maa → jun 2020
Nieuw Vlaams Orkest o.l.v. Dirk Brossé, 1994
Semper Magis INTRO
Daan Janssens’ Nieuwe Wereld INTERVIE W
02
04
PROJ EC T IN DE KIJ KER
08
14
Door het oog van de cameraman HIT-AND -RUN
Valentin Uryupin TALENT UITG ELICHT
Dvořák 9 ONDER DE LOEP
Louise Farrenc & tijdgenoten
16 18
Happy Birthday! 60 JA AR SYMFONIEORKEST VL A ANDEREN
20
n°88
02
Semper Magis INTRO
Iedereen heeft (nood aan) ankerpunten in zijn leven. Momenten waarop een kiem gezaaid wordt, momenten van voortschrijdend inzicht en bewustwording, momenten van persoonlijke doorbraak, momenten waarnaar we teruggrijpen in moeilijkere tijden, momenten die sturend zijn voor ons bestaan… Momenten als bakens en vuurtorens in de oceaan van het leven.
← Frederik Styns © Wouter Maeckelberghe
03
INTRO
Een van mijn persoonlijke ankerpunten is de tijd die ik ‘sleet’ aan het Jezuïetencollege in Gent. Het was een periode waarin bij mij ongetwijfeld een bepaalde benadering van het leven vorm kreeg. Dagelijks werden leerlingen er bestookt met levenswijsheden. Eén daarvan werd samengevat in het motto ‘Semper Magis’... ‘Altijd Meer’. Pas jaren later, de studententijd ver voorbij, besefte ik dat in dit motto een krachtig recept schuilt tegen verzuring, stilstand, pessimisme… Immers, het verwijst niet naar meer materiële welvaart, meer prestige, meer concurrentie… Wel integendeel, het motto appelleert aan een bescheiden houding, nederig en vol verwondering, voor het leven dat ons elke dag opnieuw toelacht én uitdaagt om — samen – te groeien en te ontwikkelen. Altijd onderweg dus, met de blik niet gericht op de stormachtige golven van de oceaan, maar wel op de ingetogen en tezelfdertijd majestueuze horizon, waar de eeuwige cirkel van het leven zich vermoeden laat in de op- en ondergaande zon. Panta Rhei. Als intendant van Symfonieorkest Vlaanderen leid ik reeds 4 jaar een organisatie die bovenstaande kwaliteiten ademt. Het orkest is een groep ambitieuze maar tegelijkertijd bescheiden musici die samen onderweg zijn, nu al 60 jaar. “Vol verwondering en enthousiasme wordt er elk concert opnieuw gemusiceerd alsof het de eerste keer is of de laatste”, aldus chef-dirigent Kristiina Poska. De concertzaal wordt telkens weer doorwarmd met bakken energie, en tegelijk verfrist met een nooit aflatend streven naar
perfectie. Als een absolute voorwaarde voor de kwaliteit die we brengen, delen we het bewustzijn dat we steeds onderweg zijn, dat we maar beter niet op onze lauweren rusten, maar — kritisch voor onszelf — zoeken naar manieren om samen te groeien én samen relevant te blijven in een steeds wijzigende maatschappij. Steeds verder reikend, en vooruitkijkend. Nu eens meedeinend op de golven, dan weer roeiend tegen de stroom in. 60 jaar Symfonieorkest Vlaanderen in 2020 is een feestelijk moment. Met veel vreugde en fierheid mogen we dan ook stellen dat we een succesverhaal schreven, gelardeerd met tal van onvergetelijke concertmomenten in zowel binnen- als buitenland, maar ook projecten rond talentontwikkeling en educatie, en dat met unieke partners, én een trouw, divers en nieuwsgierig publiek. In dit feestjaar kijken we reikhalzend uit naar de opening van ons vernieuwd huis van vertrouwen, Muziekcentrum De Bijloke in Gent. De nieuwe verhalen die we nu met chef-dirigent Kristiina Poska voorbereiden, vervullen ons met blijde verwachting. Steeds blijft echter bescheidenheid aan de orde. 60 jaar Symfonieorkest Vlaanderen is immers (slechts) een kleine stip in onze geschiedenis. Het verhaal dat zich voor ons uitstrekt is eindeloos. Tot aan de einder. Minstens. Frederik Styns, intendant Symfonieorkest Vlaanderen
Louise 04
PROJECT IN DE KIJKER
Concert LouiseFarrenc programma Felix Mendelssohn (1809-1847) Ouverture uit ‘A Midsummer Night’s Dream', Eliott Delafosse (°1994) Creatie, Robert Schumann (1810-1856) Celloconcerto, op. 129, Louise Farrenc (1804-1875) Symfonie nr. 3, op. 36 met chef-dirigent Kristiina Poska en cellist Johannes Moser zie ook → p 24
vrouwelijke componisten in de 19e eeuw
Farrenc PROJECT IN DE KIJKER
05
In 1849, terwijl opera’s gonsden in theaterzalen en virtuoze pianostukjes of sentimentele romances salons opluisterden, klonken ergens in Parijs de zoekende blazersmelodieën van Louise Farrencs Derde Symfonie. Ze had die twee jaar eerder afgewerkt en nu bracht de Société des Concerts du Conservatoire het werk in première. Het was niet alledaags dat er in Parijs een nieuwe symfonie van een Franse componist klonk. Het muzikale leven draaide immers vooral om opera, en instrumentale muziek stond zo goed als synoniem voor Duitse muziek. Maar dat een vrouw die symfonie geschreven had, was nog zeldzamer.
