Subs-magazine 1-2006

Page 1

SUBS

SUBS

MAGAZINE

KAARTENMAKERS

OP ZEE

ROBERT X,

ESSM

BBE-ER

EEN RAKET OM REKENING MEE TE HOUDEN

SNUFFEL 'JE MOET VOOR DIT WERK WEL

STAGE

STRESSBESTENDIG ZIJN!'

SUBS-MAGAZINE NUMMER 1 JAARGANG 6 JANUARI 2006


BIJZONDER SPANNENNNND!

VOORWOORD

BIJZONDER SPANNENNNNND! Gefeliciteerd! Op dit moment heb jij het eerste vernieuwde SUBS-magazine van 2006 in handen. Veel SUBS-leden wilden graag een groter en dikker magazine, en dan liefst ook nog vaker dan vier keer per jaar. Vaker is helaas niet gelukt, maar aan dat groter en dikker hebben we hard gewerkt. En nu zijn we natuurlijk hartstikke benieuwd wat je van deze splinternieuwe uitvoering vindt, dus stuur vooral ff een mailtje naar info@subs.nl.

INHOUD

Zo’n eerste feestnummer vraagt natuurlijk niet alleen om een nieuw uiterlijk en nieuwe rubrieken, maar ook om een extra bijzondere invulling van een ‘oude’ rubriek. Daarom hebben we voor ‘Een willekeurige werkweek van…’ gezocht naar een héél speciale kandidaat. Iemand die je normaal gesproken echt niet zomaar mag interviewen. Maar wij bleven aandringen. En aandringen. En nog harder aandringen. En uiteindelijk

VOORWOORD / INHOUDSOPGAVE

RUBRIEK

kregen we onze zin: helemaal exclusief voor dit nummer mochten we achter gesloten deuren een middagje praten met een officier van de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE), het geheimste clubje van de marine. Wij blij!!! Krijgen we eindelijk te horen wat zo’n BBE’er van dag tot dag doet... Dachten we. Nou, mooi niet dus: de acties van de BBE zijn nog steeds *top secret*! Zelfs voor ons, helaas... Maar gelukkig wilde Robert (wat natuurlijk niet zijn échte naam is) ons wel het een en ander vertellen over de trainingen van de BBE. En hoe het is om 24 uur per dag, zeven dagen per week stand-by te zijn, klaar om een terroristische aanslag te verijdelen, bijvoorbeeld. Speciaal genoeg? Wij vonden het in elk geval errrrrrg spannend! Wat we verder voor jou in petto hebben voor 2006? Dat is nou typisch iets wat wíj nog even *top secret* willen houden ;-) Veel leesplezier! Silvana Amerika Coördinator SUBS

KAARTENMAKERS OP ZEE PAGINA 03

ROBERT X, BBE ER PAGINA 15

MAARTJE EN DE MARINE PAGINA 06

SNUFFELEN BIJ DE MARINE PAGINA 20

IEDEREEN HEEFT WEL EENS IETS VAN ONS NODIG PAGINA 08

VAN HET FORUM GEPLUKT PAGINA 22

WIST JE DAT... EVOLVED SEA SPARROW MISSILE PAGINA 12

SEA SIGHTS PAGINA 23

PAGINA 2

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


ARTIKEL

HR. MS. SNELLIUS

HYDROGRAFISCH OPNEMINGSVAARTUIG

KAARTENMAKERS OP ZEE

Als jij wilt weten hoe je op de fiets het makkelijkst van A naar B komt, dan pak je er waarschijnlijk een stadsplattegrond of een landkaart bij. Iemand die de vaarroute van een schip moet uitstippelen, baseert zich ook op zo’n soort ‘plattegrond’: de zeekaart. Daar kun je precies op zien hoe diep het water op verschillende punten is, waar er eventuele wrakken liggen, wat her en der de grondsoort van de bodem is – en nog veel meer. Maar waar komen al die gegevens vandaan? En hoe worden ze ingewonnen? We vroegen het aan Sjoerd Knoop (22), officier in opleiding aan boord van de Hr.Ms. Snellius, een hypermodern hydrografisch opnemingsvaartuig.

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

Een hydrografisch opnemingsvaartuig (HOV) is speciaal bestemd voor het inwinnen van informatie waarmee andere schepen – zowel de beroepsvaart als de recreatievaart – veilig de zee op kunnen. Nederland heeft er twee: de Hr.Ms. Snellius en de Hr.Ms. Luymes. Die zijn allebei eind 2004 in gebruik genomen en zijn dus nog hartstikke nieuw. En dát merk je wanneer je rondloopt aan boord: veel moderne technische snufjes, veel geavanceerde hulpmiddelen, veel snelle computers met superslimme programma’s...

PAGINA 3


HYDROGRAFISCH OPNEMINGSVAARTUIG

“Onze opnemingsvaartuigen zitten eigenlijk altijd op zee”, vertelt Sjoerd. “Het hele jaar door, behalve met kerst, varen we voortdurend heen en weer over de wateren die wij in beeld moeten krijgen: het Nederlandse deel van het continentaal plat hier in Europa, plus de wateren rondom de Nederlandse Antillen en Aruba. Steeds in evenwijdige paden, van bijvoorbeeld honderd meter breed. Wij varen dan in het midden van dat pad, om vijftig meter naar links en vijftig meter naar rechts alles te registreren. En daarna pakken we het volgende pad, precies aansluitend. We gaan namelijk voor honderd procent dekking.” Maar als je nou op een gegeven moment elk stukje zee hebt gemeten, komen de Snellius en de Luymes dan werkeloos in de haven te liggen? “Nee joh, we zijn nooit klaar! Door de stromingen in het water verandert de zeebodem continu. Er kan zomaar ineens een mijn gevonden worden die er vijf jaar geleden nog niet lag; die is dan in de loop van de tijd omhoog gewoeld. Dieptes veranderen ook. En een wrak kan bijvoorbeeld verschuiven. Daarom beginnen we om de zoveel jaar weer van voren af aan. Want als onze eerdere metingen niet meer kloppen, dan moeten de zeekaarten natuurlijk ook worden aangepast. Dat laatste doen ze dan in Den Haag, bij de Dienst der Hydrografie. Zelf maken wij namelijk geen kaarten: wij zorgen alleen voor de juiste gegevens. Nou ja, alleen...”

