Analyse DUURZAAM wonen IN LEIDSCHENDAM-VOORBURG
Colofon
Hogeschool Rotterdam G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG, Rotterdam Instituut voor de Gebouwde Omgeving Ruimtelijke Ordening en Planologie
Gemeente Leidschendam-Voorburg Raadhuisplein 1 2264 BP, Leidschendam Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Ruimte
Afstudeerbegeleiding Cees van der Graaf Hogeschooldocent, Stedenbouwkundige
Stagebegeleiding Nancy Buitenweg Beleidsmedewerker energie/duurzaam bouwen en duurzaamheidsagenda
Mark Wissing Hogeschooldocent Afstuderen 2015 ropafs40 ROP 14-41 Tom van Dam - 0850656 Patrick den Heijer - 0851903
II
Analyse voor Duurzaam Wonen
Definitief 16 juni 2015
‘there is a way to do it better - find it’ Thomas A. Edison
Analyse voor Duurzaam Wonen
III
Analyse voor Duurzaam Wonen
Samenvatting In dit onderzoek is er getracht antwoord te krijgen op de hoofdvraag: “Welke voorwaarden, zowel ruimtelijk, procesmatig als beleidsmatig zijn er nodig in de Gemeente Leidschendam-Voorburg om het realiseren van duurzame woningbouw te vereenvoudigen voor externe partijen?� Een ambitie van de onlangs gevormde coalitie om zich te profileren als groene woon- en werkstad was de aanleiding voor dit onderzoek. Dit onderwerp is zeer relevant voor de gemeente omdat duurzaamheid, en de weg er na toe actueel is. In dit onderzoek is er gekeken naar de invloed van de Gemeente Leidschendam-Voorburg op nieuwbouw projecten bij het waarmaken van haar ambitie. Hiervoor zijn drie methoden toegepast namelijk het bureauonderzoek, benchmarkonderzoek en de marktconsultatie. Vanuit deze invalshoeken hebben we gekeken naar duurzame gebiedsontwikkeling.
Geconcludeerd kan worden dat de overheid door middel van wet- en regelgeving steeds meer naar een energiezuinige woonwijk toe werkt. Uit de resultaten bleek dat de initiatieffase en de voorbereidingsfase de meeste ruimte bieden voor verwerking van de duurzaamheidsambitie van de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Ook is gebleken dat de bestaande woningvoorraad de meeste mogelijkheden biedt om de duurzame ambitie te versterken. De voornaamste conclusies zijn dat duurzame gebiedsontwikkeling een balans is tussen woningen, openbare ruimte en het sociale aspect. Een duurzame woonomgeving zorgt voor een financieel aantrekkelijke, gezonde en milieuvriendelijke woonwijk. Verder bieden een sterk groenblauw netwerk en sociale samenhang de wijk een waarborging voor een duurzame toekomst.
Uit de resultaten van het bureauonderzoek is gebleken dat gebiedsontwikkeling is op te delen in vier fasen. De mate van milieubewustzijn en het verantwoordelijkheidsgevoel voor de natuur onder de mensheid neemt voortdurend toe. Ook bleek dat de bestuurslagen duurzaamheid in het beleid steeds verder aanscherpen. Ongeacht of de grond in eigendom is van de gemeente of niet is een sturende rol van de gemeente noodzakelijk. Duurzaamheidscertificaten als BREEAM-NL en GPR Stedenbouw dienen als waarborging van gemeentelijke ambities, ook na realisatie van het project. Uit de resultaten van het benchmarkonderzoek is gebleken dat sociale cohesie een belangrijke succesfactor is in een prettige leefomgeving van een woonwijk. Gemakkelijk aanpasbare woningen of een diversiteit in woningtypen binnen een wijk houden haar bewoners vast. Dit komt weer ten goede aan de sociale cohesie. Verder is er geconcludeerd dat uitbundig groen in de openbare ruimte bijdraagt aan een leefbare woonwijk. Zo is er ruimte voor ontmoetingen en gezamenlijk onderhoud en verbindt dit de bewoners. Ook dient de openbare ruimte duurzaam te worden ingericht. Uit de resultaten van de marktconsultatie bleek dat ontwikkelaars voornamelijk de focus hebben gelegd op de duurzame woning en haar technische installaties. Ook is aangetoond dat een energie neutrale woning technisch al mogelijk is! Verder kwam naar voren dat de openbare ruimte en het sociale aspect van een woonwijk niet wordt meegenomen door een ontwikkelaar. Bij de marktverkenning is gebleken dat er grote verschillen zijn in de gedachtegang van ontwikkelaars wat betreft duurzaamheid. Analyse voor Duurzaam Wonen
V
VI
Analyse voor Duurzaam Wonen
Voorwoord Voor u ligt het analyserapport over duurzaam wonen in Leidschendam-Voorburg. Wij zijn Patrick den Heijer en Tom van Dam en hebben dit onderzoek uitgevoerd in het kader van onze afstudeeropdracht voor de bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie aan de Hogeschool Rotterdam. Het onderwerp duurzame gebiedsontwikkeling kwam al ter sprake bij ons eerste gesprek met de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Zelf zijn we zeer geïnteresseerd in het onderwerp duurzaamheid omdat dit nu erg actueel, en volop in ontwikkeling is. Duurzame gebiedsontwikkeling past ook in het kader van de nieuwe ambitie die de Gemeente Leidschendam-Voorburg heeft opgesteld in februari 2015. Vanuit onze opleiding is er in de afgelopen vier jaar steeds meer aandacht besteed aan duurzaamheid en met dit onderzoek hebben wij ons gespecialiseerd in één van de meest actuele onderwerpen op het gebied van stedenbouw. Tijdens het onderzoek hebben we gemerkt dat het begrip duurzaamheid op veel verschillende manieren aangevlogen kan worden. De term is een soort handelsmerk geworden waarmee zowel private als publieke partijen haar producten willen promoten. Het was een flinke zoektocht om de, in onze ogen, juiste definitie te achterhalen. Met de onderzoeksresultaten hebben wij geleerd dat duurzame gebiedsontwikkeling een nieuwe fundering moet zijn voor de totale samenleving. Elke stap moet gebaseerd zijn op duurzaamheid. Gelukkig wordt dit steeds gebruikelijker; gemeenten hebben een duurzaamheidsagenda, bedrijven ondernemen maatschappelijk verantwoord, producten met een Cradle to Cradle certificaat, openbare ruimte met duurzaamheidstoepassingen, etc.
Onze dank gaat uit naar Nancy Buitenweg voor haar begeleiding vanuit de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Verder willen we Erik Tissingh en Sander Westerhout bedanken, zij hebben ons geadviseerd in het proces en de ruimtelijke aspecten binnen de gebiedsontwikkeling. Tevens dank voor Cees van der Graaf, begeleider vanuit de Hogeschool Rotterdam voor zijn adviserende en sturende rol durende het gehele proces. Ook dank voor zijn college over duurzaamheid dat ons heeft geprikkeld en mede daardoor ons enthousiasme voor duurzaamheid heeft vergroot. Wij wensen u veel plezier met het lezen van ons analyserapport en hopen dat we uw kennis van duurzaamheid mogen aanvullen!
Tom van Dam & Patrick den Heijer Leidschendam-Voorburg 16 juni 2015 Analyse voor Duurzaam Wonen in Leidschendam-Voorburg
Analyse voor Duurzaam Wonen
VII
Samenvatting V Voorwoord VII
inleiding; dUURZAME AMBITIE 1. duurzaam 1.1 Wat is duurzaam? 18 1.1.1 Herkomst 18 1.1.2 Theorie 18 1.1.3 Ecologische voetafdruk 19 1.1.4 Duurzaam doen 19 1.2 Duurzaam bouwen 20 1.3 Duurzame stedenbouw 22 1.3.1 Historie 22 1.3.2 Samenhang 24 1.4 Duurzame gebiedsontwikkeling 25 1.5 Duurzaam in Leidschendam-Voorburg 26 1.6 Conclusie; Duurzaam 29
2. beleid 2.1 Intrede van duurzaamheid in het beleid 32 2.1.1 Milieubewustzijn 32 2.1.2 Milieu in de politiek 34 2.2 Europese Unie 35 2.3 Rijksoverheid 36 2.3.1 De nieuwe omgevingswet 37 2.4 Provincie 39 2.5 Gemeente Leidschendam-Voorburg 40 2.5.1 Bouwbesluit 40 2.5.2 Energie Prestatie Coefficient 41 2.6 Conclusie; Beleid 42 2.6.1 Intentie- en anterieure overeenkomst 42 2.6.2 Grondposities van de gemeente 42 8
Analyse voor Duurzaam Wonen
3. theorieĂŤn 3.1 Certificaten 46 3.1.1 LEED 46 3.1.2 GPR Stedenbouw 46 3.1.3 Cradle to Cradle 48 3.1.4 BREEAM-NL 49 3.2 Conclusie; TheorieĂŤn 51 3.2.1 Certificaat als bovenwettelijke 51 richtlijn
4. benchmark 4.1 Duurzame referentieprojecten 54 4.1.1 Uitleglocaties in het 54 buitengebied 4.1.2 Inbreidingslocaties 58 4.1.3 Appartementencomplexen 61 4.2 Bezoek projecten 63 4.2.1 GWL-Terrein 64 4.2.2 Kersentuin 68 4.2.3 Park 2020 72 4.2.4 Rijswijk-Buiten 76 4.2.5 EVA-Lanxmeer 80 4.3 Bestaande projecten 84 4.4 Conclusie; Benchmark 86 4.4.1 Rol van de gemeente 88 4.4.2 Sociale Duurzaamheid 89 4.4.3 Onderhoudscontracten 90 4.4.4 Flexibele woning 91 4.4.5 Ruimtelijke inrichting 92
5. marktconsultatie 5.1 Doel 96 5.2 Partijen 98 5.2.1 Aanwezige partijen 99 5.3 Bijeenkomst 100 5.3.1 Sustay 102 5.3.2 Boele & van Eesteren 103 5.3.3 Dutch Housing Company 104 5.3.4 Kalliste 105 5.4 Conclusie; Marktconsultatie 106 5.4.1 Plan Klein Plaspoelpolder 109
6. conclusie; Resultaat literatuurlijst Bronnenlijst 115 Afbeeldingen 119
bijlage I Interviews BREEAM en GPR
122
bijlage II Interviews Benchmark 136
bijlage III Benchmarkbladen 132
bijlage Iv Collage’s Projecten 158
bijlage V Marktconsultatie Klein Plaspoelpolder
164
bijlage Vi Presentaties marktconsultatie 167
Analyse voor Duurzaam Wonen
9
Nieuwe duurzame coalitie Ambitie duurzaam wonen
Inleiding; duurzame ambitie
Deze analyse gaat in op de positie die de Gemeente Leidschendam-Voorburg in kan nemen bij toekomstige duurzame gebiedsontwikkelingen ten behoeve van woningbouw. Dit rapport behandeld de bevindingen die zijn gedaan in ons driedelige onderzoek die verder behandeld en uitgewerkt zijn in het handboek.
Analyse voor Duurzaam Wonen
11
Aanleiding
De Gemeente Leidschendam-Voorburg profileert zich als een aantrekkelijke groene woon-werkstad. Dit wil ze versterken door zich intensief te gaan richten op het duurzame aspect bij verdere ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente. Duurzame gebiedsontwikkeling biedt interessante voordelen voor alle betrokkenen. Omwonenden profiteren van meer leefbaarheid op lange termijn, terwijl private partijen verzekerd zijn van langdurige commerciële waarde. Ook de gemeente heeft baat bij duurzame gebiedsontwikkeling; het versterkt immers haar groene imago. In februari dit jaar is het nieuwe coalitieakkoord 2015-2018 ‘Ondernemend, sociaal, duurzaam en dichtbij’ van de partijen GBLV, D66, PvdA en GroenLinks gesloten. Een nieuwe coalitie met ook nieuwe ideeën, andere keuzen en andere prioriteiten. Zoals de titel al zegt, is een van de speerpunten in dit akkoord duurzaam. “Wij willen onze groene gemeente verder versterken. We doen dit door duurzaamheid te stimuleren, maar ook door een extra impuls te geven aan activiteiten die de economie, het ondernemersklimaat en het culturele klimaat verder verbeteren. “ Vanuit de gemeente Leidschendam-Voorburg is de wens om duurzame woningbouw te laten integreren binnen toekomstige woningbouwprojecten door derden. Tot op heden is het ingewikkeld als gemeente te verlangen van de ontwikkelaar/grondeigenaar om duurzame woningbouw te realiseren. Dit komt doordat niet alle grond in het bezit is van de gemeente en de externe partijen hun eigen belangen en wensen hebben. Onze ambitie met betrekking tot duurzame gebiedsontwikkeling binnen de Gemeente Leidschendam-Voorburg is dat we met de te stellen voorwaarden en doelen alle belanghebbenden kunnen motiveren en enthousiasmeren te kiezen voor duurzaamheid en zo mogelijk vast te leggen in afspraken.
12
Analyse voor Duurzaam Wonen
Doel
Toekomstige ontwikkelingen binnen de gemeente moeten gericht zijn op duurzaamheid. Wij gaan onderzoeken welke voorwaarden, zowel ruimtelijk, procesmatig als beleidsmatig nodig zijn in de gemeente Leidschendam-Voorburg om het realiseren van duurzame woningbouw te vereenvoudigen. Op dit moment zijn er al bepaalde eisen/ kaders die worden gesteld op gebouw niveau. Aan ons is de taak om op gebiedsniveau te kijken wat het duurzame aspect van de woningen kan versterken en een wijk/buurt duurzamer kan maken. Hiervoor willen wij definiëren wat de Gemeente Leidschendam-Voorburg verstaat onder duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw. Onze bevindingen schrijven wij in een Handboek Duurzaam Wonen in Leidschendam-Voorburg die wij aanbieden aan de Gemeente Leidschendam-Voorburg. In dit duurzame handboek geven wij een advies op een locatie binnen de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Klein Plaspoelpolder is de locatie en dit gebied bestaat uit een verscheidenheid van bestemmingen en typologieën waar een nieuwe bestemming/ eenheid gewenst is. Ook is er sprake van verschillende eigenaren, verschillende belangen en dus verschillende kansen om duurzame woningbouw te realiseren. De gemeente is al een langere tijd bezig om de grond en panden die van verschillende eigenaren/ marktpartijen zijn (waaronder een deel van de gemeente) opnieuw te ontwikkelen. Het opgeleverde document moet dienen als informatievoorziening/handboek voor de te ontwikkelen woonwijken. Om in te spelen op het duurzame aspect en hierbij de visie van de gemeente (Groene Woonstad) te versterken, grijpen wij in op het moment vóór de ontwikkeling van de woningen.
Methode
Zoals eerder aangegeven voeren wij drie onderzoeken uit om de voorwaarde in beeld te krijgen en vanuit verschillende invalshoeken resultaat te boeken. Hiervoor is gekozen voor een bureau-, benchmarkonderzoek en marktconsultatie. Vanuit deze onderzoeken moeten het beleid, de ruimtelijke aspecten en het proces naar voren komen zodat wij deze in kaart kunnen brengen voor de gemeente Leidschendam-Voorburg. Deze resultaten worden in het bijgeleverde handboek verder uitgewerkt.
Als derde onderzoek die ook parallel aan de voorgaande onderzoeken loopt, is er een blanco marktconsultatie (4) uitgevoerd. De gemeente is eigenaar van enkele gebieden binnen Klein Plaspoelpolder. Door de projectlocatie in samenwerking met de gemeente aan de markt voor te leggen, vragen wij aan deze partijen wat zij verwachten van de gemeente om duurzame woningbouw te ontwikkelen. Hiermee zijn conclusies gehaald vanuit de ontwikkelingen van de markt.
Tijdens het benchmarkonderzoek (3) zijn er verschillende locaties bezocht. Deze projecten zijn ontwikkeld met een duurzaam principe die refereren aan duurzame gebiedsontwikkeling op het gebied van woningbouw.
De resultaten van de onderzoeken leiden tot een aanbeveling voor de gemeente op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van duurzame woningbouw. Deze resultaten zijn gebundeld in het bijgeleverde handboek voor duurzaam wonen. Met dit handboek kan de gemeente duurzame ontwikkelingen stimuleren en kan er een eerste opzet gemaakt worden.
Met het bureau onderzoek (1) is de algemene informatie verzamelt op het gebied van duurzaamheid en woningbouw. Ook de theorie van duurzame projectontwikkeling en de feiten en cijfers die hierover bekend zijn bestudeerd (2).
Tabel 0.1 Opbouw onderzoek.
Beleidsmatig Ruimtelijk Procesmatig
Plan van Aanpak
Bureauonderzoek Benchmark Marktconsultatie
1
2
Conclusie
Analyse voor Duurzaam Wonen
3
4
Aanbeveling
Handboek voor Duurzaam Wonen Analyse voor Duurzaam Wonen
13
Afbakening
Het eindresultaat is de oplevering van een duurzaam handboek dat een aanbeveling omvat voor de ontwikkeling van duurzame woningbouw op gebiedsniveau. Om tot een concreet programma te komen zijn er een aantal eisen gesteld om het onderzoek behapbaar te houden. Duurzaam handboek voor de gemeente: - Wordt op gebiedsniveau uitgewerkt, er wordt niet ingezoomd op het gebouw. - Omgevingsfactoren spelen geen rol, het gaat hier puur om het uit te werken gebied zodat dit plan universeel is voor meerdere projectlocaties. - Het duurzame handboek zal globale handvatten meegeven aan de gemeente om het duurzame aspect te versterken. - Inrichting van de openbare ruimte, duurzame woningen, duurzame technieken, groen, sociale cohesie en het gebruik van de omgeving zullen centraal staan in het duurzame handboek. Het eindproduct is een aanbeveling om duurzame gebiedsontwikkeling mogelijk te maken die zowel door de gemeente zelf als door externe partijen gebruikt kan worden: - Begrip Duurzame woningbouw/gebiedsontwikkeling voor de gemeente LeidschendamVoorburg Gemeente begrip meegeven ter informatie en houvast - Handboek Duurzaam Wonen Leidschendam-Voorburg Informatievoorziening als handboek voor de gemeente - Aanbeveling voor de gemeente voor de ontwikkeling van duurzame gebiedsontwikkeling Om ontwikkeling op gang te helpen en de ambitie te realiseren
14
Analyse voor Duurzaam Wonen
Onderzoeksvraag
De volgende onderzoeksvraag moet antwoord gaan bieden op het door ons gevormde onderzoek: Welke voorwaarden, zowel ruimtelijk, procesmatig als beleidsmatig, zijn nodig in de gemeente Leidschendam-Voorburg om het realiseren van duurzame woningbouw te vereenvoudigen voor externe partijen? Deze hoofdvraag valt uiteen in verschillende deelvragen die voor ieder onderzoek benoemt zijn: - Wat verstaan we onder duurzame woningbouw/ gebiedsontwikkeling? - Welke wensen spreken het Rijk, Provincie en de Gemeente uit op het gebied van duurzame ontwikkeling? - Wat is duurzame woningbouw voor Leidschendam-Voorburg? - Is het huidige beleid geschikt voor duurzame woningbouw? - Welke referentieprojecten in NL zijn een succes op het gebied van duurzame woningbouw? - Waarom is dit een succes? - Op welk vlak onderscheid dit project zich? - Geeft dit een meerwaarde aan de locatie/eigenaar? - Welke randvoorwaarden van de gemeente verwachten marktpartijen voor het ontwikkelen van duurzame woningbouw op een blanco gebied? - Welke randvoorwaarden van de marktpartijen verwacht de gemeente voor het ontwikkelen van duurzame woningbouw op een blanco gebied? - Welke voorwaarde zijn er nodig om duurzame woningbouw te stimuleren en vereenvoudigen? - Wordt er met de gemaakte voorwaarden aan de definitie duurzame woningbouw voldaan? - Wordt daarmee de huidige ambitie en visie nagestreefd? - Hoe kan de gemeente “slim sturen� om andere partijen mee te krijgen en ambities te realiseren? - Zijn deze voorwaarden toepasbaar op Klein-Plaspoelpolder? - Zijn de duurzame voorwaarden haalbaar?
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 wordt eerst antwoord gegeven op de vraag wat betekend duurzaam nu precies en wat betekend het voor de Gemeente Leidschendam-Voorburg? Waarna er in hoofdstuk 2 wordt ingezoomd op het beleid op de verschillende schaalniveaus in Nederland wat betreft duurzaam. Ook worden de theorieën achter duurzaamheid zijn in hoofdstuk 3 meegenomen om de bestaande duurzame technieken te achterhalen. Om verder inzicht te krijgen op de bestaande projecten wordt er ein hoofdstuk 4 verschillende duurzame projecten in Nederland geanalysseerd om te achterhalen wat het succes hiervan is. In hoofdstuk 5 is er een marktconsulatie uitgevoerd op het plangebied Klein Plaspoelpolder. Waar aan verschillende marktpartijen is gevraagd naar hun visie op het gebied van duurzaamheid en wat er gerealiseerd kan worden op het aangegeven plangebied. Uit deze onderzoeken zijn conclusies gekomen die verder verwerkt zijn in het ‘Handboek voor Duurzaam wonen in Leidschendam-Voorburg’.
Analyse voor Duurzaam Wonen
15
De rol van de stedenbouw Wat is duurzaam?
1. Duurzaam
Duurzaam is een breed containerbegrip dat veel betekenissen kan hebben. In dit onderzoek gaan wij ons verder verdiepen in de duurzame stedenbouw. Maar om tot deze definitie en betekenis te komen hebben wij eerst onderzocht wat duurzaam nu precies inhoudt en wat het verband is met de stedenbouw. In dit hoofdstuk wordt het begrip gedefinieerd en duidelijk gemaakt wat duurzaam inhoudt voor de gemeente Leidschendam-Voorburg. - Wat verstaan we onder duurzame woningbouw/ gebiedsontwikkeling?
Analyse voor Duurzaam Wonen
17
1.1 Wat is duurzaam? Duurzaam/duurzaamheid is een containerbegrip wat niet alle mensen raakt, iedereen kan hier zijn eigen invulling aan geven en daarmee zelf verwachtingen scheppen. Daarom is het voor ons belangrijk om concreet te krijgen wat dit begrip precies inhoudt. In de Dikke Van Dale staat duurzaam beschreven als:
economische en sociale belangen zonder daarmee de aarde te schaden. Deze definitie heeft veel veranderd op het gebied van duurzaamheid. Door dit rapport en zijn bekendheid kwam het meer op de voorgrond en werd het onder de aandacht gebracht in de wereld.
duur·zaam (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: duurzamer, overtreffende trap: duurzaamst) 1 lang durend, 2 weinig aan slijtage of bederf onderhevig, 3 het milieu weinig belastend. (Van Dale Uitgevers, 2015)
1.1.2 Theorie
Zij spreken van een langdurig proces, wat weinig aan slijtage onderhevig is en een beperkte invloed heeft op het milieu. Dit wil zeggen dat het object, proces, ontwerp of onderdeel een lange levensduur moet hebben met weinig onderhoud of belasting voor onze leefomgeving.
1.1.1 Herkomst
De termen duurzaam en duurzaamheid worden voor het eerst gebruikt in de bosbouw en visserij. Hier werd voor het eerst gesproken over het niet aantasten van de natuurrijke structuren en processen. Wat wil zeggen dat er niet méér hout of vis onttrokken mocht worden uit de natuur dan er via natuurlijke aanwas bij zou komen. Het was erg van belang om de natuur te respecteren zodat de toekomstige generaties hier ook gebruik van konden maken en het vakgebied zou blijven bestaan. Deze vakmensen hielden rekening met het voortbestaan van hun vak en werkgelegenheid van hun nakomelingen. (SMK, 2015) In 1987 werd de volgende definitie genoteerd bij een bijeenkomst van de Verenigde Naties:
Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. (Verenigde Naties, 1987)
Deze definitie werd genoteerd in het Brundtland rapport ‘Our Common Future ‘ uit 1987. Hier stond de milieuproblematiek hoog op de agenda waar werd gestreefd naar veranderingen. De oorzaak van de milieuproblematiek werd gelegd bij de armoede in het ene deel van de wereld en het niet duurzaam produceren/consumeren in het andere deel. Er moet dus sprake zijn van een goede verhouding tussen ecologische, 18
Analyse voor Duurzaam Wonen
In de theorie wordt duurzaamheid behandeld met de drie P’s (figuur 1.1) die zijn bedacht door John Elkington, een adviseur op het gebied van duurzame ontwikkeling. (Elkington, 1998) - People (mensen) - Planet (aarde) - Profit (winst) Hier staat het principe “harmonie” centraal. Afgezien dat de mens winst wil maken, is het van belang dat de andere aspecten hier niet onder lijden. De mens heeft namelijk de verantwoordelijkheid om te zorgen voor de toekomstige generaties en moet deze niet in gevaar brengen. Maar zorg en zekerheid bieden om het voortbestaan van zijn soort te waarborgen.
Figuur 1.1 Drie P’s. Cradle Cradle “Remaking the way we make things” is een vernieuwend boek die de focus legt op het duurzaam produceren en ontwerpen, zodat er een oneindige kringloop ontstaat. (Braungart & MCDonough, 2007) Dit principe wordt op verschillende schaalniveaus toegepast van T-shirts en bureaustoelen tot gebouwen en gebiedsinrichtingen. Een mooi stedenbouwkundig voorbeeld is het Park 2020 te Hoofddorp die volgens het Cradle to Cradle principe is opgezet. De gedachtegang is om optimaal gebruik te maken van eco-effectieve productieprocessen. In hoofdstuk 4 Benchmark wordt dit project nader toegelicht.
1.1.3 Ecologische voetafdruk
Nu verbruiken de bewoners van deze aarde teveel brandstoffen, sneller dan dat de aarde deze kan herstellen. De ‘ecologische voetafdruk’ is te groot. Dit wil zeggen dat de gemiddelde mens meer natuurlijke producten verbruikt dan dat de aarde produceert. Als wij op deze manier doorgaan zal de aarde in de toekomst uitgeput raken. (Consumentenbond, 2015) De uitputtingsslag die nu wordt gepleegd heeft nu al invloed op de mens en aarde en zullen grotere gevolgen hebben voor de toekomst: - Klimaatverandering - Verspilling grondstoffen - Verspilling van zoetwater - Schadelijke stoffen belanden in het milieu - Luchtvervuiling - Verdroging en verzuring van de bodem - Vermindering van de biodiversiteit
1.1.4 Duurzaam doen
Wat bedoeld wordt met al dat argeloos ’duurzaam’ handelen is dan ook niet meer dan: je gezonde verstand gebruiken. Een duurzaam ’persoon’ is gewoon: een verstandig mens. (Swanborn, 2010) De definitie blijft onduidelijk, terwijl wat er gedaan moet worden juist concreet is. Duurzaam handelen is dus rekening houden met het geen waar het op van toepassing is. Niemand kan “super” duurzaam leven of energieloos door het leven gaan. Maar je kunt wel een bijdrage leveren aan het proces zonder dat andere hiervan benadeeld worden. Innovatie speelt hier ook een belangrijke rol in. Zonder innoverende projecten/ ontwerpen wordt de mens nooit op een ander spoor gezet, en blijft het in haar huidige patroon denken. Vernieuwend denken zal de mens inspireren en duurzaamheid tot gevolg brengen. Duurzaamheid is in de afgelopen jaren een populairder begrip geworden waar de markt op in speelt. Veel producten en diensten hebben een duurzame variant wat varieert van ecologisch verantwoord voedsel, fair trade-koffie, duurzaam hout en duurzame energie, tot duurzame recreatie, duurzaam terreinbeheer en duurzaam beleggen. (SMK, 2015) Het is een populair onderwerp waar je tegenwoordig niet meer omheen kunnen. De overheid stelt steeds strengere eisen en de burger verwacht meer. Veel bedrijven spelen hier op in want vroeg of laat krijg je hier toch wel mee te maken. Daarom kan je hier maar beter voorbereidt op zijn dan achter de feiten aan te lopen. Duurzaamheid blijft een allesomvattend begrip met verschillende betekenissen en definities. Iedereen kan hier zijn eigen draai aan geven en doelen hiervoor stellen. Onze focus zal liggen op de huidige ontwikkelingen in ons vakgebied waarbij er rekening wordt gehouden met de toekomstige generaties. De definitie uit het Brundtland Rapport 1987 is een mooi alles omvattende definitie hiervan.
Figuur 1.2 Ecologische voetafdruk.
Analyse voor Duurzaam Wonen
19
1.2 Duurzaam bouwen Duurzame woningen zijn ontwikkeld met respect voor mens en milieu, die moeten voldoen aan de huidige woningbehoefte en een lange levensduur hebben. Het gaat hier niet alleen om de woning zelf maar om het proces hier omheen. Bij duurzaam bouwen wordt er rekening gehouden met: - Duurzame materialen - Energiegebruik - Watergebruik - Klimaatbeheersing - Gezonde woonomgeving - Lange levensduur - Recycling (Rijksoverheid, 2015) Om duurzame woningen te toetsen zijn hier verschillende normen, certificaten en labels aan verbonden. Het energielabel is sinds begin 2015 verplicht. Dit label moet inzicht bieden in het energieverbruik van de woningen en zo een koper de informatie geven hoe zuinig de woning is. (Milieu Centraal, 2015) Buiten het verplichte label zijn er ook verschillende certificaten te behalen om aan te tonen dat jou gebouw duurzaam is. Deze certificaten hebben ieder een eigen meting hoe duurzaam een gebouw is. Enkele bekende certificaten zijn: - BREEAM-NL (onderdeel van Dutch Green Building Council) - GPR (ontwikkelt door W/E adviseurs) - LEED (onderdeel van U.S. Green Building Council) - DUBO Keur (DUurzaam BOuwen) Deze theorieën zijn verder toegelicht in hoofdstuk 3. Op het gebied van duurzaam wonen zijn er verschillende typen woningen onder te verdelen. Zo kan een woning volledig energieneutraal zijn (nul-op-de-meter woning) of dit verbruik zoveel mogelijk beperken. Het is afhankelijk wat de gebruiker zelf wil en waarvoor de woning gebouwd wordt, ook de omgeving speelt hier een belangrijke rol in. Een mooie verwoording is de toekomstvisie van Daan Roosengaarde: “Het gaat vooral om de openbare ruimte, het landschap. Hier anders naar kijken en zorgen voor interactie brengt mensen samen. We moeten het zoeken in dit soort oplossingen voor woonwijken, focus op de collectieve ervaring. Hierbij gaat het niet om bezit, maar veel meer over gebruik. De wijk als een soort community, met openbare ruimte waaraan mensen dingen kunnen toevoegen.” Hij geeft aan dat de collectiviteit en samenhang 20
Analyse voor Duurzaam Wonen
centraal staan en dat de mens hier zijn eigen invulling aan kan geven. De huizen spelen daarin een steeds kleinere rol. “De huizen van tegenwoordig zijn zo hard, zo af. Mensen willen niet kopen maar maken, de makers community is in opkomst. In wat voor soort huizen willen die wonen? Zij zoeken naar plekken waar ze nog iets kunnen toevoegen.” (Roosegaarde, 2014) De bouw moet hierop inspelen en voldoen aan de wensen van de bewoners, want ook dit is duurzaam, een woning die meegaat met zijn omgeving en bewoner.
Figuur 1.3 Zonnepanelen in Leidschendam. Analyse voor Duurzaam Wonen 21
1.3 Duurzame Stedenbouw Duurzaamheid en stedenbouw hebben altijd een connectie gehad maar zijn niet altijd gezamenlijk gebruikt. Steden worden ontworpen om mensen te huisvesten en functies te herbergen. Maar in het verleden is nooit gekeken voor wat voor tijdsduur dat moest zijn. Er werd altijd gezocht naar snelle oplossingen voor de groei- en urbanisatievraagstukken, om maar aan de vraag te voldoen. Het tijdsperk heeft dan ook altijd een grote invloed gehad op de stedenbouw, van woningnood naar overschot en van wederopbouw naar luxe.
1.3.1 Historie
Rond 1800 was de industrialisatie in opkomst waardoor de trek naar de steden toenam en er een grote vraag was naar woningen. Dit waren vooral kleine en onhygiënische woningen waar mensen met grote getalen in woonden. In deze woningen waren geen sanitaire voorzieningen en was er weinig licht. Dit leverde veel kleine projecten op voor het verbeteren van de leefomstandigheden van de arbeiders die hier woonden. Het waterproject te Rotterdam uit 1854 en de tuindorpen (vanaf 1884) waren hier de eerste voorbeelden van. De woningwet in 1901 volgde, wat voor grote veranderingen in de woningbouw zorgde. Het nieuwe bouwen werd gevormd, en dit zorgde voor de standaardisatie van het bouwproces, hoogbouw in het groen, gebruik van beton en een functionele wijk- en woonplattegrond. Het Amsterdamse Betondorp uit 1923 was hier het eerste voorbeeld van. In 1930 werd de moderne stedenbouw door de CIAM-beweging gevormd voor de rationalisering van de stedenbouw. Functiescheiding en abstracte patronen werden hier geïntroduceerd maar het hoogtepunt kwam na de Tweede Wereldoorlog. De hoge woningnood en de komst van bouwmachines zorgden voor de verlichting van de werkzaamheden, efficiëntie, massaproductie en modernisering. Rond 1960 steeg de mobiliteit waardoor de auto ruim baan kreeg. Dit zorgde samen met de ontkerkelijking en individualisering voor grote ingrijpende veranderingen in de ruimtevraag en sociale verbanden. Er kwam ook steeds meer kritiek op de massawoningbouw en de anonimiteit in de nieuwe wijken. De stedenbouwers en architecten kwamen onder druk te staan en de grote schaal zoals de Bijlmer raakte uit de gratie. De vraag steeg naar kleinschaligheid en inspraak van de bewoners, dit werd sindsdien toegepast in de stadsvernieuwing en bij de nieuwbouwwijken.
Vanaf 1970 kwam het milieuvraagstuk in opkomst. Er kwam een bewustwording dat er aan de groei van de welvaart en mensheid gevolgen zaten. Dit werd verder onderstreept door de verschillende industriële rampen, oliecrisis en de publicatie van de Club van Rome “Grenzen aan de groei”. Er werd gezocht naar kleine duurzame oplossingen op het gebied van woningbouw wat leidde tot de gereedschapskist voor het duurzaam bouwen (DuBo). In 1990 werd dit een onderdeel van het milieubeleid van de regering. De wereld groeide en de menselijke maat in de globaliserende wereld verdween. De stedenbouwers hadden hier geen grip meer op waardoor de architect en landschapsarchitect steeds meer in beeld kwamen, zij konden namelijk aan deze individuelen behoeftes voldoen. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, pp. 13-24) In de loop van de jaren hebben de ontwikkelingen van het land altijd invloed gehad op de stedenbouw. De stedenbouw is dan ook altijd van belang geweest en verweven met de verschillende vraagstukken. Op het moment is duurzaamheid en het milieu een nationaal en internationaal vraagstuk wat ook is opgenomen in de stedenbouw. Voor de huidige generatie is het de taak om verdere voortgang te boeken zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de toekomstige generatie. Er is voldoende luxe, een groot woningaanbod, goede veiligheid, hygiëne en ruimte voor onze ontwikkeling. Deze vroegere vraagstukken hoeven niet meer opgelost te worden, de toekomst is de mens en natuur.
Figuur 1.4 Stedenbouw door de jaren heen. 22
Analyse voor Duurzaam Wonen
Stedenbouw door de jaren heen De stedenbouw is in de loop van de tijd steeds meer gevormd rondom de mens. Nu staat de natuur meer centraal.
1800 Industrialisatie deed zijn intrede. Mensen trokken naar de steden. Grote gezinnen in kleine woningen.
1500-1800 Slechte woonomstandigheden
1884 Slechte leefomstandigheden door urbanisatie. Ontstaan van Tuindorpen
1901 Kinderwetje van Houten. Woningen moesten leefbaarder worden.
1950 Einde WOII. Wederopbouw van Nederland. Woningnood.
1990 Platform Stadsecologie
1960 Modernisering. Mobiliteit neemt toe. Er wordt gebouwd naar menselijke maat. Bewoners krijgen meer inspraak.
1970 Oliecrisis. Club van Rome opgericht. Duurzaam Bouwen (DuBo)
1980 Milieuthema’s in de stedenbouw, spelregels, maatlatten, materiaalgebruik.
2000 Ontwikkeling van alternatieve energiebronnen.
2010 Bewust van klimaatverandering. Analyse voor Duurzaam Wonen
23
1.3.2 Samenhang
De basis voor een duurzame woonomgeving begint bij de bouw hiervan. Het is meer dan alleen duurzame energie en het recyclen van producten. Sociaal, veiligheid, waterbeheer, mobiliteit, biodiversiteit, leefbaarheid en economische duurzaamheid zijn hier ook een belangrijk onderdeel van. Per gebied verschilt dit en kan dit op een andere wijze worden ingevuld. Het is daarom van belang om bij de bouw van een duurzame woonwijk eerst te kijken wat de omgeving kan bijdragen om de wijk te verbeteren, hier is geen standaard recept voor. Er moet slim gecombineerd, geprofiteerd en gebruik gemaakt worden van de verschillende schalen. Duurzame stedenbouw is dan ook een proces die in alle stadia van het planproces kansen en mogelijkheden benut ten goede van de ruimtelijke kwaliteit en toekomstwaarde. In de leefomgeving moet er een samenhang gevormd worden tussen verschillende vraagstukken die in een gebied voorkomen zoals; - Materiaalgebruik - Energievoorziening/besparing - Duurzaam waterbeheer - Groenvoorziening - Mobiliteitsbeheersing - Veiligheid - Gezondheid - Behoud van cultureel erfgoed - Biodiversiteit - Economische duurzaamheid - Leefbaarheid Een belangrijk onderdeel van duurzame stedenbouw is het willen in plaats van moeten. Regelgeving en beleid zijn vooral gericht op het moeten en te weinig op de doelstellingen. Een doelstelling in het begin van een ontwikkelproces levert meer resultaten op dan een normstelling. De regelgeving is nu vaak te star waardoor dit niet veel ruimte geeft in de dynamiek van ruimtelijke ontwikkelingen. Als er een doelstelling wordt gecreĂŤerd wordt dit sneller nageleefd, en geeft dit meer handvatten dan dat er wordt tegen gewerkt door verouderde en steeds opkomende regels en normstellingen. Een ander belangrijk onderdeel is dat er bij de ontwikkeling van een gebied niet alleen gekeken wordt naar het plangebied zelf maar ook naar de omgeving. Omgevingsfactoren kunnen het duurzaamheidsgehalte verbeteren en laten meedoen in deze ontwikkeling. 24
Analyse voor Duurzaam Wonen
Een opzichzelfstaand duurzaam gebouw/project is niet per definitie duurzaam als deze losstaat van zijn omgeving. Een ontwikkeling in de stad is pas duurzaam als deze bijdraagt aan de sociale, fysieke en economische leefbaarheid van het gehele systeem. De duurzame stedenbouw stopt niet na de aanleg van een wijk. Vanaf hier start het gebruiksproces. De gebruikers bepalen hoe duurzaam een woonwijk is en hun gedrag en sociale rol zijn hier een belangrijk onderdeel van. Zij bepalen hoe een wijk/gebied zich ontwikkelt en stand houdt in de toekomst. Als er geen onderhoud, draagkracht en doorzettingsvermogen is dan heeft het product gefaald. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, pp. 29-36) Duurzame stedenbouw is een combinatie van verschillende factoren en processen. Alleen gezamenlijk kunnen zij een draagvlak bieden. Hierin spelen samenhang, motivatie, schaal, gebruik en proces een belangrijke rol. Een bijpassende definitie is die uit het Nationaal Pakket Duurzame Stedebouw:
Duurzame stedenbouw is een vorm van stedenbouw die in alle stadia van het planproces kansen en mogelijkheden benut om een hoge ruimtelijke kwaliteit in combinatie met een lage milieubelasting tot stand te brengen. En beiden in de tijd weet te handhaven, zodat ook toekomstige generaties daar in delen. (Nieuw Gracht, stad milieu landschap, ir. M. Witberg, ir. E. Zinger, 1999)
1.4 Duurzame Gebiedsontwikkeling Gebiedsontwikkeling is een complexe aanpak die in- en aangrijpt op de ruimtelijke structuren en dient als aanvulling in de ruimtelijke ordening. Een gebiedsontwikkeling is een complexe ontwikkeling door de samenhang tussen de verschillende benaderingen: - Sociaaleconomische problemen - Woningbouw - Herstructurering - Bedrijfsontwikkeling - Infrastructuur - Transformatie van de agrarische sector - Natuur- en landschapsontwikkeling - Wateropgave (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2012)
generaties in gevaar te brengen. Daarmee wordt er ingespeeld op de kansen van een nieuwe bouwlocatie. Door hier vroegtijdig aandacht aan te besteden kan hier een aantrekkelijke woonlocatie ontstaan. Dit proces wordt op een grotere schaal uitgevoerd waar de duurzame stedenbouw een onderdeel van is. Van belang is dat beide ontwikkelingen met elkaar betrokken worden om het duurzame aspect sterker te maken. Ons belang is dan ook dat de sterke punten uit duurzame stedenbouw en gebiedsontwikkeling worden gebruikt zodat deze binnen de schaal van de gemeente kunnen worden uitgevoerd. 
