SUBS
SUBS
MAGAZINE
VLIEGROL
OP
POST!
AAN GENOMEN!
OP ZOEK NAAR EEN
BOM
EN
MARINE MEER DAGEN
2008
SUBS-MAGAZINE
JAARGANG 8
NUMMER 3
VOORWOORD
SUBS-MAGAZINE
VOORWOORD / INHOUDSOPGAVE
RUBRIEK
Oriënteren, solliciteren, studeren… Het is weer bijna zomervakantie. Misschien ga jij wel lekker lang op reis of losse dagjes weg. Maar heb je nou geen plannen voor 11, 12 en 13 juli, kom dan naar de Marinedagen in Den Helder. Want ook dit jaar opent de marine haar poorten weer voor iedereen die wil weten wat we allemaal doen en kunnen. En net als andere jaren is er ook deze keer weer een leuk programma exclusief voor SUBS-leden. Hierover lees je meer op pagina 19. Veel SUBS-leden willen later wel bij de marine werken. Maar hoe zit het nou eigenlijk met de verschillende keuringen? En hoe bereiden andere kandidaten zich daarop voor? Op pagina 18 t/m 21 vertellen Evert-Jan, Nadine en Wesley je over hun ervaringen.
EEN BAKKIE DOEN BIJ… STEFAN, KORPORAAL TD
PAGINA 08
LEVEN AAN BOORD (DEEL 2)
PAGINA 12
WIST JE DAT… VERLAATROL OP POST! VLIEGROL OP POST!
PAGINA 19
MARINEDAGEN 2008
PAGINA 20
AANGENOMEN!
PAGINA 22
SUBS DUIKEN DIEPER: MIJNENJACHT (DEEL 1)
PAGINA 26
BACK TO SCHOOL… STUDEREN AAN HET KIM (DEEL 3)
Veel leesplezier en hopelijk tot ziens op de marinedagen!
Silvana Amerika, Coördinator SUBS
SUBS
FOTO COVER: HR.MS. DE ZEVEN PROVINCIËN
PAGINA 2
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
INHOUD
PAGINA 03
Ben je eenmaal goedgekeurd, dan stroom je door naar een van de opleidingen binnen de marine. Canan en Maurits bijvoorbeeld zitten op het KIM, het Koninklijk Instituut voor de Marine. Dat ze daar niet alléén maar hard studeren, wordt in dit nummer wel duidelijk…
RUBRIEK
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
STEFAN PIPPER, KORPORAAL TD
STEFAN PIPPER KORPORAAL TD INSTRUCTEUR/BEGELEIDER TYPEOPLEIDING LCF “Ik vind het hartstikke leuk om met jonge mensen te werken die meer van techniek willen weten”, zegt Stefan Pipper, instructeur en begeleider van ‘verse’ matrozen. Deze ‘verse’ matrozen hebben voor de Technische Dienst (TD) gekozen en moeten klaargestoomd worden om op een Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) te kunnen gaan werken. “Na hun Eerste Maritieme Militaire Vorming (EMMV) komen ze negentien weken bij mij in de leer. En dan doe ik er alles aan om de overstap van schoolbank naar schip zo soepel mogelijk te laten verlopen.” Tekst: Rita Meshulam
Matrozen die net uit de EMMV komen, hebben wel van alles geleerd over het militaire leven, rangen en standen, maar van het werk dat ze uiteindelijk gaan doen weten ze inhoudelijk nog vrijwel niets. Dat verandert tijdens de opleiding die ze bij Stefan en de andere instructeurs krijgen. De eerste tien weken krijgen de aankomende TD’ers van hem vooral veel theorieles over elektrotechniek en werktuigtechniek in de klaslokalen. Daarna stromen ze verder door naar een van de volgende typeopleidingen: Mijnenjager, M-fregat, Onderzeeboot, Bevoorraders, LPD of LCF. De lessen van deze typeopleidingen vinden plaats aan boord van het desbetreffende type schip. Kiezen ze voor de LCF, dan houden ze Stefan als instructeur. Hem kunnen ze álles vragen over dit type schip, want hij heeft op alle vier de LCF’s van de marine gevaren en is er heel enthousiast over.
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 3
STEFAN PIPPER, KORPORAAL TD
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
RUBRIEK
Theorie is echt nodig Tijdens de eerste 10 weken theorie krijgen de matrozen les in het opleidingscentrum in Den Helder op de Marinekazerne Erfprins. Hier leren ze de basisbeginselen die ze later aan boord nodig hebben. Pas tijdens de typeopleiding, die 9 weken duurt, gaan ze aan boord kijken. “Theorie is echt nodig”, zegt Stefan. “Anders ga je aan boord en heb je eigenlijk geen idee waar je naar staat te kijken.” STEFAN LEGT HET HOOGSPANNINGSNET UIT
Tank met drinkwater leeg? Actie! Eenmaal aan boord maken Stefans leerlingen kennis met de verschillende systemen aan boord, zoals de voortstuwingsytemen (o.a. gasturbines en dieselmotoren), Platformsystemen (o.a. hogedrukluchtcompressoren) en energiesystemen (o.a. hoogspannings-dieselgeneratoren van 6600 Volt). “Aan boord leg ik onder andere uit hoe het hoogspanningsnet door het hele schip loopt en hoe het werkt, waar alle apparatuur staat, hoe de systemen in elkaar zitten, hoe ze ermee om moeten gaan en hoe je er onderhoud aan moet plegen. Maar zelf hoeven ze dat nog niet meteen te doen. Tijdens de negen weken ga ik ook met de cursisten varen. Dit is voor hen de eerste keer dat ze gaan varen en dit varen staat dan ook in het teken van een kennismaking met de algemene bedrijfsvoering aan boord van een LCF.” Wel lopen de nieuwe matrozen samen met een ervaren bemanningslid bijvoorbeeld zeewacht in de Technische Centrale, want ook ’s nachts vaart het schip door en moet er iemand zijn om acute storingen op te lossen. DE LCF HR.MS. DE RUIJTER
PAGINA 4
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
STEFAN PIPPER, KORPORAAL TD
Aan het eind van de typeopleiding hebben de cursisten basiskennis opgedaan van de apparatuur en van alle systemen aan boord, en moeten ze bepaalde handelingen kunnen uitvoeren. “Om maar iets te noemen: je hebt bijvoorbeeld een drinkwatertank met drinkwater. Zodra dat op is, gaat er een signaal naar de Technische Centrale dat er niet genoeg drinkwater meer is. Dan moet de matroos weten wat ’ie moet doen. Allereerst moet hij ervoor zorgen dat er wordt overgegaan op een andere drinkwatertank, zodat het schip in ieder geval weer voorzien is van drinkwater. Op dat moment heeft hij het eerste probleem opgelost. Dan komt het volgende probleem, namelijk dat die ene drinkwatertank nog steeds leeg is. Dus pakt hij zijn platformhandboek erbij – daarin wordt van elk systeem uitgelegd hoe het werkt en hoe je ervoor zorgt dat alles ook daadwerkelijk blíjft functioneren – en zorgt ervoor dat de tank weer wordt ‘opgetopt’, gevuld met water dus. Overigens kun je niet alle voorkomende storingen in die negen weken proppen, dus het gaat in eerste instantie om de belangrijkste basishandelingen waar je dagelijks mee te maken hebt.”
