Symfonieorkest Vlaanderen - UNVOLLENDETE

Page 1

1.

Programmatoelichting Unvollendete. februari 2014


Musici

2.

Unvollendete. Chef-dirigent. Jan Latham-Koenig Concertmeester. Jo Vercruysse Eerste violen. Arman Simonian Erik Sluys Nathalie Hepp Bence Abraham Tim Breckpot Hilde Coppieters Peter Hellemond Eva Stijnen Hadewijch Hofland

Tweede violen. Gudrun Verbanck Isabelle Buyck Geraldine De Baets Isabelle Decraene Liesbet Jansen Maya Shvartsman Annerien Stuker Pieter Jansen Altviolen. Kris Hellemans Annemie Vercauteren Bruno De Schaepdrijver Lieve Dreelinck Bieke Jacobus Kaatje Strauven Korneel Taeckens

Celli. Renaat Ackaert Jan Van Kelst Isabelle Brys Caroline Steen Wouter Vercruysse Hélène Viratelle Contrabassen. Koenraad Hofman Jan Verheye Bram Decroix Sanne Deprettere

Houtblazers. Caroline Peeters. fluit Veerle Secember. fluit. piccolo Anke Lauwers. fluit Korneel Alsteens. hobo Carola Dieraert. (alt)hobo Ellen Donovan. hobo Frank Coryn. klarinet Tom Daans. klarinet Katrien Noël. basklarinet Koen Coppé. fagot Deian Toptchief. fagot Tamara Smits. contrafagot

Koperblazers. Anthony Devriendt / Bart Cypers. hoorn Bruno Melckebeke. hoorn Lies Molenaar. hoorn Frank Clarysse. hoorn Steven Bossuyt. trompet Bart Coppé. trompet Bram Mergaert. trompet Bob Van Der Strieckt. trombone Charlotte Van Passen. trombone Konstantin Koev. bastrombone Jeroen Verleden. tuba

Slagwerk. Antoine Siguré. pauken Wim De Vlaminck. percussie Barry Jurjus. percussie Ruben Cooman. percussie Anouk Sturtewagen. harp Eva Verheyen. harp Tae Yoshioka. piano Marieke Arnou. celesta


Programma

1.

Unvollendete. Dirigent. Jan Latham-Koenig Soliste. Emmanuelle Bertrand. cello

Franz Schubert (1797-1828)

ma. 10.02.2014    20:00

Symfonie nr. 8 in si klein ‘De Onvoltooide’, D.759 Paleis voor Schone Kunsten. Brussel I. Allegro moderato II. Andante con moto di. 11.02.2014    20:00 Concertgebouw. Brugge Erich Korngold (1897-1957)

Celloconcerto in do groot, opus 37

za. 15.02.2014    20:00 Muziekcentrum de Bijloke. Gent

pauze

Richard Strauss (1864-1949)

Romanze voor cello en orkest in fa groot Richard Strauss (1864-1949)

Tod und Verklärung, opus 24 I. Largo II. Allegro molto agitato III. Meno mosso IV. Moderato

zo. 16.02.2014    15:00 deSingel. Antwerpen


Programmatoelichting

2.

Unvollendete. “Hij heeft zoveel talent dat hij makkelijk de helft ervan zou kunnen weggeven en nog genoeg zou overhouden voor zichzelf.” Puccini over Korngold

Unvollendete. Schubert Romantische antiheld? Eeuwige twijfelaar en zoekende geest? Zwartgallige troubadour? Dat is de mythe ‘Schubert’. Wie in zijn partituren duikt, krijgt een heel ander beeld te zien: Franz Schubert (1797-1828) was trefzeker en perfectionistisch, en bezat de gave om muziek in al haar dimensies vorm te geven in zijn geest, zodat het neerpennen op notenpapier met evenveel vlotheid als accuratesse kon gebeuren. Hoewel dromerige episoden en meanderende melodieën anders zouden kunnen doen vermoeden, getuigt niets in Schuberts muziek van toeval of argeloosheid: hij hanteert dynamische registers met een overtuiging die een sterke visie en een groot zelfbewustzijn verraden, verbaast met innovatieve ritmische concepten en complexe harmonische constructies, goochelt met instrumentaties en bezit één van de meest subtiele expressieve paletten uit de muziekgeschiedenis.

pianoliteratuur, winnen ook zijn ensemblemuziek en symfonische oeuvre steeds meer aan populariteit. Anno 2013 is Schubert misschien zelfs in de eerste plaats de auteur van de Unvollendete: de Achtste, ‘onvoltooide’ Symfonie (1822), die een al even enigmatische en legendarische status geniet als haar schepper.

