De bevrijding van Terneuzen, beleefd vanaf de Stationsweg.
Dagboek van een bewoner van de Stationsweg in de periode september/ oktober 1944.
2
Maandag 4 september
Reeds ‘s zondags gingen er geruchten over grote vorderingen der geallieerden in België en was dit hier goed merkbaar, zowel bij het publiek, de moffen en de NSB-ers. Van de laatsten waren reeds grote aantallen van de omliggende dorpen naar Terneuzen gekomen om ‘s maandags per eerste gelegenheid per boot over te gaan. Deze hebben de nacht bij partijgenoten doorgebracht. Met de eerste boot gingen er echter al zoveel moffen over, dat er bekend gemaakt werd dat er voor burgers geen gelegenheid was. Tenslotte werden de NSB-ers toch ook nog toegelaten. De boot vertrok met veel vertraging en kwam eerst tegen elf uur terug. In plaats van twaalf uur zou de boot pas om half drie weer vertrekken. Verscheidene militaire- en gestolen auto’s met NSB-ers stonden gereed. Ook de NSB-burgemeesters lieten de boel al in de steek; ik zag bijvoorbeeld Van der Peijl (Kloosterzande), IJsebaert (Koewacht), verder de beruchte en gehate Benny Tollenaar en de Gestapotiran Hofman en nog vele anderen. Over de wegen blijft een stroom van militaire auto’s loskomen, die niet per boot weg kunnen en dan maar zullen trachten via Antwerpen nog door de tunnel te ontsnappen. Door het kanaal komen allerlei boten vol met soldaten hier aan en steken de Schelde over. De vlucht is begonnen.
Dinsdag 5 september
‘s Morgens vroeg in de verte veel lawaai op straat; er werd geroepen: “Terneuzen is vrij”. De stad en de Axelsestraat staan vol auto’s van allerlei soort, ook wagens, boe-renkarren, enz., enz. Het volk begint de gebouwen waarin militaire goederen zijn op-geslagen te plunderen., een afschuwelijk gezicht. Soldaten geven hun levensmidde-len, dekens, uitrustingsstukken en zelfs wapens aan de burgers. De straten zijn versperd door allerlei voertuigen, sommige liggen op hun zij, andere op hun kop. Het is een onbeschrijfelijke bende; overal liggen bergen munitie, papie-ren, boekjes, scheepsbeschuit, flessen, bussen, kledingstukken, helmen, gasmaskers, enz., enz. Paarden lopen bij tientallen door de hele stad los rond. Zelfs kleine jongens zie je met een paard naar huis gaan. Vrachtauto’s die verder de hele dag aankomen lossen hun inhoud, bestaande uit munitie en wapens in het kanaal; ook fietsen , balen tabak, koffie, suiker, stukken spek, sluitstukken van kanonnen , 2 cm afweergeschut, massa’s geweren, handgranaten, enz.. Daar de boot de boot klein is en er duizenden soldaten mee moeten, terwijl de weg naar Antwerpen niet meer vrij is, moeten ze vrijwel alles achterlaten. Onder de motorkap van de auto’s gaat een handgranaat en de banden wor-den stukgesneden. Anderen steken de auto’s midden op straat in brand, o.a. op het parkeerterrein, in de Nieuwstraat, Arsenaalstraat, Schoolweg. Daar in de meeste wagens volop munitie zit, zijn de ontploffingen niet van de lucht. Het is prachtig weer en er is geen wind. Hier en daar springen wel ruiten, maar gebouwen raken niet in brand. De berichten zijn zeer verwarrend; de moffen beweren dat de Britten met massa’s tanks en vliegtuigen hen op de hielen zitten en dat er geen vechten aan is. Wij denken aan het moffenliedje: Keine Angst – en dat de Britten toch zeker morgen hier zullen zijn. Deze mening was ook een gedeelte van het waterstaatspersoneel toegedaan en wilde trachten de brug over de Westsluis te redden. Men zou de lading springstof onder de brug weghalen of de draden onklaar maken. Naar mij verteld is, heeft ir Hoolsema de wacht op de brug aan de praat gehouden en afgeleid, terwijl ir Groenewegen, die ± 1½ jaar thuis ondergedoken geweest was en hedenochtend voor het eerst weer buiten geko-men was, met De Bert, Nieuwenhuizen, Verbruggen, Goedhart en Den Doelder in de kelders van de brug gingen om het plan uit te voeren. Een Duits onderofficier, die toevallig langskwam, kreeg argwan en sloeg alarm. De mensen uit de kelders vluchtten in verschillende richtingen, terwijl ze door de schild-wacht en andere soldaten onder vuur genomen werden. Of er reeds dadelijk doodge-schoten zijn is niet bekend, wel is er door de moffen dadelijk een klopjacht gehouden in de loopgraven en bunkers in de buurt van de nieuwe sluis, met als gevolg dat Goed-hart en Den Doelder
3
ontkomen zijn en de anderen, met uitzondering van ir Hoolsema waren neergeschoten. Hoolsema, die op de brug was blijven staan, maar toch aan het hoofd gewond was, moest met de armen naar boven naar de ponton van de provinciale boot lopen. Daar werd hij in enkele ogenblikken door een officier ver-hoord, moest toen enige stappen achterwaarts doen en werd met enige revolver-schoten vermoord. Zijn lijk moest ter plaatse blijven liggen als waarschuwing voor anderen. Later zijn toch alle vijf lijken vrijgegeven. Later op de dag komt er blijkbaar andere leiding, want Engelse jagers worden onder vuur genomen, patrouilles rijden door de stad met het geweer in de aanslag, er mogen niet meer dan vijf personen bij elkaar staan en om acht uur alles binnen. ‘s Nachts nog steeds druk gerij en massa’s ontploffingen in de stad. De boot vaart ‘s nachts door. In de richting België voortdurend lichtflitsen, branden en zwaar gedreun. Woesdag 6 september
De stroom auto’s en paardenwagens houdt aan. In verschillende zitten ook vrouwen en kinderen, allen komen uit Normandie en zien er vuil en doodvermoeid uit. Honger heeft men niet, want massa’s conserven hebben ze bij zich, evenals flessen wijn, siga-retten en brood. Verschillende keukenwagens staan langs de weg, vol soep met grote stukken vet en vlees er nog in. Ook grote afdelingen infanterie komen aan; er wordt nu niets meer weggegooid en bij deze troepen is nog sprake van discipline. Er zijn grotere schepen in de vaart gebracht en sleepboten met militaire bemanning vorderen sleepschepen. De schippers en de bemanning der provinciale boten zijn onderge-doken. Het vervoer gaat nu wel vlugger en er worden ook weer auto’s meegenomen, maar wegens onbekendheid met het vaarwater gaat het nogal eens scheef. De “Zuiderzee” zit vast op de slikken in de middenhaven. Het plunderen door de burgers is sinds Dinsdag afgelopen. Soldaten geven nog van alles weg: tabak, sigaretten, suiker, stukken spek en vlees, Belgisch en Frans geld, zelfs bij 1000 frank tegelijk. Vliegtuigen worden fel beschoten, ‘s avonds grote branden en veel geschutvuur in de richting Gent, ‘s nachts zwaar geschutvuur aan de Belgische kust. Wij wonen en sla-pen nu op kantoor. (Van Schoenmakers’ houthandel)
Donderdag 7 september