PAGINA 4

HR. MS. SNELLIUS

ARTIKEL

SLIMME SNUFJES VAN DE SNELLIUS

ELEKTRONISCHE KAART Hr.Ms. Snellius en de Hr.Ms. Luymes zijn de enige twee marineschepen die uitsluitend op de elektronische kaart varen. Alle andere schepen maken nog gebruik van papieren zeekaarten, al dan niet in combinatie met het computergestuurde ECDIS (Electronic Chart Display and Information System). Dankzij de elektronische kaart is Sjoerd als wachtsofficier veel minder tijd kwijt met het voorbereiden van vaarroutes dan collega’s op schepen die nog niet volledig digitaal varen.

MAGNOMETER Met behulp van de Seaspy Magnometer worden metalen deeltjes in of op de zeebodem opgespoord. De magnometer hangt 240 meter achter het schip en staat in verbinding met een beeldscherm boven in het schip. Zodra hij iets van metaal tegenkomt, slaat er op het scherm een lijntje uit. Dat kan betekenen dat er bijvoorbeeld een mijn op de bodem ligt, of zelfs een wrak. Een opvallende uitslag wordt natuurlijk altijd verder onderzocht.

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


ARTIKEL

HR. MS. SNELLIUS

HYDROGRAFISCH OPNEMINGSVAARTUIG

HIGH SPEED SIDE SCAN SONAR Met deze sonar wordt een plaatje van de zeebodem gemaakt (de zeediepte gemeten), over de volle breedte van het pad. De ’side scan’ kan namelijk niet alleen naar beneden ’kijken’, maar ook opzij. De sonar hangt achter het schip aan een kabel, meestal ongeveer tien meter boven de bodem. Daar vandaan zendt hij pulsjes uit naar de bodem, die vervolgens worden teruggekaatst. Hoe langer het duurt voordat de pulsjes terug zijn, hoe dieper de zee op dat punt is. DE "SIDE SCAN"

VISSEN

MULTIBEAM

De High

De Simrad EM3000 Multibeam is een tweekoppige

Speed Side

sonar waarmee de zeebodem heel nauwkeurig in

Scan Sonar

beeld kan worden gebracht. Doordat hij pulsjes

en de

uitzendt in bijna alle richtingen en hoeken, kan

Magnometer

hij zelfs een schuine bodem of een grillig

worden door

obstakel goed ’opnemen’. Afhankelijk van de

de beman-

diepte kan de multibeam een pad bestrijken van

ning van de

maximaal 150 meter breed. Zelf bevindt hij zich

opnemingsvaartuigen

40 centimeter onder het schip. DE "VISSEN"

ook wel de ’vissen’ genoemd. Ze ’zwemmen’

DE HOV S VAN DE KM IN CIJFERS

alletwee

AANTAL SCHEPEN: 2 (Hr.Ms. Snellius en Hr.Ms. Luymes) LENGTE: 81,0 m BREEDTE: 13,1 m DIEPGANG: 4,0 m WATERVERPLAATSING: 1875 ton BOUWJAAR: 2003/2004 VOORTSTUWING: 1150 kW dieselelektrisch BEMANNING: 18-24 personen AANTAL SLAAPPLAATSEN AAN BOORD: 58

een eindje achter het schip aan.

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

PAGINA 5


MAARTJE & DE MARINE

BIKKEN

COLUMN

Maartje van der Maas (24) uit Spaarndam is als wachtsofficier geplaatst aan boord van de Hr.Ms. Willem van der Zaan. In augustus 1999 begon ze aan haar opleiding op het KIM; nu is ze bezig met haar PBI (stage) als LTZ 3 (luitenant ter zee der derde klasse). In deze column vertelt ze elk kwartaal over haar persoonlijke ervaringen bij de marine.

“Bik, bik, bik!” Waar je ook loopt over het schip, overal zitten bemanningsleden met een bikhamer in hun hand en het zweet op hun voorhoofd roest van de scheepshuid te bikken. Door het Kielerkanaal, tussen Denemarken en Duitsland, varen we van de Oostzee naar de Noordzee. Het is prachtig weer. Een mooie gelegenheid om de buitenkant van het schip eens op te frissen! De roestplekken moeten worden weggehaald en daarna moet er worden geschuurd, zodat er weer een nieuw likje verf tegenaan kan.

PAGINA 6

RUBRIEK

Ook ik, als PBI-officier van de wacht, krijg een bikhamer in mijn handen geduwd en mijn eigen stukje schip toebedeeld. “Zo, ga jij ook maar eens bikken, dan weet je meteen hoe goed de nautische dienst zijn best moet doen om het schip zo mooi grijs te houden.” Ik probeer nog tegen te sputteren door te zeggen dat ze me op de brug nodig hebben als officier van de wacht, maar dan word ik alleen maar heel hard uitgelachen: “Je weet toch dat er een speciale Duitse roerganger komt om ons door het Kielerkanaal te manoeuvreren, met twee Duitse loodsen?” Oeps… dat wist ik dus niet.

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

COLUMN

Een paar minuten later lig ik op de grond bij de reddingsvlotten om het roest daaronder vandaan te bikken. Twee van mijn collega’s hebben het beter bekeken: die fietsen de afstand van de Oostzee naar de Noordzee, een kilometer of honderd, mee langs het kanaal. Bij de passage mag het schip maximaal zes knopen varen, nog geen twaalf kilometer per uur, dus dat kunnen ze makkelijk bijhouden. Wanneer ze wegfietsen kijk ik hen jaloers na, met hun korte broeken en T-shirtjes lekker in de zon, terwijl ik met een lasbril en handschoenen onder een stel reddingsvlotten lig te bikken.

JANUARI 2006

MAARTJE & DE MARINE

Een uurtje later – en een kilo stof en schilfers én twee stijve handen verder – hoor ik opeens het Wilhelmus: we naderen het begroetingspunt aan het Kielerkanaal. Elke keer dat er hier oorlogsschepen langsvaren, wordt het volkslied gespeeld. Ik sta snel op, klop het stof van me af, zet mijn baret op en spring in de houding. Vanaf hier hebben we nog maar een uurtje te varen voordat we het kanaal uit zijn, weet ik. Mooi, dan ben ik eindelijk van dat zure gebik af!