EEN THEORIELES OP MARINEKAZERNE ERFPRINS
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
STEFAN BEREIDT ZIJN LES VOOR
PAGINA 5
STEFAN PIPPER, KORPORAAL TD
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
Amerika, Puerto Rico, Venezuela… Tot hij instructeur werd, heeft Stefan heel veel gevaren. “Ik ben overal geweest, maar het leukst vond ik de reizen naar Amerika en naar warme landen als Puerto Rico en Venezuela.” De verre trips waren voor hem dé reden om bij de marine te gaan. “Ik wilde wat van de wereld zien en ik wilde iets met techniek gaan doen. Bij de marine kon ik dat mooi combineren.”
RUBRIEK
Tegenwoordig vaart hij nog maar een week of zes per jaar: gemiddeld drie keer per jaar de bedrijfsoriëntatievaart van ongeveer veertien dagen die bij de typeopleiding hoort. “Binnenkort gaan we weer, dit keer naar Stavanger (Noorwegen). Kunnen de matrozen ervaren hoe het is om ook echt te váren aan boord van de Hr. Ms. de Ruijter. Het mooie is dat ze dan alle systemen draaiend kunnen zien, want dat is aan de wal niet mogelijk.”
Als hij zou willen zou Stefan overigens wel weer langer weg kunnen, maar: “ Ik ben naast mijn werk bezig met een studie technische bedrijfskunde. Een deel van die studie wordt vergoed door de baas en als ik klaar ben, kan ik met m’n diploma doorstromen naar de officiersopleiding. Dat zou ik eigenlijk het liefst willen.”
IN DEZE RUIMTE LEERT STEFAN DE KLAS SLEUTELEN
PAGINA 6
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
STEFAN PIPPER, KORPORAAL TD
GEEN DAG IS HETZELFDE VOOR STEFAN
HIER LEGT STEFAN UIT HOE JE SPANNING MEET.
Meester Stefan blijkt minder streng Maar voorlopig heeft Stefan het nog heel erg naar zijn zin in zijn huidige functie. “Geen dag is hetzelfde. De ene dag sta ik voor de klas uit te leggen wat stroom, spanning en weerstand is, en hoe je die kunt meten, en de volgende dag staan we met z’n allen te sleutelen aan een dieselmotor.” Verder krijgt hij tijdens de opleiding meestal een heel goede band met zijn leerlingen. “Op zich kunnen ze met vragen en problemen naar hun mentor, maar ze stappen toch vaker op mij af omdat ik qua leeftijd en rang dichter bij ze sta.” De negentien weken worden meestal afgesloten met een etentje, en dan blijkt meester Stefan ineens een stuk minder streng dan zijn leerlingen dachten. “Achteraf kunnen ze er gelukkig wel om lachen dat ik bijvoorbeeld hun kamer heb geïnspecteerd en dat ik ze op typisch militaire wijze de nodige discipline heb moeten bijbrengen…”
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 7
LEVEN AAN BOORD (DEEL 2)
MIJNENDIENST
ARTIKEL
Tekst en foto’s: Jaime Karremann
LEVEN AAN BOORD (DEEL 2) Hoe het ècht is om aan boord van een marineschip te leven, kun je alleen weten als je het zelf ook echt een keer hebt meegemaakt. Jaime Karremann kan er inmiddels uit ervaring over vertellen: hij voer vier dagen en vier nachten mee met mijnenjager Hr.Ms. Makkum, op zoek naar bommen en mijnen in de Noordzee. SUBS vroeg hem om met ons te delen hoe dat voor hem was en dan niet alleen de jacht op gevaarlijke explosieven, maar vooral ook alles daar omheen: het varen, het samenwerken met anderen, het recreëren, de band tussen de bemanningsleden die op een mijnenjager - een relatief klein schip - automatisch behoorlijk hecht is, de variatie in werkzaamheden doordat je met betrekkelijk weinig mensen bent en samen toch alles moet doen om zo'n schip operationeel te houden...
“Attentie, hier spreekt de commandant”, klinkt het door het schip. “We liggen nu op 10 mijl voor de kust van Scheveningen. Vandaag en gisteren hebben we twee bommen met succes onschadelijk gemaakt. Na de oefening van vanmiddag met Hr.Ms. Maassluis gaan we ten anker, zodat onze duikers de schroeven kunnen controleren. Omdat we de afgelopen dagen zulk goed werk hebben geleverd, wil ik van de gelegenheid gebruikmaken: terwijl we voor anker liggen mag iedereen die niet is ingedeeld, van vier uur vanmiddag tot acht uur vanavond gaan vissen of zwemmen. De buitentemperatuur is 25 graden, de zeewatertemperatuur is 17 graden. Na acht uur vanavond zullen we het anker hijsen en doorvaren naar de Bruine Banken, waar we weer een bom gaan ruimen.” En tot slot: “Uit.”
PAGINA 8
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
ARTIKEL
MIJNENDIENST
LEVEN AAN BOORD (DEEL 2)
Kok vangt vis voor de maaltijd? Nadat de oefening met Hr.Ms. Maassluis succesvol is afgerond, komen verschillende mensen van de Operationele Dienst op post om het schip ten anker te laten gaan. De OD'ers zijn verantwoordelijk voor het besturen van het schip, voor het werk in de mijnenjachtcentrale, en voor werkzaamheden aan dek, zoals het uitwerpen van het anker. Met uitzicht op de Scheveningse pier zie ik de ankerketting razendsnel aan me voorbij schieten. Even later melden de eerste vissers zich op het halfdek. Een van de liefhebbers is matroos 1 Dennis van der Wal. Hij kan nog net even vissen voordat hij weer aan het werk moet in de kombuis, want Dennis is matroos bij de Logistieke Dienst Verzorging (LDV) en kookt dus aan boord. Ik vraag hem of we vis eten. Hij lacht: “Ja, dat wel, maar niet de vissen die ik vang vandaag: die gaan gewoon terug de zee in!”
