Nieuwsbrief december 2010

Page 1

Nieuwsbrief december 2010

BREZ 2.0: kansen voor kind ĂŠn zwembranche

Lesgeven met het kind als uitgangspunt met nieuw onderwijsconcept

Energiebesparing met eenvoudige maatregelen

Nieuwe Zwemwaterwet op z’n vroegst in 2012


Inhoudsopgave

Colofon Deze Nieuwsbrief wordt uitgegeven door het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, het kennisinstituut van de zwembranche in Nederland. De Nieuwsbrief verschijnt een aantal keer per jaar. Bij het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ aangesloten organisaties ontvangen gratis een exemplaar van deze Nieuwsbrief.

3

Een boeiend najaar voor de zwembranche

4

BREZ 2.0: kansen voor kind én zwembranche

6

Ontwerp Zwem-ABC doorontwikkeld

6

Omruilregeling verschreven diploma’s

7

Nieuwe folder Zwem-ABC voor ouders verkrijgbaar

Redactie Masja de Ree Producties Appels Communicatie

8

Lesgeven met het kind als uitgangspunt

10

Zwemonderwijs als ontwikkelingshulp

Hoofdredacteur Crista Herder

10

Handbook on Drowning: onmisbaar instrument

11

Pleidooi voor ongevallenregistratiesysteem

12

‘Succes staat of valt met registratiesysteem’

13

‘Houvast en bescherming voor zwemonderwijzers’

14

Nieuwe Zwemwaterwet op z’n vroegst in 2012

15

Energiebesparing met eenvoudige maatregelen

Coverfoto Zwembad de Tongelreep, Gerben Pul Fotografie

16

Volop positieve publiciteit

17

NPZ Scholing & Training organiseert in 2011…

Redactie-adres Postbus 119, 3970 AC Driebergen Telefoonnummer: (0343) 51 81 18 Faxnummer: (0343) 53 10 80 Website: www.npz-nrz.nl Email: cherder@npz-nrz.nl

18

Klaar voor de toekomst met de Managersmeeting

20

Volg ons op Twitter, LinkedIn en Hyves

20

Fijne feestdagen en een spetterend Nieuwjaar!

Aan dit nummer werkten mee Ronald ter Hoeven Marjolein van Tiggelen Masja de Ree Daan Appels Vormgeving Studio HEIN

Oplage 2.000 exemplaren Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. Jaargang en nummer 2010, nummer 2, jaargang 24 © Nationaal Platform Zwembaden | NRZ ISSN 18760511

Agenda 14 januari 2011 Workshop Zwemvaardigheidsdiploma Wereldzwemslagen in Nieuwegein

7 april 2011 Algemene ledenvergadering Vereniging Sport en Gemeenten

3 en 10 februari en 26 mei 2011 Training Overgewicht te lijf in Houten

Mei 2011 Week van het Zwemonderwijs

8 en 9 februari 2011 Managersmeeting, opstapplaats in Tilburg of Lelystad

24, 25, 26 en 27 mei 2011 Cursus Halliwick in Wapenveld

11 februari en 11 en 18 maart 2011 Training Bijzondere Kinderen in Driebergen

17 juni 2011 Aquamasters

Dag van de Zwembadopleidingen Op 15 december 2010 vond de Dag van de Zwembadopleidingen plaats in Bunnik. Docenten van ROC’s en particuliere opleidingsinstituten kwamen samen met medewerkers uit de zwembranche om informatie te krijgen en mee te praten over de toekomst van de zwembranche. Benieuwd naar de uitkomsten van deze dag? Kijk op www.npz-nrz.nl voor meer informatie.

2


Een boeiend najaar voor de zwembranche Het was een boeiend najaar voor de zwembranche. Naast de combinatie van het zwembadcongres en de beurs Leisure & Sport Totaal, vond de tweejaarlijkse beurs Interbad in Stuttgart plaats en was er ineens de verkiezing Zwembad van het Jaar. Dit najaar is ook de beslissing gevallen dat we in 2012 geconfronteerd zullen worden met de opvolger van de WHVBZ, de Zwemwaterwet, en is een start gemaakt met het project ‘Waterdicht‘ dat door de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) wordt uitgevoerd. Kortom: de branche is volop in beweging.

guests heeft gewonnen, het gouden startblok uitreiken. De al eerder genoemde combinatie van Leisure & Sport Totaal en het VSG Zwembadcongres was een pilot. Vooraf kon nauwelijks bepaald worden wat het effect zou zijn. Ik ben altijd een warm pleitbezorger voor verbinden en vertrouwen. Natuurlijk viel het bezoekersaantal van de beurs tegen en was het vaak even zoeken naar de juiste dynamiek. Toch denk ik dat juist het verbinden van bestaande evenementen uiteindelijk leidt tot verbetering en professionalisering. Mijn overtuiging is dat als de beursorganisatie Ahoy duidelijke keuzes over de toekomst van de beurs durft te maken en open staat voor verbinden, we de komende jaren weer een sterk evenement kunnen neerzetten.

“Verbinden is überhaupt een woord dat wat mij betreft in 2011 en belangrijke rol gaat spelen”

Opvallende nieuwkomer is de verkiezing Zwembad van het Jaar. Marcel Demper van Duodecim kwam in het voorjaar met een ambitieus plan. Om de kracht van zwembaden onder de aandacht te brengen wilde hij, geïnspireerd door een stagiair, al in datzelfde jaar een start maken. Een aantal maanden later blijkt het een groot succes te zijn. Zelden is onze branche zo breed en zo positief in het nieuws geweest. Gebruikmakend van de kracht van partners als Buurtlink, bleek de actie een schot in de roos. Twitter blijkt voor de verkiezing een prima medium. In korte tijd worden veel zwembaden actief op deze vorm van social media; op zich is dat al winst. Ook traditionele media zoals Radio 538 en de Madiwodovrijdagshow van Paul de Leeuw besteedden uitgebreid aandacht aan de verkiezing Zwembad van het Jaar. Op het moment dat deze nieuwsbrief uitkomt, zal duidelijk zijn wie uiteindelijk de prestigieuze titel heeft gewonnen. Als voorzitter van de jury mag ik dan het zwembad dat op basis van stemmen van de consument en bezoeken van mystery

Verbinden is überhaupt een woord dat wat mij betreft in 2011 en belangrijke rol gaat spelen. De zwembranche heeft het, mede door de overheidsbezuinigingen, niet makkelijk. Hierdoor is het des te meer van belang dat organisaties verbindingen aangaan met de omgeving. Het resultaat is zwembaden die verankerd zijn in de samenleving en daardoor een onomstreden bestaansrecht hebben. Hoe je dit kunt organiseren zal de basis zijn van de ‘busreis naar de toekomst van de zwembranche’, een tweedaags evenement dat nog jaren onderwerp van gesprek zal blijven. In de bijlage vindt u uitgebreide informatie over deze zeer bijzondere Managersmeeting. In het kader van verbinden via sociale media wil ik u uitnodigen om mij en collega’s te volgen op Twitter en Linkedin. Langzamerhand ontstaat een netwerk van interessante kennisdeling via deze media. U vindt mij onder andere op www.twitter.com/ ronaldterhoeven, daarnaast maak ik gebruik van #npznrz. Rest mij u fijne feestdagen en een succesvol 2011 toe te wensen. Ronald ter Hoeven Directeur Nationaal Platform Zwembaden | NRZ

3


BREZ 2.0: kansen voor kind én zwembranche Met de komst van BREZ 2.0 is het Zwem-ABC beter afgestemd op de praktijk. Kwaliteitscoördinator Mariska Hol raadt aan de mogelijkheden die de organisatorische veranderingen bieden goed te bekijken om de kansen volop te benutten. Op www.zwemwiki.org is BREZ 2.0, geïllustreerd met videobeelden, terug te vinden.

