SUBS
SUBS
MAGAZINE FLITSENDE
VLOOT DAGEN JAIME’S
MIJNENJACHT AVONTUUR
JUMPEN MET
PATRICK & DION
EEN
FREGAT VOL
NUMMER 4
OEFENEN TUSSEN DE
BEBOUWING
EN
MEIDEN SUBS-MAGAZINE
MARNEHUIZEN:
MEER JAARGANG 7
VOORWOORD / INHOUDSOPGAVE
SUBS-MAGAZINE
RUBRIEK
VOORWOORD
LAATSTE MAGAZINE VAN HET JAAR Voor je ligt alweer het laatste SUBS-magazine van 2007. In dit magazine maak je kennis met een heel bijzonder onderdeel van het Korps Mariniers: de Tamboers & Pijpers (pagina 3 t/m 6). Als muziek je passie is en dan niet alleen om naar de luisteren, dan mag je dit artikel zéker niet missen!
Ondertussen zijn de scholen weer begonnen, ook bij de marine. In het komende nummer is ‘Back to School’ dan ook weer helemaal terug, met de belevenissen van twee gloednieuwe adelborsten die we gaan volgen tijdens hun eerste jaar aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM).
De mariniers oefenen steeds meer in ‘verstedelijkt gebied’, zoals dat met een mooi woord heet. Op pagina 6 t/m 9 vertelt trainingsofficier Frank je alles over de training van het 1e mariniersbataljon in het Fries-Groningse oefendorp Marnehuizen, dat voor de gelegenheid is ‘omgetoverd’ tot een plek waar verschillende groeperingen elkaar proberen te bestrijden.
Ben je dit jaar niet op de vlootdagen in Den Helder geweest? Check dan snel pagina 12 en 13 voor een verslag of bekijk de foto’s op www.subs.nl onder EVENTS / FOTOBOEK!
Veel lees- en kijkplezier!
INHOUD
Trouwe lezers zullen de rubriek ‘Back to School’ waarschijnlijk missen in dit nummer van SUBS-magazine. Heel opmerkzaam! Op het moment van schrijven hadden alle scholen en opleidingen van de marine namelijk zomervakantie, net als jij.
PAGINA 03
EEN BAKKIE DOEN BIJ... SANDER BERGMAN
PAGINA 06
MARNEHUIZEN, MILITAIR OEFENDORP
PAGINA 10 PAGINA 12
Silvana Amerika, Coördinator SUBS
EEN FREGAT VOL MEIDEN
PAGINA 14
SUBS DUIKEN DIEPER... MIJNENJACHT
PAGINA 16
MAARTJE EN DE MARINE
WIST JE DAT... DE BROWNING .50
PAGINA 19
FLITSENDE VLOOTDAGEN
JUMPEN MET PATRICK & DION
PAGINA 22
FOTO COVER: REDDINGSACTIE TIJDENS DE MEIDENVAARDAG
PAGINA 2
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
RUBRIEK
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
SANDER BERGMAN,
TAMBOER
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
… SANDER
BERGMAN
TAMBOER BIJ HET KORPS MARINIERS
Als muziek je met de paplepel is ingegoten, als je zelf op je vierde al begint met trommelen en daar vervolgens niet meer mee kunt stoppen, wat ligt er dan meer voor de hand dan een carrière in de muziek? Maar ja, wát voor carrière dan precies? Muziekleraar? Bij een filharmonisch orkest? Daar zou je járen voor moeten studeren aan het conservatorium. Een eigen bandje misschien? Dat betekent van schnabbel naar schnabbel reizen voor wat brood op de plank… Mmwwahhh… SANDER BERGMAN (21) heeft het beter voor elkaar. Die zit bij het Korps Mariniers en heeft daar continu te maken met zijn grote passie: muziek!
we je het hemd van het lijf > Mogen vragen, qua werk dan?
Heel graag zelfs. Ik ben hartstikke enthousiast, en dat deel ik het liefst met zoveel mogelijk mensen. daar gaat ’ie. Je zit bij de > Okee, Tamboers en Pijpers - klopt?
Yep. Al drie jaar, met heel veel plezier. Wij zorgen voor de muzikale begeleiding van alle mogelijke
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
ceremonies, met twee of vier of zes man – en soms nog met meer, afhankelijk van beschikbaarheid – óf met onze volledige bezetting van vijftien man. In dat laatste geval praat je wel over grote gebeurtenissen: de Nationale Vlootdagen, de Vierdaagse, de indienststelling van een nieuw schip, veteranendagen, maar ook huwelijken en begrafenissen binnen het Koninklijk Huis.
PAGINA 3
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
SANDER BERGMAN, TAMBOER
RUBRIEK
Maar je zit ook bij het
> Korps Mariniers, toch?
Ja, want zo werkt het: eerst moet je marinier worden, dán pas mag je de muziek in. Ik ben drieënhalf jaar geleden opgekomen voor de mariniersopleiding, maar meteen bij het begin wist ik al wat ik daarna wilde. Zodra ik m’n baret had behaald, ben ik meteen doorgegaan met studeren, oefenen, trainen, negen maanden lang, om tamboer te worden, trommelaar dus. Nog weer een poos later heb ik me aangesloten bij de steelband van het Korps, een onderdeel van de Tamboers en Pijpers.
>
Dus eigenlijk heb je drie beroepen?
Nou ja, het heeft natuurlijk wel allemaal met elkaar te maken. Je bent militair, en dat straal je sowieso uit. Door je uniform, door de strakke discipline waarin je wordt gedrild, door de gebeurtenissen waar je bij mag zijn, door de signaalhoorn die je mag blazen bij het hijsen van de Nederlandse vlag, en bijvoorbeeld vanwege het feit dat je – mocht het nodig zijn – je trommel kunt inwisselen voor een Diemaco C7, om maar iets geks te noemen.
