1.
Programmatoelichting Taras Bulba. december 2013
Musici
2.
Taras Bulba. Chef-dirigent. Jan Latham-Koenig Concertmeester. Jo Vercruysse Eerste violen. Arman Simonian Erik Sluys Nathalie Hepp Bence Abraham Hilde Coppieters Peter Hellemond Veerle Houbraken Eva Stijnen Annerien Stuker
Tweede violen. Gudrun Verbanck Isabelle Buyck Geraldine De Baets Tim Breckpot Isabelle Decraene Liesbet Jansen Maya Shvartsman Sangeeta Sharma Altviolen. Marc Tooten Annemie Vercauteren Bruno De Schaepdrijver Lieve Dreelinck Bieke Jacobus Kaatje Strauven Korneel Taeckens
Celli. Isabelle Brys Jan Van Kelst Caroline Steen Wouter Vercruysse Hélène Viratelle Ann Van Hecke Contrabassen. Koenraad Hofman Jan Verheye Sanne Deprettere Yanou Pauwels
Houtblazers. Caroline Peeters. fluit Veerle Secember. fluit. piccolo Anke Lauwers. fluit Korneel Alsteens. hobo Carola Dieraert. (alt)hobo Ellen Donovan. hobo Frank Coryn. klarinet Tom Daans. (mi-b)klarinet Katrien Noël. basklarinet Koen Coppé. fagot Filip Neyens. fagot Tamara Smits. contrafagot
Koperblazers. Hans Van der Zanden. hoorn Bruno Melckebeke. hoorn Lies Molenaar. hoorn Frank Clarysse. hoorn Steven Bossuyt. trompet Bart Coppé. trompet Bram Mergaert. trompet Bob Van Der Strieckt. trombone Joachim Van Bockstael. trombone Konstantin Koev. bastrombone Bernd Van Echelpoel. tuba
Slagwerk. Antoine Siguré. pauken Wim De Vlaminck. percussie Barry Jurjus. percussie Ruben Cooman. percussie Annelies Boodts. harp Dirk Herten. piano. celesta Ben Van Nespen. orgel
Programma
1.
Taras Bulba. Dirigent. Jan Latham-Koenig Solist. Emil Jonason. klarinet
Antonín Dvorˇ ák (1841-1904)
Slavische dansen, opus 72 I. Slavische dans nr. 2 in mi klein, opus 72 II. Slavische dans nr. 7 in do groot, opus 72 Magnus Lindberg (°1958)
Klarinetconcerto pauze
Leos Janácˇek (1854-1928)
Taras Bulba I. Smrt Andrijova (Dood van Andrei) II. Smrt Ostapova (Dood van Ostap) III. Proroctví a smrt Tarase Bulby (Voorspelling en dood Taras Bulba)
zo. 15.12.2013 15:00 deSingel. Antwerpen ma. 16.12.2013 20:00 Paleis voor Schone Kunsten. Brussel di. 17.12.2013 20:00 Concertgebouw. Brugge
2.
Programmatoelichting
Taras Bulba. Eigenheid en expressie. Wat kan er gebeuren op een goeie honderd jaar tijd? Een ruimtereis naar een ander universum en terug? Zo lijkt het wel als we Dvorˇáks Slavische Dansen uit 1886 naast Lindbergs Klarinetconcerto uit 2002 leggen. Waar Antonin Dvorˇák (1841-1904) nog met beide voeten in de laatnegentiende-eeuwse romantische traditie staat, beweegt Magnus Lindberg (1958) zich als een kameleon doorheen de verschillende muzikale werelden die tijdens de 20ste eeuw geëxploreerd werden. Leoš Janácˇek (1854-1928) slaat dan als het ware een brug tussen de romantiek en het vroegtwintigste-eeuwse modernisme.