Zonaanbidders nemen het ervan Nog geen tien minuten later hoor ik geschreeuw en gelach op het halfdek. Dennis haalt net twee makrelen tegelijk binnen. Hij heeft het duidelijk naar z’n zin, maar Sander naast hem heeft al één makreel méér gevangen en vertrouwt op zijn voorsprong. Na een half uur is het alweer gedaan met het vissen - Dennis staat inmiddels te koken in het kombuis. Voor het zwemmen zijn er niet veel liefhebbers. De meeste mensen zitten gewoon aan dek en genieten daar van de zon.
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 9
LEVEN AAN BOORD (DEEL 2)
MIJNENDIENST
Bommen ruimen bij het Engels plat Na een tijdje zijn de duikers weer terug aan boord, nadat ze de schroef hebben gecontroleerd. De duikuitrusting gaat af en wordt afgespoeld. Even later hoor ik een enorme plons. En nog ĂŠĂŠn. De duikers liggen weer in het water, maar nu zonder uitrusting, breed lachend. Vier sprongen later klimmen ook zij weer aan boord. De bemanning is intussen weer druk met werken of slapen: terug naar de orde van de dag. De commandant besluit het anker te laten hijsen en koers te zetten richting het Engels plat. Daar moeten nog een aantal bommen worden geruimd.
PAGINA 10
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
ARTIKEL
MIJNENDIENST
LEVEN AAN BOORD (DEEL 2)
Professioneel, strak én relaxed, én enthousiast Op de brug wordt gecommuniceerd met de Technische Centrale, want de diesels moeten weer worden opgestart. De bemanningsleden die net ontspannen met elkaar op het halfdek stonden te praten, richten zich nu weer op het hanteren van de afgesproken procedures. Geen lollige gesprekken over de verbinding - ze zitten meteen weer in hun andere rol: professioneel, strak en kort. Maar de sfeer wordt er niettemin geen greintje minder aangenaam op. Datzelfde geldt ook op de brug, waar één officier Zeedienst (de officier van de wacht) en één matroos Operationele Dienst (OD) staan. De OD’er is roerganger en krijgt zijn orders van de wachtsofficier, die de koers zorgvuldig controleert op de kaart en af en toe een blik op de radar werpt. Ondertussen hebben de twee het over de eerstvolgende reis van het schip naar de Oostzee. Een tweede matroos komt binnen en doet enthousiast mee in het gesprek. Waarom Tallin een leukere haven is dan Helsinki, kaatst de discussie heen en weer van de één naar de ander. Aan gespreksstof geen gebrek.
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
Doorvaren om de zee weer veiliger te maken Terwijl de mensen op de brug het schip veilig 100 kilometer uit de kust naar de volgende bom sturen, is de rest van de bemanning druk bezig met zijn of haar werkzaamheden of geniet van z’n vrije tijd. Diep in het schip controleert een matroos de temperatuur van de schroefas, een sergeant werkt in een kantoor de administratie uit van zijn personeel, een wachtsofficier ligt na zijn dienst te slapen, en in het cafetaria kijken matrozen op de tv naar de Champions League. De zon zakt langzaam in zee en de duisternis valt in. Hr.Ms. Makkum vaart rustig door om het leven en werken op zee weer veiliger te maken. Terwijl voor sommige bemanningsleden de dag er weer op zit, gaat voor anderen de werkdag juist weer beginnen.
PAGINA 11
DE ROLLENKAART (DEEL 3)
WIST JE DAT...
RUBRIEK
DE ROLLENKAART (DEEL 3)
VERLAATROL OP POST! VLIEGROL OP POST! Naast z’n gewone werkzaamheden heeft vrijwel iedereen aan boord van een marineschip een aantal neventaken of rollen. Op een speciale ‘rollenkaart’ staat voor iedereen precies aangegeven wat ’ie moet doen in bijzondere situaties: bij bevoorrading op zee (de BOZ-rol) , bij het aanmeren of afmeren (de meerrol), bij het opstijgen of landen van een helikopter aan dek (de vliegrol), maar ook bij drenkelingen of gewonden of écht grootscheepse calamiteiten waarbij iedereen het schip moet verlaten (de verlaatrol). De verlaatrol wordt voor alle zekerheid elke keer geoefend wanneer het schip uit een haven vertrekt – althans, tot aan het moment dat de reddingsvlotten daadwerkelijk overboord zouden worden gegooid… Tekst: Rita Meshulam
Voor de vliegrol hoeven in het Caribisch gebied geen speciale oefeningen worden gepland, want vaak is het daar sowieso zeker twee keer per dag en vaak één keer per nacht ‘raak’: dan gaat een heli vanaf het schip de lucht in voor een patrouille, en later weer terug. Ook op reizen naar bijvoorbeeld de Perzische Golf of de Middellandse Zee is de vliegrol aan de orde van de dag, soms voor patrouilles, soms tijdens oefeningen met andere schepen , maar ook om de vliegers voldoende gelegenheid te geven om het gevoel van opstijgen en landen op een varend schip in de vingers te houden..
PAGINA 12
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
WIST JE DAT...
Bij deze rol zijn vooral de mensen van de nautische dienst betrokken, de brug, de commandocentrale, de boordvliegtuigploeg (meestal een neventaak van mensen van de Logistieke Dienst Verzorging) en natuurlijk het helidek. De rest van de bemanning kan tijdens de vliegrol in principe doorgaan waar ’ie mee bezig was, hoewel… Tijdens de procedure gelden voor het hele schip wél bepaalde beperkingen: je mag geen hoofddeksel dragen, er mag niet gelast worden, en roken is tijdelijk verboden.
DE ROLLENKAART (DEEL 3)
Foreign Object Damage Een van de eerste dingen die in gang worden gezet wanneer er vanaf de brug wordt gepraaid dat er een helikopter komt ‘oplanden’ (“Vliegrol op post! Vliegrol op post!”) is een FOD-inspectie door de nautische dienst, oftewel een controle op Foreign Object Damage. Er wordt dan gecheckt of er geen losse dingetjes – schroefjes, kleine onderdelen of bijvoorbeeld smeulende peuken – aan boord van het schip liggen die door de luchtverplaatsing van de rotors van de heli omhoog gestuwd zouden kunnen worden en mensen in het gezicht zouden kunnen vliegen.
