Typologische analyse van het wonen

Page 1

Typologische analyse van het wonen

WoontypologiĂŤn in Amsterdam

Revolutiebouw Fragment I: Van Niftriks Pijp Thomas Henry, Wouter van den Kieboom, Maaike Krijnen, Jim Pulles


Inhoudsopgave WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Voorwoord

7

Inleiding

9

I. Essay

10

01 De revolutiebouw 19e eeuw- 20e eeuw

13

02 De Ontstaansgeschiedenis

14

03 Maatschappelijke en ruimtelijke transformaties

26

02. Bibliografie

33

II. Analyse 01. Eerste Schaal 01.1 Plattegrond 02. Tweede Schaal

35 36 36 38

02.1 Topografie / Situatie

38

02.2 Verkavelingsstructuur

40

02.2 Ontsluiting

42

02.4 Bebouwd onbebouwd

44

02.5 Ordenende elementen

46

02.7 Elementen van gestalte

48

02.8 Regel en uitzondering

50

02.9 Openbaar, collectief, publiek, privĂŠ ruimte

52

02.10 Programma

54

02.11 Sociale structuur

56

02. Elementen van Cohesie

58

02.12 Transformatie

60

03. Derde Schaal

62

A 44 || A

03.1 Ontsluiting

62

03.2.1 Bebouwd Onbebouwd

64

03.2.2 Bebouwd Onbebouwd

66

03.3 Ordende Elementen

68

03.4.Elementen van gestalte

70

03.5.1 Regel en Uitzondering

72

03.5.2 Regel en Uitzondering

74

03.6 Toegankelijkheid en eigendom

76

03.7 Programma

78

03.9 Transformatie

80

03.10 Elementen van Cohesie

80

03.10 Straatprofiel

82

03.11 Bebouwingsdichtheid

82


04.1 Inleiding

84

04.2 Ontsluiting

86

04.3 Indeling

94

04.4 Gebruik

102

04.5 Sequentie

110

04.6 Inrichting

118

04.7 Transformatie

126

Conclusie Flexibiliteit

130 130

Nawoord

135

Bibliografie

138

Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam

84

A|5

04. Vierde Schaal


WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

A 66 || A


Dit verslag is het resultaat van het onderzoek naar het

Aansluitend op dit deel hebben we ieder apart als groep

fragment de Van Niftriks Pijp. De van Niftriks Pijp is het

de transformaties beschreven die hebben plaatsgevonden

oudste deel van de Pijp en een van de fragmenten die voor

na de realisatie van het fragment. Wij hebben daarin vooral

het vak Typologische Analyse van het Wonen is onderzocht.

de nadruk gelegd op de maatschappelijke (sociaal, cultureel

Samen met verschillende andere fragmenten, die ieder door

en economisch) ontwikkelingen met betrekking tot de Oude

een groep studenten werd onderzocht, vormde dit fragment

Pijp en het gekozen blok daarin. Groep 2 heeft zich in dit

een onderdeel van een totaalanalyse na de ontwikkeling

deel vooral op de ruimtelijke ontwikkelingen geconcentreerd.

van de stad Amsterdam vanuit de 17e eeuw tot heden. De analyse is aan de hand van typologische, morfologische

In deel twee worden de verschillende ontwikkelingen en

en programmatische ontwikkelingen en transformaties

veranderingen van de Oude Pijp (Niftriks Pijp) geanalyseerd

uitgevoerd. Het doel van de analyse is om verschillende

aan de hand van verschillende kaarten op vier verschillende

wederzijdse verbanden te kunnen leggen tussen de sociale,

schaalniveaus. In het eerste schaalniveau (schaal 1:20 000)

culturele en economische ontwikkelingen en de ruimtelijke

zal de ligging van het fragment duidelijk worden gemaakt

en stedenbouwkundige veranderingen om vervolgens

ten opzichte van de rest van de stad Amsterdam. Voor

daaruit conclusies te kunnen trekken. De analyse bestaat uit

het tweede schaalniveau (schaal 1:2000) hebben we ook

een planstudie en een literatuurstudie die betrekking heeft

samengewerkt met Groep 2. Dit schaalniveau bevat de

op de schaalniveaus buurt, blok en woning.

bouwblokken waar ons fragment uit bestaat. Daarna zal in het derde schaalniveau (schaal 1:500) ingezoomd worden

Het verslag bestaat uit drie delen. Het eerste deel

op ĂŠĂŠn bouwblok. Binnen in het gekozen bouwblok zal

bestaat uit een historisch onderzoek in de vorm van een

vervolgens op de vierde schaal (schaal 1:200) ingezoomd

literatuurstudie. In dit deel wordt onderzocht hoe de sociale,

worden op vier woningen.

culturele en economische ontwikkelingen tot het eerste en oudste deel van het stadsfragment de Pijp hebben

In het derde deel zullen enkele conclusies uiteengezet

geleid, evenals de stedenbouwkundige en architectonische

worden, die opgemaakt zijn uit de gemaakte analyses. Het

ontwikkelingen in planvorming en uitvoering, die daarmee

doel hiervan is om op deze manier een verklaring te kunnen

gepaard gingen. Voor dit deel hebben we samengewerkt met

onderbouwen op welke manier het fragment de Oude Pijp

Groep 2, bestaande uit Servaas Beeftink, Tim van Dartel,

is ontstaan en wat de betekenis ervan kan zijn voor de

Martin van Overveld, Jelle Rinsema en Jeffery Sonnema,

toekomst van de stedenbouw en architectuur.

Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam

Voorwoord

A|7

die hetzelfde fragment voor hun rekening hadden genomen.


WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

A 88 || A


Inleiding De Pijp is door verschillende ontwikkelingen geworden tot wat het nu is. Lange tijd werd de Pijp beschouwd als

negatief imago. Als reactie daarop werden de tuinsteden en stedenbouwkundig projecten als de Bijlmer ontworpen, die later niet aan de verwachtingen van ‘ideale stedenbouw en architectuur’ konden voldoen. Integendeel, in de Pijp vond een herwaardering van het fragment plaats. Verschillende maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen hebben hiertoe geleid. In dit verslag zal duidelijk worden gemaakt hoe deze herwaardering tot stand is gekomen. Uiteindelijk zullen de conclusies, die getrokken worden uit de analyse met betrekking tot het fragment de Oude Pijp, duidelijkheid hierin moeten verschaffen.

A|9

architectuur. De Pijp had daarom dan ook een lange tijd een

Typologische analyse van het wonen | Woontypologieën in Amsterdam

voorbeeld hoe het vooral niet moest in de stedenbouw en


WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

10 || A A 10


A | 11

Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam

I. De Revolutiebouw 19e eeuw- 20e eeuw

Revolutiebouw, Van Niftriks Pijp


Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

12 || A A 12


lokaal gelegen aan de Jacob van Campenstrraat 4

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

Afb 01: Bouwtekening Vergader-

01 De revolutiebouw 19e eeuw- 20e eeuw In de ontstaansgeschiedenis van het eerste en oudste deel van het stadsfragment de Pijp in Amsterdam zijn maatschappelijke- en ruimtelijke ontwikkelingen te onderscheiden, die een duidelijke wisselwerking met elkaar hebben gehad. Culturele- , economische- , politieke- en sociale ontwikkelingen hebben invloed gehad op ontwikkelingen in planvorming en uitvoering van zowel stedenbouw als architectuur, maar ook omgekeerd. Na de realisatie hebben er vervolgens weer transformaties plaatsgevonden op maatschappelijk en ruimtelijk vlak, wat uiteindelijk geresulteerd heeft in de huidige en het eerste en oudste deel van het stadsfragment de Pijp uitgebreid aan bod in een objectieve beschouwing. Er wordt uiteindelijk afgesloten met een slotbeschouwing en een meer subjectieve stellinginname.

A | 13

situatie. Deze ontstaansgeschiedenis en de daaropvolgende transformaties komen in dit essay over de revolutiebouw


02 De Ontstaansgeschiedenis

een grotere polder; ‘de Binnendijksche Buitenveldersche Polder’, die aan de oostzijde door de Amstel en meer westwaarts door de Wetering, de huidige Boerenwetering, doorsneden werd. Deze wateren vormden dan ook belangrijke verbindingswegen door het hele Amstelland. Ook in de vele eeuwen vóór de negentiende eeuw hebben

Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

er dus mensen gewoond op dit huidige grondgebied van de Pijp (Heijdra & de Milliano,1989). Vanaf de zestiende eeuw bepaalden voornamelijk herbergen, landhuizen, tuinhuisjes, molens en zelfs fabrieken het beeld in dit gebied, dat tussen de toen aanwezige rechte poldersloten drie bebouwingsconcentraties telde. In de noordwestelijke punt tussen de Boerenwetering en de Singelgracht bevonden zich buitenverblijven van de meer welgestelde Amsterdammers en andere bouwwerken, die Afb 02: De Binnendijksche Bui-

Amstelland

ontsloten werden door het Otterspad, dat evenwijdig liep aan de poldersloten en ‘het buiten Weltevrede’. De grenzen

tenverdersche Polder 1850

De rivier De Amstel heeft niet alleen in de vroege

van dit ‘buiten’ zijn zelfs nog steeds te herkennen in het

geschiedenis van Amsterdam, maar ook in die van de Pijp

huidige binnenterrein van het vijfhoekige bouwblok aan de

een zeer belangrijke rol gespeeld. In de twaalfde eeuw,

Ruysdaelkade en de Stadhouderskade; de hier gesitueerde

toen er van de gemeente Amsterdam nog geen sprake

school volgt namelijk de oude verkavelingslijnen. Parallel

was, bestond het gebied rond de Amstel, in die tijd ook wel

aan het Otterspad liep een onderdeel van de vestingwerken,

‘Amstelland’ genoemd, grotendeels uit moeilijk begaanbare

de Utrechtse Barrière, ook nog steeds duidelijk zichtbaar

moerassen. Doordat het gebied steeds weer opnieuw onder

in twee binnenterreinen. Waar nu het oudste Heineken-

bleef lopen, bleef het moerassige karakter van het gebied

gebouw staat bevond zich vanaf 1867 bierbrouwerij de

dan ook gehandhaafd. In het begin van de dertiende eeuw

Hooiberg. Een tweede concentratie van bebouwing was

werden er vervolgens voor het eerst dijken aangelegd, om

gelegen aan weerszijden van de Zaagmolensloot, de

dit probleem op te lossen. Zo werd ‘Amstelland’ door een

levensader van de vele houtzaagmolens die hier toen waren

dijk van de Zuiderzee afgesloten. Om vervolgens een goede

gevestigd. Deze sloot liep ter hoogte van de huidige Albert

afwatering te waarborgen werden binnen de dijken polders

Cuypstraat, die zijn relatief forse breedte van twintig meter

aangelegd die met watermolens ontwaterd werden. Ook

nog steeds te danken heeft aan de afmetingen van het oude

langs de Amstel werd een dijk aangelegd, de Amsteldijk, om

water. Dat geldt in omgekeerde zin ook voor de slechts tien

het polderlandschap tegen het water te beschermen. Met

meter brede Govert Flinckstraat, waarvoor de gezamenlijke

de aanleg van deze dijken en het ontstaan van de polders

breedte van het vroegere Zuidelijk Zaagmolenpad en het

werd het gebied langzamerhand bewoonbaar (Heijdra & de

gedempte pijpslootje werd aangehouden. De resterende

Milliano,1989).

bebouwing bevond zich tenslotte buiten de toenmalige gemeentegrens op het grondgebied van Nieuwer Amstel.

De Binnendijksche Buitenveldersche Polder

Dit dorp strekte zich uit langs de poldersloten die van de Amstel naar de Boerenwetering liepen, ter hoogte van de

14 || A A 14

Zo ook het grondgebied van de huidige oude en meest noordelijke Pijp, welke een onderdeel vormde van

huidige Van Ostade- en Kuipersstraat (Mattie & de Moor, 1996).


02. De ontstaansgeschiedenis

De historische binnenstad

omwenteling in de hygiëne (Lintsen, 2005).

stedelijk leven van Amsterdam zich echter voornamelijk af

trokken massaal naar de stad waar de industrie zich

binnen de toenmalige stadswallen en verdedigingswerken,

gevestigd had en dit werd nog eens versterkt werd door

die zich op de plaats van de huidige Singelgracht bevonden

een crisis in de landbouw. De bevolkingstoename in de

en waarvan de noodzaak in diezelfde negentiende eeuw

steden leed aanvankelijk tot een proces van verdichting

pas wegviel. De stad groeide daardoor niet meer in omvang,

van het bestaande stedelijk weefsel, met als logisch

enkel in dichtheid (Rapport van de Stedebouwkundige

gevolg een kwalitatieve achteruitgang van de woon-

Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).

en leefomstandigheden in de steden (Rapport van de Stedebouwkundige

Studiegroep

‘De

Pijp’/Technische

periode

voortschrijdende

2.1 Maatschappelijke ontwikkelingen

Hogeschool Delft, 1973).

De industriële revolutie

mechanisatie en de opkomst van de grote onderneming

Ondanks

de

in

deze

bleef ook de meerderheid van de nijverheidsbedrijven In de tweede helft van de negentiende eeuw trad er

voorlopig

gevestigd

in

de

binnenstad,

waar

de

na decennia van stagnatie en verval een versnelling op

uitbreidingsmogelijkheden gering waren en de milieuoverlast

in de economische ontwikkeling, onder andere door de

steeds groter werd. Veel bedrijven zochten de binnenstad

toenemende industrialisatie. De industriële revolutie brak

om dezelfde reden als de bewoners; het was het enige deel

aan. De industriële revolutie kenmerkte zich naast de

van de stad waar onderdak voor een betaalbare huur te

langdurige economische groei door een hogere productiviteit,

vinden was. Alle beschikbare ruimte werd dan ook in beslag

een langdurige bevolkingsgroei en een toename van de

genomen. (Jonker, Noordegraaf &Wagenaar, 1984).

gemiddelde leeftijd van de bevolking. De oorzaak van dit laatste kenmerk moet voornamelijk gezocht worden in een trendbreuk in de voedselsituatie en de daar op volgende

Afb 03: Stadhouderskade 1988

A | 15

dat de bevolking in de stad explosief groeide. Arbeiders

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

Deze ontwikkelingen brachten uiteindelijk met zich mee Tot de tweede helft van de negentiende eeuw speelde het


01. Misschien wel het mooiste stukje stad ooit gebouwd

Hygiëne

de bevolking. De openbare gezondheidstoestand was in die tijd namelijk niet best. De huisvesting van de arbeiders

Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Afb 04: Gerard Doustraat 1898

De manier waarop stedelingen tot het einde van de

was zo slecht dat er epidemieën uitbraken, waarvan ook

negentiende eeuw omgingen met hun afval en zich van

de gegoede burgerij het slachtoffer dreigde te worden. Er

drinkwater voorzagen, laat zich karakteriseren als ‘de

werd nu een direct verband gelegd tussen deze slechte

organische stad’, een geheel van gebruiken en regels waarbij

woonomstandigheden en de heersende besmettelijke

de inwoners hun gedrag afstemden op de mogelijkheden

ziekten (Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep

die de omgeving hun bood en materialen zoveel mogelijk

‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).

hergebruikten. De aanvoer van schoon water en de afvoer

Zo ontstonden er langzamerhand ideeën over een

van vuil waren afhankelijk van de mogelijkheden van de

meer ‘hygiënische stad’, welke zich uiteindelijk zou gaan

natuur (Lintsen, 2005).

kenmerken

door

de

beschikbaarheid

van

stromend

Vanaf het midden van de negentiende eeuw kwam er

water uit de kraan, het gebruik van het watercloset en de

vervolgens een beweging van ‘hygiënisten’ op. Zij brachten

beschikbaarheid van een geïntegreerd rioolstelsel. Echter,

de toenemende hygiënische wantoestanden in de stad ter

de verwerkelijking hiervan zou nog een tijd op zich laten

sprake en legden voor het eerst een verband tussen de

wachten. (Lintsen, 2005).

sanitaire voorzieningen en de gezondheidstoestand van Infrastructuur De

hiervoor

economische

beschreven

ontwikkelingen

verstedelijkijking gingen

ook

en

gepaard

met de opkomst van infrastructurele ontwikkelingen en dus een verderen eenwording van Nederland. De verkeersvoorzieningen in die tijd waren immers ontoereikend om de toegenomen bevolking te spreiden. Men ging nadenken over uitbreiding, schaalvergroting en verdichting van de infrastructuur. Daarbij waren transportinfrastructuren als de oude binnenstadsgrachten, ook om de hiervoor genoemde hygiënische redenen, niet meer gewenst en dacht men na over nieuwe transportinfrastructuren, zoals die van het openbaar vervoer (Lintsen, 2005). De sociale structuur De sociale structuur had in de eerste helft van de negentiende eeuw nog duidelijk de kenmerken van een standenmaatschappij, waarin grof genomen onderscheid gemaakt werd tussen de burgerij, de boerenklasse, de arbeidende klasse en het lompenproletariaat. Vooral in de steden, kwam vervolgens een ontwikkeling op gang

16 || A A 16

naar een klassensamenleving. Deze nieuwe stedelijke samenleving werd gekenmerkt door sociale pluriformiteit


voor grote delen van de stadbevolking miserabel. Het

(stijging respectievelijk daling op de maatschappelijke

grootste deel van de stadsbewoners woonden in te kleine

ladder) (Doevendans & Stolzenburg, 2000).

ruimten, zonder goede voorzieningen voor een redelijke

Daarbij, woonden van oudsher de verschillende

hygiëne. De volkswoningbouw bestond voornamelijk uit

bevolkingsgroepen, verschillend naar welstand, beroep en

bouwtechnische slechte, kleine, smalle en diepe huizen,

opleiding, op wijkniveau naast elkaar, terwijl op datzelfde

meestal drie of vier verdiepingen hoog, verdeeld in voor- en

niveau wonen en werken eveneens gemengd waren. In

achterwoningen, de zogenaamde rug- aan rugwoningen.

de loop van de negentiende eeuw trad echter een sociale

Dit type woningen garandeerde een maximale huur. Grote

geleding op. Buurten en wijken gingen in toenemende mate

arbeidersgezinnen woonden in kleine, donkere, tochtige en

een eenzijdige bevolkingssamenstelling vertonen. Ook trad

vochtige kamers, vaak eenkamerwoningen (Rapport van

er een scheiding op tussen wonen en werken. De sociaal

de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische

gemengde stad maakte geleidelijk plaats voor een meer

Hogeschool Delft, 1973).

sociaal gesegregeerde ruimtelijke orde, waarbij sociale

De woning was in die tijd echter ook nog geen echte

klassen op grote afstand van elkaar kwamen te wonen en

verblijfplaats, zoals later in de eeuw, maar een soort

stedelijke activiteiten ruimtelijk verder uit elkaar kwamen te

pension waar de arbeider met zijn gezin hooguit sliep.

liggen (Jonker, Noordegraaf &Wagenaar, 1984).