Schuberts eerste zes symfonieën worden vaak beschouwd als zijn leertraject en laboratorium: met het magistrale symfonische oeuvre van Mozart en Haydn als uitgangspunt, een streepje Rossini ter inspiratie en de speldenprikken van de jonge Beethoven als springplank, gebruikte Schubert deze grote structuren voor het aftasten van vormelijke en conceptuele parameters binnen de grenzen van de klassieke geplogenheden. Maar na de voltooiing van dit vroege veelluik was hij op zoek naar een meer persoonlijke invulling van het symfonische idioom: een tocht die niet zonder hobbels en valkuilen is gebleHoewel Schubert vooral wordt geëerd als mees- ken – daarvan getuigen de talrijke symfonische ter van het Duitse Lied en de vroegromantische schetsen uit de periode 1818-1822. Een onaf-


3.

mentale pendant van Schuberts lyrische oeuvre merkwaardig te noemen dat, hoewel het ‘Scherzo’ slechts gedeeltelijk is overgeleverd en over de kan gelden. ‘Finale’ helemaal niets is geweten, het werk in De tweede beweging is een ‘Andante con moto’ zijn huidige vorm toch een sluitend geheel lijkt: in mi groot, met twee componenten die elkaar af- Unvollendet, maar niet onvolmaakt. wisselen volgens een ABABA-patroon. Schubert trekt de contrastwerking nu ook open naar het Deze paradox vormt de kern van het mysterie Zowel wat structuur als expressie betreft, is de macroniveau, door het drama en de pathos van rond de Achtste Symfonie: waarom is ze onvolUnvollendete (in de ‘Neue Schubert Ausgabe’ ove- de vorige beweging te counteren met een meer tooid gebleven? De meest absurde theorieën rigens genummerd als Zevende Symfonie) Schu- poëtische inslag. Reminiscenties aan het ‘Allegro’ hebben het musicologische discours doorheen berts orkestrale nec plus ultra. Elke maat van zijn echter nooit veraf: ook hier mag de hobo een de eeuwen getekend: Schubert zou hebben aanhet openingsallegro ademt durf en originaliteit: melodische hoofdrol spelen, wordt een gesynco- gevoeld dat hij in twee delen alles gezegd had van de gewaagde schriftuur in de omineuze strij- peerde begeleiding geïncorporeerd en doorbreken wat er te zeggen viel, of dat zijn muziek teveel die van Beethoven benaderde en dus beter het kersintro, over de keuze van de hoofdtonaliteit krachtige tutti de bijwijlen elegische schriftuur. (het hoogst ongebruikelijke si klein), de abrupte Dat slechts twee bewegingen de hoofdmoot uit- ingeslagen pad zou verlaten. Voor de stelling modulaties en syncopische begeleidingsfiguren, maken van wat onmiskenbaar een mijlpaal in het dat de symfonie wel degelijk volledig is omdat tot de strategische positionering van het hoofd- symfonische oeuvre is, heeft sinds het ontstaan Schubert überhaupt geen vierdelige structuur thema in de reëxpositie (een cathartisch moment van de compositie (ca. 1822) aanleiding gege- zou hebben beoogd, zijn evenmin overtuigende dat wordt uitgesteld tot in de coda). Het resultaat ven tot een blizzard aan vragen, bespiegelingen bewijzen te vinden. Aangezien ook de dood niet is een even persoonlijk als pregnant ‘lied-zonder- en hypothesen (“Es ist das wohl in jeder Hin- als ultieme spelbreker kan worden opgevoerd woorden’ dat met zijn narratieve kracht, strakke sicht rätselhafteste unter den grossen Werken (Schubert schreef nog een – volledige – Negende spanningsbogen, dramatische contrastwerking, der Musikliteratur” – aldus het gezaghebbende Symfonie), rest enkel de vaststelling dat de comgevoeligheid, intimiteit en nabijheid als instru- ‘Schubert-Handbuch’). En het is op z’n minst ponist – willens en wetens – de partituur op een gewerkte symfonie in E (D729) breekt voor het eerst duidelijk met het Weense model, maar de Achtste Symfonie (met twee uitgewerkte bewegingen en een gedeeltelijk georkestreerd Scherzo) vormt zonder twijfel de overtreffende trap van deze veelbelovende aanzet.