PAGINA 4
STEELBAND: 'LEKKER LOSJES'
T & P: 'STRAK IN UNIFORM'
doe je tijdens een normale werkweek > Wat als er zoiets bestaat?
Ik houd me voornamelijk bezig met twee dingen: optreden en oefenen met de Tamboers en Pijpers, en optreden en oefenen met de steelband. die steelband weer heel wat anders > Is dan de Tamboers en Pijpers?
Ja, toch wel. Als marinier tamboer/pijper begin je altijd eerst bij de Tamboers en Pijpers. Uit de Tamboers en Pijpers wordt een steelband geformeerd van tien man. Dat leek me wel wat, dus daar heb ik me voor opgegeven. Zodoende. je voor de steelband ook nog > Moest weer een speciale opleiding volgen?
Ja, dat is echt een vak apart! Als tamboer ben ik gewend om allerlei verschillende ritmes te trommelen, maar de toonhoogte is altijd hetzelfde. Op een gewone trommel kun je geen liedjes spelen, zeg maar. Dat doen de ‘pijpers’: met hun piccolo’s, een soort dwarsfluitjes, zorgen die voor de melodie. Zelfs met één pijper en één tamboer kan dat nog – alleen je volume is dan natuurlijk wat minder. Bij de steelband heb je totaal andere ‘trommels’. Oorspronkelijk zijn dat lege oliedrums waar de onderkant van af is gehaald. De bovenkant is met hamers zo bewerkt – en op een heel slimme manier gestemd – dat je daar wél echte muzieknummers op kunt spelen. Ik moest daar dus ook noten voor leren lezen.
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
RUBRIEK
EEN BAKKIE DOEN BIJ...
SANDER BERGMAN, TAMBOER
Wat vind je het leukst aan je werk? >Leuk, leuk… De muziek van de steelband vind ik
leuk om te horen, en nog leuker om te spelen: lekker vrolijk en swingend. De sfeer is een beetje Caribisch, zeg maar. Ik ben zelf trouwens na mijn opleidingen [als marinier en als tamboer; red.] ook negen maanden lang op Aruba geplaatst. Verder zijn we met de Tamboers en Pijpers pas nog een week in Zweden geweest, eerder een keer in België, en ook Amerika staat nog op het programma. Niet verkeerd hè?
Je hebt vaak te maken met erg emotionele momenten, vooral voor de mensen die het betreft. Toen we een paar maanden geleden de zes finalisten van de POTOM bij hun intocht in Rotterdam mochten begeleiden, bijvoorbeeld – dat was een kippenvelmoment voor iedereen. Zodra die afgepeigerde jongens onze muziek hoorden, wisten ze dat ze het gehaald hadden. Zoiets geeft natuurlijk een geweldige kick, ook voor ons.
Tamboers en Pijpers lopen er altijd > De behoorlijk sjiek en serieus bij, terwijl de steelband een stuk ’losser’ overkomt.
je het gevoel dat jij van > Heb je hobby je werk hebt kunnen
Klopt. Dat vind ik ook best wel relaxed: dat we tijdens een optreden van de steelband niet superstrak in uniform spelen, iets meer kunnen swingen, meer mogen improviseren. Heerlijk! Maar de steelband treedt natuurlijk ook vooral op wanneer de stemming sowieso goed is. Dan heb je bijna per definitie een dankbaar publiek.
maken?
Absoluut. En die hobby is er nog steeds – ook in mijn vrije tijd doe ik nog van alles aan muziek. Maar zo’n salarisstrookje elke maand, dat maakt het wel extra mooi natuurlijk!
behalve ’leuk ? Zijn er ook op> En tredens die diepe indruk op je maken?
Veel optredens van de Tamboers en Pijpers zijn heel bijzonder. Je bent erbij op Prinsjesdag, bijvoorbeeld – ik had bij wijze van spreken de koningin kunnen aanraken toen ze de Gouden Koets uitstapte, terwijl andere mensen allemaal achter dranghekken stonden. Ook tijdens koninklijke begrafenissen sta jij op plekken waar een ander nooit zou mogen komen, heel dicht bij waar het allemaal gebeurt.
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
Zou jij ook wel bij de Tamboers en Pijpers willen? Daar hoef je echt geen X-factor voor te hebben! Tuurlijk is het handig als je al een beetje overweg kunt met een instrument, maar belangstelling, aanleg en doorzettingsvermogen zijn belangrijker. Het ’spelen zelf leer je voor een groot deel tijdens de opleiding.
PAGINA 5
MARNEHUIZEN
MILITAIR OEFENDORP
ARTIKEL
MARNEHUIZEN: OEFENEN TUSSEN DE BEBOUWING Op nog geen zes kilometer van de veerboot naar Schiermonnikoog, in het gemeentehuis van een mysterieus dorp, worden twee mariniers in gijzeling gehouden door een militante extreem-islamitische groepering. Die gebruikt het dorp als toevluchtsoord en oefent zware druk uit op de lokale burgers en vluchtelingen, die er eigenlijk geen leven meer hebben. Een paar dagen geleden is er een internationale VN-troepenmacht gearriveerd om orde op zaken te stellen, maar na een aantal acties tegen de militanten gijzelden deze twee leden van het 1e mariniersbataljon van de Nederlanders. Prioriteit voor vandaag is deze gijzelaars te bevrijden. Angst en spanning alom…
PAGINA 6
Marnehuizen is een militair oefendorp op de grens van Friesland en Groningen, waar militairen worden voorbereid op buitenlandse Operaties in Verstedelijkt Gebied. Behalve een gemeentehuis is er een bakker, slager, een supermarkt en een moskee, staan er brievenbussen en telefooncellen, en vooral een heleboel ‘oefenhuizen’. Alle gebouwen zijn leeg, onbevoorraad, ongemeubilaird en onbewoond. Maar dat wil niet zeggen dat er hier in deze spookstad niets te beleven valt. Integendeel… Op dit moment maakt het 1e mariniersbataljon zich klaar voor de grote bevrijdingsactie: straks gaan ze het gemeentehuis ontzetten!