Toiletten bestonden in die optrekjes nauwelijks, laat staan badgelegenheden. ‘Drekstoffen’ werden veelal nog

Beleid, politiek en overheid

meegegeven aan de beerwagen, en voor een bad ging de stedeling naar het badhuis (Huisman, 2000).

In de tweede helft van de negentiende eeuw waren ‘de liberalen’ dominant in de Nederlandse politiek. Deze

2.2

Ruimtelijke ontwikkelingen

2.2.1

Planvorming stadsuitbreiding Amsterdam

liberalen streefden naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genoten. Ook streefde men naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelde. Dit liberalisme had dan wel bepaalde voorwaarden geschept

Stadsuitbreiding

voor de economische ontwikkeling, maar door een grote werkloosheid en het ontbreken van werknemersorganisaties

Vanaf de jaren zestig van de negentiende eeuw

veranderde er voor de arbeiders weinig ten goede (Rapport

anticipeerden een aantal ondernemende Amsterdammers

van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische

op het verlangen naar andere woonruimte; ze dachten na

Hogeschool Delft, 1973).

over de eerste stadsuitbreidingen sinds het einde van de

De overheid was ook niet van plan de volkshuisvesting zelf aan te pakken maar liet dit in eerste instantie over aan het

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

(meer klassen) en verhoogde kansen op sociale mobiliteit

zeventiende eeuw (Jonker & Noordegraaf &Wagenaar, 1984).

particulier initiatief. Pas later, om de steeds erger wordende

Maar ook voor de bouw van arbeiderswoningen was

misstanden voorkomen werd de overheid gedwongen tot

nauwelijks nog plaats binnen de Singelgracht, en toch was

een actievere rol (Heijdra & de Milliano,1989).

er een grote behoefte aan betaalbare huurwoningen voor het toegenomen arbeidersproletariaat. De plantage en vroegere

De woonkwaliteit voor arbeiders

vestinggronden boden in eerste instantie nog ruimte, maar dit nam de noodzaak niet weg om aan de overzijde van de

de volkshuisvesting. De woonomstandigheden waren

singelgracht tot al dan niet planmatige stadsuitbreiding over te gaan. (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).

A | 17

Zoals al eerder beschreven leidde de grote trek naar de stad tot immense problemen op het gebied van


Het plan werd goed door het gemeentebestuur ontvangen en in datzelfde jaar volgde een concessie voor de verfraaiing van de omgeving van het paleis. Daar waren echter wel voorwaarden aan verbonden. De concessiehouder moest voor alle kosten opdraaien. Zo moesten dempingen en de aankoop van de molenwerven

Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

zelf betaald worden en moest de grond en het water die bestemd werden voor openbaar gebruik, zoals een park, kosteloos afgestaan worden (Heijdra & de Milliano,1989). Voor de uitvoering had Sarphati vervolgens ‘de Nederlandse

Bouwmaatschappij’

opgericht,

die

de

concessie overnam en die de gronden aankocht. Maar deze zag al snel in dat het plan tot grote verliezen zou leiden, door de hiervoor genoemde strenge voorwaarden. Het plan was riskant vanwege de daaraan verbonden noodzaak tot Afb 05: Plan Sarphati 1862

Plan Sarphati

grootscheepse verplaatsing, onteigening, sloop, demping en herverkaveling van allerlei gebouwen, civiele werken

Een van de eersten die op het gebied van huisvesting voor

en waterwegen. Verreweg de meest ingrijpende operatie

het groeiend aantal inwoners van Amsterdam iets deed, was

was de verwerving van de zaagmolensloot, gelegen op de

Samuel Sarphati, eigenaar van een broodfabriek en dokter

huidige Albert Cuyperstraat. Deze zaagmolensloot vormde

van huis uit. Geïnspireerd door de wereldtentoonstelling in

een obstakel waarop de oorspronkelijke in de concessie

London van 1851, maakte hij het plan om ook in Amsterdam

vervatte plannen zijn stukgelopen.

een permanente tentoonstelling voor nijverheid en kunst in te richten. (Heijdra & Milliano, 1989).

Al met al diende een projectontwikkelaar in die tijd over ruime middelen te beschikken om al de hierboven

In 1858 verkocht de Amsterdamse gemeenteraad de

genoemde voorwaarden te kunnen realiseren. Voor

grond vervolgens aan ‘de vereniging van volksvlijt’, opgericht

een aannemer die voor eigen risico bouwde was zo een

door Samuel Sarphati zelf, voor de bouw van ‘het paleis

luxueuze uitbreidingswijk minder aantrekkelijk dan de

voor volksvlijt’ op de plaats van het huidige Frederiksplein.

middenstandsbouw die aan veel minder regels gebonden

(Achterstraat, 1977).

was en waarnaar de vraag groot was. Ten slotte moest de

En in 1862 diende Sarphati uiteindelijk een plan in

ondernemer maar afwachten of de stedelijke elite de sprong

tot verfraaiing en bebouwing van de omtrek van ‘het

naar de nieuwe, qua status nog onzekere woonwijk durfde

paleis voor volksvlijt’, de beide Amsteloevers en de

te wagen (Jonker, Noordegraaf & Wagenaar, 1984).

18 || A A 18

huidige Sarphatistraat. Het plan omvatte maar liefst

Tot een uitvoering van de plannen die betrekking

het hele Amsterdamse gebied van de Pijp tot aan het

hadden op de zuidelijke oever van de Singelgracht is het

Hoedemakerspad ( de huidige Van Ostadestraat) en

daarom ook nooit gekomen, omdat gewoonweg het kapitaal

omvatte veel tuinen en fraaie woonblokken. De nadruk lag

ontbrak. Voor de Pijp werden alleen de bouwblokken langs

op goede huizen en hotels voor de welgestelde burgers.

de Singelgracht, tussen de Woustraat en de Amsteldijk

Amsterdam mocht niet achterblijven bij andere wereldsteden

overgenomen in andere plannen, met als gevolg, dat

waar dergelijke groene en gezonde wijken al veel langer

een centrale boulevard die in het verlengde van de

bestonden. Van huisvesting voor de arbeidersklasse was

Utrechtsestraat zou komen, verschoven werd en de latere

nog geen sprake (Heijdra & de Milliano,1989).

Hemonystraat werd (Rapport van de Stedebouwkundige


grondbezitters. Pas met de woningwet van 1901 werden de

Vanaf de tweede helft van de zestigerjaren liepen de

gemeenten de eerste middelen gegeven om onafhankelijk

conflicten tussen de concessionaris en de gemeenteraad

van de eigendomstitel regels te stellen bij ruimtelijke ordening

vervolgens

Nederlandse

en stedenbouw. Alleen zo kon men uiteindelijk bereiken dat

Bouwmaatschappij’ verkeerde ten slotte in zo een grote

een wijk door architecten werd ontworpen. Maar dat was nu

geldnood dat de gronden aan particuliere bouwers, met

dus nog niet het geval (Jonker, Noordegraaf &Wagenaar,

flinke winst, werden verkocht. Zo kwamen er gebruikers

1984).

steeds

hoger

op.

‘De

In 1866 krijgt stadsingenieur J.G. van Niftrik uiteindelijk

in het gebied, die daar eigenlijk niet thuishoorden. De bierbrouwerij van G.A. Heineken vestigde zich bijvoorbeeld

de

aan de Stadhouderkade, een metaalfabriek volgde en

stadsuitbreiding te maken (Heijdra & de Milliano,1989). Zijn

opdracht

een

totaalplan

voor

de Amsterdamse

arbeiderswoningen verschenen. Het was afgelopen met

plan, voor de hele gordel buiten de Singelgracht, had evenals

Sarphati’s oorspronkelijke concessie (Jonker, Noordegraaf

de eerder genoemde buitenlandse voorbeelden en het plan

& Wagenaar, 1984).

van Sarphati een gecombineerd esthetisch en civieltechnisch

Het plan van Sarphati is uiteindelijk nauwelijks van invloed

karakter (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992). Dit groots

geweest op de stedenbouwkundige ontwikkeling van de Pijp.

opgezette, concentrische plan werd gekenmerkt door

Wel heeft de aanwezigheid van het Paleis voor Volksvlijt

een duidelijke zonering, een orthogonaal en stervormig

geleid tot de verbindingen Westeinde- Van Woustraat en, veel later, Oosteinde- Hemonystraat. Zijn geplande park zou uiteindelijk, met een forse oppervlaktevermindering, worden gerealiseerd in de vorm van het Sarphatipark (Mattie & de Moor, 1996). Plan Van Niftrik Om de ondertussen steeds erger wordende misstanden te voorkomen vond de overheid het uiteindelijk dan toch nodig zelf een plan te maken voor georganiseerde

Afb 06: Plan van Niftrik 1866

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).

stadsuitbreiding. Het gemeentebestuur werd langzamerhand gedwongen tot een actieve rol en het drong langzaam door dat er meer vaart achter de stadsuitbreidingen gezet moest worden. De gemeente begon daarbij in te zien dat een stadsuitbreiding pas kans van slagen had als men uitging van een stedenbouwkundig totaalconcept, zoals in Parijs, Wenen en Brussel het geval was geweest. Men begreep eveneens dat de gemeente als initiatiefneemster zou moeten optreden om alle belangen in het oog te kunnen houden (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992). Het planologisch instrumentarium van de gemeente was vaak gewoon niet de middelen om benodigde gronden voor

stadsuitbreiding

te

onteigenen

van

particuliere

A | 19

in die tijd echter nog steeds beperkt. De gemeente bezat


Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

stratenpatroon, ronde pleinen en veel groen. Geometrische

het plan achterwege, zodat een directe verbinding tussen

vormen werden afgewisseld met de gebogen lijnen van

binnenstad en station ontbrak (Mattie & de Moor, 1996). Het

parken in Engelse landschapsstijl (Mattie & de Moor, 1996).

idee van het centraal station werd in eerste instantie door

Het plan ging daarbij uit van arbeiders- , burgers- , luxe-

de kamer van koophandel gesteund omdat Amsterdam op

en fabriekswijken die van elkaar gescheiden waren door

dat moment slechts ver van elkaar gelegen kopstations had.

parken en ruime wegen (Rapport van de Stedebouwkundige

En doordat er in het plan allerlei verkeersvoorzieningen

Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973),

waren opgenomen, werd de waarde van de grond nu sterk

en werd ten slotte gekenmerkt door herverkaveling en strikte

beïnvloed. Ondernemers wilden nu een hogere prijs betalen

scheiding in sociale structuur (Bakker, van Oudheusden &

voor de grond. De rijksoverheid besliste echter tot de aanleg

Poll, 1992). Alle polderbebouwing moest gesloopt worden

van een centraal station aan het IJ, bij de nieuw geplande

en alle sloten gedempt, zodat een vrij en opgehoogd terrein

havens. Daarmee werd het plan van Van Niftrik ontdaan van

ontstond waarop een nieuw stuk stad met een geheel eigen

een van zijn meest bepalende structuurelementen.

structuur kon ontstaan (Heijdra & de Milliano,1989). Evenals

Bij de gemeenteraadsbehandeling in 1968 werd er

Sarphati had Van Niftrik dus geen rekening gehouden met

vervolgens ook nog eens de nodige kritiek geuit op het plan.

de bestaande bebouwing, wegen en sloten (Rapport van

De gemeenteraad nam hier het negatieve advies van de

de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische

commissie van voorbereiding in grote lijnen over. Men vond

Hogeschool Delft, 1973).

het plan te omvattend, te gedetailleerd, moeilijk uitvoerbaar

De huidige Pijp bestond in het plan van Van Niftrik

en de stervormige patronen van de brede straten en de

uit drie gedeelten: in het noorden woonblokken, in het

dure parken weinig realistisch (Heijdra & de Milliano,1989).

zuiden een aan Sarphati’s ontwerp verwant villapark en

De voornaamste reden hierbij was de herverkaveling

hiertussen een centraal spoorwegstation met bijbehorend

en de massale onteigening die het plan uiteindelijk

emplacement. De verbinding met de oude stad werd

tot gevolg zou hebben, welke wegens de toenmalige

Afb 07: Deelplan Van Niftrik de

gevormd door de al door Sarphati voorziene brug voor

eigendomsverhoudingen te duur en dus onuitvoerbaar

genegeerde polderstructuur en

het Westeinde en door een brug in het verlengde van de

werd geacht (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).

de later toegevoegde straten

Vijzelstraat. Een aanvankelijk door Van Niftrik geplande

Onteigening was daarbij op ideologische gronden ook

1869

brug voor de doorgetrokken Nicolaas Witsenstraat bleef in

nog zo goed als onbespreekbaar in die tijd (Mattie & de Moor, 1996), en zijn voorgestelde verkavelingstructuur zou eigenlijk alleen bij volledige onteigening van de agrarische kavels kunnen worden gerealiseerd. Daarbij hield hij ook maar weinig rekening met het speculatieve, stukje bij beetje bouwen, dat vanaf het einde der zestigerjaren opgekomen was. Particuliere beleggers waren zo niet over te halen, ondernemers werden te veel aan banden gelegd (Jonker, Noordegraaf & Wagenaar, 1984). Zo werd er uiteindelijk voorgesteld de uitvoering van de plannen simpel te houden en slechts enkele wegen vast te leggen, dan kwam de bebouwing vanzelf wel. Daarmee waren de plannen van stadsingenieur Van Niftrik definitief van de baan (Heijdra & de Milliano,1989).

20 || A A 20


2.2.2 Uitvoering stadsuitbreiding Amsterdam

zaagmolensloot bleef in eerste instantie nog wel gespaard, maar dit tot groot ongenoegen van Van Niftrik, die de sloot

Deelplan Van Niftrik

het liefst zo snel mogelijk gedempt en volgebouwd wilde zien (Heijdra & de Milliano,1989). Het was wederom een bouwblokken en brede straten (Fennis, 2000).

de driehoek ten noorden van het noordelijke Zaagmolenpad,

Op de plaats waar nu de Govert Flinckstraat en de Van

precies het gebied waarop we ons in dit essay voornamelijk

Woustraat elkaar kruisen werden in 1868 als eerste 68

concentreren. Dit is het noordwestelijke deel van de huidige

woningen gebouwd aan het toenmalige Zaagmolenpad.

Pijp, gelegen tussen de Stadhouderkade, de Ruysdaelkade

Deze woningen werden nog gebouwd op het niveau van de

en de Gerard Doustraat.

bestaande polder. De grond werd dus niet eerst opgehoogd

In dit gebied lag zoals al eerder beschreven de

zoals men dit later deed, zodat deze woningen vrij vochtig

Zaagmolensloot waar de verstedelijking al langzaam

waren. Later toen dit wel werd gedaan, bleven er dus lager

was begonnen. Het grote aantal (houtzaag)molens dat

gelegen stukjes woningbouw bestaan, wat moeilijkheden

langs het water stond nam al af door de vervanging van

opleverde bij de ontwatering en de aanleg van de riolering

de molens door machines, terwijl woningen geleidelijk

(Achterstraat, 1977). Vanaf 1870 werd er onteigend ten

die bedrijven vervingen die te weinig winst maakten

behoeve van de aanleg van wegen, drie jaar later was

(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/

de bouw in buurt YY, zoals het gebied aanvankelijk nog

Technische Hogeschool Delft, 1973). De Binnendijksche

heette, in volle gang. De verdere uitvoering begon bij de

Buitenveldersche Polder ontwikkelde zich hier al langzaam

Ferdinand Bolstraat, de Jacob van Campenstraat, de van

tot een nieuwe woonwijk. Herbergen, buitenverblijven en

der Helststraat en de Ruysdaelkade. Vervolgens begon men

oude polderhuisjes verdwenen. Tot die tijd woonden er nog

aan de Frans Halsstraat en de Daniël Stalpertstraat (Mattie

vooral stoelenmatters, scharenslijpers, kermisreizigers en

& de Moor, 1996). Vanaf 1873 werd er volop gebouwd en

orgeldraaiers met vaak kinderrijke gezinnen (Heijdra & de

rond 1884 was het grootste deel van de Frans Halsbuurt en

Milliano,1989).

de noordelijke Gerard Doubuurt klaar (Fennis, 2000).

De verwerving van de grond door de gemeente verliep

Kort na de aanleg van de 68 arbeiderswoningen aan het

vervolgens echter traag. Enerzijds omdat getracht werd de

Zaagmolenpad werd de Zaagmolensloot, die men in de tijd

grond door minnelijke schikking in bezit te krijgen, anderzijds

‘de Pijp’ (Een ‘pijpsloot’ is een rechte, smalle sloot) noemde,

omdat het de vraag was in hoeverre de Nederlandse

toch in delen gedempt (Bakker, van Oudheusden & Poll,

Bouwmaatschappij als concessionaris van het Plan Sarphati

1992). De bebouwing langs het noordelijke en zuidelijke

verplicht was de gronden te leveren voor dit nieuwe plan

Zaagmolenpad was ondertussen zo opgetrokken, dat

(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/

demping niet meer te vermijden was. Hoewel er nog luid

Technische Hogeschool Delft, 1973).

geprotesteerd werd, dempte men in 1880 de Zaagmolensloot

Ook dit deelplan hield dus weer weinig rekening met de

ter hoogte van de Amstel, in 1889 tot de van der Helststraat

bestaande structuur van sloten en paden in het gebied. De

en ten slotte was in 1891 de gehele demping voltooid

voorgestelde rechthoekige verkaveling stond haaks op de

(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/

Boerenwetering (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992),

Technische Hogeschool Delft, 1973). In de volksmond ging

in tegenstelling tot de aanwezige agrarische verkaveling.

de naam ‘de Pijp” ondertussen over van de Zaagmolensloot

Het plan voorzag verder in een verder normalisatie

op de inmiddels aangelegde naamloze straat. Toen deze in

van de Singelgracht en de aanleg van de hierlangs

1874 officieel tot Govert Flinckstraat werd gedoopt, bleef

lopende Stadhouderskade (Mattie & de Moor, 1996). De

men hem hardnekkig ‘de Pijp’ noemen. Ook omliggende

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

aangenomen en goedgekeurd, namelijk het deelplan voor

ruim opgezet plan voor de gegoede burgerij met diepe

A | 21

Een deel van het plan wordt in 1869 echter toch wel


straten kregen deze naam en al snel stond de buurt tot aan

blokken. Aan de westzijde wordt de stompe hoek die door

de grens met de Nieuwer Amstel als ‘de Pijp’ bekend. Van

de aansluiting op de polderstructuur ontstaat opgevangen

de oude namen als Buurt YY en District V werd vanaf toen

door een knik in de Gerard Doustraat tussen de Frans Hals-

niets meer vernomen (Fennis, 2000).

en de Ferdinand Bolstraat (Mattie & de Moor, 1996).

