VAN DE REDACTEUR Ja, daar is ‘ie dan! De eerste - echte - editie van BREET! Pff, wat hebben wij hier hard aan gewerkt zeg. Als bij elkaar geraapt zooitje zijn wij aan dit magazine begonnen en ik kan zeggen dat ik trots ben op het resultaat! Wat is BREET nu eigenlijk? Behalve een bij elkaar geraapt zooitje studenten dan. BREET is.. Breed! En eet. Eet? Voedsel. BREED. Bij ieder stuk vragen wij ons weer af: “Wat is het meest weerzinwekkende, most-fucked-up-thing, in de voedsel industrie waar wij nu kennis van hebben? Of juist niet!” Alle taboe’s gaan overboord, ieder onderwerp komt aan bod, BREET komt eraan! Van sprinkhanen eten tot dineren met tablets, van bang om te eten tot een vette hap uit de muur, wij hebben het allemaal in huis. Normaal zouden deze onderwerpen natuurlijk compleet met elkaar botsen, maar bij ons wandelen ze vrolijk hand in hand door het magazine. Wij gaan experimenteren, shockeren, informeren maar vooral: vermaken! Beleef en lees het hier, allemaal in BREET. Tot kokhalzen aan toe wormen eten, sprinkhanen die over de tafel gingen, we did it. En wat een beleving! Onze limits van ‘extreem’, ‘vreemd’ en ‘goor’ zijn bijgespijkerd hoor. Nu jullie nog! En dat kan, wij maken dat mogelijk, hier, nu, in BREET. Volgende week gaan we natuurlijk weer een stapje verder! Bring it on! Veel leesplezier! Hoofdredacteur Robin Hornman.
VOORWOORD
3
VAN DE REDACTEUR Ja, daar is ‘ie dan! De eerste - echte - editie van BREET! Pff, wat hebben wij hier hard aan gewerkt zeg. Als bij elkaar geraapt zooitje zijn wij aan dit magazine begonnen en ik kan zeggen dat ik trots ben op het resultaat! Wat is BREET nu eigenlijk? Behalve een bij elkaar geraapt zooitje studenten dan. BREET is.. Breed! En eet. Eet? Voedsel. BREED. Bij ieder stuk vragen wij ons weer af: “Wat is het meest weerzinwekkende, most-fucked-up-thing, in de voedsel industrie waar wij nu kennis van hebben? Of juist niet!” Alle taboe’s gaan overboord, ieder onderwerp komt aan bod, BREET komt eraan! Van sprinkhanen eten tot dineren met tablets, van bang om te eten tot een vette hap uit de muur, wij hebben het allemaal in huis. Normaal zouden deze onderwerpen natuurlijk compleet met elkaar botsen, maar bij ons wandelen ze vrolijk hand in hand door het magazine. Wij gaan experimenteren, shockeren, informeren maar vooral: vermaken! Beleef en lees het hier, allemaal in BREET. Tot kokhalzen aan toe wormen eten, sprinkhanen die over de tafel gingen, we did it. En wat een beleving! Onze limits van ‘extreem’, ‘vreemd’ en ‘goor’ zijn bijgespijkerd hoor. Nu jullie nog! En dat kan, wij maken dat mogelijk, hier, nu, in BREET. Volgende week gaan we natuurlijk weer een stapje verder! Bring it on! Veel leesplezier! Hoofdredacteur Robin Hornman.
VOORWOORD
3
INHOUD 7
10
3
VAN DE REDACTEUR
7
VERHALEN UIT DE MUUR
10
TABLET RESTAURANTS
4
INHOUD
13 13
GERECHT MET BALLEN
18
TOP 7: RAARSTE EETFOBIEEN
23
COLUMN REDACTIE
INHOUD
18
5
INHOUD 7
10
3
VAN DE REDACTEUR
7
VERHALEN UIT DE MUUR
10
TABLET RESTAURANTS
4
INHOUD
13 13
GERECHT MET BALLEN
18
TOP 7: RAARSTE EETFOBIEEN
23
COLUMN REDACTIE
INHOUD
18
5
Hoofdredacteur Robin Hornman
Het is een mooie najaarsdag. De lucht is blauw en het weer is lauw. Er staat een man met twee euromunten in zijn hand en hij twijfelt. Hij kijkt en besluit. Het geld rolt. Er klinkt gerinkel van vallende muntjes. Zijn wijsvinger drukt op het witte knopje. Hij trekt het klepje open en de geur van de goudbruine, knapperige kroket vult de lucht om hem heen. Hij neemt voorzichtig een hap van de hete vettige snack. Stoom komt eruit geblazen.
Content Stance Wardenburg Sylvia van den Berg Esme van Amerongen
Beeld Jackie Mok Juliette Frederiks
Vormgeving Myrtel Catshoek Tamara Baas
Digitaal Niels Wiegmans
hamburger en gehaktstaaf zijn ook geliefd onder het Nederlandse publiek. De reden is het handige formaat. Blaas. Hap. Voor de calorieëntellers onder ons is er goed nieuws. Een kroket telt maar 150 calorieën. Een frikadel maar 190. De man is ondertussen zo’n 120 calorieën verder. Nog een paar happen genieten.
Hij kan niet wachten tot dat hij het naar binnen kan schransen. De vaderlandse traditie is niet zo oerHollands als vaak wordt gedacht. Het concept was wereldwijd bekend in de eerste helft van de twintigste eeuw. Vooral in New York City was de muur een daverend succes.
Je kan je afvragen hoe hygienisch de muur is. Het antwoord daarop is simpel; heel erg hygienisch. De tegenwoordige techniek is gelukkig zo ontwikkeld dat de houdbaarheid van een snack goed gecontroleerd kan worden. Er gaat een lampje branden als de snack er te lang in ligt. Het is vervolgens aan de werknemers de snack eruit te halen.
De reden daarvoor is dat het snel en makkelijk is. Het is fast food. De man neemt nog een hap. De originele ‘Borst kroket’ is gemaakt door de oprichter van de FEBO, Johan de Borst. De kroket is een grote factor die meespeelt in het succes van de automatiek. Nog een hap.
Laatste hap. De man veegt zijn mond af met een servetje. Hij rolt het tot een propje en gooit het in de afvalbak. Aan zijn gezicht is voldoening af te lezen. Hij slaat zijn sjaal om zijn nek, stopt zijn handen in zijn zakken en loopt de winkelstraat in. Weglopend van de illusie van een Nederlandse traditie.
De kroket De gemiddelde kroket heeft een lengte van 10,5 centimeter en een diameter van 3 centimeter. Kroketten werden in het begin van de 20e eeuw geserveerd als tussengerecht bij grote diners. Een broodje kroket bevat even veel calorieën als een broodje kaas. Wist je dat er slagroom in een kroket zit? Het record kroketten eten staat op naam van Jaap ter Naam, hij at 68 kroketten. Een kwart van de Nederlandse kroketten bevat paardenvlees.
De grootste kroket is van Nederland was 1,3 meter lang en woog 250 kg.
Onze eigen kroket is ook een allochtoon. Hij komt uit Frankrijk. Hij is gevonden door de kok van Lodewijck XIV. De kroket is dus het populairst, maar de frikadel,
6
COLOFON
CULTUUR
7
Esme van Amerongen
COLOFON
VERHALEN UIT DE MUUR
Hoofdredacteur Robin Hornman
Het is een mooie najaarsdag. De lucht is blauw en het weer is lauw. Er staat een man met twee euromunten in zijn hand en hij twijfelt. Hij kijkt en besluit. Het geld rolt. Er klinkt gerinkel van vallende muntjes. Zijn wijsvinger drukt op het witte knopje. Hij trekt het klepje open en de geur van de goudbruine, knapperige kroket vult de lucht om hem heen. Hij neemt voorzichtig een hap van de hete vettige snack. Stoom komt eruit geblazen.
