Jheronimus Bosch-route op PAN Amsterdam 2015 Laat u verrassen door een wandeling over PAN Amsterdam langs door de kunstenaar Jheronimus Bosch (14501516) ge誰nspireerde en gerelateerde objecten. Deze Bosch-route is tot stand gekomen naar aanleiding van de Jheronimus Bosch tentoonstelling in Het Noordbrabants Museum (vanaf februari 2016) en het daarbij behorende grootschalige onderzoek van het Bosch Research and Conservation Project (BRCP).
Jheronimus Bosch, tentoonstelling en onderzoek Jheronimus Bosch (ca. 1450-1516) stierf begin augustus in 1516 op ongeveer 65-jarige leeftijd in zijn geboortestad ’s-Hertogenbosch. Hij was getrouwd met Aleid van de Meervenne. Het huwelijk bleef kinderloos. Zijn vrouw overleefde hem ruim zes jaar en bleef wonen aan de deftige noordkant van de Bossche Markt. Uit niets blijkt dat Bosch daar een schildersatelier had. Waarschijnlijk kwamen zijn schilderijen tot stand in de familiewerkplaats bij zijn ouderlijk huis, vlakbij, aan de oostkant van de markt. Ook zijn vader, ooms en neven werkten daar als schilder; van hen is echter geen enkel werkstuk bekend. Jheronimus, die Jeroen of Joen werd genoemd, was het genie van de familie. De tentoonstelling Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie in Het Noordbrabants Museum te ‘s-Hertogenbosch (13 februari t/m 8 mei 2016) vormt een ongeëvenaard eerbetoon aan de belangrijkste Nederlandse middeleeuwse kunstenaar. Met twintig eigenhandige schilderijen en negentien tekeningen van Bosch zelf is het de grootste overzichtstentoonstelling van Jheronimus Bosch tot nu toe. Eenmalig keert het leeuwendeel van zijn oeuvre terug naar ’s-Hertogenbosch, de stad waar hij als Jheronimus van Aken werd geboren, waar hij zijn meesterwerken schilderde en waaraan hij zijn artiestennaam Bosch ontleende. De tentoonstelling is het hoogtepunt van het Nationaal Evenementenjaar Jheronimus Bosch 500 dat in 2016 wordt gevierd, naar aanleiding van het 500e sterfjaar van de kunstenaar. In de aanloop naar de tentoonstelling in ‘s-Hertogenbosch deed het Bosch Research and Conservation Project (BRCP) jarenlang onderzoek naar het werk van Bosch, waarbij diens schilderijen en tekeningen tot in de kleinste details werden bekeken, gedocumenteerd en geanalyseerd. Op boschproject.org is een preview te zien van een deel van deze documentatie en de manier waarop deze voor een groot publiek wordt ontsloten.
Stand 123 – Dr Lennart Booij, Rare items and fine Art Picasso, Een kannetje van witbakken klei in de vorm van een uiltje, 1949 In 1949 vond Pablo Picasso een kleine bosuil die uit het nest gevallen was. Picasso nam het uiltje mee naar huis en zorgde voor het dier. Vermoedelijk geïnspireerd door dit voorval werd de uil een terugkerend motief in het werk van de Spaanse kunstenaar; hij maakte litho’s en keramiek met de uil als thema. De interesse in uilen deelde Picasso met de laatmiddeleeuwse kunstenaar Jheronimus Bosch, in wiens oeuvre tussen de twintig en dertig uilen te tellen zijn, verdeeld over schilderijen en tekeningen. Bij Bosch had de uil hoofdzakelijk een omineuze, onheilspellende betekenis, maar dit lijkt bij Picasso niet direct het geval te zijn. Toch is het bijzonder dat beide kunstenaars, terwijl Picasso zo’n vijfhonderd jaar na Bosch leefde, gefascineerd raakten door uilen en deze een belangrijke rol lieten spelen in hun werk. Is het omdat zowel kunstenaars als uilen indringend kijken?