van Brahms, de Noorse Dansen van Grieg en de vele op volksmuziek gebaseerde composities van Bartók noemen. Deze voorbeelden geven al aan hoe rijk en divers de muzikale volkscultuur van het continentale (Oost-)Europa in de 19de eeuw was. Daarnaast is het opvallend dat klassiek geschoolde componisten teruggrepen naar hun wortels en vaak een bijzondere symbiose van ongerepte volksmuziek en zorgvuldig ontworpen muzikale vormen realiseerden. Dvorˇák componeerde de Slavische Dansen op. 72 eerst voor pianoduo, maar maakte al snel een bewerking voor orkest. Hij gebruikte niet zozeer bestaande Tsjechische melodieën, maar zijn stijl is wel sterk gekleurd door de lokale muziektraditie. In opus 72 nr. 2 (Starodávný – ‘de oude’) valt Slavische Dansen. Dvorˇák De titel van Dvorˇáks opus 72 maakt op zich al bijvoorbeeld de heldere onderverdeling van het duidelijk waar het om gaat. De Slavische Dansen thema in korte en ritmisch identieke segmenten vertegenwoordigen een typisch kenmerk van de op. De compacte melodische contouren sluiten romantische kunst: de zoektocht van de kunste- eveneens aan bij een organisch gegroeide vocanaar naar zijn of haar eigen identiteit, in combi- le stijl en zouden als dusdanig ontleend kunnen natie met een sterk nationaliteitsgevoel. In één zijn aan echte volksliederen. De vorm van deze adem kunnen we daarbij de Hongaarse Dansen dans volgt dan weer een klassieke ABA-vorm.
Het smachtende eerste thema wordt gevolgd door een contrasterend en opgewekter middendeel, waarna de beginmelodie terugkeert en het werk volledig in balans afsluit. Volksmuziek bestaat er in alle mogelijke vormen en genres. Het idee dat Slavische muziek per definitie melancholisch en weemoedig zou zijn, kan moeilijk beter ontkracht worden dan met de zevende dans uit deze bundel. Kolo (rondedans) is in één woord opzwepend te noemen en de ongepolijste ritmische drive en de grillige vorm doen meteen denken aan de herkenbare stijl van de Hongaar Béla Bartók. Taras Bulba. Janácˇek Bartók was een kind van vijf jaar toen Dvorˇák zijn Slavische Dansen componeerde, maar het is duidelijk dat hij op een gelijkaardige manier met volksmuziek zou omgaan. In zijn latere werken introduceert Bartók echter meer en meer vooruitstrevende elementen, wat hem één van de vernieuwers aan het begin van de 20ste eeuw maakt. Waar Dvorˇáks Kolo nog opzwepend is,
3.
balanceert de muziek van Bartók soms op de grens van het agressieve. De piano wordt al eens benaderd als een slagwerkinstrument, met een klankresultaat dat mijlenver verwijderd is van het zoetgevooisde Starodávný. Deze integratie van volkse inspiratie en een moderne, vooruitstrevende toonspraak vinden we ook bij die andere grote Tsjechische componist, Leoš Janácˇek. In die zin staat hij dichter bij zijn jongere tijdgenoot Bartók dan bij zijn landgenoten Dvorˇák en Smetana. Janácˇek was 61 toen hij in 1915 begon te componeren aan Taras Bulba, een rapsodie voor orkest gebaseerd op de gelijknamige novelle van de Rus Nikolai Gogol. Janácˇek was een fiere Tsjecho-Slovaak – hij voelde zich niet goed bij de latere scheiding van de landen – maar was evenzeer gefascineerd door de Russische cultuur en literatuur. In combinatie met zijn anti-Germaanse ideologie wordt duidelijk dat de compositie van Taras Bulba bij het begin van de Eerste Wereldoorlog sterk gebonden is aan de politieke en militaire ontwikkelingen in Europa op dat mo-
ment. De opmars van Rusland aan het begin van die oorlog deed Janácˇek dan ook hopen dat zijn land bevrijd zou worden van de Oostenrijkers.