Ondertussen gaat de vliegdekofficier (VDO) naar het helidek om zich voor te bereiden op het ontvangen van de helikopter. Op de brug wordt tegelijkertijd een checklist afgewerkt met allerlei punten die van belang zijn voor een veilige landing. Bepaalde antennes worden bijvoorbeeld in laag vermogen gezet omdat ze anders storen op het instrumentarium van de helikopter, de officier van de wacht berekent de limieten waarbinnen het schip moet varen, en ’s nachts worden er speciale lichten aangezet. De commondocentrale-officier en de helikoperdirectie-officier maken zich in de commandocentrale gereed om het toestel via hun systemen te begeleiden, en tegen de tijd dat de heli nadert, staat de boordvliegtuigploeg klaar op het helidek om hem te ontvangen.
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 13
DE ROLLENKAART (DEEL 3)
WIST JE DAT...
RUBRIEK
Groen licht? Op het laatste moment stemmen de VDO, de officier van de wacht en de commandocentrale-officier met elkaar af – check, check, double-check – of het schip echt klaar is voor de landing. “Request green for land on”, vraagt de vliegdekofficier aan de officier van de wacht. Deze vraagt voor de laatste keer of de commandocentrale-officier het er mee eens is. Als alles echt in orde is, druk hij een groen licht aan en dat zien ze dan in de helikopter. Wanneer de heli even later aan boord is geland, gaan de mensen van de boordvliegtuigploeg er meteen op af om het toestel aan het dek vast te maken met lashings. For the time being zit de vliegrol er weer op; de normale werkzaamheden worden hervat en voor sommige mensen is het tijd voor een sigaretje…
DE ZIEKENMA SPRINGT OOK IN DE RHIB "REQUEST GREEN FOR LAND ON"
PAGINA 14
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
WIST JE DAT...
DE ROLLENKAART (DEEL 3)
Zinkend schip Van een heel andere orde is de verlaatrol. Als het goed is maak je die nooit ‘voor het echie’ mee, want met z’n allen het schip verlaten doe je – op zee althans – natuurlijk alleen in het meest extreme geval, namelijk als de boel dreigt te gaan zinken. Maar stel dat… Dan moet iedereen wel precies weten wat ’ie moet doen. Daarom staat dat niet alleen op de rollenkaart, maar wordt dat tot op bepaalde hoogte ook regelmatig beoefend.
Rood = waterdicht Stel dus dat een aanvaring met bijvoorbeeld een visserschip, een container of een walvis niet meer te vermijden is en het ergste wordt gevreesd… “Attentie hier de brug, commandant met spoed op de brug!” Terwijl de officier van de wacht het schip al druk aan het manoeuvreren is, snelt de commandant naar de brug voor spoedoverleg. Inderdaad, ziet hij ook, dit gaat niet goed! “Attentie hier de brug, een aanvaring met een container is niet meer te vermijden. Het is rood sluiten, rood sluiten!” Piep, piep, piep, klinkt het alarm. Beneden in het schip haast iedereen zich om alle deuren en luiken waar een rood teken op staat te sluiten. Als dat eenmaal gebeurd is, is het schip van binnen in elk geval waterdicht afgesloten. “Attentie hier de brug, het is einde rood sluiten, aanvang blanket search!” Het schip krijgt een andere sluittoestand, er gaan weer wat luikjes en deuren open, en de mensen van de NBCD-organisatie van het schip beginnen ruimtes af te lopen die ze controleren op scheuren, lekken en andere calamiteiten. VDO HAALT DE HELIKOPTER BINNEN
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 15
SUBS
Vliegrol
DE ROLLENKAART (DEEL 3)
WIST JE DAT...
RUBRIEK
Zwemvest aan, wit hoofddeksel op Als uit deze ‘blanket search, het aflopen van de ruimtes’ blijkt dat er bij de waterlijn een enorme scheur in de scheepswand is ontstaan die niet gedicht kan worden met het lekstopmateriaal aan boord, moet het uiterste scenario in werking worden gezet. “Attentie hier de brug, het is verlaatrol op post, verlaatrol op post!” Nu is het belangrijk dat iedereen goed weet welk vlotnummer en welke bijbehorende functie er op z’n rollenkaart staat. Er zijn een aantal genummerde reddingsvlotten, elk met een eigen vlotcommandant. Per vlot zijn er mensen ingedeeld om het overboord te werpen of om ervoor te zorgen dat er proviand meegaat aan boord. Terwijl de vlotten aan bakboord, aan stuurboord en op het helidek worden klaargemaakt om overboord gegooid te worden, hijst iedereen zich in z’n zwemvest gaat snel z’n ‘crashpack’ halen – een waterdicht afgeplakte plastic tas met droge warme kleren en ander overlevingsmateriaal – en zet een wit hoofddeksel op om straks op zee goed zichtbaar te zijn. Zo moet de hele bemanning binnen korte tijd ieder op een vooraf bepaalde plek klaarstaan om van boord te springen. IEDER VLOT HEEFT ZIJN EIGEN VLOTCOMMANDANT
Hier houdt de oefening op, maar wat er vervolgens in het echt zou gebeuren moet ook iedereen weten: de reddingsvlotten worden overboord gegooid, iedereen springt op het dakje van het vlot en neemt via de zijkant z’n uiteindelijke plaats in. Als alle vlotten compleet zijn, worden ze naar elkaar toe geroeid en aan elkaar vastgemaakt. Einde verlaatrol – en nu maar hopen dat er snel gereageerd wordt op de S.O.S.…
PAGINA 18
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
ARTIKEL
AANKONDIGING
E N I AR
M GEN DA
8 0 20
EENS E N I AR T DE M ERE KAN arineK J m I e D BEK EEN AN ngeren die d ben ig jo t heb VAN r wein den re kan
maa nde BS-le Er zijn oit van de a f voor SU uden ie o s n lu t geho l info have ar exc n rondvaar ee a v m l , e n t gezie r dit jaar ee rlijk met he tegenkom u e g u t e t d a w n r je , e p n wor d o e n r e hav ie je o schip waa het door d schepen d at van lf. Het e d z r n e e varen, is d mblé. v ove a h aco er de mee r, de L en ov S-lid mag Helde B n U e S D als rps detko Zeeka
JAARGANG 8
MARINEDAGEN 2008
NALE ATIO N E D DE ED: JAAR T GO ER E T H I D T ERT S F D E A N E N A VER JE L N VA IG JOU JA, HETE R N O E LUKK O G E V A G D R DE T N A MET VLOO ! MA DAGE N R E E E Z G E EIN N DE NEDA WE W TERR D VA MARI AAN E U T N O S I H R N JAAR T MA DE I WE DIT P HE AAN O K BBEN O T E O N H E . IG JAAR BS-T WEIN EER DIT E SU T K H O JK W C O I E L N E R R, E ENIG ATUU ELDE ID N H L N S E A! B IN D S SU RAMM L G A O R JOU BS-P VOOR L SU A A I SPEC EEN VEN: ! HRIJ NEL BIJ f C S N o I t S r a a ER de rondv WEES oor eiten
v ivit rijven S-act al dit Insch e SUB tent. Die z r e d n a S r o B r o U a v a op S in de zichtb doe je r duidelijk n Kamp ee ite jaar w ctivite r wel snel e rine A a s e erkt M e t he n bep n. W ) staa ijn maar ee ! (MAK z rd n boo ant er bij, w laatsen aa p l a aant
K CHEC UT! IT O
MMA OGRA R l P e ijn ve nMEEN gen z E e a p d G o e L n in A ar pe
en esche s de M tends Tijden ndse marin ek. ’s Och taculi c rla ub pe Nede r het p ovendien s verld voo en v a kgeste gs kun je b h in de ed ple da traties at je een go cte tij’s mid s n o d em exa laire d . Zorg dus chtigt! De n name a ten wach e kade bem aties en de d je in d str vin je aan de demon hepen an lde sc je bij aane t s e den v t ng da gt. e ope oekje ntvan van d mmab rrein o a e r t g e o r in r het p et ma t op h koms
SUBS-MAGAZINE 3
8 N 200 W A T: E G A NED MARI R: WAA ER HELD DEN : NEER 08 WAN LI 20 U J 3 &1 11, 12
PAGINA 19
AANGENOMEN!