Per 1 september is de BREZ 2.0 van kracht. De normering van de vaardigheden is aangepast en het is mogelijk geworden om flexibeler om te gaan met de volgorde van de eisen van het diplomazwemmen. De veranderingen zijn gebaseerd op een onderzoek onder medewerkers uit de zwembranche, uitgevoerd door Titeke Postma, de ervaringen van rapporteurs en de eigen ervaringen van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Daaruit bleek dat bepaalde onderdelen van de richtlijnen aan verbetering toe waren.

Meer creativiteit Tijdens het proces dat tot BREZ 2.0 heeft geleid, waren drie werkgroepen actief die bestaan uit vakmensen uit de zwembranche: de werkgroep Nationaal Zwemdiploma, de werkgroep Zwemverenigingen en de werkgroep Zwemscholen. Er is kritisch naar de eindtermen gekeken, wat heeft geleid tot wenselijke aanpassingen. De veranderingen betreffen uiteindelijk twee gebieden: ten eerste is de normering op een aantal onderdelen aangepast. Ten tweede hebben organisatoren van diplomazwemmen meer mogelijkheden gekregen bij de organisatie van het examen, bijvoorbeeld bij het bepalen van de volgorde van de onderdelen. Ook zijn bepaalde onderdelen losgekoppeld van elkaar. “Dat laatste is integraal onderdeel van BREZ 2.0”, geeft kwaliteitscoördinator Mariska Hol aan. In de nieuwsbrief van augustus is een toelichting te vinden (zie www.npznrz.nl). De mogelijkheid om veranderingen door te voeren tijdens het diplomazwemmen, zijn bedoeld om het examen zowel voor de organisator als het kind plezieriger te

De normering van de vaardigheden is aangepast en het is mogelijk geworden om flexibeler om te gaan met de volgorde van de eisen van het diplomazwemmen

maken. Daarnaast kan een organisator ervoor kiezen bij het examen met verschillende groepjes kinderen te werken, die gelijktijdig onderdelen tonen. Hierdoor wordt de sfeer meer ontspannen, waardoor het kind minder stress ervaart. Praktijk In BREZ 2.0 staat de zelfredzaamheid van het kind in het water voorop. Het ZwemABC heeft twee hoofddoelen: veiligheid en toerusting. De vaardigheden die daarvoor nodig zijn, zijn opgebouwd uit de bekende basiselementen. Om de opgebouwde vaardigheden te toetsen zijn bij de basiselementen eindtermen ingesteld. Hol: “De eindterm is nooit een doel op zich. Het is de vaardigheid die bijdraagt aan de hoofddoelen. In BREZ 2.0 hebben we gekeken of de eindtermen nog bij de doelen pasten, wat niet altijd het geval bleek. Bovendien hebben we duidelijker omschreven, onder het kopje ‘essentie’, waarom een bepaalde vaardigheid van belang is voor de veiligheid of de toerusting van een kind dat leert zwemmen. Die uitleg is in eerste instantie bedoeld voor de zweminstructeur, maar ook van belang voor de ouders. De essentie legitimeert de eindterm binnen BREZ 2.0. We hopen dat de ouders hierdoor beter begrijpen dat de eindtermen geen trucjes zijn, maar dat ze waardevolle vaardigheden representeren.” Een voorbeeld van een aanpassing in de normering is dat bij het gekleed zwemmen bij het zwemdiploma B en C voortaan vijftien seconde wordt watergetrapt, in plaats van dertig. “Daar kregen we veel vragen over”, zegt Mariska Hol. “Maar watertrappen is bedoeld om je te kunnen oriënteren als je in het water bent gevallen, zodat je kunt zien waar je zo snel

4


De mogelijkheid om veranderingen door te voeren tijdens het diplomazwemmen, zijn bedoeld om het examen zowel voor de organisator als het kind plezieriger te maken

De mogelijkheid om veranderingen door te voeren tijdens het diplomazwemmen, zijn bedoeld om het examen zowel voor de organisator als het kind plezieriger te maken

mogelijk op de kant kunt komen. In de praktijk heeft het geen zin om dertig seconden om je heen te kijken.” Een ander voorbeeld, bij het gekleed zwemmen bij zwemdiploma A, is de draai van buik naar rug. Hol: “Daar is de uitvoering verzwaard: het is nu verplicht die draai onder water uit te voeren terwijl het kind voorheen de keuze had. De reden heeft weer te maken met de praktijk. Als je naar je rug durft te draaien terwijl je onder een obstakel doorzwemt, kun je boven je kijken of je veilig omhoog kunt komen.” Niet gemakkelijker Met BREZ 2.0 is opnieuw nagedacht over het waarom van de eindtermen: welke vaardigheden zijn echt nuttig als je jezelf moet redden in water? En hoe organiseren we het diplomazwemmen zo dat het goed werkbaar is voor organisatoren en prettig voor de kinderen? “We zijn tevreden met het resultaat”, zegt Hol. “Maar we horen dat in het werkveld hier en daar dat de indruk bestaat dat de eisen zijn verlaagd, dat is niet het geval.” Hol noemt een paar voorbeelden: volgens BREZ 2.0 moeten kinderen bij zwemdiploma A vijf meter borstcrawl zwemmen, in plaats van acht in de oude situatie. “Maar de normering is juist strenger geworden, omdat we hebben ervaren dat jonge kinderen in plaats van de Doggy paddle een behoorlijke

op de kandidaat te verlagen. “We verwachten namelijk nogal wat van een kind van vier of vijf jaar oud. Ik wil er met klem op wijzen dat het niet de bedoeling is dat zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen nu twijfelgevallen mee laten doen aan het diplomazwemmen, in de hoop dat een kind in één van de drie pogingen slaagt.”

borstcrawl kunnen zwemmen. Bij dit onderdeel is meer uniformiteit gecreëerd in het land, iets waar in de praktijk al langer om gevraagd werd.” Ook het onderdeel uitdrijven is aangepast. Dat hoeft volgens de nieuwe BREZ nog maar vijf seconden te duren, in plaats van tien. Hol: “Tien seconden uitdrijven is voor een kind erg lang. In de praktijk liggen kinderen na vijf seconden al stil te drijven, iets waar deze eindterm niet voor bedoeld is. Daarom hebben we er vijf van gemaakt, maar mét de eis dat er sprake is van een afzet van de muur in het water (zwemdiploma A en B) waardoor enige afstand wordt overbrugd.” Ook het feit dat kandidaten voortaan drie pogingen hebben bij iedere opdracht, heeft geleid tot telefoontjes. Hol benadrukt dat deze verandering uit pedagogisch oogpunt is doorgevoerd om de druk

Nieuwe mogelijkheden Hoe werkt het diplomazwemmen nieuwe stijl in de praktijk? De veranderingen in de normering zijn verplicht, die moeten organisatoren van zwemexamens sinds 1 september 2010 toepassen. Wat betreft de vrijheden bij het organiseren van de examens zijn de reacties wisselend. Hol: “Een aantal organisatoren is heel enthousiast aan de slag gegaan met de nieuwe mogelijkheden. Een ander deel is behoudend. Toch hopen we dat ook zij binnenkort de nieuwe mogelijkheden gaan ontdekken. Wij vertrouwen op de creativiteit van teams om te komen tot het benutten van de kansen die BREZ 2.0 biedt. Hierbij is het ontwikkelen van een eigen visie op zwemonderwijs van groot belang om je te kunnen onderscheiden in een dynamische markt.” Nieuw is dat BREZ 2.0 onderdeel uitmaakt van www.zwemwiki.org. Op deze kennissite voor de zwembranche bestaat tevens de mogelijkheid om interactief te participeren in de ontwikkeling van het zwemonderwijs via onder andere discussiefora.

In BREZ 2.0 staat de zelfredzaamheid van het kind in het water voorop 5


Ontwerp Zwem-ABC doorontwikkeld

Het ontwerp van het Zwem-ABC is op subtiele wijze aangepast: sommigen valt het op, anderen zien geen verschil. Het gaat om een doorontwikkeling van het ontwerp dat sinds 1998 gebruikt werd. Net als ieder merk gaat ook het Zwem-ABC met de tijd mee. Daarnaast is een hologram toegevoegd, dat bijdraagt aan de status van het Zwem-ABC als waardedocument. Op de achterzijde staat nog steeds per diploma een uniek nummer vermeld, waardoor ieder diploma traceerbaar is.