06
DAGEVENEMENT IN ANTWERPEN
LouiseFarrenc en haartijdgenoten
Vrouwelijke componisten in de 19e eeuw ZONDAG 10 MEI van 12:30 tot ca. 16:45 uur DESINGEL — BLAUWE ZAAL (DESGUINLEI 25) Met ontmoeting, lezing en concert i.s.m. Davidsfonds Reg. Antwerpen en Symfonieorkest Vlaanderen Info: 016 31 06 70 (Davidsfonds Academie)
www.davidsfonds.be/academie
Hoewel meer vrouwen dan ooit tevoren de weg naar het componeren vonden in de 19e eeuw, bleven de genres waarin ze actief waren gelimiteerd. De meeste vrouwelijke componisten waren succesvolle muzikanten, zoals de sterpianiste Clara Schumann of de zangeres Pauline Viardot, en schreven werken die ze zelf tijdens concerten konden opvoeren. Sommigen schreven liederen, pianostukken en kamermuziek om door anderen te laten spelen. Maar grote publieke genres, zoals de symfonieën die Louise Farrenc schreef, bleven meestal onbegaanbaar terrein voor vrouwen. Aanvankelijk had Farrenc haar carrière wel opgebouwd in het soort kleine, huiselijke genres waar de rol van vrouwelijke componisten in 19e-eeuwse ogen vooral lag. De werken die ze tussen 1820 en 1840 als jonge componiste schreef, waren bijna allemaal korte pianostukken, zoals rondo’s en variatiereeksen op bekende deuntjes. Zo’n stukjes waren in de mode in Parijse salons, maar toch kan je ze niet zomaar als
← Louise Farrenc
muzikanten, concertzalen, reclame en een dirigent nodig. En doorheen de 19e en een stuk in de 20e eeuw waren dat mannenwerelden. Louise Farrenc vond haar weg in die mannenwerelden. Tegen de tijd dat haar Derde Symfonie in première ging, was ze een gevestigde naam in de Parijse muziekwereld. Ze was als pianiste de enige vrouwelijke docente met een vaste aanstelling aan het Parijse conservatorium, en de composities die ze schreef werden vaak opgevoerd en in de muziekpers lovend besproken. Het moet wel gezegd dat die recensenten Farrencs prestaties vaak tegen het licht van haar gender lazen: ze schreef goed, voor een vrouw. De gedachte dat vrouwen op creatief vlak inferieur waren aan mannen was hardnekkig en werd niet alleen door mannen maar vaak ook door
salon-entertainment omschrijven. Ze zijn, zoals Robert Schumann één van de variatiereeksen beschreef, “zo trefzeker in hun ontwerp, zo logisch in hun ontwikkeling – in één woord, zo afgewerkt – dat je niet anders kan dan voor hun charme vallen.” Die zin voor heldere lijnen en logische structuren deelde Farrenc met haar compositieleerkracht Anton Reicha. Bij hem ging ze in 1819 les volgen, toen ze 15 jaar oud was en nog Dumont heette, zoals haar vader die een gevierd beeldhouwer was. Omdat vrouwen pas vanaf 1870 compositieles mochten volgen aan het Parijse conservatorium, moeten die lessen privé geweest zijn. En, opmerkelijk, ze gingen ook door nadat de jonge Louise met Aristide Farrenc trouwde. De fluitist en muziekuitgever werd zelfs één van de grootste pleitbezorgers van het werk van zijn echtgenote. Hij gaf haar eerste pianowerken uit, moedigde haar aan om de kamermuziekstukken die ze wat later begon te schrijven op te voeren en promootte ook haar orkestmuziek.
Dat soort steun was cruciaal. Want met talent alleen kon je als componerende vrouw geen professionele carrière maken in de 19de eeuw. De goedkeuring van een man was daarvoor noodzakelijk. Denk aan Fanny Hensel, die net dezelfde opleiding als haar broer Felix Mendelssohn kreeg, maar haar composities van haar vader niet mocht publiceren. Josephine Lang schreef zo goed als niks tijdens haar 14-jarige huwelijk waarin ze zes kinderen kreeg. Ook aan het begin van de 20ste eeuw moest Alma Mahler stoppen met componeren toen ze met Gustav trouwde. Maar vrouwen hadden meer dan alleen de goedkeurende steun van hun vaders of echtgenoten nodig als ze aan het componeren wilden gaan. In 1928 zei Virginia Woolf dat je als vrouw geld en een eigen kamer nodig had als je wilde schrijven. Maar als het muziek betrof, lagen de zaken ingewikkelder. Om componiste te worden, zo benadrukte Woolfs vriendin, de Engelse componiste Ethel Smyth, had je ook nog een lange opleiding, repetities,
07
PROJECT IN DE KIJKER
vrouwen zelf geloofd. Of dat voor Farrenc ook zo was, kunnen we niet met zekerheid stellen. Maar ze leek het denkbeeld alleszins stevig aan haar laars te lappen toen ze, gesterkt door de overweldigend succesvolle première van haar Nonet in 1850, bij de directeur van het conservatorium aanklopte en hetzelfde loon als haar mannelijke collega’s eiste en ook kreeg. In de negen jaren die volgden, componeerde Farrenc succesvol verder, tot ze na de dood van haar dochter in 1859 de pen neerlegde. Vanaf dan spitste ze zich samen met haar man toe op het uitgeven van oude klaviermuziek. Ze redigeerde partijen van componisten zoals Couperin en Frescobaldi, en voerde hun muziek tijdens concerten op. Ook na de dood van haar man was Farrenc vastbesloten om die oude, toen nog vrijwel onbekende muziek in leven te
houden. Maar wat zij voor de oude muziek deed, hebben anderen voor Farrencs werk niet gedaan. Niet lang na haar dood in 1875, raakte haar muziek vergeten. Zelfs vandaag bestaan er slechts drie opnames van haar Derde Symfonie. Maar wie deze beluistert, weet dat Farrencs orkestwerk zo naast de werken van Robert Schumann en Felix Mendelssohn kan staan. De vraag rijst dan wat Farrencs naam vandaag zou betekenen, als de muziekhistorici die aan het einde van de 19e eeuw de canon opmaakten, in hun verhaal vol mannelijke genieën en revolutionaire stijlveranderingen ook een stem gegeven hadden aan de uitzonderlijke vrouwen die naast al die mannen ook componeerden. Anna Vermeulen
08
De nieuwe wereld van Daan Janssens ← Daan Janssens © Tom De Visscher
09
INTERVIEW
(...en attendant personne...)
→
Componist Daan Janssens en Symfonieorkest Vlaanderen kennen elkaar al lang. Een eerdere samenwerking verliep uitstekend en vroeg om een vervolg. Dat komt er in maart, met een nieuwe compositie voor de concertreeks ‘A New World’, een programma waarin ook Dvořák en Korngold een plaats krijgen. Beiden hadden de Nieuwe Wereld omarmd en schreven er een aantal van hun beste werken. Hoe kijkt Daan Janssens naar die Nieuwe Wereld? Als utopie, droom of nachtmerrie? Zijn antwoord ligt besloten in zijn creatie getiteld (…en attendant personne…).
10
INTERVIEW
Oktober 2018. Daan Janssens hoefde niet lang na te denken over een nieuwe partituur voor het orkest. “Uiteraard was ik vereerd. Elke componist heeft wel een aantal voorkeuren, zoals de solist of het orkest waarmee hij wil samenwerken. Bij mij is dat Symfonieorkest Vlaanderen. Het medium orkest – dat prachtig akoestisch apparaat – spreekt sowieso tot mijn verbeelding. Zo’n groep muzikanten genereert een enorme intensiteit waar elektronica en versterking niet tegenop kunnen. Op een orkestrale klankcreatie, op kleur en op wijze van orkestreren, staan geen limiet. Het aanbod om met zo’n rijk instrumentarium aan de slag te gaan sla je niet zomaar af, zeker niet als je het orkest en verschillende muzikanten kent. Dat maakt dat ik bij deze compositie naar individuele muzikanten toe heb kunnen schrijven.”
