S78E06-dec08jan09

Page 1

78e jaargang, nr 6, december 2008 / januari 2009

de belgische diamantnijverheid Periodieke uitgave van het Syndikaat der Belgische Diamantnijverheid Periodical Publication of the Syndicate of the Belgian Diamond Industry

editoriaal

Verantwoordelijke uitgever Responsable editor Eduard Denckens Schupstraat 9/11 2018 Antwerpen

Redactie en Publiciteit Editorial Office and Publicity Secretariaat SBD Hoveniersstraat 22, 2018 Antwerpen Tel. : 03/233.11.29 - Fax : 03/227.46.30 e-mail: sbd@sbd.be

Realisatie Transintech Benedenstraat 91, 2880 Bornem Tel: 03/830.23.12 e-mail: transintech@skynet.be

Redactiecomité Editorial Board Eduard Denckens, Jos Heiremans, Linda Vancauwenberghe, Alfons Van Genechten, Yvan Verbraeck

Jaarabonnement Yearly subscription € 25 Voor de teksten zijn uitsluitend hun auteurs verantwoordelijk. Nadruk van teksten toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.

Drukkerij Ignace Wils NV, 2890 Sint-Amands

Met hun recente studie over de Antwerpse diamantsector hebben prof. dr. Joep Konings en Stijn Vanormelingen van de Katholieke Universiteit Leuven voor treffelijk werk geleverd. De Antwerpse diamantsector kan er alleen maar fier over zijn dat hij een bijdrage van niet minder dan 70% tot de Belgische positieve handelsbalans levert, verantwoordelijk voor 2 miljard US dollar op een totaal van 2,9 miljard US dollar. Met een totaal van 34.000 jobs is die diamantsector ook een van de grote werkgevers in de provincie Antwerpen. Die prachtige cijfers veranderen niets aan het feit dat de studie een momentopname vormt en dat het om een sector gaat die, omdat hij een luxeproduct aanbiedt, meer dan welke andere sectoren ook gevoelig is voor de aan gang zijnde wereldwijde economische crisis. Het is inderdaad mooi vast te stellen dat de sector uitzonderlijk belangrijk is maar het ligt voor de hand dat dit belang alleen in standgehouden en eventueel nog vergroot kan worden indien hij er in slaagt de weerslag van die crisis met de nodige vindingrijkheid en slagvaardigheid op te vangen, met andere woorden indien hij – zoals meerdere sprekers op het zopas gehouden diamantsymposium van het AWDC telkens opnieuw herhaald hebben – de crisis als een uitdaging weet op te vatten en in een opportuniteit weet om te buigen. Dat zal des te noodzakelijker zijn daar het duidelijk om een globale crisis gaat waarvan we, zoals AWDC-voorzitter Freddy J. Hanard op


2


het symposium onderstreepte, niet moeten geloven dat die van het ene ogenblik op het andere opgelost zal kunnen worden. “We moeten realistisch zijn en nauwkeurig letten op de maatregelen die mensen op elk punt van de pijplijn ten voordele van iedereen nemen,” zo voegde hij daar onmiddellijk aan toe. Over een aantal van die deelmaatregelen was iedereen op het symposium het blijkbaar duidelijk eens. Zonder in herhaling te vervallen willen we daarbij wijzen op de rol van de diamantairs zelf, die moeten verhoeden dat diamant tot een ‘commodity’ wordt gedegradeerd maar ervoor moeten zorgen dat de betekenis van dit luxeproduct telkens weer in het licht gezet wordt en meer dan ooit het vertrouwen van de consument moeten trachten te winnen en vooral te behouden. Terwijl de leveranciers van ruw inderdaad een helpende hand kunnen uitsteken door de productie af te remmen spreekt het vanzelf dat ook de ruwhandelaars voorzichtig te werk moeten gaan en zich niet op de speculatieve toer mogen begeven, die velen onder hen in het verleden al in grote moeilijkheden heeft gebracht. Of de oprichting van een nieuwe, wereldwijde vereniging van diamantindustrieën enig soelaas kan brengen blijft voor ons een open vraag. Naast de Wereldfederatie van Diamantbeurzen (WFDB) bestaat reeds vele decennia de International Diamond Manufacturers Association (IDMA), twee internationale organisaties die regelmatig vergaderen en nauw samenwerken en op elk congres grondige analyses van de toestand maken en aanduiden wat er voor de toekomst kan gedaan worden. Organisaties in het leven roepen met als enige bedoeling voorzittersposten en andere functies te creëren heeft geen zin. Misschien zouden de twee geciteerde organisaties in de huidige crisis een nieuw elan kunnen zoeken. De versterking van het consumentenvertrouwen kan best van al door grootscheepse reclamecampagnes ondersteund worden. IDMA heeft de eerste aanzet hiervoor in Sjanghai gegeven tijdens de laatste Presidentsmeeting, door een gewezen executive van de ‘World Gold Council-WGC’ uit te nodigen om met de aanwezigen zijn ervaring te delen. De ‘World Gold Council’ heeft destijds fors gereageerd op de daling

van de verkoop en van de prijs van goud door een grootscheepse generische publiciteitscampagne in het leven te roepen. Dit is als zeer succesvol ervaren. Het IDMA initiatief is dan overgenomen geweest door Alrosa die een ‘on invitation only’ meeting bijeengeroepen heeft in St. Petersburg waarvan de resultaten nog niet kenbaar zijn gemaakt. De reusachtige marketingcampagne, die De Beers tijdens het vierde kwartaal 2008 op de Amerikaanse markt gelanceerd heeft, is een voortreffelijk teken in de goede richting en zou wellicht best van al door soortgelijke acties vanuit de sector zelf ondersteund worden, met dien verstande dat die zich dan niet alleen tot de Verenigde Staten alleen mogen beperken. Op nationaal vlak tenslotte is het alleen maar te hopen dat de overheid, die ongetwijfeld door de voordien aangehaalde KUL-studie nog maar eens van het belang van de diamantsector voor de Belgische economie overtuigd is geraakt, zich begripvol ten opzichte van die sector zou opstellen. Wij pleiten zeker niet voor laksheid en zwakheid want wie zich niet aan de bestaande strenge regelgeving houdt moet gestraft worden, vooral ook omdat hij de geloofwaardigheid van de hele sector in twijfel trekt. Maar indien men een bedrijf de meest noodzakelijke middelen ontneemt om zijn werk voort te zetten dan ligt het voor de hand dat zijn financiële structuur zodanig ontwricht wordt dat het niet meer aan zijn wettelijke verplichtingen kan voldoen en dus van het toneel verdwijnt. En de verdwijning van elk bedrijf vormt een verzwakking van de voedingsbodem, die de Antwerpse diamantsector maakt tot wat hij volgens de KULstudie nog altijd is: een pijler waarop het hele Belgische financieel-economische leven stevig steunt. Eduard Denckens voorzitter SBD

SBD wenst alle leden prettige feestdagen en een gelukkig en voorspoedig jaar 2009

3


éditorial

Le Prof. Dr. Joep Konings et Stijn Vanormelingen, de la Katholieke Universiteit Leuven, ont fourni un travail remarquable avec leur récente étude sur le secteur diamantaire anversois. Le secteur diamantaire anversois peut assurément être fier du fait qu’il fournit une contribution de pas moins de 70% de la balance commerciale positive belge, puisqu’il contribue pour 2 milliards d’USD sur un total de 2,9 milliards d’USD. Ce secteur diamantaire est aussi un des plus grands employeurs dans la province d’Anvers, avec un total de 34.000 emplois. Ces beaux chiffres ne changent rien au fait qu’il s’agit d’un instantané et qu’il s’agit d’un secteur qui, du fait qu’il offre des produits de luxe, est plus que tout autre secteur sensible à la crise économique mondiale en cours. Il est en effet bien beau de constater que le secteur est très important, mais il va de soi que cette importance ne peut être maintenue et éventuellement même être agrandie que s’il parvient à absorber l’impact de cette crise avec l’inventivité et le dynamisme nécessaires, en d’autres termes s’il considère la crise comme un défi et s’il en fait une opportunité, comme de nombreux orateurs l’ont à nouveau rappelé lors du symposium diamantaire de l’AWDC qui vient d’avoir lieu. Ce sera d’autant plus nécessaire qu’il s’agit clairement d’une crise globale dont il ne faut pas croire, comme l’a souligné au cours du symposium le président de l’AWDC Freddy J. Hanard, qu’elle se résoudra d’un coup de baguette magique. «Nous devons être réalistes et suivre de près les mesures qui seront prises le long du pipeline au profit de tout le monde,» at-il immédiatement ajouté. Lors du symposium, tout le monde était visiblement d’accord sur certaines de ces mesures. Sans vouloir nous répéter, nous voulons tout de même insister sur le rôle des diamantaires euxmêmes, qui doivent veiller à ce que le diamant ne soit pas dégradé au rang de ‘commodity’ mais doivent faire en sorte que la signification de ce produit de luxe soit chaque fois mise en valeur, et qui doivent plus que jamais tenter de retrouver la confiance du consommateur et surtout la conserver. De leur côté, les fournisseurs de brut peuvent également contribuer de manière positive en freinant la production, mais il va de soi que les négociants en brut doivent également travailler de manière prudente et ne doivent pas se mettre à spéculer, ce qui a, par le passé, mis nombre d’entre eux en grandes difficultés. La question reste ouverte de savoir si la création d’une nouvelle association mondiale des industries diamantaires va apporter un soulagement. A côté de la Fédération mondiale des bourses diamantaires (WFDB) existe également depuis plusieurs décennies l’International Diamond Manufacturers Association (IDMA), deux organisations qui se réunissent régulièrement et collaborent étroitement, font à chaque congrès des analyses en profondeur de la situation, et montrent ce qu’on peut faire pour l’avenir.