In een dergelijke ontwikkeling zijn verschillende overheden en partijen betrokken die elk een eigen belang heeft in het gebied. De overheid stelt daarin de voorwaarden en de marktpartijen, bewoners en gebruikers krijgen het initiatief. Het gaat om initiatieven met een zeer lange looptijd. Een gebiedsontwikkeling is een proces die is in te delen in vier fasen: - Initiatieffase - Voorbereidingsfase - Uitvoeringsfase - Gebruikersfase Deze fasen worden vaak gebruikt maar er zijn verschillende theorieĂŤn waar dit verder wordt onderverdeeld. (Peek, 2006)
Duurzame gebiedsontwikkeling is een procesmatige ontwikkeling van een gebied in de meest gunstige zin voor belanghebbenden (sociale duurzaamheid), het milieu (ecologische duurzaamheid) en de welvaart (economische duurzaamheid), en waarbij de ruimtelijke en esthetische kwaliteit integraal onderdeel zijn van het proces. (DGBC, 2012)
Duurzame gebiedsontwikkeling gaat nog een stap verder. De ontwikkeling houdt gedurende het proces rekening met de behoefte van het heden zonder de toekomstige Analyse voor Duurzaam Wonen
25
1.5 Duurzaam Leidschendam-Voorburg De gemeente vindt het belangrijk dat de inwoners er zich thuis voelen, prettig kunnen wonen, werken en recreëren. Hierbij hoort een schone en duurzame woonomgeving. De gemeente en de inwoners zelf zijn hier verantwoordelijk voor. Door een goede samenwerking tussen de gemeente, bewoners en bedrijven kan hierop ingezet worden. Zoals in de inleiding is beschreven ligt de nieuwe basis voor het duurzame LeidschendamVoorburg in de nieuw gevormde coalitie 2015-2018 “Ondernemend, sociaal, duurzaam en dichtbij”. Bij duurzame ontwikkelingen in de gemeente willen zij aansluiten aan de huidige behoefte en rekening houden met de toekomstige generaties. Daarvoor willen zij energie besparende maatregelen stimuleren en voeren zij bij nieuwe projecten de duurzaamheidstoets uit. (Coalitie Leidschendam-Voorburg, februari 2015)
…waar inwoners in een veilige, groene omgeving kunnen wonen met oog voor duurzaamheid.… In het klimaatplan van 2009-2020 staan verschillende maatregelen en doelstellingen om het milieu in de gemeente voor 2020 te verbeteren. Dit plan staat verder toegelicht in hoofdstuk 2 Duurzaam beleid. (Gemeente Leidschendam-Voorburg, 2009) Om de inwoners van Leidschendam-Voorburg zo veel mogelijk te betrekken bij onder andere gebiedsontwikkeling wordt er gebruikgemaakt van de participatieladder. (Coalitie Leidschendam-Voorburg, februari 2015, p. 6) De zes treden: - informeren (gemeente bepaalt de agenda en informeert de inwoners). - raadplegen (gemeente luistert naar de inwoners in een open en vrijblijvend gesprek) - adviseren (gemeente vraagt advies en mobiliseert de inwoners om ideeën aangedragen te krijgen). - coproduceren (gemeente en inwoners ontwikkelen samen een plan wat uitgevoerd wordt). - meebeslissen (gemeente en inwoners zoeken samen naar oplossingen en beslissen samen). - zelfbestuur (gemeente laat de agenda en besluitvorming over aan de inwoners. De ambtelijk diensten zijn voornamelijk ondersteunend). Of alle treden gebruikt kunnen worden ligt uiteraard aan de situatie. Maar het voornemen is er om inwoners zoveel mogelijk te betrekken bij de plannen, besluitvorming en uitvoering. (Gemeente Leidschendam-Voorburg, 2014) 26
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 1.5 Watergang in Leidschendam Analyse voor Duurzaam Wonen 27
Figuur 1.6 Gemeentehuis van Leidschendam-Voorburg met naast gelegen park. 28 Analyse voor Duurzaam Wonen
1.6 Conclusie; DUurzaam Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. (Verenigde Naties, 1987)
Deze definitie omvat alles op het gebied van duurzame ontwikkeling en heeft dus ook betekenis op de stedenbouw. Dit is een van de eerst benoemde definities die nog steeds geldend is in de huidige tijd. Duurzame stedenbouw is een geheel van alles binnen en buiten de planlocatie waarbij rekening gehouden wordt met de toekomst. Of dit nu op gebruik of verbruik is, het milieu moet zo weinig mogelijk belast worden. Van belang is dat er niet alleen gekeken wordt naar het afgebakende plangebied. Maar dat er rekening wordt gehouden met de omgeving en het gebruik van de locatie en zijn functies. Hierdoor zullen alle functies met elkaar verweven worden en als ĂŠĂŠn geheel fungeren in de groeiende stad. De gemeente heeft nog geen strikte eisen of kaders gesteld op het gebied van duurzame stedenbouw en gebiedsontwikkeling, wel ten aanzien van de energieprestatie op locatie en werken met GPR. (Gemeente Leidschendam-Voorburg, 2009) Omdat de gemeente zich wil profileren als duurzame woonstad is het wel van belang om duurzaamheid zo gemakkelijk mogelijk te implementeren. Als er in het bouw- en ontwerpproces stappen worden ondernomen op het gebied van duurzaam, zal dit eerder worden uitgevoerd, langer blijven hangen en spoediger verlopen. Hier kunnen marktpartijen, gemeente en gebruikers van profiteren. Het is dan ook van belang dat duurzaamheid in de eerste fases van het proces wordt geĂŻmplementeerd. Voor het proces wordt gebruik gemaakt van de vier fases (initiatief-, voorbereidings-, uitvoerings- en gebruik/beheerfase) die zijn behandeld in 1.4.
Analyse voor Duurzaam Wonen
29
Wat is wettelijk verplicht? Wat kan de gemeente
2. Beleid Een duurzame samenleving en een gezond milieu kunnen worden bereikt wanneer alle mensen zich hiervoor inzetten. De overheden zijn verantwoordelijk voor wet- en regelgeving en maken beleid om deze doelen te realiseren. Maar wanneer is het milieubewustzijn en ‘ons’ verantwoordelijkheidsbesef hiervan ontstaan? In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de volgende deelvragen: - - -
Welke wensen spreken Europa, het Rijk, de provincie en de gemeente uit op het gebied van duurzame ontwikkeling? Wat is duurzame woningbouw voor Leidschendam-Voorburg? Is het huidige beleid geschikt voor duurzame woningbouw?
Analyse voor Duurzaam Wonen
31
2.1 intrede van duurzaamheid in het beleid De filosofie van naturalisten zoals David Thoreau (1817-1862) en John Muir (18381914) wat betreft de natuur en haar eigenwaarde zette een nieuwe beweging in gang. (Duurzaam MBO, 2015) John Muir was een natuurbeschermer die de natuur zag als een plek waar de samenleving spirituele rust en inspiratie op kon doen. Hij waardeerde de waarden van de ongerepte natuur hoger dan maatschappelijke waarden, en creëerde daarmee een nieuwe levensfilosofie waarin de natuur centraal stond. Hoewel John Muir radicale opvattingen had over de waarde van de natuur, zorgde hij wel voor het milieubewustzijn in de westerse wereld. Mede hierdoor ontstonden er natuurparken in onder andere Australië, Canada en Nieuw-Zeeland. In Engeland werden de eerste milieubehoud organisaties opgericht zoals de Royal Society for the Protection of Birds (1893) en de National Trust (1895). Muir was zelf een van de oprichters van de Sierra Club (1892), tegenwoordig een van de grootste natuurbeschermingsorganisaties van Amerika. (The Sierra Club, 2015) Aldo Leopold (1887-1948) was een Amerikaans bosbeheerder en ecoloog die op latere leeftijd besefte dat al het leven samenhangt met het milieu. Ook de mens behoorde hieronder. Volgens hem is het milieu veel meer dan de bron van grondstoffen waar de mens bezit van heeft genomen, maar heeft het milieu een intrinsieke waarde die de kwaliteit van ons leven waarborgt. In de stukken die hij schreef benadrukte hij dat de mens een verantwoordelijkheidsbesef voor het milieu moest opbrengen en dat men
vanuit deze gedachte echt respect zou hebben voor alle natuurlijke levensvormen. Dit moet resulteren in ethische en esthetische redenen voor natuurbehoud dan enkel een economische reden. Na Leopolds dood is zijn essay ‘The Land Ethic’ uitgebracht en dit is een fundering geworden voor een meer milieu-gerichte samenleving. (Leopold, 1949)
2.1.1 Milieubewustzijn
Binnen enkele decennia is het een kleine groep mensen gelukt om in de hele wereld een milieubewustzijn op te wekken (figuur 2.1). Het besef van de kostbare natuur werd alleen nog niet vertaald in organisaties die zich hier actief voor inzetten. In 1962 verscheen het boek ‘Silent Spring’ van Rachel Carson, dit is volgens velen de aanleiding van het ontstaan van verschillende milieuorganisaties zoals De Kleine Aarde, Vereniging Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en de Club van Rome. Rachel Carson schrijft in haar boek dat er een lente komt waarin er geen leven meer is, de mens en haar industrie heeft de natuur kapot gemaakt door het gebruik van chemicaliën. Door haar gedetailleerde beschrijving van deze ‘dode lente’ en directe verwijten naar de chemische industrie maakte het boek veel los in de samenleving. De ernstige gevolgen voor het leven en de natuur werd wetenschappelijk bewezen (President’s Science Advisory Committee (PSAC), 15 May 1963) en er kwamen meer onderzoeken naar niet-giftige bestrijdingsmiddelen. (Carson, 1962)
Figuur 2.1 Mate van milieubewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel met de tijd.
Ontstaan van milieubewegingen eind 1800 - filosofie over 1893 - de Royal de intrinsieke waarde van Society for the de natuur Protection of Birds David Thoreau en John 1892 - de 1895 - de Muir Sierra Club National Trust
1880 32
1890 Analyse voor Duurzaam Wonen
1900
TIJD MATE VAN N I L E MILIEUBEW VO USTZIJN EN IDSGE E H VERANTWO K J 1949 - The O RDELI
Land Ethic Aldo Leopold
1910
1920
1930
1940
195 19
950
LEGENDA TIJDSPERIODE
Documentaire film over klimaatverandering
Besef van intrinsieke waarde van de natuur
Gevolgen uitstoot broeikasgassen
Eerste Wereldoorlog 1914-1918 Economische Crisis 1929 Tweede Wereldoorlog 1939-1945
Boek over Triple Bottom Line
Gevaren en risico’s blootgelegd Mogelijke oplossingen en alternatieve levenswijze Nieuwe standaard; duurzame samenleving
Grote milieuramp Op de politieke agenda
Rapport over de uitputting van grondstoffen
Besef van effect milieuschade op kwaliteit van leven
Boek over massasterfte door overbevolking Boek over gevolgen van milieuschade
1972 Limits to 1968 - The 1962 Population Bomb Growth Club Silent Spring van Rome Rachel Carson Paul R. Ehrlich 1972 jaren ‘60 - radicale UN Conference on actiegroepen Human EnvironGreenpeace en ment Stockholm Friends of Earth
1960
1970
1987 - rapport ‘Our Common Future’ UN WCED
1997 2002 - World KyotoSummit of Sustainprotocol 1992 - Earth able Development Japan Summit 1986 - Chernobyl Rio de 1997 - 3 P’s Johannesburg explosie kerncentrale Janeiro Cannibals 2006 - An with Forks Inconvenient Truth 1989 - Exxon Valdez John Elkington Al Gore ramp olietanker
1980
1990
2000
2010 Analyse voor Duurzaam Wonen
2020 33
In 1968 verscheen het boek ‘The Population Bomb’ van Paul R. Ehrlich. Hierin beschrijft hij de mogelijke gevolgen van de aanhoudende bevolkingsgroei die zou kunnen leiden tot uitputting van natuurlijke grondstoffen en energiebronnen. De wereldwijde voedselproductie zou de totale bevolking niet meer kunnen voeden wat een massasterfte als gevolg heeft. (Ehrlich, 1968) Zijn boek zorgde voor veel discussies en dit resulteerde in de oprichting van de Club van Rome. Zij publiceerde haar eerste rapport ‘Limits to Growth’ in 1972. De beperktheid van natuurlijke hulpbronnen in verhouding tot de bevolkingsgroei en de consequenties die deze uitputting kon hebben voor de mens en het milieu stonden centraal. Voor het eerst werd gezegd dat er een balans moet zijn met technologische ontwikkelingen en de schaarste van energiebronnen. (Massachusetts Institute of Technology , 1972)
2.1.2 Milieu in de politiek
In reactie op dit eerste rapport en de toename van milieuproblemen werd in Stockholm een internationaal congres georganiseerd door de Verenigde Naties. Tijdens ‘The United Nations Conference on Human Environment’ (1972) was het milieu voor het eerst het belangrijkste onderwerp op wereldwijde schaal. De conferentie roept alle regeringen en mensen op om gemeenschappelijke inspanningen te leveren om de natuur en het milieu te behouden en te verbeteren. (United Nations Environment Programme, 2015) In de jaren ‘60 was er een grote angst voor kernwapens en kernenergie. Er ontstonden radicale actiegroepen zoals Greenpeace en Friends of Earth. Vervolgens ontstonden er ook groene politieke partijen die het milieu in de politiek brachten. Milieurampen zoals de ontploffing van de kerncentrale in Chernobyl in 1986 leidden tot een visie dat er lange termijn strategieën nodig zijn op het gebied van duurzame ontwikkeling in algemene zin. Deze noodzaak werd beschreven in 1987 in het rapport ‘Our Common Future’ van de United Nations World Commission on Environment and Development (WCED). Hierin is ook de term duurzame ontwikkeling omschreven als de welbekende definitie: “Een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.” (Verenigde Naties, 1987) In 1997 publiceert John Elkington zijn boek ‘Cannibals with Forks: The triple bottom line of 21st century business’. Hierin beschrijft hij een ‘harmonieuze verwevenheid’ van 34
Analyse voor Duurzaam Wonen
People, Planet en Profit. Wanneer deze drie criteria in balans zijn kan volgens Elkington duurzame ontwikkeling worden behaald. Bij een onbalans tussen de drie P’s, als er bijvoorbeeld te veel wordt gefocust op winst maken (Profit), heeft dat negatieve gevolgen voor People en Planet. Veel ondernemingen en overheden gebruiken op dit moment de Triple Bottom Line als richtlijn in haar beleid om maatschappelijk verantwoord te ondernemen (MVO). (Elkington, 1998) De bescherming van de natuur door verantwoord om te gaan met het milieu wordt meer geaccepteerd en opgenomen in de politieke agenda’s. Zo werd er in 1992 tijdens de Earth Summit in Rio de Janeiro door de wereldleiders besloten dat er gestreden moest worden tegen de opwarming van de aarde. Ook de biodiversiteit moest behouden blijven en het gebruik van chemicaliën moest worden teruggedrongen. Om de uitstoot van CO2 te beperken, tekenden veel landen in 1997 het Kyotoprotocol in Japan. In 2006 kreeg Al Gore de wereld wakker geschud met zijn documentaire film ‘An Inconvenient Truth’. Met confronterende beelden van smeltende ijskappen en tropische stormen bracht hij de gevolgen van de opwarming van de aarde onder ogen. (Gore, 2006) Hiermee heeft Al Gore veel invloed gehad op het klimaatbewustzijn bij zowel burgers als bestuurders. Vandaag de dag is duurzame ontwikkeling verbonden aan een ‘goed’ imago en een nieuwe economie. Overheden dragen hun verantwoordelijkheid voor een schoon milieu en stellen ‘duurzame’ ambities om zich te onderscheiden in de economische samenleving.
2.2 Europese unie In de beleidslijnen van de voorzitter van de Europese Commissie J.C. Juncker stelt hij dat Europa te sterk afhankelijk is van de import van olie en gas. Juncker wil als Europa minder afhankelijk worden, zonder de Europese energiemarkt helemaal af te sluiten voor landen buiten de EU. “We zijn het de generaties na ons verplicht om de gevolgen van de klimaatverandering binnen de perken te houden en energie betaalbaar te houden. Dat kan alleen als we meer energie uit hernieuwbare bronnen halen en energie-efficiënter worden.” Aan deze ambities zijn doelstellingen gekoppeld die de Europese Unie nastreeft. (Juncker, 2015) • • • •
Een Europese energie-unie die energie deelt, netwerken aan elkaar koppelt en als hechte groep onderhandelt met landen buiten de EU. Diversificatie van de energiebronnen. Europa moet snel andere kanalen kunnen gebruiken als de financiële of politieke kosten van import uit het oosten te hoog worden. De EU-landen helpen om minder afhankelijk worden van de invoer van energie. Als EU wereldleider worden op het gebied van duurzame energie en het voortouw nemen in de strijd tegen de opwarming van de aarde.
In de Europese Unie (EU) moet het aandeel duurzame energie in 2020 20% bedragen, daarnaast moet de uitstoot van CO2 in 2020 met 20% teruggedrongen zijn, ten opzichte van 1990. Elk EU-land heeft verplichtingen opgelegd gekregen, die er met elkaar voor moeten zorgen dat de EU-doelen gehaald worden. De Europese doelstellingen zijn verplicht en vormen de ‘ondergrens’. (Europese Commissie, 2015)
Figuur 2.2 Europese Unie.
Analyse voor Duurzaam Wonen
35
2.3 rijksoverheid Het kabinet Rutte-Asscher heeft in haar regeerakkoord opgenomen dat ze wil werken aan een duurzame en vernieuwende economie door in te zetten op duurzame groei in sectoren waar kansen liggen voor Nederland, zoals energie, water en logistiek. Het kabinet stimuleert schone energie en vergroening van de economie. In antwoord op de Europese doelstellingen met betrekking op duurzame energie die voor Nederland in 2020 14% van de totale energieproductie moet bedragen, streeft dit kabinet naar zelfs 16% duurzame energie in 2023. (Rijksoverheid, 2015) Duurzame energie is nu nog duurder dan energie uit fossiele brandstoffen (kolen, olie en gas). Dit kan een drempel zijn voor bedrijven om te investeren in duurzame energie. Daarom stimuleert de overheid de ontwikkeling van duurzame energie, bijvoorbeeld met belastingmaatregelen en tijdelijke subsidies. Enkele maatregelen waarmee de overheid duurzame energie stimuleert is de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+). Deze subsidie vergoedt 5 tot 15 jaar extra investeringen voor duurzame energie. Verder is er een verhoging van de energiebelasting op aardgas doorgevoerd en wordt er gewerkt aan de sluiting van oude kolencentrales. (Rijksoverheid, 2015) Duurzaam bouwen betekent volgens de Rijksoverheid dat woningen ontwikkelt en gebruikt worden met respect voor mens en milieu. Het gaat bij duurzaam bouwen niet alleen om energiebesparing in huizen en gebouwen, maar bijvoorbeeld ook om het gebruik van duurzame materialen die rekening houden het milieu en de gezondheid van bewoners en gebruikers. Zo ontstaan prettige en leefbare gebouwen en wijken met een gezond binnenklimaat bijvoorbeeld door goede ventilatie om vocht, schimmel en ophoping van schadelijke stoffen te voorkomen. Aan het (ver)bouwen en gebruik van woningen en andere gebouwen zijn eisen gesteld. In het Bouwbesluit staan de minimale bouwtechnische voorschriften waaraan gebouwen moeten voldoen. Dit zijn voorschriften op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, materialen, energiezuinigheid en milieu. Er zijn verschillende strategieĂŤn (benaderingen, visies, stappen of richtlijnen) voor het ontwerp van duurzame woningen en gebouwen. Om duurzaam bouwen beter te laten integreren in de maatschappij stimuleert de Rijksoverheid duurzaam bouwen in het bouwonderwijs bij mbo, hbo en wo. Want de studenten van nu zijn de bouwvakkers, aannemers en architecten van later. Hoe eerder ze met methoden voor duurzaam bouwen in aanraking komen, hoe vanzelfsprekender ze deze later in hun werk gebruiken. Om dit te realiseren heeft de Rijksoverheid de opdracht gegeven voor het opstellen van de publicatie Basisdoc: XS 2 duurzaam bouwen. De publicatie is een hulpmiddel bij leerdoelen en leerstof voor duurzaam bouwen en duurzame stedenbouw. Aanbod komen onderwerpen als energie; 36
Analyse voor Duurzaam Wonen
materialen; drinkwater; binnenmilieu en gezondheid en leefomgeving. (Rijksoverheid, 2015) Ook op het gebied van vervoer streeft de overheid naar milieuvriendelijker vervoer. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat het aanbod van alternatieve energie voor vervoer groeit. De overheid en 40 betrokken partijen hebben afgesproken om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen te verminderen. Bijvoorbeeld met subsidies op duurzame energie. Deze afspraken staan in het Energieakkoord voor duurzame groei van september 2013. (SER Energieakkoord, 2015) Hierin staan ook doelen voor de mobiliteiten transportsector. Zo moeten vanaf 2035 alle nieuw verkochte personenauto’s CO2emissievrij rijden. (Rijksoverheid, 2015) Bedrijven, maatschappelijke organisaties of andere overheden lopen soms tegen problemen aan als ze een duurzame stap willen maken. De Rijksoverheid kan helpen de knelpunten op te lossen door een Green Deal met ze aan te gaan. Green Deals zijn afspraken tussen de Rijksoverheid en andere partijen. De Green Deal helpt om duurzame plannen uit te voeren. Bijvoorbeeld voor energie, klimaat, water, grondstoffen, biodiversiteit, mobiliteit, biobased economy, bouw en voedsel. In een Green Deal probeert de overheid knelpunten weg te nemen bij duurzame plannen. Het Rijk kan zich inzetten om wet- en regelgeving aan te passen. Op die manier kan het Rijk bijvoorbeeld de administratieve lasten voor bedrijven terugdringen. (Rijksoverheid, 2015)
Figuur 2.3 Nederland op de wereld.
2.2.1 De nieuwe Omgevingswet
Arno Kleine Staarman (geboren in 1975) is vanaf 1998 tot eind 2010 werkzaam geweest bij Eiffel als juridisch specialist, beleidsmedewerker en projectleider op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling bij circa twintig gemeenten. Vanaf 2010 heeft hij met zijn bedrijf Aranto voor publieke en private partijen ruimtelijke projecten vervuld. Voor Kleine Staarman is een gebiedsontwikkeling geslaagd als de toekomstige gebruikers de toegevoegde waarde ervaren, de ontwikkeling financieel haalbaar is uitgevoerd en nieuwe gebruikers zich aangetrokken voelen. Een duurzame en onderscheidende (omgevings)visie is hierbij cruciaal. Het kabinet is bezig om 26 wetten in het omgevingsrecht samen te voegen in één Omgevingswet. Deze wet moet in 2018 in werking treden, het huidige omgevingsrecht moet worden vernieuwd. Het recht is niet gericht op ontwikkelingen als regionale verschillen met groei en krimp, duurzame ontwikkeling, maatwerk bij projecten en inspraak bij start van projecten. De balans moet meer liggen bij groei gericht op duurzame ontwikkeling en minder bij te veel zekerheid. Kleine Staarman heeft sinds eind 2014 enkele blogs geschreven over de noodzaak van de nieuwe Omgevingswet. Hier beschrijft hij de maatregelen en de voordelen die aan de wet verbonden zijn. Een duurzame samenleving De nieuwe Omgevingswet is volgens Kleine Staarman hét antwoord op de transitie naar een duurzame samenleving met groei gericht op duurzame ontwikkeling en integraal duurzaamheidsbeleid. ”Het huidige omgevingsrecht is grotendeels ontstaan om op lokaal niveau het milieu en de burgers te beschermen tegen hinder en verontreiniging door de sterke economische groei in de vorige eeuw. Om groei gericht op duurzame ontwikkeling en integraal duurzaamheidsbeleid daadwerkelijk te kunnen realiseren, ‘knelt’ het huidige omgevingsrecht te veel. Duurzame gebiedsontwikkeling creëert volop kansen en uitdagingen door creativiteit en innovatieve capaciteit voor duurzame initiatieven bij het bedrijfsleven met een faciliterende overheid. De nieuwe Omgevingswet versterkt deze kansen voor bedrijven die duurzame initiatieven ontwikkelen met een faciliterende overheid die nu al naar de Omgevingswet toewerkt. Voor een unieke en onderscheidende duurzame gebiedsontwikkeling is een visie op de omgeving, de
omgevingsvisie, vereist.” De (voorlopige) inhoud van de Omgevingswet 2018 De nieuwe Omgevingswet biedt kansen voor de bouwsector op het gebied van duurzaam bouwen en duurzaamheid. Door in te springen op de behoefte aan duurzaamheid kunnen bedrijven nu en in de toekomst toegevoegde waarde leveren en overleven in een markt waar anderen niet voldoen aan de eisen van “de klant”. De continue zorg voor de kwaliteit en duurzaamheid van de (fysieke) leefomgeving en ruimte voor ontwikkeling is vastgelegd in de vier verbeterdoelen van de Omgevingswet: • een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving; • het vergroten van de bestuurlijke afwegingsruimte voor de fysieke leefomgeving; • het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht; • het versnellen en verbeteren van besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving. De gebouwde omgeving in Nederland verandert snel door de volgende ontwikkelingen en trends: • werk is minder plaatsgebonden; • het platteland krijgt steeds meer niet-agrarische functies; • de mobiliteit neemt toe; • het aantal eenpersoonshuishoudens groeit; • de vraag naar woningen, kantoren en winkels door de nieuwe werkelijkheid (of voorheen crisis) is ingezakt; • •
de bouwsector van grootschalig nieuwbouw (aanbod gestuurd) verschuift naar kleinschalige herontwikkeling (vraaggestuurd); transparante en slagvaardige uitnodigingsplanologie met burgerparticipatie met als resultaat maatwerk per gebied of locatie.
Déze ontwikkelingen en trends bieden met de duurzaamheidsdoelen in de nieuwe Omgevingswet de bouwsector kansen en uitdagingen met duurzaam bouwen en verduurzaming. De creativiteit en innovatieve capaciteit voor duurzame initiatieven ligt ook nadrukkelijk bij het bedrijfsleven met een faciliterende overheid. (Kleine Staarman, 2015) Analyse voor Duurzaam Wonen
37
Figuur 2.4 Provincie Zuid-Holland. 38 Analyse voor Duurzaam Wonen
2.4 Provincie De provincie Zuid-Holland maakt beleid om de provincie gezond, veilig en schoon te houden. Met de onderwerpen geluid, lucht en externe veiligheid uit de wet Milieubeheer draagt de provincie bij aan de bescherming van het milieu. De provincie pakt verontreiniging aan en werkt aan de verbetering van het milieu. Het doel is de economie ĂŠn de milieukwaliteit te versterken. In de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu - vastgesteld door Provinciale Staten op 27 maart 2013 - staat hoe de provincie duurzaamheid gekoppeld heeft aan de ontwikkeling van de economie, bereikbaarheid, natuur, recreatie en bij een evenwichtige verdeling van de ruimte. De provincie Zuid-Holland ziet de definitie duurzaamheid als het beschermen en versterken van de kwaliteit van de leefomgeving. Daardoor is duurzaamheid een vast onderdeel van het beleid voor verkeer en vervoer, economie, energie, groen, water en ruimte. Bij duurzame ontwikkeling zijn people (welzijn), profit (welvaart) en planet (leefomgeving) in balans, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige generaties en ontwikkelingen. (Provincie Zuid-Holland, 2015) Ook de provincie draagt bij aan Europese lange termijn doelstellingen met betrekking tot duurzaamheid van energie, verkeer en vervoer, waterkwaliteit en biodiversiteit. Voor de korte termijn (2020) worden de doelstellingen voor luchtkwaliteit, reductie van broeikasgassen en windenergievermogen op land naar verwachting gehaald. In de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu komt naar voren dat echt grote stappen in duurzaamheid vragen om een verschuiving in inzet van optimaliseren en verbeteren naar vernieuwen. Voor zowel mobiliteit, economie en energie, groen en water als ruimte geldt dat er nog duurzame innovatieslagen nodig zijn om als Zuid-Holland ook in de verdere toekomst economisch concurrerend en als woon- en werkplek aantrekkelijk te blijven. (Provincie Zuid-Holland, 2013)
Analyse voor Duurzaam Wonen
39
2.5 gemeente Leidschendam-voorburg De Gemeente Leidschendam-Voorburg profileert zich als een aantrekkelijke groene woon- werkstad. Dit willen ze versterken door zich intensief te gaan richten op het duurzame aspect bij verdere ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente. “Als gemeente richten we ons steeds meer op het creëren van optimale omstandigheden voor ruimtelijke initiatieven en op het aanjagen van aanwezige potenties. Het uitgangspunt hierbij is de versterking van hoogwaardige woon- en werkmilieus binnen onze gemeente. Hiervoor willen we een gematigde groei van het aantal inwoners faciliteren als drager van onze voorzieningen, zolang het niet ten koste gaat van de aanwezige en potentiële groenblauwe kwaliteiten.” - Structuurvisie 2040 herijking 2012 De intensiviteit waarmee de gemeente zich inzet bij de verduurzaming van de gebouwen binnen Leidschendam-Voorburg is al duidelijk zichtbaar in haar eigen gebouwenvoorraad. De daad wordt bij het woord gevoegd door zelf bij te dragen aan haar gemeentelijke ambitie betreft duurzame gebiedsontwikkeling. - Stadskantoor, Koningin Whilhelminalaan 2 (BREEAM-NL en GPR gecertificeerd) - Gemeentehuis, Raadhuisplein 1 (BREEAM-NL en GPR gecertificeerd) - Zwembad de Fluit (GPR-zwembad) - Brede School De Waterlelie - Renovatie Prinsenhof In het klimaatplan 2009-2020 heeft de gemeente doelen gesteld om het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. De hoofdstrategie is dan ook: “Leidschendam-Voorburg streeft naar een drastische afname van fossiel energiegebruik en een toename van de toepassing van hernieuwbare energiebronnen als wind, zon, geothermie (energietransitie) en wellicht biomassa.” Hiervoor wordt gekeken naar thema’s als duurzame overheid; duurzame energieproductie; schone en zuinige mobiliteit; energiezuinig gebouwde omgeving; duurzame bedrijven en klimaatbestendige omgeving. Elk thema heeft haar eigen uitgangspunten en de gemeente wil met verschillende maatregelen en projecten stimuleren om energie te besparen en tegelijkertijd het aandeel duurzame energie vergroten.
40
Analyse voor Duurzaam Wonen
De gemeente streeft naar een hoog kwaliteitsniveau voor de woningen en andere gebouwen. Diverse energiebesparende maatregelen vergroten de kwaliteit en het comfort van een gebouw. Een comfortabele woning is aangenaam (geen tocht of oververhitting), heeft een gezond binnenmilieu (voldoende ventilatie) en is van gemakken voorzien (bijvoorbeeld vloerverwarming, koeling). Ook de inrichting van de buitenruimte met voldoende water en groen draagt bij aan een hogere kwaliteit van leven. Met het klimaatbeleid draagt de gemeente dan ook bij aan de verbetering van de totale kwaliteit van de leefomgeving in Leidschendam-Voorburg. (Gemeente LeidschendamVoorburg, 2009) In februari dit jaar is het nieuwe coalitieakkoord 2015-2018 ‘Ondernemend, sociaal, duurzaam en dichtbij’ van de partijen GBLV, D66, PvdA en GroenLinks gesloten. Een nieuwe coalitie met ook nieuwe ideeën, andere keuzen en andere prioriteiten. Zoals de titel al zegt, is een van de speerpunten in dit akkoord duurzaam. “Wij willen onze groene gemeente verder versterken. We doen dit door duurzaamheid te stimuleren, maar ook door een extra impuls te geven aan activiteiten die de economie, het ondernemersklimaat en het culturele klimaat verder verbeteren.“(Coalitie Leidschendam-Voorburg, februari 2015) Vanuit de gemeente Leidschendam-Voorburg is de wens om duurzame woningbouw te laten integreren binnen toekomstige woningbouwprojecten door derden. Tot op heden is het ingewikkeld als gemeente te verlangen van de ontwikkelaar/grondeigenaar om duurzame woningbouw te realiseren. Doordat niet alle grond in het bezit is van de gemeente en de externe partijen hun eigen belangen en wensen hebben.
2.5.1 Bouwbesluit
Juridisch gezien kan een grondeigenaar zelf beslissen in welke mate van duurzaamheid zijn grond ingevuld wordt. De overheid, de betreffende gemeente, heeft met het bestemmingsplan en de structuurvisie enkele kaders vastgelegd in de vorm van functies en toekomstwaarden. Wanneer de grond van een grondeigenaar de bestemming Wonen heeft, kan deze grond worden bebouwd met woningen. Uiteraard zijn hier ook eisen voor woning typologieën en bouwhoogtes etc. aan verbonden. Een uitgewerkt stedenbouwkundig plan dat voldoet aan de gestelde eisen van onder andere de gemeente en de welstandscommissie hoort een vergunning te verkrijgen. De vereiste technische staat van de woningen zijn door de jaren heen aangescherpt en vastgelegd
in een bouwbesluit. In het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu vastgelegd door de overheid. Een gebouw moet hier altijd aan voldoen.
2.5.2 Energie Prestatie Coëfficiënt
De energiezuinigheid wordt gemeten met het Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Dit getal drukt de hoeveelheid energie uit die verbruikt wordt voor de verwarming van een woning. Hoe lager de EPC, hoe zuiniger het gebouw. De EPC is sinds 1995 een instrument van het Nederlandse klimaatbeleid en stelt minimumprestatie-eisen aan gebouwen op het punt van energie. Sinds de invoering is de EPC norm strenger geworden. Door de jaren heen neemt de overheid een lagere grenswaarde op in het bouwbesluit met als doel in 2020 een EPC van 0,0 te eisen. In tabel 2.2 is een overzicht te zien van de EPC norm van de afgelopen periode. (Ministerie van Binnelandse Zaken en Koninkrijkrelaties, 2012) Tabel 2.1 EPC Norm in de tijd.
Ingangsdatum
EPC
1-1-1995 1-1-1998 1-1-2000 1-1-2006 1-1-2011 1-1-2015 1-1-2020
Grenswaarde 1,4 Grenswaarde 1,2 Grenswaarde 1,0 Grenswaarde 0,8 Grenswaarde 0,6 Grenswaarde 0,4 Grenswaarde 0,0 (verwacht)
Figuur 2.5 Damcentrum Leidschendam. Analyse voor Duurzaam Wonen 41
2.6 conclusie; Beleid Het maatschappelijke bewustzijn wat betreft het milieu en de natuur wat in de laatste decennia is toegenomen en het besef van een andere koers bij de wereldleiders heeft geresulteerd in een duurzaam beleid dat aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Het minder afhankelijk willen zijn van olie en gas, en daarmee van Rusland en SaoediArabiĂŤ, doet Europa streven naar een eigen energieproductie. Met het oog op het duurzame beleid wordt dit voornamelijk uit hernieuwbare energiebronnen gewonnen. Europa heeft deze doelstellingen opgelegd aan de landen binnen haar Unie. De doelstellingen van de Rijksoverheid met betrekking tot de energiezuinigheid om in 2020 alle nieuwbouw woningen energie neutraal te laten zijn, worden omgezet in harde eisen. Door deze EPC norm in het bouwbesluit te verwerken wordt het wettelijk verplicht om nieuwbouw hieraan te laten voldoen. Ook de nieuwe Omgevingswet in 2018 is een antwoord op de transitie naar een duurzame samenleving gericht op duurzame ontwikkeling en integraal duurzaamheidsbeleid. Duurzame gebiedsontwikkeling creĂŤert volop kansen en uitdagingen door creativiteit en innovatieve capaciteit voor duurzame initiatieven bij het bedrijfsleven met een faciliterende overheid. De nieuwe Omgevingswet versterkt deze kansen voor bedrijven die duurzame initiatieven ontwikkelen met een faciliterende overheid. Het bouwbesluit is geldend voor Nederland. Gemeenten met een hogere duurzaamheidsambitie dan de landelijke eis kunnen de grondeigenaren, die willen ontwikkelen, niet opleggen om aan haar duurzaamheidsambities te voldoen. Op basis van ruimtelijke kaders, subsidies, intentieovereenkomsten en anterieure overeenkomsten kan de gemeente sturen op de plannen van de ontwikkelaar. Met kennis en advies kan de gemeente duurzame toepassingen aanbevelen om zo haar duurzaamheidsambitie te realiseren.
42
Analyse voor Duurzaam Wonen
2.6.1 Intentie- en anterieure overeenkomst
In een intentieovereenkomst tussen een ontwikkelende partij en de gemeente wordt afgesproken dat de ondertekenaars zich gezamenlijk inzetten voor een aantal (duurzame) doelen in een aangeduid gebied en wat ze daarvoor ongeveer willen gaan doen in de verkenningsfase. Inhoudelijk is de overeenkomst meestal niet heel concreet maar vooral inspirerend bedoeld en dient ook als contract voor de samenwerking. Alles wat er onnodig wordt vastgelegd beperkt de creativiteit en flexibiliteit die in de verkenningsfase juist nodig is! (Ministerie van Economische Zaken, 2015) Wanneer bekend is dat de ontwikkeling haalbaar is binnen de daarvoor gestelde en te stellen wettelijke kaders, kan er gekeken worden of er overeenstemming bereikt kan worden voor een vervolgovereenkomst zoals een anterieure overeenkomst. Hierin staat een toezegging van gemeentelijke medewerking aan de ontwikkelingsplannen van partij. Met deze toezegging kan de gemeente op haar beurt de duurzaamheidsambitie (gedeeltelijk) implementeren in de planvorming van de ontwikkeling.
2.6.2 Grondposities van de gemeente
Wanneer de gronden die in aanmerking komen voor ontwikkeling in bezit zijn van de gemeente, kan ze, als grondeigenaar en dus opdrachtgever, haar duurzaamheidsambitie opnemen in het Programma van Eisen. Bij eventuele verkoop van de grondpositie aan een projectontwikkelaar kan de gemeente in de overdrachtsvoorwaarden opnemen dat de nieuwe grondeigenaar hier enkel volgens gestelde duurzaamheidsprincipes mag ontwikkelen.
Figuur 2.6 Luchtfoto van Leidschendam-Voorburg, in het midden Klein Plaspoelpolder. Analyse voor Duurzaam Wonen
43
Welke meetmogelijkheden zijn er? Wat wordt er gehanteerd?