Omruilregeling verschreven diploma’s

Vanaf 1 januari kunnen verschreven diploma’s worden omgeruild voor blanco diploma’s. Het gaat om Zwemdiploma A, B en C en ook om de Zwemvaardigheidsdiploma’s. Via onze website www.npz-nrz.nl vind je meer informatie over hoe je gebruik kunt maken van de omruilregeling. Omruilen kan tot en met 31 januari 2011. In de afgelopen periode konden blanco diploma’s worden omgeruild voor blanco nieuwe diploma’s met de nieuwe eisen. Blanco diploma’s kunnen nog worden ingeruild tot en met 30 december 2010.

6


Nieuwe folder Zwem-ABC voor ouders verkrijgbaar Veel kinderen die hun zwemdiploma A halen, gaan automatisch door voor het zwemdiploma B. Helaas haalt zo’n 50% van de kinderen niet het complete Zwem-ABC. Dat is jammer, want alleen met de drie diploma’s uit het Zwem-ABC is een kind echt veilig in het water. De folder voor ouders, die het Zwem-ABC promoot, is herdrukt. Zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen ontvangen de folders gratis als zij het zwemdiploma A bestellen. De ‘diplomaposter’ wordt niet opnieuw uitgegeven.

Zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen ontvangen de folders gratis als zij het zwemdiploma A bestellen

In 2007 ontwikkelde het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ in samenwerking met de KNZB en La Vache Qui Rit een folder voor ouders en een poster voor kinderen. Het doel: meer kinderen laten doorstromen van zwemdiploma A, naar B, naar C. In 1998 is het Zwem-ABC vernieuwd. Met de komst van de zwemparadijzen met wildwaterglijbanen en veel nieuwe vormen van recreatie in, aan en op het water, hebben kinderen andere vaardigheden nodig dan vroeger. In het Zwem-ABC zijn die opgenomen, met name bij het zwemdiploma C. Marjolein van Tiggelen van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ: “Aan die aanpassing in het systeem hebben we wel bekendheid gegeven, maar bij veel ouders is het nog niet echt doorgedrongen. Die denken: ‘zwemdiploma A en B zijn toch genoeg?’. Dat was zo in hun tijd toen het zwemdiploma C meer overlevingszwemmen was, nu hebben kinderen echt diploma A, B én C nodig.” Drie vakjes In de folder voor ouders staat informatie over de drie zwemdiploma’s en wordt uitgelegd waarom ook het zwemdiploma C belangrijk is. Daarnaast is er aandacht voor wat je met de drie diploma’s op zak kunt doen, bijvoorbeeld bij de zwemverenigingen. Van Tiggelen: “Een zwemdiploma C maakt je niet alleen vaardiger, het is ook noodzakelijk om door te gaan voor de

In de folder voor ouders staat informatie over de drie zwemdiploma’s en wordt uitgelegd waarom ook het zwemdiploma C belangrijk is wedstrijdsporten zoals waterpolo, synchroonzwemmen en wedstrijdzwemmen. Het C-diploma is het startpunt voor de zwemsport.” Ouders krijgen de folder mee als ze hun kind inschrijven voor zwemles. Voor de kinderen was een poster ontwikkeld, met drie vakjes voor de drie diploma’s. “Zodat duidelijk was: als je twee diploma’s hebt, mist er nog wat.” Onderzoek Voor de tweede druk van folder en poster is de campagne geëvalueerd door onderzoeksbureau JES Marketing Onderzoek. De vraag was of de communicatiemiddelen de doelgroep bereikten en of ze gewaardeerd en gebruikt werden. Het onderzoek vond plaats via internet, onder ouders van kinderen die in 2008 en 2009 het zwemdiploma A hebben gehaald. “Uit het onderzoek bleek dat de communicatiemiddelen gewaardeerd worden, maar dat vooral de poster de huiskamer niet bereikt”, aldus Van Tiggelen. “Ouders konden zich niet herinneren deze te hebben gezien of hadden deze niet opgehangen. Met de poster bereiken we ons doel dus niet en daarom is besloten alleen de folder voor ouders te herdrukken, met enkele kleine aanpassingen. Want ons doel - alle kinderen een Zwem-ABC - blijft overeind.”

Ouders krijgen de folder mee als ze hun kind inschrijven voor zwemles

7


Lesgeven met het kind als uitgangspunt Week van Zwemonderwijs in teken van ervaringsgericht onderwijs Je kunt kinderen in banen leren zwemmen, ze vertellen hoe je een hoekduik maakt en ze waarschuwen niet te treuzelen. Je kunt een kind van alles zeggen en laten doen, maar als je niet aansluit bij wat er op dat moment in hem of haar omgaat, draagt het compliment, de opmerking of de oefening niet bij aan het leerproces. Dat is de kern van ervaringsgericht onderwijs. De Week van het Zwemonderwijs staat in 2011 in het teken van dit nieuwe onderwijsconcept.

‘Ik heb veel geleerd’, ‘Wat een inspiratie!’, ‘Ik moet het even laten bezinken’, ‘Hoe vertalen we dit naar onze lesgevers?’, ‘Hier gaan we mee aan de slag.’ Dit is een greep uit de reacties van deelnemers aan de eerste twee trainingsdagen in het kader van ervaringsgericht zwemonderwijs, die plaatsvonden op 30 november en 1 december. Tijdens deze training onder leiding van Marcel van Herpen, de man achter het ervaringsgericht onderwijs in Nederland, gingen vijf zwembaden aan de slag om het concept ervaringsgericht onderwijs in hun zwembad vorm te geven. Ook de Week van het Zwemonderwijs staat dit jaar voor een deel in het teken van ervaringsgericht zwemonderwijs. Ronald ter Hoeven, directeur van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ: “We willen op

“De indruk die jij achterlaat, blijft een kind bij en beïnvloedt het kind”

basis van de pilot laten zien hoe goed ervaringsgericht onderwijs kan werken.” Tijdens de Week vertellen de zwemonderwijzers en managers van de vijf zwembaden die deelnamen aan de training over de ervaringen die ze inmiddels hebben opgedaan. Natuurlijk is ook Marcel van Herpen zelf van de partij. Ruimte geven Bij ervaringsgericht onderwijs betrekt de onderwijzer het kind bij het eigen leerproces en krijgt het kind de ruimte. Kinderen staan niet langer in een rij langs het water te wachten op hun beurt. Ze werken in groepjes ín het water, maar niet zonder zwemonderwijzer. De interactie tussen zwemonderwijzer en kind is van groot belang voor het leerproces. Steeds als dat nodig is, is er ruimte voor contact en individuele aandacht. Het uiteindelijke doel is dat het kind zichzelf leert redden in het water. Dit lukt door het kind betekenisvol te laten oefenen. “Een kind kan een perfecte schoolslag zwemmen, zolang het niet weet wat het moet doen als het uit de boot valt, is het kind niet veilig”, geeft Ter Hoeven als voorbeeld. “Bij ervaringsgericht onderwijs maken kinderen gebruik van aanwezige glijbanen of stroomversnellingen, ze leren ervaren hoe het is om daarin terecht te komen.” Als je een kind vertrouwen geeft, krijgt het ook vertrouwen in zichzelf. Ter Hoeven: “De kinderen worden vrijgelaten, maar krijgen tegelijkertijd verantwoordelijkheid. Dat stimuleert enorm.” Ook bij ervaringsgericht onderwijs leren kinderen alle vaardigheden. Er is aandacht voor techniek en de verschillende zwemslagen en de kinderen halen gewoon de zwemdiploma’s. Het verschil zit hem in het proces, de manier waarop die vaardigheden aangeleerd worden.