Content Stance Wardenburg Sylvia van den Berg Esme van Amerongen
Beeld Jackie Mok Juliette Frederiks
Vormgeving Myrtel Catshoek Tamara Baas
Digitaal Niels Wiegmans
hamburger en gehaktstaaf zijn ook geliefd onder het Nederlandse publiek. De reden is het handige formaat. Blaas. Hap. Voor de calorieëntellers onder ons is er goed nieuws. Een kroket telt maar 150 calorieën. Een frikadel maar 190. De man is ondertussen zo’n 120 calorieën verder. Nog een paar happen genieten.
Hij kan niet wachten tot dat hij het naar binnen kan schransen. De vaderlandse traditie is niet zo oerHollands als vaak wordt gedacht. Het concept was wereldwijd bekend in de eerste helft van de twintigste eeuw. Vooral in New York City was de muur een daverend succes.
Je kan je afvragen hoe hygienisch de muur is. Het antwoord daarop is simpel; heel erg hygienisch. De tegenwoordige techniek is gelukkig zo ontwikkeld dat de houdbaarheid van een snack goed gecontroleerd kan worden. Er gaat een lampje branden als de snack er te lang in ligt. Het is vervolgens aan de werknemers de snack eruit te halen.
De reden daarvoor is dat het snel en makkelijk is. Het is fast food. De man neemt nog een hap. De originele ‘Borst kroket’ is gemaakt door de oprichter van de FEBO, Johan de Borst. De kroket is een grote factor die meespeelt in het succes van de automatiek. Nog een hap.
Laatste hap. De man veegt zijn mond af met een servetje. Hij rolt het tot een propje en gooit het in de afvalbak. Aan zijn gezicht is voldoening af te lezen. Hij slaat zijn sjaal om zijn nek, stopt zijn handen in zijn zakken en loopt de winkelstraat in. Weglopend van de illusie van een Nederlandse traditie.
De kroket De gemiddelde kroket heeft een lengte van 10,5 centimeter en een diameter van 3 centimeter. Kroketten werden in het begin van de 20e eeuw geserveerd als tussengerecht bij grote diners. Een broodje kroket bevat even veel calorieën als een broodje kaas. Wist je dat er slagroom in een kroket zit? Het record kroketten eten staat op naam van Jaap ter Naam, hij at 68 kroketten. Een kwart van de Nederlandse kroketten bevat paardenvlees.
De grootste kroket is van Nederland was 1,3 meter lang en woog 250 kg.
Onze eigen kroket is ook een allochtoon. Hij komt uit Frankrijk. Hij is gevonden door de kok van Lodewijck XIV. De kroket is dus het populairst, maar de frikadel,
6
COLOFON
CULTUUR
7
Esme van Amerongen
COLOFON
VERHALEN UIT DE MUUR
2.0
“Je eten delen terwijl je twee tablets voor je neus hebt staan is niet handig.” Met een tablet je eten bestellen; de nieuwste uitkomst, of is het toch onhandig en vooral ongezellig? Ik, Leon, en mijn vriendin Sylvia namen de proef op de som!
Popolare Plein 1944, nr. 28 6511 JG, Nijmegen Recensie: Ambiance: Menukaart: Bediening: Voorgerecht: Hoofdgerecht: Prijs/kwaliteit: Ervaring met tablet:
2 3 4 4 3 4 3
Eindbeoordeling:
3,3 ster
sterren sterren sterren sterren sterren sterren sterren
Prijzen: Biertje: 1,95EUR Verse jus: 4,50EUR Stokbrood pesto: 3,75EUR Bruschetta: 2,95EUR Pizza Pollo: 8,50EUR Pizza Crispy Bacon: 6,95EUR -----------------------------------------+ Totaal: 28,80EUR
Ik houd de deur van het restaurant open voor Sylvia en we lopen naar binnen. Het valt me op dat het erg rustig is binnen, beloofd dat wel veel goeds? Ik loop naar de gastvrouw en zeg: “Tafeltje voor twee graag!”. Ze lacht vriendelijk naar me en vraagt of we bekend zijn met het systeem van dit restaurant. Ik kijk Sylvia vragend aan. “Systeem? Wat voor systeem kan een restaurant hebben?” De gastvrouw loopt naar een kast achter haar en haalt twee tablets tevoorschijn. Ze legt ze voor ons neer en zegt dat we zelf ons eten moeten gaan bestellen. Nieuwsgierig pakken Sylvia en ik de tablets aan en lopen naar onze tafel. Erg gezellig is het restaurant niet, er staan houten tafels met niet bijpassende stoelen en de tafels zijn, op één kaart na, helemaal leeg. Sylvia gaat tegenover me zitten en we lezen wat er op de tablet staat. “Je moet hem voor je leggen, niet in het standaard zetten.” zeg ik tegen haar. Ze kijkt voor zich en ziet de zwarte knop. Ik leg mijn tablet er bovenop en direct veranderd het scherm: “Welcome at Popolare”. Ik druk op de knop “Open menukaart”
10
en krijg direct drie keuzes; Food, Wines of Drinks. “Zullen we eerst een drankje bestellen?” vraag ik en Sylvia knikt. Ik bekijk de kaart. “Frisdrank is hier even duur als bier!” zeg ik verbaasd en een beetje lachend. We bestellen beide iets te drinken en een voorgerecht en zetten de tablets voor ons neer. Ik bestel uiteindelijk een biertje en stokbrood met vers gemaakte pesto en Sylvia bestelt een Campari verse jus en Bruschetta met tomaten en knoflook. “Wanneer zal er iemand komen om ons bestek en dergelijke te brengen?” vraagt Sylvia. Ik haal mijn schouders op, we hebben nog geen serveerster gezien sinds we zijn gaan zitten. Ik pak de kaart die op tafel staat en lees hem door. “We moeten zelf onze glazen en bestek pakken.” zegt Sylvia. “Zelf pakken? Hoeveel moeite is het om bestek mee te geven bij een gerecht?” zeg ik verbaasd terug. Sylvia haalt haar schouders op, staat op en pakt bestek. Ondertussen lees ik de kaart verder. “We kunnen waarschijnlijk niet tegelijk eten. Het motto hier is “Share your food like the Italians do”.” Voor ik klaar ben met praten staat er al een serveerster bij onze tafel met ons drinken en voorgerecht. “Mmm, die bruschetta van jou ziet er goed uit.” zeg ik tegen Sylvia. “Je mag
ACTUEEL
“Huh, ineens staan jouw bestellingen op mijn tablet.” zeg ik een half uur later als we hoofdgerechten aan het uitkiezen zijn. Sylvia fronst en bekijkt haar eigen bestellingen lijst. “We zullen de tablets wel per ongelijk gewisseld hebben, gelukkig maakt dat voor ons niet veel uit.” zegt ze. Ze heeft gelijk, maar handig is het niet. Ik bekijk de menukaart maar wordt al snel geïrriteerd door de lijst. “Wordt jij er niet moe van dat je eerst een gerecht moet aanklikken voordat je ziet wat er in zit?” vraag ik. Sylvia schudt haar hoofd en geeft me een papieren kaart die op een andere tafel ligt. “Dit is geloof ik ook de menukaart, hierop kun je het wel allemaal direct zien.” Ik bekijk de kaart en we maken beide een keuze. Ik bestel een pizza Pollo Pomodoro en Sylvia bestel een pizza Crispy Bacon. “Wel lekker dat we zo ons eigen tempo kunnen bepalen vindt je niet?” zegt Sylvia. Ik knik maar blijf nieuwsgierig de tablet bekijken. “Hoe zou je het kunnen aangeven als je bijvoorbeeld geen champignons op je pizza wil?” vraag ik. Sylvia pakt meteen haar tablet en gaat ook zoeken. Na een paar minuten leg ik de tablet weg: “Ik kan niks vinden, volgens mij kan dat gewoon niet.”. “Ik denk het ook niet, ik heb alleen gevonden dat je je eigen pasta soort kan kiezen.”