3. theorieën Als gevolg van de gemaakte afspraken in het Kyotoprotocol om verdere klimaatverandering tegen te gaan, geeft Nederland sinds 1995 met de Energie Prestatie Norm (EPN) in het bouwbesluit aan welke Energie Prestatie Coëfficiënt (zie 2.5.2) de nieuwbouwwoningen moeten voldoen. De EPN is specifiek op energieverbruik gericht. Een EPC onder de gestelde norm refereert aan een duurzaam energieverbruik. Er zijn ook verschillende labels en certificaten ontwikkeld die de mate van duurzaamheid op gebouwniveau meten. Voorbeelden zijn: - GPR - BREEAM-NL - GreenCalc+ - LEED - Cradle to Cradle Deze keurmerken meten de duurzaamheid van een bouwwerk aan de hand van onder meer materiaalgebruik en gebruikskwaliteit. (Cobouw Nederland, 2015)
Analyse voor Duurzaam Wonen
45
3.1 certificaten 3.1.1 LEED
LEED staat voor Leadership in Energy & Environmental Design. Het is sinds 2000 ontwikkeld, op basis van BREEAM, door de United States Green Building Council (USGBC). De USGBC is een coalitie van commerciële en publieke partijen in de bouw. De USGBC streeft naar een duurzamere aanpak van het ontwerp, de uitvoering en beheer van de gebouwde omgeving. LEED richt zich voornamelijk op woningen, omgevingsontwikkeling, nieuwbouw, en scholen, gezondheidszorg en winkels. Volgens USGBC is deze certificering bedoeld voor bijna iedereen in de bouw. LEED heeft criteria opgesteld die punten geven aan kenmerken van een gebouw dat als ‘groen’ wordt gezien. (Techniplan Adviseurs, 2015) Als een project LEED wordt gecertificeerd, wordt er een onderscheid gemaakt tussen primaire vereisten, (waaraan een project moet voldoen voordat aan certificering wordt begonnen), basisvereisten (de criteria waaraan het project wordt getoetst) en innovatiepunten (die een project krijgt als het verder gaat dan de basisvereisten). Op basis van de eindscore kan een certificaat op vier niveaus worden verstrekt: LEED Certified, LEED Silver, LEED Gold of LEED Platinum. LEED kent de scores toe op de aspecten ruimtelijke ontwikkeling, waterbesparing, energiezuinigheid, materiaalkeuze, binnenklimaat en innovativiteit. (United States Green Building Council , 2015)
Figuur 3.1 LEED gebouw Fugro Techcenter te Nootdorp. 46 Analyse voor Duurzaam Wonen
3.1.2 GPR Stedenbouw
GPR Stedenbouw is een afgeleide van GPR Gebouw. Deze certificering is ontwikkeld door W/E adviseurs in samenwerking met de gemeente Tilburg in 1995. Sindsdien zijn er meerdere varianten zoals GPR Onderhoud, GPR Stedenbouw, GPR Sport en Zwembad, GPR Bouwbesluit en Stationscan Duurzaamheid. GPR Gebouw wordt steeds vaker toegepast door gemeenten, corporaties, zorginstellingen en projectontwikkelaars. Ook diverse Nederlandse opleidingen werken met deze certificering. GPR Stedenbouw is gemaakt voor de stedenbouwkundige, die de opdracht heeft om duurzaamheid op een concrete wijze in het stedenbouwkundig plan te integreren. GPR Stedenbouw toetst op vijf categorieën: energie, ruimte & voorraden, welzijn & gezondheid, gebruikswaarden en toekomstwaarde. Het resultaat wordt gegeven als een rapportcijfer tussen de 1 en 10 per categorie. (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn, 2015) GPR Stedenbouw is ook een hulpmiddel om: • Vooraf ambities vast te stellen • Keuzes te maken tijdens het planproces • Waar nodig en mogelijk een stedenbouwkundig plan tussentijds bij te sturen
Figuur 3.2 GPR-Zwembad de FLuit te Leidschendam.
Wij hebben de heer Schuurman van W/E adviseurs gesproken en vroegen naar de meerwaarde van het certificaat GPR Stedenbouw. Eenvoudig gezegd en met oog voor de praktijk gaat het er volgens Schuurman om in ieder project de optimale balans te vinden in de bijdrage aan de ‘Triple P’. Alle drie waarden vindt Schuurman van gelijk belang. Kansen en mogelijkheden (en belemmeringen) lopen per project uiteen, omdat de context anders is. Het instrument GPR Stedenbouw en het werken ermee is nog niet zo ver geëvolueerd als GPR Gebouw en inzet ervan. Bovendien is het certificeren op prestaties van een gebied lastiger dan van een gebouw. GPR-software is niet meer, ook niet minder dan een hulpmiddel dat voor meerdere doelen is te gebruiken. De visie op duurzaamheid en daarvan afgeleide doelen zijn leidend. De heer Schuurman ziet in zijn werkveld dat opdrachtgevers met een GPR-Certificaat willen tonen dat hun project/gebouw een (hoge) mate van duurzaamheid heeft. Vastgesteld door een onafhankelijke expert met een erkende maatlat. Het GPRCertificaat is óók, zeker niet uitsluitend in te zetten als ondersteuning van een (groen) imago. Het volledige interview met de heer Schuurman - Bijlage I; Interviews BREEAM en GPR
Figuur 3.3 Beoordeling GPR-Stedenbouw.
Analyse voor Duurzaam Wonen
47
3.1.3 Cradle to Cradle
De Amerikaanse architect William McDonough en de Duitse chemicus Michael Braungart hebben een nieuwe visie op het gebied van materiaalgebruik ontwikkeld. De kern van dit nieuwe principe is: afval = voedsel. Afval van het ene product is de grondstof voor het andere product. Cradle to cradle onderscheidt twee kringlopen waarin grondstoffen telkens opnieuw kunnen worden gebruikt: de biologische cyclus en de technische cyclus. (Braungart & MCDonough, 2007) Bouwen volgens het Cradle to Cradle principe wil zeggen dat er wordt gekozen voor combinaties van gebouw en natuur. Niet alleen om het gebouw heen, maar ook in en op een gebouw kan natuur ontstaan, waardoor een leefbaarder omgeving ontstaat voor mens en dier. Denk hierbij aan begroeide muren, binnentuinen, daktuinen, groene daken, etc. De gebouwde omgeving kan ook voor meer biodiversiteit zorgen en een positieve bijdrage leveren aan de watercyclus door regenwater op te vangen en te zuiveren met helofytenfilters zodat het onvervuild kan doorstromen in het oppervlaktewater. Ook een gezond binnenklimaat valt binnen dit principe. De keuze voor materialen aan de binnenkant van een gebouw (verf, tapijten, meubels, etc.) zonder giftige materialen leiden tot een prettiger binnenklimaat. Dat geldt ook voor het binnenhalen van de
Figuur 3.4 Park 2020 te Hoofddorp, gebaseerd op het Cradle to Cradle principe. 48 Analyse voor Duurzaam Wonen
natuur, het installeren van systemen die de lucht van buiten zuiveren en het creëren van lichte ruimtes waarin zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van het licht en de energie van de zon. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame energie. Veel duurzame energievormen werken het beste op decentraal niveau in directe combinatie met het gebouw of gebied, waar de energie nodig is. Bij het ontwerpen van een gebied of gebouw kan hier dus beter meteen rekening mee worden gehouden. Cradle to cradle gaat verder dan de ‘traditionele’ milieubeweging. Die gaat volgens Braungart en McDonough niet ver genoeg, met haar streven om natuurlijke hulpbronnen zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Minder consumeren, minder energie verbruiken, minder afval lozen - het zijn volgens Cradle to cradle geen echte oplossingen. Zoals Braungart zegt: “Als ik besluit om mijn dochter niet tien keer te slaan, maar vijf keer, doe ik dan iets goeds?” De boodschap van Cradle to Cradle is om producten te ontwerpen die geen afval veroorzaken maar juist haar omgeving verrijken. Op deze manier hoeft het gebruik van producten niet minder, efficiënter en zuiniger. In plaats van eco-efficiënt zou de maatschappij eco-effectief worden.
3.1.4 BREEAM-NL
BREEAM-NL is een Nederlandse versie van het Engelse BRE Global Ltd. die is aangepast aan de Nederlandse situatie en wetgeving door de Dutch Green Building Council (DGBC). Zij opereert onder de licentie van BRE Global Ltd. DGBC is 1 juni 2008 opgericht als een onafhankelijke stichting uit een marktinitiatief om te zorgen voor één gemeenschappelijke taal voor duurzaamheid in vastgoed. Haar missie is ‘het verduurzamen van de bebouwde omgeving’. BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is een beoordelingsmethode om de duurzaamheid van gebouwen te bepalen. Het bevat een standaard voor een duurzaam gebouw en het geeft aan welk prestatieniveau een gebouw heeft. BREEAM wordt gebruikt om gebouwen te analyseren en te verbeteren, zowel in de ontwerp- als de gebruiksfase. (Dutch Green Building Council, 2015) BREEAM-NL heeft verschillende keurmerken ontwikkeld die meer specifiek de mate van duurzaamheid kan beoordelen. Er zijn ook nog enkele keurmerken in ontwikkeling. • • • •
BREEAM-NL Nieuwbouw & Renovatie BREEAM-NL In-Use BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling BREEAM-NL Sloop en Demontage
Figuur 3.5 Wethouder Bruines neemt BREEAM certificaat in ontvangst.
Een BREEAM certificaat heeft verschillende gradaties die afhangen van de behaalde score. Pass Good Very Good Excellent Outstanding
≥ 30% ≥ 45% ≥ 55% ≥ 70% ≥ 85%
Voor ons afstudeeronderzoek zijn we het meest geïnteresseerd in BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling. De beoordelingsrichtlijn BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling bestaat sinds 2011 en wordt nu doorontwikkeld en geschikt gemaakt voor bestaande gebieden. Hieronder vallen grootschalige (her)ontwikkelingen en gebieden met bebouwing, publieke ruimte en infrastructuur. De doelen van dit keurmerk zijn duurzaamheid op gebiedsniveau, het op niveau houden van duurzaamheid binnen individuele objecten, een prettig woon-, werk-, verblijfgebied, aanpassingsmogelijkheden op People, Planet en Profit en maximale duurzaamheid realiseren door vroegtijdige, weloverwogen keuzes met alle relevante belanghebbenden. Gebiedsontwikkelingen worden beoordeeld op zes duurzaamheidscategorieën: gebiedsmanagement, synergie, bronnen, ruimtelijke ontwikkeling, welzijn & welvaart en gebiedsklimaat.
Figuur 3.6 Hal in het Gemeentehuis Leidschendam-Voorburg. Analyse voor Duurzaam Wonen
49
Volgens Maikel de Laat, Coördinator Certificering & Helpdesk bij Dutch Green Building Council zijn de redenen van ondernemers om voor dit certificaat te kiezen divers. Dit kan zijn vanuit een duurzame ideologie, om bij te dragen aan het verbeteren van de duurzaamheid van Nederland. Maar ook heel zakelijk om de investeerders tevreden te stellen. Een duurzaam project heeft ook positieve gevolgen voor de gezondheid van de werknemers en zo ook invloed op de werkprestaties. De BREEAM-NL methode is een richtlijn waarmee bovenwettelijke eisen worden gesteld aan een omgeving. Maar BREEAM is geen vereiste en ook zonder BREEAM kan er al duurzaam ontwikkeld worden. Door al tijdens het ontwerpproces na te denken over het gebruiken van duurzame producten, het inpassen van groene en blauwe elementen, hergebruik van opgevangen water, etc. Allemaal maatregelen waarmee duurzame aspecten uitgevoerd kunnen worden. Er is geen absolute grens die beweert of een ontwikkeling duurzaam is of niet. Een BREEAM-NL ster laat zien dat er door een organisatie bewust wordt omgegaan met de duurzame aspecten van het gebouw en de bedrijfsvoering. Dit heeft in die zin verschillende waarden. De gezondheid van werknemers, het invloed uitoefenen op energieverbruik om kosten te besparen.
Figuur 3.7 Gemeentehuis van Leidschendam-Voorburg is BREEAM gecertificeerd. 50 Analyse voor Duurzaam Wonen
Het is voor veel organisatie belangrijk om op deze manier hun eigen prestaties te vergelijken met andere organisaties, stakeholders tevreden te stellen. Het gebruik van duurzame producten kan positieve gevolgen hebben voor de levensduur, op deze manier kan er bijvoorbeeld op de onderhoudskosten bespaard worden. Ook door het efficiënt omgaan met de waterhuishouding kunnen besparingen voor komen. Het hergebruiken van opgeslagen regenwater biedt vele mogelijkheden. Door op een innovatieve en efficiënte wijze om te gaan met de aanwezige voorzieningen worden nadelige gevolgen op de natuur verminderd, kosten voor de gebruiker of beheerder verminderd en de levensduur van gebouwen verlengd. Het volledige interview met de heer De Laat is te lezen in Bijlage I; Interviews BREEAM en GPR.
3.2 conclusie; theorieën De genoemde certificaten zijn van oorsprong gericht op het gebouw, het product. De kracht van deze certificaten is dat deze wereldwijd worden erkend. Zodoende is het een zekere meerwaarde voor een gebouw wanneer deze een certificaat bezit. Doordat duurzaamheid nog volop in ontwikkeling is, verschijnen er aangescherpte versies en worden er ook certificaten ontwikkeld voor andere bouwwerken zoals zwembaden en stations. Ook voor duurzame gebiedsontwikkeling zijn er nieuwe varianten van keurmerken. Hier wordt verder gekeken dan het object en wordt ook de toekomstwaarde en de leef kwaliteit van de omgeving meegenomen. Voor de Gemeente Leidschendam-Voorburg is dit meer van belang omdat een duurzame gemeente als groene woon- en werkstad - waar haar ambities liggen - meer omvat dan enkel de objecten. Duurzame gebiedsontwikkeling is ook een samenwerking tussen publieke en private partijen. Daar waar de private partijen zorg dragen voor de gebouwen, kan de Gemeente Leidschendam-Voorburg de leefbaarheid van de woningen en kantoren, en dus de groene woon- en werkstad, versterken door de openbare ruimte dusdanig vorm te geven zodat de bebouwing en de omgeving elkaar versterkt. Integrale samenhang tussen deze twee aspecten is helaas nog niet vanzelfsprekend. De gemeente kan hierin wel een leidende rol op zich nemen door met de ontwikkelaars overeen te komen dat de bebouwing aansluit op de openbare ruimte.
3.2.1 Certificaat als bovenwettelijke richtlijn
Uiteindelijk is iedereen verantwoordelijk voor duurzaamheid, de consument kan als klant al voor een belangrijk aandeel zorgen door te zorgen dat de vraag naar duurzame producten groeit. Het aanbod van duurzame producten stijgt zo ook. Maar dit werkt ook vice versa, door ondernemers die in de duurzame sector durven te stappen groeit het aandeel duurzame producten. Om de duurzaamheidsambitie concreet te vertalen naar de ontwikkelaars hoeft de Gemeente Leidschendam-Voorburg geen eigen randvoorwaarden op te stellen. De criteria van bestaande certificaten en labels voor duurzame bouw zijn met grote zorgvuldigheid opgesteld en hebben in de loop der jaren een ‘naam’ opgebouwd. Wij raden de gemeente aan om hier handig gebruik van te maken bij het waarmaken van haar ambities. De criteria die gesteld worden bij bijvoorbeeld BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling en GPR Stedenbouw kunnen door de gemeente meegenomen worden bij het opstellen van een ruimtelijk kader. Op deze manier is er duidelijk aan welke eisen er moet worden voldoen. De genoemde certificaten moeten door de gemeente bij de initiatieffase met klem worden aanbevolen in de intentieovereenkomst zodat de ontwikkelaar hiernaar zijn ontwerp kan vormen. Een andere kwaliteit van de certificaten is dat er ook tijdens de gebruiksfase, een jaar na oplevering, wordt gecontroleerd of de bebouwing nog aan de gestelde eisen voldoet.
Analyse voor Duurzaam Wonen
51
Wat zijn de ruimtelijke kwaliteiten Duurzame referentieprojecten
4. Benchmark Om een goed beeld te krijgen van de huidige ontwikkelingen op het gebied van duurzame stedenbouw, is er onderzoek gedaan naar bestaande duurzame projecten. Deze projecten/ locaties zijn een belangrijk onderdeel in duurzame gebiedsontwikkelingen in Nederland en worden vaak aangedragen als voorbeeld of testcase voor toekomstige ontwikkelingen. Aan de hand van verschillende adviezen uit het vakgebied en literatuuronderzoeken hebben wij ons gericht op twaalf projecten/locaties. Deze locaties hebben wij onderverdeeld in de volgende thema’s. • • •
Uitleglocaties in het buitengebied Inbreidingslocaties in stedelijk gebied Appartementencomplexen
Aan vijf locaties hebben wij een bezoek gebracht om een beter beeld te krijgen van de duurzame toepassingen. Zo hebben wij inspiratie opgedaan voor het onderzoek en zijn wij met directe betrokkenen in contact gekomen. De resterende zes projecten zijn aan de hand van verschillende literatuur onderzocht en geanalyseerd. De volgende deelvragen worden onderzocht in dit hoofdstuk: - Welke referentieprojecten in NL zijn een succes op het gebied van duurzame woningbouw? - Waarom is dit een succes? - Op welk vlak onderscheid dit project zich? - Geeft dit een meerwaarde aan de locatie/eigenaar? Analyse voor Duurzaam Wonen
53
4.1 Duurzame referentieprojecten In Nederland hebben wij tien locaties uitgekozen waarvan we er aan vijf een bezoek hebben gebracht. Per locatie is er een overzicht gemaakt van de kenmerken van het gebied. Hierin wordt aangegeven waarop dit gebied zich onderscheidt ten opzichte van de andere projecten. Twee projecten zijn in het buitenland gelegen. Deze hebben wij erbij betrokken om te kijken hoe duurzame stedenbouw internationaal presteert. De projecten zijn geselecteerd door middel van advies vanuit de Gemeente Leidschendam-Voorburg, Hogeschool Rotterdam en vanuit de projecten uit het boek Duurzame Stedenbouw, The Next Step. (Stichting Beursloge Projecten, 2010) In dit boek staan projecten die hoog aangeschreven staan in Nederland op het gebied van duurzaamheid beschreven. Mocht u geĂŻnteresseerd zijn in meerdere duurzame projecten dan verwijzen wij u naar dit boek. Uit deze projecten kunnen wij inspiratie opdoen en de succesfactoren achterhalen en gebruiken in ons onderzoek. Ook wordt het proces naar een dergelijke wijk duidelijk en komt er naar voren wie de initiatiefnemers waren achter deze plannen.
4.1.1 Uitleglocaties in het buitengebied
Een uitleglocatie in het buitengebied is een locatie buiten de stad/dorp gelegen. Hiervoor is vaak een stuk land/polder/voormalig bedrijventerrein getransformeerd tot nieuwe woonwijk waarvoor ook nieuwe voorzieningen zijn aangelegd (infrastructuur, kabels en leidingen). In bijlage III zijn de benchmarkbladen van de projecten bijgevoegd. Op deze bladen is de algemene informatie van de duurzame toepassingen van ieder project beschreven.
54
Analyse voor Duurzaam Wonen
Tabel 4.1 Overzicht projecten.
Uitleglocaties in het buitengebied 1
EVA-Lanxmeer Culemborg 2000
2
Park 2020 Hoofddorp 2020
3
Stad van de Zon Heerhugowaard 2015
4
Rijswijk-Buiten Rijswijk 2020
5
Vastra Hamnen MalmĂś, Zweden 2001
Inbreidingslocaties 6
De Kersentuin Utrecht 2005
7
GWL-Terrein Amsterdam 1997
8
Kanaaloevers Apeldoorn 2005
9
Oosterdokseiland Amsterdam 2014
10
Vauban Freiburg, Duitsland 2006
Appartementencomplexen 11
De Trip Utrecht 2016
12
Futura Zoetermeer 2014
5
3
7 2
4
12
1. EVA-Lanxmeer, Culemborg
De wijk EVA-Lanxmeer is geen doorsnee duurzame wijk. Deze ecologische opgezette wijk is ontstaan vanuit een burgerinitiatief en biedt de juiste balans tussen duurzaamheid, ecologie en sociale samenhang. Binnen de wijk is een hechte sociale band waardoor je als nieuwe bewoner moet instemmen met de bewonersovereenkomst en lid wordt van de bewonersvereniging. De wijk is gelegen in een waterwingebied en beperkt toegankelijk voor auto’s waardoor er langs de rand van de wijk geparkeerd moet worden. Door de verminderde infrastructuur is er meer ruimte voor groen wat grotendeels in beheer is van de bewoners. Water speelt een belangrijke rol in de wijk en wordt in de wijk zelf opgepompt. De woningen zijn zo gepositioneerd zodat zij optimaal gebruik kunnen maken van passieve energie en sociale contacten. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, pp. 82-105) Aan EVA-Lanxmeer hebben wij een bezoek gebracht, in hoofdstuk 4.2.5 staat het verslag van ons bezoek.
9 6
11
8 10
Zie benchmarkblad 1 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
1
Uitleglocaties in het Buitengebied Inbreidingslocatie Appartementencomplex
Figuur 4.1 Duurzame projecten in Nederland.
Figuur 4.2 Woningen in EVA-Lanxmeer. Analyse voor Duurzaam Wonen 55
2.Park 2020, Hoofddorp
Park 2020 is een bedrijventerrein in ontwikkeling die gebaseerd is op het Cradle to Cradle principe. Samen met de bedenkers van Cradle tot Cradle is ontwikkelaar en initiatiefnemer Delta Development Group het project gestart. Het bedrijventerrein moet het voorbeeld zijn van toekomstige ontwikkelingen en grote bedrijven huisvesten die duurzaamheid voorop hebben staan. In het gebied moeten alle materialen hergebruikt kunnen worden en aan de hoogste standaarden voldoen. Ook wordt er gebruik gemaakt van duurzame energie en zijn alle gebouwen BREEAM gecertificeerd. De openbare ruimte moet voor rust en eenheid zorgen waar de werknemers kunnen ontspannen. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, pp. 180) Aan Park 2020 hebben wij ook een bezoek gebracht, in hoofdstuk 4.2.3 staat het verslag van ons bezoek. Zie benchmarkblad 2 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
Figuur 4.3 Luchtfoto van Park 2020. 56 Analyse voor Duurzaam Wonen
3. Stad van de Zon, Heerhugowaard
De Stad van de Zon is een nieuw stedelijk gebied gelegen in Heerhugowaard-Zuid. De ligging en vorm maken het gebied zo bijzonder. Het is een eiland ingebed in een recreatiegebied van 177 hectare groot, wat de verhouding tussen stedelijk en natuur meer dan bijzonder maakt. Het groengebied bestaat uit verschillende ecologische zones met 75 hectare aan recreatief water. In het plangebied wordt optimaal gebruik gemaakt van actieve en passieve zonneenergie. Hierdoor is 80 procent van de verkaveling noord-zuid georiĂŤnteerd en wordt het grootste deel van zijn energie opgewekt uit zonnepanelen. Veel woonstraten zijn autovrij waardoor er extra aandacht gegeven kon worden aan groen, speciale bestrating en speelvoorzieningen. Ook beschikt de wijk over een centrumgebied met verschillende voorzieningen. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, p. 107) Zie benchmarkblad 3 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
Figuur 4.4 Luchtfoto van het eiland van de Stad van de Zon.
4. Rijswijk-Buiten, Rijswijk
5. Vastra Hamnen, Malmö Zweden
Ook aan Rijswijk-Buiten hebben wij een bezoek gebracht, in hoofdstuk 4.2.4 staat het verslag van ons bezoek.
Zie benchmarkblad 5 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
In de periode van 2013 tot en met 2023 wordt er een nieuwe wijk gebouwd in het voormalige kassengebied tussen Rijswijk en Delft. Deze grootschalige stedelijke herstructurering moet ruimte bieden aan zo’n 3500 woningen op een gebied van 240 hectare groot. Het bijzondere aan dit project is dat de woningen energie neutraal worden. Dit betekend dat zij geen energie verbruiken en worden gebouwd met de EPC norm van 0,0. Om dit te kunnen garanderen beloofd het bedrijf Klimaatgarant de komende 25 jaar nul-op-de-meter door middel van een onderhoudscontract. De wijk zal bestaan uit een diversiteit van koop- en huurwoningen met een eigen centrum met voorzieningen. De auto is te gast op de meanderende straten die de gehele wijk verbinden. Bij iedere woning is een voorziening gerealiseerd om je elektrische auto op te laden. Naast de wijk is een groot park en bos aanwezig die in de wijk doorgetrokken wordt. (Gemeente Rijswijk, 2015)
Door de bouw van de Oresundbrug tussen Malmö en Kopenhagen kreeg het oude havengebied een strategische ligging die benut werd door de herontwikkeling in 1997. Het project wordt gezien als internationaal voorbeeld van duurzaamheid, aangezien hier zijn vele duurzaamheidstoepassingen zijn gebruikt. Het gebied wordt beschermd van de zeewind door grote bouwblokken aan de boulevard te bouwen. Met een grote dichtheid en een verscheidenheid aan functies heeft het een grote aantrekkingskracht voor de omwonenden. Duurzame energie wordt ook op grote schaal toegepast. Zo zijn de woningen aangesloten op de stadsverwarming, die zijn warmte verkrijgt door een warmtepomp en zonnecollectoren. Windmolens en zonnecellen zorgen voor de energie voor de energiezuinige bebouwing die zijn gebouwd uit recyclebare materialen. Daarbij wordt het huishoudelijk afval omgezet in biogas om andere deelgebieden te voorzien van energie. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, p. 135)
Zie benchmarkblad 4 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
Figuur 4.5 Luchtfoto van de eerste straten van Rijswijk-Buiten.
Figuur 4.6 Luchtfoto van Vastra Hamnen. Analyse voor Duurzaam Wonen 57
4.1.2 Inbreidingslocaties
Een inbreidingslocatie is een locatie binnen bestaand stedelijk gebied. Waar de infrastructuur al aanwezig is en de omliggende bebouwing het gebied ontsluiten. Vaak is hier al bebouwing aanwezig die hergebruikt of gesloopt moet worden.
4.4 Binnenplaats Het eiland van de Stad van de Zon. Figuur 4.7 in Kersentuin. 58 Analyse voor Duurzaam Wonen
6. De Kersentuin, Utrecht
De Kersentuin is een sociale en duurzame wijk in de Vinex locatie Leidsche Rijn. De wijk is ontstaan uit initiatief van bewoners die op zoek waren naar een nieuwe woning in een sociaal sterke en duurzame wijk. De gemeente Utrecht was op de hoogte van de woningzoekenden en heeft deze samengebracht voor de ontwikkeling van Kersentuin. Hierdoor is de bouw en inrichting van de wijk overgelaten aan de bewoners en is de huidige bewonersvereniging nog sterk aanwezig (buurthuis in het centrum van de wijk). Zij zorgen ervoor dat de ambitie die is vooropgesteld bij de aanleg van de wijk gewaarborgd blijft (sociaal en duurzaam) en organiseren sociale activiteiten om de sociale cohesie te versterken. De wijk is via twee doodlopende straten toegankelijk per auto waar een lage parkeernorm is gehanteerd. Uitbundig groen is in grote getale aanwezig wat door de bewoners zelf onderhouden wordt. De woningen zijn zo gebouwd dat deze uitgebreid kunnen worden in de toekomst, ook is er de mogelijkheid om zonnepanelen te monteren. (Vereniging De Kersentuin, 2015) Aan de Kersentuin hebben wij een bezoek gebracht, in hoofdstuk 4.2.2 staat het verslag van ons bezoek. Zie benchmarkblad 6 voor meer informatie over de duurzame toepassingen
Figuur 4.8 Luchtfoto van de Kersentuin.
7. GWL-Terrein, Amsterdam
Het GWL-Terrein is gelegen op het voormalige Gemeentelijke Waterleidingbedrijf terrein in het Westerpark, Amsterdam. Nadat het bedrijf het gebied verliet kwam er een groot stuk grond braak tegen het centrum van Amsterdam. Verschillende omwonenden zagen hier de kans om een duurzame wijk te creĂŤren met aantrekkelijke voorzieningen. Voor dit plan zijn verschillende bestaande panden van het waterleidingen bedrijf hergebruikt en is er rekening gehouden met het stratenpatroon uit de omgeving. De wijk is geheel autovrij, parkeerplaatsen zijn dan ook aan de randen gelegen. De woningen zijn ruim opgezet met veel groen ertussen. De wijk bestaat vooral uit koop en huur appartementen met energiebesparende maatregelen. In de wijk speelt de bewonersorganisatie een belangrijke rol. Zij zorgen voor het behoudt van de duurzame ambitie en onderhouden gezamenlijk het groen. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, pp. 112-131)
8. Kanaaloevers, Apeldoorn
Tegen de binnenstad van Apeldoorn lag een dichtbebouwd verouderd industrieterrein. Begin jaren 90 is de gemeente met marktpartijen, omwonenden en bewoners bijeen gaan zitten om dit gebied opnieuw te ontwikkelen. Het Apeldoorns kanaal, beperkte mobiliteit en het behoud van de waardevolle landschappen werden als uitgangspunt gebruikt, waarmee het gebied een aantrekkelijk woon-, werk en verblijfsgebied moest worden. Er werd ook rekening gehouden met jonge gezinnen door wooneenheden aan te bieden in de verschillende koop- en huursegmenten. Het project sluit aan op de bestaande stad met zijn structuren en kwaliteiten, en met het herstel van het beek- en sprengsysteem waarborgt het een duurzame omgang met het regenwater. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, p. 132) Zie benchmarkblad 8 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
Ook aan het GWL-Terrein hebben wij een bezoek gebracht, in hoofdstuk 4.2.1 staat het verslag van ons bezoek. Zie benchmarkblad 7 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
Figuur 4.9 Luchtfoto van het GWL-Terrein.
Figuur 4.10 Luchtfoto van Kanaaloevers. Analyse voor Duurzaam Wonen 59
9. Oosterdokseiland, Amsterdam
In het centrum van Amsterdam naast het Centraal Station is het Oosterdokseiland gelegen. Na het vertrekken van de PTT en het vrijkomen van dit eiland was hier een grote stedelijke ontwikkeling mogelijk. Op deze locatie is gekozen voor een grootschalige duurzame ontwikkeling die ruimte biedt voor wonen, werken, winkelen en ontspannen. Het Amsterdamse Conservatorium en Openbare Bibliotheek zijn veelgeprezen en de moderne architectuur en stedenbouwkundige opzet zijn gebaseerd op de lange termijn. Zonnepanelen zorgen voor de duurzame energie en alle gebouwen zijn aangesloten op het LTEO systeem (Lange Termijn Energie Opslag). (Stichting Beursloge Projecten, 2010, pp. 212-231) Zie benchmarkblad 9 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
Figuur 4.11 Luchtfoto van Oosterdokseiland naast Amsterdam Centraal. 60 Analyse voor Duurzaam Wonen
10. Vauban, Freiburg Duitsland
Op een voormalig militair terrein werden tussen 1998 en 2006, 2000 nieuwe woningen gebouwd. Dit project wordt gezien als voorbeeld voor de duurzame stedenbouw en krijgt hoge aanzien in Duitsland. Oude gebouwen zijn hergebruikt als woningen, studentenhuisvesting en sociale voorzieningen waarbij er ook voldoende werkplekken zijn gecreëerd. Het project is geïntegreerd in de structuur van de omliggende gebieden en het regenwater is losgekoppeld van de riolering. De wijk is autovrij door buurtgarages te creëren aan de randen van de wijk. Het gebied biedt een grote verscheidenheid aan soorten woningen om zowel studenten, gezinnen en ouderen te huisvesten. (Stichting Beursloge Projecten, 2010, p. 111) Zie benchmarkblad 10 voor meer informatie over de duurzame toepassingen.
Figuur 4.12 Luchtfoto van Vauban.
4.1.3 Appartementencomplex
Voor het onderzoek hebben wij ook gekeken naar losse complexen. Hier gaat het namelijk ook om een groot aantal woningen binnen het stedelijk gebied.
11. De Trip, Utrecht
De Trip is een project in het centrum van Utrecht wat ruimte moet bieden aan starters die hun opleiding net hebben afgerond. In dit appartementencomplex komen 255 huurappartementen en biedt ruimte voor horeca en creatieve ondernemers. De samenwerkende partijen aan dit project zijn de komende 20 jaar verantwoordelijk voor de energielevering en onderhoudt. Hierdoor woon je gegarandeerd in een duurzaam complex en ben je niet verantwoordelijk voor het onderhoud aan de installaties. De woningen zijn onder andere voorzien van zonnepanelen, vloerverwarming en een warmte koude voorziening. (Jebber, 2015) Zie benchmarkblad 11 voor meer informatie over de duurzame toepassingen. Interview Jebber is een organisatie die huurwoningen aanbiedt aan jongeren en starters in Utrecht. Met het appartementencomplex De Trip zijn ze een nieuwe standaard aangegaan wat betreft jongerenwoningen. Via de mail zijn we in contact gekomen met directeur van Loon, en hebben we haar een aantal vragen kunnen stellen over dit duurzame appartementencomplex. Voor de Trip heeft Jebber gekeken naar de ruimte en voorzieningen die starters nodig hebben zonder hiervoor de hoofdprijs te hoeven betalen. Door te kiezen voor een duurzaam appartementencomplex zorgt Jebber ervoor dat de toekomstige bewoners lagere maandlasten hebben, wat gunstiger is voor starters die een beperkter budget heeft. Deze doelgroep heeft duurzaam niet voorop staan bij het zoeken naar een nieuwe woning. Jebber is uit eigen initiatief dit duurzame project gestart en heeft met het BREEAM-NL certificaat (Very Good) een stok achter de deur om de duurzaamheidambities waar te maken. Om de duurzaamheid in het complex te waarborgen is het consortium COM4Trip opgericht. Zij bieden een onderhoudscontract aan voor 20 jaar om de energielasten laag te houden en onderhoud te bieden aan de installaties. In bijlage II is het volledige interview met de mevrouw van Loon weergeven. Figuur 4.13 3D ontwerp van appartementencomplex De Trip. Analyse voor Duurzaam Wonen 61
12. Futura, Zoetermeer
Het appartementencomplex Futura is gebouwd op een voormalig fietscrossterrein in het centrum van Zoetermeer. Het complex bestaat uit 6 woonlagen met 69 huurappartementen en is het meeste duurzame woningcomplex van Nederland. Het heeft de BREEAM-NL certificering “Very Good” meegekregen wat betekend dat het complex wat betreft duurzaamheid voorop loopt. Zo wordt het hemelwater afgevoerd naar de naast gelegen vijver, is er een warmte-koudeopslag, lage temperatuurregeling met koeling en een natuurvriendelijk omgeving. In het complex is een atrium gevestigd die warmte vast houdt wat hergebruikt kan worden in koude periodes. Ook biedt dit sociale mogelijkheden doordat de woningen met elkaar zijn verbonden door middel van een gemeenschappelijke ruimte. (ASR Vastgoed, 2015) Zie benchmarkblad 12 voor meer informatie over de duurzame toepassingen. Interview De heer Lachmansingh is Initiatiefnemer en beheerder van Futura Zoetermeer, via de mail zijn wij met hem in contact gekomen en hebben wij diverse vragen kunnen stellen over het project Futura en de rol van A.S.R. A.S.R. is de afnemer van het project en bezit en verhuurd de woningen aan potentiele huurders. Het bedrijf heeft de 3P’s hoog staan en wil met Futura hun huidige woonbestand aanvullen met een duurzaam gebouw die op langere termijn aantrekkelijk blijft. Doordat er de keuze is gemaakt om een hoogstaand duurzaam complex te realiseren wil A.S.R. kenbaar maken dat ze duurzaamheid hoog hebben staan, hierbij biedt de BREEAM-NL certificering erkenning (Very Good). Om de lage energiekosten te kunnen garanderen hebben zij in samenwerking met Ballast-Nedam een onderhoudscontract getekend voor 15 jaar, die de duurzaamheid in het pand waarborgt en onderhoudt biedt aan de daarvoor behorende installaties. A.S.R. verwacht dat duurzaamheid een steeds belangrijkere rol speelt in de bouwwereld en hoopt dat gemeentes deze ontwikkelingen meer gaan stimuleren. Duurzaamheid moet rendabel blijven aangezien toekomstige huurders duurzaamheid niet voorop hebben staan, en niet altijd bereid zijn hiervoor meer te betalen. In bijlage II is het volledige interview met de heer Lachmansingh weergeven. In bijlage IV is de collage weergeven van de gemaakte foto’s van Futura. 62
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 4.14 Appartementencomplex Futura.
4.2 Bezoek Projecten Aan vijf projecten van het benchmark onderzoek hebben wij een bezoek gebracht. Tijdens dit bezoek hebben wij een wandeling gemaakt door de wijk en met diverse belanghebbenden gesproken om hun ervaringen te delen. De projecten die wij hebben bezocht: Tabel 4.2 Data locatie bezoek projecten.
Project
Stad
Datum
GWL-Terrein Amsterdam 09-03-2015 Kersentuin Utrecht 16-03-2015 Park 2020 Hoofddorp 23-04-2015 Rijswijk-Buiten Rijswijk 04-05-2015 EVA-Lanxmeer Culemborg 27-05-2015
Om de Gemeente Leidschendam-Voorburg meer te betrekken bij ons onderzoek en kennis te maken met een duurzame wijk hebben wij enkele medewerkers meegenomen naar de wijk EVA-Lanxmeer. Op deze dag is er een rondleiding gegeven door een betrokkene bij de oprichting van de wijk en hebben wij kennis gemaakt met de wethouder vanuit de Gemeente Culemborg.
Analyse voor Duurzaam Wonen
63
4.2.1 GWL-Terrein Datum: 09-03-2015 Locatie: Amsterdam Aanwezig: Tom van Dam en Patrick den Heijer Het GWL-terrein is gelegen tegen het centrum van Amsterdam naast het Westerpark. De bereikbaarheid met het openbaar vervoer is goed te doen en via de bus waren wij er binnen 10 minuten vanaf het Centraal Station. De wijk valt direct op met zijn eigen bouwstijl en andere opzet dan zijn directe omgeving. Via de autovrije paden loop je de wijk in en valt het direct op dat er meer groen aanwezig is dan je in Amsterdam gewend bent. De woningen zijn ruim opgezet en overal staan hagen die dienen als scheiding tussen openbaar, semi-openbaar en privé. Het oogt nog erg kaal maar dat komt omdat de lente pas begonnen is. Volgens een van de bewoners is het hier in de zomer een oase van groen en een welkome afwisseling in de drukke grijze stad. Wij kwamen via de Waterleliegracht de wijk binnen wat eigenlijk helemaal geen gracht is. Deze “gracht” dient als water opvang voor het hemelwater en groeibron voor de lelies (die pas verwijderd zijn). Aan dit water is een van de oorspronkelijke gebouwen van de wijk gelegen. Het oude “pompgebouw” herbergt het bekende restaurant Amsterdam en twee bedrijfsruimtes. Binnen het gebouw is de stalen constructie nog zichtbaar en hebben wij van een bakje koffie kunnen genieten in een historische omgeving. Bij de ingang van het restaurant is de watertoren gelegen. Deze stalen pilaar dateert uit 1975 en staat als een icoon midden in de wijk. De toren is nog functioneel en heeft een beschermde functie. Het naastgelegen oude magazijn dient nu als woning met het oude ventielhuisje er direct naast gelegen. Dit eenpersoonshuisje wordt beheerd door de bewoners van het oude magazijn en wordt nu neergezet als het kleinste hotel van Nederland. Aan de rand van de wijk staan twee hoge brede flats die dienen als geluidsbarrière tussen de wijk en het erachter gelegen industriegebied. Dit geeft de wijk een gesloten indruk maar zorgt ook voor een eigen en intiem karakter. De flats passen in het ontwerp van de resterende bebouwing en vallen dan ook niet uit de toon. Als je door de wijk loopt blijven de hagen je opvallen hoewel ze nu kaal zijn lijken ze best hoog. Volgens Juul Backerra (bewoonster) worden de hagen in de toekomst lager en de groene metalen hekken die er achter staan verwijderd. De zigzagwoningen zijn ruim opgezet waar de woningen op de begane vloer een tuintje hebben. Tussen de privé tuinen zijn de moestuinen gelegen die worden gebruikt door de bewoners binnen en buiten de wijk. 64
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 4.16 Collage van de gemaakte foto’s van het GWL-Terrein.
