‘Verlichting is de bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuld heeft. Onmondigheid is het onvermogen van de mens om zijn verstand te gebruiken zonder leiding van een ander. Aan deze onmondigheid is de mens zelf schuldig wanneer de oorzaak ervan niet ligt aan zijn gebrek aan verstand, maar aan zijn gebrek aan moed en wilskracht zijn verstand te gebruiken zonder leiding van een ander.’
De (komende) opstand, naar Friedrich Schiller Een productie van andcompany&Co., Oldenburgisches Staatstheater en Frascati Producties Amsterdam.
Immanuel Kant
Programmaboekje: Alexander Karschnia, Joachim Robbrecht, Inga Simoleit, Berthe Spoelstra De Designpolitie Frascati Producties, februari 2012 www.andco.de www.theaterfrascati.nl www.staatstheater.de
In coproductie en FFT Düsseldorf, Theater im Pumpenhaus Münster en met ondersteuning van Fonds Podiumkunsten, Goethe Institut en Kultursekretariat Wuppertal.
De (komende) opstand Een productie van andcompany&Co., Oldenburgisches Staatstheater en Frascati Producties Amsterdam. In coproductie en FFT Düsseldorf, Theater im Pumpenhaus Münster.
Een slordige 220 jaar later - en een jaar voor de Franse Revolutie - verheerlijkte Friedrich Schiller de Nederlandse vechtersmentaliteit van toen in zijn historische studie Geschichte des Abfalls der verei nigten Niederlände (1788), vertaald als De Opstand der Nederlanden. In het achttiende-eeuwse Europa van Schiller was dat overigens nog steeds actueel: in veel landen regeerden absolute vorsten, ook in het over zo’n vierhonderd staten en staatjes verdeelde Duitsland. Schiller beschouwde Nederland als een gidsland voor de rest van de wereld.
Negen acteurs bezetten het theater om de opstand voor te bereiden. Vergezeld van spoken uit het verleden, ideeën over het heden en visioenen van de toekomst beklimmen ze de barricaden.
How do you squat an imaginary space within an imaginary context? Uit: De (komende) opstand van andcompany&Co.
2
En terwijl overal ter wereld brandhaarden zijn en revoluties worden uitgevochten, zijn het de Duitsers die er over nadenken, schrijven en toneel maken. Echter, in dit Duits-Nederlandse project, richt de komende opstand zich niet langer tegen een macht van buiten, niet tegen een boze overheerser. De aanstormende opstand komt van binnen uit en richt zich tegen zichzelf. De actualiteit voor het jaar 2012 ligt in de vraag of een opstand in onze tijd en in onze ‘rijke, westerse samenleving’ tot de mogelijkheden behoort. Is opstand werkelijk een optie? Waarom zouden we en vooral: waartegen zouden we?
Nederlanders beschermen zich tegen de zee door dijken en tegen hun koningen door de constitutie.’ Friedrich Schiller
De (komende) opstand
De (komende) opstand
Het begon in 1568 - 444 jaar geleden - in Nederland. De Geuzen vochten zich vrij van de Spaanse onderdrukker. Ineens was de burger vrij, net als de markt en de staat.
De Nederlandse strijd tegen de Spaanse onderdrukker was een strijd voor politieke en economische vrijheid. Zo bezien waren het de Nederlanders die Europa vrijheid en kapitalisme brachten. Nu lijken deze concepten hun beste tijd te hebben gehad. Is het tijd voor een nieuwe opstand? Of is hij al begonnen? En wie is precies de vijand?
De zee is voor Schiller de symbolische tegenhanger van de vaste staats-grond onder de voeten. De vrije burger, de vrije markt, de vrije staat zijn vandaag de dag lang zo vrij niet meer: Nederland is de ideale metafoor voor een maatschappij waar de dijken overal gaten vertonen en het individu in de maalstroom van gedereguleerde markten, kapitaalstromen meegesleurd wordt. De onrustige zee is metafoor voor het hedendaagse oncontroleerbare af en aanrollen van golven geld, goederen, informatie en mensen. De vraag is: hoe is het mogelijk dat dezelfde mentaliteit ooit de welvaart van de Nederlanders opbouwde, die deze momenteel juist te gronde richt?