Het bouwen ging vervolgens zo voorspoedig, dat in nog geen twintig jaar ( 1897) het gebied zo goed als geheel

De Revolutiebouw

Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

volgebouwd was (Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).

Traditionele, vakbekwame bouwers konden in deze

Van de oude Pijp werd zelfs 95% van de woningen nog voor

periode al snel niet langer meer aan de vraag naar

1905 gebouwd (Achterstraat, 1977). De meeste van deze

betaalbare arbeiderswoningen voldoen en vaak onbekwame

woningen werden door particuliere ondernemers gebouwd,

en

een enkeling door de eerste woningbouwverenigingen die

een groot deel van de markt. Deze nieuwe particuliere

actief waren in deze buurt (Bakker, van Oudheusden & Poll,

bouwers bouwden echter zonder enige planmatige aanpak

1992).

of oog voor de lange termijn en gebruikten daarvoor vaak

onbemiddelde

ondernemers

veroverden

hierdoor

Echter, vanwege de noodzakelijke ophogingkosten

goedkope materialen (http://www.bronnenuitamsterdam.

van het polderland met anderhalve meter tot stadspeil

nl/weergave.asp?ID=249 & http://www.encyclo.nl/begrip/

bleek het oorspronkelijke plan uiteindelijk dan toch ook niet

Revolutie-bouw). Ze bouwden enkel met het doel om

haalbaar. Om goedkoper te kunnen bouwen werden toen op

winst te maken en kozen dan ook voor de goedkoopste

aandringen van de Nederlandse Bouwmaatschappij in 1875

methode, met het minste werk. Dit was echter niet altijd in

de Quellijn- en Saenredamstraat ingevoegd en werden de

het belang van de kwaliteit van de woningen en straten. Er

straten niet meer twintig maar vijftien meter breed. Hiervoor

werden door ondernemers zoals al eerder beschreven niet

moesten enkele al gebouwde woningen gesloopt worden

uit een sociaal oogpunt woningen gebouwd maar om geld

(Fennis, 2000). Met deze stedelijke verdichting werd de

aan te verdienen (Achterstraat, 1977). De bouw in deze

oorspronkelijk geplande burgerwijk een arbeidersbuurt

periode zou later bekend worden als ‘speculatiebouw’ of

(Mattie & de Moor, 1996) met betaalbare arbeiderswoningen

‘revolutiebouw’, een product van het negentiende-eeuwse

en met slechts in het noordwesten de betere woningen

kapitalisme, welke werd aangewakkerd door speculatie en

(Fennis, 2000). Alleen langs de Stadhouderskade en

werkte met een heel nieuw systeem van financieren. (http://

langs de Amstel werden door particulieren grote woningen

www.bronnenuitamsterdam.nl/weergave.asp?ID=249)

gebouwd (Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep

Het kapitaal, benodigd voor deze vorm van woningbouw

‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973). De eerder

was afkomstig van hypotheekbanken (Rapport van de

in de pijp aangelegde ‘parasitaire bebouwing’ werd daarbij

Stedebouwkundige

echter nog lang gehandhaafd. Het waren voor een groot

Hogeschool Delft, 1973). De grote woningnood en de nieuwe

deel bedrijfjes welke voor velen overlast bezorgden (Bakker,

kredietfaciliteiten deden de particuliere ondernemers zoals

van Oudheusden & Poll, 1992).

speculanten en eigenbouwers besluiten zoveel mogelijk

Studiegroep

‘De

Pijp’/Technische

Opvallend is tot slot de bebouwing daar waar het

goedkope huurwoningen te bouwen. Zo ontstond de

orthogonale grid aasluit op de schuine Zaagmolensloot

revolutiebouw in omvangrijke volkswijken, waaronder naast

en de polderstructuur. Aangezien de Zaagmolensloot als

de Pijp, de Oosterparkbuurt, Dapperbuurt, Transvaalbuurt

industriegebied toen nog volop functioneerde, was Van

en Indische buurt, allen in Amsterdam (Bakker, van

Niftrik gedwongen zijn haakse bouwblokken aan de grens

Oudheusden & Poll, 1992).

22 || A A 22

van het plangebied af te schuinen. Hierdoor ontstonden aan de Gerard Doustraat de karakteristieke wigvormige

Het bouwblok


Binnen de stratenplannen van deze revolutiebouw,

De wijze van stadsuitbreiding in de negentiende eeuw

was het bouwblok een van de meest opvallende

was dus eigenlijk meer te beschouwen als een wijze van

verkavelingsprincipes. Het bouwblok had toen dan al een

verkavelen en een systeem van parcellering van de stad,

lange geschiedenis in de ontwikkeling van de stad. In de

als een architectonisch plan. Wel was er in dit systeem de

middeleeuwse stad voegde de bebouwing zich al aaneen

mogelijkheid om allerlei uitzonderingen op te nemen. Het

tot gesloten bouwblokken. Het bouwblok van die tijd kan ook

verkavelingssysteem met het bouwblok als constituerend

wel begrepen worden als een getransformeerd kavelblok uit

element, was dus niet puur functioneel (Doevendans &

de zeventiende eeuw.

Stolzenburg, 2000).

In de negentiende eeuw transformeerde het systeem

Ook in de Pijp vindt men dus nog steeds deze

van verkavelen en bebouwen echter op een aantal punten.

kenmerkende verkaveling in gesloten bouwblokken. Hierbij

Het belangrijkste type woonhuis dat gebouwd werd, is het

is sprake van een duidelijke scheiding in open ruimte

getransformeerde burgerlijke woonhuis uit de zeventiende

met een privaat karakter (de binnenterreinen) en open

eeuw, bestaande uit een brede beuk met kamers en

ruimte met een openbaar karakter (de straten en voor

suite of met alkoof en een smalle beuk waarin de trap

zover aanwezig de pleinen, plantsoenen en parken). De

was opgenomen. Deze trap werd als zelfstandige ruimte

meeste binnenterreinen zijn lang en smal (lange smalle

uitgevoerd, wat de mogelijkheid bood meerdere gezinnen

bouwblokken), wat dus voortkwam uit de agrarische structuur

in een huis te laten wonen. Het systeem van voor- en

en de hiervoor beschreven, zogenaamde revolutiebouw. Zij

achterhuis werd verlaten, waardoor de woningen ondieper

bestaan voor het grootste deel uit erven en tuinen behorend

werden en allen een zelfde oriëntatie kregen op de straat.

bij de begane grond van het aangrenzend pand. Op het

De woning werd nu een specifiek type, waar door het

overige deel van de binnenterreinen treffen we voornamelijk

mogelijk werd deze in serie uit te voeren. Een bouwblok

bebouwing aan, die behoort bij de begane grond. De breedte

werd dan ook vaak uit verschillende stukken met onderling

van de straten is vrij constant, ongeveer 14-15 meter. In

identieke woningen opgebouwd. Zo ontstonden langwerpige

de regel is de verhouding tussen de breedte van de straat

blokken, samengesteld uit woningen met minimale variaties.

en de hoogte van de aanliggende bebouwing ongeveer

Deze bouwblokken maakten door hun vorm een maximale

gelijk aan 1. Via de bredere straten wordt het (doorgaand)

gevellengte en dus een maximaal aantal woningen mogelijk.

verkeer afgewikkeld. Tevens hebben ze een afwijkende

Dit negentiende-eeuwse bouwblok was over het algemeen

functiebezetting, men treft hier vooral veel winkels aan

een langgerekt blok van vier lagen. Achter de lange

(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/

gesloten gevelwanden lagen ondiepe eenkamerwoningen,

Technische Hogeschool Delft, 1973).

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

gedifferentieerd.

welke bereikbaar waren vanuit inpandige trappenhuizen. Deze etagewoningen gelden als een uitvinding van de negentiende eeuw. Er was verder weinig aandacht voor de vormgeving

2.2.3 Latere planvorming en uitvoering stadsuitbreiding Amsterdam

van deze bouwblokken. Men beperkte zich tot gepleisterde banden met enkel stuc- ornamenten die verwezen naar

Plan Kalff

monotone gevelwanden met een eindeloze herhaling

In 1874 kwam de meer pragmatisch aangelegde

van dezelfde ramen en deuren ontstonden met daarin

ingenieur J. Kalff aan het hoofd van een nieuw ambt ‘Dienst

etagewoningen, zo ook in de Pijp. Binnen bepaalde wijken

Publieke Werken’ te staan en hij maakte in 1875 een geheel

werden de bouwblokken wel naar maatschappelijke status

nieuw plan voor een gordel rond de stad, met uitzondering

A | 23

de Hollandse renaissance- stijl. De gevels vlak, waardoor


Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Afb 08: Plan Kalff 1875

van het Vondelpark en Museumbuurt. Hij week hierbij sterk

van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische

van het voorgaande plan van Van Niftrik af. Het voorstel was

Hogeschool Delft, 1973). De hoofdlijnen van de al

gebaseerd op het verkavelingspatroon van het landelijke

aanwezige agrarische verkaveling- en eigendomsstructuren

gebied, en voorzag in wijken met parallel lopende straten

werden

en langgerekte bouwblokken die in een ring rondom de

Noordegraaf & Wagenaar, 1984). Wel moesten voor al

bestaande stad waren gelegen. Deze zouden met elkaar

deze stadsuitbreidingen aanpassingen gedaan worden in

moeten worden verbonden door een doorgaande weg, de

de bestaande infrastructuur, zowel in de binnenstad als

latere Ceintuurbaan, die hiermee dezelfde functie had als

daarbuiten (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).

aangehouden

als

stratenpatroon

(Jonker,

de middelste boulevard uit het plan van Van Niftrik (Mattie

De gemeenteraad greep echter ook hier weer in,

& de Moor, 1996). Het plan van Kalff was sober en veel

waardoor in 1876 een gewijzigd plan kwam waarin weer

minder fraai dan dat van Niftrik. De ruimte voor openbare

ruimte uitgespaard was voor het Sarphatipark (naar

voorzieningen was tot een minimum beperkt, de wegen

het ontwerp van Van Niftrik) en waarin een duidelijke

waren smal gehouden om maar zoveel mogelijk woningen

Ceintuurbaan zich aftekende. Hier werd de huidige vorm

te kunnen bouwen (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).

van de negentiende-eeuwse gordel bepaald (Rapport van

En er was slechts in geringe mate ruimte gereserveerd

de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische

voor de aanleg van parken. Kalff handhaafde daarbij in

Hogeschool Delft, 1973). Dit plan is gaan gelden als

zijn plannen dus de bestaande structuur van de polder, wat

exemplarisch voor de esthetisch weinig geïnspireerde wijze

geheel naar wens was van de bouwondernemers (Rapport

waarop veel stadsuitbreidingen in het kwart van de vorige eeuw tot stand kwamen (Mattie & de Moor, 1996). Ook voor de Pijp had het plan consequenties. In de Pijp was sinds Van Niftriks ontwerp een nieuwe situatie ontstaan, doordat na veel discussie in 1869 was besloten het geplande spoorwegstation in het Open Havenfront te situeren. Hierdoor kon de Ceintuurbaan naar het zuiden worden verlegd. Het nog onbebouwde deel van de Pijp, ten zuiden van de Govert Flinckstraat, was in het plan van Kalff geheel bestemd voor woningen, alleen het gebied rond de Sint Willibrorduskerk aan de Amsteldijk, waarvan de bouw in 1871 was begonnen, en de afgeschuinde zuidwestelijke punt bleven oningevuld. De radialen in het verlengde van de Vijzelstraat en het Westeinde waren doorgetrokken tot aan het eind van de geplande bebouwing. In 1876 kwam Kalff dus met een gewijzigd ontwerp, dat in de Pijp voorzag in een park ter grootte van twee bouwblokken en een bebouwing die ook in de zuidwesthoek tot aan de gemeentegrens reikte. Dit ontwerp werd voor het grootste deel in de jaren tachtig en negentig uitgevoerd, waarbij over het algemeen van noord naar zuid werd gewerkt. Het noorden van Hemonybuurt was rond 1885 gebouwd, de

24 || A A 24

Ceintuurbaan eind jaren negentig terwijl de in het verlengde hiervan geplande brug over de Amstel pas in 1903 zou


worden gerealiseerd. Het Sarphatipark werd halverwege de

publieke werken, Lambrechtsen van Ritthem, ontwierp

jaren tachtig aangelegd en bebouwd, de Albert Cuypstraat

vervolgens een nieuw uitbreidingsplan, dan evenals zijn

kreeg door de geleidelijke normalisatie en demping van de

voorganger Kalff, vooral bepaald werd door de bestaande

Zaagmolensloot het meest een fragmentarische invulling.

eigendomsverhoudingen

en

civieltechnische

aspecten

(Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).

van het plan van Kalff af van het uiteindelijk in 1878

In de gemeenteraad bestonden echter bezwaren

vastgestelde ontwerp. In de eerste plaats werd demping van

tegen deze opzet. Niet alleen werd de particuliere

de Zaagmolensloot niet voorzien, dit water zou een verbinding

grondexploitatie aan banden gelegd door invoering van

gaan vormen tussen de Amstel en de Boerenwetering.

het erfpachtstelsel maar ook werden esthetische eisen

Verder werd bij het westelijke uiteinde van de Albert

gesteld aan het stedenbouwkundig ontwerp. Met het oog

Cuypstraat ter hoogte van de Frans Halsstraat de stompe

daarop werd architect H. P. Berlage aangetrokken, die in

hoek van de Gerard Doustraat gevolgd, waardoor de straat

1900 een nieuw plan voor het stadsdeel zuid ontwierp.

aansloot op zowel de al bestaande stedenbouwkundige

Na diverse aanpassingen, die verband hielden met de

structuur als de brug over de Boerenwetering. Bij het

nieuwe woningwet, werd het plan in 1905 aangenomen. De

oostelijke uitiende van de Gerard Doustraat, tot slot, werd

uitvoering liet echter op zich wachten, waardoor Berlage was

het hier geplande L- vormige bouwblok in drieën gedeeld

genoodzaakt zijn plan grondig te herzien. Dit stelde hem

door de aanleg van de Niciolaas Berchemstraat en het

overigens wel in staat zijn gewijzigde stedenbouwkundige

openlaten van het Noordelijk Zaagmolenpad, dat grensde

inzichten te verwerken in zijn tweede plan zuid uit 1915

aan de achterzijde van zeven als bestaande herenhuizen

(Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).

aan de Stadhouderskade (Mattie & de Moor, 1996). De uitvoering werd verder bijna volledig overgelaten aan

Gestimuleerd door diezelfde woningwet van 1901, namen

nu

de

woningbouwcoöperaties

het

bouwen

particulieren, zodat de eerder genoemde revolutiebouw een

over van de particuliere ondernemers (Rapport van de

hoge vlucht kon nemen in het merendeel van de nieuwe

Stedebouwkundige

wijken, waaronder naast de Pijp, de Dapperbuurt en de

Hogeschool Delft, 1973). De zuidelijke Pijp kreeg daardoor

Kinkerbuurt (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992). De

een geheel ander uiterlijk dan de noordelijke Pijp uit de

bouwondernemer en speculant werd een maximale vrijheid

eeuw daarvoor met de vele revolutiebouw (Fennis, 2000).

van handelen geboden (Jonker, Noordegraaf & Wagenaar,

De reden voor het ontstaan van deze wet lag in het bestaan

1984).

van de zeer slechte woningtoestanden, het inzicht dat dit

Studiegroep

‘De

Pijp’/Technische

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

Op enkele punten week men in de Pijp bij de uitvoering

ongunstige effecten had op het arbeidersbestand en in Plan Lambrechtsen van Ritthem, Plan Zuid I en Plan Zuid II

de toename van de macht der liberale bourgeoisie. Zo meer licht en lucht, bredere straten en meer groen. Door

de andere kant van de Ceintuurbaan ging de zuidelijke

bouwverordeningen werden de rug- aan rugwoningen niet

uitbreiding in een fors tempo door, ondanks het ontbreken

meer toegestaan, wat de grotere woningen verklaard in de

van een verder uitbreidingsplan. De bouwondernemers

later ontstane Pijp. Daarbij kwam er een functiescheiding

bleven plannen indienen en zo werd er tussen de sloten

tussen wonen en werken. Winkels zaten nu alleen nog

verder gebouwd (Rapport van de Stedebouwkundige

op de straathoeken (Rapport van de Stedebouwkundige

Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).

Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).

In 1896 werd Amsterdam aan de zuidzijde vergroot

Het tweede Plan Zuid, aangenomen in 1917 werd

dankzij annexatie van grote delen van de gemeente

in overeenstemming met de architect praktisch volledig

Nieuwer- Amstel (Fennis, 2000). De toenmalige directeur

uitgevoerd in de jaren twintig en dertig (Fennis, 2000).

