1.
Programma.
PathĂŠtique. mei 2015
2.
Musici
Pathétique. Chef-dirigent. Jan Latham-Koenig Concertmeester. Jo Vercruysse Eerste viool. Arman Simonian Nathalie Hepp Tim Breckpot Hilde Coppieters Peter Hellemond Veerle Houbraken Paul Klinck Eva Stijnen Annerien Stuker
Tweede viool. Gudrun Verbanck Isabelle Buyck Geraldine De Baets Pieter Decolvenaer Liesbet Jansen Lucia Maria Ine Pollenus Noémie Tiercet Altviool. Paul De Clerck Bruno De Schaepdrijver Lieve Dreelinck Bieke Jacobus Kaatje Strauven Korneel Taeckens Eva Van de Ven
FOTO COVER. SIMON VAN BOXTEL
Cello. Renaat Ackaert Jan Van Kelst Isabelle Brys Caroline Steen Wouter Vercruysse Hélène Viratelle Contrabas. Koenraad Hofman Jan Verheye Bram Decroix Jens Similox-Tohon
Fluit. Caroline Peeters Veerle Secember Anke Lauwers Hobo. Korneel Alsteens Carola Dieraert Klarinet. Frank Coryn Tom Daans Fagot. Koen Coppé Tamara Smits
Hoorn. Ivo Hadermann Bruno Melckebeke Lies Molenaar Frank Clarysse Trompet. Steven Bossuyt Bart Coppé Bart Van Der Strieckt Trombone. Bob Van der Strieckt Joachim Van Bockstael Konstantin Koev Tuba. Ries Schellekens
Pauken. Antoine Siguré Slagwerk. Wim De Vlaminck Ruben Cooman François-Xavier Leroy Harp. Anouk Sturtewagen Piano/Celesta. Tae Yoshioka
pathétique 1.
Programma
Pathétique. Dirigent. Jan Latham-Koenig
Hector Berlioz (1803-1869)
Max Bruch (1838-1920)
Béatrice et Bénédict: Ouverture
Kol Nidrei op. 47
Soliste. France Springuel. cello
Frédéric Devreese (°1929)
pauze
za. 09.05.2015 20:00 CC Den Blank. Overijse
Canti voor cello en orkest 1 Introduzione 2 Canti 1 3 Canti 2 4 Canti 3 5 Epilogo
zo. 17.05.2015 15:00 deSingel. Antwerpen di. 19.05.2015 20:00 Concertgebouw. Brugge za. 30.05.2015 20:00 Muziekcentrum de Bijloke. Gent
Duur van het concert . 2u
Pjotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893)
Symfonie nr. 6 - Pathétique 1 2 3 4
Adagio – Allegro non troppo Allegro con grazia Allegro molto vivace Adagio lamentoso
2.
Programmatoelichting
Pathétique. Een lach en een traan. Gesp u vast voor een emotionele rollercoaster zonder weerga. Waar u bij wijze van sprankelend aperitief wordt verwelkomd door de ouverture tot Berlioz’ komische opera Béatrice et Bénédict, eindigt dit beklijvende programma met romantische pathos van de hoogste plank. Intussen geraakt het bobijntje met de rode draad van het concertseizoen helemaal afgerold; Shakespeare duikt bij Berlioz een laatste keer op als inspiratiebron en we nemen in stijl afscheid van centrale componist Devreese. Na glansrollen voor enkele diva’s uit het klassieke instrumentarium treedt in dit slotprogramma de cello voor het voetlicht.
om een plan uit te voeren waar hij al drie decennia lang op broedde: een opera naar Shakespeares Much ado about Nothing. Zodoende ging twee jaar later Béatrice et Bénédict in première. Het lichtvoetige onderwerp – een komische liefdeshistorie – is atypisch voor de immer ernstige Berlioz maar betekende op dat moment een welgekomen ontspanning na zwaarwichtiger werk.