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
ARTIKEL
MILITAIR OEFENDORP
MARNEHUIZEN
Onoverzichtelijke strijd Nu het steeds belangrijker wordt dat militairen zich tijdens buitenlandse missies ook midden tussen de bebouwing weten te redden, zijn zelfs de pittigste survivaltrainingen in de ruige natuur niet meer genoeg om onze mariniers klaar te stomen voor een uitzending naar bijvoorbeeld Irak of Afghanistan. Frank (27), trainingsofficier van het 1e mariniersbataljon en een van de bedenkers van het scenario dat deze week in Marnehuizen wordt uitgevoerd, vertelt: “We hebben tegenwoordig vooral te maken met interne conflicten binnen een bepaalde regio. Dan zitten er bijvoorbeeld verschillende strijdende groeperingen in één stadsdeel, wat voor zo’n VN-operatie natuurlijk heel onoverzichtelijk is. Terroristen of gewapende milities zetten burgers onder druk om ze onderdak of andere steun te verlenen, zodat het gevaar op een gegeven moment overal op de loer ligt. Als buitenlandse coalitie moet je dan extra zorgvuldig te werk gaan: heel erg oppassen dat je met het uitschakelen van de onderdrukkers geen burgerslachtoffers maakt, maar ook dat je zelf niet in de val loopt.”
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
Alle partijen een eigen kleur Marnehuizen is erop gebouwd om dat soort dingen te kunnen oefenen. Bepaalde huizen, waaronder ook het gemeentehuis, zijn voorzien van sensoren. Die registreren onder andere het schieten van de mariniers, die zelf – net als hun wapens – ook zijn uitgerust met sensoren. Zo kan er ergens anders op het terrein, in een zogeheten ‘control house’, op computerschermen worden bekeken wat er binnen in de huizen gebeurt: wie zich waar bevindt, met welk wapen er wordt geschoten op wie, en wat voor effect dat heeft.
PAGINA 7
MARNEHUIZEN
Frank: “Als op de computer te zien is dat een marinier geraakt is, in dit geval alleen met een laserstraal, maar dat moet dan natuurlijk een kogel voorstellen, dan krijgt die meteen via een microfoontje te horen: je bent gewond, bijvoorbeeld. De getroffene moet zich dan daadwerkelijk als gewonde gaan gedragen en de anderen moeten daarop reageren. Op het scherm zie je bewegende blokjes op basis van informatie vanuit de sensoren en GPS; voor elke partij hebben de blokjes een andere kleur. Alles wat live op het scherm te zien is, kan ook na afloop weer worden bekeken. Op die manier evalueren we of sommige dingen misschien beter hadden gekund.”
LD BEE TER SE' MPU HOU O L C O HET NTR 'CO E D IN
PAGINA 8
MILITAIR OEFENDORP
ARTIKEL
Reddingsoperatie Met veel kabaal vliegt er een straaljager over. “Show of force, noemen we dat”, legt Frank uit. “Dat de militanten wel even weten dat het nu menens is.” Ondertussen zijn er van alle kanten al voertuigen en militairen aan komen rijden om het gemeentehuis te omsingelen. Niemand kan er meer in of uit. Dan begint de echte reddingsoperatie. Volgens scenario wordt het gebouw van drie kanten tegelijk geënterd: van onderen door de rioolput, op de begane grond door een zijdeur, en op de eerste verdieping via een brandtrap. Maar dat laatste valt tegen: kennelijk is de bovenste deur van binnen uit gebarricadeerd, want daar komen de jongens er niet door. “Dit staat niet in hun scenario, dus nu wordt het improviseren”, zegt Frank. “Maar in de praktijk gaan de dingen ook zelden of nooit volgens plan, dus het is heel belangrijk dat ze zo oefenen. Waar het nu op aan komt, is dat ze goed met elkaar blijven communiceren, via hun oortjes en microfoontjes. Hee, kijk!” De deur op de eerste verdieping vliegt open; dat is het werk van de mariniers die al eerder vanaf beneden naar binnen waren gekomen. Op de brandtrap staan de anderen klaar om het gemeentehuis alsnog in te gaan.
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
ARTIKEL
MILITAIR OEFENDORP
MARNEHUIZEN
Deel van de omsingeling Heel voorzichtig iedere kamer checken De militanten geven zich niet over. Het gebouw wordt kamer voor kamer ‘gezuiverd’: waar zitten de militanten, zijn er ook nog onschuldige burgers in het gebouw, en hoe is het met onze gijzelaars? Er wordt geroepen, gekeken, geschoten, een gewonde wordt afgevoerd, er gaan nog meer mariniers naar binnen, en minstens een halfuur lang lijkt het één grote chaos voor wie de communicatie tussen de mariniers zelf niet kan volgen. Maar uiteindelijk blijken die echt wel te weten wat ze doen. Het eind van het verhaal is namelijk dat de twee gijzelaars honderd meter verderop levend en wel uit een rioolpijp stappen, om onmiddellijk in veiligheid te worden gebracht. De ‘bad guys’ zijn overwonnen, de ‘good guys’ tevreden. Op naar de evaluatie van deze oefening, en dan vanavond patrouilleren. Met wie ze dan te maken gaan krijgen, dat weten alleen de bedenkers van dát scenario.
OKTOBER 2007
“Ik ben zelf niet in het gemeentehuis geweest, ik was deel van de omsingeling”, vertelt marinier Rob. “Daar hadden we een café voor vrijgemaakt: burgers eruit, wij erin. Die burgers probeer je dan op zich wel in de buurt te houden, zodat je ze achteraf vragen kunt stellen. Het café zelf hebben we tijdens de bevrijdingsoperatie gebruikt als eerstehulppost.”