Schillers boodschap past bij achttiende-eeuwse Verlichting: het is een roep om individuele vrijheid. Zo bezien heeft hij, in onze ogen, een ideale basis gelegd voor onvervalst politiek agitprop-theater. 15
De (komende) opstand
Uit: Friedrich Schiller: Geschichte des Abfalls der Niederlande (1788), vertaald als De Opstand der Nederlanden.
mehr als die tragische Abdankung Karls V. Unter den Tränen seiner Ritter. Was da einstürzte war das Weltsystem.’ Immanuel Wallerstein, Das moderne Weltsystem Hiermee werd ook een geografische revolutie voltooid: het einde van ‘het tijdperk van de Middellandse Zee’. De handel werd verplaatst naar het noordoosten van Nederland met als centrum Amsterdam. Tegelijkertijd was de revolutie ook een papierrevolutie, aangezien hier het tijdperk begon van de krediethandel en van de wisselhandel. Het tijdperk kortom van de financiers en bankiers. De belangrijkste internationale bank werd opgericht in 1609 in Amsterdam: de Wisselbank. Rond dezelfde tijd voltrok zich de zogenoemde prijsrevolutie: een gigantische inflatie, waardoor het leven van de burger een veelvoud duurder werd.
naar Friedrich Schiller N’ayez pas peur! Nous ne sommes que des acteurs. Don’t fear Habt keine Angst We’re only actors, Schauspieler. We have dressed up as beggars, bedelaars... And this is a rehearsal Wir proben hier den Aufstand, den Opstand der Nederlanden als unverwerfliches Beispiel was Menschen wagen dürfen für die gute Sache und ausrichten mögen durch Vereinigung
De (komende) opstand
“Jede Kränkung, von einem Tyrannen erlitten, gab ein Bürgerrecht in Holland. Man drängte sich nach einem Lande, wo die Freiheit ihre erfreuende Fahne aufsteckte, wo der flüchtigen Religion Achtung und Sicherheit und Rache an ihrem Unterdrücker gewiß war. Wenn wir den Zusammenfluß aller Völker in dem heutigen Holland betrachten, die beim Eintritt in sein Gebiet ihre Menschenrechte zurückempfangen, was muß es damals gewesen sein, wo noch das ganze übrige Europa unter einem traurigen Geistesdruck seufzte, wo Amsterdam beinahe der einzige Freihafen aller Meinungen war? Viele hundert Familien retteten ihren Reichtum in ein Land, das der Ozean und die die Eintracht gleich mächtig beschirmten. Mitten unter den Waffengeräuschen blühten Gewerbe und Handel, und der ruhige Bürger genoß im voraus alle Früchte der Freiheit, die mit fremden Blut erst erstritten wurden.”
Uit: De (komende) Opstand
De Republiek der Nederlanden was de eerste Europese vrijstaat die langer dan 150 jaar bestond. Deze Republiek vormde ook het begin van het moderne kapitalisme. Echter: de financiële crisis die uitbrak toen Filips II regeerde, werd de ondergang van de Spaanse grootmacht. Filips II had een wereldrijk geërfd van zijn vader, keizer Karel V, dat nu instortte: ‘Was da einstürzte, war nicht Bloß eine bestimmte Staatsstruktur. Es war 14
3
“Voor het voortbestaan van de gouden tijd!’ demonstreert het volk in Brecht’s Mahagonny. ‘Voor de vrijheid van de rijken. Voor het eigendom! En voor de onteigening van de anderen!’ Mahagonny is een afspiegeling van onze maatschappij. De grootste misdaad hier is om geen geld te hebben. En zo maakt deze regering ons – kunstenaars tot misdadigers, armoedzaaiers, bedelaars. De regering zegt over ons: “Ze staan met de rug naar het publiek en te veel met de knip open naar Den Haag.” Neen, we staan met de rug tegen de muur en met de handen in de lucht. Zij zeggen dat we voor onze privileges vechten. Wij zeggen dat we voor onze rechten vechten. Voor ons bestaan. Wij kennen deze minachting voor de onderdanen - uit onze geschiedenis. Toen de burgers der Nederlanden voor de landvoogdes Margaretha
van Parma verschenen om hun rechten op te eisen, fluisterde een adviseur haar in: “N’ayez pas peur Madame, ce ne sont que des gueux” (Wees niet bang, het zijn maar bedelaars.) Vanaf dat moment noemden de burgers zich Geuzen, verkleedden zich in bedelaarsmantels – en de Tachtigjarige Oorlog, die in de Europese geschiedenis als De Opstand te boek staat, was begonnen. Het resultaat was een vrij volk dat zichzelf regeerde. 444 jaar later zijn de nieuwe Geuzen de kunstenaars, samen met iedereen die niet langer op deze manier geregeerd wil worden. Overheersing is… Voor het voortbestaan van de gouden tijd? Neen! Voor het begin van een nieuwe tijd!” Speech gehouden op 19-9-11 te Den Haag door andcompany&Co. en J. Robbrecht.