jaar zijn gaan studeren. Gogol opent zijn novelle met een kleurrijke impressie van het Kozakkenbestaan. Taras Bulba scheldt zijn zonen meteen de huid vol, gaat op de vuist met de oudste en Taras Bulba is een chauvinistisch verhaal over neemt hen zo snel mogelijk mee naar de woeste het leven van de Kozakken, een militaire be- natuur om kennis te maken met de universiteit volkingsgroep die sinds de middeleeuwen aan van het leven. Pogingen van de moeder om haar de rand van Rusland leeft. Kozak betekent let- zonen eten en een warm nest te geven, stuiten op terlijk ‘avonturier’, en in feite gaat het hier om een radicaal ‘njet’ van Bulba. Als ze klinken op de een (overwegend mannelijke) groep krijgers die terugkeer van de jongens luidt de toespraak van meestal te paard ingezet werden tegen vijanden de vader: “Welkom jongens, Moge God je helpen van Rusland. Ze hadden een bijzonder statuut en om altijd succesvol te zijn in de oorlog, moge je de een ingewikkelde verhouding met de Russische moslims en de Turken en de Tataren verslaan; en tsaar. Zolang ze zich niet tegen zijn bewind keer- moge je de Polen verslaan als ze ooit een expediden, bleven ze praktisch onschendbaar, wat hen tie ondernemen tegen ons geloof!” toeliet naar hartenlust te plunderen bij militaire operaties. De eigenzinnige stijl van Janácˇek, ge- Janácˇek componeerde geen symfonisch gedicht worteld in de Slavische cultuur, is uitermate ge- waarin het hele verhaal van Taras Bulba in muschikt voor deze historische thematiek. ziek wordt verklankt, maar koos drie scènes uit. Wellicht ingegeven door de gruwel van de EerHet verhaal speelt zich af in de 17de eeuw en be- ste Wereldoorlog zijn dat de dood van de jongste gint met de terugkeer van Ostap en Andrei, de zoon Andrei, de dood van Ostap, en de dood van twee zonen van Kozak Taras Bulba, nadat ze een Taras Bulba zelf.
4.
Janácˇek opent zijn rapsodie met de verboden liefde tussen Andrei en de dochter van een Poolse generaal. Naarmate het conflict tussen de Kozakken en de Polen vordert, wordt de muziek grimmiger. Verblind door zijn liefde vecht Andrei aan de kant van de Polen, tot hij oog in oog met zijn vader komt te staan. Vol berouw buigt hij het hoofd om door Taras Bulba zelf vermoord te worden. In het tweede deel staat Ostap centraal, getormenteerd door het verlies van zijn broer. Hij wordt gevangengenomen door de Polen. Zijn vader probeert hem tevergeefs te bevrijden maar Ostap wordt geëxecuteerd. Een Poolse mazurka verklankt de overwinning van de Polen. In het laatste deel strijden de Kozakken met hernieuwde moed om de dood van Ostap te wreken. Ook Taras Bulba wordt gevangengenomen. Net voordat hij op de brandstapel terecht wordt gesteld doet hij een voorspelling: “Denken jullie dat er iets ter wereld is waar een Kozak schrik voor heeft? Wacht maar; de tijd zal komen dat jullie leren wat het Russisch orthodox geloof is! Er zal een tsaar komen uit Rusland en geen
enkele macht ter wereld zal zich niet aan hem onderwerpen!” De muziek van dit laatste deel balanceert op de grens tussen strijdgewoel en morele overwinning. Taras Bulba sterft in een vlammenzee, maar zijn laatste woorden hebben een triomfantelijke hoogmoedigheid in zich, door Janácˇek meesterlijk vertaald in machtige akkoorden voor koperblazers en orgel, en stralend klokgelui. Klarinetconcerto. Lindberg Met het Klarinetconcerto van de Finse componist Magnus Lindberg (°1958) zetten we een grote stap richting 21ste eeuw. Het lijkt een niet te overbruggen stap, zeker als we de enorme ontwikkelingen van de 20ste eeuw in rekening brengen. Het modernisme van Bartók en Janácˇek verbleekt bij de radicaliteit waarmee componisten rond de jaren 1950 de grondbeginselen van de muziek herdefinieerden. Voortbordurend op de atonaliteit en de twaalftoonsmuziek ontstond onder meer het serialisme, een stroming waarbinnen elk detail van de muziek zo nauwkeurig
mogelijk gedefinieerd en gestructureerd werd. In nauwe samenhang hiermee werd de elektronische muziek geboren. In de tweede helft van de eeuw ontstonden er verschillende esthetische stromingen, soms als tegenreactie op het serialisme. Magnus Lindberg voelde zich als componist aanvankelijk aangetrokken tot de methodiek en het structureel denken van seriële componisten zoals Karlheinz Stockhausen en Milton Babbitt. De meeste van zijn composities tot begin de jaren 1980 maken dan ook gebruik van uitgebreide schema’s op basis waarvan ritme, tempo, toonhoogte en zo meer georganiseerd worden. Geleidelijk aan verruimde hij echter zijn muzikale horizon, en omarmde hij ook andere stijlen en genres, van spectrale muziek tot progressieve rock, van minimalisme tot etnische muziek. Een gevolg van deze stilistische verbreding is dat tonale harmonieën (die in seriële muziek doorgaans vermeden worden) opnieuw een plaats krijgen, zonder dat Lindberg daarbij de klok helemaal terugdraait. Hij heeft de verwezenlijkingen van de avant-garde geabsorbeerd en weet deze
5.