LAURENS & STEVEN WAREN 'GEGIJZELDEN'
ROB WAS DEEL VAN DE OMSINGELING
Liever bevrijder dan slachtoffer of vijand Hoe hebben de gegijzelde mariniers de oefening van vandaag ervaren? “Indrukwekkend”, zegt Laurens. “Je weet wel dat het nep is, maar toch… Ik ben zogenaamd gemarteld door de vijand, omdat zij informatie uit me wilden krijgen, en ik moest ervoor zorgen dat een aantal van hun mensen vrijgelaten zouden worden. Nee, natúúrlijk heb ik ze hun zin niet gegeven!” Steven speelde in een soortgelijke oefening een keer de vijand. Welke rol het leukst is? “Die van de bevrijder!”, vinden beide mariniers. “Dat is per slot van rekening ook echt het werk dat we gaan doen.”
SUBS 4, JAARGANG 7
PAGINA 9
COLUMN
MAARTJE & DE MARINE
AANVALLEN?
RUBRIEK
KOM MAAR OP! Om het ons extra lastig te maken, komen er mensen aan boord om ons ‘op te werken’: zij gaan (nep)brandjes stichten, (nep)lekkages veroorzaken, (nep)gewonden op moeilijke plaatsen neerleggen... En dat terwijl BALTOPS buiten het schip óók gewoon doorgaat. DE 'BRANDBESTRIJDINGSPLOEG'.
Maartje van der Maas (26) woont in Alkmaar en is wachtsofficier aan boord van een van de nieuwste schepen van de Koninklijke Marine: Hr.Ms. Tromp. Na een wereldreis van een half jaar en een aantal weken vakantie begint ze samen met haar collega’s aan de volgende grote internationale oefening.
PAGINA 10
“Attentie! Aanvang werkzaamheden!” Na zes weken compensatieverlof, opstaan wanneer ik dat wilde, eten waar ik trek in had, de hele dag doen waar ik zin in had, is het even wennen om deze woorden weer te horen. Maar veel tijd om daarover te mijmeren is er niet: we krijgen twee weken BALTOPS, een grote internationale oefening in de Baltische Zee bij Denemarken, met onderzeeboten die ons willen torpederen, straaljagers die ons gaan aanvallen, en een flink aantal vijandelijke marineschepen. Spannend!
Normaal sta ik tijdens operaties op de brug om aanvallen te ontwijken. Nu ben ik ineens Sectiepost Officier, verantwoordelijk voor het bestrijden van de (nep)ongeregeldheden in het voorste deel van het schip – een taak die je niet in je koude kleren gaat zitten! Gelukkig heb ik een goed team ter beschikking, met mensen die gespecialiseerd zijn in branden blussen, stutten bouwen, gewonden verzorgen en/of technische problemen oplossen.
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
RUBRIEK
COLUMN
MAARTJE & DE MARINE
De ochtend voor binnenkomst in Den Helder stap ik zenuwachtig uit mijn bedje. Snel naar mijn Sectiepost. “Attentie, het schip wordt door straaljagers aangevallen over bakboordzijde…” “Dekken, dekken, dekken over stuurboordzijde…” “Attentie, we zijn geraakt over bakboordzijde.” De alarmen vliegen me om de oren! Wat is er gebeurd, waar hebben we schade, is er iemand gewond? De mannen van mijn ronde zijn al wezen kijken: “Mevrouw, we hebben brand op de brug en het trappenhuis is ontzet. Matroos Jansen ligt daar met een priem in zijn buik en kan niet meer lopen.” Aiiii, hoe ga ik dit aanpakken? :
De eerste week moeten we er even inkomen. De teamleden kennen elkaar niet goed en moeten na zes weken vakantie sowieso een beetje wakker worden geschud. In het begin zijn de oefeningen nog niet zo moeilijk, maar stilletjes aan worden we voorbereid op de gevechtswachtoefening aan het einde van BALTOPS: het hele schip wordt dan in opperste staat van paraatheid gebracht en zal van alle kanten worden aangevallen.
Gelukkig houdt iedereen het hoofd koel. Al snel hebben we een slim plan van aanpak. Een uur later is het trappenhuis gestut, matroos Jansen weggetakeld, de brand op de brug aangepakt en de rook verdwenen. Zo! Kom maar weer op! Er volgt een keiharde tweede aanval, en zelfs nog een derde. Na vijf uur, als de oefening is afgelopen, veeg ik het zweet van mijn voorhoofd. Maar wat denk je – drie aanvallen en het voorschip is nog steeds intact! Is mijn team goed, of wat? HET TRAPPENHUIS WORDT 'GESTUT'.
MATROOS JANSEN LIGT 'GEWOND' IN HET TRAPPENHUIS
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
PAGINA 11
FLITSENDE VLOOTDAGEN
NVD 2007
ARTIKEL
FLITSENDE VLOOTDAGEN Op de Nationale Vlootdagen, die dit jaar van 13 tot en met 15 juli werden gehouden, was weer veel te zien en te beleven. Maar liefst 195.000 bezoekers waren dat weekend naar Den Helder afgereisd. Ook als jongerenclub hadden we weer een bijzonder programma. Een impressie van het grootste marine-evenement van het jaar. Ze hebben een hoop in huis, de mariniers van het Amfibisch Ondersteuningsbataljon en daar maken ze met alle plezier een wervelende show van !
De demonstraties begonnen dit jaar helemaal in de stijl van het thema ’400 jaar Michiel de Ruyter’.
Speciaal voor de jongeren waren jumpers Patrick & Dion naar Den Helder gekomen. Zij gaven op het helikopterdek van Hr.Ms. Evertsen een demonstratie ’jumpstyle .