De stroom voertuigen is vandaag belangrijk minder, terwijl het transport over de Schelde dag en nacht doorgaat. De lijken van het waterstaatspersoneel worden door de transportcolonne van het Rode Kruis naar het lijkenhuisje op het kerkhof en het zie-kenhuis gedragen, hetgeen diepe indruk op de bevolking maakt. De voedsel-voorziening is nog vrij behoorlijk, al komt alleen nog maar de bakker aan de deur. Iedereen heeft voorraad in huis, en een groentetuintje. Electriciteit, gas en water-leiding werken nog en alle bruggen zijn nog in tact. In Zaamslag en Kloosterzande was men dinsdag reeds begonnen met het uitsteken der vlaggen, het kaalknippen der ‘moffenkledders’ en zelfs met het gevangen nemen van NSB-ers en moffen. Daar nu blijkt dat dit alles te vroeg is geweest, verdwijnen de vlaggen weer, de moffen laat men ontsnappen en de NSB-ers maakt men wijs dat men ze beschermd heeft in hun eigen belang. Zij mogen naar huis gaan, maar niet op straat komen. De hoofd-personen nemen voor zekerheid nog even een klein duikje, evenals een groot aantal onderduikers, die dinsdags plotseling boven water gekomen waren. De dag verloopt verder op verschillende ontploffingen en geweldige schietpartijen zodra vliegtuigen in zicht komen na, en vergeleken bij de vorige dagen vrij rustig. Tram of trein rijden sinds dinsdag niet meer, terwijl alle bedrijven stil liggen en de winkels op enkele na gesloten en dichtgetimmerd zijn. In Sluiskil zijn drie treinen met munitie en gewel-dige kanonnen aangekomen. De bestemming was Terneuzen, maar daar de locomo-tieven door vliegtuigen kapotgeschoten zijn kunnen deze niet verder. De ponton en de steiger bij Hoedekenskerke zijn stuk gebombardeerd en de schepen gaan nu van hier naar Hansweert, Breskens, Borsele of Vlissingen. Verscheidene schepen worden zowel bij dag als nacht op de Schelde door vliegtuigen de grond ingeboord. Op last van de militaire
4
commandant moet de gemeente de autowrakken uit de straten halen; ze worden naar het schietplein gesleept, de paardenwagens worden op verschillende plaatsen bij elkaar gebracht en de straten worden enigszins uitgemest. Blijkbaar mogen de nieuw aankomende troepen niet zien wat hier voorge-vallen is. Vrijdag 8 september
De nacht was verre van rustig. Verschillende malen kwamen vliegtuigen boven ons die lichtkogels uitgooiden, hetgeen als regel niet veel goeds betekent. Wij vluchtten driemaal in de kluis, maar werden niet gebombardeerd. Wel is het afweergeschut iedere keer voltallig in werking en is dit vooral in de nacht een geweldig lawaai. Ook overdag mogen wij niet over gebrek aan belangstelling van de geallieerde luchtmacht klagen. Er worden bommen bij de dokken gegooid en schepen beschoten. In de stad staan overal ,zomaar midden op straat, afweerkanonnen. De Axelsestraat staat weer vol met auto’s, hoofdzakelijk Rode Kruis-wagens vol met gewonden. Ook zag ik de eerste Amerikanen, maar helaas nog maar als krijgsgevangenen. Juist voor het vallen van de avond worden de hekken van (houthandel) Devriendt opengebroken en komen ook daar auto’s te staan. Bij de troepen is weer organisatie en worden er nu zelfs weer reparaties aan de auto’s verricht. Hedenmiddag zijn de vijf waterstaatsmensen onder zeer grote belangstelling begra-ven. De dominees Sickes en Van Houten en de heer Wissekerke spraken, terwijl ir Drok namens de families dankte voor de belangstelling. Zij zijn in een gemeenschap-pelijk graf begraven. Het was een zeer aangrijpende plechtigheid. Heel Terneuzen is diep onder de indruk. Er zijn vandaag bijzondere maatregelen genomen betreffende de voedselvoorziening. Aanvoer van levensmiddelen is er niet meer, zo is bijvoorbeeld de gist op en wordt het brood met zuurdeeg gebakken. Alle rantsoenbonnen zijn ongeldig verklaard. Tom en Maud zullen in het vervolg in de kluis slapen, dan kunnen zij ‘s nachts ten-minste blijven liggen.
Zaterdag 9 september
Na een vrij rustige nacht, vanochtend vroeg druk gerij in onze straat, hoofdzakelijk zwaar geladen paardenwagens die de verkeerde kant opgaan. De hele dag verder gerij van allerlei voertuigen in verschillende richtingen. Honderden paarden die hier achtergelaten zijn heeft men hier en daar op gezet. Zo lopen er een honderd op het HBS-sportterrein en bij ons op het grasveldje tegenover de fabriek een zestal. Eén hiervan is in de sloot geraakt en staat tot zijn buik in de vette modder. Met behulp van twee andere paarden en een stuk touw wordt hij met veel moeite op de kant ge-trokken. Dergelijke werkjes zijn niet zonder gevaar, want tweemaal duiken vliegtuigen over ons heen, schietende met hun boordwapens. Alles loopt goed af. Merkwaardig is vandaag, dat er hoofdzakelijk auto’s binnenkomen volgeladen met allerlei rommel en waarop ruw een rood kruis geverfd is. De moffen nemen het niet zo nauw, maar trachten op deze manier hun leven te redden. Er worden doorlopend aan-vallen gedaan op het inladen der schepen en ook op de Schelde. Ofschoon het lucht-doelgeschut als een razende vuurt, wordt geen enkel vliegtuig naar beneden gehaald. Een grote bommenwerper kwam rustig overvliegen en wierp vier bommen af boven de Schelde. Uitwerking onbekend! Grote formaties bommenwerpers komen uit NWrichting over op grote hoogte en komen een paar uur later weer terug mijn radio, die ik dinsdag weer tevoorschijn gehaald heb, wordt af en toe in alle stilte geraadpleegd. Door al die schietpartijen en bommen zien verscheidene huizen er zeer gehavend uit, terwijl veel jonge boompjes door aanrijdingen schuin over de trottoirs hangen. Een dood paard drijft in de middenkanaalarm. De Scheldekade is verboden terrein, verder kan men overal rondlopen voor eigen risico. Overal hoort men voortdurend schieten, maar men wil toch af en toe eens poolshoogte gaan nemen.
5
Een colonne veldgeschut is nu ook aangekomen. Om zeven uur komt er plotseling een soldaat de trap op terwijl Tom en ik juist naar de radio luisteren. Mien weet ons te waarschuwen. Hij komt twee officieren inkwartieren, maar ik weet hem zonder succes de deur uit te werken. Hij gedroeg zich overigens zeer beleefd. Zondag 10 september
Een tamelijk rustige nacht gehad, wel kwam voortdurend het afweergeschut in wer-king, maar bommen zijn er in Terneuzen niet gegooid. Vanochtend weer een paard in de sloot, dat door opjaging op eigen kracht op de kant is gekomen. Behalve hier en op het HBS-sportterrein lopen er ook massa’s paarden bij de westsluis. Aangezien daar echter loopgraven zijn geraakten reeds vier paarden hierin. Zij kunnen er dan niet meer uitkomen. Hoewel het vandaag zondag is, zijn toch de kruidenierswinkels open en wordt daar op de bon vet verstrekt. Boter of margarine is er sinds 4 september niet meer te krij-gen. Brood wordt nog steeds thuisgebracht, maar melk, groente en andere levens-middelen moeten worden gehaald. Licht, gas en waterleiding werken nog steeds. Vandaag zijn weer infanterie en allerlei andere wapens en paardenwagens aangeko-men. Het zijn troepjes zonder enig verband, ze komen te voet uit Frankrijk. Het ver-voer over de Schelde gaat ondanks doorlopende bombardementen op de schepen steeds door. Daar wij niet op de Scheldekade mogen komen kunnen we hier niets van zien. Vandaag zijn hier doorlopend vier jagers boven de stad en de Schelde geweest, die voortdurend uit de wolken recht omlaag doken. Een interessant gezicht, tenmin-ste wanneer je het op behoorlijke afstand kunt zien. Het afweergeschut buldert dan zo hard dat niet te merken is of het vliegtuig zelf ook schiet of bommen gooit, temeer daar er nu op verschillende punten heel zwaar afweergeschut staat. Ondanks dit alles zijn de straten gevuld met publiek. Er zijn ook pamfletten uitgeworpen, maar deze zijn afgedreven. Weer kwamen vanmorgen grote formaties bommenwerpers over, die drie uur later te-rug kwamen. Losse paarden lopen nog steeds – en dan meestal ‘s morgens vroeg – bij ons door de straat.
