappij te betekenen moeten nu vooral ook winst maken: niet alleen woningcorporaties zoals Vestia, maar ook ziekenhuizen, scholen, het OV, enzovoorts. De vraag is: zal deze crisis tot een andere mentaliteit gaan leiden? En wat gaan architecten daar dan van merken als het weer beter gaat? En, maakt het eigenlijk verschil of je een gebouw ontwerpt voor iemand die dit ziet als belegging en uit is op winst, of voor iemand die puur op zoek is naar huisvesting?//

> www.vestia.nl/Actueel/Nieuws/Pages/ToelichtingopderivatenportefeuilleVestia.aspx > www.nrc.nl/nieuws/2012/02/27/noodlijdend-vestiakrijgt-miljardenlening-van-waterschapsbank/ > nieuwsuur.nl/uitzending/2012-02-01/ > www.aedesnet.nl/content/artikelen/achtergrond/2012/02/Ophef-rond-Vestia.xml > www.nrc.nl/nieuws/2012/03/07/vestia-werkte-nietmee-aan-toezicht/ > elpais.com/diario/2008/04/07/espana/1207519209_850215.html > news.bbc.co.uk/2/hi/business/7584097.stm

19


getting a job for dummies Maya van der Lande

Fresh out of school, no work experience and no job perspectives. Here I am, at my desk, polishing my resume over and over again and letting digital dust grow over my portfolio. Feel related? If yes, what to do? First of all: don’t give up and never get exhausted by it all. You ARE doing the right thing. Let this simple plan guide you to the next step in your career: finding that perfect job. Step one: Get out there, you nerd! The architect that I am, likes sitting behind my computer all day. Drinking coffee and desperately trying to get corporal tunnel syndrome playing around with renderings. Why am I not going out there for a coffee with a contact from my network? A very important aspect to connect with the design community is getting out and meeting new people that share your passion. Talking with people face to face always works best. Meaning showing my face, going to network drinks, fairs and symposia. However, keep this in mind: the best approach is just having a sincere conversation instead of fishing for jobs or contacts. Creating personal relationships with others in the industry helps, because you never know what it may lead to.

Step two: don’t be such a cactus My best architectonical creations have never seen daylight, although I’m sure I’m the next Koolhaas/Corbusier/MVDRV. I wouldn’t have made it through more than five years of architecture school if I didn’t love what I was doing. But what do I have to offer to firms, what makes me authentic? Architectural firms want to make sure the person sitting in front of them is the right fit, since they all have their own personality, culture, and identity. Letting my creativity and passion show is a must. In the meantime it’s been quite a while since I left school and the question “what have you been doing lately?” is coming up more often. The answer to that question is a big part of how much of an inactive cactus they think I am. Maintaining and developing skills is the best career option to kill time in-between and to stay attractive to firms. My options are limitless, but they are what I make of them, and sitting at home on a Wednesday night in front of the television isn’t doing much for my career. Passion shows!

20

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


Step three: architect for sale! Thinking creative sometimes means that sketching and designing has priority over thinking from a ‘commercial’ point of view. As we all know, getting a job does mean selling yourself. Since offices do actually throw resumes in the trashcan without even reading them, you have to stand out from the hungry job-searching crowd. For a while I tried to fit in that bodice that supposedly looked like how I thought an architect had to look. But where am I in that story? So I lost my bodice and made a funky looking resume and dressed like me again (not totally looking like a homeless person though). Offices do appreciate personality.

Step four: communication exists for a reason Since I don’t have that perfect job yet, I use my sparing ten hours of free time a day useful. Responding to ongoing developments in design land through Twitter, blogs and even Facebook makes my name pop-up more often. Besides I don’t know if I’m the only one, but staying up to date is a challenge sometimes. So forcing myself to do so makes me a bit more that person who’s full of knowledge. Also, to keep myself from losing my mind while totally merging with searching a job and feeling hopeless every day, I decided to gather my friends from architecture school and let them take a friend from the creative field. While having a good meal we shared thoughts and identify opportunities. Since a lot of them do have a job, they could also provide me with tips and tricks. Sometimes I do not fully realize that the people I’ve gathered around me are in a way my network; they work in the architectural industry and since they know me, they can help me along the road towards a job.

Well co-dummies, to summarize: staying active and outgoing is the key to at least let your name pop-up with the right people from time to time. Though this guide may have told you things you know and have heard a thousand times before, I do think it’s important to maintain the passion for the architectural industry that you once had or hopefully still have. Don’t get exhausted by the search because it will lead to that perfect job. Yes you can!// s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

21


eco-bling Henk de Haan

Did you ever notice any similarities between rappers and some supposedly sustainable buildings? According to some people, sustainable technology is to a building, what jewellery is to a gansta rapper: bling bling. Or, in the case of a building showing off its ‘greenness’: eco-bling.

Image over content: an analogy between buildings and rappers. Bahrein World Trade Centre vs. Baby & Lil Wayne.

Eco-bling is the use of sustainable-looking solutions for credits instead of contents. It is a well-known story. In it’s most blunt form it says: just add a green roof and some sun panels and you’re doing just fine. Another form of eco-bling could be goals set by governments to reduce CO2 and increase sustainable energy production. The EU target

that are being built in the Netherlands at the moment? Almost every company or architectural client wants to be seen as ‘eco-friendly’ at the moment. In a way it’s weird how something as alternative as sustainability has turned out so fashionable, and how this lets the whole thing go over the top in some cases.

tainable’ looking exterior features are actually masking rather normal, conventional buildings under their green imagery. And solutions sold as energy-efficient or sustainable in another form, turn out to have hidden environmental costs which are not taken into account.

‘It’s weird how something as alternative as sustainability has turned out so fashionable.’ for 2020 is a 20% reduction in greenhouse gas emissions (compared tot 1990). Next to this, 20% of all the energy used should be gained from renewable sources by 2020 too. This looks more like an advertising stunt – with the catchy 2 times 20 in 2020 – than something which is meant to become reality. Maybe I am too cynical, but it seems like goals are being set, while no-one has the intention of really achieving them. In fact, some policies seem to be heading in the opposite direction: What do you think about the three new coal plants

22

It shows how anything can become fashionable and be included in the world of branding and advertising. This is no news after reading Naomi Klein’s bestseller ‘No Logo’. Naomi Klein argues capitalism is turning everything into branding: it’s all about the image and identity that is projected around a product, not about its actual qualities. The logo sells, not the object it is pasted on. The positive image of the brand and the logo on the foreground are used to hide the negative sides of the companies behind it. In the same logic, some ‘sus-

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

Back to basics and stay real: Azealia Banks vs. NIOO Wagen


make it pretty Roos Pulskens

So what can we, as architects, do to avoid eco-bling and make a real difference? Maybe another rap analogy: go back to the basics and stay real. I think there are two problems for architects: on the one hand the lack of knowledge: what are the real effects of products and technologies. On the other hand there is a broader problem: often the image is still more important than the content in architecture. This en-

Maybe in the end, the not so sexy conclusion is that we depend on collective decisions to really avoid these kinds of outcomes, and greenwashing in general. Instead of relying on the market, the government should set higher standards to achieve a more sustainable building industry. (Remember the percentage of energy and materials going into the built environment at the moment?) There are enough ideas available to achieve this, but they will only really have an effect if everyone has to

‘Often the image is more important than the content .’ courages eco-bling and greenwashing in some situations, like competitions where every-one is trying their best to stand out amongst other entries. At the same time, I’m afraid the influence of architects on how sustainable their building is, is not really that big after the initial design phase. If there is a cheaper, less sustainable option, it will often be favoured over more expensive, but more sustainable alternatives. It takes a very determined architect or client to avoid this – in most cases this is the result: choices have to be made to stay within the budget.

ningen (Claus & Kaan).

comply to them - no sneaky ways around. In this respect, the current government in the Netherlands, with its coal plants under construction, doesn’t make me too optimistic for the coming time.// > www.wordspy.com/words/eco-bling.asp > ec.europa.eu/europe2020/targets/eu-targets/index_en.htm > www.guardian.co.uk/environment/2010/jan/20/ecobling-retrofitting-carbon-emissions > Naomi Klein No Logo: Taking aim at the brand bullies, 2000 images > Baby & Lil Wayne: 2faced1.com/sites/default/files/users/ gmt/via_babylotion.jpg > Bahrein World Trade Centre: www.rovart.com/en/ news_view_en.php?akcia=view&id=1395 > Azealia Banks: still from video clip: vimeo.com/36706810 > NIOO Wageningen: photo by author