Mijnen opsporen en onschadelijk maken? Voor deze speciale gelegenheid wil de Groep Mijnenjagers daar best iets van laten zien! (Zie ook de rubriek SUBS duiken dieper , pagina 16 t/m 18; red.)
PAGINA 12
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
ARTIKEL
NVD 2007
FLITSENDE VLOOTDAGEN
Ook de aanwezige kinderen hadden het druk: in het Maritiem Activiteiten Kamp konden ze bijvoorbeeld mijnen zoeken, bootje varen of brandje blussen.
In het mariniersbivak kon je bewijzen dat je sterker was dan de mariniers .
In de SUBS-tent kon je dit jaar een poster van Hr.Ms. De Ruyter meenemen. Lekker toepasselijk!
SUBS-leden die zich met hun ID-card meldden zoals deze jongens kregen behalve een poster ook nog een stoere zwart/gele SUBS-armycap. Cool!
Ben je dit jaar niet naar de vlootdagen geweest en wil je weten wat je nog meer hebt gemist , kijk dan voor meer foto s op www.subs.nl onder EVENTS en FOTOBOEK, of ga naar de SUBS-hyve: jongerenclubsubs.hyves.nl.
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
PAGINA 13
EEN FREGAT VOL MEIDEN
MEIDENVAARDAG 2007
EEN FREGAT VOL
MEIDEN Het zijn echt niet alleen jongens die een marineschip interessant vinden. In juli organiseerde de Koninklijke Marine een vaardag speciaal voor meiden die graag eens een kijkje wilden nemen op een luchtverdedigings- en commandofregat. De ruim honderd meiden lieten zich niet afschrikken door de donderwolken die boven de Hr.Ms. Tromp in de haven van Den Helder hingen. “Weet ik meteen of ik écht zeebenen heb.”
“Wel balen dat ik nog een jaar moet wachten!” Renske Verstraeten is net geslaagd voor het VMBO T en wil zich het liefst meteen bij de marine aanmelden. Maar ze is pas 16 jaar. “Om de tijd te overbruggen begin ik na de zomervakantie met de opleiding horecamanagement. Een eigen café-restaurant lijkt me ook leuk. Maar dat haalt het niet bij een baan bij de marine.”
Van wal steken Zo’n honderd meiden van 15 tot 28 jaar stappen via de valreep aan boord van Hr.Ms. Tromp, die na een wereldreis weer in de haven van Den Helder ligt. Ze drinken thee aan lange tafels die voor de gelegenheid in de hangar zijn gezet, terwijl kapitein ter zee Heine van wal steekt. Hij vergelijkt het schip met een dorp: een bakker, een slager, een eerstehulppost... Die posten moeten bemand én ‘bevrouwd’ worden. Intussen klinkt het geluid van de dieselmotoren. Trossen los!
PAGINA 14
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
ARTIKEL
MEIDENVAARDAG 2007
EEN FREGAT VOL MEIDEN
De dertig vrouwen van de in totaal honderdvijftig bemanningsleden aan boord vervullen niet alleen administratieve of medische functies, zoals vaak bij voorbaat wordt verondersteld. Steeds meer meiden kiezen voor een job bij de Operationele Dienst. Renske vindt navigeren het leukst. “Een passie vanuit mijn kindertijd, toen mijn vader een vlet had waar we vaak mee gingen varen. Als mijn broertje zeeziek was, hing ik nog boven de zeekaarten.”
Tien keer liever dan een standaard kantoorbaan
Oren dicht! Hr.Ms. Tromp snijdt met een vaart van twintig knopen door de golven. De donkere wolken laten af en toe wat druppels vallen. Maar als de bemanning het kanon in gereedheid brengt, is de regen snel vergeten. Opgewonden drommen de meiden samen op de brug en de brugvleugels, waar Barry van Baak (24) ze wegwijs maakt. “Oren dicht!”, waarschuwt hij als het aftellen begint. Natuurlijk is het hard werken aan boord, maar onderweg zie je ook prachtige dingen. Rick van Klooster (21) voer als matroos Technische Dienst mee tijdens de vijf maanden lange wereldreis van Hr.Ms. Tromp. “Ik vergeet nooit dat we de haven van Kaapstad binnenvoeren en de Tafelberg voor ons zagen opdoemen.”
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
“De hele wereld zien, terwijl je werkt.” Dat is waarom Wendy van Loenen (15) bij de marine wil. Over twee jaar heeft ze haar HAVO afgerond en gaat ze solliciteren. Het lijkt haar mooi om in de radiocentrale te werken; ze is gek op morsetekens. Uit haar hoofd dreunt ze er minstens tien op. “Ik wil graag bewijzen dat niet alleen mannen ons land kunnen vertegenwoordigen. Aan orders opvolgen zal ik wel moeten wennen. Maar dan leef ik me af en toe gewoon uit op een boksbal”, lacht ze. Wendy kijkt toe hoe een helikopterredder zich aan een touw uit een Lynx laat zakken en een drenkeling uit het koude Noordzeewater redt. “Fantastisch toch, dat avontuur. Tien keer liever dan van negen tot vijf op kantoor zitten!”
PAGINA 15
JAIME'S MIJNENJACHTAVONTUUR
SUBS DUIKEN DIEPER
RUBRIEK
JAIME’S S B U S KEN DUI PER DIE
at e ga azin ek uit g a o m z UBS p onder lk kwar et S . o E oor h nn (28) Marine. derwerp v l a a ia e on m S p e c e K a r r e o n i n k l i j kn a n d e r J a i me n d e K i j i n e e h binn l duikt taa
MIJNENJACHTAVONTUUR Het is april 2005 als het visserschip ‘Maarten Jacob’ (OD 1) uit Ouddorp op 100 kilometer van IJmuiden netten vol vis binnenhaalt. Wat de bemanning dan nog niet weet is dat er behalve vis ook een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog in de netten zit. Die komt even later met een enorme explosie tot ontploffing. Drie van de zes opvarenden komen om het leven. Er gaat een schok door de wereld van de visserij.