als geen ander tot een eenheid te brengen met andere muzikale invloeden. Het Klarinetconcerto is daar een bijzonder geslaagd voorbeeld van. Het werk meandert door de meest diverse muzikale landschappen en Lindberg verzoent schijnbaar moeiteloos tonale akkoordprogressies met nieuwe speeltechnieken. Lindberg componeerde het concerto in nauw overleg met klarinettist Kari Kriikku, waardoor het alle registers van de klarinet opentrekt, maar tegelijk toch (net) speelbaar blijft. Op vraag van de solist zorgde Lindberg voor een erg luide orkestpartij, wat het volledige stuk een enorme energie geeft. Bovendien verstopte de componist enkele muzikale referenties aan bestaande muziek in de partituur. Zo doet het begin denken aan Debussy’s Première rhapsodie voor klarinet en orkest, en komt er op het einde een vette knipoog naar Gershwins Rhapsody in Blue.
Wat Dvorˇák, Janácˇek en Lindberg – ondanks de grote stilistische en chronologische verschillen – met elkaar verbindt, is de combinatie van een persoonlijke en herkenbare stijl met een enorme expressiviteit en zeggingskracht. Daarnaast zijn het stuk voor stuk meesters in de orkestratie; kunstschilders die het veelkleurige palet van het symfonisch orkest met veel bravoure naar hun hand zetten. Tekst. Klaas Coulembier
6.
Biografie
Jan Latham-Koenig. dirigent Met zijn Franse, Deense en Poolse roots, is Jan Latham-Koenig een Europeaan in hart en nieren. Hij studeerde aan het Royal College of Music in Londen waarna hij de prestigieuze Gulbenkian Fellowship in de wacht sleepte. Zijn debuut als dirigent van de opera Macbeth in de Wiener Staatsoper in 1988 was een buitengewoon succes en bezorgde hem op korte tijd internationale naam en faam. Sindsdien stond hij aan het roer van ’s werelds grootste opera- en symfonische gezelschappen met werken zoals Aïda, Macbeth, La Bohème, Peter Grimes, Tristan und Isolde, Pelléas et Mélisande, Die tote Stadt, Carmen, Turandot en Elektra en het ballet The Prince of the Pagodas. Jan Latham-Koenig nam reeds diverse engagementen op als artistiek directeur van ensembles en organisaties zoals het Orquestra Nacional do Porto, de Cantiere Internazionale d’Arte di Montepulciano, het Teatro Massimo di Palermo, het Orchestre Philharmonique de Strasbourg en de
Jan Latham-Koenig © Paul Persky
Opéra National du Rhin. Daarnaast was hij stichter en artistiek directeur van de Young Janácˇek Philharmonic. Sinds augustus 2011 is hij artistiek directeur van de Novaya Opera Moskou en sinds 2012 ook van het Orquesta Filarmónica de la UNAM in Mexico City. Vanaf het seizoen 2013-2014 is hij tevens chef-dirigent van het Symfonieorkest Vlaanderen in Brugge. Jan Latham-Koenig verzorgde diverse gastoptredens met onder meer de New Japan Philharmonic, het Tokyo Metropolitan Orchestra, het Orchestre Philharmonique de Radio France, het Los Angeles Philharmonic Orchestra, het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, het Dresdner Philharmonie Orchester, … Daarnaast werd hij uitgenodigd om diverse gezelschappen te dirigeren in de Wiener Staatsoper, het Royal Opera House Covent Garden, de National Opera Prague, de Göteborg Opera, de Tokyo National Opera en nog vele andere.
Biografie
7.
Emil Jonason. klarinet Emil Jonason (°1983) is één van de meest toonaangevende Zweedse klarinettisten van zijn generatie. Dankzij een nominatie voor de European Concert Hall Organization’s Rising Star Recital Series, een initiatief van het Stockholm Concert House, kreeg Jonason reeds de gelegenheid om in verschillende gerenommeerde concertzalen in Europa te concerteren, zoals onder meer Musikverein Wenen, Concertgebouw Amsterdam, Philharmonie Köln, Laeiszhalle Hamburg en Cité de la Musique in Parijs. De aanleiding voor deze nominatie was Jonasons uitvoering van John Corigliano’s Klarinetconcert in 2008 samen met het Royal Stockholm Philharmonic Orchestra.
