NIET TE VERTEREN EEN GEZONDER KIND IN 7 STAPPEN
100% ETEN R
EZONDE
ECHT G
CORS VAN DEN BERG
#nietteverteren
NIET TE VERTEREN
1
Opgedragen aan mijn beste vriend Ben Visser Hij overleed op 28 november 2014 aan longkanker
2
VOORWOORD Uit diverse degelijke en onafhankelijke – met name dat – studies is komen vast te staan dat mensen die een ongezonde levensstijl aanhangen, gemiddeld zo’n tien jaar korter leven dan mensen die een gezonde levensstijl hanteren. Dat is 1. Ook is uit soortgelijke onderzoeken komen vast te staan dat deze eerste groep vaker dan de tweede groep komt te overlijden als gevolg van een van de welvaartsziektes – kanker, hart- en vaatziektes of diabetes – waardoor ze de laatste jaren van hun leven ook nog eens voor een deel in (een ziekenhuis)bed doorbrengen. Dat is twee. Drie: we zijn als soort zo geprogrammeerd dat we verslaafd zijn aan zoet, vet en zout. Als je een kind de vrije hand geeft in het kiezen van wat hij eet en drinkt, zal hij altijd! kiezen voor producten die een van deze drie bevatten. En aangezien dat heden ten dage niet meer gaat over natuurlijke producten – zoals we vanaf dag een van ons bestaan als soort gewend zijn te eten en te drinken – maar over ongeraffineerde, onnatuurlijke, die enkele tientallen jaren geleden door de moderne voedingsindustrie via de supermarkt in ons eetpatroon zijn geïntroduceerd. Ook bewezen is dat ons lichaam daar slecht of helemaal niet mee om kan gaan en dat we, aangezien dat ten koste gaat van ons immuunsysteem, daardoor sneller ziek worden en minder snel herstellen. Inmiddels is ook komen vast te staan dat biologisch (= natuurlijk) de meest gezonde keuze is met de grootste kans op een lang en gezond leven (waarbij ik aanteken dat er ook voorbeelden zijn van natuurlijke producten die niet zo gezond zijn). Verder begrijp ik heel goed dat er ook mensen zijn die om diverse redenen, niet voor biologisch kunnen of willen kiezen: geld, geen mogelijkheden in de buurt, imago, etc. Wat is het doel van dit boek? Goed, dat gezegd hebbende, hoop ik je met dit boek duidelijk te kunnen maken welke verderfelijke stoffen er in sommige producten zitten die op het menu van jouw kind staan, producten waarvan jij denkt dat ze gezond zijn. Ik hoop je daarnaast de kracht en de informatie te geven om deze producten in te ruilen voor gezondere producten. Als jij, uitgaande van jouw huidige levensstijl en mogelijkheden, voor jouw kind of kinderen een paar ongezonde producten in zou kunnen/willen ruilen voor gezonde, is mijn missie al geslaagd. Maar het zou natuurlijk helemaal fantastisch zijn als je het samen met jouw kind voor elkaar zou kunnen krijgen om alle zeven stappen te zetten. Dat zou namelijk betekenen dat jouw kind een grotere kans heeft op een langer en vooral gezonder leven (tot het eind), dan kinderen die die kans niet krijgen. Dat is, kortom, het doel van dit boek!
NIET TE VERTEREN
3
1e druk 2015 Uitgave
Publishers
Apples & Oranges in samenwerking met The Cooking Resolution B.V. Amsterdam, REAL FOOD AMAZING PEOPLE P u b l i s h e r s
Auteur
Cors van den Berg www.nietteverteren.nl
PUBLISHERS Omslagfoto: iStock. by Getty Images. www.istockphoto.com
Druk:
Drukkerij Wedding, Harderwijk
PublishersCooking Resolution Basis lay out: Vormgeving: Harald Jacobs Redactie: Niels van de Put Eindredactie: Henri Kunne publishers
ISBN: 978-94-91197-38-3 NUR 130 Dit baanbrekende boek is tot stand gekomen dankzij een unieke samenwerking tussen Ric Hofmans (uitgeverij Apples & Oranges), Ton Damen (marketeer, The Cooking Resolution)) en mijzelf, Cors van den Berg (auteur). Ik ben geen wetenschapper, dat stel ik voorop, maar heb wel het recht – en misschien zelfs wel de plicht – om dit boek te schrijven. Het is de reden dat ik bij het schrijven er van veel ongevraagde hulp heb ‘gekregen’ van echte wetenschappers middels hun artikelen en informatie in boeken en op Internet. En voor wat hoort wat… Alles uit dit boek – exclusief de foto’s en recepten – mag daarom door iedereen gebruikt worden, opdat zoveel mogelijk mensen de kracht en de informatie vinden om Publishers zichzelf en hun kinderen te beschermen tegen de hoogst ongezonde producten die de voedingsbedrijven ons middels hun commercials dagelijks opdringen.