KEURING MARINE
ARTIKEL
AANGENOMEN! AANGENAAM… Of je er nou altijd al van droomt om ‘later als je groot bent bij de marine te gaan, of dat je pas ontdekt dat dát het voor je is nadat je je in een ‘gewone’ baan stierlijk hebt lopen vervelen… Ooit komt voor iedereen die bij de marine wil werken het moment waarop hij of zij besluit: ik ga ervoor! SUBS vraagt een marinier, een officier Zeedienst en een korporaal Wapentechnische Dienst – vlak nadat ze waren aangenomen – waarom zij voor de marine en voor hun dienstvak hebben gekozen, hoe ze zich op de keuringen hebben voorbereid en wat ze daar achteraf van vinden.
EVERT-JAN MOOK (20), AANGENOMEN VOOR OPLEIDING TOT MARINIER DER EERSTE KLASSE Hoewel Evert-Jan als kind al wel belangstelling had voor de marine, bleef het aanvankelijk gewoon bij die jongensdroom. Maar toen hij bijna klaar was met zijn opleiding MBO Elektrotechniek, begon het toch te kriebelen. “Ik besefte dat ik spannender werk zocht, en dat ik iets nuttigers wilde doen”, zegt hij. Op beurzen sprak hij mensen van de marine en later besloot hij naar de Infodag te gaan. “Uiteindelijk heb ik gesolliciteerd bij het Korps Mariniers.” Waarom het Korps? “Het teamgericht werken spreekt me aan, en de discipline, de uitdaging. Het is een zware opleiding.” Ter voorbereiding op de keuringen volgde Evert-Jan een heel trainingsschema. “Bijna elke dag fitness, en daarnaast nog karate en zwemmen. De keuring viel me dan ook
PAGINA 20
best wel mee. Het hardlopen met de balken was het zwaarst, maar zelfs dat ging wel.” Alleen het lange wachten tussen de verschillende tests door, dat was minder. Voor de psychologische test had EvertJan zich niet speciaal voorbereid. “Maar die was uiteindelijk ook niet zo moeilijk.” Toekomstige kandidaten adviseert hij vooral om van te voren veel te sporten. Tot hij zelf aan zijn opleiding begint wil hij ook nog meer en nog zwaarder gaan trainen. “Ik ga nu ook meer aandacht besteden aan onderdelen die specifiek voor mariniers van belang zijn, zoals marsen met kisten aan en rugzak op.” Hij heeft er echt zin in. “Ik hoop hier met een team in binnen- en buitenland te kunnen werken aan vrede en veiligheid.”
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
ARTIKEL
KEURING MARINE
AANGENOMEN!
NADINE ARSENIE (18), AANGENOMEN VOOR OPLEIDING TOT OFFICIER ZEEDIENST Toen Nadine drie jaar geleden bij Sail 2000 een marineschip zag liggen, zag ze stiekem al voor zich hoe ze er zelf ooit één zou besturen. Ze hield van water en van de techniek, maar de beroepsvaart had haar nooit getrokken; het avontuur van de marine wél. Omdat elektrotechniek en administratie haar niet zulke spannende dienstvakken leken, koos ze voor de opleiding Officier Zeedienst. “Als ik vroeger meeging op het bootje van mijn oom en tante, moest ik ook altijd zorgen dat alle bruggen open gingen. Straks komt dat in mijn werk weer een beetje terug…” Toen Nadine eenmaal aan boord van het marineschip was geweest, was ze verkocht. Maar het duurde nog drie jaar voordat ze zich kon inschrijven voor de keuring. “Daar heb ik me dan ook goed op voorbereid op de testen. Vooral voor de Aanname en Advies Commissie (AAC). Je voert dat een soort sollicitatiegesprek van ongeveer 45 minuten met de commissie. Ik heb hiervoor de website goed bekeken en voor mezelf een
samenvatting gemaakt van alle punten waarvan ik dacht dat ze belangrijk waren. Ook heb ik alle functies bestudeerd en dan vooral de functie die ik zou willen doen. Daarna heb ik mijn motivatie op papier gezet.” Ter voorbereiding op de sporttest heeft Nadine vooral sit-ups en push-ups gedaan. De keuring vond ze redelijk goed gaan. “Het eindgesprek kwam alleen al vroeg zonder dat dit was aangegeven; ik kon toen nog niet al mijn vragen stellen.” Het zwaarst vond ze de psychologische test. “Ik had me hier wel op voorbereid door goed over mezelf na te denken, maar er werd echt ver doorgevraagd.” Andere kandidaten raadt ze aan om zich voor de keuring goed te verdiepen in het werk van de marine en in de functie waarop ze solliciteren. En om lekker fit op te komen voor de sporttest, natuurlijk. In de toekomst hoopt Nadine aan veel missies mee te kunnen werken, ook in het buitenland, liefst in wisselende teams.
