Symfonieorkest Vlaanderen - Magazine 68

Page 1

BELGIE - BELGIQUE

P.B. 9000 GENT X 4/3020 AFGIFTEKANTOOR GENT X ERKENNINGSNR. P308506 Driemaandelijks tijdschrift

magazine.

68.

09.2013 . 11.2013 driemaandelijks.

Antwerpen . Brugge . Brussel . Gent . Heist-op-den-Berg


Inhoud

B.

Magazine.

68.

09.2013 . 11.2013

Voorwoord. 1 Jan Latham-Koenig. 2 Magnus Lindberg. 4 Peter en zijn Wolf. 10 Interview met Wibert Aerts & Bram Van Camp. 14 Karel Deseure. 19 Focus op Franz Schreker. 22 Column Fred Brouwers. 26 Festival de Laon. 28 Verslag zomerconcert Amsterdam. 30 Concert.agenda. 34

Redactie. Hanneleen De Seranno Werkten verder aan deze uitgave mee. Jasper Gheysen . Yves Knockaert . Nils De Winter . Fred Brouwers Brieven aan de redactie. Westmeers 74 . B 8000 Brugge T +32 50 84 05 87 . F +32 50 84 06 87 communicatie@symfonieorkest.be . www.symfonieorkest.be Publiciteit. hanneleen.deseranno@symfonieorkest.be T +32 50 84 05 87 Programma’s onder voorbehoud van wijzigingen

Het Symfonieorkest Vlaanderen geniet de steun van

v.u. Dirk Coutigny . Westmeers 74 . B 8000 Brugge . T +32 50 84 05 87 . F +32 50 84 06 87


Voorwoord

1.

Geachte muziekliefhebber. Voor u ligt de eerste editie van het vernieuwde, driemaandelijkse magazine van het Symfonieorkest Vlaanderen. Hoewel de vorm en de periodiciteit van dit magazine grotendeels behouden bleven, zal de inhoud u wellicht verrassen. In deze driemaandelijkse uitgave, die gratis verspreid wordt naar een ruim adressenbestand, zetten we een solist of dirigent in de kijker, blikken we vooruit naar concerten zoals het Familie.concert ‘Peter en zijn Wolf’ tijdens de kerstvakantie, geven we aan de hand van interviews een voorsmaakje van werken die in opdracht van het orkest gecomponeerd werden, kunt u meegenieten van het leven voor en achter de schermen van het Symfonieorkest Vlaanderen en laten we u kennismaken met onze chef-dirigent Jan Latham-Koenig en de centrale componist van het seizoen 2013-2014, de Fin Magnus Lindberg. De programmateksten kunt u, net zoals vorig seizoen, een week voor het concert via onze website downloaden. Tijdens de concerten worden ze uiteraard ook te koop aangeboden. Speciaal voor onze abonnees hebben wij alle programmatoelichtingen van het seizoen 2013-2014 gebundeld tot één mooie uitgave. Dit collector’s item biedt zo een optimale voorbereiding op alle concerten en wordt eind september naar alle abonnees gratis toegestuurd. Bent u geen abonnee maar heeft u ook interesse in dit naslagwerk? Dan kunt u

deze uitgave ook aanschaffen tijdens onze najaarsconcerten. Opgelet, de oplage is beperkt! Het Symfonieorkest Vlaanderen zet komend seizoen nog meer in op communicatiekanalen zoals Facebook en YouTube. Er gebeurt namelijk heel wat meer voor, tijdens en na de concerten van dit dynamische orkest. Deze ‘andere kant’ leert u kennen op Facebook dankzij up-to-date posts en interessante filmpjes. Ook ons YouTube-kanaal is beslist uw bezoek waard want naast vaak integrale concertuitvoeringen, zult u er vanaf 2013-2014 ook inleidingen op het eerstvolgende concert kunnen volgen. U kiest voortaan zelf wanneer en waar, hoe lang en hoeveel informatie u wenst ter voorbereiding van uw concertbezoek. Klinkt dit u als muziek in de oren? Volg ons dan op Facebook en YouTube. Bent u nog niet helemaal vertrouwd met deze media, dan is onze website www.symfonieorkest.be zeker een goede start. Geachte muziekliefhebber, 2013-2014 wordt een seizoen vol nieuwe, muzikale ervaringen op diverse gebieden. Ik wens u dan ook een seizoen toe waarbij u met nieuwsgierigheid en verwondering het concertprogramma 2013-2014 mag ontdekken én smaken. Dirk Coutigny Intendant

PS Kent u iemand die dit magazine gratis thuis wil ontvangen? Mail vandaag nog de naam en het adres naar communicatie@symfonieorkest.be.


“Onze nieuwe chef-dirigent Jan Latham-Koenig is een dirigent met veel charisma en dynamisme. Hij respecteert te allen tijde de partituur en probeert steeds in de stijl van de tijdsgeest een compositie te benaderen. Daarnaast schenkt hij veel aandacht aan de balans en de dynamiek binnen het orkest en toont hij veel respect voor de musici. Jan Latham-Koenig gaat bovendien steeds op zoek naar een goed evenwicht tussen het strak houden van de teugels en ze te laten vieren zodat je als orkestmusicus een veilig en aangenaam gevoel hebt in het orkest. Tegelijk ontstaat er op deze manier een vurige interactie tussen dirigent en orkest zodat het publiek steeds een unieke performance kan meemaken.� Concertmeester Jo Vercruysse over Jan Latham-Koenig


Chef-dirigent

3.

Jan Latham-Koenig. Symfonieorkest Vlaanderen. De start van het gloednieuwe seizoen 2013-2014 van het Symfonieorkest Vlaanderen presenteert niet alleen een waaier aan nieuwe werken en interessante componisten, maar kondigt ook onze nieuwe chef-dirigent Jan Latham-Koenig aan. U kon in het verleden al enkele keren genieten van de artistieke kwaliteiten van deze unieke dirigent. Wij stellen dan ook met veel plezier deze aimabele, intelligente en vooral melomane Britse ‘gentlemen’ aan u voor.

De dirigeerstijl van onze nieuwe chef-dirigent kan je het best omschrijven als een combinatie tussen kracht en finesse. De stevig opgebouwde passages met intense klanken en grootse gestes maken vaak plaats voor een verfrissende fijngevoeligheid waarbij hij oog heeft voor subtiele details.

Daarnaast schrikt Jan Latham-Koenig er niet voor terug ‘nieuwe muziek’ met veel begeestering uit te voeren. Als pianist was hij werkelijk gefascineerd door de muziek van Messiaen en sindsdien koesDe roots van Jan Latham-Koenig liggen verspreid tert hij een grote affiniteit met het hedendaagse over heel Europa. Met een Franse vader die op- repertoire. Volgens Latham-Koenig moeten musici groeide in Mauritius en een Poolse moeder die en dirigenten het aandurven deze muziek uit te geboren werd Gdansk, kwam Jan Latham-Koenig voeren en dit zonder vooroordelen. Naast nieuwe terecht in een zeer rijke culturele omgeving. Door muziek kunnen ook opera’s, koormuziek en de de liefde van zijn ouders voor muziek, die zelf zeer Franse muziek hem bijzonder bekoren. goede amateurmuzikanten waren, kwam hij als Maar Latham-Koenig heeft ook nog andere intereskind geregeld in aanraking met klassieke muziek. ses buiten muziek. Van kinds af aan ontwikkelde hij Jan Latham-Koenig nam reeds diverse engage- een voorliefde voor literatuur. Ook beeldende kunst, menten op. Hij was stichter en artistiek directeur geschiedenis en politiek mogen we tot zijn interesvan de Young Janácek Philharmonic. Sinds augus- segebieden rekenen. Een vreemde eend in de bijt is tus 2011 is hij artistiek directeur van de Novaya zijn fascinatie voor de wereld van de geneeskunde. Opera Moskou en sinds 2012 ook van het Orquesta Als echtgenoot van een hartchirurge komt hij dan ook regelmatig in aanraking met verhalen uit de meFilarmónica de la UNAM in Mexico City. dische wereld die hem uitermate weten te boeien. Als dirigent tracht Jan Latham-Koenig telkens het evenwicht te bewaren tussen het domineren en het Laat u dit seizoen verwonderen door deze inspireinspireren van een orkest. Muzikanten zijn in de rende, belezen topdirigent die het Symfonieorkest eerste plaats op zoek een dirigent die sterk in zijn Vlaanderen ongetwijfeld naar nieuwe, muzikale schoenen staat, die de artistieke koers precies be- hoogtes zal meevoeren. paalt en die samen met hen een hecht team vormt.

JAN LATHAM-KOENIG © PAUL PERSKY


Erik Sluys, violist bij het Symfonieorkest Vlaanderen, houdt erg van hedendaagse orkestmuziek. De keuze voor Magnus Lindberg als centrale componist voor het seizoen 2013-2014 heeft hij samen met de artistieke partners, mee vorm gegeven.

“Magnus Lindberg behoort internationaal gezien tot de belangrijkste componisten van vandaag, zeker op het gebied van orkestwerk. Zo was hij twee seizoenen lang ‘composer in residence’ bij de New York Philharmonic. Bovendien hebben bijna alle grote orkesten, de Berliner Philharmoniker inclusief, reeds werken bij hem besteld. Het werk Feria uit 1997 vind ik bijzonder spectaculair, heel kleurrijk en virtuoos georkestreerd. Dit werk beleefde een ware triomf op de Londense Proms. Ook zijn machtige Klarinetconcerto wordt sinds zijn creatie in 2002 door klarinettisten beschouwd als ‘het’ klarinetconcerto na dat van Mozart. Parada (2002) ligt dan weer meer in de lijn van Feria, maar is nog meer uitgepuurd. Zijn Vioolconcerto uit 2006 is zijn jongste werk in onze programmatie. Het is gewoonweg verbluffend welke rijkdom aan klanken Lindberg haalt uit een Mozartiaanse orkestbezetting.”


Uitgelicht

5.