Jheronimus Bosch, Het veld heeft ogen en het bos heeft oren (detail), ca. 1500, pen en inkt op papier, 20,5 x 13,0 cm, Berlijn, Kupferstichkabinett
Stand 121 – Eduard Planting Gallery Marcin Owczarek, Paradise Lost, 2015, 100 x 150 cm Het is een bonte verzameling van kleuren en wezens, dit werk van de Poolse fotograaf Marcin Owczarek. Net als de schilder Jheronimus Bosch, die zo’n vijfhonderd jaar eerder leefde, speelt hij met realiteit en fantasie. Hij smeedt verschillende, ogenschijnlijk niet bij elkaar passende dieren, mensen en objecten aan elkaar, zodat ze verworden tot monsterachtige creaturen die als zodanig verwant zijn aan de gedrochten die Bosch schiep. Het schip, wellicht een moderne persiflage op de Ark van Noach, drijft troosteloos rond: tegen een duistere, industriële achtergrond zoeken de wezens naar een veilige haven om aan te meren. De vis in de lucht en de schedel in het water geven het geheel een vervreemdende, grimmige uitstraling die niet onderdoet voor de met monsters gevulde hellelandschappen van Jheronimus Bosch.
Werkplaats Jheronimus Bosch, Na de zondvloed (detail), ca. 1510-1520, olieverf op paneel, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen.
Stand 24 – Herwig Simons Griffioen, 19e eeuw, terracotta, hoogte 95 cm, Toulouse De Vogel Grijp heeft het lichaam van een leeuw en de kop en vleugels van een adelaar. Daarmee verenigt de griffioen het vogelrijk en het beestenrijk in zich. Het is een van de populairste fabeldieren uit de geschiedenis van de kunst en is talloze malen in allerlei kunstvormen verbeeld. In de Oudheid en de Middeleeuwen was men ervan ovetuigd dat de griffioen ook werkelijk bestond. Jheronimus Bosch schilderde tussen de honderden dieren midden op de Tuin der Lusten (Museo del Prado) een parmantige griffioen met een naakte berijder op zijn rug. In het midden van een van zijn meesterlijke tekeningen, de vogels prepareren zich op een gevecht met de zoogdieren, tekent Bosch opnieuw een griffioen. Hier zit hij als wijze raadgever naast de twee aanvoerders van het vogelleger. Steeds is de griffoen een symbool van kracht en macht, ook in de negentiende eeuw straalt hij dat nog volop uit.
Jheronimus Bosch, Vogels en zoogdieren in voorbereiding op een veldslag (detail), ca. 1500, pen en inkt op papier, 19,5 x 28,4 cm, Berlijn, Kupferstichkabinett.
Stand 40 – Galerie Lowet de Wotrenge Frans Francken II, De vioolspelende dood en de rijke vrek, olieverf op paneel, 25 x 19 cm Frans Francken II verbeeldt hier een thema dat een eeuw eerder ook op meesterlijke wijze door Jheronimus Bosch werd weergegeven. Franckens rijkaard onderhandelt met de dood om wat extra tijd op aarde. De vioolspelende dood nodigt hem uit voor een laatste dans, maar de oude man wijst op zijn voet: hij is niet in staat om te dansen. Ook bij Bosch vindt in het uur van de dood een onderhandeling plaats, om de ziel van de vrek. Terwijl de dood binnenkomt en zijn pijl op de rijkaard richt, biedt een duivel hem een goedgevulde zak met geld aan. Ondertussen wijst een engel op de cruciďŹ x die in het venster linksboven verschijnt. De sterveling moet een keuze maken tussen het aardse goed en de verlossing door Christus. Een vraag die Bosch de beschouwer vaker laat overdenken: jaagt hij vergankelijke rijkdom na of kiest hij voor een sober en dienstbaar leven met uitzicht op een eeuwige beloning?
Jheronimus Bosch, De dood en de vrek, ca. 1500-1510, olieverf op paneel, 94,3 x 32,4 cm, Washington DC, The National Gallery of Art.