De laatste loodjes van een project worden afgelegd en je doet je best om het project te laten ‘shinen’. Zoals gewoonlijk moet er nog een hoop gebeuren. Het moment waar je het allemaal voor doet, is in dagen slechts op één hand te tellen en tot je grote verbazing, kom je toch wat elementen tegen die niet helemaal goed blijken te kloppen. Zaken die je onbewust weleens eerder hebt gezien, maar waarvan je dacht: “Oh, dat los ik later wel een keertje op”. Want, waren die raampjes in de gevel nou echt zo klein? En was dat bed nou echt zo groot? Ook aan de kamergrootte valt iets te bespeuren, want volgens Neufert is die niet helemaal correct voor het menselijk welzijn. Iets dichter op het plan inzoomend en kijkend naar de structuur, sluit de constructie niet zo goed aan op de plattegrond. Want die vierkante kolommen, waren die niet iets meer rond? En ook die paal daar bij het raam, staat er niet heel ver vandaan? Over meters niet gesproken, maar die centimeterafstand tussen beide kan niet zo goed worden ontdoken. En met de render-opzet volop in de zon, op dat o zo stylobalkon, ookal probeer je het nog zo hard, de prent die blijft een beetje zwart. Toch, geen reden om somber te zijn! Want de dingen waar je over struikelt zijn voor menigeen bekend terrein. Ze worden simpelweg vermeden. Met hulp van studiegenootjes en docent, wat slimme trucjes in Photoshop en Sketch-up, heb jij binnen no time toch die Go! Het is gewoon een kwestie van die meubels iets verkleinen en een enkel muurtje hier en daar eventjes wegmaken. Zo, nu verder met de plattegronden. Want zijn ze toch niet een beetje kaal? Een motiefje op de vloer zorgt voor net iets meer leven. En heb je problemen met de zon? Wissel noord tijdelijk met zuid en je gevel glimt zoals nooit tevoren. Een boompje plaatsen waar die niet hoort dan is het niet de leegte die in het zicht zo stoort. Met deze trucjes in je zak, moet het vast iets beter gaan. Nu nog een goed cijfer, en je bent een stapje dichterbij als toekomstig architect. Want met een knipoog hier of daar, maak je met die kleine wijzigingen toch een mooi gebaar.//

The NIOO building could be built to achieve a high level of sustainability due to a very determined client.

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

23


reportage

interieur van de lust Martine Duyvis & Roos Pulskens

De sexclub biedt een sprookje aan, het staat ver van de realiteit. Het interieur moet dit sprookje op alle mogelijke manieren levend maken, maar hoe ziet zo’n interieur van de lust er uit? Om dat te ontdekken zijn we naar club ‘White’s’ in Rotterdam gegaan. Deze club is één van de bekendste sexclubs in Nederland en bezit zowel een aantal bars als een hotel. Het oerinstinct van de mens is gebaseerd op de voortplanting. Waar iedereen altijd is opgevoed met het moraal dat je alleen seks mag hebben met degene die je liefhebt, weten we ondertussen wel beter. Er bestaat een verschil tussen lust en liefde en soms wordt de lust niet bij de geliefde gevonden. Voor diegene die geen genoegen neemt met wat hij thuis krijgt of gebrek aan liefde krijgt, bestaan er een aantal plekken buiten de deur. Naast de louche donkere kamers in een nachtclub en shabby achterafjes kennen we in Nederland ook de sexclub. Deze clubs bieden naast dames van lichte zeden ook entertainment en hebben vaak een of meerdere bars. Het sprookje dat gecreëerd wordt in een sexclub als White’s heeft veel te doen met de algehele sfeer; de dames, de champagne, het licht, de muziek. Wij kwamen puur voor het interieur aan het begin van een zaterdagmiddag langs. Een moment waarop de realiteit achter het sprookje zichtbaar wordt. Er werd nog schoongemaakt, de luiken van alle ramen waren dicht, de laatste escortdame ging naar huis. Wat blijft er nog over als alle glans eraf is? We namen een kijkje in de verschillende bars, het zwembad en vier kamers.

de minst overdreven ruimte die we hebben mogen aanschouwen. De andere bar, waar entertainmentshows worden gehouden, is meer zoals je het verwacht in een sexclub. Veel rood leer en een donkerbruine bar. Een plek die een

‘Opvallend was de tijgerkamer, waar overal panterprint is gebruikt.’ White’s is erg trots op hun piano bar ontworpen door Jan des Bouvrie. Het interieur is erg licht, zoals we gewend zijn van Des Bouvrie en bestaat uit strakke lijnen. Het is daarmee ook

Naast deze ‘paleizen der liefde’ bestaan er ook plekken waar juist met de partner vertoefd kan worden. In de meeste Aziatische landen is een groot animo voor RabuHo gebouwen, ook wel liefdeshotels. Deze hotels hebben hun eigen specifieke ruimtes en ook hun eigen doelgroep. Want juist hier gaat het om paren die op zoek zijn naar private entertainment ruimtes.

24

gemoedelijke sfeer moet geven, waar gasten aan de bar aanschuiven terwijl ze een show aanschouwen. Nu zag het geheel er treurig en goedkoop uit. De kamers in het hotel hebben allemaal een thema. De kamers die wij hebben gezien bezitten allemaal een bad in de kamer zelf. Daarnaast wordt er veel gebruik gemaakt van spiegels rondom het bed. Opvallend was de tijgerkamer, waar overal panterprint was gebruikt. Hoe luxe de inrichting ook was, het

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

was zo kitsch dat het goedkoop en ordinair aandeed. Opvallend aan alle ruimtes was de verlichting. Er waren minstens drie verschillende lichtgroepen die bediend konden worden per kamer. Licht is natuurlijk erg belangrijk om de gewenste intieme sfeer te creëren en daar wordt flink op ingespeeld. Het sprookje wordt levend gehouden door de thema’s per kamer. Een bezoeker kan een kamer naar thema boeken en zo zelf de plaats en sfeer van de nacht bepalen. Maar prikten wij door dit sprookje heen omdat de hele entourage ontbrak? Of doet de inrichting ’s nachts ook onder aan het entertainment?//

> Foto’s linkerpagina, vanaf linksboven met de klok mee 1. handdoeken 2. de roze kamer 3. stoel in de white room > Foto’s rechterpagina, vanaf linksboven met de klok mee 1. bar door Jan des Bouvrie 2. de tijgerkamer 3. beelden bij het zwembad


forbidden tower BKCAC

At the TU Delft Faculty of Architecture buildings from all over the world are being analyzed and documented. This archive is very precise, so the architecture students are able to look up exotic and complex constructions without any obstacles. The more surprising that this almost obsessive accuracy in documenting is not applied on the building the students are working in themselves. Despite the open and accessible character of the new faculty there is still a place that maddens many students of our school. Although it is constantly on our minds, not a single student knows what happens in there. We are, of course, talking about one of the most iconic and characteristic elements of BK-City: the former water tower. Fascinated by this long preserved secret of the Faculty of Architecture we started to research the history of the tower with four students. In this research we discovered that the tower is currently closed for visitors because of security reasons. After discussing with the facility management, a unique exception was made to this rule. So finally we got the chance as a representative of all students and teachers of the Faculty of Architecture to get a glimpse at the current state of the old water tower. With this experience, we hope to both still your hunger after the knowledge of the unknown behind this closed door and at the same time put the vacancy of. There will be an exposition with all the photos later on this year.// All photos are from the BKCAC; BKCity Adventure Club. BKCAC is founded by Meret Studer, Thomas Steigenga, Ruben Lentz and Wessel Steenhuis.

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

25


not to be educated Maya van der Lande

Sometimes it’s good to look from a distance at the things that are closest to you. The way architects are educated in the Netherlands is daily subject for discussion in every hallway or coffeecorner at the faculty. In this article two pantheon// editors are trying to write their different thoughts down about this subject that occupies our everyday lifes. Education. A while ago I visited a friend in New York. I was just finishing my studies in Interior Design and was getting ready to start my studies in Architecture. Since he works in the same industry and has a good job as a project manager he shared me some of his insights. For one, he saw no reason for me to start a new study again, since he was convinced that I would be able to become an architect without it. I just had to start at a firm and work my way up. Although I almost changed my mind, I did start studying Architecture. Was it the right decision or could I have been working in a great architectural firm by now?