De tien mijnenjagers van de Nederlandse marine hebben het sinds het ongeluk met het vissersschip alleen maar drukker gekregen; in het kader van de mijnenruimoperatie ‘Beneficial Cooperation’ hebben ze al meer dan zeshonderd mijnen geruimd. Voor de bemanningsleden van de Hr. Ms. Makkum heeft het mijnenjagen dan ook weinig geheimen meer. Deze mijnenjager van de Alkmaarklasse vertrekt binnenkort naar zee om twee weken lang mijnen te ruimen, maar van koortsachtige voorbereidingen of hectische taferelen is geen sprake aan boord. Zorgvuldig en professioneel, maar ook ontspannen, zorgt de bemanning ervoor dat de Makkum de komende weken op de Noordzee kan gaan jagen. HR.MS. MAKKUM IN DEN HELDER
PAGINA 16
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
RUBRIEK
SUBS DUIKEN DIEPER
JAIME'S MIJNENJACHTAVONTUUR
“Voor ons is dit een makkelijke operatie”, zegt mijnenjachtofficier (MJO) LTZ2 Menno Visser. “De posities van de gemelde explosieven op de zeebodem zijn bekend: we zijn op de hoogte van hun GPS-coördinaten. Het laatste statusbericht met het overzicht van niet-afgehandelde meldingen is net binnengekomen. Ik zet de posities in de plottafel en daarna maak ik de planning, samen met de commandant.”
MENNO BEREIDT ZICH ZORGVULDIG VOOR OP HET 'JAGEN'
MJO: controlerende, aansturende functie De mijnenjachtofficier heeft een belangrijke functie aan boord van een mijnenjager. “Als MJO heb je een controlerende en aansturende functie”, legt Menno uit. “Je speelt een belangrijke rol tijdens de voorbereiding, en bij het mijnenjagen zelf heb je de leiding. Op de brug staan dan maar twee mensen: één matroos als roerganger en één wachtsofficier.” In de kleine mijnenjachtcentrale, waar de MJO zit, is het veel drukker: achter oranje oplichtende beeldschermen zitten daar tijdens het jagen ook nog eens drie matrozen van de Operationele Dienst én de assistent mijnenjachtofficier (AMJO). Natuurlijk kun je niet zomaar MJO worden. “Daarvoor moet je eerst een speciale opleiding in België doen”, vertelt Menno. Ook hij heeft dat gedaan: “Het eerste schip waarop ik daarna terechtkwam, was de Hr.Ms. Haarlem. Eerst als wachtsofficier – dat is gebruikelijk – en later als mijnenjachtofficier.”
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
PAGINA 17
JAIME'S MIJNENJACHTAVONTUUR
Met een lengte van 51,5 meter zijn de tien mijnenjagers van de Alkmaarklasse de helft kleiner dan een gemiddeld fregat en zelfs bijna honderd meter kleiner dan een LCF. Volgens Menno Visser is dat juist een voordeel: “De bemanning van een mijnenjager bestaat daardoor ook maar uit veertig man. Aan boord is de sfeer heel gemoedelijk: van commandant tot jongste matroos, iedereen heeft contact met elkaar.”
SUBS DUIKEN DIEPER
Springstof of duikers? Op het achterdek staan de bekende gele mini-onderzeeboten opgesteld: de PAPs. Met deze PAPs wordt het explosief bekeken via een camera die onder het apparaat hangt, en vervolgens onschadelijk gemaakt door ernaast springstof tot ontploffing te brengen. “Maar we hebben ook duikers aan boord. Afhankelijk van de situatie en het type explosief kunnen we die ook inzetten om de bom onschadelijk te maken.” Tijdens de rondleiding over het schip gaat de bemanning gewoon door met hun voorbereidingen. Er moeten nog meer dan 100.000 bommen en mijnen geruimd worden op de Noordzee, en nog 90.000 op de Oostzee: operatie ‘Benificial Cooperation’ is nog láng niet ten einde. Mijn avontuur aan boord van Hr.Ms. Makkum ook niet, trouwens: in het volgende nummer zal ik verder verslag doen van mijn belevenissen...
OFFICIER ZEEDIENST WORDEN? DAN HEB JE OM TE BEGINNEN HAVO NODIG, OM DAARNA EEN VERKORTE OPLEIDING AAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE MARINE (KIM) TE GAAN DOEN. HEB JE VWO, DAN KUN JE OOK KIEZEN VOOR DE LANGE OPLEIDING OP UNIVERSITAIR NIVEAU (ZIE WWW.WERKENBIJDEMARINE.NL). IN DAT GEVAL KOM JE NA EEN VARENDE CARRIERE MEESTAL TERECHT IN EEN MANAGEMENTFUNCTIE OP DE WAL.
SPECIFICATIES KLASSE: ALKMAAR WATERVERPLAATSING: 855 TON LENGTE: 51,5 METER BREEDTE: 9 METER VOORTSTUWING: BIJ MIJNENJAGEN 2X 88KW ACTIEVE ROEREN, BIJ VRIJE VAART WERKSPOOR DIESEL 1.387 KW MAXIMALE SNELHEID: 15 KNOPEN BEMANNING: 36 TOT 44 WAPENS: 3X 12,7 MM BROWNING MACHINEGEWEER EN 2X PAP MET EXPLOSIEVE LADING
OPLEIDINGSEISEN OFFICIER ZEEDIENST
PAGINA 18
RUBRIEK
RADAR: DECCA TM 1229C NAVIGATIERADAR SONAR: DUBM 21B SONAR VIA DE CAMERA AAN DE 'PAP' WORDEN EXPLOSIEVEN BEKEKEN
SUBS 4, JAARGANG 7
MATERIAAL: GLASVEZELVERSTERKT POLYESTER
OKTOBER 2007
RUBRIEK
WIST JE DAT...