4
NIET TE VERTEREN
Inhoudsopgave: 1. Proloog | De doodsteek ................................................................................ 11 Hoe heeft het zo ver kunnen komen? 2: Inleiding | De aanklacht ............................................................................... 19 Waarom heb ik dit boek geschreven? 3. Fundament | RECHT VOOR ZIJN RAAP ........................................................ 25 Op welke uitgangspunten is NIET TE VERTEREN gestoeld? • • • • • • • • •
Nutritionisme ............................................................................................................ Marketing en wetenschap ........................................................................................ Kinderen als doelgroep ............................................................................................ De achilleshiel van de voedingsindustrie ............................................................... Landbouwmethodes ................................................................................................. Supermarkt als doorgeefluik .................................................................................... Etiketten en keurmerken .......................................................................................... Bondgenoten van de voedingsindustrie ................................................................. De consument, wij dus! ............................................................................................
26 28 31 32 33 34 35 38 40
4: Voedingsstoffen | WAT ZIT ER IN ONS ETEN? ............................................. 47 Welke voedingsstoffen zijn er en wat betekenen ze in positieve of negatieve zin voor onze gezondheid? A. Macronutriënten ........................................................................................................ 47 1. Koolhydraten .............................................................................................................. • De natuurlijke, ongeraffineerde koolhydraat .......................................................... • De onnatuurlijke, geraffineerde koolhydraat .......................................................... • Suiker: sacharose, fructose en glucose-fructosestroop ......................................... • Tarwe ..........................................................................................................................
47 48 48 50 55
2. Vetten ........................................................................................................................... • Verzadigde vetten ...................................................................................................... • Onverzadigde vetten ................................................................................................. • Omega-vetzuren ........................................................................................................ • Transvetten ................................................................................................................ • Cholesterol ................................................................................................................
58 59 61 63 66 68
3. Eiwitten .................................................................................................................... 71 • Gluten ........................................................................................................................ 74
NIET TE VERTEREN
5
B. Micronutriënten ......................................................................................................... 78 1. Zout .............................................................................................................................. 2. Vitamines, mineralen en spoorelementen ............................................................... 3. Antioxidanten ............................................................................................................. 4. Aminozuren ................................................................................................................. 5. Voedingssupplementen ............................................................................................. C. Stoffen die je wel binnen krijgt, maar die geen voedingsstoffen zijn .................. 1. Pesticiden .................................................................................................................. 2. Hormonen ................................................................................................................. 3. Antibiotica ................................................................................................................. 4. Zware metalen .......................................................................................................... 5. Fluor ........................................................................................................................... 6. E-nummers ................................................................................................................
79 81 96 97 98
100 100 102 103 103 105 106
5: Voedingsmiddelen met onnatuurlijke ingrediënten | KIND VAN DE REKENING! ........................................................................... 111 Producten die kinderen vooral eten en drinken: hoe gezond zijn die? 1. Dranken ..................................................................................................................... 2. Tarwe en tarweproducten ......................................................................................... 3. Dierlijke producten ................................................................................................... 4. Snoep ......................................................................................................................... 5. IJs ................................................................................................................................ 6. Gefrituurde producten ............................................................................................. 7. Kant-en-klaarmaaltijden ..........................................................................................
111 117 120 128 130 132 134
6: Voedingsmiddelen met natuurlijke ingrediënten | GEZONDE VARIANTEN ................................................................................ 139 Welke producten vinden kinderen lekker die wel gezond zijn? 1. Groente ...................................................................................................................... 2. Fruit ............................................................................................................................ 3. Superfoods ................................................................................................................ 4. Dranken ..................................................................................................................... 5. Graanproducten en patas’s ...................................................................................... 6. Dierlijke producten ................................................................................................... 7. Broodbeleg, Ontbijtrepen en -granen .................................................................... 8. Snoep .........................................................................................................................
6
NIET TE VERTEREN
139 150 161 181 184 190 191 192
7. Stappenplan | IN 7 STAPPEN NAAR EEN GEZOND KIND ......................... 197 Ruil elk ongezond product in voor een gezond product en je krijgt er een gezonder kind voor terug. Waar zijn de 7 stappen op gebaseerd? ....................................................................... Abrikozenpitten ............................................................................................................ Op naar een gezond kind ............................................................................................. Gebruiksaanwijzing ......................................................................................................
197 199 200 201
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
206 213 214 216 219 220 221
Schoon ..................................................................................................................... Zoet .......................................................................................................................... Oer ............................................................................................................................ Puur .......................................................................................................................... Rauw ......................................................................................................................... Super ........................................................................................................................ Bio ............................................................................................................................
8. Hoe ga je om met de omgeving? | Zegt het voort ...................................... 231 Hoe kun je omgaan met de omgeving waarin je kind opgroeit? • • • • • •
Fases ........................................................................................................................ Thuis ......................................................................................................................... Ouders van vriendjes en vriendinnetjes ............................................................... School ...................................................................................................................... Restaurants ............................................................................................................. Weekendje weg of vakantie ....................................................................................