auf Unkosten des Ganzen genossen wird. Wenn Gram an dem Herzen nagt, wenn trübe Laune unsere einsamen Stunden vergiftet, wenn uns Welt und Geschäfte anekeln, wenn tausend Lasten unsre Seele drücken und unsre Reizbarkeit unter Arbeiten des Berufs zu ersticken droht, so empfängt uns die Bühne – in dieser künstlichen Welt träumen wir die wirkliche hinweg, wir werden uns selbst wieder gegeben, unsre Empfindung erwacht, heilsame Leidenschaften erschüttern unsre schlummernde Natur und treiben das Blut in frischeren Wallungen.”
Waarom en voor welk doel wordt Universalgeschichte onderzocht?
“Welcher rasche Wechsel von Finsternisse und Licht, von Anarchie und Ordnung, von Glückseligkeit und Elend, wenn wir den Menschen auch nur in dem kleinen Weltteil Europa aufsuchen! Frei an der Themse, und für diese Freiheit sein eigener Schuldner; hier unbezwingbar zwischen seinen Alpen, dort zwischen seinen Kunstflüssen und Sümpfen unüberwunden. An der Weichsel kraftlos und elend durch seine Zwietracht; jenseits der Pyrenäen durch seine Ruhe kraftlos und elend. Wohlhabend und gesegnet in Uit Schillers rede Die Schaubühne als eine moralische Anstalt betrachtet Amsterdam ohne Ernte; dürftig und unglücklich an des Ebro unbenutztem uitgesproken op 26 juni 1784. Paradiese. Hier zwei entlegene Völker durch ein Weltmeer getrennt und zu Nachbarn gemacht durch Bedürfnisse, Kunstfleiß und politische Bande; dort die Anwohner eines Stromes durch eine andere Liturgie unermeßlich geschieden! Was führte Spaniens Macht über den atlantischen Ocean in das Herz von Amerika, und nicht einmal über den Tajo und Guadiana hinüber? Was erhielt in Italien und Deutschland so viele Thronen und ließ in Frankreich alle, bis auf einen, verschwinden? – Die Universalgeschichte löst diese Frage.”
De (komende) opstand
De (komende) opstand
Voor het begin van een nieuwe tijd!
Uit: Friedrich Schillers inaugurale rede bij de aanstelling tot Professorgeschiedenis en filosofie in Jena, op 26 mei 1789, met de titel Warum und zu welchem Zweck studiert man Universalgeschichte?
4
13
De (komende) opstand
J.G. Schadow: Goethe und Schiller im Gespräch (1908).
