MIJN ERVARINGEN BIJ HET IRENE. Lid worden. (1960) • Kan me herinneren dat Kees Kaan, die bij ons in de van Bovenstraat woonde, kwam vragen of ik lid van het tamboer- en pijperkorps wilde worden. Heb hem gezegd dat ik dat wel wilde, maar alleen als tambourmaître. Geen probleem zei hij toen en of ik me de vrijdag daarop wilde melden in de Schakel aan de Kerkhoflaan waar gerepeteerd werd. • Ik daar naar toe en bij de ingang stond een kleine man, bleek Piet(je) Ringelberg te zijn, destijds de secretaris. Vertelde hem dat Kees Kaan me had uitgenodigd om tambour-maître te worden. Dat gaat niet lukken zei Piet toen, wordt eerst
maar eens hoornblazer. En zo begon het. • Piet Ringelberg werkte op de Belastingen en deze vrijgezel woonde nog bij zijn moeder in de Steenkamplaan. Een heel aardige man, die op een keer het hele korps had uitgenodigd om naar de ijsrevue in Antwerpen te gaan. Dit inclusief bus. Wie zou dat tegenwoordig nog doen? Weet niet waarom, maar heeft op een gegeven moment het Irene verlaten en is secretaris van de Harmonie geworden. • Op welke avond we oefenden herinner ik me niet meer, maar het repeteren van de hoornblazers was niet op een vrijdag. Dan werd er gemarcheerd en showtjes gelopen onder leiding van Kees Kaan. Kan mezelf niet eens de instructeur van de
hoornblazers herinneren. (Poppe ?) Kon geen noot lezen, nu trouwens nog niet, maar na verloop van tijd was ik toch weg met die 5 noten op die Shoorn. Begonnen met “Jan de soldaat” die paste bij de eerste van de Hollandse vier. Daarna de 2e, 3e,4e en de Meet! Kregen wel op een groot vel de noten voor onze neus, daar kon ik dus weinig mee, maar liet me de muziek horen en ik speelde het na. • De hoorn kregen we mee in een rode stoffen zak, die onder de snelbinders op de fiets mee ging. Niet goed voor de hoorn natuurlijk, want in de kelk zaten al snel deuken. Veel later werd dit opgelost, toen kregen we een klein kistje waarin de hoorn kon worden opgeborgen.
• Maar toen; de eerste keer meelopen. Moest eerst naar een kleermaker in de Nieuwe Diepstraat, even voorbij de bakker en de garage van Kees Piele, om een witte broek te laten aanmeten. Stevige witte stof en een gulp met knopen. Volgens mij moesten we die broek zelf betalen, de rest kregen we van de band. • Naast de hoornblazers hadden we ook pijpers (dwarsfluitjes) waarvan de beste speler Arie Faas was. Hij had ook een grotere fluit vergeleken bij de andere. Deze dwarsfluit heb ik lange tijd in mijn bezit gehad, maar voor de tweede reünie beschikbaar gesteld, samen met mijn grijze broek en rood/gele cape, voor de
tentoonstelling. Weet niet waar die gebleven zijn, heb ze in elk geval niet terug gekregen. De instructeur voor de pijpers was in elk geval die meneer Poppe die ik al eerder noemde. • Veel optredens waren er niet; kan me de intocht van Sinterklaas herinneren aan de veerhaven en af en toe eens door een bepaalde wijk lopen, voorafgaand aan de verkoop van loten aan de deur ten behoeve van het instrumentenfonds. En de aubade en lampionnenoptocht tijdens Koninginnedag. Dat zou later wel veranderen. Ontwikkeling uniformen. • Om uniformen te kunnen kopen is er geld nodig. Kan me niet eens herinneren dat we contributie betaalden, laat staan hoe veel.
• Dat moest haast wel, want er was een penningmeester, meneer Dieleman, die ook op de Belastingen werkte en vader was van een lid. Elk jaar werden er lootjes verkocht, met toestemming van de Gemeente Terneuzen natuurlijk. Trekking was dan bij café Maandag (de Vriendschap) en werd steevast gedaan door dezelfde politieagent. • Na de trekking kwamen er een paar borreltjes aan te pas en ook kwamen de verhalen los van hetgeen deze politieagent had meegemaakt. ……In de Roeiersgang was vlak bij de trapjes een dubbele zwarte deur, waarlangs je in de keuken van Grand Hotel Rotterdam kon komen. Daar was de agent “iets” gaan controleren en zag een mevrouw “iets” doen met een man.