231 233 235 235 237 237
9. Lekker & gezond | RECEPTEN ................................................................... 241 10. Tot slot | EPILOOG .................................................................................... 259 Hoe kijk ik terug op dit spannende eetavontuur, dat wat mij betreft nog lang niet afgelopen is? 11. Ter informatie | BRONNEN & BIJLAGEN .................................................. 265 Bronnen waarop ik de informatie in dit boek heb gebaseerd en een begrippenlijst.
NIET TE VERTEREN
7
8
NIET TE VERTEREN
NIET TE VERTEREN
9
#doodsteek
10
NIET TE VERTEREN
1. Proloog | DE DOODSTEEK 8 april 1999 ‘Op die dag’, zo beschrijft de Amerikaanse voedingswetenschapper en schrijver Michael Moss in zijn baanbrekende boek Salt, Sugar & Fat deze misschien wel meest belangrijke gebeurtenis uit de geschiedenis van de voedingsindustrie, ‘kwamen elf topmannen van de grootste voedingsbedrijven van Amerika in het geheim bijeen om een groeiend probleem voor de Amerikaanse samenleving, maar ook voor henzelf, te bespreken.’ Nestlé was aanwezig, evenals Kraft en Nabisco, General Mills en Procter & Gamble, Coca-Cola en Mars. Samen waren ze goed voor 700.000 werknemers en een jaarlijkse omzet van 280 miljard dollar. Er was slechts één agendapunt: de opkomende obesitasepidemie in Amerika en hoe daarmee om te gaan? Het bedrijf Pillsbury was gastheer. Twee mannen in de bijeenkomst domineerden het strijdtoneel. Ze vertegenwoordigden de levensmiddelengiganten Cargill en Tate & Lyle, die tot taak hadden de CEO’s te voorzien van de ingrediënten waarmee ze erop vertrouwden de strijd om de consument te winnen, de drie steunpilaren van bewerkte voedingsmiddelen, de veroorzakers van trek: suiker, zout en vet. Alle CEO’s hadden die in enorme hoeveelheden nodig om van hun producten succesnummers te maken. Dit waren ook de ingrediënten die, meer dan alle andere, rechtstreeks verantwoordelijk waren voor de obesitasepidemie. Samen hadden de twee producenten het zout, dat op tientallen manieren werd verwerkt om te zorgen voor een maximale stoot tegen de smaakpapillen bij de allereerste hap, de vetten, die de grootste ladingen calorieën leverden en mensen er op een subtielere manier toe brachten te veel te eten en suiker, die door zijn brute vermogen om de hersenen te prikkelen misschien wel het geduchtste ingrediënt van allemaal was en de samenstelling van vrijwel alle producten in de supermarkt bepaalde.’ De hamvraag waar tijdens deze bijeenkomst een gezamenlijk antwoord op gevonden moest worden was: in hoeverre is de industrie verantwoordelijk voor het alsmaar stijgende aantal kinderen met overgewicht? En in hoeverre wilde de industrie die verantwoordelijkheid ook nemen? Met andere woorden: wilden ze hun producten zodanig aanpassen dat de Amerikaanse jeugd weer gezond werd? De eerste spreker, Michael Mudd, adjunct-directeur van Kraft, was van de gematigde tak. Hij begint zijn degelijk voorbereide speech volgens Moss met: “Ik stel het zeer op prijs dat ik in de gelegenheid ben gesteld het met u te hebben over obesitas onder kinderen en de toenemende uitdaging waarvoor die ons allemaal plaatst. Laat ik meteen opmerken dat dit geen eenvoudig onderwerp is. Er zijn geen eenvoudige antwoorden op de vraag wat gezondheidszorg moet doen om vat te krijgen op dit probleem. Of op de vraag wat de voedingsindustrie moet doen, nu anderen haar verantwoordelijk willen stellen voor wat er is gebeurd. Maar zoveel is duidelijk: voor degenen van ons die deze kwestie grondig hebben bekeken, of het nu deskundigen op het gebied van de volksgezondheid zijn of stafspecialisten in uw eigen bedrijf, wij weten zeker dat we één ding niet moeten doen, namelijk niets doen”. Mudd visualiseerde zijn betoog met maar liefst 114 dia’s, die op een groot scherm achter hem werden geprojecteerd. Het werd een onomwonden verhaal, recht voor zijn raap. Hij wilde dan ook niets verbloemen. De koppen en uitspraken en cijfers waren zonder meer verbijsterend. Van meer dan de helft van de Amerikaanse volwassenen NIET TE VERTEREN