4

Fonder des organisations avec comme seul objectif de créer des places de président et autres fonctions n’a pas de sens. Peut-être que les deux organisations susnommées pourraient trouver un nouvel élan dans la crise actuelle. Le renforcement de la confiance du consommateur peut sans doute être le mieux assuré par de grandes campagnes publicitaires. IDMA a franchi le premier pas à Shanghai lors de la dernière Presidentsmeeting en invitant un ancien responsable du ‘World Gold Council-WGC’ afin qu’il partage son expérience avec les personnes présentes. Le ‘World Gold Council’ a réagi en son temps lors de la baisse des ventes et du prix de l’or en lançant une campagne de publicité générique de grande envergure. Le succès fut au rendez-vous. L’initiative d’IDMA a été reprise par Alrosa qui a organisé une assemblée ‘on invitation only’ à SaintPétersbourg dont les résultats ne sont pas encore connus. La gigantesque campagne de marketing que De Beers a lancée au quatrième trimestre de 2008 sur le marché américain est un excellent signe dans la bonne direction et il serait bon qu’elle soit soutenue par des actions similaires de la part du secteur, étant entendu qu’elles ne devraient pas se limiter aux EtatsUnis. Sur le plan national, on peut simplement espérer que les autorités, qui auront une fois de plus été convaincues de l’importance du secteur diamantaire pour l’économie belge grâce à l’étude de la KUL évoquée au début, se montreront compréhensives vis-à-vis de ce secteur. Nous ne plaidons certainement pas pour du laxisme et de la faiblesse, car celui qui ne respecte pas la législation sévère doit être puni, surtout parce qu’il porte atteinte à la crédibilité de l’ensemble du secteur. Mais si l’on enlève à une entreprise les moyens les plus indispensables pour pouvoir continuer son travail, il va de soi que sa structure financière sera tellement atteinte qu’elle ne sera plus en mesure de satisfaire à ses obligations légales et disparaîtra donc de la scène. Et la disparation de toute entreprise représente une perte de valeur du terreau qui fait en sorte que le secteur diamantaire anversois est, aussi selon l’étude de la KUL, encore et toujours: un pilier sur lequel repose fermement l’ensemble du secteur économique et financier belge. Eduard Denckens Président du SBD


editorial

With their recent study about the Antwerp diamond sector Prof. Dr. Joep Konings and Stijn Vanormelingen of the Catholic University of Louvain (KUL) have done excellent work. The Antwerp diamond sector can only be but proud about his contribution of no less than 70% of Belgium’s positive trade balance, i.e. some USD 2.0 billion out of a total of USD 2.9 billion. And with a total of 34,000 jobs the diamond sector is also one of the biggest employers in the province of Antwerp. Those fine figures do not change anything to the fact that the study is a momentaneousexposure, being a sector that, because it is offering a luxury product, is more sensitive than whatever other sector for the actual worldwide economic crisis. It is indeed very fine to ascertain that the sector is extremely important but it goes without saying that this importance can only be maintained and eventually be increased if it succeeds in intercepting the repercussion of that crisis with the necessary inventiveness and decisiveness, in other words if it - like so many speakers at the recently held diamond symposium of the AWDC have constantly repeated – can take up the crisis as a challenge and reorganize it into an opportunity. This will be all the more necessary as is becomes clear that it is a global crisis of which, like AWDC-president Freddy Hanard emphasized at the symposium, we don’t have to believe that we may be able to find solutions straightaway . And the same speaker to add that “we must be realistic and we have carefully to explore the measures that people take at each stage of the pipeline for the benefit of all.”On a series of partial measures everybody at the symposium seemed to agree. Without repeating ourselves we want to point at the role of the industry leaders themselves who have to prevent degrading diamond into a ‘commodity’ and who have to care that the role of a luxury product is again and again highlighted and who have more than ever to try to gain, and particularly to keep, the confidence of the consumer. Whereas the suppliers of rough can give an helping hand by slowing down production, it goes without saying that also the rough traders have to proceed very carefully and may not expose themselves to the danger of speculation, a speculation that has brought in the past many of them in great difficulties. If the bringing into being of a new, worldwide association of diamond industries can bring some comfort, for us there remains a question. Besides the World Federation of Diamond Bourses (WFDB) there exists already since many decenniums the International Diamond Manufacturers Association (IDMA), two international organizations that come together regularly and they are working closely together and making at each congress deep analyses of the situation and of the measures that have to be taken for the future. To bring into being organizations with the only aim of creating presidential and other functions does not have any sense. Maybe the two quoted organizations could find in the actual crisis a new élan. The strengthening of the confidence of the consumer can best of all

be supported by large-scale publicity campaigns. During the latest held president’s meeting in Shanghai, IDMA has given the initial impetus to this by inviting the former executive of the ‘World Gold Council – WGC’,to share his experiences with the participants. At the time, The ‘World Gold Council’ has strongly reacted to fall of the sales and of the price of gold by creating a massive generic publicity campaign. This campaign has been experienced as very successful. The IDMA initiative has been taken over by Alrosa that has gathered an ‘on invitation only’ meeting in Saint Petersburg of which the results have not yet been disclosed. The massive marketing campaign which De Beers has launched during the fourth quarter of 2008 on the American market is an excellent sign into the good direction and could probably best of all be supported by similar actions from the sector itself, provided that they are not limited to the United States only. As far as the national level finally is concerned, we can only but hope that the authorities, that certainly have more than ever before be convinced by the KUL-study of the importance of the diamond sector for the Belgian economy, will adopt an understanding attitude towards the sector. We are certainly not pleading in the defence of laxness or weakness because he who does not observe the existing strong regulations has to be punished, especially because he damages the credibility of the whole sector. But if one deprives a company of the most necessary means to continue its work, than it goes without saying that its financial structure will be distorted in such a way that it can no longer come up to its legal obligations and consequently will disappear. And every disappearance of a company means a weakening of the breeding ground that makes the Antwerp diamond sector to what it still is according to the KUL-study: a pillar that is supporting the whole Belgian financial and economic life. Eduard Denckens President SBD

J. PIRE & P. HUET Are together for a better service Each 45 years of experience Jean Pire Paul Huet Round stones All models of very good –3 x Ex fancy stones and all kind of repairs

Hoveniersstraat 11 1st Floor 0496/506964

0494/364828

5


6


The Antwerp Diamond Symposium

Confidence in challenging times More than 500 members of the international diamond sector participated in a highly charged forum, which took place in the main auditorium at the Antwerp Province House. Called the Antwerp Diamond Symposium, they discussed the impact of the global financial meltdown upon the diamond business and considered alternative strategies that can be adopted by the industry in its wake. The symposium was organised by the Antwerp World Diamond Centre (AWDC) on behalf of the world diamond industry. The dominant message that was delivered to participants was that the current downturn in the market is related predominantly to financial liquidity and not to the fundamentals of the diamond business, which are sound. Addressing the symposium, the major diamond producers announced that they will be reducing rough supply to the market over the short term, and they declared their support for an all-industry body that will be responsible for the generic promotion of diamonds to consumers. In the opening address to the symposium, Freddy J. Hanard, CEO of the AWDC, stressed the need to develop a hands-on approach to dealing with the crisis. “Regardless of the length of this recession, it is clear that we need to take action now, and we must do with a belief that we can succeed. After all, our industry has prospered for centuries. This by no means is the first crisis in our industry, and yet we have always endured and

succeeded. This knowledge should at least provide us all here with a great degree of confidence, he said. Hanard said that a comprehensive and coordinated industry response was essential. Above all, we live in an interdependent world. We cannot look to one single party to provide a solution for the entire industry. We have to be proactive. Like never before we have the destiny of the industry in our hands,” he stated. Gareth Penny, managing director of the De Beers Group, confirmed the severity of the current situation, but pointed that while polished diamond prices are correcting, they have not collapsed. “Market conditions are repressed because of liquidity, but the attractiveness of the product we deal in has never been higher,” Penny said. “We are dealing with a short term problem. Diamond reserves are at an all time low, and there has not been the discovery of a major diamond mine for years. We should not forget that we are not in the commodity business. We deal in an irreplaceable treasure that is getting rarer all the time. Penny said that De Beers has decided to reduce rough production so that it coincides with prevailing consumer demand. The decision to do so was De Beers’ alone, he stressed. He also expressed his company’s support for the industry effort to promote diamonds generically. Follow now the complete texts of the main speeches held at this symposium.

The cumulative result of managerial and political mistakes Segey Vybornov, president of Alrosa, emphasized that “the main factor determining the current state of the diamond market is the global financial crisis. The situation on the leading financial and stock exchanges is still fairly dramatic. The labour markets in the US, Europe and Japan are also not in the best shape. Under these circumstances the availability of credit for diamond market players has declined drastically. The purchasing power of end consumers and thus demand are also declining. This crisis was not brought on by a force majeure

circumstances; rather it is the cumulative result of managerial and political mistakes. The scale of the crisis brings comparisons wit the Great Depression, which struck the global economy at the end of the 1920s. Back then, the economic model, built as it was on over-refined notions of a selfregulating free market, needed drastic action to correct. The “new way” pioneered by Franklin Delano Roosevelt was founded not on dogma and theory, but on common sense. Today the actions of the world community to overcome the crisis are giving hope that historical experience will be taken into account.

7


From left to right : Dilip Mehta (Rosy Blue), Sergey Vybornov (Alrosa) and Jacky Roth (HRD) We are now seeing unprecedented efforts undertaken on the part of market regulators. Liquidity is being provided and the FRS, ECB and BOE interest rates, as well as LIBOR, have been lowered. At the same time some fairly tough measures of an administrative nature are being carried through to help calm the panic on the stock exchanges and increase the transparency of financial flows. The overall cost of the administrative measures carried out by the most developed countries is already in excess of one trillion dollars. Hopefully this will have a positive effect on the credit and financial situation in the foreseeable future. We should not forget that the crisis, no matter how threatening it may seem now, has its timeframe. The anti-crisis measures chosen for the diamond market should not contradict its founding principles and should be able to protect our main asset - consumer confidence.” And Vybornov to continue that “a diamond will only remain a diamond when its value is not undermined by any kind of crisis or social cataclysm. This principle must be guaranteed and protected; it is the basis of the market. The smallest alteration of this principle could be fatal, since trust is easily lost but exceedingly difficult, if even possible, restored. Diamond presents eternal value and this image has been formed over centuries and must not be devalued or ruined for the sake of any short-term benefit. Governed by this very principle, ALROSA, as other leading diamond producers, has taken the decision to reduce the market supply of rough diamonds for the purpose of avoiding a price drop across the whole diamond pipeline. For the diamond market, this decision is similar to the actions currently taken by national and transnational regulators on the financial and stock markets. I hope it is clear to the majority of market players that regulatory measures can only be carried out at the producer level. This is the only level at which quick and constructive action can be taken to bring the required effect. The fierce competition that exists between diamond manufacturers and dealers will not allow them to maintain stable price for polished in the view of slow demand and cheapening rough. And a fall in the price of diamonds during

8

the crisis period will seriously undermine the whole purpose of our business. As I said, ALROSA will sell its rough to Gokhran. Today we are finalizing negotiations with the Russian Ministry of Finance about the details of ALROSA’s supervision of sales from Gokhran. In this case, I am confident that ALROSA will get out of the current crisis even stronger having stocks of more than 2 bln and strong cash flow. And I also firmly believe that this move will benefit our clients business as well. In addition to reducing rough supplies, ALROSA will dramatically increase its marketing budget to promote diamonds. It is clear that this campaign will only be a success if the price of diamond jewellery is kept stable during the crisis.” According to Vybornov “any economic crisis always rehabilitates the market as a result. After the Great Depression hundreds of financial junks that were created to inflate the speculative bubbles on the stock markets sank into oblivion. Today mortgage companies and investment banks find themselves the subject of a harsh course of rehabilitation. The markets are trying to get rid of those participants who tried to make a split-second profit at any cost, unfairly risking the stability and prospects of everyone else. The diamond market is no exception. We are all aware of the sort of speculative bubble that was created in the sector of small goods by dealers taking advantage of the ill-conceived credit policy of a number of banks. This is a classic example of the irresponsible and misguided decisions that led ultimately to the crisis situation. It is now obvious that the players interested in the market stability and sustained development must take coordinated decisions to correct such mistakes and to develop a mechanism to rule out the mere possibility of their repetition The steps we have undertaken were dictated by a sense of responsibility and leadership for the future of the diamond market at this difficult time, and we hope that they will not only enable the crisis to be overcome, but also shape the considerable potential that exists for further successful development. Let me finish with the quotation that I found in Forbes magazine during last night flight from London to Brussels that beautifully fits in our agenda.”


