Symfozine #100

Page 1


verleden Schakel

tussen

heden en

Soms heb ik van die momenten waarop ik besef hoe ik en de wereld om me heen met de jaren veranderen. Dit gevoel is vast herkenbaar voor u. Bij het vieren van deze 100ste uitgave van het Symfozine besef ik hoe Symfonieorkest Vlaanderen door de jaren heen is geëvolueerd. De wereld van nu is niet meer dezelfde als toen de eerste editie in 1996 verscheen. Toch vormt klassieke muziek onze verbinding tussen heden en verleden. Symfonieorkest Vlaanderen is volop in transitie om de waarde en schoonheid daarvan met u te blijven delen. Ik ben enorm blij dat u zo talrijk de weg naar onze concerten en spannende samenwerkingen weet te vinden. We verkochten de afgelopen maanden 20% meer tickets dan in vorige seizoenen en werden overweldigd door het grote aantal inschrijvingen voor onze bijzondere projecten zoals SOV Young, de Symphonic Mob© en Lord of the Rings in concert.

In dit 100ste Symfozine leest u hoe wij met onze concerten met de tijd mee veranderen. De komende maanden kijk ik enorm uit naar de Symphonic Mob©, waarbij we samen met 280 amateurs in het hart van Gent het spontaanste, en

mogelijk grootste orkest van België gaan vormen. En wat zal ik genieten van de Bolero eind november, wanneer onze musici voor het eerst het podium delen met de jonge talenten van SOV Young.

We verleggen de grenzen van de concertervaring in een eclectische samenwerking met het gerenommeerde architectenbureau Robbrecht en Daem en Bozar. Bartók in Space and Time is een absolute aanrader voor iedereen die zich wil laten meeslepen in de wonderlijke wereld van Béla Bartók. Daarnaast speelt het orkest dit seizoen een van mijn persoonlijke favorieten: de Tweede Symfonie van Sibelius. Onder leiding van onze chefdirigent Kristiina Poska zal het orkest laten horen waarom wij juist deze symfonie als Sibelius' mooiste beschouwen.

De wereld draait ondertussen door. Wij blijven als orkest de herschepper van wat lang geleden is ontstaan en uw schakel tussen heden en verleden. Symfonieorkest Vlaanderen verheugt zich erop om u daarbij te mogen verwelkomen.

Jos Roeden, Intendant Symfonieorkest Vlaanderen

Muziek architectuur inde tijd

is architectuur tijd

De dialoog tussen muziek en beeldende kunst wordt in Bozar dit seizoen nog intenser met Staging the Concert, waarbij een kunstenaar wordt uitgenodigd om ‘in te grijpen in de muziek’. Symfonieorkest Vlaanderen en Robbrecht en Daem Architecten bijten de spits af als prestigieuze seizoensopener. De muziek? Muziek voor snaren, percussie en celesta van Béla Bartók. —

Ben Van Alboom
← Béla Bartók © IanDagnall Computing / Alamy Stock Photo

Opvallend weinig verraadt dat achter het houten hek van twee bescheiden rijwoningen in Gent de allesbehalve bescheiden kantoren van Robbrecht en Daem Architecten schuilgaan. De buurt mogelijk nog het minst van al, want de Brugse Poort staat niet bepaald bekend om zijn baanbrekende architectuur.

“Het is een echte volksbuurt,” geeft Paul Robbrecht ruiterlijk toe, “waar mensen van verschillende origine rustig samenwonen. Al moet ik daar meteen aan toevoegen dat we deze immense oppervlakte hebben gekocht vóór de prijzen ook hier flink zijn beginnen stijgen. Het is onvoorstelbaar wat mensen hier tegenwoordig betalen voor een huisje met niet meer dan een deur en een raam. We hebben enorm veel geluk gehad.” Vroeger stond hier een luciferfabriek, vandaag werken er zo’n 35 mensen in het architectenbureau dat Paul Robbrecht en zijn vrouw Hilde Daem in 1975 boven de doopvont hielden. Onder hen ook hun zoon Johannes Robbrecht, die als partner bijna vanzelfsprekend betrokken was bij de vraag van Bozar om dit seizoen een nieuwe dimensie te geven aan de concertbeleving. “We zijn een echt familiebedrijf”, aldus Paul Robbrecht.

“De wijze waarop Béla Bartók in zijn werk structuur aanbrengt, komt sterk overeen met hoe wij als architecten ruimte maken. Of dat is toch wat we willen aantonen, dat die muziek voor ons architectuur in de tijd is.”

En hoe muzikaal is die familie juist?

PAUL — Niet! We zijn volstrekt amuzikaal. We kunnen geen noten lezen en zelfs niet zingen. Of nee, wacht: als ik in de mood ben, durf ik mij aan Ierse ballades te wagen. (lacht) Maar we houden wel allemaal ontzettend veel van muziek.

JOHANNES — Dat is ook echt met de paplepel ingegeven. Als negenjarige werd ik meegenomen naar concerten van Collegium Vocale en zat ik op de eerste rij naar de Matthäus-Passion van Bach te luisteren.