loopt weg en neemt meteen de borden van het voorgerecht mee. “De pizza’s ruiken goed.” zeg ik en snij mijn pizza in punten. “Eet smakelijk!” zegt Sylvia en ik neem een hap. “Is die van jou ook half koud?” vraag ik. “Ja, voor nu goed eetbaar maar we moeten niet teveel kletsen.” zegt Sylvia lachend terug. “Poeh, ik heb genoeg gegeten.” zegt Sylvia. Ik heb mijn bord al leeg. We kijken om ons heen, langzaamaan wordt het iets drukker in het restaurant maar vol is het helemaal niet. We wachten tot er weer een serveerster komt om onze borden mee te nemen. “Wil je nog een toetje of koffie?” vraagt Sylvia. “Nou, zullen we dat ergens anders doen? Het eten was lekker en die tablet was leuk om een keertje uit te proberen maar het is hierbinnen wel verre van gezellig.” antwoord ik. Sylvia is het met me eens en we trekken onze jassen aan. Met de tablets lopen we naar beneden. “Ik ben benieuwd hoe dat afrekenen gaat.” zeg ik. De gastvrouw is weer erg vriendelijk en vraagt of alles naar wens is geweest. “Willen jullie apart afrekenen of samen?” “Samen graag!” zeg ik. We kijken mee hoe de gastvrouw een paar handelingen uitvoert op de tablet. Na een paar klikken komen er twee QR codes tevoorschijn. Ze scant deze en de bedragen komen direct in de kassa te staan. Ik reken af, zeg: “Bedankt!” en we lopen samen het restaurant uit. Ik kijk Sylvia aan en zeg: “Leuke ervaring en lekker goedkoop maar die vieze, vette tablet voegt weinig toe. Ik vind het meer een fastfood restaurant.” Sylvia knikt en we lopen samen naar een café.
Sylvia van den Berg
UIT ETEN
wel een stukje proeven hoor, maar dan moet je wel dichterbij komen anders knoei ik over de tablets.” zegt ze terug. Zo had ik er nog niet over nagedacht maar het is inderdaad behoorlijk dom om een motto te hebben die niet werkt met een tablet voor je neus. Gelukkig zitten we aan een zespersoons tafel en we verplaatsen onze tablets.
Na ongeveer een kwartier verschijnt de serveerster met dit keer onze pizza’s. “Eet smakelijk!” zegt ze,
ACTUEEL
11
2.0
“Je eten delen terwijl je twee tablets voor je neus hebt staan is niet handig.” Met een tablet je eten bestellen; de nieuwste uitkomst, of is het toch onhandig en vooral ongezellig? Ik, Leon, en mijn vriendin Sylvia namen de proef op de som!
Popolare Plein 1944, nr. 28 6511 JG, Nijmegen Recensie: Ambiance: Menukaart: Bediening: Voorgerecht: Hoofdgerecht: Prijs/kwaliteit: Ervaring met tablet:
2 3 4 4 3 4 3
Eindbeoordeling:
3,3 ster
sterren sterren sterren sterren sterren sterren sterren
Prijzen: Biertje: 1,95EUR Verse jus: 4,50EUR Stokbrood pesto: 3,75EUR Bruschetta: 2,95EUR Pizza Pollo: 8,50EUR Pizza Crispy Bacon: 6,95EUR -----------------------------------------+ Totaal: 28,80EUR
Ik houd de deur van het restaurant open voor Sylvia en we lopen naar binnen. Het valt me op dat het erg rustig is binnen, beloofd dat wel veel goeds? Ik loop naar de gastvrouw en zeg: “Tafeltje voor twee graag!”. Ze lacht vriendelijk naar me en vraagt of we bekend zijn met het systeem van dit restaurant. Ik kijk Sylvia vragend aan. “Systeem? Wat voor systeem kan een restaurant hebben?” De gastvrouw loopt naar een kast achter haar en haalt twee tablets tevoorschijn. Ze legt ze voor ons neer en zegt dat we zelf ons eten moeten gaan bestellen. Nieuwsgierig pakken Sylvia en ik de tablets aan en lopen naar onze tafel. Erg gezellig is het restaurant niet, er staan houten tafels met niet bijpassende stoelen en de tafels zijn, op één kaart na, helemaal leeg. Sylvia gaat tegenover me zitten en we lezen wat er op de tablet staat. “Je moet hem voor je leggen, niet in het standaard zetten.” zeg ik tegen haar. Ze kijkt voor zich en ziet de zwarte knop. Ik leg mijn tablet er bovenop en direct veranderd het scherm: “Welcome at Popolare”. Ik druk op de knop “Open menukaart”
10
en krijg direct drie keuzes; Food, Wines of Drinks. “Zullen we eerst een drankje bestellen?” vraag ik en Sylvia knikt. Ik bekijk de kaart. “Frisdrank is hier even duur als bier!” zeg ik verbaasd en een beetje lachend. We bestellen beide iets te drinken en een voorgerecht en zetten de tablets voor ons neer. Ik bestel uiteindelijk een biertje en stokbrood met vers gemaakte pesto en Sylvia bestelt een Campari verse jus en Bruschetta met tomaten en knoflook. “Wanneer zal er iemand komen om ons bestek en dergelijke te brengen?” vraagt Sylvia. Ik haal mijn schouders op, we hebben nog geen serveerster gezien sinds we zijn gaan zitten. Ik pak de kaart die op tafel staat en lees hem door. “We moeten zelf onze glazen en bestek pakken.” zegt Sylvia. “Zelf pakken? Hoeveel moeite is het om bestek mee te geven bij een gerecht?” zeg ik verbaasd terug. Sylvia haalt haar schouders op, staat op en pakt bestek. Ondertussen lees ik de kaart verder. “We kunnen waarschijnlijk niet tegelijk eten. Het motto hier is “Share your food like the Italians do”.” Voor ik klaar ben met praten staat er al een serveerster bij onze tafel met ons drinken en voorgerecht. “Mmm, die bruschetta van jou ziet er goed uit.” zeg ik tegen Sylvia. “Je mag
ACTUEEL
“Huh, ineens staan jouw bestellingen op mijn tablet.” zeg ik een half uur later als we hoofdgerechten aan het uitkiezen zijn. Sylvia fronst en bekijkt haar eigen bestellingen lijst. “We zullen de tablets wel per ongelijk gewisseld hebben, gelukkig maakt dat voor ons niet veel uit.” zegt ze. Ze heeft gelijk, maar handig is het niet. Ik bekijk de menukaart maar wordt al snel geïrriteerd door de lijst. “Wordt jij er niet moe van dat je eerst een gerecht moet aanklikken voordat je ziet wat er in zit?” vraag ik. Sylvia schudt haar hoofd en geeft me een papieren kaart die op een andere tafel ligt. “Dit is geloof ik ook de menukaart, hierop kun je het wel allemaal direct zien.” Ik bekijk de kaart en we maken beide een keuze. Ik bestel een pizza Pollo Pomodoro en Sylvia bestel een pizza Crispy Bacon. “Wel lekker dat we zo ons eigen tempo kunnen bepalen vindt je niet?” zegt Sylvia. Ik knik maar blijf nieuwsgierig de tablet bekijken. “Hoe zou je het kunnen aangeven als je bijvoorbeeld geen champignons op je pizza wil?” vraag ik. Sylvia pakt meteen haar tablet en gaat ook zoeken. Na een paar minuten leg ik de tablet weg: “Ik kan niks vinden, volgens mij kan dat gewoon niet.”. “Ik denk het ook niet, ik heb alleen gevonden dat je je eigen pasta soort kan kiezen.”