Diligence is the mother of good luck

“It is certainly clear to all of us that a difficult period may lie ahead for the diamond and jewellery industry,” Paul C. Goris, ADB Chairman said. “The recent turmoil in the financial sector has widely affected business sentiment and is unfortunately spilling over into the global economy. An increasing number of countries is already announcing, based on consecutive retractions of their economies, that they have entered a recessionary period. Moreover, borrowing in general has become more difficult, more scarce and more expensive. More importantly, we unfortunately start to see a recessionary impact on consumer spending in general and on luxury goods in particular. As such, the demand for diamonds and jewellery with consumers confronted with shrunk assets and sometimes broken lives, will inevitably also suffer in the next weeks and months to come. I am talking about the ‘next weeks and months to come’ because, in order to have a clearer picture of the situation, we will have to wait for the final outcome of the sales season in the US and of the sales generated during the Chinese New Year. Like in politics, the polls do not always correspond with the final results of an election. In any case, our industry should prepare itself for a difficult period that will, almost inevitably, carry us into - at least - 2009. According to Paul C. Goris “a weakening of consumer demand for our products will entail a build up of inventory, create overcapacity in manufacturing centres, put pressure on the liquidity of the market and cause liquidation value of inventory and thus solvency levels to retract. Taking into account an already substantial industry bank debt and real interest rates still being relatively high, the capacity to service debt may under these circumstances also become under strain. For sure not an exciting picture but, as always, panic is a very bad counsellor as we all have been able to witness what a collective irrational behaviour can do to the world’s stock markets and the financial system. Therefore, let us not get dragged into exaggeration and collective despair, but rather unite in a responsible behaviour

throughout the entire industry and which should be based on, primarily, patience and prudence.” And P.C Goris to continue that “in our opinion, such a responsible behaviour should be translated in: - Firstly, raw material producers accepting that their clients only bid on goods that are sellable and profitable. Even if this would entail deferring sales or even stocking. As such, the today's announcement of our industry's leading producers, the DTC and Alrosa to cut back on production, certainly is quite a comforting message. - Secondly, diamantaires having the courage to only buy goods that can be turned into profitable business while, at the same time, closely monitoring their inventories, their trade receivables as well as their solvency levels. Relating to the latter, your industry’s bankers can only but hope that the industry’s profits made in the past, and partially invested perhaps in other profitable assets, are still available to be re-invested in the diamond business in order to restore solvency levels whenever necessary. - Finally, bankers accepting a temporary build-up of inventory, a possible slowdown in business volume and of business cycles as well as a shrinkage of the asset base and solvency levels. And although it certainly is not the moment to further increase bank indebtedness, it is certainly not the moment either for bankers to introduce drastic measures that can bring the industry to a complete stand-still... or even worse. In all, for all players in our industry and for the next few weeks and perhaps many months to come, asset protection will have to prevail over asset growth. Isn't there a wise proverb that says: Diligence is the mother of good luck. As such, let us, after this symposium, all go back to our business strengthened by the belief that a collective responsible behaviour - marked by patience, prudence and self-discipline, combined with the commitment of this industry’s bankers to support said responsible behaviour, carry all of us through the difficult period that unfortunately lies ahead,” Paul C. Goris ADB Chairman, concluded his speech.

Antwerp has a major role to play

André Gumuchdjian, president of the Polished Diamond Traders Association, stressed at the beginning of his speech that “whether we are aware of it or not, we are not just purveyors of

a raw material, we actually all contribute to a dream: the realisation of a powerful and enduring symbolism. Furnishing diamonds to people who want to symbolize their

9


most precious emotions, the love for the ones they love, with our material. We are in a very special and blessed trade and it is useful to stop and pause regularly at how fortunate we are to engage in such a beautiful activity. It is important to remember these fundamentals for they are the pillars on which we build our trade. It was inevitable that the financial crisis of the preceding months would develop into an economic crisis. It is equally inevitable that prices will decrease. We witness that in the rough market prices have come down some 30%. But I'd like to remind you, that there was an intense and unwarranted speculation in the rough market, exacerbated by a few factors, I'll come back later to that. I do wish to attract the attention of all present that in the polished diamond market, the traders have always exercised real caution. To be sure prices were going up, but as a whole few of us engaged in reckless speculative buying. In fact as prices were increasing many of our customers refused to follow suit and purchases diminished steadily. Those who say that the rough market plunge will translate into a polished diamond collapse miss the point that only a few months ago, rough dealers and manufacturers were overpaying rough by as much as 20% above what was actually obtainable on the market at the time. They were speculating that three months later, when the merchandise would be manufactured and ready for sale, the market would have risen enough (if not more) to catch up with the price differential. Of course, when the music stops, not only do the lofty premiums disappear instantly but also some adjustment is made to ensue profitability. A drop of 30 or even 40% in the rough market does not surprise us and represents a realignment of rough prices to the polished diamond market. Allow me to quote Charles Wyndham from PolishedPrices.com: “This is pretty bad news for many, but at the same time it is just this realignment of rough prices which has the seeds for the industry's recovery. Cheaper rough, so long as polished prices do not fall at the same rate, is bringing the chance of profitability back into the industry. It is providing the opportunity for the industry to trade out of its current situation. However painful it will be, and it (...) will be more so for some

than others, it is keeping the wheels turning that is absolutely critical.� This represents a normal functioning of the market. Which leads me to the next point: Free and open markets. Unfortunately, because of the way rough diamond is distributed in our industry, artificial shortages or gluts keep occurring, unsettling the market. We have to realize that the days of controlled supplies do not work. That era is over. Since there is no turning back, the interest of the diamond trade is to move as quickly as possible to a free and open market. In these days of turmoil and uncertainty, I would like to remind everyone that we can and should trust time tested economic fundamentals, market mechanisms and sound financial principles. This is the Trinity that we should all worship and implement without fear of the consequences.

Importance of a wide market base Although they are important, I'd like to underline today that we should not concentrate our attention solely on the big players. It is important to be aware that there are 1200 small and medium sized companies actively trading diamonds in Antwerp. By buying and selling from one another and all over the world, these numerous economic operators are the essential guarantors that there is a functioning market out there. Furthermore by keeping some inventory themselves they are a key part of the diamond pipeline. And last but not least, it is this group that employs the largest numbers of people. It is of paramount importance therefore to ensure a level playing field for everyone in our industry. The big players need these numerous trade$ to keep their business going and liquidity flowing in difficult times. I would also like to draw the attention - inasmuch as we can do anything about it - to the dangers of encouraging players to become too big. First of all this poses obvious competition problems, but most importantly I believe our industry is not suited to have few and big traders. Finally, the consequences of any of them failing represents too a big threat to the industry.

Banking issues It is also a good time to talk about banking issues and behaviours. A ballooning of the debt of the diamond trade was allowed to happen. We Belgian Polished Diamond traders appeal also to the banks to act responsibly. Not only by paying due attention to the small and medium companies and to be wary of giving huge credit in the future but also to act responsibly for the predicament they have put us all in as a consequence.

Commodity Much as this is an issue of debate, we believe diamonds are a commodity. To be sure, a very special one, one laden with powerful symbolism, but a commodity nonetheless. I believe we can compare diamonds with gold, its closest mineral in terms of place in the economy. There are a few conclusions we can draw from that. The first is

10


about price: gold price fluctuates too, does it drops dramatically to the bottom? No. Another one is about sales: does the fluctuating price seriously alter sales or the status of gold as a widely used metal in jewellery? No. And so on... The same holds true for diamonds. I don't know what prices will do in the future but what I can assure you is that demand for diamonds and trade will continue. We deal in a timeless product that fulfils a very important need for people who are looking for value and are looking for something as reliable as diamonds to mark important milestones in their lives.

De Beers and the Supplier of Choice programme As you are aware we have lodged a complaint against the Supplier of Choice programme with the European Commission in 2005 and the matter is now pending before the European Court of First Instance in Luxembourg. I will surprise some of you by saying that De Beers has done and still does good things for the industry. To begin with, its strong generic campaign to convey and enhance the desirability and symbolism of diamonds. I remember seeing the presentation of a TV ad at the Las Vegas show two years ago. The message was so well made, that I, wholesaler in the polished diamonds, felt the urge to buy a diamond for a woman on the spot!... Yet, we opposed De Beers' system of Supplier of Choice. We believe that this policy has been a fundamental mistake. It is obvious that the much vaunted claim of Supply of Choice to increase the price of polished to become the ‘pull’ for rough has failed miserably (Charles Wyndham). By trying to “ask sight holders to increase consumer demand and go downstream” one of the side effects is that it has led to an artificial shortage on the market. A natural scarcity has thus turned into an artificial shortage. This shortage and the speculation that ensued stated to feed on itself and this is one more factor that has led us to where we are now. Hopefully, the European Court will cast light on what is permissible or not for a market dominant company. As we expect our arguments to prevail, this will lead all of us (the Bourses, the Trade organizations and De Beers), to a profound reassessment of how to implement a truly functioning, competitive and efficient diamond distribution that safeguards the long term interest of our industry.

Narrow market The diamond market is extremely narrow. There is only $12 or 13 billion of rough coming out of the ground - world wide - in one year! We have thus to be very careful when implementing or charging anything in the diamond market as changes can have big consequences.

Gareth Penny (De Beers) adressing the audience at the Antwerp Diamond Symposium. I have witnessed the excellent work done for example by the people at the Platinum Guild and the Belgian Polished diamond traders hope the producers can go beyond their own divisions to create a similar platform. Individual branding will not work and will ultimately fail us too.

Price List During the workgroup and subsequent meetings to this symposium, the majority of traders have expressed their strong frustration not only with what we perceive as the erroneous price reporting by the Rapaport Group, but the fact that the methodology is obscure and that as industry users, we have no input into its elaboration. We also acknowledge that there is a need for a price guideline in our industry. I am particularly happy to witness that Antwerp and the World Federation of Diamond Bourses are ready to take the future in their own hand. Obviously it will be a difficult road and many pitfalls beckon, but if there is one thing we can be sure, it is that both Martin and I are firm believers in competition - and that includes price lists - provided it's open, free and fair. Right, Martin? I do want to emphasize that Martin Rapaport has done good things for the industry, not least of which is his generous lobbying for us to be aware of everyone in the diamond chain starling at the small alluvial miner in Africa. Martin Rapaport does what he believe is his job, we diamantaires have to do what is right, not only for ourselves but also for consumers. It is high time we take our own destiny in our own hands and not give it to any one single man or company. To paraphrase a very popular new leader: Yes we can!

Antwerp Generic advertising I take this opportunity and I understand this was a clear message from the market at the workgroup, to urge the diamond miners and producers to unite their marketing efforts in one organisation to promote generic advertising of diamonds

I cannot finish by not saying a word on the city that has welcomed us many years ago. Antwerp has a major role to play and I believe will have on even greater role in our industry than ever before. This is one of the most industrious cities of the North Sea. Antwerp has

11


been part of the Hanseatic League back in the Renaissance some 400 years ago, its ships have toiled all over the world in a spirit of entrepreneurship that was and is unparalleled elsewhere. That spirit is still very much alive today. While there may be very little manufacturing going on in Antwerp today, it is Antwerp companies with Antwerp capital that have set up so many cutting manufactories all over the world. Diamonds come in and out every day and Antwerp entrepreneurs are eager to engage the world and develop its activities. We, polished diamond traders, are asking that Antwerp entrepreneurs be allowed to do their job without hampering their activity by adding useless bureaucratic red tape, allowing inefficiency to occur or adding abusive industry specific taxes that have been proven to be totally inefficient. We should all strive to eliminate useless constraints in order to let this city be even more dynamic.