Een aantal weken later liggen we in Tallinn, Estland, en hebben we een ‘alle hens’ op het helidek: de hele bemanning is bij elkaar geroepen. De commandant zwaait met een bericht en begint dat, na een inleidend praatje, met een brede grijns voor te lezen. Bij het begroetingspunt in het Kielerkanaal had een vriend van de minister van Defensie gestaan. Die had ons gezien en de minister een belletje gegeven met de mededeling dat ons schip er zo goed uitzag! Hierop had de minister een bericht gestuurd naar de commandant, om de Hr.Ms. Van der Zaan en al haar opvarenden te complimenteren. Hij was trots op ons, schreef hij. Heb ik toch niet voor niets staan bikken!

SUBS 1, JAARGANG 6

PAGINA 7


LDGB

BACK TO SCHOOL

RUBRIEK

EVO Logistieke Dienst Goederenbeheer (LDGB)

“IEDEREEN HEEFT WEL EENS IETS VAN ONS NODIG!”

Als je halverwege een internationale oefening ineens ontdekt dat je belangrijkste wapensysteem niet compleet is – of, bijna net zo erg: als je er midden op de oceaan achterkomt dat de koffiebekers op zijn – dan heb je dus wel even een probleempje. Maar gelukkig zal zoiets niet zomaar gebeuren. Elk marineschip heeft namelijk een bureau Bevoorrading, waar precies wordt bijgehouden wat er wel en niet aan boord is. Meer dan tienduizend verschillende artikelen worden hier beheerd, van paperclip tot printkaart, van vuilniszak tot volleybalnet, van wegwerpaansteker tot miljoenenonderdeel. Alleen eten en drinken, kleding en munitie ‘doen’ ze niet, maar alle andere goederen gaan wél via bureau BEVO. Hoe zij al die stromen veilig, efficiënt en secuur kunnen managen, dat hebben ze geleerd in de EVO LDGB.

PAGINA 8

Toen Björn Nachbahr 17 was, kon hij bijna niet kiezen. Aan de ene kant wilde hij dolgraag bij de marine, aan de andere kant leek het hem slim om eerst een mbo-diploma te halen. Uiteindelijk koos hij voor het laatste: “Daarna kan ik altijd nog bij de marine solliciteren, redeneerde ik.” Maar na zijn mbo-opleiding Facilitaire Dienstverlening kreeg hij meteen een baan aangeboden bij een groot distributiecentrum, in de beveiliging. “En ja, om daar nou nee tegen te zeggen... Ik besloot het gewoon een tijdje te proberen. En eigenlijk beviel het best: ik groeide steeds meer in mijn vak, kwam op een gegeven moment zelfs hogerop. Maar voordat ik het wist waren we vijf jaar verder, en de marine bleef trekken. Ik dacht: als ik het nu niet doe, dan komt het er misschien nooit meer van. Op mijn 24e hakte ik de knoop door: niet langer uitstellen, ik word nú matroos!”

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

BACK TO SCHOOL

LDGB

LEKKER VEEL AFWISSELING Welk dienstvak het beste bij hem zou passen, daar hoefde Björn niet lang over na te denken. “In mijn mbo-opleiding en in mijn eerste baan had ik al veel gedaan met logistiek en distributie. Ik wist dus al dat dat me lag. Bovendien houd ik van afwisseling: niet alleen lichamelijk werk, maar ook niet alleen denkwerk. En ik vind het leuk om contact te hebben met mensen en iedereen zo goed mogelijk te helpen. De Logistieke Dienst Goederenbeheer, of LDGB, leek mij dus op het lijf geschreven.”

Net als iedereen die bij de marine gaat, moest Björn eerst elf weken naar de EMMV (eerste maritieme militaire vorming) voordat hij daadwerkelijk kon beginnen aan de EVO (eerste vakopleiding). Maar op 14 februari 2005 – “Die datum vergeet ik nooit meer!” – was het dan eindelijk zover. Op de Kolonel Palm Kazerne in Bussum ging Björn de schoolbanken weer in, ditmaal om LDGB’er te worden.

DERDE DAG: EXAMEN! De EVO begon op maandag, het eerste examen was meteen al op woensdag. “Dat was wel even schrikken”, zegt Björn. “We moesten de hele organisatiestructuur van de marine uit ons hoofd leren: van de Minister van Defensie tot aan de laagste matroos, en alles daar tussenin. Maar goed, het stond allemaal wel heel duidelijk in een boekje dat we kregen, dus iedereen haalde een voldoende. En dat is dan wel lekker, natuurlijk: dat je één van de zes examens meteen achter de rug hebt!”.”

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

PAGINA 9


LDGB

In totaal duurt de EVO zeven weken. De eerste vijf weken krijg je theorie, de laatste twee weken hoofdzakelijk praktijk. Dat wil zeggen, oefenen op de computer met de systemen die je als LDGB’er moet kunnen drómen: VAS (voorraadadministratiesysteem) en VPA (voorraadpuntadministratie). “Elk vak wordt in één aaneengesloten blok behandeld en afgetoetst”, zegt Björn. “Soms ben je bijvoorbeeld vier dagen lang alleen maar bezig met het onderwerp gevaarlijke stoffen. Of een hele week alleen met logistieke documentatie. Dat zo’n vak aan het eind van het blok wordt afgetoetst, wil overigens niet zeggen dat je het daarna niet meer nodig hebt. Want de opleiding is zo opgebouwd dat elk onderdeel op het laatst weer terugkomt. In feite werk je de hele tijd toe naar het belangrijkste vak, VPA, de voorraadpuntadministratie. Dat systeem heb je als LDGB’er nodig bij bijna alles wat je doet: bestellingen regelen, goederen verstrekken, zorgen dat de voorraden kloppen, bijhouden wat zich waar bevindt, noem maar op. Het VPA-examen, het laatste examen van de opleiding, bestaat dan ook uit een grote praktijkopdracht. En daarvoor moet je niet alleen het systeem zelf helemaal snappen en beheersen, maar ook alle andere dingen die je in de loop van die zeven weken hebt geleerd.”