• Ik kende die vrouw en iedere keer als ik haar zag lopen in Terneuzen moest ik daar aan denken……. Ook werd altijd een aanvraag ingediend bij het Prins Bernhardfonds in Middelburg, hetgeen altijd een paar honderd gulden opleverde. • Een paar jaar lang hebben we in de wijken oud papier opgehaald. Bestuurslid Kooyman had een VW busje en die vervoerde het oud papier naar ons gehuurde huisje in de Javastraat. Beneden opslag papier, boven oefenen, iets wat tegenwoordig niet meer zou paar jaar was er een speciale actie, zoals de verkoop van kerst- en nieuwjaarskaarten en glazen voor 1 gulden. Die glazen stonden opgeslagen in de woning van Piet Ringelberg en zijn moeder. Iedere keer mochten we een doos van 6 glazen
ophalen en de opbrengst van de verkochte glazen inleveren.
Dus nog met witte broek, wit overhemd, rood/gele cape en groene baret.
â–Ş Witte broek werd grijs met rode bies en de baret werd vervangen door een kleine kolbak. Ook kwamen er lederen slobkousen.
â–ª Door deze slobkousen (gemaakt door zeilmakerij Noens uit Axel)
te noemen herinner ik me plots dat ik ĂŠĂŠn keer erg kwaad ben geweest op Kees Kaan. Hij kwam namelijk eens in de maand november bij mijn moeder langs met het verzoek ons zwarte schoenen te geven als Sinterklaas cadeau. Ik had liever iets anders gehad natuurlijk. Snapte Kees later wel, want uniform betekent: iedereen hetzelfde.
Kees Kaan. ▪ Toch zijn we vrienden geworden. Kan me herinneren toen hij nog tambour-maître was en ik zo’n jaar of 17, hij me uitnodigde bij hem thuis (woonde bij zijn vader) om iets te komen drinken. Hij had een fles creme de menthe gekregen. Smaakte wel goed, maar wist ik veel dat er zo veel alcohol in zat en dat je dat eigenlijk moest verdunnen.. De volgende morgen merkte ik het wel. ▪ Jaren hebben we gedaan met de grijze broek en rood/gele capes, maar uiteindelijk moest er toch iets anders komen. Ik was ondertussen Kees al opgevolgd en was ook secretaris geworden. Heb toen de blauw/rode uniformen
ontworpen en laten maken bij een bedrijf in Oudenbosch. Was een hoop geld, maar ze waren wel mooi, heel mooi om het zelf te zeggen. En we kregen er een ezelsvel bij voor de man op de overslag. Deze blauwe uniformen werden pas in 1971 aangeschaft.
Ontstaan van het Irene.
â–Ş Als je al wat langer lid bent en ook bestuurslid, ga je jezelf interesseren in het ontstaan van het tamboer- en pijperkorps.
Gymnastiek vereniging EMM in de Nieuwstraat.
â–Ş Terneuzen had een gymnastiekvereniging EMM, zal wel Eendracht Maakt Macht betekenen. Deze vereniging trad regelmatig op. Vanuit hun oefenruimte gingen ze in optocht naar de markt met voorop wat trommelaars en signaalhoorns. Deze groep scheidde zich, onder aanvoering van Kees van Langevelde, af en begonnen voor zichzelf. Op 1 januari 1950 werd het allemaal wat officiĂŤler, nadat een hereboer P.K.Dees ( P.K.Kluts) wat geld beschikbaar stelde. Dit ging niet zonder slag of stoot, want er ontstonden wat problemen. Zo groot dat de heer Dees het vaandel dat hij had geschonken in de kachel stak. De ruzie werd bijgelegd en er werd
een nieuw vaandel besteld. Het vaandel dat lange tijd door het Irene werd meegedragen was dus eigenlijk het tweede.
Hoornblazer, vaandeldrager en trommelaar in 1950 met het tweede vaandel.
Een van de eerste optredens van het Irene kort na de oprichting in 1950. â–Ş Jeugddrumband. â–Ş Zo rond 1965 werd de jeugddrumband opgericht. Dit gebeurde buiten mijn zicht want ik was toen nog hoornblazer. Weet wel hoe ze gepresenteerd werden op de Markt. Alle jeugdleden vertrokken vanaf de Industrieweg in een enorme trommel die op een dieplader stond van Verbrugge. Het was een lange rit en begreep dat ze uit verveling zijn gaan trommelen. Aangekomen op de Markt werden alle muzikanten uit de trommel gehaald. Dat bleef maar duren, want het waren er bijna 40. Voor verdere verhalen over de
jeugddrumband verwijs ik naar het verhaal van Adrie Wielemaker op deze site.