Responsible citizens The rule of Law is very much in force in this country. (Even the government is not above the laws). To be sure the authorities

want to stop shady practices in the diamond tade in Antwerp and we are resolutely supporting this drive. As responsible citizens, we strongly believe that people who engage in conflict diamonds or other criminal activities should be thrown out of our trade without any shadow of a doubt. But we should also be careful not to throw the baby with the bath water. Some people may have made mistakes but are not criminals, They have the right to defend themselves in contradictory debate by an impartial Court. The Belgian justice system is based on rehabilitation not repression. I know that those in charge at the AWDC are efficiently busy addressing this issue, separating criminal activities from other possible irregular practices in order to ensure that Justice prevails but that businesses can continue to operate. In conclusion I would like to remind everyone that although we live turbulent times, a time of economic uncertainty, there is no reason for alarm. Our industry has strong assets. Now is perhaps a good time to have patience and not take hasty decisions. I also appeal to banks to do the same. Let us allow the market to operate without exerting excessive influence in one way or another,” Andre Gumuchdjian concluded his speech.

How do we keep and strengthen the confidence of the public? “Showing our consumers that we are steady and self confidant is one of the most important things to do in such times. If we will be full of confidence in what we are doing it will be much easier to keep and even strengthen the consumers' confidence in our product and our industry,” Avi Paz, WFDB President said, “in order to put things in the right perspective we have to remember that the economic downturn that we are facing today is nothing like the one that we have faced during the 80th. The downturn that we are facing today is not, by any mean, a downturn of the diamond industry itself but rather a global economic one. Indeed, our industry is strong and healthy but having said that we have to remember that we are not an isolated island and that we are greatly affected by what is going on in the global economy. Especially because we are not the key players in this downturn we should take every possible action in order to make sure everybody knows our industry is solid and stable. In such a time we should make sure no one rocks the boat and we have to make sure everybody involved in our industry will act in a responsible manner taking into consideration the entire picture and not just what he has in his narrow frame. Mining companies, exchanges all over the world, banks, leaders of the industry and also analysts should be very careful not to damage our reputation and not to harm our biggest asset – the good name of the diamond both as a precious stone and also as a good financial investment.

12

We have to bear in mind that the time we live in now is like a glass room; therefore I urge all of us not to be tempted into throwing stones. Our responsibility is to make sure everybody - from producers to consumers – will feel safe and confident about our product and about our industry. Our responsibility, as leaders, is to create the right atmosphere and make sure the diamond industry and the diamond itself enjoys from the confidence of the public as well as the confidence of the banking system. We have to remember that the banking system is as confused as the public itself nowadays. Bankers all over the world are more nervous than they used to be and they act in a very suspicious way. It is a fact and we have to take it into consideration and act accordingly. Each and every one of us plays a vital role in building and maintaining the public confidence in our diamonds and in our industry – It's what we do and what we say that can make the whole difference. It is our job – together – to lead the industry and to act in a professional and self-control manner. If we do that and make sure the public values our diamonds not just as precious stones but also as a financial investment, I am certain the global wave will not harm us but rather elevate us. Facing this challenge, we should make sure that we act together and join forces with one another. Only by acting together and carrying the same message to the


world we will be able to triumph and conquer the challenges that lie ahead of us.”

In a professional manner According to Avi Paz “We have to act in the most professional manner in order to disassemble the threats on the one hand and communicate our message of stability and strength on the other hand. The Question is - How do we keep and strengthen the confidence of the public? Let me tell you one thing - Before we turn to the consumer first and foremost we have to build the confidence of the diamantaires all over the world because at the end of the day they are at the front of the industry. We have to make sure that all the players that are part of our team feel confident and full of belief. We have to be full of belief and optimism in order to convince the world. Therefore I urge you to use local and inner publicity and carry our massage to our colleagues. We should not ignore the fact that times are difficult but at the same time we have to show our colleagues the way to triumph the situation. We have to be focused on our mission and remember that in every difficulty there is an opportunity. We all know from our experience that it is wiser and easier to go through difficult times when one is full of optimism, belief and determination. That is exactly what we need right now and now is the time to practice it! In order to create the proper atmosphere amongst our industry we have to make sure the market is not flooded with rough. It is indeed the responsibility of the mining companies to act in a responsible manner and not to flood the market but it is also the responsibility of each and every diamantaire not to buy what he does not need. We should only buy what we need for our business and we should make sure we are not damaging our market and our colleagues! We should also act in a responsible manner regarding polished goods that are on the market. We should be wise and not take actions that will lower the prices. On another level we should put a lot of energy into stabilizing the situation with the banking system. As I said earlier on, we have to remember that the banks are going through very difficult times right now and it is only natural that they act in a more suspicious way nowadays. Having said that we have to make sure that they feel confident and comfortable regarding our industry and that they do not rock the boat for no reason. They have every reason to feel confident about our industry and it is also their interest to keep it stable, but in the situation nowadays they need to be reminded that we are not part of the crisis and that they should not give us hard time. If we approach the banking system in the right way and manner I am sure they will not rock the boat – As I said they have no interest to do that.

Stephane Fischler (SBD) during the Antwerp Diamond Symposium. Regarding this matter we should also hope that analysts that cover the diamond industry and have tremendous influence on it, will not rock the boat themselves. We should convey to them in every possible way that it is not the time to be hasty and that they should act in professionalism and with responsibility. At the same time that we are doing all these inside the industry we should also act in order to get closer to our consumers and make them feel confidence about the diamonds they are buying. We should use every possible media in order to spread the message that now, maybe more than ever, it is a good time to buy diamonds. Diamonds keep their value. Diamonds are a good investment. Diamonds are the best possible choice when you are buying luxury products. We have to spread the fact that now more than ever it is the time of the diamond. Its true - relaying such a massage in an international level cannot be done without having a strong PR campaign and such a campaign costs a lot of money. I said earlier, and I will say it once again - we should work together and join forces. I believe we should do that not just in words but also in deeds. And now is the best time to do that. It is our business to promote the diamond and build the confidence of the public in it – in regular times and especially in troubling times such as we are facing now. I call upon all of you to establish a joint committee - a joint committee that will unite all the major institutions and companies of the industry. This joint committee will be in charge of marketing the diamond and building the confidence of the public in our product and in our industry. This joint committee will share the same agenda and we will have a joint budget that will be spent on PR, advertising campaigns, recruiting analysts that will explain why the diamond is such a good investment etc. etc. etc. Together we can form a sufficient budget that will allow us to

13


act in the international level and will allow us to relay our massage to the world in the best possible way. We should all work very hard in order to form this joint committee as fast and as soon as possible and I believe we can do that in no time. Maybe we needed this global financial crisis in order to realize that we should work together and promote our product together as one. Mining companies, exchanges, diamond companies, jewellery companies, manufacturers and institutions – we share the same

destiny and we should work together in order to make our future a bright one. Together, we should spread the message that now more than ever – diamonds are forever because – The diamond is not just a desired precious stone that expresses love and purity but also a good financial investment. If we will use this opportunity to start this joint effort and establish this joint committee I am sure we will all remember this time as the beginning of a very important era. And if you ask me whether we can do it - my answer is – Yes we can!,” Avi Paz concluded his speech.

A realistic perception of the role of Antwerp

Cathy Berx, governor of the province of Antwerp, addressed the participants by remembering them that “this is not the first time that the Province House has hosted a gathering of diamond industry leaders, and it doubtless will not be the last. Antwerp’s association with the diamond business stretches back more than 500 years, and we plan to continue that association for the coming 500, at the very least. The subject on today’s agenda, of course, does not look so far into the past or future, but rather at the here and now, and more specifically at the impact of the unfortunate economic circumstances that have been thrust upon all of us - so suddenly and with such great force. The realisation that this financial tsunami was generated across the ocean and in another business community is frustrating to many of us, but the global and inter-connected character of today’s world economy certainly does not come as news to many of you. For decades already, the diamond business has straddled the world, simultaneously operating in a variety of countries, some less developed than others. In his 2005 best seller, ‘The World is Flat’, the political and economic commentator Tom Friedman dates the ‘collaborative’ global economy back to the start of the millennium, or to the late 1990s at the very earliest. But you in the diamond industry were way ahead of the game. Already in the 1970s, Indian firms began setting up operations here in Antwerp, planning to concentrate their buying and trading operations in the Belgian centre, while taking full advantage of the lower cost manufacturing base they had back home. For their part, Antwerp companies began seeking out manufacturing capacity and new markets in Asia. This was globalisation even before we had a name for it.” And the governor to continue that “Antwerp and indeed the entire region of Flanders have always had a realistic perception of their roles in the world economy. We do not possess any diamond, gold or platinum mines, and our labour force does not fulfil anybody’s definition of a low-cost operation. Ours is a

14

predominantly service based economy, which is successful because it has established the means of communicating and collaborating with its counterparts throughout the European Community and across the globe. Our diamond centre is most probably the most outstanding example of this. This province provides a home to some 1.7 million inhabitants, and it is they who are without doubt our most valuable natural resources. Global problems require global solutions, and these can be formulated most efficiently when colleagues from around the world get together to discuss issues of common interest. It would be impudent of me to prescribe for you a way out of the current situation, for you all are far more familiar with the intricacies of your business than I am. But let me make the following observation as the governor of a province with about 550 year’s worth of experience in the diamond industry. Whatever strategies you adopt, they should be prudent and imbued with patience. The fact that Antwerp has enjoyed so long an association with your industry is indicative of the diamond business’ capacity to see its way through economic downturns, and then return more vibrant than ever before. The fundamentals of your business are strong. It is why diamonds were dealt in Antwerp 5 centuries ago, and why I am confident they will be dealt here 500 years into the future. I would like to commend Jacky Roth and Freddy Hanard, respectively the president and the CEO of the Antwerp World Diamond Centre, for organising this symposium. I also want to thank all the participants for making this symposium successful and so inspiring for the future,” governor Cathy Berx concluded her speech.


Kempen 10.000e monument beschermd in Vlaanderen

Diamantslijperij Lieckens in Nijlen typisch voorbeeld beschermingsaanpak Van Mechelen

Met de ondertekening door viceminister-president Dirk Van Mechelen van het definitieve beschermingsbesluit van de diamantslijperij Lieckens in Nijlen werd de historische kaap van 10.000 monumenten in Vlaanderen gerond. Met de wet van 1931 was België het eerste land in heel Europa (en zelfs in de wereld) met een regeling voor de bescherming van monumenten en landschappen. Het was echter nog wachten tot 1933 vooraleer in Vlaanderen de eerste monumenten werden beschermd. Het ging om een pakket van 11 beschermingen met als eerste de SintMartinusbasiliek van Halle. Nu zo’n 75 jaar later heeft dat ertoe geleid dat in Vlaanderen alleen al 10.000 objecten een beschermd statuut hebben. Uiteraard is het contingent beschermde monumenten erg divers zowel wat omvang, eigenheid of ouderdom betreft. Zowel een veldkruis of een individuele boom als grote complexen zoals het Godshuis in Sint-Laureins of volledige begijnhoven zijn ondertussen beschermd. De oudste als monument beschermde zone is de prehistorische Tjongersite (13.500 jaar oud) op de Meirberg in Meer (de Neanderthalersite van Veldwezelt is zo’n 120.000 jaar ouder, maar is beschermd als archeologisch monument), het jongste monument is het Toyo Ito paviljoen op de Brugse Burg (2002) dat eerder dit jaar werd beschermd. Waar oorspronkelijk alleen monumenten en landschappen voor bescherming in aanmerking kwamen, heeft de erfgoedzorg zich in de loop van haar geschiedenis uiteraard ook aangepast aan nieuwe noden en behoeften. Daardoor werden

Minister Van Mechelen ondertekent het definitieve beschermingsbesluit van de diamantslijperij Lieckens in Nijlen.

bijvoorbeeld aparte beschermingsstatuten voorzien voor stads- en dorpsgezichten, voor archeologische monumenten en sites en ook voor het varend erfgoed. Via ankerplaatsen en erfgoedlandschappen werd ondertussen voor de meest waardevolle landschappen in Vlaanderen ook een zogenaamd tweede beschermingsspoor opgestart, waarbij het behoud van de belangrijkste landschapskenmerken en –waarden ruimtelijk kan worden verankerd in een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) via aangepaste stedenbouwkundige voorschriften.