Magnus Lindberg. En Lindberg herkent het onontkoombare element van zijn Finse origine. Hij bevestigt zijn eigen persoonlijkheid als hij zegt niets gemeenschappelijk te voelen met de generaties componisten die onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog aan de slag gegaan zijn, noch met hun antitraditionalistische esthetiek, noch met hun seriële techniek (waarmee zijn eigen relatieve complexiteit niets te maken heeft). Lindberg ziet wel in dat die generatie het nodig had om te breken met een vastgeroeste muziektraditie, om van een nulpunt opnieuw te kunnen beginnen. Hijzelf voelt zich echter een door de Europese traditie gestempeld componist: “Ik kan mij niet losmaken van de klassieke traditie. Ik heb Eén van Lindbergs harmonische werkwijzen is de die met de moedermelk ingezogen.” Nog sterker: procesmatige benadering van de samenklank: een “Ik geloof dat de traditie ergens binnen in onszelf selectie bewegende akkoorden of harmonische leeft. Je kan er niet van wegkomen. Ik ben een blokken worden gerelateerd aan elkaar doordat Finse componist en wat ik schrijf is Finse muziek!” een netwerk van relaties tussen de blokken gescha- En hij is een kind van zijn tijd: in de jaren 1980 was hij gek op Einstürzende Neubauten in Berlijn en de pen wordt. Die netwerken, samen met de continuïteit en de punk van The Clash in Londen. Die explosiviteit voortdurende variatie in zijn componeertechniek zit ook in zijn krachtige vroege werken, zoals Kraft beschrijft Lindberg als een invloed van Sibelius: uit 1985. “Sibelius sprak van de idee van het bindende en leidinggevende element – ik spreek liever van de Met Esa-Pekka Salonen richtte Lindberg in 1981 stukjes van een puzzel, van verschillend gevorm- het Toimii-Ensemble op (Toimii betekent ‘acties’), de stukken van verschillende grootte, die tot een zelf was hij er toetsenspeler en percussionist. Tot volledig beeld kunnen samengesteld worden.” Si- rond 2000 was het ensemble een experimenteel belius is ook de meester van de harmonische am- laboratorium, waarin alle leden originele muzikale biguïteit, een inherent element in de netwerkhar- ideeën uitwisselden en programma’s uitwerkten monieën van Lindberg: “In Sibelius’ Tapiola is de met vermengingen van alle stijlen, sferen en tenbaslijn volledig uit fase ten opzichte van de rest van densen. Technologie en elektronica zijn er altijd de harmonie. De bas glijdt eronder. Zo’n idee treft bij, maar meer als basismateriaal dan als einddoel. mij en wil ik ontwikkelen. Het is absurd te zeggen Het repertoire van het Toimii-Ensemble bevat stukken die door de leden van de groep geschredat Sibelius ‘harmonisch simpel’ is!” Toen Magnus Lindberg jong was, was de eerste eis om als Finse componist bekend te worden je land verlaten. Na zijn opleiding aan de Sibelius Academy in Helsinki onder Rautavaara en Heininen, trok hij in 1981, 23 jaar oud, voor verdere studie naar Siena bij Donationi, naar Darmstadt bij Ferneyhough en naar Parijs bij Globokar en Grisey. Het Parijse IRCAM fungeerde als een springplank naar een internationale carrière, op vandaag bekroond als composer-in-residence van de New York Philharmonic (2009-2012). Zijn opuslijst telt een tachtigtal composities, zijn instrument is het ‘orkest’ in al zijn mogelijkheden.

Erik Sluys © Tim Heirman


6.

ven zijn of gearrangeerd zijn, zij hebben ook enkele collectieve composities uitgewerkt en gezamenlijke realisaties met kunstenaars uit de wereld van de plastische kunsten en de poëzie. Ook improvisaties zijn hen niet vreemd. Zo behield Toimii altijd zijn frisheid, zijn fantasie en zijn mogelijkheid om muziek in de meest diverse sferen op te bouwen. Zona (1983) was Lindbergs eerste werk voor het Toimii-Ensemble, met de cellist geviseerd als solist: een ‘concerto’ dat niet de solist tegenover het orkest zet, maar het primitivisme tegenover de complexiteit. Lindberg zocht ‘weerstand’ in zijn materiaal, even goed als in zijn uitvoerders. Ook Kraft is voor Toimii geschreven. Het is een ‘concerto grosso’, waarbij de solisten tegelijk tutti-speler zijn: klarinet, cello, percussie, piano en synthesizer. Het primitivisme is uitvergroot doordat alle uitvoerders naast hun instrument ook slagwerk spelen, veelal objets trouvés; het complexe is verfijnd doordat Lindberg met computer zijn klankconstellaties en klankspreiding in de ruimte uitwerkt. Niet alleen mokerslagen van harde geluiden, maar ook subtiele texturen en een enorm gediversifieerd timbre-scala zijn er de resultaten van. Sinds het midden van de jaren 1990, sinds Aura bijvoorbeeld, wisselt Lindberg zijn primaire krachtige taal voor een toegankelijker idioom, dat zelfs het fenomeen melodie niet meer uitsluit. Hij ziet zich hoe langer hoe meer als een modernist, bewust van de traditie: “Ik maak deel uit van de avant-garde, als dat betekent dat je in de frontlinie staat van de moderne muziek, terwijl je je tegelijk diep bewust bent van de traditie. Ik voel inderdaad zeer specifiek dat ik een voortzetter ben van de traditie van de westerse kunstmuziek.” Dat zei Lindberg in 1995 en vijf

jaar later klonk het nog scherper: “Ik denk dat ik een beetje klassiek ben, in die zin dat ik geloof in evenwicht als doel. We hebben zoveel kunst gezien die de extremen opzocht en de idee van balans totaal verwaarloosde. Als ik componeer voel ik een sterke impuls van het besef van evenwicht, en als ik een element tot een extreem ontwikkel, dan voel ik de behoefte om elders gas terug te nemen.” Dat evenwicht krijgt zo’n belang, dat zelfs het fenomeen klank de gevolgen ervan draagt in recente werken zoals het Klarinetconcerto (2002), het Vioolconcerto (2006) of het Tweede Pianoconcerto (2012). Lindberg lokte in zijn vroeg werk vooral botsingen en wrijvingen tussen klankbronnen uit, omdat die aards zijn en zeer direct de luisteraar aanspreken, zonder intellectualisering of vormen van verdieping. Nu ziet hij die tegenstelling meer als een oefening in het vinden van evenwicht. Zoals je midden het klankgebeuren bent, ben je ook midden de expressie. De ene kant is de ervaring van de luidheid van de barstende energie in de vermenging van instrumenten met elektronische klankbronnen waardoor je als luisteraar de sensatie van het klankgeweld moet ondergaan; de andere kant is de genuanceerde en verfijnde timbrecombinatie als expressief element. Maar het gaat de laatste tijd om meer dan louter klank, ook bij Magnus Lindberg: “Ondanks alles is klank op zich iets dat niet van een cruciaal en bepalend belang is voor mijn muziek. Natuurlijk houd ik van klank, maar een ganse compositie opbouwen op concepten van klank alleen is niet een doel dat ik nastreef. Omdat ik uitga van een sterke klassieke impuls in mijn muziek, probeer ik tegenwoordig de muzikale parameters meer in


7.

MAGNUS LINDBERG © SAARA VUORJOKI


8.

balans te brengen, het evenwicht te herstellen. Ik hou ervan om te proberen alle parameters te laten samensmelten, om tenminste een illusie te creëren van balans tussen verschillende expressiewijzen.” En het zoeken naar evenwicht gaat zo ver dat Lindberg toonhoogte-groepen symmetrisch ordent als hij zijn complexe harmonieën ontwerpt. De symmetrie doorbreekt hij dan wel omdat bassen altijd versterkt moeten worden of sterker moeten klinken als fundament. Dat laatste leerde hij van Luciano Berio: “Eén van de meest belangrijke lessen die ik van Berio leerde, was zijn opmerking dat het orkest altijd een hiërarchie behoudt, de eenvoudige opdeling in sopraan, alt, tenor en bas. Die gedachte, hoe simpel ook, was een provocatie voor mij.” Al bij al heeft de harmonie het van de klank gewonnen: harmonie is voor Lindberg in de laatste jaren het centraal expressief medium. Meestal zijn de harmonische kaders vooraf bepaald, maar dat ‘precompositorische raamwerk’ belet niet dat hij de expressiviteit zo intens mogelijk wil opdrijven door de combinatie met andere middelen. “Ik houd ervan harmonie vast te zetten als een soort identificatie voor een bepaald werk. In tegenstelling tot zijn prominente rol in de compositie, is de harmonie meestal zo bepaald, dat ik vrijheid krijg om aandacht te geven aan andere aspecten, die nog interessanter kunnen zijn voor de expressie.” Die andere aspecten worden als volgt benaderd: “Elk muzikaal object heeft een eigen ritme, vertoont unieke eigen harmonische kenmerken en eigen variaties in timbre, en doet altijd de vraag rijzen hoe die objecten zullen overgaan in andere objecten. In mijn geval wordt de basis van de grootste secties van een compositie bepaald door de aard van

de objecten waarmee ik werk en door het transformatieproces dat ik hanteer. Ik breng een aantal elementen samen met een totaal verschillend karakter en ik zorg voor grote spanningen tussen de onderdelen. Daarna werk ik een manier uit om die karakters in elkaar te doen overgaan. Zo probeer ik eenheid te brengen in de verschillende muzikale aspecten van het stuk.” Dat maakt dat Lindberg de laatste tijd minder intuïtief is gaan componeren dan vroeger en tegelijk meer bewust en doelgericht expressief. Maar niet meer dan het algemene kader wordt vooraf bepaald: het expressieve kan hij net op zo’n veelzijdige manier uitwerken omdat hij blijft tewerk gaan als een pragmaticus binnen het oneindige veld van mogelijkheden. “Ik maak mijn eigen mengsel van mogelijke combinaties, spectrale ideeën, zelfs elementen uit de tonale muziek en bepaalde aspecten die als minimalistisch beschouwd worden.” Maar een postmodernist is hij zeker niet: “Alhoewel ik in mijn werken soms consonerende elementen en citaten gebruik, heb ik mijzelf nooit gezien als een postmodernistische componist.” Integendeel, Lindberg vindt dat de standaardisering van het modernisme gebaseerd moet blijven op verandering en vooruitgang. “Als de moderne geest levend is en voort bestaat, dan zal dat niet noodzakelijk zijn door verder de parameters in hun extremen te behandelen, want dat zou uiteindelijk in het omgekeerde omslaan, dat zou regressief worden.” En dus is zijn besluit een omkering van de situatie: “Het ontdekken van balans en evenwicht kan effectief een energie voor vernieuwing betekenen.” Tekst. Yves Knockaert


9.