Amériques Een concertreeks met de titel ‘A New World’, met op het programma het Vioolconcerto, op. 35 van Korngold en de Symfonie nr. 9 – 'Uit de Nieuwe Wereld' van Dvořák. Binnen dat kader ging Daan Janssens aan de slag. “Zowel de thematiek als de rijke orkestbezetting spraken mij aan. Korngold en Dvořák waren inwijkelingen die Europese muziek naar de Nieuwe Wereld brachten én door diezelfde Nieuwe Wereld beïnvloed werden. Zoals altijd liet ik tijdens een beschouwendoverschouwende fase ideeën gisten, rijpen en uitkristalliseren. Zo kwam ik uit bij Amériques, een brutalistisch werk van de Franse componist Edgard Varèse. Als eerste compositie na zijn verhuis naar
de Verenigde Staten in 1915 kon zo’n radicale, drastische en complexe partituur tellen. Een ware klankbrok voor een enorm slagwerk arsenaal, niet te vatten! De prachtige openingssolo voor altfluit mondt uit in een massieve en snoeiharde finale. Dramaturgisch vind ik die evolutie van solo naar tutti – die verhouding van individu versus massa – uitermate boeiend. Dat heeft zich naar mijn compositie vertaald als een geheel van korte solistische fragmenten beantwoord door massale structuren. Beschouw het niet als een concerto grosso, maar veeleer als een omgeving waarin telkens andere individuen zich verhouden tot een massa (in dit geval het orkest). Het individu houdt soms stand, maar moet op andere momenten wijken. Ik wil die verhouding niet politiseren, maar je kan het zeker zo lezen. Vanuit die abstracte vorm ben ik dan gaan nadenken wat er bijvoorbeeld met een contrafagot en een contrafagotsolo aan te vangen is, en welk register of welke instrumenten daarbij passen. De tuba, de basklarinet, of bepaald slagwerk? Idem dito voor de fluit, altviool, hobo, klarinet en trompet. Al het materiaal komt terug als een letterlijke herneming of getransformeerd. Allemaal puzzelstukjes die geleidelijk aan in elkaar passen en zo de compositie van ongeveer 12 minuten vormgeven. Utopie, droom of nachtmerrie? Ik denk niet dat het een vrolijk stuk is. De harmonische keuzes, de soms heel scherpe klanken, het vaak ontbreken van consonante harmonieën, een zekere mate van abstractie ondanks een aantal melodische lijnen… Dat alles geeft een kleur, een idee, maar ik verwacht niet dat dat voor iedereen een nachtmerrie zal zijn. Dat hoop ik toch (lacht uitbundig)!”
Muzikale penseelstreek
… wachten op…
De laatste jaren heeft Daan Janssens een eigen taal ontwikkeld met een aantal terugkerende elementen. Zelf vergelijkt hij het met de hand beweging van een schilder, met een penseelstreek resulterend in een bepaald pallet. “Muzikaal materiaal uit een compositie werk ik vaak uit in een andere. Componeren gaat voor mij niet om het schrijven van een afgewerkt geheel, om daarna iets totaal anders te presenteren. Wel integendeel, het één loopt over in het ander. Ik heb het gevoel dicht bij de schilderkunst te staan, omdat daar dikwijls in series wordt gewerkt. Een bepaalde idee wordt op verschillende manieren belicht en uitgewerkt. In mijn muziek doe ik dat ook. Het gaat dan bijvoorbeeld om korte melodieën, om harmonieken bij harppartijen, een specifieke keuze voor slagwerk, de manier van schrijven voor tamtam of basdrum… Ook de manier van opbouwen, de manier om iets te laten ontstaan vanuit iets anders hoort daar bij. Ik hou van een heldere vorm, van een bepaalde retoriek en dramatiek… Muziek mag een verhaal vertellen!”
De titel (...en attendant personne...) lichtte Daan Janssens uit een dichtbundel van de Belgische kunstenaar Thierry De Cordier. “Hij is een echte artistieke duizendpoot, zowel schilder, beeldhouwer, tekenaar, graficus, als dichter-filosoof en bouwer van installaties en environments. Hij heeft mij voor deze compositie enorm geïnspireerd. In 2005 bezocht ik een tentoonstelling in de Galerie d’art graphique van het Centre Pompidou in Parijs waar tachtig van zijn tekeningen te zien waren. Het is fascinerend dat hij vertrekkend van een idee over een periode van tien jaar tot iets heel anders evolueert. Dat vind ik als componist boeiend. Hoe kan je zelf doorheen je werken ideeën laten gisten, rijpen en evolueren? Hoe kan je daar iets mee doen? De teksten in zijn dichtbundel zijn moeilijk, complex en heel persoonlijk, maar af en toe haal ik er elementen uit. Soms gaat het om drie woorden in een tekst; ik zet er dan drie puntjes voor en na, en plaats dat tussen haakjes als een bijgedachte. Ik voel niet de behoefte om daar letterlijk naar te verwijzen, of om dat letterlijk als dé inhoud te beschouwen. Maar (...en attendant personne...) vind ik interessant, omdat het Amerikaanse daar ergens in zit: het individuele, het niet wachten op mensen… Het komt uit een andere context, maar toch klopt het voor mij. Ook dat is heel persoonlijk, want een bepaalde betekenislaag krijgt bij een luisteraar misschien een heel andere invulling. Enig mysterie mag…” Johan Van Acker
INTERVIEW
Concert A NewWorld programma Daan Janssens (°1983) (...en attendant personne...), Erich Wolfgang Korngold (1897-1957) Vioolconcerto, op. 35, Antonín Dvořák (1841-1904) Symfonie nr. 9, op. 95 – ‘Uit de Nieuwe Wereld’ met dirigent Pierre Bleuse en violiste Liza Ferschtman zie ook → p24
11
Muziek centrum DeBijloke 12
De werken in het Muziekcentrum zijn nog volop aan de gang als we Geert Riem op de Bijlokesite treffen. Hij steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken. “De nieuwe zaal wordt een schitterende concertplek. Als bouwheer en gebruiker van deze locatie was het belangrijk om scherpe afwegingen te maken. Wat wilden we met onze zaal aanvangen? Wat wilden we hier brengen? Onze uiteindelijke keuze als Muziekcentrum lag voor de hand: concerten geven in de best mogelijke zaal. Die focus heeft het ontwerp mee vorm gegeven.”
21e-eeuwse zaal in 13e-eeuws kader Het blijft ook voor Geert Riem uniek om een concert bij te wonen in een 13e-eeuwse historische ruimte, onder een drielobbige eiken dakconstructie. “Dat aspect”, zo benadrukt hij, “zullen we in de toekomst zeker meenemen in ons verhaal. De nieuwe concertzaal is opgevat als een aparte
constructie, los van het historische gebouw. Het was een belangrijke voorwaarde van Monumentenzorg: niks verankeren in de muren of in het dakgebinte. ‘Omkeer baarheid’ was hierbij het sleutelwoord, de mogelijkheid om een ingreep op een soepele manier ongedaan te maken. Dat geldt ook voor de nieuwe zaal die te beschouwen is als een groot houten meubel, bestaande uit vooraf in elkaar gezette modules. De keuze voor hout (gerookte eik) kwam er op vraag van de akoestisch ingenieurs. Visueel oogt alles bijzonder mooi en passend binnen het 13e-eeuwse architecturale kader.”