Centrale watergracht
De voetpaden zijn autovrij waardoor deze voor een groot deel geen harde ondergrond hebben. Dit moet ervoor zorgen dat het regenwater beter in de grond kan infiltreren. Ook maakt dit het veilig voor kinderen die ook van buiten de wijk komen volgens buurtbeheerder Hassan Ziani. Het nadeel van zo’n autovrije wijk is dat de bewoners in het midden niet makkelijk bij hun woning kunnen komen en dat nieuwe bewoners hier niet altijd van op de hoogte zijn. Dit kan tot ergernis leiden bij de oorspronkelijke bewoners. De parkeerplaatsen zijn gelegen aan de rand van de wijk wat ervoor heeft gezorgd dat een deel van de bewoners geen auto voor de nodig heeft. De Koepelvereniging moet ervoor zorgen dat de bewoners nauw betrokken zijn bij de wijk. Deze vereniging vertegenwoordigt de corporaties, VVE’s, stadsdeel en de moestuinvereniging. Iedere bewoner van de wijk draagt een klein bedrag af aan deze vereniging die zich sterk maakt voor het behoud en onderhoud van de wijk. Er worden bewoners initiatieven opgestart en de sociale cohesie wordt door hen versterkt. Zo wordt er jaarlijks een pluk dag georganiseerd (appels plukken en appeltaarten maken) en gaan de bewoners gezamenlijk het groen snoeien. In het centrum van de wijk ligt het oude toegangshuisje waar de buurtbeheerder gevestigd is. De buurtbeheerder (Hassan Ziani) is vier dagen per week beschikbaar voor onderhoud, vragen en klachten van de bewoners. Het huisje zelf kan gebruikt worden als vergaderruimte of ontmoetingsplek en is dan ook in eigendom van de vereniging. Aan het eind van ons bezoek zijn wij rondgeleid door bewoner en bestuurslid Juul Backerra die ons haar eigen ervaring van de wijk heeft verteld. Ze woont al vanaf het begin (1997) met plezier in de omliggende flat. En verteld met enthousiasme over de projecten waarmee ze bezig zijn om de wijk groener te maken. Maar geeft ook aan dat er enkele verbeter punten zijn. Zo zijn de meeste duurzame technieken achterhaald en is de wijk niet meer heel duurzaam. Ook is de energie die eerst werd opgewekt door een eigen centrale stop gezet door Nuon. Waardoor de op dit moment verkregen stroom en warmte niet duurzaam meer is. Hoewel de doorstroom in de wijk klein is, gaan gezinnen die kinderen krijgen toch de wijk uit. De woningen beschikken niet over de gewenste ruimte en in de wijk zelf zijn dan ook geen doorstroom mogelijkheden. Terwijl de bewoners juist een band hebben met hun buurt en hier graag zouden willen blijven.
t Figuur 4.15 De Waterleliegracht in het GWL-Terrein.
Analyse voor Duurzaam Wonen
65
Hoewel de wijk verouderd is scheelt het toch in de portemonnee zegt Jacquline Commandeur (bewoonster). De woningen verbruiken minder stroom, houden warmte beter vast en gaan zuinig om met water (opvang en gebruik). Maar nieuwe systemen zijn wel noodzakelijk om de wijk duurzaam te houden. Sinds kort zijn sommige woonblokken (koop) dan ook voorzien van zonnepanelen. Het GWL-Terrein is een dorpje in de stad met een eigen karakter. De technieken in de wijk zijn al deels verouderd en met de nieuwe standaarden zijn de “gewone wijken” al even duurzaam. Maar de wijk onderscheid zich toch door zijn autovrije straten, hergebruikte gebouwen en sociale band. Vooral het sociale gedeelte is in deze wijk erg belangrijk. Hierdoor worden de bewoners gestimuleerd om het ooit bedachte duurzame concept te blijven beschermen, en niet slecht om te gaan met hun wijk. Dit is een voorbeeld voor de kinderen en biedt ook nog eens voldoende speelruimte. In bijlage II is het volledige interview met de bewoners van de wijk weergeven. Zie benchmarkblad 7 (bijlage III) voor meer informatie over de duurzame toepassingen. In bijlage IV is de collage weergeven van de gemaakte foto’s. Tabel 4.3 SWOT GWL-Terrein. Sterkte - Koepelvereniging - Eigen buurthuis/vergaderruimte - Buurtbeheerder - Sterke sociale band - Auto vrij - Voorzieningen (restaurant, kleine bedrijfjes) - Centrum Amsterdam - Goed bereikbaar met OV (tram en bus) - Zuinige woningen - Moestuintjes - Sociale huur en koop gemengd - Kindvriendelijke wijk Kansen - Nieuwe duurzame maatregelen - Sociale initiatieven - Groen wordt door bewoners onderhouden en geplant 66
Analyse voor Duurzaam Wonen
Zwakte - Geen auto in de wijk - In de lente/winter oogt de wijk kaal (geen bladeren) - Geen woning variatie (vrij kleine woningen) - Duurzame maatregelen achterhaald - Nieuwe bewoners doen niet altijd mee met duurzame/sociale ambitie
Bedreigingen - Geen doorgroei mogelijkheden woning - Gezinnen trekken uit de wijk - Verouderde systemen - Energie centrale ligt stil - Nieuwe bewoners niet op de hoogte van duurzame wijk of autoverbod in wijk
Autovrije wijk Figuur 4.16 Complexen in het GWL-Terrein.
Analyse voor Duurzaam Wonen
67
Aanpasbare woningen
Figuur 4.17 Zonnepanelen op de daken. 68
Analyse voor Duurzaam Wonen
4.2.2 Kersentuin Datum: 16-03-2015 Locatie: Leidsche Rijn, Utrecht Aanwezig: Tom van Dam en Patrick den Heijer In de nieuwe gigantische Vinex wijk Leidsche Rijn is het kleine duurzame buurtje Kersentuin gelegen. Deze wijk valt op door zijn kleur, ontsluiting en vele groen. Toen wij aan kwamen lopen vielen direct de gele woningen met oranje daken op. En gaven de zonnepanelen en het groen de eerste hint dat het hier om een duurzame buurt gaat. Met de auto is de wijk maar via twee doodlopende straten te bereiken waar ook een beperkt aantal parkplaatsen gelegen zijn. De overige plaatsen liggen in een parkeergarage onder het centrale complex waar de bewoners een plekje kunnen huren. Door de lage parkeernorm van 0,5 hebben een groot aantal bewoners geen auto, maar is er wel een mogelijkheid om deze te huren in hun eigen wijk. Wij werden ontvangen in het buurthuis in het centrum van de wijk waar wij wachtte op een presentatie van een bewoner over de oprichting en ontstaan van de wijk. Samen met drie belangstellenden hebben wij de presentatie van Hein bijgewoond. Hein woont al 9 jaar in de wijk en is actief lid van de bewonersvereniging. Hij was niet aanwezig bij de oprichting van de wijk maar speelt wel een belangrijke rol binnen de organisatie. De wijk was een initiatief van woningzoekenden die een duurzame woning wilden, een sociale samenhang wensten en gewoon op zoek waren naar een nieuwe woning. De gemeente heeft deze mensen bij elkaar gebracht en zo de eerste stap gemaakt. Hieruit is de organisatie de Kersentuin (VvE, geregistreerd bij de KvK) opgericht en waren zij van groot belang bij de verdere ontwikkeling van de wijk. De wijk bestaat uit 94 woningen gevarieerd in 66 koop en 28 sociale huur (corporatie Portaal), 51 hiervan zijn grondgebonden en 43 gestapeld. Aan de zonnepanelen en woningen is duidelijk te zien waar het zuiden is gelegen, de ramen aan deze zijde zijn groter om zo optimaal gebruik te maken van de zon. Ook zijn de woningen gebouwd met de achterliggende gedachte om ze later uit te kunnen breiden, de wanden zijn namelijk verplaatsbaar. Hein liet ons een mooi voorbeeld zien van zijn eigen woning (grotere woning), met de woning van de buren die later is uitgebreid. De constructie is zo gemaakt dat wanden eenvoudig verplaatsbaar zijn en dit geen afbreuk geeft aan het uiterlijk van de woningen. Hierdoor blijft het blok als ĂŠĂŠn geheel en kan er eenvoudig de keuze worden gemaakt om je eigen woning groter te maken.
Niet alle woningen beschikken over zonnepanelen, de keuze is aan de bewoners om deze te plaatsen. Op de daken zijn al voorbereidingen getroffen om deze eenvoudig en snel te bevestigen en aan te sluiten op het lichtnet. In het midden van de wijk staat een groot blok met een parkeergarage op de begane grond. Op het dak van de parkeergarage is een semi-openbare tuin gelegen die alleen bedoeld is voor de bewoners van de aanliggende woningen. Een kleine flat aan de rand van het complex kijkt uit op de groene daktuin. Tussen de woonblokken is het groen gelegen, dit groen wordt door de bewoners zelf onderhouden. Doordat dit zelf wordt gedaan konden er keuzes worden gemaakt voor een eigen inrichting, aangezien ze geen rekening hoefden te houden met de onderhoudseisen van de gemeente. Er zijn veel speelgelegenheden voor de kinderen en ontmoetingsplekken voor de bewoners. Bij het materiaalgebruik is er gekozen voor hergebruikt en natuurlijk materiaal. Door het groen en het deels autovrije karakter oogt de wijk toegankelijk en gezellig. Iets wat het sociale aspect in de wijk zeker ten goede komt. De bewonersvereniging zorgt voor het onderhoud van het groen en de sociale activiteiten in de wijk. Ook zorgen zij ervoor dat nieuwe bewoners op de hoogte worden gesteld van de duurzame maatregelen en de regels binnen de wijk. Niet iedereen die daar komt wonen is hier even blij mee, maar als je er komt wonen heb je ervoor gekozen om daar onderdeel van uit te maken. Dit kan soms tot onenigheden resulteren binnen de vereniging. De wijk bestaat alweer twaalf jaar en bepaalde duurzame wensen vanuit de bewoners zijn nooit uitgevoerd. Maar het idee achter de wijk is zeker geslaagd. De samenhang onderscheidt zich door het sociale karakter en het aspect duurzaam versterkt dit alleen maar. Zo hebben de bewoners iets gemeenschappelijk, maar het gezamenlijke belang ontbreekt. Iedereen kan zijn eigen zonne-energie opwekken en heeft een duurzame woning maar als de energie gezamenlijk opgewekt en verdeeld wordt zal ieder zijn bijdrage erg van belang zijn. Dit zal in een nieuwe duurzame wijk een belangrijke rol moeten spelen om onenigheden op lange termijn te voorkomen.
Analyse voor Duurzaam Wonen
69
Zie benchmarkblad 6 (bijlage III) voor meer informatie over de duurzame toepassingen. In bijlage IV is de collage weergeven van de gemaakte foto’s.
Tabel 4.4 SWOT Kersentuin. Sterkte - Buurtvereniging - Eigen buurthuis, met kantoor- en wasruimte - Sociale initiatieven - Autoluw - Veel groen - Groen in eigen beheer - Flexibele woningen - Duurzame woningen - Sociale huur en koop gemengd - Verschillende soorten woningen Zwakte - Beperkte parkeervoorzieningen - Verschillende mensen, dus verschillende meningen - Aanpassing woning altijd in overleg met vereniging Kansen - Woningen kunnen uitgebreid worden - Voorbereidingen voor zonnepanelen zijn al getroffen - Sociale initiatieven - Groen wordt door bewoners aangelegd en onderhouden Bedreigingen - Nieuwe bewoners niet op de hoogte van duurzame wijk of initiatieven - Onenigheid en spanning in vereniging - Niet iedereen wil betalen of meedoen
70
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 4.18 Zelf onderhouden groen in Kersentuin.
Door bewoners onderhouden groen
Analyse voor Duurzaam Wonen
71
4.2.3 Park 2020 Datum: 22-04-2015 Locatie: Hoofddorp Aanwezig: Tom van Dam en Patrick den Heijer Park 2020 is een bedrijventerrein gebaseerd op het Cradle to Cradle principe gelegen tussen Hoofddorp en Schiphol. Vanaf het treinstation is het vijf minuten lopen en om de vijf minuten rijdt er een bus langs het gebied. Voor bedrijven is de ligging van het gebied ideaal aangezien Schiphol vanaf hier goed te bereiken is via de auto. Het bedrijvenpark is volop in ontwikkeling, op het moment zijn er vijf van de tien bedrijven gerealiseerd met de bijbehorende openbare ruimte. De ontwikkelaar en initiatiefnemer Delta Development Group is samen met bedenker van het Cradle to Cradle principe William Mc Donnaugh begonnen met het project. In de gemeente Hoofddorp lag een groot stuk grond braak waar Delta duurzaam wilde ontwikkelen. Zij namen een groot risico door deze grond af te nemen en hier hun plan te ontwikkelen. Veel bedrijven waren enthousiast waardoor er al snel begonnen kon worden met de bouw van de eerste panden, waarna meer bedrijven volgden. Toen wij het gebied binnenkwamen was er meteen duidelijk dat hier een grote ontwikkeling gaande is. Meerdere gebouwen staan in de stijgers en het groen op de laan waarop we aankomen is pas ingezaaid. Er loopt een drukke weg tussen twee bedrijventerreinen die door verschillende partijen ontwikkeld worden. Aan de linkerzijde het Park 2020 ontwikkeld door Delta Development Group en aan de rechter zijde is OVG Realestate bezig met het aanleggen van een eigen duurzaam bedrijventerrein. Onze aandacht gaat naar links, hier is het eerste gebied gelegen die gebaseerd is op het Cradle to Cradle principe. Dit betekend dat alle materialen in het gebied hergebruikt kunnen worden en voor zo min mogelijk vervuiling aan de natuur moeten zorgen. Ook zijn alle gebouwen BREEAM gecertificeerd waardoor ze aan de hoogste duurzaamheidseisen van de huidige tijd voldoen. Wij betraden het gebied bij de ingang van het gebouw van FOX vakanties en BSH Huishoudapparaten. Direct valt de inrichting van de openbare ruimte op. Er is gebruik gemaakt van natuurlijke materialen waarbij water volop aanwezig is. Tegen de muren van de bebouwing is groen geplant wat doorloopt naar binnen. Elk gebouw heeft zijn eigen half verdiepte parkeergarage die via de hoofdontsluitingsweg verbonden is. Tussen de verschillende gebouwen ligt een vijver met daaromheen groen en zitgelegenheden. Dit gebied is zeer uitnodigend en heeft een natuurlijke uitstraling. Er is voldoende 72
Analyse voor Duurzaam Wonen
zitgelegenheid en in de zon is het hier heerlijk genieten. Dit stukje groen moet dan ook dienen als rust en ontspanningsruimte voor de medewerkers van het gebied. Aan de vijver is een klein paviljoen aanwezig waar je een hapje of drankje kan doen. Alle gebouwen hebben een uitnodigende uitstraling met veel ramen, hierdoor kan je overal zien wat er gaande is en wordt het groen van buiten betrokken in de gebouwen. Toen wij aan het einde van de uitgestrekte vijver kwamen viel ons de kale vlakte op. Er staat nog een groot deel leeg waar begonnen moet worden met de bouw van verschillende bedrijven. Hierdoor ontbreekt nog een deel van de openbare ruimte maar wordt het braakliggende gebied tijdelijk gebruikt om gewassen te verbouwen. Aan het eind van het terrein is het 2020 Experience centre gelegen. Dit gebouw moet als voorbeeld dienen voor de andere gebouwen en is volledig vanuit het Cradle to Cradle principe gebouwd. Hier spraken wij met Guido, een stagiaire van Delta die ons wat achtergrond informatie gaf over de ontwikkeling en met ons een kleine wandeling door het gebied maakte. Hij liet gelijk zien dat er naast Park 2020 een ander ouder bedrijven terrein gelegen is maar die bijna geheel leegstaat. Dit is een terrein dat ontwikkeld is rond de jaren 80 en vooral uit grote betonnen kolossen bestaat. Grote bedrijven die een nieuwe huisvesting zoeken gaan eerder voor een duurzaam gebouw dan dat zij kiezen voor een goedkope vestiging. Hierdoor kiezen zij voor een betere toekomst en werkomgeving voor haar medewerkers. Guido liet ons binnen bij het gebouw van BSH Huishoudapparaten. Binnen viel ons direct het glazen dak (wat tevens dient als zonnepanelen) en de begroeide wanden op die zijn doorgetrokken vanuit de buitengevel. Het gebouw is ruim en overzichtelijk waar iedereen toegang heeft tot de eerste en tweede verdieping. Delta Development Group staan aan de basis van dit project. Zij hebben het risico genomen door een nieuw bedrijventerrein aan te leggen terwijl er veel leegstand is. Door met een uniek concept te werken (Cradle to Cradle) werd er een specifieke vraag geproduceerd waar grote bedrijven gehoor aan gaven. Bedrijven willen zich onderscheiden door zich duurzaam op de markt te profileren en zelf willen ze hierin een voorbeeld zijn.
UItnodigende openbare ruimte Figuur 4.19 Centrale openbare ruimte in Park 2020.
Analyse voor Duurzaam Wonen
73
Breeam gecertificeerd 74
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 4.20 BREEAM gecertificeerd gebouw.
Het gebied heeft een natuurlijke en uitnodigende uitstraling wat je niet snel tegenkomt bij andere bedrijven terreinen. Als bezoeker kan je hier rustig rondlopen en gebruik maken van de het paviljoen aan de vijver in het centrum van het gebied. Ook zijn er voldoende zitmogelijkheden in de openbare ruimte en zijn alle gebouwen (gedeeltelijk) voor het publiek toegankelijk. Volgens de planning is het park in 2020 voltooid en moet hierdoor een volledig duurzaam bedrijventerrein verschijnen. Wat ons betreft is dit concept gelukt en zullen er meer ontwikkelaars hen volgen. Zie benchmarkblad 2 (bijlage III) voor meer informatie over de duurzame toepassingen. In bijlage IV is de collage weergeven van de gemaakte foto’s. Figuur 4.21 Cradle to Cradle logo. Tabel 4.5 SWOT Park2020. Sterkte - Eerste Cradle to Cradle ontwikkeling - BREEAM gecertificeerde gebouwen - Duurzame materialen in de buitenruimte - Veel groen aanwezig - Eigen cafÊ in het centrum - Uitnodigend gebied - Goed bereikbaar via het openbaar vervoer - Voldoende parkeervoorzieningen - Binnenterrein vijver is autovrij - Grote bekendheid Kansen - Park 2020 zorgt voor een opwaardering van de omliggende terreinen - Omliggende gebieden betrekken bij ontwikkeling - Testgebied voor Cradle to Cradle
Zwakte - Nog niet voltooid - Enkele braakliggende gronden - Geen samenhang met omliggende gebieden
Bedreigingen - Niet alle gebouwen worden verkocht - Kunnen de gebouwen hergebruikt worden na verlaten huidige bedrijven?
Analyse voor Duurzaam Wonen
75
4.2.4 Rijswijk-Buiten Datum: 04-05-2015 Locatie: Rijswijk Aanwezig: Tom van Dam en Patrick den Heijer De zon doet de wijk goed. Vanuit een jaren ‘80 wijk bereiken wij het viaduct over de A4 die Rijswijk-Buiten scheidt met Rijswijk zelf. Via een brug is de polder te bereiken, een groen gebied wat volop in ontwikkeling is waar de bouw niet stilstaat. Kassen en boerderijen kenmerken het gebied, waartussen de fundering van de toekomstige nulop-de-meter woningen worden gelegd. De eerste woningen geven nog niet direct de indruk dat het hier om een duurzame wijk gaat. Maar als je de wijk inloopt verandert dit al snel. Slingerende paden waar de auto te gast is, veel groen en de beperkte verharding benadrukken deze indruk. De parkeerplaatsen aan de voorzijde van de woningen (aan de rand van de wijk) zijn met groen bekleed zodat het water hier optimaal kan infiltreren, ook de voetpaden zijn op deze wijze vorm gegeven. Als je langs de woningen loopt is direct zichtbaar waar het zuiden is gelegen, de zonnepanelen bieden deze dag volop rendement. Elke woning is hiervan voorzien, dit is een verbazingwekkende uitstraling wat zeker geen afbreuk doet aan de uitstraling van de woning. De openbare ruimte wordt nog aangekleed, hier zijn hoveniers al volop mee bezig. Het is dan ook druk in de wijk. Overal zijn mensen bezig, bewoners lopen de deur uit, hoveniers leggen de tuinen en openbare ruimte aan en de bouwers zijn de wijk verder aan het uitbreiden. Op het moment is het dan ook nog een doolhof in de wijk. Stukken zijn afgezet of nog in aanbouw, maar dat doet geen afbreuk aan onze vreugde. Van binnen zijn wij als kleine kinderen die door een snoepwinkel lopen. Met plezier lopen wij door de wijk en laten wij ons verrassen door elke straat en woning. Van afschrikkende metalen woningen tot rijke natuurstenen wanden. De wijk biedt volop kijkplezier en levendigheid voor de toekomst. De woonerven in de wijk dragen deze gedachte, de auto is te gast wat ervoor zorgt dat er veilig gespeeld kan worden voor de kinderen. De parkeerplaatsen achter de woningen herbergen de voertuigen waar ook gelijk de mogelijkheden zijn aangelegd om de elektrische auto op te laden. Speelvoorzieningen zijn langs de woningen gelegen, hier is gebruik gemaakt van natuurlijke materialen. De wijk kenmerkt zich al kindvriendelijke wijk waar ook gedacht is aan een brede school.
76
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 4.22 Pas aangelegde straat in Rijswijk-Buiten.
Groene ruime opzet Analyse voor Duurzaam Wonen
77
Zonne In de wijk zijn rijtjeswoningen, twee-onder-één kap en vrijstaande woningen gelegen. Ieder verdeelt in zijn eigen zone. Het project is opgezet in verschillende fases wat zichtbaar is in de bouw. Aan de rand zijn de losse kavels verkrijgbaar waar de vrijstaande woningen staan, hier is gebruik gemaakt van een eigen ontwerp waardoor dit een gevarieerd aanbod in woningen geeft. In de plannen staat een eigen voorzieningen centra voor de wijk, waar sociale en commerciële voorzieningen de wijk moeten upgraden. Een busverbinding hoort hier ook bij, deze dag hebben wij met de bus, tram en een wandeling van 15 minuten de wijk kunnen bereiken. Door een directe busverbinding aan te leggen moet de wijk in de toekomst beter bereikbaar zijn. Op het moment is er een informatiecentrum naast de wijk gelegen voor geïnteresseerden in de wijk. De wijk is uniek in Nederland en speelt in op de toekomstige normen (EPC 0 in 2020) waardoor het veel aandacht verkrijgt van bezoekers. De Gemeente Rijswijk is met het initiatief gekomen om een nul-op-de-meter wijk te realiseren en heeft hiervoor verschillende geïnteresseerden in gevonden. Hiervoor is het Rijswijks model opgezet door de Gemeente Rijswijk, Dura-Vermeer en Klimaatgarant. De Gemeente Rijswijk neemt het verkooprisico van de bouwkavels op zich en krijgen daarvoor de bijbehorende marges terug. Dura-Vermeer neemt het ontwerp- en uitvoeringsrisico voor zijn rekening. Klimaatgarant zorgt voor het onderhoud van de installaties en garanties voor de nul-op-de-meter. Door deze samenwerking en verdeling van risico’s en kosten is de wijk tot stand gekomen. De Gemeente Rijswijk dient als voorbeeld voor een dergelijke ontwikkeling, zij nemen een rol op hen die niet gebruikelijk is voor een gemeente. Met dergelijk ontwikkelingen wordt de huidige woningmarkt gestimuleerd en wordt er ingespeeld op de huidige vraag. De wijk zelf biedt voldoende potentie, speelt al in op de toekomst en biedt de toekomstige bewoners garantie voor een zelfstandig energievoorzienende woning. Dit is een wijk van de toekomst waar ook goed is nagedacht over de inrichting van de openbare ruimte. Een wijk zoals wij die graag zien.
78
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 4.23 Eerste woningen met zonnepanelen.
epanelen op alle daken Zie benchmarkblad 4 (bijlage III) voor meer info over de duurzame toepassingen. In bijlage IV is de collage weergeven van de gemaakte foto’s.
Tabel 4.6 SWOT Rijswijk-Buiten. Sterkte - Diversiteit aan woningen - Energie nul woningen (EPC 0) - Groene omgeving - Voetganger heeft voorrang - Gebruik van natuurlijke materialen in openbare ruimte - Geen rechte wegen - Beperkte verharding - Aparte parkeervoorzieningen Zwakte - Veel onderhoud groen - Geen betrokkenheid bewoners voor duurzaamheid Kansen - Eerste nul-op-de-meter wijk in Nederland - Kindvriendelijke wijk - Veel grond beschikbaar - Uitnodigende wijk - Bewonersvereniging Bedreigingen - Project is nog niet voltooid - Woningen moeten nog verkocht worden - Afgelegen wijk - Overlast snelweg (A4) Analyse voor Duurzaam Wonen
79
Woningen in het groen
Figuur 4.24 Woningen langs het groene waterwingebied in EVA-Lanxmeer. 80 Analyse voor Duurzaam Wonen
4.2.5 EVA-Lanxmeer Datum: 27-05-2015 Locatie: Culemborg Aanwezig: Aanwezig: Tom van Dam, Patrick den Heijer, Nancy Buitenweg, Erik Tissingh, Sander Westerhout, Saskia Bruines, Pim Felix, Wouter van der Wiel, Martijn van Kooten. Rondleiding door: Saskia Moolhuijzen Projectleider EVA-Lanxmeer.
In het centrum van de wijk is een waterwingebied gelegen. Rond dit beschermde gebied is de wijk ontstaan met een uniek groen hart. Aan dit gebied is een oude watertoren gelegen die wacht op een nieuwe bestemming. Net zoals het GWL-Terrein biedt deze toren een landmark voor de wijk. Het gebied is groots met veel groen wat grotendeels toegankelijk is. Een grote fruitboomgaard geeft een mediterrane indruk onder de brandende zon.
Om duurzaamheid meer onder de aandacht te brengen binnen de gemeente hebben wij een bezoek georganiseerd aan het project EVA-Lanxmeer. Hiervoor hebben wij verschillende medewerkers en de wethouder Ruimtelijke ontwikkeling Saskia Bruines uitgenodigd om deze duurzame wijk te bezoeken. Op de dag hebben wij wethouder Collin Stolwijk ontmoet van de Gemeente Culemborg en is er een rondleiding en toelichting gegeven door Saskia Moolhuijzen, projectleider van EVALanxmeer.
Aan dit groene hart zijn verschillende woningen gelegen die een prachtig uitzicht hebben over de mediterrane boomgaard. De woningen in de wijk zijn veelal koop met een beperkt aantal sociale huur. Ook zijn er veel CPO projecten wat een diversiteit biedt in de architectuur. Bij verschillende woningen zijn hofjes gecreĂŤerd met daartussen een semi-openbare ruimte. De openbare ruimte wordt veelal door de bewonersvereniging onderhouden waarvoor de gemeente een kleine financiĂŤle bijdrage levert. Hierdoor zijn er veel kleine en unieke stukje groen in de wijk terug te vinden die in veel gevallen dik begroeid zijn. Door al dit groen en de verschillende typen, kleuren en grote woningen krijg je het gevoel dat je in een vakantiepark loopt. De wijk geeft een rustige indruk met voldoende groen en openbare voorzieningen. Centrale voorzieningen ontbreken helaas, die zijn naast de wijk gelegen.
Met de medewerkers van de Gemeente Leidschendam-Voorburg hadden wij afgesproken op een parkeerplaats aan de rand van de wijk. Tom en ik kwamen met het openbaar vervoer, het treinstation ligt direct naast de wijk. Dit station is direct achter de wijk gelegen en zodoende ideaal ontsloten. Vanaf het station was het tien minuten lopen naar de ontmoetingsplek waar wij alvast een eerste indruk konden krijgen van de wijk. Het was een mooie zonnige woensdag wat de wijk een extra mooie uitstraling gaf. Aangekomen bij de parkeerplaats vertelde Saskia ons over de opzet en ontwikkeling van de wijk, waarna wij aan de rondleiding begonnen. Als je door de wijk loopt valt direct het vele uitbundige groen op en toegankelijkheid tot de woningen. Er staan geen hoge schuttingen of muren, waar alleen gebruik gemaakt is van natuurlijke materialen. De kaswoningen vallen ook direct op, deze open woningen staan langs een autoluwe straat en geven de wijk een unieke uitstraling. In de wijk mag gereden worden maar dit wordt zoveel mogelijk ontmoedigd. Langs de randen van de wijk zijn verschillende parkeerplaatsen gelegen waar de bewoners hun auto kwijt kunnen. Het is mogelijk om met de auto de wijk in te rijden maar de bedoeling is om deze langs de randen te parkeren. Een aantal woningen hebben de auto voor de deur staan waar niet alle bewoners het mee eens zijn.
EVA-Lanxmeer is opgericht door stichting EVA die nog steeds actief is in de wijk. In 1995 heeft de oprichter van de stichting (Marleen Kaptein) de gemeente Culemborg benaderd om hun idealen en concept te presenteren. De gemeente was hier erg enthousiast over en wilde graag deelnemen in de ontwikkeling van de duurzame wijk EVA-Lanxmeer. Door het gezamenlijke opdrachtgeverschap van de gemeente en stichting EVA is de wijk ontwikkeld. Al snel voegde toekomstige bewoners zich bij de stichting voor hun nieuwe onderkomen. In samenspraak met deze bewoners werd de duurzame ecologische wijk ontworpen en opgericht. Dit was in deze tijd (1996) een vernieuwde vorm van ontwikkeling. Na de vaststelling van het bestemmingsplan, stedenbouwkundig ontwerp en plan van aanpak is er in 1999 begonnen met de bouw van ruim 100 woningen. Tot op de dag van vandaag worden er nog steeds nieuwe woningen gebouwd in de wijk. De bouw heeft een lange tijd stil gestaan door de crisis maar in de huidige tijd zien veel nieuwe bewoners de voordelen van de ecologische wijk.
Analyse voor Duurzaam Wonen
81
Alle nieuwe bewoners moeten deelnemen aan de bewonersvereniging en hiervoor een kleine vergoeding betalen. Door de vereniging worden verschillende activiteiten georganiseerd en gezamenlijk het groen onderhouden. Vanuit de vereniging zijn verschillende eisen gesteld aan de nieuwe bewoners om de oorspronkelijke gedachte achter de wijk te behouden.
Wij zijn dan ook blij dat wij de gemeente met dit project hebben kunnen inspireren en kunnen laten zien hoe een duurzame woonwijk er uit kan zien. Zie benchmarkblad 1 (bijlage III) voor meer info over de duurzame toepassingen. In bijlage IV is de collage weergeven van de gemaakte foto’s.
EVA-Lanxmeer is een unieke wijk aan de rand van Culemborg. Het is een van de eerste duurzame projecten in Nederland die nog steeds hoog aangeschreven staat. Vele bezoekers gingen ons al voor om de wijk te bezichtigen en inspiratie op te doen. Door het waterwingebied heeft de wijk een uniek groen hart wat tevens een nuttige functie heeft. Voor ons is de wijk een mooi voorbeeld wat betreft de openbare ruimte en biedt dit vele mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen.
Tabel 4.7 SWOT EVA-Lanxmeer.
82
Sterkte - Bewonersorganisatie - Veel groen - Natuurlijke omgeving - Diversiteit aan woningen - Voldoende speelgelegenheden - Treinstation nabij - Auto luwe wijk
Zwakte - Geen voorzieningen - Veel onopvallende/dode plekken - Open woningen, veel inkijk - Auto luwe wijk - Parkeren aan de rand
Kansen - Bewoners initiatieven - Betrokkenheid bij het groen
Bedreigingen - Hangjongeren, criminaliteit - Vervuiling waterwingebied
Analyse voor Duurzaam Wonen
Groene beschermde omgeving Figuur 4.25 Watertoren in EVA-Lanxmeer. Analyse voor Duurzaam Wonen 83
4.3 Bestaande projecten Voor de nulmeting onderzoeken we aantal nieuwbouwlocaties van woningen zonder specifieke duurzaamheidsambities die op het moment ontwikkeld worden. Vanzelfsprekend binnen de genoemde thema’s. Met deze gegevens kunnen we referentieprojecten die zijn bestempeld als ‘duurzaam’ vergelijken en wezenlijke verschillen aanduiden om zo de duurzame toevoeging te achterhalen. Hierbij willen wij voorkomen dat onze resultaten al zijn toegepast en zo nieuwe ontdekkingen kunnen doen. We hebben verschillende projecten bekeken die bij ons bekend waren en in de omgeving van Leidschendam liggen. Bij de projecten hebben we gekeken wat deze locaties kenmerkt en wat zij hebben gedaan om duurzaam te zijn.
De nieuwe/huidige projecten worden allemaal gebouwd aan de hand van het huidige bouwbesluit (huidige EPC norm 0,4), dit staat dan ook vast in de wet. (Rijksdienst voor ondernemend Nederland, 2015) Als er vraag naar bepaalde woningen is of de eindgebruiker is al bekend dan bouwt de bouwer naar specifieke wensen. Als dit niet geval is dan wordt er gekeken naar de beschikbare ruimte en mogelijkheden. Daarbij staat de visie van de bouwer ook centraal, iedere bouwer heeft zijn eigen gedachte en wensen. Vaak wordt er gekeken naar het optimaal benutten van de grond om zoveel mogelijk woningen kwijt te kunnen. Elke woonomgeving of gemeente heeft een eigen woonvraag waardoor er geen standaard is wat of hoe er gebouwd moet worden. Het is van belang dat er gebouwd wordt aan de hand van de eisen van de eindgebruiker.
Tabel 4.8 Bestaande projecten.
Project Locatie Kenmerken Type Buytenhofparc Zoetermeer Mediterrane uitstraling, groene omgeving, 2 woningtypen
Inbreidingslocatie; rijtjeswoning
Schoutenhoek
Zoetermeer
Naast een groen park, dichtbij het centrum
Inbreidingslocatie; rijtjeswoningen, appartementen
Thuis in Seghwaert
Zoetermeer
Flexibele woningen, betrokken bij ontwerp woning
Inbreidingslocatie; rijtjeswoningen
Brink 3 Pijnacker Zonnepanelen, binnenhof, nabij centrum Uitleglocatie; rijtjeswoningen Keijzershof Pijnacker Verschillende soorten woningen, eigen voorzieningen, OV nabij
Uitleglocatie; rijtjeswoningen, vrijstaand
Landzicht Berkel en Rodenrijs Parkachtige opzet, vrijstaande woningen Romantisch Waterzicht Zoetermeer Waterpomp in woning, wijk ligt aan het water, park nabij
Uitleglocatie; vrijstaand
X-Wonen
Appartementencomplex
84
Zoetermeer
Analyse voor Duurzaam Wonen
Starterswoningen, 2 formaten, altijd een hoekwoning
Uitleglocatie; rijtjeswoningen, vrijstaand
De onderzochte projecten hebben geen duurzaamheidswensen maar proberen zich wel aan de hand van specifieke kenmerken te onderscheiden en zich beter in de kijker te zetten. Zo is een warmtepomp (Waterzicht, Zoetermeer ) (BPD, 2015) of zonnepanelen (Brink 3, Pijnacker) (Schouten, 2015) bij ĂŠĂŠn project al genoeg om het als duurzaam te bestempelen of wordt groene omgeving bestempeld als duurzame toepassing (Schoutenhoek, Zoetermeer). (Heijmans, 2015) De projecten hebben allemaal zijn eigen kenmerken soms worden ze gevormd tijdens de bouw, maar soms zijn ze al aanwezig dankzij de ligging/omgeving.
Tabel 4.9 Overzicht veel gebruikte toepassingen huidige woonwijken.
Standaard woonwijken - Vaak standaard rijtjeswoningen
Onderscheidend - Flexibel
- Veel koop - Levensloopbestendig - Keuze uit grote woning
- Duurzaam
- Grote vrijstaande woningen
- Kindvriendelijk
- Weinig starters woningen of sociale huur
- Groen
- Aan het water
Figuur 4.26 Schoutenhoek te Zoetermeer. Analyse voor Duurzaam Wonen 85
4.4 Conclusie; Benchmark De onderzochte wijken zijn met elkaar vergeleken om de verschillen met elkaar in beeld te brengen, ook is er zo duidelijke welk project beter scoort. Elk project is een standaard format gezet die is bijgevoegd als een benchmarkblad. Op deze bladen staat per onderdeel een score vermeld die in de tabel hieronder met elkaar zijn vergeleken. Hieruit is duidelijk welk project in onze ogen goed scoort wat betreft de samenhang van de verschillende aspecten op het gebied van duurzame stedenbouw en welke minder. Met deze vergelijking kunnen wij een goed beeld krijgen van de ontwikkelingen op het gebied van duurzame woonwijken en deze meenemen in ons eind resultaat.
Uit de vergelijking komt Rijswijk-Buiten en EVA-Lanxmeer als beste projecten naar voren. Deze projecten hebben het beste evenwicht wat betreft van de verschillende duurzame aspecten en zijn in onze ogen een goed voorbeeld voor duurzame stedenbouw. Daarbij komt wel dat dit de nieuwe projecten zijn in dit overzicht en er in deze projecten gebruik gemaakt wordt van de nieuwste technieken. De projecten Kanaaloevers, Oosterdokseiland en Stad van de Zon presteren het minst. Dit komt omdat deze projecten zich op ĂŠĂŠn aspect hebben gefocust en daarbij niet gekeken hebben naar de totale samenhang van de wijk. De resterende projecten bieden een goede balans tussen de verschillende duurzame aspecten. Het is van belang dat er een juiste balans ontstaat en dat er met alle punten rekening wordt gehouden om zo een goede duurzame wijk neer te zetten.
Tabel 4.10 Vergelijking projecten.
Project Historie Bebouwing Groen Infra Duurzaam Sociaal
De Trip EVA-Lanxmeer GWL-Terrein Futura Kanaaloevers Kersentuin Oosterdokseiland Park 2020 Stad van de Zon Rijswijk-Buiten Vastra Hamnen Vauban 86
+ + -- + ++ + + + ++ ++ + ++ ++ = + ++ = ++ + + + + ++ = + + + + = -- ++ + + = ++ + = = + = -- ++ + + ++ = - + ++ = + -+ ++ ++ ++ ++ = + + + + ++ -++ + = + + +
Analyse voor Duurzaam Wonen
Door middel van het benchmarkonderzoek is er inzicht verkregen in de bestaande duurzame wijken in Nederland en nieuwbouwwijken zonder een duurzaamheidsambitie. Door de vijf projecten te bezoeken hebben wij inspiratie opgedaan op het gebied van duurzame ontwikkelingen in Nederland. Ieder project heeft zijn sterkte en zwakte wat de wijk heeft gevormd zoals het op dit moment is. Aan het onderzoek zijn een aantal punten en trends opgevallen die bij meerdere projecten terug kwamen. Deze punten zijn van belang bij het vormen van een nieuwe duurzame wijk en zijn volgens ons belangrijk voor de lange termijn.
Voorzieningen Totaal
++ 6 + 10 = 8 + 7 - 1 + 6 ++ 2 ++ 7 + 2 ++ 11 ++ 6 = 6
Score: 2 1 0 -1 -2
++ Prima + Goed = Voldoende - Slecht -- Zeer slecht
Figuur 4.27 Logo’s van de wijken.