Maandag 11 september
Een betrekkelijk rustige nacht, ‘t afweergeschut buiten beschouwing gelaten, dat trouwens belangrijk zwakker is dan gisteren. Er is zeker een gedeelte ingescheept en vertrokken. Ook de ochtend verloopt vrij rustig; weer komen grote formaties bom-menwerpers over en terug. Om half vier gieren plotseling vier vliegtuigen omlaag, vurende uit hun boordwapens, terwijl elk zes bommen loslaat. Zodra de bui over is komen we uit de kluis; de klappen waren geweldig, de kluis stond te schudden; het zal dus wel in de buurt zijn. Sinds eergisteren worden er ook schepen geladen met behulp van de kranen van ‘Mechelen-Terneuzen’ en van NV ‘De Hoop’. Beide staan hier 100 meter vandaan. De loodsen van Devriendt (houthandel) zitten doorlopend vol met moffen en voertuigen. Ik houd alles goed op slot, ook de fabrieksdeuren heb ik van extra sluitingen laten voorzien. Of dit helpt weet ik niet, maar tot nu toe gaat alles mijn deur voorbij. We behoeven niet lang te zoeken waar de bommen terecht gekomen zijn want grote vlammen en dikke rookwolken bij het station geven de richting aan. De wind is voor ons gunstig, maar toch wil ik er meer van weten en ga kijken. Een grote loods op het stationsterrein, gevuld met levensmiddelen en kunst-mest, staat in lichter laaie. Alle ruiten op dat gedeelte van de Stationsweg zijn kapot. Later blijkt dat ook een ruit bij ons het begeven heeft. Terwijl ik even sta te praten komt een tweede golf vliegtuigen aan. Naar huis gaan was niet meer mogelijk, dus vlucht ik in een munitiebunker van de geschutstoren die al maanden buiten gebruik is en waar niets meer in is. Het blijkt echter dat de moffen die de schepen moeten laden daar ook een goed heenkomen gezocht hebben. Ik kruip er voor deze gele-genheid toch maar bij en heb vandaar uit een veilig en prachtig gezicht. De vlieg-tuigen draaien, duiken, schieten en laten hun bommen los. Ze gieren over ons heen, een paar harde klappen en ik vlug naar huis, waar men erg ongerust was. Later bleek dat ze terecht gekomen waren
6
op de Schoolweg, hier 200 meter vandaan, midden in vijf nieuwe woningen die in 1940 ook verwoest waren. Twee jong getrouwde mensen verloren hierbij het leven. Twee huizen zijn totaal weg en de andere finaal uit elkaar. Onze schuilplaats op de werf is deer de Wehrmacht ontdekt en zit ook vol soldaten. Ze vertellen uit Caen te komen en veel respect te hebben voor vliegtuigen. Op mijn vraag waar de Duitse jagers blijven, hoor ik dat ze de laatste weken geen Duits vlieg-tuig gezien hebben. Ik sprak er één alleen en dan hoor je pas de waarheid. Van de 180 man waar hij bijhoorde waren er nog slechts vijf over, de verliezen zowel aan mensen als aan materiaal zijn enorm. Als hij heel-huids aan de overkant komt, was zijn plan de benen te nemen. Er zijn er vele die er zo over denken, maar het is nog altijd oppassen, want er zijn er ook nog tussen die er anders over denken. Veel grote scherven zijn door het dak van de loods gevlogen; ook op ons plat lagen er verscheidene en op het dak van ons huis vond ik onder meer een heel groot stuk. Het grint op het plat en het dak schijnt de kracht echter goed te breken, want aan het dak zelf mankeert niets. Van Dhert, die tegenover het station woont speelden twee kleine meisjes op straat en beide kregen scherfjes in de rug. Dat is goed afgelopen. Het kan-toortje van Fr. Verstraeten is doorzeefd. Maud vooral heeft nu flink de schrik te pakken, ze loopt al dagen met haar blinde hondje en zorgt uitmuntend voor hem. Ook bij ons zit de schrik er nu in en we zoe-ken dadelijk dekking als er vliegtuigen naderen. In Sluiskil met korte tussenpozen grote ontploffingen, grote rookwolken en branden. Het is de munitietrein die wagon voor wagon de lucht in gaat. Dinsdag 12 september
Vannacht was het verre van rustig. Dat ligt gedeeltelijk aan onszelf, want de schrik voor vliegtuigen zit er in. De schuilplaats op de werf ligt vol soldaten. Zij hebben ook geprobeerd in de fabriek te komen, maar dat is niet gelukt. Er worden weer kerstbomen boven Terneuzen en de Scchelde uitgegooid en dan vluchten we in de kluis. Er worden bommen afgegooid, maar dat is verder weg dan gisteren en blijkt later bij de westsluis te zijn geweest. Vanochtend even de stad doorgegaan. Half Terneuzen blijkt de stad te hebben ver-laten. De schrik zit er danig in en vooral in de buurt van de kanaalarmen de Schel-dekade staat alles nu onbewoond. Ik was nog maar juist thuis toen de luchtaanvallen weer begonnen. Nu hoofdzakelijk gericht op de westsluis, waar troepen in grote lich-ters geladen worden. Aangezien daar in de buurt haast geen huizen staan en die er nog staan onbewoond zijn, komt men niet juist te weten wat daar allemaal voorvalt. Zeker is, dat een groot schip in brand wordt gebombardeerd, want dat is van hieruit te zien. De brand gaat gepaard met grote en massa’s kleine ontploffingen. Auto’s met dode en gewonde soldaten rijden af en aan. Ook bij ons wordt maar steeds dag en nacht met behulp van de kranen ingeladen. De werf van Devriendt ligt doorlopend vol met soldaten en voertuigen. Zij hebben bal-ken over de sloot gelegd en schuimen ook op ons terrein. Alles is echter zo goed afgesloten dat ze nergens in kunnen. De schuilplaats is een magneet geworden, ze zitten er vlakbij op de lorries hun brood te eten en zodra er vliegers komen kruipt de hele bende er in. Ik loop veel over de werf, zodat men ziet dat de zaak niet alleen staat en dat scheelt veel, want in de lege huizen in de stad is al aardig huisgehouden. Er mogen nu niet meer troepen in de stad komen dan er dadelijk ingeladen kunnen worden. De rest moet zolang buiten op de boerderijen blijven. Dit natuurlijk met het oog op de luchtaanvallen. De bakkers moeten nu ook voor de militairen bakken, tarwe is hier genoeg in de pak-huizen. Wij krijgen nu ook beter brood ofschoon het met het zuurdeeg zo goed als niet gerezen is. Om 7.30 uur verschijnen vier grote bommenwerpers die even cirkelen. En wij meteen in de kluis duiken! Geweldige klappen volgen, alles dreunt en de kluis staat te schud-den. Weer een paar harde klappen, onmiddellijk gevolgd door een paar geweldige ont-ploffingen. We hoorden onze ruiten aan
7
diggelen vallen, het waren angstige mo-menten. Als het een poosje stil is komen we tevoorschijn, verscheidene ruiten zijn kapot. We horen in de verte steeds maar munitie ontploffen en zien grote rookzuilen opstijgen in de richting van de middensluis. Onze overburen zien we al met fietsen en koffertjes de straat op komen om te vertrekken; de mensen zijn hun hoofd kwijt en vrijwel de hele buurt vlucht. Wij waren van begin af besloten te blijven en ofschoon zo’n vlucht aanstekelijk werkt, blijven wij bij ons besluit. Weglopen betekent geplun-derd worden en is het elders wel veiliger? Ik ga weer even op informatie uit, de stad stroomt gewoonweg leeg, en er waren al zoveel mensen weg. Het blijkt dat de bommen uitstekend gericht waren. Het oude poorthuis bij het wandelpark, dat vol kruit en munitie zat en waarvoor een groot aan-tal auto’s stond, heeft een voltreffer gehad, evenals een munitieschip dat daar in de buurt lag om af te schutten. Het is te laat om nog een kijkje te gaan nemen en boven-dien niet zonder gevaar want het schip is nog niet uitgebrand en knettert en ploft nog volop. Woensdag 13 september De nacht is rustig, maar de schrik zit er nu zo in, dat we maar met één oog en één oor slapen; het andere let op brand en luistert naar vliegtuigen. Er komen steeds maar auto’s en andere voertuigen naar de stad. ‘s Morgens vroeg komen er zelden vliegtuigen, dus een mooie kans om eens poolshoogte te gaan nemen. De stad is totaal