WESLEY BOBBINK (20), AANGENOMEN VOOR OPLEIDING TOT KORPORAAL WAPENTECHNISCHE DIENST Op school werd Wesley gewezen op een Infodag van de marine. Dat leek hem wel wat. Later mocht hij ook nog mee met een vaardag. Ook daar had hij wel zin in. En inderdaad, tijdens die vaardag besefte hij dat dit was wat hij wilde: de marine. Hij hield altijd al van techniek en heeft er nu voor gekozen om Korporaal Wapentechnische Dienst te worden. “Om meteen korporaal te kunnen worden, moest ik wel eerst mijn MBO-opleiding afronden.” Op de keuring heeft Wesley zich eigenlijk helemaal niet voorbereid. “Ik ben er gewoon heen gegaan en dacht bij mezelf: ik merk het vanzelf wel.” Hardlopen en fitnessen deed hij al af en toe, maar niet
JAARGANG 8
speciaal voor de sporttest. “Toch viel die me erg mee, ik vond hem niet moeilijk. Alleen de krachttest was zwaar. Conditie heb je wel als je af en toe naar school fietst, maar kracht moet je veel gerichter trainen.” De psychologische test ging prima, vond Wesley, al moest hij wel lang op zijn beurt wachten. Voor deze test heeft Wesley maar één tip: blijf jezelf! Wesley loopt nu al stage bij de Koninklijke Marine en dat is dan ook hoe hij de toekomst ziet. De Eerste Martieme Militaire Vorming zal eerst even doorbijten worden, verwacht hij, en dan daarna door naar de schoolbanken. Als hij vervolgens echt in zijn functie gaat werken, hoopt hij veel aan onderhoud en controle van schepen te mogen doen. “Maar eerst nog even wachten tot de opleiding begint. Tot die tijd ga ik werken én elke dag hardlopen!”
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 21
MIJNENJACHT
SUBS DUIKEN DIEPER
RUBRIEK
MIJNENJACHT (DEEL 1)
S OP ZOEK SUB N E K I DE U D PER IE DSUBS DUIKEN DIEPER...
NAAR
BOM!
at e ga azin zoek uit g a r l -m onde artaa UBS or S (29) op . Elk kw rp. o v l e iaa rw ann rine Spec Karrem lijke Ma der onde e k n Jaim e Konin in een a bij d uikt hij d
MIJNENJAGEN & TECHNIEK
Tekst en foto’s: Jaime Karremann
Bij de Bruine Banken, ruim 90 kilometer uit de kust, kreeg een visser een paar dagen geleden de schrik van zijn leven: in zijn netten trof hij ineens een bom aan! Werk aan de winkel dus voor Hr.Ms. Makkum, een mijnenjager van de Nederlandse marine.
Na een nacht varen komt Hr.Ms. Makkum aan op de locatie die van te voren was opgegeven: de Bruine Banken. Het enige wat je om je heen ziet, is zee, zee, en nog eens zee. Maar toch. Onder dat onschuldig ogende oppervlak liggen blijkbaar nog wel eens gevaarlijke explosieven. Om heel stil en langzaam richting de bom te kunnen varen, gaat het schip hier over op elektrische vaart: e-vaart, zoals dat wordt genoemd. De gasturbine wordt ingezet om de elektromotor van stroom te voorzien.
PAGINA 22
DE PAP WORDT BESTUURD VANUIT DE MIJNENJACHTCENTRALE
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
SUBS DUIKEN DIEPER
MIJNENJACHT
Oplichtende puntjes Tijdens een mijnenjacht wordt het schip niet bestuurd vanaf de brug, zoals normaal gesproken het geval is, maar vanuit de mijnenjachtcentrale. In het midden van de centrale staat een groen oplichtende beeldkast, met daarin een digitale vorm van het schip. Hier zijn de positie van de gemelde bom en het bereik van de sonar te zien. Wat de sonar waarneemt, wordt zichtbaar gemaakt op een aantal beeldschermen in de centrale. Twee matrozen (operators) zitten daarop geconcentreerd te kijken naar de oplichtende puntjes (echo’s). Voor leken zien die er allemaal hetzelfde uit, maar geoefende ogen zien aan een echo met gemak of het een ribbel zand is of een bom.
De mijnenjager beschikt over twee sonars. EĂŠn daarvan heeft een groot bereik en kan grote voorwerpen al op vele honderden meters afstand zien. Als er een interessant contact is waargenomen, richt de aandacht zich op het rechter beeldscherm in de centrale. Daarop worden de gegevens vertoond van de zeer gevoelige sonar voor de korte afstand. Aan de hand daarvan kan meestal wel worden bepaald of het om een mijn of bom gaat, of misschien gewoon om een steen of ander ongevaarlijk voorwerp.
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 23
MIJNENJACHT
SUBS DUIKEN DIEPER
RUBRIEK
De contacten zijn wat vaag Vandaag zijn de contacten wat vaag en de Assistent Mijnenjacht Officier, korporaal OD Jeroen Karreman, stuurt het schip om het gemelde contact heen, zodat met de sonar de andere kant ervan bekeken kan worden. Terwijl Jeroen naar het kompas en het grote groene beeldscherm kijkt, stuurt hij het schip met twee stuurknuppels de juiste kant op. Dit moet heel voorzichtig gebeuren, want voor je het weet vaar je het contact voorbij en dan duurt het even voor de sonar het weer in beeld heeft.
Ook van de andere kant is niet goed te zien wat het contact precies is. Daarom besluit de Mijnenjacht Officier, LTZ2 Menno Visser, om de PAP het water in te sturen. De PAP is een gele mini-onderzeeboot die bestuurd wordt vanuit de centrale. Aan de onderkant ervan zitten een lamp en een camera, waarmee het contact op een tv-scherm in de centrale bekeken kan worden.
De dekploeg krijgt opdracht om de PAP in orde te maken. Even later wordt ’ie op het halfdek naar achteren gereden. Als alles gecontroleerd en aangesloten is, wordt de PAP met de kraan voorzichtig overboord gezet. Zodra de hij in het water is, wordt hij door de wapentechnische dienst naar voren gevaren totdat de commandocentrale de PAP kan zien en de controle kan overnemen. Even later stuurt korporaal OD Nathalie Nelemans de mini-onderzeeboot langzaam naar de positie van het contact. Geconcentreerd kijkt ze naar het tv-scherm, waar nu nog niets anders te zien is dan een zwart beeld met bovenin het kompas. Met stuurknuppels houdt ze de PAP op koers. Ook de Mijnenjacht Officier houdt het beeldscherm goed in de gaten. Hoewel de PAP een (mini-)onderzeeboot is, blijft ’ie tot boven de gemelde positie boven water. Dan laat Menno de PAP stoppen en geeft hij opdracht om het vaartuig onder water te laten gaan.