4.

gekoppeld aan enig inhoudelijk programma – dit is geen symfonisch gedicht, en wat meer is: daaraan heeft Schubert zich nooit gewaagd. Ook Misschien was hij eenvoudigweg de interesse in de meeste andere laatromantische en vroegmohet werk kwijtgeraakt toen de stroom aan bril- derne componisten van Duitse/Oostenrijkse sigjante ideeën tijdelijk opgedroogd bleek …? Dat natuur zijn overigens opvallend weinig geboeid zou kunnen verklaren waarom Schubert de parti- gebleken door het genre. De uitzonderingen die tuur zelfs niet in eigen bezit wenste te houden: deze regel bevestigen, behoren dan weer tot hij schonk zijn manuscript aan collega-componist de grootmeesters van het repertoire: niet de Anselm Hüttenbrenner, die het vervolgens 40 symfonici-bij-uitstek als Brahms, Bruckner of jaar lang angstvallig verborgen hield. Het werk Mahler, maar wel Hugo Wolf, Alexander Ritter kwam pas boven water toen dirigent Johann en Richard Strauss. Herbeck aan Hüttenbrenner beloofde één van diens composities te zullen uitvoeren in ruil voor Tod und Verklärung. Strauss het verloren gewaande meesterwerk. Hütten- Strauss’ Tod und Verklärung (opus 24, 1888/89) brenners moment de gloire is van korte duur ge- geldt als één van de parels aan deze kroon. In het bleken, maar de Achtste Symfonie heeft stormen- vierdelige werk worden de gedachten en visioederhand bezit genomen van een topplaats in de nen van een kunstenaar op zijn doodsbed verklankt. De keuze voor dit even universele als inklassieke-muziek-canon. dividuele (want op één protagonist toegespitste) De bijnaam van het werk (Unvollendete) maakt thema zou zijn ingegeven door Cosima Wagner, deel uit van die turbulente receptiegeschiede- een ardente bewonderaarster van Strauss. Zij nis en is niet van Schuberts eigen hand, noch achtte de onderwerpen van zijn andere toongebepaald moment terzijde heeft geschoven om ze nooit meer opnieuw ter hand te nemen.

dichten niet voldoende hoogstaand en keurde een expliciete, oppervlakkige uitdrukking van de inhoud in de muziek af. Ze raadde Strauss dan ook aan om te kiezen voor ‘eeuwige motieven’ die op verschillende niveaus uitgewerkt en geïnterpreteerd zouden kunnen worden. Strauss’ antwoord was een overtuigd “ja”: Tod und Verklärung is het meest metafysische onder zijn symfonische gedichten geworden. Aan het werk ligt – ietwat ongebruikelijk – geen literaire of andere concrete buitenmuzikale inspiratiebron ten grondslag. De narratieve inhoud stamt geheel en al uit de verbeelding van Strauss: “Ik wilde in een symfonisch gedicht de dood evoceren van iemand die gestreefd heeft naar het hoogste artistieke doel – een kunstenaar dus waarschijnlijk. De zieke man ligt te slapen in bed, zwaar en onregelmatig ademend; zijn dromen zijn niet onaangenaam en toveren ondanks zijn lijden een glimlach op zijn gezicht. Zijn slaap wordt lichter en hij wordt wakker; hij


5.