loopt weg en neemt meteen de borden van het voorgerecht mee. “De pizza’s ruiken goed.” zeg ik en snij mijn pizza in punten. “Eet smakelijk!” zegt Sylvia en ik neem een hap. “Is die van jou ook half koud?” vraag ik. “Ja, voor nu goed eetbaar maar we moeten niet teveel kletsen.” zegt Sylvia lachend terug. “Poeh, ik heb genoeg gegeten.” zegt Sylvia. Ik heb mijn bord al leeg. We kijken om ons heen, langzaamaan wordt het iets drukker in het restaurant maar vol is het helemaal niet. We wachten tot er weer een serveerster komt om onze borden mee te nemen. “Wil je nog een toetje of koffie?” vraagt Sylvia. “Nou, zullen we dat ergens anders doen? Het eten was lekker en die tablet was leuk om een keertje uit te proberen maar het is hierbinnen wel verre van gezellig.” antwoord ik. Sylvia is het met me eens en we trekken onze jassen aan. Met de tablets lopen we naar beneden. “Ik ben benieuwd hoe dat afrekenen gaat.” zeg ik. De gastvrouw is weer erg vriendelijk en vraagt of alles naar wens is geweest. “Willen jullie apart afrekenen of samen?” “Samen graag!” zeg ik. We kijken mee hoe de gastvrouw een paar handelingen uitvoert op de tablet. Na een paar klikken komen er twee QR codes tevoorschijn. Ze scant deze en de bedragen komen direct in de kassa te staan. Ik reken af, zeg: “Bedankt!” en we lopen samen het restaurant uit. Ik kijk Sylvia aan en zeg: “Leuke ervaring en lekker goedkoop maar die vieze, vette tablet voegt weinig toe. Ik vind het meer een fastfood restaurant.” Sylvia knikt en we lopen samen naar een café.
Sylvia van den Berg
UIT ETEN
wel een stukje proeven hoor, maar dan moet je wel dichterbij komen anders knoei ik over de tablets.” zegt ze terug. Zo had ik er nog niet over nagedacht maar het is inderdaad behoorlijk dom om een motto te hebben die niet werkt met een tablet voor je neus. Gelukkig zitten we aan een zespersoons tafel en we verplaatsen onze tablets.
Na ongeveer een kwartier verschijnt de serveerster met dit keer onze pizza’s. “Eet smakelijk!” zegt ze,
ACTUEEL
11
GERECHT MET BALLEN
Denk aan lekkere, knapperige sprinkhanen die smaken naar popcorn. Vergeet de kriebelende pootjes in je keel en neem een hap...
EXPERIMENTAL
13
GERECHT MET BALLEN
Denk aan lekkere, knapperige sprinkhanen die smaken naar popcorn. Vergeet de kriebelende pootjes in je keel en neem een hap...
EXPERIMENTAL
13
“Kijk ze niet aan!” Cultuur en toekomst Voor veel mensen is het eten van insecten een gruwelijke gedachte en huiveren ze bij het idee. Insecten worden in onze cultuur gezien als vies. Als ongedierte. Ze worden geassocieerd met bederf en de dood. En zeg nou zelf; wie zit er te wachten op een bord vol “heerlijke”, geroosterde kakkerlakken? Klinkt echt vies! Er zijn op de wereld zo’n 1400 verschillende soorten eetbare insecten. In landen als Thailand, China en Japan is het eten van insecten de normaalste zaak van de wereld. Ze worden daar als ware delicatessen gezien. Geroosterde parasolmieten, gepofte mieren, gefrituurde libellenlarven en geroosterde tarantula’s. Het wordt allemaal met smaak gegeten. In hun cultuur heel normaal, toch is in de Westerse Wereld het eten van insecten een taboe. In onze cultuur roept het woord “insect” associaties op met plagen, steken, prikken en vervelende beestjes. Wij groeien op in een wereld waarin een vlieg zonder nadenken wordt neer gemept om vervolgens in de prullenbak te verdwijnen. Spinnen worden platgetrapt, zonder dat wij ons realiseren dat deze beestjes gefrituurd prima smaken. Een neergemepte vlieg of een platgetrapte spin eten vinden wij
14
geen lekkere gedachte. Eerder een gedachte waar de rillingen van over je rug lopen. Kriebelende pootjes en krakende ledematen als je een hapje neemt. Vieze lichaamssappen als je er één doormidden bijt. Echt goor! Toch zullen wij in de toekomst allemaal wel eens insecten gaan eten. Een toekomst waarin het bevolkingsaantal elk jaar groeit en er een voedseltekort zal ontstaan, zijn insecten een goede oplossing. Een toekomst waarin vlees en vis vervangen worden door insecten. Deze kleine beestjes zijn namelijk in grotere aantallen aanwezig, goedkoper en ook nog eens voedzaam. Ze hebben weinig ruimte nodig en kunnen in grote aantallen gehouden worden. Daarnaast bevatten insecten veel eiwitten en lage vetpercentages. Eigenlijk zijn insecten het ideale voedsel. Voordat wij met z’n alle massaal insecten gaan eten en er in de supermarkt verpakte insectensnacks liggen, zullen we eerst het taboe moeten verbreken. Wij zetten ons over de angst van de kriebelende pootjes heen en nemen een hap. Let’s do this!
Neem een hap
nemen. Met zijn zessen zitten we rond de tafel. Voor ons staan drie bakjes vol insecten. Eén met morsdode sprinkhanen die je toch nog aan lijken te staren en twee vol wormen, waarvan je hoopt dat ze echt allemaal dood zijn. We kijken elkaar aan. Ik zie grimmige gezichten vol twijfel; gaan we dit echt doen? Ik kijk nog eens goed naar de wormen. Ik wil zeker weten dat ze dood zijn voordat we die hap gaan nemen. Zie ik daar nu iets bewegen? Na een laatste goede tip van Robin: “Kijk ze niet aan!”, moeten we er toch echt aan geloven. Het bakje vol meelwormen gaat rond en er wordt aan geroken. “Het ruikt gewoon naar zoute stokjes!” Esmé lijkt het idee al een stuk minder erg te vinden en zit al snel aan haar tweede worm. Ik probeer nog steeds de gedachte aan kleine kronkelde wormpjes in vieze modderige aarde te vergeten. Met tegenzin pak ik een wormpje en probeer het beestje in mijn hand niet als insect te zien. Terwijl ik het beest met een krakend geluid doormidden bijt, denk ik nog: “Gadverdamme, een worm.”. Maar eigenlijk valt het wel mee. Het smaakt naar noten, een beetje naar zo’n vliesje om een pinda. Krokant. Knapperig. Best lekker eigenlijk.
Ons proefteam, bestaande uit Robin, Esmé, Myrtel, Juliette, Niels en ikzelf, gaan dit hapje alvast
EXPERIMENTAL
Nootjes met pootjes Een hapje insect is dus best oké. De smaak is prima, vooral als je eventjes vergeet dat je een insect eet. Stap één was dus voltooid: wij hebben insecten gegeten! Maar hoe zouden deze insecten smaken in een lekker recept? Een recept waardoor we nog eerder die gore gedachte kwijtraken. Simpel gezegd smaken insecten namelijk naar nootjes, maar dan met pootjes. Deze nootsmaak moet vast en zeker te verwerken zijn in een lekker gerecht. Niels biedt zich aan als kok en al snel is iedereen op zoek naar een lekker gerecht vol met insecten. Quiches met meelwormen, pasta’s met meelwormen, sandwiches met bijenlarven, mexicaanse sprinkhaan tortilla’s en chocoladesprinkhanen. Het internet staat vol met recepten en er zijn zelfs kookboeken over te vinden. Al snel valt de beslissing op een heerlijke Italiaanse spaghetti met gehaktballen (en insecten natuurlijk) met als nagerecht sprinkhanen in chocolade.
Spaghetti met wormen Ongeveer drie kwartier later heeft onze kok Niels het gerecht met ballen klaar. Op tafel staan vier borden met spaghetti. “Het ruikt best lekker. Gewoon naar pasta.” zegt Esmé . Toch ziet het er alles behalve gewoon uit. De spaghetti lijkt in orde, maar uit de gehaktballen lijken tientallen wormpjes te kruipen. Echt ranzig!