I wouldn’t be the first architect who makes it without even having the right education. Just look at Gerrit Rietveld, who wasn’t restrained by an overflow of knowledge. Or autodidact Tadao Ando for instance, who started as a boxer and then travelled around the world to study world renowned architectural buildings. About that overflow of knowledge: Designing a building has so much to do with technical and legal demands, therefore it is leading and maybe even controlling your design. Looking at it from this perspective, you could even say that it makes the user and the atmosphere of

‘Restraining yourself to the boundaries which are inextricably connected to architecture can make you lose the connection to the essence.’

the building of lesser importance. Restraining yourself to the boundaries which are inextricably connected to architecture can make you lose the connection to the essence: the operation of shapes and volume in communication with it’s user. The thing that strikes me about studying at the Technical University is that there is such a strong focus on lectures, books and paper. Although this is proven to be a very good way to learn, it can make you lose the connection to the working practice. Why are we not encouraged to go out there and experience the true architectural field through internships? Starting your career with that discrepancy between truly knowing your user and the collegue theoretics isn’t a solid base and gives you an Achilles heel as an architect. Do we realise that most of us architectural students have never even communicated with a client when we graduate? No wonder architects have the image of being stubborn and arrogant, we were never truly taught to interact with clients. Being taught to have that strong opinion and to stand up for our designs makes us big personalities, but also makes us difficult to communicate and cooperate with. Good architecture has something to do with understanding human kind. Knowing how people behave, move and feel in certain environments is important when designing. Easiest is to read about it in a book, but true understanding comes from observing and experiencing it yourself. This is something that you learn through life experience, not from sitting in a lecture room. In my opinion, we need to have a better relationship to the working field and ‘real’ world to become truly good architects. I feel that becoming an architect is the same as becoming an adult: you grow through the things that overcome you and make you want to be that better of a person. So go out there, observe and experience!//

26

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


to be educated Nina Bohm

‘Knowledge’ is a tricky word. Although we cannot calculate the amount of knowledge in a brain, some people speak about knowledge as if it’s something we can trade in or build an economy on. It is something immeasurable and still we are trying to compute our own brain capacity by testing it over and over and grading it with marks. It is almost five hundred years ago that a well-known English philosopher, scientist and statesman acclaimed ‘knowledge is power’. Francis Bacon could possibly not have been able to oversee how striking this statement describes our time. On a bicycle, waiting in line in front of a coffee machine and visiting a public toilet, there is hardly any moment where we cannot have contact with some sort of social network. Knowledge sharing is peaking and Francis Bacon would probably be a happy man if he knew the ways we use this internet.

‘Knowledge is power.’ We cannot deny that in some countries, like the Netherlands, knowledge has its own industry. Education has become such an obvious part of our lives, as most of us spend at least

the first twenty five years in some sort of educational building. Still we cannot expect that our extensive educational system assures us of certain knowledge. Studying at the University of Technology makes me more aware of the things I do not yet know, than that it gives me the confidence of attending an academic education. If I would write a book summing up the 100 things I learned at architecture school, it would come down to the knowledge that I now know less than I knew before. Knowledge doesn’t make you powerful it makes you insecure and vague. Instead of learning how to solve a problem or how to build a building, I learned how to invent more problems than I can solve and that every thought or idea should be critically considered before turned into practice. But it is exactly this knowledge of knowing that we know nothing that makes us powerful and distinguishes our education from those who learned a profession. This is what forms the base of our curiosity. The curiosity that makes sure that even when we are still naïve and inexperienced, we will not be bordered by the things we do not know.//

architectural forecast Martine Duyvis

Spring is finally there. The time of sunshine, new ideas and positive thoughts arrives. Let’s use this positive vibe to get our ideas into the real world. When you want to get a job or an internship this is the right time. People don’t see all the problems they usually see in autumn or winter. Presentations look much better in spring than in any other season, so get yourself together and go for it! We also need to have a look around. Looking at our country we can see that there are lots of buildings that are empty. Maybe we have to focus on these buildings when try to get our ideas out into the open. Lots of these existing buildings need some fresh air to become useful again. So why not take the opportunity to get these old abandoned buildings loved again? The sunny weather also causes new lovers. Nowadays it’s getting more and more important to create mixed-use buildings. Flexible buildings are easy to adapt when needed, and those buildings won’t get abandoned quickly, when properly designed. Our task is to see the chemistry between functions and to design successful combinations. Let’s also not forget about public space. This is the right moment to have a look around and to see how important this space is. People are sunbathing on rooftops and squares, skateboarders are grinding the public stairs and children are playing in the parks. The first day of spring, the weather shows us where public space works and where it doesn’t. It is too easy to create an iconic building and to forget about the public space, while it can make such a difference. Take the chance to sit outside and observe the public space on such a beautiful day. This spring we need to bring new life into abandoned buildings, to create functional love combinations and to look into public space. We might even have the change to grow a new building; after all, spring is the season of new things!//

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

27


a new way of

smart farming Wendel de Waal & Max Verhoeven

China, the land known for its communistic regime has recently come under the spell of Dutch architects. Their strong knowledge of architecture and the Dutch stubbornness are their unique selling points. In the Netherlands, the demand on the housing market is almost fulfilled, while in China the need for new shelters is still there. Dutch design bureau Contexture Architects is accomplishing some recent assignments in the Far East. In China, investors do not do contests; they consign the job to one firm and allow them to do their job with confidence. Dutch companies should be concerned about their adjustments to Chinese society, says Wouter Bolsius of Contexture Architects. Chinese developers exert a great pressure on their employees with short deadlines and high demands. And as a foreign designer, it is crucial not to lose one’s distinctive qualities. ‘’Even the physical distance contributes to the creative processes’’. Therefore, to be attractive to one of the most renowned Chinese investment companies such as Vanke, Dutch companies should differentiate themselves from

land is owned by the State; and rural or suburban land, which is determined by law is also owned by the state. Still a great deal of suburban land is owned by the rural collective organization. But the winds are changing. China, once a communist utopia has become a high player in the world economy. Therefore landownership is no longer reserved to the state alone. On 6 October 2007, the Property Law of the People’s Republic of China, adopted by the National People’s Congress went into operation. This law was adopted to clarify the ownership of land in China. Although it was presented as a claim to protect citizens properties, it is used by governmental institutions to obtain involuntarily relinquished land. When the Chinese farmers have to make way for new urban expansion, the government ‘nationalizes’ their land to sell it to developers. In return, the farmers are compensated so they can start a new living in the city. This compen-

‘When the structures get tore down, they rebuilt them overnight. It’s like cutting weed, they just grow back.’ Chinese design agencies. For this they will be rewarded with orders for new building blocks to design. But who owns the land where these new building blocks arise from? That is indeed a harsh question. Therefore we should go deeper into the history of Chinese legislation. In 1948, Mao Zedong, founder of Chinese communism, stated that 30.000.000 landlords give or take a few had to be destroyed for the greater good. Around 1950 farmers were forced into People’s communes, where property rights and the distribution of properties were equally divided. The failure of this construction is proven by low production rates. In the late seventies, family-based contract system, also known as the household responsibility system, were introduced. Since 1998, China is making big steps forward by launching a system where freehold becomes important. In general, one can say that in China, urban

sation is not determined by negotiations with the developers and government, but rather depends on the mercy of the local government officials. The farmers can therefore not profit from the lands worth and are, in some people’s eyes, derived from a way of living that has been with them for generations. That often leeds to little prospects for a successful career in city. These circumstances have given ground to a new way of smart farming. Farmers that live near a city are expecting to be ‘disowned’ by the government and anticipate by building an extra few square meter before they have to leave. It is important to note that the farmers are compensated per square meter of building property (and not per acre of land). From an extra floor and a veranda, to 4 floor apartment buildings that are popping up on the agriculture fields. This phenomenon is called ‘growing houses’. While some are permitted,

most of these buildings are built cheaply and illegally. Although the government does not compensate for these illegal structures and even tear them down from time to time, the farmers take their chances. They are persistent when the local government tries to stop them from building illegal houses. Some of these houses don’t have foundations and the brick walls are put together with mud. When the structures get torn down, the famers simply rebuild them overnight. Like weed, it is difficult to stop the growth of these houses. When an illegal house is not torn down in 3 to 5 years, they slowly become legalized. It becomes a farmer’s home and sometimes the buildings develop into a suburban community. For the Chinese government, it becomes quite difficult to demolish a highly populated, prosperous community. In order to avoid further complications, compensations must be given for large scale of eviction and demolition.Then it becomes like a de facto marriage which the government tacitly approves. The farmers also strategize by building first and getting the permits later. In addition, there is always corruption. In some of the towns, even local government officials themselves are growing houses. Obtaining building permits can be achieved through ‘Guanxi’ and ‘Hong Bao’. Respectively referring to corruption through network and bribery (Hong Bao literally means ‘red envelope’, in which people hand each other ‘lucky money’). Nowadays in Guangdong, a province located at the coast in the south of China, an experiment with construction-land allows one to trade this land without going through the bureaucratic mill. In theory, this sounds rather promising but in reality, there are always loopholes. Farmers are left to the whims of the collective. So this solution is not enough. To become an even bigger player on the world economy market, bigger modifications are needed. In the past these reforms took a lot of time. Therefore we need patience and leave our hopes to the governmental changes, which are to come soon.// > http://www.chinaelections.org/newsinfo.asp?newsid > http://www.jilin168.com/html/news/53.htm