Naar een typologisch-thematische beschermingsaanpak Sinds het begin van deze legislatuur heeft Vlaams minister Van Mechelen ervoor geopteerd om op een typologisch-thematische manier te gaan 15


beschermen. De minister deed dat om ervoor te zorgen dat overal in Vlaanderen hetzelfde afwegingskader kan worden gebruikt, dat met andere woorden per type of thema kan worden nagegaan wat de best bewaarde en meest sprekende voorbeelden zijn. Daartoe werd een legislatuuroverschrijdend beschermingstraject op het getouw gezet. Ondertussen heeft die aanpak geleid tot verschillende beschermingsdossiers die zijn gerealiseerd of worden voorbereid, waaronder bijvoorbeeld dossiers rond oorlogserfgoed, eigen woningen van architecten, Gentse stenen,… Deze manier van werken is na een opstartperiode op kruissnelheid gekomen. Jaarlijks worden op deze manier ongeveer 250 nieuwe dossiers opgestart. Op vraag van Dirk Van Mechelen wordt ook aandacht besteed aan het erfgoed dat verwijst naar typische, vaak lokaal georganiseerde industrieën (zoals de diamantnijverheid in de streek van Nijlen en Grobbendonk) of specifieke streekgebonden teelten (hopteelt in de streek van Poepringen en Asse, tabaksteelt in de streek van Wervik,…). Deze dossiers worden stelselmatig voorbereid Diamantslijperij Lieckens in Nijlen Vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw kwam in de ‘agrarische gordel’ rond Antwerpen een levendige diamantnijverheid tot ontwikkeling. Dat had vooral te maken met de aantrekkelijke loonkosten van dit gebied dat toch vlakbij Antwerpen gelegen was. De arbeiders in de Kempen

Minister Van Mechelen tijdens zijn bezoek aan de zopas beschermde slijperij Lieckens.

16

Minister Van Mechelen te midden van vertegenwoordigers van de gemeente Nijlen, het project ‘Schitterend geslepen’ en de heemkundige kring ‘De Poemp’ voor het gebouw van de slijperij.

waren immers goedkoper dan degenen in de stad, een fenomeen dat we vandaag op wereldschaal nog steeds kennen. Het gevolg was dat er, vooral in de streek van Grobbendonk en Nijlen, heel wat grote en kleine slijperijen kwamen. De ontdekking van de Premier-mijn (Zuid-Afrika) in 1902 zorgde voor extra impuls omdat deze vooral kleine diamantjes opleverde, waarin grote ondernemingen niet geïnteresseerd waren. Zij vonden wel hun weg naar deze kleinschalige, soms nog huisgebonden nijverheid. De veralgemening van de elektriciteitsvoorziening betekende dan weer een impuls voor de oprichting van kleine familiebedrijfjes. Tot ver na de Tweede Wereldoorlog werden er steeds nieuwe diamantslijperijen, -snijderijen en -zagerijen gebouwd. Ter illustratie: een kleine gemeente als Nijlen kende op het hoogtepunt van deze ontwikkelingen meer dan 100 diamantbedrijven. Vanaf de jaren ’60 ging het echter bergaf met de sector, en tegenwoordig is er nog maar een handvol bedrijfjes actief. Ondanks grote verspreiding bleven van de landelijke diamantindustrie weinig getuigen bewaard. In de inventarissen van het bouwkundig erfgoed wordt geregeld verwezen naar gebouwen, die ooit geheel of gedeeltelijk als slijperij fungeerden (bv. ook in Geel, Herentals, Hulshout, Meerhout en Vorselaar), maar meestal werd de inboedel van deze gebouwen verwijderd, en in het bijzonder de werktuigen, waardoor niets nog van hun vroegere activiteit getuigt. Het was dan ook vijf voor twaalf om ervoor te zorgen dat er nog een


tastbare getuige bewaard bleef waar in situ kon worden kennisgemaakt met deze eens zo typische streekindustrie. De diamantslijperij Lieckens in Nijlen is dan ook de gelukkige uitzondering van een integraal bewaard geheel. In dit eenvoudige gebouw van omstreeks 1910 bevindt zich immers ook nog de volledige uitrusting. Met de definitieve bescherming wordt de diamantslijperij het 10.000e monument in Vlaanderen. De toekomst van de diamantslijperij is overigens verzekerd. Het gebouw met inboedel werd aangekocht door de gemeente Nijlen, die hier in samenwerking met buurgemeente Grobbendonk en het diamantmuseum in Antwerpen een bezoekerscentrum plant, dat mensen kennis wil laten maken met de diamantnijverheid in de Kempen. Het project wordt ingebed in een ruimer sociaal woonproject door de CV Zonnige Kempen. Beschermen ook in de 21e eeuw actueel Binnenkort worden de voorbereidingen van een nieuw ontwerp van onroerend erfgoeddecreet door viceminister-president Van Mechelen afgerond. De Vlaamse regering verklaarde zich ondertussen akkoord met de belangrijkste principes en uitgangspunten. Met betrekking tot de bescherming wordt er afgestapt van het klassieke onderscheid tussen monumenten, landschappen, stadsen dorpsgezichten en archeologische sites en komt er één statuut van beschermd onroerend erfgoed. Ook het zgn. tweede beschermingsspoor dat naast de meer klassieke beschermingen wordt gerealiseerd, wordt uitgebreid. Waar de aanduiding van ankerplaatsen en de bescherming als erfgoedlandschap nu is voorbehouden aan de meest waardevolle landschappen in Vlaanderen wordt dit uitgebreid naar alle vormen van onroerend erfgoed. Het is bijvoorbeeld de bedoeling om de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog op deze manier te gaan beschermen, omdat ze enerzijds voldoende garanties biedt voor gericht behoud, maar anderzijds ook voldoende flexibel is en werken op maat mogelijk maakt. Nog in verband met de bescherming wordt een grondige evaluatie aangekondigd van de bestaande

‘Schitterend Geslepen’, een project met veel partners Op 1 februari 2007 ging ‘Schitterend geslepen’ van start. Naast de Vlaamse Gemeenschap zijn de belangrijkste partners het gemeentebestuur van Nijlen, het gemeentebestuur van Grobbendonk, vzw Toerisme Grobbendonk – Diamantmuseum VVV, het Diamantmuseum Provincie Antwerpen, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed FARO, en de Nijlense heemkring De Poemp. Ondertussen groeide het aantal medewerkers uit tot een indrukwekkende groep van gemeentebesturen, heemkringen en vrijwilligers. De vaststelling dat er zoveel mensen en verenigingen uit de regio aan het project willen meewerken, is bijzonder bemoedigend en bewijst het belang van ‘Schitterend geslepen’.

Op zoek naar diamantverhalen ‘Schitterend geslepen’ wil het diamantair erfgoed van de Kempen in kaart brengen, registreren en ontsluiten voor een breed publiek. Het project besteedt in de eerste plaats aandacht aan de mondelinge verhalen over het ‘steentje’. De typische ambachtelijke en vaak illegale thuisnijverheid liet immers relatief weinig materiële sporen na. Een en ander is dringend, want het unieke Kempense diamantverhaal dreigt samen met de laatste getuigen te verdwijnen! In 2008 trok projectcoördinator Jeroen Janssens samen met een aantal vrijwilligers door de regio om mensen hun ‘diamantverhaal’ op te tekenen. Op die manier wil ‘Schitterend geslepen’ het streekgeheugen over de Kempense diamantnijverheid en –handel vastleggen en bewaren voor het nageslacht.

Voor het publiek Naast de registratie van de interviews werd in het voorjaar van 2008 in elf gemeenten een vertelavond of vertelnamiddag georganiseerd, zodat het publiek al even kon proeven van de Kempense diamantverhalen. In 2009 zal de valorisatie van het diamantair erfgoed werkelijk centraal staan. Een toegankelijk publieksboek en een reizende tentoonstelling zullen dan uitgroeien tot het orgelpunt van ‘Schitterend Geslepen’. Uiteindelijk moeten de Kempense diamantverhalen ook een belangrijke plaats krijgen in het diamantmuseum van Grobbendonk en de Nijlense slijperij Lieckens. Op die manier kunnen Nijlen en Grobbendonk uitgroeien tot regionale ankerpunten voor het diamantair erfgoed van de Kempen en een toeristische meerwaarde bieden voor de hele streek.

17


beschermingen. Bijvoorbeeld bij veel vroegere beschermingsbesluiten werd alleen het oudste gedeelte van een gebouw (bv. enkel de gotische toren van de kerk en niet het neogotische schip) beschermd. Vanuit de huidige integrale aanpak strookt dit in feite niet met onze hedendaagse visie. Bijvoorbeeld in het kader van de opmaak van een beheersplan voor het onroerend erfgoed, waarin als het ware de langetermijnvisie wordt vastgelegd, zal een evaluatie van de bestaande beschermingen en beschermingsbesluiten gebeuren en zal waar nodig aan aanvullende bescherming worden gerealiseerd. Ondertussen wordt ook werk gemaakt van voldoende gedragen beschermingsbesluiten waarbij de informatie die ze bevatten mee als basis zal dienen voor het ontwikkelen van een beheersvisie. Zo zullen de cultuurgoederen, die integraal deel uitmaken van onroerend erfgoed, uitdrukkelijk worden opgenomen en zullen de intrinsieke erfgoedwaarden die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming ook gedetailleerder worden besproken. “De bescherming van het 10.000e monument is een belangrijke mijlpaal. Het is een duidelijk teken dat het Vlaanderen menens is met het behoud van het eigen patrimonium, reden waarom we jaarlijks vanuit het Vlaams gewest alleen al zo’n 67 miljoen euro wordt geïnvesteerd in het onderhoud, de restauratie en het herstel van het onroerend erfgoed. Tegelijkertijd betekent 75 jaar beschermen ook een ideaal moment om kritisch te evalueren en vooruit te kijken naar de toekomst. Het nieuwe onroerend erfgoeddecreet wil daar vorm aan geven,” aldus nog Dirk Van Mechelen.