Vond je dat tof?

JOHANNES — Ik vond dat geweldig! Al was dat op die leeftijd ook wel een uithoudingsproef.

PAUL — Ik vind dat op mijn leeftijd nog altijd een uithoudingsproef! (lacht) Maar Collegium Vocale en dan vooral zijn oprichter Philippe Herreweghe zijn ontzettend belangrijk geweest in mijn muzikale vorming. We hebben elkaar leren kennen als twintigers en reisden vaak samen naar Italië. Ik leerde hem over de renaissancearchitectuur, hij mij over de renaissancemuziek. Dat was een enorm rijke uitwisseling.

Een van jullie bekendste ontwerpen is uiteraard Concertgebouw Brugge. Heeft jullie liefde voor muziek geholpen om die architectuurwedstrijd te winnen?

PAUL — Dat is goed mogelijk. We hadden er ook een kamermuziek zaal in gestoken, ook al was die niet gevraagd. Maar we zeiden vlakaf: jullie moeten dat doen! En zie, die zaal wordt

vandaag constant gebruikt voor strijkkwartetten en pianorecitals. De dialoog die je in zo’n zaal creëert tussen muzikanten, is toch wel erg bijzonder.

Je spreekt nu vooral over klassieke muziek. Jullie voelen niets voor pop, rock of jazz?

PAUL — Toch wel. Ik ben door saxofonist Michel Mast de jazz ingetrokken. Vandaag speelt die bij onder meer Laughing Bastards, maar ooit hebben we samen nog een bureautje opgericht, want hij is ook architect. Architectuur en Muziek heette dat bureau, en ik heb daar zelfs nog ergens briefpapier van liggen. (lacht) En het was dus op een concert van Archie Shepp, georganiseerd door Michel, dat ik voor het eerst dacht dat jazz toch ook wel iets diepgaands heeft. Maar jij luistert ook naar avant-gardepop hé, Johannes?

Sonic Youth en zo.

JOHANNES — Dat is geen pop.

PAUL — Awel, ja: noise.

Ik vroeg het in feite vooral omdat ik bij Staging the Concert eveneens moet denken aan die indrukwekkende podia waarmee U2 de wereld rondtrekt.

JOHANNES — Ik heb mijn vader ooit eens meegenomen naar Pukkelpop, en naar Radiohead en Björk op Rock Werchter.

PAUL — Ik vond dat fantastisch!

JOHANNES — Maar het is niet het soort architectuur waar wij kaas van gegeten hebben. Bovendien was dat ook niet de vraag van Bozar, om een podium te bouwen.

links Hilde Daem, Paul en Johnannes
Robbrecht © Michiel Devijver

PAUL — De vraag was om vanuit onze discipline te converseren met een muziekstuk. Want muziek is een taal, maar architectuur is dat natuurlijk ook. En dus plaatsen we de geometrie, de basis van de architectuur, tegenover de structuur van Béla Bartóks Muziek voor snaren, percussie en celesta.

JOHANNES — Omdat we geloven dat we op een gelijkaardige manier te werk gaan. De wijze waarop hij in zijn werk structuur aanbrengt, komt sterk overeen met hoe wij als architecten ruimte maken. Of dat is toch wat we willen aantonen, dat die muziek voor ons architectuur in de tijd is.

Dat klinkt …

PAUL — Abstract? Prima! Het moet een verrassing blijven.

JOHANNES — Ik kan je wel al vertellen dat er in de zaal twee dingen aanwezig zullen zijn: de muziek van Bartók en onze ingreep. En dat het de bedoeling is dat ze elkaar in evenwicht houden.

Je zal ook voelen dat zowel het percussieve als het efemere van die muziek eveneens in onze ingreep zit.

PAUL — We spelen bovendien met de instructies van Bartók om het orkest voor dit werk in te delen in twee groepen, waartussen een celesta staat – een vreemdsoortige piano.

Hij werkte dus zelf ook architecturaal?

JOHANNES — Ja, zeer ruimtelijk. Maar dat zit zeker niet alleen in de uitvoering, het zit ook in de opbouw van de muziek. In de Henry Le Bœufzaal zal dat straks allemaal duidelijk worden.

Wat vinden jullie trouwens van de rest van het Bozar-gebouw?

PAUL — Van Victor Horta? Geniaal natuurlijk.

JOHANNES — We zijn er ook al vaker in bezig geweest. We hebben de Cinematek gebouwd, het Bozar café Victor is van onze hand en dan hebben we ook een paar tentoonstellingen ontworpen.

PAUL — Die vervlechting van verschillende kunsten in één gebouw, dat Wagneriaans idee van een gesamtkunstwerk doorgetrokken naar architectuur, dát is de kracht van wat Horta heeft gedaan.

Was Staging the Concert voor jullie nu een uitdaging of was het vooral fun?