11
werd aangenomen dat ze overgewicht hadden, terwijl bijna een kwart van de bevolking – 40 miljoen volwassenen – zoveel extra ponden met zich meedroeg dat ze klinisch als obees werden aangeduid. Onder kinderen was het percentage meer dan verdubbeld sinds 1980, het jaar waarin de vetlijn in de grafieken naar boven begon te buigen en het aantal kinderen dat als obees werd beschouwd de 12 miljoen was gepasseerd. (Het was nu pas 1999; de nationale obesitascijfers zouden later nog veel hoger worden.) Toen kwamen de kenmerken: diabetes, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, galblaasziekte, osteoartritis, drie typen kanker (borst-, darm- en baarmoederhalskanker). Allemaal namen ze toe, in wisselende mate, zo kregen de managers te horen, en obesitas werd genoemd als een van de oorzaken van elk van deze gezondheidscrises. Mudd confronteerde zijn kritische publiek vervolgens met de realiteit zoals die werd ervaren door hun klanten uit de middenklasse; zij hadden geen tijd om te sporten omdat ze twee banen hadden. En omdat ze moeite hadden de eindjes aan elkaar te knopen en dit moderne voedsel goedkoop was, besteedden ze weinig tijd aan het nadenken over hun eetgedrag. “De media maakten goede sier bij deze mensen”, zei Mudd. “Ze schreven voorpagina-artikelen over obesitas en de rol van de industrie bij het aanmoedigen van overconsumptie”. Op het scherm vertoonde hij een fragment van een nieuwe documentaire van tv-zender PBS, Fat, waarin Walter Willett, hoofd van de faculteit voedingsleer van Harvard, direct met de beschuldigende vinger naar de voedingsbedrijven wees: “Het feit dat voedsel een industrieel product werd, leverde echt een fundamenteel probleem op”, zei Willett. “Ten eerste heeft de feitelijke productie het voedsel van zijn voedingswaarde ontdaan. De meeste granen zijn omgezet in zetmeel. We hebben suiker in geconcentreerde vorm, en veel van de vetten zijn geconcentreerd en daarna, tot overmaat van ramp, gehydrogeneerd, waardoor transvetzuren ontstaan, die zeer ongunstige gevolgen hebben voor de gezondheid”. “Levensmiddelenfabrikanten kregen niet alleen de wind van voren van de zijde van geduchte critici van Harvard, de federale Centers for Disease Control and Prevention, de Amerikaanse Hartstichting en de Kankervereniging”, zo concludeerde Mudd. “Ze waren nu ook belangrijke bondgenoten aan het verliezen. De minister van Landbouw, die zich lang door de industrie had laten leiden, had obesitas onlangs een ‘nationale epidemie’ genoemd. En het viel gemakkelijk in te zien hoe het hoofd van het Amerikaanse ministerie van Landbouw, de USDA, ertoe kwam te bijten in de hand die het voedde. Het ministerie bevorderde gezond eetgedrag door middel van de voedselpiramide, met granen aan de basis en veel kleinere hoeveelheden zoetigheden en vet dichter bij de punt. Hun bedrijven”, zei Mudd tegen de belangrijkste managers van het land, “stimuleerden juist de tegenovergestelde gewoonten. Als je de categorieën van de levensmiddelenreclame, met name reclame voor kinderen, zou afzetten tegen de voedselpiramide, zou de piramide op haar kop komen te staan”, zei hij. “Wij kunnen niet doen alsof voedingsmiddelen geen deel uitmaken van het obesitasprobleem. Geen enkele geloofwaardige deskundige zal de toename van obesitas uitsluitend aan verminderde lichamelijke inspanning toeschrijven”. De volgende dia op het scherm wierp de gevaarlijke vraag op: ‘Waardoor wordt de toename veroorzaakt?’ En gaf zelf het antwoord: ‘Doordat voordelige, smakelijke, in megaverpakking aangeboden, energierijke voedingsmiddelen overal verkrijgbaar zijn’. Met andere woorden, precies die voedingsmiddelen waarop deze managers, samen met hun gildebroeders in de fastfoodketens, het succes van hun bedrijf hadden gebaseerd.
12
NIET TE VERTEREN
Daarmee legde Mudd in zekere zin de schuld van de obesitasepidemie in Amerika bij de CEO’s. Dat was al wat, maar met de kaart die hij daarna op tafel legde, raakte hij pas echt een gevoelige snaar van de voedingsmiddelenindustrie. Want wie had gedacht dat hij de producten die de voedselindustrie produceerde, in verband zou brengen met het allerlaatste waarmee de CEO’s hun producten in verband gebracht wilden zien worden: sigaretten? De eerste dia liet een citaat zien van een hoogleraar psychologie en volksgezondheid van de universiteit van Yale, Kelly Brownell, die de voedingsmiddelenindustrie beschouwde als een groot gevaar voor de volksgezondheid: “Als beschaving waren we geschokt door de reclames van tabaksbedrijven gericht op kinderen, maar we kijken werkeloos toe nu de voedingsbedrijven precies hetzelfde doen. En we zouden kunnen stellen dat de tol die slechte voeding van de volksgezondheid eist, de tol van de tabak evenaart”. Mudd liet toen op het scherm een groot geel waarschuwingsbord zien met de woorden GLIBBERIGE HELLING. “Als ook maar iemand in de voedingsmiddelenindustrie er ooit aan twijfelde dat daar een glibberige helling lag, dan denk ik dat hij op dit moment een onmiskenbaar gevoel van glibberen begint te krijgen”, zei hij. Hoewel het de schijn heeft dat sigaretten niet zijn te vergelijken met chips, ontbijtrepen of cola, zo liet hij weten, liggen dezelfde advocaten die de rijke buit van de tabaksrechtszaken in de wacht sleepten, ook nu weer op de loer, klaar om ook de voedingsindustrie te treffen. Bovendien werkte de Amerikaanse woordvoerder op het gebied van volksgezondheid, wiens bureau al in 1964 de historische aanval op de sigaretten had gelanceerd, aan een rapport over obesitas. In handen van deze advocaten en politici zou de voedingsindustrie met name ten aanzien van één aspect van de obesitascrisis kwetsbaar blijven: het publieke karakter van overeten en de gevolgen daarvan. De aanblik van een volwassene met overgewicht die langs de schappen met levensmiddelen sjokte, of van een kind met overgewicht op de speelplaats, was aansprekend genoeg. “Obesitas is een uiterst zichtbaar probleem”, zei Mudd. “Naarmate het meer voorkomt, zal iedereen het kunnen zien”. Toen gooide Mudd het over een andere boeg. Hij kwam niet met nog meer slecht nieuws, maar presenteerde het plan dat hij en de andere ingewijden in de industrie hadden bedacht om het obesitasprobleem aan te pakken. De managers zover krijgen dat ze een zekere aansprakelijkheid erkenden, was een belangrijke eerste stap, wist hij, dus zijn plan ging van start met een kleine maar belangrijke maatregel. “De industrie”, zei hij, “moest de obesitascrisis oppakken en de expertise van wetenschappers – die van haarzelf en andere – gebruiken om een veel dieper inzicht te krijgen in datgene wat Amerikanen ertoe dreef om zich te overeten”. Als ze dit wisten, kon er op meerdere fronten aan het probleem worden gewerkt. In elk geval was er geen ontkomen aan de rol die verpakte levensmiddelen en drank speelden bij overconsumptie te benoemen. ‘Sommige toplieden van de industrie hadden de discussie al geopend over de vraag in hoeverre voedingsmiddelen trek konden oproepen en de beste bedoelingen van dieethouders onderuit konden halen. Om deze trek terug te dringen, zouden ze hun gebruik van zout, suiker en vet moeten reduceren, misschien door in de hele industrie limieten in te voeren. En dan niet op de matig verkopende vet- of suikerarme artikelen die bedrijven op de winkelschappen zetten voor dieethouders, maar op de goed verkopende hoofdproducten zelf, die een enorme invloed hadden op de volksgezondheid.’ Daarbij ging het niet alleen over deze drie ingrediënten en hun samenstelling, inNIET TE VERTEREN
13