Visuele en akoestische uitdaging Het ontwerp van het Londense bureau DRDH Architects vertrekt vanuit een op muziek toegespitst akoestisch concept. Drie uitdagingen dienden zich aan: de langgerekte vorm van de zaal, de grote akoestische absorptie van het dakgebinte,
en het beperkte volume. Geert Riem is opgezet met de creatieve oplossingen. “Het gedeeltelijk naar het midden positioneren van het podium beperkt de afstand tussen de achterste toeschouwers en de uitvoerders tot ca. 32 meter. Om zo veel mogelijk zitplaatsen te behouden, zullen we het publiek ook op de koorbanken achter het podium laten plaatsnemen. Er is ruimte voor 98 zangers, maar die zullen die plek alleen innemen bij composities die een groot orkest én koor vereisen. In de zaal zullen op de paraboolhelling – langzaam stijgend in het begin en iets sneller naar het einde – 683 concertgangers een plaats krijgen. Ook over de akoestiek is natuurlijk goed nagedacht. De basis lag bij het uitdiepen van de zaal met anderhalve meter. Dat heeft voor een voldoende groot volume gezorgd, resulterend in een optimale nagalmtijd. Daarna hebben de ontwerpers allerlei manieren bedacht om de klank met architecturale en bouwkundige elementen te sturen. Een lambrisering van 2,50 m langsheen de historische muren bijvoorbeeld, die verhindert
Nieuwe concertzaal in uniek historisch kader
Op 6 mei opent de nieuwe concertzaal van Muziekcentrum De Bijloke feestelijk de deuren. De uitdagingen tijdens de tien maanden durende verbouwing waren niet min. Hoe geef je een moderne concertzaal vorm in een voormalige 13e-eeuwse ziekenzaal? Wat met de akoestiek en met de zichtlijnen? Welke artistieke compromissen dringen zich op? Directeur Geert Riem en zijn team maakten scherpe keuzes. Akoestisch ingenieurs gingen aan de slag, en bedachten samen met architecten creatieve oplossingen. Ook bij Symfonieorkest Vlaanderen kijken ze als orkest in residentie uit naar de nieuwe speelplek. — Johan Van Acker
dat de klank naar het geluidsabsorberende dakgebinte wordt geprojecteerd. Of de vrij dikke publieksvloer die zorgt voor een vroege klankreflectie, rijk aan boventonen en dus rijk aan kleuren. Verder komen er langs de zijwanden – lopend van het podium tot halfweg de zaal – twee kleine galerijen met daarop telkens één rij van 18 stoelen schuin naar het podium gericht; de houten wanden waarmee de galerijen naar beneden toe zijn afgewerkt, zorgen in het midden van de zaal eveneens voor een vroege reflectie. Dat is belangrijk, o.a. om de klankabsorberende invloed van het publiek te minimaliseren. De vroege reflectie leidt tot slot ook tot presentie of aanwezigheid: de luisteraar ervaart dat de klank rechtstreeks komt van waar ze hoort te komen, namelijk van de uitvoerders op het podium. Toch zijn de latere reflecties minstens even belangrijk. Zij zijn afkomstig uit de als klankkast fungerende holle ruimte tussen de betonnen vloerplaat en de arena vloer waarop het publiek zit. Door de zaal achteraan niet dicht te bouwen, resulteert dat in een verdere optimalisatie van de
akoestiek. “Maar”, zo verzekert Geert Riem, “niet-akoestische concerten zullen mogelijk blijven. Een drogere klank (o.a. door de koorbanken af te dekken met doeken) en een uitstekende geluidsinstallatie, zullen ook hier optimale omstandigheden bieden.”
Welbevinden van de muzikanten Ook de muzikanten zullen in artistiek optimale omstandigheden kunnen werken. Geert Riem verwijst naar de reflectoren boven het podium. “Het is een soort akoestisch plafond – opgehangen aan een speciaal ontworpen zwart gelakte stalen constructie in het dak – dat de klank beneden houdt. Eens ingeregeld zullen de (orkest)muzikanten elkaar goed kunnen horen. Dat is niet vanzelf sprekend, zoals blijkt in Het Concertgebouw Amsterdam en het Musikverein Wien, beide akoestisch uitstekende concertplekken waar muzikanten worstelen met moeilijke podiumomstandigheden. Onze nieuwe zaal in Gent
zal echter zowel uitvoerders als publiek uitstekende akoestische omstandigheden bieden.”
Feestelijke opening Met een bijzondere reeks concerten tussen 6 en 10 mei speelt Muziekcentrum De Bijloke de nieuwe concertzaal in. De première is voorbehouden aan de vroegbarokke emoties van Caccini's L'Euridice. Later volgen Beethovens Vijfde Piano concerto en zijn Symfonie nr. 4. U kan ook drie spannende composities ontdekken van resp. Michaël Lévinas, Luc Brewaeys en Raphaël Cendo, werken waarin klankvlakken openklappen en mixturen van kleur verschieten. Klavierfilosoof Arcadi Volodos brengt een lezing uit het oeuvre van Liszt en Schumann. Symfonieorkest Vlaanderen wijdt o.l.v. chef-dirigent Kristiina Poska als orkest in residentie zijn nieuwe speelplek in met het programma ‘Cherchez la femme’, met centraal de Symfonie nr. 3 van de Franse componiste Louise Farrenc geflankeerd door Schumanns Celloconcerto. Niet te missen! Meer info over de verbouwing op www.bijloke.be
13
Concert TheSwingingThirties programma Darius Milhaud (1892-1974) Le Boeuf sur le Toit, op. 58, Maurice Ravel (1875-1937) Pianoconcerto in G, Benjamin Britten (1913-1976) Johnson over Jordan Suite (arr. P. Hindmarsh), George Gershwin (1898-1937) Catfish Row (suite uit de opera ‘Porgy and Bess’) met dirigent Valentin Uryupin en pianist Pavel Kolesnikov zie ook → p24
14
Valentin Uryupin deswingende chef
Een duik in de thirties! Bij een kleurrijk programma horen een dito dirigent en pianist, en dus nodigde Symfonieorkest Vlaanderen pianist Pavel Kolesnikov en dirigent Valentin Uryupin uit. Een jaar of acht, negen geleden werkten de twee al eens samen en sindsdien kende hun muziekcarrière een hoge vlucht. Pavel Kolesnikov overtuigde het publiek van Symfonieorkest Vlaanderen eerder al met zijn krachtige maar delicate benadering van Beethoven. Ook zijn landgenoot Valentin Uryupin heeft een heel eigen, energieke stijl. Benieuwd wat er gaat gebeuren wanneer ze samen op het podium staan!
