Goed gevoel
Beste bezoeker,
Ken je dat gevoel? Dat je op een plek komt en je meteen op je gemak voelt. Dat had ik de afgelopen jaren elke keer als ik een bezoek bracht aan Symfonieorkest Vlaanderen. Als concertbezoeker, beroepsmatig tijdens repetities en in de collegiale contacten met het orkest. Telkens viel de toewijding, bevlogenheid en vriendelijkheid van de musici en medewerkers me positief op. Ik bemerkte een collectieve drive om van elk concert een bijzondere ervaring te maken. Toen kon ik nog niet vermoeden dat ik vanaf dit seizoen deel zou uitmaken van dit prachtige orkest.
Laat ik me even voorstellen. Ik ben Jos Roeden, 44 jaar, getrouwd en vader van 3 kinderen. Al mijn leven lang probeer ik via muziek mensen met elkaar te verbinden. Eerst als klarinettist en de afgelopen jaren als artistiek programmeur van philharmonie zuidnederland in Maastricht en Eindhoven, en als programmeur Opera & Klassiek van Parkstad Limburg Theaters in Heerlen. Sinds september ben ik intendant van Symfonieorkest Vlaanderen. Aan mij de taak om het orkest te leiden en met creatieve ideeën musici en publiek samen te brengen.
Hoewel mijn nationaliteit Nederlandse is, beschouw ik mij letterlijk als een grensgeval. Vanuit mijn woonplaats Eijsden zie ik België liggen. De prachtig glooiende Voerstreek en de zelf benoemde muzikaalste gemeente van Vlaanderen Riemst bevinden zich bij mij om de hoek. Dit alles maakt dat de overstap naar Vlaanderen op voorhand al vertrouwd voelt. Sowieso kent muziek geen grenzen. Als orkest ben je de vertolker van een universele taal die al eeuwen mensen ongeacht leeftijd, nationaliteit, rang of stand bij elkaar brengt. Elk concert verwonder ik me hier weer over.
We staan met z’n allen aan het begin van een nieuw avontuur. Het is voor het orkest na een mooie zomer een weerzien met onze bezoekers. Ik voel een gezonde spanning om me heen en kijk vol verwachting uit naar dat magische moment waarop alle individuele stemmen in een orkest samenvallen en als één geluid de muziek voor het publiek tot leven wekken. Het vooruitzicht om die momenten vanaf nu met jou en Symfonieorkest Vlaanderen te mogen beleven, voelt voor mij enorm goed. Ik verheug me erop elkaar binnenkort te mogen begroeten!
Goed gevoel
Kersverse associate conductor
Martijn Dendievel trakteert op
Boheemsetopgastronomie, gesigneerd chef Dvořák.
is als witloof: zaligbittertje zalig
Symfonie nr. 7 zoet meteen
1.000 woorden, zeiden ze. Voor een gesprek met Martijn Dendievel. Over zijn romance met SOV. Over zijn fascinatie voor Dvořák. En over zijn debuut als associate conductor waarmee het orkest het nieuwe seizoen uit de startblokken duwt. Wij maar piekeren. Hoe persen we daar nog een grammetje bij van Martijns voorgeschiedenis als assistent-dirigent? Van zijn groeiende internationale palmares, inclusief wedstrijdwinsten in Keulen en Rotterdam? Er daagt ons maar één strategie: minimum aan smalltalk, maximum aan exposure voor de maestro! — Sofie Taes
Het openingsconcert van seizoen 2023—24 is ook jouw officiële debuut als associate conductor. Wat kriebelt er: de spanning of de goesting?
Beide [lacht]. Het orkest en ik, wij kennen elkaar natuurlijk al een tijdje, maar dit is wel een mijlpaal. En een grote eer: het gebeurt niet vaak dat je binnen één orkest de kans krijgt om te groeien van assistent- tot vaste gastdirigent. Bovendien blijf ik het jeugdorkest SOV Young en de SOV Composers’ Academy ondersteunen. Als je het zo bekijkt, hebben we samen toch al een mooi, groot verhaal kunnen schrijven.
Waar gaat dat eindigen, Martijn?
Ik heb zo m’n dromen… Eentje is al uitgekomen: om naast kleinere projecten ook grote symfonische producties te kunnen doen. Voorlopig is dat er één per seizoen, maar wie weet wat de toekomst nog in petto heeft!
Voor je symfonisch avontuur van de komende jaren koos je Antonín Dvořák als metgezel. Waarom hij?
Dvořák was mijn coronaproject. Ik heb me in die periode helemaal op zijn leven en werk gestort. Het spannende uitgangspunt: dat de man die met Uit de Nieuwe Wereld één van dé mythische symfonieën nr. 9
op z’n naam heeft staan er nog 8 andere heeft geschreven! Die hoor je zelden. Nr. 5, uitzonderlijk. Acht, af en toe. Maar ik koos voor nr. 7: de meest onderschatte van zijn rijpe symfonieën.
Vertel ons meer!
Het is de eerste symfonie waarin Dvořák toont het genre helemaal in de vingers te hebben. Hier zie je hem ook voor het eerst in een taal die hem geheel eigen is. En dan is er de muziek zelf: grootse architectuur, zalige flow, onvoorstelbaar knappe klankkathedralen.