8

Verrijking Drijvende kracht en initiator achter het ervaringsgericht zwemonderwijs bij het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is Thamar Henneken. Zij vindt dat ervaringsgericht onderwijs een grotere plaats moet krijgen binnen het zwemonderwijs. Henneken: “Dit onderwijsconcept is een enorme verrijking. Kinderen en met name jonge kinderen bewegen van nature graag. Met ervaringsgericht onderwijs bied je kinderen een rijke leeromgeving aan, met uitdagende materialen en geef je ze de mogelijkheid om zelfstandig bezig te zijn. Kijk als zwemonderwijzer naar de gezichten van kinderen: daaraan kun je aflezen hoe het met het kind gaat. Sluit daarop aan!” Ze wijst erop dat je als onderwijzer van onschatbare waarde bent voor een kind. “De indruk die jij achterlaat, blijft een kind bij en beïnvloedt het kind. Een kind onthoudt hoe je reageert op het moment dat het voor hem of haar spannend is. Houd daar rekening mee en neem de tijd. Kinderen brengen soms tekeningen mee voor hun onderwijzer, maar ook jaren later op een reünie


Met ervaringsgericht onderwijs bied je kinderen een rijke leeromgeving aan, met uitdagende materialen en geef je ze de mogelijkheid om zelfstandig bezig te zijn gericht onderwijs de moeite waard is. Feenstra: “Om ervaringsgericht zwemonderwijs te kunnen geven, moeten instructeurs zich verdiepen in de achtergronden. Dat kost een investering, maar het levert ook iets op. Zwemonderwijs is Hollands glorie: alle kinderen volgen het. De manier van lesgeven kan voor ouders echter een reden zijn om voor een bepaalde aanbieder te kiezen. Na de Week van het Zwemonderwijs kunnen zwemonderwijzers aan hun team en ouders overbrengen wat de voordelen van ervaringsgericht zwemonderwijs zijn.”

Bij ervaringsgericht onderwijs betrekt de onderwijzer het kind bij het eigen leerproces en krijgt het kind de ruimte

kun je merken hoe belangrijk je was.” Ervaringsgericht onderwijs is oplossingsgericht en steunt op de pijlers ‘vrij initiatief’, ‘rijk milieu’ en ‘ervaringsgerichte dialoog’. Naast ruimte geven en zorgen voor een uitdagende leeromgeving, is het belangrijk in je gesprekken aan te sluiten bij hoe een kind zich op dat moment voelt. Kinderen leren het beste als ze zelf keuzes mogen maken en als ze een goede relatie aangaan met onderwijzer en medeleerlingen, waarbij ze respect krijgen en om hulp kunnen vragen. Tot slot is het de taak van de onderwijzer les te geven op het niveau van het kind. Henneken: “Als aan die voorwaarden is voldaan, ontstaat rust in de les. Dan kunnen kinderen zelfstandig werken en is er tijd voor individuele aandacht.”

maken veel gebruik van interactieve instrumenten”, aldus Merel Feenstra die verantwoordelijk is voor de organisatie. “We willen graag van gedachten wisselen met de deelnemers en de meningen peilen.” Tijdens de workshops wordt dieper op de materie ingegaan en zullen bijvoorbeeld filmpjes te zien zijn met voorbeelden. “Om elkaar te inspireren.” Het doel van de Week van het Zwemonderwijs is te laten zien dat ervarings-

Catwalk Tijdens de Week van het Zwemonderwijs wordt ook de ‘Zwemonderwijzer van het jaar’ gekozen en zal er bijvoorbeeld aandacht zijn voor prettig zittende zwemkleding. “Er zijn steeds meer vrouwelijke instructeurs en daarvoor is zwemkleding belangrijk”, legt Feenstra uit. “Het moet vooral ook een leuke week worden, we willen mensen zo gastvrij mogelijk ontvangen en vooral in een niet alledaagse omgeving. Want als het lukt de boodschap goed over te brengen, kunnen de deelnemers ook weer anderen inspireren.”

Uitwisselen De Week van het Zwemonderwijs vindt plaats in het voorjaar van 2011 en is bedoeld voor zowel managers als medewerkers. Naast korte plenaire sessies en workshops, is er voldoende ruimte voor collegiaal netwerken. De setting is informeel. “We

9


Zwemonderwijs als ontwikkelingshulp Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ onderzoekt op dit moment de mogelijkheden om internationaal een rol te spelen bij het voorkomen van verdrinkingsongevallen. Er zijn jaarlijks nog altijd één miljoen kinderen die verdrinken, wat vergelijkbaar is met het aantal kinderen dat jaarlijks overlijdt aan malaria (bron: WHO). Bovendien wordt bekeken hoe het Zwem-ABC in Europa een rol kan spelen. In Europa zijn nu al meerdere landen actief met het Zwem-ABC aan de slag. Buiten Europa zijn het met name expats die het Zwem-ABC mee hebben genomen over de grens. Het Zwem-ABC blijkt vaak al snel door de lokale bevolking geadopteerd te worden. Met de kennis die het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ heeft, kan mogelijk een belangrijke maatschappelijke rol worden vervuld. Op dit moment zijn de plannen nog in beginstadium. Wordt vervolgd.

Met de kennis die het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ heeft, kan mogelijk een belangrijke maatschappelijke rol worden vervuld

Handbook on Drowning: onmisbaar instrument Het standaardwerk op het gebied van verdrinking is het ‘Handbook on Drowning’, dat in 2006 verscheen op initiatief van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen. ‘Editor’ van het boek is prof. dr. Joost Bierens, voorheen hoogleraar Urgentiegeneeskunde bij het VU medisch centrum in Amsterdam en tegenwoordig anesthesioloog in het Maxima Medisch Centrum in Eindhoven/Veldhoven. Bierens deed in het verleden promotieonderzoek naar verdrinkingen (‘Drowning in the Netherlands’) en geldt als deskundige bij uitstek.

Momenteel werkt Joost Bierens aan een nieuw boek over verdrinkingen en het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ verzorgt hierbij de redactie

Het Handbook on Drowning bracht wereldwijde kennis ten aanzien van verdrinking samen, initieerde netwerken en zette zo aan tot een verdere kennisontwikkeling. Joost Bierens: “Het boek en het congres dat in 2002 aan het verschijnen van het boek voorafging, hebben onmiskenbaar iets los gemaakt. Ze zijn de katalysator geweest van een proces dat onder meer heeft geresulteerd in preventieprogramma’s. Voor iedereen in de zwembranche die beleid maakt of verantwoordelijkheid draagt, is het boek een onmisbaar instrument. Het geeft handvatten in allerlei richtingen, niet in de laatste plaats over veiligheid.” Dat voornemens is het Nederlandse zwemonderwijs over de grens te promoten, juicht Bierens toe. “Het is schrijnend om te zien hoeveel mensen er jaarlijks nog steeds verdrinken, met name in Zuidoost-Azië. Als we daar iets aan kunnen doen, moeten we dat zeker proberen. De kennis die in het Handbook on Drowning is verzameld kan uitstekend worden gebruikt om te komen tot een effectieve aanpak.” Momenteel werkt Joost Bierens aan een nieuw boek over verdrinkingen en het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ verzorgt hierbij de redactie. De verschijning is gepland in 2011 tijdens het World Congres on Drowning dat in Vietnam plaatsvindt.

10


Pleidooi voor ongevallenregistratiesysteem Tien verdrinkingsgevallen dit jaar in Zuid-Holland, waarvan één met dodelijke afloop, waren de aanleiding voor een door het provinciebestuur georganiseerd symposium op 28 oktober 2010. Centraal stond het toezicht in zwembaden. Namens het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ verzorgde Marcel Jagersma en Ronald ter Hoeven een presentatie waarin hij de conclusies uit het rapport ‘Luctor et Emergo nieuw zicht op toezicht’ toelichtte. De belangrijkste uitkomst van het symposium was dat er een landelijk ongevallenregistratiesysteem moet komen, dat is gekoppeld aan een meldingsplicht. Tijdens de besprekingen die gaande zijn over de totstandkoming van een nieuwe Zwemwaterwet zal dit punt worden meegenomen. “Alles draait om veiligheid en voor alle partijen die bij het symposium waren vertegenwoordigd is duidelijk dat we daar stappen in moeten zetten”, zegt John Vente, sectiehoofd van de afdeling Handhaving van de provincie Zuid-Holland en tevens lid van het projectteam dat betrokken is bij de voorbereidingen op de nieuwe Zwemwaterwet. “Als provincie dringen wij ook aan op het verplicht invoeren van een toezichtplan. Juist daar ontbreekt het soms aan in zwembaden. Wat niet wegneemt dat ouders onverminderd op hun verantwoordelijkheid gewezen moeten worden. Een zwembad is geen veredelde kinderopvangplaats.”

