4 minute read

MOTOPEOPLE Old Timer “Opa” ten Brink

‘OLD TIMER’

84-jarige “Opa” Ten Brink “Motorrijden is genieten...”

Op zijn geboorteakte staat 193O, zijn motorrijbewijs haalde hij in 195O. Toch peinst Gerrit er niet over om zijn helm aan de wilgen te hangen. Zijn motor is zijn ontspanning...

Bijna twintig was Gerrit toen hij - vier jaar na de oorlog - een motorfiets aanschafte. Het werd een DKW: “Het was een 98cc-machine uit 1939, nog met een A-nummer. Kentekenbewijs nummer 47965. Meer kentekenbewijzen waren er in Groningen dus niet”, vertelt Gerrit. In Duitsland had je er geen rijbewijs voor nodig, maar in Nederland wel. Dus behaalde Gerrit in juli 1950 het blauwe papiertje: “De eerste rijbewijzen waren blauw, die waren twee jaar geldig. In 1952 werden ze roze, die waren vijf jaar geldig.” Hoewel Gerrit in 1958 ook zijn rijbewijs haalde, bleef hij motorrijden: “Gemotoriseerd vervoer was al bijzonder in die tijd. Een auto kwam niet im frage, dat was onbetaalbaar. Bovendien reed ik toch alleen. Ik had nog geen verkering, ik moest ook nog in militaire dienst”, herinnert hij zich. De Dom De DKW deed dienst van 1949 tot 1952, daarna kwam er een Jawa 250, waarop Gerrit tot 1965 reed. “Ik maakte geen verre reizen hoor, ik reed met vrienden in de buurt. We waren vrijgezelle jongens. We reden wel eens naar Assen. Ik ben één keer naar de races geweest, maar dat doe ik nooit meer. Ik heb zelf ook nooit een snelle motor gehad. Ik kocht altijd toermotorfietsen. Ik had er wel een duozadel op.” Dat moest ook wel, want Gerrit kreeg verkering en trouwde, in 1956. Zijn vrouw ging mee achterop: “Dat moest wel, want er was geen ander vervoer. We zijn ooit nog samen naar Keulen gegaan, stonden we samen met de Jawa 250 voor de Dom. Dat kon best, want zo’n tweetakt is heel betrouwbaar. Er zit gewoon niks aan dat kapot kan...” In 1958 werd zoon Peter geboren: “Later kregen we nog een meisje, maar zij is overleden. Toen Peter 7 jaar werd, hebben we een auto gekocht, een Renault 4. Daarna heb ik heel lang niet meer motor gereden. Ik had een gezin en een drukke baan als bouwkundig calculator.” Oldtimers Als je eenmaal motor hebt gereden, blijft het trekken. Zo ook bij Gerrit, die in 1987 toch weer overstag ging. Hij kocht een Honda CM400. “Die was me toch te licht”, stelt Gerrit”, dus kocht ik na twee jaar een Yamaha Virago 750, vervolgens een Shadow 1100.” Die werd in 1999 ingeruild op een BMW R850R, waar hij veertien jaar mee reed, vaak samen met zijn zoon, die ook zijn motorrijbewijs haalde. Zijn vrouw wilde

echter niet meer mee: “als ik over motoren begin zegt ze, hou maar op...” Maar Gerrit zelf had de smaak te pakken en kocht in de loop der tijd ook nog allerlei oldtimers: Ik kocht een Jawa-Perak 350 tweecilinder uit 1952. Die ruilde ik weer met een BMW 60/5 ‘ Gemotoriseerd vervoer was bijzonder in die tijd. Een van 1970. Ik had ook een mooie Moto Morini 170, een kopklepper. Maar ik zat steeds met de ontsteking te klooien, dat heb je met auto kwam niet im frage, Italiaanse motoren. Ik heb hem daarom dat was onbetaalbaar.’ ingeruild op een BMW R50 uit 1966, een prachtige motor, die was gerestaureerd. Ik heb hem nog steeds, hij verkeert helemaal in showroomconditie!

Kawasaki

Op een gegeven moment begonnen ook voor Gerrit de jaren te tellen: De BMW is nogal topzwaar, waardoor je hem moeilijk op kunt vangen als je het evenwicht verliest of als je parkeert. Zeker als je korte benen hebt. Erik van MotoPort Express Hoogezand raadde

mij een Kawasaki W800 Cafe Star aan. Dat was een goede zet, daar rijd ik nu nog steeds mee, maar alleen op zaterdag. Mijn vrouw zit sinds twee jaar in een verpleeghuis. Daar ga ik elke middag heen, behalve op zaterdagmiddag. Dan stap ik op mijn motor en ga ik toeren, van motorzaak naar motorzaak, langs mijn motorvrienden. Ze noemen me allemaal opa. Het leukste van het motorrijden zijn de mensen, het is een uitstapje. Ik hoef geen grote afstanden te rijden. Ik zie hier wel jongens in de buurt, die gaan in het weekend bij Bourtange de grens over en gaan dan “broosn” (gasgeven). Van die geintjes houd ik niet. Soms rij ik wel naar Groningen, Stadskanaal, voor Hoogezand linksaf, langs het Winschoterdiep, over de oude rijksweg naar Groningen en er dan bij jeneverfabriek Hooghoudt weer af. Ik rij ook wel eens naar MotoPort Assen, via Gasselter. Maar ik neem zelden de autoweg.”

Genieten

Motorrijden betekent voor Gerrit een stuk ontspanning van zijn zorgtaken. Maar afgelopen jaar kreeg hij weinig kans om te ontspannen: “Ik heb in maart 2014 een grote operatie gehad. Ze ontdekten dat mijn aorta lekte. Ik werd direct geopereerd, het was net op tijd. Afgelopen zomer heb ik weer geprobeerd mijn been over het zadel te krijgen. Dat ging, dus ben ik weer gaan rijden. Mijn dokter was het er niet mee eens, die vond dat ik gezien mijn leeftijd en het reactievermogen moest ophouden. Maar bij mijn rijbewijskeuring, vorig jaar, werd ik goedgekeurd, ik kreeg mijn rijbewijs meteen. En dus blijf ik rijden, zolang het kan. Ik rij toch rustig. Als ik naar Groningen rij, maakt het niets uit of ik er om twee uur of kwart over twee ben. Het gaat mij om het genieten van het motorrijden!

Van boven naar beneden; de Jawa Perak, de Moto Morini 170 en de BMW R850R van Gerrit ten Brink.

This article is from: