maa → juni 2019
© Wouter Maeckelberghe
Adieu, Maestro INTRO
Frans-Belgische uitstap met Jan Latham-Koenig INTERVIE W
04
PROJ EC T IN DE KIJ KER
Schumanns ‘Die Rheinische’ ONDER DE LOEP
HIT-AND -RUN
Ronald Brautigam
08 14
TALENT UITG ELICHT
16 18
Wie roert de trom?
Rückert als rode draad
02
Orkest op zwier ORKEST ON THE ROAD
20
n°85
“ Our goal is to communicate the music in such a way that it provides an emotional enrichment for the public, at whom, naturally, all our efforts are directed.�
02
INTRO
Adieu, Maestro! ←← Jan Latham-Koenig © Tom De Visscher
03
INTRO
Dear friends, I am now in my final season at the head of the Flanders Symphony Orchestra, culminating in one of the key works in my repertoire: the Cesar Franck symphony, which will be performed in June. In fact, my enormous admiration for Franck’s music, which dates back to my early years as a pianist who regularly played his masterpieces, led to the great respect with which I regard the importance of classical music to Belgian culture. The overarching objective of our work over the past six years has been the development of the orchestra in every sense, both as regards repertoire and sound cohesiveness and flexibility, and, above all, the ability to turn the concert into an event that is as exciting as it is mysterious and unpredictable. I use these words very carefully. During the rehearsal period, as well as in every aspect of the work, there is an element of searching, both by the conductor and the players. In a sense, this is almost akin to a sort of improvisation where solutions are tried out, sometimes followed up, sometimes rejected. But this is an essential part of the rehearsal process and also instils a welcome flexibility amongst the musicians. Of course, there should not be more improvisation during the concert than during the rehearsals, but there should not be less, either. This way, the essential difference between a recording, which is set in stone, like a document, and the positive tension of a concert will always be maintained. Our goal is to communicate the music in such a way that it provides an emotional enrichment for the public, at whom, naturally, all our efforts are directed. I would like to thank the players for their undying enthusiasm and hard work, and the public for their loyal support over the years. May the orchestra and its management have a bright future!
Geliefde vrienden, dit is mijn laatste seizoen aan het hoofd van Symfonieorkest Vlaanderen, dat uit zal monden in een van de hoofdwerken uit mijn repertoire: de Cesar Franck symfonie, die in juni opgevoerd zal worden. Het was mijn enorme ontzag voor de muziek van Franck in mijn vroege jaren als pianist, toen ik zijn meesterwerken met regelmaat speelde, dat tot mijn grote respect voor het belang van klassieke muziek in de Belgische cultuur heeft geleid. Het hoofddoel van ons werk in de afgelopen zes jaar was de ontwikkeling van elk aspect van het orkest, zowel op het gebied van het repertoire als de cohesie en flexibiliteit van de klank, en bovenal de kracht om het concert tot een evenement te maken dat net zo spannend als mysterieus en onvoorspelbaar is. Ik gebruik deze bewoording voorzichtig. Tijdens de repetitieperiode is er een zoekend element aanwezig, zowel voor de dirigent als de muzikanten. Dit is bijna een soort improvisatie, waarbij oplossingen worden uitgeprobeerd, soms uitgewerkt, en soms afgewezen. Het is een essentieel onderdeel van het repetitieproces en het wekt ook een welkom gevoel van flexibiliteit bij de muzikanten. Tijdens het concert moet er uiteraard niet meer improvisatie zijn dan tijdens de repetities, maar zeker ook niet minder. Op deze manier blijft de essentiële verhouding tussen een opname, die net als een document altijd vastligt, en de positieve spanning van een concert altijd behouden. Ons doel is om de muziek op zo’n manier over te brengen dat het een emotionele verrijking vormt voor het publiek, voor wie wij ons uiteraard volledig inzetten. Ik wil de muzikanten bedanken voor hun eindeloze enthousiasme en harde werk, en het publiek voor hun jaren van trouwe steun. Ik wens het orkest en het bestuur een stralende toekomst toe! Jan Latham-Koenig Chef-dirigent bij Symfonieorkest Vlaanderen
Duitse verstilling 04
PROJECT IN DE KIJKER
Schumann, Mahler en Van Camp Concert DieRheinische programma Bram Van Camp (°1980) Creatie voor mezzosopraan en orkest, Gustav Mahler (1860–1911) Rückert-Lieder, Robert Schumann (1810–1856) Symfonie nr. 3, op. 97 — Die Rheinische met dirigent Karel Deseure en mezzosopraan Christianne Stotijn zie ook → p24
Friedrich Rückert ↘
en euforie 05
Friedrich Rückert genoot in de 19de en het begin van de 20ste eeuw een groot aanzien als dichter. Gustav Mahler deelde zijn quasi-oosters gevoel voor onthechting. Zo vergeestelijkt het karakter van de Rückert-Lieder die mezzosopraan Christianne Stotijn zal vertolken, zo aards en levenskrachtig voelt Robert Schumanns Derde Symfonie ‘Die Rheinische’. Die euforische stemming dankte hij aan een nieuwe positie en een gelukzalige wandeling langs de Keulse Dom aan de Rijn. Ook componist Bram Van Camp laat zich voor zijn jongste werk inspireren door de poëzie van Duitse dichters. Achter de hoogste pupiter staat dirigent Karel Deseure.
→
Tussen Die Rheinische (1850) van Schumann (1810–1856) en de Rückert-Lieder (1901) van Mahler (1860–1911) ligt een halve eeuw. Het werk van Schumann vormt de opmaat tot de hoogromantiek; hij maakte samen met Liszt en Wagner de muzikale weg vrij voor Mahler en Strauss. In de loop van die vijftig jaar was niet alleen het orkest veranderd en de manier van spelen geëvolueerd, maar ook de stijl.
Die Rheinische
Rückert-Lieder
Als dirigent bereidt Karel Deseure zich op verschillende manieren voor. “Soms” zo zegt hij, “zijn biografische elementen totaal irrelevant voor composities, maar bij de Symfonie nr. 3 van Robert Schumann ligt dat volgens mij anders. In zijn biografie van Brahms wijdt Jan Swafford een hoofdstuk aan Clara Schumann-Wieck en aan haar vriendschap met Brahms. Je krijgt hier echter ook een unieke schets van de laatste levensfase van haar echtgenoot Robert. Hij leed aan syfilis, en periodes van depressie en euforie wisselden elkaar af. Kort voor zijn Derde symfonie ‘Die Rheinische’ had Schumann in nauwelijks twee weken zijn celloconcerto gecomponeerd. Aansluitend voltooide hij in één maand de Derde symfonie. Het eerste en het laatste deel baden in een uitbundige sfeer die volgens mij gelinkt is aan de op dat moment manische stemming van de componist. Het kan de energie en de snelheid verklaren waarmee hij op anderhalve maand twee schitterende werken realiseerde.”