het structurele geraamte uiteindelijk helemaal leidt naar een onstuimige fase die meermaals opgaat in (en niet doorweegt op) het overkoepe- wordt onderbroken door trombones en pauken met materiaal dat herinnert aan de introductie. lende verhaal. Het fragment culmineert in drie breed uitgesponDe briljant geïnstrumenteerde (blazers – slagwerk), nen statements van het idealisme-thema, telkens hortende introductie zorgt meteen voor een bela- in een andere toonaard. Hierop volgen een herden stemming: de drukkende stilte aan een ziek- haling van de introductie, de reëxpositie en coda, bed. Dan ontluiken aangename dromen (harp, fluit waarin de ultieme terugkeer van datzelfde thema en hobo) die culmineren in een verstrengeling van een absoluut hoogtepunt – en één van de meest motieven – meteen ook het slot van de prelude. ontroerende momenten uit het ganse symfoniRoffelend en explosief slagwerk markeert een plotse sche oeuvre van Strauss – vormt. sfeerverandering en het begin van een allegro-passage. De expositie van het thematische materiaal is Romanze voor cello en orkest. Strauss meer geagiteerd maar blijft ingehouden: de kunste- Tod und Verklärung ging in première in Eisenach naar wordt geplaagd door vreselijke pijnen maar (1890) onder de baton van de componist, met een kan zijn lot niet ontlopen. Het allegro besluit met niet onverdeeld succes (criticus Ernest Newman De realisatie van dit programma gebeurt via een een voorafschaduwing van het hoofdthema (het merkte op dat niemand bij dit werk zou willen/ sterk sfeerscheppende muziektaal die – in lijn ‘idealisme-motief’). De episodische doorwerking kunnen sterven: “Te spectaculair, te briljant vermet de idee van de transfiguratie – wordt gete- verwijst naar de flarden van dromen en herinne- licht, te vol van praal van de massa; terwijl dit kend door verregaande modulaties. Ook vorme- ringen die de zieke plagen (onder meer met een een reis is die iedereen toch alleen en rustig malijke keuzes blijken door de inhoud gestuurd: de ‘kindertijd-thema’ in de fluitpartij). Een rijk geor- ken moet!”). De meningen waren duidelijk stersonatevorm levert de basis waaraan veranderin- kestreerde passage (die enkel aan de geest van ker verdeeld dan bij Strauss’ Romanze (WoO75) gen worden aangebracht die ervoor zorgen dat een operacomponist als Strauss kon ontspruiten) voor cello en orkest, die een bijzonder grote wordt weer getroffen door vreselijke pijnen en zijn ledematen schudden van angst. Als de aanval overgaat en de pijn verdwijnt, reflecteert hij over zijn leven: zijn kindertijd, zijn jeugd (met alle daarbij horende passies) en plots – terwijl de pijn weer toeneemt – ziet hij voor zich de vrucht van zijn levenspad: de idee, het ideaal dat hij probeerde te realiseren en te representeren in zijn kunst, maar dat hij niet perfect heeft kunnen weergeven omdat dit voor mensen nu eenmaal niet is weggelegd. Het uur van de dood nadert, de ziel verlaat het lichaam om in de eeuwige en onmetelijke kosmos de meest volmaakte en schitterende realisatie terug te vinden van dat wat hij hier op aarde niet heeft kunnen volbrengen.”


6.

populariteit genoot bij zijn tijdgenoten en ook alle latere generaties melomanen heeft weten te bekoren. Romanze is het werk van een jonge Strauss: de compositie ontstond in 1883, toen hij slechts 19 jaar oud was en net universitaire studies had aangevat in München. Ondanks die jonge leeftijd was Strauss al lang geen neofiet meer: hij had al meer dan 40 composities op zijn naam staan, maar was na liederen en kortere pianowerken klaar voor het grotere werk. De compositie – nochtans niet gespeend van invloeden van Strauss, Brahms en Schumann – barst dan ook van het karakter en de individualiteit! Binnen een expressief spectrum dat reikt van passioneel tot meditatief, en doorheen texturen die variëren van cantabile tot recitatief, laat Strauss de cello van z’n meest lyrische zijde zien. Daarbij schept hij alle ruimte voor de kleuren en sonoriteiten van het instrument door het orkest in een ondersteunende rol op te stellen, verzakend aan veelgelaagde, dik aangezette orkestrale blokken. In zekere zin is ook deze compositie een lied-zonder-woorden: een theatrale, instrumentale aria met de cello als prima donna,

