BelgiĂŤ - Belgique P.B. 2600 Berchem 1 - 2de afd. BC 4953
Afgiftekantoor 2600 Berchem 1 - 2de afd. Erkenning P303167
Hoveniersstraat 22 - 2018 Antwerpen Driemaandelijks
juli / augustus / september 2011
Always brilliant
EUROSTAR
Diamond Traders N.V.
From technical standards to total inventory management, Eurostar is the leading industry benchmark for diamond processing excellence. With over 10,000 quality-focussed specialists worldwide matching diamonds according to your own unique custom calibrated precision systemTM, every Eurostar parcel is literally all sorted out for you according to your exact requirements from basic colour and clarity delineations to even the most subtle outlines for proportion and cut. At Eurostar, the choice is always brilliant.
The companies referred to are group companies of Eurostar Diamonds International S.A., a Diamond Trading Company Sightholder. *Represented in Mumbai by Dimexon Diamonds Ltd., a Sightholder of The Diamond Trading Company.
Antwerp +32 3 213 7777 • Dubai +971 4 226 5165 Hong Kong +852 2810 7751• Mumbai* +91 22 56 35 7777 New York +1 212 754 4100 • Shanghai +86 21 504 76555
81e jaargang, nr 3, juli / augustus / september 2011
de belgische diamantnijverheid Periodieke uitgave van het Syndikaat der Belgische Diamantnijverheid Periodical Publication of the Syndicate of the Belgian Diamond Industry
editoriaal
Verantwoordelijke uitgever Responsable editor Eduard Denckens Dennenlaan 2 2243 Zandhoven
Redactie en Publiciteit Editorial Office and Publicity SBD Hoveniersstraat 22, 2018 Antwerpen Tel. : 03/233.11.29 - Fax : 03/227.46.30 e-mail: sbd@sbd.be
Redactiecomité Editorial Board Eduard Denckens, Jos Heiremans, Dirk Loots, Linda Vancauwenberghe, Yvan Verbraeck
Jaarabonnement Yearly subscription € 30
Voor de teksten zijn uitsluitend hun auteurs verantwoordelijk. Nadruk van teksten toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.
Drukkerij Ignace Wils NV, 2890 Sint-Amands
De voorbije weken zijn er in de Scheldestad een aantal beslissingen genomen of bekendgemaakt die de verdere internationalisering van de diamanthandel en –industrie als enige verzekering van hun toekomst in belangrijke mate in de hand kunnen werken. De eerste beslissing is de voor de Antwerpse diamantwereld ongetwijfeld belangrijkste want meest verregaande, nl. de goedkeuring die de raden van bestuur van Comdiam en HRD Antwerp hebben gegeven voor de aankoop van Comdiam door HRD Antwerp. Met de aankoop van Comdiam bevestigt de raad van bestuur van HRD Antwerp ervan overtuigd te zijn dat Antwerpen nog altijd het wereldcentrum van diamanthandel en –nijverheid is en dat in de toekomst ook zal blijven. Meteen betekent dit de voltooiing van een weg waarvan de eerste steen in 1980 gelegd werd met de oprichting van de naamloze vennootschap Comdiam door wat toen nog de Hoge Raad voor Diamant heette enerzijds en de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) anderzijds. Doel van Comdiam was de commercialisering van producten voor de diamantsector zoals stofafzuiginstallaties en de snijstroboscoop. In 1993 werd Comdiam omgevormd tot een coöperatieve vennootschap met de HRD als quasi enige aandeelhouder (98%). De eerste grote successen kende Comdiam met de realisatie van de combinatie handsnijmachine – automatische snijstok en bijhorende visieapparatuur maar tegen de achtergrond van de toenemende automatisering kon Comdiam zich op de internationale markt niet meten met zijn concurrenten daar reeds van bij de
oprichting gesteld werd dat producten die door het in 1977 opgerichte WTOCD ontwikkeld waren enkel de lokale diamantsector ten goede mochten komen. Dit bleek onhoudbaar, vooral omdat productnamen zoals Super Bruter, Octopus en SOLID en de door Comdiam zelf ontwikkelde diamantmicroscoop D-scope op weg waren om op de wereldmarkt door te breken. Het embargo werd na de komst van D-screen en EOS eind 2005 opgeheven maar Comdiam, keek wel tegen een achterstand van zo’n 20 jaar t.o.v. de concurrentie aan. Met de overname verstevigt HRD Antwerp de financiële structuur van Comdiam waardoor binnenkort meer nieuwe apparaten op de markt kunnen gebracht worden die alle de naam van HRD als visitekaartje van de onderneming zullen uitdragen. Zo helpen deze unieke producten HRD Antwerp zijn reputatie en bijgevolg zijn naambekendheid te verstevigen en versterken en demonstreren beide ondernemingen samen het technologische leiderschap van Antwerpen wereldwijd. Uiterst belangrijk voor de diamantindustrie in de Scheldestad is dat het samengaan de ‘education’-afdeling van HRD Antwerp de mogelijkheid biedt om cursussen te organiseren voor onze Antwerpse nijverheid wat inhoudt dat onze Antwerpse slijpers zullen kunnen deelnemen aan gespecialiseerde opleidingen. Met het oog daarop is trouwens een samenwerkingsakkoord in voorbereiding met het Fonds van de Diamantnijverheid, organisatie die tot doel heeft de werkgelegenheid in de Antwerpse diamantsector te stimuleren. Intussen is bekend geworden dat indien iemand diamanten aan een lid (juwelier of handelaar) van de Responsible Jewellery Council wil verkopen, lid zou moeten worden van die internationale non-
profit organisatie Responsible Jewellery Council. Diamantbedrijven die tot de RJC toetreden engageren zich om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en specifiek aandacht te besteden aan mensenrechten, milieu, sociale standaarden en transparantie in de volledige toevoerketen (from mine to retail). RJC heeft een certificatiesysteem (Code of practices) en ontwikkelt momenteel een vrijwillige Chain of Custody, een productieketen waarbij alles gevolgd kan worden en die eigenlijk een controle van de geldstroom vormt. En tenslotte maken de jongste mededelingen van de Russische diamantproducent Alrosa en van het De Beers-filiaal Diamdel duidelijk dat de Antwerpse diamantairs er alle belang bij hebben hun voelsprieten steeds meer internationaal uit te steken. Alrosa deelde op 25 augustus ll. mee tijdens de eerste helft van 2011 niet minder dan 19.326.000 karaat ruw ontgonnen te hebben, een stijging met 1,7 miljoen karaat t.o.v. dezelfde periode van 2010. Diamdel maakte bekend tijdens de vijfde veilingronde, die dit jaar van 28 juni tot 14 juli gehouden werd, in het totaal 410 loten toegekend te hebben aan 89 bedrijven in België, Israël, India en Zuidoost Azië. Daarvan gingen 55% naar niet-zichthouders en 45% naar zichthouders. De vooruitzichten zijn door Diamdel als gunstig maar bescheiden ingeschat, rekening houdend met de aanhoudende werkloosheid in de industrielanden en de inflatie in ontwikkelingslanden. Met dat alles voor ogen wordt het duidelijk dat we geen enkele kans om markten, waar ook ter wereld, te veroveren mogen laten voorbijgaan. Edward Denckens Voorzitter SBD
Op de website van IDMA kan u het interview lezen van Varda Shine, CEO van DTC: http://www.idma.co/index.php?option=com_content&view=article&id=135:varda-shine-ceo-of-the-de-beers-diamond-tradingcompany-dtc-as-published-in-diamond-intelligence-briefs-dib&catid=42:features-news
2
editorial In the course of the past weeks a series of decisions have been taken or announced in the town at the River Scheldt which can favourin an important way the further internationalization of the diamond trade and industry as the only insurance of their future. For the Antwerp diamond world the first decision is certainly the most important because the most far reaching, i.e. the approval given by the board of directors of Comdiam and HRD Antwerp concerning the acquisition of Comdiam by HRD. With the acquisition of Comdiam the board of directors of HRD Antwerp confirms to be convinced that Antwerp is still the world centre of diamond trade and industry and will remain so in the future. Which at once means the completion of the way of which the first stone has been laid in 1980 with the establishment of the limited company Comdiam by what at the time was still called the Diamond High Council (HRD) on the one side and the Regional Development Company (GOM) on the other side. The aim of Comdiam was the commercializing of products for the diamond sector like dust removing installations and the stroboscope. In 1993, Comdiam was transformed onto a cooperative company with the HRD as the nearly only participant (98 %). The first great successes of Comdiam came with the realization of the manual brutingautomatic cutting machine and accompanying vision equipment, but against the background of the growing automation Comdiam could not match itself against its international competitors especially because since its bringing into being, it had been put forward that the proceeds of the products developed by the WTOCD, founded in 1977,should only go to the local diamond sector. This was an intolerable position in particular because of product names like Super Bruter, Octopus and SOLID and the microscope developed by Comdiam itself were on their way to make it on the world market. After the arrival of the D-screen and EOS at the end of 2005, the embargo was given up but it was confronted with arrears of some 20 years as far as the competition was concerned. With the actual taking over HRD Antwerp strengthens the financial structure of Comdiam enabling the bringing soon on the market of more new products which all will propagate the name of the HRD as a visiting card of the company. In this way these unique HRD Antwerp-products contribute to strengthen its reputation and the familiarity with its name whereas both companies demonstrate together the technological leadership of Antwerp worldwide. Extremely important for the diamond industry in the town at the river Scheldt is that this going together offers the ‘education’department of HRD Antwerp the possibility to organize courses for the Antwerp industry which means that our Antwerp diamond polishers will be able to participate in these specialized training. As far as the latter is concerned, an agreement of cooperation with the Fonds voor de Diamantnijverheid (Diamond Industry Trust) is being prepared, the aim of the organization being to stimulate the employment in the Antwerp diamond sector. In the meantime it has been announced that if somebody wants to sell diamonds to a member of the Responsible Jewellery Council, he or she should become a member of the international non-profit organization Responsible Jewellery
Council. Diamond companies who do join the RJC engage themselves to be social responsible entrepreneurs who devoting specifically attention to human rights, the environment, social standards and the complete supply chain (from mine to retail). RJC has its own code of practices and is actually developing a free Chain of Custody, a production chain making it possible to follow everything and as a matter of fact a control of the money chain. Finally, the most recent statements of the Russian diamond producer Alrosa and De Beers subsidiary Diamdel do make clear that it is in the interest of the Antwerp diamantaires to put out their feelers all the more international. On the 25th of August lately, Alrosa reported during the first half of 2011 a production of no less than 19,326,000 carats of rough, an increase of over 1.7 million carats over 2010. Diamdel reported to have sold during the fifth round of auctions held between June 28 and July 14 410 lots to 89 companies in Belgium, Israel, India and Asia Pacific. By value, 55% of the lots were sold to non-sightholders with sightholders winning 45%. According to Diamdel, demand looks set to remain robust but moderate, taking into account the persistent unemployment in developed countries and the inflation in the emerging markets. Taking all this into account, it becomes clear that we may not miss any opportunity to conquer new markets wherever in the world. Eduard Denckens President SBD
Ter gelegenheid van
ROSH HASHANAH Bieden wij Onze IsraĂŤlitische leden en hun familie Onze welgemeende wensen aan Van geluk en voorspoed SJANA TOVA
3
Het Antwerp World Diamond Centre organiseerde op 8 september informatie- en discussiesessies m.b.t. de Responsible Jewellery Council (RJC) Algemeen De Responsible Jewellery Council (RJC) is een internationale non-profit organisatie met meer dan 320 leden in de juwelentoevoerketen. RJC promoot verantwoordelijke, ethische, ecologische en sociale praktijken in de goud- en diamantsector, doorheen de verschillende processen vanaf de mijn tot de eindconsument. Bedrijven die volgens de RJC-standaard werken, engageren zich om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en houden zich aan voorschriften die mens en milieu beschermen.
systeem worden om te komen tot een duurzamere toevoerketen waarbij tevens de origine van de goederen zou kunnen bepaald worden en goederen afkomstig uit “conflictgebieden” vermeden worden. Op die manier hoopt RJC het imago van de juwelenindustrie en het consumentenvertrouwen te vergroten. RJC wenst dit nieuwe initiatief tegen begin 2012 te lanceren. De deelnemers aan de discussiesessie op 8 september, hopen dat RJC, bij de ontwikkeling van dit nieuwe initiatief, rekening houdt met de concrete werkelijkheid in de diamantwereld.
Code of practices Enkele Antwerpse bedrijven zijn reeds “RJC-certified” via de RJC “Code of Practices”, een certificatieprocedure die bestaat sinds 2009 en die nagaat of een bedrijf strategische keuzes maakt omtrent ethische, sociale en milieu thema’s. Deze Code of Practices werkt met een “derde partij” auditsysteem.
Rol AWDC AWDC, die als “trade association” lid werd van de Responsible Jewellery Council, organiseerde deze sessies om Antwerpse diamantbedrijven te informeren over de Responsible Jewellery Council en hen de mogelijkheid te bieden in debat te treden over de RJC-voorstellen rond de Chain of Custody.
Op 8 september gaf RJC uitleg over het RJC-lidmaatschap en het daaraan verbonden certificatiesysteem (Code of Practices). Deelnemers wezen op het bestaan van verschillende standaarden (o.m. van diverse mijnbedrijven en internationale organisaties) en waarschuwden voor duplicatie. Tevens suggereerden enkele bedrijven dat de vier aanwezige Beurzen in Antwerpen bij RJC zouden betrokken moeten worden.