Friedrich Rückert (1788–1866) genoot in de 19de en het begin van de 20ste eeuw een groot aanzien als dichter. Ook Schumann toonzette zijn poëzie, maar zijn bekendheid dankt hij vandaag vooral aan de liederen die Mahler schreef. De vijf Rückert-Lieder vormen een hoogtepunt in het genre van het orkestlied. De instrumentatie is doorzichtig als kamermuziek, zodat het orkest de zangstem niet overstemt. Het componeren verliep parallel met het schrijven van de Vijfde symfonie waardoor er heel wat stilistische overeenkomsten zijn. Qua sfeer en harmonie refereert Ich bin der Welt abhanden gekommen — het bekendste van de vijf liederen — onmiskenbaar aan het Adagietto uit de Vijfde. De sombere sfeer van Um Mitternacht verwijst wellicht naar de bijna dodelijke afloop van Mahlers ziekte in het voorjaar van 1901. Niks daarvan in het najaar van 1901, toen hij kennismaakte met de mooie, intelligente en muzikale Alma Schindler. Kort na hun eerste ont moeting trouwden ze. Speciaal voor haar
←← Karel Deseure (links) & Bram Van Camp (rechts) © Tom De Visscher
waarin het orkest bepaalde vocale lijnen afwerkt, alsof de solist eindigt met een gedachtestreep. “Die staat er natuurlijk niet” zo verduidelijkt hij, “maar het orkest vult wel een bepaalde woordeloze gedachte in. De protagonist is natuurlijk de solist, maar het orkest vertelt zoveel meer. Het geeft kleur, voegt gedachten toe, creëert een bepaalde sfeer. Zelfs al zou je als luisteraar geen woord van de tekst begrijpen, dan nog zou je op het einde aanvoelen wat er in essentie gezegd werd.” Als dirigent ademt Karel Deseure letterlijk mee met de solist. “Ik doe dat met alle vocale muziek, ook opera’s. Je voelt hoe bepaalde stukken tekst op muziek liggen. Je krijgt bovendien inzicht in wat er nodig is voor het tempo, in wat er tijd nodig heeft, en waar er geademd moet worden. Ook bepaalde technische aspecten kunnen in de weg zitten, in de buurt van een passaggio — een overgang tussen vocale registers — bijvoorbeeld.”
schreef hij Liebst du um Schönheit, het laatste van de vijf liederen. Voor Karel Deseure is het heel bijzonder om deze liederen te dirigeren. “Mahler was zowel componist als dirigent, waardoor zijn partituren tezelfdertijd een handleiding zijn. Hij kende het klappen van de zweep zo goed, dat hij als componist al voorzag wat je als dirigent zou kunnen of willen doen. Soms overweeg je bijvoorbeeld om op bepaalde momenten te versnellen of te vertragen, maar net op die plaatsen staat er ‘nicht eilen’ of ‘nicht zögern’. Mahler heeft een manier van schrijven gevonden die zeer gedetailleerd is, al heb je binnen die details nog altijd een zekere vrijheid. Wat betekent ‘etwas beschleunigend’, ‘enigszins versnellend’? De grootte van zo’n versnelling hangt — in het geval van de Rückert-Lieder — niet alleen af van de solist, maar ook van de dirigent en het orkest, van de zaal, van de akoestiek…” Bij Mahler voegt het orkest een extra dimensie toe aan de zangpartij. Karel Deseure moet spontaan denken aan Ich bin der Welt abhanden gekommen
07
PROJECT IN DE KIJKER
Bram Van Camp Op vraag van Symfonieorkest Vlaanderen schrijft Bram Van Camp een werk voor mezzosopraan en orkest. Maar hoe doe je dat, tussen Die Rheinische van Schumann en de Rückert-Lieder van Mahler in? “Niet zo vanzelfsprekend” aldus Bram Van Camp. “De instrumentatie zal een muzikaal hoorbare link vormen met mijn nieuwe compositie, want de bezetting is dezelfde. Dat zal resulteren in een aantal referenties, maar nooit letterlijk. Ik kan natuurlijk niet om de prachtige partij voor althobo heen in Mahlers Ich bin der Welt abhanden gekommen. Dus ja, die althobo zal ook bij mij opduiken, maar waar en hoe, dat is aan de luisteraar om te ontdekken. En er zijn nog een aantal verbanden. Mijn compositie zal door dezelfde uitvoerders gezongen en gespeeld worden. Én ik gebruik Duitstalige poëzie, net zoals Mahler dus. Die zoektocht naar geschikte poëzie heeft trouwens veel langer geduurd dan voorzien. Alles was mogelijk zolang het mij raakte op een
manier dat ik er ook muziek bij hoorde. Uiteindelijk bleek één thema er bovenuit te steken: de dood. Het zijn romantische dichters — Theodor Storm en Rainer Maria Rilke — dus bij hen gaat het over liefde en dood. En blijkbaar gaat het bij mij ook over de dood. Ik heb in 2017 mijn vader verloren, een ingrijpende gebeurtenis die nu misschien weerklank zal krijgen in mijn muziek.” Bram Van Camp zal het orkest op verschillende manieren inzetten. “Het kamermuzikale aspect is een deel van het antwoord, maar ook Klangfarben, een techniek waarbij een melodielijn wordt opgebroken en verdeeld over verschillende instrumenten. Noem het ‘vervloeien’, het veranderen van de klankkleur tijdens het spelen. De vocale partij krijgt, zonder te vervallen in een laatromantische harmonie, toch een lyrische invulling. De teksten verplichten mij daartoe.” Johan Van Acker
Frans-Belgische uitstap
Jan Latham-Koenig → © Tom De Visscher
metDuitse horizon 08
INTERVIEW
Lekeu, Saint-Saëns
en Franck
→
Chef-dirigent Jan Latham-Koenig neemt in juni afscheid van Symfonieorkest Vlaanderen. Met werk van Lekeu, Saint-Saëns en Franck wordt het een Frans-Belgische uitstap, al is de Duitse einder nooit ver weg. Wat te denken van het Wagneriaanse karakter van het beklijvende Adagio pour Quatuor d’Orchestre van Guillaume Lekeu? Opmerkelijk voor een leerling van de Franse grootmeester César Franck! Geen spoor meer van die Germaanse invloeden bij SaintSaëns’ Eerste Celloconcerto. Verwacht u aan klassiek Frans strijkersvuurwerk, met een hoofdrol voor celliste Ella van Poucke, verbonden aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Met César Francks Symfonie in re klein trekt Jan LathamKoenig nog een laatste keer een kathedraal van klank op. Onvervalst à la française. 10
INTERVIEW
Frans-Duits liaison De uit Verviers afkomstige Guillaume Lekeu (1870–1894) studeerde Letteren en Filosofie aan de Sorbonne in Parijs, maar muziek bleek zijn echte passie. Bij César Franck leerde hij de kunst van het componeren. Ondanks die Franse leerschool, oefende de Duitse romantiek een grote aantrekkingskracht uit. Lekeu bewonderde Wagner zodanig dat hij bij een voorstelling in 1889 al tijdens de prelude van zijn opera Tristan und Isolde in zwijm viel. Het Wagneriaanse karakter van zijn Adagio pour Quatuor d’Orchestre uit 1891 hoeft dan ook niet te verwonderen. Het werk is opgebouwd rond een thema dat zich doorheen het werk beweegt, nu eens verstillend en tot rust komend, en daarna weer opklimmend tot een haast onbereikbaar hoogtepunt. “Alsof Lekeu hier een verband wil leggen tussen de Duitse geest en de Franse elegantie en charme”, zo zegt Jan-Latham Koenig. “Het is belangrijk om de 19de-eeuwse politieke en geografische context goed voor ogen te houden. België was een jong land, ontstaan in 1830. Zowel Vlaamse als Franstalige componisten werden beïnvloed door de dominante culturen uit de buurlanden Frankrijk en Duitsland. Bij Lekeu was dat niet anders. Deze partituur is ongetwijfeld een eerbetoon aan zijn mentor César Franck. Ze kreeg met Les fleurs pâles du Souvenir een passende ondertitel mee, een verwijzing naar Nevermore uit de poëziebundel Les Paradis van de symbolistische dichter Georges Vanor. Niet toevallig staan de innerlijke ervaringen centraal, met de nadruk op droombeelden en dood. Dat zal bij Lekeu door het overlijden van zijn geliefde leraar Franck zeker het geval geweest zijn.”
Tussen celloconcerto en symfonisch gedicht Saint-Saëns (1835–1921) componeerde tijdens zijn lange leven een omvangrijk oeuvre. Hij was nauwelijks tien toen hij het Parijse publiek verraste met een indrukwekkende uitvoering van pianoconcerto’s van Mozart en Beethoven. Als bisnummer speelde hij op vraag van de toehoorders één van de tweeëndertig pianosonates van Beethoven. Saint-Saëns schreef zijn Celloconcerto nr. 1 in 1872. “Een prachtige, eigenzinnige partituur”, zo benadrukt Jan Latham-Koenig. “Tegen alle gebruiken in, smeedde Saint-Saëns de drie delen samen tot één beweging. Ik beschouw het als een symfonisch gedicht, met een solopartij die meticuleus geïntegreerd is in het orkestrale geheel. Saint-Saëns schoof het romantische conflictmodel solist versus orkest resoluut terzijde. Toch sluit hij in de partituur voldoende dramatiek in om de centrale rol van de cellist tot het einde vast te houden. Ook voor het orkest blijft dit een interessant werk, want naast een begeleidende rol krijgt het de kans om zijn eigen weg te volgen. Als dirigent één van de redenen waarom ik zo van deze compositie hou”.
Een Franse symfonische kathedraal De weidse uitstraling van de Duitse muziek met haar bijhorende cultus van Beethoven tot Wagner, was na het debacle van de FransPruisische Oorlog (1870–1871) voor veel Franse kunstenaars een doorn in het oog. Een gezelschap van componisten, waaronder
Ella van Poucke Met een altvioliste als moeder, een trompettist als vader en een van de betere Nederlandse pianisten als broer kan je stellen dat celliste Ella van Poucke (° Amsterdam, 1994) uit een muzikaal gezin komt. Op 10-jarige leeftijd maakte ze haar debuut in het Concertgebouw Amsterdam. Na studies aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag en het Conservatorium van Amsterdam (bij Godfried Hogeveen), volgde ze van 2010 tot 2016 les bij Frans Helmerson aan de Duitse Kronberg Academy. Sinds september 2016 is Ella van Poucke artiest in residentie aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth, onder de leiding van Gary Hoffman. Ze bespeelt een cello van Pieter Rombouts (1667–1728), haar ter beschikking gesteld door een anonieme weldoener.
11 © Wouter le Duc
Camille Saint-Saëns en César Franck (1822–1870), richtte daarom in 1871 de Société nationale de musique française op. Het genootschap wilde Franse componisten aanmoedigen, o.a. door het organiseren van uitvoeringen van hun werk. Ook César Franck kon alle steun — zeker voor zijn symfonieën — gebruiken. “Al sinds de dood van Beethoven in 1827 had Duitsland een symbolisch hoederecht over het symfonische genre”, aldus Jan Latham-Koenig. “De enkele geniale symfonieën die Berlioz schreef, konden daar niks aan veranderen. De Franse romantiek draaide nu eenmaal om de stem, om salonliederen en om opera’s. Ook in het curriculum van Franck bekleedt de kameren orkestmuziek een marginale positie. Met zijn Symfonie in re klein zette hij in 1886 echter een belangrijke stap richting orkestraal repertoire. Zoals je van een organist kan verwachten, is deze symfonie heel ‘architecturaal’. Net zoals bij die andere organist-symfonicus Anton Bruckner, hanteert ook Franck een schrijfwijze die monolithische klankblokken met veel effect tegen elkaar uitspeelt”. Jan Latham-Koenig studeert elk werk grondig in. “Het is belangrijk”, onderstreept hij, “oog te hebben voor de traditie waarin een compositie ontstaat. Tijdgenoten spraken over de buitengewone vrijheid waarmee Franck zijn werken uitvoerde. Het Franse label Timpani gaf jaren geleden onder de titel Franck par ses élèves een cd-box uit die die stelling bevestigde. Het was een verzameling ‘eerste opnames’ uitgevoerd door muzikanten die les hadden gevolgd bij Franck of bij docenten die Franck persoonlijk hadden gekend. Philippe Gaubert leidt op deze opnames het orkest in de Symfonie in re klein met een buitengewone tempo-vrijheid. Ik ben ervan overtuigd dat deze benadering de architectuur van Francks symfonie niet alleen vorm geeft maar ook accentueert”.
Au revoir, maestro Met het concert Franco-Belge neemt Jan Latham-Koenig afscheid van Symfonieorkest Vlaanderen. “Het waren boeiende en verrijkende jaren, waarin ik met het orkest belangrijke stappen vooruit heb gezet. Vooral aan de ontwikkeling van een eigen klank heb ik veel zorg besteed. Laat dat de erfenis zijn die ik vol vertrouwen nalaat”. Johan Van Acker
Concert Franco-Belge programma Guillaume Lekeu (1870–1894) Adagio pour Quatuor d’Orchestre, Camille Saint-Saëns (1835–1921) Celloconcerto nr. 1, op. 33, César Franck (1822–1890) Symfonie in re klein met dirigent Jan Latham-Koenig en solist cello Ella van Poucke zie ook → p24
Gameeop muziekreis
Ga naar www.cultuurreizen.be voor nog meer muziekreizen, reisprogramma’s, informatie en inschrijvingen
Houdt u van klassieke muziek? En heeft u zin om eens een concert in het buitenland mee te maken? Dan is een muziekreis van Davidsfonds Cultuur reizen iets voor u. Ontdek het programma voor dit voorjaar met reizen naar o.a. Amsterdam, Versailles en Riga!