uitgestorven en de straten liggen vol glas. Op de Grenulaan is de ravage onbe-schrijflijk: geen ruit is er in deze lange straat meer heel en geen dakpan ligt er meer op zijn plaats. De meeste liggen trouwens kapot op straat, evenals rolluiken, ramen en deuren en dakramen. In het kanaal is niets te zien, op de bodem zal echter wel het nodige liggen. Bij het oude poorthuis is veel te zien, maar dat is voorlopig verboden terrein. Van het oude gebouw staan nog vier zwartgeblakerde muren, ervoor een tiental auto’s, totaal ver-brand en op de weg liggen allerlei vormloze dingen. Het personeel van ‘De Hoop’, voor zover nog aanwezig, en de gemeente reiniging worden opgeroepen om lijken te bergen, zodat ik later op de dag nog één en ander te horen krijg. Er moet daar juist een colonne infanterie aangekomen zijn, toen de bom-men gegooid werden. Zeker 300 man werden er gedood en slechts een 70 lijken kon-den er worden geborgen. Verder lag de weg bezaaid met allerlei lichaamsdelen. Deze laatste worden met vrachtauto’s vol naar het kerkhof gebracht. De burgerbevolking heeft geen enkel slachtoffer te betreuren, hetgeen te danken is aan het feit dat er practisch geen burgers meer aanwezig waren, in ieder geval daar in de buurt. In de loop van de dag wordt de smederij tegenover ons opengebroken en komt ook daar een auto in te staan. Nog steeds blijf ik vrij van die rommel terwijl onze garage toch een ideale gelegenheid is en daar zeker twee flinke wagens in zouden kunnen. Op onze werf liggen de soldaten op de planken te slapen, verschillende vragen om water om zich te wassen en te drinken. Eén heeft zich in een hoekje helemaal uitge-kleed en houdt grote schoonmaak, staat zijn ondergoed na te zoeken op ongedierte. Een onderbroek en een soort overhemd laat hij maar liggen, dat zit zeker te vol. ‘s Middags krijgen we een colonne artillerie in de straat, stukken met zes paarden er voor, goed gecamoufleerd met takken. Na een uurtje worden ze ingescheept. Om half tien is bij Devriendt ook alles weg en hopen we dat dit nu het laatste is geweest. Tom heeft een flinke aanval van asthma te pakken, maar gelukkig heeft men ons eni-ge middeltjes aan de hand gedaan. Zowel aan de kust als in de richting Antwerpen dreunt steeds duidelijker het geschut. De soldaten die ik het laatst gezien heb, hadden er allen schoon genoeg van. Er is nog een auto met een zend- en ontvanginstallatie gekomen, die standplaats heeft ge-nomen in het Zwarte Paadje, hier 50 meter vandaan. We zijn er dus nog niet hele-maal vanaf. Donderdag 14 september De nacht was gelukkig weer rustig. In het begin komt er geregeld een vliegtuig over dat waarschijnlijk van Antwerpen naar de mond van de
8
Schelde heen en weer vliegt. In de verte hoor je zo’n ding al aankomen, een ellendig gegons. Na de gebeurtenissen van de laatste dagen een hoogst onaangenaam geluid. We slapen weer met één oog en één oor goed open. Vanochtend weer even de stad ingeweest. Bij de middensluis, waar de lijken nu ge-borgen zijn hebben de burgers weer toegang. Op de weg overal donkere plekken van het bloed, er moet hier wel een ware slachting hebben plaats gehad. De uitgebrande auto’s hebben wit gloeiend gestaan en verder ligt daar nog van alles. Bijvoorbeeld ver-brande en kromgetrokken stukken afweergeschut, geweren, helmen, veldflessen, brokstukken van keukenwagens, gescheurde granaat- en patroonhulzen, allerlei ver-wrongen delen van auto’s, enz. Ook lag er nog een zwart gebrande hand met een stuk spaakbeen eraan. Sinds 4 september hebben we geen krant of post gezien, nu krijgen we een bonnen-lijstje. Verschillende levensmiddelen zijn al uitverkocht, maar in ieder geval is er eten genoeg. Ook de ochtend verloopt rustig. ‘s Middags komt een Duitser de hand-kar vorderen om kolen te halen. Als ik gebrek aan kolen heb kan ik er om sturen. Er ligt nog tachtig ton kolen vabn de weermacht. Ofschoon ik er wel gebrek aan heb be-dank ik voor dat aanbod. Een uurtje later sleurt de hele buurt met zakken kolen op fietsen en handkarretjes. Zelfs mensen met een goede zaak nemen nog cadeautjes van de moffen aan. Mens erger je niet. Er komt plotseling weer een vliegeraanval op het inladen van troepen en dat is vlak bij de kolenloods. Alles vliegt weg en de liefhebbe-rij is er meteen af. Er zijn wel bommen afgeworpen, maar zonder resultaat. Van-avond staat het huis weer te schudden van de zware ontploffingen. Waar en wat we-ten we niet, ook het geschutvuur komt merkbaar dichterbij. Hedenmiddag kreeg ik nog bezoek van de gemeentebode met een feldwebel en nog enige Duitsers. Ze moesten hout hebben voor 70 kruisen voor de gevallen kameraden. Daar voel ik echter titaal niets voor en vertel geen Wehrmachtshout te hebben, waar-op de feldwebel antwoordt, dan maak ik van dat hout daar Wehrmachtshout door het te vorderen, het is voor dode kameraden. Ik houd echter mijn been strak, scherm met grote woorden als chef intendant, rayon- en algemeen gemachtigde en zie, dat zijn oorspronkelijke houding afzakt, zeg dan nog eens dat het beslist onmogelijk is en ze verdwijnen. Later merk ik dat ze bij Devriendt wel geslaagd zijn. Even later komen er twee moffen die generatorhout moeten hebben. Er lag n.l. een partijtje beuken ka-chelblokjes. Na mijn succesje van zoëven weiger ik meteen maar pertinent, toen wil-den ze het dadelijk betalen, maar ook dat weiger ik beslist, waarna de heren met de staart tussen de benen afdruipen. Om zes uur komt er een lange colonne infanterie door de straat, in de richting van de stad. Het is een treurig stel, geen sprake meer van enig verband. Bij groepjes van 30 tot 50 man slepen ze zich voort, achter elkaar lopend, dicht langs de huizen. Ze zijn volledig bepakt en gewapend. Sommige torsen mitrailleurs, andere pantservuisten, maar gevechtskracht zit er voor geen cent meer in. Het zijn zowel grijsaards als kin-deren, verreweg de meeste hinken en sukkelen verder op pijnlijke voeten. Enkelen komen water vragen en één vraagt zelfs om een snee brood. Het wordt meer dan tijd dat we de moffen kwijtraken, want als ze nu ook nog honger gaan krijgen wordt het gevaarlijk. Is dit nu hetzelfde leger van 1940 ? Een gedeelte van deze colonne komt bij Devriendt in de loodsen, hoofdzakelijk zijn dat echter de bijbehorende voertuigen en zo staat alles daar weer vol. We zijn er dus nog steeds niet van af, maar ik blijf weer vrij. Wel komen er verschillende om water. Zo hoor ik dan, dat ze vandaag van Bouchoute komen, hier 12 km vandaan, maar ze hebben al getippeld van Normandie. Ze gaan gekleed en wel op wat planken liggen en slapen meteen. Ik spreek er van 47, 32 en 18 jaar. Allen zijn beleefd en hebben meer dan genoeg van de oorlog. Ze hebben onderweg voortdurend veel last gehad van vliegers en veel kameraden verloren. Wij horen dat de geallieerden drie
9
kilometer van de Zeeuws-Vlaamse grens zitten. We hopen er nu spoedig van af te raken. Het is bij elven en wij gaan trachten te slapen. Tom voelt zich wat beter, de dokter is vandaag geweest. Vrijdag 15 september