12
Schiller overleed op 9 mei 1805. Enkele jaren na zijn bijzetting werden zijn beenderen naar een ander graf overgebracht en Goethe liet zich, hoewel illegaal, de schedel van zijn oude vriend brengen. In de twintigste eeuw bleek echter dat deze schedel niet van Schiller was. De werkelijke schedel en beenderen van Schiller zijn spoorloos verdwenen. Het theater als moralistisch instituut “Die menschliche Natur erträgt es nicht, ununterbrochen und ewig auf der Folter der Geschäfte zu liegen, die Reize der Sinne sterben mit ihrer Befriedigung. Der Mensch, überladen von tierischem Genuß, der langen Anstrengung müde, vom ewigen Triebe nach Tätigkeit gequält, dürstet nach bessern auserlesenern Vergnügungen, oder stürzt zügellos in wilde Zerstreuungen, die seinen Hinfall beschleunigen und die Ruhe der Gesellschaft zerstören. Bacchantische Freuden, verderbliches Spiel, tausend Rasereien, die der Müßiggang ausheckt, sind unvermeidlich, wenn der Gesetzgeber diesen Hang des Volks nicht zu lenken weiß. Der Mann von Geschäften ist in Gefahr, ein Leben, das er dem Staat so großmütig hinopferte, mit dem unseligen Spleen abzubüßen – der Gelehrte zum dumpfen Pedanten herabzusinken – der Pöbel zum Thier. Die Schaubühne ist die Stiftung, wo sich Vergnügen mit Unterricht, Ruhe mit Anstrengung, Kurzweil mit Bildung gattet, wo keine Kraft der Seele zum Nachtheil der andern gespannt, kein Vergnügen
In De (komende) opstand wordt onder meer gebruik gemaakt van Schillers Don Karlos (1787) en Geschichte des Abfalls der vereinigten Niederlände (1788), vertaald als De Opstand der Nederlanden, en het - anoniem gepubliceerde – vlugschrift L’Insurrection qui vient (2007). Alexander Karschnia en Joachim Robbrecht zijn daarbij ‘embedded writers’: zij schreven over theater, staat, constitutie en revolutie. Ze combineren Schillers werk vrolijk en op onverantwoorde wijze met geschiedkundige feiten en persoonlijke verhalen. Karschnia en Robbrecht citeren ook uit het baanbrekende werk van Fernand Braudel Das Mittelmeer und die mediterrane Welt in der Epoche Philipps II (1947). Maar De (komende) Opstand bevat ook citaten uit het werk van Agentur Bilwet, Louis Bon, Bertolt Brecht, Eduardo Galeano en Johann Wolfgang von Goethe. Tot slot worden in De (komende) opstand van andcompany&Co. citaten gebruikt uit de hedendaagse popcultuur, zoals van de Oostenrijkse band ‘Ja Panik’; zij refereren op hun beurt veelvuldig aan L’Insurrection qui vient/The coming Insurrection…
‘Politiek is altijd een zuster van het theater geweest. Politiek is waar het spel van de identiteiten wordt onderbroken. Politiek is de uitoefening van vaardigheden die voor iedereen hetzelfde zijn. Politiek heeft geen barricaden nodig, maar een toneel van tegengestelde meningen.’
De (komende) opstand
opstand was in Duitsland groot, aangezien daar nooit een revolutie was geslaagd. Schiller had ook een fascinatie voor de Franse revolutie. Kort nadat hij zijn stuk Don Karlos had beëindigd, vond de Franse revolutie plaats. Aanvankelijk was Schiller enthousiast over deze revolutie, maar gaandeweg groeide zijn ontzetting. Desondanks werd hij ereburger van de Franse Republiek. Schiller was niet alleen een schrijver, maar ook hoogleraar Geschiedenis, historicus en filosoof. Het concept van de vrijheid en de esthetische ervaring was voor hem van essentieel belang. Een van zijn bekendste uitspraken is: “Kunst, de zuster van de vrijheid”.