Stand 40 – Galerie Lowet de Wotrenge Artus Quellinus (1609 - Antwerpen - 1668), Maria met Kind De gevierde beeldhouwer Artus Quellinus verhuisde in 1648 vanuit Antwerpen naar Amsterdam om te werken aan het nieuwe stadhuis op de Dam. Vervolgens keerde hij terug naar Antwerpen. Quellinus was internationaal befaamd. Hij was in Rome geweest en werd in Antwerpen uiteraard beïnvloed door Peter Paul Rubens. Maar hij keek verder om zich heen voor inspiratie. Quellinus’ sculptuur is steeds heel doordacht en beladen met symboliek. Deze Maria met Kind heeft ook meer betekenis. Maria ondersteunt haar jonge kind dat voorzichtig eerste stapjes zet en tegelijkertijd vertrappen Moeder en Kind een slang als symbool van het kwaad. Quellinus keek ongetwijfeld naar Michelangelo’s Madonna in Brugge, waar Maria ook haar zoontje ondersteunt. De traditie reikt verder: ook Jheronimus Bosch schilderde op een triptiek-luik het Christuskind dat leert lopen. Precies aan de andere kant van dat paneel staat de Kruisdraging van Christus. Vanaf zijn eerste stapjes, is Christus op weg naar zijn zelfopoffering!
Jheronimus Bosch, Christuskind met looprekje en windmolentje, ca. 1490-1510, olieverf op eiken, 59,7 x 32 cm, Wenen, Kunsthistorisches Museum, Gemäldegalerie
Stand 25 – Kunstzalen A. Vecht Jan Brueghel de Oude (1568-1625), Zestien miniaturen met scenes uit het leven van Christus en Maria, gouache De zestien vrij vlot op perkament getekende en ingekleurde taferelen uit het leven van Maria en Christus worden toegeschreven aan Jan Brueghel de Oude. De scènes laten traditionele voorstellingen zien, die door de tijdgenoten van de schilder onmiddellijk konden worden herkend. Het gaat over de Maagd Maria die ook een hoofdrol speelt in de voorstellingen uit de jeugd van Christus, haar zoon. In de passiescènes zien we haar niet, daar ligt het accent helemaal op Christus. De kruisiging van Christus ontbreekt: op die voorstelling zou Maria zeker ook zijn weergegeven, treurend onder het kruis. De reeks eindigt met de hemelvaart van Christus en de tenhemelopneming van Maria. De vader van Jan Brueghel was de beroemde Pieter Brueghel de Oude, die door Karel van Mander in 1602 al de ‘nieuwe Bosch’ wordt genoemd. Ook Bosch schilderde scenes uit het leven van Maria en Christus, echter nooit zo’n hele reeks.
Jheronimus Bosch, Maria, Johannes, een schenker en de apostel Petrus onder de gekruisigde Christus, ca. 1495-1505, oliverf op eiken, 74,8 x 61,0 cm, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel
Stand 28 – Bruil & Brandsma Works of Art Kruisdraging, circa 1500, notenhout, resten van originele polychromie, 38,3 x 43,5 x 14,8 cm, Brussel (Zuidelijke Nederlanden) Omstreeks 1500 vervaardigde een anonieme, Brusselse beeldensnijder deze notenhouten weergave van de kruisdraging. Tussen 1490 en 1510 schilderde Jheronimus Bosch tweemaal een soortgelijke voorstelling: eenmaal als linkerluik van een drieluik en eenmaal als afzonderlijk devotiestuk, dat zich tegenwoordig in El Escorial bevindt. Ook op die beide voorstellingen draagt Christus met gekromde rug het kruis, dat, zoals beschreven in het Nieuwe Testament, even later op de berg Golgotha zou worden opgericht. Eén van de figuren van de beeldengroep heeft een touw in handen dat om Christus’ middel is bevestigd, een motief dat op de schilderijen van Bosch herhaald wordt. Ondanks het bloed dat over zijn gezicht stroomt, straalt de houten Christus hoofdzakelijk waardigheid uit, meer nog dan op de werken van Bosch het geval is. Links van hem staat Veronica met in haar handen een doek om zijn zweet op te vangen, haar blik ten hemel geslagen.