grediënten waarmee de industrie haar producten zo lekker en aantrekkelijk mogelijk probeerde te maken, ook de reclame en marketing voor hun producten waren daarbij cruciaal. ‘Omdat Mudd de hoge heren niet al te zeer voor het hoofd wilde stoten, benadrukte hij dit aspect van hun professie. Hij stelde voor een code in het leven te roepen “om de voedingsaspecten van de voedselmarketing te bewaken, met name voor kinderen”. Hij stelde ook voor om de rol van lichaamsbeweging bij gewichtsbeheersing te gaan propageren, omdat niemand kon verwachten dat hij een goed figuur zou krijgen – of houden – door op de bank te blijven zitten. Het kon hierbij gaan om mededelingen van de overheid, zei hij, of om een indringende, regelrechte reclamecampagne. “Ik wil hierover heel duidelijk zijn”, zei Mudd tot besluit, en hij benadrukte bepaalde woorden in de tekst van zijn presentatie om ervoor te zorgen dat er geen misverstanden over zouden ontstaan: “Als we zeggen dat het veel tijd zal kosten om het obesitasprobleem op te lossen, en zelfs als we het woord “oplossen” gebruiken, willen we geen moment suggereren dat dit programma of de voedingsindustrie het probleem alléén kan oplossen. Of dat dát de maatstaf voor het succes van dit programma is. We zeggen wél dat de industrie een oprechte poging moet doen om déél te zijn van de oplossing. En dat wij, door dat te doen, mede de kritiek kunnen smoren die wij te verduren krijgen. Wij hoeven het obesitasprobleem niet in ons eentje op te lossen om de kritiek te pareren. Maar wij moeten wel een oprechte poging doen om déél te zijn van de oplossing als we willen voorkomen dat we aan de schandpaal worden genageld”. Wat er daarna gebeurde, is niet op schrift gesteld, maar volgens drie aanwezigen richtten, toen Mudd was uitgesproken, alle ogen zich op Stephen Sanger, het hoofd van General Mills, het bedrijf dat het meest te verliezen had. ‘Sanger had in het midden van de voorste rij gezeten, op een plaats die zijn positie in de pikorde symboliseerde. Nu stond hij, gespannen als een veer, op om iets tegen Michael Mudd te zeggen. Hij was zichtbaar ontdaan. Om te beginnen herinnerde Sanger de groep eraan dat consumenten ‘grillig’ waren, net als hun pleitbezorgers in hun ivoren torens. Hun zorgen over de gezondheidsimplicaties van verpakte voedingsmiddelen kwamen en gingen. Nu eens maakten mensen zich zorgen over suiker, dan weer over vet. Maar doorgaans, zei hij, kochten ze waar ze van hielden, en ze hielden van datgene wat lekker smaakte. “Praat me niet van voeding”, zei hij, het geluid van de doorsneeconsument vertolkend. “Heb het tegen mij over smaak, en als het ene spul beter smaakt, ga je dan niet uitsloven om te proberen mij ander spul te verkopen dat niet goed smaakt. Bovendien”, zei Sanger, “was de industrie er telkens weer heelhuids van afgekomen – de paniek over transvetten, bijvoorbeeld, of de roep om meer hele granen – door aanpassingen te maken. De industrie had deze stormen in feite niet alleen doorstaan, ze had ook verantwoordelijk gehandeld, tegenover het publiek én tegenover haar aandeelhouders. Nog meer doen, als reactie op de kritiek, zou de onaantastbaarheid van de recepten die zijn producten zo succesvol hadden gemaakt in gevaar brengen. General Mills zou geen stap terug doen”, zei Sanger. Hij zou zijn mensen juist aanmoedigen en hij drong er bij zijn collega’s op aan hetzelfde te doen. Toen ging hij zitten. “Niet iedereen in de bijeenkomst was het met Sanger eens. Maar uit zijn houding sprak zoveel kracht, ze was zo overtuigend en, in feite, zo troostrijk voor de andere industriëlen dat niemand zijn opvatting probeerde tegen te spreken. Sangers reactie betekende feitelijk het einde van de bijeenkomst’. Het was het sein voor de managers om zich naar de veertigste verdieping te begeven om daar het diner te gebruiken.
14
NIET TE VERTEREN
Tien jaar erna waren de zorgen over obesitas niet alleen niet voorbij, ze waren zelfs tot orkaankracht aangewakkerd: van Washington, waar legergeneraals publiekelijk getuigden dat achttienjarigen te dik werden om in het leger te kunnen, tot Los Angeles, waar artsen een toename van het aantal sterfgevallen in het kraambed meldden, doordat het buitensporige lichaamsgewicht de chirurgische verrichtingen bij een keizersnede steeds meer hinderden. Aan en tussen beide kusten waren er te veel te dikke mensen om nog te geloven dat ze het zich allemaal zelf hadden aangedaan, hetzij door onvoldoende wilskracht op te brengen, hetzij vanwege een ander persoonlijk gebrek. Vooral kinderen waren kwetsbaar geworden. Buitensporig gewicht bij kinderen ging van het tweevoudige van het percentage van 1980, toen de trend zichtbaar werd, naar het drievoudige. Diabetes nam ook toe, en niet alleen bij volwassenen. Artsen signaleerden de vroege symptomen van deze slopende ziekte nu ook bij jonge kinderen. Zelfs jicht, een uitermate pijnlijke en zeldzame vorm van artritis die ooit de ‘rijkemansziekte’ was genoemd vanwege de associaties met vraatzucht, teisterde nu acht miljoen Amerikanen”.
