SYMFOZINE 87

Page 1

dec 2019 →  feb 2020

© Wouter Maeckelberghe

Stefaan De Winter, onnozelaar INTRO

Kurt Bertels over Paul Gilson INTERVIE W

04

Yeol Eum Son

08

Scheherazade

TALENT UITG ELICHT

700 km in vogelvlucht

16

18

De roadies van de klassieke muziek HIT-AND -RUN

250 jaar Beethoven PROJ EC T IN DE KIJ KER

14

ONDER DE LOEP

02

ORKEST ON THE ROAD

20

n°87


02

INTRO

Onnozelheid is mijn bron van inspiratie, mijn kinderlijke vrijheid, mijn kracht…


Onnozelaar ←← Stefaan De Winter © Tom De Visscher

03

INTRO

Op mijn 8ste begon ik te zingen in Cantate Domino uit Aalst. Het koor bestaat inmiddels 60 jaar, in ware traditie enkel knapen en mannen. Over heel de wereld oogstten we succes met onze concerten, maar op de speelplaats keken de voetballende klasgenoten me maar raar aan. Stefaan is een onnozelaar, witte kousen, grijze korte broek, wit hemd. Daarna studeerde ik klassieke zang aan het conservatorium en ging op straat spelen, de klassieke wereld keek naar mij. Stefaan is een onnozelaar, met klassieke muziek op straat. Idioot. Onnozelheid is mijn bron van inspiratie, mijn kinderlijke vrijheid, mijn kracht en nu voor het eerst valt alles samen met de sérieux van Symfonieorkest Vlaanderen en de speelsheid van de straat. Ik kijk hier ongelofelijk naar uit, eindelijk de serieus genomen onnozelaar zijn. Die Verdammte Spielerei ontstond 14 jaar geleden. In 2006 liepen we voor het eerst marcel-gewijs de binnenstad van Gent in; traditionele marsen, goeie muzikanten… en ik mocht vooraan, de tamboer-majoor die trouw de vijf andere de plaats geeft tussen de massa. Na acht jaar maakten we een eerste theatervoorstelling en toerden we door heel Vlaanderen. Voor ons 10 jarig bestaan speelden we een eerste Pakske Klassiek in de Sint-Baafskathedraal. Met toegeknepen billen durfden we het aan om ons te profileren als klassieke muzikanten. 1200 mensen bij elkaar krijgen om 13u op een zondagmiddag, dat doet iets met een mens, met een groep.

En dan wie? 1200 mensen die komen luisteren naar dezelfde klassieke melodieën, de ene met het perfect geperste ruitjeshemd, de andere met witte sportsokken in crocs, mensen met de perfecte permanent en de blush uit de jaren 60 op hun fijn glimlachende rimpelende kaken en vooraan een hele nest pamperbroekjes en kapotte knieën van het spelen, verzameld aan de voeten van de muzikanten. De 70 plussers en de kleuters kijken allebei even verbaasd, even enthousiast maar ook even gelukkig. Ze snappen ons, wij tevreden muzikanten die een publiek vinden en mogen meenemen, die los van alle regels en geplogenheden ons verhaal mogen vertellen. En dan tussen die 7 en 77 jarigen, een troep van mensen die geniet, maar vooral beleefd doch enthousiast klapt, zoekend naar “mag ik dit nu plezant vinden omdat het een spielerei is, of moet ik mij serieus gedragen omdat het een klassiek concert betreft.” Ze zouden beter kijken naar de anderen die nog maar net in het leven staan of de groep die zich bewust is van het einde. Er is niets, er komt niets, er zal nooit iets zijn… we kunnen het ondertussen toch maar best plezierig maken. ‘Onnozelaars’ is een voorstelling die ons in contact moet brengen met ons eigen kinderlijke enthousiasme, een tocht naar de bron van onze energie en fantasie. Een avontuur op de tonen van klassieke muziek en zes marcel dragende gidsen door het betonnen woud van ons dagelijkse bestaan. Stefaan De Winter


250 jaar

Beethovens meest 04

PROJECT IN DE KIJKER

iconische compositie,


Beethoven Ludwig van Beethoven Portret doorJoseph Karl Stieler, 1820 ↘

05

de Vijfde Symfonie →


“ De Vijfde van Beethoven is de ultieme uitdrukking van het diepste, onstilbare verlangen van de mens. […] De hechte samenhang in de muzikale structuur maakt de muziek tot een koninkrijk dat niet van deze wereld is.”

Gravure van het Theater an der Wien, waar op 22 december 1808 de Vijfde Symfonie in première ging. © Historisches Museum der Stadt Wien →

06

PROJECT IN DE KIJKER

“Zo klopt het noodlot op de deur.” De uitspraak die al dan niet terecht aan Beethoven is toegeschreven als verklaring voor zijn Vijfde Symfonie maakte haar tot zijn meest iconische stuk. Niet alleen doorwinterde muziekliefhebbers kennen de fameuze opening. Ze is doorgedrongen tot in de populaire cultuur en kan gerust als gemeengoed worden beschouwd. Beethovens naam is onlosmakelijk verbonden met de verbluffende opening. Even invloedrijk als de romantische karakterisering als ‘Noodlotsymfonie’ was de beroemde kritiek van E.T.A. Hoffmann. Hij riep de Vijfde uit tot de ultieme uitdrukking van het diepste, onstilbare verlangen van de mens. De hechte samenhang in de muzikale structuur maakte de muziek voor hem tot “een koninkrijk dat niet van deze wereld is”. Met die Bijbelse bewoordingen maakte Hoffmann duidelijk dat de muziek hiermee haar intrede maakte in een spiritueel domein, waar de andere kunstvormen haar niet langer konden volgen. De moderne lezing van de Vijfde Symfonie verbindt haar eerder met de idealen van de Franse Revolutie.