De belangrijkste uitkomst van het symposium was dat er een landelijk ongevallenregistratiesysteem moet komen, dat is gekoppeld aan een meldingsplicht

11


‘Succes staat of valt met registratiesysteem’ VSG wil met project Waterdicht meer inzicht krijgen in zwemvaardigheid basisschoolleerlingen Alle kinderen zouden aan het eind van de basisschool in het bezit

Doel van het project Waterdicht is inzicht te krijgen in hoeveel kinderen de basisschool verlaten zonder zwemdiploma’s

moeten zijn van het Zwem-ABC. Dat is de wens van de overheid die door alle partijen in de branche, het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ voorop, wordt gesteund. Maar in de praktijk wordt die gewenste 100% niet gehaald. Voor de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) reden om met medewerking van het Ministerie van OC&W het project Waterdicht op te starten.

Exacte cijfers van aantallen kinderen die zonder zwemdiploma’s de basisschool verlaten zijn niet bekend. Zeker is wel dat er met name onder de groep kinderen van allochtone afkomst veel jongens en meisjes zijn die rond hun twaalfde jaar nog nooit zwemles hebben genoten. “Zwemles hoort in onze beleving bij de opvoeding”, zegt André van Kesteren, VSGbeleidsadviseur met als specialisatie zwembaden. “Het levert de basisvaardigheden voor het veilig meedoen aan watersportactiviteiten. Kinderen worden als ze vier jaar zijn bijna automatisch opgegeven en als ze vijf zijn beginnen ze met de Zwem-ABCopleiding. Die zwemopleiding is voor veel ouders van allochtone afkomst minder vanzelfsprekend. Dat is jammer, want verdrinking is bij kinderen nog steeds een belangrijke doodsoorzaak.” Doel van het project Waterdicht is inzicht te krijgen in hoeveel kinderen de basisschool verlaten zonder zwemdiploma’s. Allerlei vangnetregelingen en het project ‘10-puntenplan Verbetering Zwemvaardigheid’, de voorloper van het Waterdicht-project, maakten al duidelijk dat dat niet eenvoudig is. Succes staat of valt met het opzetten van een registratiesysteem en daarom is dat de eerste actie die in het kader van ‘Waterdicht’ wordt ondernomen. Inmiddels is een opzet gemaakt voor een website, waarop alle informatie voor gemeenten, scholen en zwembaden samenkomt. André van Kesteren: “We streven naar een ‘waterdichte’ registratie. Alleen op die manier is inzicht te krijgen in de zwemvaar-

12

digheid van kinderen en kunnen ouders tijdig worden geïnformeerd worden. Bovendien kunnen interventies ter verbetering van de zwemvaardigheid, zoals schoolzwemmen en zwemvangnetconstructies, tijdig in gang worden gezet. De grote vraag is wie de registratie ter hand gaat nemen. Wij proberen gemeenten en scholen daartoe te motiveren, maar ook de zwemlesaanbieder zelf. Wanneer je als zwemlesaanbieder je maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus neemt, is dat helemaal niet zo vreemd. Bovendien heeft iedere zwemlesaanbieder ook een soort commercieel belang om kinderen die normaal buiten beeld blijven zichtbaar te maken. Als de aanwas opdroogt, sta je toch raar te kijken.” Ondanks de moeite die wordt gedaan de doelgroep te bereiken, blijven ouders uiteindelijk zelf verantwoordelijk. Als zij zwemles voor hun kind niet nodig vinden, houdt het op. Van Kesteren: “Je kunt en wilt mensen uiteraard niet dwingen. Maar net als alle andere branchepartijen staan

wij op het standpunt dat je er wel alles aan moet doen om iedereen die het aangaat goed te informeren. Zeker in deze tijd, waarin het aantal scholen dat zwemles aanbiedt sterk terugloopt. Een trend die zich naar verwachting doorzet.” Het project Waterdicht loopt van 2010 tot en met 2013, maar de subsidie wordt jaarlijks toegekend. Eind november was nog niet zeker dat de toelage voor 2011 zou worden verstrekt. André van Kesteren: “We gaan er natuurlijk wel vanuit dat dat snel gebeurt. Het zou vreemd zijn als het project, net nu we het in gang hebben getrokken, alweer afgeblazen zou moeten worden. Dat is kapitaalvernietiging. Het komende jaar hopen we de registratie goed van de grond te krijgen, waarna we hopelijk in 2012 en 2013 de eerste resultaten kunnen boeken. In die zin dat het percentage leerlingen dat het complete ZwemABC van de basisschool komt, dan verder stijgt richting de 100%.

“We streven naar een ‘waterdichte’ registratie”


‘Houvast en bescherming voor zwemonderwijzers’ Gedragscode sociale veiligheid moet kans op incidenten in toekomst verminderen De zaak van zwemleraar Benno L., die jarenlang ontucht pleegde met jonge meisjes, deed veel stof opwaaien in de zwemwereld. Samen met bestuurspartijen RECRON, VSG en de KNZB trok ook het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ wijze lessen uit deze ingrijpende gebeurtenissen. Een brede oriëntatie in en buiten de branche leidde tot het besluit om een gedragscode sociale veiligheid in het leven te roepen. De verwachting is dat de code in mei 2011 klaar is.

Een objectieve norm die aangeeft wat wel kan en wat niet kan Een objectieve norm die aangeeft wat wel kan en wat niet kan. Dat moet de gedragscode sociale veiligheid straks zijn in de visie van juriste Jolanda Severien. De beleidsmedewerker van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ en projectleider van het gedragscodeproject, heeft er veel vertrouwen in dat de code dankbaar door de branche zal worden ontvangen. “Omdat we het personeel in de branche er houvast en bescherming mee bieden.” Jolanda Severien herinnert zich als de dag van gisteren de hectiek die de zwemwereld in bezit nam na het bekend worden van de activiteiten van Benno L. Het kantoor van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ in Driebergen was dagenlang een waar crisiscentrum. Al enkele weken later deed de directie een voorstel aan het bestuur in eigen beheer een omgangsnormering te ontwikkelen. De toestemming werd razendsnel gegeven en begin november kon de werkgroep het eerste concept voorleggen.

Jolanda Severien: “De eerste stap vorig jaar was het vormen van de werkgroep. Dat hebben we heel breed aangepakt. De bestuurlijke partijen die achter het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ zitten zijn er in vertegenwoordigd, daarnaast de exploitanten en de vakbonden, maar ook de zwemonderwijzers zelf en vertegenwoordigers van particuliere zwemscholen. In goed overleg zijn we uitgekomen op een gedragscode sociale veiligheid. Daarin hebben we beschreven hoe je als zwemleraar in je vak hoort te staan en wat ouders mogen verwachten. Met de gedragscode hopen we als branche straks nog meer kwaliteit en professionaliteit uit te stralen.” De reacties van de zwemwereld op het eerste concept waren positief. Veel partijen benadrukten de behoefte die er is aan een dergelijke code. Severien: “Veel zwemdocenten hebben zich sinds het bekend worden van de zaak Benno L. bekeken gevoeld. Mensen hadden last van plaatsvervangende schaamte voor wat er is gebeurd. Je hebt het toch over een vakgenoot. Als er in de vorm van de gedragscode eenmaal een objectieve norm is waar naar verwezen kan worden, zal dat ongetwijfeld minder worden, denken wij.”