De prikkelende ouverture zet uw zintuigen meteen op scherp. Berlioz omschreef ze als ‘een caprice die is neergepend met de punt van een naald en die nood heeft aan een uiterst verfijnde uitvoering’. De toon wordt gezet door een speelse dialoog tussen strijkers en houtblazers. De vaart gaat er echter al snel uit wanneer op initiatief van de hoorns Shakespeare rules. een langzame lyrische episode wordt ingelast. Vervolgens is het aan de strijkers om het werk weer op kruissnelheid te brengen. Terwijl de Zijn hele leven lang was de Fransman Hector Berlioz (1803-1869) ouverture vrolijk verder dendert naar het briljante slotakkoord, paseen vurige fan van William Shakespeare. Niet alleen duiken citaten uit seert een half dozijn thema’s de revue die stuk voor stuk afkomstig zijn Shakespeares literaire oeuvre ten overvloede op in Berlioz’ memoires uit de opera zelf. en partituren, hij baseerde ook meerdere werken op de stukken van Shakespeare. Titels als Roméo et Juliette, Le Roi Lear en Fantaisie sur la Violoncello cantabile. Tempête de Shakespeare spreken voor zich. Wellicht kent u meer muziek van de Belgische componist Frédéric Ook in zijn opera’s is Shakespeares invloed niet weg te denken. Toen Devreese (°1929) dan u denkt. Bij de vroegere BRT voorzag Devreese Berlioz in 1860 de opdracht kreeg om voor de opening van het nieuwe immers jarenlang talloze documentaires en films van geluid. Intussen theater in Baden-Baden een opera te schrijven, greep hij deze kans aan is hij al een halve eeuw actief in de filmwereld en viel hij meermaals in
WIST JE DAT ...
.... door de populariteit van het op Joodse melodieën gebaseerde Kol Nidrei de publieke indruk ontstond dat de protestantse Bruch zelf een jood was? 3. .... velen menen dat Tchaikovsky’s dood kort na de première van de Pathetische, zijn donkerste symfonie, een verdacht toeval is? .... twee delen uit Canti van Devreese als soundtrack dienen van Debrauwers gelauwerde film Pauline & Paulette?
de prijzen. Het mag dus geen wonder heten dat Devreeses filmmuziek spireerd door de sublieme orkestraties van Stravinsky, Bartók en Proook de stijl beïnvloedde van zijn werken die specifiek voor de concert- kofiev exploreert ook Devreese steeds nieuwe klankkleuren en -comzaal zijn gecomponeerd. binaties. Daarom voegt hij in Canti enkele specifieke opties toe aan het symfonische standaardorkest: een harp, een celesta en een vibrafoon. Zijn concertmuziek – concerti, een symfonie, kamermuziek, opera’s, balletsuites en liederen – is zelfs dermate beeldend dat ze op haar Spelen met kleur doet Devreese ook op harmonisch vlak. Welgemikte beurt een dankbare bron is om er de klankband voor een film uit te dissonanten zorgen voor het nodige pit. In de solopartij van de cello putten. Dat moet ook regisseur Lieven Debrauwer hebben gevonden schuwt Devreese elke vorm van virtuositeit ten voordele van de zantoen hij in 2000 twee delen uit Devreeses celloconcerto Canti selec- gerige lyriek die de titel van het werk belooft. Suggestieve melodielijteerde voor zijn gelauwerde film Pauline & Paulette. Devreese schreef nen worden gekruid door expressieve intervalsprongen. De cello krijgt Canti een jaar eerder in opdracht van het toenmalige Koninklijk Fil- door het langzame tempo en de lange noten alle kansen om zijn timbre harmonisch Orkest van Vlaanderen. Canti bestaat uit vijf delen: een in alle mogelijke schakeringen te etaleren. Introduzione (introductie), drie Canti (liederen) en een Epilogo (naspel). Devreeses schrijfwijze is modern maar niet zo experimenteel, waar- De cello als voorzanger. door het klankidioom erg toegankelijk blijft. De Duitse componist Max Bruch (1838-1920) was een verwoed liefhebber van volksliedjes uit allerlei culturen. Hij vond een goede volksDevreese voegt in Canti enkele specifieke melodie immers “waardevoller dan tweehonderd kunstwerken”. Veel opties toe aan het symfonische standaardorkest: van zijn eigen werken zijn bijvoorbeeld gebaseerd op melodieën uit Schotland, Zweden of Rusland. Ook de joodse liederen die Bruch te een harp, een celesta en een vibrafoon pakken kreeg via de leden van het koor dat hij in Berlijn dirigeerde, konden op zijn bijzondere interesse rekenen. Dit materiaal wist Bruch De grote bezetting is voor Devreese – die het in de film gewend is voor vakkundig aan te wenden voor zijn Drie Hebreeuwse liederen en voor kleinere ensembles te componeren – een opwindende speeltuin. Geïn- Kol Nidrei op. 47, een Adagio op basis van Hebreeuwse thema’s voor
4.