De donkere, dreigende opening in c-mineur mondt uit in een triomfantelijke finale in C-majeur. In die interpretatie maken de verwijzing naar de militaire mars en het gebruik van het bij uitstek militaire instrument van de piccolo de finale tot een symbolische overwinning van het revolutionaire ideaal. Het traject van mineur naar majeur en de nec plus ultra exuberantie van de finale zou navolging kennen in latere beroemde symfonieën, zoals de Vijfde Symfonieën van Tsjaikovski en Sjostakovitsj. Over de finale van deze laatste is veel inkt gevloeid. Zou Sjostakovitsj de overdreven geste op het einde van zijn Vijfde Symfonie al dan niet ironisch hebben bedoeld? Feit is dat zij het traject dat Beethovens Vijfde uittekent in het kwadraat herneemt. Per aspera ad astra — via moeilijkheden naar de sterren — kan gelden als het motto van meerdere symfonieën die Beethovens Vijfde als model namen. Wanneer Tsjaikovski het openingsthema van zijn Vierde Symfonie verklaarde als een motief van het noodlot, herhaalde hij het impliciete programma zoals het in zijn tijd aan de Vijfde van Beethoven werd toegedicht.

Iconische dramatiek De iconische status van de Vijfde Symfonie maakt dat we spontaan de naam Beethoven verbinden met het dramatische openingsdeel. Zozeer staat de muziek symbool voor Beethoven dat we enigszins vergeten dat deze muziek ook in zijn œuvre uitzonderlijk is. De technische procedés waarop de Vijfde is gebouwd komen in vele werken terug. Dat is in de eerste plaats de motivische arbeid — de technische term die we gebruiken om Beethovens principe aan te duiden om de vormgeving af te leiden van de manipulatie van enkele korte basisideeën. Het openingsdeel van de Vijfde is het duidelijkste voorbeeld. De hele structuur is afgeleid van de vier noten waarmee het stuk aanvangt. Door het basismotief te manipuleren bouwt Beethoven de hele vormgeving op. Ook de monumentale finale op een marsritme komt in een aantal andere werken terug, het duidelijkst in de Zevende Symfonie. Wat de Vijfde echter onderscheidt is de specifieke concentratie van het materiaal. Het eerste deel steunt volledig op het ritmische contrast tussen drie korte en een lange noot.


Meer heeft Beethoven niet nodig om de toon te zetten en de luisteraar aan zijn muziek te kluisteren. Het basismotief doorbreekt de gangbare metrische indeling waarmee muziek toen opereerde. Het bijzondere ritme plaatst de luisteraar in het ongewisse. Precies die ritmische vondst creëert het bijzondere gevoel van drama dat de luisteraar ondergaat. De extreme spanning van het eerste deel verklaart ook meteen de lengte van de finale. In geen andere symfonie is de finale zo monumentaal uitgewerkt. Menig muziekliefhebber vindt de finale over the top. Wie Beethoven graag beschuldigt van pompeuze kitsch vindt hier zijn gading. De finale is inderdaad over the top, ten minste als we haar in isolement beoordelen. Als oplossing van de spanning die het openingsdeel stelt heeft de finale haar raison d’être. Een traditioneel lieto fine in tonen zou niet volstaan om het conflict te bedaren dat deze muziek stelt.

Beethovens Akademie van 1808 Beethoven werkte lange tijd aan de beroemde compositie. De eerste schetsen dateren uit de periode van 1803 tot 1805. De uitwerking gebeurde in 1807–1808. De première vond plaats tijdens Beethovens beroemde Akademie op 22 december 1808 in het Theater an der Wien. Een Akademie was een openbaar concert waarin Beethoven zijn nieuwe werken presenteerde. Het toonmoment van 1808 was een marathonconcert, met de Vijfde en de Zesde Symfonieën, het Vierde Pianoconcerto, delen uit de Messe in C-Dur en de Chorfantasie. De toenmalige toehoorder, althans wie de moed zou hebben gehad om het hele concert te volgen, heeft zeker ondervonden hoe afwijkend de Vijfde Symfonie wel was. De vergelijking met de Zesde Symfonie, de Pastorale, is bijzonder

PROJECT IN DE KIJKER Eerste bladzijde uit het manuscript van de Vijfde Symfonie © Ehem. Preußische Staatsbibliothek Berlin →

Concert HappyNewYearLudwig! programma Gioachino Rossini (1792–1868) Guillaume Tell Ouverture, Ludwig van Beethoven (1770–1827) Romance nr. 2 voor viool en orkest, op. 50, Franz Liszt (1811–1886) Pianoconcerto nr. 1, S. 124, Ludwig van Beethoven (1770–1827) Symfonie nr. 5, op. 67 met dirigent Adrien Perruchon en pianiste Yeol Eum Son zie ook → p24

revelerend. In de Vijfde Symfonie weet Beethoven exact hoe hij een maximum aan spanning en drama kan opwekken. In de Pastorale doet hij precies het tegenovergestelde. Hij stelt alles in het werk om spanning te neutraliseren of op te sparen voor het ene dramatische moment in de hele symfonie: de uitbeelding van de storm die het pastorale landschap kort verstoort. De Akademie van 1808 vatte het hele spectrum van Beethovens kunst op een exemplarische manier samen. Dat precies de Vijfde zou uitgroeien tot zijn meest gekende compositie had wellicht niemand toen voorspeld. Het is ook onwaarschijnlijk dat Beethoven zijn Vijfde als zijn hoofdwerk zou hebben beschouwd. Desondanks toont haar uitzonderlijke succes aan hoe uniek Beethovens concept wel was. Francis Maes, Hoogleraar Musicologie aan de Universiteit Gent

07


KurtBertels 08

van PaulGilson


←← Kurt Bertels © Tom De Visscher

over het

Saxofoonconcerto in première na meer dan honderd jaar

09


Het allereerste saxofoonconcerto uit de geschiedenis. Een orkestrale kleurenrijkdom die refereert aan de Russische composities uit die tijd. Een partituur die meer dan honderd jaar onvindbaar was. De Belg Paul Gilson vermoedde in 1902 wellicht niet dat zijn virtuoze Eerste Saxofoonconcerto zo’n spannend parcours zou afleggen. In het voorjaar van 2020 brengen Symfonieorkest Vlaanderen en saxofonist Kurt Bertels na meer dan een eeuw de première. Op een historische saxofoon!