Ondanks de wormpjes durven Robin, Esmé, Myrtel en kok Niels het aan. Met zijn vieren nemen ze plaats aan tafel. Het bestek wordt langzaam opgepakt en er wordt een zo klein mogelijk stukje van de gehaktbal afgesneden. Een laatste blik gaat over de tafel en Robin begint af te tellen: “Let’s go! Eén, twee, drie!”. Op drie neemt iedereen tegelijk een hap. Gezichten betrekken en moeizaam wordt er op de wormen gekauwd. “Je proeft ze niet, maar je voelt ze wel. Het idee is gewoon fucking goor.” Robin heeft zijn eerste hap op. Sommige hebben moeite het eten binnen te houden. Niels heeft een hand voor zijn mond geslagen en het is duidelijk van zijn gezicht af te lezen. Lachend vraagt Robin hem: “Eet jij je bord leeg?” Met weerzin slikt hij de hap toch door. Eventjes is het stil. “Nee, ik moest bijna braken!” Myrtel slikt ook met tegenzin de wormen door en grijpt snel naar haar glas water. “Kunnen we het niet gewoon pureren? Dit is echt vies.” Esmé neemt ondertussen nog een hapje. Vol verbazing kijkt de rest haar aan. Met volle mond reageert ze: “Wat? Ik vind het best lekker!” De borden worden weggeschoven. Drie van de vier zijn het er over eens dat het niet te eten is. Na kort overleg, blijkt dat dit niet aan
EXPERIMENTAL
de wormen ligt, maar aan de goedkope pasta saus. Deze is te overheersend en heeft een vieze smaak. Ook zijn de gehaktballen te flauw. Het gerecht met ballen is niet geslaagd, maar Niels krijgt een nieuwe poging met het nagerecht. Sprinkhanen in chocolade. Mmm smullen!
Chocodip Terwijl Niels verder gaat met de sprinkhanen in chocolade, probeert de rest bij te komen van de gehaktballen met wormen. Er worden nog een paar glazen water naar binnen gegooid om de vieze smaak te verdrijven. Dan komt het nagerecht en het ziet er lekker uit. Het lijken gewoon chocolade bonbon’s met hagelslag. Geen insecten te zien. De sprinkhaan-bonbons worden verdeeld onder het viertal. “Vet lekker!” zegt Niels na zijn eerste chocoladesprinkhaan. De rest knikt instemmend. “Je proeft de sprinkhaan niet.” “Wel heel veel vliesjes en schilletjes” zegt Myrtel. Er verdwijnen nog meer bonbons naar binnen. “Het stelt niks voor, gewoon alsof je chocolade met vliesjes eet.” is de conclusie van Robin. De sprinkhaan-bonbons gaan allemaal op en het viertal is het met elkaar eens: chocoladesprinkhanen zijn lekker! (Lees verder op de volgende bladzijde.)
15
“Kijk ze niet aan!” Cultuur en toekomst Voor veel mensen is het eten van insecten een gruwelijke gedachte en huiveren ze bij het idee. Insecten worden in onze cultuur gezien als vies. Als ongedierte. Ze worden geassocieerd met bederf en de dood. En zeg nou zelf; wie zit er te wachten op een bord vol “heerlijke”, geroosterde kakkerlakken? Klinkt echt vies! Er zijn op de wereld zo’n 1400 verschillende soorten eetbare insecten. In landen als Thailand, China en Japan is het eten van insecten de normaalste zaak van de wereld. Ze worden daar als ware delicatessen gezien. Geroosterde parasolmieten, gepofte mieren, gefrituurde libellenlarven en geroosterde tarantula’s. Het wordt allemaal met smaak gegeten. In hun cultuur heel normaal, toch is in de Westerse Wereld het eten van insecten een taboe. In onze cultuur roept het woord “insect” associaties op met plagen, steken, prikken en vervelende beestjes. Wij groeien op in een wereld waarin een vlieg zonder nadenken wordt neer gemept om vervolgens in de prullenbak te verdwijnen. Spinnen worden platgetrapt, zonder dat wij ons realiseren dat deze beestjes gefrituurd prima smaken. Een neergemepte vlieg of een platgetrapte spin eten vinden wij
14
geen lekkere gedachte. Eerder een gedachte waar de rillingen van over je rug lopen. Kriebelende pootjes en krakende ledematen als je een hapje neemt. Vieze lichaamssappen als je er één doormidden bijt. Echt goor! Toch zullen wij in de toekomst allemaal wel eens insecten gaan eten. Een toekomst waarin het bevolkingsaantal elk jaar groeit en er een voedseltekort zal ontstaan, zijn insecten een goede oplossing. Een toekomst waarin vlees en vis vervangen worden door insecten. Deze kleine beestjes zijn namelijk in grotere aantallen aanwezig, goedkoper en ook nog eens voedzaam. Ze hebben weinig ruimte nodig en kunnen in grote aantallen gehouden worden. Daarnaast bevatten insecten veel eiwitten en lage vetpercentages. Eigenlijk zijn insecten het ideale voedsel. Voordat wij met z’n alle massaal insecten gaan eten en er in de supermarkt verpakte insectensnacks liggen, zullen we eerst het taboe moeten verbreken. Wij zetten ons over de angst van de kriebelende pootjes heen en nemen een hap. Let’s do this!
Neem een hap
nemen. Met zijn zessen zitten we rond de tafel. Voor ons staan drie bakjes vol insecten. Eén met morsdode sprinkhanen die je toch nog aan lijken te staren en twee vol wormen, waarvan je hoopt dat ze echt allemaal dood zijn. We kijken elkaar aan. Ik zie grimmige gezichten vol twijfel; gaan we dit echt doen? Ik kijk nog eens goed naar de wormen. Ik wil zeker weten dat ze dood zijn voordat we die hap gaan nemen. Zie ik daar nu iets bewegen? Na een laatste goede tip van Robin: “Kijk ze niet aan!”, moeten we er toch echt aan geloven. Het bakje vol meelwormen gaat rond en er wordt aan geroken. “Het ruikt gewoon naar zoute stokjes!” Esmé lijkt het idee al een stuk minder erg te vinden en zit al snel aan haar tweede worm. Ik probeer nog steeds de gedachte aan kleine kronkelde wormpjes in vieze modderige aarde te vergeten. Met tegenzin pak ik een wormpje en probeer het beestje in mijn hand niet als insect te zien. Terwijl ik het beest met een krakend geluid doormidden bijt, denk ik nog: “Gadverdamme, een worm.”. Maar eigenlijk valt het wel mee. Het smaakt naar noten, een beetje naar zo’n vliesje om een pinda. Krokant. Knapperig. Best lekker eigenlijk.
Ons proefteam, bestaande uit Robin, Esmé, Myrtel, Juliette, Niels en ikzelf, gaan dit hapje alvast
EXPERIMENTAL
Nootjes met pootjes Een hapje insect is dus best oké. De smaak is prima, vooral als je eventjes vergeet dat je een insect eet. Stap één was dus voltooid: wij hebben insecten gegeten! Maar hoe zouden deze insecten smaken in een lekker recept? Een recept waardoor we nog eerder die gore gedachte kwijtraken. Simpel gezegd smaken insecten namelijk naar nootjes, maar dan met pootjes. Deze nootsmaak moet vast en zeker te verwerken zijn in een lekker gerecht. Niels biedt zich aan als kok en al snel is iedereen op zoek naar een lekker gerecht vol met insecten. Quiches met meelwormen, pasta’s met meelwormen, sandwiches met bijenlarven, mexicaanse sprinkhaan tortilla’s en chocoladesprinkhanen. Het internet staat vol met recepten en er zijn zelfs kookboeken over te vinden. Al snel valt de beslissing op een heerlijke Italiaanse spaghetti met gehaktballen (en insecten natuurlijk) met als nagerecht sprinkhanen in chocolade.
Spaghetti met wormen Ongeveer drie kwartier later heeft onze kok Niels het gerecht met ballen klaar. Op tafel staan vier borden met spaghetti. “Het ruikt best lekker. Gewoon naar pasta.” zegt Esmé . Toch ziet het er alles behalve gewoon uit. De spaghetti lijkt in orde, maar uit de gehaktballen lijken tientallen wormpjes te kruipen. Echt ranzig!