A | 25

ontstond een woningbouw, uitgaande van woonidealen als Hiermee kwam een eind aan het plan Kalff. Maar aan


Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

03 Maatschappelijke en ruimtelijke transformaties De Oude Pijp heeft door de jaren heen verschillende transformaties gekend op sociaal, economisch, cultureel, stedenbouwkundig en architectonisch gebied. Belangrijk daarbij is te kijken hoe en in welke context deze verschillende transformaties hebben plaatsgevonden. In dit deel zullen de verschillende transformaties aan bod komen en zal gekeken worden naar de samenhang tussen de verschillende transformaties. Eerst zal een beschrijving gegeven worden van de verschillende transformaties met betrekking tot sociale-economische en culturele transformaties, die hebben plaatsgevonden tot op heden in de Pijp en dan met nadruk op de Oude Pijp. Vervolgens zal uiteengezet worden hoe deze transformaties van toepassing zijn geweest op het bouwblok, omsloten door de Frans Halsstraat, Quellijnstraat, Ruysdaelkade en de Eerste Jacob van Campenstraat, gelegen in de Oude Pijp. Daaropvolgend zal een beeld worden gegeven van de huidige situatie van de Oude Pijp waartoe de verschillende transformaties geleid hebben. Dit zal gedaan worden doormiddel van een opsomming van verschillende gegevens afkomstig van dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam. Deze gegevens zullen vervolgens vergeleken worden met de gegevens van Oud-Zuid en Amsterdam om zo uitspraken over te kunnen doen. Afsluitend zal naast een slotbeschouwing een kleine uiteenzetting worden gegeven van de toekomstvisie van

26 || A A 26

de Oude Pijp. Hierin zal het Gebieds Programma Noord Pijp, met daarin een beeld van de gebiedsvisie 2015 en het Gebiedsuitvoeringsplan 2008-2011, uiteengezet worden.

Afb.09:Gerard Doustraat 2000


Transformaties tot op heden

In de jaren zestig werd geconcludeerd dat onder andere

ontwikkeld en uitgevoerd met verschillende achterliggende

zijn beurt weer ten goede zou komen aan de economische

gedachtes voor het gebied de Pijp. Zo had de stadsingenieur

situatie van Amsterdam als geheel. Hierdoor zou Amsterdam

Van Niftrik een idealistisch plan (1866), waarbij de Pijp

tot een daadkrachtige stad kunnen uitgroeien, waar op dat

een prachtig nieuw centrum zou worden met de daartoe

moment een sterke hang naar was (Mattie & de Moor, 1996).

behorende beter bedeelde mensen. Het plan werd echter

In de tweede helft van de jaren zeventig kwam het

afgewezen door de gemeenteraad. Kalff, de directeur van

uiteindelijk zo ver dat de stadsvernieuwing daadwerkelijk

Publieke Werken, had echter een sober en veel minder fraai

werd uitgevoerd. Er werd besloten voor behoud van het

plan ontwikkeld waarin uiteindelijk vooral arbeiders zich

stratenpatroon met renovatie van de huidige bebouwing en

hadden huisgevest als gevolg van de bevolkingsexplosie in

waar nodig nieuwbouw. Het doel van het behoud van het

de stad Amsterdam in de tweede helft van de 19e eeuw.

stratenpatroon en de renovatie van de huidige bebouwing

Deze bevolkingsexplosie was op zijn beurt weer een gevolg

was het karakter van de Pijp te behouden. Veel bewoners

van de industriële revolutie die rond deze tijd een sterke

hadden ondertussen enige waarde gehecht aan het karakter

vlucht omhoog nam (Mattie & de Moor, 1996).

van de Pijp, dat gekenmerkt werd door de typologie van de bebouwing en het starre stratenpatroon. Het uitgangspunt

Met de komst van de Woningwet in 1901 werd de

van de vernieuwing in de jaren ‘70 was dat er gebouwd

gemeenten verplicht bouwvoorschriften op te stellen, die de

moest worden voor de bewoners uit de buurt. Sinds de jaren

kwaliteit van de woningbouw moesten verbeteren. Dit kwam

’80 stond in de stedelijke vernieuwing de hele stad centraal

uiteindelijk de woningbouw in de zuidelijke uitbreidingen,

(Mattie & de Moor, 1996).

geleid door H.P. Berlage, van de Pijp ten goede. Hierdoor verschilde de zuidelijke Pijp in uiterlijk met dat van de

Als een gevolg van de verschillende stedenbouwkundige

noordelijke Pijp, dat vooralsnog alleen uit Revolutiebouw

veranderingen en vernieuwingen door de jaren heen,

bestond.

kwamen er ook verschillende ontwikkelingen op gang

Door deze tweedeling in uiterlijke verschijningsvorm met

in de sociale structuur van de Pijp. In het verleden

aan de ene kant, de voor die tijd negatieve Revolutiebouw

woonden er vooral arbeiders in de Pijp. Tegenwoordig

en aan de andere kant de verbeterende woningbouw in de

wonen er naast studenten en allochtonen, vooral in

zuidelijke Pijp. Dit was een belangrijke oorzaak waardoor

de Oude Pijp, ook kapitaalkrachtige jongeren, ook wel

lange tijd het beeld van de Pijp negatief was. Hierdoor

Yuppen genoemd (Young Urban Professional). Vanwege

werd de Pijp geassocieerd met armoede en slechte

samenvoegingen en verbeteringen van woningen, in dit

woonomstandigheden.

fragment, hebben zich hier riante woningen gevormd met

Na de Tweede Wereld oorlog werd de situatie alleen

een aanzienlijke kwaliteitsverbetering, die vervolgens

maar slechter. Dit kwam mede door de overbevolking van

weer tot een waardestijging van de woningen hebben

het gebied, het toenemende autobezit in de schaarse ruimte

geleid. Deze zijn hierdoor vooral in trek gekomen bij

en het achterstallige onderhoud. Dit was een belangrijke

kapitaalkrachtigere personen. Hierdoor wordt op een

oorzaak voor het wegtrekken van veel inwoners uit de Pijp.

subtiele manier meer diversiteit gecreëerd in de sociale

Hiervoor in de plaats kwamen toen vaak nieuwe, weinig

structuur en, in architectonisch opzicht, in het op het

draagkrachtige buurtbewoners voor in de plaats (Mattie &

eerste gezicht universele karakter van de Oude Pijp. Dat

de Moor, 1996).

universele karakter wordt vooral geleid door de gevels die op eenzelfde rooilijn liggen in het starre stratenpatroon. Dit

A | 27

economische situatie en leefklimaat in dat gebied, dat op

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

stadsvernieuwing in de Pijp zou bijdragen aan een betere Door de jaren heen zijn verschillende (deel-)plannen


zal in de analyse duidelijk naar voren komen doormiddel

Albert Cuypmarkt, dat belangrijk wordt voor bezoekers van

van de verschillende analysetekeningen (Dienst Onderzoek

de Pijp (Voorbereidingsnotitie Herziening Bestemmingsplan

en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008).

De Pijp, 2003). Daarnaast zijn de Albert Cuypmarkt op zichzelf en de

Ook op het gebied van horeca, cultuur en vermaak

Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

hebben

zich

transformaties

voorgedaan.

Ferdinand Bolstraat, in economisch opzicht belangrijk voor

Doordat

de Pijp. Hier heeft zich door de jaren heen veel detailhandel

consumenten door de jaren heen meer geld zijn gaan

en horeca gevestigd. Ook het Marie Heineken plein is een

besteden, zijn functies als horeca, cultuur en vermaak,

belangrijke plek in economisch opzicht. Hier is naast de

zoals de voormalige Heineken Brouwerij en het culturele

Oude Heineken brouwerij, die nu dienst doet als museum,

centra De Badcuyp, steeds belangrijker geworden naast

ook veel detailhandel en horeca gelegen dat daardoor

de detailhandel, dat in het verleden de belangrijkste trekker

een belangrijke bron van inkomsten is voor de Oude Pijp.

van vrijetijdsbesteding was. Tegenwoordig zijn veel van

Overigens doet het plein wel afbreuk aan de rest van de

deze functies nog steeds te vinden op de begane grond in

Oude pijp door zijn modernere architectuur. Het plein was

de Pijp. Overigens vestigen zich daarnaast in de Pijp ook

ontworpen als antwoord op de vraag naar meer openbare

steeds meer kleine bedrijven op de begane grond en vindt

ruimte

er weer meer functiemenging plaats van wonen/werken,

Bestemmingsplan De Pijp, 2003).

in

de

Pijp

(Voorbereidingsnotitie

Herziening

dat voorheen een tijd lang gescheiden was, maar daarvoor juist ook weer vaak samen was. Waar voorheen dus de

Samen

zorgen

deze

transformaties/ontwikkelingen

bebouwing vaak de functie wonen pretendeerde, zijn daar

in de Pijp dat het fragment tegenwoordig als een goed

door de jaren heen vaak functies aan toegevoegd, zoals

gewaardeerde wijk wordt beschouwd. Dit getuigt ook het feit

een winkel of een bedrijf (Voorbereidingsnotitie Herziening

dat tegenwoordig investeerders meerdere huizen opkopen,

Bestemmingsplan De Pijp, 2003).

renoveren en weer verkopen. Dit is onder meer in de Quelijnstraat gedaan waar een hele rij huizen gezamenlijk

Wat betreft economische aspecten is het tegenwoordig een belangrijk gegeven dat de Pijp gelegen is aan de

zijn gerenoveerd en weer zijn doorverkocht (Mattie & de Moor, 1996).

rand van de Amsterdamse binnenstad en daar steeds

28 || A A 28

meer deel van uit gaat maken. Dit komt mede doordat

Door de jaren heen zijn er overigens verschillende

de ruimte voor commercie steeds schaarser wordt in de

studies en plannen ontwikkeld voor verbeteringen en

binnenstad en een logische stap een uitbreiding is naar de

vernieuwing van de Pijp. Delen van deze studies/plannen

directe omgeving eromheen, waar de Oude Pijp dus deel

worden samengevoegd in een bestemmingsplan, dat

van uitmaakt. De komst van de Noord-Zuidlijn is ook een

vervolgens weer keer op keer wordt bijgesteld of vernieuwd

belangrijk aspect voor de Oude Pijp, doordat hierdoor een

door

snelle openbaarvervoersverbinding tussen de binnenstad

ontwikkelingen. Voorbeelden van bestaande plannen

en de Zuid-as wordt gecreëerd. Hierdoor worden de

binnen de oude pijp zijn de bestemmingsplannen voor

beide belangrijkste zakencentra van Amsterdam via onder

de Noord-Zuidlijn en voor de Albert Cuypstaart 182, waar

andere de Oude Pijp met elkaar verbonden. De ligging

een horecagelegenheid en een aantal woningen zijn

van het fragment op deze verbinding kan in de toekomst

gerealiseerd. Het plan voor de Noord-Zuidlijn is nog steeds

mogelijkheden bieden voor vestigingen van bedrijven

van kracht. (Omgevingsanalyse Oude Pijp, Stadsdeel

die hierdoor eventueel van deze ligging willen profiteren.

Amsterdam Oud Zuid, 2002).

Bovendien komt er een station te liggen ter hoogte van de

wijzigingen

in

wetgeving

en

maatschappelijke


Toepassing op het bouwblok.

begin zeer negatief, vanwege het slechte leefmilieu als verpaupering van de wijk als gevolg van achterstallig

wijze terug in het bouwblok, betreffende het blok ingesloten

onderhoud. De waardering werd zoals gezegd dus steeds

tussen de Frans Halsstraat, Quellijnstraat, Ruysdaelkade

negatiever naarmate de tijd vorderde vanwege verdere

en de Eerste Jacob van Campenstraat. Hierna volgt een

verpaupering van de wijk wat weer als gevolg kwam van

eerste beschrijving van de verschillende transformaties.

achterstallig onderhoud. Interessant is te kijken hoe deze

Later in het verslag zullen deze transformaties bijgestaan

negatieve waardering van de Oude Pijp getransformeerd is

worden door de analysetekeningen met toelichting daarbij.

tot een positieve waardering van het fragment tegenwoordig. Deze

groeiende

waardering

van

de

Oude

Pijp

Ondanks een sterke architectonische eenheid in het

kwam duidelijk tot uiting in verschillende verenigingen

blok is door samenvoeging van verschillende huizen

als Werkgroep de Pijp en Wijkcentrum Ceintuur die in

een subtiele mate van diversiteit gecreëerd in het blok.

1969 gevormd werden. Deze verenigingen bestonden

De architectonische eenheid wordt verkregen door de

uit bewoners van de Oude Pijp die voor behoud van het

toepassing van eenzelfde bebouwingstypen in het volledige

karakter van het fragment waren en drongen aan op een

Afb. 10:

blok. In dit geval de revolutiebouw genaamd, die met behulp

kleinschaligere aanpak van de stadsvernieuwingen in

2000

van bepaalde details, zoals een doorlopende dakrand, winkelplint en dakkapel de architectonische eenheid nog eens extra kracht bij zet. De subtiele mate van diversiteit binnenin het gebouw brengt op zijn beurt weer een diversiteit aan in bewoners van het blok met zich mee. Ook is er sprake van een duidelijke functiemenging in het gebied. Zo is er onder meer een horecagelegenheid op de hoek van het blok gevestigd en is er een fietsfabrikant gevestigd in het blok. Opvallend is het feit dat deze fietsfabrikant op een subtiele manier is opgenomen in de

Ferdinand Bolstraat

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

gevolg van slechte bouwwijze van woningen en verdere Verschillende transformaties komen op een duidelijke

bestaande bebouwing doormiddel van samenvoeging van bebouwing in de Eerste Jacob van Campenstraat zonder een duidelijke verwijzing aan de buitenzijde naar de fietsfabrikant door een verandering in gevelaanzicht. Statistieken Belangrijk is om te kijken welke conclusies uit de verschillende transformaties getrokken kunnen worden. Oorspronkelijk was de Oude Pijp bedoeld als buurt voor landhuizen voor de gegoede burgerij. Daarvoor in de plaats arbeiders als gevolg van de industriële revolutie te kunnen huisvesten. De waardering voor de Oude Pijp was in het

A | 29

kwamen echter arbeiderswoningen om het overschot aan


plaats van de grootschalige aanpak die in eerste instantie

Statistische gegevens

gepland stond. Deze grootschalige aanpak zou volgens hen het karakter van de Oude Pijp ernstig aantasten.

Wonen

Hier was dus al sprake van een herwaardering van de

Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Oude Pijp. Men ging waarde hechten aan verschillende

De bewoners van de Oude Pijp zijn redelijk tevreden

karakteristieken van het fragment, zoals het typische

over de woningen in de buurt (6,8) en de inrichting van de

straatbeeld (Mattie & de Moor, 1996).

woonomgeving (6,4).

Waren het voorheen vooral arbeiders die in de Pijp

Vergeleken met de rest van de buurten in de Pijp

woonden. Tegenwoordig is er sprake van een grote sociale

en de stad Amsterdam, bevat de Oude Pijp veel kleine

vermenging van klassen en culturen. Tegenwoordig blijken

woningen. Deze woningen lenen zich goed voor studenten

er vooral starters en studenten te wonen. De Oude Pijp

en starters. Er wonen dan ook veel mensen tussen de 17

met zijn vele horecagelegenheden en winkels vormt een

en 34 jaar oud (41% in vergelijking tot 32 % in Oud-Zuid)

aantrekkelijke leefomgeving voor deze groepen (Dienst

en veel alleenstanden (46% in vergelijking tot 36% in Oud-

Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008).

Zuid). Bijna de helft van de woningen is particulier verhuur

Afb 11: Eerste Jacob van Cam-

(49%). De WOZ-waarde ligt op € 199.939 rond het stedelijk

penstraat 2000

gemiddelde van €204.306. De WOZ-waarde (waardering onroerende zaken) is een maatstaaf voor de waarde die toegekend wordt aan de woonsituatie en de omgeving. De

groenvoorziening

neem

7%

bodemoppervlak

in gebruik tegenover 11% in Oud-Zuid en 12% in Amsterdam. De bewoners zijn minder te spreken over de groenvoorziening in de buurt (5,6) dan de bewoners van Oud-Zuid (6,4). De gemiddelde woonduur in de buurt is 7,6 jaar, dit is minder lang dan het gemiddelde van Oud-Zuid (8,8 jaar) en Amsterdam (8,2 jaar). Een mogelijke verklaring voor de minder lange woonduur is dat studenten na het afronden van hun studie graag naar een groter huis willen verhuizen en starters op een bepaald moment groter willen wonen als gevolg van samenwonen of gezinsuitbreiding. In de Oude Pijp wonen meer mannen dan vrouwen (Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008). Werk Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in de Oude Pijp ligt lager dan het gemiddelde van Oud-Zuid, maar hoger dan dat van Amsterdam. €13.300 tegenover €15.600 en €12.600. Het gemiddelde opleidingsniveau in

30 || A A 30

Oud-Zuid is hoger dan het stedelijk gemiddelde. In OudZuid heeft 52% een HBO- of WO-opleiding afgerond, in


de verschillende transformaties die zich kunnen voordoen en

personen per 1000 inwoners ligt ook lager dan het stedelijk

zichzelf daaruit verder willen ontwikkelen. Uit verschillende

gemiddelde. Het aandeel minimahuishoudens in de buurt

trends en ontwikkelingen is gebleken dat de verschillende

ligt rond het stedelijk gemiddelde. De belangrijkste bron van

deelgebieden daarbij ieder om een eigen manier van

inkomen voor de minima is vooral een bijstandsuitkering

aanpak vragen met betrekking tot de ontwikkeling van het

(44%) of een andere bron van inkomen (41%). Hieronder

gebied in de toekomst. Het gebiedsprogramma Noord Pijp is

vallen ook mensen die minder dan 12 uur werken; dit

daar een eerste aanzet toe. Het gebiedsprogramma bestaat

kunnen bijvoorbeeld studenten zijn met een bijbaan en

uit gebiedsvisie 2015 en een gebiedsuitvoeringsplan 2008-

studiefinanciering. Van de niet-werkende werkzoekenden

2011 dat onderverdeeld is in verschillende domeinen, ieder

in Oud-Zuid woont 20% in de Oude Pijp. Een groot deel

met zijn eigen prioriteiten (Gebiedsprogramma Noord Pijp

van de werklozen (45%) is dit langer dan drie jaar, 12% is

Gemeente Amsterdam, 2008).

maximaal drie maanden werkloos. De grootste groepen niet-werkende werkzoekenden in de buurt zijn autochtoon

Gebiedsvisie 2015

(48%) en niet-westerse allochtoon (32%). In de buurt is het aandeel autochtonen (60%) wel groter dan het aandeel niet-

In 2015 is de Noord-Pijp een hoogstedelijk gebied, met

westerse allochtonen (19%). Binnen de groep niet-westerse

een goede balans tussen wonen, werken en verblijven.

allochtonen zijn er naar verhouding dus meer niet-werkende

De bevolking is divers, maar de bewoners voelen zich

werkzoekenden (Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente

met elkaar verbonden en respecteren elkaars levensstijl.