JOHANNES (VEERT RECHT) — We zijn erin gevlogen! Er zat enigszins een uitdaging in het feit dat we dit op korte tijd moesten realiseren, maar dat maakte het juist ook zo plezant. In de architectuur gaan dingen vaak erg traag. We hebben projecten die vijftien tot twintig jaar duren, zoals de Gentse Boekentoren. Iets als Staging the Concert ertussen nemen en op minder dan een jaar tijd in elkaar boksen, dat geeft echt energie.

PAUL — Door over muziek te reflecteren, zijn we ook anders naar onze tekeningen beginnen te kijken. Op den duur begonnen onze plannen voor Staging the Concert zowaar zelfs op partituren te lijken. Dat was voor mij misschien wel het mooiste aan deze opdracht.

Concert Bartók in Space and Time

20 september 2024, 20:00u in Bozar. In coproductie met Bozar en Robbrecht en Daem Architecten

PROJECT IN DE KIJKER

Klassiek, jazz, nieuwe muziek en familie in de oudste concertzaal ter wereld!

Les Siècles

Nikolaj Lugansky Anna Vinnitskaja

Marco Beasley

Christian Tetzlaff Fazil Say

Roeland Hendrikx en vele anderen

Info & tickets via 09 323 61 00 www.bijloke.be

Willens nillens patriot

Het rommelt vandaag niet voor het eerst aan de Scandinavische oostgrens. Ook rond 1900 wist de Russische beer al flink te klauwen. Met name het aanwassende nationalisme van het Finse grootvorstendom was de toenmalige tsaar een doorn in het oog. Ten einde onafhankelijkheid in de kiem te smoren drukte hij daarom allerhande beknottende wetgeving door. Tot grote wanhoop van het Finse volk. Jean Sibelius, dankzij zijn Finlandia sinds kort een nationale held, zag het evenzeer met lede ogen aan. Tijdens een verblijf in Italië pende de componist aan een groots opgezette suite van symfonische gedichten. Terug thuis besliste hij echter alle programmatische inhoud overboord te gooien. Naar het voorbeeld van Beethoven zou hij absolute muziek van uitgepuurde motivische eenheid nastreven. Dat was evenwel zeer buiten het Finse publiek gerekend. Veeleer dan een logisch gestructureerd werk hoorden de concertgangers bij de première een door merg en been snijdende patriottische hartenkreet. Alle tegenwerpingen van de componist ten spijt, in wat volgt leest u waarom dat allerminst een kwestie van slechte wil was. —

Scan de QR-code en luister mee tijdens het lezen.

Concert Sibelius' mooiste

10 oktober 2024 in Concertgebouw Brugge, 11 oktober in CC Hasselt, 12 oktober in Muziekcentrum De Bijloke, 13 oktober in DE SINGEL en 9 november in Sint­Ghislenuskerk Waarschoot

I. Net zoals Beethovens Vijfde bestaat het basismateriaal van Sibelius’ Tweede uit een doodeenvoudig celletje: drie opeenvolgende nootjes. Van dat motiefje spint de Finse bard een weelde aan begeleidingen, tussenstemmen en verwante melodieën. Alles ter meerdere eer en glorie van de muzikale coherentie dus. Aan de andere kant wekt zo’n makkelijk zingbare lijn natuurlijk al gauw het idee van volksmuziek op. Van de toehoorders wellicht niet weinigen connaisseurs van het Finse epos Kalevala zal er wel meer dan onbewust of niet naar zulke gelijkenissen hebben gespeurd. Wie een hond wil slaan, vindt een stok. Wie Karelië mint, hoort een neuriënde boerenmeid.

II. Ook het tweede deel is voor onze hypothetische luisteraarpatriot gefundenes Fressen. In de wandelende baspizzicato’s en het onheilspellend geroffel van de pauken ontwaart hij als vanzelf de duistere doeleinden van de tsaristische machtspolitiek. Twee fagotten ijlen in volkse vlucht erboven. De strijkers betuigen hun medeleven door de melodie over te nemen en tot een gekweld hoogtepunt te voeren. Ook onder de kopers blijkt de verslagenheid groot. Kortom, heel hartverscheurend allemaal…. maar volgens de componist volkomen uit de lucht gegrepen. Bij deze: excuses, Jean, maar je maakt het ons ook niet makkelijk. Dat of de mens is een fundamenteel verhaaltjes bedenkend wezen. Zou goed kunnen.

III. Na de tristesse: tijd voor strijd! “Een scherzo zal je bedoelen’” horen we Sibelius nog denken, maar helaas voor hem heeft ons nationalistisch narratief onderhand al te veel vaart genomen om nu nog te stoppen. En dus: als door een wesp gestoken, richt de geslagen natie zich op. Het gevecht is kort maar hevig. Tot tweemaal toe zelfs want filmgewijs komt de slechterik ons nog onverwachts in de rug bespringen. Hoezee, daar is dan toch de genadeslag. De Russische beer ligt geveld en aan de einder gloort een nieuwe Finse dageraad. Het notentrio van het begin komt schuchter voor de dag en ontwikkelt stelselmatig tot het pièce de résistance van het laatste deel.