Na de vele prestigieuze betrekkingen en adembenemende creaties, staat de Finse componist Magnus Lindberg dit seizoen centraal bij het Symfonieorkest Vlaanderen. Laat u samen met het orkest verrassen door de briljante, symfonische muziek van deze muzikale meester aan de hand van het gloednieuwe Magnus Lindberg-abonnement. Dit abonnement bundelt vier concerten met werk van Magnus Lindberg tot een aantrekkelijk geheel waarbij u maar liefst 25% korting krijgt op de losseticket-prijs.

Abonnement Magnus Lindberg Antwerpen (*)

data

Feria.

13.10.2013

Taras Bulba.

15.12.2013

Parada.

12.01.2014

Jupiter.

23.03.2014

Abonnement Magnus Lindberg Brugge (*)

data

Feria.

08.10.2013

Taras Bulba.

17.12.2013

Parada.

07.01.2014

Jupiter.

18.03.2014

rang 1

rang 2

red. 76,50 euro

84 euro

rang 1

108 euro

red. 99 euro

60 euro

rang 2

84 euro

red. 76,50 euro

Bestel vandaag nog uw Magnus Lindberg-abonnement! (*)

(*) Opgelet! Bij een Magnus Lindberg-abonnement kunnen wij geen vaste plaatsen garanderen voor deze vier concerten. Een vaste plaats is enkel mogelijk voor een abonnement waarbij u alle acht concerten van het seizoen 2013-2014 bijwoont

rang 3

red. 52,50 euro

rang 3

60 euro

red. 24 euro

36 euro

red. 52,50 euro

rang 4

36 euro

red. 24 euro

Met de steun van


kom en geniet mee

voor families met kinderen vanaf 8 jaar


Familie.concert

11.

Peter en zijn Wolf. Een nieuw verhaal op tijdloze muziek van Prokofiev. Kinderen en klassieke muziek? Jawel! Met ‘Peter en zijn Wolf’, een vernieuwde versie op het bekende verhaal van Prokofiev, wordt klassieke muziek haast tastbaar. Met woord en beeld, orkest en verteller, dirigent en componist word je meegezogen in het ontroerende en spannende verhaal over Peter en zijn Wolf. Hoe zo’n familieconcert vorm krijgt, ontdek je in het interview met Margrith Vrenegoor. Samen met haar team ontwikkelde zij in Nederland al heel wat unieke voorstellingen met symfonische orkesten die de leefwereld van kinderen én die van musici dichter bij elkaar brengen.

Interview met theaterregisseur Margrith Vrenegoor. Margrith, hoe kwam je op het idee om klassieke concerten, van Peter en de wolf tot de Enigma Variaties, helemaal op maat van kinderen te maken? Margrith Vrenegoor: “Ik krijg vaak de vraag van orkesten om een voorstelling voor kinderen te maken. Dat is helemaal niet zo evident omdat de wereld van een symfonisch orkest ver verwijderd is van de belevingswereld van kinderen. Tijdens een klassiek concert moet je een uur stilzitten en luisteren, wat heel lastig is voor kinderen. En musici zijn vaak heel huiverig ten opzichte van een kinderconcert omdat de muziek voor hen in de eerste plaats interessant moet zijn. Dat gaat dus niet altijd samen, dus zorgen wij er met ons team voor dat we uitstekende, tijdloze klassieke muziek vertalen naar de belevingswereld van kinderen. Zo voelen beide groepen zich helemaal comfortabel tijdens de voorstelling en dat geeft een enorme voldoening.” “Peter en de wolf van Prokofiev is zo’n tijdloos, fantastisch werk. Het probleem met dit stuk is enerzijds dat het tamelijk kort is en dus geen volledig concert kan vullen. Anderzijds vind ik dat de doelgroep eerder aanleunt bij die van kinderen van vier tot vijf jaar en dat is te kinderachtig voor oudere kinderen.

We moesten dit verhaal dus grondig herwerken. Ik vroeg me trouwens als kind altijd af waarom Peter bij zijn opa woonde. Het leek me een interessante invalshoek om eerst te vertellen hoe Peter bij zijn opa terechtgekomen is en daarna terug te keren naar het originele verhaal dat iedereen kent waarin Peter de wolf vangt. Dit hebben we vervolgens doorspekt met allerlei muzikale elementen. Wanneer het over zijn moeder gaat bijvoorbeeld, hoor je het vogeltje. Elke keer wanneer de verschrikkelijke, maatschappelijk werkster in het verhaal verschijnt, hoor je het thema van de wolf. Dat is de vijand. Ook zijn opa herken je aan een specifiek muzikaal thema. Zo hebben we alle figuren uit het sprookje vertaald naar mensen in onze nieuwe versie.” Hoe krijgt zo’n voorstelling dan vorm? Vrenegoor: “Ik verzin altijd eerst een basisverhaal dat ik dan in grote lijnen uitwerk. In gedachten neem ik jongetjes van tien jaar oud als doelgroep. Dat lijkt misschien heel specifiek, maar als je hen meekrijgt in het verhaal, dan weet je dat het volledige publiek zal volgen.


12.

Dan ga ik samenzitten met beeldbewerker Peter Claassen en componist Toek Numan en bepalen we samen hoe het verhaal aangevuld kan worden met beelden en muziek. Dat verfijnen we dan steeds meer totdat we een coherent geheel krijgen waarbij de muziek, het beeld en het verhaal een evenwaardige rol hebben. Dit alles is zo’n vier tot vijf maanden werk. Dat is niet niks, maar op die manier ontwikkel je wel zeer kwalitatieve voorstellingen die voor kinderen – en voor hun (groot)ouders – interessant en heel leuk zijn.” Hoe verlopen de repetities dan met het orkest? Kunnen jullie dan samen met de verteller en het orkest veel repeteren? Vrenegoor: “Ik ben zelf een theaterregisseur en voor een theatervoorstelling zijn er altijd heel wat repetities voorzien. Dat is handig, want zo kun je nog een aantal dingen uittesten tijdens de repetities. Bij een orkest kun je je die vrijheid niet permitteren. Wanneer we met het team aankomen op de orkestrepetitie, moet alles van het begin tot het einde duidelijk zijn voor iedereen. Een orkest van vijftig man zal niet het geduld opbrengen om te wachten tot je je gedachten helder op een rijtje hebt. De hele voorstelling moet perfect in elkaar zitten waardoor de musici meteen het gevoel hebben dat de repetitietijd efficiënt zal besteed worden. Bij de aanvang van de repetities vertel ik ook altijd kort waarom ik het verhaal zus of zo herschreven heb. Niet omdat ik denk beter te componeren dan Prokofiev, helemaal niet, maar wel omdat ik ervan

overtuigd ben dat de voorstellingen die wij creëren, dankzij hun nieuwe invalshoeken, ervoor zorgen dat er nog meer mensen kunnen genieten van deze prachtige, tijdloze muziek.” Wat is er bijzonder aan de voorstelling ‘Peter en zijn Wolf’? Vrenegoor: “Eerst en vooral vind ik het verhaal erg verrassend. Peter is een jongen wiens moeder is verdwenen en wiens vader ziek wordt. Daardoor kan hij niet meer voor hem zorgen. Peter heeft dus heel wat problemen, maar hij heeft één grote hobby: hij knipt, plakt en tekent reuzegraag. Met zijn knipsels en tekeningen ontwerpt hij zijn eigen wereld zoals die er volgens hem het beste uitziet. Daarnaast is hij doodsbang voor honden omdat ze volgens hem afstammen van wolven. De grappige combinatie van de beelden op de muziek, illustreren dat zelfs het kleinste schoothondje hem ontzettend bang maakt. We gebruiken hiervoor heel eenvoudige beelden. Omdat kinderen juist opgegroeid zijn met allerhande beelden, kinderen vandaag behoren helemaal tot de visuele generatie, willen we in onze voorstellingen er niet nog een schepje bovenop doen. Peter Claassen werkt dan ook erg zuinig zodat muziek, tekst en beeld mooi in balans blijven.” “Wanneer kinderen tijdens zo’n voorstelling vergeten dat ze eigenlijk naar eeuwenoude, klassieke (jawel!) muziek aan het luisteren zijn en wanneer volwassenen verwonderd en verrast worden door de vernieuwde versie van een werk dat ze als het ware vanbuiten kennen, dan ben ik heel tevreden.” Interview. Hanneleen De Seranno


Boek nu de allerbeste plaatsen voor u en uw (klein)kinderen! Tickets voor kinderen en jongeren t.e.m. 15 jaar: 8 euro in alle rangen. 050 84 05 87 www.symfonieorkest.be

Familie.concert . Peter en zijn Wolf. Vernieuwd verhaal op muziek van Prokofiev. Vrijdag 27 december 2013 Concertgebouw Brugge

15:00

Zondag 29 december 2013 15:00 deSingel Antwerpen verteller. Steven Beersmans dirigent. Stijn Saveniers

Peter woont met zijn vader in een grote stad. Als zijn vader niet meer voor hem kan zorgen, wordt Peter naar zijn onbekende opa gestuurd, in een afgelegen bergdorpje. Peter moet erg wennen. Geen vrienden, alleen een zwijgzame opa. En heel veel honden, waar Peter bang voor is. Het hele dorp lacht hem hiervoor uit, ook zijn opa. En dan is er ook nog een wolf, die de omgeving onveilig maakt. Om zichzelf te bewijzen bedenkt Peter een plan. Hij zal laten zien dat hij niet bang is en het gevaarlijkste doen wat hij kan bedenken: hij zal in z’n eentje de wolf vangen. Een ontroerende en spannende voorstelling met de wereldberoemde muziek van Prokofiev.


14.

WILBERT AERTS © MIEL PIETERS


Interview

15.

Interview met componist Bram Van Camp en violist Wibert Aerts. Een creatie voor viool en orkest van Bram Van Camp speciaal voor violist Wibert Aerts als solist? Hoog tijd om deze ambitieuze componist en virtuoze violist samen te brengen voor een diepgaand interview met bijzondere topics als pizzicato’s in de linkerhand, een revolterend orkest en de toekomst van hedendaagse muziek.