“Met de gedragscode hopen we als branche straks nog meer kwaliteit en professionaliteit uit te stralen”

Inmiddels wordt de laatste hand gelegd aan een tweede, definitieve versie, die in februari volgend jaar aan het bestuur van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ wordt voorgelegd. Dat de code vervolgens pas tijdens de ‘Week van het zwemonderwijs’, begin mei 2011 wordt gepresenteerd, heeft te maken met het voornemen van de werkgroep er een klachtenregeling aan te koppelen. Jolanda Severien: “Dat is inderdaad een uitdrukkelijke wens van de werkgroep. Een gedragscode zonder klachtenregeling is als een zwembad zonder water. Daar wordt niemand gelukkig van. Vandaar.” Resteert de vraag waarom niet eerder een gedragscode is opgesteld. Jolanda Severien moet het antwoord schuldig blijven. “Goede vraag, maar bijvoorbeeld het onderwijs en de medische wereld kennen ook geen centrale gedragscode. In de zwemwereld is het misschien omdat dit een nogal versnipperde branche is. Niemand heeft gewoon ooit het initiatief genomen. Wij nu dus wel, zoals NOC*NSF ooit gedragsregels seksuele intimidatie heeft opgesteld, ook naar aanleiding van een incident. Hoe je er ook over denkt, terugkijken heeft geen zin. Met de gedragscode sociale veiligheid die we binnenkort introduceren, hopen we in ieder geval de kans te verkleinen dat zich in de toekomst nog zaken als die van Benno L. zich voordoen.”

Een brede oriëntatie in en buiten de branche leidde tot het besluit om een gedragscode sociale veiligheid in het leven te roepen

13


Nieuwe Zwemwaterwet op z’n vroegst in 2012 Projectleider Sybrand Landman: ‘Nieuwe wet ondersteunt innovatieve kracht zwemwereld’ Wel eens van de WHVBZ gehoord? Dat is de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden. Een wet die dateert van 1969. Niet zo vreemd daarom dat het Ministerie van Infrastructuur & Milieu het plan heeft opgevat de wet volledig te herzien. Gekozen is ook voor een wat eenvoudiger naam: de Zwemwaterwet. We informeerden bij projectleider Sybrand Landman van het ministerie naar de voortgang. nodige herzieningen geweest, maar nu zijn we helemaal met een schone lei begonnen. Omdat we allemaal vinden dat het veel beter kan. De huidige wet belemmert op sommige punten de innovatieve kracht die in de zwemwereld aanwezig is. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn.” Als voorbeeld noemt Sybrand Landman de bepalingen rond de minimale en maximale hoeveelheden chloor die zwemwater moeten bevatten. “Tegenwoordig zijn er ook andere technieken dan het toevoegen van chloor om het water schoon te houden. Maar volgens de letter van de wet mogen die niet worden gebruikt. Daar zijn dan wel weer ontheffingsmogelijkheden voor, maar dat maakt het allemaal onnodig ingewikkeld.”

Volg de ontwikkelingen op www.zwemwiki.org en op www.twitter.com/zwemwaterwet

Sybrand Landman durft best een voorspelling aan: 2012 is het jaar dat de Zwemwaterwet in werking kan treden. Maar tegelijkertijd houdt hij flink wat slagen om de arm. “2012 is ook heel ambitieus. Dan moet het proces vanaf vandaag vlekkeloos verlopen en er niet teveel discussie ontstaan.” Dikke kans dus dat het later wordt. Maar wie kijkt er op een jaar bij een herziening van een meer dan veertig jaar oude wet? Landman: “Punt is dat we het ook goed willen doen. Er zijn in de loop der tijd de

14

De makers van de nieuwe wet gaan wat Landman betreft niet meer uit van hoeveelheden chloor, maar van ‘doelvoorschriften’ ten aanzien van de kwaliteit van het water. “We zeggen niet meer hoe je het moet doen, maar wat je moet realiseren”, aldus de projectleider. De problemen rond uitvoeringsaspecten gekoppeld aan de belemmering van de innovatieve kracht, waren voor het ministerie de concrete redenen werk te maken van een complete herziening van de WHVBZ. Begonnen werd dit jaar met een uitgebreide interviewronde langs alle betrokken partijen. Medewerkers van het ministerie spraken onder meer met vertegenwoordigers van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, Recron, Vereniging Sport en Gemeenten, KNZB en mensen van diverse overheidslichamen. In de visie van Sybrand Landman blijven

die partijen ook de komende tijd, als de invulling aan de orde komt, nauw betrokken, zodat alle beschikbare kennis en kunde kan worden aangewend. Landman: “Intern op het ministerie werken we met een projectteam, dat voor het schrijven van de wetteksten wordt ondersteund door juristen. We zijn ook bezig een breed samengestelde projectorganisatie in te richten. Daarin hebben vertegenwoor-digers zitting van alle branchepartijen waarmee we in contact zijn. Op 16 december is de startbijeenkomst en dan hopen we in 2011 de nodige stappen te kunnen zetten.” Sybrand Landman heeft zin in de klus die hem wacht. “Het is een heel traject waarin veel aan de orde zal komen. Maar het is zeker ook leuk om met een hele club mensen aan zo’n project te werken. Op zich is het ook best overzichtelijk. Omdat in ieder geval het hoofddoel heel duidelijk is: het regelen van de hygiëne- en veiligheidsaspecten. We gaan alle belangen meewegen en dan hopen we te komen met een ‘slimme’ wet, waar regering en Eerste en Tweede Kamer straks volmondig ja tegen zeggen.”

“De huidige wet belemmert op sommige punten de innovatieve kracht die in de zwemwereld aanwezig is”


Energiebesparing met eenvoudige maatregelen Verlaging energiekosten is beperkt van invloed op exploitatietekort zwembaden Kan met het verduurzamen (lees: energiezuiniger maken) van zwembaden het exploitatietekort worden verlaagd, zodat een toegangskaartje goedkoper wordt? Een jaar geleden namen Provinciale Staten van de provincie Gelderland een motie aan waarin Gedeputeerde Staten werd gevraagd onderzoek te doen naar het antwoord op deze vraag. Inmiddels zijn de resultaten bekend.

De uitvoering van de motie kwam in handen van de medewerkers van het Programma Klimaat en Energie van de provincie Gelderland. Zij zochten in een vroeg stadium contact met het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Wido Eissens van de provincie Gelderland: “Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is een club met een open oog voor de energieproblematiek in zwembaden. We vonden gelijk weerklank en vanaf dat moment zijn we samen opgetrokken. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ heeft ook actief geparticipeerd in het onderzoek, dat we hebben laten uitvoeren door E kwadraat advies uit Leeuwarden. De opdracht was bij alle 97 Gelderse openbare zwembaden te onderzoeken wat er is te verduurzamen en te besparen.” Het adviesbureau stelde een vragenlijst op die naar alle zwembaden werd gestuurd. Helaas bleef het aantal reacties beperkt, ook na een nabelronde. Slechts 17 zwembaden leverden voldoende informatie aan voor het maken van een bruikbare energieanalyse. Niettemin trok E kwadraat advies een aantal conclusies en werd getracht een algemeen beeld te geven van de situatie.

Wido Eissens: “De belangrijkste constatering is dat het meeste effect mag worden verwacht van eenvoudige maatregelen die zichzelf in korte tijd terugverdienen. De besparingsmogelijkheden die worden genoemd zijn niet heel verrassend. Het gaat vooral om algemeen bekende maatregelen, zoals gebruikmaken van energiezuinige lampen, goed omgaan met installaties en het nemen van eenvoudige isolatiemaatregelen, zoals het aanbrengen van tochtstrips en besparende douchekoppen.” Met dit soort acties zou volgens het rapport van E kwadraat advies een besparing mogelijk zijn van 5% op de elektrakosten en 30% op de gasrekening. Afhankelijk uiteraard van de mate waarin zwembaden deze maatregelen mogelijk al hebben genomen. Naar aanleiding van het rapport hebben Gedeputeerde Staten de Provinciale Staten geadviseerd op dit moment geen vervolg te geven aan het onderzoek. De belangrijkste reden hiervoor is dat zwembaden vanuit de vergunning die ze hebben, al min of meer verplicht zijn de energiemaatregelen te nemen die worden voorgesteld en die zichzelf op korte termijn terugverdienen.