Analyse voor Duurzaam Wonen
87
4.4.1 Rol van de gemeente
De rol van de gemeente bij de oprichting van de vijf bezochte projecten zijn verschillend. In tabel 4.11 zijn deze rollen weergeven. In tabel 4.11 is te zien dat ieder project een andere start heeft. Soms zijn het marktpartijen die met het idee kwamen voor het opzetten van het project en daarvoor een stuk grond afnamen. De gemeente kan ook een faciliterende rol hebben door de woningzoekende met een duurzaamheidseis samen te brengen. Of kan zij zelf het initiatief nemen en daarbij ook het risico aangaan wat betreft de verkoop van de woningen.
De Gemeente Leidschendam-Voorburg wil een regie gemeente zijn. Hiermee willen zij externe partijen stimuleren en hen het initatief laten nemen. Wat ons betreft moet de gemeente een meer faciliterende rol hebben. Zij willen zelf geen projecten starten en hiermee geen risico op zich nemen maar ze kunnen wel de ge誰nteresseerde partijen bijeen brengen en hiervoor een organisatie oprichten. Met een kleine subsidie kunnen de eindgebruikers of partijen een duurzame ontwikkeling zelf opstarten en initiatief nemen. Als zo een dergelijke ontwikkeling eenmaal op gang is kan de gemeente zich terug trekken en andere partijen helpen.
Het gaat soms ook om een stukje geluk, het is noodzakelijk om partijen en eindgebruikers te hebben die gebruik willen maken van een duurzame woning. Dat kan een gemeente niet zelf selecteren en daarvoor kan het dus niet altijd aan alle duurzame projecten voldoen. Er kan dus wel gekeken worden naar projecten op kleinere schaal waar de gebruiker wel behoefte aan heeft, bijvoorbeeld door de huidige voorraad aan te pakken. Tabel 4.11 Rol van de gemeente binnen de duurzame projecten.
Project
Gemeente
Rol
GWL-Terrein Amsterdam Herontwikkeling gebied Omwonenden zoekend naar duurzame woning Voldaan aan vraag omwonenden Kersentuin Utrecht Samenbrengen woningzoekenden drie groepen duurzaam, sociaal en woningzoeken Park 2020 Hoofddorp Geen rol Grond verkocht aan Delta Development Group Rijswijk-Buiten Rijswijk Nieuwe ontwikkeling grond gemeente Rijswijksmodel samen met marktpartijen Verkooprisico woningen EVA-Lanxmeer Culemborg Stichting EVA nieuw woonconcept Aangeklopt bij de Gemeente Culemborg Culemborg had hier interesse in en ruimte voor 88
Analyse voor Duurzaam Wonen
4.4.2 Sociale Duurzaamheid
Sociale duurzaamheid is net zo’n groot begrip als de definitie duurzaamheid zelf. Elke partij (gemeente, corporaties, adviesbureaus) heeft zijn eigen rol en invulling en kan het op verschillende manieren interpreteren en definiëren. Op het gebied van stedenbouw is ons opgevallen dat een duurzame wijk sterk op het sociale vlak steunt, om de duurzame ambitie waar te maken en bewoners te betrekken. Ieder individu geeft zijn eigen invulling aan zijn duurzame wijk waardoor dit kan botsen. Een sterke sociale samenhang vermijdt dit en zorgt dat alle gezichten dezelfde kant op kijken. Een centrale organisatie kan hiervoor zorgen en de binding, contacten en activiteiten in een wijk versterken. (Platform 31, 2015)
“Duurzame gemeenschappen zijn plaatsen waar mensen willen wonen en werken, nu en in de toekomst. Ze voldoen aan uiteenlopende behoeften van bestaande en toekomstige bewoners, houden rekening met het leefmilieu en dragen bij aan een hoge kwaliteit van leven. Ze zijn veilig en sluiten niemand uit, zijn het product van een goede planning, zijn goed gebouwd, worden goed bestuurd, en bieden iedereen gelijke kansen en een goede dienstverlening.” (geciteerd door Van Bergeijk, 2005)
Van groot belang bij sociale duurzaamheid is de essentie achter duurzaamheid te onderhouden, en daarbij de gemeenschap centraal stellen. Als er een groepsidentiteit wordt gecreëerd moeten alle betrokken dezelfde visie en belang hebben in de wijk. Om er voor te zorgen dat er motivatie en doorzetting wordt geleverd. (De Ruimte Project Ontwikkeling, 2015) Een dergelijke sociale samenhang is het sterkst als deze wordt opgericht bij de aanleg van de wijk of als zij initiatiefnemer zijn. Zij hebben een sterke samenhang en overtuiging om duurzaamheid in stand te houden en mensen te betrekken. Als de bewoners bij elkaar worden gezocht in een bestaande of nieuw opgezette wijk zullen zij niet altijd gemeenschappelijke belangen hebben of gebaat zijn bij een sociale samenhang of duurzame ambitie. Bij sociale duurzaamheid moet de algemene visie en ambitie centraal staan. Alleen dan kunnen bewoners met elkaar eens worden over het centrale onderwerp terwijl ze verschillende normen en waarden kunnen hebben. Als het individu hiermee profiteert en er zelfs winst gemaakt kan worden zullen de bewoners alleen maar meer bijdrage leveren.
De bezochte wijken GWL, Kersentuin en EVA-Lanxmeer (hoofdstuk 4.2) zijn opgezet vanuit het bewoners initiatief. Zij hebben een organisatie opgezet die de ambitie van de wijk weerspiegelt. Dit is een groep mensen die achter deze ambitie staan en met veel enthousiasme de wijk beheren en onderhouden. Zij steken veel tijd en energie om de sociale contacten en activiteiten gaande te houden en nieuwe bewoners bij de wijk te betrekken. Nieuwe bewoners hebben vaak moeite met de sociale en duurzame activiteiten in de wijk en tonen niet altijd betrokkenheid. Een voorwaarde om in een dergelijke duurzame wijk te wonen is dat je betrokkenheid vertoond bij de gevestigde organisatie en hiervoor bijdrage levert. Dit kan voor wrijvingen zorgen tussen de oorspronkelijke en nieuwe bewoners. Duidelijke afspraken zijn dan ook noodzakelijke om de rust in de wijk te behouden en ambitie te waarborgen.
Figuur 4.28 Wij gaan voor duurzaam. Analyse voor Duurzaam Wonen
89
4.4.3 Onderhoudscontracten
Steeds meer bedrijven sluiten bij de oplevering van een wijk of gebouw een onderhoudscontract met de eindgebruikers af. Een dergelijk contract biedt zekerheid voor de duurzaamheidstoepassingen en het onderhoud hiervan. In het benchmarkonderzoek maakt de projecten Rijswijk-Buiten, De Trip en Futura hier gebruik van. Voor deze projecten is er een nieuw model gemaakt of een consortium opgericht die onderhoud aan de installaties biedt en garanties geeft aan de schone energie voor de gecontracteerde periode (15 jaar De Trip en Futura, 25 jaar Rijswijk-Buiten). De bewoner betaalt een maandelijks bedrag aan dit bedrijf/consortium voor deze diensten. Volgens onderzoek van USP Marketing Consultancy hebben onderhoudscontracten de toekomst. (van der Rhee, 2013) In de afgelopen jaren worden er steeds meer onderhoudscontracten afgesloten in de bouwsector (met name in de installatiesector). Bij deze vorm van onderhoudt heeft de opdrachtgever een resultaatverplichting, hij is gedurende een langere periode verantwoordelijk voor het onderhoudt aan het gebouw. Dit is voordelig voor de opdrachtgever en gebruiker. De opdrachtgever genereert een inkomstenbron voor een langere periode en de gebruiker is gegarandeerd van een kwalitatief gebouw.
90
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 4.29 Aanpasbare woningen in Kersentuin Utrecht.
4.4.4 Flexibele woning
De stad of wijk moet gezien worden als een ladder waar elke inwoner de mogelijkheid heeft om hoger op te komen. Dit geldt in het onderwijs, werk maar ook in een woning. Een starter is opzoek naar een kleine en goedkope woning in een geschikte wijk. Soms in de wijk waar hijzelf al woont en soms in een andere. In die wijk wordt een sociale band opgebouwd met de buren en omgeving waardoor sommige bewoners hier graag langer willen blijven. De woning voor een starter wordt al gauw te klein en soms is er ruimte nodig na gezinsuitbreiding. Dan is een grotere woning noodzakelijk met voorkeur in dezelfde wijk/omgeving. Als die mogelijkheid zich niet aanbiedt dan verhuist een bewoner uit de wijk. Dit verbreekt de sociale contacten en verbinding met de wijk, waardoor deze contacten opnieuw moeten worden opgebouwd in een andere wijk. Als een bewoner langer in een wijk woont, krijgt hij sterke sociale contacten en binding met de wijk. Deze bewoners doen meer aan buurt activiteiten en staan open voor onderhoudt of bewaking van zijn wijk. Dit voorbeeld werd aangegeven in het GWL-Terrein. Hier waren maar kleine woningen beschikbaar terwijl dit een kindvriendelijke wijk is. Er is veel groen, speelvoorzieningen en het is autovrij, ideaal om je kind hier te laten opgroeien of veilig te laten spelen. Maar gezinnen die waren uitgebreid of wouden uitbreiden kampte met ruimte gebrek waardoor ze gedwongen werden om elders een geschikte woning te zoeken. Dit aspect doet juist afbreuk aan het duurzame concept aangezien de sociale binding wordt verbroken en woningen maar beperkt gebruikt kunnen worden. Een mooi voorbeeld is Kersentuin, hier zijn woningen juist flexibel en kunnen ze uitgebreid worden. Hierdoor ontstaat de mogelijk om je woningen in de toekomst te vergroten bij eventuele gezinsuitbreiding. Een woning is flexibel en voor een grotere doelgroep beschikbaar. De woning is meer van waarde en biedt een langere levensduur. Een duurzame wijk moet dus verschillende elementen omvatten om de huidige bewoner vast te houden. Aangezien veel mensen stijgen in hun inkomen en gezinnen gaan vormen naarmate zij ouder worden moeten hier ook de mogelijkheden voor geboden worden. Een bewoner moet niet belemmerd worden in zijn carrière en een omgeving moet hierop inspelen. Wij vinden dan ook dat een duurzame wijk een diversiteit aan woningen moet omvatten om kansen te bieden aan zijn trouwe bewoner:
- Koop en huur - Grote en kleinere woningen - Mogelijkheden om uit te breiden - Appartementen en vrijstaande woningen
4.4.5 Ruimtelijke inrichting
De openbare ruimte in een plangebied herbergt het groen en kenmerkt een gebied. De inrichting hiervan is van belang voor het behoud van dit kostbare groen in een wijk. Als dit goed en langdurig wordt onderhouden zal dit het groene karakter in een wijk waarborgen. Het groen en de inrichting hiervan is mede verantwoordelijk voor een duurzame wijk. De woningen en zijn duurzame technische toepassingen veranderen met de tijd en zullen alleen maar verbeteren, waardoor een woning zuiniger wordt. Maar het gebied en zijn openbare ruimte zal hetzelfde blijven naarmate de tijd vordert. Het is hier dan ook van belang om deze goed vast te leggen bij de aanleg van een nieuwe wijk. De inrichting zal namelijk bepalend zijn voor het gebruik en verloop van de wijk. Deze zal niet snel aangepast worden en zal bij gebruik van de wijk het langst blijven bestaan. In het eerste hoofdstuk is er gesproken over stedenbouw door de jaren heen, waarbij niet altijd de juiste keuzes zijn gemaakt in het verleden. Woningen waren te klein, straatjes te smal en er was te weinig groen, dit was in het verleden toegepast maar zijn nu niet meer denkbaar. Dit heeft tot gevolg gehad dat veel wijken zijn opgeknapt of volledig zijn getransformeerd. In het kader van duurzaamheid en het gebruik is het dus noodzakelijk om bij de aanleg van de openbare ruimte en de inrichting van de wijk te denken aan de toekomst. Voldoende ruimte te gebruiken zodat een wijk niet binnen enkele jaren weer vernieuwd hoeft te worden. Ook zal bij een duurzame inrichting en gebruik van groen de bewoner hiervan profiteren en een gezonder leven hebben.
Analyse voor Duurzaam Wonen
91
Mogelijkheden casusgebied Rol gemeente vanuit markt
5. Marktconsultatie Om een goed beeld te verkrijgen hoe de huidige markt tegen duurzame ontwikkelingen aankijkt hebben wij een vrijblijvende marktconsultatie opgesteld. In deze consultatie bieden wij verschillende partijen de mogelijkheid om hun duurzame ambitie aan de gemeente te presenteren. Daarbij krijgen zij een locatie toegewezen waarop een ontwerp gemaakt kan worden om de duurzaamste woonwijk van Leidschendam-Voorburg te realiseren. Door de huidige markt te toetsen kunnen wij informeren wat een dergelijke partij verwacht vanuit de gemeente en wat de mogelijkheden zijn op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling. De gemeente zelf wordt voorgesteld aan nieuwe partijen die wellicht van meerwaarde kunnen zijn bij toekomstige ontwikkelingen. Daarbij wordt het aspect duurzaam weer onder de aandacht gebracht. Vanuit de gemeente brengen wij verschillende medewerkers bijeen die bij deze locatie/onderwerp betrokken zijn. Hierdoor wordt er gediscussieerd over nieuwe duurzame mogelijkheden op een bestaande ontwikkellocatie. - Welke randvoorwaarden van de gemeente verwachten marktpartijen voor het ontwikkelen van duurzame woningbouw op een blanco gebied? - Welke randvoorwaarden van de marktpartijen verwacht de gemeente voor het ontwikkelen van duurzame woningbouw op een blanco gebied?
Analyse voor Duurzaam Wonen
93
Een marktconsultatie is een informatie-uitwisseling met de markt over een thema. De consultatie moet voor de gemeente leiden tot een nog beter beeld en begrip van wat er nodig is om duurzame gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. Gemeenten kunnen zelf kiezen hoe zij de interactie met marktpartijen vorm willen geven. Zij zijn wel gehouden aan eisen en voorwaarden die voortkomen uit (Europese) mededing regels. Dit betekent dat een marktconsultatie niet tot uitschakeling van mededinging mag leiden door bijvoorbeeld een achterstand van derden in tijd en kennis. De marktconsulatie is daarom voor alle partijen vrijblijvend en de gemeente moet vrijelijk kunnen beschikken over de gepresenteerde informatie voor haar verdere activiteiten op dit thema of voor dit gebied. Voor partijen is het niet mogelijk om rechten te ontlenen aan deelname aan de marktconsultatie of aan de informatie die is verstrekt in de marktconsultatie. (Marktconsultatie Klein Plaspoelpolder, 2015) In samenwerking met de Gemeente Leidschendam-Voorburg hebben wij de marktconsultatie opgezet. Hiervoor hebben wij geschikte partijen uitgezocht, vragen opgesteld, partijen geĂŻnformeerd en de presentatie georganiseerd. Tabel 5.1 Planning marktconsultatie.
Planning Week 6 Week 7 Week 8 & 9 Week 10 Week 11 Week 14 Week 15 Week 16 Week 20
94
Opstellen marktconsultatie Partijen opzoeken Scherp stellen vraag en partijen Presentatie marktconsultatie Wethouder Bruines, Bellen van partijen Informatie toezenden Tijdschema verzenden/collega’s intern informeren Voorbespreking marktconsultatie 28-05 en 29-05 Marktconsultatie in het gemeentehuis Toezenden verslag
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 5.1 Total locatie in Klein Plaspoelpolder. Analyse voor Duurzaam Wonen 95
5.1 Doel Marktpartijen stellen doorgaans vroegtijdige betrokkenheid bij de planontwikkeling op prijs. De gemeente wil ondernemerschap, duurzaamheid en innovatie van de markt gebruiken. Met deze kennisuitwisseling kunnen markt en overheid zo ‘value for taxpayers money’ realiseren. Het doel van de marktconsultatie is om de huidige markt te verkennen wat betreft duurzame gebiedsontwikkeling. Via deze weg hopen wij inzichten te krijgen hoe er vanuit de markt tegen duurzame gebiedsontwikkeling wordt aangekeken, welke actoren bij het proces moeten worden betrokken en welke acties er van de actoren verwacht worden zodat gebiedsontwikkelingen in de gemeente ook duurzaam (duurzamer) tot stand kunnen komen. (Marktconsultatie Klein Plaspoelpolder, 2015) Met de marktconsultatie maakt de gemeente kennis met de huidige markt, mogelijk met het oog op ontwikkelingen op korte en langere termijn in Leidschendam-Voorburg.
5.1.1 Doelgroep Marktconsultatie
De marktconsultatie richt zich op de ontwikkeling, de financiering, bouw en beheer van duurzame gebiedsontwikkeling. De doelgroep van deze marktconsulatie is daarom variërend van financiers, ontwikkelaars, aannemers en architecten/stedenbouwkundigen.
5.1.2 Casus
Behalve een algemene kennisuitwisseling over duurzame gebiedsontwikkeling, wordt er ook concreter ingegaan op een locatie door de mogelijkheden te onderzoeken of hier op korte termijn wellicht al een eerste concrete stap mogelijk is. De locatie is onderdeel van de grotere transformatie opgave: Klein Plaspoelpolder (KPP). De locatie Klein Plaspoelpolder is ruim vijftig jaar geleden tot ontwikkeling gekomen. Zowel de toen nog gemeente Leidschendam als de gemeente Voorburg zagen dit gebied als de ideale locatie voor haar grootschalige kantoorfuncties. Destijds aan de rand van elke gemeente afzonderlijk, nu centraal gelegen in de gefuseerde gemeente. Braakliggende terreinen, verlaten parkeerplaatsen en leegstand zijn stille getuigen van de oorspronkelijke dynamiek van het gebied. De nog aanwezige kantoor- en bedrijfspanden hebben een gedateerde uitstraling. De Klein Plaspoelpolder is met het vertrek van deze werkfuncties zowel zijn uitstraling als betekenis kwijtgeraakt. Hierdoor is de kans ontstaan om het gebied te transformeren naar een verblijfsgebied. Een centraal gelegen verblijfsgebied dat als schakel kan 96
Analyse voor Duurzaam Wonen
functioneren tussen de kernen van Leidschendam en Voorburg en direct gelegen is aan de uitnodigende Vliet. De locatie die we op het oog hebben is de Entree-locatie in KPP (het huidige TOTAL tankstation). Deze locatie is in bezit van de gemeente en is vanaf 1 januari 2016 beschikbaar. De locatie is/wordt schoon opgeleverd door de huidige gebruiker. De gemeente wil – mede op basis van de marktconsultatie – deze zomer bezien of we de ontwikkeling van dit gedeelte direct voortzetten en deze op een innovatieve manier op de markt brengen.
5.1.3 Vraagstelling
We stellen twee invalshoeken centraal: A) Algemeen over duurzame gebiedsontwikkeling B) Casus: stel u had de vrije hand in dit gedeelte van de Klein Plaspoelpolder, wat zou er dan voor u voor de hand liggen om hier een duurzame gebiedsontwikkeling te realiseren? A. Algemeen 1. Wat verstaat u onder duurzame gebiedsontwikkeling/woningbouw en wat is uw visie hierop? 2. Wat zijn uw ambities op het gebied van duurzame ontwikkelingen? 3. Wat is de meerwaarde voor uw bedrijf bij de ontwikkeling van duurzame projecten? 4. Wat zijn de succesfactoren? Wat zijn de knelpunten? 5. Wie zijn de belangrijkste actoren en wat wordt er van hen verwacht? B. Casus: stel u had de vrije hand in dit gedeelte van de Klein Plaspoelpolder, wat zou er dan voor u voor de hand liggen om hier een duurzame gebiedsontwikkeling te realiseren? 1. Wat zijn volgens u de kansen voor dit gebied? 2. Is de woningmarkt in deze regio voor deze plek interessant voor echt duurzame gebiedsontwikkeling of niet? 3. Wat zijn uw eerste gedachten hierbij qua proces, stakeholders? In Bijlage V is de volledige marktconsultatie bijgevoegd.
Figuur 5.2 Entree van het Damsigt gebouw. Analyse voor Duurzaam Wonen 97
5.2 Partijen Ter inventarisatie hebben wij een complete lijst aan partijen opgesteld die mee zouden kunnen doen aan deze consultatie. Bij de partijen is vooral gelet naar hun duurzaamheidsambitie en opgeleverde projecten. De meeste grote partijen hebben wij er snel uitgefilterd aangezien wij op zoek waren naar partijen waar duurzaamheid in de genen zit. De partijen moeten uit vrije wil bezig zijn met duurzaamheid en niet gedwongen zijn door hun opdrachtgever of de huidige markt. Zo hielden wij een select groepje over waaruit een top 10 is gemaakt. Deze partijen hebben stuk voor stuk gebeld totdat wij vier ge誰nteresseerden partijen over hadden.
Gebelde Partijen Boele & van Eesteren Ontwikkelaar en Bouwer Rijswijk De Vries en Verburg Ontwikkelaar en Bouwer Stolwijk Delta Development Group Ontwikkelaar Hoofddorp Dutch Housing Company Ontwikkelaar en Bouwer Den Haag Kalliste Ontwikkelaar Naarden Sustay Ontwikkelaar en Bouwer Utrecht Van Omme en De Groot Ontwikkelaar en Bouwer Rotterdam Tabel 5.3 Overzicht gebelde marktpartijen.
Tabel 5.2 Overzicht marktpartijen.
Overzicht Partijen Sustay Ontwikkelaar en Bouwer Verantwoord wonen Utrecht http://www.sustay.nl Dutch Housing Company Ontwikkelaar en Bouwer Duurzame ontwikkelaar Den Haag http://www.dutchhousingcompany.com De Vries en Verburg Ontwikkelaar en Bouwer Stimuleren Duurzaam Stolwijk http://devriesverburg.nl/ Dura-Vermeer Ontwikkelaar en Bouwer GWL-Terrein, Rijswijk Buiten Rotterdam http://www.duravermeer.nl/ Van Omme en De Groot Ontwikkelaar en Bouwer Duurzame woningen Heijplaat Rotterdam http://www.vanomme-degroot.nl Slokkerbouw Ontwikkelaar en Bouwer Kersentuin Utrecht Huizen http://www.slokkerbouwgroep.nl Green Building 4 All Bouwer Bouwen Duurzame woningen Nijmegen http://gb4all.com/nl/ Kalliste Ontwikkelaar Duurzaam hoog op de agenda Naarden http://www.kalliste.nl/ Delta Development Group Ontwikkelaar en Belegger Park 2020, Cralde to Cradle Hoofddorp http://www.deltadevelopment.eu/ Synchroon Ontwikkelaar Duurzaamheid Zoetermeer http://www.synchroon.nl/ Domeco Ontwikkelaar Duurzame projectontwikelaar Amsterdam http://www.domeco.nl/ Amvest Ontwikkelaar Lid van DGBC Amsterdam http://www.amvest.nl OVG Real Estate Ontwikkelaar The Edge duurzaamste kantoor Rotterdam http://www.ovg.nl/ De Zwarte Hond Architectenbureau Rotterdam http://www.dezwartehond.nl/ KCAPArchitects&Planners Architectenbureau GWL-Terrein Amsterdam Rotterdam http://www.kcap.eu/nl/ KOW Architectenbureau Park 2020 Hoofddorp Den Haag http://www.kow.nl/ Kuiper Compagnons Architectenbureau Stad van de Zon Rotterdam http://www.kuipercompagnons.nl/ Kristinsson Architectenbureau Kersentuin, EVA-Lanxmeer Deventer http://www.kristinsson.nl/ 98
Analyse voor Duurzaam Wonen
5.2.1 Aanwezige partijen
Deze vier partijen waren enthousiast over de marktconsultatie en wilden graag meedoen in ons onderzoek naar duurzame gebiedsontwikkeling. In tabel 5.4 zijn de aanwezige en ge誰nteresseerde partijen weergeven. Tabel 5.4 Overzicht aanwezige marktpartijen.
Aanwezige Partijen
Kalliste
Kalliste is een kleine ontwikkelaar die gebiedsontwikkelingsprojecten haalbaar wil maken, adviseren, faciliteren en cre谷ren. Kalliste zet actief in op duurzaamheid in de woningbouw. Zij streven naar projecten met een bijzonder duurzaamheidswaarde met het oog op de toekomstige woonwaarde. Het bedrijf kijkt samen met de stakeholders naar de kansen en oplossingen om voor duurzaamheid in aanmerking te komen. (Kalliste, 2015)
Boele & van Eesteren Ontwikkelaar en Bouwer Rijswijk Dutch Housing Company Ontwikkelaar en Bouwer Den Haag Kalliste Ontwikkelaar Naarden Sustay Ontwikkelaar en Bouwer Utrecht
Doordat het bedrijf duurzaamheid hoog op de agenda heeft staan en zij verschillende voorbeeld projecten hebben waren wij ge誰nteresseerd in Kalliste. Na een enthousiast telefoongesprek hebben wij het bedrijf uitgenodigd voor de Marktconsultatie.
Boele & van Eesteren
Contactpersoon: Sander Aalpol
Boele & van Eesteren is grondbezitter in Klein Plaspoelpolder en daardoor een belangrijke pion in ons onderzoek van het gebied. Zij kunnen ontwikkelingen mogelijk maken en hun belangen benadrukken. Doordat zij een sterke positie hebben in het gebied vond de gemeente het van groot belang dat zij ook meedoen in de consultatie. Ook al is het een groot bedrijf en hebben zij duurzaamheid niet zozeer voorop staan. (Boele & van Eesteren, 2015) Contactpersoon: Hedy van Duinen
Dutch Housing Company
Dutch Housing Company is een zelfstandig ontwikkelings- en bouwbedrijf. Zij zijn volop bezig met de vernieuwing van woningen, waarmee ze het streven hebben om als eerste meer dan 1000 energie neutrale woningen te bouwen en ontwikkelen. Hun focus ligt op het ontwikkelen en realiseren van duurzame betaalbare eengezinswoningen. (DutchHousing Company, 2015)
Sustay
Sustay is een ontwikkel en bouwbedrijf die betaalbare en comfortabele huurwoningen realiseert. Zij verkopen deze woningen aan beleggers, coroporaties, zorginstellingen en pariculieren. De Sustay woning is voorzien van lage woonlasten, comfort, energiezuinigheid en gegarandeerd prestaties. Sustay vertaald de landelijke behoefte naar een resultaatgericht product. Deze woningen zijn standaard energieneutraal en voldoen miniaal aan BREEAM excellent. Hiermee bieden zij zuinige woningen die meer waarde opleveren op de lange termijn. (Sustay, 2015) Door dit prinicipe hebben wij Sustay gekozen, zij gaan een stap verder en bieden altijd energie zuinige woningen aan. Het is een kleine partij die anders nadenkt dan grotere partijen. Dit maakt het voor de gemeente aantrekkelijk om met een andere blik naar duurzaamheid te kijken. Contactpersoon: Frank Pieper
Door hun missie en visie op het gebied van duurzame betaalbare eengezinswoningen waren wij ge誰nteresseerd in het bedrijf. Mede door dun ligging nabij Leidschendam (Den Haag) hebben wij het bedrijf uitgenodigd. Contactpersoon: Walter Landsaat Analyse voor Duurzaam Wonen
99
Figuur 5.3 Presentatie ruimte voor de marktconsultatie. 100 Analyse voor Duurzaam Wonen
5.3 Bijeenkomst Op donderdag 28 en vrijdag 29 mei is de marktconsultatie binnen de gemeente gehouden. Op deze dagen zijn de partijen uitgenodigd om hun idee voor te leggen en antwoord te geven op de gestelde vragen. Elke partij heeft een uur de tijd waarin 30 minuten is vrij gemaakt voor een presentatie en 30 minuten voor een vragen ronde. Hieronder is het tijdschema van de dagen weergeven. 28-mei Raadhuisplein 1, RP1A202 12:45 Lunch, voorbespreking Kantine KW2 13:45 Voorbereiden 14:15 Sustay 15:15 Pauze 15:45 Boele & van Eesteren 16:45 Nabespreken 29-mei Raadhuisplein 1, RP1D004 11:30 Lunch, voorbespreking Kantine KW2 12:30 Voorbereiden 13:00 Dutch Housing Company 14:00 Pauze 14:30 Kalliste 15:30 Nabespreken
Vanuit de gemeente zijn er verschillende betrokkenen aanwezig. Zij kunnen input geven over de locatie Klein Plaspoelpolder en informatie opdoen op het onderwerp duurzaamheid. Aanwezig vanuit de gemeente waren: Tabel 5.5 Aanwezigen van de Gemeente Leidschendam-Voorburg.
Aanwezige Functie - Wethouder Saskia Bruines Portefeuillehouder van o.a. Ruimtelijke ontwikkeling en stedelijke vernieuwing, regionale aangelegenheden en herontwikkeling Klein Plaspoelpolder. - Jeroen van der Ven Teamleider Ruimte en ambtelijk opdrachtgever Klein Plaspoelpolder - Nancy Buitenweg Energie en Duurzaam wonen gemeente Leidschendam-Voorburg - Pim Felix Stedenbouwkundige van de gemeente Leidschendam-Voorburg - Peter Baalbergen Stedenbouwkundige van de gemeente Leidschendam-Voorburg - Tom van Dam Afstudeerder Hogeschool Rotterdam, Ruimtelijke Ordening en Planologie - Patrick den Heijer Afstudeerder Hogeschool Rotterdam, Ruimtelijke Ordening en Planologie - Erik Tissingh Externe procesbegeleider / projectleider transformatie Klein Plaspoelpolder (van adviesbureau OverMorgen) - Sander Westerhout Externe stedenbouwkundige voor Klein Plaspoelpolder Op de volgende pagina’s is een kort overzicht gegeven van de gehouden presentaties. Hierin is kort beschreven wat de partijen hebben gepresenteerd en wat hierin onze bevindingen zijn. In bijlage VI zijn de presentaties van de partijen bijgevoegd.
Analyse voor Duurzaam Wonen
101
5.3.1 Sustay
Datum: 28-05-2015 Tijd: 14:15 Aanwezig Sustay: Menno Schapendonk, Frank Pieper Aanwezig Gemeente: Nancy Buitenweg, Tom van Dam, Patrick den Heijer, Pim Felix, Erik Tissingh, Jeroen van der Ven Sustay heeft geen plan klaar liggen voor KPP maar geeft het proces van het gebied aan en wilt graag weten van de gemeente wat zij voor hen kunnen betekenen. Het bedrijf wilt niet meedoen met grote aanbestedingen aangezien het nog een klein bedrijf is en ze worden ondergesneeuwd onder de grote partijen. Zij hebben in de bespreking vooral de waarde van hun eigen bedrijf verdedigd maar geen onderscheidende uitspraken gedaan. - Uitgebreide info over achtergrond bedrijf en doelen - Willen niet meedoen in een grootschalige aanbesteding, omdat het een klein bedrijf is die snel op de achtergrond komt - Hebben geen plan klaarliggen oor KPP, ze willen eerst weten wat LeidschendamVoorburg voor hen kan betekenen - Zetten zich vooral in op sociaal en technische kwaliteiten - Met een waardeprofiel wordt de haalbaarheid van het project getoetst.
102
Figuur 5.3 Logo van Sustay.
Analyse voor Duurzaam Wonen
5.3.2 Boele & van Eesteren
Datum: 28-05-2015 Tijd: 15:45 Aanwezig Boele & van Eesteren CornĂŠ Bok, Onno Dwars Aanwezig Gemeente: Saskia Bruines, Nancy Buitenweg, Tom van Dam, Patrick den Heijer, Pim Felix, Erik Tissingh, Jeroen van der Ven Professionele en sterke presentatie waarin de visie en mogelijkheden van het bedrijf werden verteld. Hierin waren nieuwe en inspirerende uitspraken gedaan waar het gehele gezelschap van onder de indruk was. Helaas werd er niet ingezoomd op het gebied en werd er weinig gesproken over gebiedsontwikkeling. Het bedrijf richt zich vooral op de bouw- en technische aspecten hiervan. - Uitgebreide info over hun uitgevoerde duurzame projecten en woningen - Grote speler in de bouw en vooruitstrevend op het gebied van duurzaamheid - Vooral gericht op duurzaam bouwtechnisch, niet op groter geheel - Willen niet meedoen in een aanbesteding, gaan liever in goed overleg praten over het plan - Hebben geen concreet plan klaarliggen voor KPP, Boele is al eigenaar in het gebied en heeft zijn plannen al een keer voorgelegd aan de gemeente.
Figuur 5.4 Presentatie van Boele & van Eesteren.
Figuur 5.5 Logo van Boele & van Eesteren.
Analyse voor Duurzaam Wonen
103
5.3.3 Dutch Housing Company
Datum: 29-05-2015 Tijd: 13:00 Aanwezig Dutch Housing Company: Walter Landsaat, Robert Santema Aanwezig Gemeente: Peter Baalbergen, Saskia Bruines, Nancy Buitenweg, Tom van Dam, Patrick den Heijer, Erik Tissingh, Jeroen van der Ven Dutch Housing Company gaf een leuke presentatie waarin hun eigen visie en referentieprojecten werden getoond. Zij gaven aan dat duurzaamheid vooral met gezond wonen te maken had en zoomde daarbij in op de individuele woning. Ook dit bedrijf zoomde niet in op Klein Plaspoelpolder hoewel zij het gebied wel benoemde en de mogelijkheden en doelgroepen aangaven. Zij richtte zich vooral op de woningen en niet op het groter geheel zoals de andere bedrijven. - Duurzaam wonen = Gezond wonen - Met eigen referentieprojecten haalden zij voorbeelden aan - Benoemde doelgroepen en mogelijkheden in het gebied maar hadden geen concrete plannen - Vooral gericht op woningen - Toekomst is elektrisch, alles in de woning gaat op elektriciteit
Figuur 5.6 Logo van Dutch Housing Company.
104
Analyse voor Duurzaam Wonen
5.3.4 Kalliste
Datum: 29-05-2015 Tijd: 14:30 Aanwezig Kalliste: Sander Aalpol, Jeroen Suijkerbuijk Aanwezig Gemeente: Peter Baalbergen, Saskia Bruines, Nancy Buitenweg, Tom van Dam, Patrick den Heijer, Erik Tissingh Kalliste gaf een leuke en inspiratievolle presentatie en was de enige partij die op bezoek was geweest bij Klein Plaspoelpolder. Zij hadden een eigen visie en invulling op dit terrein wat verfrissend was voor alle aanwezigen. Met eigen foto’s, tekeningen en schetsen wisten zij ons van hun plannen te overtuigen waarmee ze naar een duurzaam geheel keken. Ook gaven zij de kwaliteiten van het gebied aan en besproken ze hoe dit versterkt kon worden. Van alle partijen was iedereen het meest te spreken over Kalliste. - Presenteerde hun eigen visie op duurzaamheid - Gaven aan hoe ze tot een duurzaam Klein Plaspoelpolder zijn gekomen - Hadden een plan voor Klein Plaspoelpolder klaar liggen met sterke onderbouwing - Leuke afbeeldingen, schetsen en eigen foto’s - Focus op gehele gebied, gingen daadwerkelijk in op duurzame gebiedsontwikkeling - Iedereen was onder de indruk na de presentatie
Figuur 5.7 Presentatie van Dutch Housing Company.
Figuur 5.8 Logo van Kalliste.
Analyse voor Duurzaam Wonen
105
5.4 Conclusie; Marktconsultatie Tijdens de georganiseerde marktconsultatie hebben de vier uitgenodigde partijen hun visie gegeven over duurzame gebiedsontwikkeling en hun plan voor Klein Plaspoelpolder. Iedere partij had hiervoor één uur waarin zij ons konden overtuigen van hun plannen. Bij deze presentaties waren diverse medewerkers van de gemeente aanwezig waaronder Wethouder Bruines. Wij hoopten de medewerkers van de gemeente te kunnen inspireren en laten meedenken over het onderwerp en daarmee duurzaamheid meer onder de aandacht te krijgen. De presentaties waren professioneel uitgevoerd waaraan iedere partij zijn eigen invulling heeft gegeven. Bij iedere partij begonnen we met een voorstelronde waarna de presentatie werd gehouden en vragen konden worden beantwoordt. Tijdens de presentaties vielen ons enkele overeenkomsten op vanuit de verschillende partijen: - Overtuigende visie van bedrijf - Afwachtende houding - Ontwikkelaars leggen focus met name op de duurzame woning en snelle realisatie. - Energie neutrale woning is technisch al mogelijk. - Beperkte aandacht voor openbare ruimte en het sociale aspect. - Grote verschillen in de gedachtegang van ontwikkelaars wat betreft duurzaamheid. - Duurzaam wonen = Gezond wonen. Wij waren vooral geïnteresseerd in de plannen van de partijen voor Klein Plaspoelpolder, één partij had de plannen voor Klein Plaspoelpolder daadwerkelijk uitgevoerd. De focus lag vooral op de visie van het bedrijf en de referentieprojecten die zijn uitgevoerd. Hiermee probeerde zij ons te overtuigen om voor hun bedrijf te kiezen en ons mee te nemen in de visie die zij voor ogen hadden. Dit waren inspirerende presentaties die nieuwe hoeken gaf op het onderwerk duurzaamheid, dit brede begrip gaven zij een vernieuwde definitie en rol.
106
Analyse voor Duurzaam Wonen
De presentaties waren vooral gefocust op de woningen en de techniek hierachter. Zij haalde voorbeelden aan hoe hiermee duurzaamheid verbeterd kon worden. Helaas was dit niet onze enige vraag en lag onze aandacht vooral op het gebied (duurzame gebiedsontwikkeling). Sustay haalde hierbij het sociale aspect aan wat dit kan versterken. Maar dan is uiteraard de vraag als bewoners hier niet aan willen meedoen. Kalliste speelde hier ook op in maar koos voor een stadsboerderij wat de bewoners kan verbinden en de aantrekkingskracht van de wijk kan verhogen. Twee partijen (Sustay en Boele & van Eesteren) gaven aan dat zij niet wilden meedoen in een grote aanbesteding. Zij willen liever met de partijen praten om tot een gewenst resultaat te komen wat betreft de locatie. Om zo te oordelen wat zij kunnen verwachten van de gemeente en geen tijd verspillen aan ongewenste plannen. Eén partij had een visie klaar liggen voor het plangebied. Kalliste overtuigde ons met mooie foto’s en sterke schetsen van de kwaliteiten van het gebied en hoe deze benut kunnen worden bij een toekomstige ontwikkeling. Zij hadden een uitgebreide studie verricht naar het gebied en waren zelfs op locatiebezoek geweest. Alle genodigden waren zeer te bespreken over de presentaties van de partijen en de partijen zelf waren dankbaar dat zij hun visie met ons hebben kunnen delen. Hiermee hebben wij de gemeente aan nieuwe partijen kunnen voorstellen en daarmee een vernieuwde blik op duurzaamheid en Klein Plaspoelpolder kunnen geven.