DE BROWNING .50
IN DE RUBRIEK ’WIST JE DAT...’ BESTEDEN WE DIT JAAR AANDACHT AAN DE VERSCHILLENDE WAPENS DIE BIJ HET KORPS MARINIERS WORDEN GEBRUIKT. DEZE KEER: DE BROWNING .50 M2 HB, EEN MITRAILLEUR DIE AL JAREN IN DE RUNNING IS.
EEN MITRAILLEUR OM
U
TEGEN TE ZEGGEN ’t Is niet bepaald de jongste van het stel, maar wie zich een beetje verdiept in de geschiedenis van de Browning .50, komt al gauw tot de conclusie dat dit wapen het met z’n negentig jaar nog steeds prima doet. De mitrailleur heeft slechts twee kleine cosmetische operaties (‘modificaties’) ondergaan – vandaar de toevoeging M2 – maar verder is er in al die jaren niets aan ontdekt dat verbeterd zou kunnen of moeten worden.
Het lijkt wel alsof Mr. John Browning, een Amerikaanse wapenmaker uit het begin van de twintigste eeuw, aan álles heeft gedacht toen hij de .50 (spreek uit: ‘punt vijftig’) ontwierp. Van de meeste wapens komen er telkens weer nieuwere versies op de markt, omdat er tijdens het gebruik vaak dingen worden ontdekt die niet praktisch blijken te zijn. Maar bij de .50 duurde het zo’n beetje tot de Tweede Wereldoorlog voordat er een ‘remake’ kwam: tot dan toe was ‘ie watergekoeld, maar omdat zo’n watertank aan het wapen wel wat zwaar bleek te zijn, ging men broeden op een ander koelsysteem. En met succes. DE .50 OP Z'N DRIEPOOT
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
PAGINA 19
DE BROWNING .50
WIST JE DAT...
RUBRIEK
Van watergekoeld naar luchtgekoeld
Oefenen buiten Nederland
Hoe belangrijk koeling is voor een mitrailleur als de .50, beseft iedere marinier die er wel eens mee heeft gewerkt. Zonder goed koelsysteem zou met name de loop na een aantal schoten zo heet worden dat het metaal zou gaan vervormen en er niet meer goed gericht kan worden. Van waterkoeling werd overgegaan op luchtkoeling: op de plek waar de loop aan de rest van het wapen vastgemaakt moest worden, werden grote gaten gemaakt om de hitte af te voeren. En het nieuwe koelsysteem functioneerde nog prima ook!
Dat de .50 gronddoelen op 2000 meter effectief kan raken, maakt hem natuurlijk erg veilig voor de troepen die ermee werken. (De kracht waarmee dat gepaard gaat, brengt overigens zo’n lawaai met zich mee dat de schutter en omstanders dubbele gehoorbescherming moeten dragen: zowel op maat gemaakte oordopjes als extra oorkappen!) Het enorme bereik van de .50 heeft wel z’n nadelen. Die 2000 meter effectief is namelijk nog niet eens de helft van de werkelijke afstand die een afgevuurde kogel aflegt: die kan tot 7000 meter verderop terechtkomen! Omwonenden van oefenterreinen als Harskamp en Marnehuizen zijn daar – heel begrijpelijk – niet blij mee. Vandaar dat er in Nederland uitsluitend wordt geschoten met korte-afstandsmunitie: kogels met een kunststof kop die op 2000 meter wél gewoon hun werk doen, maar die daarna door de luchtweerstand platter en platter worden en neervallen voordat ze veel verder komen. Moet er echt met scherp worden geoefend, dan doen de mariniers dat in Engeland of Duitsland, waar de schietbanen veel groter zijn.
SCHIETEN IN ENGELAND
OOK OP DE PATRIA KAN DE
Aangezien de .50 in meerdere opzichten nog steeds een behoorlijk ‘heavy’ wapen is, loopt niet iedere marinier er zomaar mee rond. Meestal wordt ‘ie ingezet vanaf bijvoorbeeld een rupsvoertuig, een pantservoertuig, een landingsvaartuig of – bij de vloot – vanaf een amfibisch transportschip. Degenen die ermee mogen werken, zijn daar intensief voor opgeleid, want zelfs een klein ongelukje met een .50 kan zeer grote gevolgen hebben. Normaal gesproken is het dan ook niet de ‘gewone’ infanterie die dit wapen gebruikt: als ze er één of meer nodig hebben, dan wordt er een anti-tankeenheid bij gehaald. Daar hebben ze tenslotte de middelen én de ervaring…
.50 WORDEN BEVESTIGD
PAGINA 20
SUBS 4, JAARGANG 7
OKTOBER 2007
WIST JE DAT...