“Andere organisaties in het hele land kunnen hiervan profiteren”

Wido Eissens: “Omdat de energiekosten uiteindelijk slechts 10 tot 15% uitmaken van de totale exploitatiekosten, mag maar een klein effect worden verwacht op het terugdringen van het exploitatietekort. Het antwoord op de vraag of met het verduurzamen van zwembaden een kaartje voor het zwembad goedkoper kan worden, is dus ‘nee’. Vanwege dat beperkte effect op de exploitatie en omdat de toegangsprijs en de verhuurprijs vaak al bewust onder de kostprijs worden gehouden.” Van belang voor het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is nog of de uitkomsten van het provinciale onderzoek landelijk vertaald kunnen worden. Wido Eissens denkt van wel. “Want een zwembad in Groningen is niet veel anders dan een zwembad in Arnhem.”

Zelfscan energiebesparende maatregelen Als onderdeel van het onderzoek dat E kwadraat advies heeft uitgevoerd naar de mogelijkheden om te verduurzamen, is een tool ontwikkeld waarmee zwembaden op een eenvoudige manier energiebesparende maatregelen in kaart kunnen brengen. Het beschikbaar komen van de tool, in de vorm van een zelfscan, was een van de redenen voor het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ in het onderzoek te participeren. Directeur Ronald ter Hoeven: “Andere organisaties in het hele land kunnen hiervan profiteren. Met dank aan de provincie Gelderland, die z’n nek heeft durven uitsteken en het belang heeft ingezien van een onderzoek naar het verduurzamen van zwembaden. Het is alle energie, tijd en geld zeker waard geweest.”

15


Volop positieve publiciteit

Eerste Zwemb ad van het Jaa r-verki ezing een su cces

Op vrijdag 17 december wordt de winnaar bekend van de eerste Zwembad van het Jaar-verkiezing. Een initiatief van Marcel Demper, waar het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ zich enthousiast achter schaarde. Doel van de verkiezing is zwembaden positief in de publiciteit te brengen. technisch weinig met zwemmen te doen. Een verkiezing kan juist wel reden zijn voor positieve aandacht en daarom heb ik het idee gelanceerd. Ik moet zeggen dat de reacties mijn verwachtingen ver hebben overtroffen. Daar leid ik uit af dat er behoefte was aan een activiteit als deze.”

Waar een spontaan initiatief toe kan leiden. In korte tijd heeft Marcel Demper zoveel losgemaakt dat hij er zelf een halve dagtaak bij heeft om ervoor te zorgen dat alles gladjes verloopt. “Maar het gaat lukken hoor”, meldt Demper, die werkzaam is als zelfstandig adviseur op het gebied van gemeentelijk sportbeleid. Desondanks heeft hij met de Zwembad van het Jaar-verkiezing niet direct een commercieel motief. Marcel Demper: “Ik zie de problemen waar ‘het zwemmen’ mee worstelt. Die bak water blijft een bak water en vooral daarom is er media-

De Zwembad van het Jaar-verkiezing is in eerste instantie een consumentenverkiezing. In de periode van 1 november tot en met 8 december kon iedereen via internet cijfers geven aan alle zwembaden in Nederland. Bij het uitbrengen van een stem werd een beoordeling gevraagd (een cijfer tussen 1-10) voor drie criteria: prijs/ kwaliteit-verhouding, klantvriendelijkheid en hygiëne. De zwembaden met de hoogste gemiddelde waardering van iedere provincie worden tussen 9 en 16 december bezocht door mystery guests. Zij brengen op hun beurt verslag uit aan een vakjury, die uiteindelijk bepaalt welk bad ‘Zwembad van het Jaar 2010’ wordt. De belangrijkste prijs voor het winnende bad is de positieve publiciteit die met het winnen van de verkiezing kan worden gerealiseerd. Daarnaast is er voor de winnaar een trofee, het ‘Gouden Startblok’, en geeft oud-topzwemmer Johan Kenkhuis een clinic voor twintig vaste bezoekers van het winnende zwembad.

Calluna in Ermelo ‘groenste’ zwembad van Nederland De Zwembad van het Jaar-verkiezing staat niet op zichzelf. Tegelijkertijd zijn er ook een ‘zilveren’ prijs en een ‘groene’ onderscheiding te winnen. De winnaar van de groene prijs, uiteraard bedoeld voor het meest duurzame zwembad van Nederland, is inmiddels bekend: Zwembad Calluna in Ermelo. De prijs, het ‘Groene Startblok’, ging naar Zwembad Calluna vanwege het grootschalig toepassen van meerdere duurzame technieken. Een onderdeel van de prijs is dat de verkiezingsbijeenkomst op 17 december wordt gehouden in Zwembad Calluna. Tijdens die bijeenkomst wordt niet alleen het ‘Gouden Startblok’ uitgereikt, maar ook het ‘Zilveren Startblok’. ‘Zilver’ gaat naar het zwembad dat op de meest originele manier heeft geprobeerd stemmen te verzamelen. Verschillende zwembaden gaven de afgelopen weken op een ludieke manier invulling aan deze opdracht.

16

Iedereen die via internet een stem heeft uitgebracht op een zwembad dingt ook mee naar leuke prijzen, zoals een bezoek aan het grootste zwembad ter wereld in het Egyptische Sharm el Sheikh, een jaar gratis zwemmen en Speedo-zwembrillen. Nog voor de verkiezing z’n beslag heeft gekregen is Marcel Demper een tevreden man. “Vanwege alle respons die ik heb gekregen. De samenwerking met het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is ook heel goed gelopen. Ze zagen de verkiezing gelijk zitten en hebben voor veel positieve support gezorgd. Directeur Ronald ter Hoeven is ook voorzitter van de vakjury en Marcel Jagersma zit in de jury die het ‘Zilveren Startblok’ (zie kader, red.) heeft toegekend.” “Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ is samen met mij ook van mening dat er nóg meer in deze verkiezing zit. Zo wil ik zelf volgend jaar graag de buitenzwembaden nadrukkelijker bij de verkiezing betrekken door de periode waarin kan worden gestemd beter af te stemmen op het buitenseizoen. Doel is om de komende jaren het succes van de verkiezing van dit jaar te overtreffen. Ik heb ideeën genoeg over de manier waarop dat zou kunnen.”


NPZ Scholing & Training organiseert in 2011‌ training

Managersmeeting 8 en 9 februari 2011 Tweedaagse ontdekkingsreis langs verschillende locaties

Leiderschapstraining on the road

Aquafitnessevent boordevol inspiratie

st toekom e d r a na en Busreis rd-Nederland o o door N d ederlan Zuid-N

Kennis uitwisselen en nieuwe kennis tot stand brengen

We e k va n h e t Zwemonderwijs Mei 2011

Onmisbare praktijkdag voor de aquafitnesspresenter

Spetteren d van prese e workouts n gevraagd ters die veel zijn over hele were de ld

Aquamasters 2011 17 juni 2011

Verkiezing Zwemonderwijzer van het jaar

Ervaring en beleving van zwemonderwijs staat centraal

Week met verschillende programma’s en side-events over zwemonderwijs


Klaar voor de toekomst met de Managersmeeting

8 & 9 fe bruar

i 2011

De Managersmeeting beleeft dit jaar een primeur als tweedaagse ontdekkingsreis langs verschillende locaties in Nederland. Deelnemers stappen op de busreis naar de toekomst en onderzoeken verschillende stijlen van leiderschap en verschillende organisatiemodellen. Het doel van deze intensieve training: kennis uitwisselen en nieuwe kennis tot stand brengen. Waarom een nieuwe opzet? Zwembaden hebben een belangrijke maatschappelijke functie, maar zijn ook een aanzienlijke post op de gemeentelijke begroting. Efficiënt en effectief werken is daarom belangrijk, zeker nu de overheidsbegrotingen onder druk staan. Tegelijkertijd wil de zwembranche dat klanten een bezoek aan het zwembad als een belevenis ervaren en mag het belang van de medewerkers niet uit het oog verloren worden. Steeds vaker wordt het management van zwembaden gevraagd om ‘bedrijfsmatig’ te werken. Maar wat is dat precies? Tijdens de Managersmeeting 2011 gaan