28

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


Chinese villagers hold placards reading “I want a home” and “firmly resist illegal demolition” as they protest against low compensations following land seizure disputes with local government and a property developer in Beixin village, in Wuhan, central China’s Hubei province, on July 14, 2011.(STR/AFP/Getty Images)

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

29


get inspired Roos Pulskens

All we ever wanted http://allweeverwanted.com/ “All we ever wanted” is a film about young, creative, ambitious people living the big-city-life. They seem to have it all with their great looks, fashionable outfits and careers that are taking off. In this highly visual time document we discover what’s wrong with this perfect picture and the price that has to be paid to have it all.

Ruins of Detroit http://www.dazeddigital.com/photography/gallery/27/12744/1/ruins-of-detroit A collaboration between two photographers developed itself into a wonderful series of images. Yves Marchand and Romain Meffre worked together to show moments of decomposition and tell the devastatingly beautiful story of a city in decline. Have a look for yourself and see what kinds of monuments are left to live a life of their own.

Ontwerpen voor geld www.ontwerpen-voor-geld.nl Do you finally want to earn a bit of your living by designing? Go to the site mentioned above. Companies who are in need of a design, whether it’s a site, a logo or a name, they place their orders on the site. As a designer, you are able to comment on the designs and choose the best option that is created for a certain costumer. That way, you can help the companies and the companies can help you. Unfortunately, it doesn’t contain a lot of architecture, but it does contain a lot of graphic design.//

The Third and the Seventh http://vimeo.com/7809605 For all the students who are studying Maya and Sketchup, here you can find a liitle bit of inspiration for your continuation on the computerprogram. It’s a full-cg animated piece that tries to illustrate architecture and art across a photographic point of view . The main subjects are already-built spaces, sometimes in an abstract way, sometimes surreal.//

30

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


de vergane beweging Nina Bohm & Max Verhoeven

‘‘Wat velen verwacht hadden en wat ook was aangekondigd, gebeurde. Op verschillende plekken in Amsterdam kwam het deze dag tot kraakacties, die zoals spoedig bleek uitmondden in hevige onlusten. Het kwam tot volledige veldslagen, die overal in het land en ook in Amsterdam zelf grote verbijstering wekten.’’ De stem van de commentator achter het NOS-journaal van 30 april 1980 klinkt even vaal als de kleuren van de archiefbeelden. Terwijl de rode mantel met hermelijn in de Nieuwe Kerk in Amsterdam over de grond sleept, omdat prinses Beatrix de plaats van haar moeder Juliana op de troon overneemt, worden niet ver van diezelfde kerk hevige rellen geschopt door mensen die men toen ‘alternatievelingen’ noemden. Mensen die tegen de gevestigde orde ingingen en kritiek leverden op het land van deze gloednieuwe koningin. In het oudste literair satirisch studentenblad van Nederland is het ooit begonnen. Een arti-

kel met de titel ‘Red een pandje’ zou uiteindelijk leiden tot een beweging, die in Nederland een eigen cultuur, leefstijl en omgeving kent. Het artikel uit Propria Cures over de sanering van Kattenburg, een wijk in Amsterdam, die volgens de schrijver zeker nog jaren als studentenhuisvesting dienst kon doen, roept voor het eerst studenten op mee te doen met het ‘verklaarbaar bewoond pandverbeuren’. De ergernis rondom woningnood groeit in de tijd na de publicatie van ‘Red een pandje’. In 1966 wordt door de Provobeweging, een ludieke organisatie voor geweldloos anarchisme, het ‘witte huizenplan’ bedacht. Deurenposten van leegstaande huizen worden witgeverfd om aan te geven dat iedereen, die opzoek is naar een huis, hier in kan trekken. Ook wordt aanvankelijk met subsidie van de Gemeente

Amsterdam een nieuwsblad opgericht dat publicaties uitbrengt over de saneringsplannen in de buurt. Dit blad begint steeds meer een \ harde toon aan te slaan en doet vervolgens in januari 1969 verslag van wat men als de eerste echt kraakactie beschouwt. Vanaf dat moment neemt het aantal leden van de kraakbeweging toe en wordt het ook door de bevolking een meer geaccepteerde oplossing van woningnood gevonden. In deze tijd waren veel huizen niet goed genoeg onderhouden. Er werd gebruik gemaakt van wat men ‘legaal vandalisme’ noemt; het door gemeentearbeiders laten vernielen van een wijk, zodat deze gesloopt kan worden. Veel panden voldeden niet meer aan de eisen, maar konden nog wel worden bewoond. Veel mensen

Kobaltstraat 27 2544 ET Den Haag Postbus 53086 2505 AB Den Haag

De Swart combineert vakmanschap en innovatie, in de eerste plaats als het gaat om professioneel drukwerk. Maar vandaag de dag is De Swart dé aangewezen partner voor het gehele grafische communicatieproces. s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n Van concept tot distributie. Van huisstijl tot digitaal voorraadbeheer.

t f e i

31

070 – 308 21 21 070 – 308 21 29 info@kds.nl www.kds.nl


vonden het niet kunnen dat er zoveel panden leegstonden terwijl er een enorm woningtekort was. Zo ook kunstenaar en tekenleraar Martin Coppes. Hij kraakte eind jaren zeventig, samen met een groep vrienden van de kunstacademie in Den Bosch, het gebouw van de HTS op de Oostelijke Eilanden in Amsterdam. Wij gingen hem opzoeken in zijn atelier en gedoogde woonruimte om een beeld te krijgen hoe de kraakbeweging zich de afgelopen 20 jaar heeft ontwikkeld tot een zeldzaamheid. ‘’Begin jaren tachtig kwamen ontzettend veel schoolgebouwen leeg te staan. Er werden subsidies uitgedeeld om nieuwe scholen te bouwen. Dat was ook wel nodig, want veel scholen voldeden niet meer aan de normen. Die stonden lang leeg, omdat niemand wist wat ze ermee moesten doen. Er waren inspraakavonden voor de buurt om te kijken wat er met het pand moest gebeuren, maar niemand had hier een idee over. Kunstenaars wisten er wel raad mee. Het zijn hoge ruimtes met veel lichtinval. Met een stoel, bed en tafel was het gebouw ‘van ons’. Het kwam voort uit een principe - we konden ook ruimte huren om te werken, maar dat was belachelijk duur voor kunstenaars. Als er dan ruimtes leegstaan die geschikt zijn om in te werken, dan ga je die wel gebruiken. Al is het maar om aan te tonen dat het schandalig? is dat ze leegstaan. De buurt was er ook heel blij mee. Na ongeveer drie jaar heeft de eigenaar ons geholpen met het verhuizen naar de school waar we nu zitten. Er werken hier 15 mensen, waarvan er met mij ongeveer 7 gedoogd wonen. Daar bestaat een