Jullie kennen elkaar al lang. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet en hoe heeft deze vriendschap zich verder ontwikkeld? Bram Van Camp: “Toen ik zelf viool en compositie studeerde aan het conservatorium, ging ik altijd kijken naar Het Collectief waar Wibert viool speelde. Ik woonde steevast de concerten van de Nieuwe Reeks in Leuven bij en daar heb ik Wibert keer op keer aan het werk gezien. Toen ik een paar jaar later componist in residentie was bij het Hermes-ensemble kreeg ik op compositorisch vlak een ware carte blanche. Het resultaat hiervan was een Vioolconcerto waarvoor ik absoluut Wibert als solist wilde. Zo is onze samenwerking begonnen. Ondertussen heeft Wibert bijna al mijn werken voor viool gespeeld. Ik ben hem ongelooflijk dankbaar voor al deze mooie uitvoeringen.” Wibert Aerts: “Wat kan ik hier nog aan toevoegen? (lacht) Het spelen van het Vioolconcerto was een fantastische ervaring en sindsdien heb ik met veel plezier andere composities van Bram uitgevoerd.” Had jij Wibert dan in gedachten toen je het concerto componeerde? Van Camp: “Ik mag eigenlijk alles schrijven omdat hij in principe alles kan spelen. Dat is voor mij persoonlijk een groot voordeel. Het mag met andere woorden ‘virtuoos’ zijn.”

Aerts: “En voor mij is dit een groot nadeel. (lacht) Je merkt in composities van Bram dat hij het instrument helemaal beheerst. Tegelijkertijd toetst hij de grenzen van de viool af en exploreert hij de technische limieten. Zijn benadering van het instrument is daardoor vrij atypisch en helemaal niet routineus en dat voel je als uitvoerder. De invloed van de barokmuziek op de compositiestijl van Bram speelt hierin ook een belangrijke rol. De vele technische passages en arpeggio’s zorgen ervoor dat de muziek echt klinkt.” Kan er dan uiteindelijk een intensieve wisselwerking bestaan tussen componist en solist, denken we maar aan Johannes Brahms en Joseph Joachim? Aerts: “Jazeker, Bram is iemand die echt heel goed weet wat hij wil en hij schrikt er niet voor terug zijn ongezouten mening te geven. Het is ongelooflijk boeiend en uitdagend om als muzikant de boodschap van de componist over te brengen aan het publiek. Toch zie ik het als een uitdaging om eerst alles zelf op te lossen en in te studeren. Je moet als uitvoerder zorgen dat het werk een eigen leven kan gaan leiden zonder telkens terug te koppelen naar de componist omdat die er vaak niet meer is. Ik kan moeilijk Bartók bellen om te vragen wat hij met zijn Vioolconcerto bedoeld heeft. Het is je taak als muzikant om eerst zelf je weg te zoeken


16.

in de compositie. En uiteindelijk kom je pas samen met de componist nadat je zelf een idee ontwikkeld hebt of wanneer de voorstelling ten einde is om pas dan jouw interpretatie af te toetsen met de esthetiek van de componist.” Wat mag ons publiek verwachten van dit werk? En hoe kan men zich hierop voorbereiden? Van Camp: “Het is voor mij een zeer atypisch concerto, op de drieledige structuur na. Ik heb geprobeerd te reageren tegen het conventionele vioolconcerto en de dialoog tussen de solist en het orkest door te denken. De viool brengt ieder thema op een quasi improvisatorische manier naar voor en het orkest probeert dit te imiteren. Deze imitatie is niet altijd even succesvol en ik richt de aandacht in dit concerto dan ook op het proces van ‘trial & error’. Wat voor mij nog altijd het belangrijkste doel is, is dat de muziek moet klinken. Je mag er niet te veel woorden aan vuil maken; je moet er gewoon van genieten en je laten onderdompelen in de vele klanken. De muziek kan perfect op zichzelf staan zonder enige uitleg. Er wordt in dit concerto namelijk een muzikaal verhaal verteld dat iedereen op zijn eigen manier kan invullen. Na een heel nerveus openingsdeel transformeert de muziek in het tweede deel naar bevreemdende, lyrische adagiopassages. Met de korte cadens van slechts drie noten eindigt het deel dat doorspekt was met spectrale akkoorden en feeërieke klanktapijten. Op het einde van de compositie organiseert het orkest een ware revolte om alsnog met een grote climax vol pizzicato’s in de linkerhand het laken finaal naar zich toe te trekken.”

Aerts: “Het spektakelgehalte van deze compositie is zeer groot, maar mag de sfeer van het stuk niet overheersen. De virtuositeit heeft het werk een extra dimensie mee en is ook een uiterst geschikt expressiemiddel. De aartsmoeilijke ritmische passages waren voor mij de grootste uitdaging. Het geeft een echte kick om als solist in duel te gaan met een furieus orkest.” Waar liggen de grootste uitdagingen voor de nieuwe muziek? Van Camp: “Elektronica zal een belangrijke rol blijven spelen in hedendaagse muziek. Toch geloof ik steevast in de onbeperkte, onbegrensde mogelijkheden van een akoestisch instrument en vind ik dat dit medium opnieuw alle kansen moet krijgen om zich verder te ontwikkelen. Ten tweede is er een veel grotere sociale uitdaging voor de muziek van morgen. Het publiek dat naar nieuwe muziek komt luisteren, is echt zeer klein. Het initiatief van het Symfonieorkest Vlaanderen is in die zin lovenswaardig omdat ze door hun pittige programmatie nieuwe muziek naar een breder publiek brengen.” Aerts: “Ik ben het daar helemaal mee eens. Je moet als het ware de muziek trachten open te trekken zodat het niet alleen een nichepubliek is dat naar hedendaagse muziek komt luisteren. Er moet gewoonweg meer gedaan worden om deze tendens te stimuleren. Het onderwijs speelt hierbij een zeer belangrijke rol. Jonge muzikanten worden nog steeds opgeleid met de 19de eeuwse idee van virtuositeit in een duidelijk afgelijnd klassiek repertoire. Het andere uiterste, waar uitvoerders er bewust voor kiezen om enkel en alleen nieuwe muziek te spelen, brengt ook weinig zoden aan de dijk. Ide-


17.

aliter zou er een gulden middenweg moeten gevonden worden tussen het uitvoeren van oude en nieuwe muziek. Enkele toppers binnen de muziekwereld zoals Patricia Kopatchinskaja en Gidon Kremer hebben reeds geprobeerd het pad te effenen voor een soort tussenoplossing. Waarom zou je kiezen tussen het één of het ander terwijl je ook beide kunt combineren? Ik pleit er dan ook voor het publiek te voorzien van een totaalpakket waarbij zowel oude als hedendaagse muziek aan bod kan komen. De programmatie van het Symfonieorkest Vlaanderen van dit seizoen is hier een heel mooi voorbeeld van. Daarbij vind ik het ook belangrijk dat iedereen, van de intendant over de muzikanten tot het overkoepelend management, deze nieuwe esthetische paden steunt. Wanneer je nieuwe muziek kunt brengen met een ongezien enthousiasme en bezieling, dan komt dit veel beter over dan wanneer je een meer oppervlakkige en zakelijke ingesteldheid aan de dag legt. Ook wanneer hedendaagse composities verschillende keren gehoord kunnen worden, dan kan de compositie in al zijn eigenheid ook groeien en een bepaalde status binnen het repertoire aannemen. In die zin vind ik het een droom dat het Vioolconcerto door dit orkest verschillende keren uitgevoerd wordt.” Van Camp: “Maar we moeten wel het publiek aanmoedigen om naar zulke werken te komen luisteren. Op dat gebied ben ik heel erg geëngageerd. Als componist kan je in je ivoren toren muziek componeren, maar daar heb je niets aan als niemand het kan horen. Gelukkig worden we financieel gesteund door diverse overheden, maar daar staat ook iets tegenover. Ik vind het normaal om

een sociaal engagement aan te gaan om je eigen muziek, maar ook de nieuwe muziek in het algemeen een plaats te geven in de maatschappij. De perfecte manier om dit te realiseren is om zelf voor de klas te staan en deze overtuiging over te brengen op je leerlingen. Als componist van nieuwe muziek mag je jezelf echt niet te goed voelen om dit te doen, want eigenlijk is het je taak om via dit engagement mensen nieuwsgierig te maken. Als er iemand verjaart bijvoorbeeld geef ik hen meestal een kaartje voor een concert. De algemene concertcultuur moet weer beter bekend worden bij de jongeren. Door de zapcultuur bij deze generatie duurt een klassiek concert te lang. Maar als we die magie opnieuw zouden kunnen verspreiden onder het grote publiek, kan er een fundamentele wijziging ontstaan in de hedendaagse muziekcultuur.” Zijn er nog projecten die jullie willen ondernemen? Wat zijn jullie dromen op artistiek vlak? Aerts: “Er zijn natuurlijk enkele werken waarvan je op het einde van je leven moet kunnen zeggen; ik heb ze gespeeld. Enkele mooie voorbeelden van deze monumentale kleppers zijn bijvoorbeeld de laatste strijkkwartetten van Beethoven of het Vioolconcerto van Ligeti. Als je deze werken niet gespeeld hebt, dan heb je echt wel wat gemist. In de eerste plaats is het een grote uitdaging om de uitvoering ervan tot een goed einde te brengen. De moeilijkheidsgraad ligt ontzettend hoog waardoor je hiervoor maandenlang moet studeren. Toch maken deze composities je beter als muzikant en als mens. Daarbij moet je als uitvoerder beseffen dat


18.

je niet te lang mag wachten om je tanden hierin te zetten. Wanneer je eenmaal te oud bent, zal de spijt des te groter zijn. Een andere uitdaging voor mij is het vinden van een goede balans in concerten waarbij ik barok met nieuwe muziek combineer. Je moet als muzikant durven dromen en je hebt die dromen ook nodig om beter te worden.” Van Camp: “Je wordt gevormd door de dingen die je hebt kunnen doen. De liedcyclus op teksten van Paul van Ostaijen was voor mij op compositorisch vlak een ware levensles. Ik had tot dan toe nog nooit zoiets moeilijks geschreven. Op dit ogenblik zou ik graag verder bouwen op deze ervaring en wil ik aan mijn eerste opera beginnen. Het concept ligt klaar en ik zie dat gewoon zitten! Je moet namelijk ‘goesting’ hebben om verder te gaan met je carrière en open te staan voor allerlei nieuwe ervaringen. Daarom schrijf ik ongelooflijk graag voor het medium orkest. Het bezorgt me zoveel plezier

en voldoening om de orkestklanken aan elkaar te lijmen. Toch is het voor jonge componisten niet gemakkelijk te groeien in dit medium. Vaak ontbreekt de motivatie bij programmatoren om jonge componisten werken te laten creëren voor een groot orkest door het te hoge prijskaartje.” Bram, ga jij met een bepaald verwachtingspatroon in de zaal zitten? Van Camp: “Ik ga vooral gaan luisteren om de muziek te horen en het opnieuw op me af te laten komen. Met de creatie was ik ontzettend zenuwachtig en heb ik amper kunnen luisteren. Dit keer is het echt de bedoeling de muziek intens te ervaren en niet op te gaan in alle moeilijkheden van het werk of alles wat er kan mislopen. Ik heb het volste vertrouwen in Wibert en het Symfonieorkest Vlaanderen!” Interview. Jasper Gheysen

Siegfried. di. 19.11.2013 20:00 Concertgebouw Brugge info & tickets. +32 50 84 05 87 vr. 22.11.2013 20:00 Muziekcentrum de Bijloke. Gent info & tickets. +32 9 269 92 92 zo. 24.11.2013 15:00 deSingel. Antwerpen info & tickets. +32 50 84 05 87

Fuga Libera Beschikbaar op de concerten van het Symfonieorkest Vlaanderen (november 2013). Vanaf 25 november in de platenhandel


Interview

Karel Deseure. jong aanstormend talent Na de succesvolle samenwerking van vorig seizoen in Koksijde, verzorgt de jonge dirigent Karel Deseure twee concerten met het Symfonieorkest Vlaanderen in Heist-op-den-Berg en Laon. We polsten bij dit jong aanstormend talent naar zijn grote inspiratiebronnen, hoe hij de kansen ervaart die hij krijgt en welke muzikale dromen hij nog najaagt.