PAGINA 10

BACK TO SCHOOL

RUBRIEK

MEER DAN HONDERD TAKEN Na het examen volgt een stage van acht maanden: de PBI, of Praktische Bedrijfsintroductie. Daar is Björn nu mee bezig, aan boord van de Hr.Ms. Van Galen. “Ik heb een PBI-boek meegekregen met meer dan honderd taken die ik allemaal minstens één keer goed moet uitvoeren. Pas als de korporaal van het bureau Bevoorrading al mijn taken heeft afgetekend, word ik bevorderd tot matroos der eerste klasse.”

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

BACK TO SCHOOL

LDGB

RUIKEN AAN DE PRAKTIJK Overigens mocht Björn al vóór zijn PBIperiode even ruiken aan de praktijk: “Halverwege de opleiding zijn we met de hele klas op excursie geweest, een dag op de Zuiderkruis. We hadden natuurlijk al best het een en ander aan theorie gehad, maar persoonlijk zag ik nog niet helemaal voor me hoe het zou zijn, echt werken aan boord van een schip. Tijdens de excursie viel er een heleboel op z’n plek. We kregen de verschillende ruimtes te zien waar je als LDGB’er mee te maken hebt, en wat voor werk er dan allemaal op je af kan komen. En we mochten ook meehelpen, want ze hadden expres wat klusjes bewaard. Zelf liep ik mee met een matroos die de voorraden in een magazijn moest tellen. Andere mensen van mijn klas keken mee op het bureau of stonden bij de valreep om goederen in ontvangst te nemen. Na de excursie vond iedereen de lessen op school nog interessanter: het vak was echt gaan leven. Gelukkig is de praktijk me niet tegengevallen. Sterker nog, op de Zuiderkruis en nu op de Van Galen ben ik dit dienstvak eigenlijk alleen maar leuker gaan vinden!”

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

EVO LDGB (EERSTE VAKOPLEIDING LOGISTIEKE DIENST GOEDERENBEHEER) LOCATIE: Soldaat Ketting Olivier Kazerne, Soesterberg (lessen) en Du Moulin Kazerne, Soesterberg (verblijf) TIJDSDUUR: 7 weken school, 8 maanden PBI (stage) aan boord VOOROPLEIDING: VMBO (en 11 weken EMMV) AANTAL LEERLINGEN PER KLAS: 6-10 personen LEUKSTE VAK (VOLGENS BJÖRN): VPA ("Want aan de hand van dat programma leer je zo’n beetje alles wat je later aan boord moet kunnen.") MINST LEUKE VAK (VOLGENS BJÖRN): Logistieke basiskennis ("Veel droog stampwerk, maar ja, je moet al die termen en procedures natuurlijk wel weten...")

PAGINA 11


SEA SPARROW

WIST JE DAT ...

RUBRIEK

EVOLVED SEA SPARROW MISSILE: EEN RAKET OM REKENING MEE TE HOUDEN In het vorige SUBS-magazine heb je kunnen lezen over het allerlaatste redmiddel: de Goalkeeper. Maar voordat dit snelvuurkanon wordt ingezet, zal de vijandelijke raket eerst langs de Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM) moeten. En dat valt nog niet mee...

De ESSM is een splinternieuwe raket tegen luchtdoelen op korte afstand. Omdat onze marineschepen er pas sinds 2003 mee zijn uitgerust, vind je ze momenteel alleen nog maar aan boord van de fregatten van De Zeven Provinci毛nklasse. V贸贸r 2003 was de NATO Sea Sparrow (NSS) het belangrijkste wapen in deze categorie. Gaandeweg is daaruit de ESSM ontwikkeld.

PAGINA 12

LANCERING VANAF HMAS WARRAMUNGA

PRINCIPE VAN DE SPARROW-FAMILIE Al in 1947 werd in de Verenigde Staten gestart met het ontwerpen van een air-to-air missile (lucht-luchtraket), later bekend als de Sparrow. In de jaren zestig volgde er een variant die niet door vliegtuigen, maar door schepen werd afgevuurd: de Sea Sparrow. Tot in de jaren negentig was deze NSS aan boord van veel NAVO-schepen te vinden. Maar in diezelfde jaren negentig werd er ook hard gewerkt aan een opvolger. Die werd in 2002 voor het eerst gelanceerd door de USS Shoup. De verschillen tussen de NSS en de ESSM zijn groot: de laatste is sneller, heeft de allernieuwste elektronica aan boord, een groter bereik en een grotere oorlogskop. Maar het principe van de Sparrow-familie is al die tijd hetzelfde gebleven: alles draait nog steeds om het zogeheten beam-riding.

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

WIST JE DAT ...

SEA SPARROW

SCHERPE BOCHT NAAR BENEDEN

BEAM-RIDING Wanneer een raket wordt afgevuurd, moet hij natuurlijk wel weten waar hij heen moet. Op zich kun je dat van te voren instellen, maar dat heeft alleen zin als het doel op één plek blijft. Je zou de raket ook met de hand kunnen besturen, maar dat werkt niet als het vijandelijke doel heel snel vliegt – en dat is vaak het geval. Nog een optie: je bouwt een radar in de raket, zodat de raket zelf het doel kan zoeken en aanvallen. Probleem is dan wel dat de raket vrij groot moet zijn, omdat er een radar en een heel slimme computer in moeten passen. Een oplossing waarmee je al deze nadelen omzeilt is beamriding, hét kenmerk van alle Sparrow-raketten en dus ook van de ESSM.

De ESSM-raketten staan verticaal opgesteld in de lanceerinrichting op het voordek. Na het afvuren moet de raket vaak met hoge snelheid een scherpe bocht naar beneden maken. Geen probleem voor de ESSM, want die is daar speciaal voor ontwikkeld. Zodra de raket op koers is, krijgt de automatische piloot informatie over de plaats, snelheid en richting van het vijandelijke doel. Die info komt van het schip en is nog ‘gewoon’ ingewonnen met behulp van de scheepsradar of door andere schepen. Pas op het laatste moment wordt overgeschakeld op beam-riding. En dan, zodra de raket het vijandelijke doel dicht genoeg genaderd is, explodeert hij. Hij hoeft het doel niet eens echt te raken, want met één stukje van de ESSM kan de vijandelijke raket al worden uitgeschakeld.