10

INTERVIEW

Paul Gilson (1865–1942) startte zijn carrière tijdens de jaren tachtig en negentig van de negentiende eeuw. Zijn werkplek Brussel was in die tijd een liberale omgeving, een plaats die veel kunstenaars en intellectuelen aanvoelden als het beloofde land. De burgerij verschafte via het openstellen van salons veel kansen. Ook kunstkringen als Les XX en La Libre Esthétique trokken heel wat artistiek talent aan. Binnen die kringen kon iemand als Paul Gilson steun vinden en een publiek opbouwen. Het in 1832 opgerichte conservatorium maakte het geheel compleet.1 Saxofonist Kurt Bertels focust in zijn doctoraat in de kunsten (voorzien voor mei 2020) op het repertoire van de eerste saxofoonklas (1867-1904) van het Brusselse conservatorium. Hij ziet verschillende redenen om ook na meer dan honderd jaar de herinnering aan Gilson levendig te houden. “Ten eerste omdat hij een uitgebreid en boeiend repertoire gecomponeerd heeft voor de talrijke blaasorkesten uit die tijd, waaronder La Mer (1892). Gilson vond veel bestaande werken banaal, en wilde de kwaliteit verhogen. Ten tweede omdat hij ook in België de stap richting impressionisme heeft gezet en een hele generatie componisten heeft opgeleid. Het ging om een verscheiden groep, met o.a. Jean Absil, August De Boeck en Daniel Sternefeld maar ook synthetisten als Marcel Poot. Daarnaast — en dat is minder geweten — schreef Gilson tussen 1901 en 1902 de allereerste saxofoonconcerti uit de geschiedenis. Het instrument had in 1867 al een plek gekregen in het curriculum van het Conservatorium 1→

van Brussel, dus die keuze was niet zo opmerkelijk. Vernieuwend was wel de introductie van de saxofoon in het concerto-genre, een veel ruimere setting dan de salonmuziek die tot dan toe gebruikelijk was.”

Een Amerikaanse opdracht Het is een wonder dat het Saxofoonconcerto nr. 1 van Gilson in het voorjaar van 2020 in zijn originele versie zal weerklinken. Een Frans antiquair ontdekte de partituur in 2017 tussen de inboedel van Charles De Cock, een leerling van Jules Blangenois die zelf bevriend was geweest met Gilson. Al die tijd moesten uitvoerders het doen met een pianoreductie. De orkestversie kwam er begin 1900 na een opdracht van de schatrijke Amerikaanse saxofoniste Elisa Hall aan niet minder dan 17 Europese componisten. Als voorzitster van de Orchestral Club of Boston wilde ze ook muzikaal de solistische toer op gaan en samen met haar ensemble optreden. De autografen van alle composities kwamen terecht in een fonds dat zich vandaag in het New England Conservatory in Boston bevindt. Allemaal, behalve één: het concerto van Gilson. Misschien werd de partituur nooit verzonden naar Amerika. Kurt Bertels gaat er zelfs van uit dat Gilson de opdracht nooit gekregen heeft, maar zich bij Elisa Hall in de kijker wilde werken om zo meer bekendheid te krijgen. Vast staat dat ze het concerto nooit heeft uitgevoerd omdat het te moeilijk was.

et conservatorium vormde één van de drie belangrijke culturele staatsinstellingen. Daarnaast bestond ook de Koninklijke Muntschouwburg H en de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen. Het Symfonische orkest (NIR) kwam er pas in de jaren dertig van de twintigste eeuw.


Vernieuwende schriftuur Kurt Bertels is de première van 2020 volop aan het voorbereiden. “De partituur van zowel het eerste als het tweede concerto was voor die tijd vernieuwend”, zo benadrukt hij. “Gilson gebruikte voor het eerst het volledige toonbereik (tessituur) van de saxofoon, en ruilde de opeenvolging van kleine muzikale stappen in voor grotere sprongen. De muzikale opbouw is veel uitvoeriger, met zinnen die de gebruikelijke acht maten ruim overstijgen. Gilsons inschatting van de techniciteit van het saxofoonspel laat vermoeden dat hij met een uitvoerder heeft samengewerkt. Beide werken zijn dan ook heel idiomatisch — afgestemd op de saxofoon — geschreven. De sprongen liggen bijvoorbeeld zeer goed in de vingers en zelfs de moeilijkste trekken zijn haalbaar. Ook de toonaarden — fa groot (eerste concerto) en do groot (tweede concerto) — zijn goed gekozen. Elisa Hall was bovendien geen professionele muzikante, dus ook daar heeft Gilson bij zijn voor haar gecomponeerde eerste concerto ongetwijfeld rekening mee gehouden.” De historische uitvoeringspraktijk is één van de elementen waar Kurt Bertels als saxofonist in zijn doctoraat veel onderzoek naar doet. “De embouchure, de mondstelling bij het blazen, is ook bij een saxofoon enorm belangrijk. In de 19de eeuw gebruikten heel wat muzikanten een dubbellip-embouchure; ze speelden met beide lippen naar binnen, waardoor ze minder projectie en dus minder kracht konden uitoefenen. Ideaal voor de toen erg populaire salonmuziek. Bij het begin van 20ste eeuw schakelden uitvoerders over naar de enkellip-embouchure, met de onderlip naar binnen en de boventanden