Hoe komt het dan dat dit geen canoniek repertoire is?
Volgens mij heeft dat te maken met onze Westerse uitvoeringsstijl, die heel wat muzikaal potentieel onbenut laat. Laat het me uitleggen met een persoonlijk verhaal. Toen ik nog in Weimar studeerde, werkten we samen met enkele Tsjechische orkesten. In dat kader bezochten we ooit het Beethovenfestival van Teplice (het kuuroord waar Beethoven in 1812 Goethe ontmoette, n.v.d.r.). Toevallig speelde er op een avond na onze repetities een Tsjechisch strijkkwartet dat ginds hoog in aanzien stond maar hier vrijwel onbekend was. Toen zij Dvořáks
kwartetten uitvoerden, zijn mijn ogen opengegaan: dat was zó logisch, zó naturel! Die ervaring heeft me enorm aangegrepen: hoe opgroeien in een bepaalde traditie je toelaat een muziektaal te spreken zoals niemand anders dat kan. Je hoort dat trouwens ook terug in de klankcultuur van Tsjechische orkesten: die kan je er op het gehoor uitpikken!
Hoe verzoen je dat dan met jouw orkestrealiteit? Jij kan niet terugvallen op die natuurlijke affiniteit en SOV heeft dan wel z’n eigen smoel maar geen Tsjechisch kopje. Hoe Dvořák wordt deze Dvořák? Dat vind ik dus superinteressant. Héél complex ook. Allereerst: anders dan een chef-dirigent kan een gastdirigent de sound of de geest van een orkest niet ten gronde veranderen. Wat je wel kan doen is alle elementen fris in je hoofd hebben: de klankwereld van SOV en die van onze Tsjechische collega’s. Die kennis vermengt zich met je eigen ervaringen, in mijn geval als toehoorder maar ook als dirigent van plaatselijke orkesten in Tsjechië. Dat alles gaat vervolgens je gestiek bepalen. En dan gaat het zowel om sfeer en emotie, als om heel concrete dingen zoals het collectief ademen, het aanzetten van de boog en het vibrato.
Hoe Dvořák dit stuk heeft gedacht en gehoord, spiegelt dus wel degelijk in je aanpak?
Zeker. Temeer omdat ik voor deze symfonie een unieke bron van informatie heb: de orkestpartijen van de Tsjechische Filharmonie uit de tijd van Václav Neumann (de iconische chef die het orkest vanaf 1968 een kwarteeuw leidde, n.v.d.r.). Daarin vind je retouches bedoeld om de muziek en de voortdurende verbeteringen aan het instrumentarium op elkaar af te stemmen in de geest van de componist, uiteraard. Zo zijn er doorheen de jaren tradities ontstaan die wij in het Westen niet kennen. Ik vind het belangrijk om de effecten die Dvořák nagestreefd heeft, zo dicht mogelijk te benaderen met de orkestmiddelen van hier en nu.
Hoe netelig is het om de intenties van een componist te lezen in een partituur een stil artefact?
In het geval van Dvořák: erg netelig. Hij was soms echt onzorgvuldig! Zo durven articulaties in een herhaling wel eens van het originele statement te verschillen. Dan is het tobben: bewuste keuze of slordigheid — wat men in Duitsland een Dvořákismus noemt? Enkel via research kan je dan tot een verdedigbare beslissing komen.
Ja, want de scheidslijn tussen ‘forensische musicologie’ en hercompositie is dun… Je kan je eigen ‘touch’ natuurlijk niet uitschakelen: als dirigent ga je sowieso onbewust sporen nalaten. Maar voor de vele bewuste beslissingen die je moet nemen tempo, dynamiek, kleuren… is de componist je kompas. En wat zegt ons dan Dvořák? Wel, hij was een eenvoudige man. De zoon van een slager. Geen intellectueel noch een luxebeestje. Hij bleef dicht bij zijn roots en was een harde werker. Vanuit die optiek kan je de essentie van zijn muziek aanwijzen: ze mag niet vastlopen in intellectualistische analyses maar moet kunnen
vloeien en vertellen. Het volkse element is ook cruciaal. Daarom is het zaak om altijd, áltijd rubato te denken en zo het fijnste greintje ‘dansanterie’ uit de partituur te halen.
Met jouw voorbereiding zit het alvast snor. Maar hoe komen wij als concertpubliek het best naar de zaal? Met enkele opnamen in de oren of fris en onbevooroordeeld?
Bij Symfonie nr. 9 ‘Uit de Nieuwe Wereld’ zou überhaupt niemand zonder bagage een concert kunnen binnenstappen; met nr. 7 kan dat in theorie wel. Maar ik zou het werk toch vooraf al eens beluisteren. Het wordt namelijk mettertijd mooier! Sommige muziek is gewoon zo. Vergelijk het met ingrediënten die je meermaals geprobeerd moet hebben om ze te kunnen smaken. Met de 7de van Dvořák is het als met witloof: zoet met een zalig bittertje. Pas na meerdere proevertjes kan je de kwaliteit van zo’n delicatesse ten volle appreciëren.