:

Het idee van beam-riding (letterlijk vertaald zoiets als: ‘straalgeleiding’) is vrij simpel. Aan boord van het schip staat een geavanceerde APAR-radar die het vijandelijke doel ‘aanstraalt’. De teruggekaatste radarstraal wordt niet opgevangen door het schip zelf, maar door de ontvanger van de raket. Die weet daardoor precies waar hij zijn moet. LANCERING VANAF HR.MS. DE ZEVEN PROVINCIEN

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

PAGINA 13


WIST JE DAT ...

SEA SPARROW

De ESSM is niet bedoeld voor het aanvallen van vijandelijke vliegtuigen op grote afstand: daar wordt de Standard Missile voor ingezet. Waar de ESSM vooral geschikt voor is, is het schip verdedigen tegen supersnelle, wendbare raketten die vlak boven de golven vliegen. Overigens is ‘ie zelf ook niet langzaam: hij kan drie keer sneller dan het geluid!

RUBRIEK

SPECIFICATIES

:

NAAM: Raytheon RIM-162 ESSM LENGTE: 3,66 m DIAMETER: 0,254 m GEWICHT: 280 kg SNELHEID: Mach 3+ OORLOGSKOP: 39 kg LEVERANCIER: Raytheon AAN BOORD VAN: Marineschepen van 12 NAVO-landen, waaronder Nederland, Duitsland, Australie, Denemarken en de Verenigde Staten

LANCERING ESSM-RAKET

ESSM-LANCERINGEN

:

:

Het eerste Nederlandse marineschip dat ESSM-raketten afvuurde was Hr.Ms. De Zeven Provincien, en wel op 26 en 27 november 2003. Eerder dat jaar hadden een Australisch MEKO-fregat (HMAS Warramunga) en een Deens patrouillevaartuig (HDMS Peter Tordenskjold) al een aantal ESSM’s gelanceerd. Begin 2005 deed De Zeven Provincien opnieuw mee aan een oefening waarbij er ESSM’s moesten worden afgevuurd. De situatie was deze keer lastiger, maar ook deze oefening werd met succes afgerond. Samen met de APAR-radar blijken de ESSM en de Goalkeeper een uitstekende verdediging te vormen.

PAGINA 14

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

DE WERKWEEK VAN...

...ROBERT X, BBE-ER

“Je moet voor dit werk wel stressbestendig zijn”

Wanneer Robert (27) naar een verjaardagsfeestje gaat, heeft hij nooit veel te vertellen over zijn werk. En als je zijn moeder vraagt wat hij hele dagen doet, dan zegt ze: “Hmm, een beetje trainen, geloof ik.” Zelfs zijn naaste collega’s weten niet altijd waar Robert mee bezig is. Voert die jongen soms niks uit of zo? Of is zijn baan te saai voor woorden? Allebei fout: Roberts werk is fysiek en mentaal behoorlijk zwaar én het is hartstikke interessant – maar helaas ook zo geheim dat hij er nauwelijks iets over mág zeggen. Wij als SUBS-redactie mochten dan ook lang niet alles aan hem vragen, laat staan een (werk)week met hem meelopen, laat stáán foto’s van hem nemen en/of zijn echte naam weten. En we waren nog wel zo nieuwsgierig! Een officier bij de Bijzondere Bijstandseenheid (BBE), de anti-terreureenheid van het Korps Mariniers, krijg je per slot van rekening niet elke dag te spreken. Gelukkig wilde Mr X wel een klein tipje van de sluier voor ons oplichten.

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

PAGINA 15

“De mensen denken vaak dat het meteen knallen wordt als wij in actie komen”, zegt Robert. “En dat wij allemaal kleerkasten zijn van twee meter lang en drie meter breed, van top tot teen omgehangen met bommen en granaten. Maar dat rambo-achtige imago vind ik absoluut niet terecht. Wij mogen gedoseerd geweld gebruiken, maar doen dat alleen als het echt niet anders kan. En de meeste BBE’ers zijn heel gewone jongens, daar zie je verder niks aan.” We kijken nog eens goed naar Robert. Zo in zijn spijkerbroek en T-shirt ziet hij er inderdaad heel normaal uit. Fit, maar geen kleerkast. Het enige dat misschien opvalt is dat zijn mobieltje ook tijdens het interview per se aan moet blijven staan. “Als BBE’er moet je zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar zijn. We oefenen dag in, dag uit op noodsituaties die van te voren niet te voorspellen zijn. Met als doel, uiteraard, dat we ook echt onmiddellijk inzetbaar zijn als zo’n situatie zich voordoet.”


...ROBERT X, BBE-ER

DE WERKWEEK VAN...

RUBRIEK

POTTENKIJKERS

DREIGENDE TERRORISTISCHE AANSLAG De BBE wordt pas ingezet als de politie het niet meer aankan. “Wij lichten geen mensen van hun bed”, zegt Robert. “Daar zijn de arrestatieteams van de politie in principe voor. Die doen dat wekelijks, dagelijks zelfs. Alleen als de situatie dreigt te escaleren of als de politie niet de middelen heeft om een bepaald probleem aan te pakken, wordt de BBE ingeschakeld. Niet vaak dus, gelukkig. Maar wel bijvoorbeeld bij een vliegtuigkaping, een grootschalige gijzeling of een dreigende terroristische aanslag. Of bij een situatie waarbij chemische strijdmiddelen gebruikt zouden kunnen worden. Of als er iets aan de hand is op een schip of een boorplatform, want daar trainen wij ook regelmatig op.”

PAGINA 16

SUBS 1, JAARGANG 6

Dat trainen is meteen ook de hoofdmoot van het werk van de BBE’er. “We nemen elke keer een andere situatie en die bootsen we dan zo realistisch mogelijk na, liefst met echt materieel. Op Schiphol oefenen we bijvoorbeeld regelmatig met verschillende vliegtuigen. Dan mogen we een gangbaar toestel gebruiken, mits ze er daarna weer gewoon mee kunnen vliegen natuurlijk. Dat doen we dan wel ’s nachts, omdat we zo min mogelijk pottenkijkers willen hebben. Op bruggen en wegen is het vaak lastiger om ongezien te trainen, helemaal als je er ook nog een helikopter bij gebruikt.”

JANUARI 2006


RUBRIEK

DE WERKWEEK VAN...