met Davidsfonds Cultuurreizen
12 Davidsfonds Cultuurreizen bestaat al meer dan vijftien jaar en organiseert cultuurreizen in groep naar bestemmingen in binnenen buitenland. Citytrips, rondreizen, cruises en… muziekreizen. Tijdens een muziekreis reist u in een kleine groep van muziekliefhebbers naar boeiende bestemmingen met knappe concerten door gerenommeerde uitvoerders. En dat terwijl u begeleid wordt
door een deskundige, van wie u vóór elk concert een uitgebreide inleiding krijgt. Zo kunt u in de beste omstandigheden — en vanaf zeer goede plaatsen — genieten van muziekfestivals, bekende en minder bekende opera’s en unieke concerten. Dit voorjaar staan er heel wat parels op u te wachten. Schrijf u snel in als u nog mee wilt met een van de volgende reizen:
Bachs Johannespassie in Amsterdam Een concert meemaken in het Concertgebouw Amsterdam is op zich al een ervaring door de fenomenale akoestiek. Doe daar een van Bachs meesterwerken bij en het wordt een onvergetelijke muzikale beleving. Daguitstap op 14.04 2019 met Karel Van Cauwenberghe
Opera in Riga © Shutterstock
Het Huelgas Ensemble © Melle Meivogel
Symfonieorkest Vlaanderen in Arnhem
Opera in Riga
Oude muziek in Dijon
Volg Symfonieorkest Vlaanderen, mezzosopraan Christianne Stotijn en dirigent Karel Deseure naar Nederland voor hun concert in de gloednieuwe concertzaal van Arnhem. En treed in de voetsporen van Schumann en Mahler tijdens een bezoek aan de indrukwekkende middeleeuwse stad.
In Riga, de hoofdstad van Letland, vindt elk jaar het Riga Opera Festival plaats. Dat staat garant voor mooie opera’s uit het grote repertoire, waarvan u er twee meemaakt: Wagners dramatische opera Der fliegende Holländer en Poulenc’s tragische Dialogues des Carmélites.
Maak het unieke Pinksterfestival van het Huelgas Ensemble onder leiding van Paul van Nevel mee in het sfeervolle dorpje Talent vlakbij Dijon. Denk aan a capella muziek, nachtelijke lamentaties en een groots slotconcert waarvan u mee de programmatie bepaalt!
Reis van 13 t/m 14.05 2019 met Waldo Geuns
Reis van 06 t/m 09.06 2019 met Johan Uytterschaut
Reis van 07 t/m 10.06 2019 met Waldo Geuns
Verstailles © Shutterstock
Koninklijke muziek in Versailles Wist u dat er in Versailles ook heel wat muzikaals te beleven valt? Zoals Les Grands Eaux Nocturnes, een magisch spektakel met licht, muziek, dansende fonteinen en vuurwerk. En openluchtvoorstellingen, waarvan u er tijdens de reis eentje bijwoont. Reis van 06 t/m. 08.07 2019 met Els Van Hoof
13
TIJDENS WORKSHOPS, WEDSTRIJD & CONCERT
ACOUSTICPOWER.BE
Muziek maken
www.ronaldbrautigam.com
Ronald Brautigam, een van de grootste pianisten van Nederland, speelt Beethovens muziek schijnbaar zonder nadenken. Toch noemt hij zich liever een groot liefhebber dan een specialist. Samen met Symfonieorkest Vlaanderen voert hij het Derde pianoconcerto van de Duitse componist uit. Brautigam vergeet nooit dat de pianist een dienaar van de componist is. “Moest Beethoven in de zaal zitten, dan zou hij niet al te knorrig mogen reageren.” Een gesprek. — Lien Vanreusel
14
Ronald Brautigam → © Marco Borggreve
TALENT UITGELICHT
is een roeping Concert FestaItaliana! programma Jawher Matmati (°1993) Entre-Tons, Gioacchino Rossini (1792–1868) L’Italiana in Algeri (ouverture), Ludwig van Beethoven (1770–1827) Pianoconcerto nr. 3, op. 37, Giacomo Puccini (1858–1924) Crisantemi, Felix Mendelssohn (1809–1847) Symfonie nr. 4, op. 90 — Italiaanse met dirigent Jan Latham-Koenig en solist piano Ronald Brautigam zie ook → p24
“ Ik ben als het ware alleen met Beethoven en probeer zo diep mogelijk in zijn muziek te graven.”
Je carrière begon met Beethoven en nu krijgt hij weer je volle aandacht. Waarom is dat zo? Bij sommige componisten moet ik heel hard werken om te weten hoe hun muziek in elkaar zit, maar bij Beethoven gaat dat vanzelf. Ik ben gek op zijn muziek en vind het een enorme luxe dat ik die vaak kan spelen. Beethoven heeft een andere esprit dan bijvoorbeeld Haydn en Mozart. In zijn muziek klinkt af en toe een zwarte humor die hij ook had in de omgang met vrienden. Zeker als jongeman maakte hij de dingen soms onnodig ingewikkeld voor andere pianisten. Soms kun je hem als het ware zien gniffelen achter zijn schrijftafel: “Ha, dat heb ik toch weer leuk gedaan”. Dat zijn heel mooie momenten. Samen met Symfonieorkest Vlaanderen speel je het Derde pianoconcerto van Beethoven, een ontzettend bekend stuk. Hoe houd je het boeiend? De Nederlandse dirigent Frans Brüggen heeft het ooit heel mooi uitgelegd aan zijn orkest: “Je moet spelen alsof de inkt op het papier nog nat is”. Zo is dat. Ik ben als het ware alleen met Beethoven en probeer zo diep mogelijk in zijn muziek te graven. Aan dat proces kun je je hele leven blijven werken. Ik doe zo goed mogelijk wat er in de tekst staat, zonder in de weg te willen staan tussen de componist en de muziek. Hoe belangrijk was je leraar Rudolf Serkin voor je? Rudolf Serkin gaf me een enorm ontzag voor de componist mee. Al die noten, boogjes en puntjes staan er niet voor niets: je moet je er aan houden. Die eerlijkheid is later in mijn leven steeds belangrijker gebleken. Er zijn honderdduizenden pianisten en maar één Beethoven. Kom ik onder een auto terecht, dan staat er een andere pianist klaar om mijn concerten over te nemen. Zonder Beethoven zouden we toch het een en ander moeten missen. Je speelt zowel op historische instrumenten als op een moderne vleugel. Op oude instrumenten kom je dichter bij de klankwereld van de componist. Het is interessant om op zo’n instrument te onderzoeken waar ideeën
vandaan komen. Ik probeer iets van de geborgenheid van oude instrumenten mee te nemen naar de grote vleugel. Daarom ga ik nog niet heel anders spelen: de muziek blijft dezelfde, het instrument is alleen een hulpmiddel. Speel ik met een modern orkest, dan kies ik uiteraard voor een modern instrument. Historische vleugels zijn kleiner en lichter van klank, en dat kan enorme balansproblemen met zich meebrengen. De zalen zijn tegenwoordig immers veel beter ingericht voor grote piano’s. Naar verluidt wilde je ooit scheikunde studeren… Dat is zo, maar nu ik ben blij dat er een wetenschapper aan me is verloren gegaan. Al is muziek ook een soort wetenschap, maar dan een hele leuke. De nootjes op papier moet je terugbrengen tot het mooie, klinkende geheel dat een componist in zijn hoofd had. Dat kun je vergelijken met het eten dat je krijgt in een vliegtuig. Het was waarschijnlijk lekker voor het werd gevriesdroogd en weer teruggebracht tot iets eetbaars. Ik probeer dat eten zijn oorspronkelijke, heerlijke vorm terug te geven. Dan hebben we het nog niet over de wiskundige schoonheid die je bijvoorbeeld bij Bach vindt. Muziek heeft veel te maken met natuurkunde. Kijk maar hoe een snaar werkt: verdeel je die precies in het midden, dan klinkt ze een octaaf hoger. Aan de andere kant moet je er muziek van maken, en dan ben je meer bezig met psychologie of filosofie dan met wiskunde. Die rare mix van beta- en alfawetenschappen maakt het zo leuk. Hoe blijf je verdergaan? Bij muziek heb je nooit het gevoel dat je er voor honderd procent bent. Je kunt blijven aftasten wat er omging in het hoofd van Beethoven of een andere componist. Muziek maken geeft natuurlijk ook ontzettend veel energie. Hoe langer ik het doe, hoe liever. Het is geen beroep voor mij, maar een roeping. Ik heb nog zoveel nieuwe ideeën, dat ik denk dat ik voorlopig flink achter mijn piano blijf zitten.