← Valentin Uryupin © Rabovsky
TALENT UITGELICHT
Met het concert ‘The Swinging Thirties’ maakt Valentin Uryupin zijn Belgisch debuut als dirigent. Toch is hij niet voor het eerst in ons land, want zijn carrière als klarinettist begon hier al enkele jaren eerder. In 2015 behaalde hij de derde prijs van de Internationale Klarinetwedstrijd, een moment waar hij met nostalgie naar terugkijkt omdat het zijn allerlaatste klarinetwedstrijd was. Uryupin is een echt prijsbeest: sinds hij in 2009 als klarinettist afstudeerde aan het Conservatorium van Moskou kreeg hij onderscheidingen in meer dan twintig internationale klarinetwedstrijden, en ook als dirigent maakt hij furore in binnen- en buitenland. In 2017 werd hij nog de grote winnaar van de Georg Solti Conducting Competition in Frankfurt. Vanwaar de stap van klarinettist naar dirigent? Voor Uryupin was het een geleidelijk, vloeiend proces. “Het vergde veel tijd en gemakkelijk was het niet, maar ik heb niets geforceerd. Vandaag speel ik nog af en toe klarinet, maar technische hoogstandjes doe ik niet meer. Mijn job is puur plezier geworden”. Uryupins carrière speelt zich af in de grootste concertzalen én operahuizen ter wereld: hij voerde al meer dan dertig opera’s en balletten uit, terwijl zijn orkestrepertoire van Mozart tot moderne werken van Giya Kancheli en Jörg Widmann reikt. Zijn operaervaring neemt hij mee naar de concertzaal en die kruisbestuiving vindt hij heel belangrijk. “Het aanvoelen van het theater is van onschatbare waarde voor de uitvoering van een groot symfonisch werk dat zich uitstrekt in de tijd. Omgekeerd geldt hetzelfde: heel
wat opera’s kun je niet uitvoeren als je de ontwikkeling in de tijd en het zoeken naar de juiste vorm niet beheerst”. Valentin Uryupin heeft een levende interesse in de kunst en de muziek uit het interbellum, een periode waarin de wereld volop in beweging was. Dat hoor je aan de wervelende muziek van Darius Milhaud, Maurice Ravel, Benjamin Britten en George Gershwin die Uryupin en Symfonieorkest Vlaanderen zullen uitvoeren in juni 2020. Zo componeerde Maurice Ravel zijn lichtvoetige Pianoconcerto in G na concertreizen naar Amerika en Parijs, waar hij kennismaakte met de jazzmuziek, terwijl Darius Milhaud met Le Boeuf sur le Toit, op. 58 het carnaval van Rio de Janeiro wilde verklanken. Dit vurige concertprogramma lijkt wel op het lijf geschreven van de energieke Uryupin. We vroegen het hem: “Misschien klopt dat wel, want de muziek uit deze periode spreekt heel erg tot mijn verbeelding. Toch kan ik niet zeggen dat ik me bijvoorbeeld in Mozarts muziek minder vrij voel – misschien omdat die ook zo swingt (zo zie ik het althans).” Over zijn dirigeerstijl heeft hij zelf nog niet veel nagedacht. “Misschien is elke dirigent wel onconventioneel – met andere woorden: uniek. Hoe dan ook is het in mijn beroep totaal onzinnig om iemand anders te willen zijn dan je werkelijk bent.” Wie Valentin Uryupin is, weten we binnenkort. Lien Vanreusel
15
De plaatsen in ons collectief geheugen zijn beperkt. Bij ‘Amerikaanse mecenas’ denken de meesten wellicht meteen aan Andrew Carnegie. Nochtans verdient ook iemand als Jeannette Thurber wel eens de aandacht. Op haar negentiende huwde deze muzikale immigrantendochter een grossier in levensmiddelen. De handel in onder meer koffie leverde haar echtgenoot spoedig miljoenen op. Een gouden hart koop je daar evenwel niet van. In zijn boek Coffee: From Plantation to Cup gaat de aandacht meer naar de zwarte drank in het kopje, dan het dito slavenleed op de plantages. Dan kende zijn vrouw Jeanette haar prioriteiten beter. Met het fortuin van haar man richtte zij onder meer het National Conservatory of Music of America op, een uitermate progressieve school die zich inspande om ook zwarten, armen en mensen met een beperking te werven. Het enige dat nog ontbrak was een eigen soort Amerikaanse klassieke muziek.
16
Straffe koffie Concert A NewWorld programma Daan Janssens (°1983) (...en attendant personne...), Erich Wolfgang Korngold (1897-1957) Vioolconcerto, op. 35, Antonín Dvořák (1841-1904) Symfonie nr. 9, op. 95 – ‘Uit de Nieuwe Wereld’ met dirigent Pierre Bleuse en violiste Liza Ferschtman zie ook → p24
Enter Antonín Dvořák. De Boheemse toondichter moet zich ongetwijfeld in zijn koffie verslikt hebben, toen hij Mrs. Thurbers voorstel las. Gezin, boerenbuiten en vaderland verlaten om Amerika te leren hoe je nationaal geïnspireerde muziek schrijft? Wat deden ze daar in New York in de koffie? Maar misschien was het toch zo gek niet. Dvořák was zelf van armoedige zero naar componerende hero opgeklommen en zijn oeuvre getuigde inderdaad van een warmbloedig patriottisme. De geknipte man voor de taak. Na veel slapeloze nachten stemde hij ten slotte toe. Of idealisme, dan wel het riante salaris daarbij de doorslag gaf, laten we aan uw geloof in de mens over. Zeker was dat een nieuwe symfonie ter meerdere eer en glorie van zijn gastnatie niet lang op zich zou laten wachten. — Régis Dragonetti
De 4 muziekfragmenten uit Dvořáks Symfonie nr. 9, op. 95 - ‘Uit de Nieuwe Wereld’ kan u beluisteren via onze website www.symfonieorkest.be. Of scan de QR codes en begin meteen met luisteren. Veel lees-, luister- en ontdekkingsplezier!
1
3
2
4
17
ONDER DE LOEP
I. Adagio – Allegro molto
1
Echt feestelijk begint deze symfonie allerminst. Een Bohemer in New York, een natuurmens in de stad, een oude man in de nieuwe wereld… Dvořáks heimwee stond in de sterren geschreven. Qua structuur kan het trouwens niet meer Europees. Ziedaar de onvermijdelijke sonatevorm, het is te zeggen, verschillende contrasterende thema’s, die worden gepresenteerd, doorgewerkt en herhaald. In plaats van de aristocratische strijkers zijn het in dit geval weliswaar de meer volkse blazers, die het melodische basismateriaal aanreiken. We horen stoere gebroken akkoorden als de aankondiging van een nieuwe wereld, gevolgd door een Boheemse polka, met als slot een fluitpassage die aan de spiritual ‘Swing Low, Sweet Chariot’ doet denken.
II. Largo
2
Zoals gezegd voerde het conservatorium van mevrouw Thurber een erg vooruitstrevend beleid op het vlak van haar studentenpopulatie. Toen Dvořák op zoek was naar inheemse muzikale tradities om zijn stukken mee te stofferen, kwam hij in contact met Harry Thacker Burleigh. De voorvaderen van deze zwarte jongeman hadden nog op de katoen- en koffieplantages gewerkt en Dvořák vroeg hem de aldaar ontwikkelde negrospirituals voor te zingen. Het specifieke timbre van de Engelse hoorn, die in dit tweede deel de solo voor zijn rekening neemt, kwam het dichtst in de buurt van Burleighs stemgeluid. Grappig weetje: voor iets oudere Britten herinnert deze melodie vooral aan een indertijd populaire reclame voor brood.