waarin Strauss gezagvol de overstap maakt van en één van diens studenten (de legendarische het vocale kamermuziekrepertoire naar het vol- Bette Davis). De leerlinge vermoordt de meester en krijgt zo de kans om het concerto in prebloed orkestrepertoire. mière uit te voeren. Celloconcerto. Korngold Ook Oostenrijker Erich Wolfgang Korngold Met thema’s als passie, liefde, verraad en moord (1897-1957), zowat een generatie jonger dan hoeft het nauwelijks te verbazen dat het conStrauss en sterk beïnvloed door diens originele certo – waarvan de structuur als een sonatevorm toonspraak, was een expert in het vertalen van met tussengeschoven trage sectie beschreven drama en emotie naar een woordeloze parti- kan worden – baadt in een stormachtige, dramatuur, zij het in een heel andere context: Korn- tische, zelfs tragische atmosfeer. Nervositeit en gold behoorde tot de sterren van de vroege turbulentie tekenen alvast het openingsthema, filmmuziek, en maakte vanaf de jaren 1930 dat rusteloos schippert tussen majeur en mineur. furore in Hollywood met zijn meeslepende Een tweede, lyrisch idee (ontleend aan Korngolds oeuvre onder een laatromantisch patine. Ook filmmuziek voor Elizabeth and Essex) blijkt na een het ontstaan van Korngolds Celloconcerto in C cadenza voor de cello ook de nucleus van een (opus 37) moet in die context worden gesitu- uitgewerkte langzame beweging. De reëxpositie eerd. Deze eendelige compositie – een werve- fungeert als finale: het eerste thema treedt oplende tien minuten vol kleur, emotie en drama nieuw voor het voetlicht en maakt een sterke – is een uitgebreide versie van een concerto motivisch/thematische ontwikkeling door. Een dat deel uitmaakte van de filmscore én plot van tweede, virtuoze cello-cadenza en een monuDeception: de geschiedenis van een driehoeks- mentaal statement van het tweede thema besluiverhouding tussen een componist, een cellist ten het werk.


7.

Met de publicatie van het concerto als volwaardige compositie met officieel opusnummer wilde Korngold ook zijn carrière als ‘ernstig’ componist weer op de rails krijgen. Toch zou hij zijn leven lang achtervolgd blijven door de kritiek dat hij geen inventief genie was, maar een dromer en een te weinig oordeelkundige navolger van sterkere figuren. Het mag een schrale troost heten, dat zelfs iconen als Schubert en Strauss ooit door criticasters als vreemde snuiters binnen het muzikale establishment zijn afgedaan. Tekst. Sofie Taes


8.

Interview

Emmanuelle Bertrand. celliste. Emmanuelle Bertrand is geen onbekende voor het Symfonieorkest Vlaanderen. Het orkest was al verschillende keren te gast op het Festival de Violoncelle in Beauvais. Deze keer treedt ze aan als soliste in het prachtige, maar onderbelichte Celloconcerto in do groot van Erich Korngold tijdens de productie ‘Unvollendete’ in februari 2014. U bent soliste, artistiek directeur van het Festival de Violoncelle de Beauvais in Frankrijk, gepassioneerd kamermusicus en liefhebber van hedendaagse muziek. Hoe slaagt u erin dit allemaal te combineren? Emmanuelle Bertrand: “Wel, dit alles vormt een onafscheidelijk geheel. Je zou kunnen zeggen dat de vorm verandert, maar de basis blijft altijd dezelfde. Zo heb ik inderdaad de functie als artistiek directeur van het Festival de Violoncelle van Pieter Wispelwey overgenomen, maar de programma’s die je samenstelt in het kader van een festival komen meestal grotendeels overeen met deze

die je voor jezelf zou samenstellen. Alles waar een musicus dagelijks mee bezig is, gebeurt ook tijdens de voorbereiding van zo’n festival. Het delen van datgene waar je vol passie voor leeft, is immers een belangrijk onderdeel van het leven van een muzikant.” Uw ontmoeting met componist Henri Dutilleux was zeer bepalend voor u. Wat betekent hij precies voor u? Bertrand: “Hem ontmoeten was een zeer belangrijk keerpunt in mijn leven als celliste. Ik was net aan het conservatorium afgestudeerd en probeerde zo goed mogelijk alle raadgevingen die ik tijdens mijn opleiding gekregen had in de praktijk om te zetten. Dankzij deze ontmoeting heb ik geleerd om alles vanuit een ander en breder perspectief te benaderen.” “Ik denk in het bijzonder aan de tijd die je besteedt om een stuk, met respect voor de partituur, te interpreteren en te studeren. Bijvoorbeeld in de muziek van Dutilleux, die uiterst intelligent gecomponeerd is, staan er soms wel