NIET TE VERTEREN
15
#stopdemisleiding
18
NIET TE VERTEREN
2. Inleiding | DE AANKLACHT Dit boek is een aanklacht tegen de moderne voedingsindustrie – zowel producenten als resellers – de overheid en het Voedingscentrum, tegen onwaarschijnlijke arrogantie en niets ontziend winstbejag. Maar ook tegen naïviteit, blind vertrouwen en gemakzucht van de consument. Ik maak me grote zorgen vanwege alle producten die je in onze supermarkten vindt, gemaakt door bedrijven die niet alleen ons lichaam, maar ook ons leefmilieu onleefbaar maken. Dat doen ze door: • Voedingproducten vol te stoppen met lichaamsvreemde grondstoffen als geraffineerde suiker, e-nummers, pesticiden en zware metalen. • groente en fruit te leveren waaraan soms tientallen pesticiden kleven. • vlees van koeien, kippen, varkens, kalveren en lammeren te produceren dat naast water onder andere bestaat uit stoffen als antibiotica, hormonen, zware metalen en een scala aan E-rode nummers. • het water zodanig te vervuilen met medicijnresten en zware metalen dat onze waterzuiveringsinstallaties het niet meer aan kunnen, zodat wij het binnen krijgen als we water, thee of koffie drinken. Bovendien worden dieren die het drinken er ziek van. • dieren in veel te kleine ruimtes, onder erbarmelijke omstandigheden, op te sluiten en hen zonder daglicht en gezonde voeding in snel tempo groot te brengen, zodat hun toch al erbarmelijke leven doorgaans al na een jaar vaak op gruwelijke wijze eindigt. • onze aarde te belasten met overmatig gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen, monoculturen en mestinjecties, waardoor onze voeding nog nauwelijks voedingsstoffen bevat, zodat ons immuunsysteem verzwakt raakt en we eerder ziek worden en langzaam maar zeker sterven aan hart- en vaatziektes en kanker; • de lucht die we inademen te vergiftigen, hetgeen ongeveer hetzelfde effect heeft. Deze werkwijze heeft de laatste veertig, vijftig jaar wereldwijd geleid tot miljoenen slachtoffers, onbevattelijk hoge omzetten en dito winsten; Ik maak me ook grote zorgen vanwege wetenschappers en marketeers die binnen de uitgerekte grenzen van de wet, steeds weer nieuwe kreten of namen bedenken voor zogenaamde gezonde ingrediënten die in werkelijkheid lichaamsvreemd en verslavend zijn, of die de waarheid op een andere manier geweld aan doen. Dit over de ruggen, het vertrouwen en de onwetendheid van de consument. Daarbij gaat het naast de voedingsindustrie, producenten en resellers, ook om partijen als de Nederlandse staat – en alle andere staten ter wereld – en daaraan gelieerde partijen zoals het Voedingscentrum en de Gezondheidsraad. Geen van deze partijen leggen bovengenoemde bedrijven een strobreed in de weg; in plaats van het wettelijk te regelen, vragen ze hen slechts vriendelijk suiker, zout en vet te matigen, welk verzoek deze machtige bedrijven even vriendelijk naast zich neerleggen. NIET TE VERTEREN
19
20
NIET TE VERTEREN
Ze verspreiden opzettelijk niet op waarheid berustende informatie, teneinde de consument op het verkeerde been te zetten en de concurrenten die wel met onze gezondheid in hun achterhoofd gezonde producten op de markt brengen, te beschadigen. Verder maak ik me ernstig zorgen – en dat is de belangrijkste reden dat ik dit boek heb geschreven – omdat bovengenoemde partijen op niets en niemand ontziende wijze hun vizier ook op de meest kwetsbare, de meest onwetende en de meest gemakkelijk te verleiden doelgroep hebben gericht: onze kinderen! Ten slotte maak ik me zorgen omdat wij, de consument, niet de moeite nemen om ons te verdiepen in wat we onze kinderen te eten en te drinken geven. Omdat we deze voeding zelf te lekker vinden, niet een stapje verder willen lopen of er geen geld voor over hebben. Ouders, opa’s en oma’s, tantes en ooms, maar ook meesters en juffen op school, vrijwilligers in sportkantines, restaurants en ga zo maar door, zetten de sluizen voor bovengenoemde partijen wijd open om op deze manier onze kinderen te vergiftigen en hun winsten op te hogen. Maar ik maak me vooral zorgen omdat ik de opa ben van Milan, mijn fantastische kleinkind van bijna zeven, en hij hier elke dag mee te maken heeft ...
