Typologische analyse van het wonen
WoontypologiĂŤn in Amsterdam
Revolutiebouw Fragment I: Van Niftriks Pijp Thomas Henry, Wouter van den Kieboom, Maaike Krijnen, Jim Pulles
Inhoudsopgave WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Voorwoord
7
Inleiding
9
I. Essay
10
01 De revolutiebouw 19e eeuw- 20e eeuw
13
02 De Ontstaansgeschiedenis
14
03 Maatschappelijke en ruimtelijke transformaties
26
02. Bibliografie
33
II. Analyse 01. Eerste Schaal 01.1 Plattegrond 02. Tweede Schaal
35 36 36 38
02.1 Topografie / Situatie
38
02.2 Verkavelingsstructuur
40
02.2 Ontsluiting
42
02.4 Bebouwd onbebouwd
44
02.5 Ordenende elementen
46
02.7 Elementen van gestalte
48
02.8 Regel en uitzondering
50
02.9 Openbaar, collectief, publiek, privĂŠ ruimte
52
02.10 Programma
54
02.11 Sociale structuur
56
02. Elementen van Cohesie
58
02.12 Transformatie
60
03. Derde Schaal
62
A 44 || A
03.1 Ontsluiting
62
03.2.1 Bebouwd Onbebouwd
64
03.2.2 Bebouwd Onbebouwd
66
03.3 Ordende Elementen
68
03.4.Elementen van gestalte
70
03.5.1 Regel en Uitzondering
72
03.5.2 Regel en Uitzondering
74
03.6 Toegankelijkheid en eigendom
76
03.7 Programma
78
03.9 Transformatie
80
03.10 Elementen van Cohesie
80
03.10 Straatprofiel
82
03.11 Bebouwingsdichtheid
82
04.1 Inleiding
84
04.2 Ontsluiting
86
04.3 Indeling
94
04.4 Gebruik
102
04.5 Sequentie
110
04.6 Inrichting
118
04.7 Transformatie
126
Conclusie Flexibiliteit
130 130
Nawoord
135
Bibliografie
138
Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam
84
A|5
04. Vierde Schaal
WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
A 66 || A
Dit verslag is het resultaat van het onderzoek naar het
Aansluitend op dit deel hebben we ieder apart als groep
fragment de Van Niftriks Pijp. De van Niftriks Pijp is het
de transformaties beschreven die hebben plaatsgevonden
oudste deel van de Pijp en een van de fragmenten die voor
na de realisatie van het fragment. Wij hebben daarin vooral
het vak Typologische Analyse van het Wonen is onderzocht.
de nadruk gelegd op de maatschappelijke (sociaal, cultureel
Samen met verschillende andere fragmenten, die ieder door
en economisch) ontwikkelingen met betrekking tot de Oude
een groep studenten werd onderzocht, vormde dit fragment
Pijp en het gekozen blok daarin. Groep 2 heeft zich in dit
een onderdeel van een totaalanalyse na de ontwikkeling
deel vooral op de ruimtelijke ontwikkelingen geconcentreerd.
van de stad Amsterdam vanuit de 17e eeuw tot heden. De analyse is aan de hand van typologische, morfologische
In deel twee worden de verschillende ontwikkelingen en
en programmatische ontwikkelingen en transformaties
veranderingen van de Oude Pijp (Niftriks Pijp) geanalyseerd
uitgevoerd. Het doel van de analyse is om verschillende
aan de hand van verschillende kaarten op vier verschillende
wederzijdse verbanden te kunnen leggen tussen de sociale,
schaalniveaus. In het eerste schaalniveau (schaal 1:20 000)
culturele en economische ontwikkelingen en de ruimtelijke
zal de ligging van het fragment duidelijk worden gemaakt
en stedenbouwkundige veranderingen om vervolgens
ten opzichte van de rest van de stad Amsterdam. Voor
daaruit conclusies te kunnen trekken. De analyse bestaat uit
het tweede schaalniveau (schaal 1:2000) hebben we ook
een planstudie en een literatuurstudie die betrekking heeft
samengewerkt met Groep 2. Dit schaalniveau bevat de
op de schaalniveaus buurt, blok en woning.
bouwblokken waar ons fragment uit bestaat. Daarna zal in het derde schaalniveau (schaal 1:500) ingezoomd worden
Het verslag bestaat uit drie delen. Het eerste deel
op ĂŠĂŠn bouwblok. Binnen in het gekozen bouwblok zal
bestaat uit een historisch onderzoek in de vorm van een
vervolgens op de vierde schaal (schaal 1:200) ingezoomd
literatuurstudie. In dit deel wordt onderzocht hoe de sociale,
worden op vier woningen.
culturele en economische ontwikkelingen tot het eerste en oudste deel van het stadsfragment de Pijp hebben
In het derde deel zullen enkele conclusies uiteengezet
geleid, evenals de stedenbouwkundige en architectonische
worden, die opgemaakt zijn uit de gemaakte analyses. Het
ontwikkelingen in planvorming en uitvoering, die daarmee
doel hiervan is om op deze manier een verklaring te kunnen
gepaard gingen. Voor dit deel hebben we samengewerkt met
onderbouwen op welke manier het fragment de Oude Pijp
Groep 2, bestaande uit Servaas Beeftink, Tim van Dartel,
is ontstaan en wat de betekenis ervan kan zijn voor de
Martin van Overveld, Jelle Rinsema en Jeffery Sonnema,
toekomst van de stedenbouw en architectuur.
Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam
Voorwoord
A|7
die hetzelfde fragment voor hun rekening hadden genomen.
WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
A 88 || A
Inleiding De Pijp is door verschillende ontwikkelingen geworden tot wat het nu is. Lange tijd werd de Pijp beschouwd als
negatief imago. Als reactie daarop werden de tuinsteden en stedenbouwkundig projecten als de Bijlmer ontworpen, die later niet aan de verwachtingen van ‘ideale stedenbouw en architectuur’ konden voldoen. Integendeel, in de Pijp vond een herwaardering van het fragment plaats. Verschillende maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen hebben hiertoe geleid. In dit verslag zal duidelijk worden gemaakt hoe deze herwaardering tot stand is gekomen. Uiteindelijk zullen de conclusies, die getrokken worden uit de analyse met betrekking tot het fragment de Oude Pijp, duidelijkheid hierin moeten verschaffen.
A|9
architectuur. De Pijp had daarom dan ook een lange tijd een
Typologische analyse van het wonen | Woontypologieën in Amsterdam
voorbeeld hoe het vooral niet moest in de stedenbouw en
WoontypologieĂŤn in Amsterdam || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
10 || A A 10
A | 11
Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam
I. De Revolutiebouw 19e eeuw- 20e eeuw
Revolutiebouw, Van Niftriks Pijp
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
12 || A A 12
lokaal gelegen aan de Jacob van Campenstrraat 4
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
Afb 01: Bouwtekening Vergader-
01 De revolutiebouw 19e eeuw- 20e eeuw In de ontstaansgeschiedenis van het eerste en oudste deel van het stadsfragment de Pijp in Amsterdam zijn maatschappelijke- en ruimtelijke ontwikkelingen te onderscheiden, die een duidelijke wisselwerking met elkaar hebben gehad. Culturele- , economische- , politieke- en sociale ontwikkelingen hebben invloed gehad op ontwikkelingen in planvorming en uitvoering van zowel stedenbouw als architectuur, maar ook omgekeerd. Na de realisatie hebben er vervolgens weer transformaties plaatsgevonden op maatschappelijk en ruimtelijk vlak, wat uiteindelijk geresulteerd heeft in de huidige en het eerste en oudste deel van het stadsfragment de Pijp uitgebreid aan bod in een objectieve beschouwing. Er wordt uiteindelijk afgesloten met een slotbeschouwing en een meer subjectieve stellinginname.
A | 13
situatie. Deze ontstaansgeschiedenis en de daaropvolgende transformaties komen in dit essay over de revolutiebouw
02 De Ontstaansgeschiedenis
een grotere polder; ‘de Binnendijksche Buitenveldersche Polder’, die aan de oostzijde door de Amstel en meer westwaarts door de Wetering, de huidige Boerenwetering, doorsneden werd. Deze wateren vormden dan ook belangrijke verbindingswegen door het hele Amstelland. Ook in de vele eeuwen vóór de negentiende eeuw hebben
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
er dus mensen gewoond op dit huidige grondgebied van de Pijp (Heijdra & de Milliano,1989). Vanaf de zestiende eeuw bepaalden voornamelijk herbergen, landhuizen, tuinhuisjes, molens en zelfs fabrieken het beeld in dit gebied, dat tussen de toen aanwezige rechte poldersloten drie bebouwingsconcentraties telde. In de noordwestelijke punt tussen de Boerenwetering en de Singelgracht bevonden zich buitenverblijven van de meer welgestelde Amsterdammers en andere bouwwerken, die Afb 02: De Binnendijksche Bui-
Amstelland
ontsloten werden door het Otterspad, dat evenwijdig liep aan de poldersloten en ‘het buiten Weltevrede’. De grenzen
tenverdersche Polder 1850
De rivier De Amstel heeft niet alleen in de vroege
van dit ‘buiten’ zijn zelfs nog steeds te herkennen in het
geschiedenis van Amsterdam, maar ook in die van de Pijp
huidige binnenterrein van het vijfhoekige bouwblok aan de
een zeer belangrijke rol gespeeld. In de twaalfde eeuw,
Ruysdaelkade en de Stadhouderskade; de hier gesitueerde
toen er van de gemeente Amsterdam nog geen sprake
school volgt namelijk de oude verkavelingslijnen. Parallel
was, bestond het gebied rond de Amstel, in die tijd ook wel
aan het Otterspad liep een onderdeel van de vestingwerken,
‘Amstelland’ genoemd, grotendeels uit moeilijk begaanbare
de Utrechtse Barrière, ook nog steeds duidelijk zichtbaar
moerassen. Doordat het gebied steeds weer opnieuw onder
in twee binnenterreinen. Waar nu het oudste Heineken-
bleef lopen, bleef het moerassige karakter van het gebied
gebouw staat bevond zich vanaf 1867 bierbrouwerij de
dan ook gehandhaafd. In het begin van de dertiende eeuw
Hooiberg. Een tweede concentratie van bebouwing was
werden er vervolgens voor het eerst dijken aangelegd, om
gelegen aan weerszijden van de Zaagmolensloot, de
dit probleem op te lossen. Zo werd ‘Amstelland’ door een
levensader van de vele houtzaagmolens die hier toen waren
dijk van de Zuiderzee afgesloten. Om vervolgens een goede
gevestigd. Deze sloot liep ter hoogte van de huidige Albert
afwatering te waarborgen werden binnen de dijken polders
Cuypstraat, die zijn relatief forse breedte van twintig meter
aangelegd die met watermolens ontwaterd werden. Ook
nog steeds te danken heeft aan de afmetingen van het oude
langs de Amstel werd een dijk aangelegd, de Amsteldijk, om
water. Dat geldt in omgekeerde zin ook voor de slechts tien
het polderlandschap tegen het water te beschermen. Met
meter brede Govert Flinckstraat, waarvoor de gezamenlijke
de aanleg van deze dijken en het ontstaan van de polders
breedte van het vroegere Zuidelijk Zaagmolenpad en het
werd het gebied langzamerhand bewoonbaar (Heijdra & de
gedempte pijpslootje werd aangehouden. De resterende
Milliano,1989).
bebouwing bevond zich tenslotte buiten de toenmalige gemeentegrens op het grondgebied van Nieuwer Amstel.
De Binnendijksche Buitenveldersche Polder
Dit dorp strekte zich uit langs de poldersloten die van de Amstel naar de Boerenwetering liepen, ter hoogte van de
14 || A A 14
Zo ook het grondgebied van de huidige oude en meest noordelijke Pijp, welke een onderdeel vormde van
huidige Van Ostade- en Kuipersstraat (Mattie & de Moor, 1996).
02. De ontstaansgeschiedenis
De historische binnenstad
omwenteling in de hygiëne (Lintsen, 2005).
stedelijk leven van Amsterdam zich echter voornamelijk af
trokken massaal naar de stad waar de industrie zich
binnen de toenmalige stadswallen en verdedigingswerken,
gevestigd had en dit werd nog eens versterkt werd door
die zich op de plaats van de huidige Singelgracht bevonden
een crisis in de landbouw. De bevolkingstoename in de
en waarvan de noodzaak in diezelfde negentiende eeuw
steden leed aanvankelijk tot een proces van verdichting
pas wegviel. De stad groeide daardoor niet meer in omvang,
van het bestaande stedelijk weefsel, met als logisch
enkel in dichtheid (Rapport van de Stedebouwkundige
gevolg een kwalitatieve achteruitgang van de woon-
Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).
en leefomstandigheden in de steden (Rapport van de Stedebouwkundige
Studiegroep
‘De
Pijp’/Technische
periode
voortschrijdende
2.1 Maatschappelijke ontwikkelingen
Hogeschool Delft, 1973).
De industriële revolutie
mechanisatie en de opkomst van de grote onderneming
Ondanks
de
in
deze
bleef ook de meerderheid van de nijverheidsbedrijven In de tweede helft van de negentiende eeuw trad er
voorlopig
gevestigd
in
de
binnenstad,
waar
de
na decennia van stagnatie en verval een versnelling op
uitbreidingsmogelijkheden gering waren en de milieuoverlast
in de economische ontwikkeling, onder andere door de
steeds groter werd. Veel bedrijven zochten de binnenstad
toenemende industrialisatie. De industriële revolutie brak
om dezelfde reden als de bewoners; het was het enige deel
aan. De industriële revolutie kenmerkte zich naast de
van de stad waar onderdak voor een betaalbare huur te
langdurige economische groei door een hogere productiviteit,
vinden was. Alle beschikbare ruimte werd dan ook in beslag
een langdurige bevolkingsgroei en een toename van de
genomen. (Jonker, Noordegraaf &Wagenaar, 1984).
gemiddelde leeftijd van de bevolking. De oorzaak van dit laatste kenmerk moet voornamelijk gezocht worden in een trendbreuk in de voedselsituatie en de daar op volgende
Afb 03: Stadhouderskade 1988
A | 15
dat de bevolking in de stad explosief groeide. Arbeiders
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
Deze ontwikkelingen brachten uiteindelijk met zich mee Tot de tweede helft van de negentiende eeuw speelde het
01. Misschien wel het mooiste stukje stad ooit gebouwd
Hygiëne
de bevolking. De openbare gezondheidstoestand was in die tijd namelijk niet best. De huisvesting van de arbeiders
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Afb 04: Gerard Doustraat 1898
De manier waarop stedelingen tot het einde van de
was zo slecht dat er epidemieën uitbraken, waarvan ook
negentiende eeuw omgingen met hun afval en zich van
de gegoede burgerij het slachtoffer dreigde te worden. Er
drinkwater voorzagen, laat zich karakteriseren als ‘de
werd nu een direct verband gelegd tussen deze slechte
organische stad’, een geheel van gebruiken en regels waarbij
woonomstandigheden en de heersende besmettelijke
de inwoners hun gedrag afstemden op de mogelijkheden
ziekten (Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep
die de omgeving hun bood en materialen zoveel mogelijk
‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).
hergebruikten. De aanvoer van schoon water en de afvoer
Zo ontstonden er langzamerhand ideeën over een
van vuil waren afhankelijk van de mogelijkheden van de
meer ‘hygiënische stad’, welke zich uiteindelijk zou gaan
natuur (Lintsen, 2005).
kenmerken
door
de
beschikbaarheid
van
stromend
Vanaf het midden van de negentiende eeuw kwam er
water uit de kraan, het gebruik van het watercloset en de
vervolgens een beweging van ‘hygiënisten’ op. Zij brachten
beschikbaarheid van een geïntegreerd rioolstelsel. Echter,
de toenemende hygiënische wantoestanden in de stad ter
de verwerkelijking hiervan zou nog een tijd op zich laten
sprake en legden voor het eerst een verband tussen de
wachten. (Lintsen, 2005).
sanitaire voorzieningen en de gezondheidstoestand van Infrastructuur De
hiervoor
economische
beschreven
ontwikkelingen
verstedelijkijking gingen
ook
en
gepaard
met de opkomst van infrastructurele ontwikkelingen en dus een verderen eenwording van Nederland. De verkeersvoorzieningen in die tijd waren immers ontoereikend om de toegenomen bevolking te spreiden. Men ging nadenken over uitbreiding, schaalvergroting en verdichting van de infrastructuur. Daarbij waren transportinfrastructuren als de oude binnenstadsgrachten, ook om de hiervoor genoemde hygiënische redenen, niet meer gewenst en dacht men na over nieuwe transportinfrastructuren, zoals die van het openbaar vervoer (Lintsen, 2005). De sociale structuur De sociale structuur had in de eerste helft van de negentiende eeuw nog duidelijk de kenmerken van een standenmaatschappij, waarin grof genomen onderscheid gemaakt werd tussen de burgerij, de boerenklasse, de arbeidende klasse en het lompenproletariaat. Vooral in de steden, kwam vervolgens een ontwikkeling op gang
16 || A A 16
naar een klassensamenleving. Deze nieuwe stedelijke samenleving werd gekenmerkt door sociale pluriformiteit
voor grote delen van de stadbevolking miserabel. Het
(stijging respectievelijk daling op de maatschappelijke
grootste deel van de stadsbewoners woonden in te kleine
ladder) (Doevendans & Stolzenburg, 2000).
ruimten, zonder goede voorzieningen voor een redelijke
Daarbij, woonden van oudsher de verschillende
hygiëne. De volkswoningbouw bestond voornamelijk uit
bevolkingsgroepen, verschillend naar welstand, beroep en
bouwtechnische slechte, kleine, smalle en diepe huizen,
opleiding, op wijkniveau naast elkaar, terwijl op datzelfde
meestal drie of vier verdiepingen hoog, verdeeld in voor- en
niveau wonen en werken eveneens gemengd waren. In
achterwoningen, de zogenaamde rug- aan rugwoningen.
de loop van de negentiende eeuw trad echter een sociale
Dit type woningen garandeerde een maximale huur. Grote
geleding op. Buurten en wijken gingen in toenemende mate
arbeidersgezinnen woonden in kleine, donkere, tochtige en
een eenzijdige bevolkingssamenstelling vertonen. Ook trad
vochtige kamers, vaak eenkamerwoningen (Rapport van
er een scheiding op tussen wonen en werken. De sociaal
de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische
gemengde stad maakte geleidelijk plaats voor een meer
Hogeschool Delft, 1973).
sociaal gesegregeerde ruimtelijke orde, waarbij sociale
De woning was in die tijd echter ook nog geen echte
klassen op grote afstand van elkaar kwamen te wonen en
verblijfplaats, zoals later in de eeuw, maar een soort
stedelijke activiteiten ruimtelijk verder uit elkaar kwamen te
pension waar de arbeider met zijn gezin hooguit sliep.
liggen (Jonker, Noordegraaf &Wagenaar, 1984).