Jheronimus Bosch, De kruisdraging van Christus, ca. 1495-1500, olieverf op eiken, 142,8 x 104,3 cm, Patrimonio Nacional, El Escorial
Stand 38 – Janknegt Gallery Mynke Buskens, De steden en de hemel, 2015(?), potlood, grafietpoeder en gum op papier, 113 x 175 cm Een donkere ruimte, in de verte fel tegenlicht. Blijkbaar bevindt de beschouwer zich in een overwelfde waterloop en de spiegeling creëert het tunneleffect. Deze grote potloodtekening biedt een even hallucinant vergezicht als het iconisch geworden paneel van Jheronimus Bosch in Venetië: de tenhemelopneming van de gelukzaligen. De door Bosch geschilderde koker die naar het hemelse licht leidt, is herhaaldelijk herkend door mensen met een bijna-dood-ervaring: een kijkje in het hiernamaals. Anderen associëren het beeld met het uitzicht in duistere ondergrondse grachten zoals er nog altijd in ’s-Hertogenbosch zijn. Bosch plaatste in het verblindende licht bijna onzichtbare wit-in-wit geschilderde silhouetten van engelen die de zielen in de hemel binnen leiden. De vraag is wat het vergezicht van Mynke Buskens biedt: hoopvol licht of verstilde leegte.
Jheronimus Bosch, Tenhemelopneming van de gelukzaligen, ca. 1505-1515, olieverf op eiken, 88,8 x 39,9 cm, Venetië, Palazzo Grimani.
Stand 38 – Janknegt Gallery Roos Holleman, Kleine Paradijsvogel, 2015, pastel op papier, 70 x 53 cm Net als Roos Holleman was de laatmiddeleeuwse schilder Jheronimus Bosch een liefhebber van de natuur en van vogels in het bijzonder. Bosch was in staat om, soms met een minimaal aantal trefzekere penseelstreken, uilen, roodborstjes en eenden af te beelden. Op Bosch’ meesterwerk, de Tuin der Lusten, spelen vogels een belangrijke rol en op enkele van zijn tekeningen is er zelfs een hoofdrol voor ze weggelegd. Uit het werk van Holleman spreekt eenzelfde voorkeur voor vogels; net als Jheronimus Bosch heeft ze zich verdiept in de anatomie van de dieren. De manier waarop ze haar Kleine Paradijsvogel aan de beschouwer presenteert, doet denken aan de afbeeldingen uit middeleeuwse ‘bestiaria’ – encyclopedische werken over fabelwezens en bestaande dieren. Verwijzend naar de (vermeende) werkelijkheid, maar vooral intrigerend door kleur, gesuggereerde materie, en vorm.
Jheronimus Bosch, De tuin der lusten (middenpaneel, detail), ca. 1495-1505, olieverf op eiken, 190 x 328 cm, Madrid, Museo del Prado.
Stand 90 – John Endlich Antiquairs, Haarlem Hieronymus Olfers, Presenteerblad, circa 1766-1767, zilver, Jaarletter ‘7/S’ voor 1766-1767, Meesterteken ‘HO’ voor Hieronymus Olfers, Groningen Ogenschijnlijk heeft dit achttiende-eeuwse presenteerblad weinig met het werk van Jheronimus Bosch te maken. Toch is er een interessant aanknopingspunt, namelijk de opvallende voornaam van de zilversmid Hieronymus Olfers. Deze zilversmid werkte in Groningen vanaf 1752. Hij was olderman toen het gilde in 1798 werd opgeheven, maar hij bleef nog in functie als bestuurslid en verantwoordelijk voor het keuren van het zilver en het slaan van de jaarletters tot in 1805. Hieronymus Olfers stempelde zijn eigen werk met zijn initialen HO. Vanaf de late vijftiende eeuw was het verplicht dat alle edelmetaal werd gestempeld met een meesterteken, zodat voor altijd traceerbaar was wie zowel voor de kwaliteit van het gebruikte materiaal als voor het geleverde werk verantwoordelijk was. Precies in diezelfde periode signeerde Bosch als zeer zelfbewust kunstschilder zijn werk voluit met zijn voornaam ‘Jheronimus’ en het door hemzelf gekozen toponiem ‘Bosch’ als achternaam.
Jheronimus Bosch, De Hooiwagen (middenpaneel, detail), ca. 1510-1516, olieverf op eiken, 133 x 195 cm, Madrid, Museo del Prado.