Karel Deseure © REGI SERLUPPENS

Van kinds af aan is Karel Deseure (°1983) gefascineerd door de klinkende wereld van de muziek. “Ik heb al altijd voor een orkest of ensemble willen staan”, vertelt Karel Deseure. “De liefde voor het dirigeren ontstond door een grote fascinatie voor partituren. Als geïnteresseerde melomaan bezat ik veel ‘full scores’ van opera en wilde ik van dichtbij ervaren wat er effectief in de muziek gebeurde. Een dirigent brengt de partituur tot leven en probeert die zo goed mogelijk te verduidelijken aan het pu-


20.

bliek. Op die manier word je echt verliefd op de Voorbereiding. compositie. Het is dan ook de bedoeling om die Het cliché dat een dirigent urenlang voor de spiegel staat te oefenen, is niet van toepassing op de jonge liefde goed over te brengen.” Deseure. Het groeiproces van een dirigent evolueert in een concertzaal en niet in de badkamer. “Je moet Grote inspiratiebronnen. In het leven van Deseure zijn er enkele legendari- tijdens een concert vooral beroep doen op je eigen sche dirigenten die hem sterk hebben beïnvloed. dirigeertaal. Doorheen de jaren ontwikkel je een inNaast Sir Simon Rattle en Carlos Kleiber heeft De- dividuele werkwijze zodat je kan terugvallen op een seure vooral een grote bewondering voor Claudio uitgestrekte basis van reflexen, gebaren en instinctieve muzikale aanwijzingen”, volgens Deseure. Wat Abbado. “De uitermate goed gekozen tempi, de diepgang specifieke voorbereidingsrituelen voor een concert van de muziek en de transparantie zijn belangrijke betreft, benadrukt Deseure dat het concert op zich kenmerken van zijn dirigeerstijl. Ook de gestiek al een speciale gebeurtenis is. is ongelooflijk ontwikkeld bij Abbado. Terwijl hij “Na het aftoetsen van de akoestiek van de zaal, met zijn handen een uiterst fijne gebarentaal ont- word je naar een loge gebracht waar je je hoofd wikkelt, werkt hij zelf heel hard met de muziek. De tracht leeg te maken. Omdat de partituur na de resubtiliteiten gecombineerd met een divers reper- petitie in de concertzaal blijft liggen, ben je er net toire maken hem van hem een echte topdirigent”, voor het concert niet zo sterk mee bezig.” Als er toch een ritueel is, is het wel dat hij zich zeer aldus Deseure. “Daarnaast heb ik groot respect voor Sir Simon laat omkleedt. Het aantrekken van dat ietwat ouRattle. Het is verbluffend hoe hij met een zeer derwetse kostuum, weet hem meestal niet echt te uiteenlopend repertoire, dat nieuwe muziek niet bekoren. schuwt, toch een groot publiek weet aan te spreken. Ook Carlos Kleiber zie ik als een bijzondere Band met het Symfonieorkest Vlaanderen. inspiratiebron. Zijn mimiek, gestiek en beleving Deseure vertelt hoe speciaal de band is tussen hem van de muziek komen maar weinig voor bij gene- en het Symfonieorkest Vlaanderen. Het verhaal brengt hem daarom op een nostalgische wijze teratiegenoten.” Desalniettemin moet je volgens Deseure bij deze rug naar zijn jeugd. kleppers ook de ogen af en toe eens sluiten. “De “Als West-Vlaming was het Symfonieorkest Vlaanklank, de klinkende muziek, komt nog altijd op de deren het enige professionele orkest in de buurt. eerste plaats. Je hoort pas met gesloten ogen hoe Door veel concerten bij te wonen, droomde ik er de compositie echt tot leven gebracht wordt. Uit- uiteindelijk van om zelf als dirigent voor dit faneindelijk heeft iedereen zijn eigen stijl en moeten tastische orkest te staan. Toen ik vorig jaar mijn jonge dirigenten niet bang zijn hun eigen idee te debuut als professionele dirigent bij het Symfoontwikkelen zonder eindeloos beroep te doen op nieorkest Vlaanderen maakte, was dit een droom die werkelijkheid werd.” De samenwerking verliep de verwezenlijkingen van anderen.”


21.

volgens Deseure heel goed omdat het een zeer dynamisch, vriendelijk en open orkest is. Desalniettemin is Deseure zich ervan bewust dat jonge dirigenten amper de kans krijgen om zich te bewijzen. Het algemene klimaat van bezuinigingen binnen de cultuursector maakt het er zeker en vast niet beter op. “Het afschuimen van masterclasses, die daarenboven heel duur zijn, helpt je uiteindelijk niet zoveel vooruit. Het is immers van groot belang om als jonge dirigent voor een professioneel orkest te staan. Je moet dan ook zorgen dat je op de ‘right place, right time’ bent wanneer het zover is”, aldus Deseure. “Je moet iemand hebben die echt in je gelooft en die bereid is je een kans te geven. Alles wat je doet, moet je dan ook ongelooflijk goed doen. Daarnaast is het in de wereld van de klassieke muziek belangrijk de juiste mensen te kennen en je reputatie te onderhouden; bij een slechte uitvoering mag je het vergeten.”

Lievelingscomponist? “Ludwig van Beethoven en Igor Stavinsky!” “Bij Beethoven voel je dat het een componist is waar je altijd bij kan thuiskomen. Hij symboliseert een soort bakermat die je nooit vergeet tijdens je verre muzikale omzwervingen. De gelaagde en revolutionaire symfonieën zijn een fantastische bron van muzikale genialiteit. Ook Stravinsky kan mij wel bekoren omdat er nog zoveel werk aan de winkel is. Zijn latere periode is door weinig mensen gekend en moet meer in de verf gezet worden.”

Boodschap voor het publiek. “Genieten en je volledig laten onderdompelen door de muziek”, aldus Deseure. “Je mag als luisteraar echt verdrinken in een wervelende zee van noten, maar je moet je steeds bewust blijven dat iedere compositie of componist een kind van zijn tijd is. Neem nu Mahler in Wenen. Het antisemitisme hing als een zwaard van Damocles boven de hoofden van de Joden in de Oostenrijkse hoofdstad. Het was een zeer geladen situatie en dat merk je ook in de Grote droom. Deseure koestert de droom om bij een orkest de muziek van Mahler. De sarcastische en ironische vaste chef-dirigent te worden. “Op die manier kan toon suggereert het gevaarlijke spel tussen schoonje echt iets moois opbouwen, kan je je artistieke heid en tragedie. Het was werkelijk dansen op een visie uitwerken en zal je de relatie met het orkest vulkaan, maar in de eerste plaats staat de beleving kunnen versterken. Een vruchtbare samenwerking en vooral de verwondering centraal.” leidt bovendien tot een resultaat dat je grotendeels zelf uitgedacht hebt. Het is ook mogelijk om te Interview. Jasper Gheysen opteren voor een iets gewaagdere programmatie waarbij je openstaat voor hedendaagse muziek en andere interessante innovatieve ontwikkelingen op muzikaal gebied.”


“Ik heb Franz Schreker voor het eerst leren kennen bij de productie van zijn opera Der Schatzgräber in Frankfurt. We kunnen ons vandaag amper voorstellen hoe populair Schreker, zijn opera’s en zijn instrumentale werken waren in de tijd van de Weimar-republiek. Zijn muziek werd op dat ogenblik meer uitgevoerd dan bijvoorbeeld die van Richard Strauss. De opkomst van de nazi’s en het nationaal-socialisme zorgden er echter voor dat Schrekers carrière als componist vroegtijdig ten einde kwam en zijn werken langzaamaan vergeten werden. Als vertegenwoordiger van een soort muzikaal, psychologisch expressionisme introduceerde Schreker een unieke gelaagde taal. De Kammersymphonie met zijn verfijnde instrumentatie moet in dat opzicht niet onder doen voor de grote orkestwerken van Richard Strauss en Maurice Ravel.” Jonas Alber, dirigent


Siegfried

23.