Toiletten bestonden in die optrekjes nauwelijks, laat staan badgelegenheden. ‘Drekstoffen’ werden veelal nog
Beleid, politiek en overheid
meegegeven aan de beerwagen, en voor een bad ging de stedeling naar het badhuis (Huisman, 2000).
In de tweede helft van de negentiende eeuw waren ‘de liberalen’ dominant in de Nederlandse politiek. Deze
2.2
Ruimtelijke ontwikkelingen
2.2.1
Planvorming stadsuitbreiding Amsterdam
liberalen streefden naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genoten. Ook streefde men naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelde. Dit liberalisme had dan wel bepaalde voorwaarden geschept
Stadsuitbreiding
voor de economische ontwikkeling, maar door een grote werkloosheid en het ontbreken van werknemersorganisaties
Vanaf de jaren zestig van de negentiende eeuw
veranderde er voor de arbeiders weinig ten goede (Rapport
anticipeerden een aantal ondernemende Amsterdammers
van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische
op het verlangen naar andere woonruimte; ze dachten na
Hogeschool Delft, 1973).
over de eerste stadsuitbreidingen sinds het einde van de
De overheid was ook niet van plan de volkshuisvesting zelf aan te pakken maar liet dit in eerste instantie over aan het
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
(meer klassen) en verhoogde kansen op sociale mobiliteit
zeventiende eeuw (Jonker & Noordegraaf &Wagenaar, 1984).
particulier initiatief. Pas later, om de steeds erger wordende
Maar ook voor de bouw van arbeiderswoningen was
misstanden voorkomen werd de overheid gedwongen tot
nauwelijks nog plaats binnen de Singelgracht, en toch was
een actievere rol (Heijdra & de Milliano,1989).
er een grote behoefte aan betaalbare huurwoningen voor het toegenomen arbeidersproletariaat. De plantage en vroegere
De woonkwaliteit voor arbeiders
vestinggronden boden in eerste instantie nog ruimte, maar dit nam de noodzaak niet weg om aan de overzijde van de
de volkshuisvesting. De woonomstandigheden waren
singelgracht tot al dan niet planmatige stadsuitbreiding over te gaan. (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).
A | 17
Zoals al eerder beschreven leidde de grote trek naar de stad tot immense problemen op het gebied van
Het plan werd goed door het gemeentebestuur ontvangen en in datzelfde jaar volgde een concessie voor de verfraaiing van de omgeving van het paleis. Daar waren echter wel voorwaarden aan verbonden. De concessiehouder moest voor alle kosten opdraaien. Zo moesten dempingen en de aankoop van de molenwerven
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
zelf betaald worden en moest de grond en het water die bestemd werden voor openbaar gebruik, zoals een park, kosteloos afgestaan worden (Heijdra & de Milliano,1989). Voor de uitvoering had Sarphati vervolgens ‘de Nederlandse
Bouwmaatschappij’
opgericht,
die
de
concessie overnam en die de gronden aankocht. Maar deze zag al snel in dat het plan tot grote verliezen zou leiden, door de hiervoor genoemde strenge voorwaarden. Het plan was riskant vanwege de daaraan verbonden noodzaak tot Afb 05: Plan Sarphati 1862
Plan Sarphati
grootscheepse verplaatsing, onteigening, sloop, demping en herverkaveling van allerlei gebouwen, civiele werken
Een van de eersten die op het gebied van huisvesting voor
en waterwegen. Verreweg de meest ingrijpende operatie
het groeiend aantal inwoners van Amsterdam iets deed, was
was de verwerving van de zaagmolensloot, gelegen op de
Samuel Sarphati, eigenaar van een broodfabriek en dokter
huidige Albert Cuyperstraat. Deze zaagmolensloot vormde
van huis uit. Geïnspireerd door de wereldtentoonstelling in
een obstakel waarop de oorspronkelijke in de concessie
London van 1851, maakte hij het plan om ook in Amsterdam
vervatte plannen zijn stukgelopen.
een permanente tentoonstelling voor nijverheid en kunst in te richten. (Heijdra & Milliano, 1989).
Al met al diende een projectontwikkelaar in die tijd over ruime middelen te beschikken om al de hierboven
In 1858 verkocht de Amsterdamse gemeenteraad de
genoemde voorwaarden te kunnen realiseren. Voor
grond vervolgens aan ‘de vereniging van volksvlijt’, opgericht
een aannemer die voor eigen risico bouwde was zo een
door Samuel Sarphati zelf, voor de bouw van ‘het paleis
luxueuze uitbreidingswijk minder aantrekkelijk dan de
voor volksvlijt’ op de plaats van het huidige Frederiksplein.
middenstandsbouw die aan veel minder regels gebonden
(Achterstraat, 1977).
was en waarnaar de vraag groot was. Ten slotte moest de
En in 1862 diende Sarphati uiteindelijk een plan in
ondernemer maar afwachten of de stedelijke elite de sprong
tot verfraaiing en bebouwing van de omtrek van ‘het
naar de nieuwe, qua status nog onzekere woonwijk durfde
paleis voor volksvlijt’, de beide Amsteloevers en de
te wagen (Jonker, Noordegraaf & Wagenaar, 1984).
18 || A A 18
huidige Sarphatistraat. Het plan omvatte maar liefst
Tot een uitvoering van de plannen die betrekking
het hele Amsterdamse gebied van de Pijp tot aan het
hadden op de zuidelijke oever van de Singelgracht is het
Hoedemakerspad ( de huidige Van Ostadestraat) en
daarom ook nooit gekomen, omdat gewoonweg het kapitaal
omvatte veel tuinen en fraaie woonblokken. De nadruk lag
ontbrak. Voor de Pijp werden alleen de bouwblokken langs
op goede huizen en hotels voor de welgestelde burgers.
de Singelgracht, tussen de Woustraat en de Amsteldijk
Amsterdam mocht niet achterblijven bij andere wereldsteden
overgenomen in andere plannen, met als gevolg, dat
waar dergelijke groene en gezonde wijken al veel langer
een centrale boulevard die in het verlengde van de
bestonden. Van huisvesting voor de arbeidersklasse was
Utrechtsestraat zou komen, verschoven werd en de latere
nog geen sprake (Heijdra & de Milliano,1989).
Hemonystraat werd (Rapport van de Stedebouwkundige
grondbezitters. Pas met de woningwet van 1901 werden de
Vanaf de tweede helft van de zestigerjaren liepen de
gemeenten de eerste middelen gegeven om onafhankelijk
conflicten tussen de concessionaris en de gemeenteraad
van de eigendomstitel regels te stellen bij ruimtelijke ordening
vervolgens
Nederlandse
en stedenbouw. Alleen zo kon men uiteindelijk bereiken dat
Bouwmaatschappij’ verkeerde ten slotte in zo een grote
een wijk door architecten werd ontworpen. Maar dat was nu
geldnood dat de gronden aan particuliere bouwers, met
dus nog niet het geval (Jonker, Noordegraaf &Wagenaar,
flinke winst, werden verkocht. Zo kwamen er gebruikers
1984).
steeds
hoger
op.
‘De
In 1866 krijgt stadsingenieur J.G. van Niftrik uiteindelijk
in het gebied, die daar eigenlijk niet thuishoorden. De bierbrouwerij van G.A. Heineken vestigde zich bijvoorbeeld
de
aan de Stadhouderkade, een metaalfabriek volgde en
stadsuitbreiding te maken (Heijdra & de Milliano,1989). Zijn
opdracht
een
totaalplan
voor
de Amsterdamse
arbeiderswoningen verschenen. Het was afgelopen met
plan, voor de hele gordel buiten de Singelgracht, had evenals
Sarphati’s oorspronkelijke concessie (Jonker, Noordegraaf
de eerder genoemde buitenlandse voorbeelden en het plan
& Wagenaar, 1984).
van Sarphati een gecombineerd esthetisch en civieltechnisch
Het plan van Sarphati is uiteindelijk nauwelijks van invloed
karakter (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992). Dit groots
geweest op de stedenbouwkundige ontwikkeling van de Pijp.
opgezette, concentrische plan werd gekenmerkt door
Wel heeft de aanwezigheid van het Paleis voor Volksvlijt
een duidelijke zonering, een orthogonaal en stervormig
geleid tot de verbindingen Westeinde- Van Woustraat en, veel later, Oosteinde- Hemonystraat. Zijn geplande park zou uiteindelijk, met een forse oppervlaktevermindering, worden gerealiseerd in de vorm van het Sarphatipark (Mattie & de Moor, 1996). Plan Van Niftrik Om de ondertussen steeds erger wordende misstanden te voorkomen vond de overheid het uiteindelijk dan toch nodig zelf een plan te maken voor georganiseerde
Afb 06: Plan van Niftrik 1866
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).
stadsuitbreiding. Het gemeentebestuur werd langzamerhand gedwongen tot een actieve rol en het drong langzaam door dat er meer vaart achter de stadsuitbreidingen gezet moest worden. De gemeente begon daarbij in te zien dat een stadsuitbreiding pas kans van slagen had als men uitging van een stedenbouwkundig totaalconcept, zoals in Parijs, Wenen en Brussel het geval was geweest. Men begreep eveneens dat de gemeente als initiatiefneemster zou moeten optreden om alle belangen in het oog te kunnen houden (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992). Het planologisch instrumentarium van de gemeente was vaak gewoon niet de middelen om benodigde gronden voor
stadsuitbreiding
te
onteigenen
van
particuliere
A | 19
in die tijd echter nog steeds beperkt. De gemeente bezat
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
stratenpatroon, ronde pleinen en veel groen. Geometrische
het plan achterwege, zodat een directe verbinding tussen
vormen werden afgewisseld met de gebogen lijnen van
binnenstad en station ontbrak (Mattie & de Moor, 1996). Het
parken in Engelse landschapsstijl (Mattie & de Moor, 1996).
idee van het centraal station werd in eerste instantie door
Het plan ging daarbij uit van arbeiders- , burgers- , luxe-
de kamer van koophandel gesteund omdat Amsterdam op
en fabriekswijken die van elkaar gescheiden waren door
dat moment slechts ver van elkaar gelegen kopstations had.
parken en ruime wegen (Rapport van de Stedebouwkundige
En doordat er in het plan allerlei verkeersvoorzieningen
Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973),
waren opgenomen, werd de waarde van de grond nu sterk
en werd ten slotte gekenmerkt door herverkaveling en strikte
beïnvloed. Ondernemers wilden nu een hogere prijs betalen
scheiding in sociale structuur (Bakker, van Oudheusden &
voor de grond. De rijksoverheid besliste echter tot de aanleg
Poll, 1992). Alle polderbebouwing moest gesloopt worden
van een centraal station aan het IJ, bij de nieuw geplande
en alle sloten gedempt, zodat een vrij en opgehoogd terrein
havens. Daarmee werd het plan van Van Niftrik ontdaan van
ontstond waarop een nieuw stuk stad met een geheel eigen
een van zijn meest bepalende structuurelementen.
structuur kon ontstaan (Heijdra & de Milliano,1989). Evenals
Bij de gemeenteraadsbehandeling in 1968 werd er
Sarphati had Van Niftrik dus geen rekening gehouden met
vervolgens ook nog eens de nodige kritiek geuit op het plan.
de bestaande bebouwing, wegen en sloten (Rapport van
De gemeenteraad nam hier het negatieve advies van de
de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische
commissie van voorbereiding in grote lijnen over. Men vond
Hogeschool Delft, 1973).
het plan te omvattend, te gedetailleerd, moeilijk uitvoerbaar
De huidige Pijp bestond in het plan van Van Niftrik
en de stervormige patronen van de brede straten en de
uit drie gedeelten: in het noorden woonblokken, in het
dure parken weinig realistisch (Heijdra & de Milliano,1989).
zuiden een aan Sarphati’s ontwerp verwant villapark en
De voornaamste reden hierbij was de herverkaveling
hiertussen een centraal spoorwegstation met bijbehorend
en de massale onteigening die het plan uiteindelijk
emplacement. De verbinding met de oude stad werd
tot gevolg zou hebben, welke wegens de toenmalige
Afb 07: Deelplan Van Niftrik de
gevormd door de al door Sarphati voorziene brug voor
eigendomsverhoudingen te duur en dus onuitvoerbaar
genegeerde polderstructuur en
het Westeinde en door een brug in het verlengde van de
werd geacht (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).
de later toegevoegde straten
Vijzelstraat. Een aanvankelijk door Van Niftrik geplande
Onteigening was daarbij op ideologische gronden ook
1869
brug voor de doorgetrokken Nicolaas Witsenstraat bleef in
nog zo goed als onbespreekbaar in die tijd (Mattie & de Moor, 1996), en zijn voorgestelde verkavelingstructuur zou eigenlijk alleen bij volledige onteigening van de agrarische kavels kunnen worden gerealiseerd. Daarbij hield hij ook maar weinig rekening met het speculatieve, stukje bij beetje bouwen, dat vanaf het einde der zestigerjaren opgekomen was. Particuliere beleggers waren zo niet over te halen, ondernemers werden te veel aan banden gelegd (Jonker, Noordegraaf & Wagenaar, 1984). Zo werd er uiteindelijk voorgesteld de uitvoering van de plannen simpel te houden en slechts enkele wegen vast te leggen, dan kwam de bebouwing vanzelf wel. Daarmee waren de plannen van stadsingenieur Van Niftrik definitief van de baan (Heijdra & de Milliano,1989).
20 || A A 20
2.2.2 Uitvoering stadsuitbreiding Amsterdam
zaagmolensloot bleef in eerste instantie nog wel gespaard, maar dit tot groot ongenoegen van Van Niftrik, die de sloot
Deelplan Van Niftrik
het liefst zo snel mogelijk gedempt en volgebouwd wilde zien (Heijdra & de Milliano,1989). Het was wederom een bouwblokken en brede straten (Fennis, 2000).
de driehoek ten noorden van het noordelijke Zaagmolenpad,
Op de plaats waar nu de Govert Flinckstraat en de Van
precies het gebied waarop we ons in dit essay voornamelijk
Woustraat elkaar kruisen werden in 1868 als eerste 68
concentreren. Dit is het noordwestelijke deel van de huidige
woningen gebouwd aan het toenmalige Zaagmolenpad.
Pijp, gelegen tussen de Stadhouderkade, de Ruysdaelkade
Deze woningen werden nog gebouwd op het niveau van de
en de Gerard Doustraat.
bestaande polder. De grond werd dus niet eerst opgehoogd
In dit gebied lag zoals al eerder beschreven de
zoals men dit later deed, zodat deze woningen vrij vochtig
Zaagmolensloot waar de verstedelijking al langzaam
waren. Later toen dit wel werd gedaan, bleven er dus lager
was begonnen. Het grote aantal (houtzaag)molens dat
gelegen stukjes woningbouw bestaan, wat moeilijkheden
langs het water stond nam al af door de vervanging van
opleverde bij de ontwatering en de aanleg van de riolering
de molens door machines, terwijl woningen geleidelijk
(Achterstraat, 1977). Vanaf 1870 werd er onteigend ten
die bedrijven vervingen die te weinig winst maakten
behoeve van de aanleg van wegen, drie jaar later was
(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/
de bouw in buurt YY, zoals het gebied aanvankelijk nog
Technische Hogeschool Delft, 1973). De Binnendijksche
heette, in volle gang. De verdere uitvoering begon bij de
Buitenveldersche Polder ontwikkelde zich hier al langzaam
Ferdinand Bolstraat, de Jacob van Campenstraat, de van
tot een nieuwe woonwijk. Herbergen, buitenverblijven en
der Helststraat en de Ruysdaelkade. Vervolgens begon men
oude polderhuisjes verdwenen. Tot die tijd woonden er nog
aan de Frans Halsstraat en de Daniël Stalpertstraat (Mattie
vooral stoelenmatters, scharenslijpers, kermisreizigers en
& de Moor, 1996). Vanaf 1873 werd er volop gebouwd en
orgeldraaiers met vaak kinderrijke gezinnen (Heijdra & de
rond 1884 was het grootste deel van de Frans Halsbuurt en
Milliano,1989).
de noordelijke Gerard Doubuurt klaar (Fennis, 2000).
De verwerving van de grond door de gemeente verliep
Kort na de aanleg van de 68 arbeiderswoningen aan het
vervolgens echter traag. Enerzijds omdat getracht werd de
Zaagmolenpad werd de Zaagmolensloot, die men in de tijd
grond door minnelijke schikking in bezit te krijgen, anderzijds
‘de Pijp’ (Een ‘pijpsloot’ is een rechte, smalle sloot) noemde,
omdat het de vraag was in hoeverre de Nederlandse
toch in delen gedempt (Bakker, van Oudheusden & Poll,
Bouwmaatschappij als concessionaris van het Plan Sarphati
1992). De bebouwing langs het noordelijke en zuidelijke
verplicht was de gronden te leveren voor dit nieuwe plan
Zaagmolenpad was ondertussen zo opgetrokken, dat
(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/
demping niet meer te vermijden was. Hoewel er nog luid
Technische Hogeschool Delft, 1973).
geprotesteerd werd, dempte men in 1880 de Zaagmolensloot
Ook dit deelplan hield dus weer weinig rekening met de
ter hoogte van de Amstel, in 1889 tot de van der Helststraat
bestaande structuur van sloten en paden in het gebied. De
en ten slotte was in 1891 de gehele demping voltooid
voorgestelde rechthoekige verkaveling stond haaks op de
(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/
Boerenwetering (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992),
Technische Hogeschool Delft, 1973). In de volksmond ging
in tegenstelling tot de aanwezige agrarische verkaveling.
de naam ‘de Pijp” ondertussen over van de Zaagmolensloot
Het plan voorzag verder in een verder normalisatie
op de inmiddels aangelegde naamloze straat. Toen deze in
van de Singelgracht en de aanleg van de hierlangs
1874 officieel tot Govert Flinckstraat werd gedoopt, bleef
lopende Stadhouderskade (Mattie & de Moor, 1996). De
men hem hardnekkig ‘de Pijp’ noemen. Ook omliggende
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
aangenomen en goedgekeurd, namelijk het deelplan voor
ruim opgezet plan voor de gegoede burgerij met diepe
A | 21
Een deel van het plan wordt in 1869 echter toch wel
straten kregen deze naam en al snel stond de buurt tot aan
blokken. Aan de westzijde wordt de stompe hoek die door
de grens met de Nieuwer Amstel als ‘de Pijp’ bekend. Van
de aansluiting op de polderstructuur ontstaat opgevangen
de oude namen als Buurt YY en District V werd vanaf toen
door een knik in de Gerard Doustraat tussen de Frans Hals-
niets meer vernomen (Fennis, 2000).
en de Ferdinand Bolstraat (Mattie & de Moor, 1996).