IV. Zoals iedereen weet luidt de eerste les in de cursus “geen patriottische lezing suggereren van abstract bedoeld werk” als volgt: vermijd heroïsche melodieën. Kennelijk was Sibelius ziek die dag, want zijn finale vat aan met de meest triomfantelijke tuttimelodie die men zich maar kan bedenken. (Voor de liefhebbers van Gigi D’Agostino: ja, het is dezelfde melodie en toonaard van L’Amours Toujours, nvdr). Om maar te zeggen, men hoeft allerminst Fin te zijn om hier geen kippenvel te krijgen. In die zin trad Sibelius nog beter in Beethovens voetsporen dan hij dacht. Ook de meester uit Bonn begreep zich niet altijd aan de tranen van zijn toehoorders: “Ik zag dat ik een romantisch publiek had, geen artistiek.”

ONDER DE LOEP

Ontdek het nieuwe seizoen

www.symfonieorkest.be

januari

“Ik hou enorm veel van het orkest. Dit orkest heeft zo'n groot talent om betekenis te geven aan muziek. Dat ontroert me nog altijd.”

Life is what happens when you’re making other plans. Dat ondervond chef-dirigent Kristiina Poska tijdens de afgelopen vijf seizoenen aan den lijve. Corona gooide roet in het eten bij het begin van haar residentie bij Symfonieorkest Vlaanderen, maar bood ook onverwachte opnamekansen en onvergetelijke muzikale ervaringen. En het afgelopen jaar reisde Poska met haar pasgeboren kind al dirigerend de wereld rond. Anders, beter én mooier dan ze zich ooit had kunnen voorstellen. “Dat is de les van de afgelopen jaren. Elke ervaring biedt kansen om nieuwe aspecten van jezelf, van het leven en van de muziek te ontdekken.” —

Annemarie Peeters

Nog seizoen één SOV met

Kristina Poska © Björn Comhaire

Poska’s laatste seizoen bij het orkest wordt er eentje om in te kaderen. Met Beethovens Negende zet ze de kroon op het werk van haar Beethoventraject. Maar ook Poska’s andere andere artistieke reis, langs de kusten van Engeland, Scandinavië en Estland kent een fantastisch orgelpunt met Sibelius’ Tweede Symfonie. Tijd voor een babbel!

Nog één volledig seizoen met Symfonieorkest Vlaanderen, hoe voelt dat?

KRISTIINA POSKA — Heel dubbel, natuurlijk. Ik hou enorm veel van het orkest.Dit orkest heeft zo'n groot talent om betekenis te geven aan muziek. Dat ontroert me nog altijd. Tegelijkertijd doorlopen het orkest en ik samen ons Beethoventraject. Op het moment dat we daarmee klaar zijn, denk ik dat we allemaal zullen voelen dat onze reis afgewerkt is en dat er een heel natuurlijk einde komt aan onze samenwerking.

Wat voor een Negende mogen we van Kristiina Poska verwachten? Een heroïsche versie, een gespierde, een menselijke, een genuanceerde…?

KP — Al die dingen tegelijk, natuurlijk

(lacht). Als mensen over de Negende praten, gaat het heel vaak over het vierde deel. Hoe revolutionair Beethoven wel was, hoe vernieuwend het gebruik van een koor in een symfonie. Maar voor mij zit de échte revolutie in het derde deel. In de eerste twee delen van de Negende spreekt voor mij ‘de oude’ Beethoven. Dat is de Beethoven die we in de vorige symfonieën hebben leren kennen: een heldenfiguur die vecht voor zijn idealen. Voor mij sterft die oude heldenfiguur op het einde van het eerste deel, wanneer er heel even een begrafenismars weerklinkt. Ook het tweede deel, het scherzo, spreekt nog steeds diezelfde taal van strijd en oppositie. Maar in het derde deel, het langste, meest lyrische deel dat Beethoven ooit schreef, daar gebeurt het. Daar

ontstaat een radicaal nieuwe weg: die van de liefde. Geen strijd, geen agressie, maar liefde. Liefde is het antwoord op de strijd én tegelijk de nieuwe weg naar de broederlijkheid waar Beethoven zo van droomde.

Wat heeft het Beethoventraject jou geleerd als mens?

KP — Ik ga altijd op zoek naar wat binnen in mij resoneert met de muziek. Wat trilt er mee? En zeker niet bij alle muziek voel ik die resonantie even sterk. Maar bij Beethoven voel ik dat wél, net als heel veel mensen. Ik denk dat het te maken heeft met die strijd, de wil om altijd verder te gaan, om altijd te blijven streven naar iets beters, iets hogers, iets mooiers. En daarbij zelfs fysieke limieten te willen overschrijden. Dat inspireert me heel erg.

Dan is perfectionisme je niet vreemd, veronderstel ik?