HRD Antwerp implements new services and new prices. On January 5th, 2009 HRD will formally introduce its new certificate with refined cut grading system. The description of the Cut Grade on a HRD Antwerp certificate will be split into 3 grades: proportions, symmetry and polish. Each grade is divided into 4 categories: Excellent, Very Good, Good and Fair. From that date, anyone who owns a certificate can submit the old report for a new version including the refined cut grade. An updated certificate will be issued at the price of 20 euro (instead of 32 euro). If your diamond has already a laser

18

inscription, your new certificate with refined cut grading system can have the old number. For diamonds submitted to the diamond lab in December 2008 and having a due date after December 20th, 2008 a certificate containing the refined cut grade will be issued. The prices of our certificates or examinations are not changing. Diamonds that have been certified can also be inscribed with the individual certificate number. As from November 1st, 2008, the fee for this service (standard laser inscription) is reduced from 16 to 10 euro for diamonds up to 1.00 ct and from 28 to 15 euro for diamonds over 1.00 ct. Two additional working days will be added to your delivery time. With this laser inscription a diamond has its own ‘ID’ which will correspond to the certificate. Since September anyone can check the information on a HRD Antwerp certificate through the HRD Antwerp Certificate Link. This free new service is an internet application which enables to retrieve HRD Antwerp certificates online, 24 hours a day, by simply connecting directly to the HRD Antwerp database, where certificates are kept for a period of 10 years. Each document can be retrieved in English, Turkish, Mandarin, Cantonese and Arabic. The access is granted through the web link www.hrdantwerplink.com or vie the HRD Antwerp website at www.hrdantwerp.be Together the high-quality certificate, the laser inscription and the HRD Antwerp Certificate Link are the best security to help build consumer confidence. HRD is also updating its website with: - the HRD Antwerp Certificate Link; - detailed and practical information on Hearts and Arrows by HRD Antwerp; - detailed and practical information on the refined cut grade. For more information please contact the HRD Antwerp Diamond Lab: +32 3 222 06 31 or e-mail: diamondlab@hrdantwerp.be

Gem Diamonds sells 478-carat diamond for $18.4 mln Gem Diamonds and the government of the southern African Kingdom of Lesotho said they have sold a 478-carat diamond for $18.4 million to a unit of the UK-based Graff Diamonds. The diamond, named the Light of Letseng, is the 20th largest rough diamond ever recovered, Gem Diamonds said. It was sold in Antwerp at an ‘extraordinary’ price of $38,400 per carat against a global average diamond price of $90 per carat, the company said. The diamond was recovered from a mine in Lesotho controlled by Letseng Diamonds, a 30-70 partnership between the government of Lesotho and Gem Diamonds. The Letseng mine has produced four of the world's 20 largest rough diamonds, of which three, including the Light of Letseng, have been bought by Graff Diamonds. Graff Diamonds Chairman Laurence Graff holds an 8.2 percent stake in Gem Diamonds.


Sociaal Nieuws Initiatieven ter bevordering van de werkgelegenheid in de diamantnijverheid (CAO 8/11/2007)

De premies die hiervoor reeds werden toegekend zijn nu aanzienlijk verhoogd.

indiensttreding ontvangen van:

I. De werkgevers die een industriĂŤle leerovereenkomst voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst afsluiten, zullen een tewerkstellingspremie ontvangen van:

> 750,00 EUR bij een indienstneming met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. > 1.000,00 EUR na 3 maanden tewerkstelling > 750,00 EUR na 6 maanden tewerkstelling

> 1.000,00 EUR na 3 maanden tewerkstelling > 1.000,00 EUR na 1 jaar tewerkstelling > 1.000,00 EUR op het ogenblik dat de industriĂŤle leerling wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

B. De werkgevers die een jongere tewerkstellen die een diamantvakschool heeft verlaten en waarvoor een aanvullende scholingsovereenkomst wordt afgesloten ontvangen:

Deze premie zal worden toegekend voor alle leerovereenkomsten die werden afgesloten in de periode vanaf 1 januari 2008 II. De werkgevers die een bijzondere scholingsovereenkomst afsluiten, zullen een tewerkstellingspremie ontvangen van:

een

tewerkstellingspremie

> 750,00 EUR bij begin van het contract > 1.000,00 EUR op het ogenblik dat hij/zij , na de overeenkomst, wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur >750,00 EUR na 3 maanden tewerkstelling

> 500,00 EUR bij het begin van de overeenkomst > 500,00 EUR na 1 jaar tewerkstelling > 500,00 EUR op het ogenblik dat betrokkene wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

IV. De werkgevers, die een werknemer in dienst nemen met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur nadat deze werknemer een individuele beroepsopleiding heeft genoten in het bedrijf zelf en/of een her- of omscholing volgde in het VDAB Centrum voor Beroepopleiding te Herentals, ontvangen:

Deze premie zal worden toegekend voor alle bijzondere scholingsovereenkomsten die werden afgesloten in de periode vanaf 01/01/2008.

> 1000,00 EUR bij indienstneming, met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur > 1.500,00 EUR na 6 maanden tewerkstelling.

III. A. De werkgevers die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur afsluiten met een jongere die een diamantvakschool heeft verlaten, na het volbrengen van de leerplicht, zullen, bij de eerste

Deze regeling geldt voor de individuele of collectieve beroepsopleidingen die werden afgesloten in de periode vanaf 2008. 19


De werkgevers die aanspraak kunnen maken op één van deze tewerkstellingspremies dienen deze schriftelijk aan te vragen aan het Fonds voor de Diamantnijverheid. Deze aanvragen dienen vergezeld te zijn van de nodige bewijsstukken: een

kopie van de industriële leerovereenkomst, een kopie van de bijzondere scholingsovereenkomst, een getuigschrift van de diamantvakschool of een afschrift van het contract van de individuele en/of collectieve beroepsopleiding.

Opleidingen in de onderneming Het Fonds voor de Diamantnijverheid (Fonds voor bestaanszekerheid) stelt zich tot doel de opleidingen in de onderneming te bevorderen. Doelgroep: - opleidingen met betrekking tot het eigenlijk bewerken van diamant, zijnde slijpen, snijden, klieven, zagen, zaagverstellen en zaagtekenen; - opleidingen in een erkende werkplaats - de tewerkstellingsgraad in de onderneming dient minimum 50% te zijn (behoudens gemotiveerde uitzonderingen) De ondersteuning bestaat uit twee belangrijke delen nl. didactische begeleiding en een financiële incentivevoor diegenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de opleiding. De begeleiding en evaluatie van de opleidingen worden waargenomen door aangestelden van het Fonds. De werkgever die beroep wil doen op bovenvermelde steun en begeleiding dient een

aanvraag in te dienen bij het Fonds, Hoveniersstraat 22 te 2018 Antwerpen. Een standaard- aanvraagformulier, opgesteld en goedgekeurd door het Fonds, wordt aan de werkgever te beschikking gesteld.

De raad van beheer van het Fonds bespreekt dit dossier ten einde een beslissing te nemen. De gemotiveerde beslissing wordt genomen binnen een termijn van 30 dagen na indiening van het aanvraagdossier.

Een financiële tussenkomst wordt voorzien voor 3 partijen: - voor de werknemer: 1 EUR per uur, met een maximum van 160 EUR per jaar; - voor de opleider: 1 EUR per uur, met een maximum van 960 EUR per jaar; - voor de werkgever: 2 EUR per uur, met een maximum van 320 EUR per werknemer per jaar.

Stagiairs diamantvakschool

Het Fonds voor de diamantnijverheid (FBZ) stelt middelen ter beschikking om opleiding van stagiairs in de onderneming te faciliteren. Werkgevers die aan leerlingen van de diamantvakschool (SIHA) een stage aanbieden kunnen hiervoor een financiële tussenkomst bekomen van het Fonds 20

Doelgroep: - stageopleidingen met betrekking tot het eigenlijk bewerken van diamant, zijnde slijpen, snijden, klieven, zagen, zaagverstellen en zaagtekenen; - stageopleidingen in een erkende werkplaats; De werkgever die een beroep wil doen op


bovenvermelde financiële tussenkomst dient een aanvraag op een standaardformulier in te dienen bij het Fonds, Hoveniersstraat 22 te 2018 Antwerpen.

- voor de studenten: forfaitair 10 EURO per dag verplaatsingsonkosten; - voor de opleider-begeleider: 20 EURO per dag - voor de werkgever: 20 EURO per dag per stagiair.

Er wordt een financiële tussenkomst voorzien voor 3 partijen:

Wijzigingen in 2009

Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen Sedert 1 januari 2008 kunnen de ondernemingen een voordelige bonus op basis van collectieve doelstellingen toekennen. Het maximumbedrag van die bonus moet geïndexeerd worden voor 2009. Dit is dus:

In 2009 is een bedrag van 2.314 EUR vrijgesteld van (patronale en persoonlijke) sociale bijdragen en van bedrijfsvoorheffing. Een speciale bijdrage van 33% is niettemin door de werkgever verschuldigd op het bedrag van dit voordeel.

2.200 EUR x 111,15/105,71 = 2.313,21 dus 2.314 EUR

Dienstencheques worden duurder Zoals reeds aangekondigd, zal de aankoopprijs van de dienstencheques met 50 eurocent verhogen. De ministerraad voert hiermee de beslissing uit die tijdens de begrotingsopmaak van oktober 2008 werd genomen.

De prijs wordt vanaf 1 januari 2009 bij aankoop 7,50 euro in plaats van 7 euro. Aangezien de regels inzake fiscale aftrek dezelfde blijven, blijft de reële kostprijs voor de gebruiker van de dienstencheques beperkt tot 5,25 euro.

Solidariteitsbijdrage en bedrijfswagen De solidariteitsbijdrage op het gebruik van een bedrijfsvoertuig voor persoonlijke doeleinden of voor woon- werkverkeer, wordt sinds 1 januari 2005 niet meer berekend als 33% van het werkelijke voordeel van de werknemer, maar als

een maandelijkse forfaitaire bepaald bedrag per voertuig dat de werkgever rechtstreeks of onrechtstreeks aan zijn werknemer(s) ter beschikking stelt. De forfaitaire solidariteitsbijdrage is verschuldigd ongeacht of de werknemer zelf 21


22


financieel tussenkomst en ongeacht de hoogte van de werknemerstussenkomst. Deze maandelijkse bijdrage, die niet minder dan

23,09 EUR (bedrag 2009) mag bedragen, is afhankelijk van het CO2-uitstootgehalte en het type brandstof en wordt als volgt forfaitair vastgesteld (op 1 januari 2009):

VOERTUIGEN

FORMULE

Benzine

CO2 gekend: [(Y x 9 EUR - 768] : 12x 126,46/114,08 CO2 ongekend: [(182 x 9 EUR) – 768 : 12 x 126,46/114,08 = 80,37

Diesel

CO2 gekend: [(Y x 9 EUR - 600] : 12x 126,46/114,08 CO2 ongekend: [(165 x 9 EUR - 600] : 12x 126,46/114,08 = 81,75

LPG

[(Y x 9 EUR - 990] : 12x 126,46/114,08

Elektrische

23,09 EUR per maand (=minimum bijdrage)

Y is het CO2-uitstootgehalte in gram per kilometer, zoals vermeld in het gelijkvormigheidsattest of in het proces-verbaal van gelijkvormigheid van het voertuig, of in de gegevensbank van de dienst voor de inschrijving van de voertuigen.

Paritair comitĂŠ 218

Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen

Als werkgever bent u verplicht dat het gemiddeld maandelijks inkomen van uw bediende van 21 jaar of ouder, minstens een bepaald bedrag moet bereiken en indien dit bedrag niet bereikt wordt dient u, t.g.v. de betaling van de eindejaarspremie, te regulariseren. U dient dus na te gaan of de som van de twaalf maandwedden die uw bediende genoot in 2008, verhoogd met de eindejaarspremie, het dubbel vakantiegeld en eventuele andere

voordelen, minstens gelijk zijn aan de som van de twaalf bedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen. Om u toe te laten deze controle te verrichten, geven wij, u hierna een overzicht van de opeenvolgende bedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen in het Aanvullend Nationaal Paritair ComitĂŠ voor bedienden voor het jaar 2008.