32

sterfhuisconstructie voor. Als ik eruit ga, wordt de woonfunctie stopgezet en wordt de ruimte volledig als atelier gebruikt. In de jaren tachtig is de kraakbeweging verhard en in de jaren negentig zag je dat kraken om het kraken was en niet om woonruimte te verkrijgen. Men deed het om tijdelijk goedkoop in Nederland of Amsterdam te verblijven en pleegde geen onderhoud aan de panden. Ze misbruikten de panden eigenlijk. Wij hadden het echt nodig, zo’n werkruimte, en wij hebben er uiteindelijk ook voor betaald. Sinds kraken illegaal is geworden zie ik steeds meer panden in de stad die leeg staan. Bijvoorbeeld hier in de straat staat een gebouw al tijden leeg. Voordat de wet die kraken strafbaar maakt er was zou dat pand sowieso al gekraakt zijn, of in ieder geval bewoond door antikrakers. Gebouwen gaan na een tijd verloederen. Dat zie jebij historische panden die worden verwaarloosd totdat het echt niet meer kan en dan kunnen ontwikkelaars het slopen.‘’ Op de vraag of het nog wel van deze tijd is om een pand te kraken, antwoordt Coppes: ‘’Kraken mag officieel niet meer, maar het wordt zeker nog gedaan. Echter, panden die gekraakt worden worden eens in de zoveel tijd ontruimd. De reden voor kraken is wel veranderd. Mensen willen geen huur betalen. Wij kraakten en gingen meteen aan de slag. Het gaat samen met een soort liefde voor het gebouw en de stad. Dat is er niet meer. Er zou een soortgelijke oplossing moeten komen

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

voor de kantoorgebouwen die nu leeg staan. Wij zagen het kraken niet als een lange termijnoplossing, omdat het zo makkelijk was iets nieuws te kraken.’’ Sinds 1 oktober 2010 is vastgelegd in de wet Kraken en leegstand dat kraken verboden is. Dit is in zekere zin een duidelijk einde van een beweging. De generatie krakers hebben wel hun ideologie behouden en strijden daar nog deels voor. In Nederland staan zo’n 14% van de kantoorgebouwen leeg. Op sommige bedrijventerreinen of kantoorparken gaat het zelfs om de helft van de totale beschikbare kantoorruimte. Deze leegstand is voor een groot deel structureel en zal in de toekomst naar verwachting nog meer toenemen. Nu kraken een gepasseerd station is, moet onze generatie andere oplossingen aandragen voor deze opgave. Er gebeurt al veel voor de bestrijding van leegstand, zoals het actieplan Leegstand kantoorpanden van de rijksoverheid en burgerinitiatieven voor nieuwe functies in de panden. Op de faculteit Bouwkunde wordt veel aandacht besteed aan het flexibel ontwerpen van kantoorpanden, waardoor leegstaande panden kunnen worden omgevormd naar woningen of ateliers. Is dit genoeg? Als antikraak overbodig wordt door het verbod op kraken, ontstaat dan weer dezelfde noodzaak tot het opeisen van deze lege ruimtes? Is onze generatie wel stout genoeg?// > links: de rellen van 13 april 1980 midden en rechts: kunstenaar Martin Coppes in zijn atelier > www.martincoppes.nl


s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

33


ornament en misdaad? Thijs Bennebroek

Sinds de Modernisten het hebben verbannen, is het ornament taboe in de architectuur geworden. Dit is een gemis. Het ornament verbindt kunst en architectuur en geeft een gebouw meer betekenis. “Evolution der Kultur ist gleichbedeutend mit dem entfernen des Ornamentes aus dem Gebrauchsgegenstande.” Met deze woorden uit het in 1908 gepubliceerde Ornament und Verbrechen startte Adolf Loos een breuk met het verleden. Voor de minder Duits geschoolde lezer: de vrije vertaling van deze kernzin, is dat de evolutie van de cultuur synoniem is met het verwijderen van ornamenten uit alle gebruiksvoorwerpen. En hij was niet de enige, die deze mening was toebedeeld. In hetzelfde jaar schreef Berlage: “In de architectuur zijn decoratie en ornament een bijzaak, waar ruimte creëren en de relatie tussen verschillende

Het zijn vragen die allereerst een definitie van ornamentiek behoeven. Wat is het ornament precies, en wat onderscheidt het van decoratie? De kunsthistoricus James Trilling definieert ornamentiek als “de kunst die aan kunst wordt toegevoegd” en “hetgeen dat mensen vrolijk maakt, het staat voor alles dat het leven de moeite waard maakt.” Het zijn zware woorden, maar tonen wel direct de essentie van het ornament: het gaat dieper dan decoratie. Het ornament is bedoeld om mee te communiceren, om dingen mee te vieren en om speelsheid mee te tonen. En daarmee heeft het ornament veel zeggingskracht.

‘Het zijn zware woorden, maar tonen wel direct de essentie van het ornament: het gaat dieper dan decoratie.’ massa’s de hoofdzaak zijn. Sinds dit moment is het ornament een taboe in de architectuur geworden. Tenminste, zo hebben de modernisten het geïnterpreteerd en het ons doen geloven, het zorgde voor een keerpunt in de architectuur.” Maar wat was er dan precies mis met het ornament? Waarom moest het plotseling zo drastisch verdwijnen nadat het vele eeuwen lang gebouwen heeft versierd en van betekenis voorzien? Of zijn we voorbij de doctrine van Loos en bestaat het ornament gewoon voort in architectuur?

in het Duits Paviljoen van Mies van der Rohe: de len en de sculptuur.

34

Deze zeggingskracht van het ornament is in de loop van de geschiedenis veelvuldig toegepast. Bijvoorbeeld om stichting te vieren door middel van monumentale gevelstenen of muurankers in de vorm van getallen om een jaartal aan te duiden. Of versierde wanden en plafonds om de voornaamste vertrekken in een gebouw aan te tonen. En er zijn altijd veel allegorieën te vinden, uitgevoerd als beeldhouwwerk in de gevel of als glas-in-lood. Bijvoorbeeld de verbeeldingen van de verschillende continenten in Hotel New York of van

de stad Antwerpen wanneer je de stationshal vanuit de trein betreedt. Een betekenisvol welkom. Bij al deze voorbeelden is het ornament een samensmelting van architectuur en kunst. En alleen met een goede samenwerking tussen architect en kunstenaar krijgt het ornament zijn werkelijke functie en schoonheid. Het gevaar ligt daar, waar het ornament die samenwerking met de architectuur niet kan aangaan, wanneer het geen toevoeging is. Dit was precies waar Adolf Loos ons op wilde wijzen. Loos, die de opkomst van de Art-Nouveau in Europa niet meemaakte, omdat hij in die periode in Amerika verbleef, zag bij zijn terugkomst in Wenen de stad vol staan met appartementen met valse gevels gedecoreerd met ornamenten. Balans en verhouding zoals bij de Renaissancistische palazzi, die hij enorm waardeerde waren ver te zoeken. Op deze manier decoreren beschouwde hij niet als architectuur, maar als een verspilling van arbeid, tijd en geld. Het was dus niet het ornament zelf waar hij tegen was, maar de bestaande vormen van ornamentiek van die tijd. Hij was dan ook geen anti-traditionalist of modernist, maar een bewonderaar van de renaissance en het classicisme van Schinkel. Dit is ook goed terug te zien in zijn architectuur, zoals in het gebouw van Goldman en Salatsch.

Het allegorisch ornament op het station van Antwerpen laat de reiziger direct de betekenis van de stad zien.