op het houten mondstuk, een manier waardoor ze krachtiger uit de hoek konden komen. Dat was nodig, zeker voor de solistische rol die Gilson de saxofoon toebedeelde in zijn concerti. De saxofoon vormde niet langer enkel een toegevoegde kleur. Het is die enkellipembouchure die ik bij de uitvoering met Symfonieorkest Vlaanderen dus zal toepassen. Het streven naar egaliteit in de klank — eenzelfde timbre — doorheen de volledige tessituur is een ander aandachtspunt. In zijn Manuel de musique militaire (1926) schrijft Gilson dat de saxofoon soms veel te scherp en te nasaal klinkt, vermoedelijk een kritiek op wat hij in die tijd hoorde. Impliciet gaf hij daarmee aan dat hij het anders wilde, met name een mooie ronde toon. Dat wordt nog een hele uitdaging op de Franse historische altsaxofoon die ik zal bespelen, een Buffet-Crampon, reeks Evette Schaeffer van het einde van de 19de eeuw.” “Voor het publiek wordt het een verscheiden kennismaking, want de twee concerti verschillen aanzienlijk van elkaar. Het Eerste Saxofoonconcerto is heel klassiek, bestaande uit drie delen en voorzien van solocadenzen. Het geheel ademt een Franse militaristische sfeer uit. De saxofoon had in 1901–1902 al een vaste plaats verworven in de militaire blaasorkesten en waarschijnlijk heeft Gilson om die reden die “rechtdoor-aanpak” overgenomen. Het Tweede Saxofoonconcerto is heel romantisch opgevat. Hier voel je de bewondering van Gilson voor de Wagneriaanse hoogromantiek.” Eind 2020 verschijnt de cd-opname met Symfonieorkest Vlaanderen en Kurt Bertels bij Evil Penguin Records. Johan Van Acker

INTERVIEW

←← Paul Gilson Portret door Arthur Elson, 1905

Concert Scheherazade programma Anatoly Liadov (1855–1914) Het betoverde meer, op. 62, Paul Gilson (1865–1942) Saxofoonconcerti nrs. 1 & 2, Nikolai Rimsky-Korsakov (1844–1908) Scheherazade, op. 35 met dirigent Jan Latham-Koenig en saxofonist Kurt Bertels zie ook → p24

11


8+ Kinderen verplicht, volwassenen toegelaten. 12

z o n n O

ZA 04.01, 15:00

CONCERTGEBOUW BRUGGE

ZO 05.01, 15:00

DESINGEL ANTWERPEN

ZO 12.01, 16:00

GROENZAAL GENT

INFO & TICKETS

www.symfonieorkest.be In&Uit Brugge Info Cultuur Antwerpen

Als lid van de Gezinsbond krijg je 20% spaarkorting op onze familievoorstelling. Deze korting wordt toegekend via de spaarkaart aan de balie van de gezinsbond op de dag van de voorstelling.


Symfonieorkest Vlaanderen & Die Verdammte Spielerei

s r a a l e z Martijn Dendievel dirigent Stefaan De Winter tekst & idee Mareille Labohm regie Ellen Kromhout decor

Symfonieorkest Vlaanderen wordt gesteund door

Symfonieorkest Vlaanderen is in residentie in

13


YeolEumSon

14

pianiste, columniste én artistiek directeur

Concert HappyNewYearLudwig! programma Gioachino Rossini (1792–1868) Guillaume Tell Ouverture, Ludwig van Beethoven (1770–1827) Romance nr. 2 voor viool en orkest, op. 50, Franz Liszt (1811–1886) Pianoconcerto nr. 1, S. 124, Ludwig van Beethoven (1770–1827) Symfonie nr. 5, op. 67 met dirigent Adrien Perruchon en pianiste Yeol Eum Son zie ook → p24


Wie de wereld van de klassieke muziek een beetje kent, weet dat topmuzikanten uit Azië allerminst een uitzondering zijn. Denk maar aan de Koningin Elisabethwedstrijd, waar in de voorbije editie ongeveer de helft van de kandidaten van Aziatische origine was. De Koreaanse pianiste Yeol Eum Son is lang niet de eerste Koreaanse muzikante die naam maakte op de internationale podia — al in de jaren zestig deed bij­voorbeeld de violiste Kyung Wha Chung het haar voor —, maar toch is ook zij een pionier. Een groot deel van haar muzikale opleiding genoot ze immers niet in het Westen, maar in haar eigen land, waar ze tevens aan haar topcarrière begon te timmeren. Nu speelt ze voor het eerst in België — mét Symfonieorkest Vlaanderen.

TALENT UITGELICHT

←←  Yeol Eum Son © Jaehyong Park

Yeol Eum Son is een wereldster met talrijke grote muziekprijzen op haar naam (Cliburn, de Tweede Prijs van de internationale Tsjaikovski-wedstrijd…). Haar internationale doorbraak kwam er in 2004, toen ze samen met de New York Philharmonic optrad; onlangs was ze nog te horen op de BBC Proms. Ze speelt een breed repertoire van Mozart tot Gershwin en Pärt, maar in de romantiek voelt ze zich als een vis in het water. Samen met Symfonieorkest Vlaanderen kiest ze voor het Eerste Pianoconcerto van Franz Liszt: “Het is een van de concerti die ik al op jonge leeftijd speelde. Het fascineert me om te zien hoe het door de jaren heen samen met me is gegroeid.” Yeol Eum Son maakte al vroeg kennis met muziek. Korea heeft een grote traditie van samen zingen (ja, karaoke is er razend populair!); bovendien zong haar moeder, een liefhebber van klassieke muziek, in de plaatselijke christelijke kerk. Veel Koreanen hechten een groot belang aan opvoeding; zo kreeg Yeol Eum Son haar eerste pianolessen toen ze drieënhalf jaar oud was. En toen ging het snel: op haar achtste speelde ze in Boston één van Mozarts grote pianoconcerti, op haar zestiende ruilde ze haar thuisstad in voor Seoel. Terwijl veel van haar muzikale vrienden al vroeg naar Europa of de VS gingen, kreeg zij aan de Korean National University of Arts les van vooraanstaande Aziatische pedagogen. Toch lonkte het buitenland ook voor haar en uiteindelijk trok ze naar de Israëlische pedagoog Arie Vardi in Hannover. “Ik had het geluk dat ik op het juiste ogenblik bij enkele fantastische leraren kon studeren. Ik geloof echt dat zij een hele wereld voor je kunnen