vijf verschillende aanwijzingen om één noot te spelen. Wanneer je studeert, komen er heel wat vragen in je op. Bij onze eerste ontmoeting wilde ik hem dan ook bijzonder veel vragen stellen. Ik was zeer verwonderd over zijn antwoord. Hij zei me: “Stel uzelf geen vragen meer. U speelt in de juiste sfeer en dat is alles wat telt voor mij.” Dat was ronduit het tegenovergestelde van wat ik verwacht had ... Meneer Dutilleux is namelijk zéér precies. Geen enkel detail ontsnapt aan zijn aandacht. Dit heeft in mij iets wakker gemaakt wat helemaal ondergesneeuwd was bij de voorbereidingen van wedstrijden. Ik zag toen de partituur als iets tijdelijks en niet als doel op zich. Kortom, deze ontmoeting heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in mijn persoonlijke evolutie.” Kunt u wat meer vertellen over het Celloconcerto van Korngold en de Romanze van Strauss? Bertrand: “Ik vind het fantastisch dat ik dit concerto aan mijn repertoire kan toevoegen en dat ik het ook verschillende keren met het Symfonieorkest


9.

moeten we de jongere generatie uitnodigen en interesse laten krijgen voor klassieke muziek? Bertrand: “Dat is een probleem dat me inderdaad veel zorgen baart. Ik denk dat het een missie moet zijn als musicus om telkens opnieuw je plaats binnen de samenleving terug te winnen. Momenteel heeft men niet de gewoonte om kunst te leren kennen. Daarom ben ik zo in de ban van de muziek uit de oorlogsperiode. Het interesseert me enorm hoe muziek eigenlijk de essentie kan weergeven in de meest extreme omstandigheden. Als je ziet dat zowel in Auschwitz als in de loopgraven muziek een bestaansreden creëerde, een reden was om zich niet door de situatie te laten verpletteren, besef je dat er een enorme kracht van muziek uitgaat. Een dynamiek die niet altijd naar waarde geschat wordt wanneer men in een veel comfortabelere periode leeft. Vandaag leven we in een zeer individuele maatBent u bezorgd over de richting die klassieke schappij. Toch stelt muziek ons in staat om iets muziek uitgegaan is sinds de tijd van uw voor- te delen, om krachtige ervaringen samen te begangers zoals Casals, Heifetz en Horowitz? Hoe leven. Het is onze missie als musicus om het Vlaanderen kan uitvoeren. Het is een werk dat zelden wordt geprogrammeerd en waarvan ikzelf nog nooit een live-uitvoering heb gehoord. Omdat dit concerto relatief kort is, is het namelijk moeilijk in een concertprogramma in te passen. Daarom hebben we er de Romanze van Strauss aan toegevoegd; een meesterwerk uit dezelfde periode, helemaal anders van opzet, eveneens zelden geprogrammeerd. De Romanze is een vroeg werk van Richard Strauss, maar wat hij op het einde van zijn leven componeerde, komt grotendeels overeen met wat Korngold schreef. Er is een duidelijke link tussen de muzikale taal van deze componisten. Natuurlijk geniet ik er ook van om het grote cellorepertoire te spelen, maar het vooruitzicht om enkele onverwachte en minder bekende pareltjes te mogen brengen, is één van de meest fascinerende taken van een artiest, vind ik.”

publiek bij elk concert te tonen dat muziek een belangrijk onderdeel van het leven kan zijn.” U heeft al met het Symfonieorkest Vlaanderen samengewerkt. Hoe was uw ervaring met dit orkest? Bertrand: “Wij maakten voor het eerst kennis tijdens het Festival de Violoncelle in Beauvais waarvan ik net artistiek directeur geworden was. We brachten Tout un monde lointain en het was een enorme eer voor ons dat Henri Dutilleux op zijn zeer gezegende leeftijd, hij was toen 95 jaar, aanwezig was. Het heeft me enorm geraakt dat we zijn concerto in zijn bijzijn hebben vertolkt. Ook zijn prachtige toespraak nadien zal me altijd bijblijven. Hij had een zekere kracht over zich en tegelijkertijd een unieke eenvoud die hem zo dicht bij het publiek bracht.” Interview. Hélène Viratelle


10.