Chain of custody Sinds 2010 werkt RJC voorstellen uit omtrent een Chain of Custody om de goederenstroom in de toevoerketen in kaart te brengen. Deze Chain of Custody (CoC) zou een vrijwillig
4
AWDC zal via verschillende initiatieven (o.m. ter beschikking stellen van informatie over wetgeving en regulering, soft law… ) bedrijven, die lid willen worden van RJC, ondersteunen. Tevens vindt AWDC het essentieel dat diamantbedrijven kritisch kunnen reflecteren over de voorstellen die RJC ontwikkelt in het kader van de Chain of Custody. AWDC zal niet nalaten om het belang van de diamantsector te bepleiten. Meer informatie m.b.t. RJC vindt u via http://www.responsiblejewellery.com U kunt tevens een kopie van de presentatie m.b.t. de Chain of Custody opvragen via AWDC (Karla Basselier, Compliance Officer, AWDC +32 3 222 07 10 of +32 497 54 59 13 Karla.Basselier@awdc.be)
HRD Antwerp neemt Comdiam over De raden van Bestuur van Comdiam en HRD Antwerp hebben hun goedkeuring gegeven voor de aankoop van Comdiam door HRD Antwerp. De wettelijke aankoopprocedure is in gang gezet en zal rond zijn tegen 16 oktober 2011. Vanaf die datum zal de naam van Comdiam wijzigen in HRD Antwerp. Op dat ogenblik zullen alle activiteiten door HRD Antwerp worden overgenomen. Tegelijkertijd verstevigt HRD Antwerp de financiële structuur van Comdiam waardoor meer nieuwe apparaten binnenkort op de markt worden gebracht. HRD Antwerp ziet belangrijke redenen om Comdiam aan te kopen:
Internationale strategie: Wil HRD Antwerp op termijn een belangrijke speler in de wereld blijven, is het nodig om een sterke naambekendheid te hebben. De toestellen van Comdiam worden verkocht op de internationale markt. Alle apparaten dragen de naam van HRD Antwerp. Het is hét visitekaartje van de onderneming. De microscopen en D-Screen apparaten staan dikwijls op het bureel van de diamantair. Hij geeft zijn vertrouwen aan de gemeten resultaten. Deze unieke producten helpen HRD Antwerp haar reputatie en bijgevolg haar naambekendheid te verstevigen.
Kwaliteitslabel: Comdiam brengt innoverende producten op de markt. Zij helpen de industrie om diamant op de markt te brengen die aan hogere kwaliteitseisen voldoet. Zo is het EOS apparaat een kwaliteitsreferentie in de markt. Velen hebben getracht om het te copieren. Maar niemand is er in geslaagd om de kwaliteit te evenaren. Daarnaast worden producten op de markt gebracht die de productiviteit van de sector helpen bevorderen. De
blokautomaat Octopus is al jaren wereldwijd een begrip in de diamantnijverheid. De combinatie van een offline instelapparaat, een automatisch waszoeksysteem en een modulaire opbouw maken van Octopus een nauwkeurige, universele en efficiente slijpopstelling.De beide ondernemingen samen versterken en demonstreren het technologisch leiderschap van Antwerpen wereldwijd.
Steun aan de nijverheid via opleiding Het samengaan zal ook de mogelijkheid geven aan de “education” afdeling van HRD Antwerp om cursussen te organiseren voor onze Antwerpse diamantnijverheid. Zo zullen onze Antwerpse slijpers kunnen deelnemen aan gespecialiseerde opleidingen. Daarom is een samenwerkingsakkoord in voorbereiding met het Fonds van de Diamantnijverheid. Deze organisatie heeft als doel de werkgelegenheid in de Antwerpse diamantsector te stimuleren. En opleiding is een belangrijk middel voor succes. Met de aankoop van Comdiam bevestigt de Raad van Bestuur van HRD Antwerp haar geloof in de toekomst. Dankzij investeringen in nieuwe producten wordt getoond dat Antwerpen zijn leiderspositie in de diamantwereld ernstig neemt. De kwaliteitsreputatie van de Comdiam apparaten, zoals de microscopen, het EOS apparaat en de Octopus, onderstrepen de strategische beleidslijn van HRD Antwerp: “The Blueprint for Quality”. Het management van HRD Antwerp wenst de medewerkers van Comdiam van harte welkom. Tegelijkertijd hoopt het management dat alle diamantondernemingen die reeds vele jaren klant zijn van Comdiam, hetzelfde vertrouwen zullen schenken aan de nieuwe organisatie.
HRD Antwerp takes over Comdiam The boards of directors of Comdiam and of HRD Antwerp have given their approval to the acquisition of Comdiam by HRD Antwerp. The legal purchase procedure has been given a start and will be completed around October 16, 2011. As from that date the name Comdiam will be changed into HRD Antwerp. At that moment all activities will be taken over by HRD Antwerp. At the same time HRD Antwerp strengthens the financial structure of Comdiam as a result of which more new devices will soon be put on the market. HRD Antwerp sees two major reasons to buy Comdiam:
International strategy If in the long run HRD Antwerp will remain an important player on the market, it is necessary to have a strong
reputation. All the devices bear the name HRD Antwerp and are sold on the international market. This is the visiting card of our company. The microscopes and D-screen devices are often to be found on the desk of the diamond dealer offering in this way confidence. Those unique products consequently help HRD Antwerp to strengthen its reputation.
Quality label Comdiam brings innovative products on the market. They help the industry to bring diamond on the market meeting higher quality requirements. In this way the EOS-device is a warranty of quality on the market. Many have already tried to copy it. But nobody has until now succeeded to be a match for the quality. Besides products are brought on the market that help to further the productivity of the sector. For years the blocking
5
NBN EN ISO/IEC 17025
www.hrdantwerp.be
6
device Octopus is well known in the diamond industry. The combination of an offline polishing depth pre-setting unit , an automatic grain seeking system and a modular construction make Octopus an accurate, universal and efficient polishing device. Both companies together strengthen and demonstrate the worldwide technological leadership of Antwerp.
Supporting the industry via training The working together will also offer the ‘education’-department of HRD Antwerp the opportunity to organize courses for our Antwerp diamond industry. In this way our Antwerp diamond polishers will be able to participate in specialized trainings. Therefore a cooperation agreement with the Fund of the Diamond Industry is being prepared. The aim of this organization is to stimulate the employment in the Antwerp
diamond sector. And training is an important means for success. By buying Comdiam the board of directors of HRD Antwerp confirms its belief in the future. Thanks to investments in new products it shows that Antwerp is taking its leading position in the diamond world seriously. The reputation of quality of the Comdiam devices such as microscopes, EOS and the Octopus emphasizes the strategic line of policy of HRD Antwerp: ‘The Blueprint for Quality’. The management of HRD Anwerp welcomes the staff members of Comdiam heartily. At the same time the management hopes that all diamond companies which are already many years clients of Comdiam will put the same trust in the new organization.
Antwerp Diamonds have a Heart for Africa Het Antwerp World Diamond Centre (AWDC), de koepelorganisatie van de Belgische diamantsector, start verschillende acties om de hongersnood in de Hoorn van Afrika mee te helpen bestrijden. Meer dan 12 miljoen mensen worden in de Hoorn van Afrika - onder meer in Eritrea, Djibouti, Ethiopië, Somalië en delen van Kenia - getroffen door hongersnood. Deze humanitaire ramp wordt bovendien versterkt door voortdurende conflicten. Het AWDC zal haar klanten de mogelijkheid bieden om op elke factuur een vrijblijvende bijdrage van € 5 te schenken aan 1212. Indien meer dan € 2.500 wordt opgehaald tegen medio november, engageert het AWDC zich om nog eens bovenop het ingezamelde bedrag, € 2.500 vrij te maken. U bent vriendelijk uitgenodigd om onze actie te ondersteunen. U kunt uw bijdrage overmaken via het speciaal rekeningnummer IBAN BE51 731-0196318-62 op naam van “AWDC - Actie 1212” of U kunt rechtstreeks onze actie sponsoren via www.1212.be (actie nummer 1212-003314)
7
Juridisch Nieuws
Arbeidsongeschiktheid Voor een werknemer is arbeidsongeschiktheid gedekt door de sociale verzekeringen en heeft dit in principe weinig invloed op de toekomst van de firma waarvoor hij werkt. Men zou zelfs durven spreken over een “normale” situatie. Voor de werkgever ligt dit wel anders. Niettegenstaande hij ook verzekerd is via zijn sociale kas, zullen de voorwaarden wel ingewikkelder en strenger zijn. Zo zal b.v. een slijperspatroon die een ongeval heeft meegemaakt en die tijdelijk werkonbekwaam is, beroep mogen doen op de verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.
Maar onder welke voorwaarden? Artikel 19 van het Arbeidsongeschiktheidsbesluit Zelfstandigen luidt als volgt: “In de loop van de tijdvakken van primaire ongeschiktheid wordt de gerechtigde erkend zich in staat van arbeidsongeschiktheid te bevinden wanneer hij, wegens letsels of functionele stoornissen, een einde heeft moeten stellen aan het volbrengen der taken die verband hielden met zijn beroepsbezigheid als zelfstandige gerechtigde en die hij vóór de aanvang van de arbeidsongeschiktheid waarnam. Bovendien mag hij geen andere beroepsbezigheid uitoefenen, hetzij als zelfstandige of als helper, hetzij in een andere hoedanigheid. Vrijwilligerswerk in de zin van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers wordt niet beschouwd als een beroepsbezigheid, voor zover de adviserend geneesheer vaststelt dat deze activiteiten verenigbaar zijn met de algemene gezondheidstoestand van de betrokkene. Wanneer de gerechtigde geen beroepsbezigheid meer 8
uitoefende op het ogenblik waarop de staat van arbeidsongeschiktheid aanvangt, wordt deze laatste gewaardeerd in functie van de beroepsbezigheid als zelfstandige die hij laatst uitoefende.” In de praktijk zal de zelfstandige toch de mogelijkheid krijgen om minieme taken te mogen uitoefenen, wel onder bepaalde voorwaarden. Volgens verschillende arresten van Arbeidshoven en Cassatie is “De non-activiteit moet met gezond verstand worden beschouwd en het begrip van volledige 100% inactiviteit is een theoretisch begrip dat slechts in extreme gevallen in de praktijk teruggevonden wordt”. Vanuit medisch oogpunt dient de zelfstandige als arbeidsongeschikt te worden erkend. Maar de stopzetting van de activiteit van de zelfstandige impliceert echter niet de stopzetting van de onderneming, het is gerechtvaardigd dat hij tijdens zijn arbeidsongeschiktheid zijn firma verder mag volgen. Volgens de zin van het artikel mag de zelfstandige nog wel taken uitoefenen op voorwaarde dat het een taak is die residuair, beperkt, verminderd of bijkomstig is. Dus geen werkelijke beroepsactiviteit. Een slijpers of zagersbaas zou wel “ondergeschikte” taken mogen uitoefenen zoals b.v. zijn personeel raad geven, contact houden met klanten, enz. Dit om het bedrijf leefbaar te houden, want het verderzetten van een taak die er niet toe leidt het bedrijf economisch leefbaar te houden wordt toegelaten. Het Arbeidshof van Luik daarentegen besliste dat
het voortzetten van een minieme activiteit, die de beroepsactiviteit niet economisch leefbaar kan maken, de erkenning van de staat van arbeidsongeschiktheid niet belet in de zin van artikel 19. Maar indien hij verder het beheer van de onderneming verzekert door het werk onder de werknemers te verdelen en deze bij hem rekening en verantwoording komen afleggen en de hierop betrekking hebbende documenten bezorgen en dat deze activiteit nodig is om de firma leefbaar te houden, overschrijdt hij dan ook de activiteit die aan een zelfstandige wordt toegelaten. Het Arbeidshof van Bergen beslecht dat een verzekerde die tijdens zijn arbeidsongeschiktheid de functie van afgevaardigd bestuurder heeft uitgeoefend in een CV waarvan hij 50% van de aandelen beschikt, niet als louter administratief en van gering belang kan worden beschouwd. Nu blijkt dat de maatschappelijke zetel van deze vennootschap op zijn woonplaats is gevestigd en hij derhalve, vanuit thuis, telefoons kan beantwoorden, aangetekende brieven kan verzenden en
leveringen van bij leveranciers bestelde materialen voor ontvangst kan nemen. Deze activiteit is doorslaggevend nu zij noodzakelijk is voor het economisch leven van het bedrijf. Ook de inkomsten verworven als werkend vennoot spelen hier een belangrijke rol. Betrokkene had derhalve wel degelijk een gehonoreerde beroepsactiviteit tijdens de verzekerde periode en was dus in overtreding met de verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Conclusie: Een zelfstandige heeft recht op de uitkering van zijn verzekering tegen arbeidsongeschiktheid op voorwaarde dat er enerzijds een medisch attest wordt voorgelegd en anderzijds dat hij kan aantonen dat hij geen andere inkomsten heeft en geen “belangrijke� taken meer kan uitoefenen. Eddy Vleeschdrager Emeritus raadsheer bij het Arbeidshof (bron: Sociale Zekerheid, Rechtspraak-Rechtsleer 2010)
9
Viering afgestudeerden diamantafdeling SIHA Op 23 juni 2011 werden de afgestudeerde leerlingen van de diamantafdeling in de bloemen gezet. Bijgaande speeches verduidelijken het belang van de diamantopleidingen en van SIHA, de enige diamantschool in België.