cello en orkest. Het succes van Kol Nidrei was zo overweldigend, dat gewicht. De melodie die hij daarbij gebruikt, komt uit het lied O Weep de indruk ontstond dat de protestantse Bruch zelf een jood was. for those that wept on Babel’s stream van de Engels-Joodse componist Isaac Nathan. Die had zich op zijn beurt gebaseerd op een tekst uit de verzameling Hebreeuwse melodieën van Lord Byron. Het succes van Kol Nidrei
was zo overweldigend, dat de indruk ontstond dat de protestantse Bruch zelf een Jood was.
De Pathetische Symfonie.
De Russische componist Pjotr Iljitsj Tchaikovsky (1840-1893) was bijzonder trots op zijn zesde en laatste symfonie. Aan zijn neef Bob Davidov – met wie hij een homoseksuele relatie zou hebben gehad – Twee volgens Bruch ‘eersteklas’ melodieën liggen aan de basis van de verklaarde hij dat het zijn beste werk was en dat hij er meer van hield twee verschillende secties in Kol Nidrei. De eerste melodie – die ook dan van al zijn andere geesteskindjes. Hij had Bob ook als één van de haar titel aan het werk leent – is afkomstig van een aloud boetegezang eersten op de hoogte gebracht van zijn plannen voor deze symfonie. dat in de Joodse ritus driemaal wordt gereciteerd aan de vooravond van Jom Kipoer. De melodie van Kol Nidrei was zo populair tijdens de Tchaikovsky schreef zijn neef dat “het deze keer een programmatiromantiek dat ze als een pars pro toto fungeerde voor het geluid van sche symfonie zou worden”, maar met een programma “dat eeuwig en de synagoge. Ze begint met een pneuma of ‘zucht van de ziel’, een voor iedereen een mysterie zal blijven.” Hij voegde er ook aan toe dat melodische figuur waarbij de toonhoogte eerst daalt en vervolgens “het programma is doordrongen van subjectieve gevoelens” en dat hij weer stijgt. “vaak overvloedig weende wanneer hij er aan dacht.” In Bruchs Kol Nidrei is de hypnotiserende rol van de voorzanger toevertrouwd aan de cello. Een kleine terts toonaard draagt bij tot het wat sombere en meeslepende karakter van de eerste sectie. In de tweede sectie zorgt Bruch in een grote terts toonaard voor een lyrisch tegen-
Omdat hij niet van plan was dit programma publiek te maken, betoonde Tchaikovsky zich de dag na de première van de symfonie ontevreden met de titel Programmasymfonie waarmee hij het werk aanvankelijk zelf had bedacht. Ook de suggestie van zijn broer Modest om
pathétique 5.
ze als Tragische te betitelen, beviel hem niet. Pas toen ze de zoektocht naar een nieuwe titel hadden opgegeven, viel Modest een term te binnen die wel op Pjotrs goedkeuring kon rekenen. Zo ging Tchaikovsky’s laaste symfonie de geschiedenis in als de Pathetische.