Het bouwen ging vervolgens zo voorspoedig, dat in nog geen twintig jaar ( 1897) het gebied zo goed als geheel
De Revolutiebouw
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
volgebouwd was (Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).
Traditionele, vakbekwame bouwers konden in deze
Van de oude Pijp werd zelfs 95% van de woningen nog voor
periode al snel niet langer meer aan de vraag naar
1905 gebouwd (Achterstraat, 1977). De meeste van deze
betaalbare arbeiderswoningen voldoen en vaak onbekwame
woningen werden door particuliere ondernemers gebouwd,
en
een enkeling door de eerste woningbouwverenigingen die
een groot deel van de markt. Deze nieuwe particuliere
actief waren in deze buurt (Bakker, van Oudheusden & Poll,
bouwers bouwden echter zonder enige planmatige aanpak
1992).
of oog voor de lange termijn en gebruikten daarvoor vaak
onbemiddelde
ondernemers
veroverden
hierdoor
Echter, vanwege de noodzakelijke ophogingkosten
goedkope materialen (http://www.bronnenuitamsterdam.
van het polderland met anderhalve meter tot stadspeil
nl/weergave.asp?ID=249 & http://www.encyclo.nl/begrip/
bleek het oorspronkelijke plan uiteindelijk dan toch ook niet
Revolutie-bouw). Ze bouwden enkel met het doel om
haalbaar. Om goedkoper te kunnen bouwen werden toen op
winst te maken en kozen dan ook voor de goedkoopste
aandringen van de Nederlandse Bouwmaatschappij in 1875
methode, met het minste werk. Dit was echter niet altijd in
de Quellijn- en Saenredamstraat ingevoegd en werden de
het belang van de kwaliteit van de woningen en straten. Er
straten niet meer twintig maar vijftien meter breed. Hiervoor
werden door ondernemers zoals al eerder beschreven niet
moesten enkele al gebouwde woningen gesloopt worden
uit een sociaal oogpunt woningen gebouwd maar om geld
(Fennis, 2000). Met deze stedelijke verdichting werd de
aan te verdienen (Achterstraat, 1977). De bouw in deze
oorspronkelijk geplande burgerwijk een arbeidersbuurt
periode zou later bekend worden als ‘speculatiebouw’ of
(Mattie & de Moor, 1996) met betaalbare arbeiderswoningen
‘revolutiebouw’, een product van het negentiende-eeuwse
en met slechts in het noordwesten de betere woningen
kapitalisme, welke werd aangewakkerd door speculatie en
(Fennis, 2000). Alleen langs de Stadhouderskade en
werkte met een heel nieuw systeem van financieren. (http://
langs de Amstel werden door particulieren grote woningen
www.bronnenuitamsterdam.nl/weergave.asp?ID=249)
gebouwd (Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep
Het kapitaal, benodigd voor deze vorm van woningbouw
‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973). De eerder
was afkomstig van hypotheekbanken (Rapport van de
in de pijp aangelegde ‘parasitaire bebouwing’ werd daarbij
Stedebouwkundige
echter nog lang gehandhaafd. Het waren voor een groot
Hogeschool Delft, 1973). De grote woningnood en de nieuwe
deel bedrijfjes welke voor velen overlast bezorgden (Bakker,
kredietfaciliteiten deden de particuliere ondernemers zoals
van Oudheusden & Poll, 1992).
speculanten en eigenbouwers besluiten zoveel mogelijk
Studiegroep
‘De
Pijp’/Technische
Opvallend is tot slot de bebouwing daar waar het
goedkope huurwoningen te bouwen. Zo ontstond de
orthogonale grid aasluit op de schuine Zaagmolensloot
revolutiebouw in omvangrijke volkswijken, waaronder naast
en de polderstructuur. Aangezien de Zaagmolensloot als
de Pijp, de Oosterparkbuurt, Dapperbuurt, Transvaalbuurt
industriegebied toen nog volop functioneerde, was Van
en Indische buurt, allen in Amsterdam (Bakker, van
Niftrik gedwongen zijn haakse bouwblokken aan de grens
Oudheusden & Poll, 1992).
22 || A A 22
van het plangebied af te schuinen. Hierdoor ontstonden aan de Gerard Doustraat de karakteristieke wigvormige
Het bouwblok
Binnen de stratenplannen van deze revolutiebouw,
De wijze van stadsuitbreiding in de negentiende eeuw
was het bouwblok een van de meest opvallende
was dus eigenlijk meer te beschouwen als een wijze van
verkavelingsprincipes. Het bouwblok had toen dan al een
verkavelen en een systeem van parcellering van de stad,
lange geschiedenis in de ontwikkeling van de stad. In de
als een architectonisch plan. Wel was er in dit systeem de
middeleeuwse stad voegde de bebouwing zich al aaneen
mogelijkheid om allerlei uitzonderingen op te nemen. Het
tot gesloten bouwblokken. Het bouwblok van die tijd kan ook
verkavelingssysteem met het bouwblok als constituerend
wel begrepen worden als een getransformeerd kavelblok uit
element, was dus niet puur functioneel (Doevendans &
de zeventiende eeuw.
Stolzenburg, 2000).
In de negentiende eeuw transformeerde het systeem
Ook in de Pijp vindt men dus nog steeds deze
van verkavelen en bebouwen echter op een aantal punten.
kenmerkende verkaveling in gesloten bouwblokken. Hierbij
Het belangrijkste type woonhuis dat gebouwd werd, is het
is sprake van een duidelijke scheiding in open ruimte
getransformeerde burgerlijke woonhuis uit de zeventiende
met een privaat karakter (de binnenterreinen) en open
eeuw, bestaande uit een brede beuk met kamers en
ruimte met een openbaar karakter (de straten en voor
suite of met alkoof en een smalle beuk waarin de trap
zover aanwezig de pleinen, plantsoenen en parken). De
was opgenomen. Deze trap werd als zelfstandige ruimte
meeste binnenterreinen zijn lang en smal (lange smalle
uitgevoerd, wat de mogelijkheid bood meerdere gezinnen
bouwblokken), wat dus voortkwam uit de agrarische structuur
in een huis te laten wonen. Het systeem van voor- en
en de hiervoor beschreven, zogenaamde revolutiebouw. Zij
achterhuis werd verlaten, waardoor de woningen ondieper
bestaan voor het grootste deel uit erven en tuinen behorend
werden en allen een zelfde oriëntatie kregen op de straat.
bij de begane grond van het aangrenzend pand. Op het
De woning werd nu een specifiek type, waar door het
overige deel van de binnenterreinen treffen we voornamelijk
mogelijk werd deze in serie uit te voeren. Een bouwblok
bebouwing aan, die behoort bij de begane grond. De breedte
werd dan ook vaak uit verschillende stukken met onderling
van de straten is vrij constant, ongeveer 14-15 meter. In
identieke woningen opgebouwd. Zo ontstonden langwerpige
de regel is de verhouding tussen de breedte van de straat
blokken, samengesteld uit woningen met minimale variaties.
en de hoogte van de aanliggende bebouwing ongeveer
Deze bouwblokken maakten door hun vorm een maximale
gelijk aan 1. Via de bredere straten wordt het (doorgaand)
gevellengte en dus een maximaal aantal woningen mogelijk.
verkeer afgewikkeld. Tevens hebben ze een afwijkende
Dit negentiende-eeuwse bouwblok was over het algemeen
functiebezetting, men treft hier vooral veel winkels aan
een langgerekt blok van vier lagen. Achter de lange
(Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/
gesloten gevelwanden lagen ondiepe eenkamerwoningen,
Technische Hogeschool Delft, 1973).
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
gedifferentieerd.
welke bereikbaar waren vanuit inpandige trappenhuizen. Deze etagewoningen gelden als een uitvinding van de negentiende eeuw. Er was verder weinig aandacht voor de vormgeving
2.2.3 Latere planvorming en uitvoering stadsuitbreiding Amsterdam
van deze bouwblokken. Men beperkte zich tot gepleisterde banden met enkel stuc- ornamenten die verwezen naar
Plan Kalff
monotone gevelwanden met een eindeloze herhaling
In 1874 kwam de meer pragmatisch aangelegde
van dezelfde ramen en deuren ontstonden met daarin
ingenieur J. Kalff aan het hoofd van een nieuw ambt ‘Dienst
etagewoningen, zo ook in de Pijp. Binnen bepaalde wijken
Publieke Werken’ te staan en hij maakte in 1875 een geheel
werden de bouwblokken wel naar maatschappelijke status
nieuw plan voor een gordel rond de stad, met uitzondering
A | 23
de Hollandse renaissance- stijl. De gevels vlak, waardoor
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Afb 08: Plan Kalff 1875
van het Vondelpark en Museumbuurt. Hij week hierbij sterk
van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische
van het voorgaande plan van Van Niftrik af. Het voorstel was
Hogeschool Delft, 1973). De hoofdlijnen van de al
gebaseerd op het verkavelingspatroon van het landelijke
aanwezige agrarische verkaveling- en eigendomsstructuren
gebied, en voorzag in wijken met parallel lopende straten
werden
en langgerekte bouwblokken die in een ring rondom de
Noordegraaf & Wagenaar, 1984). Wel moesten voor al
bestaande stad waren gelegen. Deze zouden met elkaar
deze stadsuitbreidingen aanpassingen gedaan worden in
moeten worden verbonden door een doorgaande weg, de
de bestaande infrastructuur, zowel in de binnenstad als
latere Ceintuurbaan, die hiermee dezelfde functie had als
daarbuiten (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).
aangehouden
als
stratenpatroon
(Jonker,
de middelste boulevard uit het plan van Van Niftrik (Mattie
De gemeenteraad greep echter ook hier weer in,
& de Moor, 1996). Het plan van Kalff was sober en veel
waardoor in 1876 een gewijzigd plan kwam waarin weer
minder fraai dan dat van Niftrik. De ruimte voor openbare
ruimte uitgespaard was voor het Sarphatipark (naar
voorzieningen was tot een minimum beperkt, de wegen
het ontwerp van Van Niftrik) en waarin een duidelijke
waren smal gehouden om maar zoveel mogelijk woningen
Ceintuurbaan zich aftekende. Hier werd de huidige vorm
te kunnen bouwen (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).
van de negentiende-eeuwse gordel bepaald (Rapport van
En er was slechts in geringe mate ruimte gereserveerd
de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische
voor de aanleg van parken. Kalff handhaafde daarbij in
Hogeschool Delft, 1973). Dit plan is gaan gelden als
zijn plannen dus de bestaande structuur van de polder, wat
exemplarisch voor de esthetisch weinig geïnspireerde wijze
geheel naar wens was van de bouwondernemers (Rapport
waarop veel stadsuitbreidingen in het kwart van de vorige eeuw tot stand kwamen (Mattie & de Moor, 1996). Ook voor de Pijp had het plan consequenties. In de Pijp was sinds Van Niftriks ontwerp een nieuwe situatie ontstaan, doordat na veel discussie in 1869 was besloten het geplande spoorwegstation in het Open Havenfront te situeren. Hierdoor kon de Ceintuurbaan naar het zuiden worden verlegd. Het nog onbebouwde deel van de Pijp, ten zuiden van de Govert Flinckstraat, was in het plan van Kalff geheel bestemd voor woningen, alleen het gebied rond de Sint Willibrorduskerk aan de Amsteldijk, waarvan de bouw in 1871 was begonnen, en de afgeschuinde zuidwestelijke punt bleven oningevuld. De radialen in het verlengde van de Vijzelstraat en het Westeinde waren doorgetrokken tot aan het eind van de geplande bebouwing. In 1876 kwam Kalff dus met een gewijzigd ontwerp, dat in de Pijp voorzag in een park ter grootte van twee bouwblokken en een bebouwing die ook in de zuidwesthoek tot aan de gemeentegrens reikte. Dit ontwerp werd voor het grootste deel in de jaren tachtig en negentig uitgevoerd, waarbij over het algemeen van noord naar zuid werd gewerkt. Het noorden van Hemonybuurt was rond 1885 gebouwd, de
24 || A A 24
Ceintuurbaan eind jaren negentig terwijl de in het verlengde hiervan geplande brug over de Amstel pas in 1903 zou
worden gerealiseerd. Het Sarphatipark werd halverwege de
publieke werken, Lambrechtsen van Ritthem, ontwierp
jaren tachtig aangelegd en bebouwd, de Albert Cuypstraat
vervolgens een nieuw uitbreidingsplan, dan evenals zijn
kreeg door de geleidelijke normalisatie en demping van de
voorganger Kalff, vooral bepaald werd door de bestaande
Zaagmolensloot het meest een fragmentarische invulling.
eigendomsverhoudingen
en
civieltechnische
aspecten
(Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).
van het plan van Kalff af van het uiteindelijk in 1878
In de gemeenteraad bestonden echter bezwaren
vastgestelde ontwerp. In de eerste plaats werd demping van
tegen deze opzet. Niet alleen werd de particuliere
de Zaagmolensloot niet voorzien, dit water zou een verbinding
grondexploitatie aan banden gelegd door invoering van
gaan vormen tussen de Amstel en de Boerenwetering.
het erfpachtstelsel maar ook werden esthetische eisen
Verder werd bij het westelijke uiteinde van de Albert
gesteld aan het stedenbouwkundig ontwerp. Met het oog
Cuypstraat ter hoogte van de Frans Halsstraat de stompe
daarop werd architect H. P. Berlage aangetrokken, die in
hoek van de Gerard Doustraat gevolgd, waardoor de straat
1900 een nieuw plan voor het stadsdeel zuid ontwierp.
aansloot op zowel de al bestaande stedenbouwkundige
Na diverse aanpassingen, die verband hielden met de
structuur als de brug over de Boerenwetering. Bij het
nieuwe woningwet, werd het plan in 1905 aangenomen. De
oostelijke uitiende van de Gerard Doustraat, tot slot, werd
uitvoering liet echter op zich wachten, waardoor Berlage was
het hier geplande L- vormige bouwblok in drieën gedeeld
genoodzaakt zijn plan grondig te herzien. Dit stelde hem
door de aanleg van de Niciolaas Berchemstraat en het
overigens wel in staat zijn gewijzigde stedenbouwkundige
openlaten van het Noordelijk Zaagmolenpad, dat grensde
inzichten te verwerken in zijn tweede plan zuid uit 1915
aan de achterzijde van zeven als bestaande herenhuizen
(Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992).
aan de Stadhouderskade (Mattie & de Moor, 1996). De uitvoering werd verder bijna volledig overgelaten aan
Gestimuleerd door diezelfde woningwet van 1901, namen
nu
de
woningbouwcoöperaties
het
bouwen
particulieren, zodat de eerder genoemde revolutiebouw een
over van de particuliere ondernemers (Rapport van de
hoge vlucht kon nemen in het merendeel van de nieuwe
Stedebouwkundige
wijken, waaronder naast de Pijp, de Dapperbuurt en de
Hogeschool Delft, 1973). De zuidelijke Pijp kreeg daardoor
Kinkerbuurt (Bakker, van Oudheusden & Poll, 1992). De
een geheel ander uiterlijk dan de noordelijke Pijp uit de
bouwondernemer en speculant werd een maximale vrijheid
eeuw daarvoor met de vele revolutiebouw (Fennis, 2000).
van handelen geboden (Jonker, Noordegraaf & Wagenaar,
De reden voor het ontstaan van deze wet lag in het bestaan
1984).
van de zeer slechte woningtoestanden, het inzicht dat dit
Studiegroep
‘De
Pijp’/Technische
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
Op enkele punten week men in de Pijp bij de uitvoering
ongunstige effecten had op het arbeidersbestand en in Plan Lambrechtsen van Ritthem, Plan Zuid I en Plan Zuid II
de toename van de macht der liberale bourgeoisie. Zo meer licht en lucht, bredere straten en meer groen. Door
de andere kant van de Ceintuurbaan ging de zuidelijke
bouwverordeningen werden de rug- aan rugwoningen niet
uitbreiding in een fors tempo door, ondanks het ontbreken
meer toegestaan, wat de grotere woningen verklaard in de
van een verder uitbreidingsplan. De bouwondernemers
later ontstane Pijp. Daarbij kwam er een functiescheiding
bleven plannen indienen en zo werd er tussen de sloten
tussen wonen en werken. Winkels zaten nu alleen nog
verder gebouwd (Rapport van de Stedebouwkundige
op de straathoeken (Rapport van de Stedebouwkundige
Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).
Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft, 1973).
In 1896 werd Amsterdam aan de zuidzijde vergroot
Het tweede Plan Zuid, aangenomen in 1917 werd
dankzij annexatie van grote delen van de gemeente
in overeenstemming met de architect praktisch volledig
Nieuwer- Amstel (Fennis, 2000). De toenmalige directeur
uitgevoerd in de jaren twintig en dertig (Fennis, 2000).