KP — Nee, maar ik zie dat zeker niet als iets negatiefs. Perfectionisme kan een enorme kracht zijn. Al heeft het ook gevaren. Wanneer je jong bent, kan je omgaan met heel veel druk en stress. Maar als je iets ouder wordt, moet je een andere manier vinden, anders dreig je in een burn-out te belanden. Heel veel fantastische kunst is ontstaan vanuit en mét pijn. Ik heb zelf ook lang geloofd dat je moet lijden om goede muziek te maken. Maar het tegenovergestelde is waar. Hoe gelukkiger je bent, hoe makkelijker je het moment kan omarmen. En hoe beter je dat kan, hoe makkelijker de muziek door je heen kan stromen. En dat is iets wat ik tijdens mijn werk met

Symfonieorkest Vlaanderen echt heb leren ervaren en waar ik immens dankbaar voor ben.

Ook de muziek van Sibelius heeft een belangrijke rol gespeeld in je traject met het orkest. Op welke manier resoneert zijn muziek met jou?

KP — Die resonantie is voor een stuk cultureel. Net als Estland, mijn thuisland, hoort Finland bij de Fins-Oegrische volkeren. Onze talen zijn verwant. En in onze talen bestaat er een woord, dat bijna onvertaalbaar is: äng. Het is een mentale gesteldheid ergens tussen angst, depressie en melancholie. Wel, precies dat grijpt me bij de keel telkens als ik Sibelius’ muziek hoor. Zijn muziek is vaak duister, maar

draagt net daardoor ook de mogelijkheid van het licht in zich. Sibelius kan in zijn muziek van die lange, donkere tunnels opbouwen, maar uiteindelijk toont hij je telkens weer het licht. En dat licht is soms oogverblindend, zo fel!

Tot slot… Ben je goed in afscheid nemen? KP — Ik word er steeds beter in! Vroeger klampte ik me soms vast aan alles wat goed was in mijn leven. Maar ik heb stap voor stap geleerd om mooie dingen in het moment zelf te leren omarmen. Daar dankbaar voor te zijn en vervolgens ook weer los te laten. Het is zoals met de muziek zelf: je kan dat niet vasthouden.

Concert Sibelius' mooiste

10 oktober 2024 in Concertgebouw Brugge, 11 oktober in CC Hasselt, 12 oktober in Muziekcentrum De Bijloke, 13 oktober in DE SINGEL en 9 november in Sint­Ghislenuskerk Waarschoot.

Concert Beethoven 9

26 maart 2025 in Muziekcentrum De Bijloke, 27 maart in La Seine Musicale Parijs, 29 maart in Theater Heerlen, 31 maart in CC De Warande Turnhout, 2 april in Concertgebouw Amsterdam, 3 april in Concertgebouw Brugge en 6 april in TivoliVredenburg Utrecht.

Concert Pastorale

8 mei 2025 in Concertgebouw Brugge, 10 mei in Muziekcentrum De Bijloke, 11 mei in DE SINGEL Antwerpen en 14 mei in Historische Stadthalle Wuppertal (DE).

Kristina Poska © Björn Comhaire

Jong talent aan zet

Issaiah — “Ik kijk ernaar uit om de voorbijgangers te verrassen!”

Concert Symphonic Mob© tijdens stadsfestival OdeGand op 21 september, 16:45u onder de stadshal in Gent

Wanneer ik de jonge violisten Anaisa (9) en Issaiah (12) onder de stadshal in Gent ontmoet, is het miezerig en veel te koud weer voor het begin van de zomer. Toch zien ze het al helemaal voor zich: binnen enkele weken zullen zij samen met talrijke andere muzikanten het plein helemaal tot leven brengen. Ik kan de opwinding in hun ogen zien. “Toch wel spannend, ik hoop dat ik geen foute noot zal spelen”, bedenkt Anaisa zich voorzichtig. Haar broer heeft er duidelijk meer vertrouwen in. “Waar ik het meest naar uitkijk”, glundert

Issaiah, “is dat zo’n flashmob geheim is en we de voorbijgangers met onze muziek gaan verrassen.” Voor één dag telt Symfonieorkest Vlaanderen 350 leden, jong en oud door elkaar. Ze verzamelen midden in de stad om naast hun familie en vrienden ook heel wat nietsvermoedende passanten op een wervelend concert te trakteren. Als verrassing kan dat zeker tellen.

Het is trouwens niet de eerste keer dat Anaisa en Issaiah op straat spelen. Onlangs nog trokken ze samen met hun klasgenootjes van de Suzuki Academie en hun viool door de Gentse binnenstad. Hun mama vertelt dat een meneer

die hen daar zag spelen, hen vertelde over de Symphonic Mob© waarna ze zich inschreven. Nu kijken ze ernaar uit om met zo’n groot orkest te mogen meespelen. Dat ook de SOV­muzikanten zullen meespelen, laat hen dromen over de toekomst. Anaisa wil maar al te graag zelf violiste worden en met een groot orkest spelen: “Als ik naar een concert ga, wil ik graag zelf ook meespelen en luister ik heel goed.” Al geeft ze toe dat ze daar nog wel wat voor zal moeten oefenen. Oefenen staat trouwens ook op het programma deze zomer. Samen met hun mama zullen Anaisa en Issaiah de stukken die ze tijdens de Symphonic Mob© zullen spelen goed instuderen, zodat ze er des te meer plezier aan kunnen beleven. Als ik hen vraag welk stuk ze zelf het liefst willen spelen, klinkt het beslist: “In de hal van de bergkoning van Grieg”. “Je kan daarin zo mooi je eigen klank maken”, zegt Anaisa. Issaiah valt haar bij: “Zeker het begin is mooi. Het begint heel stil, waarna de spanning steeds verder opbouwt. Daar hou ik van.” Hun enthousiasme werkt aanstekelijk. Ik ben er zeker van dat hun speelvreugde dat ook zal doen.