Ondanks de wormpjes durven Robin, Esmé, Myrtel en kok Niels het aan. Met zijn vieren nemen ze plaats aan tafel. Het bestek wordt langzaam opgepakt en er wordt een zo klein mogelijk stukje van de gehaktbal afgesneden. Een laatste blik gaat over de tafel en Robin begint af te tellen: “Let’s go! Eén, twee, drie!”. Op drie neemt iedereen tegelijk een hap. Gezichten betrekken en moeizaam wordt er op de wormen gekauwd. “Je proeft ze niet, maar je voelt ze wel. Het idee is gewoon fucking goor.” Robin heeft zijn eerste hap op. Sommige hebben moeite het eten binnen te houden. Niels heeft een hand voor zijn mond geslagen en het is duidelijk van zijn gezicht af te lezen. Lachend vraagt Robin hem: “Eet jij je bord leeg?” Met weerzin slikt hij de hap toch door. Eventjes is het stil. “Nee, ik moest bijna braken!” Myrtel slikt ook met tegenzin de wormen door en grijpt snel naar haar glas water. “Kunnen we het niet gewoon pureren? Dit is echt vies.” Esmé neemt ondertussen nog een hapje. Vol verbazing kijkt de rest haar aan. Met volle mond reageert ze: “Wat? Ik vind het best lekker!” De borden worden weggeschoven. Drie van de vier zijn het er over eens dat het niet te eten is. Na kort overleg, blijkt dat dit niet aan
EXPERIMENTAL
de wormen ligt, maar aan de goedkope pasta saus. Deze is te overheersend en heeft een vieze smaak. Ook zijn de gehaktballen te flauw. Het gerecht met ballen is niet geslaagd, maar Niels krijgt een nieuwe poging met het nagerecht. Sprinkhanen in chocolade. Mmm smullen!
Chocodip Terwijl Niels verder gaat met de sprinkhanen in chocolade, probeert de rest bij te komen van de gehaktballen met wormen. Er worden nog een paar glazen water naar binnen gegooid om de vieze smaak te verdrijven. Dan komt het nagerecht en het ziet er lekker uit. Het lijken gewoon chocolade bonbon’s met hagelslag. Geen insecten te zien. De sprinkhaan-bonbons worden verdeeld onder het viertal. “Vet lekker!” zegt Niels na zijn eerste chocoladesprinkhaan. De rest knikt instemmend. “Je proeft de sprinkhaan niet.” “Wel heel veel vliesjes en schilletjes” zegt Myrtel. Er verdwijnen nog meer bonbons naar binnen. “Het stelt niks voor, gewoon alsof je chocolade met vliesjes eet.” is de conclusie van Robin. De sprinkhaan-bonbons gaan allemaal op en het viertal is het met elkaar eens: chocoladesprinkhanen zijn lekker! (Lees verder op de volgende bladzijde.)
15
WE DID IT Na veel twijfels, gekke gezichten en terugtrekkers hebben wij het dan toch echt gedaan en dat mogen wij met trots zeggen: wij hebben insecten gegeten! Meelwormen zijn niet vies, ze smaken gewoon naar nootjes. Misschien een idee om te serveren op je volgende verjaardagsfeestje? Heerlijk bij een biertje of een glaasje wijn! De toekomst ziet er wormachtig uit!
home. Ja, dat hoor je goed. Insecten zijn de toekomst, wij hebben het taboe verbroken en nu is het aan jullie om dit voort te zetten! De toekomst ziet er voor ons een stuk beter uit nu we inzien dat insecten niet zo gruwelijk smaken en je er lekkere recepten mee kan maken. Kom maar op met die gefrituurde sprinkhanen en gepofte mieren! Vergeet de kriebelend pootjes en neem een hap, want insecten zijn lekker!
De meeste van jullie zullen ons voor gek verklaren na het lezen van dit artikel. Wie gaat er nou insecten eten, gewoon om te proberen? Geloof ons, het is het waard! Try it at
14
Stance Wardenburg
En sprinkhanen? Heerlijk in combinatie met spaghetti! Als je een lekkere pastasaus koopt natuurlijk. En goed gehakt. En misschien is een goede kok ook wel handig. Verder is het prima te doen. Introduceer het thuis! “Mam, vanavond kom ik voor jou koken!�
EXPERIMENTAL
WE DID IT Na veel twijfels, gekke gezichten en terugtrekkers hebben wij het dan toch echt gedaan en dat mogen wij met trots zeggen: wij hebben insecten gegeten! Meelwormen zijn niet vies, ze smaken gewoon naar nootjes. Misschien een idee om te serveren op je volgende verjaardagsfeestje? Heerlijk bij een biertje of een glaasje wijn! De toekomst ziet er wormachtig uit!
home. Ja, dat hoor je goed. Insecten zijn de toekomst, wij hebben het taboe verbroken en nu is het aan jullie om dit voort te zetten! De toekomst ziet er voor ons een stuk beter uit nu we inzien dat insecten niet zo gruwelijk smaken en je er lekkere recepten mee kan maken. Kom maar op met die gefrituurde sprinkhanen en gepofte mieren! Vergeet de kriebelend pootjes en neem een hap, want insecten zijn lekker!
De meeste van jullie zullen ons voor gek verklaren na het lezen van dit artikel. Wie gaat er nou insecten eten, gewoon om te proberen? Geloof ons, het is het waard! Try it at
14
Stance Wardenburg
En sprinkhanen? Heerlijk in combinatie met spaghetti! Als je een lekkere pastasaus koopt natuurlijk. En goed gehakt. En misschien is een goede kok ook wel handig. Verder is het prima te doen. Introduceer het thuis! “Mam, vanavond kom ik voor jou koken!�
EXPERIMENTAL
BANG VOOR SPRUITEN Iedereen vindt wel iets niet lekker. Voor mij geldt dat voor spruitjes, voor anderen is het eten van broccoli een ramp. Het kan alleen nog extremer. Ergens zo bang voor zijn dat je voorhoofd begint te zweten, je keel dichtklapt en de tranen niet te bedwingen zijn.
18
SHOCKING
SHOCKING
Bij de gedachte aan spruitjes of witlof ga ik al bijna over mijn nek. Ik heb het vaak genoeg te eten. Geroerbakt of in de oven; het maakt me niet uit op wat voor manier ze worden klaargemaakt, ik heb het nooit lekker gevonden. Zou ik het eten als er een pistool op mijn hoofd gericht stond met de vraag: “Je leven of de spruitjes?”? Misschien dat ik dan een hapje zou wagen. De kans dat zoiets gebeurd is gelukkig redelijk klein. Er bestaan daarentegen ook mensen die bij alleen al de gedachte van een bepaald soort voedsel een heuse paniekaanval krijgen. Dan kan het gaan om de smaak of de geur, maar het kan ook te maken hebben met de irreële angst om in het eten te stikken. Ik zelf ben ooit eens gestikt in een stukje appel. Het duurde wel even voordat ik fruit weer als een normaal mens kon eten. Deze irreële angst noemt men ook wel: een fobie. Een groot woord. Nu is mijn aversie voor spruitjes geen fobie omdat het niet voldoet aan de criteria die het DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental diseases) heeft opgesteld. Het DSM is een handboek die in veel landen wordt aangehouden bij de diagnose van een mentale stoornis. De criteria voor de diagnose van een specifieke fobie zijn als volgt; een aanhoudende angst voor een bepaald object of situatie, confrontatie met het object of situatie veroorzaakt bijna altijd een paniekaanval, de persoon weet dat zijn of haar angst onredelijk is en ontwijkt de situaties het liefst of ondergaat ze met intense angst, de fobie is in zo’n drastische zin aanwezig dat het effect heeft in de dagelijkse handelingen, als de persoon jonger is dan 18 jaar moet de fobie minstens zes aaneensluitende maanden aanwezig zijn en als laatste moet de fobie op zichzelf staan en geen
19
BANG VOOR SPRUITEN Iedereen vindt wel iets niet lekker. Voor mij geldt dat voor spruitjes, voor anderen is het eten van broccoli een ramp. Het kan alleen nog extremer. Ergens zo bang voor zijn dat je voorhoofd begint te zweten, je keel dichtklapt en de tranen niet te bedwingen zijn.