23


Bij aanwerving 21 jaar

Na zes maanden dienst 21,5 jaar

Na twaalf maanden dienst 22 jaar

Januari

1,309,59 EUR (*)

1.344,98 EUR (*)

1.360,71 EUR (*)

Februari

1,309,59 EUR (*)

1.344,98 EUR (*)

1.360,71 EUR (*)

Maart

1,309,59 EUR (*)

1.344,98 EUR (*)

1.360,71 EUR (*)

April

1,309,59 EUR (*)

1.344,98 EUR (*)

1.360,71 EUR (*)

Mei

1.335,78 EUR (*)

1.371,88 EUR (*)

1.387,92 EUR (*)

Juni

1.335,78 EUR (*)

1.371,88 EUR (*)

1.387,92 EUR (*)

Juli

1.335,78 EUR (*)

1.371,88 EUR (*)

1.387,92 EUR (*)

Augustus

1.335,78 EUR (*)

1.371,88 EUR (*)

1.387,92 EUR (*)

September

1.362,49 EUR (*)

1.399,31 EUR (*)

1.415,67 EUR (*)

Oktober

1.387,49 EUR (*)

1.424,31 EUR (*)

1.440,67 EUR (*)

November

1.387,49 EUR (*)

1.424,31 EUR (*)

1.440,67 EUR (*)

December

1.387,49 EUR (*)

1.424,31 EUR (*)

1.440,67 EUR (*)

TOTAAL

16.732,20 EUR

(*) Deze bedragen zijn deze voorzien door de Nationale Arbeidsraad. Zij liggen hoger dan deze van het PC 218 voor het jaar 2008.

AWDC, HRD Education en VDAB starten uniek opleidingsproject op

Gezien het voortdurend tekort aan goed opgeleide diamond graders groeide het idee om het reeds bestaande opleidingscontract met VDAB voor slijpers en snijders flexibel uit te breiden met deze opleiding diamond graders op projectbasis. Na enkele voorbereidingsgesprekken werd op 03 juli hiervoor het startschot gegeven en werd het project ook voorgesteld in een algemene vergadering VDAB-AWDC-HRD. Reeds op 13 oktober startte de eerste groep met 14 gemotiveerde deelnemers werkzoekenden met een hart voor diamant. Vijf personen van de reguliere opleiding diamantbewerker en 9 personen ex-diamantbewerker of volledig vreemd aan het beroep. Wat eveneens uniek is, is dat de werkzoekenden worden opgeleid in de gebouwen van HRD en dit door hun eigen ervaren docenten. De deelnemers volgen een zestal weken opleiding (gebaseerd op de gekende cursus diamond grader van 5 weken) en zullen aansluitend twee weken stage kunnen vervullen in een geïnteresseerd bedrijf. In deze twee weken zullen ze hun troeven en hun kennis kunnen bewijzen. Na de stageperiode is er eveneens de mogelijkheid om over te

24

schakelen naar de formule individuele beroepsopleiding in de onderneming. HRD Education en VDAB hebben alle vertrouwen in de goede afloop en de mogelijke tewerkstelling in de sector.

BVBA DIAMANTZAGERIJ

MAURICE HELSEN Diamond Sawing Factory

Marking and sawing all sizes, small goods, melees, goods from 1 ct to 10 ct and up

KEULEMANSSTRAAT 6 - 2270 HERENTHOUT tel. +32(0)14 51 36 69 • +32(0)14 50 04 01 fax: +32(0)14 50 11 92 gsm 0477 52 72 38 • gsm 0475 62 87 88


Juridische Kroniek

Eindejaarsgeschenk De periode is aangebroken dat de werkgever zijn medewerkers wenst te belonen voor hun motivatie tijdens het voorbije jaar. Dit door het personeel gewaardeerde initiatief is mogelijk zonder door de fiscus of de RSZ ‘bestraft’ te worden. Het is de werkgever toegelaten een geschenk te geven vrij van lasten voor een waarde van maximum 35,00€ per werknemer te vermeerderen met 35,00€ per kind ten laste, zolang het jonger is dan 18 jaar. Het is ook niet verplicht dat het kind of kinderen met hun vader samen wonen, er is geen domiciliëring vereist. Dus voor gescheiden ouders blijft de regeling van kracht, zolang de moeder en/of de vader het kind ten laste heeft. De werkgever mag dit spreiden in twee geschenken zolang hij de 35,00€ niet overschrijdt. Dit mag dus een geschenk in natura en/of een cheque of cash geld zijn. Men mag het geschenk verdelen in bv. een gedeelte met het sinterklaasfeest of met het kerstfeest, waarbij de kinderen het geschenk zelf mogen komen afhalen en een gedeelte met nieuwjaar. Het is wel toegelaten om maar één aftrekbaar personeelsfeest per jaar te organiseren. Het is ook aan te raden om geschenken, cheques of cash te geven voor een waarde van 35,00€, enerzijds voor de werknemer en anderzijds voor de kinderen, dit om geen te groot verschil te maken met de werknemers die geen kinderen hebben , dit kan bv. onder de vorm van aankoopcheque van een speelgoedwinkel zijn. De cheques kunnen aangekocht zowel bij Ticket Restaurant of Colruyt, als bij Delhaize, Fnack of Media Markt, enz. worden. De kinderen moeten wel ‘ten laste’ zijn van de werknemer, hiervoor is de RSZ en belastingen wel soepel in de zin dat het volstaat dat de bepaalde werknemer deelt in de kosten van onderhoud en opvoeding.

De vrouwelijke werknemers die getrouwd zijn zullen meestal ten laste staan bij hun echtgenoten. Niettegenstaande dit feit mogen zij ook voor hun kinderen 35,00€ per kind krijgen. Dus krijgt de moeder het eindejaarsgeschenk per kind van haar werkgever, maar ook zal de vader van zijn werkgever een eindejaarsgeschenk van 35,00€ per kind mogen ontvangen. Indien zij beiden bij dezelfde werkgever te werk gesteld zijn mag de werkgever ook aan vader en aan moeder 35,00€ per kind geven. Men moet wel opletten dat de opgelegde grens niet overschreden wordt. De fiscus alsook de RSZ kunnen bij controles zeer ver gaan in hun redenering: zo mag men geen geschenk van 35,00€ geven in een zakje met voor 2,00€ snoep erbij (Tips&Advies). Anders loopt de werkgever achteraf het risico om een regularisatie te krijgen en zal hij RSZ-bijdragen alsook vennootschapsbelastingen moeten betalen. Het achterpoortje is dat een werkgever steeds iets mag geven dat de werknemer kan of moet gebruiken voor zijn werk en waarvan de werknemer ook privé kan genieten. Dit is overgelaten aan de ‘creativiteit’ van beide partijen. Een andere mogelijkheid werd sinds 2006 aangeboden door minister van sociale zaken Rudy Demotte aan bedrijven om een sport- of cultuurcheque te geven aan hun werknemers die ook vrij van RSZ en belastingen zijn, maar wel met een maximum bedrag van 100,00 € per jaar. Eddy Vleeschdrager

25


Bibliografie

De schaduwzijden van de bevrijding Bevrijding in de zin van verlost worden van een vreemde, vijandelijke bezetting, is een woord dat op het eerste gezicht alleen maar met immense vreugde en euforie kan geassocieerd worden. Dat het bevrijdingsgevoel echter binnen de kortst mogelijke tijdspanne in bijzonder grote spanningen tussen de lokale bevrijde bevolking en de bevrijdende militaire macht kan omslaan bewijst Peter Schrijvers aan de hand van een bijzonder diepgravende bronnenstudie van de bevrijding van België na Wereldoorlog II. Dit boek, ontstaan uit een doctoraal proefschrift, kreeg dan ook terecht de titel ‘De schaduw van de bevrijding’ mee en zal voor velen, die deze hoogdag niet mee beleefd hebben of er hun ouders alleen maar hebben horen over praten, een ontluisterende revelatie vormen. Met zijn sociaalhistorisch onderzoek heeft de auteur echter beslist niet de bedoeling de betekenis en de draagwijdte van die dag in twijfel te trekken, integendeel. Maar hij slaagt er - via een tot op heden nooit gedane oefening - in de atmosfeer van de eerste maar ook van de daarop volgende dagen tot in de kleinste details op te roepen. Daarbij blijkt dat ‘de uitdrijving van het oude’ en ‘de omhelzing van het nieuwe’ zoals Peter Schrijvers de eerste Bevrijdingsdagen noemt, de lokale bevolking haar juiste beoordelingsvermogen ontnam. De Amerikaanse soldaten gaven de indruk allemaal reuzen te zijn. De hoorn des overvloeds, die ze met het uitdelen van sigaretten en chocolade openden maakte van hen in die eerste ogenblikken wonderdoeners en hun voortreffelijk legermateriaal kon niet anders dan in enorm scherp contrast staan met de beelden van de per fiets of per huifkar vluchtende Duitse soldaten, die de bevolking gedurende vier jaar geterroriseerd hadden. De vreugde op het ogenblik van de bevrijding zelf was dan ook onnoemelijk groot en het mag niemand nu dan ook verwonderen dat pas bevrijde mensen de soldaten van het bevrijdingsleger (en daar waren natuurlijk ook Canadezen en Britten en Polen bij) kusten en om handtekeningen vroegen. Euforie laat iemand even het contact met de werkelijkheid verliezen en dat gaf na vier jaar nazi-bezetting een bevrijdend gevoel. Er werd feest gevierd, de bevrijders werden gehuldigd en bij de lokale bevolking thuis uitgenodigd en ze werden op alle mogelijke vieringen als eregasten uitgenodigd. Dat de ‘halfgoden’, vreemde vrienden en ambassadeurs van de hoop, namen waarmee de auteur hen omschrijft, heel spoedig echter ook donderwolken aan de hemel van de lokale bevolking laten verschijnen vloeit uit een samenspel van heel wat complexe factoren voort. En dat analyseert Peter Schrijvers op een schitterende manier. Het ligt als het ware voor de hand dat de uit haar ballingschap in Londen teruggekeerde regering