Dromen, ideeën, kansen -> “geloof in de toekomst van de locatie” Figuur 5.9 Schets van het Mebin terrein door Kalliste. Analyse voor Duurzaam Wonen 107 KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
4. Transformatie van tankstation naar waterstofstation voor bewoners en gebruikers
2. Zonnenparkdak t.b.v. energievoorziening i.c.m. transformatie bestaand gebouw Damzigt
2. Faciliteren eigentijds werken i.c.m. huisvesting kleine (eenpersoons) huishoudens
6. Gezinswoningen (Bewust* WijzerWonen) volgens Nul-Op-deMeter concept
3. Windparkdak t.b.v. energievoorziening i.c.m. transformatie bestaand gebouw Achmea
1. Overbouwen bestaande parkeerfaciliteit (auto) met Stadsboerderij, gezonde lokale voeding
3. Slim* WijzerWonen Seniorenhuisvesting vanuit comfort en additionele zorg
5. Uitbreiding van stadsboerderij met actief ontmoetingsplein: sociale cohesie voor omwonenden en bewoners
Verkenning voor De Zelfvoorzienende Wijk Figuur 5.10 Visie op Klein Plaspoelpolder door Kalliste. 108 Analyse voor Duurzaam Wonen KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
5.4.1 Plan Klein Plaspoelpolder
Doordat Kalliste als enige een directe visie op Klein Plaspoelpolder had en daarmee met enthousiasme ons dit plan presenteerde, gaf iedereen aan dat dit de beste partij was van de vier aanwezigen. Zij boden met een presentatie hun eigen visie, kwaliteiten van het gebied en een interactieve presentatie waarin zij iedereen mee lieten denken. In figuur 5.10 is de visie van Kalliste weergeven. Zij hebben met foto’s hun ideeën in de wijk geïmplementeerd. Ze benoemden direct een zwakte van het gebied wat de duurzaamheid in de wijk juist kan versterken, de auto. De wijk is moeilijk met de auto te bereiken vanaf de snelweg waardoor dit als kwaliteit kan worden gewaarborgd als er word ingespeeld op duurzaamheid. Het gebied is voldoende ontsloten met het openbaar vervoer waardoor de toegankelijkheid goed is. Ook is er op dit moment een landmark aanwezig die behouden moet blijven, het Mebin terrein. Hier staat een kraan die op dit moment als landmark/identiteit dient voor het gebied. Als deze behouden blijft geeft dit een stukje historie en identiteit aan het gebied zoals in verschillende projecten in Amsterdam en Rotterdam (Entrepothaven) al is gedaan. Mebin is een van de grootste producenten van cement en stortklaar beton en maakt voor het transport gebruik van de naastgelegen Vliet. Dit zorgt voor een typisch waterverkeer wat niet veel meer voorkomt in Nederland. Ook dit is een karakteristiek van het gebied wat een waarde kan zijn voor de huidige en toekomstige bewoners. Daarom moet er goed nagedacht worden of dit bedrijf wel moet verdwijnen uit het gebied.
Kalliste kiest met de informatie die zij voor handen hadden voor het hergebruik van de complexen om deze om te zetten in woningen. Als voorbeeld gaven zij het reeds getransformeerde kantoren complex aan waar nu al woningen in zijn gehuisvest. Zo worden de complexen optimaal benut en wordt de sloop beperkt. Helaas heeft eerder onderzoek van de eigenaar aangetoond dat dit type hergebruik te veel geld zou kosten en dat sloop de beste optie zou zijn. De complexen zijn namelijk erg verouderd en slecht geïsoleerd. Dan zou er gekozen moeten worden voor nieuwbouw in de vorm van rijtjeswoningen of appartementen. in het centrum van de wijk moet een parkeerplaats komen met op het dek een stadsboerderij. Deze boerderij moet voor de levering van het eigen voedsel dienen en heeft daarbij een sociaal bindende functie voor de wijk. De Vliet moet openbaar toegankelijk worden waarbij lopen en fietsen mogelijk moet zijn. In de wijk komen verder rijtjeswoningen die beter zijn dan de energie nul woningen zodat er wordt ingespeeld op de toekomst. Met dit plan biedt Kalliste een welkome afwisseling en een eigen visie op het gebied. Hiermee rijken zij ideeën aan die nog niet iedereen voor handen had of vanzelfsprekend vond. Het plan van Kalliste gaf ons een nieuwe blik op het gebied.
Als het bedrijf moet verdwijnen dan is de beste en duurzaamste optie om het te laten staan tot de gehele omgeving gebouwd is. Mebin kan namelijk voor het beton en cement zorgen voor de bouw van de omliggende woningen. Hierdoor worden uitlaatgassen beperkt (vrachtverkeer) en kan het steen van de gesloopte complexen omgezet worden in nieuw cement. Wat extra bijdraagt aan de duurzaamheid van de wijk.
Analyse voor Duurzaam Wonen
109
Mogelijkheden gemeente Rol van de gemeente
6. conclusie; Resultaat Uit de drie deelonderzoeken zijn verschillende conclusies getrokken op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw. Met deze kennis is in kaart gebracht waar duurzame gebiedsontwikkeling voor staat en wat hiervoor nodig is. Met deze conclusies willen wij een eerste opzet meegeven aan de Gemeente Leidschendam-Voorburg voor het bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling binnen haar gemeentegrenzen (tabel 6.1). - Welke voorwaarde zijn er nodig om duurzame woningbouw te stimuleren en vereenvoudigen? - Wordt er met de gemaakte voorwaarden aan de definitie duurzame woningbouw voldaan? - Wordt daarmee de huidige ambitie en visie nagestreefd? - Hoe kan de gemeente “slim sturen� om andere partijen mee te krijgen en ambities te realiseren?
Analyse voor Duurzaam Wonen
111
In de drie deelonderzoeken (bureauonderzoek, benchmarkonderzoek en marktconsultatie) is het beleid (1) en zijn de theorieën (2) achter duurzaamheid geanalyseerd, zijn er verschillende duurzame projecten (3) onderzocht en is er aan de markt gevraagd hoe zij over duurzame gebiedsontwikkelingen denken (4). Hieruit zijn verschillende conclusies en bevindingen getrokken. Uit deze verschillende conclusies komt een aanbeveling naar voren voor de Gemeente Leidschendam-Voorburg ter bevordering van duurzame gebiedsontwikkeling. Deze aanbeveling is uitgewerkt in het ‘Handboek voor Duurzaam Wonen in Leidschendam-Voorburg’.
1
2
3
4
Onafhankelijk van het grondbezit heeft de gemeente altijd invloed op de ontwikkelingen hierop. Afhankelijk is de mate van deze invloed. Bij eigen grondbezit kan de gemeente zelf bepalen wat er gebouwd gaat worden, waarbij er gekeken moet worden naar de verdeling van de risico’s. Als de grond in het bezit is van een externe partij kan de gemeente aan de hand van een intentie- en anterieure overeenkomst inspelen op haar ambitie. Het onderhoud van de openbare ruimte in een te ontwikkelen gebied wordt overgedragen aan de gemeente. Dit is een belangrijk aspect binnen de gebiedsontwikkeling waar de gemeente op kan sturen. Om duurzame gebiedsontwikkeling tot stand te laten komen is het van belang dat de gemeente zich richt op de essentie van deze ontwikkeling. Uit ons onderzoek is gebleken dat de woningen, openbare ruimte en het sociale aspect hier het meeste invloed op hebben. Uiteraard speelt duurzame gebiedsontwikkeling in op meerdere aspecten en is de tijd en locatie hier erg van invloed op. Maar door de gemeente te laten focussen op de essentie van de wijk en gebiedsontwikkeling kan deze eenvoudiger tot stand gebracht worden.
112
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 6.1 Woningen + openbare ruimte + sociaal = duurzame gebiedsontwikkeling. Een gezonde leefomgeving bevordert het gebruik en heeft positieve invloed op de gezondheid van de bewoner. Daarnaast is duurzaam wonen ook gezond wonen wat bijdraagt aan de verduurzaming van de aarde. Duurzame ingrepen op een woning zorgen voor lagere maandlasten (energie-, gas- en waterrekening) en een stijging van de waarde van de woning. Een gebiedsontwikkeling bestaat uit vier fasen (initiatief-, voorbereiding-, uitvoerings- en gebruik/beheerfase) die allemaal van belang zijn bij de ontwikkeling en uitvoering. Door te focussen op de eerste twee fasen (initiatief- en voorbereidingsfase) kan er de eerste stap gezet worden richting deze ontwikkeling. Door te zorgen voor een balans in de aspecten binnen duurzame gebiedsontwikkeling en van een gezonder woonomgeving zal dit een positieve invloed hebben op de bewoner, en kan de gemeente haar ambitie versterken. Om duurzame gebiedsontwikkeling tot stand te laten komen is balans van groot belang. In ons onderzoek is er gevraagd om te kijken naar het bevorderen van de woningbouw. Maar om duurzame gebiedsontwikkeling een succes te laten worden is het sociale aspect en de openbare ruimte van grote waarde. In het ‘Handboek’ gaan we hier verder op in, waarbij een aanbeveling is gegeven naar de rol van de gemeente bij deze ontwikkeling.
Figuur 6.2 Balans in duurzame gebiedsontwikkeling.
Tabel 6.1 Conclusies onderzoeken.
Hoofdvraag Welke voorwaarden, zowel ruimtelijk, procesmatig als beleidsmatig, zijn nodig in de Gemeente Leidschendam-Voorburg om het realiseren van duurzame woningbouw te vereenvoudigen voor externe partijen?
Bureauonderzoek
Referentieonderzoek
Marktconsultatie
Definitie duurzame ontwikkeling terug te brengen tot 1987.
Sociale cohesie waarborgt het succes van een woonwijk op de lange termijn.
Ontwikkelaars leggen focus met name op de duurzame woning en snelle realisatie.
Levensloopbestendige woningen houden mensen langer in de wijk.
Energie neutrale woning is technisch al mogelijk.
Gebiedsontwikkeling bestaat uit vier fasen. Mate van milieubewustzijn onder de mensheid neemt voortdurend toe. Bestuurslagen scherpen duurzaamheid in beleid steeds verder aan. Ongeacht grondpositie eigenaren blijft sturende rol gemeente gewenst. Certificaten dienen als waarborging van duurzaamheidsambities ook na realisatie van het project.
Onderhoudscontracten voor garantie duurzame energie en onderhoud. Uitbundig groen in openbare ruimte zorgt voor plezierige en leefbare woonwijk.
Beperkte aandacht voor openbare ruimte en het sociale aspect. Grote verschillen in de gedachtegang van ontwikkelaars wat betreft duurzaamheid. Duurzaam wonen = Gezond wonen.
Ontmoetingen en onderhoud in openbare ruimte verbindt bewoners. Openbare ruimte moet duurzaam worden ingericht; beperkte verharding, wateropvang, led verlichting etc.
Conclusie Overheden werken steeds meer toe naar energiezuinige woningen in wet- en regelgeving. De initiatief- en voorbereidingsfase bieden de meeste ruimte voor verwerking van de duurzaamheidsambitie van de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Duurzame gebiedsontwikkeling is een balans tussen woningen, openbare ruimte en het sociale aspect. Ontwikkelaars leggen de focus op duurzame woning en laten openbare ruimte en het sociale aspect buiten beschouwing. Een duurzame woonomgeving zorgt voor een financieel aantrekkelijke, gezonde en milieuvriendelijke woonwijk. Een sterk groenblauwnetwerk en sociale samenhang bieden de wijk waarborging voor een duurzame toekomst. Bestaande voorraad woningen biedt de meeste mogelijkheden om de duurzame ambitie te versterken.
Aanbeveling aan Gemeente Leidschendam-Voorburg Handboek voor Duurzaam Wonen in Leidschendam-Voorburg. Analyse voor Duurzaam Wonen
113
Literatuurlijst A.S.R. Vastgoed. (2015, maart 25). Opgehaald van Huren in Futura: http:// www.hureninfutura.nl/ A.S.R. Vastgoed. (2015, maart 25). Duurzaamheid, ons-vastgoed. Opgehaald van A.S.R. Vastgoed: http://www.asrvastgoedvermogensbeheer.nl/duurzaamheid/ons-vastgoed/ Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer. (2015, maart 6). Opgehaald van EVA-Lanxmeer: http://www.eva-lanxmeer.nl/ Bloklandhuizen. (2015, april 3). X-Wonen. Opgehaald van Bloklanhuizen: http:// www.bloklandhuizen.nl/projecten/x-wonen/ Boele & van Eesteren. (2015, mei 20). Typisch Boele, Duurzaam. Opgehaald van Boele & van Eesteren: http://www.boele.nl/typisch-boele/duurzaam Bouwend Nederland. (2013, maart 22). Meerjarige onderhoudscontracten hebben de toekomst in de bouw. Opgehaald van NEN: https://www.nen.nl/NEN-Shop/Vakgebieden/Bouw/Bouwnieuwsberichten/Meerjarige-onderhoudscontracten-hebben-de-toekomst-in-de-bouw.htm
Coalitie Leidschendam-Voorburg. (2015, februari 03). Bestuur, beleid en organisatie. Opgeroepen op juni 03, 2015, van www.leidschendam-voorburg.nl: https://www. leidschendam-voorburg.nl/public/Actueel-INTERNET/2015/Coalitieakkoord%20LdamVbg%20020215-3.pdf Coalitie Leidschendam-Voorburg. (februari 2015). Coalitieakkoord ‘Ondernemend, sociaal, duurzaam en dichtbij’. Leidschendam-Voorburg. Cobouw Nederland. (2015, maart 18). Duurzaam Bouwen. Opgehaald van Nederlandse Bouw Documentatie: http://www.nbd-duurzaambouwen.nl/ Consumentenbond. (2015, februari 27). Wat is duurzaamheid? Opgehaald van Consumentenbond: http://www.consumentenbond.nl/duurzaam-consumeren/extra/duurzaamheid/ De Ruimte Project Ontwikkeling. (2015, mei 15). Sociale duurzaamheid. Opgehaald van De Ruimte Project Ontwikkeling: http://www.drpo.eu/thema/sociale-duurzaamheid/ De Trip Utrecht. (2015, maart 23). Opgehaald van Boele & van Eesteren: http://www. boele.nl/projecten/de-trip-utrecht
BPD. (2015, april 3). Opgehaald van Wonen in Keijzershof: http://www.woneninkeijzershof.nl/
Delta Development Group. (2015, maart 11). Opgehaald van Park 2020: http://www. park2020.com/
BPD. (2015, april 3). Opgehaald van Romantisch Waterzicht: http://www.romantischwaterzicht.nl/waterzicht
Delta Development Group. (2015, maart 4). Projecten, Park 2020. Opgehaald van Delta Development Group: http://www.deltadevelopment.eu/projecten
BPD. (2015, maart 18). Duurzaamheid. Opgehaald van Oosterdokseiland, Amsterdam: http://www.oosterdokseiland.nl/pages/duurzaamheid.aspx
Der Freiburger Stadtteil mit Flair und Lebensqualität. (2015, maart 3). Opgehaald van Vauban: http://www.vauban.de/en/
Braungart, M., & MCDonough, W. (2007). Cradle to Cradle, Afval = Voedsel. Search Knowledge.
DGBC. (2012). BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling. Rotterdam: Dutch Green Building Council.
Carson, R. (1962). Silent Spring. Boston: Houghton Mifflin . Analyse voor Duurzaam Wonen
115
Dura Vermeer. (2015, maart 25). Zetten wij Rijswijk-Buiten nulopdemeter. Opgehaald van Dura Vermeer: http://www.duravermeer.nl/Projecten/articles/zetten-wij-rijswijk-buiten-nulopdemeter Dutch Green Building Council. (2015, maart 17). BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling. Opgehaald van http://www.breeam.nl/: http://www.breeam.nl/keurmerken/gebiedsontwikkeling DutchHousing Company. (2015, mei 20). Over ons. Opgehaald van DutchHousing Company: http://www.dutchhousingcompany.com/nl/over-ons Duurzaam MBO. (2015, mei 07). Kennisbank. Opgehaald van www.duurzaamMBO. nl: http://www.duurzaammbo.nl/index.php/kennisbank/57-kennisbank/planet/3727-de-geschiedenis
Gemeente Leidschendam-Voorburg. (2009). Klimaatplan 2009-2020, Uitwerking klimaatakkoord voor Leidschendam-Voorburg. Leidschendam-Voorburg. Gemeente Leidschendam-Voorburg. (2014, juli 15). Raadflitsen. Opgeroepen op juni 03, 2015, van www.leidschendam-voorburg.nl: http://www.leidschendam-voorburg.nl/ public/griffie/docs/2014/raadsflits%2020140715.pdf Gemeente Leidschendam-Voorburg. (2015, Juni 9). Subsidieregeling Duurzame Energie. Opgehaald van Gemeente Leidschendam-Voorburg: http://www.leidschendam-voorburg.nl/Energie.html Gemeente Rijswijk. (2015, maart 12). Duurzaam. Opgehaald van Rijswijk-Buiten: http:// www.rijswijkbuiten.nl/duurzaam/
Ehrlich, P. R. (1968). The Population Bomb. New York: Ballantine Books.
Gemeente Rijswijk. (2015, maart 25). Rijswijk-Buiten. Opgehaald van Gemeente Rijswijk: http://www.rijswijk.nl/plannen-projecten/rijswijkbuiten
Elkington, J. (1998). Cannibals with Forks, The Triple Bottom Line of 21st Century Business. New Society Publishers, Ltd.
Gemeentelijke Praktijk Richtlijn. (2015, maart 19). Stedenbouw. Opgehaald van http:// www.gprstedenbouw.nl/: http://www.gprstedenbouw.nl/
Europese Commissie. (2015, mei 14). Europese doelstellingen 2020. Opgehaald van http://ec.europa.eu/: http://ec.europa.eu/europe2020/europe-2020-in-a-nutshell/ targets/index _nl.htm
Gore, A. (Regisseur). (2006). An Inconvenient Truth [Film].
Gemeente Amsterdam. (2010). De sociaal duurzame stad, Begripsverkenning en sociaalruimtelijke implicaties. Amsterdam. Gemeente Apeldoorn. (2015, maart 3). Algmeen informatie. Opgehaald van Kanaaloevers Apeldoorn: http://www.kanaaloevers-apeldoorn.nl/index.php/informatie-kanaaloevers/algemeen Gemeente Heerhugowaard. (2015, maart 12). Stad van de Zon. Opgehaald van Heerhugowaard Stad van de Zon: http://www.heerhugowaardstadvandezon.nl/Stad+van+de+Zon/default.aspx
116
Analyse voor Duurzaam Wonen
Heijmans. (2015, april 2). Opgehaald van Schoutenhoek: http://www.schoutenhoek.nl/ schoutenhoek/ Inicio. (2015, mei 15). Sociale duurzaamheid. Opgehaald van Inicio: http://www.inicio. nl/ontwikkeling/sociale-duurzaamheid.php Jebber. (2015, maart 25). De Trip Rotsoord Utrecht. Opgehaald van Jebber: http:// www.jebber.nl/projecten/in-aanbouw/de-trip-rotsoord-utrecht.html Juncker, J. (2015, mei 14). Beleidslijnen Europese Unie. Opgehaald van http://ec.europa. eu/: http://ec.europa.eu/priorities/docs/pg_nl.pdf Kalliste. (2015, mei 20). Duurzaam wonen. Opgehaald van Kalliste: http://kalliste.nl/ expertise/duurzaam-wonen/
Kleine Staarman, A. (2015, mei 25). Nieuwe Omgevingswet. Opgehaald van http:// www.aranto.nl/: http://www.aranto.nl/blog/ Koepelvereniging GWL-terrein. (2015, maart 4). Opgehaald van GWL-Terrein, Amsterdam: http://www.gwl-terrein.nl Leidschendam-Voorburg. (2014, mei 1). Kengetallen gemeente Leidschendam-Voorburg. Opgehaald van Gemeente Leidschendam-Voorburg: http://leidschendamvoorburg.nl/ Int/Leidschendam-Voorburg/Over-Leidschendam-Voorburg/De-Gemeente-Feiten-en-cijfers/Kengetallen-gemeente-Leidschendam-Voorburg.html Leopold, A. (1949). The Land Ethic. In A. Leopold, A Sand County Almanac (p. 35). Oxford: Oxford University Press . Massachusetts Institute of Technology . (1972). Limits to Growth. Zurich: Club van Rome. Mebin. (2015, mei 25). Bedrijfsprofiel. Opgehaald van Mebin: http://www.mebin.nl/nl/ bedrijfsprofiel Milieu Centraal. (2015, maart 06). Energielabel woningen. Opgehaald van Energielabel. nl: http://www.energielabel.nl/woningen Ministerie van Binnelandse Zaken en Koninkrijkrelaties. (2012). Bouwbesluit 2012, Energiezuinigheid van woningen. Den Haag. Ministerie van Economische Zaken. (2015, mei 18). Intentieovereenkomst. Opgehaald van www.dienstlandelijkgebied.nl/: www.dienstlandelijkgebied.nl/txmpub/files/?p_file_ id=27906 Ministerie van Infrastructuur en Milieu. (2012). Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Den Haag. Nieuw Gracht, stad milieu landschap, ir. M. Witberg, ir. E. Zinger. (1999). Nationaal Pakket Durzame Stedebouw. Utrecht: SEV en Novem.
Peek, G. J. (2006). Locatiesynergie. Voorburg: TU Delft. Platform 31. (2015, mei 15). Wat houdt sociale duurzaamheid in. Opgehaald van Platform 31: http://kennisbank.platform31.nl/pages/27804/Wat-houdt-sociale-duurzaamheid-in-.html Potz, H., & Bleuze, P. (2012). Groenblauwe netwerken, voor duurzame dynamische steden. De Vrije Uitgevers. President’s Science Advisory Committee (PSAC). (15 May 1963). Pesticides report. Washington, D.C.: The White House. Provincie Zuid-Holland. (2013). Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu 2013-2017. Den Haag: Provincie Zuid-Holland. Provincie Zuid-Holland. (2015, februari 26). Milieu. Opgehaald van http://www. zuid-holland.nl/: http://www.zuid-holland.nl/onderwerpen/milieu/ Rijksdienst voor ondernemend Nederland. (2015, Juni 09). Beleid overheid (bijna) energieneutraal bouwen. Opgehaald van Rijksdienst voor ondernemend Nederland: http:// www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/gebouwen/energieneutraal-bouwen/beleid-overheid Rijksoverheid. (2015, april 09). Beleid voor vervoer. Opgehaald van http://www. rijksoverheid.nl/: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/milieuvriendelijke-brandstoffen-voor-vervoer/beleid-milieuvriendelijke-brandstoffen-voor-vervoer Rijksoverheid. (2015, maart 3). Duurzaam bouwen. Opgehaald van Rijksoverheid: http:// www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzaam-bouwen-en-verbouwen/duurzaam-bouwen Rijksoverheid. (2015, mei 15). Duurzame energie in de toekomst. Opgehaald van http:// www.rijksoverheid.nl/: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-energie/ meer-duurzame-energie-in-de-toekomst
Analyse voor Duurzaam Wonen
117
Rijksoverheid. (2015, april 08). Green Deal. Opgehaald van http://www.rijksoverheid. nl/: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/green-deal
Techniplan Adviseurs. (2015, maart 18). Duurzaamheidslabels. Opgehaald van http:// www.kiesuwlabel.nl/: http://www.kiesuwlabel.nl/leed/
Rijksoverheid. (2015, mei 15). Kabinetsplannen regering. Opgehaald van http://www. rijksoverheid.nl/: http://www.rijksoverheid.nl/regering/kabinetsplannen/een-duurzame-en-vernieuwende-economie
The Sierra Club. (2015, mei 07). 1892 founded by John Muir. Opgehaald van http:// www.sierraclub.org/: http://vault.sierraclub.org/john muir _ _exhibit/life/muir_ biography.aspx
Roosegaarde, D. (2014, juli 03). Een lesje anders denken! Innovatie volgens Daan Roosegaarde. Opgehaald van BouwKennisBlog: http://www.bouwkennisblog.nl/ een-lesje-anders-denken-innovatie-volgens-daan-roosegaarde/
United Nations Environment Programme. (2015, mei 08). Declaration of the United Nations Conference on the Human Environment. Opgehaald van www.unep.org: http://www.unep.org/Documents.Multilingual/Default.asp?documentid=97&articleid=1503
Schouten. (2015, april 2). Duurzaam. Opgehaald van Ackerswoude De Brink 3: http:// www.debrink3.nl/duurzaam/
United States Green Building Council . (2015, maart 17). Opgehaald van http://www. usgbc.org/: http://www.usgbc.org/
SER Energieakkoord. (2015, april 6). Energieakkoord. Opgehaald van http://www. energieakkoordser.nl/energieakkoord.aspx: http://www.energieakkoordser.nl/energieakkoord.aspx
Van Dale Uitgevers. (2015, februari 19). Betekenis van ‘Duurzaam’. Opgehaald van Dikke van Dale: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=duurzaam&lang=nn#.VOXXq9RgVGE
Slingerland Bouw. (2015, april 3). Opgehaald van Parc Landzicht: http://www.parclandzicht.nl/
van der Rhee, J. (2013, maart 6). Meerjarige onderhoudscontracten hebben de toekomst in de bouw. Opgehaald van USP Marketing Consultancy: http://www.usp-mc. nl/nieuws/afbouw/meerjarige-onderhoudscontracten-hebben-de-toekomst/
SMK. (2015, februari 24). SMK en het gebruik van het woord ‘duurzaam’. Opgehaald van Milieukeur: http://www.milieukeur.nl/41/over-milieukeur/smk-en-het-gebruik-vanhet-woord--duurzaam-.html Stichting Beursloge Projecten. (2010). Duurzame stedenbouw, The Next Step. Blauwdruk. Sustay. (2015, mei 21). Duurzaamheid. Opgehaald van Sustay: http://www.sustay.nl/ duurzaamheid/ Swanborn, J. (2010, november 1). ’Duurzaam’ is makkelijk containerbegrip geworden. Opgehaald van Trouw: http://m.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/ detail/1823108/2010/11/01/rsquo-Duurzaam-rsquo-is-makkelijk-containerbegrip-geworden.dhtml 118
Analyse voor Duurzaam Wonen
Van Omme & de Groot. (2015, april 2). Opgehaald van Thuis in Seghwaert: http:// www.thuisinseghwaert.nl/ Verenigde Naties. (1987). Our Common Future. Vereniging De Kersentuin. (2015, maart 12). Opgehaald van Kersentuin, Utrecht: http:// www.kersentuin.nl/index.php VROM-raad. (2006). Stad en stijging, Sociale stijging als leidraad voor stedelijke vernieuwing. Den Haag. Weboma. (2015, april 2). Opgehaald van Buytenhofparc: http://www.buytenhofparc. nl/
Afbeeldingen Alle foto’s op de beginpagina van ieder hoofdstuk, de figuren die niet in de bronnenlijst staan vermeld en die geen figuurnaam hebben komen uit eigen bestand.
Figuur 3.3 Beoordeling GPR-Stedenbouw. http://www.gprstedenbouw.nl/files/GPR-Stedenbouw.jpg
Hoofdstuk 1
Figuur 3.5 Wethouder neemt Breeam certificaat in ontvangst. Gemeente Leidschendam-Voorburg beeldenbank
Figuur 1.1 Drie P’s. http://www.nizo.com/images/1428/org/.NIZO _PPP WEB.jpg _ Figuur 1.2 Ecologische voetafdruk. http://www.elit3.be/GetImage.cb?id=Nieuws%5Cfootprint.jpg
Hoofdstuk 2
Figuur 2.2 De Europese Unie. http://www.keuzevrijheid.nl/wp-content/uploads/2014/08/shutterstock_Europa.jpg
Figuur 3.6 Hal in het Gemeentehuis Leidschendam-Voorburg. http://oth.nl/portals/0/Gemeente%20Leidschendam/Leidsch.Halvanboventrap.jpg
Hoofdstuk 4
Figuur 4.2 Woningen in EVA-Lanxmeer. http://www.eva-lanxmeer.nl/sites/default/files/Lanxmeeroverzicht.jpg
Figuur 2.3 Nederland op de wereld. http://www.rovid.nl/ienm/dco/2014/ienm-dco-20140813-idboij2y7-still-groot.jpg
Figuur 4.3 Luchtfoto van Park 2020. http://medias.photodeck.com/a1ad7e87-e8c3-4011-b2ae-08f92bbe2053/79560 _ xgaplus.jpg
Figuur 2.4 Provincie Zuid-Holland. http://opentopo.nl/
Figuur 4.4 Luchtfoto van het eiland van de Stad van de Zon. http://www.kuiper.nl/files/pro/i_ 007/0004.jpg
Figuur 2.5 Luchtfoto Damcentrum Leidschendam. Gemeente Leidschendam-Voorburg beeldenbank
Figuur 4.5 Luchtfoto van de eerste straten van Rijswijk-Buiten. https://rijswijkbuiten.files.wordpress.com/2015/02/luchtfoto-anjeliersstraat.jpg
Figuur 2.6 Luchtfoto van Leidschendam-Voorburg, in het midden Klein Plaspoelpolder. Gemeente Leidschendam-Voorburg beeldenbank
Figuur 4.6 Luchtfoto van Vastra Hamnen. http://www.nkarch.com/wp-content/uploads/Malmo-3-1024x566.jpg
Hoofdstuk 3
Figuur 4.8 Luchtfoto van de Kersentuin. https://pbs.twimg.com/media/B-TG1YRCUAIfVqh.png:large
Figuur 3.1 LEED gebouw Fugro Techcenter te Nootdorp. http://www.devriesverburg.nl/projecten/bedrijfsgebouwen/item/121-fugrotechcenter# Figuur 3.2 GPR-Gebouw De Fluit te Leidschendam http://www.geelen-beton.nl/media/img/nieuws/_thumbs/zwembad%20de%20fluit600x420-c-fh.jpg
Figuur 4.9 Luchtfoto van het GWL-Terrein. http://www.gwl-terrein.nl/files/artikelen/Luchtfoto%20GWL.jpg Figuur 4.10 Luchtfoto van Kanaaloevers. http://www.vacapeldoorn.nl/images/luchtfoto-kanaaloevers-groot.jpg
Analyse voor Duurzaam Wonen
119
Figuur 4.11 Luchtfoto van Oosterdokseiland naast Amsterdam Centraal. https://vrijeacademie.nl/content/upload/201402181122583125000 _1%20luchtfoto%20 ODe.jpg Figuur 4.12 Luchtfoto van Vauban. http://www.freiburg.de/pb/site/Freiburg/get/documents_E1737780306/freiburg/daten/ bauen/vauban/Luftbilder_ Download/Luftbild_2008.jpg Figuur 4.13 3D ontwerp van appartementencomplex De Trip. http://www.boele.nl/dynamics/modules/SFIL0200/view.php?fil_Id=8168 Figuur 4.21 Cradle to Cradle logo, http://evolutionaryhomebuilders.com/wp-content/uploads/2014/04/cradle-tocradle.jpg Figuur 4.26 Schoutenhoek te Zoetermeer. http://www.schoutenhoek.nl/wp-content/uploads/2014/07/zoetermeer-31211500x1015.jpg Figuur 4.27 Logo’s van de wijken. http://www.eva-lanxmeer.nl/, http://www.gwl-terrein.nl, http://www.heerhugowaardstadvandezon.nl, http://www.kersentuin.nl/, http://www.oosterdokseiland.nl/, http://www.park2020.com/, http://www.rijswijkbuiten.nl Figuur 4.28 Wij gaan voor duurzaam. http://olof-palme-plus.nl/purecode/archive/Nieuwsbrief%202014-2015-16-2015042249/duurzaamheid.png
Hoofdstuk 5
Figuur 5.3 Logo van Sustay. http://www.sustay.nl/ Figuur 5.5 Logo van Boele & van Eesteren. http://www.boele.nl/ 120
Analyse voor Duurzaam Wonen
Figuur 5.6 Logo van Dutch Housing Company. http://www.dutchhousingcompany.com/ Figuur 5.8 Logo van Kalliste. http://kalliste.nl/ Figuur 5.9 Schets van het Mebin terrein door Kalliste. Presentatie Kalliste op 29-05-2015 Figuur 5.10 Visie op Klein Plaspoelpolder door Kalliste. Presentatie Kalliste op 29-05-2015
Benchmarkbladen
Alle satellietkaarten van de bladen zijn afkomstig van Google Maps. De bronnen van de kaarten zijn hieronder weergeven: Benchmarkblad 1; EVA-Lanxmeer http://www.eva-lanxmeer.nl/sites/default/files/pagina/images/stedebouwontwerp%2Bstad.jpg Benchmarkblad 2; Park 2020 http://dubobedrijven.nl/wp-content/uploads/2014/11/park20-20 o _verview.jpg Benchmarkblad 3; Stad van de Zon http://www.heerhugowaardstadvandezon.nl/Communities/Common/Images/Stad%20 Van%20De%20Zon/luchtfoto%20Stad%20van%20de%20Zon%202010.jpg Benchmarkblad 4; Rijswijk-Buiten http://www.vricad.nl/mediapool/75/759059/resources/26084891.jpg Benchmarkblad 5; Vastra Hamnen http://www.nclurbandesign.org/wp-content/uploads/2015/01/Vastra-Hamnen-plan. png
Benchmarkblad 6; Kersentuin http://www.kristinssonarchitecten.nl/projecten/images/1054/1054-6.jpg Benchmarkblad 7; GWL-Terrein http://www.p-nuts.nu/wp-content/uploads/2013/03/GWL-Kaart-zon-op-de-praxis.jpg Benchmarkblad 8; Kanaaloevers http://media.planum.bedita.net/f9/28/apeld_f928e9634f1c983056e9d8798cf8509f/ apeldoorn-kanaaloevers_500 _478 _700x _b70dbccf75ac9b3c48e0a88af315809e.jpg Benchmarkblad 9; Oosterdokseiland http://www.oosterdokseiland.nl/_images/KaartBereikbaarheid.jpg Benchmarkblad 10; Vauban https://ar0080.files.wordpress.com/2008/09/vaubankarte.png Benchmarkblad 11; De Trip http://www.boele.nl/dynamics/modules/SFIL0200/view.php?fil_Id=8169 Benchmarkblad 12; Futura http://www.hureninfutura.nl/content/common/gfx/omgeving/omgeving-header.jpg
Analyse voor Duurzaam Wonen
121
Bijlage I; Interviews Breeam en GPR Interview Maikel de Laat
BREAAM-NL, Coördinator Certificering & Helpdesk 31-03-2015 - Mail De heer de Laat is Coördinator Certificering binnen BREAAM-NL via de mail zijn wij met hem in contact gekomen en hebben wij diverse vragen kunnen stellen over het BREEAM certificaat. - U bezit een wereldwijd erkend keurmerk voor gebouwen in mate van duurzaamheid. Wat is duurzaamheid in uw ogen en in de lijn van People, Planet en Profit, welk onderdeel acht u het meest van waarde? De DGBC is er op gericht om actief bij te dragen aan het verduurzamen van de bebouwde omgeving. De definitie van duurzaamheid van Brundtland is daarin een belangrijke pijler. “Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen (Brundtland Commissie, 1987)”. De DGBC adviesgroep hanteert de volgende definitie: “Duurzame gebiedsontwikkeling is een procesmatige ontwikkeling van een gebied in de meest gunstige zin voor belanghebbenden (sociale duurzaamheid), het milieu (ecologische duurzaamheid) en de welvaart (economische duurzaamheid), en waarbij de ruimtelijke en esthetische kwaliteit integraal onderdeel zijn van het proces.” Voor een groot deel dus ook gebaseerd op de 3p’s. Het Profit onderdeel van de 3P’s is een ontzettend belangrijk onderdeel. Ondanks dat het mooi zou zijn als een ideologie de basis vormt voor duurzaam ondernemen is een verdienmodel ook een goede aanjager voor ontwikkelingen. Denk aan de MIA/ VAMIL subsidies. Daarbij is het ook dat er een realistisch verdienmodel voor duurzaam bouwen is. De 3p’s maken het maatschappelijk verantwoord ondernemen. - BREEAM-NL is een aangepaste versie van BRE Global Ltd. op deze manier sluit dit keurmerk beter aan bij de wetgeving en regels in Nederland. Wat is uw ambitie voor dit keurmerk? De keurmerken zijn nu gericht op vier onderdelen, Nieuwbouw, In-Use, Sloop en Gebied. Het BREEAM keurmerk is daarbij al een erkend onderdeel in nieuwbouwtrajecten 122
Analyse voor Duurzaam Wonen
van kantoorlocaties. Het zou mooi zijn als we voor verschillende ontwikkelingen in de particuliere woningsector kunnen bijspringen. Om ook hier in bovenwettelijke maatregelen en eisen te kunnen stellen. Wij reageren voornamelijk op waar de behoefte vanuit de markt ligt, voorbeelden als duurzame parkeergarages kunnen in de toekomst onder de aandacht van een BREEAM keurmerk komen te vallen. De DGBC is ervan overtuigd dat de methode voor nieuwe ontwikkelingen een enorme winst is te halen op het gebied van duurzaamheid. Voorlopig is het interessant om te zorgen dat zoveel mogelijk bestaande gebouwen ook lucht krijgen van de BREEAM en zo hun gebouw willen certificeren. - BREEAM-NL is ontwikkeld door Dutch Green Building Council (DGBC). Wordt de waarde van BREEAM-NL versterkt door het participatienetwerk van DGBC? BREEAM-NL is ontstaan vanuit de marktpartijen rondom de ontwikkeling van de Zuidas. Het zijn de ontwikkelaars, adviesbureaus technici en andere experts op het gebied van duurzaamheid die hebben meegeholpen bij de ontwikkeling er van. Deze participanten bieden de actuele vraag naar duurzame ontwikkelingen en vormen zo de belangrijkste pijler waarop het keurmerk actueel kan blijven zijn. Door het samen brengen van de input van de participanten kunnen we de ontwikkelingen nauw blijven volgen. - Wat drijft ondernemingen te participeren (contributiegelden) met DGBC? Is dat het platform waar jullie oprichter van zijn? Het netwerk van ambitieuze ondernemingen op het gebied van duurzaamheid waar men kennis deelt en samenwerkt. Een belangrijk punt is het aanbieden van een groot netwerk met belangrijke spelers in de markt. Meermaals per jaar zijn er bijeenkomsten waarin participanten elkaar ontmoeten. Daarnaast kunnen participanten ook op deze manier bijdragen aan de invulling van het keurmerk en de beoordelingsrichtlijnen.
- Hoe ontvangt een gebouw dit keurmerk? Gaat u naar opdrachtgevers toe om ze te stimuleren te ontwikkelen volgens BREEAM richtlijnen? Beveelt de ontwikkelaar/ architect deze duurzame toevoeging aan? Komt de opdrachtgever zelf met de wens voor een duurzaam gebouw? Stuurt de overheid, gemeente, de opdrachtgever in de duurzame richting met bijvoorbeeld duurzame ambities in haar structuurvisie? Het is een samenkomst van al die factoren. Vanuit de DGBC wordt het keurmerk gegeven met daarin richtlijnen waarop men duurzame ontwikkelingen kan invullen. Hoe zij dat willen uitvoeren is hun eigen vrije keuze. Vaak is het de opdrachtgever die een project een duurzame invulling wil geven, maar deze zijn vaak niet helemaal op de hoogte van wat er allemaal mogelijk is. Vandaar dat de rol van ontwikkelaar hierin ook belangrijk is. Deze heeft vaak ook al ervaring met BREEAM en kan zo wijzen op de mogelijkheden. De al genoemde MIA/VAMIL subsidie biedt vanuit de overheid ook een belangrijke aanjager en dit is voor veel organisaties een reden om net een stapje hoger te scoren op de BREEAM-NL score. http://www.breeam.nl/over-breeam/ voordelen-van-breeam-nl
- Het keurmerk is inmiddels uitgebreid met verschillende varianten zoals In-Use, Sloop en Gebied. Voor ons onderzoek zijn we vooral ge誰nteresseerd in BREEAM-NL Gebied. Er zijn op dit moment vier gebieden in Nederland gecertificeerd. Dit zijn allemaal bedrijven. Hoe komt het dat er nog geen BREEAM-NL certificaat is uitgereikt aan een duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw? Heeft dit te maken met de registratiekosten van een certificaat en is dit in de ogen van particulieren minder van waarde dan voor een onderneming? Een van de gecertificeerde projecten is het Project Locatie Valkenburg. Dit voormalig Marinevliegkamp wordt getransformeerd naar een duurzame woonwijk met veel plek voor water en groen. Omdat er nog maar weinig projecten zijn is het lastig om conclusies te trekken waarom dit niet interessant zou zijn voor woningbouw. Voorlopig is de verdeling 1 woonproject, 3 bedrijfslocaties nog redelijk te overzien.
- Waarom kiezen ondernemers voor dit certificaat, voor duurzaamheid in zijn algemeenheid? De redenen zijn divers. Dit kan zijn vanuit een duurzame ideologie, om bij te dragen aan het verbeteren van de duurzaamheid van Nederland. Maar ook heel zakelijk om de investeerders tevreden te stellen. Een duurzaam project heeft ook positieve gevolgen voor de gezondheid van de werknemers en zo ook invloed op de werkprestaties. - Is een BREEAM-NL ster aan de gevel enkel een imagoverbetering of worden er nog meer vormen van waarde toegevoegd. Een BREEAM-NL ster laat zien dat er door een organisatie bewust wordt omgegaan met de duurzame aspecten van het gebouw en de bedrijfsvoering. Dit heeft in die zin verschillende waarden. De gezondheid van werknemers, het invloed uitoefenen op energieverbruik om kosten te besparen. Het is voor veel organisatie belangrijk om op deze manier hun eigen prestaties te vergelijken met andere organisaties, stakeholders tevreden te stellen.