18
SHOCKING
SHOCKING
Bij de gedachte aan spruitjes of witlof ga ik al bijna over mijn nek. Ik heb het vaak genoeg te eten. Geroerbakt of in de oven; het maakt me niet uit op wat voor manier ze worden klaargemaakt, ik heb het nooit lekker gevonden. Zou ik het eten als er een pistool op mijn hoofd gericht stond met de vraag: “Je leven of de spruitjes?”? Misschien dat ik dan een hapje zou wagen. De kans dat zoiets gebeurd is gelukkig redelijk klein. Er bestaan daarentegen ook mensen die bij alleen al de gedachte van een bepaald soort voedsel een heuse paniekaanval krijgen. Dan kan het gaan om de smaak of de geur, maar het kan ook te maken hebben met de irreële angst om in het eten te stikken. Ik zelf ben ooit eens gestikt in een stukje appel. Het duurde wel even voordat ik fruit weer als een normaal mens kon eten. Deze irreële angst noemt men ook wel: een fobie. Een groot woord. Nu is mijn aversie voor spruitjes geen fobie omdat het niet voldoet aan de criteria die het DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental diseases) heeft opgesteld. Het DSM is een handboek die in veel landen wordt aangehouden bij de diagnose van een mentale stoornis. De criteria voor de diagnose van een specifieke fobie zijn als volgt; een aanhoudende angst voor een bepaald object of situatie, confrontatie met het object of situatie veroorzaakt bijna altijd een paniekaanval, de persoon weet dat zijn of haar angst onredelijk is en ontwijkt de situaties het liefst of ondergaat ze met intense angst, de fobie is in zo’n drastische zin aanwezig dat het effect heeft in de dagelijkse handelingen, als de persoon jonger is dan 18 jaar moet de fobie minstens zes aaneensluitende maanden aanwezig zijn en als laatste moet de fobie op zichzelf staan en geen
19
gevolg zijn van andere mentale problemen zoals bijvoorbeeld een depressie. Zodra iemand aan deze waslijst van zeven criteria voldoet heeft hij of zij officieel een fobie. De fobie voor eten heet: Cibofobie. Je kan alleen op meerdere manieren bang zijn voor eten. Het kan worden onderverdeeld in andere soorten fobieën. Het is dus een soort van verzamelnaam, maar ook een op zichzelf staande fobie. Hier is ‘ie dan!
De top 7 vreemdste voedselfobieën. Nummer 1: Arachibutyrofobie. Probeer dat maar eens uit te spreken. Arachibutyrofobie is de angst dat pindakaas aan je gehemelte blijft kleven. Het is
vooral in het bijzijn van al je lieve vrienden, collega’s of familie zodat ze je allemaal keihard uitlachen zodra je moet overgeven. De angst voor overgeven heet emetofobie. Mensen die aan emetofobie lijden hoeven niet bepaald een slechte ervaring te hebben gehad met overgeven. Het is puur de gedachte van eten in het openbaar en daarvan moeten kotsen, wat in hun hoofd doordraait. Geen leuke gedachte.
gaat dit minder makkelijk. Ze zijn bang voor nieuwe geuren, smaken en texturen en vrezen het niet lekker te vinden.
Nummer 3: Methyfobie.
Nummer 7: Cibofobie.
Dit is niet de angst voor crystal meth, maar de angst voor alcohol. De oplossing is simpel zou je zeggen; je drinkt gewoon geen alcohol. Nou, nee. Mensen die last hebben van deze fobie zijn bang dat er alcohol in hun eten zit. Dit kan komen omdat ze in het verleden een nare ervaring hebben gehad met alcohol.
Nummer 6: Anginofobie. Dit houdt in dat iemand bang is om te stikken in hun eten. De oorzaak is meestal het feit dat degene in het verleden bijna is gestikt. Dit kan diepe angstgevoelens oproepen en meestal leiden tot het ontwijken van datgene waarin hij of zij is gestikt.
De angst voor eten in het algemeen. Deze mensen kunnen vaak alleen vloeibaar voedsel naar binnen krijgen. Dit beperkt natuurlijk de inname van voedselmogelijkheden en het kan zijn dat je ondervoed raakt. Soms wordt deze fobie met anorexia verward. Er zijn mensen die aan beide mentale stoornissen
“ze zien augurken en beginnen spontaan te huilen!”
Nummer 2: Angst om ziek te worden. En niet zomaar ziek, voedselvergiftiging-kotsen-tot-jedarmen-eruit-komen-ziek. zeHet is de angst dat je van bepaalde etenswaren, waar je in het verleden een keer voedselvergiftiging van hebt gehad, ziek wordt. En dan
20
Nummer 4: Toxofobie. Geloof het of niet, er zijn mensen die bang zijn dat er gif in hun eten zit. Het soort gif waar je heel ziek van wordt of zelfs dood bij neervalt. Deze mensen laten het liefst hun eten door een ander proeven, voordat ze zelf tot consumptie overgaan. Erg aardig hoor, liever je familie en vrienden vergiftigd dan jij zelf.
Nummer 5: Voedsel neofobie. Neofobie is de angst voor nieuwe dingen dus misschien heb je het al geraden; voedsel neofobie is de angst voor nieuw eten. Een persoon de hieraan lijdt is bang nieuw eten te proberen. Vooral jonge kinderen hebben last van dit probleem. Meestal groeien ze daar wel overheen, maar voor anderen
lijden. Hoewel anorexia met het lichaamsbeeld heeft te maken, zijn mensen met cibofobie bang voor het eten zelf en niet voor hoeveel calorieën het telt. Die spruitjes klinken nu zo slecht nog niet, moet ik eerlijk zeggen. Er zullen altijd dingen zijn die we niet lekker vinden. Toch zul je er af en toe aan moeten geloven, want ‘de arme kindjes in Afrika hebben al helemaal geen eten en die zouden heel graag de spruitjes van je bord af komen eten’ hoor ik mijn moeder van ver zeggen.
Esme van Amerongen
onder veel mensen, vooral bij jonge kinderen, een populaire angst. Nou is pindakaas een van de etenswaren waar mensen een fobie voor hebben. Er zijn nog talloze andere soorten voedsel waar mensen bang voor zijn. Zo is er een bekend filmpje van een meisje die doodsbang is voor augurken. Bij de gedachte aan augurken raakt ze volledig in paniek en begint te huilen. Het filmpje kun je bekijken via onze app.
SHOCKING
SHOCKING
21
gevolg zijn van andere mentale problemen zoals bijvoorbeeld een depressie. Zodra iemand aan deze waslijst van zeven criteria voldoet heeft hij of zij officieel een fobie. De fobie voor eten heet: Cibofobie. Je kan alleen op meerdere manieren bang zijn voor eten. Het kan worden onderverdeeld in andere soorten fobieën. Het is dus een soort van verzamelnaam, maar ook een op zichzelf staande fobie. Hier is ‘ie dan!
De top 7 vreemdste voedselfobieën. Nummer 1: Arachibutyrofobie. Probeer dat maar eens uit te spreken. Arachibutyrofobie is de angst dat pindakaas aan je gehemelte blijft kleven. Het is
vooral in het bijzijn van al je lieve vrienden, collega’s of familie zodat ze je allemaal keihard uitlachen zodra je moet overgeven. De angst voor overgeven heet emetofobie. Mensen die aan emetofobie lijden hoeven niet bepaald een slechte ervaring te hebben gehad met overgeven. Het is puur de gedachte van eten in het openbaar en daarvan moeten kotsen, wat in hun hoofd doordraait. Geen leuke gedachte.
gaat dit minder makkelijk. Ze zijn bang voor nieuwe geuren, smaken en texturen en vrezen het niet lekker te vinden.