III. Molto vivace
3
In de inleiding van Coffee: From Plantation to Cup vertelt meneer Thurber over een Indiaans opperhoofd dat na het proeven van koffie in geëxalteerde toestand zijn praalgewaad wegschenkt aan de handelaar in kwestie. Je reinste quatsch natuurlijk. Dan had zijn vrouw een fraaiere fictie achter de hand. Zij maakte Dvořák attent op The Song of Hiawatha van Henry Wadsworth Longfellow, een episch gedicht over een Indiaans krijger. Aanvankelijk werd een opera voorgesteld, maar om onduidelijke redenen kwam het project niet van de grond. Toch sijpelde iets van het gedicht door in zijn instrumentale werk. Het voorgaande deel zou vaagweg de begrafenisscène verbeelden, terwijl het ritmisch gedreven scherzo volgens Dvořák dansende krijgers op het huwelijk van Hiawatha zocht te evoceren.
IV. Allegro con fuoco
4
Verwarring troef in de vurige finale. Alle thema’s uit de voorgaande delen verstrengelen zich tot een emotioneel complex geheel. De muziek wordt een metafoor voor de tijd, schipperend tussen twee continenten, tussen heimwee naar het oude en nieuwsgierigheid naar het nieuwe. Dvořák zelf keerde overigens al gauw terug naar zijn geliefde Boheemse platteland. Amerika liet hij een merkwaardig muziekstuk na, doch geen model waarop de Amerikanen hun eigen specifieke toontaal konden enten. Daarvoor hadden ze helemaal geen dure Europeanen nodig. In de onderbuik van de maatschappij lag al lang iets te gisten, iets nieuws, iets volslagen ongehoords, iets dat we later ‘jazz’ zouden noemen.
60 jaar Symfo 18 Nieuw Vlaams Orkest o.l.v. Dirk Brossé, 1994
De vroege jaren Toen Dirk Varendonck in 1960 het initiatief nam voor de oprichting in Brugge van het West-Vlaams Orkest, werd hij ook de eerste dirigent. In 1986 nam Patrick Peire het stokje van hem over. Het orkest veranderde in zijn geschiedenis enkele keren van naam: in de jaren ’80 werd het herdoopt tot Nieuw Vlaams Orkest, in de jaren ’90 tot Het Symfonieorkest van Vlaanderen — en nu is het kort en bondig Symfonieorkest Vlaanderen. Celliste Caroline Steen, hoornist Bruno Melckebeke en altviolist Korneel Taeckens hebben er elk al meer dan 30 jaar in het orkest op zitten. Deze ervaren rotten zeggen het allemaal: ze spelen vandaag in een heel ander orkest dan in hun beginjaren. Caroline herinnert zich hoe ze wekelijks repeteerden in de parochiezaal Groeninge in hartje Brugge. “We bereikten het houten zaaltje via een krakende trap. De akoestiek was er niet goed, daarom hadden we er eierdozen opgehangen. Onder de zaal bevond zich het café
van een bejaard koppel waar we wel eens een koffie of een pintje gingen drinken. Het was een gezellige en leuke tijd.” Het zaaltje werd na verloop van tijd te klein, waarna Symfonieorkest Vlaanderen naar Oostkamp, en vervolgens naar het Concertgebouw in Brugge trok. Nieuwe muzikanten (waaronder heel wat net afgestudeerde conservatorium studenten) kwamen in de beginjaren ‘via-via’ het orkest binnen en werden meteen voor de leeuwen gegooid: tijdens de repetities groeiden ze in hun rol. Ook vandaag geeft het orkest heel veel kansen aan jonge muzikanten, maar nu komen ze van over de hele wereld en worden ze aangenomen na een auditie en een proefperiode. Al snel groeide Symfonieorkest Vlaanderen uit tot een belangrijke professionele speler in het Vlaamse landschap. De opeenvolgende dirigenten en zakelijk leiders drukten hun stempel op het orkest, dat steeds meer zijn eigen smoel kreeg. Met David Angus werd voor het eerst gekozen voor een internationale dirigent,
terwijl Etienne Siebens volop werkte aan een transparante en flexibele orkestsound. En na Jan Latham-Koenig staat er nu met Kristiina Poska opnieuw een internationale topper aan het hoofd.
Professionalisering en internationale samenwerkingen De regionale werking van Symfonieorkest Vlaanderen is een belangrijke pijler. Speelde het aanvankelijk in kleinere zalen, dan is Symfonieorkest Vlaanderen nu sinds jaar en dag een trouwe gast in de grote steden (Antwerpen, Gent, Brugge & Brussel) en in de talrijke culturele centra die Vlaanderen rijk is (Heist-op-den-Berg, Deinze, Roeselare, Hasselt…). Intendant Frederik Styns: “Ook in het buitenland zie je hoe gereputeerde orkesten in eerste instantie sterk regionaal verankerd zijn. Bij je eigen publiek kan je diepe wortels
Happy birthday, Symfonieorkest Vlaanderen! In 1960 legde Dirk Varendonck in Brugge de basis van het orkest, dat zestig jaar later fitter is dan ooit tevoren. In al die jaren kon het rekenen op een trouw publiek en groeide het gestaag. Intendant Frederik Styns zet de bakens voor de toekomst uit: een sterke regionale verankering, verdere internationalisering en maatschappelijk relevante projecten met een hart. Met de verhuis naar de Gentse Bijloke, nu twee jaar geleden, vond Symfonieorkest Vlaanderen een thuishaven waar het na zijn omzwervingen in binnen- en buitenland telkens graag weer aanmeert. — Lien Vanreusel
onieorkest Vlaanderen 19
60 JAAR SYMFONIEORKEST VL AANDEREN
Symfonieorkest Vlaanderen o.l.v. Kristiina Poska, 2019 © Wouter Maeckelberghe
laten groeien, om dan de stap naar het buitenland te zetten. We zitten volop in deze fase.” De internationalisering blijkt uit het groeiende aantal reizen naar het buitenland en uit de keuze van de musici waarmee het orkest samenwerkt. Solisten zoals Josef Špaček en Pavel Kolesnikov voelen zich heel goed bij Symfonieorkest Vlaanderen – en omgekeerd. Ook cellist Pieter Wispelwey keert graag terug. Die internationale samenwerkingen zijn natuurlijk niet nieuw. Hoornist Bruno Melckebeke blikt graag terug op de bij zondere concerten met punker-violist Nigel Kennedy: “Nooit eerder was een solist zo begaan met ons. Na elk concert nodigde hij alle muzikanten uit in zijn loge — de pers en het publiek liet hij wachten. Ook in de prachtige Alte Oper in Frankfurt nodigde hij ons uit op de receptie, en toen we naar het hotel terugkeerden, ging hij met ons mee. Hij trakteerde ons op champagne en speelde nog een stukje jazz voor ons.”
Thuiskomen in de Bijloke In 2017 zette Symfonieorkest Vlaanderen een nieuwe grote stap met de verhuis naar de Bijlokesite in Gent, waar het al een trouw publiek had opgebouwd. De behoefte aan een vaste stek was er al langer, en voor de orkestleden voelde het als thuiskomen. Korneel Taeckens: “De Bijloke, Stad Gent en het Gentse publiek geven ons het gevoel dat we heel welkom zijn. Je merkt ook heel erg het streven om van de Bijloke een echte kunstensite te maken: alles wordt aangegrepen om dat mogelijk te maken.”