Biografie

Jan Latham-Koenig. dirigent

JAN LATHAM-KOENIG © pAuL persky

Met zijn Franse, Deense en Poolse roots, is Jan Latham-Koenig een Europeaan in hart en nieren. Hij studeerde aan het Royal College of Music in Londen waarna hij de prestigieuze Gulbenkian Fellowship in de wacht sleepte. Zijn debuut als dirigent van de opera Macbeth in de Wiener Staatsoper in 1988 was een buitengewoon succes en bezorgde hem op korte tijd internationale naam en faam. Sindsdien stond hij aan het roer van ’s werelds grootste opera- en symfonische gezelschappen met werken zoals Aïda, Macbeth, La Bohème, Peter Grimes, Tristan und Isolde, Pelléas et Mélisande, Die tote Stadt, Carmen, Turandot en Elektra en het ballet The Prince of the Pagodas. Jan Latham-Koenig nam reeds diverse engagementen op als artistiek directeur van ensembles en organisaties zoals het Orquestra Nacional do Porto, de Cantiere Internazionale d’Arte di Montepulciano, het Teatro Massimo di Palermo, het Orchestre Philharmonique de Strasbourg en de

Opéra National du Rhin. Daarnaast was hij stichter en artistiek directeur van de Young Janácˇek Philharmonic. Sinds augustus 2011 is hij artistiek directeur van de Novaya Opera Moskou en sinds 2012 ook van het Orquesta Filarmónica de la UNAM in Mexico City. Vanaf het seizoen 2013-2014 is hij tevens chef-dirigent van het Symfonieorkest Vlaanderen in Brugge. Jan Latham-Koenig verzorgde diverse gastoptredens met onder meer de New Japan Philharmonic, het Tokyo Metropolitan Orchestra, het Orchestre Philharmonique de Radio France, het Los Angeles Philharmonic Orchestra, het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin, het Dresdner Philharmonie Orchester, … Daarnaast werd hij uitgenodigd om diverse gezelschappen te dirigeren in de Wiener Staatsoper, het Royal Opera House Covent Garden, de National Opera Prague, de Göteborg Opera, de Tokyo National Opera en nog vele andere.


Biografie

11.

Emmanuelle Bertrand. cello

Emmanuelle Bertrand © ALVARO YANEZ

Emmanuelle Bertrand (°1971) studeerde cello bij Ze creëerden in 2005-2006 het theatrale concert Jean Deplace en Philippe Muller aan de conser- Le Block 15, een werk van regisseur Jean Piat dat de getuigenissen beschrijft van twee muzikanvatoria van Lyon en Parijs. ten die via hun muziek aan de gruwelen van de In 2002 werd ze bekend bij het grote publiek Tweede Wereldoorlog wisten te ontsnappen. toen ze de prestigieuze prijs Victoire de la Musi- Als soliste wordt Bertrand regelmatig uitgeque won. Ook 2011 was een bijzonder succesvol nodigd door internationaal gerenommeerde jaar: ze kreeg een Diapason d’Or voor haar al- toporkesten, zoals onder meer het Orchestre bum ‘Le violoncelle parle’ en werd uitgeroepen Métropolitain du Grand Montréal, de Moscow tot ‘Kunstenares van het jaar’ door het tijdschrift Soloists, het BBC National Orchestra of Wales, Diapason en de luisteraars van France Musique. het Orchestre Symphonique de Québec en het Daar haar interesse in het creëren van heden- Orchestre National de Lille. daagse composities schreven verschillende componisten werken speciaal voor haar, waar- Haar opnames op het Harmonia Mundi-label, onder bijvoorbeeld Édith Canat de Chizy, Pascal als soliste en samen met Pascal Amoyel, werden Amoyel en Bernard Cavanna. In 1997 verzorgde telkens zeer positief ontvangen door de internaBertrand in Japan de wereldpremière van de tionale muziekpers. Zo ontving ze onder meer de Vierde Suite voor cello solo van Nicolas Bacri en in Cannes Classical Award, de Répertoire-Classica 2000 creëerde zij Chanson pour Pierre Boulez, het en de fff van Télérama. laatste werk voor cello solo van Luciano Berio. In 2004 werd Emanuelle Bertrand door het Franse Vanuit haar passie voor kamermuziek vormt Ber- ministerie van cultuur benoemd tot Chevalier de trand een artistiek duo met pianist Pascal Amoyel. l’Ordre des Arts et des Lettres.


12.