Franz Schreker en de ‘Entartete Musik’. vier jaar dirigent zou blijven. Persoonlijk muzikaal succes oogstte hij echter pas in 1908 met de pantomime Der Geburtstag der Infantin, maar zijn grote doorbraak was pas aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog met de opera Der ferne Klang die in 1912 in Frankfurt in première ging. Als gevolg van dit enorme succes werd hij zelfs aangesteld als docent aan de Weense Musikakademie. Ondanks de Eerste Wereldoorlog kende Schrekers De Oostenrijkse Franz Schreker werd in Mo- carrière enkel maar vooruitgang. Zijn grootste sucnaco geboren op 23 maart 1878 uit het huwelijk cessen kende hij met de opera’s Die Gezeichneten van de Joodse Ignaz Schrecker en de katholieke uit 1918 en Der Schatzgräber uit 1920. Niet veel aristocrate Eleonore von Clossmann. Dat hij als later zouden de nazi’s zijn muziek bestempelen Oostenrijker het levenslicht zag in het mondaine als ‘entartet’ en bijgevolg verbieden. De reden: Monaco was te wijten aan het beroep van vader Schreker was Joods. Ignaz. Deze was namelijk fotograaf en zoals vele van zijn beroepsgenoten reisde hij doorheen Europa Joodse intelligentsia in Duitsland. om foto’s te maken van vorsten en andere rijke Franz Schreker – die trouwens maar half Joods vooraanstaande leden van de maatschappij – foto- was – was zeker en vast niet de enige Jood die in grafie was toen immers nog een duur medium en Duitsland rond de eeuwwisseling en erna opgang bijgevolg (nog) niet weggelegd voor de gewone maakte. Andere bekende namen zijn onder anman. Dit bracht Ignaz Schrecker – Franz liet later dere de componisten Arnold Schönberg en Otto de c vallen – zelfs tot in Brussel waar hij enige tijd Klemperer, de van oorsprong Tsjechische auteur Franz Kafka, de psycholoog en psychoanalyticus hoffotograaf was. In 1882 belandt het gezin in de Oostenrijkse stad Sigmund Freud, de grote natuurkundige en NobelLinz waar ze zich vestigden. Enkele jaren later prijswinnaar Albert Einstein, de filosoof en compooverlijdt vader Ignaz. Franz is dan tien jaar oud. nist Theodor Adorno, ... Samen met haar kinderen trekt Eleonore naar de Joden gingen in Europa al van oudsher gebukt onkeizerlijke hoofdstad Wenen waar Franz in 1892 der vervolging en uitstoting, maar in de 19de eeuw zijn studies aan het conservatorium aanvat. wisten veel Duitse Joden een goede plaats te verHet was al snel duidelijk dat Franz Schreker een overen in het openbare leven. Dit stuitte blijkbaar veelbelovend talent was en dat hij van aanpak- veel christelijke Duitsers tegen de borst en samen ken wist. Zo richtte hij nog tijdens zijn studietijd met de maatschappelijke opgang van de Joden is in 1895 – hij is dan nog maar 17 jaar oud – het er dan ook een sterke opkomst van antisemitisme Verein der Musikfreunde Döbling op waarvan hij waar te nemen. Vanaf 1933 kwamen heel wat Duitse – en na de Anschluss in 1938 ook Oostenrijkse – kunstenaars en musici in een penibele situatie. Hun kunst en muziek werd door de cultuurpolitiek van de nazi’s namelijk bestempeld als ‘entartet’ (letterlijk: ontaard) en vervolgens verboden. De Oostenrijkse componist Franz Schreker was één van die musici wie dit jammerlijke lot ten beurt viel.

Jonas Alber


24.

Maar van dat antisemitisme hadden de Joden vlak na de Eerste Wereldoorlog niet zoveel last. Uit de assen van deze desastreuze oorlog was een verarmd en zwaar gestraft Duitsland verrezen in de vorm van de zogenoemde Weimarrepubliek waarin een politiek links georiënteerd klimaat overheerste. Joodse kunstenaars en intellectuelen, die vaak ook een socialistisch en zelfs communistisch gedachtegoed aanhingen, deelden op cultureel en wetenschappelijk vlak de lakens uit. Dit was allerminst naar de zin van de opkomende nationaalsocialisten. Zij wezen de Joden aan als de oorzaak van de economische crisis en het daarmee gepaard gaande onheil dat Duitsland teisterde in de jaren ’20. Naarmate de macht van de nationaalsocialisten groeide, gingen de carrières van heel wat Duitse kunstenaars en musici bergafwaarts, zo ook die van Franz Schreker. Het keerpunt kwam in het rampjaar 1933, het jaar waarin Hitler aan de macht kwam in Duitsland. Vanaf dat moment werd heel wat kunst veroordeeld, werd er een verbod gelegd op de uitvoering van bepaalde muziek en kregen heel wat artiesten zelfs een beroepsverbod opgelegd. De neergang van de eens zo bloeiende Duitse avant-garde was daarmee ingezet. Al wie Joods was of voor de nazi’s onaanvaardbare ideeën had, werd uit zijn openbare ambt ontslagen. Ook Franz Schreker werd gedwongen zijn werk in de Berlijnse Hochschule für Musik neer te leggen. Niet lang daarna, in maart 1934, overlijdt Schreker in Berlijn ten gevolge van een beroerte. Dankzij zijn dood is hij gespaard gebleven van de grootste vernederingen en de gruwelijke dood die zovele van zijn geloofsgenoten zouden ondergaan. Niet enkel Schreker overleed in de jaren ’30, maar ook zijn muziek stierf; ze werd doodgemaakt door de nazi’s.

Entartet. Samen met hun politieke opkomst bouwden de nazi’s ook een cultuurpolitiek uit. Alle kunst en muziek die linkse ideeën propageerde, ‘Joodse invloed’ had ondergaan of ‘bolsjewistische eigenschappen’ vertoonde – links, Joods en bolsjewistisch waren in de ogen van de nazi’s zo goed als synoniemen – vormde volgens Hitler en de zijnen een ondermijning en bedreiging voor de nieuwe ‘Duits-Germaanse’ maatschappij die zij als ideaalbeeld voor zich zagen. Deze ‘on-Duitse’ kunst en muziek kreeg het etiket ‘entartet’ opgekleefd. Onder deze ontaarde of gedegenereerde kunst vielen bepaalde kunststromingen zoals het kubisme, surrealisme, maar zeker ook het expressionisme dat in Duitsland een sterke vertegenwoordiging kende met kunstenaarsgroepen zoals Die Brücke en Der Blaue Reiter. Kunstenaars die door deze ideologie verketterd werden, waren onder andere de bekende Duitse expressionisten Max Beckmann, Otto Dix en Emil Nolde. Onder de term ‘Entartete Musik’ werd alle muziek van Joodse componisten verstaan evenals atonale muziek en jazz – of, zoals de nazi’s het noemden ‘negermuziek’. Onder de componisten die als ‘entartet’ beschouwd werden, waren Gustav Mahler, Felix Mendelssohn-Bartholdy, Arnold Schönberg – de grondlegger van de dodecafonie – en ook Franz Schreker. Onder goede Duitse of Germaanse muziek werd daarentegen onder andere die van Haydn, Mozart, Beethoven, Wagner, Brahms, Strauss en Schumann gerekend. Al snel werd het noodzakelijk geacht strikt te bepalen welke kunst ‘entartet’ was en welke niet en hierop dan ook controle uit te oefenen. Daartoe werd in 1933 de Reichskulturkammer opgericht onder leiding van Joseph Goebbels. Hierbinnen


25.

werd nog eens een opdeling gemaakt waardoor er ook een Reichsmusikkammer bestond. Achteraf bekeken, is duidelijk dat de nazitop het nooit helemaal eens geworden is over de definitie van of criteria voor ‘Entartung’. Regelmatig speelde persoonlijke smaak, vooral dan die van de führer, een grote rol in de beslissing of iets wel of niet als ‘entartet’ bestempeld werd. Om ook aan de bevolking duidelijk te maken wat onder ‘Entartete Kunst’ verstaan werd en welke dus ten strengste verboden was en verafschuwd diende te worden, organiseerde de nazipartij aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog enkele tentoonstellingen. Een eerste was de tentoonstelling ‘Entartete Kunst’ die in 1937 in München plaatsvond. De kunstwerken waren op een zeer ongunstige manier opgesteld in een zeer smalle ruimte die enkel via een smalle houten trap te bereiken was met de bedoeling de werken in diskrediet te brengen bij de bezoekers. Niettemin – en zeer tegen de zin van de nazitop – werd deze tentoonstelling op vier maanden tijd door ruim twee miljoen geïnteresseerden bezocht. Zoals gewoonlijk lokte ook hier het verbod de grootste nieuwsgierigheid uit. Nog frustrerender voor de nazi’s was het feit dat de tentoonstelling van ‘Germaanse’ kunst die tegelijkertijd in de stad in het Haus der Deutschen Kunst werd georganiseerd en tot doel had tot voorbeeld te strekken van voor de nazi’s ‘goede’ kunst, veel minder populair bleek te zijn. Als gevolg daarvan werd besloten vroegtijdig een einde te maken aan de tentoonstelling over ‘Entartete Kunst’. De meeste werken werden verkocht – om de oorlogsmachine van de nazi’s te sponsoren – en al wat overbleef eindigde op een enorme brandstapel.

Een jaar later, in 1938, werd er een gelijkaardige tentoonstelling georganiseerd in Düsseldorf, maar deze keer met de titel ‘Entartete Musik’. Ook hier was het hoofddoel de bevolking duidelijk te maken welke muziek niet paste binnen de ideologie van het nieuwe nazi-Duitsland. Maar omdat de anders verboden en dus ontoegankelijke muziek hier te beluisteren was via platenspelers, genoot ook deze tentoonstelling een veel grotere populariteit dan de officiële Reichsmusiktage die ermee samenvielen. Ook Schrekers muziek was hier te beluisteren, wegens zijn Joods-zijn, en zo verdween na de man ook zijn muziek in de duisternis van de geschiedenis. Hoe hard de nazi’s ook geprobeerd hebben deze door hen verketterde kunst en muziek te vernietigen, het is hen nooit helemaal gelukt. Vele kunstwerken werden op de door de nazi’s georganiseerde veiling immers gekocht door buitenlandse verzamelaars. Schrekers muziek bleef wel tot in de jaren 1970 vrijwel onbekend bij het grote publiek maar trad uiteindelijk uit de duisternis begin jaren ’80. Het is echter vooral de in 1988 in Düsseldorf historisch gekaderde herneming van de Entartete Musik-tentoonstelling die een herontdekking van Schreker en zijn lotgenoten bevorderde. De componist die een eeuw geleden één van de meest gevierde musici van Duitsland was, heeft na jaren van duisternis dan toch het eerherstel gekregen waarop hij recht had. Franz Schreker is herrezen. Tekst. Nils De Winter


Column

Fred Brouwers. Even een raadsel om te beginnen. Wat bindt de illustere mannen in het volgende lijstje: schrijver en theaterman Max Burckhardt, schilder Gustav Klimt, componist Alexander von Zemlinsky, Gustav Mahler, pianist Ossip Gabrilowitsj, Dr. Joseph Fraenkel, bioloog Dr. Paul Kammerer, architect Walter Gropius, schilder Oskar Kokoschka, auteur Franz Werfel en Franz Schreker? Vogels van diverse pluimage, zeker, maar allemaal hadden ze op een bepaald moment een vorm van verhouding van Alma Mahler, gaande van platonische eenrichtingsverliefdheid (meestal richting Alma) tot dodelijke passie. Die laatste dreef Fraenkel, Mahlers New Yorkse lijfarts, tot het dreigement dat hij zichzelf bij een ‘neen’ van harentwege een kogel door het hoofd zou jagen, en dat hij dat nog wel zou doen bij Mahlers graf! Zo ver ging Schreker niet. Zijn vader daarentegen wel. Die ontvoerde als jonge man een barones en het koppel sloeg op de vlucht. Ze reisden door Europa en deden ook onze kontreien aan. Zo was vader Schrecker (Franz verwijderde later de c) een tijd lang hoffotograaf van het Belgische koningshuis, met ateliers zowel in Brussel als in Spa. Nadien vestigden ze zich in Monaco, en daar werd ‘François’ geboren. Vader geraakte in de schulden, en toen hij geen uitweg meer zag, schoot hij zichzelf dood in de veranda, in het bijzijn van vrouw en kinderen. Later verhongerde Schrekers zusje, en dat was ellende genoeg geweest voor de jongen. Terug in Wenen was hij getuige van een ander drama. Hij zag hoe de tuinman zijn vrouw achterna rende en voor zijn ogen neersloeg.