...ROBERT X, BBE-ER

OMGAAN MET EMOTIES EN SPANNINGEN Vorige week heeft Robert met zijn peloton geoefend op een trein. Ergens op een verlaten spoor mochten ze een treinstel van de NS neerzetten. “Toen deden we dus net alsof die trein gekaapt was. Het peloton wordt dan verdeeld in groepjes die de verschillende betrokkenen moeten spelen: een aantal van ons zijn zogenaamd de terroristen, een aantal zijn de gegijzelden, en de rest oefent echt wat hij als BBE’er zou doen. Iedereen probeert zich natuurlijk zo goed mogelijk in te leven in z’n rol: de ‘terroristen’ doen hun best om de BBE’ers te slim af te zijn, de ‘slachtoffers’ zijn zogenaamd in paniek. Ondertussen moeten de BBE’ers in heel korte tijd de situatie overzien, goed nadenken en dan weloverwogen handelen. Onder grote druk goed omgaan met alle emoties en spanningen aan de ene kant, maar aan de andere kant ook precies weten hoe zo’n trein in elkaar zit, hoe ze naar binnen komen, hoe ze mensen eruit krijgen, waar alle knoppen zitten, waar het gevaar kan zitten.”

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

Natuurlijk mogen de BBE’ers er niet in het wilde weg op los schieten. Maar voor hun eigen veiligheid en die van de gegijzelde inzittenden van de trein, in dit geval, moeten ze wel heel goed kúnnen schieten wanneer de situatie daarom vraagt. Om daar zo realistisch mogelijk mee te oefenen, wordt er gebruik gemaakt van verfmunitie. Daarmee schiet je je collega niet echt neer, uiteraard, maar je doet ’m wel even pijn. “Als jij als BBE’er met verf wordt beschoten door de ‘terrorist’, dan voel je dus aan den lijve dat je iets fout hebt gedaan: je hebt de procedure bijvoorbeeld niet goed gevolgd, je was niet snel genoeg, je hebt misschien een inschattingsfout gemaakt. En dan loopt het dus niet goed met je af. Een belangrijke les om keer op keer te herhalen, want een échte terrorist schiet niet met verfpatronen...”

PAGINA 17


...ROBERT X, BBE-ER

Snel kunnen inschatten of er wel of niet geschoten moet worden, en zo ja, op wie en wanneer, is net zo belangrijk als goed kunnen schieten. “Daar kun je eigenlijk nooit genoeg op trainen. Ook qua karakter moet je echt stabiel en stressbestendig zijn om dit werk te kunnen doen: onder de meest extreme omstandigheden moet je beslissingen nemen waarmee levens gered worden – als het goed is.”

DE WERKWEEK VAN...

RUBRIEK

MAZZEL OP MAZZEL Tijdens zijn studie aan het KIM maakte Robert een oefening mee van de BBE. “Ik wist toen al wel dat ik officier zou worden bij het Korps Mariniers, maar ik had nog niet echt een specialisatie voor ogen. Na die oefening kwam de BBE meteen boven aan mijn lijstje te staan. Het leek me hartstikke spannend werk. Maar ik besefte ook dat ik weinig kans maakte: er komt maar eens in de zoveel tijd een officiersfunctie vrij binnen de BBE en dan moet je maar net beschikbaar zijn, en nog aangenomen worden ook.

Maar uiteindelijk had ik ontzettende mazzel. Na het KIM kon ik eerst een jaar als pelotonscommandant naar Curaçao, wat natuurlijk ook al boffen was. Daarna hoopte ik uitgezonden te worden naar Irak, maar daarvoor bleek ik te laat terug te zijn uit de West. Jammer, op dat moment, maar achteraf niet verkeerd, want een paar maanden later zochten ze een pelotonscommandant bij de BBE, en daar kon ik toen dus op solliciteren. En toen werd ik het nog ook!”

PAGINA 18

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

DE WERKWEEK VAN...

...ROBERT X, BBE-ER

WAT JE WEL MAG WETEN OVER DE BBE

Dat de BBE’ers stiekem oefenen op geheime locaties, en dat ze zorgen dat ze nooit herkenbaar in beeld zijn, heeft alles te maken met het gevaar dat voortdurend op de loer ligt. “Professioneel, omdat terroristen niet mogen weten hoe wij als BBE van plan zijn te reageren op een bepaalde situatie. Maar ook persoonlijk, omdat wij en onze families in ons privé-leven natuurlijk niet lastiggevallen willen worden door mensen met kwade bedoelingen.” Héb je dan überhaupt nog een privé-leven als je zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar moet zijn? “Nou ja, het is wel anders, ja. Ik moet dag en nacht onmiddellijk naar de thuisbasis van de BBE kunnen rijden als er iets aan de hand is. Dus ook op zaterdagavond laat ik het bij één of twee biertjes. En als ik naar het zwembad ga, dan laat ik mijn mobieltje achter bij de receptie, zodat ze me meteen kunnen optrommelen als ik word gebeld. Maar dat went. Het hoort bij dit werk, dat weet je als je hiervoor kiest. Waarschijnlijk voel ik pas echt wat het betekent om altijd stand-by te zijn wanneer dat straks niet meer hoeft. Maar dat mag van mij nog wel even duren, want voorlopig heb ik het hier ontzettend naar mijn zin.”

NAAM: Bijzondere Bijstandseenheid (BBE) van het Korps Mariniers TAAK: Terreurbestrijding in Nederland en assistentie bij terreurbestrijding in het buitenland EMBLEEM: Een zilveren duif die bij het opvliegen een gouden ketting verbreekt SPREUK: Semper Paratus Pro Justitia (Altijd Paraat Voor Gerechtigheid) OPRICHTING: Opgericht op 22 februari 1973, na de terroristische aanslagen bij de Olympische Spelen in Munchen in 1972 TOELATING: Zeer strenge selectie vanuit het Korps Mariniers OPLEIDING: 21 weken, specialisatie na elementaire vakopleiding (EVO) van het Korps Mariniers ’BLACK TULIP’: Grootschalige oefening die elk jaar door de BBE van het Nederlandse Korps Mariniers wordt georganiseerd voor terreurbestrijdingseenheden uit binnen- en buitenland, om te leren van elkaars fouten en successen ("Zonde van de tijd als iedereen steeds opnieuw het wiel moet uitvinden")

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

:

PRIVÉ-LEVEN? WELK PRIVÉ-LEVEN?