Kalme nacht met zelfs nog een vermakelijk tafereel. Om half drie schrikken we n.l. wakker door een plons en hulpgeroep. Ik er vlug uit en voorzichtig kijken op het ach-terbalkonnetje. Een luitenant blijkt in de sloot gelopen te zijn, staat tot zijn middel in de vette, zwarte modder en wordt er door twee kerels uitgetrokken. Jammer, dat het vrij donker was zodat ik het effect niet goed kon zien. Toen hij op de kant stond werd er een soort stallantaarn gebracht en enig ondergoed en ging meneer de luitenant zich afpellen. Het was zacht weer en bladstil en door het licht van de lantaarn kon ik iets meer zien. Toen hij naakt stond begon hij zich met het bovenstuk van zijn vuile hemd de modder van het lijf te vegen. Het bleef echter van onderen een neger. Als hij weer gekleed is moet hij zijn zakken nog overladen en komen zijn handen weer vol met modder. Maar eindelijk is hij toch klaar. Ondertussen buldert en kaffert een an-der de manschappen die in het donker de paarden moeten inspannen, zo hard en ge-weldig uit als ik nog nooit gehoord heb. Heet dat misschien kameraadschap ? Er zijn vannacht geen vliegers geweest. Vanochtend hoorde ik dat er deze nacht in veel straten en op de markt soldaten zomaar op straat geslapen hebben. Wij kunnen dubbele porties vlees op onze bonnen krijgen en later op de dag zelfs vlees zonder bon. Er worden paarden geslacht, zelfs hier en daar zomaar op straat door amateur-slagers. Vandaag zijn er weer af en toe verkenners in de lucht, maar er wordt niet aangeval-len. Voertuigen en paarden zijn gedurende de nacht en vanochtend geladen met be-hulp van de kranen en om drie uur gaat de infanterie aan boord. Er wordt eerst appèl gehouden: vijf compagnieën waren samen nog 132 man sterk. Daarna een toespraak over de gevaren aan boord en de plicht van ieder om op een aanvallend vliegtuig het vuur te openen zonder voorafgaand commando, en daarna inschepen. Een soldaat stond vanochtend te jammeren dat er twee armee’s op de vlucht gegaan waren voor enkele tanks. “Dat heb ik nog nooit beleefd”, riep hij. Ze hebben het veel te goed gehad in de bezette landen en nu ze moeten vechten gooien ze alles weg en slaan op de vlucht. Maar de oorlog is nog lang niet uit. We gaan om nieuwe wapens en over twee maanden staan we hier weer terug. Wat een optimist ! De loodsen bij Devriendt lijken meer op een mestvaalt dan op een houtkoperij. Er ligt van alles, bijvoorbeeld sokken, hemden, broeken, overjassen, gasmaskers, revolver- en geweerpatronen, patroontassen, veldflessen, handgranaten, noodrantsoenen, eet-ketels, koppels, etensresten, stroo, veel papieren, kisten met gereedschap, twee grote wagens, een kar, enz. Als die lui nog een week op het oorlogspad zijn komen ze zon-der spullen en in een zwembroekje in de Heimat aan. Er zijn vanavond geen nieuwe troepen aangekomen, het is hier leeg en stil. Wel komen er nog verschillende auto’s met grote snelheid uit de richting Sas van Gent en wordt er weer het nodige oorlogs-tuig vernietigd. De ontploffingen zijn niet van de lucht. Boven op ons dak kunnen we het een en ander zien. In de richting Axel zwaar en doorlopend geschutvuur. Wij we-ten niet of onze bevrijders uit de richting Axel of Sas van Gent zullen komen. We verlangen geweldig naar het einde en de Engelse berichten spreken van gevechten ten zuiden van Axel en ook aan de Nederlandse grens ten noorden van Gent. Om zes uur geeft de waterleiding de geest. Iedereen heeft voldoende regenwater. Tom is veel beter. Volgens de radio is Maastricht bevrijd.
Zaterdag 16 september
Rustige nacht, rustige ochtend, behalve dan het kanongebulder in de verte. Alle brug-gen zijn geladen, schildwachten staan erbij. De middag is wel de ergste van wat we tot nu toe beleefd hebben. Terneuzen is in enkele uren viermaal gebombardeerd en dat is afschuwelijk. Het afweergeschut heeft
10
duizenden patronen en granaten afge-vuurd en geen enkel succesje kunnen boeken. Op ons open terrein en bij Devriendt stond ook afweer. Op het Schuttershof bij de kranen van “De Hoop” werd nog steeds geladen – hier dus 100 meter vandaan. Verder met de kraan van Mechelen–Terneu-zen, hier 200 meter vandaan. Bij de middensluis lagen geladen schepen, in de buitenhaven van de westsluis idem. Op de sliktong voor de Scheldekade lag een grote kast vol oorlogstuig. De eerste aan-val plaatste voltreffers op schepen vol munitie, om vijf uur. Dit brandde om zeven uur onder voortdurende ontploffingen, nog. We zitten in de kluis, maar de stampen zijn zo geweldig, dat ze heel duidelijk te voelen zijn terwijl de hele kluis staat te schudden. De tweede aanval was bedoeld op het schio bij het Schuttershof. Dit was er een beetje naast en kwam terecht midden in het graanpakhuis op de hoek Tramstraat-Schutters-hof. De ravage is geweldig, op de voorgevel na ligt het hele pakhuis tegen de grond. De Stationsweg ligt bezaaid met stukken dakpan van dit pakhuis. Bij “De Hoop” is geen ruit meer heel. Stukken ijzer, lood en draadglas liggen op ons terrein. De brand-weer was spoedig present, maar kon met enkele emmers water een begin van brand de kop in drukken. Geen persoonlijke ongelukken. Andere vliegtuigen in deze aanval lieten bommen vallen in de Nieuwediepstraat en op andere punten in de stad. Nu de bui voorbij is ga ik vlug even om melk op de Axelseweg. Nog maar juist op de terugweg komt er weer een formatie aan. Het gaat allemaal zo ontzettend snel, dat ik nog net tijd heb om ergens binnen te vluchten en daar vielen de bommen alweer. Nu weer een voltreffer op, het schip dat op de sliktong ligt en op schepen bij de west-sluis. Ik was nog maar net thuis of daar kwam de vierde aanval. Deze leek verder weg en is vermoedelijk op schepen op de Schelde geweest. De weinige mensen die nog in Terneuzen waren vluchtten nu ook in allerhaast de stad uit, gedeeltelijk naar de nieuwe wijken. Maar daar zie je juist weer anderen ver-trekken. Het is een zenuwachtige toestand. Zolang de zaak niet in brand staat blijven wij. Er komen nu weer berichten dat de geallieerden in de buurt van Hulst zijn. Het bovengrondse electriciteitsnet is overal kapot, dus heeft men geen stroom meer. Wij gelukkig wel, daar wij een kabelaansluiting hebben op de eigen transformator. Vanochtend kwamen acht soldaten hout weghalen zonder iets te vragen of te zeggen. Op mijn vragen gaven ze geen antwoord maar gaan hun gang. Ook van Devriendt namen ze één en ander mee; er is geen verhaal op, maar het begint nu hoog tijd te worden dat we dit stelletje kwijt raken. Er komen geen troepen van enige betekenis meer aan. Zondag 17 september
Ofschoon de nacht rustig is geweest hebben we toch weinig geslapen en zijn enige malen voor niets in de kluis gevlucht toen er vliegtuigen laag overkwamen. Na zo’n paar luchtaanvallen lukt het nu eenmaal niet om rustig te gaan slapen. Met Maud vanmorgen even de stad ingeweest. In de Nieuwediepstraat en in de Kor-testraat liggen tientallen huizen in puin, waarbij ook een huis van een mijner arbei-ders. Daar vrijwel iedereen gevlucht was is er slechts één licht gewonde. Alle laadplaatsen zijn nu vernield, behalve de kranen bij ons. Verre van gezellig ! om 12 uur krijgen we weer de eerste aanval, vervolgens om 3 uur, om 6 uur, om 7 uur en de laatste om kwart voor acht. Het is weer afschuwelijk geweest. De vliegtuigen hoor je aankomen, even later gieren ze omlaag, vurende met de boordwapens, dan een paar doffe stampen, enkele seconden later zie je de kluis schudden en dan begint het weer opnieuw. Daarbij komt nog het lawaai van het afweergeschut. Het laden gaat met grote vertraging, daar de soldaten steeds ver wegvluchten. Gas is er nu ook niet meer, maar wij hebben nog wat butagas en kan er dus nog ge-kookt worden, al moet Mien er dan ook dikwijls af om dekking te
11
zoeken, want steeds komen er vliegers. Zo gaat het ook met het eten en ieder vlucht dan met zijn bord de kluis in. Maandag 18 september