Analyse voor Duurzaam Wonen
123
Algemene vragen over duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw: 1. Wanneer is een gebiedsontwikkeling duurzaam? De BREEAM-NL methode is een richtlijn waarmee bovenwettelijke eisen worden gesteld aan een omgeving. Maar BREEAM is geen vereiste en ook zonder BREEAM kan er al duurzaam ontwikkeld worden. Door al tijdens het ontwerpproces na te denken over het gebruiken van duurzame producten, het inpassen van groene en blauwe elementen, hergebruik van opgevangen water, etc. Allemaal maatregelen waarmee duurzame aspecten uitgevoerd kunnen worden. Er is geen absolute grens die beweert of een ontwikkeling duurzaam is of niet. 2. Wat zijn hier de voordelen van? Het gebruik van duurzame producten kan positieve gevolgen hebben voor de levensduur, op deze manier kan er bijvoorbeeld op de onderhoudskosten bespaard worden. Ook door het efficiënt omgaan met de waterhuishouding kunnen besparingen voor komen. Het hergebruiken van opgeslagen regenwater biedt vele mogelijkheden. Door op een innovatieve en efficiënte wijze om te gaan met de aanwezige voorzieningen worden nadelige gevolgen op de natuur verminderd, kosten voor de gebruiker of beheerder verminderd en de levensduur van gebouwen verlengd. 3. Wat zou u met duurzaamheid willen bereiken? Duurzaamheid gaat hand in hand met innovatieve ontwikkelingen. Door steeds meer en op een steeds efficiëntere manier gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen wordt de druk op het milieu verminderd. In een tijd waarin fossiele brandstoffen op dreigen te raken en de kosten enorm stijgen is het nu de tijd om meer gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen. 4. Wie vindt u verantwoordelijk voor duurzaamheid? Iedereen, de consument kan als klant al voor een belangrijk aandeel zorgen door te zorgen dat de vraag naar duurzame producten groeit. Het aanbod van duurzame producten stijgt zo ook. Maar dit werkt ook vice versa, door ondernemers die in de duurzame sector durven te stappen groeit het aandeel duurzame producten.
124
Analyse voor Duurzaam Wonen
Interview Gerben Schuurman
W/E Adviseurs, gebruiker/ontwikkelaar van GPR-Stedenbouw 07-04-2015 – Persoonlijk en mail De heer Schuurman hebben wij ontmoet vanuit de gemeente. De gemeente maakt gebruik van de diensten van W/E adviseurs voor de GPR tools. Dankzij zijn toelichting op GPR hebben wij verder kunnen kennis maken met de instrumenten. Na mondeling contact hebben wij per mail deze vragen aan de heer Schuurman gesteld. - U maakt gebruik van een erkend keurmerk voor gebouwen in mate van duurzaamheid. Wat is duurzaamheid in uw ogen en in de lijn van People, Planet en Profit, welk onderdeel acht u het meest van waarde? Eenvoudig gezegd en met oog voor de praktijk gaat het er, wat mij betreft om, om in ieder project de optimale balans te vinden in de bijdrage aan deze drie waarden. Alle drie waarden vind ik van gelijk belang. Kansen en mogelijkheden (en belemmeringen) lopen per project uiteen, omdat de context anders is.
- Waarom kiezen ondernemers voor dit certificaat, voor duurzaamheid in zijn algemeenheid? Deze vraag zou je eigenlijk aan ondernemers én niet-ondernemers moeten stellen. Mijn beeld is dat zij, net als niet-ondernemers, met een GPR-Certificaat willen tonen dat hun project/gebouw een (hoge) mate van duurzaamheid heeft. Vastgesteld door een onafhankelijke expert met een erkende maatlat. - Is een GPR certificaat (GPR-gebouw) enkel een imagoverbetering of worden er nog meer vormen van waarde toegevoegd. Wat mij betreft gaat het om de bijdrage van het project aan de duurzaamheid van de gebouwde omgeving. Een certificaat op zich draagt hier niet aan bij. Het GPR-Certificaat is óók, zeker niet uitsluitend in te zetten als ondersteuning van een (groen) imago. Algemene vragen over duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw:
- Voor GPR-Gebouw bestaat er een officieel certificaat waarmee je de duurzaamheid kan aantonen aan de belanghebbende. Waarom is er voor GPR-Stedenbouw nog niet een dergelijk certificaat, en worden de cijfers niet gepromoot op de site?
1. Wanneer is een gebiedsontwikkeling duurzaam? Voor ‘duurzaam’ bestaat geen universele maat. De ultieme doelstelling is…? Stapsgewijs is hiernaar toe te werken.
Het instrument GPR Stedenbouw en het werken ermee is nog niet zo ver geëvolueerd als GPR Gebouw en inzet ervan. Bovendien is het certificeren op prestaties van een gebied lastiger dan van een gebouw. Welke stand van zaken / projectstatus is degene die wordt gemeten om te kunnen certificeren?
2. Wat zijn hier de voordelen van? Teruggrijpend op je eerdere vraag: voordelen zijn dat zowel mens als milieu als welvaart (3xP) hier beter van worden.
- GPR is ontwikkeld door W/E adviseurs. Is GPR voor W/E adviseurs leidend of dient het als een hulpmiddel? GPR-software is niet meer, ook niet minder dan een hulpmiddel dat voor meerdere doelen is te gebruiken. Het hulpmiddel zet ik in als mijn klant en zijn project erom vragen als het ware. Niet noodzakelijkerwijs; andere (of geen) hulpmiddelen gebruik ik ook. De visie op duurzaamheid en daarvan afgeleide doelen zijn leidend.
3. Wat zou u met duurzaamheid willen bereiken? Dat mijn adviseursrol niet meer nodig is, niet meer gevraagd hoeft te worden, want ons handelen leidt als vanzelfsprekend tot verbetering van P&P&P 4. Wie vindt u verantwoordelijk voor duurzaamheid? Gemakkelijk antwoord: iedereen heeft verantwoordelijkheid en mogelijkheden om met zijn/haar handelen bij te dragen aan verbetering van P&P&P. In mijn werk geldt een vergelijkbare: zowel opdrachtgevers/investeerders/beslissers, als ontwerpers/adviseurs, als eindgebruikers en overheden hebben hun rol met taken, verantwoordelijkheden. Analyse voor Duurzaam Wonen
125
Bijlage II; Interviews Benchmark Directeur Jebber, Initiatiefnemer Appartementencomplex De Trip Utrecht 26-03-2015 - Mail
aandacht hebben voor duurzaamheid. De meeste starters (schoolverlaters, die net werken) en ondernemers (waarvan een deel startend) hebben echter een beperkt budget. Het delen van werkruimtes en samenwerking tussen creatieve ondernemers is wel een duidelijke vraag.
Jebber is een organisatie die huurwoningen aanbiedt een jongeren en starters in Utrecht. Met het appartementencomplex De Trip zijn ze een nieuwe standaard aangegaan wat betreft jongerenwoningen. Via de mail zijn we in contact gekomen met mevrouw van Loon. En hebben we haar een aantal vragen kunnen stellen over dit duurzame appartementencomplex.
- Duurzame toepassingen zijn toch veelal een extra investering voor u als ontwikkelaar, voldoen aan het bouwbesluit zou al voldoende zijn. Is het een morele keuze of ook financieel aantrekkelijk om hierin te investeren?
Interview Monique van Loon
- U realiseert en beheert huurwoningen voor starters. Daarbij vindt u zowel de woning als de omgeving belangrijk. De ruimte en voorzieningen sluiten aan bij de wensen van een starter, zonder de hoofdprijs te betalen. Met het nieuwbouwproject De Trip komen er 255 huurappartementen voor starters, bedrijfsruimte voor creatieve ondernemers, ruimte voor horeca en bijbehorende parkeervoorzieningen. Behalve de realisatie omvat de opdracht voor COM4Trip ook 20 jaar onderhoud van het project en de levering en exploitatie van een duurzaam warmteconcept. - Wat verstaat u onder duurzaamheid? Goede vraag, want dat is een breed begrip. Dat je bewuste keuzes maakt in de wijze van (samen)werken en wonen; en in gebruik van ruimte en materialen. En dat je daarbij streeft naar een zo lang mogelijk (her)gebruik en zo min mogelijk verspilling van ruimte, materialen, grondstoffen e.d. Als vastgoedontwikkelaar en –beheerder werkt Jebber met veel partijen samen en hebben wij direct contact met onze huurders. Ieder heeft gedurende de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van een project een ander belang. Taak van Jebber om hierin als opdrachtgever en verhuurder te sturen. - Is er duidelijk vraag naar duurzaamheid onder de huidige starters en creatieve ondernemers? Niet duidelijk. Van sommige starters en ondernemers op de Trip weten wij dat ze 126
Analyse voor Duurzaam Wonen
Is een morele keuze geweest en niet financieel aantrekkelijker voor Jebber. Voor onze huurders is er straks wel voordeel te halen, omdat zij financieel zullen worden beloond als zij zuinig omgaan met energie. Door een uitgebreide wijze van aanbesteding is de investering in een duurzame warmte- (en -koude)installatie bij de geselecteerde aannemingscombinatie COM4Trip. COM4Trip gaat naast de realisatie van het project ook 20 jaar lang het onderhoud doen en investeert zelf in de warmte-installatie. Zij leveren straks rechtstreeks warmte (en koude) aan onze huurders. - Wat wilt u met duurzaamheid bereiken? Voor het project De Trip, maar ook voor overige projecten. Een voorbeeld voor volgende projecten, waarbij wij laten zien dat dit kan door middel van nauwe samenwerking tussen ontwikkelaar/aannemer/huurder; ondanks dat dit allemaal sociale huurappartementen zijn. - Het project De Trip wordt beoordeeld conform BREEAM-NL. Hierbij is de beoogde BREEAM-rating en -score: Rating: Very Good, Score: 70 punten + 2 EP (64,9%) Afgelopen december hebben wij inderdaad een ontwerpcertificaat Very Good ontvangen voor de Trip. Na oplevering volgt de beoordeling voor een oplevercertificaat. Een certificaat is voor ons een extra stok achter de deur om daadwerkelijk onze duurzaamheidsambities, samen met aannemer en huurders, voor elkaar te krijgen. BREEAM is breder, gaat verder dan bijv. GPR. Daarom gekozen voor BREEAM. Het werkt imagoversterkend, maar is minder van belang.
- Wat heeft u doen beslissen om te streven naar een BREEAM Certificaat? Is dit een waarborging dat de duurzaamheidsambitie daadwerkelijk wordt behaald? Of gaat het hier om imagoversterking en marketing voor Jebber? - Werd u door de gemeente Utrecht gestimuleerd om het duurzaamheidsaspect mee te nemen in de ontwikkeling van De Trip of zelfs een BREEAM certificaat te behalen? Nee, is eigen initiatief geweest. - Samen met het consortium COM4Trip heeft u een onderhoudscontract afgesloten voor 20 jaar. Hieronder valt ook de levering van energie rechtstreeks aan de bewoners. Bent u nog wel verantwoordelijk voor het behouden van het duurzaamheidsniveau van het project? Is dat nu de combinatie of de huurders en creatieve ondernemers. Jebber heeft COM4Trip en de ondernemers (de laatste in beperkte mate) mede verantwoordelijk gemaakt, dus we zijn gezamenlijk verantwoordelijk. - Heeft u verder nog informatie over hoe ontwikkelaars tot de keuze komen om volgens duurzame principes te bouwen en zelfs te kiezen voor een duurzaamheidscertificaat? Wat verwacht u van een gemeente met betrekking tot duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw? Aangezien we steeds efficiĂŤnter om moeten gaan met ruimte, leegstand e.d. denken ontwikkelaars steeds beter na over de marktvraag en wat daarvoor nodig is om te maken. Als je bedrijventerreinen of gebouwen gaat hergebruiken, wordt het al snel makkelijk duurzaamheidsambities breder te trekken in een gebied of wijk. Van een gemeente verwachten wij in ieder geval medewerking. Meestal is dat op het gebied van het vergunningen/RO, waarbij het wenselijk is om de procedures zo snel mogelijk te doorlopen. Als er subsidiemogelijkheden zijn, zou dat uiteraard fijn zijn. De Trip is tot nu toe financieel gezien zelf bedruipend (geen subsidies).
Analyse voor Duurzaam Wonen
127
Interview Hans Lachmansingh
Duurzaamheid kost in aanvang extra inspanning en geld, maar brengt op termijn rendement op. Onze gebouwen blijven voor lange termijn aantrekkelijk om te huren. Immers zijn ze zuiniger in het gebruik van energie.
De heer Lachmansingh is Initiatiefnemer en beheerder Futura Zoetermeer (duurzaamste appartementencomplex van NL) via de mail zijn wij met hem in contact gekomen en hebben wij diverse vragen kunnen stellen over het project Futura en duurzaamheid.
- Is er duidelijk vraag naar duurzaamheid onder woningzoekende of starters?
A.S.R. Vastgoed Vermogensbeheer Wonen 31-03-2015 - Mail
- Wat was/is uw precieze rol binnen het duurzame nieuwbouwproject Futura te Zoetermeer? Als verantwoordelijke voor duurzaamheid binnen a.s.r. Vastgoed Vermogensbeheer Wonen ben ik altijd op zoek naar mogelijkheden om ons woningportefeuille te verduurzamen. We bezitten circa 4300 wooneenheden. Een groot deel hiervan dateert uit de jaren 80. Ik ben binnen het nieuwbouwproject mede verantwoordelijk geweest voor de acquisitie van Futura (gekocht van de Ballast Nedam afdeling Sustainability). Als Projectleider Nieuwbouw bij a.s.r. Vastgoed Vermogensbeheer ben ik daarnaast technisch verantwoordelijk geweest voor de bouw, de oplevering en de overdracht aan de beheermaatschappij voor zowel het technische als commerciële beheer. - Met het appartementencomplex Futura heeft u een nieuwe duurzame standaard neergezet in Nederland die afgestemd is op een specifiek programma van eisen voor de toekomstige bewoners. Wat verstaat A.S.R. onder duurzaamheid? A.s.r. interpreteert duurzaamheid als een breed concept waarbinnen de 3-p’s (Planet , People, Profit) centraal worden gesteld. Dit houdt in dat we ten eerste concreet streven naar een duurzaam gebruik van onze planeet (toepassing door gebruik van duurzame bouwmaterialen om ons milieu zo min mogelijk te belasten). Alle bouwmaterialen worden gerecycled. Ten tweede streven we naar een zo efficiënt mogelijke inzet van People. Middels het ketenmodel (zo min mogelijk mensen, middelen en bewegingen) worden onze gebouwen onderhouden. We zoeken tot slot constant naar een balans tussen investering en rendement (Profit). 128
Analyse voor Duurzaam Wonen
Huurders selecteren in de eerste instantie een woning naar locatie. Dit wordt gevolgd door de kwaliteit en kosten. Hierna wordt dan evt. naar de duurzaamheid gekeken. Naar mijn mening is <10% van potentiele huurders geïnteresseerd in duurzame woningen. - Duurzame toepassingen zijn toch veelal een extra investering voor een ontwikkelaar, voldoen aan het bouwbesluit zou al voldoende zijn. Is het een morele keuze of ook financieel aantrekkelijk om hierin te investeren? In de eerste instantie is bewustwording van duurzaamheid een argument om hoger dan het BB te realiseren. Daarnaast is de verhuurbaarheid op lange termijn ook een overweging om duurzaam te handelen. - Wat wilt u met duurzaamheid bereiken? Voor het project Futura, maar ook voor overige projecten. Een verantwoorde inzet van grondstoffen (verplichting aan onze nakomelingen), minder energiegebruik (minder gebruik van fossiele brandstof), minder betalen voor energielasten door gebruik van reeds aanwezige energiebronnen (Futura gebruik van warmte- koude bron).
- Het project Futura wordt beoordeeld conform BREEAM-NL. Hierbij is de beoogde BREEAM-rating Very Good. Wat heeft u doen beslissen om te streven naar een BREEAM Certificaat? Is dit een waarborging dat de duurzaamheidsambitie daadwerkelijk wordt behaald? Of gaat het hier om imagoversterking en marketing voor A.S.R.? A.s.r. zet ook in op buitenlandse investeerders. BREEAM is een internationaal erkende en bekende normering. Futura is gekocht om onze duurzaamheidsdoelen te implementeren. Futura heeft veel publiciteit getrokken, dit help a.s.r. ook om kenbaar te maken dat wij duurzaamheid serieus nemen en bereidt zijn extra hierin te investeren. Dat de beoogde doelen van duurzaamheid werkelijk gehaald zal worden, geloven wij sterk in. Gebruikersgedrag en het goed functioneren van de installatie is hier mede bepalend voor. A.s.r. is om die redenen ontzettend trots op Futura.
Huurders zijn op voorhand niet bereidt een hoger huur te betalen als woningen duurzamer zijn. De woonlastenbenadering, waarbij de kosten van de extra investering met als resultaat minder energielasten doorbelast, mag worden in de huursom (een wetwijzing die in de maak is). Dit zal een belangrijke bijdrage leveren om duurzaamheid te stimuleren.
- A.S.R. heeft samen met Ballast-Nedam een onderhoudscontract afgesloten voor 15 jaar. Hieronder valt het onderhoud en de lage energiekosten aan de bewoners. Bent u nog wel verantwoordelijk voor het behouden van het duurzaamheidsniveau van het project? Of bent u dat samen met Ballast-Nedam of zijn dat de huurders? Naast de technische verantwoordelijkheid van de realisatie van nieuwbouw ben ik ook Technisch Asset Manager voor een deel van onze portefeuille. Futura valt ook onder mijn scope. Met huurders zijn vaste parameters voor warmtegebruik afgesproken. Primair hiervoor verantwoordelijk is de dochterorganisatie Bouwborg. Mede voor de garantie / waarborg van de duurzaamheidsuitgangspunten hebben we een lange termijn onderhoudscontract afgesloten met een organisatie dat gelinieerd is aan de bouwende aannemer. - Hebt u verder nog informatie over hoe ontwikkelaars tot de keuze komen om volgens duurzame principes te bouwen en zelfs te kiezen voor een duurzaamheidscertificaat? Wat verwacht u van een gemeente met betrekking op duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw? Net als a.s.r. proberen ontwikkelaars ook duurzaamheidsdoelen te realiseren. Hun klanten vragen hier dan ook om. Deels wordt dit ook door richtlijnen van de gemeente (grondbezitter met als neven het dienen van een maatschappelijk doel) afgedwongen. Naar mijn verwachting zal de gemeente duurzame projecten steeds meer (moeten) stimuleren. Feit blijft wel dat duurzaamheid betaalbaar/rendabel moet blijven. Analyse voor Duurzaam Wonen
129
Interview Juul Backerra
Interview Juul Backerra Bewoonster GWL-Terrein sinds 1997 en lid koepelvereniging 19-03-2015 - Persoonlijk Motivatie: Autovrije wijk - Bewoners in Koepelvereniging betrokken bij projectontwikkeling - semi-openbare moestuintjes - collectief beheer buitengebied - fruitbomengroep warmtekrachtkoppelingsinstallatie Bij ons bezoek aan het GWL-Terrein te Amsterdam hebben wij een rondleiding gehad van mevrouw Backerra. Zij heeft ons de gehele wijk getoond en ons de verhalen achter het duurzame karakter verteld. Mevrouw Backerra is zelf bewoonster van de wijk en bezit een koopappartement van 79m2. Tijdens de rondleiding hebben wij verschillende vragen kunnen stellen. - Wanneer is een gebied/wijk duurzaam? Dat kan in vele opzichten bereikt worden. Voor Juul is een autovrije woonwijk heel belangrijk. Zeker aan de rand van de binnenstad vindt ze het fijn dat kinderen zorgeloos op straat kunnen spelen. Ook het groene aspect in een woonwijk is zeker in een verstedelijkt gebied erg gewenst. - Wat is het voordeel van duurzaam? Het positieve aan deze woonwijk is dat door de warmtekrachtkoppelingsinstallatie enkel aardgas de woning binnenkomt om te koken. De centrale verwarming wordt aangevoerd door stadsverwarming en er is bij het ontwerp gebruik gemaakt van passieve zonne-energie. De raampartijen aan de zonkant zijn groter waardoor er veel licht, en dus warmte in de woning valt. Deze maatregelen werken door in mijn energierekening. Er zijn zowel koop- als huurwoningen in de wijk en elk blok heeft een Vereniging van Eigenaren of een woningcorporatie die maandelijks een klein bedrag opzij zetten voor de Koepelvereniging. Met dit geld kunnen de bewoners gemakkelijker veranderingen doorvoeren in de openbare ruimte doordat de wijk nu niet geheel afhankelijk is van gemeentegelden. Er is in de wijk zo min mogelijk verharding aangelegd. Doordat het een autovrije wijk 130
Analyse voor Duurzaam Wonen
is, hoeft er geen zware verharding onder de paden wat als gevolg heeft dat het regenwater geleidelijk kan ‘wegzakken’ in de grond. Het overtollige hemelwater wordt afgevoerd naar de Waterleliegracht in het midden van de wijk waar het gefilterd wordt en uiteindelijk op de Haarlemmertrekvaart wordt geloosd. De grote woongebouwen langs de rand van de wijk zijn voorzien van groene daken die het hemelwater vasthouden. De overige blokken vangen het hemelwater op in de kelder en dit wordt gebruikt voor het doorspoelen van het toilet. Verder zijn er tachtig nutstuinen van ongeveer 12 m2 in de wijk aangelegd. Deze zijn van een beheervereniging en worden door Juul en de andere bewoners van het GWL-Terrein gebruikt voor het telen van groenten, bloemen en andere kleine planten. Daarnaast zijn er ook nog een groot aantal fruitbomen die door bewoners worden onderhouden. Elk jaar wordt van de oogst heerlijke appeltaart gebakken voor alle buurtbewoners. Juul is er ook trots op dat het GWL-Terrein de grootste mussenkolonie van Amsterdam herbergt. De mus, die steeds minder werd gezien in Amsterdam, voelt zich thuis in de groene oase van West. De genoemde Koepelvereniging en de vele gezamenlijke activiteiten zoals een klusdag, de fruitbomen oogsten en natuurlijk de nutstuinen waarbij bewoners elkaar ontmoeten zorgen voor een grote sociale cohesie wat ervoor heeft gezorgd dat er weinig doorstroming aan nieuwe bewoners is. Wel is het Juul opgevallen dat de meeste bewoners die zich actief inzetten ook vanaf het ontstaan van de wijk al hier wonen. Nieuwkomers kunnen zich niet altijd vinden in de duurzame principes van het GWL-Terrein. Vooral het feit dat er geen auto’s op het terrein mogen komen, valt soms zwaar. Juul merkt ook nog op dat de woningen op het GWL-Terrein niet geschikt zijn voor grotere gezinnen. Ze ziet dat deze doelgroep verhuist ondanks de veilige wijk en kindvriendelijke voorzieningen.
- Wat zou je met duurzaamheid willen bereiken? De bewoners van het GWL-Terrein hebben al veel bereikt. Natuurlijk is er altijd meer groen gewenst in de wijk maar na zeventien jaar geven sommige duurzame ingrepen nu niet meer het gewenste resultaat. Juul zou graag zien dat er continue wordt ge誰nvesteerd in nieuwe duurzame ingrepen. Zo heeft een VVE gekozen om collectief zonnepanelen te plaatsen na het wegvallen van de energiecentrale en haar bijbehorende duurzame warmtekrachtkoppeling. Op dit moment zijn NUON en de Koepelvereniging bezig met een eventuele aansluiting op het warmtenet. Dit warmtenet heeft nog minder CO2 uitstoot dan het oorspronkelijke warmtesysteem in de wijk. Deze nieuwe ontwikkelingen hebben altijd een positieve uitwerking op de duurzame woonwijk. - Wie vind jij verantwoordelijk voor duurzaamheid? Voor het GWL-Terrein is de Koepelvereniging verantwoordelijk. Hierin zijn alle actoren vertegenwoordigd; de bewoners, woningcorporaties en de gemeente. Juul is van mening dat elke groep zich moet inzetten op het gebied van duurzaamheid. Samenwerking is een voorwaarde voor een succesvolle duurzame woonwijk.
Analyse voor Duurzaam Wonen
131
Bijlage III; Benchmarkbladen
132
Analyse voor Duurzaam Wonen
5
Uitleglocaties in het buitengebied 1
EVA-Lanxmeer Culemborg 2000
2
Park 2020 Hoofddorp 2020
3
Stad van de Zon Heerhugowaard 2015
4
Rijswijk-Buiten Rijswijk 2020
5
Vastra Hamnen Malmo, Zweden 2001
Inbreidingslocaties 6
De Kersentuin Utrecht 2005
7
GWL-Terrein Amsterdam 1997
8
Kanaaloevers Apeldoorn 2005
9
Oosterdokseiland Amsterdam 2014
10
Vauban Freiburg, Duitsland 2006
3
7 2
4
12
9 6
11
8 10
1
Uitleglocaties in het Buitengebied
Appartementencomplexen 11
De Trip Utrecht 2016
12
Futura Zoetermeer 2014
Inbreidingslocatie Appartementencomplex
Analyse voor Duurzaam Wonen
133
Benchmarkblad 1; EVA-Lanxmeer Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
134
EVA-Lanxmeer Culemborg Marleen Kaptein (oprichter stichting EVA), gemeente Culemborg Woningstichting BCW; gemeente Culemborg; Stichting E.V.A; Nijland 1996 - 2005 1999 - 2008 33 ha 244
Analyse voor Duurzaam Wonen
Beoordeling
Kenmerken
Ecologische wijk door particulier initatief (Stichting EVA). Rekening gehouden met- en gebruik gemaakt van eigen water.
Aanleiding
Uitbreiding woongebied Lanxmeer, wijk paste binnen doelstellingen, planvorming gemeente samen met stichting EVA.
Historie/ Hergebruik
Wijk ligt gedeeltelijk in een grondwaterbeschermingsgebied, betrokkenheid van hoogheemraadschap en waterbedrijf.
Bebouwing
Verkavelingsvorm die sociale contacten en groenzonering versterken, georienteerd op de zon, verbruik max 40 gigajoule + per woning, EPC norm van 0,6.
Groen
Midden in de wijk waterwingebied met een hoogstamboomgaard, landschappelijke elementen, oeverwallenlandschap, min ++ mogelijk verharding.
Infrastructuur
Naast het NS-station, in het woongebied geen doorgaand verkeer, dicht netwerk van wandelpaden, fietspaden en ++ speelplaatsen, parkeerplaatsen liggen aan de randen van het plangebied.
Duurzame energie
Passieve energie maatregelen; opvangen zonnewarmte, beschutting tegen wind, stadsverwarming, gescheiden + rioolstelsel, biogasinstalatie gepland.
Sociaal
Theeschenkerij 1 van de sociale trefpunten, wonersvereniging ++ BEL.
Voorzieningen
Ecologische stadsboederij Caethage, geplande EVA centrum.
+
+
Bron: Google Maps
100m
Benchmarkblad 2; Park 2020 Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
Park 2020 Hoofddorp Delta Development Group Delta Development Group, VolkerWessels en Reggeborgh 2010 2020 11,4 ha Geen
Beoordeling Kenmerken
Aanleiding
Cradle to Cradle principe, sluiten van kringlopen. Toonaangevend bedrijven terrein. Project is nog in ontwikkeling,op het moment zijn 3 gebouwen opgeleverd met de daarbij behorende openbare ruimte. Delta Development Group, VolkerWessels en Reggeborgh willen economische en ecologische doelstellinge verenigen, Hulp van Cradle to Cradle bedenker William McDonough.
Historie/ Hergebruik Nieuwbouw. Bebouwing
Rekening gehouden met ecologie, bezonning en windklimaat, ++ BREEAM gecertificieerde gebouwen.
Groen
Zorgvuldig landschapsontwerp, inrichting van park geoptimaliseerd zodat het comfortabel, plezierig en effectief + werken is.
Infrastructuur
1.400 parkeerplaatsen (halfverdiept), duurzaam asfalt, ov van + belang (dichtbij Schiphol).
Duurzame energie
Recyclebare bouwmaterialen, zon- en windenergie, warmtekrachtkoppeling, warmte-koudeopslag, waterzuivering en energie uit afval, helofytenfilter, â&#x20AC;&#x153;living machineâ&#x20AC;? uit een ++ vergistingsinstalatie wordt biogas gewonnen.
Sociaal
24/7 Serviceteam beschikbaar.
Voorzieningen
136
Analyse voor Duurzaam Wonen
-
=
88.000m2 Kantoren, 3.700m2 voorzieningen (supermarkt, stomerij, financiele diensten, medisch dienstencentrum, ++ kinderopvang, ontmoetingsplekken, restaurants, hotel en binnen- en buitensportaccomodaties), moderne ICT voorzieningen.
Bron: Google Maps
100m
Benchmarkblad 3; Stad van de Zon Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
138
Stad van de Zon Heerhugowaard Gemeente Heerhugowaard Kuiper Compagnons 1992 2013 123 ha 3000
Analyse voor Duurzaam Wonen
Beoordeling
Kenmerken
Eiland met grootschalige groen omgeving CO2 emissieneutraliteit door gebruik toepassing 2,45 megawat PV zonnepanelen, energiezuinige huizen, groene omgeving en drie windturbines.
Aanleiding
Op initatief van de gemeente Heerhugowaard.
Historie/ Hergebruik
Poldergebied, nieuwbouw.
-
Bebouwing
Verkaveling georienteerd op de zon, hoogwaardig geisoleerd, zonneboilers, warmtepompen, warmtekrachtcentrale met warmtedistributie en zijn er mogelijkheden voor zonnepanelen, + EPC 0,8.
Groen
Om de wijk ligt het pak Luna, een recreatiegebied van 170 ha, met een strand, wandel-, skate- en fietspaden en een mountainbike ++ route, gesloten watersysteem waarin een circulatiegemaal en zuiveringsmoerassen van zwemwaterkwaliteit garanderen.
Infrastructuur
Verscheidende woonstraten zijn autovrij hierdoor is er meer = ruimte voor groen en speelvoorzieningen.
Duurzame energie
2,5 hectare zonnecellen op woningen en voorzieningen, 3 windmolens onderdeel van 5 MegaWatt PV-project Stad van + de Zon.
Sociaal
-
Voorzieningen
In het centrum van de wijk zijn 2 basisscholen, kinderopvang, + een wijkcentrum, een huisartsenpost en winkels.
--
Bron: Google Maps
100m
Benchmarkblad 4; Rijswijk-Buiten Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
Rijswijk-Buiten Rijswijk Gemeente Rijswijk Dura-Vermeer, Klimaatgarant 2008-2010 2013-2023 240 ha 3500
Kenmerken
Aanleiding
Grote uitbreidingslocatie, Gemeente Rijswijk wou een nul-opde-meter wijk.
+
Bebouwing
EPC= 0, verschillende typen woningen/ prijsklassen, kopen en huren, zelfbouw mogelijkheden, gericht op alle doelgroepen. ++
Groen
Natuur uitbundig aanwezig, veel water aanwezig, Whilhelminapark en Elsenburgerbos naast gelegen.
++
Infrastructuur
Geen kaarsrechte straten, grotendeels autoluw (auto te gast), parkeren op binnenhoven, goede openbaarsvervoer verbinding, mogelijkheden voor opladen elektrische auto in OR en nabij woning.
++
Sociaal Voorzieningen
Analyse voor Duurzaam Wonen
Nul op de meter Wijk voor 25 jaar, duurzaamste wijk van Nederland. In aanbouw voltooid in 2023.
Historie/ Hergebruik Voormalig glastuinbouwgebied.
Duurzame energie
140
Beoordeling
Warmtepomp, ventilatiesysteem die reageert op ++ aanwezigheid, douche haalt warmte uit weggespoelde water, zonnepanelen voor eigen energievoorziening. Informatiecentrum, ontmoetingsplaatsen.
=
Eigen wijkvoorzieningen (winkels/super), winkelcentraâ&#x20AC;&#x2122;s op fietsafstand, mogelijkheden om wonen en werken te ++ combineren, Energie Exploitatie RijswijkBuiten (EERB) zorgt voor onderhoud van duurzame voorzieningen en garantie van duurzame energie.
Bron: Google Maps
200m
Benchmarkblad 5; Vastra Hamnen Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
Vastra Hamnen Malmo, Zweden Gemeente 1997 2001 160ha 3000
Kenmerken
Internationaal voorbeeld van duurzaamheid.
Aanleiding
Industriegebied in een aantrekkelijke woonomgeving.
Historie/ Hergebruik Oud havengebied gebruikt voor scheepsbouw en de + luchtvaartindustrie.
Bebouwing Groen Infrastructuur
Duurzame energie
142
Analyse voor Duurzaam Wonen
Beoordeling
Opgezet volgens een grid, grote bouwblokken aan boulevard + voor bescherming zeewind, lage energievraag, hoge dichtheid. Ecologische zone, brede en toegankelijke boulevard.
+
Beperkt autoverkeer mogelijk, parkeernorm 0,7, rijden bussen + op biogas. Uitgangspunt waren comercieel toegankelijke technieken, 1000 woningen aangesloten op stadsverwarming, 90% van de warmte wordt via een warmtepomp gewonnen ++ uit het zeewater en een aquifer, andere 10% door 200m2 zonnecollectoren, windmolens en zonnecellen zorgen voor stroom, huishoudelijk afval wordt omgezet in biogas, gebouwen gemaakt van recyclebaar materiaal
Sociaal
-
--
Voorzieningen
Diversiteit aan voorzieningen zoals cafeâ&#x20AC;&#x2122;s, restaurants en ++ winkels.
Bron: Google Maps
200m
Beoordeling 100% Burgerinitatief, de is buurt groen, gedifferentieerd, multifunctioneel, autoluw, mens- en diervriendelijk vormgegeven, met speciale aandacht voor kinderen.
Benchmarkblad 6; Kersentuin Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
Kersentuin Leidsche Rijn, Utrecht Bewoners Vereniging de Kersentuin, Gemeente Utrecht Slokker Huizen, Architecten-en ingenieursbureau Kristinsson 1996 - 1998 2002 - 2003 1,4 ha 94
Kenmerken Aanleiding Historie/ Hergebruik
Bebouwing
-
Diverse koop- en sociale huurwoningen; er zijn kleinere appartementen, grote eengezinswoningen en woonwerkwoningen, 28 huur- en 66 koopwoningen, de ++ woningen zijn ecologisch verantwoord, duurzaam, flexibel, levensloopbestendig en uitbreidbaar gebouwd, bewuste materiaalkeuze.
Groen
Infrastructuur
2 Doorlopen straten, weinig parkeervoorzieningen boven gronds, parkeergarage voor 50 autoâ&#x20AC;&#x2122;s met daktuin, + autodeelsysteem voor 29 huishoudens.
Sociaal
Voorzieningen Analyse voor Duurzaam Wonen
Nieuwbouw, Vinexwijk.
Twee openbare gebieden en vier gemeenschappelijke tuinen, vruchtdragende bomen voor de dieren, in de dakrand van de + woning nestvoorzieningen voor vogels, speeltoestellen zijn van duurzame materialen.
Duurzame energie
144
Het is ontstaan vanuit een visie op hoe mensen met elkaar kunnen samenwonen en samenleven; met extra aandacht voor elkaar ĂŠn voor de natuur.
25% zuinigere woningen, collectieve warmtelevering, = toiletspoeling < 4 liter, zonnepanelen, EPC 0,7. Vereniging de Kersentuin, Woningcorporatie Portaal, wekelijkse onkruiduurtjes en regelmatig gezamenlijke tuinen onderhoudsdagen, jaarlijks in juni een zomerfeest, in ++ september een straatfeest, een startdag en een oogstfeest voor de kindermoestuinen en in de zomermaanden zijn er zondagochtendconcerten en een circusvoorstelling in het openluchttheatertje. Gemeenschapshuis, een kantoor/cursusruimte, een klusruimte, een gereedschapsruimte en zijn er gemeenschappelijke + wasmachines.
Bron: Google Maps
50m
Beoordeling
Benchmarkblad 7; GWL-Terrein Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
GWL-terrein Amsterdam, Westerpark Stadsdeel Westerpark op voorstel bewoners Stichting ECO-plan 1992-1994 1996-1998 6 ha 599
Kenmerken Aanleiding
Waterleidingbedrijf, historie herkenbaar, ++ watertoren, pompgebouw, waterkelders, oorspronkelijke leidingstelsels.
Bebouwing
“Duurzame niet-milieubelastende materialen, flexibele plattegronden, goede orientatie op de zon, vermijden van = gallerijontsluiting.”
Groen
Parkachtig karakter met tuinen, bodem onaangetast, regenwater naar centrale vijver, 3 soorten hagen voor afscheiding (prive, semi-openbaar en openbaar), acacia’s (groeien snel, laten 50% + licht door , veel zaailingen, bestand tegen vochtige grond, wisselend beeld gehele seizoen) en fruitbomen (educatieve waarde), niet met gif bespoten.
Infrastructuur
Parkeernorm: 0,3, tussen bouwblokken alleen voet- en fietspaden, 1/3 geen auto, auto huren via Buurt Auto Service. ++
Duurzame energie
Gustavsbergtoiletten (4l water per spoelbeurt), wateropslag onder woningen, vegetatiedaken, koepelcereniging beheert = waterleidingen, passieve zonne-energie.
Voorzieningen Analyse voor Duurzaam Wonen
Gemeentelijke Waterleidingbedrijf verliet het gebied in 1994, aangegrepen om een hoogstedelijke en multifunctionele buurt te realiseren.
Historie/ Hergebruik Gemeentelijke
Sociaal
146
Nieuwbouw en bestaande elementen, duurzaam waterbeheer, autovrij, aandacht voor energie, uitgebreide hagenstructuur en vegetatiedaken.
Bewoners initatief om een milieuvriendelijk en autovrij terrein te ontwikkelen, koepelvereniging GWL-Terrein voor bewaking ++ milieu ambities, beheergroep (buurtbeheerder, buurtregisseur, vertegenwoordiger van de corporaties, bestuurlid koepelvereniging). Café-restaurant, kinderdagverblijf.
woon-werkcombinaties,
speelplekken,
+
Bron: Google Maps
50m
Benchmarkblad 8; Kanaaloevers Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
Kanaaloevers Apeldoorn Gemeente Apeldoorn Verschillende 1993 2005 47,5ha 2000
Kenmerken
Binnenstedelijk herstructureringsgebied, Langs een kanaal, gemeente samen met marktpartijen, bewoners en betrokkenen plan ontwikkeld, vergelijkbaar met KPP, compactestadprincipe
Aanleiding
Tegen de binnenstad lag een dichtgebouwd verouderd industriegebied.
Historie/ Hergebruik
Oud industriegebied, zuinig met grond en behoud waardevolle + landschappen.
Bebouwing
30% grondgebonden woningen, 30% sociale huur en woningen + in het goedkope koopsegment.
Groen
Veel openbare ruimtes langs de oevers van het kanaal, herstel beken- en sprengensysteem volgens het waterplan herbergt + behoudt cultuurhistorie en duurzaam waterverbruik.
Infrastructuur
Beperking van mobiliteit, sluit aan op bestaande structuren + van de omgeving, parkeergarages onder de woning.
Duurzame energie
148
Analyse voor Duurzaam Wonen
Beoordeling
Duurzaam waterverbruik.
=
Sociaal
-
--
Voorzieningen
School
-
Bron: Google Maps
100m
Benchmarkblad 9; Oosterdokseiland Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
Oosterdokseiland Centrum, Amsterdam TNT Post en Gemeente Amsterdam MAB Development 1994 - 2003 2007 - 2014 5 ha 253
Kenmerken
“Centrum ontwikkeling, voorzieningen en woningen gecombineerd. In 2008 won de Bibliotheek op ODE een prijs als meest duurzame, publiek toegankelijke gebouw van Amsterdam.”