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


Door de manier waarop de modernisten de kritiek van Loos op het ornament hebben geinterpreteerd, dacht men dat het ornament volledig werd verbannen uit de architectuur. Maar wanneer we naar ĂŠĂŠn van de hoogtepunten van de moderne architectuur kijken, het Duits Paviljoen dat Ludwig Mies van der Rohe voor de Wereldtentoonstelling van 1929 in Barcelona ontwierp, vallen een aantal elementen op: zo is er de binnenwand bekleed met marmeren platen. Deze platen zijn zo geslepen en geplaatst, dat ze samen een patroon op de muur vormen, ware het een schilderij of een wandkleed, ware het een ornament. Of het beroemde beeldhouwwerk Alba van Georg Kolbe dat in zich in een van de twee bassins bevindt. Dit beeld is volledig verbonden met het paviljoen, het is niet meer weg te denken. Door de plaatsing van dit beeld is het niet slechts een toevoeging aan het gebouw, maar onderdeel van het ruimtelijk ontwerp. Met andere woorden, het is geen decoratie, maar ornamentiek. En wat te denken van de beroemde stoelen die Mies van der Rohe voor het paviljoen heeft ontworpen? Hoewel ze op vele andere plekken te vinden zijn, zijn ze onlosmakelijk verbonden met dit paviljoen en zijn ze meer dan een stoel. Ze zijn evengoed als de sculptuur van Kolbe een onderdeel van het gehele ontwerp. Wat je hieruit kunt opmaken is dat, hoewel de verschijningsvorm van het ornament is veranderd, de essentie van ornamentiek niet is verdwenen in de moderne architectuur. Dit is dan ook een belangrijke boodschap voor hedendaagse architectuur. Ornamentiek is geen zonde, die in conflict is met de architectuur, maar kan worden toegevoegd om een positief effect aan de architectuur te geven, wanneer het op de goede manier toegepast wordt. Beste architect, beste kunstenaar, beste student, verbind architectuur weer met kunst! Zorg voor een betekenisvol ontwerp dat tot in het detail is uitgewerkt met eigentijdse ornamentiek. Laat de opdrachtgever samen met de architect een nieuwe Mecenas zijn voor de kunstenaar in tijden van wegvallende subsidiesteun. Laten we hier een voorbeeld nemen aan de Wederopbouwperiode, waar bij vele overheidsgebouwen zoals ziekenhuizen, scholen en postkantoren anderhalf tot twee procent van het budget besteed diende te worden aan kunst. Laat de kunstenaar met een dergelijk nieuw budget door middel van zijn kunst ornamenten toevoegen die het gebouw zijn unieke betekenis, en dus zijn bestaansrecht, geven.// > Curtis, W. J. R. (1996). Modern architecture since 1900. New York: Phaidon. > Loos, A. (1908). Ornament und verbrechen. > Small, A. M. (2009). Delight, the function of ornament. An exploration of its relevance. Delft: Delft University of Technology.


nail houses Matthijs van Oostrum

At least every week, the headlines of international newspapers are covered with reports on China’s enormous economic growth and her ever expanding cities. China is reclaiming her (righteous) position in the international world. This rise to global power is accompanied by an internal counter-reaction of critiques and rebels. One of the most evocative ways these rebels show their discontent is in the form of so-called nailhouses. A nailhouse is a Chinese phrase for houses that stand in the way of large scale development. The owners are like nails struck in wood and cannot be pounded down with a hammer.

Chongqing nailhouse In 1993 a Chinese developer acquired the rights to build a shoppingmall in Chongqing. Chongqing lies in the middle of China, and is one of five national central cities. These central cities are part of urban policy in China to boost its economy. The position of Chongqing within the national policy means there is a huge pressure on the urban environment and explainswhy the developer was so keen in constructing it’s capitalist palace. Forget Mex-

ico-city or Tokyo, Chongqing is the biggest municipality of the world with a population of over 28 million inhabitants and rising. Unfortunately for the developer, twó of those 28 million people refused to cooperate with his plans. Nine years after the company acquired the buildingrights most inhabitants had been evicted, but Yang Wu and his wife Wu Ping stuck to their home. Seemingly unimpressed by this act of rebellion, construction workers started to dig a huge pit around the

The stories of evictions and nail houses are not always as poetic as the case of Yang, Wu. Too often, local news agencies report people putting themselves on fire, in a final desperate act of protest to the destruction of their home and family life. It is clear that Yang and Wu are no exceptions in their battle against large developers. Because the stories of nailhouses and their owners are no local exceptions, but one that can be found throughout China, they

‘is about the conflict between governmental power and the individual’s ownership of property.’ two-storey brick house. Electricity and water were cut off. Yang and Wu however, still refused to leave and raised a bright red Chinese flag atop their house, to show their allegiance with China. Reports state that Yang Wu used

‘An energetic neighbourhood is being replaced with an empty development.’ nunchakus to defend his property against invaders. ³ Although polls on internet showed that 85% of the people supported Yang and Wu, the developers proved to be victorious. After two weeks, on April third, Yang and Wu reached a compromise with the developers. With a Chinese stiff upper lip, the developers carefully planned the demolition between Monday 7 p.m. and Tuesday 2 a.m. To put this event in perspective I cannot help to mention the Chinese real estate bubble. Some shoppingmalls in China have a vacancy rate of 95%, and are constructed only for the rise in GDP induced by its construction. It is very well possible that the site previously occupied by an energetic neighbourhood, is being replaced with an empty development. Chinese people are well aware of these practices and it fuels the frustrations of the people. Nailhouse in Chongging

36

A national issue

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

have sparked public imagination, and led to the development of an online game “The Big Battle: Nail House Versus Demolition Team”. Professor Hu Yong of Beijing School of Journalism said in reaction to this game : “Forced demolition is about the conflict between governmental power and the individual’s ownership of property. Although China has a property ownership law, it has never been implemented well. People care a lot when governmental power violates an individual’s ownership because it simply can happen to anyone.” The game seems to reflect reality, as it is impossible to beat the thugs in the final level, no matter how many points a player has. The problems of nailhouses are partly caused by very poor laws on property ownership. Until 2007 no laws on property ownership existed in China. This in turn can be explained through the communist regime, which stated that all land belonged to the state. Under pressure from private investors and the market economy, the Chinese government put together a bill. Allthough the bill should defend the property rights of working people, the bill is mainly a tool in the hands of private companies and the government to reinforce their control on the land.


ontregeling Henk de Haan

Veel mensen zijn bang dat Nederland verrommelt. Ik stel me voor dat dit mensen zijn die ‘s ochtends, hun half afgebouwde vinexwijk verlaten, in een door golfplaten dozen geflankeerde file gaan staan en hun werkdag doorbrengen op een troosteloos bedrijventerrein. Werk van artist Liu Bolin

Rebel culture

To conclude

To allow the Chinese state to asserts such a high level of top-down control over its citizens, bureaucracy and strictness in following rules are very important. The communist system in China could be seen as a result of the USSR, but Chinese communism to me is a modern translation of early Chinese top-down philosophies such as legalism, that dates from at least 400 BC. For China, to maintain a strong rule, exceptions were impossible. The fight of exceptions like the house-owners of nail houses reminds the Chinese of such epic movies as Hero and House of Flying daggers. These Wuxia movies combine martial arts with a historical setting and a story of honour and moral righteousness. For west-European readers, this tradition of Chinese literature could best be compared to the medieval stories of chivalry and courtly love. The attitude of the Chinese is beautifully expressed in a Chinese proverb that states the birds of worry and care fly over your head, this you cannot change, but that they build nests in your hair, this you can prevent.

The approach China takes on its rebels is not communist, nor capitalist, it is profoundly Chinese. Because the Chinese has such a long tradition of a strong state, the rebel against the system is an integral part of popular Chinese culture. Yang, Wu and Liu are the proud continuators of a centuries long tradition of controlled Chinese rebellion.//

More recently, artist Liu Bolin got a threat by developers similar as to Yang and Wu, that his studio was scheduled for demolition. Instead of waiting for the international press to come to him, he took the opportunity to make a series of photos that illustrated the position of the Chinese citizen. In the photos, the body of Liu is painted as if he is part of the background of his studio. His message was simple: artists have no rights, they are “invisible” to the Chinese authorities. “I was expressing my protest silently, with my body as canvas,” he said.However, as in Yang’s and Wu’s case, his artistic appeal made little difference and his studio was still torn down.

> http://en.wikipedia.org/wiki/Nail_house > http://news.163.com/11/0503/01/733HTAIV00014AED. html > http://www.asiasentinel.com/index.php?option=com_co ntent&task=view&id=457&Itemid=31 > http://www.chinadaily.com.cn/china/2007-04/03/content_842221.html > http://www.guardian.co.uk/world/2010/sep/16/chinagame-family-fight-demolition > http://news.bbc.co.uk/2/hi/asia-pacific/6429977.stm > http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/asia/ china/9108065/Chinese-invisible-man-protest-fails-tostop-studio-being-demolished.html

Verrommeling is een raar, typisch Nederlands woord: ongeveer even onvertaalbaar als gezelligheid. Als je dit begrip op Internet zoekt, is één van de eerste hits een rapport van een overheidsdienst die verrommeling wetenschappelijk onderzocht heeft. Hierin staan lijsten van ‘potentieel storende elementen’ in het landschap. Hier zijn kaarten van gemaakt waarin de verrommeling op verschillende manieren in beeld gebracht is. Bijvoorbeeld: “Potentieel storende elementen, gewogen met de gemiddelde mate van uitstraling.” Van deze wetenschappelijkheid kunnen we op Bouwkunde duidelijk nog veel leren. De ‘potentieel storende elementen’ variëren van dingen waar je je nog wat bij voor kunt stellen, zoals windturbines en autosloperijen, tot minder voor de hand liggende objecten als villa’s “indien luxueus of armoedig” en exotische dieren “struisvogels, kamelen, e.d.”. Ook zijn er twijfelgevallen, zoals mais: “wellicht minder storend nu dan enkele jaren geleden.” Volgens mij laat dit onderzoek vooral zien dat Nederland extreem aangeharkt en dichtgeregeld is: als er al ergens rommel is, dan is het wel zorgvuldig in kaart gebrachte, geplande rommel. Veel mensen gaan ondertussen naar Berlijn, dat juist aantrekt door het ongepolijste en ongeregelde. Misschien gaan ze juist voor het contrast met Nederland? Van een paar jaar terug herinner ik me daar het station Ostkreuz en zijn omgeving. Een chaotische kluwen van allerlei gebouwen, bruggen en permanent geworden ‘tijdelijke oplossingen’. Ik word blij van zo’n ongeregelde mix. Het was dan ook wel een teleurstelling toen ik er vorige zomer was, en zag dat het geleidelijk ontstane, rommelige geheel vervangen wordt door een nieuw station van staal en glas. Op zichzelf best mooi, maar ook zonde. Beginnen ze daar nu ook te worden zoals hier? Iets wat toevallig en rommelig is kan mooi zijn.