EMIL JONASON © ANDREAS SANDER
Begin 2012 kende Jonasons populariteit een enorme opmars dankzij zijn uitvoeringen van Magnus Lindberg’s Klarinetconcerto samen met het Swedish Radio Symphony Orchestra onder leiding van Thomas Søndergård. Deze concerten werden bejubeld door de Zweedse pers: “The solo part is a performance worthy of an Oscar amongst clarinetists.” (Svenska Dagbladet) Door zijn sterke drang om de grenzen van zijn instrument te verleggen en nieuwe muziek in Zweden te ondersteunen, gaf Jonason de Zweedse componist Christian Lindberg (°1958) de opdracht om een klarinetconcerto te componeren. In oktober 2013 bracht de Göteborgs Symfoniker de wereldpremière van het werk met Emil Jonason als solist.
Familie.concert
8.
Peter en zijn Wolf. (8+) Een nieuw verhaal op tijdloze muziek van Prokofiev. Familie.concert . Peter en zijn Wolf. Vernieuwd verhaal op muziek van Prokofiev. Vrijdag 27 december 2013 Concertgebouw Brugge
15:00
Zondag 29 december 2013 15:00 deSingel Antwerpen verteller. Steven Beersmans dirigent. Stijn Saveniers
Kinderen en klassieke muziek? Jawel! Met ‘Peter en zijn Wolf’, een vernieuwde versie op het bekende verhaal van Prokofiev, wordt klassieke muziek haast tastbaar. Met woord en beeld, orkest en verteller, dirigent en componist word je meegezogen in het ontroerende en spannende verhaal over Peter en zijn Wolf.
Peter woont met zijn vader in een grote stad. Als zijn vader niet meer voor hem kan zorgen, wordt Peter naar zijn onbekende opa gestuurd, in een afgelegen bergdorpje. Peter moet erg wennen. Geen vrienden, alleen een zwijgzame opa. En heel veel honden, waar Peter bang voor is. Het hele dorp lacht hem hiervoor uit, ook zijn opa. En dan is er ook nog een wolf, die de omgeving onveilig maakt. Om zichzelf te bewijzen bedenkt Peter een plan. Hij zal laten zien dat hij niet bang is en het gevaarlijkste doen wat hij kan bedenken: hij zal in z’n eentje de wolf vangen. Een ontroerende en spannende voorstelling met de wereldberoemde muziek van Prokofiev.
Boek nu de allerbeste plaatsen voor u en uw (klein)kinderen! Tickets voor kinderen en jongeren t.e.m. 15 jaar: 8 euro in alle rangen. 050 84 05 87 www.symfonieorkest.be
Overzicht
9.
Concert.agenda Parada.
Unvollendete.
Lindberg . Bartók . Brahms
Schubert . Korngold . Strauss
dirigent. Andreas Delfs solist. Alexander Madzar. piano
dirigent. Jan Latham-Koenig soliste. Emmanuelle Bertrand. cello
dinsdag 7 januari 2014. 20u Concertgebouw. Brugge
maandag 10 februari 2014. 20u Paleis voor Schone Kunsten. Brussel
zaterdag 11 januari 2014. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent
dinsdag 11 februari 2014. 20u Concertgebouw. Brugge
zondag 12 januari 2014. 15u deSingel. Antwerpen
zaterdag 15 februari 2014. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent zondag 16 februari 2014. 15u deSingel. Antwerpen
info & tickets. www.symfonieorkest.be +32 50 84 05 87
Ballet ‘Romeo & Julia’. Koninklijk Ballet Vlaanderen Symfonieorkest Vlaanderen dirigent. Benjamin Pope
Stadsschouwburg. Antwerpen vrijdag 21 februari 2014. 19u30 zaterdag 22 februari 2014. 19u30 zondag 23 februari 2014. 15u woensdag 26 februari 2014. 19u30 donderdag 27 februari 2014. 19u30 vrijdag 28 februari 2014. 19u30 zaterdag 1 maart 2014. 14u & 19u30
info & tickets. www.sherpa.be 0900 84 100 (0,50 EUR/min.)
Ontdek de volledige kalender op www.symfonieorkest.be!
Het Symfonieorkest Vlaanderen geniet de steun van
Westmeers 74 . B 8000 Brugge T +32 50 84 05 87 F +32 50 84 06 87
info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be Volg ons op Facebook! verantwoordelijke.uitgever. Dirk Coutigny