Jacques Rancière
5
Tarnac 9
Diverse denkers van over de hele wereld betuigen Le Tarnac Neuf inmiddels steun en zien hen als ‘zondebokken van een generatie die eindelijk is begonnen met zelfstandig nadenken over de defecten van het kapitalisme’. Zij wijzen op het verschil tussen sabotage en terrorisme. L’Insurrection qui vient (Der Kommende Aufstand / De komende opstand/ The Coming Insurrection) is een Frans pamflet uit 2007, vrij via
internet verkrijgbaar. Het pamflet heeft weerklank gevonden in Europa, maar vooral ook in Amerika. Het telt 125 pagina’s en bestaat uit twee delen: het eerste deel tracht een diagnose te stellen van de totalitaire, moderne kapitalistische civilisatie en volgt de opbouw van Dante Alighieri’s Inferno. Deel twee biedt een handleiding voor de revolutionaire strijd en gaat met name in op het vormen van communes, ondergrondse netwerken en hoe obstructie te plegen in de samenleving. In dit deel echoot de ‘exodus-’ of ‘afscheiding’-strategie van Marxisten als Antonia Negri en Jacques Camatte. De stijl van het vlugschrift is tegelijkertijd analytisch, poëtisch en propagandistisch en dat maakt het tot een ideale dadaïstische tekst voor theater. Overigens verenigen enkele leden van de Tarnac Negen zich eveneens in Tiqqun, een Frans filosofisch tijdschrift dat werd opgericht in 1999 met het doel ‘condities te creëren voor een andere samenleving’.
‘Geef, wat U ons heeft afgenomen, terug. (…) Geef ons vrijheid van denken.’ Markies van Posa
6
Filips II (1527 – 1598) heerste over het grootse koloniale rijk in de 16e eeuw: Castilië en Aragon (samen Spanje), Napels, Sicilië, de Habsburgse Nederlanden en Portugal. Hij had veel geld beschikbaar voor de strijd tegen de Islamitische Ottomanen en mengde zich in de Europese godsdiensttwisten, waaronder ook de Nederlandse Opstand gerekend wordt. Hij was bovendien vier jaar koning van Engeland, door zijn huwelijk met Mary I, en hoopte bij haar een katholieke troonopvolger te verwekken die zou kunnen heersen over Engeland en de Nederlanden. Hij zou echter pas in zijn vierde huwelijk een mannelijke troonopvolger verwekken. Onder het bewind van Filips II bereikte Spanje het hoogtepunt van zijn macht, maar hij bracht het land ook economische uitputting en cultureel verval. Zijn economisch beleid had ernstige tekortkomingen: de landbouw werd verwaarloosd waardoor Spanje afhankelijk werd van import, betaald met uit Amerika geïmporteerde
goud en zilver. Omdat tegelijkertijd adel en kerk vrijgesteld waren van belasting, ontstond er hyperinflatie. Ook het uitzetten van joden en Moren (goed geschoolde vaklui en handelslieden) deed de Spaanse economie geen goed. Spanje hield de façade van een grote mogendheid op, maar leed aan intern verval.
Friedrich Schiller Friedrich Schiller werd geboren in 1759. Toen hij 14 was, gaf de hertog van Württemberg - zonder de toestemming van Schiller’s ouders bevel Schiller naar de militaire academie te sturen. Hier begon Schiller met een rechtenstudie en schakelde hij in 1775 over naar geneeskunde. Zijn eerste theaterstuk schreef Schiller al toen hij dertien was. In de loop van zijn studietijd werd hij sterk beïnvloed door de schrijvers van Sturm und Drang, waaronder ook zijn latere vriend Johann Wolfgang von Goethe. Goethe en Schiller staan bekend als de twee grote klassiekers uit de geschiedenis van de Duitstalige literatuur.
De (komende) opstand
De (komende) opstand
In november 2008 werden negen mensen, vrijwel allen afkomstig uit dezelfde commune, met veel politiegeweld van hun bed gelicht in het Franse stadje Tarnac. Zij werden er van verdacht lid te zijn van een criminele, terroristische organisatie en onder andere de treinrails van de TGV te hebben ontwricht. Bovendien zouden zij deel uitmaken van het Comité Invisible: de auteurs van het opruiende pamflet L’Insurrection qui vient / De komende opstand.