Concert MartijnopentmetDvořák
Murielle Lemay (°1990) ~ nieuwe creatie i.h.k.v. SOV Composers’ Academy, Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840–1893) Concerto voor piano nr. 1, op. 23, Antonín Dvořák (1841–1904) Symfonie nr. 7, op. 70 met dirigent Martijn Dendievel en pianist Tanguy de Williencourt
Zie ook kalender p24
Het is zaak om altijd, áltijd rubato te denken en zo het fijnste greintje dansanterie uit de partituur te halen.
De Franse pianist Tanguy de Williencourt (°1990) is geen onbekende voor de muzikanten van Symfonieorkest Vlaanderen. Nog niet zo lang geleden doken ze samen de studio in om muziek van César Franck op te nemen. Het album live brengen zat er door de coronapandemie helaas niet in, maar dit najaar krijgt de prille dertiger eindelijk de kans om voor het eerst met het orkest voor een live publiek te spelen. Op het programma: het iconische Eerste Pianoconcerto van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. — Maarten Boussery
Eenconcertospelen gee mevleugels
Een interview met Tanguy de Williencourt
Tanguy, de eerste keer dat ik je hoorde was tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd voor cello in 2017, toen je laureaat Bruno Philippe begeleidde in de halve finale.
Inderdaad, dat was een ongelooflijke ervaring. Philippe en ik leerden elkaar kennen in 2010 aan het conservatorium van Parijs. Er was direct een klik en sindsdien spelen we geregeld samen kamermuziek. Onlangs namen we een album op met werken die we destijds op de wedstrijd in Flagey hebben gebracht. Ik hou enorm van kamermuziek, het is een vorm van musiceren waarin je veel met elkaar kan delen. De meesterwerken uit dat repertoire zijn bovendien zeer leerrijk: je begrijpt de stijl en de taal van een componist veel beter als je vertrouwd bent met zijn kamermuziek.
Binnenkort breng je met Symfonieorkest Vlaanderen een groots pianoconcerto. Het contrast met intieme kamermuziek kan niet groter zijn?
Soleren met een orkest is een totaal andere ervaring. Je bent heel hard op jezelf aangewezen door de enorme concentratie die zulke virtuoze werken vragen, maar een concerto blijft uiteraard een dialoog met het orkest waarin het samenspel moet kloppen. Het leuke aan concerto’s is dat het discours van wat je wil vertellen bij de solist ligt. Dat brengt een enorme verantwoordelijkheid en best wat stress met zich mee, maar de sensatie die je ervaart is des te specialer: alle emoties lijken 100 keer uitvergroot, de muziek is zo overweldigend dat ze je vleugels geeft.
Tsjaikovski’s majestueuze Eerste Pianoconcerto doet ongetwijfeld zweven. Wat is je voorgeschiedenis met het werk?
Ik kan me eigenlijk niet herinneren wanneer ik het voor het eerst gehoord heb. De opening van het concerto is zó beroemd, dat ik het gevoel heb het altijd al gekend te hebben. Omdat het zo’n legendarisch stuk is binnen het pianorepertoire, nam ik de partituur al eens voor het plezier ter hand om passages te zichtlezen, maar ik heb het nog nooit écht ingestudeerd. Ik kijk er dus extra naar uit om er mijn tanden in te zetten.
Hoe bereid je je voor op zo’n klus?
In eerste instantie heb ik me verdiept in Tsjaikovski’s werk en leven. Ik ben zijn biografie aan het lezen en luister naar zijn opera’s, balletten, symfonieën, kamermuziek… Alles passeert de revue, ik wil zijn œuvre zo breed mogelijk leren kennen en zoeken naar overeenkomsten. Ook luister ik naar verschillende uitvoeringen van het concerto: hoe hebben al die grote pianisten het gespeeld, en wat wil ik nu vertellen? En het belangrijkste is natuurlijk: oefenen, oefenen, oefenen. Ik ben goed op tijd begonnen, want zo’n groot werk heb je niet op vijf dagen in de vingers. Zowel je brein als je lichaam moeten veel informatie internaliseren, en dat heeft tijd nodig.
Waar liggen de grootste uitdagingen voor een solist in dit concerto?
Voor zo’n omvangrijk werk heb je een stevig uithoudingsvermogen nodig: je moet je energie goed doseren en een lange spanningsboog kunnen maken. Het concerto is op sommige momenten majestueus en bombastisch, maar er zit ook veel zachtheid en
lichtheid in. Tsjaikovski is een componist van het grote gebaar die veel emoties aanspreekt. Je hebt als solist de opdracht om te zoeken naar hoe je die emoties wil plaatsen binnen het grotere kader van een werk waarin de structuur soms verborgen zit. Een andere uitdaging ligt in Tsjaikovski’s stijl. In zijn werk hoor je de erfenis van vele Westerse componisten, maar als Rus verwerkte hij ook traditionele volksmuziek in zijn stukken: een sound waarmee ik minder vertrouwd ben, maar die ik zeker wil exploreren. Dat je een concerto speelt dat bij een groot deel van het publiek bekend is, maakt het bovendien extra spannend. Maar ik voel dat het werk veel vrijheid geeft aan de solist om een eigen interpretatie neer te zetten. Dat is de leukste uitdaging.