DGFDXG
DE PAP WORDT TE WATER GELATEN
PAGINA 24
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
SUBS DUIKEN DIEPER
MIJNENJACHT
Sneeuw onder water In de mijnenjachtcentrale neemt de spanning toe. De twee operators houden hun ogen gericht op de oranje beeldschermen, terwijl de Mijnenjacht Officier samen met Nathalie geconcentreerd naar het tvscherm zit te turen. De PAP zakt steeds verder naar beneden. De lamp onder het bootje gaat aan, maar nog altijd wordt er niet veel meer zichtbaar dan een soort sneeuw onder water. Plotseling komt de bodem in beeld. De ribbels op de zeebodem zijn goed zichtbaar en de PAP gaat langzaam vooruit. De besturing vanuit de mijnenjachtcentrale lijkt eenvoudig, maar is dat helemaal niet. Zeker niet door de stroming en de kabel die de PAP achter zich aan sleept.
“Ja, dat is hem!” Het is helemaal stil in de donkere centrale, op het geruis van de airconditioning na. Af en toe wordt die onderbroken door de koerswijzigingen die de Mijnenjacht Officier geeft. Ribbel na ribbel glijdt er door het beeld. Dan duikt er op het scherm plotseling een zwart gevaarte op. Nathalie laat de PAP direct stoppen. “Ja, dat is hem!” roept een van de duikers achterin de mijnenjachtcentrale. Het gevaarte wordt herkend als een Engelse 1000-ponder, een enorme vliegtuigbom. Hij ligt op wel 40 meter diepte, maar zelfs de zeesterren op de bom zijn nu goed te zien.
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 25
oe er: h umm ordt gen e end kw ie t volg chadelij ijke rol d s r In he n g n. o n e l ela pe om de b , en de b aarbij s d t k maa n duikers re erva
STUDEREN AAN HET KIM
BACK TO SCHOOL
STUDEREN AAN HET (DEEL 3)
RUBRIEK
KIM
Dat ze in de collegezalen en in hun studiehok doorgaans vooral studéren, dat is maar goed ook. Want het is natuurlijk wel de bedoeling dat Maurits en Canan, jongstejaars adelborsten aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), hun tentamens en opdrachten uiteindelijk halen. Maar zitten ze dan het hele jaar alleen maar met hun neus in de boeken…? Nou, nee! In dit nummer vertellen ze over verplichte nevenactiviteiten die soms weinig te maken lijken te hebben met hun studie, maar die bij nader inzien vaak toch echt wel ‘deel van de opvoeding’ blijken te zijn.
Neem nou dansles. Dat is waarschijnlijk niet het eerste wat bij je opkomt als je aan onze marine-officieren in opleiding denkt. Toch moeten ze allemaal kunnen stijldansen. Degenen die het al kunnen, krijgen ‘vrijstelling’ van de les – behalve de dames; al dansen die nog zo goed, soms moeten ze wel twee of drie cursussen achter elkaar meedoen, als ‘oefenmateriaal’ voor de heren. De dames zijn per slot van rekening veruit in de minderheid en zonder hen zouden de heren het nóóit leren...
PAGINA 26
MAURITS & Z'N MATEN
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
BACK TO SCHOOL
STUDEREN AAN HET KIM
Voor schut op de dansvloer Maar waarom moeten alle adelborsten eigenlijk kunnen stijldansen? Enerzijds omdat ze op het winterbal (in november) en tijdens het assaut (het jaarlijkse mega-galafeest op het KIM, meestal in april/mei) natuurlijk een goede indruk moeten maken, al was het alleen maar op hun ‘date’. Anderzijds moeten de adelborsten ook kunnen stijldansen voor het geval dat ze ooit bij een feestelijke ontmoeting met buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders ten dans worden gevraagd. Dat gebeurt weliswaar zelden of nooit, maar áls het aan de orde is, mogen ze natuurlijk niet voor schut staan!
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 27
STUDEREN AAN HET KIM
BACK TO SCHOOL
RUBRIEK
KIM-cross door de duinen Dan sport. Omdat je als toekomstig officier altijd fit en behendig moet zijn, wordt er meerdere keren per week gesport. En soms zijn er speciale sportactiviteiten. De KIM-cross, bijvoorbeeld, is een jaarlijks terugkerende race waarbij de heren een parcours van 8,2 kilometer moeten afleggen en de vrouwelijke adelborsten 4,2 kilometer. Canan: “Doordat je een heel stuk door de duinen moet rennen, en dan zo snel mogelijk, schijnt het érg pittig te zijn!”
Een evenement waar vaak reikhalzend naar wordt uitgekeken omdat het veel méér is dan sport, zijn de jaarwedstrijden. “Elk jaar is er een competitie van twee dagen – vrijdag en zaterdag – tussen de eerstejaars, de tweedejaars en de derdejaars.” Er is volleybal, basketbal, voetbal, zwemmen, atletiek, judo, et cetera, en ook nog een ‘special act’ – dit keer was dat een soort apekooi met de raarste ‘kunstjes’. “Zaterdag aan het eind van de dag werd bekendgemaakt dat de derdejaars hadden gewonnen”, vertelt Canan. “En dat terwijl wij vrijdag nog de besten waren… Maar de jaarwedstrijden zijn op zich ook bedoeld als een sociale happening: je komt iedereen tegen, trekt twee dagen lang intensief met elkaar op, en hebt een hoop lol samen.” DIT JAAR ZIJN HET DE C&A-WEDSTRIJDEN
PAGINA 28
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
BACK TO SCHOOL
STUDEREN AAN HET KIM
Proud to be fout
Zeekinderen
Op de vrijdag van de jaarwedstrijden werd er ’s avonds bijvoorbeeld een feestje gehouden met als thema ‘Proud to be fout’. “Dan mag je je voor één keertje zo idioot mogelijk aankleden”, vertelt Maurits. “Mijn outfit? Haha, die was vooral grappig én een beetje pikant. Meer zeg ik niet…” Er waren mannen met roze-paarse maillots, vrouwen met opgeplakte snorren, er liepen mensen op klompen, in suffe jaren-zeventig-kleding – hoe fouter, hoe beter!