Speech van Marc Thomassen Coördinator diamantopleidingen Geachte genodigden, Ik mag u allen hier welkom heten ter gelegenheid van onder meer de viering van de promotie van de studenten van het 7de jaar diamantopleiding. Ook dit jaar, een beetje gelijklopend met de laatste jaren en eigenlijk een beetje te betreuren, zijn het er maar twee, dus nog enkele minder dan vorig jaar. Maar er is beterschap op komst heb ik me laten vertellen en anderzijds ben ik ervan overtuigd dat deze twee, door het volgen van dit bijkomend specialisatiejaar, ook de ambitie hebben om van diamantbewerken hun beroep te maken. Zij hebben nu de basiskennis verworven en zouden nu klaar moeten zijn om hun eerste steentjes bij één van onze diamantwerkgevers te bewerken. Dat zal niet eenvoudig zijn, want diamantbewerken is eigenlijk allang niet meer een ambacht of een vak, dat eenmaal geleerd , nog verder weinig of geen bijscholing vereist. Hier in Antwerpen en de Kempen worden enkel nog de moeilijkere en grotere goederen geslepen en dat is toch net iets anders dan de goederen die als studiemateriaal ter beschikking staan in de schoolslijperiij. Excellent, triple excellent, hearts and arrows, slijpen naar de normen van HRD, GIA of AGS worden waarschijnlijk voor hen termen die dagelijks in hun verdere diamantcarrière gaan opduiken. Diamantbewerken is dus meer en meer een specialisatie in een vrij technische omgeving. En als we over techniek of technologie spreken, weten we dat dit elke dag evolueert; om maar te zeggen: hun verdere opleiding stopt hier niet. Ik wil in dit kader enkele lovenswaardige initiatieven van de sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties) even vermelden met name : de opleiding op de werkvloer door
ervaren diamantbewerkers waarbij het Fonds voor Diamantnijverheid financiële steun verleent en de kortlopend opleidingen georganiseerd in samenwerking met de VDAB in Herentals, waarbij het de bedoeling is de competenties inzake diamantbewerking en diamantbeoordeling te verhogen. En voor de nabije toekomst staan ook nieuwe initiatieven in de startblokken. Een maand geleden ongeveer is het Rodenborchhuis op de Grote markt in Antwerpen officieel ingehuldigd . Dit gebouw werd door de stad Antwerpen ter beschikking gesteld en zal fungeren als zetel van het International Training Centre on Corporate Opportunities (een organisatie die opereert onder de vlag van UNITAR). Naast management-opleidingen met als leidraad: maatschappelijk verantwoord ondernemen, onthouden we, wat betreft de nijverheid, dat in dit kader ook opleidingsmodules zullen georganiseerd worden voor het bewerken van diamant. De volgende maanden allicht meer hierover. Nu wat er ook aan opleidingsinitiatieven nog zal gecreëerd worden, we zullen steeds op de medewerking moeten kunnen rekenen van de nog hier gevestigde diamantbedrijven. Ik denk dan vooral aan latere tewerkstelling, het ter beschikking stellen van stageplaatsen, kennis- en ervaringsuitwisseling, het ter beschikking stellen van geschikte goederen, enz.. Voor het afgelopen jaar, mag ik dan ook onze bijzondere dank betuigen aan de firma’s: AMC, Jocodiam, Ishaan Diamonds die de nodige stageplaatsen ter beschikking stelden. En Luc Goris die ons de afgelopen jaren enorm heeft geholpen om de nodige goederen ter beschikking te krijgen voor al degenen die een opleiding in diamantbewerking hebben gevolgd. Dan rest er mij hier nog aan toe te voegen dat de afgestudeerden van het 7 de jaar een aanmoedigingspremie kunnen ontvangen, geschonken door AWDC (Antwerp World Diamond Center), een premie die in verhouding staat met het door hen behaald schoolresultaat en die ze kunnen verzilveren indien ze in een diamantbedrijf tewerk gesteld worden.
Mark Thomassen, de heer en mevrouw Huysentruyt, juweliers en Lucien Cornelissens
10
Speech van Line Balieu Directeur SGNoord/SIHA Van harte welkom iedereen! In de eerste plaats wil ik de ouders bedanken voor het vertrouwen dat ze in onze school en het team stelden om ons hun kinderen toe te vertrouwen. De leerlingen hebben een lange weg afgelegd, het was voor hen niet altijd even gemakkelijk. Ze hebben er hard voor moeten werken om hun diploma te verdienen en de persoon te worden die ze nu zijn. De leerlingen van de diamantafdeling hebben de kans gekregen om via gastdocenten van de Hoge Raad voor Diamant de cursus “diamond grading” te kunnen volgen. Hiervoor willen we speciaal de AWCD en de HRD hartelijk danken voor de locatie en de goede samenwerking. Het verrast ons telkens weer dat de eindwerken van de leerlingen van het laatste jaar diamant- en goudafdeling zo’n mooie tentoonstelling kunnen creëren! De leerlingen van de goudafdeling werken mee aan een project via Comenius met als titel “Tell me a jewel”. Dit jaar waren er 10 scholen in het 2-jarig Comenius project 2010 - 2012, een multilateraal scholen uitwisselingsproject • «Vertel me een juweel!» alsof men een verhaal vertelt, en waarom niet het verhaal van een juweel? Een project als de allegorische vertelling van de Kleine Prins van de SaintExupéry dat de kinderdromen weer oproept en dat niet enkel verwijst naar het leerproces van de adolescent, maar ook naar het overdragen van kennis in de loop van het hele verdere leven.
aanbieden), maar ook als uitdrukking van hun wil om een maximaal aantal leerlingen te betrekken in dit pedagogisch project. Elke deelnemende school is geïntegreerd in een lokaal patrimonium waar de geschiedenis van het juweel verstrengeld is met de ambachtelijke tradities. De ambachtslieden, bedrijven of juweelontwerpers geven echter niet altijd spontaan hun technieken, hun kunde of hun eeuwenoude kennis door. • Het project «Vertel me een juweel!» wil ontmoetingen en uitwisselingen uitlokken tussen Europese leerling- juwelenontwerpers, ondernemers en ambachtslieden door middel van: 1)Het ontdekken en leren van ambachtelijke technieken, gebruikelijk in eigen land en in het land van een van de partners. 2)Het ontwerpen van hedendaagse juwelen, gebruik makend van voornoemde technieken 3)Het opstellen en verspreiden van verslagen over de opgedane ervaring (schoolkranten, web sites) 4)Een door Europa rondreizende collectieve tentoonstelling met de juwelenontwerpen Er zijn 10 Europese partner scholen Tot slot wil ik de collega’s en de waarnemend TA van de gouden diamantafdeling bedanken voor hun inzet om alles in goede banen te leiden.
Dit initiatief verzamelt een tiental Europese partners, niet alleen vanuit de belangstelling voor hun gemeenschappelijke professioneel gebied (scholen die een juwelenrichting
Ik wens onze leerlingen een voorspoedige toekomst toe, het ga jullie goed, nogmaals proficiat. Last but not least wil ik onze technisch adviseur Jean Goeman oprecht bedanken voor zijn niet aflatende inzet voor de afdeling.
Line Balieu, Directeur SGNoord/SIHA
Tentoonstelling van de eindwerken
11
Sociaal Nieuws Loonakkoord in het paritair comité 218 In het paritair comité nr. 218 werd een loonakkoord gesloten voor de periode 2011-2012. Het LBC heeft dit akkoord pas achteraf bevestigd. Nu kunnen de uitvoerings-CAO’s afgesloten worden zodat de juridische uitwerking geregeld wordt.
Inhoud: Lonen Op 1 januari 2012 worden de minimumlonen en de effectieve lonen verhoogd met 0,3%. Aan het bestaande indexsysteem wordt niet geraakt. De lonen zullen dus geïndexeerd worden op 1 januari 2012. De indexprognose bedraagt momenteel 3,11%. Ecocheques Het recurrent systeem van de ecocheques wordt verdergezet in 2011 en 2012, maar er wordt de mogelijkheid gegeven aan de bestaande en de nieuwe ondernemingen om deze ecocheques om te zetten in een ander gelijkwaardig voordeel. Dit moet gebeuren voor 31 oktober 2011 voor de bestaande ondernemingen en voor 31 mei 2012 voor de nieuwe ondernemingen. De bedienden ontvangen ecocheques ter waarde van € 250 op basis van hun effectieve of gelijkgestelde prestaties in de periode van 1 juni 2010 tot 31 mei 2011. Voor onvolledige referteperiodes is dit pro rata. Voor de deeltijdse bediende zijn er volgende pro rata regels: vanaf 4/5: € 250; vanaf 3/5: € 200; vanaf 1/2: € 150 < 1/2: € 100 Vervoerskosten De tussenkomst van de werkgever in het openbaar vervoer
DENCKENS Eduard
voor de trein wordt opgetrokken tot 80% van de prijs van de treinkaart in 2de klasse en dit vanaf 1 juli 2012. Hierbij wordt aan de werkgevers aangeraden om gebruik te maken van het systeem van de derde betalersregeling. In dat geval betaalt de werkgever de vervoerskosten voor de trein immers terug aan 100%, maar wordt 20% ten laste genomen door de overheid. De werknemer kan hierdoor genieten van een kosteloos woon-werkverkeer met de trein. Eindejaarspremie Volgende aanpassingen werden doorgevoerd voor de eindejaarspremie: • de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht wordt op dezelfde manier behandeld als een ontslag door de werkgever; • een bediende met een arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven werk van minstens 6 maanden heeft recht op een deel van de eindejaarspremie als hij de onderneming verlaat voor de uitbetaling ervan; • het aantal gelijkgestelde periodes wordt uitgebreid tot het vaderschapsverlof, het betaald educatief verlof en het syndicaal verlof. Overige bepalingen - verlenging van de CAO’s brugpensioen (58 jaar) en tijdskrediet tot 31 december 2013 - afspraken betreffende de vormingstrajecten en opleidingspremies van CEFORA. Bijkomende opleidingsinitiatieven worden ontwikkeld teneinde de tewerkstelling en hertewerkstelling van oudere bedienden te bevorderen - de bestaande werkgeversbijdrage aan het Sociaal Fonds van 0,21% van de brutolonen wordt verlengd.
HRD Antwerp werft aan Na een moeilijke periode heeft de HRD terug vertrouwen in de toekomst.
Dennenlaan 2 2243 Zandhoven Tel. 03 484 30 32
12
HRD Antwerp NV is gestart met een selectieprocedure voor de vacature van diamondgrader. Een tiental mensen zal worden aangeworven en opgeleid in de loop van de maand oktober. Na een intense, interne opleiding zullen de graders na 6 maanden kunnen meedraaien in het Diamond Lab.
Elektronische aangifte verplicht bij tijdelijke werkloosheid
Werkgevers die een aangifte tijdelijke werkloosheid indienen, kunnen dat vanaf 1 oktober enkel nog elektronisch doen. (art. 5-8, programmawet 4/7/2011).
De aangifte van tijdelijke werkloosheid voor bedienden is, sinds de invoering van het systeem in juni 2009, verplicht elektronisch.
Slechts uitzonderlijk zal men kunnen afwijken van deze verplichting. Het is wel nog wachten op de uitvoeringsbesluiten opdat alle aspecten verbonden aan deze elektronische aangifte geregeld zullen zijn.
Deze werkwijze wordt nu vanaf 1 oktober 2011 verplicht en heeft tal van voordelen, zowel voor de werkgever als voor de RVA:
Het is ook de bedoeling dat een KB voorziet in een uitzonderingsregel om alsnog gebruik te kunnen maken van een aangetekende brief of fax voor werkgevers die in de onmogelijkheid verkeren om de aangifte elektronisch te verrichten.
Technische stoornis Uiterlijk de eerste werkdag na de dag van de technische stoornis zal de werkgever elektronisch de datum en de aard van de technische stoornis, en de datum van het begin van de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst meedelen aan de RVA. Binnen zes dagen na de dag van de technische stoornis volgt een lijst met de naam, de voornaam en het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werklieden van wie de arbeidsovereenkomst geschorst wordt. Het adres van de betrokken werknemers moet niet meer opgenomen worden.
Gebrek aan werk wegens economische oorzaken De mededeling van de aanplakking of van de individuele kennisgeving moet de dag zelf door de werkgever elektronisch worden meegedeeld aan de RVA. De mededeling aan de RVA bevat voortaan slechts de voorziene regeling van schorsing. De mededelingen en de kennisgevingen vermelden verplicht een aantal gegevens. Het identificatienummer van de sociale zekerheid vervangt het adres van de betrokken werknemers. Tot slot kunnen we nog meegeven dat de werkgever niet langer verplicht is om een extra mededeling te doen wanneer hij het oorspronkelijk voorziene aantal werkloosheidsdagen vermindert of één of meer dagen waarop voorheen niet werd gewerkt door één of meer andere vervangt, zonder ze te vermeerderen. De elektronische aangifte van de tijdelijke werkloosheid bestaat al bijna 10 jaar, maar werkgevers konden ook nog kiezen voor een aangifte op papier: met een aangetekende brief of met de fax. Uit het jaarverslag van de RVA blijkt dat de Rijksdienst in 2010 368.443 elektronische mededelingen tijdelijke werkloosheid binnenkreeg. Dat is iets meer dan de helft (51,3%) van het totaal aantal aangiften.