Screenshot of ‘‘The Big Game’’

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

Stel dat je dit als ontwerper vindt: hoe gaat dit dan samen met het neerzetten van nieuwe dingen? Is dat niet juist dingen ordenen, het toeval uitsluiten? Of kun je ook het ongeplande plannen en ontregeling regelen? Dat lijkt me dan juist weer heel Nederlands, een soort turbo-turbo-geregeldheid. Ik kom er niet uit!//

37


@architect

Mei Architecten Martine Duyvis

In de door henzelf ontworpen Schiecentrale in Rotterdam bevindt zich architectenbureau Mei. Op een prachtige dag hadden wij het genoegen Robert Winkel, oprichter en architect, te interviewen en een kijkje op het bureau en in zijn appartement te nemen. Hoe is Mei architecten begonnen? Ik ben ooit begonnen bij Cepezed in Delft. Ik heb heel veel prijsvragen gedaan toen ik daar werkte. Ik heb daar 3 jaar gewerkt en 12 prijsvragen gedaan, in verschillende samenwerkingen. Na Cepezed begon ik met een competitie van het 25 KV gebouw. Dat was ons eerste succes. Daarna is het verder gegroeid. Ik wist niet wat mijn positie als architect was aan het eind van mijn studie. Nu pas weet ik dat, terwijl ik over een jaar vijftig wordt. Het doel is niet de architectuur, maar de mensen. En vijf jaar geleden was ik zelfs nog onzeker of ik wel alles kon ontwerpen. Nu pas weet ik dat het kan. De tijd moet bewijzen of je ontwerp deugt.

zijn we weer met zijn tienen. We zijn nu ook in Frankrijk begonnen met opdrachten en dat wordt heel fijn betaald, dat is een walhalla voor architecten. Ik ben vijf jaar geleden mijn frans gaan verbeteren en we hebben de site in het Frans gemaakt. Onze architectuur is een beetje Frans-achtig. Bruut, maar ook poëtisch, er zit een gedachte achter. Is er een groot verschil tussen Frankrijk en Nederland in de bouw? In Frankrijk ben je als architect belangrijk. Daar staat de constructeur onder contract van

Hebben jullie veel last van de crisis? Het is allemaal van hele grote maten naar kleine maatjes gegaan. Er is weinig geld voor planontwikkeling. Ergens moet iemand geld hebben om een architect te betalen om een plan te ontwikkelen. Daarnaast waren we vroeger met tien en toen kregen we opeens al die opdrachten en zijn we gefuseerd met een ander bureau. Toen waren we met 45 man. Nu

de architect. Het hoort daar bij de klus. Wat ik leuk vind is om de hele puzzel in elkaar te passen. Wat is jullie manier van ontwerpen? Waar wij heel goed in zijn is contextueel ontwerpen. We willen wel graag ontwerpen, maar het is niet het doel. We kijken eerst wat het probleem is en gaan op zoek naar een oplossing, dan moet er misschien een ontwerp

gemaakt worden, maar heel vaak hoeft er ook geen ontwerp gemaakt te worden. Is er iets veranderd in jullie aanpak? We kregen als architect steeds een kleiner deel van de opdracht, omdat de bouwmanager en aannemer steeds meer overnamen. Op een gegeven moment werkt de architect dan alleen maar tot het voorlopig ontwerp. Maar de aannemer werkt met vijftien procent faalkosten voor esthetische en functionele fouten. Functionele fouten zijn bijvoorbeeld lekkages

‘Het doel is niet de architectuur, maar de mensen.’ en een vloerverwarming die niet werkt. En vervolgens probeerde hij ons de schuld in de schoenen te schuiven. Daarom willen we nu de gehele opdracht. Dat kan nu ook, omdat er minder werk is. Dus we maken zelf een plan voor een pakhuis en gaan dat zelf ontwikkelen, ontwerpen en misschien zelfs voorverkopen. Dus we worden nu zelf projectontwikkelaar, architect, makelaar en aannemer. Als de markt heel schraal wordt ga je kijken wat je zelf nog kan neerzetten. Hoe kijken andere bureaus hier tegenaan? Iemand kan tegen je zeggen dat je ontwikkelaar bent geworden. Maar iedereen vindt het nu mooi dat je geld verdient, dat je iets moois neerzet. En je merkt nu wel dat er steeds meer bureaus naar het buitenland gaan. Je hebt ook aangegeven meer mee te willen werken in de productie, waarom? Als je iets met de hand gemaakt hebt is er be-

profiel naam: Mei Architecten & stedenbouwers opgericht: 2003 stad: Rotterdam oprichters: Robert Winkel website: www.mei-arch.nl

38

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


Wat is de sfeer op jullie bureau? Lachen is belangrijk, maar we nemen het werk wel serieus. We doen wel eens een excursie, maar iedereen heeft het altijd zo druk dat het lastig te organiseren is. We doen in ieder geval een keer per jaar een goede excursie en dan met kerst nog wat leuks. Wanneer we een opdracht binnen hebben drinken we ook altijd champagne. Ik heb nu meer aandacht voor alles dan voorheen. Stagiaires hier krijgen vrij snel hun eigen verantwoordelijkheid. Het is goed mensen een beetje in het diepe te gooien onder begeleiding.

dacht hoe het begint en eindigt. Dat is door het modernisme een beetje vergeten. Hoe dichterbij je komt, hoe mooier het is. Dat maken van dingen fascineert me enorm. Je wordt eventjes zelf de productie. Wat nog veel leuker is, is om een paar dagen in de fabriek mee te draaien. Om nog meer te voelen wat het is. We zijn nu bezig een gebouw te ontwerpen van bruin beton met oranje tegeltjes erin. In die tegeltjes willen we tekstjes draaien met een stalen rolletje. Dat je wanneer je dichtbij staat iets over de geschiedenis kan lezen. Dan wil ik kijken of ik in die drie dagen zelf wat teksten erin kan draaien. Ik wil het zelf ondergaan, waardoor het gebouw nog meer van mezelf is en nog heftiger is om weg te geven.

Hoe ziet jullie dag eruit? We beginnen ongeveer om 9 uur. Ik loop een beetje langs iedereen en roep dan wat. Maar wel op een sympathieke manier. Menno en Martin zijn nu de hoofdmannen en dan hebben we nog wat stagiaires en werknemers. Vroeger kon je vragen hoeveel mensen er hier werken, maar tegenwoordig is dat lastig, want het vliegt erin en eruit. We lunchen altijd met elkaar en drinken ook bier hier beneden als het lekker weer is.

Je bent tegen copyright, kan je dat uitleggen? Je hebt copyright op het ontwerp, je mag een ontwerp niet namaken. Maar je hebt ook dat je 70 jaar na dato goedkeuring moet vragen aan de architect of zijn erven als je iets wil veranderen. Dat vind ik onzin. Ik ben niet kien op natekenen of nabouwen, maar dat is heel

‘Leuke dingen met leuke mensen doen betekent niet altijd ontwerpen, misschien wel niet ontwerpen.’ moeilijk om bij de rechter te bewijzen. Maar daarna mag iedereen ermee doen wat hij wil, vind ik. Gebouwen zijn gebruiksgoederen, daar moeten de gebruikers dingen aan kunnen veranderen wanneer dat nodig is.

geten dat ze gebouwen maken waar mensen in wonen. Een gebouw moet functioneren, dat het mooi moet zijn en gepubliceerd moet worden is ook belangrijk, maar als eerste dat het functioneert.