Het concerto wordt voor jou een primeur, maar met het orkest ben je al vertrouwd. Helpt dat?
Ik wilde voor mijn eerste symfonische opname de Belgische muziek van César Franck uitbrengen met een Belgisch orkest en kwam bij Symfonieorkest Vlaanderen terecht. Dat is me ongelooflijk goed bevallen, ik had een geweldige tijd met het orkest en dirigente Kristiina Poska. Ze waren heel hartelijk en stelden me op mijn gemak, wat belangrijk is als je zo’n prestatie moet leveren. Het berust me dat mijn eerste opvoering van Tsjaikovski’s pianoconcerto met hen zal zijn, omdat ik weet hoe goed ze voor me zullen zorgen. Ik ben ook benieuwd om dirigent Martijn Dendievel (°1995) te leren kennen. Een jonge dirigent, een jonge pianist en een jonge componist (er staat een nieuw werk van Murielle Lemay (°1990) op het programma, n.v.d.r.) in één concert: dat zal vonken geven!
Concert MartijnopentmetDvořák
Murielle Lemay (°1990) ~ nieuwe creatie i.h.k.v. SOV Composers’ Academy, Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840–1893) Concerto voor piano nr. 1, op. 23, Antonín Dvořák (1841–1904) Symfonie nr. 7, op. 70 met dirigent Martijn Dendievel en pianist Tanguy de Williencourt
Zie ook kalender p24
Elk concert van Symfonieorkest Vlaanderen in Muziekcentrum De Bijloke voelt intiem en magistraal tegelijk.
Welkom in het oudste concertgebouw ter wereld!
tickets en info: www.debijloke.be
CarlNielsen Symfonienr. 4
Het sprookje over men het leven van de Deen Carl Nielsen met het beroemde verhaal van zijn landgenoot Hans Christian Andersen over het zwarte eendje dat uitgroeit tot een prachtige zwaan. Er zijn dan ook wel wat parallellen. Geboren in een arm gezin kent Nielsen als kind de ene tegenspoed na de andere. Toch laat hij zich niet ontmoedigen en als harde werker kroont hij zich uiteindelijk tot een van de belangrijkste componisten van Denemarken. Hoe mooi past zijn geeft hij als bijnaam aan zijn compositie. Europa kreunt bij het schrijven van de in de jaren 1914–1916 onder de Eerste Wereldoorlog, maar daar hoor je niets van in Nielsens symfonie. Integendeel. Over de titel schrijft hij: “Het leven is ontembaar en onuitroeibaar; de strijd, de worsteling, de generatie en het wegkwijnen gaan vandaag door als gisteren, morgen als vandaag, en alles keert terug. Nogmaals: muziek is leven, en net als zij onuitroeibaar.” — Waldo
Geuns00:18 — Allegro Een onderliggend programma of verhaal dat de muziek stuurt is er niet. Maar Nielsen laat ons wel weten dat hij de oerbronnen van het leven oproept in zijn symfonie. Met dit in gedachten: lijkt het niet precies alsof hij in de bulderende openingsmaten en in de lieflijke melodie die daarop volgt verklankt hoe vanuit de chaos het leven ontstaat? Dit tweede thema (gespeeld door de klarinetten) klinkt heel idyllisch en men noemt het wel eens de Melodie van het leven. Voor Nielsen is het leven nu eens vrolijk en trots, dan weer vol onrust, conflict en donkere momenten. Dat is waar dit openingsdeel Allegro om gaat. De chaos dreigt dan wel voortdurend, maar
16:32 — Poco adagio quasi andante De verschillende delen van de symfonie lopen onmerkbaar in elkaar over, maar de opening van dit derde deel springt er onmiskenbaar uit. De strijkers spelen unisono en moeten volgens Nielsen klinken alsof ze zweven als een adelaar in de wind. Overschouwt de adelaar de slagvelden van het leven? Verklankt hij hier de dreiging die hij aankondigde in het tweede deel? De melodie van de strijkers is intens, onvoorspelbaar, en wordt ondersteund door dreigende dreunen op de pauken… Naarmate het deel evolueert wordt de muziek complexer. Stemmen voegen zich toe en imiteren elkaar of klinken als een koraal. Het is alsof Nielsen een vurig gebed,
jonge Carl Nielsen. Veel instrumenten waren er niet in huis, dus
Concert Sibelius' Vioolconcerto Frank Nuyts (°1957) Different from habit, Jean Sibelius (1865–1957) Concerto voor viool, op. 47, Carl Nielsen (1865–1931) Symfonie nr. 4, op. 29 ~ 'De Onuitroeibare’ met chef-dirigent Kristiina Poska en violiste Alina Pogostkina
MelodieKristiina Poska en Alina Pogostkina over liefhebben en loslaten, de klank van Finse wouden en het mystieke surplus van Sibelius.