Misschien, zo vermoedt Alma Mahler, liggen die akelige gebeurtenissen wel aan de basis van zijn vaak ‘wrede muzikale fantasie’. Zij bedoelde dat positief, want in ‘Mijn Leven’ noemt ze hem “een echte kunstenaar” en “componist van een reeks mooie opera’s”. Dat vond ook het publiek. We zouden dat niet meteen denken, maar in de eerste jaren van de Weimar-republiek werden zijn opera’s – vlak na die van Richard Strauss – het meest uitgevoerd. Alleen Der Schmied von Gent, naar Smetse Smee uit de Vlaamse Sprookjes van Charles De Coster, was een fiasco. De nazi’s hadden een ander idee over die fantasie. Het zal niet verbazen dat Schreker als Jood deel uitmaakte van de beruchte Entartete Kunsttentoonstelling, waar hij werd afgedaan als iemand “die geen enkele seksuele afwijking niet op muziek had gezet”. De boycot van zijn muziek is er zeker mede de oorzaak van dat zijn populariteit ook na de jaren ‘30 fel was gezakt, en daar niet vlug van herstelde. Er is beterschap, en Symfonieorkest Vlaanderen doet daar ook aan mee, gelukkig, want zijn muziek is zeer de moeite waard. Hij heeft zelf een pakkend zelfportret geschreven, dat begint met een sarcastische uithaal naar rechts: ‘Ik ben impressionist, expressionist, internationalist, futurist, muzikale verist, Jood, door de macht van het Jodendom omhooggestuwd en gemaakt door een katholieke kliek onder leiding van een aartskatholieke Weense vorstin.’


27.

Vervolgens schetst hij zichzelf correcter als: “… idealist, symbolicus, ik behoor tot de linkervleugel van de modernen, maar sta niet uiterst links, ik ben in mijn muziek onschuldig, ik gebruik drieklanken, leun aan bij Verdi, Puccini, Halévy en Meyerbeer, ik ben eigenzinnig. Ik ben klankenkunstenaar, klankenfantast, klankentovenaar, klankestheet, je vindt bij mij geen spoor van melodie, tenzij kortademige bloempjes die men nu melodielijnen noemt. Ik ben melodicus van het zuiverste water, maar als harmonicus bloedarm, en toch volbloedmusicus!” Alma illustreert dat: “We waren in Abbazia. Hij speelde er in het kleine kerkje op het oude, ontstemde orgel. Stralend van geluk kwam hij naar beneden en zei: ‘Dat waren klanken!’” Schreker, een man die uit de traditie én uit de modernste stromingen datgene koos waarmee hij het best kon toveren. Column. Fred Brouwers

Siegfried. di. 19.11.2013 20:00 Concertgebouw Brugge info & tickets. +32 50 84 05 87 vr. 22.11.2013 20:00 Muziekcentrum de Bijloke. Gent info & tickets. +32 9 269 92 92 zo. 24.11.2013 15:00 deSingel. Antwerpen info & tickets. +32 50 84 05 87


Het Symfonieorkest Vlaanderen is al verschillende jaren te gast op het Festival de Laon. Contrabassist Jan Verheye vertelt wat hem telkens bijblijft na deze concertreis.

“Uitgenodigd zijn op het festival in Laon is telkens een plezier. Het is dan wel net iets verder dan een ander concert, maar het mooie landschap voorbij Rijsel maakt dit ruimschoots goed. Reeds vanaf de snelweg zie je de heuvels opdoemen met op de top de machtige kathedraal. Na een kronkelwegje naar boven bereiken we het gezellige kerkplein waar we graag een koffie drinken op een terrasje vooraleer we met de repetitie beginnen. De concerten ademen een unieke sfeer uit en de uitzonderlijke lichtinval in de kerk geeft elk concert dat tikkeltje extra. Ook het publiek, dat telkens zeer talrijk is, volgt het concert zeer aandachtig. Dat we na het concert vaak nog even met hen kunnen praten, is vrij uniek waardoor dit festival voor mij elk jaar opnieuw heel bijzonder is.� Jan Verheye, contrabassist


Festival de Laon

29.

Van Bach tot Wagner. Het Festival de Laon is aan zijn 25ste editie toe en ook dit jaar is het Symfonieorkest Vlaanderen van de partij. Dit seizoen brengt het festival muziek van Bach tot Wagner waarbij twee thema’s zeer centraal staan: Wagner en de oorlog/vrede-thematiek. In 2013 is het namelijk tweehonderd jaar geleden dat Richard Wagner (1813-1883) geboren werd. Daarrond creëerde men interessante concerten voor symfonisch orkest en kleinere ensembles gaande van muziek van Beethoven en Mendelssohn, tot Weber, Schumann, Schubert, Brahms en Mahler. In afwachting van de groots aangekondigde herdenking van de Eerste Wereldoorlog volgend jaar, plaatste men dit seizoen reeds chansons over de vrede en propagandaliederen op het programma die gecomponeerd en gezongen werden in de periode tussen 1870 (de Frans-Pruisische Oorlog) en 1944. Een voorstelling speciaal opgebouwd rond muziek die in de concentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog werd gecomponeerd, kleurt eveneens de uitgebreide agenda. Zo worden als het ware drie Frans-Duitse conflicten op muzikale wijze verenigd in één festival. Ook het repertoire van het Symfonieorkest Vlaanderen sluit nauw aan bij deze thematiek. Het ‘Feria’-programma met onder meer Totenfeier van Gustav Mahler, Totentanz van Franz Liszt en Feria (vrij vertaald ‘kermis’) van Magnus Lindberg, bezingen de universele thema’s over leven en dood.

FOTO P. 28 . Jan Verheye

Met pianist Markus Groh in de hoofdrol, de allereerste Duitse winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd in 1995, en chef-dirigent Jan Latham-Koenig wordt dit concert in de majestueuze kathedraal van Laon beslist een unieke belevenis. Op weekend-uitstap naar Laon? Minder ver dan u zou denken! Laon ligt op circa 230 km of 2u30 rijden van Brugge, Gent of Brussel. Alle info over het Festival de Laon vindt u via www.festival-laon.fr. Het Symfonieorkest Vlaanderen speelt het concert ‘Feria’ op zondag 6 oktober 2013 om 16u30 in de Kathedraal van Laon.


Amsterdam

Symfonieorkest Vlaanderen te gast in Amsterdam. Een zwoele zomeravond met Brahms. Het is steevast een ware belevenis wanneer het Symfonieorkest Vlaanderen een concert gaat spelen in het buitenland en dat was deze keer niet anders. Op zondag 18 augustus 2013, ter gelegenheid van de Robecco Summer Nights, had het Symfonieorkest Vlaanderen de eer om in het Concertgebouw Amsterdam een Brahmsconcert met violiste Liza Ferschtman en onze nieuwe chef-dirigent Jan Latham-Koenig te brengen voor een zeer enthousiaste ĂŠn bovendien uitverkochte zaal. We brengen u graag een verslag van deze onvergetelijk avond.


31.

Het concert van het Symfonieorkest Vlaanderen opende met Brahms enige Vioolconcerto met de Nederlandse violiste Liza Ferschtman. Als dochter van twee Russische topmuzikanten groeide Ferschtman op in een zeer muzikaal artistiek milieu. Ze genoot haar opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daarna studeerde ze in Amsterdam bij Herman Krebbers. Ze sloot haar studie af bij Ida Het Symfonieorkest Vlaanderen verzorgde dit con- Kavafian aan het Curtis Institute of Music in Philacert in het kader van de Robecco Summer Nights. delphia en bij David Takeno aan de Guildhall School Deze zomerse concertreeks was toe aan zijn of Music and Drama in Londen. Als soliste trad 25ste editie en brengt een zomer lang uiteenlopen- ze reeds op met tal van vooraanstaande orkesten de concerten die ‘net iets anders zijn’. Zo wordt zoals het Koninklijk Concertgebouworkest, het het publiek de ene avond verwend met muziek uit Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Radio FilStar Wars en Schindlers’ List van de Amerikaanse harmonisch Orkest, de Prague Philharmonia en zo filmcomponist John Williams, terwijl de volgende meer. Ook op vlak van kamermuziek is Ferschtman avond dan weer de Vijfde Symfonie van Ludwig van geen onbeschreven blad. Ze vormt sinds 2005 een duo met pianist Inon Barnatan waarmee ze talrijke Beethoven op het programma staat. Binnen deze reeks zijn er ook een aantal eerder concerten in binnen- en buitenland verzorgde. In gedurfde producties. Het nachtconcert van 20 juli 2007 volgde ze Isabelle van Keulen op als artistiek springt hierbij werkelijk in het oog. In een nachte- directeur van het Delft Chamber Music Festival, lijke setting bracht het jazzorkest van het Concert- een belangrijk kamermuziekfestival in Museum gebouw in samenwerking met Christian Scott een Het Prinsenhof in Delft. tribute aan de jazzlegende Miles Davis. De concerten van de Robecco Summer Nights vin- Het Vioolconcerto dat Johannes Brahms in 1878 den plaats in het Concertgebouw Amsterdam dat schreef, kwam tot stand door een lange en intentot op heden één van de meest prestigieuze con- sieve samenwerking met violist Joseph Joachim. certzalen is van Europa. Deze feeërieke concert- Zij reisden jarenlang samen door Europa om conzaal werd in 1881 opgericht op initiatief van zes certen te geven, waarbij Brahms Joachim begevooraanstaande Amsterdammers. Na zes jaar con- leidde op de piano. Omdat Brahms zelf geen viool structie werd de zaal, die gekenmerkt wordt door speelde, vroeg hij Joachim vaak om advies. Toch een combinatie van elegantie en evenwicht, feeste- nam Brahms maar met mondjesmaat de suggeslijk geopend. Ongeveer 700.000 bezoekers per jaar ties van Joachim over waardoor enkele verschrikkunnen in deze prachtige muziektempel meer dan kelijk moeilijke passages niet werden geschrapt. Het concert wordt daarom ook vaak ervaren als 900 activiteiten per seizoen bijwonen. Zondagmiddag verzamelden de muzikanten in Gent en Antwerpen om de bus te nemen naar Amsterdam. Het ging er heel gemoedelijk aan toe. Niet alleen de muzikanten waren getuige van deze uitgelaten sfeer, ook Willem Van Vooren, de winnaar van onze fotowedstrijd op Facebook, mocht proeven van deze unieke ervaring.