▪ Dit zijn ze dus, trommelaars en dwarsfluitspelers en speelsters. Ik tel er ongeveer 40. ▪ In eerste instantie traden we gezamenlijk op, maar toen het ledental van de grote band terugliep werden de jongeren ingelijfd. Was toen de grootste groep die we ooit hebben gehad en vertrokken voor optredens met 2 bussen. ▪
â–ª
â–Ş Oprichting marionetten peloton 1969. â–Ş Ik was ondertussen tambourmaĂŽtre en secretaris en via mijn contacten bleek al snel dat drumbands zonder majorettes niet meer op het verlanglijstje stonden van organisatoren van optochten zoals carnaval.
Gold Stars uit Bergen op Zoom.
â–Ş Hebben wel eens opgetreden met ingeleende groepen, maar dat was toch niet de oplossing, dus moesten we zelf aan de slag. We praten over 1969 en vonden in Sluiskil Annelies de Brouwer, een meisje van 16 dat bereid was om mee te helpen een peloton op te leiden. Snel werden veel meisjes, die graag wilden deelnemen aan de opleiding, gevonden. Omdat we zo groot waren geworden, hebben we de Schakel vaarwel moeten zeggen en hebben het patronaat gehuurd om te oefenen. Dit tegen een jaarlijkse huur van 700 gulden.
Op de achtergrond het patronaat gezien vanuit de Korte Kerkstraat.
Enkele jongens van de drumband kwamen maar al te graag trommelen om de meisjes, tijdens het instuderen van hun pasjes, te begeleiden.
Het eerste optreden op de markt was een enorm succes. 5 mei 1970. Duidelijk te zien dat de drumband nog met de rood/gele capes liep.
Eerste optreden in Brasschaat (B) Links de bodyguard Freddy van der Hooft.
Ontwikkeling muziek. ▪ Met de komst van Piet Wielemaker als instructeur voor de trommelaars en hoornblazers ging ons niveau sterk omhoog. Piet had als extra altijd een eigen geschreven solopartij voor de hoornblazers. Regelmatig mocht ik dat doen. Piet was ook instructeur van de nieuwe showband in Axel en daar speelden ze dus dezelfde stukken. Werd dan ook meerdere keren gevraagd om met showband Axel op te treden. Dolf Schoot was de tambour-maître ▪ Maar toen Piet Wielemaker vertrok richting Amsterdam kwamen we in een put te zitten. Enkel doorgaan met de oude muziekstukken, met majorettes
en nieuwe uniformen redt je het ook niet. Na een lange tijd kwam er dan toch een nieuwe instructeur. Guust d’Hooghe uit Hulst. Een niet makkelijke man in de omgang en die alle grote vellen met muziek wegdeed en iedereen echte noten gaf. Maar het moet ook gezegd worden dat de kwaliteit van de hoornblazers enorm vooruit ging. ▪ Vele, vele optredens. ▪ Mede hierdoor en mijn contacten als secretaris met Marcus uit Bergen op Zoom, konden we bijna elk weekend weg. Vlaanderen, Wallonië, Noord Frankrijk en zelfs tot in Chalon sur Saône.
â–Ş Met een dure instructeur, betere muziek, dus ook andere instrumenten liepen de kosten een beetje hoog op. Voor trommels werd op een gegeven
moment 3.000 gulden geĂŻnvesteerd. Moest uit de opbrengst van optredens komen. Zo ook een lening, door het bestuur aangegaan van bijna 15.000 gulden voor de uniformen van de majorettes en de drumband. â–Ş Misschien dat ik destijds iets te veel optredens heb aangenomen. Vond het zelf enorm leuk om te doen, maar de leden begonnen een beetje te morren en kwamen minder op, want ze wilden ook wel eens een heel weekend thuis zitten met hun vriendjes en/of vriendinnetjes. â–Ş Om de hand nogmaals in eigen boezem te steken ben ik misschien ook wat te streng geweest. Kwam net uit het leger
en wilde een strakke discipline. Wilde ook niet hebben dat men tijdens het optreden een zonnebril droeg; want dan trek je de klep van je kolbak maar wat meer naar beneden! ▪ Een reden om wat stappen terug te doen. Er volgt nog een interview met mij in de PZC op de site. ▪ Ontstane relaties binnen IRENE. ▪ Met zo veel jongens en meisjes bij elkaar ontstaan er natuurlijk prille liefdes, maar soms gaan die ook verder. Zelfs huwelijken kwamen er uit voort. Ik noem degene die ik me nog kan herinneren. Wim Kunst en Ina de Jonge Jan Michielsen en Jannie Dees Rinie Grootjans en Corrie Riemens Peter
de Vos en Rita Pieters Bob Elve en Soronja Krombeen Jean Pierre Adamse en Elly de Fouw en natuurlijk Gerrie Agterhuis en Annelies de Brouwer.