Filips II
Schiller’s theaterteksten zijn vooral ontleend aan verschillende gebeurtenissen uit de Europese geschiedenis. Zijn verhandeling Geschichte des Abfall der Niederlande werd geschreven in 1788 en in 2005 vertaald als De Opstand der Nederlanden. Deze opstand is bij ons het nationale geheugen ingegaan als het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Voor Schiller gold deze opstand als een echte revolutie. De fascinatie met deze Nederlandse 11
andcompany&Co. 9
De term ‘Geuzennaam’ bestaat trouwens ook in het Duits: een geuzennaam is een woordat aanvankelijk discriminerend en beledigend bedoeld is, maar juist een heldhaftigere uitstraling krijgt, doordat de beschimpten zelf gebruik gaan maken van het woord. Populaire voorbeelden zijn: ‘piraat’, de Engelse termen ‘punk’ en ‘queer’, maar ook racistische scheldwoorden als het N-woord in de hiphop, seksistische aanspreekvormen van vrouwen of het politiek-cultureel initiatief ‘Kanak-Attak’ in Duitsland. Een oude Geuzenspreuk is ‘Liever Turks dan Paaps’. In de Middeleeuwen werd Spanje bedreigd door het Ottomaans Rijk. Parallel aan de ondergang van de Spaanse grootmacht voltrok zich een Arabische Lente avant la lettre. Het Ottomaanse Rijk ging ten onder als gevolg van een reeks opstanden in NoordAfrika en het is niet uit te sluiten dat de revoluties uit het NoordAfrikaanse gebied zich hebben uitgebreid naar het noorden.
Don Karlos als revolutionair theaterstuk Schiller’s theaterstuk Don Karlos (1787) werd in de geschiedenis regelmatig als revolutionair stuk begrepen, ofwel had het stuk revolutionaire gevolgen. Tijdens een première van Don Karlos in 1848 werd enthousiast geapplaudisseerd door het publiek, op het 10
andcompany&Co. bestaat voor deze gelegenheid uit negen mannen: Rüdiger Hauffe, Reinier van Houdt , Alexander Karschnia, Simon Lenski, Hartmut Schories, Joachim Robbrecht, Sascha Sulimma, Vincent van der Valk en Ward Weemhoff. Nicola Nord, het tiende lid van de commune andcompany&Co. voerde de regie.
moment waar de Markies van Posa zegt: ‘Geef ons vrijheid van denken’. De Fürst von Metternich was toen aanvoerder van de tegenaanval tegen Napoleon. Hij vluchtte nog dezelfde nacht van Oostenrijk naar Engeland. Een recenter voorbeeld: na 13 jaar als directeur van het ‘Új Színház’ (nieuwe theater) in Boedapest werd István Márta begin 2012 gedwongen terug te treden. Hij werd door het stadsbestuur vervangen door György Döner, een lid van de rechtsextremistische partij Jobbik. György Döner is ondertussen van plan om het nieuwe theater om te dopen in “THUISFRONT THEATER”. Ook beschuldigt hij István Márta er van de afgelopen 13 jaar te weinig Hongaarse theaterstukken op het programma te hebben gezet. Het laatst opgevoerde stuk onder de leiding van Márta was Schiller’s Don Karlos. Het was een reactie op de inperkingen van de vrije pers in Hongarije.
Het onafhankelijke, Duitse andcompany&Co. (Nicola Nord, Alexander Karschnia en Sascha Sulimma) maakt activistisch, energiek muziektheater. Het collectief werkt zowel in de ’freien Szene‘ als binnen de structuur van Duitse Stad- en Staatstheaters. Het collectief werd door Staatstheater Oldenburg uitgenodigd om binnen haar muren werk te ontwikkelen. andompany&Co. werkt sinds 2005 bij Frascati Producties. Het eerste stuk was Europe an Alien., waarop Little red (play): ‘herstory‘ volgde. Deze voorstelling, tevens het afstudeerwerk van Nicola Nord aan DasArts, was door heel Europa op diverse toonaangevende festivals te zien. Het was deel 1 van de Trilogy of Reunion with the 20th Century, ook wel De Communisme Trilogie genoemd.
uit heden en verleden: een ‘laboratorium van de sociale fantasie’. Ze combineren energiek en aanstekelijk theater met hoog voltage maatschappijkritisch denkwerk. Met schrijver en theatermaker Joachim Robbrecht deelt andcompany&Co een voorliefde voor humoristische maatschappelijke satire. Met zijn komst naar Nederland in 2002 Robbrecht (Gent, 1979) gefascineerd door de zoektocht van de Nederlanders naar hun identiteit. Na zijn afstuderen aan de Amsterdamse regieopleiding begon hij bij Frascati Producties aan een serie voorstellingen over deze ‘zotte zoektocht naar wortels’. In zijn werk onderzoekt Robbrecht telkens nieuwe manieren om documentair en fictief materiaal, spel en werkelijkheid te combineren.