32.

‘een concerto tegen de viool’. Deze moet namelijk telkens opboksen tegen het geweld van het orkest, Brahms’ lievelingsinstrument. De wisselwerking tussen componist en solist mondde uiteindelijk uit in een drieledig concerto dat het vuur aan de schenen legt van de solist door een gevarieerde afwisseling van aartsmoeilijke technische passages en uiterst lyrische gedeeltes.

resultaat is een groots, majestueus werk vol ernstige, dramatische melodieën. Net zoals bij het Vioolconcerto voor de pauze was het Amsterdamse publiek zeer enthousiast over het geleverde spel van het Symfonieorkest Vlaanderen. Een spontane staande ovatie illustreerde de appreciatie van het Nederlandse publiek.

Na het concert werd de bus opgezocht om de terugreis aan te vatten. De prestigieuze, prachtig ontworpen concertzaal vormde het decor voor een hoogstaand concert met een opzwepend, romantisch repertoire. De combinatie van twee monumentale composities uit de muziekgeschiedenis, een zestigtal ervaren, enthousiaste musici onder Na de pauze stond de Eerste Symfonie van Brahms leiding van de nieuwe chef-dirigent Jan Lathamop het programma. Deze symfonie van Brahms Koenig en een verbluffende Liza Ferschtman stonwas het resultaat van vijftien jaar twijfelen en den garant voor een groot succes. schetsen. Brahms voelde namelijk zijn hele leven Het publiek was alvast overtuigd, en wij ook! lang de immense druk van Beethovens erfenis. Op naar de opening van het seizoen 2013-2014 in Pas op 43-jarige leeftijd durfde Brahms, die aan- oktober! gemoedigd werd door zijn muzikale vrienden zoals Robert Schumann, zijn symfonie te publiceren. Het Verslag. Jasper Gheysen Met bravoure vertolkte Liza Ferschtman samen met het Symfonieorkest Vlaanderen dit weergaloze Vioolconcerto. Wanneer de laatste noot helemaal uitgestorven was, pakte het publiek uit met een oorverdovend applaus.

Robecco Summer Nights, AMSTERDAM



Concerten. chronologisch

kalender. oktober 2013.

december 2013.

zaterdag 5 oktober 2013. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent Feria.

zondag 15 december 2013. 15u deSingel. Antwerpen Taras Bulba.

zondag 6 oktober 2013. 16u30 CathĂŠdrale de Laon. Laon (FR) Festival de Laon. Feria

maandag 16 december 2013. 20u Paleis voor Schone Kunsten. Brussel Taras Bulba.

dinsdag 8 oktober 2013. 20u Concertgebouw. Brugge Feria.

dinsdag 17 december 2013. 20u Concertgebouw. Brugge Taras Bulba.

donderdag 10 oktober 2013. 20u CC Zwaneberg. Heist-op-den-Berg Feria.

vrijdag 27 december 2013. 15u Concertgebouw. Brugge Familie.concert . Peter en zijn Wolf

zondag 13 oktober 2013. 15u deSingel. Antwerpen Feria.

zondag 29 december 2013. 15u deSingel. Antwerpen Familie.concert . Peter en zijn Wolf

november 2013.

januari 2014.

dinsdag 19 november 2013. 20u Concertgebouw. Brugge Siegfried.

dinsdag 7 januari 2014. 20u Concertgebouw. Brugge Parada.

vrijdag 22 november 2013. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent Siegfried.

zaterdag 11 januari 2014. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent Parada.

zondag 24 november 2013. 15u deSingel. Antwerpen Siegfried.

zondag 12 januari 2014. 15u deSingel. Antwerpen Parada.


35.

februari 2014.

april 2014.

maandag 10 februari 2014. 20u Paleis voor Schone Kunsten. Brussel Unvollendete.

maandag 21 april 2014. 20u OLV Ter Duinenkerk. Koksijde Paasconcert. Étoiles

dinsdag 11 februari 2014. 20u Concertgebouw. Brugge Unvollendete.

zondag 27 april 2014. 15u deSingel. Antwerpen Étoiles.

zaterdag 15 februari 2014. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent Unvollendete.

maandag 28 april 2014. 20u Paleis voor Schone Kunsten. Brussel Étoiles.

zondag 16 februari 2014. 15u deSingel. Antwerpen Unvollendete.

dinsdag 29 april 2014. 20u Concertgebouw. Brugge Étoiles.

maart 2014.

mei 2014.

dinsdag 18 maart 2014. 20u Concertgebouw. Brugge Jupiter.

dinsdag 13 mei 2014. 20u Concertgebouw. Brugge Gymnopédie.

vrijdag 21 maart 2014. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent Jupiter.

donderdag 15 mei 2014. 20u CC Zwaneberg. Heist-op-den-Berg Gymnopédie.

zondag 23 maart 2014. 15u deSingel. Antwerpen Jupiter.

zondag 18 mei 2014. 15u deSingel. Antwerpen Gymnopédie. maandag 19 mei 2014. 20u Paleis voor Schone Kunsten. Brussel Gymnopédie.


BEN JIJ AL FAN

van West-Vlaanderen?

Nieuws van de provincie over de meest uiteenlopende beleidsdomeinen, achtergrondinfo, beslissingen van de provincieraad en nog zoveel meer, 7 dagen op 7, de klok rond via

www.west-vlaanderen.be www.facebook.com/westvlaanderen @provinciewvl www.west-vlaanderen.tv

Verhelderende brochures, toeristische routekaarten en diverse provinciale publicaties vind je in het Provinciaal Informatiecentrum Tolhuis Jan Van Eyckplein 2, 8000 Brugge t

0800 20 021 (gratis nummer)

e

provincie@west-vlaanderen.be

www.west-vlaanderen.be/informatiecentrum (e-shop)


EEN VERRUKKELIJK NAJAAR

Mahler Chamber Orchestra, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Anima Eterna Brugge, Rosas, Klangforum Wien, Israel Galván, Alexandre Tharaud, The Tallis Scholars, Collegium Vocale Gent & Les Ambassadeurs

Foto: Billy Apple (NZ/USA), 2minutes33 seconds (gold), 1962. Gold plated bronze 132 × 356 × 152 mm (detail). Foto: Bob Goedewaagen. Courtesy of Witte de With Center for Contemporary Art, Rotterdam. Collection of the Dame Jennifer Gibbs Trust. Billy Apple is represented by The Mayor Gallery, London and Hamish Morrison Galerie, Berlin


Speciaal voor iedereen die niet élke avond naar een live concert kan: élke avond een live concert.

‘Klara Live’, dat is zowat elke avond genieten van een live concert. Maandag tot donderdag starten we om 20 uur, in het weekend om 16 uur.

Klara. Blijf verwonderd.


Ontdek de tnak eredna van het

volg ons op Facebook. YouTube. Linkedin. issuu.



Het orkest

Symfonie.orkest.vlaanderen Musici. Chef-dirigent. Jan Latham-Koenig Concertmeester. Jo Vercruysse Eerste violen. Arman Simonian Erik Sluys Nathalie Hepp Bence Abraham Hilde Coppieters Peter Hellemond Veerle Houbraken Eva Stijnen Annerien Stuker Tweede violen. Gudrun Verbanck Isabelle Buyck Geraldine De Baets Tim Breckpot Isabelle Decraene Liesbet Jansen Maya Shvartsman Altviolen. Kris Hellemans Annemie Vercauteren Bruno De Schaepdrijver Lieve Dreelinck Bieke Jacobus Kaatje Strauven Korneel Taeckens Celli. Renaat Ackaert Jan Van Kelst Isabelle Brys

Caroline Steen Wouter Vercruysse Hélène Viratelle Contrabassen. Koenraad Hofman Jan Verheye Bram Decroix Sanne Deprettere Houtblazers. Caroline Peeters. fluit Veerle Secember. fluit. piccolo Korneel Alsteens. hobo Carola Dieraert. hobo. Engelse hoorn Frank Coryn. klarinet Tom Daans. klarinet. Es-klarinet Koen Coppé. fagot Tamara Smits. fagot. contrafagot Koperblazers. Kristiaan Slootmaekers. hoorn Bruno Melckebeke. hoorn Lies Molenaar. hoorn Frank Clarysse. hoorn Steven Bossuyt. trompet Bart Coppé. trompet Bob Van Der Strieckt. trombone N.N. trombone Konstantin Koev. (bas)trombone Ries Schellekens. (bas)tuba Slagwerk. Antoine Siguré. pauken Wim De Vlaminck. slagwerk Barry Jurjus. slagwerk

Raad van bestuur. Geert Dhondt. voorzitter Jaak Maertens. ondervoorzitter Yves Gazelle. secretaris Frank Beke Inge Buyse Rinaldo Castelli Lieve Ectors Filips Pieters Luk Pillen Bart Snauwaert

Medewerkers. Dirk Coutigny. intendant Liesbet Cuvelier. Sarah Lebleu assistent van de directie, financiën en administratie Annelien De Rycke. productieleiding Hanneleen De Seranno. pers en promotie Stephanie Dierckxsens. communicatie en verkoop Jasper Gheysen. ticketverkoop en publiekswerking Benoit Verbeek. regie

Onze vrijwilligers. Elly. Sony. Paul. Leo. Erika. Maria. Dany. Myriam. Danielle. Hugo. Albert. Trees. Chris. Greet. Hilde. André. Manu.

Vormgeving. Isabelle Platteeuw. Mdash

Anouk Sturtewagen. harp

Coverfoto. Magnus Lindberg © Saara Vuorjoki


Westmeers 74 . B 8000 Brugge T +32 50 84 05 87 F +32 50 84 06 87

info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be

verantwoordelijke.uitgever. Dirk Coutigny


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.