Muzikale symboliek van nederlaag en dood is vanaf de eerste maat alomtegenwoordig in Tchaikovsky’s Pathetische.
Tchaikovsky’s geheimzinnige houding omtrent het programma van zijn Zesde Symfonie en de sombere muzikale symboliek die erin aanwezig is, gaf al snel aanleiding tot allerlei speculaties. Sommigen dichten het werk profetische kwaliteiten toe, gezien haar schepper kort na de première het leven liet. Anderen lezen in de Pathetische een bekentenis van zijn geaardheid en geloven dat zijn dood om diezelfde reden zelfmoord is geweest.
Wanneer het tweede thema op schijnbaar lieflijke wijze wordt hernomen, blijkt duidelijk dat de verschrikking uit de doorwerking haar sporen heeft nagelaten. Om de zwaarmoedige sfeer te breken, is het tweede deel een lieflijke wals. Maar wie er op zou proberen dansen, geraakt al gauw in de knoei.
Tchaikovsky pende de sierlijke melodie immers niet neer in de gebruikelijke driekwartsmaat, maar in een vijfkwartsmaat, wat een hinkend Muzikale symboliek van nederlaag en dood is vanaf de eerste maat effect oplevert. Dat Tchaikovsky toch het walskarakter weet te behoualomtegenwoordig in Tchaikovsky’s Pathetische. De symfonie start bij- den, getuigt van bijzonder meesterschap in het genre. voorbeeld met het lage en donkere timbre van een fagotsolo begeleid door contrabassen. Zowel in de melodie als in de harmonie zijn voort- De derde beweging is een levendig scherzo waarin onschuldig lijdurend dalende bewegingen, toonladders en progressies aanwezig. kende folietjes uit een militaire mars opduiken. Als laatste deel koos Tchaikovsky bewust voor een bedaard Adagio in plaats van de traditiHet tweede thema bevat één van Tchaikovsky’s meest passionele me- onele luidruchtige finale. Opnieuw is de dalende toonladder pertinent lodieën. Ze wordt aangewakkerd tot een extatische climax en sterft ver- aanwezig. De symfonie verdwijnt daardoor in de donkere diepte van volgens haast uit tot complete stilte. Daardoor komt het bijzonder agres- waaruit ze oorspronkelijk was opgerezen. sieve beginakkoord van de volgende passage als een schok. Furieuze strijkers en ontketende blazers zorgen voor een waar muzikaal inferno. Tekst. Pieter Herregodts
dirigent 6.
Biografie
Jan Latham-Koenig. Met zijn Franse, Deense en Poolse roots, is Jan Latham-Koenig een Europeaan in hart en nieren. Hij studeerde aan The Royal College of Music in Londen waarna hij de prestigieuze Gulbenkian Fellowship in de wacht sleepte. Zijn debuut als dirigent van de opera Macbeth in de Wiener Staatsoper in 1988 was een buitengewoon succes en bezorgde hem op korte tijd internationale naam en faam. Sindsdien stond hij aan het roer van ’s werelds grootste opera- en symfonische gezelschappen met werken zoals Aïda, Macbeth, La Bohème, Peter Grimes, Tristan, Pelléas et Mélisande, Die Tote Stadt, Carmen, Turandot en Elektra en het ballet The Prince of the Pagodas. Jan Latham-Koenig nam reeds diverse engagementen op als artistiek directeur van ensembles en organisaties zoals het Orquestra Nacional do Porto, de Cantiere Internazionale d’Arte di Montepulciano, Teatro Massimo di Palermo, het Orchestre Philharmonique de Strasbourg en de Opéra National du Rhin. JAN LATHAM-KOENIG © KRIS HELLEMANS
Daarnaast was hij de stichter van de Young Janácek Philharmonic op en was hij er artistiek directeur. Sinds augustus 2011 is hij artistiek directeur van de Novaya Opera Moskou en sinds 2012 ook van het Orquesta Filarmónica de la UNAM in Mexico City. Vanaf het seizoen 2013-2014 is hij chef-dirigent van Symfonieorkest Vlaanderen in Brugge. Jan Latham-Koenig verzorgde diverse gastoptredens met onder meer New Japan Philharmonic, Tokyo Metropolitan Orchestra, Orchestre Philharmonique de Radio France, Los Angeles Philharmonic Orchestra, het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, Dresdner Philharmonie Orchester, … Daarnaast werd hij uitgenodigd om diverse gezelschappen te dirigeren in de Wiener Staatsoper, het Royal Opera House Covent Garden, de National Opera Prague, de Götenburg Opera, de Tokyo National Opera en nog vele andere.