Aanleiding
Vrijkomen van het PTT eiland, bijzonder terrein in het centrum van Amsterdam, gemeente wilde een levendig stedelijk gebied.
Historie/ Hergebruik
++
Kantoren op ODE zijn op hoogwaardige materialen geselecteerd, stedenbouwkundige programma gebaseerd op = een lange termijnvisie.
Groen
Twee grote pleinen vormen de ‘podia’ voor ontmoetingen, optredens en de beleving van ODE: de mooie plek, het water, = de gebouwen.
Duurzame energie
Analyse voor Duurzaam Wonen
“Voormalig PTT eiland. Hergebruik van centrumgebied.”
Bebouwing
Infrastructuur
150
Beoordeling
Verkeersluwe kade (alleen beschikbaar voor + bestemmingsverkeer), ondergrondse parkeergarage met plaats voor ca. 1.700 auto’s en ca. 2.500 fietsen. Zonnepanelen, alle gebouwen zijn aangesloten op het LTEO systeem van ODE (Lange Termijn Energie Opslag), de piekketels = van het systeem worden gestookt op bio-olie, het systeem reduceert de uitstoot van CO2 met 65%.
Sociaal
-
Voorzieningen
Ca. 65.000 m2 kantoren, meer dan 253 appartementen en penthouses, 40.000 m2 winkels & horeca, Openbare ++ Bibliotheek Amsterdam, Conservatorium van Amsterdam, 4-sterren DoubleTree by Hilton Hotel en conferentiecentrum.
--
Bron: Google Maps
50m
Benchmarkblad 10; Vauban Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
152
Vauban Freiburg, Duitsland Gemeente 1993 1998-2006 38ha 2000
Analyse voor Duurzaam Wonen
Beoordeling Kenmerken
Voorbeeld duurzame stedenbouw in Duitsland.
Aanleiding
Tot stand gekomen door inzet van toekomstige bewoners.
Historie/ Hergebruik Oud militair terrein, bestaande gebouwen hergebruikt. Bebouwing
Studentenhuisvesting, koopwoningen prijsklassen voor gezinnen als ouderen.
in
verschillende
++ +
Groen
Regenwater opvang in de openbare ruimte.
Infrastructuur
Integratie in en het gebruik van de bestaande structuur, buurtgarage voor een autovrij maaiveld, goede verbinding OV. +
Duurzame energie
Energiezuinige bouwtechnieken, afkoppeling van regenwater.
+
Sociaal
Klankbordengroep, workshops.
+
Voorzieningen
Werkgelegenheid voor 600 personen, ruimte voor particulier = opdrachtgeverschap.
=
Bron: Google Maps
100m
Benchmarkblad 11; De Trip Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
De Trip Utrecht Jebber BV COM4Trip o.l.v. Boele & Van Eesteren 2010 - 2014 2016 0,96 ha 255
Beoordeling Kenmerken
“Duurzame jongeren woningen BREEAM certificaad: Very Good.”
Aanleiding
Goedkope starterswoningen.
Historie/ Hergebruik Voormalig
terrein De Centrumlocatie Utrecht.
Bouwmaterialenhandel, +
“Twee- en driekamerappartementen (huur), vanaf ca. 40 tot 65 m2, circa 1.500 m2 commerciële ruimten (huur), EPC 0,28. +
Groen
-
Infrastructuur
Bus verbinding, Utrecht centraal 10 min parkeervoorzieningen voor fiets en auto (huur).
Duurzame energie
Ontworpen naar Trias Energetica, Warmte- koudevoorziening, ++ zonnepannelen, vloerverwarming ipv. radiatoren, Licht dmv. LED, warmteterugwinning.
Voorzieningen
Analyse voor Duurzaam Wonen
Utrecht.
Bebouwing
Sociaal
154
Boo
centrum
Studentenwoningen, sociale voorzieningen.
-lopen, +
+
Bedrijfsruimte voor creatieve ondernemers, ruimte voor horeca en bijbehorende parkeervoorzieningen, 10min ++ lopen van centrum Utrecht (winkels), COM4Trip is 20 jaar verantwoordelijk voor de energie levering en onderhoud.
Bron: Google Maps
50m
Benchmarkblad 12; Futura Project Locatie Initatiefnemer Marktpartij Planvorming Oplevering Oppervlakte Woningen
Futura Zoetermeer A.S.R. Vastgoed Vermogensbeheer, Ballast-Nedam Balast-Nedam, Klunder Architecten 2011 2014 0,65 ha 69
Beoordeling Kenmerken
Duurzaamste appartementencomplex BREEAM certificaat: Very Good.
Aanleiding
Leegstaand terrein, initatief van ASR en Balast-Nedam.
Historie/ Hergebruik Oud Fietscrossterrein, centrumlocatie Zoetermeer.
+
Bebouwing Groen
Glazen atrium als collectieve binnentuin, vijver naast het + gebouw, natuurvriendelijke omgeving.
Infrastructuur
Randstadrail en bus verbinding 5min lopen, overdekt + parkeergarage op de beganevloer.
Duurzame energie
Warmte uit atrium wordt in de koude periodes hergebruikt, ++ lage temperatuurregeling met koeling, warmte- koudeopslag, hemelwateropvang in naast gelegen vijver.
Voorzieningen
Analyse voor Duurzaam Wonen
Nederland.
69 Huurappartementen tussen de 87 en 110m2, goede isolatie, optimaal gebruik van lichtinval, geen radiotoren in de + woningen, waterbesparende voorzieningen.
Sociaal
156
van
Collectieve binnentuin/ruimte.
=
A.S.R. heeft contracten afgesloten voor 15 jaar onderhoud en vaste lage energietarieven voor de bewoners, Stadshart + Zoetermeer op 5min lopen (winkels).
Bron: Google Maps
50m
Bijlage IV; Collageâ&#x20AC;&#x2122;s Projecten
GWL-Terrein, Amsterdam
Kersentuin, Utrecht
Park 2020, Hoofddorp
Rijswijk-Buiten, Rijswijk
EVA-Lanxmeer, Culemborg
Futura, ZOetermeer
Bijlage V; Marktconsultatie KPP Marktconsultatie Duurzame Gebiedsontwikkeling Gemeente Leidschendam-Voorburg
Colofon
Versie: Definitief Datum: 11 mei 2015 Opdrachtgever: Gemeente Leidschendam-Voorburg; Nancy Buitenweg (Beleidsmedewerker energie/duurzaam bouwen/duurzaamheid), Erik Tissingh (procesbegeleider transformatie Klein Plaspoelpolder) Onderwerp: Marktconsultatie document duurzame gebiedsontwikkeling Opstellers: Tom van Dam (afstudeerder Ruimtelijke Ordening en Planologie) Patrick den Heijer (afstudeerder Ruimtelijke Ordening en Planologie) Bijlage: Klik hier voor bijlagen via WeTransfer; (beschikbaar tot 18-05)
Inleiding
De Gemeente Leidschendam-Voorburg heeft onlangs een nieuwe coalitie met de partijen GBLV, D66, PvdA en GroenLinks gekregen. Een nieuwe coalitie met ook nieuwe ideeën, andere keuzen en andere prioriteiten (coalitieakkoord 2015-2018 “Ondernemend, sociaal, duurzaam en dichtbij”). Met dit akkoord willen zij de groene gemeente verder versterken, door duurzaamheid te stimuleren. Door de nieuw gevormde coalitie is er meer ruimte gekomen voor duurzame ontwikkelingen in de Gemeente Leidschendam-Voorburg. De gemeente profileert zich als groene woon- werkstad en wil dit versterken door duurzame woningbouw te stimuleren. De gemeente is bezig zich verder te verdiepen in dit onderwerp om invulling te geven aan de ambities. Dat zij onder meer door een onderzoek te laten uitvoeren door twee afstudeerders (Patrick den Heijer en Tom van Dam) van de Hogeschool Rotterdam. De studenten zijn gespecialiseerd in de Ruimtelijke Ordening en gaan zich richten op duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van de woningbouw binnen de Gemeente Leidschendam-Voorburg. Het onderzoek is mede input voor de strategie en het beleid dat de gemeente op dit thema gaat voeren. 164
Analyse voor Duurzaam Wonen
De hoofdvraag in dit onderzoek luidt dan ook: “Welke voorwaarden, zowel ruimtelijk, stedenbouwkundig als procesmatig, zijn nodig in de Gemeente Leidschendam-Voorburg om het realiseren van duurzame gebiedsontwikkeling ten behoeve van woningbouw te vereenvoudigen voor externe marktpartijen?” Om hierop een passend antwoord te formuleren zijn er drie onderzoeksmethodieken parallel aan elkaar gestart. 1. Met het bureau-onderzoek wordt er verdiepend onderzoek gedaan naar de theorie en de algemene informatie op het gebied van duurzaamheid en woningbouw. 2. Het benchmark onderzoek richt zich op referentieprojecten waar wordt achterhaald wat de succesfactoren zijn van bestaande duurzame woningen en woningbouwprojecten in Nederland en wellicht Europa. 3. De vrijblijvende marktconsultatie moet inzicht brengen in wat de markt van het thema vindt. Het gaat daarbij om het vergaren van kennis, het aanhoren van verschillende invalshoeken en daar een gesprek over aangaan. We denken dat er in de markt een interessante mix van partijen die de gemeentelijke gedachten verder kan verrijken: ontwerpers, ontwikkelaars, bouwers of een combinatie daarvan. De studenten organiseren - onder begeleiding van de gemeentelijke opdrachtgevers - deze marktconsultatie. Zie Onderzoeksopzet
Doel Marktconsultatie
De vrijblijvende marktconsultatie moet inzicht brengen in wat de markt van het thema vindt. Het gaat daarbij om het vergaren van kennis, het aanhoren van verschillende invalshoeken en daar een gesprek over aangaan. De gemeente wil ondernemerschap, duurzaamheid en innovatie van de markt gebruiken.
Het doel van deze marktconsultatie is om de huidige markt te verkennen wat betreft visies en ervaringen over duurzame gebiedsontwikkeling. Via deze weg hopen wij inzichten te krijgen hoe er vanuit de markt tegen duurzame gebiedsontwikkeling wordt aangekeken, welke actoren bij het proces moeten worden betrokken en welke acties er van de actoren verwacht worden zodat gebiedsontwikkelingen in de gemeente ook duurzaam (duurzamer) tot stand kunnen komen. Via deze weg maken we graag kennis met de markt voor wat betreft dit thema.
Doelgroep Marktconsultatie
De marktconsultatie richt zich op de ontwikkeling, de financiering, bouw en beheer van duurzame gebiedsontwikkeling. De doelgroep van deze marktconsulatie is daarom variĂŤrend van financiers, ontwikkelaars, bouwers en architecten/stedenbouwkundigen.
Casus
Behalve een algemene kennisuitwisseling over duurzame gebiedsontwikkeling, zouden we ook graag concreter willen worden door een concrete locatie centraal te stellen en te onderzoeken of hier op korte termijn wellicht al een eerste concrete stap mogelijk is. Het betreft nadrukkelijk een casus in de verwachting dat dit de marktconsultatie verrijkt en moet voorkomen dat er te algemeen over het thema gesproken worden. De locatie is onderdeel van de grotere transformatie opgave: Klein Plaspoelpolder (KPP) De locatie Klein Plaspoelpolder is ruim vijftig jaar geleden tot ontwikkeling gekomen. Zowel de toen nog gemeente Leidschendam als de gemeente Voorburg zagen dit gebied als de ideale locatie voor haar grootschalige kantoorfuncties. Destijds aan de rand van elke gemeente afzonderlijk, nu centraal gelegen in de gefuseerde gemeente. Braakliggende terreinen, verlaten parkeerplaatsen en leegstand zijn stille getuigen van de oorspronkelijke dynamiek van het gebied. De nog aanwezige kantoor- en bedrijfspanden hebben een gedateerde uitstraling. De Klein Plaspoelpolder is met het vertrek van deze werkfuncties zowel zijn uitstraling als betekenis kwijtgeraakt. Hierdoor is de kans ontstaan om het gebied te transformeren naar een verblijfsgebied. Een centraal gelegen verblijfsgebied dat als schakel kan functioneren tussen de kernen van Leidschendam en Voorburg en direct gelegen is aan
de uitnodigende Vliet. Zie Ontwikkelingsvisie KPP Ruimte voor IdeeĂŤn voor de ontwikkelvisie Klein Plaspoelpolder die in januari 2015 is vastgesteld. En zie ook www.lv.nl/kleinplaspoelpolder voor meer informatie over deze transformatie opgave. De casus die we op het oog hebben, betreft het zuidelijk gedeelte deellocatie 2 en 3 (zie infographic plan van aanpak KPP). Of deze ontwikkeling geheel of gedeeltelijk op korte termijn ook daadwerkelijk gestart kan worden, wordt onderzocht en staat nog geenszins vast. Bovendien is de gemeente niet enig eigenaar in dit gebied . We willen nogmaals de status als vrijblijvende casus benadrukken.
Vraagstelling
We stellen twee invalshoeken centraal: A) Algemeen over duurzame gebiedsontwikkeling B) Casus: stel u had de vrije hand in dit gedeelte van de Klein Plaspoelpolder, wat zou er dan voor u voor de hand liggen om hier een duurzame gebiedsontwikkeling te realiseren? A. Algemeen 1. Wat verstaat u onder duurzame gebiedsontwikkeling/woningbouw en wat is uw visie hierop? 2. Wat zijn uw ambities op het gebied van duurzame ontwikkelingen? 3. Wat is de meerwaarde voor uw bedrijf bij de ontwikkeling van duurzame projecten? 4. Wat zijn de succesfactoren? Wat zijn de knelpunten? 5. Wie zijn de belangrijkste actoren en wat wordt er van hen verwacht? B. Casus: stel u had de vrije hand in dit gedeelte van de Klein Plaspoelpolder, wat zou er dan voor u voor de hand liggen om hier een duurzame gebiedsontwikkeling te realiseren? 1. Wat zijn volgens u de kansen voor dit gebied? 2. Is de woningmarkt in deze regio voor deze plek interessant voor echt duurzame gebiedsontwikkeling of niet? 3. Wat zijn uw eerste gedachten hierbij qua proces, stakeholders?
Analyse voor Duurzaam Wonen
165
We willen benadrukken dat wij graag in dialoog gaan met de markt en graag willen weten hoe u over dit thema denkt. Bovenstaande vragen zijn een weergave van waar onze aandacht naar uitgaat, maar voelt u zich alstublieft vrij om ook andere gedachten te delen waarvan u vindt dat deze bijdragen aan de bevordering van duurzame gebiedsontwikkeling in onze gemeente.
Planning
We kunnen ons voorstellen dat u vragen heeft, een toelichting op prijs stelt of nadere informatie wilt ontvangen. Wat ons betreft, is dat zondermeer mogelijk. Dat kan per email, telefonisch of – indien gewenst – ook tete-a-tete. Neemt u hiervoor als eerste contact op met Tom van Dam of Patrick den Heijer. Zij kunnen u – indien gewenst – in contact brengen met Nancy Buitenweg (beleidsadviseur duurzame gebiedsontwikkeling) of Erik Tissingh (procesbegeleider transformatie Klein Plaspoelpolder). De eigenlijke consultatie willen we doen in de vorm van een presentatie / gesprek met u op 28 - 29 mei op ons gemeentehuis. We willen een uur per partij hiervoor besteden. Aanwezig zijn: - Wethouder Bruines Portefeuillehouder van o.a. Ruimtelijke ontwikkeling en stedelijke vernieuwing, regionale aangelegenheden en herontwikkeling Klein Plaspoelpolder. - Jeroen van der Ven Teamleider Ruimte en ambtelijk opdrachtgever Klein Plaspoelpolder - Nancy Buitenweg Energie en Duurzaam wonen - Pim Felix Stedenbouwkundige van de Gemeente Leidschendam-Voorburg - Peter Baalbergen Stedenbouwkundige van de Gemeente Leidschendam-Voorburg - Tom van Dam Afstudeerder Hogeschool Rotterdam, Ruimtelijke Ordening en Planologie - Patrick den Heijer Afstudeerder Hogeschool Rotterdam, Ruimtelijke Ordening en Planologie - Erik Tissingh Procesbegeleider / projectleider transformatie Klein Plaspoelpolder (van adviesbureau OverMorgen) - Sander Westerhout Stedenbouwkundige voor Klein Plaspoelpolder 166
Analyse voor Duurzaam Wonen
Onze ‘spelregels’
Een marktconsultatie is een informatie-uitwisseling met de markt over een thema. De consultatie moet voor de gemeente leiden tot een nog beter beeld en begrip van wat er nodig is om duurzame gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. Het betreft in dit stadium geen selectie van een marktpartij voor de verdere ontwikkeling en realisatie of gunning van een opdracht in het kader van een (Europese) aanbestedingsprocedure. De gemeente Leidschendam-Voorburg verkrijgt het beschikkingsrecht (intellectueel eigendom) over de inzendingen van marktpartijen. Het staat de marktpartij die het plan/idee heeft ingezonden vrij deze ook elders te gebruiken. Deze marktconsulatie is daarom voor alle partijen vrijblijvend en de gemeente moet vrijelijk kunnen beschikken over de gepresenteerde informatie voor haar verdere activiteiten op dit thema of voor dit gebied. Voor partijen is het niet mogelijk om rechten te ontlenen aan deelname aan de marktconsultatie of aan de informatie die is verstrekt in de marktconsultatie.
Bijlage VI; Presentaties Marktconsultatie Marktconsultatie Leidschendam-Voorburg Plaspoelpolder
ALGEMEEN'BEELD' ' “Sustay(geloo-(dat(een(duurzame(gebiedsontwikkeling(is(gebaseerd(op(een(buurtje(voor(de(bewoners,( waarbij(comfort,(sociale(cohesie(en(veiligheid(voorop(staat(.”( ' Waarborging'gebeurd'door'BREEAM'als'sturing'en'controle'middel,'ondersteund'op'vastgoed'niveau'met' courante'producten'(levensloop'bestendig,'brede'doelgroepen'mogelijk)' ' ' ' ' ' ' !
SUSTAY | verantwoord wonen de nieuwe standaard van huren
Sustay ontwikkelt en realiseert maatwerk woonbuurten met betaalbare en comfortabele huurwoningen voor iedereen en verkoopt deze projecten onder garantie turnkey aan beleggers, corporaties of zorginstellingen.
Algemeen'beeld!
SUSTAY | verantwoord wonen de nieuwe standaard van huren ¤
B. AANPAK “ONTZORGEN”
¤
¤
Omgeving Bestaande context en economische draagkracht.
Woning Multifunctioneel en compleet.
Duurzaamheid Intrinsiek door schilisolatie en reductie.
Realisatie Geïndustrialiseerd en vaste partners.
Financieel Efficiënte exploitatie en courante investering.
LOCATIE
1
Behoefte aan 25.000 nieuwe huurwoningen per jaar. Woongenot wordt belangrijker dan bezit. Maandelijks besteedbaar inkomen overhouden. Vanzelfsprekend duurzaam en niet duurder. Standaardisatie in proces en product.
¤
¤
3 MND Samenbrengen van locatie, huurpotentie en waardeprofiel met exclusiviteit op een goede locatie en beoogde belegger als resultaat.
I. WAARDEPROFIEL
A. WAAROM -
Sociale impact Zekerheid, eenvoud en betaalbaar comfort.
¤ ¤
BUSINESSCASE Medium 130 m2
Large 145 m2
Extra Large 160 m2
Huur
- Maatwerk op project en portefeuille.
Inclusief onderhoud, sanitair en keuken
€660,-
€750,-
€840,-
Vaste lasten Energielasten o.b.v. energieneutraal
% SUSTA 100
Y
Y
GAR ANT
IE
€50,-
€60,-
€70,-
A
Water Levering
€15,-
€15,-
€15,-
Heffingen gemeente en waterschap
€60.-
€60.-
€60.-
B
Inboedelverzekering
€14,-
€14,-
€14,-
A
% SUST A 100
Sustay ontwikkelt en realiseert maatwerk woonbuurten met betaalbare en comfortabele huurwoningen voor iedereen en verkoopt deze projecten onder garantie turnkey aan beleggers, corporaties of zorginstellingen.
2 3 MND
Optioneel Voorbereid wonen
€30,-
€40.-
€50,-
Inrichting
€40,-
€80.-
€120,-
TV/radio en internet
€30,-
€30,-
€30,-
€799,- p. mnd €899,- p. mnd alles-in-1 alles-in-1
€999,- p. mnd alles-in-1
Met belegger en gemeente 1-op-1 transparante uitwerking van markt, programma en calculatie. Grondreservering als resultaat.
Gebaseerd op meerpersonenhuishoudens. Heffingen gemeenteafhankelijk. Basis
A Gemiddeld nibud
Plus
B Gemiddelde VEH en CBS
Luxe
PLAN
III. WOONABONNEMENT
II. WOONPRODUCT
SUSTAY
3 3 MND Uitontwikkeling op basis van woonproduct met vaste ketenpartners tot definitief ontwerp, vergunning, ontwikkel- en een realisatieovereenkomst.
% C. VOOR WIE
MONTAGE
Woningbeleggers - maatwerk en garanties
5
3 MND
- 55 plus: nu en later onbezorgd genieten. Gemeenten - beleidsmatige impact - Afstemming met ambities en beleid. - Reële gegarandeerde grondopbrengsten. - Beweging in de woningmarkt en programmering.
4
3
4
Bewoners - betaalbaar comfort - Jong stel: je eerste woning samen. - Gezin: ruimte voor ouders en kinderen.
1
2
- Belegger: invulling investerings- en vastgoedstrategie. - Corporatie: kant en klare ‘sociale en groene’ portefeuille. - Zorginstelling: advies en ontwikkeling op maat.
IV. WOONBUURT Omgeving 25-75 woningen in setting.
Woning 135-160 m2 bvo en turnkey opgeleverd.
Duurzaamheid Energieneutraal en Breeam Excellent.
Sociale impact > €200,- voordeel per maand.
Realisatie <1 jaar, foutloos en prestatiegarantie.
Financieel Investering €1000 per m2 bvo, min. 5,5% rendement
Montage van geïndustrialiseerde producten en turnkey afbouw met als eindresultaat een oplevering met prestatiegarantie en beheer.
© Sustay - www.sustay.nl
infographic!
'ReferenDe'Utrecht'!
Analyse voor Duurzaam Wonen
167
gevelimpressie de klimop te nieuwegein
geVelimPressie sluyterslaan
8
'ReferenDe'Nieuwegein'–'BREEAM'excellent!
projectnaam: appartementen de klimop | plaats: nieuwegein | opdrachtgevers: sustay & thunnissen | ontwerp: bureau 070 | datum: 08.04.2015 | betreft: sChetsBoek 3 (ConCept)
'ReferenDe'Zwolle'J30(50)'energie'neutrale'woningen!
' PLAN'VAN'AANPAK' ' 1. BREEAM'als'waarborging'intrinsieke'duurzame'gebiedsontwikkeling' [visie'document'als'leidraad]' ' 2. SUSTAY'waardeprofiel'leidend'voor'een'haalbare'business'case' ¥ MarktpotenDe'op'gebiedsniveau' ¥ Courante'woningen' ¥ Duurzaamheid'gewaarborgd' ¥ Sociale'cohesie'en'veiligheid' ¥ Financiële'haalbaarheid'(bouw'en'investering)'
168
Analyse voor Duurzaam
' ' ' ' ' ' ' ' Wonen !
PvA!
DuurzaamheidsambiDe' !
Sustay Group B.V. Postbus 40386 3504 AD UTRECHT
Leefrijk! SUSTAY IS EN BLIJFT IN ONTWIKKELING voor contact kunt u bellen met Menno Schapendonk op 06-57594453 of mailen naar menno@sustay.nl Deze vrijblijvende informatie dient slechts voor interne communicatie en mag uitsluitend met toestemming van Sustay gebruikt worden. Alhoewel de informatie met zorg is samengesteld, kunnen er geen rechten aan worden ontleend.
Wie zijn wij?
A. Algemeen over duurzame gebiedsontwikkeling 1. Wat verstaat u onder duurzame gebiedsontwikkeling/woningbouw en wat is uw visie hierop? 2. Wat zijn uw ambities op het gebied van duurzame ontwikkelingen? 3. Wat is de meerwaarde voor uw bedrijf bij de ontwikkeling van duurzame projecten? 4. Wat zijn de succesfactoren? Wat zijn de knelpunten? 5. Wie zijn de belangrijkste actoren en wat wordt er van hen verwacht?
Analyse voor Duurzaam Wonen
169
Ambitie ladder: • Energie leveren • Gesloten kringlopen • Welzijn als meetstaf
EPC 0,4 Bouwbesluit 2015
170
ENERGIELEVEREN
EPC 0
EPC -0,3
Energieneutraal
Energienotanul
AMBITIE OVERHEID 2020
DE NIEUWE TREND
Analyse voor Duurzaam Wonen
www.wonenopsterrenberg.nl Energierevolutie: 150 energienotanul woningen worden gebouwd in 2014 door VolkerWessels
# 0 Energienotanul
- op risico neergezet: woonklaar - verkoop na realisatie - Inclusief keuken, badkamer, vloer- en wandafwerking
#1 Energienotanul
- fase 1 en 2 20 woningen - 5 standaard Energienotanul - optioneel Energienotanul - 60% kiest energienotanul
#2 Energienotanul - fase 25 woningen - Alle Energienotanul - Op risico neergezet - Geen keuzevrijheid - 3 maanden verkocht
#2 Energienotanul
#1 Energienotanul
#3 Energienotanul
#0 Energienotanul
Analyse voor Duurzaam Wonen
171
www.rijswijkbuiten.nl
GESLOTEN KRINGLOPEN
Ambities
Energiepositief Circulair Het nieuwe werken Relatie met het gebied Cocreatie
172
Analyse voor Duurzaam Wonen
Interieur beeld
25.000m2 BVO 525 parkeerplaatsen 1550 standplaatsen 1.500.000 kWh > BREEAM EXCELLENT
Analyse voor Duurzaam Wonen
173
Biobased economic • • • •
174
Elektrisch vervoer auto en fiets Dubbelgebruik parkeerplaatsen Aanleg fietspad naar station Verhogen busfrequentie
Analyse voor Duurzaam Wonen
Van welvaart naar welzijn
1. Wat zijn volgens u de kansen voor dit gebied?
Een leefrijk Gezonde huizen Een adoptie huis
B. Casus: stel u had de vrije hand in dit gedeelte van de Klein Plaspoelpolder, wat zou er dan voor u voor de hand liggen om hier een duurzame gebiedsontwikkeling te realiseren? 1. Wat zijn volgens u de kansen voor dit gebied? 2. Is de woningmarkt in deze regio voor deze plek interessant voor echt duurzame gebiedsontwikkeling of niet? 3. Wat zijn uw eerste gedachten hierbij qua proces, stakeholders?
2. Is de woningmarkt in deze regio voor deze plek interessant voor echt duurzame gebiedsontwikkeling of niet? Juist hier! Sterke woningmarkt Binnenstedelijk
Analyse voor Duurzaam Wonen
175
Wat zijn uw eerste gedachten hierbij qua proces, stakeholders? Betrekken bestaande grondeigenaren in visie vorming Samenwerking optuigen met grondeigenaren tot realisatie duurzame gebiedsontwikkeling Samen kaders en ambities en tot taakverdeling komen
VolkerWessels Vastgoed Onno Dwars Hoofd Acquisitie & innovatie 0650226793 odwars@vwvastgoed.nl @vwvastgoed
176
Analyse voor Duurzaam Wonen
Boele & van Eesteren Corne Bok Directeur 06 11008407 cbok@boele.nl @boeletweet
Duurzaam wonen betaalbaar maken Gemeente Leidschendam Voorburg
Duurzaam wonen betaalbaar maken
Gezond wonen betaalbaar maken
anno 2010
Duurzaamheid
anno 2015
Anders = focus op klant • It’s a life time event!
Hoogleraar duurzaamheid en astronaut Wubbo Ockels:
• Complete concept moet aansluiten: van stedenbouw tot en met de keuken
“Het moet helemaal niet minder, het moet gewoon anders!”
• Klant wil geen meerprijs voor extra duurzaamheid
• Innovatie maakt duurzaam wonen betaalbaar
Analyse voor Duurzaam Wonen
177
De trap op naar boven
Gebiedsontwikkeling allesbepalend Deze?
• Duurzame gebiedsontwikkeling is pleonasme • Duurzaam: – lange termijn (over 50 jaar nog steeds goed vertoeven) • • • •
gezond energiezuinig/ neutraal/ zelfvoorzienend Klimaatbestendig (water/ afval/ recycle / cradle to cradle) sociaal vitaal
• Gebiedsontwikkeling is de basis, allesomvattend Gezinnen met jonge kinderen
of deze? of...
Gezinnen met jonge kinderen
178
Analyse voor Duurzaam Wonen
Rijswijk Buiten: Energiezuinig
Erasmus Den Haag: EPC 0,0
Valkenburg
zelfvoorzienend
Casa Sevilla Almere
Analyse voor Duurzaam Wonen
179
180
Tomatenlaan
Den Haag: starters- en doorstroom woningen
Green Den Haag
Fregatsingel Den Haag
Analyse voor Duurzaam Wonen
Green Living Cauipe Brasil
Innovatie woningbouw
Klein Plaspoelpolder
Duurzaamheid? â&#x20AC;˘ Vanzelfsprekendheid
Analyse voor Duurzaam Wonen
181
Visie KPP is vooral analyse
Gebiedsontwikkeling • Duurzaamheid (...gezond leven) is basis uitgangspunt. Standaard Epc 0,4 voor woningbouw, binnenkort EPC 0,0..etc. • Rijksoverheid dwingt energiezuinig bouwen af • Gezond is onderscheidend • Markt (consument) niet bereid meerprijs te betalen voor extra duurzaamheid boven wettelijke norm extra duurzaamheid gaat ten koste van grondprijs of ten koste van kwaliteit
KPP • Ontwikkel visie met sterke onderscheidende identiteit – Check aantrekkingskracht visie bij gewenste doelgroepen – Duurzaamheid is integraal onderdeel bij deze visie
182
Analyse voor Duurzaam Wonen
Gebiedsontwikkeling • Identiteit/ concept van de gebiedsontwikkeling is alles bepalend voor de kwaliteit en daarmee ook financiële waarde van KPP. • Potentie KPP erg groot, bewust kiezen voor extra duurzaamheid is daarbij 1 van de onderscheidende kwaliteiten. • Let wel: extra energiezuinigheid is politieke keuze met meerwaarde/ onderscheidende kwaliteit die zich op lange termijn pas manifesteert
Celebration - Florida
Celebration Florida
Voorbeeld
Visie KPP
Analyse voor Duurzaam Wonen
183
Visie KPP
KPP – visie op creëren van duurzame wijk met sterke gemeenschap
Visie KPP onderscheidend – bijvoorbeeld concurrent met Parc Allemansgeest Voorschoten
starters en groeiende groep éénpersoons huishoudens
• Versterken van totale kwaliteit Leidschendam/Voorburg: aanvulling met onderscheidende kwaliteit • Creëer een gastvrije buurt waar mensen autonoom ,vrij en zorgeloos kunnen wonen van jong tot oud (!) Voor veel starters is een koopwoning onbereikbaar geworden.
184
Analyse voor Duurzaam Wonen
Gezinnen
Doorstroom van babyboomers faciliteren
Serviced care voor stapsgewijs zorgbehoevend ouder worden
Revalidatiefunctie â&#x20AC;&#x201C; voor versnelde terugkeer na ziekenhuis
Analyse voor Duurzaam Wonen
185
Duurzaamheid • De mate van extra duurzaamheid is een politieke keuze met consequenties voor grondprijs dan wel voor de kwaliteit: extra duurzaamheid is een gift en betaalt zich terug op andere wijze! • Duurzaamheid is integraal onderdeel bij gebiedsontwikkeling • Technische invulling overlaten aan de markt, niet voorschrijven. Enkel functioneel eisen in vorm van EPC eis 0,0 of zelfvoorzienend, etcetera. • Visie DHC: niet meer duurzaam maar gezond leven!
Technisch... • Toekomst is all electric • Gebruik van duurzame energiebronnen = einde van fossiele brandstoffen!
Planning?
Marktconsultatie Duurzame Gebiedsontwikkeling Gemeente Leidschendam-Voorburg | Transformatie Klein Plaspoelpolder Kalliste Woningbouwontwikkeling | 29 mei 2015 KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
186
Analyse voor Duurzaam Wonen
Sander Jeroen
Bij het ontwikkelen van een locatie naar woningbouw gaat het om zekerheid. U wilt als opdrachtgever zeker weten dat uw locatie snel wordt verkocht. Dat vraagt om een kritische partner met een EigenWijze en een unieke aanpak.
Onze drive is gebiedsontwikkeling voor onze opdrachtgevers én de toekomstige bewoners haalbaar te maken. Oplossingen creëren die er toe doen. We doen dat met persoonlijk betrokken mensen vanuit deze unieke visie.
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Het Wijzer Wonen concept: Vraag gestuurd ontwikkelen vanuit de werkelijke woonwens, de essentie die resulteert in verkoopsucces en de realisatie van het project, al ruim 15 jaar succesvol voor alle betrokkenen. KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Aangenaam! een nadere kennismaking met Kalliste. KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Analyse voor Duurzaam Wonen
187
Dierbare Duurzaamheid: Een toekomstbestendig programma, beproefde gegarandeerde technieken en bewuste gebruikers.
Dierbare Duurzaamheid: Een toekomstbestendig programma, beproefde gegarandeerde technieken en bewuste gebruikers.
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Het huis als energiebedrijf
Het huis als belangrijkste werkplek
• Bewustwording bij consument / eindgebruiker / bezoeker
• Alternatieve energiebronnen i.p.v. fossiele brandstoffen -> energieonafhankelijk [ZEN]
Verdichting van de stad
• Zichtbare duurzaamheid, niet hinderlijk Het huis als energiebedrijf
• (Her)gebruik van aanwezige grondstoffen • Aanpasbaar programma, raamwerk van de gebouwde omgeving geschikt voor 3 generaties en verder
Een andere tijdsbesteding
• Functiemenging wonen, werken recreëren • Optimaal profiteren van de locatie eigen kwaliteiten en belemmeringen
Dierbare Duurzaamheid: Een toekomstbestendig programma, beproefde gegarandeerde technieken en bewuste gebruikers. KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
188
Analyse voor Duurzaam Wonen
Sneller en goedkoper (ver)bouwen, aanpasbaarheid
* Bron: uitgave De toekomst van uw woongenot | Woonfonds & Dexter | Paul Bänziger & Adjiedj Bakas
Revitalisering v/h platteland
Wonen bij en met elkaar
Dierbare Duurzaamheid: Geschikt voor het toekomstige woongenot KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Kalliste verliest nooit uit het oog waar het om gaat: Unieke woningen voor unieke individuen.
Kalliste verliest nooit uit het oog waar het om gaat: Tevreden projectpartners | Dienstbaar zijn aan projectdoelstellingen.
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Succes door: Gezamenlijke (project)doelstelling
Succes door: Gezamenlijke (project)doelstelling
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Analyse voor Duurzaam Wonen
189
190
Locatiebezoek mei 2015 | De locatie in haar context
Locatiebezoek mei 2015 | Leegstand
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Locatiebezoek mei 2015 | Nieuwe bewoners door transformatie
Locatiebezoek mei 2015 | Bewoners van het eerste uur
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Analyse voor Duurzaam Wonen
Locatiebezoek mei 2015 | Bewoners van het eerste uur
Locatiebezoek mei 2015 | Beperkte bedrijvigheid
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Locatiebezoek mei 2015 | Eigenzinnige “landmark / entree”
Dromen, ideeën, kansen -> “geloof in de toekomst van de locatie”
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Analyse voor Duurzaam Wonen
191
Dromen, ideeën, kansen -> “geloof in de toekomst van de locatie”
Dromen, ideeën, kansen -> “geloof in de toekomst van de locatie”
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Gemeente LeidschendamVoorburg
Damsigt Development*
Gebruiker / Eigenaar
Gemeente
Gebruiker
Bewoners / Eigenaren Bewoners / Eigenaren
Bewoners / Eigenaren
Gebruiker
project Achmea Pensioen en levensverzekering **
Damsigt Development* Gemeente LeidschendamVoorburg
Bewoners / Eigenaren
Gebruiker Eigenaar Provincie Zuid-Holland * BV van VolkerWessels en Green Development (Zeeman) | aangekocht 2014 voor 1,6Mio | 90a71ca en 56a15ca ** Achmea aangekocht 2013 voor 6,8 Mio | 99a65ca
Directe belanghebbenden deelgebieden 2 en 3 KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
192
Analyse voor Duurzaam Wonen
Succes door: Gezamenlijke (project)doelstelling “stip” KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Demografische ontwikkeling o.b.v. interne interpolatie* inwonerssamenstelling 2014
Stip aan de horizon | Het Project | De zelfvoorzienende wijk. 90 >
onderscheidend vermogen door identiteit, participatie, sfeer en kwaliteit.
70-80
PLACEMAKING DIVERS WOONPROGRAMMA
60-70
Toename senioren en gezinnen en eenpersoonshuishoudens = toename huishoudens
50-60
40-50
CONCENSUS BELANGHEBBENDEN
Landelijke prognose toename bevolking 2014-2024: ruim 3% verwachte stijging, in het stedelijk gebied substantieel hoger.
30-40
ENERGIEOPWEKKING LOCATIE EIGEN KWALITEIT
80-90
ECONOMISCHE HAALBAARHEID SOCIALE COHESIE
WERKPRO-GRAMMA
PRIMAIRE WENS GEBRUIKERS/BEWONERS
20-30
10-20
2024 < 10
2014 -
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
De Klant: Duurzaam door beantwoorden toekomstvraag
Het Project: De Zelfvoorzienende Wijk
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Almatuin Zuidas A’dam
ZEN | zeer energiezuinige nieuwbouw, platform tbv regelgeving 31-12-2020 ‘BENG’
Placemaking & mindset | Stadsboerderij
Nul-Op-de-Meter | Energieopwekking
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Analyse voor Duurzaam Wonen
193
Slim*
* Senior Living Module ** Dierbare Duurzaamheid
194
BEWUST*
Woonprogramma | Diversiteit
Werkprogramma | Eigentijds
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Sociale cohesie | onder elkaar
Verkenning voor De Zelfvoorzienende Wijk
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
Analyse voor Duurzaam Wonen
4. Transformatie van tankstation naar waterstofstation voor bewoners en gebruikers
2. Zonnenparkdak t.b.v. energievoorziening i.c.m. transformatie bestaand gebouw Damzigt
2. Faciliteren eigentijds werken i.c.m. huisvesting kleine (eenpersoons) huishoudens
6. Gezinswoningen (Bewust* WijzerWonen) volgens Nul-Op-deMeter concept
3. Windparkdak t.b.v. energievoorziening i.c.m. transformatie bestaand gebouw Achmea
1. Overbouwen bestaande parkeerfaciliteit (auto) met Stadsboerderij, gezonde lokale voeding
Slim*
BEWUST*
3. Slim* WijzerWonen Seniorenhuisvesting vanuit comfort en additionele zorg
5. Uitbreiding van stadsboerderij met actief ontmoetingsplein: sociale cohesie voor omwonenden en bewoners
Verkenning voor De Zelfvoorzienende Wijk
Kalliste | Duurzame gebiedsontwikkeling samen met onze partners
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING BV | WWW.KALLISTE.NL | 035-694.25.44
KALLISTE WONINGBOUWONTWIKKELING WONINGBOUWONTWIKKELING BV BV || WWW.KALLISTE.NL WWW.KALLISTE.NL || 035-694.25.44 035-694.25.44 KALLISTE
Analyse voor Duurzaam Wonen
195
Analyse DUURZAAM wonen IN LEIDSCHENDAM-VOORBURG