← Issaiah en Anaisa
© Michiel Devijver

Het najaar van 2024 brengt twee bijzondere projecten voor talentontwikkeling: de Symphonic Mob© tijdens OdeGand en het jeugdorkest SOV Young dat samen met de musici van Symfonieorkest Vlaanderen de Bolero speelt. Met de Symphonic Mob© krijgen jong en oud de kans om deel te nemen aan het meest spontane orkest van België. Tijdens de Bolero­concertreeks zullen de jonge muzikanten van SOV Young hun eerste stappen zetten in de wereld van een professioneel symfonieorkest. Eén ding is zeker: deze jongeren zijn er helemaal klaar voor! — Melissa Portaels

Rani — “Met z’n allen kruip je in een andere wereld om de muziek te doorgronden.”

Rani Van Wiele (18) is geen nieuw gezicht bij het jeugdorkest SOV Young. De klarinettiste heeft al twee keer meegespeeld met SOV Young, maar toch is de opluchting groot na de auditie. “Het Bolero-project wilde ik niet missen, dat is extra speciaal. Ik zie het als een unieke kans om te proeven van de professionele omgeving waarin orkestmuzikanten werken. Ik wil graag leren van de discipline die ze daar aan de dag leggen. Natuurlijk voel ik wel wat druk dat er een professionele muzikant van SOV náást mij zal zitten, maar ik ben ook benieuwd naar de dynamiek die daaruit zal ontstaan. In andere projecten werd ik vooraf gecoacht, nu zal ik ook tijdens het concert ondersteuning krijgen. Ik verwacht dat ik hard zal moeten werken, maar ze mogen mij gerust wat pushen. Ik wil niet liever dan zoveel mogelijk van hen leren op zowel technisch als muzikaal vlak.”

De bring-it-on­mentaliteit van Rani is ronduit inspirerend. Het is glashelder dat ze er alles voor wil geven om muzikante te worden. Stap voor stap bouwt ze verder aan die droom. Ze vertelt dat ze in september aan het conservatorium start en ambieert om zelf in een symfonisch orkest te spelen.

“Er is iets bijzonder aan deel uitmaken van een orkest. Je verdiept je collectief in eenzelfde stuk en repeteert heel intensief. Met z’n allen kruip je in een andere wereld om de muziek te doorgronden. Met een orkest leer je ook veel nieuwe stijlen kennen. Dat ik dat nu al kan ervaren in het SOV Young-traject is fantastisch. Vorig jaar speelde ik bijvoorbeeld mee met Dieser Verdammter Krieg!, een werk dat Pieter De Vos componeerde in het kader van de SOV Composers’ Academy. In zo'n hedendaags werk zitten weer nieuwe uitdagingen die mij uit mijn comfortzone halen.”

Of Rani ook nog uitdaging vindt in de Bolero van Maurice Ravel? “Natuurlijk! Ik ben grote fan van het werk. En bovendien heb ik het nog nooit gespeeld. Onlangs hoorde ik het live en dan komt het nog beter binnen. De manier waarop de muziek zich steeds verder ontwikkelt,

steeds meer opbouwt tot de chaos losbarst en tot een climax komt. Dat is de max!”

Er is een mooie solo voor de klarinet weggelegd in de Bolero, waarin Rani zeker haar tanden zou willen zetten, maar ze speelt ook graag de tweede klarinet. Aan haar voorbereiding zal het alvast niet liggen. Die bestaat uit het grondig beluisteren van het stuk in zijn geheel, verschillende opnames vergelijken, zich verdiepen in de compositiepraktijk van de componist en de context waarin het stuk ontstaan is, in de partituur duiken en tot slot zelf proberen meespelen met de opnames. Tijdens de repetities, zo prent ze zich zelf in, zal het van belang zijn gefocust en scherp te zijn: “Ik zal ervoor moeten zorgen dat ik goed uitgeslapen ben”, lacht ze, “en ik moet ook een goed riet zoeken, dat is zo belangrijk voor een mooie klank!”