Paleis voor Schone Kunsten. Brussel maandag 10 februari 2014. 17u30 Concertgebouw. Brugge dinsdag 11 februari 2014. 17u30 Muziekcentrum de Bijloke. Gent zaterdag 15 februari 2014. 17u30 deSingel. Antwerpen zondag 16 februari 2014. 13u

De deelnameprijs per persoon bedraagt 5 euro. Omwille van organisatorische redenen is een minimum van tien inschrijvingen per datum vereist, met een maximum van 25 personen per sessie. Wenst u één van deze open repetities bij te wonen, neem dan contact op met Stephanie Dierckxsens om uw deelname te bevestigen. Dit kan via mail naar stephanie.dierckxsens@symfonieorkest.be of telefonisch via +32 50 84 05 87.

Unvollendete

Achter de schermen van het Symfonieorkest Vlaanderen. Ook dit seizoen nodigen wij u uit om het Symfonieorkest Vlaanderen achter de schermen te ontdekken. Het is opnieuw een uitstekende gelegenheid om het Symfonieorkest Vlaanderen aan het werk te zien en te beleven hoe een majestueuze symfonie of een virtuoos concerto gevormd en gepolijst wordt door dirigent en musici.

Een repetitie bijwonen, is voor muziekliefhebbers beslist een leerrijke ervaring. In het verleden gaven wij verschillende groepen reeds de kans een repetitie bij te wonen. De reacties waren steeds zo positief dat wij deze formule dit seizoen graag herhalen. Wij zetten onze deuren voor u open tijdens de concertreeks ‘Unvollendete’ in februari 2014. Tijdens het bezoek krijgt u meer informatie over het Symfonieorkest Vlaanderen en over het muziekstuk dat het orkest aan het repeteren is. Vervolgens wordt u naar de repetitieruimte vergezeld waar u het orkest aan het werk zal zien. Symfonische muziek is mensenwerk en is nergens beter te zien en te beleven dan tijdens een orkestrepetitie! Wanneer de musici pauzeren, is er tijd voor een kort gesprek met de dirigent, de musici en/of de solist. Heeft u concrete vragen? Dan is dit het uitgelezen moment om deze af te vuren. Aansluitend kan u uiteraard het concert ‘Unvollendete’ bijwonen. Een open repetitie werpt een andere kijk op het Symfonieorkest Vlaanderen. Een buitenkans!


Overzicht

13.

Concert.agenda Jupiter.

Étoiles.

GymnopĂŠdie.

Neyrinck . Lindberg . Mozart

Brahms . Reinecke . Swerts . de Falla

Milhaud . Poulenc . Satie

dirigent. Alexandre Bloch solist. Matthew Trusler. viool

dirigent. Jan Latham-Koenig solisten. Anneleen Lenaerts. harp Adriana Bastidas Gamboa. mezzosopraan

dirigent. Jan Latham-Koenig soliste. Nathalie Gaudefroy. sopraan

dinsdag 18 maart 2014. 20u Concertgebouw. Brugge

maandag 21 april 2014. 20u OLV Ter Duinenkerk. Koksijde

dinsdag 13 mei 2014. 20u Concertgebouw. Brugge

vrijdag 21 maart 2014. 20u Muziekcentrum de Bijloke. Gent

zondag 27 april 2014. 15u deSingel. Antwerpen

donderdag 15 mei 2014. 20u CC Zwaneberg. Heist-op-den-Berg

zondag 23 maart 2014. 15u deSingel. Antwerpen

maandag 28 april 2014. 20u Paleis voor Schone Kunsten. Brussel

zondag 18 mei 2014. 15u deSingel. Antwerpen

Tickets & info. www.symfonieorkest.be 050 84 05 87

dinsdag 29 april 2014. 20u Concertgebouw. Brugge

maandag 19 mei 2014. 20u Paleis voor Schone Kunsten. Brussel

Tickets & info. www.symfonieorkest.be 050 84 05 87

Tickets & info. www.symfonieorkest.be 050 84 05 87

Ontdek de volledige kalender op www.symfonieorkest.be!


Het Symfonieorkest Vlaanderen geniet de steun van

Westmeers 74 . B 8000 Brugge T +32 50 84 05 87 F +32 50 84 06 87

info@symfonieorkest.be www.symfonieorkest.be Volg ons op Facebook! verantwoordelijke.uitgever. Dirk Coutigny


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.