• Van elke elektronische mededeling ontvangt de werkgever een ontvangstbericht met een uniek nummer en de inhoud van de mededeling; • Snelle elektronische verwerking, geen aangetekende zendingen of papier dus ook kostenbesparend; • De werkgever kan de elektronische mededelingen consulteren en indien nodig kan hij een elektronische mededeling annuleren of wijzigen; • Geen verlies van documenten, minder administratief werk en controle op de aangifte; • De aangifte gaat via een beveiligde toegang en is dus veilig en betrouwbaar; • Een gebruiksvriendelijke manier van werken: stapsgewijze invoer en automatische bevestiging van de aangifte; • Werkgevers die grote aangiften of een groot aantal aangiften moeten uitvoeren, kunnen die aangiften ook via gestructureerde berichten sturen. In uitzonderlijke gevallen aanvaardt de Rijksdienst nog een aangifte op papier: voor werkgevers die voor het eerst een mededeling tijdelijke werkloosheid doen, werkgevers die niet over het nodige informaticamateriaal beschikken en werkgevers die met technische problemen kampen wordt een uitzondering gemaakt. Om een elektronische aangifte te doen, surft de werkgever naar de website van de Belgische sociale zekerheid (www.socialsecurity.be). Daar kan hij in de rubriek “Werkgevers” op het luik “sociale risico’s” klikken en daarna op “Tijdelijke Werkloosheid en validatieboek”. Alle informatie in verband met deze maatregel staat op de website van de RVA (www.rva.be). De RVA heeft ook een mailing gestuurd naar de werkgevers, die hun aangifte nog op papier deden om hen zo goed mogelijk te informeren van de elektronische procedure. Werkgevers die dat wensen, kunnen een informatiesessie bijwonen in één van de kantoren van de RVA.
Voor meer informatie kan u ook terecht bij de cel Communicatie van de RVA, tel 02 515 42 81
13
Sociaal Overleg: Kost of Kapitaal
Het recht op sociaal overleg, collectief onderhandelen en collectieve actie is in de Belgische Grondwet verankerd in art. 23. Het is ook ingeschreven in heel wat internationale bindende normen en verdragen, waaronder het Europees Sociaal Handvest. Indien dat al geen voldoende argument is om te investeren in sociaal overleg, zijn er nog de talrijke studies die aantonen dat landen met erg ontwikkelde systemen van collectief overleg het beter doen op vele vlakken. En misschien verrassend voor sommigen, maar de voordelen beperken zich niet tot de werknemers. Uit de analyse die de experten van de Wereldbank enkele jaren geleden maakten op basis van onderzoek van meer dan 1000 studies uit de hele wereld, haal ik wat conclusies. • • • • •
De gemiddelde lonen zijn hoger in die landen; De werknemers krijgen er meer vorming en opleiding; De loonspanning tussen hoog- en laaggeschoolden is kleiner; De loonkloof tussen mannen en vrouwen is kleiner; Er is doorgaans een lagere en minder langdurige werkloosheid; • Er zijn minder stakingen, hogere productiviteit, betere economische prestaties; • Die landen passen zich sneller aan aan externe schokken. Wij moeten ons uiteraard hoeden voor voorbarige conclusies. Het is niet omdat een sterk en gecoördineerd sociaal overlegsysteem het meeste kans biedt op deze voordelen dat die economische voordelen altijd en overal bereikt worden. Het zijn natuurlijk de actoren die het systeem hanteren die ook voor een groot deel de output ervan mee bepalen. En soms krijgt men toch wel de indruk dat ons Belgisch sociaal overlegsysteem niet altijd optimaal gebruikt wordt. Niet elke actor is voortdurend even bekwaam om de kunst van het compromis toe te passen. Ideologische of intern organisatorische hindernissen belemmeren soms het inzicht dat het “algemeen belang” niet altijd gediend is met het “eigen grote gelijk” van één organisatie. Dit geldt overigens evenzeer in de politiek waar 70% van de bevolking niet mag gegijzeld worden door de 30% die “het beter weet”. De voorwaarden om in ons land een erg performant sociaal overleg te hebben zijn zeker aanwezig. Er bestaan uiteraard 3 grote sociaal overlegregimes in België, ik kom daar straks op terug, en ik beperk mij nu eerst tot een aantal typische kenmerken van het overleg in de privésector op nationaal vlak. Het overlegstelsel is redelijk hiërarchisch en piramidaal georganiseerd. Het tweejaarlijks IPA zet het kader uit voor de
14
verdere onderhandelingen, bepaalt accenten, vraagt aandacht voor “outsiders” op de arbeidsmarkt, bepaalt de loonnorm, enz. Het zwaartepunt van het verder overleg ligt traditioneel op het sectorale niveau. In een fijnmazig net van meer dan 170 PC’s en PsC spreken homogene werkgevers- en werknemersorganisaties minimumarbeidsvoorwaarden af. Op ondernemingsniveau geeft men verder invulling daaraan rekening houdend met de eigen mogelijkheden en noden. ACV-Transcom is een unieke centrale binnen het ACV gezien ze zowel statutaire en contractuele ambtenaren als arbeider, bedienden en kaders groepeert. Ik kan mij inbeelden dat het dossier van de toenadering van de statuten van arbeiders en bedienden binnen ACV-Transcom dan ook met speciale aandacht wordt gevolgd. Het ontwerp-IPA voorzag een aantal stappen in de toenadering van beide statuten en een deel(tje) ervan is door de regering overgenomen en wordt nu uitgevoerd. Ik neem aan dat ook in het lopende sectoraal overleg zal getracht worden om verdere stappen te zetten inzake bijvoorbeeld opzegtermijnen, carensdag en andere verschilpunten. Ook de structuren van het sociaal overleg van de privé-sector, de indeling van paritaire comités, zal geleidelijk moeten worden herzien. Vandaag zijn alle nieuwe paritaire comités reeds gemengd voor werklieden en bedienden. Alle bestaande paritaire comités bevoegd voor enkel arbeiders of enkel bedienden converteren naar gemengde “werknemersPC’s” zal nog heel wat voeten in de aarde hebben. Het is niet altijd zomaar mogelijk een werklieden - en een bediendenPC te fuseren; vaak dekken ze niet identieke ressorten, en vooral het samensmelten van sociale fondsen, vakantiekassen, vormingsfondsen en dergelijke zal heel wat diplomatie en inventieve boekhouding vereisen. Die operatie zal vanuit mijn administratie zeker de nodige aansturing en ondersteuning krijgen, maar het zullen vooral de sociale partners zelf zijn “die aan de knoppen zitten”. Een volgende typische eigenschap is de hoge Belgische syndicalisatiegraad, zowel bij vakbonden als bij werkgeversorganisaties. De syndicalisatiegraad is bij ons zeer hoog, en in tegenstelling tot de meeste andere landen daalt hij niet. Enkel de Scandinavische landen doen nog beter. Natuurlijk heeft dit succes ook te maken met het feit dat vakbonden bij ons ook goede dienstverleners zijn in het kader van de sociale zekerheid. Daardoor organiseren ze ook werklozen en andere inactieven. En dat is een goede zaak, want het verplicht hen in hun onderhandelingsstrategie ook rekening te houden met de belangen van de “outsiders” van de arbeidsmarkt en niet enkel met de insiders, nl. zij die reeds een job hebben. Maar zelfs wanneer men enkel de actieve werknemers telt, zit de syndicalisatiegraad toch nog rond de 51 à 52%. Dit is heel wat hoger dan de 8% van Frankrijk, of de cijfers van beneden de
20% voor Nederland en inmiddels ook Duitsland. Ook de aansluitingsgraad van werkgevers bij representatieve organisaties is erg hoog, stijgt nog en flirt met de 80%. Deze hoge representativiteit langs beide zijden is erg belangrijk voor de legitimiteit van het sociaal overleg. De CAO’s hebben een erg grote dekking. Meer dan 95% van de werknemers uit de privésector zijn gedekt door CAO’s en hier zit België aan de absolute wereldtop. De relatief grote mate van sociale vrede in ons land is af te leiden uit het feit dat het aantal stakingsdagen en de deelname eraan veel lager is dan gemiddeld in Europa, waar naast Frankrijk en enkele mediterrane landen vooral enkele Scandinavische landen uitblinken door hoge cijfers. Het behoud van de sociale vrede in België heeft natuurlijk veel te maken met de institutionele structuur van het sociaal overleg en de rol van de sociale partners. Het heeft echter ongetwijfeld ook heel veel te maken met het feit dat in de privésector 20 professionele sociale bemiddelaars door de overheid gratis ter beschikking worden gesteld. Deze sociale bemiddelaars zitten de vergaderingen van de PC’s voor waar ondermeer ook de CAO’s gesloten worden. Op die manier doen zij reeds aan conflictpreventie. Zij zitten ook de verzoeningsbureaus voor die de meeste PC’s ingesteld hebben om collectieve conflicten snel op te lossen. Hun rol in die verzoeningsbureaus als verzoener of als echte bemiddelaar is fundamenteel in onze “peace keeping”. Gemiddeld rond de 500 officiële bemiddelingen per jaar monden zo in de grote meerderheid van de gevallen uit in een compromis, en dus in een vermeden of opgelost conflict. Het loonvormingssysteem in de privésector afdoen als een stelsel waar 3 onderhandelingsloketten bestaan waarvan de resultaten zondermeer moeten samengesteld worden, is wat simpel. Kenmerkend is wel de grote autonomie van partijen: - Minimumlonen worden niet door de overheid vastgelegd maar zijn louter conventioneel (NAR en PC) - Indexeringsmechanismen zijn - in tegenstelling tot wat IMF en OESO telkens denken - eveneens het loutere resultaat van akkoorden (CAO’s). De verscheidenheid van de sectorale indexeringssystemen is bovendien enorm groot. - Recente studies hebben het beeld dat in België het zwaartepunt van de onderhandelingen louter bij de sector ligt, verder verfijnd. • de wijze van onderhandelen verschilt erg van sector tot sector: sommige sectoren onderhandelen erg gecentraliseerd (bv textiel, voedingsindustrie, horeca,…) andere onderhandelen erg gedecentraliseerd (chemie, banken,…), nog andere laten het onderhandelingsniveau afhangen van het onderwerp. • de NBB heeft vastgesteld dat 26% van alle ondernemingen eigen ondernemingsgebonden loonakkoorden hebben; voor grote ondernemingen stijgt dit aandeel tot 67%. Specifiek voor wat de minimumlonen betreft heeft een studie
van de Leuvense economen aangetoond dat ons loonvormingssysteem relatief hogere lonen voor laaggeschoolden meebrengt en lagere lonen voor hooggeschoolden. De loonspanning wordt hierdoor kleiner. Dat aspect is vooral van belang voor de vermindering van de loonkloof tussen mannen en vrouwen en bevestigt de analyse van de Wereldbank. Indien het loonverschil tussen mannen en vrouwen in België bij de laagste hoort internationaal gezien, dan is dit bijna volledig te danken aan het collectief loonoverleg. In België bedraagt het verschil tussen uurlonen van mannen en vrouwen 10% tegen 18% gemiddeld in Europa. Ongeveer de helft daarvan is verklaarbaar vanuit het beroep, de sector, het contract enz. Indien we bijvoorbeeld het Amerikaans systeem zouden toepassen zouden de hoge mannenlonen met bijna 30% sneller stijgen dan de hoge vrouwenlonen. De lage vrouwenlonen zouden 20% sneller dalen dan de lage mannenlonen. De loonkloof tussen mannen en vrouwen zou dus veel groter worden. De vrouwen zijn dus de grote winnaars van het collectief overleg.
Cela signifie-t-il pour autant que notre système de concertation fonctionne de manière optimale et n’a rien à craindre? Qu’en est-il de la pression européenne sur notre système de concertation et de formation des salaires et de l’appel à la régionalisation? Le risque est très élevé que non seulement l’OCDE et le FMI mais également l’Europe fassent pression sur notre système de formation des salaires, en ce compris l’indexation automatique. Dans le cadre de la gouvernance économique renforcée et du semestre budgétaire européen, l’Europe exercera un suivi et un contrôle plus stricts de notre politique. Il y a en deuxième lieu la Stratégie 2020, qui s’est substituée à la Stratégie de Lisbonne. On y met des questions sur la table sur la réforme des systèmes de négociations collectives. • « La formation des salaires ne serait pas en phase avec la productivité » • « Le système de formation des salaires serait trop rigide » • « Les salaires minima seraient trop élevés » On retrouve le même credo dans l’enquête annuelle sur la croissance de janvier 2011, qui donne le coup d’envoi du semestre budgétaire européen et définit les priorités de la Commission : les pays présentant un déficit budgétaire et un taux d’endettement élevés doivent prendre des mesures de modération salariale stricte et continue, en ce compris, la révision des systèmes d’indexation existants. Aussi dans le Pacte Euro Plus qui a été approuvé à l’initiative d’Angela Merkel il est question d’une révision éventuelle de la formation des salaires et, le cas échéant, du mécanisme d’indexation. En attendant, plus important encore, l’ensemble des six propositions législatives relatives à l’économic governance sont aujourd’hui soumises au Parlement européen, pour des discussions plus approfondies avec le Conseil et la
15
Commission. La menace, en l’occurrence, est de voir l’Europe intervenir directement dans la formation des salaires et, de façon plus large, dans la concertation collective. C’est la raison pour laquelle les recommandations que les chefs de Gouvernement adresseront fin juin aux Etats membres seront plus importantes que jamais. Ces recommandations imposeront des objectifs spécifiques très concrets qui, s’ils ne sont pas atteints par les Etats membres dans un délai de 18 mois, pourront donner lieu à des sanctions financières. Il est assez inquiétant de constater que ce processus postule actuellement comme exemple le modèle allemand de marché du travail. Or, la politique menée en Allemagne depuis 2002 est basée sur une grande flexibilité et une modération salariale continue qui ne suit même pas l’évolution des prix et la croissance de la productivité. Cette politique ne présente pas que des effets bénéfiques. Certes, le chômage a récule. Mais les emplois supplémentaires créés sont essentiellement des mini-emplois : en effet, le nombre d’heures de travail prestées par personne diminue aussi fort que l’augmentation du taux d’emploi.
s’inspireront en partie de ce modèle allemand. Si l’attaque de notre système de formation des salaires et d’indexation doit venir de cette direction, la meilleure parade de nos partenaires sociaux belges sera de démontrer que le système existant fonctionne bien et peut mener à une modération salariale intelligente et raisonnable.