RUBRIEK
DE BROWNING .50
FACTS & FIGURES VOLLEDIGE NAAM: KALIBER: MASSA WAPEN, INCLUSIEF LOOP: TOTALE LENGTE VAN HET WAPEN: AANVANGSSNELHEID SCHERPE PATROON (BALL): EFFECTIEVE DRACHT (BEREIK) TEGEN LUCHTDOELEN: EFFECTIEVE DRACHT TEGEN GRONDDOELEN:
MITRAILLEUR 7,62 MM NATO/MAG/FN 50 INCH (12,7 MM)
MAXIMUM DRACHT: DOORDRINGINGSVERMOGEN DOOR MASSIEF STAAL: VUURSTANDEN:
38 KG 165 CM
THEORETISCHE VUURSNELHEID:
884 M/SEC MAXIMAAL 1000 M
RICHTMIDDELEN: LOOP EN WISSELLOOP:
MAXIMAAL 7000 M 11 MM AUTOMATISCH OF SCHOT VOOR SCHOT (IN VUURSTOTEN) 450-550 SCHOTEN PER MINUUT KEEP EN KORREL WISSELEN NA ELKE 300 PATRONEN (NORMAAL VUUR)
MAXIMAAL 2000 M
Maak jij de M3 nog mee? Over snufjes gesproken: luchtkoeling in plaats van waterkoeling was modificatie nummer 1, een kliksysteem in plaats van een schroefsysteem werd een paar jaar geleden de tweede modificatie van de .50. Bij dreiging bleek het namelijk nog net iets te veel tijd en moeite te kosten om de wisselloop nauwkeurig af te stellen. Wat bedacht men? Klikken in plaats van schroeven! Op die manier zit de loop in één keer goed. Wat wil je nog meer? De makers weten het niet… En tegen de tijd dat de derde modificatie van de .50 een feit is, ben jij misschien allang ‘buiten dienst’! EEN .50-SCHUTTER IS INTENSIEF OPGELEID
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
PAGINA 21
JUMPEN MET PATRICK & DION
ARTIKEL
N E P JUM ICK R T A P N &DIO
MET
Was je in juli op de Nationale Vlootdagen? Dan zul je de bekendste jumpers van Nederland wel ‘in het echt’ hebben gezien… Patrick & Dion, die dit voorjaar een ware hype ontketenden met hun heerlijk maffe manier van dansen/ springen/ stampen/ losgaan op de coolste jumpstyle-muziek, waren er namelijk óók. Speciaal voor SUBS waren ze afgereisd naar Den Helder om zoveel mogelijk mensen op de ‘jumpvloer’ te krijgen.
Patrick Pereira (19) en Dion Teurlings (17) wonen allebei in Valkenswaard, hemelsbreed zo’n tweehonderd meter bij elkaar vandaan. “Vorig jaar augustus ben ik begonnen met jumpen, en vaak deed ik dat expres op de mafste plekken”, vertelt Patrick. “Daar maakte ik dan gekke filmpjes van, speciaal voor op m’n website. Op een gegeven moment begon ik door YouTube steeds meer media-aandacht te krijgen. Ik wilde er toen wel iemand bij hebben, en dat werd dus Dion, die ik nog kende van school.”
PAGINA 22
JAARGANG 7
OKTOBER 2007
ARTIKEL
NVD 2007
JUMPEN MET PATRICK & DION
Geïnspireerd door skibewegingen Patrick zag een keer hoe er in een discotheek een soort skibewegingen werden gemaakt op de muziek, en raakte geïnteresseerd – én geïnspireerd. “Het zag er vrij simpel uit, maar wel heel leuk. Via internet heb ik toen uitgezocht hoe ik zo’n soort techniek ook kon leren. Later ben ik zelf allerlei jumpstijlen gaan ontwikkelen en daar besloot ik ‘tutorials’ van te maken, internetfilmpjes met lessen en tips voor andere mensen.”
Eén single, drie versies Van het een kwam het ander. Dit voorjaar werd de eerste single van Patrick & Dion uitgebracht (‘Holiday’), en wel in drie verschillende versies: een toegankelijke zomertrack voor de beginner; een iets hardere versie die in discotheken erg populair is; en een hardcore versie – tegen de gabberhouse aan – die alleen maar wordt gedraaid op de echte underground feesten. Op z’n eigen manier kan iedereen jumpen, wil Patrick maar zeggen!
En juist omdat iedereen kan jumpen – ongeacht leeftijd, geslacht, afkomst of status – treden de jongens ook echt óveral op. “In discotheken, tijdens evenementen, op festivals, op scholen… you name it. Natuurlijk kost dat veel tijd en energie, want je bent constant onderweg en het jumpen zelf is fysiek ook best zwaar. Maar als je al die vrolijke mensen dan zo enthousiast ziet bewegen – daar doe je het dus voor!” Dion krijgt nog kippenvel als hij terugdenkt aan hun ‘mooiste optreden tot nu toe’: “Het Museumplein in Amsterdam tijdens Koninginnedag, met 200.000 mensen… Waanzinnig!”
OKTOBER 2007
SUBS 4, JAARGANG 7
Jumpen doe je zo Een tweede single zit eraan te komen, en de DVD ‘Jumpen doe je zo’, die in juli op de markt kwam, was in no time (tijdelijk) uitverkocht. Hoe de kersverse BN’ers de toekomst zien? “We zitten nog niet aan ons maximum”, denkt Dion. Voorlopig blijft Patrick in elk geval nieuwe moves en jumpvariaties bedenken: “Zolang de mensen ons nog niet zat zijn, gaan we gewoon lekker door!”
lf maar (kijk ze ginners eeld zijn) door e b r o o v rb l. Jumpen dat dan bijvoo mpen.n trick-ju ie even w Dion: www.pa ijn fun! z & filmpjes Patrick n andere Ook hu
PAGINA 23
COLOFON
SUBS-MAGAZINE IS EEN UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE MARINE. HET IS BESTEMD VOOR ALLE LEDEN VAN SUBS -DE JONGERENCLUB VAN DE MARINE- EN VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR. TEKSTEN & REDACTIE Rita Meshulam, Veritaal Marianne Lourens Jaime Karremann Maartje van der Maas Silvana Amerika BEELD Rita Meshulam, Veritaal Jaime Karremann Maartje van der Maas Peter van Bastelaar Silvana Amerika VORMGEVING Krijn Ontwerp, Nijmegen
DRUK Hollandia Printing, Heerhugowaard REDACTIEADRES Koninklijke Marine SUBS-magazine Postbus 2630 1000 CP Amsterdam INSCHRIJVEN Ben je nog geen lid van SUBS en wil je je inschrijven? Surf dan naar www.subs.nl, klik op CLUB en kies ’Lid worden’. AFMELDEN Wil je geen lid meer zijn van SUBS? Mail dit dan ff naar info@subs.nl.
SUBS-MAGAZINE 7E JAARGANG, NUMMER 4 ( OKTOBER 2007 )