Concert Bolero

28 november in Concertgebouw Brugge, 29 november in Muziekcentrum De Bijloke en 1 december in DE SINGEL

rijptzoals Een rol goedewijn

Met haar energieke flair veroverde Adriana Bignagni Lesca afgelopen seizoen de operascène in Parijs, Toulouse, Berlijn en Barcelona. In het najaar soleert de Gabonese zangeres bij Symfonieorkest Vlaanderen met Berio’s Folk Songs. Vocaal heeft de mezzosopraan haar eigenheid gevonden. “Nu is het uitkijken naar rollen die mijn carrière vervolledigen.” — Heleen Driesen

mezzosopraan

Adriana Bignagni Lesca

Pour la petite histoire. Geen vezel in haar Afrikaanse lijf had ooit gedacht opera te vertolken op het klassieke Westerse podium. De 18-jarige Gabonese was naar Bordeaux gekomen met het plan om auditie te doen voor piano. Wilde ze haar droom waarmaken als kinderkoorleidster, dan haalde ze best eerst een geloofwaardig diploma, vonden haar ouders. Dus stond ze zielsalleen voor de jury van het conservatorium in de Franse kunststad. “Of ze misschien een stukje mocht zingen bij haar vrije werk”, vroeg ze aan toenmalig directeur Jean-Luc Portelli. Die liet haar prompt de volgende dag terugkomen voor een zangauditie.

“Daar is mijn lot van route veranderd”, lacht Adriana Bignagni Lesca. “Ik zong de prelude van Bach in mijn moedertaal, Mwane Vole. Van opera had ik op dat moment nog nooit gehoord. Toen de directeur me voorstelde om dit soort muziek te gaan studeren, verklaarde ik hem stilletjes voor gek. Wat een bizarre manier van zingen, vond ik. Het idee boezemde me ergens ook angst in. Ging ik me als Afrikaanse mengen in een typisch blanke traditie? Dat voelde een beetje aan als hekserij.”

Liefde op het tweede gezicht

Haar droom haalde het uiteindelijk van het wantrouwen. “Ik wilde mijn familie niet teleurstellen”, bekent Adriana. “En ik ben van nature nieuwsgierig. De verschillen maar vooral de gelijkenissen tussen culturen boeien me. De operamuziek vertoont veel verwantschap met Afrikaanse verhalen, waarin sommige thema’s ook gezongen worden.” Het voelde niet als een coup de foudre, lacht de artieste, maar beetje bij beetje werd ze dan toch verliefd op het genre. “Er is geen intiemer instrument dan je eigen stem. Voor mij

was het een spirituele zoektocht om die te ontdekken doorheen de muziek. Als operazanger moet je eerst je hoogstpersoonlijke klank en timbre vinden. Pas dan kun je je verdiepen in een rol.”

Op dat punt van haar carrière is ze nu, stelt Adriana vast. “Vocaal staat mijn huis stevig. Nu is het uitkijken naar rollen die mijn loopbaan vervolledigen. Ik ben altijd heel blij als ik een bepaalde rol mag hernemen. Een rol rijpt zoals goede wijn. Het is alsof je keer op keer hetzelfde rijstgerecht bereidt. Je voegt wat zout toe, experimenteert met de kruiding of met de kooktijd, en na de zoveelste poging denk je: dit smaakt best goed.”

Eerdere rollen in La Périchole en La Grande-Duchesse de Gérolstein van Offenbach, of in Verdi’s Il Trovatore liggen haar nauw aan het hart. “Ze dwingen me om verder te gaan dan mezelf. Ik adoreer het moment op scène waarop dat gebeurt. Hoe harder een rol me pusht, hoe meer ik me geef en hoe meer ik verslind. Ik heb zoveel energie, soms moeten ze me terug in het gareel duwen (lacht). Uiterste emoties boeien me—van de lach tot de huilbui. Het is telkens weer een uitdaging om ze te beleven zonder mezelf te verliezen.”

Ernstig plezier maken

In november zal het de eerste keer zijn dat Adriana de Folk Songs van Berio vertolkt op een podium. “C’est du boulot”, grinnikt de zangeres. Er vallen best wat moeilijke passages te overwinnen. Maar de compositie ligt haar stem perfect. “Die voorwaarde moet ik eerst kunnen afvinken vooraleer ik een rol aanneem. Daarna volgt het echte werk: de tekst begrijpen en mezelf de woorden en muziek eigen maken, zodat ook de toehoorder kan voelen wat ik voel.”

22

Een behoorlijk pittige opdracht op het concertpodium, geeft Adriana toe. “Een operaproductie biedt toch net iets meer tijd om in het verhaal te komen. In een concertuitvoering moet het al na enkele repetities helemaal goed zitten: het gevoel, de ademhaling, de verstandhouding met het orkest.” Bovenal wil ze zich op het podium amuseren. Rigoler. S’éclater. “Ik speel, ik leef mij uit. Zo ben ik. Ook in mijn zijprojecten als componist en afrobeatzangeres (#Arelacoyava). Dat deel van mijn identiteit wil ik graag bewaren. Om die reden wil ik ook mijn accent niet helemaal laten vallen. Verstaanbaarheid is belangrijk. Een anderstalige die in het Frans zingt, moet vooral heel goed articuleren. Maar dat typische accent geeft juist kleur en schoonheid aan een vertolking. Die eigenheid moet je niet willen uitwissen.”