Amsterdam, 2008).

Autoverkeer neemt een ondergeschikte plaats in. De buurt is uitstekend ontsloten door het openbaar vervoer en

Economie

parkeren gebeurt voornamelijk in gebouwde garages. Goed onderhouden woonpanden, groenvoorzieningen en een

De vestigingen met werkzame personen in Oud-Zuid

groot gevoel van veiligheid dragen bij aan het woonplezier.

is voor 17% in de Oude Pijp gevestigd en 12% van de

(Gebiedsprogramma Noord Pijp Gemeente Amsterdam,

werkzame personen in het stadsdeel werkt in de Oude Pijp.

2008).

Vooral in de sectoren Onroerend goed en zakelijke diensten (o.a. advocaten en makelaars) en Groothandel en reparatie

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

Amsterdam is dit gemiddeld 32%. Het aandeel werkzame

en handel van consumentenartikelen (o.a. winkels) zijn veel vestigingen en werkzame personen te vinden. Ook in de sectoren Milieu, cultuur en recreatie (o.a. musea) en Horeca zijn redelijk veel vestigingen en werkzame personen te vinden (Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008). Toekomstvisie Stadsdeel Oud-Zuid bestaat uit verschillende gebieden met ieder een eigen karakter. De ruimtelijke omgeving, bevolking verschillen per deelgebied. De Oude Pijp zal, als deel van de Noord Pijp, ook in de toekomst blijven inspelen op

A | 31

economische bedrijvigheid en samenstelling van de


Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

32 || A A 32


A | 33

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘


Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

34 || A A 34


A | 35

Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam

Revolutiebouw, fragment I: Van Nifriks Pijp

II. Analyse


01. Eerste Schaal De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

01.1 Plattegrond De eerste schaal geeft aan hoe de ligging van ‘de Pijp’

De gehele ‘Pijp’ is in snel tempo gebouwd om te voldoen

ten opzichte van Amsterdam is. Op de tekening is met

aan de grote toename in inwoners die de stad had. En mede

een rode stippellijn aangegeven waar ‘de Pijp’ ligt. Om de

doordat de woningwet nog niet bestond, is de kwaliteit van

samenhang met de rest van deze analyse aan te tonen is

de woningen slecht te noemen. Dit uit zich ook in de dichte

tevens het tweede schaalniveau aangegeven met rood.

bebouwing en de weinige openbare ruimte. Slechts in de

De bouw van ‘de Pijp’ is begonnen in de 19e-eeuw. Het is een onderdeel van de eerste grote geplande uitbreiding

noordwestelijke hoek van het gebied zijn betere woningen gebouwd.

van Amsterdam sinds het begin van de industrialisatie. Er

Aan de zuidzijde van ‘de Pijp’ is de bebouwingsstructuur

zijn verschillende plannen gemaakt voor het gebied, die niet

anders dan aan de noordzijde. Dit volgt niet enkel uit het

allen even levensvatbaar waren.

feit dat dit in een andere periode is gebouwd. Ook de

Aan de noordzijde grenst ‘de Pijp’ aan het oude centrum

planmaker was een ander persoon, namelijk H.P. Berlage.

van Amsterdam. Dit deel is duidelijk herkenbaar door de

De bouwblokken zijn nog wel gesloten maar de binnentuinen

ringvormige grachten en de dichte bebouwing. Het oudste

zijn groter. Ook is er een minder eenduidig stratenplan

deel van de stad is minder geordend dan de omliggende

aanwezig wat afwijkt op het grid van ‘de Pijp’.

grachtengordels, maar de algemene ontwikkeling van de

Als duidelijke afwijking in het stratenplan van ‘de Pijp’ is

stad is duidelijk af te lezen aan de grachten. De buitenste

de Gerard Doustraat aan te wijzen. Deze loopt onder een

concentrische gracht was ten tijde van de ontwikkeling van

hoek ten opzichte van de straten van de ‘Noord-Pijp’. De

de plannen voor ‘de Pijp’ nog een vestigingswerk. In de loop

rest van het later gebouwde deel van ‘de Pijp’ volgt dezelfde

van de tijd is deze ontmanteld en is de gracht grotendeels

richting. Deze verandering volgde uit de bestaande

rechtgetrokken.

verkaveling. Het noordelijke deel van ‘de Pijp’ is, tegen veel

Aan de zuidzijde is het Plan Zuid van H.P. Berlage

kosten, anders gestructureerd. Dit volgde uit het plan van

gerealiseerd. Dit plan kenmerkt zich door de grote

van Niftrik. Nadat Kalff het opvolgende plan had gemaakt,

bouwblokken en de structuur in de vorm van assen. Ook zijn

wat de bestaande verkaveling aanhield, werd het plan

er meer openbare plekken dan in oudere delen van de stad.

verder uitgevoerd.

Ten westen van ‘de Pijp’ ligt het vondelpark, met

Een verdere afwijking in het stratenplan is ter plaatse

hieromheen de kenmerkende villa’s en herenhuizen. Net

van de Heinekenbrouwerij. Eerst is er een loopbrug over de

als ‘de Pijp’ stammen deze ook uit de 19e-eeuw, maar het

straat gerealiseerd. In 1930, door de verdere uitbreiding van

is duidelijk zichtbaar dat in dit deel van Amsterdam meer

de brouwerij, werd de straat dichtgezet, omdat het gebouw

welvaart was. Hierdoor is de wijkkwaliteit beter dan ‘de Pijp’.

groter werd dan één bouwblok.

Ten oosten ligt Amsterdam Oost, wat qua opbouw enige

De ligging net buiten het oude centrum van Amsterdam

overeenkomsten heeft met het zuidelijke deel van ‘de Pijp’.

geeft ‘de Pijp’ een voordeel; het centrum is makkelijk

Wel heeft het iets meer openbare groenvoorzieningen.

te bereiken, maar ook is de stad nog relatief makkelijk

Het fragment dat geanalyseerd zal worden is rood

te verlaten door middel van diverse verkeersmiddelen.

aangegeven op de kaart. In het begin werd de buurt,

Binnenin de wijk liggen veel eenrichtingswegen, maar de

buurt YY genoemd, maar al snel veranderde de naam in

tram zorgt wel voor een goede ontsluiting in de wijk.

de volksmond in ‘de Pijp’. Het geanalyseerde deel betreft enkel ‘de Noord-Pijp’, dit is het deel van ‘de Pijp’ welk in

36 || A A 36

de 19e-eeuw gerealiseerd is, naar plan van van Niftrik.

Legenda:

De begrenzing van ‘de Noord-Pijp’ aan de noordzijde is

fragment

gedefinieerd door de singelgracht, aan de zuidzijde door de

bebouwing

Gerard Doustraat, aan de westzijde door de boerenwetering.

water



02. Tweede Schaal Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 38 || A A 38

01.1 Plattegrond

19 | A

02. Eerste Schaal 01.

02.1 Topografie / Situatie De kaders van dit analysegebied worden gevormd

Legenda:

door de Stadhouderskade, de Ruysdaelkade en de Gerard

1.

Carel Willinkplantsoen

Doustraat. Deze omkadering zal men niet zo snel ervaren.

2.

Daniel Stalpertstraat

De Stadhouderskade is namelijk een brede, drukke weg,

3.

Eerste Jacob van Campenstraat

terwijl de Ruysdaelkade en de Gerard Doustraat vrij smal

4.

Eerste van der Helststraat

en tevens eenrichtingswegen zijn, zoals bij bijna alle andere

5.

Ferdinand Bolstraat

wegen het geval is. Visueel bepalen de Boerenwetering en

6.

Frans Halsstraat

de Singelgracht de duidelijke grens aan twee zijden van het

7.

Gerard Doustraat

gebied. De hoekverdraaiing van de ontsluitingswegen in het

8.

Marie Heinekenplein

zuiden van het stadsfragment zorgt ook voor een grens,

9.

Ruysdaelkade

hoewel deze minder sterk wordt ervaren. Ten slotte vormt

10. Saenredamstraat

de Ferdinand Bolstraat nog een belangrijke straat, omdat deze het gebied in tweeën snijdt. Ook ligt het grootste plein

situatie

aan deze straat, het Marie Heinekenplein. Naast het kleine

bebouwing fragment

Gerard Douplein zijn er geen andere benoemenswaardige

bebouwing omgeving

pleinen te vinden. schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 40 || A A 40

02.1 Topografie / Situatie

02. Tweede Schaal

21 | A

02. Tweede Schaal

02.2 Verkavelingsstructuur Alle oude huizen zijn gebouwd op smalle kavels. Je ziet

Legenda:

hier een duidelijk ritme in. Dit ritme wordt verstoord door uitbouwtjes en nieuwbouw. Vooral bij nieuwbouw is het

verkaveling

duidelijk dat er meerdere kavels bijeen zijn genomen om zo

bebouwing omgeving

een ruimere plattegrond te maken. Enkele kavels hebben nog een voorwoning en achterwoning, maar het merendeel is samengevoegd tot één kavel en vormt één woning. In de verkaveling van het mariaplein zie je niets meer terug van de oude verkaveling, je ziet gelijk dat dit nieuwbouw is, omdat het sterk afwijkt. Ook linksboven is een gebouw met een ronde vorm aanwezig, dit is ook nieuwbouw. Kortom, je kunt je al veel opmaken uit de verkavelingstructuur over de leeftijd van het gebouw.

schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 42 || A A 42

02.2 Verkavelingsstructuur

02. Tweede Schaal

24 | A

02. Tweede Schaal

02.2 Ontsluiting Dit fragment kenmerkt zich hoofdzakelijk door zijn

Legenda:

verkeersluwe, smalle eenrichtingswegen. Doordat de

openbaar vervoer

eenrichtingswegen relatief kort zijn en snel van richting

bebouwing fragment

veranderen, ontstaat er een ingewikkeld netwerk van straten

bebouwing omgeving

waarin sluiproutes onmogelijk worden gemaakt. In het midden

bebouwing fragment

bevindt zich een drukkere straat, de Ferdinand Bolstraat. In

bebouwing omgeving

het fragment vormt deze de ader van het openbaar vervoer,

eenrichtingsweg

door de directe verbinding met het Centraal Station. Deze straat wordt dan ook snel ervaren als de as van het gebied en is een goed oriëntatiepunt. Echter, deze valt niet onder het primaire ontsluitingssysteem. Ondanks het feit dat deze straat voor een goede doorstroming van het openbaar vervoer zorgt, is deze voor het autoverkeer een stuk minder gunstig. Ook hier, zoals in vele delen van het gebied, geldt dat het gedeeltelijk eenrichtingsverkeer is. De Ferdinand Bolstraat zorgt ook voor een tweedeling in het fragment. Zo bestaat het rechterdeel voornamelijk uit nieuwe gebouwen en een geheel nieuw winkelcentrum , terwijl in het linkerdeel veel meer monumentale bouw te vinden is en er hier meer gewoond wordt.

schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 44 || A A 44

02.3 Ontsluiting

02. Tweede Schaal

00 | A

02. Tweede Schaal

02.4 Bebouwd onbebouwd Wat als eerste opvalt, zijn de bredere onbebouwde

Legenda:

delen aan de noord en westzijde van het fragment door

onbebouwd

de aanwezigheid van respectievelijk de singelgracht en de

bebouwing fragment

boerenwetering. Nu is goed te zien dat dit fragment een

bebouwing omgeving

hoekpunt, en dus ook een beginpunt van een groter geheel. De structuur die door de bebouwing wordt gevormd bestaat duidelijk uit een raster van gesloten bouwblokken, met

een

aantal

uitzonderingen.

De

voornaamste

uitzondering zit hem in de Heineken brouwerij. Deze vormt een centraal punt in het gebied. De vorm van het Marie Heinekenplein is bepalend geweest voor de vorm van de Heineken brouwerij, terwijl men hier verwacht dat dit andersom zou werken. Andere pleinen in het fragment zijn een gevolg van de hoekverdraaiing naar het volgende fragment in het stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid. Doordat er in de loop van de tijd veel uitbouw van de achterwoningen is geweest, zijn de open binnenruimtes relatief klein geworden en is het gebied dichtbebouwd. Het blok linksboven in de hoek is hier een uitzondering op.

schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 46 || A A 46

02.4 Bebouwd onbebouwd

02. Tweede Schaal

00 | A

02. Tweede Schaal

02.5 Ordenende elementen De Frederik Bolstraat vormt duidelijk een tweedeling in

Legenda:

het gebied. Het is de drukste straat in het fragment en vormt

primaire ordende elementen

een belangrijke verbinding met het centraal station. Wanneer

secudaire ordende elementen

je door het gebied loopt kun je vaak het verkeer op de straat

bebouwing fragment

al van een afstandje zien. Het vormt dus een duidelijk

bebouwing omgeving

ordenend element. Het Marie Heinekenplein versterkt het effect van de Frederik Bolstraat vanwege de extra drukte die het plein met zich meebrengt. Het plein op zichzelf is ook sterk aanwezig door de schaal en de uitzonderlijkheid ten opzichte van de direct omgeving met de hoge bebouwing. De smallere (eenrichtings-)straatjes in het linkerdeel van het fragment zijn in een raster geordend. Dit werkt oriënterend, maar kan ook het effect van desoriëntatie hebben omdat de straatjes allemaal erg op elkaar lijken. De weg langs, en de Singelgracht zelf zijn twee sterk aanwezige lijnen die het gebied begrenzen, net als de Boerenwetering. De grenzen van het gebied hebben daarom ook een ordenende functie.

schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 48 || A A 48

02.5 Ordenende elementen

02. Tweede Schaal

00 | A

02. Tweede Schaal

02.7 Elementen van gestalte Het fragment is overwegend gebouwd in de stijl

Legenda:

Revolutiebouw. Er zijn enkele uitzonderingen te vinden

primaire elementen van gestalte

tussen bouwblokken, zoals het bouwblok met de oude

secudaire ordende elementen

Heineken fabriek en het flatgebouw, dat erachter gelegen is.

bebouwing fragment

Deze zijn beide in een sterk afwijkende bouwstijl gebouwd.

bebouwing omgeving

De bouwblokken in het fragment verschelen onderling wel sterk van vorm.

Maar door verschillende accenten

op bebouwing, zoals katrollen en hoge ramen, wordt er wel een bepaalde mate van eenheid gecreëerd tussen de verschillende bouwblokken. Opvallend is de manier waarop er in verschillende bouwblokken omgegaan is met nieuwbouw en de huidige bebouwing. Nieuwbouw is vaak tussen de huidige bebouwing geplaatst zonder enige overgang te creëren tussen beide. Opvallend detail hierbij is wel dat veel nieuwbouw over een katrol, al dan niet werkend of als versiering beschikt.

schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 50 || A A 50

02.7 Elementen van gestalte

02. Tweede Schaal

00 | A

02. Tweede Schaal

02.8 Regel en uitzondering Er is een duidelijk raster te zien op het gebied. Dit raster

Legenda:

is ontstaan door de historische ontwikkeling van de Pijp,

regel

naar de indeling van de oorspronkelijke agrarische velden.

uitzondering

Orthogonale lijnen bepalen het bouwblok. Het gebied grenst

kavels

echter aan de Singelgracht, die een vloeiende vorm heeft.

bebouwing omgeving

Hierdoor is het fragment aan de noordkant afgeweken van deze orthogonale indeling. De Singelgracht vormt samen met de Boerenwetering ook een sterke begrenzing van het gebied. Het raster wordt ook duidelijk onderbroken door het bouwblok met de Heineken brouwerij en het Marie Heinekenplein. Het plein is op zichzelf al een uitzondering, omdat dit een grote open plek is in plaats van de dichte en hoge bebouwing van de andere bouwblokken. Het Gerard Douplein vormt ook een uitzondering op deze manier. Dit plein ligt precies op het raster en doorbreekt dit dus enigszins. De grootste regel is te vinden in de vorm van de bouwblokken; linksonder zijn de bouwblokken even groot en rechthoekig. Aan de rechterkant van het gebied is een ander soort regel te vinden; op hetzelfde raster, maar bouwblokken in de vorm van stroken. Dit benadrukt de rechtlijnigheid van het fragment. Het valt hierdoor direct op dat 3 bouwblokken erg afwijken van deze standaardvormen en dus een uitzondering vormen in het gebied.

schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 52 || A A 52

02.8 Regel en uitzondering

02. Tweede Schaal

00 | A

02. Tweede Schaal

02.9 Openbaar, collectief, publiek, privé ruimte Het hele fragment bestaat uit gesloten bouwblokken.

Legenda:

De bouwblokken bestaan overwegend uit woningbouw,

openbare ruimte

met hier en daar een ‘klein’ appartementencomplex tussen

collectieve ruimte

de woningen. Vrijwel iedere woning heeft zijn eigen stukje

privé ruimte

privé tuin aan de achterzijde van de woning. Er zijn geen

bebouwing fragment

voortuinen gelegen in het fragment.

bebouwing omgeving

De collectieve ruimtes in het fragment worden bepaald

kavels

door het speelplein, gelegen aan de Gerard Doustraat, en het Gerard Douplein. Op het Gerard Douplein zijn veel collectieve voorzieningen gelegen. Ook het Marie Heinenkenplein maakt deel uit van het Collectieve gedeelte van het fragment. Hier zijn naast een groot Appartementencomplex ook een aantal collectieve voorzieningen gelegen. Daarbuiten is er aan de rand van het fragment het Carel Willinkplantsoen, dat als een collectieve ruimte geldt. Opvallend is dat vooral in de privé ruimtes groen terugkomt in tegenstelling tot de openbare ruimtes, waar weinig openbaar groen te vinden is. Daarentegen is op het Marie Heinekenplein wél enig groen te vinden evenals in het Carel Willinkplantsoen. In het fragment zijn ook enkele bedrijven als Heineken te vinden, die ieder vaak hun eigen bedrijventerrein hebben.

schaal 1:2000



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 54 || A A 54

02.9 Openbaar, collectief, publiek, privé ruimte

02. Tweede Schaal

00 | A

02. Tweede Schaal

02.10 Programma De kaart is gebaseerd op de functies op de begane

Legenda:

grond. In één oogopslag zie je dat rond de Ferdinand

wonen

Bolstraat alleen maar commercie zit. De wijk is van vroeger

commercie

uit een arbeiderswijk, waar op de begane grond plek was

voorzieningen

voor winkeltjes en daarboven, op iedere verdieping, twee

werken

woningen zaten. Eén voor- en één achterwoning. Helaas

bebouwing omgeving

is bij veel nieuwbouw de winkelfunctie vervangen door

kavels

bergingen, wat er toe leidde dat het straat beeld verloederde. Op dit moment proberen ze dat weer op te pakken. Ook in de rest van de wijk is zeer veel commercie te vinden. De gezellige uitstraling van de horecagelegenheden en winkeltjes bepalen het gevarieerde straatbeeld.

schaal 1:2000



02. Tweede Schaal 02.11 Sociale structuur In 1850 liggen de stadswallen van Amsterdam bij de

Legenda:

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Singelgracht. Het gebied van de Pijp behoort hier nog tot het

eerste klasse

polderlandschap wat zich kenmerkt door vele rechte (pijp)

tweede klasse

sloten. Na 1850 neemt de Amsterdamse bevolking snel

derde klasse

toe, hierdoor ontstaat er een enorme vraag naar woningen.

bebouwing omgeving

De arbeiderswoningen die destijds in de Pijp gebouwt zijn

kavels

lagen allemaal sterk onder de gewenste leefbaarheidsnorm en bestonden veelal uit voor- en achterwoningen verdeelt over 4 á 5 woonlagen. In 1920 heeft de Pijp 43.309 inwoners, dit inwoners aantal zal eind 19e eeuw veel hoger gelegen hebben. Toentertijd was er immers nog geen woningwet. Deze heeft pas zijn intrede gedaan in 1901. Het doel van de woningwet was: bewoning van slechte woning onmogelijk maken en de bouw van goede woningen bevorderen. In 1970 is het inwoners aantal ten opzichte van 1920 bijna gehalveerd naar 21.845. Deze vermindering is een gevolg van de herstructurering die plaats vond. Hierbij te denken aan samenvoegen van woningen, sloop en nieuwbouw. In 2005 heeft de Pijp een inwoners aantal van 33.665, hiervan in de 13.840 Oude Pijp (bovengenoemt als de Pijp), de Diamantbuurt heeft 8.063 inwoners en 11.419 inwoners bezetten de rest van de Pijp. Hieruit is op te maken dat de sociale structuur van de Pijp sterk is veranderd. Tegenwoordig vallen er veel woningen in de Oude Pijp onder Rijks-, Gemeentelijke monumenten en beschermend stadszicht. Een goed gerestaureerde woning / appartement valt al snel in de hogere prijsklasse. De oude Pijp die begonnen is als overvolle arbeiderswijk is gegroeid naar een wijk met aanzien.