Getekend,
Cors van den Berg
NIET TE VERTEREN
21
22
NIET TE VERTEREN
NIET TE VERTEREN
23
#rechtvoorzijnraap
24
NIET TE VERTEREN
3. FUNDAMENT | RECHT VOOR ZIJN RAAP De zorgen ontstonden toen ik van een vriend de tip kreeg om het boek De Voedselzandloper te lezen. Het boek, geschreven door de Belgische arts Kris Verburgh, gaat over gezonde voeding. Met behulp van grote, goed opgezette en uitgevoerde onderzoeken door vele belangrijke, nationale en internationale wetenschappers, laat hij zien hoe je door middel van gezonde voeding niet alleen de kans op obesitas, maar ook op kanker, diabetes en hart- en vaatziektes aanzienlijk kunt verkleinen en de kans op een langer en gezonder leven zo kunt vergroten. Een enorme eyeopener. In die tijd kocht ik mijn boodschappen net zoals veel mensen nog bij ‘mijn eigen’ supermarkt, een mooie, ruime en frisse winkel, at ik voor mijn gevoel bewust en gezond (ik at en eet nog steeds geen vlees) en zag geen verband tussen wat ik at en dronk en de stijgende cijfers van wat Kris Verburgh de ‘welvaartsziektes’ noemt. Ik zag wel wat de oma’s, zijn moeder, zijn vader, de school, ouders van vriendjes, buitenschoolse opvang, restaurants, etc. mijn kleinzoon dagelijks, overigens met de beste bedoelingen, toestopten en begon me daar, naarmate hij ouder werd, steeds meer zorgen om te maken; toen ben ik op zoek gegaan naar de bron van mijn zorg, wat at en dronk mijn kleinzoon eigenlijk? En nu weet ik: Dagelijks vullen we onze winkelkarretjes met ongezonde, verslavende producten, en staan er niet bij stil wat de nadelige effecten (kunnen) zijn op onze gezondheid en die van onze kinderen, want we vertrouwen erop dat de supermarkt, waar we al jaren onze boodschappen doen, om onze gezondheid zal denken, dat de fabrikanten die de producten ontwikkelen, geen voor onze gezondheid nadelige stoffen aan deze producten zullen toevoegen en dat de overheid dat streng controleert. Nou, ik zou zeggen: stop met dromen, open je ogen! Alle drie zijn niet waar! Dat werd ondubbelzinnig geïllustreerd door de schokkende documentaire gemaakt door de Amerikaan Morgan Spurlock, Super Size Me, die de wereld in 2004 liet zien hoe dodelijk de producten van McDonalds zijn. Maar nog veel duidelijker werd het tien jaar later door That Dugar Film, een film van de Australiër Damon Gameau, die zestig dagen op ‘gezonde’ supermarkt‘voeding’ teerde, wat leidde tot leververvetting, mentale aftakeling, obesitas en uiteindelijk mogelijk zelfs kanker. Ondertussen zijn zowel de omzet- als de winstcijfers van de industrie die zich bezighoudt met dit supermarktvoedsel tot ongekende hoogten gestegen, datzelfde geldt voor de budgetten die gepaard gaan met marketing en promotie. Ongeveer gelijkop gaan de cijfers die aangeven hoeveel slachtoffers de laatste decennia aan de welvaartsziektes, hart- en vaatziektes, diabetes, obesitas en kanker zijn overleden. Steeds meer wetenschappers beweren dat het een met het ander te maken heeft.
70 Jaar geleden kreeg 1 op de 800 mensen kanker, tegenwoordig is dat 1 op de 3. We gaan zelfs de richting op van 1 op de 2. Met dit boek wil ik je de ins en outs van dat verhaal vertellen, de voors en tegens blootleggen en je handvatten bieden om jezelf een uitweg te verschaffen uit dit doolhof. NIET TE VERTEREN
25
NIET TE VERTEREN GAAT OVER HET VERSCHIL TUSSEN NATUURLIJKE EN ONNATUURLIJKE VOEDING. De gezamelijke reguliere voedingsindustrie dringt ons producten op vol lichaamsvreemde grondstoffen, zoals geraffineerde suiker, zout en vetten en andere ingrediënten die ons lichaam niet herkent als voeding. Deze zogenaamde voeding leidt er dan ook toe dat onze kinderen massaal verkouden, te dik of (ernstig) ziek worden. Het elimineren van deze sluipmoordenaars is veel gemakkelijker dan we met z’n allen denken. Met tal van tips, informatie en een simpel in je leven in te passen 7-stappenplan geeft dit boek je handvatten om de gezondheid van je kind te beschermen en te waarborgen. Je zult er een fitter, slimmer, alerter, slanker en gezonder kind voor terug krijgen.
Wat vinden anderen ervan? ‘ Een noodzakelijk boek. Voor wie de ogen niet wil sluiten, zijn eigen gemakzucht te lijf wil gaan, zijn horizon wil verbreden en toch goed en lekker wil eten! Bij ons thuis krijgt het een plek in de keuken, tussen goede kookboeken. Als een vriendelijke waakhond. Dit is een noodzakelijk boek.’ Stef Bos. ‘ Verplicht je ogen openen en de waarheid onder ogen zien vergt moed en dat wens ik iedereen toe! Daarom raad ik mensen zeker aan dit boek te lezen, al is het maar omdat hier de feiten over ongezonde voeding en de achtergronden die ik vermoedde zo duidelijk beschreven zijn.’ Paula Udondek. ‘ Ondanks onze drukke levens zouden we allemaal even de tijd moeten nemen dit boek te lezen. Het zal je geheid doen motiveren om het roer om te gooien en niet langer de ogen te sluiten voor onze ongezonde levensstijl. Ik had er namelijk geen idee van dat het zo erg was. Dankzij de zeven simpele stappen weet ik tenminste dat mijn kinderen en wijzelf écht gezond eten.’ Kim-Lian van der Meij. ‘ Wij zijn ook bezig met gezonder eten en het is best lastig af en toe. Je krijgt continue voedsel aangeboden dat makkelijk en snel klaar is, maar niet per se voedzaam. Gemak gaat tegenwoordig boven gezond. Zeker voor de kids is dat geen goede start, dus hoe meer awareness des te beter!’ Charly Luske.
www.nietteverteren.nl
@onverteerbaar