soliste 7.
Biografie
France Springuel. cello Het palmares van France Springuel is ronduit indrukwekkend. Als Belgische laureate van de Internationale Tchaikovsky-wedstrijd in Moskou, verwerft ze meteen internationale faam. Ze speelt zich eveneens op het voorplan in de Tiji-wedstrijd in Bratislava en steekt in Montreal de Prix du Jeune Soliste op zak. In 1983 wordt ze zowel in België, Frankrijk, Zwitserland als Canada uitgeroepen tot Soliste van het Jaar. Drie jaar later wordt ze door het Festival van Vlaanderen uitgeroepen tot Festival-ster.
France Springuel telkens weer geprezen omwille van haar ongeëvenaarde sonoriteit en expressievermogen die ze weet te koppelen aan een weergaloze techniek. Vele critici aarzelen niet haar in één adem te noemen met haar vroegere leraars: Paul Tortelier, André Navarra en Pierre Fournier. Beroemde dirigenten als Lorin Maazel en Yehudi Menuhin spraken hun bewondering uit voor de diepgaande muzikale emotie die de interpretaties van France Springuel kenmerken.
In haar goedgevulde loopbaan concerteert France Springuel met beroemde orkesten in o.a. het Lincoln-Center in New York, de Salle Gaveau in Parijs, het Concertgebouw in Amsterdam, de Hercules Zaal in München en het Barbican Centre in Londen. Ze treedt op in Japan over Israël tot in Zuid-Amerika.
Verschillende van haar opnames zijn gekozen als filmmuziek o.a. voor ‘There will be blood’ met Daniel Day Lewis of ‘The place beyond the pines’ met o.a. Bradley Cooper en Ryan Gosling.
Let op het uitzonderlijke instrument dat France Springuel bespeelt: een Italiaanse Muziek bestaat slechts bij de gratie van de cello uit de 18de eeuw! uitvoerder. In de internationale pers wordt FRANCE SPRINGUEL
8.
Concert.agenda Symfonieorkest Vlaanderen gaat internationaal. Dirigent. Jan Latham-Koenig Solist. Freddy Kempf. piano
za. 25.07.2015 King’s Lynn Festival. Norfolk. UK zo. 26.07.2015 Harrogate Festival. Harrogate - North Yorkshire. UK
Ontdek de volledige kalender op www.symfonieorkest.be!
9.
SEIZOEN.
2015 2016
TICKETVERKOOP SEIZOEN 2015 * 2016 • Abonnees tot 29 mei • Nieuwe abonnees vanaf ma 1 juni • Losse tickets vanaf ma 8 juni
Alle informatie over het nieuwe seizoen nu op de website van Symfonieorkest Vlaanderen!
IANKA FLEERACKERS
Symfonieorkest Vlaanderen geniet de steun van
Westmeers 74 . B 8000 Brugge T +32 50 84 05 87 F +32 50 84 06 87
info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be Volg ons op Facebook! verantwoordelijke.uitgever. Dirk Coutigny