56 || A A 56

00 | A

02.10 Programma

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

02. Tweede Schaal

schaal 1:2000



02. Elementen van Cohesie Aan de hand van de voorgaande analyses is de samenhang in dit fragment als volgt te beschrijven. Ten

Legenda: 1. Regel en Uitzondering

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

eerste ligt er een sterk raster in het gebied dat de gesloten

regel

bouwblokken vormt. De oriëntatie van deze bouwblokken

uitzondering

wijken af van het Zuidelijke deel van de pijp. Dit maakt

kavels

de Noordelijke Pijp uniek aangezien dit het enige deel is

bebouwing omgeving

waar de oriëntatie haaks op de Boerenwetering staat. De samenhang van de Oude Pijp, gekenmerkt door het

2. Topografie en situatie

afwijkende raster, is goed te zien op de kaart ‘regel en

1.

Carel Willinkplantsoen

uitzondering’.

2.

Daniel Stalpertstraat

Door de kaart ‘topografie’ en de ‘ontsluiting’ naast elkaar

3.

Eerste Jacob van Campenstraat

te leggen wordt het gelijk duidelijk dat eenrichtingswegen

4.

Eerste van der Helststraat

niet alleen nodig zijn om sluipers te verweren, maar ook

5.

Ferdinand Bolstraat

omdat de straten niet breder zijn aangezien er aan beide

6.

Frans Halsstraat

zijde parkeerplaatsen liggen.

7.

Gerard Doustraat

De kavels zijn allen zeer smal, dat is te zien in de

8.

Marie Heinekenplein

verkavelingstructuur. Maar tegelijk is ieder kavel anders,

9.

Ruysdaelkade

zowel van indeling als van grootte. In het kaartje ‘programma’

10. Saenredamstraat

zie je dan weer duidelijk dat het logisch is dat ieder kavel

situatie

anders is, omdat er zoveel variatie zit in het gebruik van de

bebouwing fragment

begane grond. Dit wordt nog duidelijker in de derde schaal.

bebouwing omgeving 3. Ontsluiting openbaar vervoer bebouwing fragment bebouwing omgeving bebouwing fragment bebouwing omgeving eenrichtingsweg 4. Verkavelingstructuur verkaveling bebouwing omgeving 5. Programma wonen commercie voorzieningen werken

58 || A A 58

00 | A

02.11 Sociale structuur

02. Tweede Schaal Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

02. Tweede Schaal

bebouwing omgeving kavels


1.

2.

4.

5.

3.


02. Tweede Schaal 02.12 Transformatie Met het essay als achtergrond informatie wordt de transformatie van het fragment aan de hand van beschikbare

1899 t/m 1916- De Pijp breidt zich verder uit, maar aan het fragment veranderd weinig meer.

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

afbeeldingen in beeld gebracht. Hierbij worden 7 momenten op de tijdlijn onderscheiden.

1996- Twee blokken, waarin zich ondermeer de Heineken Brouwerij bevond, zijn gesloopt. Hiervoor in de

1850- Al vanaf de zestiende eeuw bepalen herbergen, landhuizen, tuinhuisjes, molens en fabrieken het beeld in

plaats zijn er appartementen gebouwd en is het Marie Heinekenplein aangelegd.

het gebied. Het telde een drietal bebouwingsconcentraties. Eén van die concentraties bevindt zich in het fragment, aangegeven met een rode stippellijn. In de noordwestelijke punt waren vooral buitenverblijven in het bezit van de hogere klassen te vinden. De agrarische verkaveling is hier nog goed zichtbaar. 1875- Inmiddels is een klein deel van het plan van Van Niftrik aangenomen en goedgekeurd. Dit deel vormt uiteindelijk de grenzen van het fragment. De binnendijksche Buitenveldersche Polder ontwikkelde zich nu langzaam tot een nieuwe woonwijk. Herbergen, buitenverblijven en oude polderhuisjes zijn verdwenen. Opvallend is dat in de voorgestelde blokverkaveling is afgeweken van de aanwezige agrarische verkaveling. 1877- Om goedkoper te kunnen bouwen zijn de Quellijnstraat en de Saenredamstraat aangelegd. Dit had tot gevolg dat de straten in het fragment een stuk smaller werden, namelijk 15 meter breed. Voor de aanleg van deze straten moesten een aantal al gebouwde woningen worden gesloopt. 1882- De Quellijnstraat wordt verder doorgetrokken en het laatste deel van het fragment wordt gebouwd. Inmiddels wordt er ook al onder het fragment woningen gerealiseerd.

Legenda: fragement stratenpatroon

1893-

De

zaagmolensloot

(de

huidige

Albert

Cuypstraat) is lange tijd gespaard gebleven omdat het als industriegebied nog goed functioneerde. Maar uiteindelijk is deze toch gedempt. In tegenstelling tot het plan van Van Niftrik worden uiteindelijk de hoofdlijnen van de aanwezige

60 || A A 60

00 | A

02.6 Elementen van cohesie

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

02. Tweede Schaal

agrarische verkaveling aangehouden als stratenpatroon. In het fragment veranderd er niets meer.



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 62 || A A 62

02.12 Transformatie

03. Derde Schaal

00 | A

02. Tweede Schaal

03.1 Ontsluiting De ontsluiting is in grote lijnen georganiseerd op 2

Legenda:

verschillende manieren, gebaseerd op hetzelfde principe.

collectieve ontsluiting

De eerste manier bezit één deur aan de straatkant,

individuele ontsluiting

die zowel naar de begane grond als de bovenliggende

collectieve overgangsruimte

verdiepingen leidt. Dan bestaat er ook nog een andere organisatie die bestaat uit 2 naast elkaar gelegen deuren waarvan er één naar de begane grond leidt en de andere naar de bovenliggende verdiepingen. Veelal moet men dus 2 deuren door om uiteindelijk in de privéwoning te komen. In een aantal gevallen zien we bij de entree een portiek met een trap (Quellijnstraat en Ruysdaelkade). Hier wordt het collectief binnenkomen van het pand benadrukt en wordt eveneens voor enig reliëf in het strakke gevelbeeld gezorgd.

schaal 1:500



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 64 || A A 64

03.1 Ontsluiting

03. Derde Schaal

00 | A

03. Derde Schaal

03.2.1 Bebouwd Onbebouwd In de volgende fase van de analyse hebben we voor

Legenda:

een blok gekozen dat deel uitmaakt van een regel op 2e

onbebouwd

schaal. Het blok is dus typerend voor een deel van het

bebouwing fragment

stadsfragment. Het betreft hier het blok dat grenst aan de

bebouwing omgeving

Ruysdaelkade, de Quellijnstraat, de Frans Halsstraat en de 1e Jacob van Campenstraat. Het blok heeft een gesloten rechthoekige vorm, waar het reliëf zich juist aan de binnenzijde van het blok bevindt door verschillende transformaties. Het gevelbeeld is hierdoor aan de straatkant goed behouden en gaat een sterke relatie aan met de omliggende bouwblokken.

schaal 1:500



03.2.1 Bebouwd Onbebouwd

03. Derde Schaal 03.2.2 Bebouwd Onbebouwd In het algemeen is de gelijkenis van panden naast elkaar in het gevelbeeld terug te zien in de hoogte van de panden.

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Derde Schaal

Een aantal panden kunnen in het gevelbeeld één element op zich vormen. Dit principe is ook te zien in de hoogte van dit element. De hoogte van het element verschilt van de andere elementen (bestaande uit weer een aantal panden) waardoor ze met elkaar concurreren ondanks het strakke gevelbeeld en de ritmiek van de ramen.

66 || A A 66



03.2.2 Bebouwd Onbebouwd

03. Derde Schaal 03.3 Ordende Elementen Een terugkerend element over het gehele blok is de

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Derde Schaal

Legenda:

sterke repetitie van ramen van hetzelfde formaat. Deze zijn

primaire ordende elementen

gelijk verdeeld over de gevel per pand, vaak op dezelfde

secudaire ordende elementen

wijze als het naastgelegen pand. Deze opeenvolging van

A. Franshalsstraat

ramen vormt de secundaire ordening van het gevelbeeld. De

B. Eerste Jacob van Campenstraat

primaire ordening is te zien in de repetitie van gelijksoortige

C. Ruysdaelkade

panden. Twee, drie of vier panden achter elkaar vormen

D. Quelijnstraat

samen een groot aandeel van het gevelbeeld en vormen een groot element op zich. Alle ordening in de gevels in de vorm van de repeterende ramen gaat een relatie aan met de niet-geordende plint. Er is duidelijk een tweedeling te zien tussen de ordenende elementen van de gevel en de wat chaotische plint. Dit zorgt in verticale zin ook voor een bepaalde ordening. De flexibele plint die gemakkelijk transformaties aan kan gaan en op deze manier vele gedaanten aan kan nemen vormt een contrast met de geordende bovenverdiepingen.

schaal 1:500

68 || A A 68


A.

B.

C.

D.


03. Derde Schaal

03.4.Elementen van gestalte Het betreft een gesloten en monotoon bouwblok,

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03.3.2 Ordende Elementen

03. Derde Schaal

Legenda:

waardoor je kan zeggen dat elke gevel een gestalte op

primaire elementen van gestalte

zich is. Men ervaart het blok daadwerkelijk als een blok

secudaire elementen van gestalte

of een vlak, bijna zonder reliëf in het gevelbeeld. Een

A. Franshalsstraat

enkele uitsparing of uitstekend element in de vorm van

B. Eerste Jacob van Campenstraat

een portiek of een balkon komt maar een enkele keer voor

C. Ruysdaelkade

(Ruysdaelkade) en zijn hier tot secundaire elementen van

D. Quelijnstraat

gestalte benoemd. schaal 1:500

70 || A A 70



Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 72 || A A 72

03.4 Elementen van gestalte

03. Derde Schaal

00 | A

03. Derde Schaal

03.5.1 Regel en Uitzondering Op de plattegrond is te zien dat er 2 soorten

Legenda:

uitzonderingen te onderscheiden zijn. Ten eerste de

regel

uitzondering verbonden aan de morfologie van het blok, ten

uitzondering

tweede de uitzondering in de aparte plattegronden van het

symmetrie as

pand. Binnen

het

blok

hebben

grote

transformaties

plaatsgevonden. Waar het blok aan de buitenkant een duidelijke strakke vorm heeft, is deze aan de binnenkant verstoord door verschillende uitbreidingen. Een aantal plattegronden wijken zeer veel af van de meer algemene plattegronden die je in de rest van het blok ziet. Dit zijn de 1e Jacob van Campenstraat 4, welke in vorm, kavel en ruimte-indeling veel verschilt van de rest, Quellijnstraat 3, welke een kleiner kavel heeft en de reeks van de Ruysdaelkade doorbreekt, en de Frans Halsstraat 28, welke een grote uitbouw heeft aan de straatzijde. De regel van de eerste orde wordt gevormd door repetitie van dezelfde plattegronden en door spiegeling van plattegronden. De regel van de tweede orde wordt gevormd door een aaneenschakeling van uitzonderlijke plattegronden. De uitzondering maakt hier de regel.

schaal 1:500



03.5.1 Regel en Uitzondering

03. Derde Schaal 03.5.2 Regel en Uitzondering Op de gevels kan men opmerken dat de ordenende

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Derde Schaal

Legenda:

ramen de regel vormen. Balkonnetjes en het ontbreken van

regel

de ramen vormen de uitzonderingen hierop. De repetitie

uitzondering

en daarbij de regel van de ramen zet zich oorspronkelijk

schaal 1:500

ook voort in de plint op de begane grond. Vanwege de flexibiliteit van deze plint is naarmate de tijd vorderde veel getransformeerd en is bijna bij elk pand de indeling van de gevel (in de plint) veranderd. Deze transformaties vormen op de begane grond op deze andere manier een uitzondering op de repetitie van de ramen. Een goed voorbeeld hiervan is de Quellijnstraat.

74 || A A 74



03.5.2 Regel en Uitzondering

03. Derde Schaal 03.6 Toegankelijkheid en eigendom Wat

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Derde Schaal

direct

opvalt

is

dat

er

geen

publieke

of

Legenda:

gemeenschappelijke ruimte is in het blok en dat het een

privé ruimte

zeer gesloten blok is. De winkels en werkruimten vormen

publiekelijke ruimte

de collectieve toegangen maar de hoofdfunctie van het blok

schaal 1:500

is wonen waardoor ruim het grootste deel van het blok privé eigendom is en dus ook privaat toegankelijk is.

76 || A A 76



03.6 Toegankelijkheid en eigendom

03. Derde Schaal 03.7 Programma Het stadsfragment kenmerkt zich door een grote variëteit

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Derde Schaal

Legenda:

aan functies. Zo ook in dit blok. Wat opvalt is dat een aantal

recreatie: horeca

winkels zich op de begane grond gevestigd hebben in de

voorzieningen

oude woonstructuur van een pand. Hieruit blijkt dat de

commercie: detailhandel

indeling van de begane grond over het algemeen makkelijk

werken

aan te passen is aan verschillende functies. Dit kan ook de

wonen

grote verscheidenheid aan functies verklaren. De hoeken van het blok zijn door de gunstige locatie (zichtbaar vanuit 2 straten) goed benut door horecagelegenheden of winkels. Dit gebeurt bij de andere blokken ook. Tegenwoordig streeft men in dit gebied naar een goede balans tussen wonen en werken, zodat de sfeer van het gebied behouden blijft.

schaal 1:500

78 || A A 78



03.7 Programma

03. Derde Schaal 03.9 Transformatie De basis van dit blok stond er eigenlijk al vrij vroeg.

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Derde Schaal

Legenda:

Zoals in de tweede schaal te zien is was het meerendeel

panden uitgewerkt in vierde schaal transformatie

van de oude pijp rond 1882 al opgericht. Sindsdien hebben

panden in de loop der jaren getransformeerd

culturele, economische, politieke en sociale ontwikkelingen eraan meegewerkt dat de plattegronden van dit blok

schaal 1:500

allemaal wel hun eigen specifieke transformaties hebben ondergaan. Onder andere de woningwet in 1901 speelt daarbij een belangrijke rol. De revolutiebouw zorgde voor goedkope huurwoningen. Dit waren voornamelijk bouwtechnisch slechte, kleine, smalle en diepe huizen, verdeeld in voor- en achterwoningen. De woning is dan ook een soort pension waar de arbeider hooguit slaapt. Het was in die tijd geen verblijfplaats. In de loop van de tijd is men daar natuurlijk heel anders over gaan denken. Met de invoering van de woningwet moest de kwaliteit van de woningbouw omhoog. De voor- en achterwoning verdwijnen. Langzaam komen er ook winkels en opslagplaatsen in de woningen terecht. Delen van tuinen worden bebouwd om als opslagplaats te dienen en aan de Franshalstraat is er zelfs aan de voorkant bijgebouwd. De plattegronden veranderen vrijwel allemaal volledig. Een aantal specifieke veranderingen worden verder toegelicht in de vierde schaal. 03.10 Elementen van Cohesie De samenhang op blokniveau is te vinden in de geslotenheid van het blok en de sterke repetitie en samenhang onderling in de gevels. Elke gevel heeft een gesloten gevelbeeld en op elke kaart valt te zien dat de strakke rooilijn het beeld bepaalt. Op de kaarten ‘regel en uitzondering’ en ‘ordenende elementen’ zijn de meeste overeenkomsten te zien. Dit is te verklaren omdat de regel in het gevelbeeld, de repetitie van ramen van dezelfde grootte, ook het ordenende element vormt in het gevelbeeld. Opmerkelijk is dat hoe flexibel de plattegronden in de plint op de begane grond ook zijn, het blok kenmerkt zich ook door de geslotenheid. Dit is goed te zien op de kaart ‘ontsluiting’ en op de kaart ‘toegankelijkheid en eigendom’ is een beperking van deze flexibiliteit in de plint te zien

80 || A A 80

aangezien er geen collectieve of publieke functies zijn gevestigd in het blok.