Zaterdagavond direct na de jaarwedstrijden is het opnieuw tijd voor een feest. Dat begint met het pa-zeun-diner. “Pa is in dit geval zeepa of zeema (een oudstejaar adelborst), en die kan een of meerdere zeekinderen (jongstejaar adelborst) hebben”, legt Maurits uit. “Die avond eet iedereen met z’n eigen ‘zeefamilie’ aan tafel, en wordt er weer eens uitgebreid bijgepraat.”
EEN VAN DE DECORS VAN HET ASSAUT
Na het eten wordt er gewoon weer verder gefeest, met allerlei extraatjes die de tweedejaars hebben geregeld. “Dit jaar was er bijvoorbeeld een illusionist. Die was echt superleuk, hij deed van alles met kaarten en muntjes en ik snapte er helemaal niks van, echt heel knap”, vertelt Canan. “Verder was er ook een ‘casino’ gehuurd, althans drie speeltafels waar je onder andere kon pokeren – alleen met fiches, hoor, niet met echt geld. En we hadden een drive-in, dat was dan een dansvloer. Daar heb ik me vooral uitgeleefd.”
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 29
STUDEREN AAN HET KIM
BACK TO SCHOOL
RUBRIEK
Uitslapen tot twee uur ‘s middags Tja, en dan heb je dus vrijdag overdag jaarwedstrijden gehad met iedereen van het KIM, ’s avonds het ‘Proud to be fout’feest, zaterdag overdag nog meer sportwedstrijden, zaterdagavond het pa-zeun-diner en een grandioos feest… En wat gebeurt er dan zondag? “Uitslapen tot twee uur ’s middags!” lacht Canan. “Je zou op zich wel naar huis mogen, maar je moet ’s avonds alweer terug zijn op het KIM en je bent natuurlijk hartstikke moe van alles, dus vrijwel iedereen blijft dat hele weekend gewoon hier. En dat is best een keer leuk… Om in het bedje te liggen waar je normaal gesproken altijd vroeg uit moet, op de slaapzaal die je normaal gesproken altijd heel netjes moet houden… Overigens zaten we zondagavond wel weer helemaal terug in onze militaire discipline hoor!”
DE A&C/C&A-WEDSTRIJDEN LEVEREN LEUKE CONTACTEN OP
De jaarwedstrijden zijn altijd een goed meetpunt om te kijken waar mensen wel en niet in uitblinken, en dat is weer van belang voor een andere jaarlijkse wedstrijd die het ene jaar bij de land- en luchtmachtcollega’s in Breda wordt gehouden (dan heten het de C&A-wedstrijden, oftewel Cadetten&Adelborsten) en het andere jaar in Den Helder (en dan heten het de A&Cwedstrijden, de adelborsten voorop). “Dit jaar is het in Breda”, vertelt Maurits. “En eigenlijk is het altijd zo dat degene wint die de thuiswedstrijd speelt. Zij mogen – naast alle vaste onderdelen – drie keuzesporten aangeven, en dan kiezen ze natuurlijk sowieso drie sporten waar ze heel goed in zijn. En sommige dingen oefenen zij ook veel vaker dan wij.” Een ander probleempje is dat de cadetten met ongeveer duizend man zijn en de adelborsten maar met een stuk of tweehonderd. Maurits: “Zij hebben dus de luxe dat ze voor elk onderdeel hun beste mensen kunnen inzetten; wij hebben veel minder keuze. En bij elke sport moet een x-aantal dames meedoen en daar hebben zij er veel meer van dan wij. Onze dames moeten dus veel vaker komen opdraven.”
TOUWTREKKEN TIJDENS DE JAARWEDSTRIJDEN
PAGINA 30
SUBS-MAGAZINE 3
JAARGANG 8
RUBRIEK
BACK TO SCHOOL
STUDEREN AAN HET KIM
Zandhazen en vissticks Ook wanneer aan het eind van de dag de onderlinge strijd tussen de ‘zandhazen’ (de cadetten, die zich superieur voelen) en de ‘vissticks’ (de adelborsten, die zich óók superieur voelen) uitgestreden is, blijven de onderlinge grapjes en pesterijtjes gewoon doorgaan. Maar ondertussen zijn er wel degelijk weer leuke contacten gelegd en is de sfeer gezellig en vriendschappelijk, zeker tijdens het feest waarmee de A&C/C&Awedstrijden worden afgesloten.
Verbroedering Dat je makkelijk met verschillende mensen kunt omgaan is niet alleen belangrijk voor de gezelligheid, maar ook omdat je later tijdens je militaire werk verplicht zult samenwerken en samenleven met collega’s die je zelf niet uitkiest. Vandaar dat je daar op veel momenten alvast mee leert omgaan. Dat is elke dag ook heel duidelijk tijdens de middagmaaltijd: je mag dan namelijk niet zomaar aanschuiven bij je maatjes, nee, er is altijd een andere tafelindeling waarbij vier jongstejaars, twee tweedejaars en twee derdejaars samen aan één tafel moeten eten. “Daar komen soms de raarste gesprekken uit voort”, lacht Canan. En inderdaad blijkt het verbroederend te werken: Maurits en Canan kennen inmiddels alle adelborsten op het KIM, sowieso van gezicht, vrijwel allemaal van achternaam, en steeds meer mensen ook verder dan dat. Omgaan met mensen met wie je niets denkt te hebben – hier op het KIM hoort het erbij als een deel van je opvoeding.
JAARGANG 8
SUBS-MAGAZINE 3
PAGINA 31
COLOFON
SUBS-MAGAZINE IS EEN UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE MARINE. HET IS BESTEMD VOOR ALLE LEDEN VAN SUBS -DE JONGERENCLUB VAN DE MARINE- EN VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR.
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE: Silvana Amerika Caroline Hellendoorn Rita Meshulam, Veritaal Annelies de Reus, Veritaal Jaime Karremann Maartje van der Maas Kris Manders Susy Honer Koninklijk Instituut voor de Marine Audiovisuele Dienst Defensie
REDACTIEADRES Koninklijke Marine SUBS-magazine Postbus 2630 1000 CP Amsterdam
VORMGEVING Krijn Ontwerp, Nijmegen
AFMELDEN Wil je geen lid meer zijn van SUBS? Mail dit dan ff naar info@subs.nl, en vermeld daarbij je adres en geboortedatum.
DRUK Hollandia Printing, Heerhugowaard
INSCHRIJVEN Ben je nog geen lid van SUBS en wil je je inschrijven? Surf dan naar www.subs.nl, klik op CLUB en kies ’Lid worden’.
SUBS SUBS-MAGAZINE
JAARGANG 8
NUMMER 3
JULI 2008