26

niet in staat blijkt de grote transport- en economische problemen van het land snel en doelmatig op te lossen. De bevolking die zo lange tijd honger geleden heeft wordt echter vlug ongeduldig maar ook de overkoepelende geallieerde organisaties kunnen, aldus de bevolking, niet vlug genoeg op haar wensen inspelen. Bovendien worden de inspanningen die gedaan worden door een aantal krachtige stoorfactoren doorkruist zoals daar zijn: op de Bevrijdingsdagen van september volgt een bijzonder strenge winter en België is weliswaar rijk aan steenkool maar er kunnen geen werkkrachten gevonden worden om die boven te halen (want werklozen gaan liever in de beter betalende kampementen van de bevrijders werken) en er zijn geen vervoermiddelen beschikbaar om de toch ontgonnen steenkool bij de gebruiker te brengen. De Geallieerden zullen dat snel inzien en hulp bieden in de mate van het mogelijke, want vergeten we niet dat in Duitsland nog een hele tijd voort gevochten moet worden en militair materieel dus in de eerste plaats voor het front bestemd is. Het ontbreekt de eerste maanden dan ook aan voedselvoorraden en via de slag om de Ardennen proberen de Duitsers de voor die voedselaanvoer zo belangrijke haven van Antwerpen opnieuw in handen te krijgen, gelukkig tevergeefs. Wie reeds zolang met zo weinig heeft moeten leven begrijpt bovendien natuurlijk moeilijk dat in de Geallieerde kampementen (waar de lokale bevolking dus werkt) dagelijks grote hoeveelheden voedselresten en overschotten in de vuilbak gekieperd worden, wat de auteur heel mooi omschrijft met de term ‘het ‘vernederend teveel’ van de Geallieerden. Komt daarbij dat uit schaarste en armoede een natie van dieven en helers geboren wordt. In dat hele landschap doet zich een morele normvervaging voor die maakt dat men niet altijd begrijpt dat de dieven en helers van Geallieerde goederen gestraft worden. Al het voorafgaande leidt tot een snel groeiende bezettingsmoeheid, die de Geallieerden des temeer vrezen daar de oorlog nog steeds niet afgelopen is en van hen onafgebroken enorme inspanningen vergt. Het boek van Peter Schrijvers combineert de hoogst vertrouwelijke bronnen van de Supreme Headquarters of the Allied Expeditionnary Force Mission to Belgium, het Hoog Commissariaat voor ’s Lands Veiligheid en de Belgische krijgsraden met talloze geschreven en fotografische getuigenissen van de bevrijde bevolking en de rijke geschiedenissen samengesteld door lokale onderzoekers. Het is inderdaad zo dat er door vele heemkundige verenigingen en kringen heel wat veldwerk is geleverd waarvan de auteur op een bijzonder intelligente manier gebruik heeft gemaakt.


In de eerste twee hoofdstukken krijgen we een interessant beeld van de vernederende aftocht ‘van de ooit onoverwinnelijk geachte Duitsers’ en van wat de auteur ‘het vaak onbeholpen optreden van het Belgisch verzet in open oorlogvoering’ noemt. Verzetslieden van de laatste minuut en weerstanders, die zich tijdens de bezetting liever gedeisd hielden, willen op dit ogenblik, tegen alle gezond verstand in, heldendaden tonen waarmee ze niet alleen hun eigen leven maar ook dat van hun collega’s in gevaar brengen. Ver van de auteur echter om de rol van de weerstand te willen kleineren. Het derde hoofdstuk bekijkt “de carnavaleske sfeer rond het onthaal van de AngloAmerikaanse bevrijders en de feesten die daarop volgden”. Hoofdstuk vier spitst zich toe “op de donkere kant van de eerste dagen na de bevrijding toen de bevolking overging tot brandmerken en zuiveren in de vorm van vaak gruwelijke rituelen om alle zaken en personen uit te bannen die herinnerden aan de gehate Nieuwe Orde.” Het vijfde hoofdstuk laat zien “hoe het beeld dat de bevolking had van de Geallieerden evolueerde en rijpte naarmate men in 1944 en 1945 meer gelegenheid kreeg de bevrijders beter te laren kennen. Het feit dat Belgische meisjes zich soms meer door Amerikaanse of Britse soldaten lieten imponeren dan door Belgische leidde dikwijls tot grote problemen en wat de Belgische bevolking ook sterk opviel was de afstand die de

blanke Amerikanen ten overstaan van hun zwarte collega’ssoldaten bewaarden. Het lange zesde hoofdstuk geeft, aldus schrijver, “een belangrijke revisionistische draai aan dit boek door de krachtige, maar grotendeels vergeten onderstroom van onvrede onder de loep te nemen,” die zover ging dat zij in de zomer van 1945 “de verstandhouding tussen soldaten en burgers opnieuw ernstig aan het wankelen bracht”. Maar, zo concludeert Peter Schrijvers, ons inziens heel terecht, “ondanks die krachtige onderstroom van onvrede oefenden de landen en culturen die de bevrijders vertegenwoordigden een zeer grote aantrekkingskracht en invloed uit” en de epiloog van het boek “buigt zich uitgebreid over de aanhoudende impact die de Anglo-Amerikanen, ook na hun directe aanwezigheid als bevrijders, op de Belgische samenleving zouden hebben. Deze hoofdstukken doen dat door de groeiende cultus van weelde en overvloed te belichten, de uitholling van het traditionele gezag en de opkomst van een Amerikaanse wereldorde: fenomenen die de toon zouden zetten voor de tweede helft van de woelige twintigste eeuw. Yvan Verbraeck

Peter Schrijvers-‘De Schaduw van de Bevrijding. België 1944-1945’, Manteau/Standaard, Antwerpen 2008, 368 blz.

Geert Mak’s ‘reis door de twintigste eeuw’ Moderne geschiedenis of eigentijdse geschiedenis is een woordcombinatie, die in de oren van sommige niet historici misschien wel als een pleonasme klinkt. Nochtans gaat het om een wetenschappelijk verantwoorde terminologie. Geschiedenis is immers het verhaal van de dingen die voorbij zijn en vermits de tijd onafgebroken verder schuift is het ogenblik waarop ik dit geschreven heb al voorbij en behoort het als dusdanig al tot de geschiedenis. Geschiedenis is dus lang niet alleen het verre verleden van de prehistorie tot de Middeleeuwen en de Verlichting maar ook de decennia en gewoonweg de jaren die net achter ons liggen behoren daar al toe. Van die vrij recentelijk voorbijgegane gebeurtenissen geschiedschrijving maken betekent de bronnen daaromtrent op een wetenschappelijk verantwoorde manier analyseren en in een verhelderende context plaatsen en dat is precies wat Geert Mak in zijn boek (annex TV-filmserie) “In Europa. Reizen door de twintigste eeuw” op schitterende manier gedaan heeft. In dit boek heeft de auteur inderdaad bronnen aangeboord, die hij telkens tot op het bot uitbeent. Uitgangspunt was een reis, die hem in 1999 gedurende een jaar doorheen heel Europa bracht en aan de hand waarvan hij de grote ogenblikken in die eeuw, als daar zijn de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, de Russische Revolutie of de Spaanse Burgeroorlog, vooral via getuigenissen en originele documenten (foto’s, films) laat herleven, waarbij hij zich altijd door wetenschappelijke nauwkeurigheid laat leiden. Door zich die discipline op te

leggen garandeert het boek een heel grote geloofwaardigheid. De vlotte leesbaarheid wordt bovendien in de hand gewerkt door de manier van aanpakken van de verschillende thema’s. De schrijver kiest telkens één of meer plaatsen uit, waarrond zich grote historische feiten afgespeeld hebben en koppelt de beschrijving van hun actuele staat aan herinneringen van getuigen, wat boek en films bijzonder levendig maakt. De historische kennis, die hij uit zijn reusachtig brede vakliteratuur heeft opgedaan zorgt voor de rest en zo ontstaat een vooralsnog zelden geziene vorm van geschiedschrijving, die de lezer/kijker als het ware aan de historische reconstructie laat deelnemen. Geen saaie ex-cathedralezingen dus maar boeiende tijdsbeelden, die inzicht geven in het waarom der dingen. Dat een dergelijke geschiedschrijving nooit honderd procent objectief kan zijn ligt als het ware voor de hand maar bij het subjectieve interpretatie-element onthoudt Geert Mak zich zoveel mogelijk van het opdringen van zijn mening door de lezer/kijker maximaal via confrontatie de mogelijkheid te bieden zelf een oordeel te vellen. In dat laatste jaar van het millennium hield Geert Mak wat hij zelf ‘een eindinspectie’ noemde: “Hoe het continent er aan het einde van de twintigste eeuw bij lag”. Zelf zegt hij in de inleiding op zijn boek dat hij als journalist-schrijver “voor zover mogelijk de loop van de geschiedenis volgde, op zoek naar sporen die waren achtergebleven. En ik had de stille getuigen inderdaad teruggevonden, vele tientallen: een overgroeide kuil bij de

27


Personalia Kleindochter voor Lucien Cornelissens

SBD was vertegenwoordigd Oktober 2008 02/10 - Bureel SBD 26/8 - VBO-CSA - Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk in de Diamantnijverheid - Raad van Bestuur Rijksverlofkas voor de Diamantnijverheid 14/10 - RVD 15/10 - Raad van Bestuur AWDC 16/10 - Bureel SBD 17/10 - Raad van Bestuur AWDC 20/10 - Raad van Bestuur AWDC 21/10 - SERV - Fonds voor de Diamantnijverheid - RVD 22-24/10 - Press Event Inhorgenta Europe 2009 30/10 - Raad van Bestuur AWDC

Op 17 november werd Aurélie geboren (2.510kg – 47 cm) in het gezin van Filip en Jessica Cornelissens-Lépée, zoon en schoondochter van ons bestuurslid Lucien Cornelissens. Wij wensen de gelukkige ouders en grootouders, in het bijzonder de fiere opa Lucien van harte geluk met deze familieuitbreiding en hopen dat de kleine Aurélie in gezondheid en voorspoed mag opgroeien.

Somme, een gemitrailleerde deurpost in de Berlijnse Oranienburger Strasse, een besneeuwd bos bij Vilnius, een krantenarchief in München, een heuvel achter Barcelona, een wit-rood sandaaltje in Auschwitz. () Europa is, zo had ik in de loop van dat jaar gemerkt, een continent waar je gemakkelijk heen en weer kunt reizen in de tijd. Alle stadia van de twintigste eeuw worden wel ergens beleefd en herbeleefd.” Tegen die achtergrond onderstreept de auteur: “de wereldorde van de twintigste eeuw – voor zover je van ‘orde’ kunt spreken – lijkt voorgoed voorbij. Alleen: Berlijn valt nooit te begrijpen zonder Versailles, Londen niet zonder München, Vichy niet zonder Verdun, Moskou niet zonder Stalingrad, Bonn niet zonder Dresden, Vasarosbec niet zonder Jalta en Amsterdam niet zonder Auschwitz.” In een tijd waarin het geschiedenisonderwijs meer en meer uit onze scholen verbannen wordt en wij dus dreigen een volk zonder geschiedenis te worden is het alleen maar te hopen dat er intelligente politici zullen gevonden worden, die dat onderwijs opnieuw in ere zullen herstellen en er tegelijkertijd voor zullen zorgen dat boeken zoals dat van Geert Mak als handboeken in de klassen zullen kunnen gebruikt worden. Yvan Verbraeck Geert Mak – ‘In Europa. Reizen door de twintigste eeuw’, Knack 2008, 1.222 blz.

28

November 2008 4/11 6/11 13/11 16/11 17/11 18/11 20/11 24/11 25/11

27/11

- Fonds voor de Diamantnijverheid – werkgroep - RVD - Algemene Vergadering VZW De Belgische Diamantnijverheid - Raad van Bestuur AWDC - IDMA Meeting - AWDC Symposium - VBO-CSA - IDC Meeting - Bureel SBD - Speciale Commissie Diamantsector CRB - Lunchvergadering gewestelijke RVA directeuren - VBO-CSA - Fonds voor de Diamantnijverheid - Avondevenement Federgom - Plenaire zitting PC voor de Diamantnijverheid en -handel - Beheersorgaan ICD

DENCKENS Eduard

Dennenlaan 2 2243 Zandhoven Tel. 03.484.30.32


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.