Poska vs. Pogostkina
Poska & Pogostkina: het klinkt alvast als een klok! De Estse dirigente en DuitsRussische violiste kennen elkaar al sinds hun studententijd in Berlijn en kruisten elkaars wegen sindsdien geregeld. Maar zelden stonden de sterren zo goed als deze herfst, wanneer de dames het podium delen met een mythisch stukje
vioolliteratuur: Sibelius’ Concerto voor viool op. 47. Hoe beklim je een alpenpiek als deze en hoe zorg je ervoor dat persoonlijke passie én teamwork cumuleren in orkestrale euforie? Wij legden Kristiina en Alina dezelfde 6 vragen voor en gingen na of de violen al gelijk zijn gestemd. — Sofie Taes
Poska vs. Pogostkina
Dit is het enige ‘concerto’ in Sibelius’ œuvre. Alleen al daarom is het een unicum! Wat vind jij bijzonder aan dit werk?
KP — Misschien komt het omdat ik Estse ben, maar ik voel een innige verbinding met de muziektaal van Sibelius: de diepte, de kleurenrijkdom, de link met de natuur, maar ook de vormschoonheid die zowel vanuit de materie als vanuit de boodschap van de muziek ontstaat. Wel, dat alles krijg je in dit vioolconcerto als superconcentraat. Het is een beetje een best-of-Sibelius!
AP — Wat er voor mij uitspringt is de kleurenpracht. Het is letterlijk alsof je de Finse landschappen voor je ogen ziet verrijzen en de kracht van de natuur tegen de notenbalken voelt beuken.
Heb jij een geschiedenis met dit werk?
KP — Mijn eerste keer aan de baton herinner ik me nog precies: het was 2015 en de Albanese violist Tedi Papavrami soleerde. Ondanks het feit dat mijn beroemde landgenoot Paavo Järvi me vooraf door alle tricky passages had gegidst, besefte ik pas op de bok hoe lastig dit stuk is! Toevallig had ik toen net ook gezondheidsproblemen. Zo is het werk voor mij verbonden geraakt met de idee dat wanneer je heftige uitdagingen weet te overwinnen, hemelse muziek als beloning wacht.
AP — Dit was het lievelingswerk van mijn moeder. Ik ben er dan ook mee opgegroeid en ging er evenveel van houden als zij. Weet je dat ik de Sibelius-competitie (een prestigieuze vioolwedstrijd in Helsinki, n.v.d.r.)
heb gewonnen en een speciale prijs kreeg voor mijn vertolking van dit stuk? Dat betekende alles voor me.
Sibelius is een componist die graag stapelt, schuift en combineert tot klanken exact zijn wat hij in gedachten had. Maakt dat zijn muziek ook complex?
KP — Als dirigent kan ik beamen dat Sibelius’ muziek tijd nodig heeft om in de plooi te vallen. Beetje bij beetje zie ik dan flarden partituur als puzzelstukken in elkaar klikken. Of je dat als publiek zorgen moet baren? Nee, want alles staat uiteindelijk ten dienste van het mystieke ‘extra’ dat Sibelius’ muziek zo betoverend maakt. Zeker in dit concerto, waarin zijn signatuurstijl in een klassieke architectuur is gegoten. Dat maakt het meer toegankelijk dan de symfonieën. Ja, je wordt uit je comfortzone gedreven, maar als luisteraar is het je enige taak om je dat te laten overkomen. Mijn ultieme tip? Voelen, niet denken.
AP — Sommige composities van Sibelius zijn inderdaad moeilijk te ontrafelen tenzij je herhaaldelijk en aandachtig luistert. Maar ik durf te zeggen dat dit concerto anders is: toegankelijk, zacht op het oor, prima te volgen. Mijn advies is dan ook eenvoudig: geef je over aan die mooie mixen van hem en laat de muziek haar verhaal doen.
Heb je een favoriete passage?
KP — De openingsmaten. De mooiste van alle vioolconcerti. Elke keer weer rukken ze me weg uit de realiteit.
AP — Dat is er altijd weer een andere… Ik had ooit een boon voor de tweede beweging, dan weer werd het slotdeel m’n favoriet: zóveel levenskracht, om kippenvel van te krijgen!
Repeteer je graag veel of is het belangrijker om uitgerust aan de start van een concert te verschijnen?
KP — Het zoeken naar die balans is een work in progress. Als dirigent probeer je in principe vooraf zoveel mogelijk technische zaken onder controle te krijgen, zodat je tijdens het concert kan loslaten. Maar in de praktijk hangt alles af van het orkest en de solist waarmee je in zee gaat. Met Alina weet ik dat alles mogelijk is: zij is intens gefocust op haar partij, maar staat tegelijk 100% in contact met mij en het orkest. Ze is mijn droompartner, ja. Wat een buitenkans om dit meesterwerk samen te kunnen doen!
AP — Het hangt grotendeels van de dirigent af of repetitietijd ook daadwerkelijk productief en inspirerend is, dan wel nefast voor de frisheid van de concertvertolking. Begrijp me niet verkeerd: een goeie voorbereiding is belangrijk, maar tijdens het concert wil ik me niet voelen alsof ik aan een controlepaneel sta. De teugels zijn dan in handen van de muziek.
Wat wens je het publiek toe?
KP — Dat het daadwerkelijk Sibelius’ Wonderland bereikt. En voor mezelf: exact dát!