openen. Arie Vardi, met zijn eindeloze kennis en passie, was één van hen. We werden goede vrienden; zijn invloed op mijn persoonlijkheid is al even groot.” Yeol Eum Son heeft kunnen ervaren hoe het er aan de twee kanten van de wereldbol aan toegaat, en dat vertaalt zich ongetwijfeld in haar spel. Maar al ontdekte ze heel wat verschillen, toch is ze van mening dat klassieke muziek een universele taal is die overal ter wereld begrepen kan worden. Voor haar vaderland is Yeol Eum Son veel meer dan enkel een topmuzikante. Jarenlang schreef ze een column voor een bekende Koreaanse krant. Ze wil haar muziek immers toegankelijk maken voor een groot publiek. Haar teksten werden gebundeld in een boek, “en dat verkoopt beter dan mijn cd’s”, zegt ze lachend. Bovendien is Yeol Eum Son sinds 2018 artistiek directeur van het muziekfestival van Pyeongchang, waar dat jaar de Olympische Winterspelen plaatsvonden. “Eerlijk gezegd konden we amper geloven dat ons stadje, dat maar een handvol inwoners telt, in staat was om de Olympische Spelen te organiseren. Gelukkig hebben de Spelen de stad niet teveel gecommercialiseerd. Ze heeft haar schitterende natuur en uitzicht behouden. Nu wil ik er graag de pure vreugde van de muziek helpen verspreiden. De reacties op het festival zijn geweldig en daar ben ik echt dankbaar voor. De inwoners van mijn land houden veel van klassieke muziek, al heeft die er een geschiedenis van amper honderd jaar.” Lien Vanreusel

15


Oost

west 16

oost

Oriëntalisme in de kunst heeft de laatste decennia een kwalijke bijklank gekregen. Volgens literatuurwetenschapper Edward Said was de Europese belangstelling voor het oosten een koloniaal fenomeen, waarbij de exotische Ander als minder beschaafd werd weggezet. Met Scheherazade van Nikolai Rimsky-Korsakov hoeven we ons gelukkig een pak minder om deze academische banvloek te bekreunen. Rusland was geen koloniale macht en had al sinds de vijftiende eeuw de invloed van verschillende Aziatische culturen ondergaan. Bovendien behoorde Rimsky-Korsakov tot het zogeheten Machtige Hoopje, een los verband van nationalistisch geïnspireerde toondichters die een eigen Russische toontaal voorstonden. Dat wil zeggen: wars van de ‘geleerde’ Duitse muziek of waarom niet: antiEuropees. Daarbij komt nog eens dat Rimsky-Korsakov over een avontuurlijk hart beschikte, dat van nature naar verre streken neigde. Bijna had hij zowaar zijn componistenveer over de haag gesmeten, of althans in het ruime sop, want zijn beroepsactiviteiten als marineofficier bezorgden zijn muzikale aspiraties ei zo na een zeemansgraf.

Concert Scheherazade programma Anatoly Liadov (1855–1914) Het betoverde meer, op. 62, Paul Gilson (1865–1942) Saxofoonconcerti nrs. 1 & 2, Nikolai RimskyKorsakov (1844–1908) Scheherazade, op. 35 met dirigent Jan Latham-Koenig en saxofonist Kurt Bertels zie ook → p24

best


Misschien was het wel aan boord van de klipper Алмаз (Russich voor ‘diamant’ en bovendien een Perzisch leenwoord) dat hij zich voor het eerst bedronk aan de vertellingen van Duizend-en-één-nacht. Van heinde en ver waren die aangewaaid; van Egypte over Perzië en wellicht zelfs Indië. Naast de bekende sprookjes van Ali Baba, Aladin en Sinbad de zeeman is uiteraard vooral het raamverhaal bekend. Dat gaat zo: uit ziekelijke jaloezie laat de sultan zijn vrouwen telkens na de eerste huwelijksnacht ombrengen. De schrandere Scheherazade weet hem echter met haar vertelkunsten zo nieuwsgierig te maken dat hij haar executie steeds maar verdaagt. Meer dan stof genoeg voor een componist dus. Opgelet: RimskyKorsakov plakte aanvankelijk specifieke titels op de onderscheiden delen van zijn Scheherazade, maar kwam daar later op terug. Een strak afgelijnd programma had hij immers niet in de zin, eerder ‘een kaleidoscoop van sprookjesbeelden en Oriëntaals getinte patronen’. En wie zijn wij om daar tegenin te gaan?

←← Nikolai Rimski-Korsakov Portret door Valentin Alexandrovitsj Serov, 1898

De 4 muziekfragmenten uit Rimsky-Korsakovs Scheherazade, op. 35 kan u beluisteren via onze website www.symfonieorkest.be. Of scan de QR codes en begin meteen met luisteren. Veel lees-, en luister-en ontdekkingsplezier!

1

3

2

4

ONDER DE LOEP

Largo e maestoso – Lento – Allegro non troppo – Tranquillo   1

Andantino quasi allegretto – Pochissimo più mosso – Come prima – Pochissimo più animato   3

Het is meteen alle hens aan dek. Boos koper buldert een dalend motief bij elkaar, dat trapsgewijs het uitermate spannende interval van de verhoogde kwart omspant. Een koraal van houtblazers brengt de stormachtige buren snel tot bedaren, waarna de viool onder begeleiding van de harp een klaaglijke melodie ten gehore brengt. De laatste noot valt evenwel op een stralend majeurakkoord. De celli zetten vervolgens een deinende beweging in en het beginmotief verschijnt als een machtig verlangen naar exotische verten. Dit deel draaide aanvankelijk rond Sinbad de zeeman maar het is zoals gezegd belangrijker dat u zelf schipbreuk lijdt. In de muziek welteverstaan. Verdrink daarom met volle teugen in deze rijk geschakeerde zee, waar harmonieën elkaar durend op verrassende wijze overspoelen.