De (komende) opstand
De (komende) opstand
Liever Turks dan Paaps
Zowel de werkwijze als de voorstellingen van andcompany&Co. vertonen de structuur van de ‘remix’. Zij maken montages van de Zeitgeist, waarin Dagobert Duck met eenzelfde waardering ge-copy-pasted wordt als Karl Marx. Het zijn nieuwe constellaties, gemaakt uit beelden en teksten, iconen en concepten 7
De Tachtigjarige Oorlog is de naam voor de opstand in de Nederlanden tegen het Spaanse leger en duurde van 1568 tot 1648. Deze oorlog eindigde met de Vrede van Münster en de erkenning van de Republiek der Nederlanden als vrije staat. De Republiek werd toen buitengesloten van de eenheid van het Heilige Roomse Rijk. In de loop van deze tachtig jaar werden meerdere oorlogen uitgevochten, ontstaan als gevolg van de Inquisitie die protestanten als ketter aanmerkte en de Europese adel beperkte in zijn eigendom en rechten. Filips II had zich voorgenomen om niet alleen zijn land te verdedigen, maar ook het ‘Rijk van God’: hij droomde van een universele monarchie waar ketterij niet zou voorkomen.
Wie waren de geuzen? De Geuzen waren Nederlandse vrijheidsstrijders tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De oorsprong van de naam ligt bij het Franse woord “gueux” (Nederlands: bedelaar). Volgens historici zit de verbinding van de geschiedenis en de naam als volgt: in 1566 reden rond de tweehonderd Calvinistische, Nederlandse adellieden te paard naar Brussel om een Smeekschrift aan te bieden aan Margaretha van Parma, waarin
zij verzochten de Inquisitie stop te zetten en de vrijheden van de adel te herstellen. Bij het overhandigen van het Smeekschrift, zou een van Margaretha’s raadslieden hebben gezegd: “N’ayez pas peur, ce ne sont que des gueux”. De Geuzen wilden uitsluitend passief verzet voeren en om goed herkend te kunnen worden, droeg de groep, inmiddels gegroeid tot zo’n vierhonderd leden, grijze bedelaarsmantels. Filips II van Spanje daarentegen reageerde met geweld. Hij gaf bevel aan de Hertog van Alva de Calvinisten en de Geuzen uit te moorden. Alva zorgde voor een aanscherping van de Inquisitie door de oprichting van de zogenoemde ‘bloedraad’. Alva, de ijzeren hertog, was landvoogd van de Nederlanden tussen 1567 en 1573 en onder zijn bevel werden meer dan 6.000 Nederlandse opstandelingen geëxecuteerd. Overigens waren vooral de Watergeuzen succesvol. Zij bevrijdden, vanaf het water en samen met Willem van Oranje, verschillende steden. De inname van Den Briel wordt algemeen gezien als het eigenlijke begin van de opstand tegen Filips II. Aan dit feit dankt het huidige Brielle haar schildspreuk Libertatis Primitiae, ‘eersteling der vrijheid’. Tot ongeveer 1575 leeft de naam ‘watergeuzen’ voort voor de zeelieden die strijden tegen de Spanjaarden.
‘Ons kan de uitbarsting van een rebellie minder dan ieder ander onverschillig laten, want al onze bezittingen liggen in het open veld en zullen als eerste onder een opstand te lijden hebben. Daarom verzoeken wij Uwe hoogheid een welgenegen en welingelicht iemand naar Madrid te sturen die de koning overeenkomstig het eenstemmige verlangen van de natie kan overreden om de inquisitie op te heffen en de plakkaten af te schaffen […]’
De (komende) opstand
De (komende) opstand
De Tachtigjarige Oorlog
Uit: Smeekschrift der Edelen volgens Hopperus, 74 Burgundius
8
9