Toen Frederik Styns de inten dant werd van Symfonieorkest Vlaanderen, kwam ook Geert Riem aan het hoofd van concertzaal De Bijloke. Geert kent de dynamiek en de noden van een orkest heel goed (hij was immers jarenlang artistiek directeur van het Antwerp Symphony Orchestra). Frederik Styns: “We zagen allebei de voordelen van een artistieke samenwerking, en zo rijpte het idee om van Symfonieorkest Vlaanderen het ‘orkest in residentie’ van de Bijloke te maken.” Gent is een bruisende stad met veel spelers, onderwijsinstellingen en een divers publiek. Dat sluit goed aan bij de ambitie van Symfonieorkest Vlaanderen om in, maar ook buiten de concertzaal maatschappelijk relevant te zijn. Enkele mooie voorbeelden zijn de projecten die passen onder de noemer SOV-Express, waarbij de musici de concertzaal verlaten om via muziek bruggen te bouwen, en SOV Young, het enthousiaste jeugdorkest met Gent als uitvalsbasis.
Door hetoog vande cameraman
Heb jij de nieuwste teaser van Symfonieorkest Vlaanderen al bekeken? Zeker doen. Arn Van Wijmeersch, die instaat voor Ticketing & Video bij het orkest, krijgt met zijn heerlijke filmpjes iedereen aan het lachen. Hij heeft enkele geheime wapens waarmee hij mensen warm maakt voor klassieke muziek: een camera, een goede intuïtie en veel geduld. Inspiratie vindt hij in films, videogames en soundtracks. Arn kent ook alle antwoorden op je vragen over tickets of je plaatsje in de concertzaal.
← Arn Van Wijmeersch © Tom De Visscher
Wat doe je precies bij Symfonieorkest Vlaanderen? Ik neem de ticketing voor mijn rekening: ik regel de zitplaatsen in de zaal, sta in voor de avondkassa en de vrijkaarten, beantwoord alle vragen van klanten... Het geeft me veel voldoening om mensen te helpen, ook wanneer ze lastige vragen hebben. Na een lang telefoontje zeggen collega’s me wel eens dat ik veel geduld heb. Daarnaast film ik concertinleidingen en maak ik aftermovies voor Symfonieorkest Vlaanderen. Samen met mijn collega’s ga ik op zoek naar visueel dankbare locaties: de opera, het moderne gebouw De Wijnaert in Gent... Dat is fijn. Maar het allerliefst maak ik de teasers voor de concerten: daarvoor krijg ik de volledige vrijheid. Samen met singer-songwriter Freddie Webber maak ik luchtige, uit het leven gegrepen filmpjes. Ik bedenk een storyboard en een tijdlijn, waarna Freddie en ik alles repeteren en vlotjes inblikken. Bij de eerste teasers, die ik begin vorig
21
HIT-AND-RUN
seizoen maakte, bleef ik nog dicht bij de muziek. Nu gaan Freddie en ik helemaal ‘los’. Mijn collega’s vinden het fantastisch. Gisteren toonde ik mijn nieuwste filmpje aan onze intendant Frederik Styns, die zich net geen breuk lachte. Ik vroeg hem of ik even zijn bureau mocht lenen voor de opnames, en mocht hem niet vertellen waarom: hij wou verrast worden door de ontknoping.
Moet je vertrouwd zijn met klassieke muziek om je job te kunnen doen? Ik denk dat films monteren in zekere zin hetzelfde is als componeren: ik ben ook bezig met opbouw, hoogtepunten en rustmomenten, met wat klikt bij de kijkers of hen aan het denken zet... Bij de voor bereiding van een video luister ik naar de stukken die op het programma staan. Zo leer ik de muziek kennen en probeer ik me Freddie voor te stellen in een situatie die mooi aansluit bij, of net contrasteert met de muziek. Nog weken nadat ik een
filmpje gemaakt heb, blijven de deuntjes nazinderen in mijn hoofd. Zelf heb ik geen professionele muzikale achtergrond, al ging ik wel naar de muziekschool. Ik ben wel eens geïntimideerd door iemand met veel kennis over klassieke muziek, maar eigenlijk is dat niet nodig. Daarom is het misschien net goed dat ik die filmpjes maak: ik focus me niet op de technische aspecten van de muziek, maar op het intuïtieve en emotionele. Ik bekijk mijn filmpjes wel honderd keer vanuit het standpunt van iemand die ze nog niet gezien heeft. Vijf minuten nadat een filmpje online staat, zie ik alweer dingen die ik anders had kunnen doen!
Heb je een bijzondere herinnering aan een bepaald muziekstuk? Ik luister heel vaak naar instrumentale muziek en soundtracks. Ik geniet in het bijzonder van de filmmuziek van Thomas Newman en Bear McCreary, en van Christopher Larkin en Motoi Sakuraba die
→
muziek componeren voor videogames. Zie ik een goede film, dan onderzoek ik welke gevoelens ik ervaar bij welk personage en welke muziek. Een teaser is in feite een mini-film, ik probeer er hetzelfde mee te bereiken.
Is muziek voor videogames een genre apart? Heel veel mensen zijn opgegroeid met de iconische muziek van bijvoorbeeld Super Mario, en die roept nostalgische herinneringen op. Vroeger werden de simpele 8-bit-muziekjes door de computer gegenereerd, maar nu staat de muziek voor videogames op hetzelfde niveau als filmmuziek. Het videospel Journey uit 2012 met adembenemende symfonische muziek van Austin Wintory deed de vraag rijzen of videogames enkel een spel, of ook een kunstvorm zijn. Videogames zijn sindsdien bijna interactieve films geworden. Muziek
wordt er gebruikt om emoties te vertolken, te dragen en te versterken, en dat spreekt mij heel erg aan.
Waar komt je liefde voor film vandaan? Toen ik elf was, vond ik samen met een van mijn beste vriendinnen een camera in het huis van haar ouders. We waren verrast dat die écht werkte. We richtten ons eigen zendertje op, ‘Funny TV’, en maakten parodieën op Inspector Morse, talkshows en programma’s zoals Groene Vingers en Lekker Thuis. Het was de tijd van de cassettes, dus ik had geen software om het beeld te bewerken. Technische ‘hoogstandjes’ zoals tekst bij het beeld, maakten me euforisch. We hebben het een paar jaar volgehouden! Later, toen ik op kot zat, stuurde ik mijn vrienden video-uitnodigingen voor mijn Sinterklaasfeestjes. Dat begon heel bescheiden, tot ik enkele edities later
22
een kortfilm van twintig minuten maakte. Mijn vrienden geloofden immers niet dat ik de uitnodiging van het jaar ervoor kon overtreffen. “Dat zullen we nog wel eens zien”, dacht ik toen! Jammer genoeg heb ik er geen tijd meer voor sinds ik ben afgestudeerd.