Deelnemers stappen op de busreis naar de toekomst en onderzoeken verschillende stijlen van leiderschap en verschillende organisatiemodellen

18

deelnemers op zoek naar het antwoord (dat zeker niet eenduidig zal zijn) op die vraag. Managersmeeting 2011 in het kort Wat zijn de achtergronden van bedrijfsmatig werken en hoe pas je het principe in de (eigen) praktijk toe? Twee dagen lang maken deelnemers kennis met verschillende stijlen van leiderschap, met chaosdenken, veranderkunde en organisatiemodellen als het Rijnlandse model. Twee dagen lang werken zij aan hun vaardigheden en stijl. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ biedt een verrassende context en zorgt voor inspirerende sprekers. Maar de belangrijkste bijdrage aan deze road meeting bestaat uit de kennis en ervaring die de deelnemers zelf inbrengen. Echte keuzes maken Hoe richt je als manager je organisatie zo in dat die klaar is voor de toekomst? Tijdens de Managersmeeting 2011 delen collega’s uit het hele land hun kennis en ervaring. Er wordt gebruikgemaakt van crowdsourcing: de kracht van de groep. De groep brengt een synergie tot stand waarbinnen de deelnemende managers een andere manier van denken en een nieuwe manier van leiding geven trainen. Slimmer werken; Niet meer op de traditionele manier schaven, maar

echte keuzes maken; Bewust organiseren; Gebruik maken van de kracht van medewerkers; Je eigen valkuilen herkennen. Met de tweedaagse Managersmeeting 2011 hoopt de organisatie samen met de deelnemers een wezenlijke verandering tot stand te brengen. De manier van werken wordt nieuw, toekomstbestendig en duurzaam. Een nieuwe standaard De Managersmeeting 2011 is geen aaneenschakeling van presentaties en is niet georganiseerd om een nieuwe manier van werken op te leggen. Het is de bedoeling dat de deelnemers zelf een nieuwe standaard bepalen en tegelijkertijd nieuwe ervaringen opdoen en mensen ontmoeten. Anders dan bij een bijeenkomst in een congresgebouw beleven deelnemers hoe het wel en niet moet: een ervaring waar zij nog jaren op terug kunnen vallen. Dwars door Nederland Vier bussen met vier reisleiders vertrekken op 8 februari. Twee bussen starten in Lelystad en rijden een route door NoordNederland. De bussen die vertrekken in Tilburg doen verschillende locaties aan in Zuid-Nederland. Halverwege treffen zij elkaar, ter hoogte van de limes: ooit de grens van het Romeinse rijk. Historisch is de limes (spreek uit lie-mes) een grenspad, een economisch netwerk en een bron van inspiratie, die handel en culturele uitwisseling niet in de weg stond. Hij loopt dwars door Nederland, langs de Rijn en op de lijn Leiden-Nijmegen.


vóór Meld je aan en 31 december 0,ontvang € 10 orting vroegboek-k Hoe zijn de werkprocessen in het eigen zwembad georganiseerd en hoe kan dat beter? Onder de limes heersten de mores van de Romeinen, erboven maakten volken als de Friezen en de Saksen de dienst uit. Ook voor de organisatie is de limes een inspiratiebron, als symbool voor de plaats waar twee dominante managementstijlen samenkomen: het Rijnlandse model, dat de mens centraal stelt, en het outputgerichte Angelsaksische systeem. De reis naar de toekomst kruist de limes en de deelnemers slaan er kamp op: om de ervaringen die zij tot dan toe hebben opgedaan, te delen. Programma Niemand leunt achterover tijdens de Managersmeeting 2011. Er wordt, met behulp van moderne media en actieve werkvormen, hard gewerkt. De eerste dag maken de managers samen met de reisleider, een ervaren persoon op het gebied van organisaties en werkprocessen, een tocht langs verschillende organisatieconcepten: Angelsaksisch versus Rijnlands, lineair versus complex, management versus zelforganisatie, geschiedenis

versus tijdloze modellen. In de bus is tijd voor inleidingen en het oefenen van de mindset, waarmee de deelnemers voor elk locatiebezoek een andere bril aangereikt krijgen om naar de organisatie, de werkprocessen en de mensen te kijken. Nadat managers geproefd hebben van de lijn van de Friezen en de Saksen en van de lijn van de Romeinen, kan zelf een beeld worden gevormd van de twee leiderschapsstijlen. Dag 1: Friezen en Saksen versus de Romeinen De lijn van de Friezen en de Saksen laat de reizigers kennismaken met een nuchtere en rationele organisatiebenadering. Het accent ligt op structuur, strategie en systemen. Want is output niet het allerbelangrijkste? De lijn van de Romeinen belicht een organisatiebenadering die gebaseerd is op passie en vakmanschap.

Het accent ligt op menselijke waarden, vaardigheden en stijl. De mens en wat hem drijft, staan centraal. Want is dat niet het allerbelangrijkste? Midden in het land ontmoeten de bussen elkaar, ter hoogte van de limes. ’s Avonds en de volgende ochtend volgen de deelnemers hier een gezamenlijk programma. Dag 2: concrete actiepunten In de middag van de tweede dag, op weg terug naar huis, is het tijd de nieuwe inzichten toe te passen op de eigen werksituatie. Hoe zijn de werkprocessen in het eigen zwembad georganiseerd en hoe kan dat beter? Wat kan goed leiderschap en bedrijfsmatig werken betekenen voor de eigen organisatie? Vóór ze terugkeren naar huis stellen de deelnemers concrete actiepunten op en beginnen ze met het maken van keuzes.

Anders dan bij een bijeenkomst in een congresgebouw beleven deelnemers hoe het wel en niet moet: een ervaring waar zij nog jaren op terug kunnen vallen

Opstapplaatsen De busreis naar de toekomst volgt twee verschillende routes. De noordelijke route heeft Lelystad als opstapplaats. De bus vertrekt dinsdag 8 februari om 08:30 uur en is woensdag 9 februari om 17:30 uur terug in Lelystad. Tilburg is de opstapplaats bij de zuidelijke route. De bus vertrekt hier op dinsdag 8 februari om 09:00 uur en is op woensdag 9 februari om 17:30 uur terug in Tilburg. Investering De Managersmeeting 2011 vraagt een investering in tijd, energie en geld. De kosten bedragen € 1.100,- voor een high-profile-ticket en € 850,- voor een low-budget-ticket per persoon. Meld je aan vóór 31 december en ontvang € 100,- vroegboek-korting. Prijzen zijn exclusief BTW. Na afloop ontvangen deelnemers een ticket voor de toekomst. Aanmelden Aanmelden kan tot uiterlijk 11 januari 2011 door het aanmeldingsformulier op de website in te vullen en te verzenden of een e-mail te sturen naar: scholing@npz-nrz.nl. De Managersmeeting 2011 gaat door bij een minimumaantal aanmeldingen van 40 personen per bus.

19


Volg ons via sociale media

Op de hoogte blijven van waar de medewerkers van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ aan werken? Volg ons via sociale media!

Volg ons op Twitter

Ronald ter Hoeven, directeur: http://twitter.com/RonaldterHoeven

Marcel Jagersma, Manager Klant & Markt en Manager Keurmerk Veilig & Schoon: http://twitter.com/MarcelJagersma

www.npz-nrz.hyves.nl

Michael van den Beld, consulent regio Noord: http://twitter.com/MichaelvdBeld

John van Susteren, consulent regio Zuid: http://twitter.com/JohnvanSusteren

Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ wenst iedereen fijne feestdagen en een spetterend Nieuwjaar!

Volg ons ook op LinkedIn. Via de groep ‘Keurmerk Veilig & Schoon’ en ‘Nationaal Platform Zwembaden | NRZ’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.