Er komen vandaag heel wat boeiende rollen haar kant uit, zegt Adriana. Toch is er nog werk op de plank(en) om de traditionele operascène open te breken—ook voor haar Afrikaanse collega’s. “Stemmen uit andere werelddelen komen nog te weinig aan bod op de bühne”, tekent de artieste aan. “Rollen voor mensen zoals ik zijn nog te schaars. Zelf popel ik bijvoorbeeld om een rol te vertolken als die van Carmen uit Bizets opera. Mijn timbre is wat donkerder dan de klassieke partituur voorschrijft. Maar het temperament is er. De ervaring intussen ook. Nu moeten productiehuizen dat nog willen zien en horen.”

Concert Bolero

28 november in Concertgebouw Brugge, 29 november in Muziekcentrum De Bijloke en 1 december in DE SINGEL

vr 13.09.2024 Junge Deutsche Philharmonie/Mahler. Zevende symfonie za 28.09.2024 Anima Eterna Brugge & Pablo Heras-Casado/Bruckner. Derde symfonie za 05.10.2024 Brussels Philharmonic & Vlaams Radiokoor/Mahler. Derde symfonie za 12.10.2024 Antwerp Symphony Orchestra & Collegium Vocale Gent/Moza . Requiem UITVERKOCHT za 19.10.2024 Deutsches Symphonie-Orchester Berlin & Vilde Frang/Elgar & Sibelius wo 27.11.2024 Gürzenich-Orchester Köln & Alexander Melnikov/Moza & Weber

Ga voor magistraal orkestraal

curated for the curious conce gebouw.be /orkestraal

Adriana Bignagni Lesca → © NN →

kalender september → november 2024

BartókinTimeandSpace

met dirigent Gábor Káli dirigent en Robbrecht en Daem Architecten

VR 20.09 20:00 BOZAR, BRUSSEL

Symphonic Mob© @ OdeGand

ZA 21.09 16:45 STADSHAL, GENT

Sibelius’ Mooiste

met dirigent Kristiina Poska en violist Marc Bouchkov

DO 10.10 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE

VR 11.10 20:00 CC HASSELT

ZA 12.10 20:00 MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT

ZO 13.10 15:00 DE SINGEL ANTWERPEN

ZA 09.11 19:30 SINT-GHISLENUSKERK, WAARSCHOOT

Tickets concerten Brugge www.symfonieorkest.be tickets@symfonieorkest.be +32 9 292 75 57 ma—do 10:00—13:00

InternationalClarinet

CompetitionGhent

met dirigent Jean­François Verdier

VR 08.11 20:00 MIRY CONCERTZAAL, GENT

Bolero

met dirigent Duncan Ward, SOV Young en mezzosopraan Adriana Bignagni Lesca

DO 28.11 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE

VR 29.11 20:00 MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT

ZO 01.12 15:00 DE SINGEL ANTWERPEN

In samenwerking met De Singel en Muziekcentrum De Bijloke

Ticketbalie concerten Brugge In&Uit ’t Zand 34, 8000 Brugge

Openingsuren balie: ma—vr 10:00—17:00, zon­ & feestdagen 10:00—14:00

070 22 12 12 (ma—vr 14:00—17:00•€0,30/min)

Muziekcentrum De Bijloke Gent www.bijoke.be, 09 323 61 00 DE SINGEL Antwerpen www.desingel.be, 03 248 28 28 Bozar Brussel, www.bozar.be, 02 507 82 00 CC Hasselt www.ccha.be, 011 22 99 33

Hou je van vrijheid?

Ben je nieuwsgierig, onbevangen en kritisch? Heb je een hart voor de Nederlandse taal?

Wil je samen met anderen cultuur in de ruimste zin van het woord ervaren?

Dan is Willemsfonds iets voor jou!

Hoe word je lid?

Dit alles kan voor maar € 15 per jaar. Een gezinslid betaalt € 3. Jongeren lidmaatschap -30 jaar gratis.

Je kan ook online lid worden.

Vrijdagmarkt 24-25, Gent • willemsfonds.be • info@willemsfonds.be • 09 224 10 75 facebook.com/willemsfonds • @willemsfondsvzw

Samen sterke verhalen maken!

Symfonieorkest Vlaanderen, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent info@symfonieorkest.be, www.symfonieorkest.be

+32 9 292 75 57, reknr. BE06 7330 1321 0622 BIC KREDBEBB

Werkten mee aan deze uitgave: coördinatie Veronique Vennekens, tekst Jos Roeden, Annemarie Peeters, Régis Dragonetti, Ben Van Alboom, Melissa Portaels, Heleen Driesen, grafisch ontwerp Lieven Haneca, foto's Michiel De Vijver, Björn Comhaire, Korneel Alsteens, druk Puntgraaf. Programma's onder voorbehoud van wijzigingen.

V.U. Jos Roeden, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent

Symfonieorkest

Vlaanderen wordt gesteund door

Symfonieorkest

Vlaanderen is in residentie in

© Korneel Alsteens

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.