Schumanns
16
Symfonie nr. 3 Blijaan deRijn
Concert onder de loep DieRheinische programma Bram Van Camp (°1980) Creatie voor mezzosopraan en orkest, Gustav Mahler (1860–1911) Rückert-Lieder, Robert Schumann (1810–1856) Symfonie nr. 3, op. 97 — Die Rheinische met dirigent Karel Deseure en mezzosopraan Christianne Stotijn zie ook → p24
Was Robert Schumann een geplaagde figuur, in de winter van 1850 had hij reden tot glimlachen. Hij was net aangesteld als stedelijk muziekdirecteur van Düsseldorf en aldaar door orkest en koor feestelijk onthaald. Ter verkenning van het Rijnland trok de componist met zijn geliefde Clara verder stroomopwaarts om er onder andere de nog niet geheel voltooide, maar kennelijk reeds indrukwekkende Kölner Dom te aanschouwen. Deze gelukkige levensepisode vond bij terugkeer uitdrukking in een gloednieuwe symfonie. Hoe kon het anders? Voor geen andere componist dan Schumann was het eigen gevoelsleven zo vervlochten geweest met zijn muziek. Het resultaat was een energieke vijfakter die bruiste en meanderende capriolen maakte als was het de Rijn zelf. Bittere noot: het werd zijn laatste symfonie. Alle optimisme ten spijt liep zijn dirigentschap al na drie jaar op de klippen en steeds vaker werd hij geplaagd door gehoorhallucinaties. Deze innerlijke stemmetjes (eerst engelachtig dan monsterlijk) en een aanhoudende toon (een hoge la) dreven hem uiteindelijk tot de zelfmoordpoging die zijn voortijdig einde zou inluiden. Hij sprong met name van een brug… in de Rijn. — Régis Dragonetti
De 5 muziekfragmenten uit Schumanns Symfonie nr. 3 (Die Rheinische) kan u beluisteren via onze website www.symfonieorkest.be. Of scan de QR codes en begin meteen met luisteren. Veel lees-, luister- en ontdekkingsplezier!
1
4
2
5
3
17
ONDER DE LOEP
Lebhaft 1
Echte programmatische uitbeelding had de componist niet voor ogen. Schumann’s Rijn is dan ook minder — sja — nat dan pakweg Smetana’s Moldau. In tegenstelling tot het symfonische gedicht van die laatste staat bij Schumann het gevoel centraal. Toch is het niet moeilijk in het heroïsche openingsthema een machtige stroom te ontwaren. Zo machtig zelfs dat de rivier onze kleinmenselijkheid overstijgt, of toch tenminste ons gevoel voor ritme. Dat komt door zogeheten ‘hemiolen’. Schumann roeit als het ware tegen zijn eigen driekwartsmaat in door de muziek hier en daar anders te groeperen (één-twee-één-twee-één-twee in plaats van één-twee-drie-ééntwee-drie). Dat zorgt voor een ritmische deining, die kenmerkend is voor de hele beweging..
Scherzo: Sehr mäßig
2 Na het geklots van het eerste deel, hijsen we ons op de oever van het tweede. Daar worden we meteen tot een dans uitgenodigd. Het is de Ländler. In wezen is die niet eigen aan de Rijnstreek, maar hij brengt ons in een min of meer bucolische stemming. Denk: vrolijke boerenmensen en enig zondags vertier. De eenvoudige snit van de melodie contrasteert aangenaam met de openingsbeweging en zet ons terug met de voeten op de grond.
Nicht schnell
3 Het middelste deel, bedoeld als intermezzo, heeft een uitgesproken vredig karakter. Een tikje dromerig klinkt het zelfs, zoals Schumanns alterego Eusebius, die in zijn vroege pianowerken regelmatig de kop op stak. Toch zijn er genoeg verrassende
harmonische wendingen die de rust noodzakelijkerwijs verstoren. Helemaal op het einde lijken de lage strijkers met hun trage, onheilspellende tremelo een grimmig vraagteken aan te brengen, alsof ze willen beduiden dat de Rijn ook minder fraaie kanten heeft…
Feierlich
4
‘Im Rhein, im heiligen Strome / Da spiegelt sich in den Well'n, / Mit seinem großen Dome Das große, heilige Köln.’ In 1840 al zette Schumann onder meer dit kwatrijn van Heinrich Heine op muziek in zijn liederencyclus Dichterliebe. Tien jaar later inspireerde het (neo) gotische bouwwerk, de echte aanschouwing ervan deze keer, hem tot de plechtige vierde beweging. Naar het schijnt ging het meer bepaald om een bisschoppelijke ceremonie. Waar of niet, het tempo laat zich inderdaad accuraat beschrijven als ‘voortschrijdend’, alsof de sleep van priesterlijke gewaden elke poging tot accelerando (van de violen bijvoorbeeld) in de kiem smoort. Hoe zou u zelf zijn, in het licht van de eeuwigheid, voor de gelegenheid stemmig gefilterd door gekleurd glas in lood.