Was een koopje! Wedden dat ik er nog vergeten ben? Trouw 1972.
Buiten stonden majorettes.
▪ Receptie 1975 ▪ Vanwege het 25 jarig bestaan werd een receptie georganiseerd. Ik verwachtte niet veel mensen en mijn medebestuursleden gingen een weddenschap met me aan. Ik wist niet dat de hele Harmonie zou komen en dat wisten zij wel. Heb de weddenschap dus verloren. Piet Wielemaker, de oud instructeur, kwam ook en toen hij onze laatste marsen hoorde spelen was hij erg enthousiast en bood aan een aparte solo te schrijven. Guust d’Hooghe diende hem direct van repliek en ik vond dat niet leuk. Maar ja…………..
▪ Eerste reünie 1984 ▪ Deze viel samen met de festiviteiten van Terneuzen 400 jaar stad. Ik ga hier niet veel over schrijven, omdat Adrie Wielmaker hier al iets over heeft geplaatst en verwijs U dan ook hier naar. Meer dan 400 deelnemers aan de reünie en een geweldig optreden op de markt door de spelende oud leden.
â–ª
▪ Moest heel wat geoefend worden voor dat we echt naar buiten konden, maar Adrie Wielemaker was een goede instructeur. ▪ Tweede reünie 2000 (?) ▪ Veel minder oud leden namen deel en moesten tussen de band lopen om nog een redelijk aantal te krijgen voor het optreden. Toch waren kosten nog moeite gespaard en in een zaal van het restaurant aan de “Notense” kreek was een tentoonstelling met allerlei attributen die in de voorbije periode gebruikt waren. Ik had dus , zoals eerder geschreven mijn oude uniform beschikbaar gesteld, de grote dwarsfluit van Arie Faas en enkele contracten uit de tijd dat ik secretaris was. Het feest in de
avond voor de leden was enorm gezellig en hierbij nogmaals dank aan de gebroeders de Vos, Peter en Theo voor de organisatie. â–Ş Einde voor mij/ons in 1973, na 13 jaar. â–Ş Toen ik in 1972 met de miss majorette Annelies de Brouwer in het huwelijk trad, gingen we op Hoek wonen. We hadden toen nog geen auto en onze werkzaamheden lieten het niet toe om dan ook nog elke vrijdag naar de repetities te gaan. Hebben het wel een tijdje geprobeerd en kan me zelfs herinneren dat we met de bus naar Terneuzen reden. We hebben dus met pijn in het hart afscheid moeten nemen. Geloof me, ik heb daar nachten van
wakker gelegen. Maar er waren goede opvolgers. ▪ Enkele weetjes: ▪ De van Bovenstraat was een grote leverancier van leden: Kees Dees, Kees Kaan, Paul de Vilder, Tanny de Bockx , Fons, Ronnie en Gerrie Agterhuis, Diana en Woudien de Graaf. ▪ Leden uit 1 gezin: 3 dochters van Jan de Fouw onze penningmeester: Addy, Elly en Mini. ▪ 3 broers Peter, Theo en Paul de Vos. Nog 3 broers: Fons, Ronnie en Gerrie Agterhuis ▪ In een kolbak pasten 3 bierglazen. ▪ Bij optredens met de volledige band met bijna 100 leden werden de instructies van Gerrie door
leden doorgegeven aan de achterste leden, omdat de afstand zo groot was.
▪ Dank aan allen die mij geholpen hebben met aanvullende informatie en toestemming voor tekst en foto’s. Graag reacties, aanvullingen en/of foto’s. ▪ Koewacht, december 2020
Gerrie Agterhuis.