A | 25
ontstond een woningbouw, uitgaande van woonidealen als Hiermee kwam een eind aan het plan Kalff. Maar aan
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
03 Maatschappelijke en ruimtelijke transformaties De Oude Pijp heeft door de jaren heen verschillende transformaties gekend op sociaal, economisch, cultureel, stedenbouwkundig en architectonisch gebied. Belangrijk daarbij is te kijken hoe en in welke context deze verschillende transformaties hebben plaatsgevonden. In dit deel zullen de verschillende transformaties aan bod komen en zal gekeken worden naar de samenhang tussen de verschillende transformaties. Eerst zal een beschrijving gegeven worden van de verschillende transformaties met betrekking tot sociale-economische en culturele transformaties, die hebben plaatsgevonden tot op heden in de Pijp en dan met nadruk op de Oude Pijp. Vervolgens zal uiteengezet worden hoe deze transformaties van toepassing zijn geweest op het bouwblok, omsloten door de Frans Halsstraat, Quellijnstraat, Ruysdaelkade en de Eerste Jacob van Campenstraat, gelegen in de Oude Pijp. Daaropvolgend zal een beeld worden gegeven van de huidige situatie van de Oude Pijp waartoe de verschillende transformaties geleid hebben. Dit zal gedaan worden doormiddel van een opsomming van verschillende gegevens afkomstig van dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam. Deze gegevens zullen vervolgens vergeleken worden met de gegevens van Oud-Zuid en Amsterdam om zo uitspraken over te kunnen doen. Afsluitend zal naast een slotbeschouwing een kleine uiteenzetting worden gegeven van de toekomstvisie van
26 || A A 26
de Oude Pijp. Hierin zal het Gebieds Programma Noord Pijp, met daarin een beeld van de gebiedsvisie 2015 en het Gebiedsuitvoeringsplan 2008-2011, uiteengezet worden.
Afb.09:Gerard Doustraat 2000
Transformaties tot op heden
In de jaren zestig werd geconcludeerd dat onder andere
ontwikkeld en uitgevoerd met verschillende achterliggende
zijn beurt weer ten goede zou komen aan de economische
gedachtes voor het gebied de Pijp. Zo had de stadsingenieur
situatie van Amsterdam als geheel. Hierdoor zou Amsterdam
Van Niftrik een idealistisch plan (1866), waarbij de Pijp
tot een daadkrachtige stad kunnen uitgroeien, waar op dat
een prachtig nieuw centrum zou worden met de daartoe
moment een sterke hang naar was (Mattie & de Moor, 1996).
behorende beter bedeelde mensen. Het plan werd echter
In de tweede helft van de jaren zeventig kwam het
afgewezen door de gemeenteraad. Kalff, de directeur van
uiteindelijk zo ver dat de stadsvernieuwing daadwerkelijk
Publieke Werken, had echter een sober en veel minder fraai
werd uitgevoerd. Er werd besloten voor behoud van het
plan ontwikkeld waarin uiteindelijk vooral arbeiders zich
stratenpatroon met renovatie van de huidige bebouwing en
hadden huisgevest als gevolg van de bevolkingsexplosie in
waar nodig nieuwbouw. Het doel van het behoud van het
de stad Amsterdam in de tweede helft van de 19e eeuw.
stratenpatroon en de renovatie van de huidige bebouwing
Deze bevolkingsexplosie was op zijn beurt weer een gevolg
was het karakter van de Pijp te behouden. Veel bewoners
van de industriële revolutie die rond deze tijd een sterke
hadden ondertussen enige waarde gehecht aan het karakter
vlucht omhoog nam (Mattie & de Moor, 1996).
van de Pijp, dat gekenmerkt werd door de typologie van de bebouwing en het starre stratenpatroon. Het uitgangspunt
Met de komst van de Woningwet in 1901 werd de
van de vernieuwing in de jaren ‘70 was dat er gebouwd
gemeenten verplicht bouwvoorschriften op te stellen, die de
moest worden voor de bewoners uit de buurt. Sinds de jaren
kwaliteit van de woningbouw moesten verbeteren. Dit kwam
’80 stond in de stedelijke vernieuwing de hele stad centraal
uiteindelijk de woningbouw in de zuidelijke uitbreidingen,
(Mattie & de Moor, 1996).
geleid door H.P. Berlage, van de Pijp ten goede. Hierdoor verschilde de zuidelijke Pijp in uiterlijk met dat van de
Als een gevolg van de verschillende stedenbouwkundige
noordelijke Pijp, dat vooralsnog alleen uit Revolutiebouw
veranderingen en vernieuwingen door de jaren heen,
bestond.
kwamen er ook verschillende ontwikkelingen op gang
Door deze tweedeling in uiterlijke verschijningsvorm met
in de sociale structuur van de Pijp. In het verleden
aan de ene kant, de voor die tijd negatieve Revolutiebouw
woonden er vooral arbeiders in de Pijp. Tegenwoordig
en aan de andere kant de verbeterende woningbouw in de
wonen er naast studenten en allochtonen, vooral in
zuidelijke Pijp. Dit was een belangrijke oorzaak waardoor
de Oude Pijp, ook kapitaalkrachtige jongeren, ook wel
lange tijd het beeld van de Pijp negatief was. Hierdoor
Yuppen genoemd (Young Urban Professional). Vanwege
werd de Pijp geassocieerd met armoede en slechte
samenvoegingen en verbeteringen van woningen, in dit
woonomstandigheden.
fragment, hebben zich hier riante woningen gevormd met
Na de Tweede Wereld oorlog werd de situatie alleen
een aanzienlijke kwaliteitsverbetering, die vervolgens
maar slechter. Dit kwam mede door de overbevolking van
weer tot een waardestijging van de woningen hebben
het gebied, het toenemende autobezit in de schaarse ruimte
geleid. Deze zijn hierdoor vooral in trek gekomen bij
en het achterstallige onderhoud. Dit was een belangrijke
kapitaalkrachtigere personen. Hierdoor wordt op een
oorzaak voor het wegtrekken van veel inwoners uit de Pijp.
subtiele manier meer diversiteit gecreëerd in de sociale
Hiervoor in de plaats kwamen toen vaak nieuwe, weinig
structuur en, in architectonisch opzicht, in het op het
draagkrachtige buurtbewoners voor in de plaats (Mattie &
eerste gezicht universele karakter van de Oude Pijp. Dat
de Moor, 1996).
universele karakter wordt vooral geleid door de gevels die op eenzelfde rooilijn liggen in het starre stratenpatroon. Dit
A | 27
economische situatie en leefklimaat in dat gebied, dat op
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
stadsvernieuwing in de Pijp zou bijdragen aan een betere Door de jaren heen zijn verschillende (deel-)plannen
zal in de analyse duidelijk naar voren komen doormiddel
Albert Cuypmarkt, dat belangrijk wordt voor bezoekers van
van de verschillende analysetekeningen (Dienst Onderzoek
de Pijp (Voorbereidingsnotitie Herziening Bestemmingsplan
en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008).
De Pijp, 2003). Daarnaast zijn de Albert Cuypmarkt op zichzelf en de
Ook op het gebied van horeca, cultuur en vermaak
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
hebben
zich
transformaties
voorgedaan.
Ferdinand Bolstraat, in economisch opzicht belangrijk voor
Doordat
de Pijp. Hier heeft zich door de jaren heen veel detailhandel
consumenten door de jaren heen meer geld zijn gaan
en horeca gevestigd. Ook het Marie Heineken plein is een
besteden, zijn functies als horeca, cultuur en vermaak,
belangrijke plek in economisch opzicht. Hier is naast de
zoals de voormalige Heineken Brouwerij en het culturele
Oude Heineken brouwerij, die nu dienst doet als museum,
centra De Badcuyp, steeds belangrijker geworden naast
ook veel detailhandel en horeca gelegen dat daardoor
de detailhandel, dat in het verleden de belangrijkste trekker
een belangrijke bron van inkomsten is voor de Oude Pijp.
van vrijetijdsbesteding was. Tegenwoordig zijn veel van
Overigens doet het plein wel afbreuk aan de rest van de
deze functies nog steeds te vinden op de begane grond in
Oude pijp door zijn modernere architectuur. Het plein was
de Pijp. Overigens vestigen zich daarnaast in de Pijp ook
ontworpen als antwoord op de vraag naar meer openbare
steeds meer kleine bedrijven op de begane grond en vindt
ruimte
er weer meer functiemenging plaats van wonen/werken,
Bestemmingsplan De Pijp, 2003).
in
de
Pijp
(Voorbereidingsnotitie
Herziening
dat voorheen een tijd lang gescheiden was, maar daarvoor juist ook weer vaak samen was. Waar voorheen dus de
Samen
zorgen
deze
transformaties/ontwikkelingen
bebouwing vaak de functie wonen pretendeerde, zijn daar
in de Pijp dat het fragment tegenwoordig als een goed
door de jaren heen vaak functies aan toegevoegd, zoals
gewaardeerde wijk wordt beschouwd. Dit getuigt ook het feit
een winkel of een bedrijf (Voorbereidingsnotitie Herziening
dat tegenwoordig investeerders meerdere huizen opkopen,
Bestemmingsplan De Pijp, 2003).
renoveren en weer verkopen. Dit is onder meer in de Quelijnstraat gedaan waar een hele rij huizen gezamenlijk
Wat betreft economische aspecten is het tegenwoordig een belangrijk gegeven dat de Pijp gelegen is aan de
zijn gerenoveerd en weer zijn doorverkocht (Mattie & de Moor, 1996).
rand van de Amsterdamse binnenstad en daar steeds
28 || A A 28
meer deel van uit gaat maken. Dit komt mede doordat
Door de jaren heen zijn er overigens verschillende
de ruimte voor commercie steeds schaarser wordt in de
studies en plannen ontwikkeld voor verbeteringen en
binnenstad en een logische stap een uitbreiding is naar de
vernieuwing van de Pijp. Delen van deze studies/plannen
directe omgeving eromheen, waar de Oude Pijp dus deel
worden samengevoegd in een bestemmingsplan, dat
van uitmaakt. De komst van de Noord-Zuidlijn is ook een
vervolgens weer keer op keer wordt bijgesteld of vernieuwd
belangrijk aspect voor de Oude Pijp, doordat hierdoor een
door
snelle openbaarvervoersverbinding tussen de binnenstad
ontwikkelingen. Voorbeelden van bestaande plannen
en de Zuid-as wordt gecreëerd. Hierdoor worden de
binnen de oude pijp zijn de bestemmingsplannen voor
beide belangrijkste zakencentra van Amsterdam via onder
de Noord-Zuidlijn en voor de Albert Cuypstaart 182, waar
andere de Oude Pijp met elkaar verbonden. De ligging
een horecagelegenheid en een aantal woningen zijn
van het fragment op deze verbinding kan in de toekomst
gerealiseerd. Het plan voor de Noord-Zuidlijn is nog steeds
mogelijkheden bieden voor vestigingen van bedrijven
van kracht. (Omgevingsanalyse Oude Pijp, Stadsdeel
die hierdoor eventueel van deze ligging willen profiteren.
Amsterdam Oud Zuid, 2002).
Bovendien komt er een station te liggen ter hoogte van de
wijzigingen
in
wetgeving
en
maatschappelijke
Toepassing op het bouwblok.
begin zeer negatief, vanwege het slechte leefmilieu als verpaupering van de wijk als gevolg van achterstallig
wijze terug in het bouwblok, betreffende het blok ingesloten
onderhoud. De waardering werd zoals gezegd dus steeds
tussen de Frans Halsstraat, Quellijnstraat, Ruysdaelkade
negatiever naarmate de tijd vorderde vanwege verdere
en de Eerste Jacob van Campenstraat. Hierna volgt een
verpaupering van de wijk wat weer als gevolg kwam van
eerste beschrijving van de verschillende transformaties.
achterstallig onderhoud. Interessant is te kijken hoe deze
Later in het verslag zullen deze transformaties bijgestaan
negatieve waardering van de Oude Pijp getransformeerd is
worden door de analysetekeningen met toelichting daarbij.
tot een positieve waardering van het fragment tegenwoordig. Deze
groeiende
waardering
van
de
Oude
Pijp
Ondanks een sterke architectonische eenheid in het
kwam duidelijk tot uiting in verschillende verenigingen
blok is door samenvoeging van verschillende huizen
als Werkgroep de Pijp en Wijkcentrum Ceintuur die in
een subtiele mate van diversiteit gecreëerd in het blok.
1969 gevormd werden. Deze verenigingen bestonden
De architectonische eenheid wordt verkregen door de
uit bewoners van de Oude Pijp die voor behoud van het
toepassing van eenzelfde bebouwingstypen in het volledige
karakter van het fragment waren en drongen aan op een
Afb. 10:
blok. In dit geval de revolutiebouw genaamd, die met behulp
kleinschaligere aanpak van de stadsvernieuwingen in
2000
van bepaalde details, zoals een doorlopende dakrand, winkelplint en dakkapel de architectonische eenheid nog eens extra kracht bij zet. De subtiele mate van diversiteit binnenin het gebouw brengt op zijn beurt weer een diversiteit aan in bewoners van het blok met zich mee. Ook is er sprake van een duidelijke functiemenging in het gebied. Zo is er onder meer een horecagelegenheid op de hoek van het blok gevestigd en is er een fietsfabrikant gevestigd in het blok. Opvallend is het feit dat deze fietsfabrikant op een subtiele manier is opgenomen in de
Ferdinand Bolstraat
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
gevolg van slechte bouwwijze van woningen en verdere Verschillende transformaties komen op een duidelijke
bestaande bebouwing doormiddel van samenvoeging van bebouwing in de Eerste Jacob van Campenstraat zonder een duidelijke verwijzing aan de buitenzijde naar de fietsfabrikant door een verandering in gevelaanzicht. Statistieken Belangrijk is om te kijken welke conclusies uit de verschillende transformaties getrokken kunnen worden. Oorspronkelijk was de Oude Pijp bedoeld als buurt voor landhuizen voor de gegoede burgerij. Daarvoor in de plaats arbeiders als gevolg van de industriële revolutie te kunnen huisvesten. De waardering voor de Oude Pijp was in het
A | 29
kwamen echter arbeiderswoningen om het overschot aan
plaats van de grootschalige aanpak die in eerste instantie
Statistische gegevens
gepland stond. Deze grootschalige aanpak zou volgens hen het karakter van de Oude Pijp ernstig aantasten.
Wonen
Hier was dus al sprake van een herwaardering van de
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Oude Pijp. Men ging waarde hechten aan verschillende
De bewoners van de Oude Pijp zijn redelijk tevreden
karakteristieken van het fragment, zoals het typische
over de woningen in de buurt (6,8) en de inrichting van de
straatbeeld (Mattie & de Moor, 1996).
woonomgeving (6,4).
Waren het voorheen vooral arbeiders die in de Pijp
Vergeleken met de rest van de buurten in de Pijp
woonden. Tegenwoordig is er sprake van een grote sociale
en de stad Amsterdam, bevat de Oude Pijp veel kleine
vermenging van klassen en culturen. Tegenwoordig blijken
woningen. Deze woningen lenen zich goed voor studenten
er vooral starters en studenten te wonen. De Oude Pijp
en starters. Er wonen dan ook veel mensen tussen de 17
met zijn vele horecagelegenheden en winkels vormt een
en 34 jaar oud (41% in vergelijking tot 32 % in Oud-Zuid)
aantrekkelijke leefomgeving voor deze groepen (Dienst
en veel alleenstanden (46% in vergelijking tot 36% in Oud-
Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008).
Zuid). Bijna de helft van de woningen is particulier verhuur
Afb 11: Eerste Jacob van Cam-
(49%). De WOZ-waarde ligt op € 199.939 rond het stedelijk
penstraat 2000
gemiddelde van €204.306. De WOZ-waarde (waardering onroerende zaken) is een maatstaaf voor de waarde die toegekend wordt aan de woonsituatie en de omgeving. De
groenvoorziening
neem
7%
bodemoppervlak
in gebruik tegenover 11% in Oud-Zuid en 12% in Amsterdam. De bewoners zijn minder te spreken over de groenvoorziening in de buurt (5,6) dan de bewoners van Oud-Zuid (6,4). De gemiddelde woonduur in de buurt is 7,6 jaar, dit is minder lang dan het gemiddelde van Oud-Zuid (8,8 jaar) en Amsterdam (8,2 jaar). Een mogelijke verklaring voor de minder lange woonduur is dat studenten na het afronden van hun studie graag naar een groter huis willen verhuizen en starters op een bepaald moment groter willen wonen als gevolg van samenwonen of gezinsuitbreiding. In de Oude Pijp wonen meer mannen dan vrouwen (Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008). Werk Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in de Oude Pijp ligt lager dan het gemiddelde van Oud-Zuid, maar hoger dan dat van Amsterdam. €13.300 tegenover €15.600 en €12.600. Het gemiddelde opleidingsniveau in
30 || A A 30
Oud-Zuid is hoger dan het stedelijk gemiddelde. In OudZuid heeft 52% een HBO- of WO-opleiding afgerond, in
de verschillende transformaties die zich kunnen voordoen en
personen per 1000 inwoners ligt ook lager dan het stedelijk
zichzelf daaruit verder willen ontwikkelen. Uit verschillende
gemiddelde. Het aandeel minimahuishoudens in de buurt
trends en ontwikkelingen is gebleken dat de verschillende
ligt rond het stedelijk gemiddelde. De belangrijkste bron van
deelgebieden daarbij ieder om een eigen manier van
inkomen voor de minima is vooral een bijstandsuitkering
aanpak vragen met betrekking tot de ontwikkeling van het
(44%) of een andere bron van inkomen (41%). Hieronder
gebied in de toekomst. Het gebiedsprogramma Noord Pijp is
vallen ook mensen die minder dan 12 uur werken; dit
daar een eerste aanzet toe. Het gebiedsprogramma bestaat
kunnen bijvoorbeeld studenten zijn met een bijbaan en
uit gebiedsvisie 2015 en een gebiedsuitvoeringsplan 2008-
studiefinanciering. Van de niet-werkende werkzoekenden
2011 dat onderverdeeld is in verschillende domeinen, ieder
in Oud-Zuid woont 20% in de Oude Pijp. Een groot deel
met zijn eigen prioriteiten (Gebiedsprogramma Noord Pijp
van de werklozen (45%) is dit langer dan drie jaar, 12% is
Gemeente Amsterdam, 2008).
maximaal drie maanden werkloos. De grootste groepen niet-werkende werkzoekenden in de buurt zijn autochtoon
Gebiedsvisie 2015
(48%) en niet-westerse allochtoon (32%). In de buurt is het aandeel autochtonen (60%) wel groter dan het aandeel niet-
In 2015 is de Noord-Pijp een hoogstedelijk gebied, met
westerse allochtonen (19%). Binnen de groep niet-westerse
een goede balans tussen wonen, werken en verblijven.
allochtonen zijn er naar verhouding dus meer niet-werkende
De bevolking is divers, maar de bewoners voelen zich
werkzoekenden (Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente
met elkaar verbonden en respecteren elkaars levensstijl.