Deuxième ménace : Qui a besoin d’une régionalisation de la concertation salariale? Les personnes qui connaissent un peu le système de concertation du secteur privé savent qu’il n’existe pas de besoin rationnel objectif pour une régionalisation de la concertation salariale. Une régionalisation de cette concertation est Superflue parce que chacun sait que les CP peuvent être scindées en souscommissions, à la demande des partenaires, y compris sur une base régionale (je cite par exemple le secteur non marchand ou le secteur du métal). De plus, une même CP nationale peut conclure des CCT salariales différentes selon le champ d’application régional. La proposition n’a aucun sens parce que l’autonomie des partenaires sociaux au sein de la concertation implique que le pouvoir public doit s’abstenir de se mêler de cette concertation.
En termes réels, les heures prestées diminuent depuis 2004. L’Allemagne investit structurellement moins dans la formation et l’accompagnement des chômeurs. De plus, en matières d’investissement en capital humain, en capital fixe et en recherche et développement, l’Allemagne réalise un score nettement plus faible que beaucoup d’autres pays. L’Allemagne a ainsi créé un marché du travail à deux vitesses, où le nombre de travailleurs pauvres à temps plein (les «working poors») ne cesse d’augmenter. Ce taux est passé de 4,8% à 6,8%; ce faisant, l’Allemagne a déjà dépassé le Royaume-Uni et se rapproche maintenant des Etats-Unis. Qui plus est, les réformes drastiques de l’assurance chômage ont fait croître le risque de pauvreté des plus d’un quart depuis 2005.
En effet, les pouvoirs publics n’ont pas le droit de juger de l’opportunité du contenu des CCT; ils ne peuvent que refuser la force obligatoire si une CCT contient des dispositions manifestement illégales. Une CCT est illégale lorsqu’elles est contraire à la loi, à une directive européenne, un règlement européen ou à un décret, c.-à-d. à n’importe quelle norme supérieure de droit. Ce contrôle est déjà effectué et ne doit donc plus être accompli par les autorités régionales. Sauf bien évidemment s’il y a un agenda caché! Les régionalistes veulent peut-être aller plus loin qu’un simple contrôle de légalité? Veulent-ils aussi instaurer un contrôle d’opportunité du contenu des CCT et ainsi instaurer une tutelle qui tue progressivement l’autonomie des partenaires sociaux?
Une politique de bas salaires engendre des problèmes de consommation intérieure et fausse la concurrence avec les autres pays européens. Et si cela permet de grignoter des parts de marché, cet avantage reste relatif. De plus, cette modération salariale extrême ne peut être copiée par d’autres pays. La compétitivité par le biais de la modération salariale reste en effet une donnée relative. Le succès du modèle allemand ne peut résister si d’autres pays se mettent à copier ce modèle. Car quelle que soit l’ampleur de la modération salariale, si les autres pays mènent la même politique en parallèle, on n’obtient aucun résultat en termes de compétitivité. Par ailleurs, la modération salariale qui demeure constamment plus intense que la hausse de productivité affaiblit la demande intérieure, ce qui accroît les nécessités d’exportation et également de modération salariale. Ce processus n’est pas tenable, ce n’est pas un exemple de politique salariale raisonnable. Ceci n’empêche toutefois pas qu’on craint que les recommandations que les Etats membres recevront bientôt,
Si tel est le cas, l’intention idéologique des «régionalistes» est alors très claire. La régionalisation ne serait qu’une étape intermédiaire vers le démantèlement de la concertation salariales sectorielle et le glissement de la concertation vers le niveau des entreprises.
16
De cette manière, on sape effectivement l’influence des syndicats et des organisations patronales. Il n’est donc pas étonnant qu’aucun des partenaires sociaux représentatifs ne soit demandeur d’une régionalisation de la concertation salariale. Il est donc permis de dire que la régionalisation est contreproductive, car contraire aux objectifs de simplification, de transparence et de rapidité des procédures de force obligatoire des CCT. La régionalisation de la concertation salariale serait donc un parfait exemple de «mauvaise gouvernance». Ik beloofde nog even terug te komen op de 2 grote
overlegsystemen die er nationaal bestaan naast het sociaal overleg voor de privésector. De wet van 5.12.68 geldt grosso-modo immers enkel voor de privésector. Hoewel ook hier wat «rek» op is als je weet dat bijvoorbeeld de OKI’s, De Nationale Loterij, de sociale huisvestingsmaatschappijen, VITO en de BAC er ook reeds onder ressorteren. Er is enerzijds de wet van 19 december 1974 die het sociaal overleg in de overheidssector regelt. Hij is van toepassing op federale, gemeenschaps- en gewestelijke administraties, op openbare instellingen enz. Hij voorziet verplichte voorafgaande onderhandelingen en overleg tussen de overheid en de representatieve vakbonden. Onderhandelingen en overleg gebeuren in onderhandelings- en overlegcomités waarin protocollen en adviezen tot stand komen. Een groot verschil met de private sector is dat de protocollen niet juridisch maar enkel politiek bindend zijn. Bovendien worden de onderhandelings- en overlegcomités niet voorgezeten door een onpartijdig «voorzitter-sociaal bemiddelaar» maar wel door «de werkgever». Een protocol-akkoord dat in april 2010 tot stand kwam in Comité A heeft echter een fundamentele stap gezet. Daar werd een protocolakkoord gesloten met wederzijdse engagementen inzake de versterking van de sociale dialoog en de conflictbeheersing. Dit protocolakkoord voorziet ondermeer in de aanstelling van 4 specifieke sociale bemiddelaars die zoals in de privésector kunnen optreden om conflicten te voorkomen of in bestaande conflicten partijen te verzoenen. Die sociale bemiddelaars zullen worden toegevoegd aan het korps van 20 sociale bemiddelaars voor de privésector binnen de F.O.D. WASO, maar het zal een specifieke groep blijven. De Ministerraad keurde het KB dat de functieomschrijving en de selectievereisten omschrijft reeds goed en het KB ligt nu voor advies bij de RvS. In het najaar zouden de aanwervingen kunnen gebeuren op basis van de selectie die door SELOR zal worden uitgevoerd. Dit is een zeer belangrijke stap. Deze sociaal bemiddelaars zitten nog niet de vergaderingen van de overleg- en onderhandelingscomités voor, hetgeen hun efficiëntie nog zou verhogen. Maar wat nog niet is, kan nog komen. Deze sociaal bemiddelaars zijn echter nog niet bevoegd voor de autonome overheidsbedrijven. Bij de NMBS, BPOST, BELGACOM, BELGOCONTROL (BIAC, nu BAC is inmiddels overgeheveld naar de CAO-wet) wordt het sociaal overleg immers geregeld door de wet van 21 maart 1991. Hij bevat de beginselen betreffende het statuut van het personeel en het syndicaal statuut. Hij schrijft voor dat voor elk autonoom overheidsbedrijf een PC wordt opgericht. Dit zgn. PC wordt voorgezeten door de werkgever en heeft overleg- en onderhandelingsbevoegdheden die erg veel gelijkenis vertonen met hetgeen een O.R. en C.P.B.W. en deels een V.A. aan bevoegdheden hebben in de privéondernemingen. Het heeft dus weinig te maken met een echt PC zoals dat in de privésector werkt en zoals dat in de internationale litteratuur wordt aangemerkt, nl. een overlegorgaan waar een vertegen-
woordiging van representatieve vakbonden en van representatieve werkgeversorganisaties akkoorden sluiten die als minimum gelden voor en ganse bedrijfssector. Deze PC’s voor de autonome overheidsbedrijven worden overkoepeld door een gezamenlijk Comité Overheidsbedrijven, voorgezeten door een onpartijdig persoon. Dit gemeenschappelijk comité heeft wel degelijk veel gelijkenissen met een “echt” PC, kan minimumarbeidsvoorwaarden in een CAO opnemen die zelfs algemeen verbindend kan worden verklaard, enz. Er is één probleem: dit PC werkt niet. Naar aanleiding van allerlei bewegingen inzake de vrijmaking van de Europese dienstenmarkt, kan de relatief artificiële opdeling van het sociaal overleg in meerdere hokjes wel eens op de helling komen te staan. Ik geef enkele vbn. van mogelijke problemen: 1. Wanneer straks private spelers op de vrije markt van de postdiensten komen, zullen ze noodgedwongen onder het regime van de CAO-wetvan 1968 ressorteren, en in een bestaand of nieuw PC worden ondergebracht. Indien BPOST verder als autonoom overheidsbedrijf binnen het voorbehouden domein van de wet van 1991 zijn loon- en arbeidsvoorwaarden kan vastleggen, dan zal vroeg of laat de vraag opgeworpen worden of hier geen sprake is van onderscheiden concurrentievoorwaarden: een private speler die een akkoord moet sluiten over die voorwaarden in een PC; BPOST dat die voorwaarden na overleg eenzijdig kan vastleggen buiten dat PC. Ik ben benieuwd naar het standpunt van de Commissie zodra ze daarover gevat wordt, bijvoorbeeld na een klacht. 2. Een tweede voorbeeld. De NMBS privatiseert haar cargoactiviteiten. Die activiteit moet ondergebracht worden in een bestaand of in een nieuw PC conform de CAO-wet van 1968. Er zullen in die privéfirma “statutaire” werknemers werken en contractuelen, werklieden en bedienden. Moet in dit kader niet nagedacht worden over een nieuw soort PC, waar ondernemingen en werknemers uit de private en uit de publieke sector samen onder ressorteren? ACV-Transcom heeft de idee al meermaals naar voren geschoven van een structuur van sociaal overleg waarbinnen zowel overheidsbedrijven als privé-ondernemingen die binnen een bepaalde economische activiteit opereren hun plek hebben. Het verhaal van B-cargo toont inderdaad aan dat er dringend moet worden nagedacht over sectorale overlegstructuren die bij filialisering en privatisering van onderdelen van overheidsbedrijven zorgen dat niet enkel het Europees concurrentierecht wordt nageleefd maar vooral ook dat de sociale sokkel gewaarborgd is en dat de concurrentie niet wordt gevoerd “op de rug van de werknemers”. Het idee van de “gemengde PC privé/publiek” is trouwens ruimer dan de NMBS en kan verruimd worden tot de andere overheidsbedrijven die functioneren in een geliberaliseerde markt. Voor de postale activiteiten hebben we de afgelopen jaren bijvoorbeeld gesprekken gevoerd met de sociale partners van B-Post om
17
na te gaan hoe de sociale effecten van de verdere liberalisering in die sector kunnen worden opgevangen via gemeenschappelijke sociale overlegstructuren voor zowel de openbare als de privĂŠ-postoperatoren. Die oefening is complex en bleek uiteindelijk niet haalbaar in de gegeven context. Laten we zeggen voorlopig nog niet haalbaar. Het zijn slechts enkele simpele vragen. Maar een reflectie tussen alle betrokkenen dringt zich wel op. Ik hoop aan het einde van mijn inleiding toch een zaak duidelijk te hebben gemaakt. Op de vraag of sociaal overleg een Kost of een Kapitaal uitmaakt, is het antwoord ondubbelzinnig: het sociaal overleg is een zeer waardevol Kapitaal waarvan de waarde enkel maar kan groeien door het zorgvuldig te beheren. Maar het is ook een kapitaal dat
bedreigd wordt door wie de kunst van het compromis niet meer kent en het eigenbelang boven het algemeen belang stelt, door regionalisten, en door EURO-fundamentalisten. Het antwoord dat het sociaal overleg verdient moet komen van de actoren zelf. De sociale partners kunnen door zelf aan te tonen dat zij performante resultaten neerzetten de beste bescherming optrekken voor dit kostbaar goed.
Guy Cox Directeur-generaal Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen FOD WASO (speech op het meeting diner van ACV-Transcom met de werkgevers uit verschillende sectoren, dd 12/5/11)
Hoe beslist u over uw beleggingen? Laat het niet aan het toeval over. U weet dan wel perfect wie u bent en wat u wilt, maar uw adviseur weet dan weer welke beleggingen het best bij uw persoonlijkheid en situatie passen. Kom eens langs. Dan bekijken we samen hoe u het best belegt naargelang van uw proďŹ el. En u zult zien: praten werkt. KBC Antwerpen Diamant Schupstraat 18-20 bus 17 2018 Antwerpen Tel. 03 213 72 00 Fax 03 213 72 01
we hebben het voor u
18
CIBJO
CIBJO President reports about CSR and Centre of Excellence to United Nations Economic and Social Council in Geneva Milan, Italy - July 11, 2011 CIBJO President Gaetano Cavalieri has reported to the United Nations Economic and Social Council (ECOSOC) on the World Jewellery Confederation's progress in advancing its programme for Corporate Social Responsibility education, and in particular about the establishment in Antwerp in May of the UNrecognised Centre of Excellence for CSR education in the jewellery and diamond industries. Dr. Cavalieri delivered his statement at ECOSOC's High-level Segment, which was held at the Palais des Nations, the United Nations headquarters in Geneva, Switzerland, July 4-8. ECOSOC serves as the central UN forum for discussing international economic and social issues and for formulating policy recommendations. CIBJO has been the international jewellery sector's first and only representative in the body since 2006, and consequently is the single organisation from the industry formally allowed to address the UN forum. The 2011 High-level Segment focused on a broad range of issues relevant to the implementation of the United Nations development agenda, and particularly on access to education and advancing ECOSOC's "Education for All" agenda. Dr. Cavalieri was accompanied by Hanifa Mezoui, a fellow of the United Nations Institute for Training and Research (UNITAR). Dr. Mezoui was formerly the chief of the NGO section of ECOSOC and played key roles in CIBJO's being accepted to the organisation and in the development of its CSR education programme.