Lebhaft
5 Schumann verdrijft de wierook met een snelle en vitalistische finale. Vinnige syncopes en fel gemarkeerde tegentijden brengen er de Schwung in. Naar het einde toe krijgt het geheel zowaar iets triomfantelijks. De celli rakelen in de coda nog even het thema van het voorgaande deel op, maar het levensdronken koper vuurt het slot-stretto tot een hoogtepunt van formaat. Zo ziet redding op aarde eruit, lijkt het wel. De handen gaan op elkaar. De dirigent buigt en ook de componist was blij. En de Rijn? Die stroomde verder.
Orkest op zwier Op stap gaan en bruggen bouwen: de muzikanten van Symfonieorkest Vlaanderen doen niets liever. Vorig jaar trokken ze met trommels en trompetten door het kinderziekenhuis van het UZ Gent, en dat project krijgt nu een vervolg. Het orkest gaat ook opnieuw naar Engeland voor een concerttournee langs vier steden én naar de tweede editie van het prestigieuze MuCH Waterloo Festival. In eigen tuin is Symfonieorkest Vlaanderen natuurlijk weer van de partij tijdens Côté Jardin, de jaarlijkse muzikale picknick van Muziekcentrum De Bijloke. — Lien Vanreusel
18
ORKEST ON THE ROAD
Net voor de Brexit concert FestaItaliana! UK DO 14.03, 19:30, Middlesbrough Theatre — www.middlesbroughtheatre.co.uk VR 15.03, 19:30, Cadogan Hall London — www.cadoganhall.com ZA 16.03, 19:30, G Live Guildford — www.glive.co.uk ZO 17.03, 19:30, Theatre Royal Norwich — www.theatreroyalnorwich.co.uk Dirigent Jan Latham-Koenig neemt Symfonieorkest Vlaanderen opnieuw mee naar zijn thuisland. Samen met pianist Filippo Gorini speelt het orkest in vier Britse steden muziek van Beethoven, Mendelssohn, Rossini en Puccini. De waardering voor klassieke muziek is groot in het Verenigd Koninkrijk: enkel Duitsland en Oostenrijk tellen meer concert gangers onder hun inwoners. De Britten zijn bovendien tuk op Symfonieorkest Vlaanderen, dat ze wel eens ‘hun meest lokale internationale orkest’ noemen. De
spits wordt afgebeten in Middlesbrough, een klein industriestadje in het noordoosten van Engeland met een fantastische muziekgeschiedenis. Niemand minder dan Sergej Rachmaninov, Yehudi Menuhin en Edward Elgar waren er ooit te gast… In Londen trekt Symfonieorkest Vlaanderen naar de Cadogan Hall, een kerk die vijftien jaar geleden werd omgebouwd tot een concertzaal met een schitterende akoestiek. Op korte tijd groeide ze uit tot een belangrijke pleisterplaats van het Londense concertleven. Tot slot gaat het
orkest naar de Guildford Hall net buiten Londen, die in 2000 werd opgericht, en naar het Norwich Theatre Royal, een zaal uit de jaren zestig. Zoals het er nu naar uitziet, is Symfonieorkest Vlaanderen het laatste buitenlandse orkest dat nog voor de Brexit in deze concertzalen speelt. Concertorganisatoren én het Britse publiek wachten vol spanning op wat volgt, maar van deze concerten kunnen ze alvast met volle teugen genieten.
Een muzikale picknick op verkiezingsdag Côté Jardin Gratis muzikale picknick op De Bijlokesite Côté Jardin is een project van Muziekcentrum De Bijloke ZO 26.05, vanaf 11:00, Bijlokesite Gent De gezelligste picknick van het jaar, dat is Côté Jardin op de Bijlokesite. Het Gentse muziekcentrum palmt op zondag 26 mei gewoontegetrouw de binnentuin in. Jong en oud zijn welkom op dit gratis muziekfeest op een van de heerlijkste plekken van Gent. Voor veel (niet-) Gentenaars is Côté Jardin een begrip: ze kwamen de voorbije jaren in groten getale met hun deken en picknickmand naar de Bijlokesite. Van ’s ochtends tot in de late uurtjes word je er verwend met muziek, van klassiek tot nieuwe muziek en jazz. Het aanbod is een staalkaart van wat muziekcentrum De Bijloke het hele jaar door te bieden heeft. Côté Jardin is voor veel mensen een mooie gelegenheid om hun drempelvrees voor de concertzaal
concert Franco-Belge ZA 15.06, 20:15, St. John’s International School Waterloo — www.musicchapel.org
te overwinnen. Het is ook de start van de losse ticketverkoop van het nieuwe muziekseizoen van Muziekcentrum De Bijloke. Bovendien werken die dag heel wat organisaties van de Bijlokesite samen aan één project, en dus mag ook Symfonieorkest Vlaanderen niet ontbreken. Het orkest heeft sinds 2017 zijn stek op de Bijlokesite en voelt zich er helemaal thuis. En wat is er mooier dan musiceren voor eigen deur? Het orkest speelt opnieuw samen met zijn buren van de International Opera Academy, die eveneens sterk inzet op talentontwikkeling: jonge zangers worden er twee jaar lang intensief voorbereid op een operacarrière. Na Mozart en Rossini vorig jaar kiezen ze nu voor het lichtere genre met jazzy nummers.
ORKEST ON THE ROAD
SOV Express, muziek in het kinderziekenhuis Project UZ Gent WO 05.06, Kinderziekenhuis Prinses Elisabeth Chronisch en zwaar zieke kinderen brengen veel tijd door in het kinderziekenhuis. Voor kinderen met kanker worden regelmatig acties georganiseerd: dat is zo gegroeid dankzij de goede werking van het Kinderkankerfonds. Maar er zijn natuurlijk ook andere chronisch zieke kinderen, en daarom verraste Symfonieorkest Vlaanderen vorig jaar het hele kinderziekenhuis met een flashmob. Op een drukke woensdag speelden de muzikanten in de wachtkamer een concertje op kindermaat. Daarna verspreidden ze zich over de gangen en de kamers van de kinderen. Prof. dr. Van Daele, het diensthoofd van het kinderziekenhuis, vertelt hoe dat ging: “De muzikanten maakten olifantengeluiden in de gangen, de kinderen kregen slagwerkles en gaven een klein optreden… Ik liep mee met een
De Villa Medici van België
groepje, en de glimlach op het gezicht van de kinderen was goud waard. De ouders en kinderen waren even weg van de realiteit, er kwam plezier in de plaats.” Het UZ Gent heeft een goed zorgplan voor de pediatrie: pedagogische medewerkers bereiden de kinderen dagelijks voor op onderzoeken en procedures, er is spelbegeleiding… Maar wanneer een organisatie als Symfonieorkest Vlaanderen zich aanbiedt, dan wordt die met open armen ontvangen: muziek brengen in een ziekenhuis doorbreekt echt wel het ‘ziek-zijn’. Prof. dr. Van Daele: “Ik denk dat iedereen aanvoelt dat kunst troostend is en veel kan losmaken. Ik heb nog nooit zoveel lachende gezichten gezien in de kinder kliniek. Hoewel… Als de Sint op bezoek komt, is dat ook het geval. (lacht)” In juni dit voorjaar krijgt het mooie project een vervolg.