In de knop opgevat als liefdesverhaal opent dit derde deel met een allerbekoorlijkste, zoetgevooisde strijkersmelodie. De klarinet en de fluit versnijden ze met luchtig opverende arabesken en zorgen zodoende voor een erg Midden-Oosters gevoel. De techniek is echter typisch Russisch, bepaald Rimsky-Korsakoviaans zelfs. Via orkestrale en harmonische krachttoeren verleent de meester hetzelfde eenvoudige muzikale basismateriaal telkens weer een andere emotionele impact. Een contrast dat van naïef-jolig tot simpelweg hartverscheurend strekt. Ook de klaaglijke beginmelodie is weer van de partij en inspireert tot een prachtig coda.

Lento – Andantino – Allegro molto – Vivace scherzando – Moderato assai – Allegro molto ed animato   2

Allegro molto – Lento – Vivo – Allegro non troppo e maestoso – Tempo come I   4

De herkenbare vioolmelodie kondigt een nieuw hoofdstuk aan. Er trekt zich een pseudo-folkloristische dans op gang; eerst gedragen door een solofagot, daarna door diens spitantere collega-dubbelriet de hobo. Het riedeltje wint verder aan vaart in de strijkers om ten slotte helemaal open te breken in de houtblazers. Een cello weeft het klaaglijke beginlijntje door het geheel, waarna de stemming omslaat: onheilspellende tremolo's van alweer verhoogde kwarten en trombonesignalen die vooruitwijzen naar de expressionistische toonspraak van Rimsky-Korsakovs leerling Igor Stravinsky, met name diens Le Sacre du printemps. Het vervolg is een opwekkende orkestrale cocktail van de drie hoofdelementen: de dans, de begin­ melodie en de quasi-militaire signalen.

Daar is plots het gebulder van het begin weer (geheel per ongeluk uitlopend op een Beethoven-5-citaat), gevolgd door cadensachtige parafrases van de viool. We lijken wel in een bazaar terecht gekomen, waar verschillende muziekjes, die van de voorgaande delen, door elkaar heen klinken. Het geheel wordt voortgestuwd door jachtige hopfiguren (ta-dam-ta-dam…) en loopt uit op een massieve climax. Het laatste woord is uiteraard voor de viool, die wellicht de vertelster Scheherazade moet voorstellen. Zij heeft verteld voor haar leven en mag een zucht van verlichting slaken. De dans is ontsprongen.

Régis Dragonetti

17


Van Het Concertgebouw 18

ORKEST ON THE ROAD

Het Koninklijk Concertgebouw werd opgericht in een bijzonder dynamische periode voor Amsterdam. Ontevreden over het culturele beleid van hun stad staken enkele rijke stedelingen de koppen bij elkaar: ze wilden de culturele achterstand ten opzichte van hun buurlanden inhalen, en dus was een concertzaal broodnodig. De bouw had heel wat voeten in de aarde, maar in 1886 stond het Concertgebouw er. Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar het werd midden in de weilanden opgetrokken. Nu grenst het aan het beroemde Museumplein, waar zich onder meer ook het Rijksmuseum (uit diezelfde periode)

en het Van Gogh Museum bevinden. Het Concertgebouw werd al snel een thuis­haven voor de allergrootste orkesten, musici en dirigenten. Nu telt het jaarlijks meer dan 700.000 bezoekers; daarmee is het één van de drukst bezochte concert­ zalen ter wereld. Heel bijzonder voor een privé-organisatie die verantwoordelijk is voor 95% van de inkomsten. De afgelopen tien jaar was Symfonieorkest Vlaanderen regelmatig te gast in het Koninklijk Concertgebouw, en in december is het opnieuw zover met de Achtste Symfonie van Schubert en het Eerste pianoconcerto van Chopin. Severin

von Eckardstein neemt de pianopartij voor zijn rekening — nog zo’n graag geziene gast in het Concertgebouw, die onlangs door De Volkskrant werd geprezen om zijn ‘trefzekere spel’ en ‘pure acrobatiek’. Voor de jonge, bevlogen Amerikaanse dirigent Jonathon Heyward is het zijn tweede bezoek aan het Concertgebouw.

Concert SeverinvonEckardstein speeltChopin VR 27.12, 14:15 – Het Concertgebouw Amsterdam NL

700 kmin vogelvlucht


Het Rudolfinum is voor Praag wat het Concertgebouw is voor Amsterdam: een iconische plek waar al meer dan 130 jaar lang muziekgeschiedenis wordt geschreven. De twee neoclassicistische gebouwen stammen uit dezelfde tijd; het openingsconcert van het Concertgebouw Amsterdam vond plaats in 1888, amper drie jaar na de grote opening van het Rudolfinum in Praag. Beide zalen worden bovendien geloofd om hun schitterende akoestiek. Wie de vergelijking wil maken, kan dit seizoen Symfonieorkest Vlaanderen achterna reizen… — Lien Vanreusel

naar het 19

ORKEST ON THE ROAD

Rudolfinum Vorig jaar zakte het 80-koppig Praags Filharmonisch Koor af naar België, waar het samen met Symfonieorkest Vlaanderen de Glagolitische Mis van Leoš Janáček bracht. Na dat denderende succes keren ze nu de rollen om: Symfonieorkest Vlaanderen gaat naar Praag voor een uitvoering van Le Roi David van Arthur Honegger. De Zwitserse componist maakte een heel toegankelijke versie van het verhaal van David en Goliath. In zijn contrastrijke muziek verkent hij de uitersten van de menselijke emotie. Een kolfje naar de hand van het Praags Filharmonisch Koor, dat het werk door en door kent. Het koor wacht het orkest op in hartje Praag, vlakbij de Moldau. Daar bevindt zich het Rudolfinum: een buitengewone cultuurtempel die tussen 1876 en 1884 door

de Tsjechische architecten Josef Schulz en Josef Zítek werd gebouwd in opdracht van de oudste bank van de Bohemen. Net als in zijn beginjaren is het Rudolfinum nu een bloeiend centrum voor muziek en kunst. Toch is het ooit anders geweest,

want het gebouw heeft een bewogen geschiedenis. Het deed ooit dienst als kantine, turnzaal en… parlement, jawel! Na de Eerste Wereldoorlog ging de nieuwe Tsjechoslowaakse regering immers op zoek naar een ruimte om zijn parlement te huisvesten. Ze paste het interieur aan, en zelfs het orgel moest wijken. Paradoxaal genoeg kreeg het gebouw tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn functie van kunstencentrum terug. Dat is sindsdien niet meer veranderd; sinds de grote restauratie in de jaren 1990 is het gebouw definitief in zijn volle glorie hersteld. Concert LeRoiDavid ZA 07.12, 20:00 – Rudolfinum Praag CZ


20

Deroadies vande klassieke muziek


Heb je je wel eens afgevraagd hoe de muzikanten van het 60-koppige Symfonieorkest Vlaanderen hun plaatsje vinden op het podium? Die taak leiden de orkest­regisseurs bij elk concert in goede banen. Ze schikken de instrumenten en de pupiters en houden rekening met de akoestiek van de concertzaal, het zicht vanuit de zaal én de wensen van de muzikanten. Maak kennis met Dirk en Elias, de enthousiaste mannen van de regie.