Dr. Cavalieri said the ITTCO programme will cover human rights, labour and environmental issues, business codes of ethics, corporate social investment, corporate sustainability and governance issues that are most relevant to the complete pipeline of the jewellery industry. "Starting operations with the Antwerp Centre, it is expected that other such training facilities will be opened in developing countries and in emerging economies," Dr. Cavalieri said. "Once again, CIBJO has demonstrated its commitment in collaborating with the United Nations to tackle issues of mutual interest and concern and to promote high-quality education as an essential tool for sustainable development." Dr. Cavalieri also discussed CIBJO's CSR agenda during a person meeting he and Dr. Mezoui held with HE Lazarous Kapambwe, the president of ECOSOC. Ambassador Kapambwe was elected the 67th president of ECOSOC in January. He also serves as the Permanent Representative of Zambia to the United Nations in New York. Contact: Ya'akov Almor: communications_1@cibjo.org
Addressing the UN forum in Geneva, Dr. Cavalieri discussed the creation of the United Nations International Training Centre for Corporate Opportunities (ITCCO), which will operate the programme at the Centre of Excellence in Antwerp. "The Centre aims at stimulating businesses around the world to embrace Corporate Social Responsibility and adopt the principles of the UN Global Compact as a way to increase their contribution to the Millennium Development Goals," he stated. "To strengthen its collaboration with the United Nations and to ensure that the curriculum will conform to the goals of the MDGs, CIBJO has called on UNITAR to organize the curriculum and supervise the core of the training infrastructure."
From left: CIBJO President Gaetano Cavalieri; Hanifa Mezuoi, UNITAR fellow and Lazarous Kapambwe, President of ECOSOC and Permanent Representative of Zambia to the United Nations in New York
19
Persbericht 4 september 2011
Press release September 4, 2011
Diamantsector verbijsterd over nieuwe schending onderzoeksgeheim
Diamond industry astonished regarding new violation of the investigation secrecy rules
Antwerp World Diamond Center (AWDC) en heel de diamantsector nemen met verbazing kennis van wat in de media is verschenen en stellen vast dat het geheim van het onderzoek andermaal zwaar geschonden werd doordat de overheden inzage gaven in een gestolen lijst met namen van privĂŠpersonen en bankrekeningen in het buitenland. Sinds begin van dit jaar wordt aan diamantondernemingen door de BBI (Bijzondere Belasting Inspectie) inzage in hun dossier systematisch geweigerd. Hoewel zelfs het auditoraat-generaal van de Raad van State de diamantondernemingen volgt in hun argumentatie. Blijkbaar is er evenwel geen probleem om inzage te geven aan de media. Deze zaak wordt eerst gepleit voor de Raad van State.
Samen met de diensten van de Europese Commissie stond AWDC in voor de uitwerking en implementatie van de maatregelen ter bestrijding van de handel in conflictdiamanten. Sedert meer dan 15 jaar werkt AWDC aan de zijde van de belastingdiensten aan een werkbaar en efficiĂŤnt mechanisme voor de fiscale controles van diamantondernemingen.
Antwerp World Diamond Center (AWDC) and the diamond sector note with astonishment the information that has appeared in the media and the apparent violation of the secrecy of the investigation which has occurred because the authorities have granted access to a stolen list containing names of private persons and bank accounts outside Belgium. Since the beginning of this year the special tax brigade (BBI) systematically refuses diamond undertakings to have access to their individual file, this while also the auditor-general (public prosecutor) at the State Council (supreme administrative court in Belgium) agrees with the arguments of the diamond companies. It now appears that granting full access to the media is not a problem. This case is pleaded first in front of the State Council. As representative organization for the diamond sector, AWDC is not involved what so ever in this file. As AWDC has indicated before, it is assisting the authorities that are conducting investigations and will continue to do so in the future. AWDC has continuously been working towards a clean and transparent worldwide diamond trade. In case persons or undertakings would at the end of a trial be convicted for fraudulent diamond trade practices, AWDC will not hesitate to take all appropriate measures. AWDC refuses to get involved in todayâ&#x20AC;&#x2122;s open ended allegations based on a clear violation of basic rights of the persons and undertakings concerned. The diamond industry is by definition an international sector that increasingly operates through international companies on all continents. The involvement of persons and companies active in the diamond industry with international bank accounts, is the logical consequence of the international nature of the sector. AWDC is informed by specialists that also for Belgian companies, having foreign bank accounts is legal and does not as such imply fraud. AWDC has been working since many years towards a transparent and clean diamond trade. Together with the international Financial Action Task Force (FATF) AWDC has contributed to the development of the international money laundering rules as applicable to the diamond industry and its implementation in Antwerp. Together with the European Commission AWDC worked on the development and implementation of the measures aiming at combatting the trade in conflict diamonds. Since more than 15 years AWDC has been collaborating with the Belgian tax administration on a workable and efficient mechanism for conducting tax inspection of diamond undertakings.
Ook in de toekomst zal AWDC blijven ijveren voor de verdere uitbouw van de internationale diamanthandel in Antwerpen in nauw overleg met de internationale, federale, Vlaamse en lokale overheden.
Also in the future, AWDC will continue to work towards the further development of the international diamond trade in Antwerp, acting in close concertation with the international, federal, Flemish and local authorities.
AWDC staat als beroepsoverkoepelend orgaan geheel buiten het dossier. Zoals reeds herhaaldelijk gesteld heeft de koepelorganisatie de instanties die het onderzoek leiden, altijd geholpen. Dit zal in de toekomst niet anders zijn. AWDC wil wereldwijd een zuivere en transparante diamanthandel. Indien personen of ondernemingen na afloop van het proces alsnog veroordeeld zouden worden voor frauduleuze handelspraktijken, laat AWDC er dan ook geen twijfel over bestaan dat alle gepaste maatregelen zullen worden genomen. AWDC weigert vandaag mee te stappen in een hetze die blijkbaar is ontstaan op grond van schendingen van basisrechten. De diamantsector is per definitie een internationale sector en opereert in toenemende mate met internationale ondernemingen op alle continenten. Dat tal van personen en vennootschappen rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn met internationale bankrekeningen, is daarvan alleen een logisch gevolg. Van specialisten vernemen we dat ook voor Belgische ondernemingen het aanhouden van buitenlandse rekeningen wettelijk is en op zich dus geen fraude impliceert. AWDC ijvert reeds vele jaren voor een transparante en zuivere diamanthandel. Samen met de internationale Financial Action Task Force (FATF) werkte AWDC mee aan de ontwikkeling van de internationale witwasregelgeving gericht op de diamantsector en aan de implementatie ervan in Antwerpen.
Voor meer informatie / For more information : Caroline De Wolf, caroline.de.wolf@awdc.be, 0032 478 93 43 93
20
Jaarverslag 2010 Organen van het WTOCD Leden van de Algemene Raad (t.e.m. 31/12/10) Vijftien leden aangeduid door het SBD • namens "Syndicaat der Belgische Diamantnijverheid bv”: de heren W. OLLECH, D. LOOTS, J. VAN EYCK, B. DE HANTSETTERS, A. VERHAERE, S. FISCHLER, E. DENCKENS (voorzitter) • namens "Vereniging van Kempische Diamantwerkgevers vzw": de heer W. RUYTHOOREN • namens "Antwerpsche Diamantkring cvba": de heer M. APSEL • namens "Beurs voor Diamanthandel cvba": de heer M. PRUWER • namens "Diamantclub van Antwerpen cvba": de heer K. SMETS • namens "Vrije Diamanthandel nv": de heer J. DRYBOOMS • namens "Belgische Vereniging van Handelaars, In- en Uitvoerders van Geslepen Diamant bv": de heer R. KIEK • namens "Groepering der Industriediamantfirma's in België bv": de heer Ch. CYTO • namens "Vereniging van Handelaars in Ruwe Diamant bv": de heer R. STEIGRAD
Commissarissen de heren I. GEYSEBERGS, L. CORNELISSENS, W. HENNEUSE
Onderzoek en service Inleiding De activiteiten binnen WTOCD kunnen onderverdeeld worden in onderzoek en service. De service-activiteiten zijn een praktische manier om enerzijds een oplossing te bieden voor de directe vragen van de diamantbedrijven, maar anderzijds ook om de onderzoeksonderwerpen van het centrum optimaal af te stemmen op de specifieke noden van de sector. In het kader van de onderzoeksactiviteiten werd in 2010 aan volgende onderwerpen gewerkt: • bewerken (Wasasonafhankelijk Slijpen) • meten, evalueren of screenen (Zoetheid, Lumisense, Reflex en Morgana)
Eén lid fabrikant aangeduid door het VKD • de heer Chr. VAN EYNDT Eén lid aangeduid door het VEV, die rechtens ondervoorzitter is • de heer G. BRYS Twee leden aangeduid door de ABVV Textiel, Kleding en Diamant • de heren F. KERKHOFS en E. VERPLANCKEN Twee leden aangeduid door ACV-Transcom • mevrouw G. TIELEMANS en mevrouw M. DILLEN Zes personaliteiten wier uitzonderlijke bevoegdheid op het stuk van wetenschappelijk en technologisch onderzoek erkend wordt • drie leden gecoöpteerd door de leden aangeduidt door het SBD: de heren Prof. P. CLAUWS, Prof. G. VAN TENDELOO, Prof. R. VOCHTEN • drie leden aangeduid door het IWT: de heren Prof. D. SCHOEMAKER, Prof. J. VAN LANDUYT, Prof. H. REYNAERS
Leden van het Bestendig Comité Voorzitter: de heer E. DENCKENS Ondervoorzitter: de heer G. BRYS mevrouw M. DILLEN, de heren W. OLLECH, W. RUYTHOOREN, B. DE HANTSETTERS, prof. H. REYNAERS
Directeur van het WTOCD de heer Y. KERREMANS
Om de overgang van labo-opstelling naar commerciële opstelling optimaal te maken wordt er gebruik gemaakt van zogenaamde pre-prototypes. Die opstellingen zijn reeds afgestemd op gebruik in een productieomgeving maar bevatten nog niet alle functionaliteiten. In samenspraak met een beperkte gebruikersgroep wordt het pre-prototype in praktijk uitgetest en bijgestuurd. Het ontwikkelingstraject van laboopstelling tot commerciële versie verkort aanzienlijk door dit in een zeer vroeg stadium af te stemmen op praktisch gebruik in de sector.
In dit jaarverslag worden voor alle onderzoeks- en serviceactiviteiten in 2010 beschreven. Voor meer informatie kan men de website www.wtocd.be raadplegen. De service-activiteiten (TAD) van het centrum worden geleverd onder de vorm van een adviesdienst, een patentendienst en een website. Verder werd ook de nodige technische ondersteuning geleverd aan Comdiam en de diverse departementen van HRD Antwerp (Diamond Lab, Research en Education). De Technologische Adviesdienst (TAD) van WTOCD wordt door IWT op 2-jaarlijkse basis gesteund. Voor de biënnale 2009-2010 bedraagt de steun € 184.611. De besparingsmaatregel waarbij het personeel van WTOCD
21
voor een periode van 1 jaar op een 4/5-werkregime overschakelde, liep af in april 2010. In 2010 kwam WTOCD veelvuldig in het nieuws. De vernieuwde website, het bezoek van een delegatie van het VBO op 21 juni, de actieve aanwezigheid op de wereldexpo in Shanghai tijdens de Antwerp Diamond Day op 7 juni en het bezoek van Minister-President Kris Peeters en Gouverneur Cathy Berx op 8 september kwamen uitvoerig in de geschreven en beeldende pers.