AP — Dat het ervaart wat het is om doorheen muziek verbonden te zijn. Met jezelf, maar ook met iets groters. Met het leven. Dat mensen voor enkele uren het alledaagse kunnen verruilen voor iets eeuwigs dat schuilt in de schoonheid van deze muziek.
ultieme tip? Voelen, niet denken.”
Concert Sibelius' Vioolconcerto
Frank Nuyts (°1957) Different from habit, Jean Sibelius (1865–1957)
Concerto voor viool, op. 47, Carl Nielsen (1865–1931) Symfonie nr. 4, op. 29 ~ 'De Onuitroeibare’
met chef-dirigent Kristiina Poska en violiste Alina Pogostkina
zie ook kalender → p24
“Mijn
concertgebouw.be/rebirth
zo 10 – zo 24 sep 2023
(RE)BIRTH
Van oerknal tot apocalyps, over beginnen en (her)beginnen
Festival met onder meer Brussels
Philharmonic & Vlaams Radiokoor in Haydns Schöpfung, Karl Van Welden & Frederik Croene, seizoensdenker Joanna Wojtkowiak, video- en klankkunst en I SOLISTI in Darius Milhauds La création du monde
SEIZOEN
Van tijd tot tijd stapt het orkest uit zijn comfortzone. Dan sluiten onze musici de deuren van de o zo vertrouwde concertzaal achter zich en trekken ze eropuit. Hun bestemming? Dat varieert. Van een crèche, over zonnige buurttuinen, tot de oevers van de Schelde. Soms brengen ze het avontuur ook net naar de concertzaal, in de vorm van inspirerende projecten voor de volgende generatie muzikaal geweld. Muzikanten Bruno, Lieve en Jan blikken terug op een gevarieerde junimaand.
terug zome
(1) Onder de parasols in Nieuw Gent
SOV-Express: orkestinvasie
9 t/m 23.06 2023, Nieuw Gent
Hoornist Bruno Melckebeke“Of ik met de collega’s koper wilde deelnemen aan de orkestinvasie in Nieuw Gent?” Daar moest ik geen twee keer over nadenken. Muziek tot bij mensen brengen die moeilijk toegang hebben tot de concertzaal, daar blink ik mijn hoorn al eens graag voor op. En de buurt tussen het UZ en de Zwijnaardsesteenweg, die kende ik goed. Of dat dacht ik toch, want tijdens deze invasieweek heb ik de buurt en zijn bewoners van een heel andere kant leren kennen. De zon scheen de hele tijd en we stelden ons op in de tuinen achter de schoolgebouwen. Daar speelden we kleine concertjes en maakten we kennis met een diverse mix aan nationaliteiten en achtergronden. Spontaan en opgewekt kwamen de kinderen zich voorstellen en wezen ze de woonblokken aan waar ze wonen en deelden hun verhalen. Op vrijdag verkenden we de buurt nog verder. We bezochten een crèche, een sociaal restaurant en het buurtproject ‘de Serre’. We kregen baby’s muisstil, brachten mensen aan het dansen tijdens de lunch en als finale zongen alle buren in de Serre mee tijdens onze Beatles-medley. Hartverwarmend en hoopvol!
(1) SOVExpress © Michiel Devijver
(2) SOV Conducting Masterclass © Arn Van Wijmeersch
(3) STROOM Midzomernacht
© Björn Comhaire
(2) Bouwen aan een nieuwe generatie talent
SOV-SPECTRA Conducting Masterclass
18.06 2023, Muziekcentrum De Bijloke
Concertmeester Jan Orawiec
gblik erse
Als professioneel muzikant heb je twee plichten: je muziek delen met een publiek én de nieuwe generatie muzikanten klaarstomen voor de toekomst. Toen ik twee jaar geleden startte bij SOV wist ik meteen dat het zou klikken met het orkest, want net als ik koesteren zij jong talent. Een van mijn favoriete projecten is misschien wel de SOV-SPECTRA Conducting Masterclass. Drie jonge dirigenten in spe staan dan voor het orkest en krijgen de kans om zij aan zij met een doorwinterde dirigent hun kennis uit te testen. Deze editie werden de deelnemers gecoacht door niemand minder dan prof. dirigent Christian Ehwald. Een legende in zijn vakgebied. Wat ik juist zo bijzonder vind aan dit project? Er is ruimte voor uitwisseling tussen het orkest en deze nieuwe, jonge generatie. We delen onze ervaringen in een open dialoog en creëren zo impact. Wat een geweldig gevoel!
(3) Spektakel aan het Donkmeer
Midzomernacht tijdens STROOM Festival
21.06 2023, Donkmeer Berlare
Altvioliste Lieve Dreelinck
Het idee: twee acteurskoppels brengen Shakespeares
Midzomernachtsdroom op de klanken van Mendelssohns gelijknamige symfonische werk, en dat op jawel midzomernacht. Op amper drie dagen groeide dit ambitieuze project van STROOM uit tot een moeiteloze mengelmoes van muziek, zang en theater. Ik neem je mee! Op dag één lag de focus 100% op de muziek. Meestal zitten we met de altviolisten naast elkaar, maar voor dit stuk zaten we achter elkaar opgesteld. Dat was even aanpassen, maar al snel vonden we onze draai. Gelukkig konden we rekenen op de jarenlange opera- en theaterervaring van dirigent Risto Joost! Na de middag sloten de zes zangers van Air4Six aan bij de repetitie. Acteurs Koen De Graeve, Ariane Van Vliet, Tom Van Dyck en Alice Reijs ontmoetten we op de tweede dag. De puzzel tussen theater en muziek kon dan echt gelegd worden. Op de derde dag trokken we onder tropische temperaturen naar het Donkmeer in Berlare. Microfoons, licht en geluid werden piekfijn op elkaar afgestemd. In de avond streek het publiek in grote getalen neer aan de overkant van het meer. Wat een kick om 2400 mensen te trakteren op grappige sketches, ontroerende rijmen, meeslepende muziek en natuurlijk een verbluffend natuurdecor.