Amsterdam, 2008).
Autoverkeer neemt een ondergeschikte plaats in. De buurt is uitstekend ontsloten door het openbaar vervoer en
Economie
parkeren gebeurt voornamelijk in gebouwde garages. Goed onderhouden woonpanden, groenvoorzieningen en een
De vestigingen met werkzame personen in Oud-Zuid
groot gevoel van veiligheid dragen bij aan het woonplezier.
is voor 17% in de Oude Pijp gevestigd en 12% van de
(Gebiedsprogramma Noord Pijp Gemeente Amsterdam,
werkzame personen in het stadsdeel werkt in de Oude Pijp.
2008).
Vooral in de sectoren Onroerend goed en zakelijke diensten (o.a. advocaten en makelaars) en Groothandel en reparatie
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
Amsterdam is dit gemiddeld 32%. Het aandeel werkzame
en handel van consumentenartikelen (o.a. winkels) zijn veel vestigingen en werkzame personen te vinden. Ook in de sectoren Milieu, cultuur en recreatie (o.a. musea) en Horeca zijn redelijk veel vestigingen en werkzame personen te vinden (Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam, 2008). Toekomstvisie Stadsdeel Oud-Zuid bestaat uit verschillende gebieden met ieder een eigen karakter. De ruimtelijke omgeving, bevolking verschillen per deelgebied. De Oude Pijp zal, als deel van de Noord Pijp, ook in de toekomst blijven inspelen op
A | 31
economische bedrijvigheid en samenstelling van de
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
32 || A A 32
A | 33
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
34 || A A 34
A | 35
Typologische analyse van het wonen | WoontypologieĂŤn in Amsterdam
Revolutiebouw, fragment I: Van Nifriks Pijp
II. Analyse
01. Eerste Schaal De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
01.1 Plattegrond De eerste schaal geeft aan hoe de ligging van ‘de Pijp’
De gehele ‘Pijp’ is in snel tempo gebouwd om te voldoen
ten opzichte van Amsterdam is. Op de tekening is met
aan de grote toename in inwoners die de stad had. En mede
een rode stippellijn aangegeven waar ‘de Pijp’ ligt. Om de
doordat de woningwet nog niet bestond, is de kwaliteit van
samenhang met de rest van deze analyse aan te tonen is
de woningen slecht te noemen. Dit uit zich ook in de dichte
tevens het tweede schaalniveau aangegeven met rood.
bebouwing en de weinige openbare ruimte. Slechts in de
De bouw van ‘de Pijp’ is begonnen in de 19e-eeuw. Het is een onderdeel van de eerste grote geplande uitbreiding
noordwestelijke hoek van het gebied zijn betere woningen gebouwd.
van Amsterdam sinds het begin van de industrialisatie. Er
Aan de zuidzijde van ‘de Pijp’ is de bebouwingsstructuur
zijn verschillende plannen gemaakt voor het gebied, die niet
anders dan aan de noordzijde. Dit volgt niet enkel uit het
allen even levensvatbaar waren.
feit dat dit in een andere periode is gebouwd. Ook de
Aan de noordzijde grenst ‘de Pijp’ aan het oude centrum
planmaker was een ander persoon, namelijk H.P. Berlage.
van Amsterdam. Dit deel is duidelijk herkenbaar door de
De bouwblokken zijn nog wel gesloten maar de binnentuinen
ringvormige grachten en de dichte bebouwing. Het oudste
zijn groter. Ook is er een minder eenduidig stratenplan
deel van de stad is minder geordend dan de omliggende
aanwezig wat afwijkt op het grid van ‘de Pijp’.
grachtengordels, maar de algemene ontwikkeling van de
Als duidelijke afwijking in het stratenplan van ‘de Pijp’ is
stad is duidelijk af te lezen aan de grachten. De buitenste
de Gerard Doustraat aan te wijzen. Deze loopt onder een
concentrische gracht was ten tijde van de ontwikkeling van
hoek ten opzichte van de straten van de ‘Noord-Pijp’. De
de plannen voor ‘de Pijp’ nog een vestigingswerk. In de loop
rest van het later gebouwde deel van ‘de Pijp’ volgt dezelfde
van de tijd is deze ontmanteld en is de gracht grotendeels
richting. Deze verandering volgde uit de bestaande
rechtgetrokken.
verkaveling. Het noordelijke deel van ‘de Pijp’ is, tegen veel
Aan de zuidzijde is het Plan Zuid van H.P. Berlage
kosten, anders gestructureerd. Dit volgde uit het plan van
gerealiseerd. Dit plan kenmerkt zich door de grote
van Niftrik. Nadat Kalff het opvolgende plan had gemaakt,
bouwblokken en de structuur in de vorm van assen. Ook zijn
wat de bestaande verkaveling aanhield, werd het plan
er meer openbare plekken dan in oudere delen van de stad.
verder uitgevoerd.
Ten westen van ‘de Pijp’ ligt het vondelpark, met
Een verdere afwijking in het stratenplan is ter plaatse
hieromheen de kenmerkende villa’s en herenhuizen. Net
van de Heinekenbrouwerij. Eerst is er een loopbrug over de
als ‘de Pijp’ stammen deze ook uit de 19e-eeuw, maar het
straat gerealiseerd. In 1930, door de verdere uitbreiding van
is duidelijk zichtbaar dat in dit deel van Amsterdam meer
de brouwerij, werd de straat dichtgezet, omdat het gebouw
welvaart was. Hierdoor is de wijkkwaliteit beter dan ‘de Pijp’.
groter werd dan één bouwblok.
Ten oosten ligt Amsterdam Oost, wat qua opbouw enige
De ligging net buiten het oude centrum van Amsterdam
overeenkomsten heeft met het zuidelijke deel van ‘de Pijp’.
geeft ‘de Pijp’ een voordeel; het centrum is makkelijk
Wel heeft het iets meer openbare groenvoorzieningen.
te bereiken, maar ook is de stad nog relatief makkelijk
Het fragment dat geanalyseerd zal worden is rood
te verlaten door middel van diverse verkeersmiddelen.
aangegeven op de kaart. In het begin werd de buurt,
Binnenin de wijk liggen veel eenrichtingswegen, maar de
buurt YY genoemd, maar al snel veranderde de naam in
tram zorgt wel voor een goede ontsluiting in de wijk.
de volksmond in ‘de Pijp’. Het geanalyseerde deel betreft enkel ‘de Noord-Pijp’, dit is het deel van ‘de Pijp’ welk in
36 || A A 36
de 19e-eeuw gerealiseerd is, naar plan van van Niftrik.
Legenda:
De begrenzing van ‘de Noord-Pijp’ aan de noordzijde is
fragment
gedefinieerd door de singelgracht, aan de zuidzijde door de
bebouwing
Gerard Doustraat, aan de westzijde door de boerenwetering.
water
02. Tweede Schaal Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 38 || A A 38
01.1 Plattegrond
19 | A
02. Eerste Schaal 01.
02.1 Topografie / Situatie De kaders van dit analysegebied worden gevormd
Legenda:
door de Stadhouderskade, de Ruysdaelkade en de Gerard
1.
Carel Willinkplantsoen
Doustraat. Deze omkadering zal men niet zo snel ervaren.
2.
Daniel Stalpertstraat
De Stadhouderskade is namelijk een brede, drukke weg,
3.
Eerste Jacob van Campenstraat
terwijl de Ruysdaelkade en de Gerard Doustraat vrij smal
4.
Eerste van der Helststraat
en tevens eenrichtingswegen zijn, zoals bij bijna alle andere
5.
Ferdinand Bolstraat
wegen het geval is. Visueel bepalen de Boerenwetering en
6.
Frans Halsstraat
de Singelgracht de duidelijke grens aan twee zijden van het
7.
Gerard Doustraat
gebied. De hoekverdraaiing van de ontsluitingswegen in het
8.
Marie Heinekenplein
zuiden van het stadsfragment zorgt ook voor een grens,
9.
Ruysdaelkade
hoewel deze minder sterk wordt ervaren. Ten slotte vormt
10. Saenredamstraat
de Ferdinand Bolstraat nog een belangrijke straat, omdat deze het gebied in tweeën snijdt. Ook ligt het grootste plein
situatie
aan deze straat, het Marie Heinekenplein. Naast het kleine
bebouwing fragment
Gerard Douplein zijn er geen andere benoemenswaardige
bebouwing omgeving
pleinen te vinden. schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 40 || A A 40
02.1 Topografie / Situatie
02. Tweede Schaal
21 | A
02. Tweede Schaal
02.2 Verkavelingsstructuur Alle oude huizen zijn gebouwd op smalle kavels. Je ziet
Legenda:
hier een duidelijk ritme in. Dit ritme wordt verstoord door uitbouwtjes en nieuwbouw. Vooral bij nieuwbouw is het
verkaveling
duidelijk dat er meerdere kavels bijeen zijn genomen om zo
bebouwing omgeving
een ruimere plattegrond te maken. Enkele kavels hebben nog een voorwoning en achterwoning, maar het merendeel is samengevoegd tot één kavel en vormt één woning. In de verkaveling van het mariaplein zie je niets meer terug van de oude verkaveling, je ziet gelijk dat dit nieuwbouw is, omdat het sterk afwijkt. Ook linksboven is een gebouw met een ronde vorm aanwezig, dit is ook nieuwbouw. Kortom, je kunt je al veel opmaken uit de verkavelingstructuur over de leeftijd van het gebouw.
schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 42 || A A 42
02.2 Verkavelingsstructuur
02. Tweede Schaal
24 | A
02. Tweede Schaal
02.2 Ontsluiting Dit fragment kenmerkt zich hoofdzakelijk door zijn
Legenda:
verkeersluwe, smalle eenrichtingswegen. Doordat de
openbaar vervoer
eenrichtingswegen relatief kort zijn en snel van richting
bebouwing fragment
veranderen, ontstaat er een ingewikkeld netwerk van straten
bebouwing omgeving
waarin sluiproutes onmogelijk worden gemaakt. In het midden
bebouwing fragment
bevindt zich een drukkere straat, de Ferdinand Bolstraat. In
bebouwing omgeving
het fragment vormt deze de ader van het openbaar vervoer,
eenrichtingsweg
door de directe verbinding met het Centraal Station. Deze straat wordt dan ook snel ervaren als de as van het gebied en is een goed oriëntatiepunt. Echter, deze valt niet onder het primaire ontsluitingssysteem. Ondanks het feit dat deze straat voor een goede doorstroming van het openbaar vervoer zorgt, is deze voor het autoverkeer een stuk minder gunstig. Ook hier, zoals in vele delen van het gebied, geldt dat het gedeeltelijk eenrichtingsverkeer is. De Ferdinand Bolstraat zorgt ook voor een tweedeling in het fragment. Zo bestaat het rechterdeel voornamelijk uit nieuwe gebouwen en een geheel nieuw winkelcentrum , terwijl in het linkerdeel veel meer monumentale bouw te vinden is en er hier meer gewoond wordt.
schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 44 || A A 44
02.3 Ontsluiting
02. Tweede Schaal
00 | A
02. Tweede Schaal
02.4 Bebouwd onbebouwd Wat als eerste opvalt, zijn de bredere onbebouwde
Legenda:
delen aan de noord en westzijde van het fragment door
onbebouwd
de aanwezigheid van respectievelijk de singelgracht en de
bebouwing fragment
boerenwetering. Nu is goed te zien dat dit fragment een
bebouwing omgeving
hoekpunt, en dus ook een beginpunt van een groter geheel. De structuur die door de bebouwing wordt gevormd bestaat duidelijk uit een raster van gesloten bouwblokken, met
een
aantal
uitzonderingen.
De
voornaamste
uitzondering zit hem in de Heineken brouwerij. Deze vormt een centraal punt in het gebied. De vorm van het Marie Heinekenplein is bepalend geweest voor de vorm van de Heineken brouwerij, terwijl men hier verwacht dat dit andersom zou werken. Andere pleinen in het fragment zijn een gevolg van de hoekverdraaiing naar het volgende fragment in het stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid. Doordat er in de loop van de tijd veel uitbouw van de achterwoningen is geweest, zijn de open binnenruimtes relatief klein geworden en is het gebied dichtbebouwd. Het blok linksboven in de hoek is hier een uitzondering op.
schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 46 || A A 46
02.4 Bebouwd onbebouwd
02. Tweede Schaal
00 | A
02. Tweede Schaal
02.5 Ordenende elementen De Frederik Bolstraat vormt duidelijk een tweedeling in
Legenda:
het gebied. Het is de drukste straat in het fragment en vormt
primaire ordende elementen
een belangrijke verbinding met het centraal station. Wanneer
secudaire ordende elementen
je door het gebied loopt kun je vaak het verkeer op de straat
bebouwing fragment
al van een afstandje zien. Het vormt dus een duidelijk
bebouwing omgeving
ordenend element. Het Marie Heinekenplein versterkt het effect van de Frederik Bolstraat vanwege de extra drukte die het plein met zich meebrengt. Het plein op zichzelf is ook sterk aanwezig door de schaal en de uitzonderlijkheid ten opzichte van de direct omgeving met de hoge bebouwing. De smallere (eenrichtings-)straatjes in het linkerdeel van het fragment zijn in een raster geordend. Dit werkt oriënterend, maar kan ook het effect van desoriëntatie hebben omdat de straatjes allemaal erg op elkaar lijken. De weg langs, en de Singelgracht zelf zijn twee sterk aanwezige lijnen die het gebied begrenzen, net als de Boerenwetering. De grenzen van het gebied hebben daarom ook een ordenende functie.
schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 48 || A A 48
02.5 Ordenende elementen
02. Tweede Schaal
00 | A
02. Tweede Schaal
02.7 Elementen van gestalte Het fragment is overwegend gebouwd in de stijl
Legenda:
Revolutiebouw. Er zijn enkele uitzonderingen te vinden
primaire elementen van gestalte
tussen bouwblokken, zoals het bouwblok met de oude
secudaire ordende elementen
Heineken fabriek en het flatgebouw, dat erachter gelegen is.
bebouwing fragment
Deze zijn beide in een sterk afwijkende bouwstijl gebouwd.
bebouwing omgeving
De bouwblokken in het fragment verschelen onderling wel sterk van vorm.
Maar door verschillende accenten
op bebouwing, zoals katrollen en hoge ramen, wordt er wel een bepaalde mate van eenheid gecreëerd tussen de verschillende bouwblokken. Opvallend is de manier waarop er in verschillende bouwblokken omgegaan is met nieuwbouw en de huidige bebouwing. Nieuwbouw is vaak tussen de huidige bebouwing geplaatst zonder enige overgang te creëren tussen beide. Opvallend detail hierbij is wel dat veel nieuwbouw over een katrol, al dan niet werkend of als versiering beschikt.
schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 50 || A A 50
02.7 Elementen van gestalte
02. Tweede Schaal
00 | A
02. Tweede Schaal
02.8 Regel en uitzondering Er is een duidelijk raster te zien op het gebied. Dit raster
Legenda:
is ontstaan door de historische ontwikkeling van de Pijp,
regel
naar de indeling van de oorspronkelijke agrarische velden.
uitzondering
Orthogonale lijnen bepalen het bouwblok. Het gebied grenst
kavels
echter aan de Singelgracht, die een vloeiende vorm heeft.
bebouwing omgeving
Hierdoor is het fragment aan de noordkant afgeweken van deze orthogonale indeling. De Singelgracht vormt samen met de Boerenwetering ook een sterke begrenzing van het gebied. Het raster wordt ook duidelijk onderbroken door het bouwblok met de Heineken brouwerij en het Marie Heinekenplein. Het plein is op zichzelf al een uitzondering, omdat dit een grote open plek is in plaats van de dichte en hoge bebouwing van de andere bouwblokken. Het Gerard Douplein vormt ook een uitzondering op deze manier. Dit plein ligt precies op het raster en doorbreekt dit dus enigszins. De grootste regel is te vinden in de vorm van de bouwblokken; linksonder zijn de bouwblokken even groot en rechthoekig. Aan de rechterkant van het gebied is een ander soort regel te vinden; op hetzelfde raster, maar bouwblokken in de vorm van stroken. Dit benadrukt de rechtlijnigheid van het fragment. Het valt hierdoor direct op dat 3 bouwblokken erg afwijken van deze standaardvormen en dus een uitzondering vormen in het gebied.
schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 52 || A A 52
02.8 Regel en uitzondering
02. Tweede Schaal
00 | A
02. Tweede Schaal
02.9 Openbaar, collectief, publiek, privé ruimte Het hele fragment bestaat uit gesloten bouwblokken.
Legenda:
De bouwblokken bestaan overwegend uit woningbouw,
openbare ruimte
met hier en daar een ‘klein’ appartementencomplex tussen
collectieve ruimte
de woningen. Vrijwel iedere woning heeft zijn eigen stukje
privé ruimte
privé tuin aan de achterzijde van de woning. Er zijn geen
bebouwing fragment
voortuinen gelegen in het fragment.
bebouwing omgeving
De collectieve ruimtes in het fragment worden bepaald
kavels
door het speelplein, gelegen aan de Gerard Doustraat, en het Gerard Douplein. Op het Gerard Douplein zijn veel collectieve voorzieningen gelegen. Ook het Marie Heinenkenplein maakt deel uit van het Collectieve gedeelte van het fragment. Hier zijn naast een groot Appartementencomplex ook een aantal collectieve voorzieningen gelegen. Daarbuiten is er aan de rand van het fragment het Carel Willinkplantsoen, dat als een collectieve ruimte geldt. Opvallend is dat vooral in de privé ruimtes groen terugkomt in tegenstelling tot de openbare ruimtes, waar weinig openbaar groen te vinden is. Daarentegen is op het Marie Heinekenplein wél enig groen te vinden evenals in het Carel Willinkplantsoen. In het fragment zijn ook enkele bedrijven als Heineken te vinden, die ieder vaak hun eigen bedrijventerrein hebben.