Voor de derde keer op rij organiseert de Muziekkapel Koningin Elisabeth het MuCH Waterloo Festival, en dit wordt een extra feestelijke editie. Het is immers precies tachtig jaar geleden dat de Muziekkapel werd ingehuldigd. “Een moderne Villa Medici”, zo omschreef een toenmalige muziekcriticus de organisatie die er kwam op initiatief van de Belgische violist en componist Eugène Ysaÿe. Jaar na jaar scholen getalenteerde jonge muzikanten zich er in een omgeving die aanzet tot excellentie. Tot ver over de landsgrenzen heen is de Muziekkapel Koningin Elisabeth een referentie, en dat heeft alles te maken met de unieke aanpak. Gereputeerde docenten en getalenteerde jonge musici wisselen tijdens masterclasses ervaringen uit en geven ook samen concerten. De jonge Nederlandse celliste Ella Van Poucke is een van de musici in residentie. Zij treedt op met Symfonieorkest Vlaanderen, dat voor de tweede keer present tekent op het MuCH Waterloo Festival. Ella Van Poucke heeft een trackrecord om ‘u’ tegen te zeggen: in 2017 won ze de Premio Chigiana di Siena en in 2018 ontving ze de prestig ieuze Nederlandse Grachtenfestivalprijs. Ze vond ook vlot de weg naar de internationale podia en orkesten. Met het Celloconcerto van Camille Saint-Saëns kiest ze voor een uitdagend stuk dat erg geliefd is bij het grote publiek, en dus heel geschikt voor een festivalconcert.
19
Wie roert 20
de trom
Wat een liefde voor muziek. Wim De Vlaminck, sinds jaar en dag slagwerker bij Symfonieorkest Vlaanderen, spreekt vol vuur over zijn rol in het orkest. Ook zijn hobby’s hebben zonder uitzondering met muziek te maken. Die passie begon in de muziekwinkel van zijn ouders, van wie hij als vijfjarige zijn eerste trommel kreeg. Vele jaren later staat zijn huis vol met slaginstrumenten — sommige zijn zo oud als België.
←← Wim De Vlaminck © Tom De Visscher
Hoe word je slagwerker?
Ik ben in Kortrijk opgegroeid tussen de instrumenten: mijn ouders hadden een muziekwinkel met trommels, trompetten, partituren… Ik heb wel honderden drum stellen uitgepakt en in elkaar gestoken! Bovendien werd ik trommelaar in de fanfare. Daar ligt mijn roots, net als bij veel slagwerkers. Ik speelde vroeger ook trompet en piano. Waarom het uiteindelijk slagwerk is geworden? Misschien omdat je met die instrumenten elke muziekstijl kunt spelen.
Herinner je je eerste muzikale ervaring?
Ik was gefascineerd door de fanfare die door mijn straat trok, en op mijn vijfde liep ik zelf mee. Ik weet nog hoe het vel van mijn eerste trommeltje stuk ging: daar ben ik een week lang niet goed van geweest. Mijn eerste paar stokken staan helemaal krom, maar ik heb ze nog altijd.
21
HIT-AND-RUN
Had je ooit een plan B naast de muziek?
Toen mijn vader stopte met werken, dachten mijn broer en ik er even over om de muziek winkel over te nemen. Uiteindelijk hebben we het niet gedaan. Nu denk ik dat het de juiste beslissing was, want het is niet eenvoudig om op te boksen tegen de internetverkoop.
Is een slagwerker een teamspeler? Zeker: we steken heel wat antennes uit. Soms spelen we samen met de contra bassen, dan weer met de koperblazers voor de ritmische delen, of heel zacht op de triangel samen met de concertmeester… De timing is belangrijk, want in de zaal moet alles samen klinken. Daarom moet je op precies de goede tel beginnen.
Welk stuk speel je echt heel graag? Beethovens Negende is zijn enige symfonie waarin het slagwerk een rol speelt, en dan nog alleen in de finale. Hij gebruikt er enkel
de kleine instrumentjes. De cadans en de eenvoud waarmee hij dat doet, maken het moeilijk maar ook heel leuk. Het laatste kwartier van die symfonie is even lastig, mooi en tof als de Boléro van Ravel.
Hoe is de sfeer in het orkest?
Die is opperbest en ook de omkadering is prima, van de leiding tot het transport. We hebben nu bovendien onze eigen stek in de Bijloke. Er is veel aandacht voor hedendaagse muziek en dat is altijd leuk voor slagwerkers: door het grote instru mentarium worden we veel meer betrokken dan in sommige klassieke symfonieën, waar het soms lang wachten is voor we aan de beurt zijn. Ik speel al eenendertig jaar bij Symfonieorkest Vlaanderen, en in al die tijd heb ik het orkest zien evolueren. De collega’s van dertig jaar geleden zijn in de minderheid, maar de gedrevenheid van de jonge muzikanten gaat heel goed samen met onze ervaring.
→
Hoe bereid je je voor op een concert?
Enkele weken op voorhand verdeel ik de partituren van de slagwerkers. Ik heb dan ook een zicht op de andere partijen. Een dag of twee, drie voor het concert spelen we voor het eerst samen. Een slagwerker moet soms meer organiseren dan spelen: instrumenten opstellen, blaadjes draaien, stokken klaarleggen… dat is typisch voor ons beroep en het is moeilijker dan je denkt. Zeker bij hedendaagse muziek kun je een eilandje hebben met wel tien instrumenten.
Op welke instrumenten speel je?
In het slagwerk heb je een onderscheid tussen de ritmischere instrumenten zoals de basdrum en de tamboerijn, die ik bespeel, en de melodischere instrumenten, zoals de marimba. Die twee groepen overlappen elkaar. En dan is er de paukenist, die een vak apart heeft. Ik speel op periode- instrumenten en gebruik altijd kalfsvel,
dat transparanter klinkt; er zijn niet zoveel slagwerkers die dat doen. Ik verkies dus de ‘oldtimer’ boven een moderne Yamaha, al is dat natuurlijk ook een schitterend instrument.
deden alleen maar Vlamingen en misschien enkele Nederlanders auditie bij het orkest. Nu kan iedereen uit heel Europa en daarbuiten meedoen: de concurrentie is groot, zeker bij slagwerkers.
Heb je verborgen niet-muzikale talenten?
Symfonieorkest Vlaanderen heeft ook projecten buiten de concertzaal. Wat vind je daarvan?
De muziek was van kleins af aan de rode draad in alles wat ik doe. Ik ben een echte verzamelaar en verdiep me in de geschie denis van de trommel. In elke kamer van mijn huis staan wel mooie en waardevolle instrumenten. Mijn oudste exemplaar dateert uit 1832. Die oude trommels zijn gemaakt van natuurlijke materialen zoals hout, koper, vlaskoord en leder. Ik gebruik ze allemaal: in het orkest zijn ze altijd benieuwd naar wat ik meebreng…
Heb je een gouden tip voor startende muzikanten?