03.8 Transforrmatie

03. Derde Schaal 03.10 Straatprofiel Het straatprofiel is genomen door een uitzonderlijk pand in het blok (Jacob van Campenstraat 4) en door een

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Derde Schaal

typisch pand van het blok (Quellijnstraat 19). Te zien is dat de bouwhoogte van het blok vrijwel overal gelijk is (behalve de uitzondering Jacob van Campenstraat 4) en dat deze een relatie aangaat met de omliggende blokken die van dezelfde hoogte zijn. Deze relatie is naar buiten toe gericht, naar de naastliggende blokken. De geslotenheid van het blok versterkt deze relatie. Door de historische transformatie van het blok met het inpassen van extra straten met als doel goedkoop wonen te realiseren, ontstond de verhouding 1:1 in het straatprofiel. De bebouwing was en is nog steeds dus relatief hoog in vergelijking met de breedte van de straat. Dit principe versterkt de geslotenheid van het blok en het strakke gevelbeeld.

03.11 Bebouwingsdichtheid FSI: 1,48 GSI: 0,51 De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat de Oude Pijp een dichtbebouwd gebied is.

82 || A A 82


Doorsnede AA’

A

A’


Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

zullen op verschillende kaarten geanalyseerd worden. Er is

douches, wat voor die tijd uitzonderlijk is. Op de begane

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

gekozen voor twee bijzondere woningen en twee woningen

grond zat de grote vergaderzaal. Vervolgens werd het in

die nog steeds het smalle kavel van vroeger hebben en een

1954 een flessenopslag en werd het kavel uitgebreid naar

simpele plattegrond.

achteren. De gevel is zeer opvallend omdat het maar 1

84 || A A 84

03.10 Straatprofiel

04. Vierde Schaal

00 | A

03. Derde Schaal

Afb. 12 Jacob van Campenstraat 4, Shambala Centrum 2009

04.1 Inleiding Voor de vierde schaal zijn vier panden uitgekozen. Deze

luxe pand uit 1930. Waar zelfs al baden in zaten en

woonlaag is en een groot puntdak heeft. En als laatste is Twee generieke panden Hier is Eerste Jacob van Campenstraat 6 uitgewerkt

het dan verbouwd tot het Shambala centrum. Hier zitten vergaderzalen en mediatieruimtes in. Het kavel veranderd

en Quelijnstraat 19. Beide woningen hebben op iedere

niet heel veel ten op zichte van de flessenopslag en blijft

verdieping een wooneenheid zitten. De sanitaire ruimtes

zo diep.

zijn klein, net als vroeger.

De andere woning ligt aan de Quelijnstraat 23. Dit is een kavel dat vroeger nog uit twee kavels bestond. In 2003

Twee bijzondere panden Aan de Eerste Jacob van Campenstraat 4 is het

zijn Quelijnstraat 21 tot 33 gerenoveerd tot appartementen. Van 6 kavels zijn ze naar 3 kavels gegaan. Op de begane

Shambala centrum gelegen. Dit kavel heeft een hele

grond is een bedrijfsruimte en de bergingen. De rest van

geschiedenis achter zich. Het begon met een kolossaal

de verdiepingen bestaan uit appartementen.



04. 1 Inleiding

04. Vierde Schaal 04.2 Ontsluiting Jacob van Campenstraat 4

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Op de Jacob van Campenstraat 4 is een meditatiecentrum gevestigd. Alle ruimten hebben een collectieve functie of ondersteunen deze collectieve functies. Duidelijk is te zien dat de verkeersruimten aan één zijde gesitueerd zijn. Dit zorgt voor een goede oriëntatie. De faciliterende functies op de begane grond (keuken, toilet) zijn te bereiken via een ‘extra’ gang die tegelijkertijd 2 grote ruimten scheidt.

Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief

86 || A A 86

schaal 1:200



04. 2 Ontsluiting

04. Vierde Schaal 04.2 Ontsluiting Quellijnstraat 21-23

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

De woningen op de Quellijnstraat 21 en 23 (alsmede 25-33) hebben een bijzondere ontsluiting. Telkens zijn 2 woningen aan elkaar gekoppeld mede een centrale verticale ontsluiting. Dit is zeer goed te zien op de plattegronden, de centrale verkeersruimten liggen precies op de scheidingslijn van de 2 woningen. Wat ook opvalt is dat na de individuele ontsluiting naar de woningen, er een relatief grote individuele overgangsruimte is. De kern van de 2 panden samen bestaat dus vrijwel alleen uit verkeersruimte, waar omheen de verblijfsruimten zich bevinden. De begane grond vormt een uitzondering op deze indeling en symmetrie. Hier is maar één woning met aan de voorzijde een bedrijfsruimte en bergingen voor bovengelegen woningen. Een collectieve ontsluiting aan de straatkant leidt tot het centrale verticale transport.

Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief

88 || A A 88

schaal 1:200



04. 2 Sluiting

04. Vierde Schaal 04.2 Ontsluiting Jacob van Campenstraat 6

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Net als bij de Jacob van Campenstraat 4 bevinden de verkeersruimten zich aan één zijde van het pand. De voordeur (collectief) leidt direct naar de eerste verdieping. Op elke verdieping bevindt zich een kleine hal rondom het verticale transport (trappen). Vanuit deze hal vindt telkens de individuele ontsluiting naar de woningen plaats. Opvallend is hierbij dat er meerdere toegangen tot de woning zijn, vanuit de collectieve hal. Zo leidt bijvoorbeeld ook een deur direct naar de slaapkamer van een woning. Waarschijnlijk zal in praktijk deze deur niet gebruikt worden. Op de tweede verdieping is er nog een kleine individuele overgangsruimte (halletje) te zien achter de voordeur van de woning. Bij de overige woningen is dit kleine halletje opengebroken en is er geen sprake meer van een individuele overgangsruimte.

Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief

90 || A A 90

schaal 1:200



04. Vierde Schaal

04.2 Ontsluiting Quellijnstraat 19

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04.2 Ontsluiting

04. Vierde Schaal

Hier is hetzelfde principe te zien als bij de Jacob van Campenstraat 6; een aan één zijde gelegen collectieve ontsluiting aan de straatkant leidt direct tot een dieper gelegen verticaal transport, verbonden met collectieve hallen alwaar de individuele ontsluiting plaatsvindt. Het verschil is te zien op de begane grond, waar ook een individuele ontsluiting aan de straatkant is. Dit is te verklaren vanuit het functiegebruik, een collectief bedrijf tegenover een privé woning. Toch vindt bij de woning op de begane grond de ontsluiting naar de verblijfsruimten dieper in het gebouw plaats. Via een individuele overgansruimte zijn vanuit de centrale hal zijn de verblijfsruimten beter te bereiken en op deze manier ontstaat aan de voorzijde een grote ruimte. Deze grote ruimte legt sterk de link met de kenmerkende flexibiliteit van het gebied.

Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief

92 || A A 92

schaal 1:200



04. 2 Ontsluiting

04. Vierde Schaal 04.3 Indeling Jacob van Campenstraat 4

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Op de begane grond en 1e verdieping van dit perceel zijn grote ruimten beschikbaar. Deze ruimten zijn tegenwoordig ingevuld als vergaderruimten en meditatieruimten. Deze ruimten liggen op de middenas van het perceel. Aan één zijde van deze centrale as bevinden zich de verkeersruimten (entree, gangen en trap) en aan de andere zijden de ondersteunende/faciliterende functies als keuken en toilet. Interessant is om te zien hoe de 2 grootste ruimten op de begane grond zijn gescheiden door een gang (om naar de faciliterende ruimten te gaan) die met harmonicadeuren als het ware ‘ongedaan’ gemaakt kan worden waardoor er juist één grote ruimte ontstaat.

Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte begane grond verdieping

94 || A A 94

schaal 1:200


10 5 10 2

10 5 6

5 5 8 7

5

10


04. 3 Indeling

04. Vierde Schaal 04.3 Indeling Quellijnstraat 21-23

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

De pragmatische indeling van deze aaneengeschakelde panden is op zijn simpelst als volgt. Een woning met bedrijfsruimte en bergingsruimten op de begane grond, en op de rest van de verdiepingen telkens 2 woningen. Hierbij loopt (op de verdiepingen) een symmetrie-as precies over de grens van de twee percelen, dwars door de centrale verticale transportruimte. Deze centrale ontsluiting zorgt voor plattegronden rondom de individuele overgangsruimte. Er is hierbij sprake van een grote woonkamer aan de voorzijde, met slaapkamers juist aan de achterzijde. De natte cellen die minder licht nodig hebben zijn in het midden van de plattegrond geplaatst.

Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte begane grond verdieping 1,2 en 3 zolder

96 || A A 96

schaal 1:200

8


3

3

3

3

4

4 5

5

5

7

7 2

2

1

1

2 3

3

1 4 7

5

7

7

5 7

7

7

7

7

9 3

3

3

3

7 4

4 5

5

7

5 2

1

7 2

1


04. Vierde Schaal

04.3 Indeling Jacob van Campenstraat 6

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. 3 Indeling

04. Vierde Schaal

Op de begane grond bevindt zich een bedrijfsruimte die daadwerkelijk de gehele begane grond in beslag neemt. De collectieve entree voor de bovenliggende woningen leidt rechtstreeks naar de eerste verdieping alwaar de eerste woning zich bevindt. Het opvallende aan deze plattegronden is de sequentie. De voordeur leidt je direct richting keuken, achteraan de woning. Haaks op deze richting kan men de woonkamer betreden, juist aan de achterkant van de woning gelegen, in tegenstelling tot de meeste plattegronden van dit blok. Aan de voorzijde bevinden zich een slaapruimte en een badkamer (welke bereikt moet worden via de slaapruimte). De overeenkomst met de overige plattegronden is dat de ruimten zich rondom de centrale verticale transportruimten bevinden.

Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte begane grond eerste verdieping tweede verdieping derde verdieping zolder

98 || A A 98

schaal 1:300


3

3

3

3

5 5 6 9

5 1

4

1

4

2 2

2

9

3

7

3 7 5

1

5 4

2

7 7

7


04. Vierde Schaal

04.3 Indeling Quellijnstraat 19

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. 3 Indeling

04. Vierde Schaal

Deze plattegrond is qua indeling een van de meest typerende plattegronden van het blok en misschien wel het gebied. De begane grond is ontsloten aan de straatkant via 2 deuren; één deur leidt tot de woning op de begane grond met de kenmerkende grote ruimte aan de voorzijde van het pand (flexibiliteit) en beschikt over een centrale verkeersruimte. De andere deur leidt direct tot de bovengelegen woningen, die ontsloten zijn via hallen die verbonden zijn met het centrale verticale transport in de vorm van trappen. Ook deze plattegronden beschikken over een grote ruimte aan de voorzijde, natte cellen en dus de centrale verkeersruimte in het midden, en slaapkamers aan de achterzijde.

Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte

begane grond verdieping 1,2 en 3 zolder

100 || A A 100

schaal 1:500


3

3

6

5 4

5 7 1 2

2 3 6 4

5

5 1

3

3

6 4 5

5 2

7

1


04. 3 Indeling

04. Vierde Schaal 04.4 Gebruik Legenda:

Inleiding Het ruimtegebruik wordt in beeld gebracht doormiddel

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

van een matrix, waar in de kolommen het ruimtegebruik

begane grond verdieping

wordt weergeven en in de regels de verschillende verdiepingen. Om de verschillen tussen de woningen wat

schaal 1:500

betreft ruimtegebruik te verduidelijken, heeft iedere woning in de matrix zijn eigen kleur gekregen.

Ontvangen

Werken

102 || A A 102


Slapen

Eten/koken

Verzorgen

Stallen

Verplaatsen

Hybride


04. 4 Gebruik

04. Vierde Schaal 04.4 Gebruik

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Quelijnstraat 21-23

Begane grond

Eerste verdieping

Tweede verdieping

Derde verdieping

104 || A A 104 Zolder

Ontvangen

Werken


Slapen

Eten/koken

Verzorgen

Stallen

Verplaatsen

Hybride


04.4 Gebruik

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen Legenda: begane grond eerste verdieping tweede verdieping derde verdieping zolder

106 || A A 106

00 | A

04.4 Gebruik

04. Vierde Schaal Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Vierde 04. Derde Schaal Schaal

schaal 1:400


Ontvangen

Werken

Slapen

Eten/koken

Verzorgen

Stallen

Verplaatsen

Hybride


04.4 Gebruik

04. Vierde Schaal 04.4 Gebruik Conclusie

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

bestaande bebouwing, zoals in de woningen op de Jacob

De plaatsing van horizontale en verticale verplaatsing

van Campenstraat 6. Hierin is wel een duidelijke scheiding

varieert nogal. Op de woningen aan de Jacob van

aanwezig van woonkamer, eetkamer en keuken. Wanneer

Campenstraat liggen deze aan de buitenzijde van de woning.

de keuken een afgescheiden ruimte is, blijkt deze vooral

Bij de Quellijnstraat 19 vindt er al een kleine verandering

aan de zuidzijde van de bebouwing te zitten. Het meest

plaats. Hier zie je dat de ruimtes voor verplaatsing zich

opvallende aan de slaapkamers is dat ze juist allemaal

uitbreiden naar het centrale deel van de woning. De

naar het noorden gericht zijn en dat ze een relatief groot

Quelijnstraat 21-23 heeft de verplaatsingsruimte volledig

oppervlak bedekken. Wat betreft de natte ruimtes, zijn deze

centraal staan.

in iedere woning centraal aan de buitenzijde gelegen. Per

In vrijwel iedere woning is de ontvangstruimte een

woning heeft vrijwel iedere verdieping een eigen berging,

afgescheiden ruimte. Bij de woningen aan de Quellijnstraat

centraal aan de buitenzijde van de woning. Op de Jacob van

21-23 is de ontvangstruimte een samensmelting van

Campenstraat 6 is een complete verdieping gereserveerd

de woonkamer met de eetkamer en keuken. Op de

als bergruimte. Tot slot komt heel goed naar voren dat er

Quellijnstraat 19 komt deze samensmelting ook voor

op de verdiepingen nergens een werkruimte aanwezig is.

op de zolderverdieping. De reden hiervan is de recente

Alleen op de begane grond zijn deze ruimtes te vinden. In

verbouwing van deze woningen, waarin gekozen is voor

grote variëren deze sterk, afhankelijk van de functie die in

een open opzet. Vroeger was er sprake van een duidelijke

het pand gevestigd zit.

scheiding in ruimtegebruik. Dit komt nog terug in de

Legenda: begane grond eerste verdieping tweede verdieping derde verdieping zolder

108 || A A 108

schaal 1:400


Ontvangen

Werken

Slapen

Eten/koken

Verzorgen

Stallen

Verplaatsen

Hybride


04.4 Gebruik

04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Inleiding

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

een bedrijf betreft geeft ditdus de routing van de bewoner van

Voor de sequentie verschillen de 4 uitgekozen panden

de BG en/of beheerder van het bedrijf weer. De sequentie

veel van elkaar. Een collectief pand zonder woning (Jacob

van bezoekers is alleen weergegeven voor bedrijven.

van Campenstraat 4), twee panden gekoppeld aan elkaar

Wanneer het een bezoeker van een woning betreft is de

bestaande uit gestapelde woningen en een bedrijfsruimte

routing hiervan hetzelfde als die van de bewoner.

op de begane grond (Quellijnstraat 21-23), één pand bestaande uit gestapelde woningen en een bedrijfsruimte op de begane grond (Jacob van Campenstraat 6) en één pand met 5 gestapelde woningen, inclusief de begane grond (Quellijnstraat 19).

Jacob van Campenstraat 4 De sequentie van de Jacob van Campenstraat 4 bestaat enkel uit 2 bewegingen. Een beweging geldt voor het

De zolder is bij elk pand achterwege gelaten om het

personeel van het meditatiecentrum, de andere beweging

overzichtelijk te houden. Het spreekt vaak op zich hoe de

geldt voor de bezoekers. Het verschil is minimaal, enkel

sequentie naar de zolder ontwikkelt en de tendens van de

ruimten als de keuken en de berging zijn alleen toegankelijk

ondergelegen verdiepingen zet zich veelal voort.

voor het personeel.

Bij de panden met een winkel of zoals op de Jacob van

De primaire beweging met de trap bevindt zich aan de

Campenstraat 4 een meditatiecentrum zijn er afzonderlijke

zijkant van het pand, waarop de secundaire routing haaks

routes voor het personeel. Deze routing is aangegeven

aansluit.

onder ‘Bewoner BG/personeel’. Wanneer het een pand met

Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker

110 || A A 110

schaal 1:200



04.5 Sequentie

04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Quellijnstraat 21-23

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

De sequentie van de 2 aaneengeschakelde panden is duidelijk geregeld. Iedere bewoner komt langs dezelfde collectieve gang terecht in de centrale hal waar het verticale transport is geplaatst. Het trappenhuis met aansluitend op elke verdieping een hal zorgt voor een duidelijke verdeling per verdieping waar telkens 2 woningen geplaatst zijn. Op de begane grond bevindt zich maar één woning. De ‘overgebleven’ ruimte is ingevuld door een collectieve bergingsruimte en een bedrijfsruimte aan de voorzijde van het pand.

Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker

112 || A A 112

schaal 1:200



04.5 Sequentie

04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Jacob van Campenstraat 6

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Op de begane grond is een bedrijf geplaatst waar zowel de bezoeker als personeel door dezelfde deur binnenkomen. Het personeel kan hierbij verder het pand in, waar de bezoeker enkel in de bedrijfsruimte zal blijven. De bewoners van de 3 bovengelegen woningen komen door een aparte deur (naast de deur van de bedrijfsruimte) binnen en worden direct naar de 1e verdieping geleid. Wederom is de individuele ontsluiting gelegen aan de hal welke weer aansluit op de trap. Opvallend aan dit pand is de collectieve zolder waar 4 bergingsruimten geplaatst zijn. Dit is voor de beheerder van de pand en de 3 bewoners. Het trappenhuis met de aansluitende hallen is dus collectief te noemen tot aan de zolder, omdat iedere bewoner ook op zolder een privé ruimte bezit.

Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker

114 || A A 114

schaal 1:200



04.5 Sequentie

04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Quellijnstraat 19

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Berust op hetzelfde principe als de Jacob van Campenstraat 6, is hier op de begane grond een woning geplaatst in plaats van een bedrijfsruimte. De bewoner van deze woning heeft een eigen voordeur en staat compleet los van de sequentie van de andere bewoners op de bovengelegen verdiepingen. De 4 bovengelegen verdiepingen hebben dus een collectieve ontsluiting aan de straatkant welke direct naar de 1e verdieping leidt alwaar er gekozen kan worden om verder omhoog te gaan of de woning op de 1e verdieping te betreden (mits dit mag). Dit principe zet zich voort tot en met de zolder waar ook een woning geplaatst is.

Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker

116 || A A 116

schaal 1:200



04.5 Sequentie

04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Inleiding In deze analyse is vooral gekeken naar de kenmerken

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

van het pand aan de hand van permanente meubilering. De tijdelijke meubilering zegt niet zoveel over de woning zelf. Er worden waar mogelijk verbanden gelegd naar de oorsprong van een woning. Ook worden er onderlinge vergelijkingen gemaakt. Jacob van Campenstraat 4 Aan de inrichting van de permanente meubilering is te zien dat het hier niet om een woning gaat. De clustering van de toiletten geeft een goede indicatie hiervan. Op een enkele inbouwkast na is er verder ook weinig ander permanent meubilair aanwezig in het pand.

Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:200

118 || A A 118



04.6 Inrichting

04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Quellijnstraat 21-23

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Vrij recent is deze woning nog verbouwd, anno 2003. Deze verbouwing heeft voor een upgrade gezorgd, in het bijzonder het sanitair. Voorheen waren de badkamers vrij klein en hadden ze enkel een douche, toilet en wastafel. Nu zie je dat deze appartementen voorzien zijn van zowel een bad als een douche en dat het toilet zelfs zijn eigen ruimte krijgt toegekend. Ook de leefruimte is ruim opgezet, doordat er een open keuken is geplaatst, die onderdeel is van de woonkamer. De begane grond vormt enigszins een uitzondering op de verdiepingen. Hier ontbreekt een bad en is het toilet in de badkamer geplaatst.

Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:200

120 || A A 120



04.6 Inrichting

04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Jacob van Campenstraat 6

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Op deze plattegronden is nog goed de invloed van de revolutiebouw af te lezen. Deze plattegronden staan in groot contrast met de vorige woning die besproken is. De aanwezige permanente meubilering zijn in omvang en aantal heel minimalistisch opgezet. Het lijkt alsof alles er heel geforceerd in is gezet. De douche op de eerste verdieping past amper in de ruimte. Wanneer je de douche uitstapt sta je bijna letterlijk in de wc pot. Op de tweede verdieping is de douche in een ruimte geplaatst welke bedoeld is als slaapkamer. Ook de keukenmeubels zijn een stuk kleiner vergeleken met die van de Quellijnstraat 21-23. Het minuscule keukenblok om de begane grond is wel te verklaren, aangezien het hier om een bedrijfsruimte gaat. Er is ook nog een kleine link naar de vroegere voor- en achterkamer te zien. Op de verdiepingen is zowel voor als achter in de woning een haard aanwezig. Dit is bijvoorbeeld bij de Quellijnstraat 21-23 al niet meer te zien.

Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:300

122 || A A 122



04.6 Inrichting

04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Quellijnstraat 19

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Kijkend naar de laatste twee plattegronden (Quellijnstraat 21-23 en de Jacob van Campenstraat 6) kun je zeggen dat dit voorbeelden zijn van twee uitersten in het blok als het gaat over inrichting. De inrichting van de Quellijnstraat 19 zit hier eigenlijk precies tussenin. Zo zie je dat deze woningen wel het toilet en de badkamer gescheiden hebben, maar dat er niet een bad en aparte douche cabine aanwezig zijn. De keuken op de zolderverdieping kent veel overeenkomsten met die van de Quellijnstraat 21-23, terwijl de keukens op de verdiepingen en de begane grond veel weg hebben van de keukens op de Jacob van Campenstraat 6.

Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:200

124 || A A 124



04.6 Inrichting

04. Vierde Schaal 04.7 Transformatie Het is wel duidelijk dat de woningen heel flexibel zijn, want de woningen hebben flinke transformaties ondergaan.

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Legenda: transformatie

Zo zijn er woningen samengevoegd, uitgebreid, omgebouwd tot winkel, omgebouwd tot opslagplaats, omgebouwd tot horecagelegenheid en noem maar op. De beganegronden ondergaan de grootste veranderingen. Dit zie je ook in de gevels terug. Er veranderd vrijwel niets aan de buitenkant. Alleen in de onderplint komt het voor dat twee ramen worden vervangen door een groot (etalage)raam of door een garagedeur. Dit heeft dus grotendeels te maken met de functieverandering in de plattegrond.

schaal 1:100

126 || A A 126


Quelijnstraat 23


04.7 Transformatie

04. Vierde Schaal 04.7 Transformatie De transformatie van de Quellijnstraat 15 geeft een

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

04. Vierde Schaal

Legenda:

verandering aan die al vroeg en veelvuldig plaatsvond,

samengevoegd

namelijk het verdwijnen van de voor- en achterkamer. Deze

voor- en achterwoning

werden samen één woning. De Jacob van Campenstraat 4 is een woning met een behoorlijke geschiedenis. Dit is eigenlijk een geval apart in het blok, omdat deze heel vroeger bestond uit luxe appartementen waarin zelfs een bad aanwezig was. Dit was voor die tijd heel ongebruikelijk en zeker in deze buurt. Uiteindelijk is deze hele woning gesloopt en hiervoor in de plaats is een nieuw gebouw gekomen van 2 lagen. In eerste instantie was dit een flessenopslagplaats. Later is de woning nog eens een keer naar achter toe uitgebreid en getransformeerd in een shambala centrum. Zowel in de plattegrond als in het gevelbeeld wijkt deze woning sterk af van de overige woningen in het blok. Het laatste voorbeeld van de Quellijnstraat 23 laat een woning zien die samengevoegd wordt met een tweede woning. Op de plattegrond is te zien dat de voor- en achterkamer al verdwenen zijn en dat er een vergaderlokaal in zit. De nieuwe plattegrond biedt ruimte voor een winkel, bergingen en woningen.

schaal 1:200

128 || A A 128


1880

1930

Heden

Heden

1934

Heden


Conclusie Flexibiliteit

De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

De Oude Pijp heeft door de jaren heen dus een aantal

Een nieuw uitbreidingsplan wat wel rekening hield

belangrijke transformaties doorgemaakt. Het ontstaan

met verkavelings- en eigendomsstructuren, van de meer

van de Oude Pijp was het uiteindelijke resultaat op de

pragmatischere ontwerper Kalff, werd vervolgens wel

overbezetting van de binnenstad als gevolg van de

uitgevoerd. Dit sloot aan op het deelplan van Van Niftrik.

industriële revolutie. Het ontstaan van het fragment ging

(Deel І Hfst 2.2).

gepaard met ontwikkelingen op het gebied van Hygiene en infrastructuur. Tot het eind van de negentiende eeuw was

Interessant is op welke manier ruimtelijke, sociale

het slecht gesteld met de aanvoer van schoon drinkwater en

en cultureel transformaties bij de ontwikkelingen van de

de afvoer van afval. In het midden van de negentiende eeuw

Oude Pijp een rol hebben gespeeld en welke samenhang

kwam er een beweging op die pleitte voor betere woon- en

daartussen te concluderen valt.

leefomstandigheden, nadat zij een samenhang hadden geconcludeerd tussen slechte woonomstandigheden en

De revolutiebouw stond bekend om zijn slechte

epidemieën. Wat betreft infrastructuur was het noodzakelijk

bouwwijze, hierdoor veranderde er in de slechte woon en

infrastructurele vernieuwingen toe te passen om een

leefomstandigheden van de arbeiders weinig. Naar de

spreiding van de bevolking mogelijk te maken als een

Tweede Wereldoorlog verslechterde situatie, onder andere

reactie op de overbezetting van de binnenstad.

door het toegenomen autobezit in de schaarse ruimte.

Ook op het gebied van de sociale structuur hebben zich

Daarbij droeg achterstallig onderhoud bij aan verdere

in het verleden belangrijke transformaties voorgedaan. Van

verloedering en verpaupering. De meer draagkrachtige

oudsher waren bevolkingsgroepen, wonen en werken in

bewoners trokken hierdoor weg naar omliggende gebieden.

de oude binnenstad gemengd. Hier trad in de loop van de

Hiervoor in de plaats kwamen vaak minder draagkrachtige

negentiende eeuw echter geleding op. Hier trad daardoor

bewoners (Mattie & de Moor, 1996).

een duidelijke scheiding op (Deel І Hfst 2.1).

Vanaf de jaren ’60 werden grootschalige plannen

Samuel Sarphati was de eerste persoon die een eerste

gemaakt die tot verbetering van het gebied moesten leiden.

aanzet gaf tot stadsuitbreiding in de vorm van een eerste

Deze verbetering moest onder andere Amsterdam als stad

grote uitbreidingsplan. Doordat er geen rekening werd

economisch sterker maken. Deze grootschalige plannen

gehouden met verkavelings- en eigedomsstructuren, wat

ondervonden veel weerstand van onder andere de bewoners

weer gepaard ging met een te hoge uitvoeringskosten, werd

zelf in de vorm van buurtverenigingen en werden daarom

het plan verworpen.

kleinschaliger gemaakt. Er werd besloten voor behoud van

Vervolgens kwam Niftrik met een plan, die echter ook

het stratenpatroon en renovatie van de bebouwing. Alleen

geen rekening hield met bestaande, maar waarvan toch

waar nodig werd overgegaan tot nieuwbouw (Mattie & de

uiteindelijk een deelplan van werd uitgevoerd; de huidige

Moor, 1996).

Niftrik Pijp. Dit deel van het oorspronkelijke plan werd wel haalbaar geacht.

130 || A A 130

00 | A

04.2 ...

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

03. Vierde Schaal

Merkwaardig valt de herwaardering van de Oude Pijp

In dit plan liet de overheid de volkswoningbouw over

te noemen die door enkele kleinschalige ingrepen tot

aan particulieren. Deze particuliere bouwers bouwden

stand is gekomen. Hierin heeft de eigendomsstructuur een

vaak zonder enige planmatige aanpak, met als doel een zo

belangrijke rol gespeeld. Mede door de eigendomsstructuur

groot mogelijke winstmarge, zonder enig sociaal oogpunt.

konden grootschalige plannen vaak niet uitgevoerd worden

Deze bouwwijze stond later bekend als de Revolutiebouw.

vanwege onteigeningen die niet mogelijk waren. De Oude

Tijdens de bouw werd al snel duidelijk dat het plan alsnog

Pijp had lange tijd een slecht imago en werd als voorbeeld

niet haalbaar was, waardoor het oorspronkelijke deelplan

gebruikt van hoe het niet zou moeten. Als reactie hierop

transformeerde naar een arbeidersbuurt.

ontstond een stedenbouw met vele theorieën van hoe


culturele en economische transformaties, die tegenwoordig

Bijlmer. Deze bleek uiteindelijk niet te kunnen voldoen

nog steeds aantoonbaar zijn.

aan de verwachtingen. Maar de Oude Pijp werd wel geherwaardeerd als gevolg van kleinschalige ingrepen. De plattegronden van de bebouwing bleken evenals de plint in de gevel flexibel te zijn waardoor transformatie in functies en functiemenging mogelijk werd. Doordat de woningen een bepaalde mate van samenhang in plattegrond en gevel hadden, bleek het relatief gemakkelijk om het complete gebied aan de moderne wooneisen te laten voldoen, doormiddel van kleine aanpassingen. Bij het aanpassen van de plattegronden konden de authentieke gevels vaak intact blijven. Waar echter wel sloop noodzakelijk was, kon dit ook vaak op een gemakkelijke manier uitgevoerd worden vanwege de heldere, orthogonale, stedenbouwkundige structuur, die dus in die zin ook flexibel bleek te zijn. Door de wijze van verkavelen werden woningen in serie aan elkaar gekoppeld in deze structuur, waardoor op deze manier gesloten bouwblokken ontstonden. Bovendien

kan

geconcludeerd

worden

dat

de

Revolutiebouw tot een bepaalde uniformiteit in gevelbeeld heeft geleid, maar in de huidige context geen storende werking heeft ondanks het sterke individualisme dat tegenwoordig heerst. Er kan volgens ons een duidelijk voorbeeld genomen worden uit de ontwikkeling van de Oude Pijp als

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

het wel zou moeten. Een bekend voorbeeld hiervan is de

arbeiderswijk tot een goed gewaardeerde wijk met een duurzaam karakter. Tegenwoordig vormt duurzaamheid een belangrijk begrip in de stedenbouw en architectuur. Volgens ons valt het succes van de Oude Pijp vooral te wijten aan de flexibiliteit die onbewust van het begin af aan in de Oude Pijp aanwezig bleek te zijn. Volgens ons kan een gebouw op het ruime begrip duurzaamheid in spelen, door er voldoende flexibiliteit in te bouwen. De Oude Pijp met zijn revolutiebouw is daarvan een goed voorbeeld gebleken, waar veel lering uit gehaald kan worden. transformatieproces en heeft zich ontwikkeld van een slecht gewaardeerde wijk naar een goed gewaardeerde wijk. Dit ging gepaard met verschillende ruimtelijke, sociale,

A | 131

Kortom, de Pijp onderging en ondergaat een continu


De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

132 || A A 132


A | 133

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid


De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

134 || A A 134


Na dit vak afgerond te hebben kwamen we allen tot de conclusie dat het een zeer arbeidsintensief vak was, waar we wel ontzettend veel van geleerd hebben. Er kwamen verschillende aspecten bij kijken, zoals het analyseren en uitwerken van kaarten, het zoeken en doornemen van verschillend bronmateriaal, het schrijven van een essay, het geven van presentaties en het maken van een uiteindelijk verslag met al onze bevindingen daarin. Deze diversiteit maakt het vak tot een zeer interessant iets waarin ieder van ons op bepaalde punten de nodige ervaring mee heeft opgedaan, wat weer van toepassing kan zijn in de toekomst. Hierbij hielp onze samenwerking met groep 2 en de besprekingen met H.H. Yegenoglu, C Rapp, M. Goedkoop en D.Kool ons aanzienlijk bij het maken van de analyses en het uiteindelijke verslag. Onze dank daarvoor. Achteraf gezien zijn we tot de conclusie gekomen dat we erg veel tijd in dit vak hebben gestoken. Volgens ons was dat ook wel nodig om dit vak tot een fatsoenlijk einde te brengen. Bovendien vonden we het een interessant vak, waardoor er vanzelf vaak veel meer tijd in ging zitten dan bij voorbaat gedacht was. We vinden het merkwaardig dat een vak als dit met zo weinig studiepunten wordt beoordeeld, terwijl het een tijdrovend ĂŠn interessant vak is in vergelijking met andere architectuurvakken. Nogmaals onze dank voor de begeleiding,

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid

Nawoord

Thomas Henry Wouter van den Kieboom Jim Pulles

A | 135

Maaike Krijnen


De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

136 || A A 136


A | 137

Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid


Bibliografie Boeken 01]

Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft (1973). Delft.

02]

Achterstraat, L. (1977). De Pijp: verleden, heden, toekomst. Amsterdam: Wijkcentrum Ceintuur.

03]

Jonker, M., Noordegraaf, L., Wagenaar, M. (1984). Van stadskern tot stadsgewest: stedebouwkundige geschiedenis van Amsterdam. Amsterdam: Verloren.

04]

Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

05]

Heijdra, T., Milliano, R. de, (1989). De Pijp: monument van een wijk. Amsterdam: Wijkcentrum Ceintuur. Bakker, M.M., Oudheusden, J.A. van, Poll, F.M. (1992). Architectuur en stedebouw in Amsterdam 1850- 1940. Zwolle: Waanders.

06]

Mattie, E., de Moor, M. (1996). Beeldkwaliteitsplan de Pijp. Amsterdam: Bureau Monumentenzorg.

07]

Huisman, J. (2000). Honderd jaar wonen in Nederland: 1900- 2000. Rotterdam: Uitgeverij 010.

08]

Doevendans, K., Stolzenburg, R. (2000). Stad en samenleving. Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.

09]

Fennis, P. (2000). De Pijp: 100 jaar verandering in beeld. Alkmaar: De Milliano.

10]

Omgevingsanalyse Oude Pijp, Stadsdeel Oud Zuid (2002). Amsterdam.

11]

Lintsen, H. (2005). Made in Holland. Zutphen: Walburg Pers.

Internet 12]

Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam (2008):

http://www.os.amsterdam.nl, 15 oktober 2009

13]

Voorbereidingsnotitie Herziening Bestemmingsplan De Pijp (2003): http://www.oudzuid.amsterdam.nl,

15 oktober 2009

14]

Gebiedsprogramma Noord Pijp, Gemeente Amsterdam (2008): http://www.oudzuid.amsterdam.nl,

15 oktober 2009

15]

http://www.bronnenuitamsterdam.nl/weergave.asp?ID=249, 14 oktober 2009

16]

http://www.encyclo.nl/begrip/Revolutiebouw, 14 oktober 2009

Archieven

138 || A A 138

17]

Stadsarchief gemeente Amsterdam ‘‘De Basel’, Vijzelstraat 32, Amsterdam

18]

Dienst Persoons- en Geo-informatie Gemeente Amsterdam, Stadhouderskade 85, Amsterdam

19]

Bouwtekeingenarchief Stadsdeel Oud-Zuid, Karel du Jardinstraat 65, Amsterdam


Illustraties Afb.1 ] Bouwtekeingenarchief Stadsdeel Oud-Zuid, Karel du Jardinstraat 65, Amsterdam Afb.2 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 5 Afb.3 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 33

Afb.6 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 8 Afb.7 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 9 Afb.8 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 10 Afb.9 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 32 Afb.10 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 48 Afb.11 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 40 Afb.12 ] Pulles,J. foto 2009

A | 139

Afb.5 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 7

Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘

Afb.4 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 32


Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen

140 || A A 140


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.