Is het sowieso niet raar dat je bij gebouwen oplossingen voor jezelf kan houden? Ja absoluut, zie bijvoorbeeld een deur. Die is ontworpen, maar stel dat de uitvinder dat voor zichzelf had gehouden, dan had niemand gebruik kunnen maken van een deur. Het is heel erg slecht in architectenland dat iedereen alles voor zichzelf houdt, omdat ze zichzelf als artiesten beschouwen. Terwijl als alles openbaar wordt gemaakt er een innovatieversnelling kan ontstaan. Zijn architecten geen artiesten? Ze denken dat ze artiesten zijn, maar ze ver-

Wanneer beschouw je een ontwerp als geslaagd? Ik word heel blij dat ik weet dat mensen zich in deze gebouwen prettig voelen. Er wordt altijd gezegd tegen de architect: ga nooit in je eigen gebouw wonen. Maar de mensen weten hier dat ik alleen het ontwerp heb gemaakt en niet verantwoordelijk ben voor de uitwerkingsfouten. En hoe uitgesprokener de architectuur, hoe leuker de mensen zijn. Je trekt zo mensen aan met dezelfde mindset. Ballotagecommissies vind ik dan weer wel onzin, het moet uit zichzelf werken.

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

Heb je een hoger doel in je werk? Mijn doel is leuke dingen met leuke mensen doen. Die keten bekijken waar je toegevoegde waarde hebt, waar mensen blij van worden. Je moet eigenlijk woekeren met je talenten. En je ontdekt je talenten door veel verschillende dingen te doen. Leuke dingen met leuke mensen doen betekent niet altijd ontwerpen, misschien wel niet ontwerpen. Want soms kom je met ontwerpen hele vervelende mensen tegen. Met welke drie woorden zou je MEI architecten samenvatten? Fris, vrolijk en vertrouwelijk.// Foto’s: > Nina Bohm

39


agenda Roos Pulskens

April and May 2012

BK Beats April 27th Faculty of Architecture TU Delft//

A tradition that has been held for more than 40 years on the faculty of architecture, is coming back this year . Once every two years the faculty will be transformed into a festival site. Nowadays, it’s the biggest party on a faculty in Holland. On Friday, the 27th of April, the party returns. A new edition of the festival will take place and with a new theme: Four miles of Light. More information you can find on page six.

University & the City: Buildings for the University of Amsterdam May 3rd - May 16th Zuidserre, Faculty of Architecture TU Delft//

This exposition with students’ of the studio Hybrid Buildings (by Building Typology) deals with the theme of the city-university relationship. With their inherent complexity and urban scale of operation universities occupy consistent portions of cities embedding them with a dedicated urban sub-culture. They are cities within cities. These enclaves have specific requirements of identity, image and architecture. The exposition shows an architectural exploration of this city-university duality.

International Architecture Biennale Rotterdam April 20th Rotterdam//

This is already the 5th IABR. ‘How do we make the city?’, is the main question of the 5th IABR: Making City. The continuous urbanisation asks us this question and envoques huge political, social , economical and ecological challenges. The urban cities are the ones that have to find solutions for the big issiues/ questions/ challenges in the 21st century. No cities, no future. The city is our future, but only when she’s managed, designed and planned better than she is right now. It’s opened from the 20th of April for the public and offers us exhibitions on different locations, a conference, debates, lectures and publications.

Design as Politics April 20th - July 7th Mini Mall Rotterdam//

The exhibition, Design as Politics, shows us the results of research from the chair of Design as Politics on the TU Delft. Focuspoint is the selection of a few student projects from different design studios. In these design studios, the testing sites of the IABR in São Paulo, Istanbul and Rotterdam will be linked to urban areas with the same problem issues.

Long live the city April 12th Pakhuis de Zwijger Amsterdam//

A cooperation between the IABR and the VPRO (a television and radio network) that started in 2009 will be continued this year as “Long live the city”, “Leve de stad” in Dutch. VPRO will present the program upcoming weeks on television, radio and the internet. Long live the city will start on April 14the and lasts for two whole weeks. The kickoff will take place on April the 12th in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

Urban Acupuncture May 7th AG Nova Architecten Amersfoort//

Every neighbourhood has it’s unused spaces. Sometimes the degeneration is already seen from the start and sometimes some chances are left untaken. Stategical interventions can be taken to improve the quality of the neighbourhood a lot! Who wants to think about the actions that have to be taken against all unused, messy places in the city? FASadE is looking for people who, together with experts, want to look places in Amersfoort that can be improved, and how.

Utopia London April 19th Onze Lieve Vrouw Amersfoort//

40

A documentary from Tom Cordell where the viewer is led along the work of postwar modernistic architects in London. They create a city with an idealism of the equal citizens. What were the social and political agenda’s at that time and how did these revolutionary buildings change their meaning? Is it theory versus practice? Bernard Hulsman, a critic on architecture and an editor of the NRC, will introduce the film.//

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n


recommended reading Wendel de Waal

advertorial

archigram Architecture without Architecture

De Ontknoping De vastgoedfraude voor de rechter

Levend Landschap Manifest voor stad en land

In the 1960s, the architects of Britain’s Archigram group and Archigram magazine turned away from conventional architecture to propose cities that move and houses worn like suits of clothes. In Archigram: Architecture without Architecture, Simon Sadler argues that Archigram’s sense of fun takes its place beside the other cultural agitants of the 1960s, originating attitudes and techniques that became standard for architects rethinking social space and building technology.

In De Ontknoping, het vervolg op De vastgoedfraude, gaan Vasco van der Boon en Gerben van der Marel op zoek naar de motieven van de vastgoedfraudeurs. Zij interviewen de onberispelijk ogende zakenmannen Jan van Vlijmen, Nico Vijsma, en Cees Hakstege. Het NRC schreef dat het dit boek een prachtig kijkje in de vastgoedwereld geeft.

Verandering van het landschap roept meteen veel reacties op, of het nu vanwege de aanleg van een nieuwe weg of een nieuwe wijk is, of vanwege de aanleg van nieuwe natuur. Landschap staat in deze discussie vaak tegenover de moderniteit, natuur tegenover cultuur, land tegenover stad. In het onlangs verschenen manifest Levend landschap voeren Hans Teerds en Johan van der Zwart een vurig pleidooi om die tegenstellingen te ontkrachten. Landschap zal juist gezien moeten worden als onderdeel van de stad, als deel van het stedelijke publieke domein. //

Vasco van der Boon Gerben van der Marel // NwADAM // 2012 // 21.95

Adam Sandler // The Mitt // 2005 // 18,35

Hans Teerds Johan van der Zwart // Sun // 2012 // 24,95

Model Town Using Urban Simulation in New Town Planning Egbert Stolk ISBN 978 90 8506 8044 35,00

Deze boeken zijn te koop via www. sunarchitecture.nl Je aankoop wordt zonder verzendkosten thuisgestuurd. De boeken van SUN zijn ook te koop bij Waltman en de bouwshop.

s t y l o s // s t o u t // a l g e m e e n

41


Ik wil niet meer ik wil niet meer! Ik wil geen handjes geven! Ik wil niet zeggen elke keer: Jawel mevrouw, jawel meneer... nee, nooit meer in m’n leven! Ik hou m’n handen op m’n rug en ik zeg lekker niks terug! Ik wil geen vieze havermout, ik wil geen tandjes poetsen! ‘k Wil lekker knoeien met het zout, ik wil niet aardig zijn, maar stout en van de leuning roetsen en schipbreuk spelen in de teil en ik wil spugen op het zeil! En heel hard stampen in een plas en dan m’n tong uitsteken en morsen op m’n nieuwe jas en ik wil overmorgen pas weer met twee woorden spreken! En ik wil alles wat niet mag, de hele dag, de hele dag! En ik wil op de kanapee met hele vuile schoenen en ik wil aldoor gillen: Nee! En ik wil met de melkboer mee en dan het paardje zoenen. En dat is alles wat ik wil en als ze kwaad zijn, zeg ik: Bil! > Ik ben lekker stout uit Ziezo, Querido kinderboek, 2007, Annie M.G. Schmidt,

always printed on 100% recycled paper


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.