←← Dirk De Strooper & Elias Vercruysse © Tom De Visscher

Wat doet een orkestregisseur precies?

— Officieel is onze titel ‘orkestregisseur’, maar onze functie heeft een nog veel mooiere en minder gekende naam: inspiciënt. We noemen onszelf ook wel eens de ‘roadies van de klassieke muziek’. Die beschrijving dekt de lading het best voor wie niet weet wat onze job inhoudt. ELIAS — Die ‘lading’ mag je letterlijk nemen: we zijn vaak aan het laden, lossen en sleuren. Wij transporteren de eigendommen van het orkest. Vaak zijn dat grote, lompe dingen die niet in een gewone auto kunnen: de pauken, de tamtam, de xylofoon, de vibrafoon, enkele stoelen… De heel fragiele instrumenten nemen de muzikanten zelf mee, tenzij ze ons om hulp vragen. We zijn op elk concert aanwezig, behalve bij een kleine bezetting. Soms wordt maar één van ons tweeën opgetrommeld, maar doorgaans zijn we samen aan de slag. DI R K — We weten hoe de instrumenten in de ideale omstandigheden staan opgesteld, maar het podium is vaak te breed of te smal. We moeten ook met heel wat elementen DI R K

21

HIT-AND-RUN

rekening houden. De ene sectie wil bijvoorbeeld liever niet te dicht bij de andere staan. Bovendien hebben sommige muzikanten gevoelige oren; daarom beschikken we over plexiglazen geluidsschermen. Maar de trompettisten hebben die liever niet recht voor hun neus, omdat ze de klank terugkaatsen. Het is dus telkens een hele puzzel en soms moeten de muzikanten water bij de wijn doen. Gelukkig weten ze dat we al het mogelijke doen. ELIAS — Het gebeurt wel eens dat de dirigent nét voor het concert een opmerking maakt over de opstelling. Dan is het alle hens aan dek. Vaak zijn de muzikanten hun instrumenten al aan het inspelen en klinkt er wat gemor omdat we hen van het podium sturen. Het is een deel van onze job om daar mee om te gaan. Al die verschillende karakters maken het ook boeiend.

Hoe zijn jullie in het vak gerold?

— Van mijn vader, destijds concertmeester van het orkest, hoorde ik dat er een vacature voor orkestregisseur was. Zonder zijn medeweten solliciteerde ik, en plots

ELIAS

hoorde ik ook bij het orkest. Met mijn vierentwintig jaren ben ik nét niet de jongste, enkel de tweede fagottist is jonger dan ik. DI R K — Een half jaar na Elias werd ik ook orkestregisseur bij Symfonieorkest Vlaanderen. Het werk lag me meteen. Voordien werkte ik voor een figurentheater, waar ik naast het spelen ook instond voor de opbouw en de organisatie. Dat lag dus in de lijn van wat ik nu doe.

Heb je voeling met muziek nodig om je job te kunnen doen?

— Nodig is het niet, handig wel. De vorige chef-dirigent vroeg Elias eens net voor aanvang van het concert om blaadjes te draaien, want hij dirigeerde van aan de piano. Plots zat Elias dus op het podium. Wat was ik blij dat hij noten kon lezen! Al heb ik wel een gevoel voor muziek, de theoretische achtergrond heb ik niet. Toch heb ik altijd de hunkering gehad om met muziek bezig te zijn. Mijn frustratie wordt er niet kleiner op, nu ik voor een orkest werk (lacht).

DI R K


Wat maakt je werk zo leuk?

Naar wie kijk je op?

DI R K

DI R K

— Onze job vergt verantwoordelijkheid en engagement, maar geeft ons ook heel wat vrijheid. We zijn niet aan vaste uren gebonden, en dat vind ik een groot voordeel. Ik heb altijd zo gewerkt. ELIAS — Daar sluit ik me bij aan. Bovendien vind ik dat we veel terugkrijgen van de muzikanten: ik voel me echt een ‘deel van de familie’. We weten wie van welke humor houdt — en wie er helemaal geen heeft (lacht). De manier waarop we met de muzikanten omgaan is deel van onze job. Dirk en ik vormen bovendien een goed team, dat is zeker ook één van de redenen waarom ik mijn werk graag doe! DI R K — Helemaal waar! Dat ging goed van in het begin. We zijn harde werkers en samen zijn we efficiënt. Vaak volstaat een knipoog om elkaar te verstaan. Met een andere collega zou dit misschien wél een zware job zijn.

22

— Ik heb voor veel mensen waardering, maar opkijken leidt volgens mij zelden tot wat goeds. De grootste genieën kunnen in andere omstandigheden soms de grootste hufters zijn, niet? Ik ben een voorstander van de homo universalis. ELIAS — Ik kijk op naar Moeder Aarde. Want wat blijft ze flexibel bij alles wat ze te verduren krijgt!

Wat maakt je rustig?