schaal 1:2000
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 54 || A A 54
02.9 Openbaar, collectief, publiek, privé ruimte
02. Tweede Schaal
00 | A
02. Tweede Schaal
02.10 Programma De kaart is gebaseerd op de functies op de begane
Legenda:
grond. In één oogopslag zie je dat rond de Ferdinand
wonen
Bolstraat alleen maar commercie zit. De wijk is van vroeger
commercie
uit een arbeiderswijk, waar op de begane grond plek was
voorzieningen
voor winkeltjes en daarboven, op iedere verdieping, twee
werken
woningen zaten. Eén voor- en één achterwoning. Helaas
bebouwing omgeving
is bij veel nieuwbouw de winkelfunctie vervangen door
kavels
bergingen, wat er toe leidde dat het straat beeld verloederde. Op dit moment proberen ze dat weer op te pakken. Ook in de rest van de wijk is zeer veel commercie te vinden. De gezellige uitstraling van de horecagelegenheden en winkeltjes bepalen het gevarieerde straatbeeld.
schaal 1:2000
02. Tweede Schaal 02.11 Sociale structuur In 1850 liggen de stadswallen van Amsterdam bij de
Legenda:
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Singelgracht. Het gebied van de Pijp behoort hier nog tot het
eerste klasse
polderlandschap wat zich kenmerkt door vele rechte (pijp)
tweede klasse
sloten. Na 1850 neemt de Amsterdamse bevolking snel
derde klasse
toe, hierdoor ontstaat er een enorme vraag naar woningen.
bebouwing omgeving
De arbeiderswoningen die destijds in de Pijp gebouwt zijn
kavels
lagen allemaal sterk onder de gewenste leefbaarheidsnorm en bestonden veelal uit voor- en achterwoningen verdeelt over 4 á 5 woonlagen. In 1920 heeft de Pijp 43.309 inwoners, dit inwoners aantal zal eind 19e eeuw veel hoger gelegen hebben. Toentertijd was er immers nog geen woningwet. Deze heeft pas zijn intrede gedaan in 1901. Het doel van de woningwet was: bewoning van slechte woning onmogelijk maken en de bouw van goede woningen bevorderen. In 1970 is het inwoners aantal ten opzichte van 1920 bijna gehalveerd naar 21.845. Deze vermindering is een gevolg van de herstructurering die plaats vond. Hierbij te denken aan samenvoegen van woningen, sloop en nieuwbouw. In 2005 heeft de Pijp een inwoners aantal van 33.665, hiervan in de 13.840 Oude Pijp (bovengenoemt als de Pijp), de Diamantbuurt heeft 8.063 inwoners en 11.419 inwoners bezetten de rest van de Pijp. Hieruit is op te maken dat de sociale structuur van de Pijp sterk is veranderd. Tegenwoordig vallen er veel woningen in de Oude Pijp onder Rijks-, Gemeentelijke monumenten en beschermend stadszicht. Een goed gerestaureerde woning / appartement valt al snel in de hogere prijsklasse. De oude Pijp die begonnen is als overvolle arbeiderswijk is gegroeid naar een wijk met aanzien.
56 || A A 56
00 | A
02.10 Programma
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
02. Tweede Schaal
schaal 1:2000
02. Elementen van Cohesie Aan de hand van de voorgaande analyses is de samenhang in dit fragment als volgt te beschrijven. Ten
Legenda: 1. Regel en Uitzondering
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
eerste ligt er een sterk raster in het gebied dat de gesloten
regel
bouwblokken vormt. De oriëntatie van deze bouwblokken
uitzondering
wijken af van het Zuidelijke deel van de pijp. Dit maakt
kavels
de Noordelijke Pijp uniek aangezien dit het enige deel is
bebouwing omgeving
waar de oriëntatie haaks op de Boerenwetering staat. De samenhang van de Oude Pijp, gekenmerkt door het
2. Topografie en situatie
afwijkende raster, is goed te zien op de kaart ‘regel en
1.
Carel Willinkplantsoen
uitzondering’.
2.
Daniel Stalpertstraat
Door de kaart ‘topografie’ en de ‘ontsluiting’ naast elkaar
3.
Eerste Jacob van Campenstraat
te leggen wordt het gelijk duidelijk dat eenrichtingswegen
4.
Eerste van der Helststraat
niet alleen nodig zijn om sluipers te verweren, maar ook
5.
Ferdinand Bolstraat
omdat de straten niet breder zijn aangezien er aan beide
6.
Frans Halsstraat
zijde parkeerplaatsen liggen.
7.
Gerard Doustraat
De kavels zijn allen zeer smal, dat is te zien in de
8.
Marie Heinekenplein
verkavelingstructuur. Maar tegelijk is ieder kavel anders,
9.
Ruysdaelkade
zowel van indeling als van grootte. In het kaartje ‘programma’
10. Saenredamstraat
zie je dan weer duidelijk dat het logisch is dat ieder kavel
situatie
anders is, omdat er zoveel variatie zit in het gebruik van de
bebouwing fragment
begane grond. Dit wordt nog duidelijker in de derde schaal.
bebouwing omgeving 3. Ontsluiting openbaar vervoer bebouwing fragment bebouwing omgeving bebouwing fragment bebouwing omgeving eenrichtingsweg 4. Verkavelingstructuur verkaveling bebouwing omgeving 5. Programma wonen commercie voorzieningen werken
58 || A A 58
00 | A
02.11 Sociale structuur
02. Tweede Schaal Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
02. Tweede Schaal
bebouwing omgeving kavels
1.
2.
4.
5.
3.
02. Tweede Schaal 02.12 Transformatie Met het essay als achtergrond informatie wordt de transformatie van het fragment aan de hand van beschikbare
1899 t/m 1916- De Pijp breidt zich verder uit, maar aan het fragment veranderd weinig meer.
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
afbeeldingen in beeld gebracht. Hierbij worden 7 momenten op de tijdlijn onderscheiden.
1996- Twee blokken, waarin zich ondermeer de Heineken Brouwerij bevond, zijn gesloopt. Hiervoor in de
1850- Al vanaf de zestiende eeuw bepalen herbergen, landhuizen, tuinhuisjes, molens en fabrieken het beeld in
plaats zijn er appartementen gebouwd en is het Marie Heinekenplein aangelegd.
het gebied. Het telde een drietal bebouwingsconcentraties. Eén van die concentraties bevindt zich in het fragment, aangegeven met een rode stippellijn. In de noordwestelijke punt waren vooral buitenverblijven in het bezit van de hogere klassen te vinden. De agrarische verkaveling is hier nog goed zichtbaar. 1875- Inmiddels is een klein deel van het plan van Van Niftrik aangenomen en goedgekeurd. Dit deel vormt uiteindelijk de grenzen van het fragment. De binnendijksche Buitenveldersche Polder ontwikkelde zich nu langzaam tot een nieuwe woonwijk. Herbergen, buitenverblijven en oude polderhuisjes zijn verdwenen. Opvallend is dat in de voorgestelde blokverkaveling is afgeweken van de aanwezige agrarische verkaveling. 1877- Om goedkoper te kunnen bouwen zijn de Quellijnstraat en de Saenredamstraat aangelegd. Dit had tot gevolg dat de straten in het fragment een stuk smaller werden, namelijk 15 meter breed. Voor de aanleg van deze straten moesten een aantal al gebouwde woningen worden gesloopt. 1882- De Quellijnstraat wordt verder doorgetrokken en het laatste deel van het fragment wordt gebouwd. Inmiddels wordt er ook al onder het fragment woningen gerealiseerd.
Legenda: fragement stratenpatroon
1893-
De
zaagmolensloot
(de
huidige
Albert
Cuypstraat) is lange tijd gespaard gebleven omdat het als industriegebied nog goed functioneerde. Maar uiteindelijk is deze toch gedempt. In tegenstelling tot het plan van Van Niftrik worden uiteindelijk de hoofdlijnen van de aanwezige
60 || A A 60
00 | A
02.6 Elementen van cohesie
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
02. Tweede Schaal
agrarische verkaveling aangehouden als stratenpatroon. In het fragment veranderd er niets meer.
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 62 || A A 62
02.12 Transformatie
03. Derde Schaal
00 | A
02. Tweede Schaal
03.1 Ontsluiting De ontsluiting is in grote lijnen georganiseerd op 2
Legenda:
verschillende manieren, gebaseerd op hetzelfde principe.
collectieve ontsluiting
De eerste manier bezit één deur aan de straatkant,
individuele ontsluiting
die zowel naar de begane grond als de bovenliggende
collectieve overgangsruimte
verdiepingen leidt. Dan bestaat er ook nog een andere organisatie die bestaat uit 2 naast elkaar gelegen deuren waarvan er één naar de begane grond leidt en de andere naar de bovenliggende verdiepingen. Veelal moet men dus 2 deuren door om uiteindelijk in de privéwoning te komen. In een aantal gevallen zien we bij de entree een portiek met een trap (Quellijnstraat en Ruysdaelkade). Hier wordt het collectief binnenkomen van het pand benadrukt en wordt eveneens voor enig reliëf in het strakke gevelbeeld gezorgd.
schaal 1:500
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 64 || A A 64
03.1 Ontsluiting
03. Derde Schaal
00 | A
03. Derde Schaal
03.2.1 Bebouwd Onbebouwd In de volgende fase van de analyse hebben we voor
Legenda:
een blok gekozen dat deel uitmaakt van een regel op 2e
onbebouwd
schaal. Het blok is dus typerend voor een deel van het
bebouwing fragment
stadsfragment. Het betreft hier het blok dat grenst aan de
bebouwing omgeving
Ruysdaelkade, de Quellijnstraat, de Frans Halsstraat en de 1e Jacob van Campenstraat. Het blok heeft een gesloten rechthoekige vorm, waar het reliëf zich juist aan de binnenzijde van het blok bevindt door verschillende transformaties. Het gevelbeeld is hierdoor aan de straatkant goed behouden en gaat een sterke relatie aan met de omliggende bouwblokken.
schaal 1:500
03.2.1 Bebouwd Onbebouwd
03. Derde Schaal 03.2.2 Bebouwd Onbebouwd In het algemeen is de gelijkenis van panden naast elkaar in het gevelbeeld terug te zien in de hoogte van de panden.
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Derde Schaal
Een aantal panden kunnen in het gevelbeeld één element op zich vormen. Dit principe is ook te zien in de hoogte van dit element. De hoogte van het element verschilt van de andere elementen (bestaande uit weer een aantal panden) waardoor ze met elkaar concurreren ondanks het strakke gevelbeeld en de ritmiek van de ramen.
66 || A A 66
03.2.2 Bebouwd Onbebouwd
03. Derde Schaal 03.3 Ordende Elementen Een terugkerend element over het gehele blok is de
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Derde Schaal
Legenda:
sterke repetitie van ramen van hetzelfde formaat. Deze zijn
primaire ordende elementen
gelijk verdeeld over de gevel per pand, vaak op dezelfde
secudaire ordende elementen
wijze als het naastgelegen pand. Deze opeenvolging van
A. Franshalsstraat
ramen vormt de secundaire ordening van het gevelbeeld. De
B. Eerste Jacob van Campenstraat
primaire ordening is te zien in de repetitie van gelijksoortige
C. Ruysdaelkade
panden. Twee, drie of vier panden achter elkaar vormen
D. Quelijnstraat
samen een groot aandeel van het gevelbeeld en vormen een groot element op zich. Alle ordening in de gevels in de vorm van de repeterende ramen gaat een relatie aan met de niet-geordende plint. Er is duidelijk een tweedeling te zien tussen de ordenende elementen van de gevel en de wat chaotische plint. Dit zorgt in verticale zin ook voor een bepaalde ordening. De flexibele plint die gemakkelijk transformaties aan kan gaan en op deze manier vele gedaanten aan kan nemen vormt een contrast met de geordende bovenverdiepingen.
schaal 1:500
68 || A A 68
A.
B.
C.
D.
03. Derde Schaal
03.4.Elementen van gestalte Het betreft een gesloten en monotoon bouwblok,
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03.3.2 Ordende Elementen
03. Derde Schaal
Legenda:
waardoor je kan zeggen dat elke gevel een gestalte op
primaire elementen van gestalte
zich is. Men ervaart het blok daadwerkelijk als een blok
secudaire elementen van gestalte
of een vlak, bijna zonder reliëf in het gevelbeeld. Een
A. Franshalsstraat
enkele uitsparing of uitstekend element in de vorm van
B. Eerste Jacob van Campenstraat
een portiek of een balkon komt maar een enkele keer voor
C. Ruysdaelkade
(Ruysdaelkade) en zijn hier tot secundaire elementen van
D. Quelijnstraat
gestalte benoemd. schaal 1:500
70 || A A 70
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen 72 || A A 72
03.4 Elementen van gestalte
03. Derde Schaal
00 | A
03. Derde Schaal
03.5.1 Regel en Uitzondering Op de plattegrond is te zien dat er 2 soorten
Legenda:
uitzonderingen te onderscheiden zijn. Ten eerste de
regel
uitzondering verbonden aan de morfologie van het blok, ten
uitzondering
tweede de uitzondering in de aparte plattegronden van het
symmetrie as
pand. Binnen
het
blok
hebben
grote
transformaties
plaatsgevonden. Waar het blok aan de buitenkant een duidelijke strakke vorm heeft, is deze aan de binnenkant verstoord door verschillende uitbreidingen. Een aantal plattegronden wijken zeer veel af van de meer algemene plattegronden die je in de rest van het blok ziet. Dit zijn de 1e Jacob van Campenstraat 4, welke in vorm, kavel en ruimte-indeling veel verschilt van de rest, Quellijnstraat 3, welke een kleiner kavel heeft en de reeks van de Ruysdaelkade doorbreekt, en de Frans Halsstraat 28, welke een grote uitbouw heeft aan de straatzijde. De regel van de eerste orde wordt gevormd door repetitie van dezelfde plattegronden en door spiegeling van plattegronden. De regel van de tweede orde wordt gevormd door een aaneenschakeling van uitzonderlijke plattegronden. De uitzondering maakt hier de regel.
schaal 1:500
03.5.1 Regel en Uitzondering
03. Derde Schaal 03.5.2 Regel en Uitzondering Op de gevels kan men opmerken dat de ordenende
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Derde Schaal
Legenda:
ramen de regel vormen. Balkonnetjes en het ontbreken van
regel
de ramen vormen de uitzonderingen hierop. De repetitie
uitzondering
en daarbij de regel van de ramen zet zich oorspronkelijk
schaal 1:500
ook voort in de plint op de begane grond. Vanwege de flexibiliteit van deze plint is naarmate de tijd vorderde veel getransformeerd en is bijna bij elk pand de indeling van de gevel (in de plint) veranderd. Deze transformaties vormen op de begane grond op deze andere manier een uitzondering op de repetitie van de ramen. Een goed voorbeeld hiervan is de Quellijnstraat.
74 || A A 74
03.5.2 Regel en Uitzondering
03. Derde Schaal 03.6 Toegankelijkheid en eigendom Wat
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Derde Schaal
direct
opvalt
is
dat
er
geen
publieke
of
Legenda:
gemeenschappelijke ruimte is in het blok en dat het een
privé ruimte
zeer gesloten blok is. De winkels en werkruimten vormen
publiekelijke ruimte
de collectieve toegangen maar de hoofdfunctie van het blok
schaal 1:500
is wonen waardoor ruim het grootste deel van het blok privé eigendom is en dus ook privaat toegankelijk is.
76 || A A 76
03.6 Toegankelijkheid en eigendom
03. Derde Schaal 03.7 Programma Het stadsfragment kenmerkt zich door een grote variëteit
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Derde Schaal
Legenda:
aan functies. Zo ook in dit blok. Wat opvalt is dat een aantal
recreatie: horeca
winkels zich op de begane grond gevestigd hebben in de
voorzieningen
oude woonstructuur van een pand. Hieruit blijkt dat de
commercie: detailhandel
indeling van de begane grond over het algemeen makkelijk
werken
aan te passen is aan verschillende functies. Dit kan ook de
wonen
grote verscheidenheid aan functies verklaren. De hoeken van het blok zijn door de gunstige locatie (zichtbaar vanuit 2 straten) goed benut door horecagelegenheden of winkels. Dit gebeurt bij de andere blokken ook. Tegenwoordig streeft men in dit gebied naar een goede balans tussen wonen en werken, zodat de sfeer van het gebied behouden blijft.
schaal 1:500
78 || A A 78
03.7 Programma
03. Derde Schaal 03.9 Transformatie De basis van dit blok stond er eigenlijk al vrij vroeg.
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Derde Schaal
Legenda:
Zoals in de tweede schaal te zien is was het meerendeel
panden uitgewerkt in vierde schaal transformatie
van de oude pijp rond 1882 al opgericht. Sindsdien hebben
panden in de loop der jaren getransformeerd
culturele, economische, politieke en sociale ontwikkelingen eraan meegewerkt dat de plattegronden van dit blok
schaal 1:500
allemaal wel hun eigen specifieke transformaties hebben ondergaan. Onder andere de woningwet in 1901 speelt daarbij een belangrijke rol. De revolutiebouw zorgde voor goedkope huurwoningen. Dit waren voornamelijk bouwtechnisch slechte, kleine, smalle en diepe huizen, verdeeld in voor- en achterwoningen. De woning is dan ook een soort pension waar de arbeider hooguit slaapt. Het was in die tijd geen verblijfplaats. In de loop van de tijd is men daar natuurlijk heel anders over gaan denken. Met de invoering van de woningwet moest de kwaliteit van de woningbouw omhoog. De voor- en achterwoning verdwijnen. Langzaam komen er ook winkels en opslagplaatsen in de woningen terecht. Delen van tuinen worden bebouwd om als opslagplaats te dienen en aan de Franshalstraat is er zelfs aan de voorkant bijgebouwd. De plattegronden veranderen vrijwel allemaal volledig. Een aantal specifieke veranderingen worden verder toegelicht in de vierde schaal. 03.10 Elementen van Cohesie De samenhang op blokniveau is te vinden in de geslotenheid van het blok en de sterke repetitie en samenhang onderling in de gevels. Elke gevel heeft een gesloten gevelbeeld en op elke kaart valt te zien dat de strakke rooilijn het beeld bepaalt. Op de kaarten ‘regel en uitzondering’ en ‘ordenende elementen’ zijn de meeste overeenkomsten te zien. Dit is te verklaren omdat de regel in het gevelbeeld, de repetitie van ramen van dezelfde grootte, ook het ordenende element vormt in het gevelbeeld. Opmerkelijk is dat hoe flexibel de plattegronden in de plint op de begane grond ook zijn, het blok kenmerkt zich ook door de geslotenheid. Dit is goed te zien op de kaart ‘ontsluiting’ en op de kaart ‘toegankelijkheid en eigendom’ is een beperking van deze flexibiliteit in de plint te zien
80 || A A 80
aangezien er geen collectieve of publieke functies zijn gevestigd in het blok.