Onderzoeksprojecten Wasasonafhankelijk Slijpen - Beschrijving Bij het klassieke slijpproces is de kristalrichting van de diamant bepalend voor de afnamesnelheid. Hierdoor dient telkens de geschikte richting gezocht te worden hetgeen een zekere expertise van de slijper vraagt. Het klassieke slijpproces legt ook technische beperkingen op door de aanzienlijke temperatuursverhoging tijdens het slijpen. Het project Wasasonafhankelijk Slijpen van Diamant heeft als doel het optimaliseren van een nieuwe slijptechniek (patent pending) met de klemtoon op een hoge afnamesnelheid, een lage temperatuur en de wasasonafhankelijkheid van het proces. Het project wordt door IWT gesubsidieerd voor een bedrag van € 607.448 voor de periode 2009-2011. - Activiteiten In 2010 zijn de ontwikkeling, de montage en de testen van aangepaste testbanken (automatisch en manueel) afgerond. In het verdere verloop van het project zijn uitgebreide slijptesten uitgevoerd met het procedé voor snelle materiaalafname. De bereikte resultaten gaven aanleiding tot verdere optimalisatie van de afnamesnelheid. Bovendien werd de kwaliteit van het geslepen oppervlak sterk verbeterd. Het bereiken van een optische kwaliteit van het geslepen oppervlak is met dit procedé echter niet mogelijk. Om het verdere verloop van het project beter af te stemmen op de industriële behoeften, zijn er in de tweede helft van het jaar testen opgestart in een industriële omgeving. Voor deze testen werd er een aangepast pre-prototype ontwikkeld en gebouwd. De testen zullen in het jaar 2011 afgerond worden. Parallel met het uitwerken van het slijpregime werd aan de verdere automatisatie van de testbank gewerkt. Het zwaartepunt van dit projectpakket lag bij de ontwikkeling van de slijpkop voor de automatische testbank. Deze slijpkop werd aan de eisen van het nieuwe slijpprocedé aangepast. - Doelgroep Sierdiamantnijverheid en andere industriële toepassingen - Meer informatie http://www.wtocd.be/Projects/GIP.html
ca. 12ct, risico steen
Wasasonafhankelijkheid van een risicosteen
22
slijptijd: 3 uur
AvalonPlus - Zoetheid - Beschrijving De zoetheid van een geslepen facet weerspiegelt de mate waarin slijplijnen zichtbaar zijn. De zoetheid wordt bepaald door optische controle. Dit project heeft tot doel een mathematische definitie vast te leggen voor de zoetheid van een geslepen facet. - Activiteiten In 2010 werd voornamelijk een prototype van AvalonPlus uitgewerkt voor gebruik in de nijverheid. De mate van zichtbaarheid van de oppervlaktedefecten wordt via een kleurengecodeerd beeld duidelijk gemaakt aan de gebruiker. Door de hoge beeldkwaliteit werd bovendien een studie opgestart om de geometrie van geslepen diamantfacetten op te meten. In eerste instantie werd er gestart met tafelfacetten en konden de verschillende diameters en onderlinge hoeken van de ribbes zeer accuraat opgemeten worden. Vervolgens kunnen ook de dimensies van andere facetten met dezelfde precisie opgemeten worden. Eind 2010 werd er ook een studie gestart naar het bepalen van de kroon-/paviljoenhoek vanuit één enkele geometriemeting. Dit kan pas succesvol genoemd worden als de vereiste nauwkeurigheid van 0.2° kan gehaald worden. Een aantal algoritmes worden getest om tot een optimale oplossing te komen. Deze geometriemetingen kunnen de slijpers nuttige informatie geven tijdens het slijpproces, zonder dat een diamant de tang hoeft te verlaten. Dit kan een boost geven aan de productiviteit en efficiëntie. - Doelgroep Sierdiamantnijverheid en -handel - Meer informatie http://www.wtocd.be/Projects/polish.html Lumisense - Beschrijving Lumisense beoogt de automatisatie van het kleurgradingproces van geslepen diamant. De klassieke methode berust op menselijke observatie. Door gebruik te maken van specifieke technologieën vertoont Lumisense een zeer grote correlatie met de menselijke kleurbepaling in vergelijking met andere systemen. Lumisense is niet beperkt door fluorescentie noch door het diamanttype en kan onderscheid maken tussen de allerkleinste verschillen in tint. - Activiteiten In de loop van 2010 werd de meting van equivalente kleuren met Lumisense uitgebreid getest in Diamond Lab en gekwalificeerd volgens strikte ISO 9001 richtlijnen. Diamanten met een equivalente kleur zijn kleurloze of bijna kleurloze diamanten die nog een andere zwakke kleurtoon (meestal bruin, grijs of groen) dan geel vertonen. De meetproblematiek voor kleurloze/bijna kleurloze diamanten is zeer verschillend van die voor fantasiekleurdiamanten. Einde 2009 werd door HRD Antwerp een haalbaarheidsstudie gestart voor kleurbepaling van fantasiekleurdiamant. WTOCD verleende in 2010 technische ondersteuning aan die
studie met o.a. een aangepaste Lumisense opstelling. De kleurruimte van Lumisense bleek voldoende groot voor het opmeten van fantasiekleuren met grote herhaalbaarheid. Eind 2010 produceerde WTOCD nog een extra Lumisensetoestel om de meetcapaciteit binnen het Diamond Lab van HRD Antwerp te vergroten. - Doelgroep Sierdiamanthandel - Meer informatie http://www.wtocd.be/Projects/lumisense.html
Haalbaarheidsstudie Fantasiekleurdiamant Reflex - Beschrijving Alle bestaande commercieële meetsystemen voor geslepen diamant maken gebruik van de schaduwbeeldmethode. De nauwkeurigheid en herhaalbaarheid van de meting hangt in grote mate af van de beperkingen van deze methode. Het doel van het Reflex-project is de ontwikkeling van een meettoestel dat geslepen diamanten met een veel hogere nauwkeurigheid en herhaalbaarheid kan opmeten. - Activiteiten Om de meetresultaten te kunnen gebruiken in geaccrediteerde labo’s is het noodzakelijk zelf een accreditatie te bezitten. In 2010 werd verder gewerkt aan het behalen van een accreditatie voor Reflex. Testen werden uitgevoerd om de meetonzekerheden te bepalen. De sector maakte reeds gebruik van de beperkte Reflex-ijksteenservice en als objectieve ondersteuning werden diamanten opgemeten in het kader van geschillen. Hierdoor werd de interesse van de sector gewekt. De oprichting van een gebruikersgroep bood de mogelijkheid om het verder verloop van het project en de functionaliteiten van Reflex op de gebruikers af te stemmen. Na 2 vergaderingen werd beslist een aangepaste labo-opstelling te ontwerpen.
- Doelgroep Sierdiamantnijverheid en -handel - Meer informatie http://www.wtocd.be/Projects/reflex.html
EOS Fancy - Beschrijving EOS Fancy moet het mogelijk maken om fantasieslijpvormen te
slijpen op een (semi-) automatische manier op een WTOCD EOS-machine. Daarbij kunnen naast alle gebogen rondisten ook rechte rondisten, of combinaties van beiden, gesneden worden. Er wordt gebruik gemaakt van het originele EOStoestel, zodat slechts een software upgrade en een snellere PC met groter scherm noodzakelijk zijn. - Activiteiten In 2010 zijn de eerste testen uitgevoerd om fancy shapes te snijden met de bestaande EOS-snijmachine. In eerste instantie werden ronde fancy shapes gesneden zoals ovalen, peren en markiezen. Om de software aanpassingen in een eerste fase te beperken werden de vormen gesneden rond de rotatie-as met manuele centrering. De gevormde oppervlakken bleken zeer symmetrisch en de gekende EOS betrouwbaarheid bij het bewerken zorgde voor een fijn afgewerkt en veilig resultaat. Om de toepasbaarheid te verhogen werden ook de eerste testen uitgevoerd op de zogenaamde rechthoekige fancy shapes, zoals princess, radiant en emerald. Ook dit bleek mogelijk, in een eerste test, voor kleine tot medium goederen (0.3 tot 2.5 ct). Verdere software-aanpassingen zullen in 2011 de gebruiksvriendelijkheid maximaliseren en de automatisatiegraad verhogen. - Doelgroep Sierdiamantnijverheid
Testresultaten van EOS Fancy Morgana - Tangtester - Beschrijving Traditioneel wordt een waterpas gebruikt om tangplaten uit te lijnen. Op de tang is eveneens een waterpas voorzien om de stand van de wasas op te volgen. Deze werkwijze is dikwijls omslachtig en onnauwkeurig waardoor kostbare tijd verloren gaat. WTOCD ontwikkelt een productgroep die een reeks van hulpmiddellen voor de slijper biedt. Er worden 3 toepassingen geïdentificeerd: - het Ontwerp uitlijnen van tanglabo-opstelling platen t.o.v. de schijf; Morgana - het volgen van de Tangtester stand van de wasas tijdens het slijpen; - het vlak uitlijnen van een facet op de schijf. - Activiteiten In de loop van 2010 werd een testopstelling gemaakt en in de
23
nijverheid getest. De eerste bevindingen zijn zeer positief. Alternatieven voor de duurste component werden gezocht. In de loop van 2011 zal het ontwerp aangepast worden aan de opmerkingen van de nijverheid en bijkomende toepassingen zullen onderzocht worden. - Doelgroep Sierdiamantnijverheid
Service-activiteiten (TAD) Advies - Beschrijving De TAD-activiteit wordt voor 1 voltijds equivalent (VTE) financieel gesteund door IWT (Vlaams Instituut voor de bevordering van het Wetenschappelijk-Technologisch onderzoek in de industrie). Voor de biënnale 2007-2010 bedraagt de steun € 376.811. Eind 2010 loopt het project “Technologische Adviseerdienst voor de Sierdiamantnijverheid” af. Een nieuwe aanvraag in de huidige vorm is niet meer mogelijk aangezien het programma TD en collectief onderzoek enkel nog gecombineerd aangevraagd kunnen worden onder de vorm van een VIS-traject. - Activiteiten In 2010 werd bijna 0,35 VTE besteed aan het leveren van 105 adviezen. Ongeveer 0,26 VTE werd gespendeerd aan publicaties (website, 12 nieuwsbrieven, 5 technische en 3 promotionele artikels). • De “State of the art mailing list” - die informeert over patenten die specifiek betrekking hebben op de diamantsector - werd maandelijks verzonden (nummers 70 tot 81). • Er werden 3 promotionele publicaties uitgewerkt. De posters “briljant” en “kozibe en fish-eye” werden in het SBD-blad gepubliceerd en de lancering van de nieuwe WTOCD website werd bekendgemaakt. • Qua innovatie ondersteunende publicaties en technische publicaties werden volgende titels genoteerd: - Nieuwe slijptechniek ontwikkeld door WTOCD; - Antwerp Diamond Days – Shanghai; - Formation of Hearts and Arrows; - Uitlijnen tangplaten; - Ultrasnel en veilig bewerken van diamant.
diamant-gerelateerde intellectuele eigendommen. Dit helpt diamantfirma’s bij het aanvragen en verkrijgen van octrooien, merknamen en “design patents”, en adviseert in gevallen van mogelijke inbreuk tegen intellectuele eigendomsrechten. - Activiteiten Ook in 2010 rapporteerde de “State of the art” Service in maandelijkse mailings nieuw aangevraagde of toegekende patenten gerelateerd aan diamant. Inschrijven kan op http://www.wtocd.be/TAD/fullquestionform.html. - Meer informatie http://www.wtocd.be/TAD/patents.html Website - Activiteiten Medio februari 2010 werd de compleet herwerkte WTOCD website gelanceerd. Er is een duidelijke opdeling gemaakt tussen de lopende projecten en de resultaten van vorige projecten die geleid hebben tot kant en klare producten of diensten. Sommige projecten, zoals bijvoorbeeld het “Hearts and Arrows” project, zijn uitvoerig gedocumenteerd. Andere projecten vallen onder geheimhoudingsclausules en zijn slechts voorzien van een korte beschrijving. Voor de technologische adviesdienst (TAD) is een aparte onderverdeling voorzien die dient als een open venster naar de diamant-gemeenschap. De website wordt op regelmatige basis geüpdatet met nieuwe artikels en eenvoudige webtools voor de diamantindustrie en -handel. Persbelangstelling In de loop van 2010 kon WTOCD op de nodige persbelangstelling rekenen. De lancering van de vernieuwde website, de actieve deelname aan de Antwerp Diamond Day op de Wereldexpo in Shanghai, het bezoek van een VBO-delegatie en last but not least het bezoek van Minister-President Kris Peeters en Gouverneur Cathy Berx kwamen uitgebreid aan bod in kranten (o.a. Gazet Van Antwerpen, De Standaard, Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad), in tijdschriften (o.a. Knack, Trends, Beursduivel, Flanders Today), in de gespecialiseerde diamantpers (o.a. De Belgische Diamantnijverheid, ADL, Antwerp Facets, HRD Antwerp News Link, Polished Prices, ACV Transcom) en op televisie (ATV, RTV).