PAGINA 19


SNUFFELEN BIJ DE MARINE

SNUFFELEN BIJ DE MARINE

SUBS-LID IN DE SPOTLIGHT

RUBRIEK

De één weet als kleuter al dat ’ie later bij de marine wil, de ander blijft twijfelen. Op tv en in de bladen ziet het er allemaal wel stoer uit: lekker zweten aan boord van zo’n megaschip, een brandje blussen op het helidek, op je kistjes door de duinen rennen... Maar ís dat nou wel zo leuk, in het echt? Twee SUBS-leden wilden daar zelf wel eens achter komen en schreven zich in voor een snuffelstage bij de marine: drie dagen keiharde realiteit. En, nog steeds enthousiast?

WENDY

“Echt wel”, zegt Wendy Joeloemsingh (15) uit Den Haag. Zij droomt al jaren over het Korps Mariniers. “Maar ja, dat is alleen voor mannen hè? Dan maar iets anders bij de marine, dacht ik. Ik weet alleen nog niet wat. Maar na mijn VMBO-examen ben ik sowieso nog te jong om te solliciteren, dus dan wil ik een jaar Vrede & Veiligheid (V&V) gaan doen. Kan ik het allemaal nog eens goed op een rijtje zetten.”

PAGINA 20

SAMEN OP ÉÉN KAMER

ORDERS ZIJN ORDERS

Tijdens de snuffelstage ontmoette Wendy veel andere mensen, bijna allemaal ROCleerlingen van de oriënterende V&V-opleiding die zij zelf ook wil doen. “In totaal waren we met 99 stagiaires”, zegt Simeon Waard (15) uit Veendam. “Maar Wendy en ik en nog twee andere VMBO’ers waren de enigen die zich individueel hadden ingeschreven. Voor de rest van de mensen was de snuffelstage gewoon onderdeel van hun V&V-jaar. Die kenden elkaar dus ook al van tevoren. Ik kende niemand, maar je komt er heel makkelijk tussen: je moet steeds in groepjes samenwerken en ’s nachts slaap je met z’n zessen op een kamer.”

Vanaf het treinstation Den HelderZuid werden alle stagiaires maandagmiddag met bussen naar de marinekazerne Erfprins gebracht. “Daar kregen we eerst een kennismaking en een uitgebreide voorlichting”, zegt Simeon. “En er werd ons flink ingepeperd hoe het werkt in zo’n militaire organisatie. Orders zijn orders, dat idee. Als je niet goed oplet wat ze zeggen, volgt er meteen een maatregel, voor jouw hele groep. Komt er eentje te laat, bijvoorbeeld, dan allemaal twintig keer opdrukken!”

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

SUBS-LID IN DE SPOTLIGHT

SNUFFELEN BIJ DE MARINE

ZWIJGEND OVER DE BUNKER HEEN

SIMEON

Op dinsdagochtend, na een korte nacht (“Als je nog even wilt douchen, moet je er om vijf uur al uit!”) op Erfprins, vertrokken de stagiaires met z’n allen naar Texel. “Daar hebben we een film gekeken over het Korps Mariniers, allerlei kleine oefeningen gedaan, en macaroni gegeten”, vertelt Wendy. “En daarna hadden we een amfibische cross, het leukste maar ook zwaarste deel van de stage. We moesten hele stukken rennen door de duinen en over het wad, en ondertussen allerlei onhandige spullen meedragen: munitiekisten vol met zand, autobanden, boomstammen... En dan elke keer push-ups tussendoor, of een stukje sprinten, of het water in.” Simeon vond het allemaal niet te zwaar, maar wel lastig: “Vooral die spullen die we moesten meesjouwen, die maakten het moeilijk. En dat je schoenen en je kleren op een gegeven moment helemaal vol met zand en water zitten.”

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

Tegen het eind van de amfibische cross moesten de stagiaires groep voor groep over een bunker heen zien te klimmen. “Dan moet je elkaar dus voetjes geven en omhoog hijsen en zo”, zegt Wendy. “Maar niemand mocht iets zeggen, anders kon je weer van voren af aan beginnen. Gelukkig ging het bij onze groep in één keer goed.” “Straks gaan we terug naar Den Helder”, weet Simeon. “Daar krijgen we zelfverdediging, volgens mij.” Geen probleem, verwachten de twee SUBS-leden, want Wendy doet in het dagelijks leven aan kickboksen en Simeon aan judo. “En morgen gaan we dan nog schepen bekijken.”

SUPERVERMOEIEND Al met al hebben de twee SUBSleden een goed gevoel over de snuffelstage. “Ik hoef niet meteen volgende week wéér”, zegt Wendy eerlijk, “want het is ook wel supervermoeiend allemaal. Maar ik wil wel nog steeds heel graag bij de marine!” Wat was nou het leukste, behalve de amfibische cross? “Het slapen”, grijnst Simeon. “Maar dat was ook het kortste...”

PAGINA 21


VAN HET SUBS-FORUM GEPLUKT

>> SUBS-GAMES Hey peeps, ik heb nog een leuke game gevonden. Het spel heet NavyField. (NOENIE)Het is een vet spel, simpel, maar ik ben er al helemaal aan verslaafd. (EUROFIGHTER)Waar gaat het dan eigenlijk over? (MARTINE)Nou je bent commandant van een marineschip, en je moet op missies andere schepen vernietigen en je eigen schip ‘bouwen’. (PETER28)Mooi spel, goed gemaakt en mooie muziek! (WESSEL)