Wat is je dierbaarste bezit? Zonder mijn camera loop ik verloren, dus kies ik daarvoor. Als introvert vind ik het fijn om op publieke plaatsen mijn camera als tussenstap te gebruiken en alles vanuit mijn standpunt te bekijken. Daarna maak ik met die beelden mijn eigen verhaal. Het is mijn bedoeling om mensen even bij de arm te nemen en te laten meegaan in mijn beleving. Zo maak ik vaak deel uit van toffe projecten en ontmoet ik creatieve mensen. Ik kom ook op plaatsen waar ik anders nooit zou komen, dus ben ik altijd een beetje op ontdekking. Lien Vanreusel
HIT-AND-RUN
Concertseizoen 2020—21
Van Mozart, Beethoven en Brahms, over Tsjaikovski en Sibelius, tot Vaughan Williams en Rautavaara. Reizen tussen hemel en aarde met chef-dirigent Kristiina Poska en Symfonieorkest Vlaanderen. Start ticketverkoop → bestaande abonnementen hernieuwen: vanaf ma 04.05 t/m vrij 29.05 → nieuwe abonnementen: vanaf di 02.06 → losse tickets: vanaf ma 15.06
Abonnement hernieuwen Uw huidige abonnement hernieuwen kan per mail, per post, telefonisch (ma-vr 10:00-13:00) of ter plaatse
op donderdag 7 mei 2020 in Concertgebouw Brugge of op zondag 10 mei 2020 in deSingel Antwerpen. Pop-up bespreekbureau In de eerste week van de hernieuwingsperiode zijn we in Brugge en Antwerpen telkens één dag aanwezig met een pop-up bespreekbureau. Onze medewerkers helpen er u graag bij het hernieuwen van uw abonnement. → do 07.05, 14:00 t/m 22:30 Concertgebouw Brugge (inkomhal) → z o 10.05, 11:00 t/m 18:00 deSingel Antwerpen (inkomhal) Meer informatie over het hernieuwen van uw abonnement vindt u in de nieuwe jaarbrochure. Die valt medio april 2020 bij u in de bus.
EXPERIMENT/BEELDENDE KUNST/THEATER/JAZZ/ACTU KLASSIEKE MUZIEK/POËZIE/ DESIGN/FOTOGRAFIE/DANS/ OUDE MUZIEK/LITERATUUR/ OPERA/ARCHITECTUUR/A FILOSOFIE/FILMMUZIEK/I GESCHIEDENIS/ERFGOED/GRA HEDENDAAGSE MUZIEK/FESTI POLITIEK/ECONOMIE/WORLD PERFORMANCE/SOCIOLOGIE/ CHANSONS/ SOUNDSCAPE
23 Klara_sponsor_ad_207x152.indd 1
6/03/18 07:30
DO 04 — ZO 07 JUN 2020
DO 04 JUN 2020 | 20.00
De vele gedaanten van Iván Fischer
BUDAPEST FESTIVAL 2020 INFO & TICKETS: CONCERTGEBOUW.BE +32 70 22 12 12 IN&UIT: ‘T ZAND 34, BRUGGE
Budapest Festival Orchestra Strauss, Bruch & Dvo ř ák VR 05 JUN 2020 | 20.00
Budapest Festival Orchestra Strauss, Sibelius & Mahler ZA 06 JUN 2020 | 10.30
Musici van het Budapest Festival Orchestra Concert voor kinderen met autismespectrumstoornis ZO 07 JUN 2020 | 15.00
De Gruffalo SPECTRA & Iván Fischer Beroemd kinderboek op muziek van Iván Fischer
kalendermaart → juni2020 A NewWorld
met dirigent Pierre Bleuse en violiste Liza Ferschtman DO 19.03, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE* ZA 21.03, 20:00 GROENZAAL GENT ZO 22.03, 17:00 KURSAAL OOSTENDE VR 27.03, 20:00 CC ZWANEBERG HEIST-OP-DEN-BERG ZA 28.03, 20:00 CC DE SPIL ROESELARE ZO 29.03, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN* *Gratis muzikaal voorprogramma (start: 1u15min voor aanvang van het concert)
Beethoven& Bruch
met chef-dirigent Kristiina Poska en violiste Liza Ferschtman ZO 12.04, 11:00 HET CONCERTGEBOUW AMSTERDAM NL
24
MA 13.04, 20:00 O.L.V.-TER DUINENKERK KOKSIJDE
Acoustic Power
met dirigent Karel Deseure MA 27.04 - SCHOOLPROJECT CONCERTGEBOUW BRUGGE DI 28.04 - SCHOOLPROJECT CONCERTGEBOUW BRUGGE
LouiseFarrenc
Jubileumconcert met chef-dirigent Kristiina Poska en cellist Johannes Moser DI 05.05, 20:00 - PRIVÉCONCERT MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT WO 06.05, 20:00 PALAIS DES BEAUX-ARTS CHARLEROI DO 07.05, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE ZA 09.05, 20:00 MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT ZO 10.05, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN
Symfonieorkest Vlaanderen Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent +32 9 292 75 57, info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be reknr. BE06 7330 1321 0622 BIC KREDBEBB Werkten mee aan deze uitgave coördinatie: Wiske Renders grafisch ontwerp: Lieven Haneca & Johny Van de Vyver foto’s: Wouter Maeckelberghe & Tom De Visscher druk: Graphius nv Programma’s onder voorbehoud van wijzigingen V.U. Frederik Styns, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent Symfonieorkest Vlaanderen wordt gesteund door
Symfonieorkest Vlaanderen is in residentie in
Côté Jardin
Gratis muzikale picknick op de Bijlokesite ZO 31.05, VANAF 11:00 - GRATIS BIJLOKESITE GENT
TheSwinging Thirties
Swingende klassiek met dirigent Valentin Uryupin en pianist Pavel Kolesnikov DO 11.06, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE ZA 13.06, 20:00 MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT ZO 14.06, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN MA 15.06, 20:00 PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN BRUSSEL
Tickets Symfonieorkest Vlaanderen (concerten Brugge, Antwerpen en Brussel)
www.symfonieorkest.be tickets@symfonieorkest.be +32 9 292 75 57 ma—vr 10:00—13:00
In&Uit (concerten Brugge) ’t Zand 34, 8000 Brugge Openingsuren balie: ma—vr 10:00—17:00, zon- & feestdagen 10:00—14:00 070 22 12 12 ma—vr 14:00—17:00 (€0,30/min) Muziekcentrum De Bijloke (concerten Gent) www.bijoke.be, 09 323 61 00 CC De Spil Roeselare www.despil.be, 051 265 700 Kursaal Oostende www.kursaaloostende.be, 090 040 850 (max €0,50/min) CC Zwaneberg Heist-op-den-Berg www.zwaneberg.be, 015 250 770 Palais des Beaux-Arts Charleroi www.pba.be, 071 31 12 12 O.L.V.-ter-Duinenkerk Koksijde www.paasconcert.be, 058 512 910 Het Concertgebouw Amsterdam www.concertgebouw.nl