Nummer 3: Methyfobie.
Nummer 7: Cibofobie.
Dit is niet de angst voor crystal meth, maar de angst voor alcohol. De oplossing is simpel zou je zeggen; je drinkt gewoon geen alcohol. Nou, nee. Mensen die last hebben van deze fobie zijn bang dat er alcohol in hun eten zit. Dit kan komen omdat ze in het verleden een nare ervaring hebben gehad met alcohol.
Nummer 6: Anginofobie. Dit houdt in dat iemand bang is om te stikken in hun eten. De oorzaak is meestal het feit dat degene in het verleden bijna is gestikt. Dit kan diepe angstgevoelens oproepen en meestal leiden tot het ontwijken van datgene waarin hij of zij is gestikt.
De angst voor eten in het algemeen. Deze mensen kunnen vaak alleen vloeibaar voedsel naar binnen krijgen. Dit beperkt natuurlijk de inname van voedselmogelijkheden en het kan zijn dat je ondervoed raakt. Soms wordt deze fobie met anorexia verward. Er zijn mensen die aan beide mentale stoornissen
“ze zien augurken en beginnen spontaan te huilen!”
Nummer 2: Angst om ziek te worden. En niet zomaar ziek, voedselvergiftiging-kotsen-tot-jedarmen-eruit-komen-ziek. zeHet is de angst dat je van bepaalde etenswaren, waar je in het verleden een keer voedselvergiftiging van hebt gehad, ziek wordt. En dan
20
Nummer 4: Toxofobie. Geloof het of niet, er zijn mensen die bang zijn dat er gif in hun eten zit. Het soort gif waar je heel ziek van wordt of zelfs dood bij neervalt. Deze mensen laten het liefst hun eten door een ander proeven, voordat ze zelf tot consumptie overgaan. Erg aardig hoor, liever je familie en vrienden vergiftigd dan jij zelf.
Nummer 5: Voedsel neofobie. Neofobie is de angst voor nieuwe dingen dus misschien heb je het al geraden; voedsel neofobie is de angst voor nieuw eten. Een persoon de hieraan lijdt is bang nieuw eten te proberen. Vooral jonge kinderen hebben last van dit probleem. Meestal groeien ze daar wel overheen, maar voor anderen
lijden. Hoewel anorexia met het lichaamsbeeld heeft te maken, zijn mensen met cibofobie bang voor het eten zelf en niet voor hoeveel calorieën het telt. Die spruitjes klinken nu zo slecht nog niet, moet ik eerlijk zeggen. Er zullen altijd dingen zijn die we niet lekker vinden. Toch zul je er af en toe aan moeten geloven, want ‘de arme kindjes in Afrika hebben al helemaal geen eten en die zouden heel graag de spruitjes van je bord af komen eten’ hoor ik mijn moeder van ver zeggen.
Esme van Amerongen
onder veel mensen, vooral bij jonge kinderen, een populaire angst. Nou is pindakaas een van de etenswaren waar mensen een fobie voor hebben. Er zijn nog talloze andere soorten voedsel waar mensen bang voor zijn. Zo is er een bekend filmpje van een meisje die doodsbang is voor augurken. Bij de gedachte aan augurken raakt ze volledig in paniek en begint te huilen. Het filmpje kun je bekijken via onze app.
SHOCKING
SHOCKING
21
NIELS Op Nieuwjaarsdag (a.k.a. Internationale Katerdag) keek ik samen met mijn huisgenoten, onder het genot van een gebakken eitje en een beker melk, naar 24Kitchen. Het volgende programma is Grenzeloos Koken met Mounir. Mounir is van de Arabische keuken. Hij staat bekend om zijn vingervlugge snijkunsten en heerlijke Arabische gerechten. De döner kebab die wij gisteren aten valt daarbij in het niet. En terwijl we keken naar hoe Mounir voor de derde keer zijn couscous ging stomen bedacht ik me: “Döner kebab is de frikandel van het Midden-Oosten.” Er zijn veel overeenkomsten tussen de frikandel en döner kebab. Zo zijn ze beiden vet, ongezond en van vet ongezond vlees gemaakt. Door de uitvinding van döner kebab kwamen de shoarmatenten als paddestoelen uit de grond. Dit was bij frikandellen minder het geval omdat de snackbar al bestaat sinds 1916 en döner kebab pas werd uitgevonden in 1982.
student word je al snel bedwelmd door deze geur. De vette hap van de Arabische keuken is als een soort moderne Rattenvanger van Hamelen. Maar in plaats van kinderen lokt het aangeschoten studenten en in plaats van een fluit gebruiken ze de geur van gebakken vlees om je over te halen je laatste paar euro’s stuk te slaan op hun vettige toonbank. “Alles erop?” vraagt de kebabman. Dit is het moment waarop jij als klant het voor het zeggen krijgt. Wil je sla, tomaat, ui of niks van dat alles? Gaan we water bij de wijn doen of wordt het ongegeneerd ongezond? Veel knoflooksaus erop? Of moeten er nog chicks geregeld worden vanavond? Wat een keuzes. Ikzelf ben een man die kiest voor “alles erop met veel knoflooksaus en veel sambal”. Als je dan toch van plan bent ongezond te eten kan je het maar beter goed doen.
COLUMN
NIels Wiegmans
In de grote steden van Nederland is er geen vierkante kilometer zonder “Snackbar Achmed” of “Mohammeds Shoarmapaleis”. In het centrum van Amsterdam komt de zoetzure lucht van knoflooksaus en sambal je al vrij snel tegemoet gewaait. En als dronken
23
NIELS Op Nieuwjaarsdag (a.k.a. Internationale Katerdag) keek ik samen met mijn huisgenoten, onder het genot van een gebakken eitje en een beker melk, naar 24Kitchen. Het volgende programma is Grenzeloos Koken met Mounir. Mounir is van de Arabische keuken. Hij staat bekend om zijn vingervlugge snijkunsten en heerlijke Arabische gerechten. De döner kebab die wij gisteren aten valt daarbij in het niet. En terwijl we keken naar hoe Mounir voor de derde keer zijn couscous ging stomen bedacht ik me: “Döner kebab is de frikandel van het Midden-Oosten.” Er zijn veel overeenkomsten tussen de frikandel en döner kebab. Zo zijn ze beiden vet, ongezond en van vet ongezond vlees gemaakt. Door de uitvinding van döner kebab kwamen de shoarmatenten als paddestoelen uit de grond. Dit was bij frikandellen minder het geval omdat de snackbar al bestaat sinds 1916 en döner kebab pas werd uitgevonden in 1982.
student word je al snel bedwelmd door deze geur. De vette hap van de Arabische keuken is als een soort moderne Rattenvanger van Hamelen. Maar in plaats van kinderen lokt het aangeschoten studenten en in plaats van een fluit gebruiken ze de geur van gebakken vlees om je over te halen je laatste paar euro’s stuk te slaan op hun vettige toonbank. “Alles erop?” vraagt de kebabman. Dit is het moment waarop jij als klant het voor het zeggen krijgt. Wil je sla, tomaat, ui of niks van dat alles? Gaan we water bij de wijn doen of wordt het ongegeneerd ongezond? Veel knoflooksaus erop? Of moeten er nog chicks geregeld worden vanavond? Wat een keuzes. Ikzelf ben een man die kiest voor “alles erop met veel knoflooksaus en veel sambal”. Als je dan toch van plan bent ongezond te eten kan je het maar beter goed doen.
COLUMN
NIels Wiegmans
In de grote steden van Nederland is er geen vierkante kilometer zonder “Snackbar Achmed” of “Mohammeds Shoarmapaleis”. In het centrum van Amsterdam komt de zoetzure lucht van knoflooksaus en sambal je al vrij snel tegemoet gewaait. En als dronken
23