“Ik hoef niet meteen in de spotlights te staan”
Celliste
Wytske Holtrop
Tot voor kort was het een running gag tussen Wytske en haar West-Vlaamse collega’s in het orkest: om met succes uit haar proefperiode te komen, zou de celliste toch eerst een aardig mondje West-Vlaams moeten leren spreken. Wytske lacht onbezorgd. Die horde is intussen genomen. En los daarvan staat ze haar mannetje als enige vertegenwoordiger van onze Noorderburen in het orkest. Intussen kent ze de Vlamingen ook wel een beetje. “Ze zijn iets terughoudender dan de Nederlanders”, vindt ze, “maar ook wat warmer en relaxter. Tussen het repeteren door is er altijd wel plaats voor een fijne babbel of een kwinkslag. In het orkest zitten natuurlijk nog een pak andere nationaliteiten. De sfeer tussen de muzikanten is heel hartelijk en gemoedelijk. Ik voelde me er op slag thuis.” In Gent, waar ze samenwoont met haar Vlaamse vriend, heeft Wytske haar vaste stek in België gevonden. Het is inmiddels een hele tijd geleden dat ze met haar koffertje
in onze hoofdstad toekwam. Cellodocent Jeroen Reuling, die haar begeleidde tijdens de vooropleiding in Zwolle, had de talentrijke tiener deze kant opgestuurd. “Of ik niet naar zijn klas in Brussel wou komen, stelde hij voor. Daar viel toch net iets meer te beleven en te ontdekken dan aan de IJssel. Reizen en je grenzen verleggen, hoort er voor een muzikant altijd wel bij. Dus heb ik niet lang getwijfeld.” Het was een spannende maar weloverwogen stap voor de zeventienjarige. Haar muzikale toekomst stond toch een beetje in de sterren geschreven. Pas vijf was Wytske toen ze voor het eerst achter de cello plaatsnam. “Mijn ouders zijn allebei professionele muzikanten. Mijn vader speelt trompet, mijn moeder hoorn. Ze vroegen me heel vrijblijvend of ik een instrument wou leren spelen. Dat leek me wel wat. Een beetje toevallig ben ik bij de cello beland. Een koperblaasinstrument is nu eenmaal niet zo evident als je nog zo jong bent.” Achteraf gezien is het een prima match
gebleken, beaamt Wytske vrolijk. “Ik had als kleuter nooit de grote droom om later te schitteren op het concertpodium. Het gevoel dat ik daar thuishoorde is gegroeid. Stilaan is mijn instrument een verlengde van mezelf geworden. Ik hou van de intieme klank en de veelzijdigheid van de cello. Van alle instrumenten benadert die misschien nog het dichtst de menselijke stem. Een mooie compensatie voor een gebrek aan vocaal talent, want een grote zangeres ben ik niet (lacht).”
Na haar bachelorstudies verhuist de conservatoriumstudente naar Genève om er aan het Haute école de musique haar master te behalen. Daarna volgt een tweejarige orkestacademie aan het Konzerthausorchester Berlin. Een dankbaar traject om zich voor te bereiden op het echte werk, vertelt Wytske. “Je doet een hoop ervaring op in een orkest, kweekt de nodige werkethiek en neemt bijvoorbeeld ook deel aan proefaudities. Iets wat later goed
Natúúrlijk was ze als kind lid van een schaatsclub. Wat wil je als je opgroeit in een Fries polderdorp? Maar Wytske Holtrop (28) streek nog net iets liever over de cello dan over het water. Dus koos de jonge Nederlandse voor een carrière als muzikant. Sinds kort vervoegt
Wytske de cellisten van Symfonieorkest Vlaanderen. Wel een gesprekje waard, zo dachten we, die eerste vaste job in een orkest. —
van pas komt bij het zoeken naar een baan.” Ze herinnert zich nog levendig haar auditie bij Symfonieorkest Vlaanderen. Een lange, warme zomerdag was het, die maandag 22 augustus. “Het format van zo’n auditie is meestal gelijkaardig: om de beurt spelen alle kandidaten hetzelfde programma. Na enkele rondes blijft een select groepje over. Aan het eind van de rit vinkt één muzikant de meeste vakjes af. Supergelukkig was ik toen ik hoorde dat ik dat was. Voor mij betekende het meteen ook mijn eerste vaste baan in een orkest, naast mijn freelance opdrachten bij een aantal symfonische orkesten in België en Nederland.” Waarom de keuze van de jury precies op haar viel? “Geen idee!”, lacht de muzikante bescheiden. “(denkt na) Misschien spreekt het wel voor mij dat ik altijd goed voorbereid ben. Niets zo frustrerend als onvoorbereide mensen wanneer je samen iets wilt neerzetten. Ik geloof ook wel dat ik goed functioneer in groep. Zelf hoef ik niet meteen
in de spotlights te staan. Het meeste plezier beleef ik aan het samen werken en samen spelen. Een orkest is tenslotte een groepsgebeuren. Je draagt allemaal iets bij aan de rijke kleur van het orkest. Als solist of kamermuzikant heb je allicht meer mogelijkheden om creatief je eigen ding te doen. Een orkestmuzikant schikt zich vooral naar de interpretatie van de dirigent. Maar binnen dat kader vind ik het een groot voorrecht om dat fantastische repertoire vorm te geven, samen met een gepassioneerde groep mensen.”