De nacht is gelukkig rustig, wel worden er af en toe door vliegtuigen lichtkogels uit-gegooid, maar daar blijft het bij. Er zijn gisteren bijde vierde aanval twee vliegtuigen neergehaald, dat zijn de eerste sinds 4 september. (opm. JW: de vliegtuigen raakten elkaar en stortten toen samen neer). De aanvallen van gisteren waren hoofdzakelijk tegen schepen gericht; een grote landingsboot die bij de ponton van de provinciale boot lag heeft een voltreffer gehad, evenals een grote sleepboot. Beide zijn gezonken. Een bom is terechtgekomen in de Lange Kerkstraat: twee huizen weg. Tien meter voor het huis van Lindenberg is ook een bom tercht gekomen, midden in oude huis-jes. De huisjes zijn weg en daar is nu een groot gat. Bij Lindenberg alleen de gewone schade. Zij waren thuis maar zaten in de kelder en kwamen met de schrik vrij. De be-woners van de huisjes waren allen weg. Er is ook een bom gevallen tien meter ten westen van de oostsluis. De Blokken, zijn onbewoonbaar van de Zandstraat tot de vis-sershaven, alles kapot. De aanlegsteiger bij de oost-buitenhaven is totaal aan flarden en er liggen verschillende gezonken schepen. Onze bakker is er nu ook vandoor. Gelukkig is zijn knecht gebleven en bakt rustig door. We moeten het brood gaan halen en kunnen dan weer enkele dagen voort. Vlees zonder bon is er voldoende te krijgen, er zijn zo weinig mensen dat het op een pond vlees niet steekt. Het kanongebulder gaat vrijwel zonder onderbreking vrijwel de gehele dag door en komt steeds dichterbij. Ze moeten bij Axel zijn maar kunnen vanwege de inundatie niet verder. Voor de derde maal gaan we gekleed naar bed om in geval van brand dadalijk present te zijn. Altijd worden er op het Schuttershof nog schepen geladen. Hiertoe moeten echter eerst schepen met grint en die van de beurtschippers gelost worden, want andere schepen zijn er niet meer. In de Axelse Sassing hebben de moffen zo’n veertien da-gen geleden ruim 20 schepen uit laten branden en tot zinken gebracht en nu hebben ze er gebrek aan. Het is vandaag juist 14 dagen geleden dat de grote uittocht begon. De volgende morgen werd toen al geroepen “Terneuzen is vrij” en dat is nu nog steeds niet het geval. Vele duizenden soldaten en massa’s voertuigen en allerlei rom-mel is hier ingescheept; hoeveel zullen er de overkant bereikt hebben ? En ook aan de overkant is het niet pluis want de Sloedam en de dam tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant zijn kapot gebombardeerd. Als wij er zo uitspringen kunnen we niet dankbaar genoeg zijn. De laatste acte moet echter nog komen. Nog steeds is er geen Duitse jager of ander Duits vliegtuig geweest en ook zag ik al die tijd geen enkel zoeklicht. Vandaag moet ik de eerste auto op het terrein toelaten, maat binnen tien minuten is hij alweer weg. Volgens de radio hebben er luchtlandingen plaats gehad in de Betu-we en denken we aan Lous en Roelf en Stoudt, die er nu zo pltseling middenin zitten.
Dinsdag 19 september
Rustige nacht. Het geschutvuur komt steeds dichterbij. Bij Axel schijnt hard gevoch-ten te zijn. Het bruggetje naar Drieschouwen was opgeblazen en aan weerszijden van de weg staat alles onder water. De Polen moesten hier een brug slaan die onder Duits artellerievuur ligt. Toch schijnt het gelukt te zijn, want nadat we verschillende zware ontploffingen gehoord hebben, dat wel de Kraagbrug, het Notensebruggetje en de duiker bij Spui geweest zal zijn, komt nu kennelijk de achterhoede hier binnen. Deze bestaat uit auto’s, pantzerauto’s, enkele tanks, kanonnen en paardenwagens. Op drie wagens zag ik behalve de gebruikelijke rommel, op twee een levend vet varken en op de derde een pas geslacht varken. De kanonnen worden bij de wegen en nabij het kerkhof opgesteld. Een deel van de andere voertuigen wordt op het Schuttershof nog in schepen geladen en de rest gaat via de westsluis richting Hoek. Af en toe bulderen de kanonnen.
12
Om een uur of negen staan Tom en ik op het eind van het plat en horen dat men be-zig is de schepen te verhalen naar de middensluis om af te schutten. Plotseling horen we granaten over ons heen fluiten en even later ontploffen. Terneuzen wordt dus be-schoten; wij als de drommel in de kluis. Elk ogenblik herhaalt zich dit, het meeste gaat over ons heen maar af en toe horen we kraken en rammelen. Als het even rustig is ga ik even kijken of er soms brand in huis of op de werf is. Het loopt allemaal ge-lukkig goed af. Voor zekerheid slaapt Mien nu ook in de kluis en ik neem het veilig-ste plaatsje op kantoor in. Hopelijk is het einde nu toch nabij. Woensdag 20 september De nacht is verre van rustig, steeds maar granaten. Tegen de ochtend beginnen de ontploffingen. Dat zullen wel de bruggen zijn die de lucht ingaan. We hebben zoveel mogelijk ramen en deuren open laten staan. Er zijn veel en vooral zware ontploffin-gen. Daarna wordt het stil en kunnen we de schade eens gaan opnemen. Wij zijn er zeldzaam goed vanaf gekomen. Vijf ruiten van het huis stuk en naar schatting een paar honderd dakpannen van de loods. Gelukkig heb ik voldoende dakpannen in voorraad, want de handel heeft er geen in magazijn. Op een groot deel van het dak liggen de pannen scheef en raar door elkaar, maar dat is makkelijk weer in orde te krijgen. Onze mooie bruggen zien er vreselijk uit, veel erher dan in 1940. De houten noodbrug bij de oostsluis is nog volkomen in tact, ofschoon daar ook een zeer zware lading onder ligt. De rommel is niet ontploft en we beschikken dus al dadelijk over een behoorlijke verbinding met de stad. De beide trambruggen zijn in elkaar gedraai-de stukken oud roest, de Axelsebrug is zwaar beschadigd en staat half omhoog, de peiler ziet er op het oog onbeschadigd uit. Het bruggetje over de binnen sluisdeuren met deze deuren zijn totaal verwoest. Van de brug bij Ribbens is niets meer over dan wat verwrongen ijzer, terwijl hier juist weer het bruggetje over de sluisdeuren onbe-schadigd is. Het is niet vertrouwd bij de westsluis te komen, daar de stellingen aan de westkant der brug nog door moffen bezet zijn. Ook de drie kranen op het Schuttershof zijn totaal vernield: in dit vak zijn de moffen meesters. Hoe de stad er uitziet na de beschieting en het vernielingswerk is niet te be-schrijven. Het ergst natuurlijk in de buurt van de bruggen, maar ook verder is de ra-vage groot. Zo ontplofte er in twee lokalen der HBS een granaat, verder in verschil-lende huizen in de Tramstraat en in het cafÊ van Maandag, in het distributiekantoor op de Herengracht en nog op verschillende andere punten. Gisteravond om elf uur werd het licht langzaam minder en was het even later uit. Petroleumlamp en kaars komen in actie. Op ons terrein vind ik stukken ijzer van de trambrug. Om twee uur rolden de drie eerste tanks over de Axelseweg om na een kort bezoek weer terug te gaan. Om vier uur kwam er een heel stel en was onze bevrijding werke-lijkheid geworden. Wat een geweldige dingen zijn dat. Vier suks gingen naar het sta-tion en stelden zich op met het front naar het westen, zij losten een paar salvo’s en toen er geen antwoord kwam trokken ook zij naar de verlengde Van Steenbergen-laan, waar er reeds vele stonden. Intussen waren overal vlaggen tevoorschijn gekomen, zelfs uit huizen waarvan de gevel kapot geschoten was, waar geen raam, deur of ruit meer inzat en geen pan meer op het dak lag waaide de driekleur. Alles loopt onmiddellijk met oranje en er heerst ondanks alle ellende die we de laatste weken doorgemaakt hebben een spon-tane, vrolijke en opgewekte stemming. Overal feliciteren de mensen elkaar en staan in groepjes te lachen en te praten. Wat een verademing, die pest van ruim vier jaar nu kwijt te zijn. De vlag wappert ook hoog boven onze loodsen uit en we gaan even een kijkje nemen in het Poolse kamp. Het zijn stoere, rustige knapen die in groepjes bezig zijn hun avondmaal klaar te maken. Op een soort snelkoker wordt echte koffie gezet, een heerlijke geur, verder geconserveerde melk, spierwit brood en worst in blik. Aan sigaretten geen gebrek, en wat voor sigaretten !