>> VROUWEN BIJ DE MARINIERS?!? Er kunnen best vrouwen bij de Mariniers. (OPSCHOOR)Vind ik ook wel, als ze maar aan de eisen voldoen, en als er geen gezeik van komt met de mannen. (RAMMSTEIN)Ikzelf vind niet dat het kan. Lichamelijk is het gewoon te zwaar. Dat is aangetoond. (POORTINGA)Wat wel bewezen is... is dat vrouwen over het algemeen slimmer zijn dan mannen en beter met stress kunnen omgaan. (SUPER-FLANKER)In Amerika mogen de vrouwen wel bij de Mariniers en dat is ook wel beter vind ik. (BOOSTER)Klopt. Maar je moet er sterk rekening mee houden dat Amerika, zeker in deze tijden, op oorlogsmissie is, en niet op vredesmissie, zoals Nederland. (HARDCORE)Ik denk dat niet elke vrouw onwijs sterk is of zo. Want je hebt van die types die al huilen als ze een nagel breken. Of onwijs hysterisch worden als ze een lieveheersbeestje zien *zucht*. Maar sommige weer wel, omdat ze onwijs veel doorzettingsvermogen hebben. Dus ze moeten gewoon mogen. Vanwege het doorzettingsvermogen. (DWB)

PAGINA 22

TOPICS

RUBRIEK

>> KORPS MARINIERS Ik doe elke ochtend push-ups, sit-ups en pull-ups, maar kan ik hier nog iets aan toevoegen? Zwemmen en hardlopen bijvoorbeeld? Is dat dan de juiste manier om én spieren én conditie te krijgen? (SPECTRE)Van touwtjespringen krijg je ook een goede conditie. Klinkt kinderachtig, maar boksers doen het ook. (PSV-MARINIER) Als je zwemt is je conditie goed.(MARINEGIRL)Ik rook, ik zuip, etc., doe geen sport, maar als ik regelmatig naar het zwembad ga is mijn conditie dus goed? (SUPER-FLANKER)

>> ZEEDIENST Zeedienst is mijn favo onderdeel van de marine. (REINDEER) Weet iemand misschien waar je dan allemaal heen vaart? (KOEN) Koen, waar de nood het hoogst is. De ene keer word je uitgezonden naar de kust van New Orleans, de volgende keer weer naar de golf van Irak of zo, dan weer een grote NAVO-oefening in Australië. Je weet nooit waar je precies heen gaat, overal en nergens... (COOL007BOY)

>> SAY HELLO De site ziet er echt goed uit. Sinds ik lid ben kom ik hier wel bijna elke dag. (KING)Het hele forum is gewoon vet cool. (OLIFANT)Vind ik ook. Ik vind het ook leuk dat je wallpapers en zo kunt downloaden. (KISSSSSSS)

Nieuwsgierig geworden naar het SUBS-forum? Kijken wat er nog meer gebeurt en/of zelf meepraten? Ga naar www.subs.nl, log in en klik op FORUM (onder FUN AREA).

SUBS 1, JAARGANG 6

JANUARI 2006


RUBRIEK

LINKS

SEA SIGHTS

SPECIALE EENHEDEN OP HET WEB

MEER OVER HET SCHIP VAN MAARTJE Op pagina 6 en 7 vertelt SUBScolumniste Maartje van der Maas over haar reis door het Kielerkanaal, aan boord van de Hr.Ms. Willem van der Zaan. Meer weten over dit M-fregat? Ga naar www.marine.nl/schepen/ eskader/fregatten/m-fregat/zaan. Veel details én mooie plaatjes – zowel onder ‘Bemanning’ als in de Fotogalerij.

De Bijzondere Bijstandseenheid (BBE), de anti-terreureenheid van het Korps Mariniers, heeft zelf geen officiële website. Maar als je met Google zoekt op bbe & mariniers, krijg je wel een lijst met meer dan 650 hits. Op bbe.korpsmariniers.com, bijvoorbeeld, vind je veel geschiedenis en achtergronden. De site is een persoonlijk initiatief (of, volgens eigen zeggen: ‘een uit de hand gelopen hobby’) van WillemMatthijs Crielaard, zelf overigens géén (ex-)BBE’er. Heel informatief! Meer weten over andere eenheden van het Korps? Ga dan naar www.marine.nl/mariniers.

STAGE BIJ DE MARINE Zou jij net als Wendy en Simeon (pagina 20 en 21) wel eens stage willen lopen bij de marine? Check de mogelijkheden op www.werkenbijdemarine.nl /werkenbij.php?m=020300. Niet alleen voor snuffelaars!

JANUARI 2006

SUBS 1, JAARGANG 6

PAGINA 23

HYDRO-HOE? Heb je het artikel over de Hr.Ms. Snellius in dit magazine gelezen? Dan weet je dus al dat onze marine twee hydrografische opnemingsvaartuigen heeft waarmee alle Nederlandse wateren voortdurend worden opgemeten. Speciaal opgeleide hydrografen maken daarna zeekaarten van de verzamelde gegevens. Maar hydrografen vind je ook buiten de marine: onder andere bij particuliere bedrijven die constructies in het water (of onder water) aanleggen. Die huren hydrografen in omdat ze precies willen weten waar er bijvoorbeeld een pijpleiding kan worden gelegd. Om wat voor bedrijven het gaat en hoe die opereren, lees je op www.hydrografie.net. Vooral leuk zijn de werkdagboekjes vanuit Singapore, Angola en – iets minder exotisch – Nederland. Als deze site je te beknopt is, ga dan naar hydrografie.pagina.nl voor een duizelingwekkend lange lijst met links. Waarvan er natuurlijk maar één de belangrijkste kan zijn: www.hydro.nl/ pgs/nl/ index_nl.htm. Kijk zelf maar!


COLOFON

HET SUBS-MAGAZINE IS EEN UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE MARINE. HET IS BESTEMD VOOR ALLE LEDEN VAN SUBS – DE JONGERENCLUB VAN DE MARINE – EN VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR.

TEKSTEN & REDACTIE Rita Meshulam, Veritaal Jaime Karremann Maartje van der Maas Silvana Amerika

REDACTIEADRES Koninklijke Marine SUBS-magazine Postbus 2630 1000 CP Amsterdam

BEELD Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Defensie Silvana Amerika

INSCHRIJVEN Ben je nog geen lid van SUBS en wil je je inschrijven? Surf dan naar www.subs.nl, klik op CLUB en kies ’Lid worden’.

VORMGEVING Krijn Ontwerp, Nijmegen DRUK Hollandia Printing, Heerhugowaard

AFMELDEN Wil je geen lid meer zijn van SUBS? Mail dit dan ff naar info@subs.nl.

SUBS-MAGAZINE NUMMER 1 JAARGANG 6 JANUARI 2006


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.