Die gedeelde passie is een belangrijke kwaliteit van Symfonieorkest Vlaanderen, vindt Wytske. “In dit orkest heb je nooit het idee dat je een kantoorjob uitoefent. We spelen niet wekelijks samen en dat houdt de sleur buiten. Bij elk nieuw project merk je dat de groep telkens weer enorm gemotiveerd is.” Het is die soort energie en flow die de muzikante ook opzoekt naast het podium. Haar vrije tijd brengt ze het liefst door met
de wind in de haren en het hart hoog in de keel. Vorig jaar liep ze nog een marathon in Amsterdam, binnenkort volgt die van Berlijn. “Ik kocht mezelf ook een koersfiets. Onlangs reed ik in enkele dagen van Oost-Vlaanderen tot in Friesland. Ik vind het fijn om zo’n doelen te stellen. Het houdt me ambitieus. En ik ben graag onderweg.”
De celliste geniet dan ook erg van de tournees met het orkest naar het buitenland. Een persoonlijk hoogtepunt was voor haar het eindejaarsconcert in Parijs, waar het Vijfde Pianoconcerto van Ludwig van Beethoven weerklonk. “Allereerst had je dat iconische stuk en dan die prachtige concertzaal, tot de nok gevuld, met een gigantisch applaus na afloop. Dat was zo indrukwekkend.” Nu kijkt Wytske al reikhalzend uit naar de opvoering van Mozarts monumentale Requiem, waarmee een tour naar Engeland gepland staat. Of hoe een meisje van over het water toch altijd weer geroepen wordt naar andere wateren.
Heleen Driesenkalendersep→ nov2023
Martijn opent met Dvořák
met dirigent Martijn Dendievel en pianist Tanguy de Williencourt
DO 05.10 20:00
CONCERTGEBOUW BRUGGE
VR 06.10 20:00
CC ZWANEBERG HEIST-OP-DEN-BERG
ZO 08.10 15:00
DE SINGEL ANTWERPEN
ZA 14.10 20:00
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
SOV Young speelt Wagner, Strauss & Brahms
met dirigent Martijn Dendievel en jeugdorkest SOV Young
VR 03.11 20:00
CONCERTGEBOUW BRUGGE
ZA 04.11 20:00
MIRY CONCERTZAAL GENT
ZO 05.11 15:00
DE SPIL ROESELARE
Sibelius’ Vioolconcerto
met chef-dirigent Kristiina Poska en violiste Alina Pogostkina
DO 09.11 20:00
CONCERTGEBOUW BRUGGE
VR 17.11 20:00
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
ZA 18.11 20:00
OSTBELGIENFESTIVAL
KULTURZENTRUM TRIANGEL ST. VITH
ZO 19.11 15:00
DE SINGEL ANTWERPEN
Symfonieorkest Vlaanderen
Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent +32 9 292 75 57, info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be
reknr. BE06 7330 1321 0622 BIC KREDBEBB
Werkten mee aan deze uitgave
coördinatie: Josie Vranken grafisch ontwerp: Lieven Haneca foto’s: Björn Comhaire, Michiel Devijver, Tom De Visscher, Wouter Maeckelberghe en Arn Van Wijmeersch
druk: Puntgaaf Programma’s onder voorbehoud van wijzigingen V.U. Jos Roeden, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent Symfonieorkest Vlaanderen wordt gesteund door
Symfonieorkest Vlaanderen is in residentie in
Tickets concerten Brugge en SOV Young
www.symfonieorkest.be tickets@symfonieorkest.be
+32 9 292 75 57 ma—do 10:00—13:00
Ticketbalie concerten Brugge In&Uit
’t Zand 34, 8000 Brugge
Openingsuren balie: ma—vr 10:00—17:00, zon- & feestdagen 10:00—14:00
070 22 12 12 (ma—vr 14:00—17:00•€0,30/min)
CC De Spil Roeselare www.despil.be, 051 26 57 00
CC Zwaneberg HeistopdenBerg www.zwaneberg.be, 015 25 07 70
DE SINGEL Antwerpen www.desingel.be, 032 48 28 28
Muziekcentrum De Bijloke Gent www.bijoke.be, 093 23 61 00
Ostbelgien Festival www.obf.be