13
De Polen zijn er niet kren-terig mee. Ondertussen hebben anderen tenten opgeslagen en laat men ons de berich-ten van Radio Oranje horen, want elke tank heeft radio aan boord. De tanks zijn bij binnenkomst met gejuich ontvangen en nu probeert men een praatje met onze bevrij-ders te maken: enkelen spreken wat Duits, anderen weer wat Engels en zo tracht men elkaar te verstaan en te begrijpen, wat dan ook best lukt. Het is erg genoeglijk bij het kamp, maar het wordt donker en we gaan naar huis. Zodra de Polen binnenrolden, verschenen behalve de onderduikers ook de verzets-groepen met oranje band om en een Duitse uitrusting. Deze groepen begonnen dade-lijk met het krijgsgevangen maken van de moffen die zich hier en daar nog schuil hielden. Verscheidene tientallen worden er binnengebracht. Tom heeft zich gemeld als koerier bij de O.D., moet berichten overbrengen en rijdt ook met een oranje arm-band. Dit blijken stoottroepen te zijn. Morgen komt de hoofdmacht en dan zullen de NSB-klanten en moffenkledders wel aan de beurt komen. We hebben een gebrekkige ver-lichting en gaan dus maar vroeg naar bed, de nacht zal vermoedelijk nu toch wel eens echt rustig zijn. Donderdag 21 september Het is feest in de stad, d.w.z. overal vlaggen en oranje en vrolijke gezichten en dat zijn gewaarwordingen die we 4½ jaar gemist hebben. Verder valt er niet veel te fees-ten, want er is niets meer. Maar dat hindert niet, de stemming is er endat is de hoofd-zaak. Men kan hier ook vrolijk zijn want hoe droevig het ook is voor de slachtoffers en hun families, hun aantal is zo zeldzaam klein, dat er van een wonder gesproken mag worden. Intussen is het voor de nabestaanden juist nu een hoogst pijnlijke en moeilijke tijd. To Groenewegen slaat zich er voorbeeldig doorheen en kan verzekerd zijn van ieders sympathie en medeleven. De kinderen lopen met toeters en vlaggetjes, het lijkt wel koninginnedag. Enkele NSB-ers, die nog hier zijn hebben waarachtig ook de vlag uitgestoken. De OD gaat ze arresteren en de vlaggen moeten dadelijk ingehaald worden. Ook de moffen-kledders worden opgehaald en onder gejoel en gefluit naar de huishoudschool ge-bracht, die voorlopig als concentratiekamp dienst doet. De Leeuwenlaan is plotseling het belangrijkste punt geworden. De huizen van Arbuan en persijn zijn dadelijk door de OD in beslag genomen voor bureau en wachtlokaal, want deze ‘helden’ uit de bezettingstijd hebben natuurlijk tijdig de plaat gepoetst. NSB-ers en kledders worden meteen aan het werk gezet. De kledders zie je onder gewapend geleide met emmers en bezems uitrukken om de ex-moffenhuizen eens een flinke beurt te geven, terwijl de NSB-ers de gehate prikkeldraadversperringen moeten opruimen. Dit laatste heeft plaats onder leiding van enige stadgenoten die in een concentratiekamp gezeten heb-ben. Van Driewegen worden vier kledders aangevoerd en deze zijn reeds kaal geknipt, ze zien er vreselijk uit. Enkelen schamen zich, de meesten echter niet. De meeste ken ik wel van gezicht, maar niet van naam. Ik zie o.m. de volgende: Schepers, v.d. Have, Jo Koster, Miep de Meijer, vier stuks van Beeldens, vier stuks van Lijbaart, Plonie Donze, Röniker, Kersbeke, Moerman (dochter van de bakker), Neve (dienstbode van M. van Eck), Bakker, Van Ackeren (café), Aaltje Meeuwsen, Weijnsbergen. Bij de NSBers zie ik: Lijbaart, Schalk, Koopman, Van Es, Gaan-derse, Oudenaarde, Hage, Donze, De Jong (bakker). Een beroerd bericht bereikt ons. Tichelman, Huineman, een dochter van schilder De Zeeuw en enkele anderen zijn onder zeer verzwarende omstandigheden met de Duit-sers meegevoerd. Over Breskens ben ik zeer bezorgd en vrees ons filiaal aldaar niet meer terug te zien, het is n.l. zwaar gebombardeerd, er schijnen daar ook massa’s dynamiet en munitie in de buurt van postkantoor en haven ontploft te zijn. Wout en Willem zijn waar-schijnlijk nog in leven, zij komen tenminste niet voor op de verlieslijst die hier bij het Rode Kruis ter inzage ligt. Er zijn daar reeds 132 doden onder de burgerbevolking, en Breskens is nog niet bevrijd.
14
Ook wij zijn er nog niet want we kunnen nog vanaf het westelijk deel en van Zuid-Beveland geschutvuur verwachten. Tot Maandag houd ik de zaak gesloten en dan hoop ik het huis en de loods weer in orde te maken. Vrijdag 22 september
Reeds vannacht is Terneuzen beschoten vanaf Zuid-Beveland. De uitwerking is niet bekend. De chaos is zo dat het trouwens niet eens meer op zou vallen . vandaag geen tijd gehad om eens in de stad te gaan kijken. ‘s Morgens bezoek gehad van de Rijkswaterstaat en Poolse officieren. Er is hout nodig om de bruggen te herstellen. Van hetgeen ik vier jaar lang weggestoken heb komt nu een gedeelte tevoorschijn. Vanmiddag een wagen geladen. Om vijf uur begint de beschieting van de overkant weer en nu, het is 8.30 uur, nog steeds aan de gang. De bruggen liggen onder granaatvuur om reparatie te beletten.
Zaterdag 23 september
Met korte onderbrekingen is er de hele nacht op Terneuzen geschoten, zowel van de overkant als uit de richting Philippine. Het is nog niet pluis. Vanochtend om 6.30 uur horen we leven op het terrein. Ik eruit, er bleken 3 kerels bezig stalen bedden met spiraalmatrassen te stelen uit de loods van F. Verstraeten, die daar door de moffen waren opgeslagen nadat ze eerst van de burgers gevorderd waren. Het hele zaakje, n.l. 9 stuks en een kachel werd op een handkar geladen om er vlug en geheimzinnig mee vandoor te gaan. Ik er voorzichtig op enige afstand achteraan. Nadat het eind-doel bereikt was werd alles vlug afgeladen en binnengebracht. Toen het laatste stuk van de kar ging kwam ik tevoorschijn en eiste dat alles weer opgeladen en terugge-bracht zou worden. Daar hier de staat van beleg is afgekondigd en op plunderen de doodstraf staat was de keus niet moeilijk. Ik heb die spullen nu bij mij op laten ber-gen en aangifte bij de politie gedaan, maar ik heb geweigerd namen te noemen. Het stelen moet nu maar eens uit zijn. Met alle begrip voor de moeilijkheden van organisatie, blijkt de OD maar matig aan de verwachting te voldoen. De eigenlijke leiding is door de moffen gepakt en wegge-voerd, dit zal wel de oorzaak zijn. Iedereen wordt maar aangenomen en loopt met een OD-band. Jongens van 17 jaar lopen met een geweer en de oud-militairen hebben geen wapens. Verschillende goede krachten trekken zich terug en het volk is ontevre-den. Lang niet alle kledders zijn opgepikt en maar enkele zijn kaalgeknipt, terwijl verschillende weer losgelaten zijn. Als minste straf wordt geeist kaalknippen, het verbod om gedurende één jaar in café, bioscoop of dergelijke te komen en verder de door de moffen gebruikte woningen netjes schoon te maken. Tom heeft nu ook be-dankt voor zijn functie, maar zomaar op straat lopen nu er zoveel werk gedaan moet worden voel ik niets voor en hijzelf gelukkig ook niet. Daar hij het liefst in de elec-trotechniek blijft, gaat hij bij W. De Bruin als electriciën werken aan de wederop-bouw van Terneuzen.