Ze moeten het vooral graag doen en een bewuste keuze maken. Toen ik begon,
We zijn een heel flexibel orkest en dat is fijn. Vorig jaar trokken we naar het kinder ziekenhuis van het UZ Gent: we speelden in de kamers en de gangen, gaven er workshops… Al kunnen we geen kinderen genezen, we hebben hen wel een mooie dag bezorgd. Toen mijn dochter klein was, bracht ze drie jaar van haar leven door in het kinderz iekenhuis. Ik weet dus hoe zwaar dat is en met dit project kan ik iets terugdoen. De nieuwe editie dit voorjaar wil ik voor geen geld ter wereld missen. Lien Vanreusel
22 In 2020 viert Symfonieorkest Vlaanderen zijn zestigjarig bestaan.. dus concertseizoen 2019–20 wordt een knallend feest met concerten die u niet wil missen! Eind april valt de nieuwe jaarbrochure bij u in de bus. Start ticketverkoop → bestaande abonnementen hernieuwen: vanaf MA 06.05 t/m VR 31.05 → nieuwe abonnementen: vanaf MA 03.06 → losse tickets: vanaf MA 17.06
Hoe hernieuwt u uw abonnement? Uw huidige abonnement hernieuwen kan per mail, per post, telefonisch (MA–VR 10:00–13:00) of ter plaatse op DO 09.05 in Concertgebouw Brugge of op ZO 12.05 in deSingel Antwerpen. Pop-up bespreekbureau! In de eerste week van de periode voor het hernieuwen van abonnementen zijn we in Brugge en Antwerpen telkens één dag aanwezig met een pop-up bespreekbureau. Onze medewerkers helpen er u graag bij het hernieuwen van uw abonnement. → DO 09.05, 11:00 t/m 22:30, Concertgebouw Brugge (inkomhal) → ZO 12.05, 11:00 t/m 18:00, deSingel Antwerpen (inkomhal)
Meer informatie over het hernieuwen van uw abonnement vindt u in de nieuwe jaarbrochure.
EXPERIMENT/BEELDENDE KUNST/THEATER/JAZZ/ACTU KLASSIEKE MUZIEK/POËZIE/ DESIGN/FOTOGRAFIE/DANS/ OUDE MUZIEK/LITERATUUR/ OPERA/ARCHITECTUUR/A FILOSOFIE/FILMMUZIEK/I GESCHIEDENIS/ERFGOED/GRA HEDENDAAGSE MUZIEK/FESTI POLITIEK/ECONOMIE/WORLD PERFORMANCE/SOCIOLOGIE/ CHANSONS/ SOUNDSCAPE
23 Klara_sponsor_ad_207x152.indd 1
6/03/18 07:30
ZA 18 MEI 2019
BUDAPEST FESTIVAL ORCHESTRA
Symfonieorkest Vlaanderen in De Bijloke Ontdek het volledige seizoen 19-20 op www.debijloke.be
Symfonieorkest Vlaanderen met
© Marco Borggreve
Liza Ferschtman - Kurt Bertels - Andrew Tyson - Lorenzo Gatto - Pieter Wispelwey Johannes Moser - Pavel Kolesnikov
Bepaal zelf welke muziek je te horen krijgt Een onschuldige hand selecteert drie composities uit een longlist van orkestmuziek. En dan is het aan jou: door te klappen stem je voor jouw favoriet. Voor wie zich graag laat verrassen…
Info & tickets: +32 70 22 12 12 In&Uit: ‘t Zand 34, Brugge concertgebouw.be
Info & tickets via 09 323 61 00 of www.debijloke.be
160 CB SYMFONIEORKEST VLAANDEREN - BUDAPEST FESTIVAL.indd 1
12/02/2019 08:37
kalendermaa → juni2019 FestaItaliana!
Dirigent Jan Latham-Koenig / Pianist Ronald Brautigam Concerten UK: pianist Filippo Gorini DO 14.03, 19:30 MIDDLESBROUGH THEATRE, UK
ZA 30.03, 20:00 CC ZWANEBERG HEIST-OP-DEN-BERG
VR 15.03, 19:30 CADOGAN HALL LONDON, UK
ZO 31.03, 19:30 THEATER OBERHAUSEN, DE
ZA 16.03, 19:30 G LIVE GUILDFORD, UK
MA 22.04, 20:00 O.L.V.-TER DUINENKERK KOKSIJDE
ZO 17.03, 19:30 THEATRE ROYAL NORWICH, UK
Côté Jardin
Gratis muzikale picknick op De Bijlokesite ZO 26.05, VANAF 11:00 BIJLOKESITE GENT Côté Jardin is een project van Muziekcentrum De Bijloke
DieRheinische
DO 21.03, 20:15 CC DE WARANDE TURNHOUT
Dirigent Karel Deseure / Mezzosopraan Christianne Stotijn
Franco-Belge
ZA 23.03, 20:00 CC DE SPIL ROESELARE
DO 09.05, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE
DO 06.06, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE
ZO 24.03, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN*
ZO 12.05, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN
WO 27.03, 20:00 PARKSTAD LIMBURG THEATERS HEERLEN, NL
MA 13.05, 20:00 MUSIS ARNHEM, NL
ZA 15.06, 20:15 ST. JOHN’S INTERNATIONAL SCHOOL WATERLOO
VR 29.03, 20:00 MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT*
DI 14.05, 20:00 PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN BRUSSEL
DI 19.03, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE*
Dirigent Jan Latham-Koenig / Celliste Ella van Poucke
ZO 16.06, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN
* Gratis muzikaal voorprogramma
24
Symfonieorkest Vlaanderen Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent +32 9 292 75 57, info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be reknr. BE06 7330 1321 0622 BIC KREDBEBB Werkten mee aan deze uitgave: redactie: Wiske Renders grafisch ontwerp: Lieven Haneca & Johny Van de Vyver foto’s: Tom De Visscher, druk: Graphius nv Programma’s onder voorbehoud van wijzigingen V.U.: Frederik Styns Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent Symfonieorkest Vlaanderen wordt gesteund door
Symfonieorkest Vlaanderen is in residentie in
info & tickets
www.symfonieorkest.be tickets@symfonieorkest.be +32 9 292 75 57 ma—vr 10:00—13:00
Muziekcentrum De Bijloke Gent www.bijoke.be, 09 323 61 00 di—vr 13:00—17:00 CC De Warande Turnhout www.warande.be, 014 416 991 CC De Spil Roeselare www.despil.be, 051 265 700 CC Zwaneberg Heist-op-den-Berg www.zwaneberg.be, 015 250 770 St. John’s International School Waterloo www.musicchapel.org, 02 352 01 17 O.L.V.-Ter Duinenkerk Koksijde www.paasconcert.be