Daarenboven werd 0,39 VTE gebruikt voor opleiding, administratieve taken, 75 bedrijfsbezoeken, 16 werkgroepen en 125 punctuele interventies. Punctuele interventies omvatten antwoorden op vragen vanuit de industrie die geen studiewerk vergen. Deze worden meestal onmiddellijk telefonisch beantwoord. - Meer informatie http://www.wtocd.be/TAD/tad-main.html Intellectuele eigendommen - Beschrijving WTOCD adviseert via haar TAD-dienst de diamantsector over
24
Artikel uit Het Laatste Nieuws - 09.09.10
Artikels uit (in wijzerzin en beginnend links boven): Gazet van Antwerpen - 09.09.10, De Standaard â&#x20AC;&#x201C; 09.09.10 en Polished Prices â&#x20AC;&#x201C; 15.02.10
Onderzoek en innovatie in al zijn facetten
www.wtocd.be 25
Personalia
AWDC wil inzetten op transparantie
Sinds 1 juli 2011 is Mevrouw Karla Basselier als Compliance Officer en Manager National Affairs werkzaam bij het Antwerp World Diamond Centre (AWDC). Mevrouw Basselier werkte voorheen op de FOD Buitenlandse Zaken en is als voormalig adviseur natuurlijke rijkdommen zeer vertrouwd met de diamantsector in Antwerpen. We laten deze kersverse medewerker van AWDC graag aan het woord: • Wat is uw specifieke taak binnen het AWDC? In mijn nieuwe functie wens ik de relaties tussen het AWDC en de verschillende overheden, de publieke diensten en professionele organisaties in België te optimaliseren en te bestendigen. Bovendien werd me door het nieuwe AWDC-management gevraagd om sterk in te zetten op ‘transparantie’: enerzijds via een betere begeleiding bij de implementatie van de wetgeving toepasselijk op de diamantsector, en anderzijds door een actieve ondersteuning bij meer vrijwillige initiatieven, zoals “maatschappelijk verantwoord ondernemen” (MVO). Ik zie een duidelijke wisselwerking tussen beide functies: Indien bedrijven streven naar meer transparantie zal het imago en de reputatie van dergelijke bedrijven verbeteren. Het is essentieel om de diamantsector beter te communiceren over onze waarden en onze troeven, zeker o.m. overheden, publieke diensten en professionele organisaties… • Waarvoor staat MVO? MVO of CSR is een tendens die enkele jaren geleden zijn opmars maakte en staat voor “maatschappelijk verantwoord ondernemen of corporate social responsibility”. Een nogal log begrip, dat verwijst naar de rol die ondernemingen kunnen vervullen om in hun bedrijfsvoering aandacht te hebben voor economische, milieu en sociale aspecten. MVO wil bedrijven “aanmoedigen” om een meerwaarde te creëren binnen drie dimensies: de economische, de sociale en
26
de milieudimensie. Dit wordt ook de 'triple P bottom line' genoemd. Hierbij moeten de bedrijfsresultaten op vlak van Profit, People en Planet in acht worden genomen. Een continue dialoog met de belangrijkste stakeholders is daarbij essentieel om ervoor te zorgen dat deze drie dimensies op een geïntegreerde manier met elkaar gelinkt worden. • Hoe kunnen bedrijven MVO invullen? Vele bedrijven zijn reeds actief op het vlak van MVO, maar weten/beseffen dat soms zelf niet. Ondernemingen doen bijvoorbeeld aan filantropie of mecenaat. Bedrijven zijn vrij om het begrip “MVO” op verschillende manieren in te vullen, afhankelijk van de plaats van de onderneming, de noden van de onderneming, hun stakeholders… Bedrijven kunnen samenwerken met stichtingen en nonprofitorganisaties. Duurzame bedrijven hebben tevens aandacht voor de bescherming van het milieu en willen werken in een veilige en gezonde omgeving. Bovendien pleiten verschillende bedrijven in hun MVO-strategie voor competentieontwikkeling, diversiteit, een duurzaam aankoopbeleid, duurzame klantenrelaties, duurzaam inves-teren… Essentieel is dat elke onderneming streeft naar een goed en transparant bestuur (“corporate governance”). De werknemersbetrokkenheid en het “employee involvement”, met name werknemers die zich inzetten voor goede doelen, zijn hierbij noodzakelijk. Ik wil benadrukken dat MVO vaak een onderdeel vormt van de persoonlijke waarden van de eigenaar of directeur. Het is noodzakelijk in te zien, zeker in de diamantsector bijvoorbeeld, dat MVO niet enkel een zaak is van grote ondernemingen. Ook kleine ondernemingen spelen een belangrijke rol bij de ondersteuning van duurzame ontwikkeling. KMO’s bijvoorbeeld spelen een prominente rol in onze samenleving. In België zijn 99% van de bedrijven KMO's. De
maatschappelijke invloed van KMO's is dus zeer groot. Het is dan ook essentieel dat AWDC zoekt naar instrumenten/ hefbomen (ev. via de diamantbanken) om vooral kleine en middelgrote ondernemingen aan te moedigen om MVO te incorporeren in hun activiteiten.
• Hoe wenst AWDC de diamantsector aan te moedigen om MVO als deel van hun bedrijfsfilosofie te aanzien? Zoals ik reeds meldde is het essentieel om te zoeken naar de juiste hefbomen en instrumenten om diamantbedrijven, en zeker kleinere bedrijven, aan te moedigen om MVO en transparant handelen als deel van hun ondernemingspolitiek te beschouwen. Maar dat is niet alles. Ten eerste zal het Antwerp International Training Center on Corporate Opportunities (Antwerp-ITCCO), een aan het Instituut van de Verenigde Naties voor Training & Research (UNITAR) verbonden opleidingscentrum gevestigd in Antwerpen, een grote katalysator zijn voor de Antwerpse diamantsector om vertrouwd te geraken met het CSR thema. Dit excellentiecentrum, dat medio november start met een eerste reeks opleidingen, zal onder meer zorgen voor een onderwijsprogramma dat de sociale en economische programma’s van de Verenigde Naties in de praktijk brengt. De oprichting van Antwerp-ITCCO wordt onder meer gesteund door het AWDC, die één van de stichtende leden is en tevens actief betrokken wordt bij de ontwikkeling van het lessenpakket. Ten tweede wil AWDC ondersteuning bieden aan diamantbedrijven die wensen in te zetten op “transparant duurzaam handelen”. - Deze ondersteuning kan onder meer via directe assistentie omtrent vragen mbt MVO. Dergelijke directe assistentie kan ook voor andere vragen bijvoorbeeld mbt. wetgeving. - Bovendien denkt AWDC eraan om “CSR awards” uit te reiken aan kleine en middelgrote ondernemingen om hen aan te moedigen in dit ambitieuze project in te stappen. - AWDC wil diamantbedrijven ook de mogelijkheid bieden om te rapporteren en te communiceren over hun CSRactiviteiten (o.m. mecenaat, filantropie,…). Dergelijk rapport kan de sector beter verankeren bij het brede publiek en bij beleidsmakers. We merken op dat vele bedrijven in de diamantsector reeds acties ondernemen die passen in een breder CSR-beleid, maar dat bedrijven helaas hieromtrent te weinig communiceren. Dergelijke communicatie is essentieel, zeker voor de omgeving waarin de diamanthandel opereert. Tot slot wil AWDC alle diamantbedrijven bij de activiteiten van de Responsible Jewellery Council (RJC). AWDC, die recentelijk toetrad tot RJC, wil kleinere bedrijven, die dat wensen, helpen en ondersteunen bij de toepassing van het RJC certificatensysteem, zodat deze standaard voor elk diamantbedrijf, klein en groot, toegankelijk wordt.
• Kan AWDC naast ondersteuning en aanmoediging, tevens zelfs als “onderneming” MVO onderschrijven? Het is inderdaad essentieel dat onze organisatie het goede voorbeeld toont. AWDC moet als entiteit tevens inzetten op MVO. We startten een MVO-scan met oog op een inventaris van onze MVO-activiteiten, op basis van de nieuwe ISO standaard 26000 die een internationaal aanvaarde standaard is voor MVO. Wij engageren ons om tegen eind 2012 een eerste CSR-rapport te produceren over onze CSR-acties en strategie. Bovendien trad AWDC toe tot verschillende CSR-netwerken onder meer tot KAURI, tot the European Alliance for CSR en het UN Global Compact. Het UN Global Compact is een initiatief van de Verenigde Naties dat in 2000 in het leven is geroepen om onder meer bedrijven, VN-organisaties, vakbonden en maatschappelijk organisaties te verbinden. Het heeft tot doel tien beginselen te bevorderen op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieubescherming en corruptiebestrijding. Deze tien principes zullen verankerd worden in het lessenpakket bij Antwerp-ITCCO. Tevens wil AWDC actief het Belgische Global Compact Netwerk ondersteunen. Dit netwerk werd 2 jaar geleden opgericht en wordt op enthousiaste wijze geleid door één van onze diamantbedrijven, Rosy Blue. Tot slot wil AWDC samen met geïnteresseerde diamantbedrijven en partners, onder het logo “Diamonds have a Heart”, projecten ontwikkelen om onze sector en ons product “diamant” - een teken van liefde en geluk - te laten bijdragen tot het geluk en welvaart van anderen, zeker van mensen die het hard nodig hebben. Zo startte het AWDC recentelijk een campagne “Antwerp diamonds have a heart for Africa”. Het AWDC biedt haar klanten de mogelijkheid om op elke factuur een vrijblijvende bijdrage van € 5 te schenken aan 1212. Indien meer dan € 2.500 wordt opgehaald tegen medio november 2011, engageert het AWDC zich om nog eens bovenop het ingezamelde bedrag, € 2.500 vrij te maken.
Meer informatie : Karla Basselier, Manager National Affairs & Compliance Officer, Antwerp World Diamond Centre (AWDC) Hoveniersstraat 22, 2018 Antwerp, Belgium; T +32 3 222 07 10 or M +32 497 54 59 13; Karla.Basselier@awdc.be Relevante websites: www.awdc.be www.globalcompact.be www.csreurope.org
www.unglobalcompact.org www.kauri.be ww.responsiblejewellery.com
27
Bestuursverkiezingen van Antwerpsche Diamantkring cvba
SBD was vertegenwoordigd
De helft van de bestuurders is vierjaarlijks uittredend en herkiesbaar. Leden van de Raad van Bestuur: Bij rotatie: Jaar 2011-2012 Jaar 2012-2013
Wahl David - Voorzitter Inzlicht Freddy - Ondervoorzitter Inzlicht Freddy - Voorzitter Wahl David - Ondervoorzitter
Leden verkozen voor de jaren 2011-2013 CYTO Charles Afgev. Bestuurder HOFFMAN Shlomo Afgev. Bestuurder SCHONFELD Michel Afgev. Bestuurder VAUGHAN Michael Afgev. Bestuurder APSEL Marcel Bestuurder BHANSALI Kaushik Bestuurder FREY Rudy Bestuurder GRUN Michel Bestuurder HABERKORN Albert Bestuurder KOMKOMMER Philippe Bestuurder ZLAYET Alain Bestuurder LANDAU Serge Controlerende Vennoot MULDER Tom Controlerende Vennoot
Exit Anita Colders
Juni 2011 7/6
- VBO - Commissie Sociale Aangelegenheden - Raad van Bestuur Rijksverlofkas voor de Diamantnijverheid 14/6 - Evaluatie Sectorconvenant - RVD 16/6 - Beperkt comité PC 324 - Bestendig Comité WTOCD 21/6 - VBO-CSA - RVD 23/6 - Comité Veiligheid diamantsector - Bureel SBD - Tentoonstelling Eindwerken Diamant en Goudafdeling SIHA 24/6 - Tuinfeest VOKA 28/6 - Werkgroep Industrie, ITCCO - Algemene Vergadering RVD 30/6 - Algemene Raad WTOCD
Juli 2011 5/7 12/7
15/7 18/7
19/7 25/7 26/7 Na ruim 30 jaar in dienst bij de Hoge Raad voor Diamant vzw en later HRD Antwerp nv, heeft Anita de onderneming verlaten. Samen met Mark Van Bockstael heeft Anita het ‘Gemmologisch Instituut’, nu ‘Educations’, van de grond getild. De cursussen gemmologie en diamondgrading hadden veel succes. Gedrevenheid en enthousiasme waren haar eigen. Door haar kwaliteiten als gemmoloog kon zij tevens in haar eentje instaan voor het edelstenenlabo. In de afscheidsrede werd door dhr. Van Bockstael terecht heel wat lof gezwaaid over de carrière van Anita en vooral voor haar ‘fenomenale populariteit bij de cursisten en de alumni’s’. SBD bedankt Anita voor haar positieve bijdrage ten behoeve van de diamantsector en wenst Anita verder nog een mooie toekomst toe.
28
28/7
-
VBO-CSA RVD VBO - Centrale Werkgroep ICD Plenaire zitting van het Paritair Comité voor de Diamantnijverheid en -handel - Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO - Algemene Vergadering vzw De Belgische Diamantnijverheid - Gebruikersgroep WaOS - RVD - Werkgroep Technische Bedienden - Fonds voor de Diamantnijverheid - RVD - Beperkt Comité ICD
Augustus 2011 1/8-19/8 - Collectief Verlof Diamantsector 30/8 - Werkgroep Industrie, ITCCO - Beheerscomité II Intern Compensatiefonds voor de Diamantsector
DE HANTSETTERS & VERHAERE
NV
CRISDIAM International Diamond Manufacturers
Schupstraat 21, 2nd floor 2018 Antwerpen - Belgium info@dhv.be
Tel. : +32 (0)3 233 90 76 Fax : +32 (0)3 231 72 34 www.dhv.be
Hoveniersstraat 2 bus 240 B-2018 Antwerpen Belgium Tel. 03-233.65.59 - Fax: 03-234.28.51 www.crisdiam.com
INTERNATIONAL DIAMOND MANUFACTURERS
IMPORTERS - EXPORTERS
Hoveniersstraat 53, box 127 • B-2018 Antwerpen-Belgium Phone : (03) 206 16 00 • Fax : (03) 206 16 01 www.rosyblue.com
THROUGH ITS INNOVATIVE TECHNIQUES AND PIONEERING RESEARCH, DIAMCAD HAS OBTAINED A UNIQUE POSITION IN THE MARKET OF HIGH VALUE GEM STONES. OUR TEAM OF HIGHLY SKILLED AND DEDICATED PROFESSIONALS BRING THEIR WIDE EXPERIENCE WHEN HANDLING A STONE WITH THE PARTICULAR ATTENTION AND SPECIAL APPROACH IT DESERVES. AS A RESULT OF THIS EXCEPTIONAL MIXTURE OF TECHNOLOGY, INSIGHT AND CRAFTSMANSHIP, DIAMCAD HAS ACQUIRED A PROMINENT REPUTATION.
DIAMCAD NV - SCHUPSTRAAT 17, 2018 ANTWERPEN - BELGIUM T. +32 (3) 206 92 70 - F. +32 (3) 206 92 71 - INFO@DIAMCAD.BE - WWW.DIAMCAD.BE