Zondag 24 september
Het kanongebulder gaat dag en nacht door. Wij zitten voor wat het westen betreft niet meer in de vuurlijn, de overkant laat zich met grote tussenpozen niet onbetuigd, maar richt weinig schade aan. Alleen is het dan niet mogelijk een brug over te gaan. Hoek, Sas van Gent en Philippine zijn nu ook vrij. In hoek is niets voorgevallen, Sas is er betrekkelijk goed afgekomen, maar Philippine heeft het zwaar te verduren gehad; zo is daar de kerk opgeblazen. Er wordt nu hard gevochten bij Isabellasluis, waar aan de ene zijde de Braakman het diepst in het land dringt en aan de andere zijde van de straatweg een inundatie is. Morgen gaat de zaak weer open. Er is wel geen stroom, zodat de fabriek buiten be-drijf blijft, maar de kapotte ramen moeten dichtgemaakt worden en het grootste ge-deelte van de pannen op het dak van de loods moet verlegd en gedeeltelijk vernieuwd worden.
Dinsdag 26 september
Een gedeelte der stad, waaronder wij, heeft weer stroom. De vernieling der P.Z.E.M. is veel meegevallen.
Vrijdag 29 september
De strijd bij Isabellasluis duurt nog steeds voort en is een moeilijk punt.
15
Vandaag komt de waterleiding weer in werking en sukkelen we zo langzamerhand weer de goede kant op. De Vries geeft zich op als vrijwilliger en vertrekt morgen. Verschillende lichtingen worden opgeroepen om de zeedijken te bezetten, zodat ik ook Maas kwijt raak. Er is een officier, n.l. overste Schot, uit Engeland gekomen, die voorlopig de touwtjes in handen heeft voor de provincie Zeeland. Hij heeft zijn bu-reau in Axel. Deze heeft een commissie voor openbare diensten ingesteld, welke op haar beurt van ons en tevens van alle ambachtslui, opgave van de voorraad bouw-materialen en hout verlangt. Ons huis en het dak der loods zijn weer in orde en moet ik werk hebben voor mijn mensen. Ik verhuur een gedeelte van de loods voor opslag van de palen uit het land (opm J.W.: palen die op het land waren geplaatst om te voorkomen dat zweefvlieg-tuigen zouden landen) aan de gemeente en ik neem aan deze palen tot brandhout te zagen. Een ander gedeelte der loods verhuur ik voor opslag van materialen van een aannemer die voor de Wehrmacht heeft gewerkt en waarop beslag gelegd is. De rest van de loods op de begane grond verhuur ik eveneens aan de gemeente voor opslag van afbraak van de verwoeste woningen, geschutstorens en dergelijke. Ik neem aan het spijkerschoon maken, sorteren en weer uitgeven van dit hout op de bon. Zodoen-de krijgen mijn mensen werk, is de loods productief en dienen wij de gemeenschap. Zondag 15 october
Wij hebben alweer sinds een dag of tien gas, al is het dan ook erg ongeregeld en dus zeer lastig voor de huisvrouwen. De loodsen zitten vol materialen en mijn mensen hebben volop werk, evenals de fabriek. In het westelijk deel (opm J.W.: van Zeeuws-Vlaanderen) wordt fel gevochten en wordt het daar een verschroeide aarde. Elke avond zien we daar meerdere grote branden. De eerste vluchtelingen uit Biervliet en Hoofdplaat zijn aangekomen. Zij zijn door de geallieerden in tanks vervoerd en voor-lopig in het casino te Sluiskil ondergebracht. Zij bezitten letterlijk niets meer dan zij aan hebben en dat is in de meeste gevallen niets bizonders. Rijke, welvarende boeren lopen met drijfnatte,gescheurde kleren vol modder, een enkele zelfs op blote voeten. Een vrouw is in een tank bevallen, de moeder is dood, het kindje leeft nog. Een ande-re moeder met een kindje van twee dagen is van Biervliet komen lopen. De ellende moet onbeschrijflijk zijn. Naar Terneuzen mogen geen vluchtelingen komen, daar de mogelijkheid bestaat dat wij hier nog een beurt krijgen van de overkant. Wel is er op-genomen hoeveel vluchtelingen elk gezin hier kan bergen om straks een gedeelte van de stroom van Walcheren en Zuid Beveland op te vangen. Mien werd verzocht om in onze straat huis aan huis kleding, enz. Voor vluchtelingen te vragen. Er wordt veel gegeven. Maas is weer terug, daar ook ons werk hier van algemeen belang is heb ik hem vrij gekregen. Het is een genot de radio weer normaal te kunnen gebruiken, zodat we doorlopend op de hoogte zijn van de toestand in Holland en op de andere fronten.
Donderdag 19 october
Op de werf is het verbazend druk, evenals in de fabriek. Op kantoor was er echter weinig te doen. Ik nam nu weer van de gemeente aan het maken van een prijscourant van de verschillende sloopartikelen en het maken en berekenen van de factuurs van alles wat er afgeleverd is en nog wordt. En dat is geen kleinigheid. Nu staat alles weer gespannen en dat geeft een prettig en voldaan gevoel. Wat hebben de geallieerden een materialen; dat is geweldig en dan zien wij in deze uithoek er nog maar heel weinig van. De radiocentrale zendt nu de Engelse berichten uit. Het is goed te merken dat in het westelijk deel de moffen weggedrukt worden, want het kanongebulder wordt steeds zwakker. Alleen het zware geschut van Vlis-singen is en blijft hier nog goed hoor- en merkbaar. De berichten die wij over Am-sterdam en trouwens van geheel nietbevrijd Holland krijgen zijn afschuwelijk. Wij hebben goed en voldoende eten en dan te weten dat er daar al honger geleden wordt. Geen stroom, geen brandstof, haast geen gas, alleen maar overvloed aan Gestapo. Het is te
16
hopen dat ons landje heel spoedig bevrijd wordt, want anders ziet het er voor de bewoners van onze grote steden zeer donker uit. Donderdag 26 october
De laatste dagen is hier een ware vloedgolf van materialen aangekomen, z.g. water-tanks, landingsboten en geweldige hoeveelheden artillerie. Vannacht is nu na een langdurig artillerie-trommelvuur de overtocht naar Zuid Beveland begonnen. Reeds enige dagen leefden wij in de mist, d.w.z. in een rookgordijn, dat langs onze gehele kust dag en nacht werd getrokken. De geallieerden zijn in Baarland geland. Vanoch-tend zag ik een vloot van 52 landingsvaartuigen de westsluis uitvaren in de richting Baarland. Deze gingen het daargevormde bruggenhoofd versterken. Voorop gaan de watertanks, die elk een gewone tank aan boord hebben. Het geschut dat ten oosten en westen van Terneuzen staat buldert dag en nacht door. Meer achterwaarts staat zwaar geschut en als dat begint te spreken staat alles te dreunen en te rammelen. Over het algemeen wordt er weinig teruggeschoten, maar vrijwel elke ochtend om vijf uur flui-ten de vijandelijke granaten toch over ons heen. Het eten is hier voldoende en goed, alleen boter hebben wij sinds 4 september niet meer gekregen. Gelukkig hadden we nog wat ingemaakte boter, maar nu ook deze op is eten we droog brood en dat gaat best.
Dinsdag 31 october
Zuid Beveland is nu geheel bevrijd en het geschut van Vlissingen schijnt tot zwijgen gebracht te zijn; nu komen we pas rustiger te zitten. Deze week werden wij ‘s avonds weer opgeschrikt door drie geweldig zware klappen. Wij dachten aan een V-1, maar het blijken éénmanstorpedo’s te zijn geweest, die op de havens bedoeld waren, maar hun doel niet bereikt hebben. Op de Scheldekade en enkele andere straten zijn de laatste ruiten nu ook kapot.
Dinsdag 7 november
Het westelijk deel is zwaar getroffen. Van Breskens, Hoofdplaat, Schoondijke, Oost-burg en Sluis schijnt practisch niets meer overeind te staan. IJzendijke en Biervliet bestaat nog voor een groot deel, maar de huizen zijn doorzeefd van de granaten. Massa’s vluchtelingen zijn aan deze kant. Ook ons filiaal in Breskens ligt tegen de grond. Zondag kwamen dertig mijnenvegers de Schelde vrijmaken. Het wemelt hier van Engelse en Hollandse matrozen. Het is een prettig volkje en wij roken weer pri-ma sigaretten. Vandaag zijn Middelburg en Veere bevrijd, maar het moet daar heel erg zijn.