ELIAS — Ik ben een fervent vogelaar, op jonge leeftijd ging ik al op stap met een verrekijker rond mijn nek. De tweede helft van mijn professionele leven wil ik graag aan de natuur wijden: ik ben natuurgids in spe en volg een herboristenopleiding. DI R K — Tot mijn vijftiende was ik ook vaak bezig met vogelen en biologie. Elias en ik hebben dus altijd een gespreksonderwerp

wanneer we urenlang in de camionette zitten. Met een visser zou dat niet lukken! ELIAS — Weet je nog, die monsterfile naar Brugge? We reden net de autosnelweg op, en toen stond alles stil. Het duurde zo lang dat de mensen uit hun auto stapten om te kijken wat er aan de hand was… DI R K — … en toen zag Elias in de berm planten staan die hij moest verzamelen voor zijn opleiding. Binnen de kortste keren had hij een viertal mensen om zich heen verzameld. Elias vertelde hen wat je met die planten kunt doen en of ze eetbaar zijn… Dat was een mooi momentje — je zou het niet zomaar kunnen herhalen. Lien Vanreusel


EXPERIMENT/BEELDENDE KUNST/THEATER/JAZZ/ACTU KLASSIEKE MUZIEK/POËZIE/ DESIGN/FOTOGRAFIE/DANS/ OUDE MUZIEK/LITERATUUR/ OPERA/ARCHITECTUUR/A FILOSOFIE/FILMMUZIEK/I GESCHIEDENIS/ERFGOED/GRA HEDENDAAGSE MUZIEK/FESTI POLITIEK/ECONOMIE/WORLD PERFORMANCE/SOCIOLOGIE/ CHANSONS/ SOUNDSCAPE

23 Klara_sponsor_ad_207x152.indd 1

6/03/18 07:30

ZO 01 — ZO 29 FEB 2020

Intense muzikale ervaringen in de Kamermuziekzaal

© Anthony Gerace

Têtes-à-têtes draait rond intimiteit, intensiteit en persoonlijk contact. Een hele maand lang resideren we in de Kamermuziekzaal met onder andere grootse symfonieën van Beethoven in zakformaat! En na de concerten kan je mee opstijgen naar onze pop-up loungebar op de zesde verdieping.

INFO & TICKETS: CONCERTGEBOUW.BE +32 70 22 12 12 IN&UIT: ‘T ZAND 34, BRUGGE


kalenderdec 2019 → feb2020 Symfonievoor valsenoot.

Herneming familieconcert 6+ met Raf Walschaerts ZO 01.12, 15:00 KURSAAL OOSTENDE MA 02.12, 09:30/10:45/14:00 CC HET PERRON IEPER

ZO 19.01, 15:00 NIEUWJAARSCONCERT GROENZAAL GENT

Severinvon Eckardsteinspeelt Chopin NL

Familieconcert 8+ met Die Verdammte Spielerei ZA 04.01, 15:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE ZO 05.01, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN ZO 12.01, 16:00 GROENZAAL GENT SCHOOLVOORSTELLINGEN

MA 13.01, 09:30/11:00/14:00 GROENZAAL GENT

Werkten mee aan deze uitgave coördinatie: Wiske Renders grafisch ontwerp: Lieven Haneca & Johny Van de Vyver foto’s: Wouter Maeckelberghe & Tom De Visscher druk: Graphius nv Programma’s onder voorbehoud van wijzigingen V.U. Frederik Styns, Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent Symfonieorkest Vlaanderen wordt gesteund door

ClubSurround

CZ

Onnozelaars

Symfonieorkest Vlaanderen Bijlokekaai 8 bus 8, 9000 Gent +32 9 292 75 57, info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be reknr. BE06 7330 1321 0622 BIC KREDBEBB

Symfonieorkest Vlaanderen is in residentie in

DO 30.01, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE

Oratorium met het Praags Filharmonisch Koor

24

STAD GENT

ZO 26.01, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN

LeRoiDavid

VR 27.12, 14:15 HET CONCERTGEBOUW AMSTERDAM

Nieuwjaarsconcert met dirigent Adrien Perruchon en pianiste Yeol Eum Son ZA 18.01, 20:00 CC DE SPIL ROESELARE

SCHOOLVOORSTELLINGEN

ZA 07.12, 20:00 RUDOLFINUM PRAAG

HappyNewYear Ludwig!

Beleef Rossini & Beethoven vanuit het hart van het orkest VR 31.01, 19:30 CONCERTGEBOUW BRUGGE

OP SCENE

VR 31.01, 21:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE

OP SCENE

KlaraindeSingel ZA 01.02, 12:00 DESINGEL ANTWERPEN Info & tickets > www.klara.be/klaraindesingel

Scheherazade

met dirigent Jan LathamKoenig en saxofonist Kurt Bertels DO 13.02, 20:00 CONCERTGEBOUW BRUGGE ZA 15.02, 20:00 GROENZAAL GENT ZO 16.02, 15:00 DESINGEL ANTWERPEN MA 17.02, 20:00 PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN BRUSSEL ZO 08.03, 15:00 PRIVÉCONCERT SINT-PAULUSKERK ANTWERPEN

info & tickets

www.symfonieorkest.be tickets@symfonieorkest.be +32 9 292 75 57 ma—vr 10:00—13:00

In&Uit (concerten Brugge) ’t Zand 34, 8000 Brugge Openingsuren balie: ma—vr 10:00—17:00, zon- & feestdagen 10:00—14:00 070 22 12 12 (ma—vr 14:00—17:00, €0,30/min) Info Cultuur (concerten Antwerpen) Wisselstraat 12, 2000 Antwerpen Openingsuren balie: vr—za 10:00—17:00 03 338 95 85 (di—za 10:00—17:00) Muziekcentrum De Bijloke (concerten Groenzaal) www.bijoke.be, 09 323 61 00 Muziekcentrum De Bijloke (schoolvoorstellingen) educatie@debijloke.be, 09 323 61 00 CC De Spil Roeselare www.despil.be, 051 265 700 Kursaal Oostende www.kursaaloostende.be, 090 040 850 (max €0,50/min) CC Het Perron Ieper (schoolvoorstellingen) www.hetperron.be/schoolvoorstellingen Rudolfinum Praag www.rudolfinum.cz Het Concertgebouw Amsterdam www.concertgebouw.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.