03.8 Transforrmatie
03. Derde Schaal 03.10 Straatprofiel Het straatprofiel is genomen door een uitzonderlijk pand in het blok (Jacob van Campenstraat 4) en door een
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Derde Schaal
typisch pand van het blok (Quellijnstraat 19). Te zien is dat de bouwhoogte van het blok vrijwel overal gelijk is (behalve de uitzondering Jacob van Campenstraat 4) en dat deze een relatie aangaat met de omliggende blokken die van dezelfde hoogte zijn. Deze relatie is naar buiten toe gericht, naar de naastliggende blokken. De geslotenheid van het blok versterkt deze relatie. Door de historische transformatie van het blok met het inpassen van extra straten met als doel goedkoop wonen te realiseren, ontstond de verhouding 1:1 in het straatprofiel. De bebouwing was en is nog steeds dus relatief hoog in vergelijking met de breedte van de straat. Dit principe versterkt de geslotenheid van het blok en het strakke gevelbeeld.
03.11 Bebouwingsdichtheid FSI: 1,48 GSI: 0,51 De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat de Oude Pijp een dichtbebouwd gebied is.
82 || A A 82
Doorsnede AA’
A
A’
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
zullen op verschillende kaarten geanalyseerd worden. Er is
douches, wat voor die tijd uitzonderlijk is. Op de begane
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
gekozen voor twee bijzondere woningen en twee woningen
grond zat de grote vergaderzaal. Vervolgens werd het in
die nog steeds het smalle kavel van vroeger hebben en een
1954 een flessenopslag en werd het kavel uitgebreid naar
simpele plattegrond.
achteren. De gevel is zeer opvallend omdat het maar 1
84 || A A 84
03.10 Straatprofiel
04. Vierde Schaal
00 | A
03. Derde Schaal
Afb. 12 Jacob van Campenstraat 4, Shambala Centrum 2009
04.1 Inleiding Voor de vierde schaal zijn vier panden uitgekozen. Deze
luxe pand uit 1930. Waar zelfs al baden in zaten en
woonlaag is en een groot puntdak heeft. En als laatste is Twee generieke panden Hier is Eerste Jacob van Campenstraat 6 uitgewerkt
het dan verbouwd tot het Shambala centrum. Hier zitten vergaderzalen en mediatieruimtes in. Het kavel veranderd
en Quelijnstraat 19. Beide woningen hebben op iedere
niet heel veel ten op zichte van de flessenopslag en blijft
verdieping een wooneenheid zitten. De sanitaire ruimtes
zo diep.
zijn klein, net als vroeger.
De andere woning ligt aan de Quelijnstraat 23. Dit is een kavel dat vroeger nog uit twee kavels bestond. In 2003
Twee bijzondere panden Aan de Eerste Jacob van Campenstraat 4 is het
zijn Quelijnstraat 21 tot 33 gerenoveerd tot appartementen. Van 6 kavels zijn ze naar 3 kavels gegaan. Op de begane
Shambala centrum gelegen. Dit kavel heeft een hele
grond is een bedrijfsruimte en de bergingen. De rest van
geschiedenis achter zich. Het begon met een kolossaal
de verdiepingen bestaan uit appartementen.
04. 1 Inleiding
04. Vierde Schaal 04.2 Ontsluiting Jacob van Campenstraat 4
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Op de Jacob van Campenstraat 4 is een meditatiecentrum gevestigd. Alle ruimten hebben een collectieve functie of ondersteunen deze collectieve functies. Duidelijk is te zien dat de verkeersruimten aan één zijde gesitueerd zijn. Dit zorgt voor een goede oriëntatie. De faciliterende functies op de begane grond (keuken, toilet) zijn te bereiken via een ‘extra’ gang die tegelijkertijd 2 grote ruimten scheidt.
Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief
86 || A A 86
schaal 1:200
04. 2 Ontsluiting
04. Vierde Schaal 04.2 Ontsluiting Quellijnstraat 21-23
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
De woningen op de Quellijnstraat 21 en 23 (alsmede 25-33) hebben een bijzondere ontsluiting. Telkens zijn 2 woningen aan elkaar gekoppeld mede een centrale verticale ontsluiting. Dit is zeer goed te zien op de plattegronden, de centrale verkeersruimten liggen precies op de scheidingslijn van de 2 woningen. Wat ook opvalt is dat na de individuele ontsluiting naar de woningen, er een relatief grote individuele overgangsruimte is. De kern van de 2 panden samen bestaat dus vrijwel alleen uit verkeersruimte, waar omheen de verblijfsruimten zich bevinden. De begane grond vormt een uitzondering op deze indeling en symmetrie. Hier is maar één woning met aan de voorzijde een bedrijfsruimte en bergingen voor bovengelegen woningen. Een collectieve ontsluiting aan de straatkant leidt tot het centrale verticale transport.
Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief
88 || A A 88
schaal 1:200
04. 2 Sluiting
04. Vierde Schaal 04.2 Ontsluiting Jacob van Campenstraat 6
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Net als bij de Jacob van Campenstraat 4 bevinden de verkeersruimten zich aan één zijde van het pand. De voordeur (collectief) leidt direct naar de eerste verdieping. Op elke verdieping bevindt zich een kleine hal rondom het verticale transport (trappen). Vanuit deze hal vindt telkens de individuele ontsluiting naar de woningen plaats. Opvallend is hierbij dat er meerdere toegangen tot de woning zijn, vanuit de collectieve hal. Zo leidt bijvoorbeeld ook een deur direct naar de slaapkamer van een woning. Waarschijnlijk zal in praktijk deze deur niet gebruikt worden. Op de tweede verdieping is er nog een kleine individuele overgangsruimte (halletje) te zien achter de voordeur van de woning. Bij de overige woningen is dit kleine halletje opengebroken en is er geen sprake meer van een individuele overgangsruimte.
Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief
90 || A A 90
schaal 1:200
04. Vierde Schaal
04.2 Ontsluiting Quellijnstraat 19
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04.2 Ontsluiting
04. Vierde Schaal
Hier is hetzelfde principe te zien als bij de Jacob van Campenstraat 6; een aan één zijde gelegen collectieve ontsluiting aan de straatkant leidt direct tot een dieper gelegen verticaal transport, verbonden met collectieve hallen alwaar de individuele ontsluiting plaatsvindt. Het verschil is te zien op de begane grond, waar ook een individuele ontsluiting aan de straatkant is. Dit is te verklaren vanuit het functiegebruik, een collectief bedrijf tegenover een privé woning. Toch vindt bij de woning op de begane grond de ontsluiting naar de verblijfsruimten dieper in het gebouw plaats. Via een individuele overgansruimte zijn vanuit de centrale hal zijn de verblijfsruimten beter te bereiken en op deze manier ontstaat aan de voorzijde een grote ruimte. Deze grote ruimte legt sterk de link met de kenmerkende flexibiliteit van het gebied.
Legenda: harde drempel individueel zachte overgangszone individueel harde drempel collectief zachte overgangszone collectief
92 || A A 92
schaal 1:200
04. 2 Ontsluiting
04. Vierde Schaal 04.3 Indeling Jacob van Campenstraat 4
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Op de begane grond en 1e verdieping van dit perceel zijn grote ruimten beschikbaar. Deze ruimten zijn tegenwoordig ingevuld als vergaderruimten en meditatieruimten. Deze ruimten liggen op de middenas van het perceel. Aan één zijde van deze centrale as bevinden zich de verkeersruimten (entree, gangen en trap) en aan de andere zijden de ondersteunende/faciliterende functies als keuken en toilet. Interessant is om te zien hoe de 2 grootste ruimten op de begane grond zijn gescheiden door een gang (om naar de faciliterende ruimten te gaan) die met harmonicadeuren als het ware ‘ongedaan’ gemaakt kan worden waardoor er juist één grote ruimte ontstaat.
Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte begane grond verdieping
94 || A A 94
schaal 1:200
10 5 10 2
10 5 6
5 5 8 7
5
10
04. 3 Indeling
04. Vierde Schaal 04.3 Indeling Quellijnstraat 21-23
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
De pragmatische indeling van deze aaneengeschakelde panden is op zijn simpelst als volgt. Een woning met bedrijfsruimte en bergingsruimten op de begane grond, en op de rest van de verdiepingen telkens 2 woningen. Hierbij loopt (op de verdiepingen) een symmetrie-as precies over de grens van de twee percelen, dwars door de centrale verticale transportruimte. Deze centrale ontsluiting zorgt voor plattegronden rondom de individuele overgangsruimte. Er is hierbij sprake van een grote woonkamer aan de voorzijde, met slaapkamers juist aan de achterzijde. De natte cellen die minder licht nodig hebben zijn in het midden van de plattegrond geplaatst.
Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte begane grond verdieping 1,2 en 3 zolder
96 || A A 96
schaal 1:200
8
3
3
3
3
4
4 5
5
5
7
7 2
2
1
1
2 3
3
1 4 7
5
7
7
5 7
7
7
7
7
9 3
3
3
3
7 4
4 5
5
7
5 2
1
7 2
1
04. Vierde Schaal
04.3 Indeling Jacob van Campenstraat 6
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. 3 Indeling
04. Vierde Schaal
Op de begane grond bevindt zich een bedrijfsruimte die daadwerkelijk de gehele begane grond in beslag neemt. De collectieve entree voor de bovenliggende woningen leidt rechtstreeks naar de eerste verdieping alwaar de eerste woning zich bevindt. Het opvallende aan deze plattegronden is de sequentie. De voordeur leidt je direct richting keuken, achteraan de woning. Haaks op deze richting kan men de woonkamer betreden, juist aan de achterkant van de woning gelegen, in tegenstelling tot de meeste plattegronden van dit blok. Aan de voorzijde bevinden zich een slaapruimte en een badkamer (welke bereikt moet worden via de slaapruimte). De overeenkomst met de overige plattegronden is dat de ruimten zich rondom de centrale verticale transportruimten bevinden.
Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte begane grond eerste verdieping tweede verdieping derde verdieping zolder
98 || A A 98
schaal 1:300
3
3
3
3
5 5 6 9
5 1
4
1
4
2 2
2
9
3
7
3 7 5
1
5 4
2
7 7
7
04. Vierde Schaal
04.3 Indeling Quellijnstraat 19
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. 3 Indeling
04. Vierde Schaal
Deze plattegrond is qua indeling een van de meest typerende plattegronden van het blok en misschien wel het gebied. De begane grond is ontsloten aan de straatkant via 2 deuren; één deur leidt tot de woning op de begane grond met de kenmerkende grote ruimte aan de voorzijde van het pand (flexibiliteit) en beschikt over een centrale verkeersruimte. De andere deur leidt direct tot de bovengelegen woningen, die ontsloten zijn via hallen die verbonden zijn met het centrale verticale transport in de vorm van trappen. Ook deze plattegronden beschikken over een grote ruimte aan de voorzijde, natte cellen en dus de centrale verkeersruimte in het midden, en slaapkamers aan de achterzijde.
Legenda: 1. woonkamer 2. keuken 3. slaapkamer 4. badkamer 5. hal 6. toilet 7. berging 8. vergaderzaal 9. bedrijfsruimte
begane grond verdieping 1,2 en 3 zolder
100 || A A 100
schaal 1:500
3
3
6
5 4
5 7 1 2
2 3 6 4
5
5 1
3
3
6 4 5
5 2
7
1
04. 3 Indeling
04. Vierde Schaal 04.4 Gebruik Legenda:
Inleiding Het ruimtegebruik wordt in beeld gebracht doormiddel
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
van een matrix, waar in de kolommen het ruimtegebruik
begane grond verdieping
wordt weergeven en in de regels de verschillende verdiepingen. Om de verschillen tussen de woningen wat
schaal 1:500
betreft ruimtegebruik te verduidelijken, heeft iedere woning in de matrix zijn eigen kleur gekregen.
Ontvangen
Werken
102 || A A 102
Slapen
Eten/koken
Verzorgen
Stallen
Verplaatsen
Hybride
04. 4 Gebruik
04. Vierde Schaal 04.4 Gebruik
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Quelijnstraat 21-23
Begane grond
Eerste verdieping
Tweede verdieping
Derde verdieping
104 || A A 104 Zolder
Ontvangen
Werken
Slapen
Eten/koken
Verzorgen
Stallen
Verplaatsen
Hybride
04.4 Gebruik
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen Legenda: begane grond eerste verdieping tweede verdieping derde verdieping zolder
106 || A A 106
00 | A
04.4 Gebruik
04. Vierde Schaal Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Vierde 04. Derde Schaal Schaal
schaal 1:400
Ontvangen
Werken
Slapen
Eten/koken
Verzorgen
Stallen
Verplaatsen
Hybride
04.4 Gebruik
04. Vierde Schaal 04.4 Gebruik Conclusie
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
bestaande bebouwing, zoals in de woningen op de Jacob
De plaatsing van horizontale en verticale verplaatsing
van Campenstraat 6. Hierin is wel een duidelijke scheiding
varieert nogal. Op de woningen aan de Jacob van
aanwezig van woonkamer, eetkamer en keuken. Wanneer
Campenstraat liggen deze aan de buitenzijde van de woning.
de keuken een afgescheiden ruimte is, blijkt deze vooral
Bij de Quellijnstraat 19 vindt er al een kleine verandering
aan de zuidzijde van de bebouwing te zitten. Het meest
plaats. Hier zie je dat de ruimtes voor verplaatsing zich
opvallende aan de slaapkamers is dat ze juist allemaal
uitbreiden naar het centrale deel van de woning. De
naar het noorden gericht zijn en dat ze een relatief groot
Quelijnstraat 21-23 heeft de verplaatsingsruimte volledig
oppervlak bedekken. Wat betreft de natte ruimtes, zijn deze
centraal staan.
in iedere woning centraal aan de buitenzijde gelegen. Per
In vrijwel iedere woning is de ontvangstruimte een
woning heeft vrijwel iedere verdieping een eigen berging,
afgescheiden ruimte. Bij de woningen aan de Quellijnstraat
centraal aan de buitenzijde van de woning. Op de Jacob van
21-23 is de ontvangstruimte een samensmelting van
Campenstraat 6 is een complete verdieping gereserveerd
de woonkamer met de eetkamer en keuken. Op de
als bergruimte. Tot slot komt heel goed naar voren dat er
Quellijnstraat 19 komt deze samensmelting ook voor
op de verdiepingen nergens een werkruimte aanwezig is.
op de zolderverdieping. De reden hiervan is de recente
Alleen op de begane grond zijn deze ruimtes te vinden. In
verbouwing van deze woningen, waarin gekozen is voor
grote variëren deze sterk, afhankelijk van de functie die in
een open opzet. Vroeger was er sprake van een duidelijke
het pand gevestigd zit.
scheiding in ruimtegebruik. Dit komt nog terug in de
Legenda: begane grond eerste verdieping tweede verdieping derde verdieping zolder
108 || A A 108
schaal 1:400
Ontvangen
Werken
Slapen
Eten/koken
Verzorgen
Stallen
Verplaatsen
Hybride
04.4 Gebruik
04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Inleiding
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
een bedrijf betreft geeft ditdus de routing van de bewoner van
Voor de sequentie verschillen de 4 uitgekozen panden
de BG en/of beheerder van het bedrijf weer. De sequentie
veel van elkaar. Een collectief pand zonder woning (Jacob
van bezoekers is alleen weergegeven voor bedrijven.
van Campenstraat 4), twee panden gekoppeld aan elkaar
Wanneer het een bezoeker van een woning betreft is de
bestaande uit gestapelde woningen en een bedrijfsruimte
routing hiervan hetzelfde als die van de bewoner.
op de begane grond (Quellijnstraat 21-23), één pand bestaande uit gestapelde woningen en een bedrijfsruimte op de begane grond (Jacob van Campenstraat 6) en één pand met 5 gestapelde woningen, inclusief de begane grond (Quellijnstraat 19).
Jacob van Campenstraat 4 De sequentie van de Jacob van Campenstraat 4 bestaat enkel uit 2 bewegingen. Een beweging geldt voor het
De zolder is bij elk pand achterwege gelaten om het
personeel van het meditatiecentrum, de andere beweging
overzichtelijk te houden. Het spreekt vaak op zich hoe de
geldt voor de bezoekers. Het verschil is minimaal, enkel
sequentie naar de zolder ontwikkelt en de tendens van de
ruimten als de keuken en de berging zijn alleen toegankelijk
ondergelegen verdiepingen zet zich veelal voort.
voor het personeel.
Bij de panden met een winkel of zoals op de Jacob van
De primaire beweging met de trap bevindt zich aan de
Campenstraat 4 een meditatiecentrum zijn er afzonderlijke
zijkant van het pand, waarop de secundaire routing haaks
routes voor het personeel. Deze routing is aangegeven
aansluit.
onder ‘Bewoner BG/personeel’. Wanneer het een pand met
Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker
110 || A A 110
schaal 1:200
04.5 Sequentie
04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Quellijnstraat 21-23
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
De sequentie van de 2 aaneengeschakelde panden is duidelijk geregeld. Iedere bewoner komt langs dezelfde collectieve gang terecht in de centrale hal waar het verticale transport is geplaatst. Het trappenhuis met aansluitend op elke verdieping een hal zorgt voor een duidelijke verdeling per verdieping waar telkens 2 woningen geplaatst zijn. Op de begane grond bevindt zich maar één woning. De ‘overgebleven’ ruimte is ingevuld door een collectieve bergingsruimte en een bedrijfsruimte aan de voorzijde van het pand.
Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker
112 || A A 112
schaal 1:200
04.5 Sequentie
04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Jacob van Campenstraat 6
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Op de begane grond is een bedrijf geplaatst waar zowel de bezoeker als personeel door dezelfde deur binnenkomen. Het personeel kan hierbij verder het pand in, waar de bezoeker enkel in de bedrijfsruimte zal blijven. De bewoners van de 3 bovengelegen woningen komen door een aparte deur (naast de deur van de bedrijfsruimte) binnen en worden direct naar de 1e verdieping geleid. Wederom is de individuele ontsluiting gelegen aan de hal welke weer aansluit op de trap. Opvallend aan dit pand is de collectieve zolder waar 4 bergingsruimten geplaatst zijn. Dit is voor de beheerder van de pand en de 3 bewoners. Het trappenhuis met de aansluitende hallen is dus collectief te noemen tot aan de zolder, omdat iedere bewoner ook op zolder een privé ruimte bezit.
Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker
114 || A A 114
schaal 1:200
04.5 Sequentie
04. Vierde Schaal 04.5 Sequentie Quellijnstraat 19
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Berust op hetzelfde principe als de Jacob van Campenstraat 6, is hier op de begane grond een woning geplaatst in plaats van een bedrijfsruimte. De bewoner van deze woning heeft een eigen voordeur en staat compleet los van de sequentie van de andere bewoners op de bovengelegen verdiepingen. De 4 bovengelegen verdiepingen hebben dus een collectieve ontsluiting aan de straatkant welke direct naar de 1e verdieping leidt alwaar er gekozen kan worden om verder omhoog te gaan of de woning op de 1e verdieping te betreden (mits dit mag). Dit principe zet zich voort tot en met de zolder waar ook een woning geplaatst is.
Legenda: bewoner begane grond/ personeel bewoner eerste verdieping bewoner tweede verdieping bewoner derde verdieping bezoeker
116 || A A 116
schaal 1:200
04.5 Sequentie
04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Inleiding In deze analyse is vooral gekeken naar de kenmerken
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
van het pand aan de hand van permanente meubilering. De tijdelijke meubilering zegt niet zoveel over de woning zelf. Er worden waar mogelijk verbanden gelegd naar de oorsprong van een woning. Ook worden er onderlinge vergelijkingen gemaakt. Jacob van Campenstraat 4 Aan de inrichting van de permanente meubilering is te zien dat het hier niet om een woning gaat. De clustering van de toiletten geeft een goede indicatie hiervan. Op een enkele inbouwkast na is er verder ook weinig ander permanent meubilair aanwezig in het pand.
Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:200
118 || A A 118
04.6 Inrichting
04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Quellijnstraat 21-23
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Vrij recent is deze woning nog verbouwd, anno 2003. Deze verbouwing heeft voor een upgrade gezorgd, in het bijzonder het sanitair. Voorheen waren de badkamers vrij klein en hadden ze enkel een douche, toilet en wastafel. Nu zie je dat deze appartementen voorzien zijn van zowel een bad als een douche en dat het toilet zelfs zijn eigen ruimte krijgt toegekend. Ook de leefruimte is ruim opgezet, doordat er een open keuken is geplaatst, die onderdeel is van de woonkamer. De begane grond vormt enigszins een uitzondering op de verdiepingen. Hier ontbreekt een bad en is het toilet in de badkamer geplaatst.
Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:200
120 || A A 120
04.6 Inrichting
04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Jacob van Campenstraat 6
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Op deze plattegronden is nog goed de invloed van de revolutiebouw af te lezen. Deze plattegronden staan in groot contrast met de vorige woning die besproken is. De aanwezige permanente meubilering zijn in omvang en aantal heel minimalistisch opgezet. Het lijkt alsof alles er heel geforceerd in is gezet. De douche op de eerste verdieping past amper in de ruimte. Wanneer je de douche uitstapt sta je bijna letterlijk in de wc pot. Op de tweede verdieping is de douche in een ruimte geplaatst welke bedoeld is als slaapkamer. Ook de keukenmeubels zijn een stuk kleiner vergeleken met die van de Quellijnstraat 21-23. Het minuscule keukenblok om de begane grond is wel te verklaren, aangezien het hier om een bedrijfsruimte gaat. Er is ook nog een kleine link naar de vroegere voor- en achterkamer te zien. Op de verdiepingen is zowel voor als achter in de woning een haard aanwezig. Dit is bijvoorbeeld bij de Quellijnstraat 21-23 al niet meer te zien.
Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:300
122 || A A 122
04.6 Inrichting
04. Vierde Schaal 04.6 Inrichting Quellijnstraat 19
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Kijkend naar de laatste twee plattegronden (Quellijnstraat 21-23 en de Jacob van Campenstraat 6) kun je zeggen dat dit voorbeelden zijn van twee uitersten in het blok als het gaat over inrichting. De inrichting van de Quellijnstraat 19 zit hier eigenlijk precies tussenin. Zo zie je dat deze woningen wel het toilet en de badkamer gescheiden hebben, maar dat er niet een bad en aparte douche cabine aanwezig zijn. De keuken op de zolderverdieping kent veel overeenkomsten met die van de Quellijnstraat 21-23, terwijl de keukens op de verdiepingen en de begane grond veel weg hebben van de keukens op de Jacob van Campenstraat 6.
Legenda: keuken sanitair kasten haard schaal 1:200
124 || A A 124
04.6 Inrichting
04. Vierde Schaal 04.7 Transformatie Het is wel duidelijk dat de woningen heel flexibel zijn, want de woningen hebben flinke transformaties ondergaan.
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Legenda: transformatie
Zo zijn er woningen samengevoegd, uitgebreid, omgebouwd tot winkel, omgebouwd tot opslagplaats, omgebouwd tot horecagelegenheid en noem maar op. De beganegronden ondergaan de grootste veranderingen. Dit zie je ook in de gevels terug. Er veranderd vrijwel niets aan de buitenkant. Alleen in de onderplint komt het voor dat twee ramen worden vervangen door een groot (etalage)raam of door een garagedeur. Dit heeft dus grotendeels te maken met de functieverandering in de plattegrond.
schaal 1:100
126 || A A 126
Quelijnstraat 23
04.7 Transformatie
04. Vierde Schaal 04.7 Transformatie De transformatie van de Quellijnstraat 15 geeft een
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
04. Vierde Schaal
Legenda:
verandering aan die al vroeg en veelvuldig plaatsvond,
samengevoegd
namelijk het verdwijnen van de voor- en achterkamer. Deze
voor- en achterwoning
werden samen één woning. De Jacob van Campenstraat 4 is een woning met een behoorlijke geschiedenis. Dit is eigenlijk een geval apart in het blok, omdat deze heel vroeger bestond uit luxe appartementen waarin zelfs een bad aanwezig was. Dit was voor die tijd heel ongebruikelijk en zeker in deze buurt. Uiteindelijk is deze hele woning gesloopt en hiervoor in de plaats is een nieuw gebouw gekomen van 2 lagen. In eerste instantie was dit een flessenopslagplaats. Later is de woning nog eens een keer naar achter toe uitgebreid en getransformeerd in een shambala centrum. Zowel in de plattegrond als in het gevelbeeld wijkt deze woning sterk af van de overige woningen in het blok. Het laatste voorbeeld van de Quellijnstraat 23 laat een woning zien die samengevoegd wordt met een tweede woning. Op de plattegrond is te zien dat de voor- en achterkamer al verdwenen zijn en dat er een vergaderlokaal in zit. De nieuwe plattegrond biedt ruimte voor een winkel, bergingen en woningen.
schaal 1:200
128 || A A 128
1880
1930
Heden
Heden
1934
Heden
Conclusie Flexibiliteit
De Revolutiebouw :’ Van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
De Oude Pijp heeft door de jaren heen dus een aantal
Een nieuw uitbreidingsplan wat wel rekening hield
belangrijke transformaties doorgemaakt. Het ontstaan
met verkavelings- en eigendomsstructuren, van de meer
van de Oude Pijp was het uiteindelijke resultaat op de
pragmatischere ontwerper Kalff, werd vervolgens wel
overbezetting van de binnenstad als gevolg van de
uitgevoerd. Dit sloot aan op het deelplan van Van Niftrik.
industriële revolutie. Het ontstaan van het fragment ging
(Deel І Hfst 2.2).
gepaard met ontwikkelingen op het gebied van Hygiene en infrastructuur. Tot het eind van de negentiende eeuw was
Interessant is op welke manier ruimtelijke, sociale
het slecht gesteld met de aanvoer van schoon drinkwater en
en cultureel transformaties bij de ontwikkelingen van de
de afvoer van afval. In het midden van de negentiende eeuw
Oude Pijp een rol hebben gespeeld en welke samenhang
kwam er een beweging op die pleitte voor betere woon- en
daartussen te concluderen valt.
leefomstandigheden, nadat zij een samenhang hadden geconcludeerd tussen slechte woonomstandigheden en
De revolutiebouw stond bekend om zijn slechte
epidemieën. Wat betreft infrastructuur was het noodzakelijk
bouwwijze, hierdoor veranderde er in de slechte woon en
infrastructurele vernieuwingen toe te passen om een
leefomstandigheden van de arbeiders weinig. Naar de
spreiding van de bevolking mogelijk te maken als een
Tweede Wereldoorlog verslechterde situatie, onder andere
reactie op de overbezetting van de binnenstad.
door het toegenomen autobezit in de schaarse ruimte.
Ook op het gebied van de sociale structuur hebben zich
Daarbij droeg achterstallig onderhoud bij aan verdere
in het verleden belangrijke transformaties voorgedaan. Van
verloedering en verpaupering. De meer draagkrachtige
oudsher waren bevolkingsgroepen, wonen en werken in
bewoners trokken hierdoor weg naar omliggende gebieden.
de oude binnenstad gemengd. Hier trad in de loop van de
Hiervoor in de plaats kwamen vaak minder draagkrachtige
negentiende eeuw echter geleding op. Hier trad daardoor
bewoners (Mattie & de Moor, 1996).
een duidelijke scheiding op (Deel І Hfst 2.1).
Vanaf de jaren ’60 werden grootschalige plannen
Samuel Sarphati was de eerste persoon die een eerste
gemaakt die tot verbetering van het gebied moesten leiden.
aanzet gaf tot stadsuitbreiding in de vorm van een eerste
Deze verbetering moest onder andere Amsterdam als stad
grote uitbreidingsplan. Doordat er geen rekening werd
economisch sterker maken. Deze grootschalige plannen
gehouden met verkavelings- en eigedomsstructuren, wat
ondervonden veel weerstand van onder andere de bewoners
weer gepaard ging met een te hoge uitvoeringskosten, werd
zelf in de vorm van buurtverenigingen en werden daarom
het plan verworpen.
kleinschaliger gemaakt. Er werd besloten voor behoud van
Vervolgens kwam Niftrik met een plan, die echter ook
het stratenpatroon en renovatie van de bebouwing. Alleen
geen rekening hield met bestaande, maar waarvan toch
waar nodig werd overgegaan tot nieuwbouw (Mattie & de
uiteindelijk een deelplan van werd uitgevoerd; de huidige
Moor, 1996).
Niftrik Pijp. Dit deel van het oorspronkelijke plan werd wel haalbaar geacht.
130 || A A 130
00 | A
04.2 ...
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
03. Vierde Schaal
Merkwaardig valt de herwaardering van de Oude Pijp
In dit plan liet de overheid de volkswoningbouw over
te noemen die door enkele kleinschalige ingrepen tot
aan particulieren. Deze particuliere bouwers bouwden
stand is gekomen. Hierin heeft de eigendomsstructuur een
vaak zonder enige planmatige aanpak, met als doel een zo
belangrijke rol gespeeld. Mede door de eigendomsstructuur
groot mogelijke winstmarge, zonder enig sociaal oogpunt.
konden grootschalige plannen vaak niet uitgevoerd worden
Deze bouwwijze stond later bekend als de Revolutiebouw.
vanwege onteigeningen die niet mogelijk waren. De Oude
Tijdens de bouw werd al snel duidelijk dat het plan alsnog
Pijp had lange tijd een slecht imago en werd als voorbeeld
niet haalbaar was, waardoor het oorspronkelijke deelplan
gebruikt van hoe het niet zou moeten. Als reactie hierop
transformeerde naar een arbeidersbuurt.
ontstond een stedenbouw met vele theorieën van hoe
culturele en economische transformaties, die tegenwoordig
Bijlmer. Deze bleek uiteindelijk niet te kunnen voldoen
nog steeds aantoonbaar zijn.
aan de verwachtingen. Maar de Oude Pijp werd wel geherwaardeerd als gevolg van kleinschalige ingrepen. De plattegronden van de bebouwing bleken evenals de plint in de gevel flexibel te zijn waardoor transformatie in functies en functiemenging mogelijk werd. Doordat de woningen een bepaalde mate van samenhang in plattegrond en gevel hadden, bleek het relatief gemakkelijk om het complete gebied aan de moderne wooneisen te laten voldoen, doormiddel van kleine aanpassingen. Bij het aanpassen van de plattegronden konden de authentieke gevels vaak intact blijven. Waar echter wel sloop noodzakelijk was, kon dit ook vaak op een gemakkelijke manier uitgevoerd worden vanwege de heldere, orthogonale, stedenbouwkundige structuur, die dus in die zin ook flexibel bleek te zijn. Door de wijze van verkavelen werden woningen in serie aan elkaar gekoppeld in deze structuur, waardoor op deze manier gesloten bouwblokken ontstonden. Bovendien
kan
geconcludeerd
worden
dat
de
Revolutiebouw tot een bepaalde uniformiteit in gevelbeeld heeft geleid, maar in de huidige context geen storende werking heeft ondanks het sterke individualisme dat tegenwoordig heerst. Er kan volgens ons een duidelijk voorbeeld genomen worden uit de ontwikkeling van de Oude Pijp als
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
het wel zou moeten. Een bekend voorbeeld hiervan is de
arbeiderswijk tot een goed gewaardeerde wijk met een duurzaam karakter. Tegenwoordig vormt duurzaamheid een belangrijk begrip in de stedenbouw en architectuur. Volgens ons valt het succes van de Oude Pijp vooral te wijten aan de flexibiliteit die onbewust van het begin af aan in de Oude Pijp aanwezig bleek te zijn. Volgens ons kan een gebouw op het ruime begrip duurzaamheid in spelen, door er voldoende flexibiliteit in te bouwen. De Oude Pijp met zijn revolutiebouw is daarvan een goed voorbeeld gebleken, waar veel lering uit gehaald kan worden. transformatieproces en heeft zich ontwikkeld van een slecht gewaardeerde wijk naar een goed gewaardeerde wijk. Dit ging gepaard met verschillende ruimtelijke, sociale,
A | 131
Kortom, de Pijp onderging en ondergaat een continu
De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
132 || A A 132
A | 133
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
134 || A A 134
Na dit vak afgerond te hebben kwamen we allen tot de conclusie dat het een zeer arbeidsintensief vak was, waar we wel ontzettend veel van geleerd hebben. Er kwamen verschillende aspecten bij kijken, zoals het analyseren en uitwerken van kaarten, het zoeken en doornemen van verschillend bronmateriaal, het schrijven van een essay, het geven van presentaties en het maken van een uiteindelijk verslag met al onze bevindingen daarin. Deze diversiteit maakt het vak tot een zeer interessant iets waarin ieder van ons op bepaalde punten de nodige ervaring mee heeft opgedaan, wat weer van toepassing kan zijn in de toekomst. Hierbij hielp onze samenwerking met groep 2 en de besprekingen met H.H. Yegenoglu, C Rapp, M. Goedkoop en D.Kool ons aanzienlijk bij het maken van de analyses en het uiteindelijke verslag. Onze dank daarvoor. Achteraf gezien zijn we tot de conclusie gekomen dat we erg veel tijd in dit vak hebben gestoken. Volgens ons was dat ook wel nodig om dit vak tot een fatsoenlijk einde te brengen. Bovendien vonden we het een interessant vak, waardoor er vanzelf vaak veel meer tijd in ging zitten dan bij voorbaat gedacht was. We vinden het merkwaardig dat een vak als dit met zo weinig studiepunten wordt beoordeeld, terwijl het een tijdrovend ĂŠn interessant vak is in vergelijking met andere architectuurvakken. Nogmaals onze dank voor de begeleiding,
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
Nawoord
Thomas Henry Wouter van den Kieboom Jim Pulles
A | 135
Maaike Krijnen
De monumentale stad : Berlage’s Amsterdam - Zuid || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
136 || A A 136
A | 137
Typologische analyse van het wonen | De monumentale stad: Berlage’s Amsterdam - Zuid
Bibliografie Boeken 01]
Rapport van de Stedebouwkundige Studiegroep ‘De Pijp’/Technische Hogeschool Delft (1973). Delft.
02]
Achterstraat, L. (1977). De Pijp: verleden, heden, toekomst. Amsterdam: Wijkcentrum Ceintuur.
03]
Jonker, M., Noordegraaf, L., Wagenaar, M. (1984). Van stadskern tot stadsgewest: stedebouwkundige geschiedenis van Amsterdam. Amsterdam: Verloren.
04]
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
05]
Heijdra, T., Milliano, R. de, (1989). De Pijp: monument van een wijk. Amsterdam: Wijkcentrum Ceintuur. Bakker, M.M., Oudheusden, J.A. van, Poll, F.M. (1992). Architectuur en stedebouw in Amsterdam 1850- 1940. Zwolle: Waanders.
06]
Mattie, E., de Moor, M. (1996). Beeldkwaliteitsplan de Pijp. Amsterdam: Bureau Monumentenzorg.
07]
Huisman, J. (2000). Honderd jaar wonen in Nederland: 1900- 2000. Rotterdam: Uitgeverij 010.
08]
Doevendans, K., Stolzenburg, R. (2000). Stad en samenleving. Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.
09]
Fennis, P. (2000). De Pijp: 100 jaar verandering in beeld. Alkmaar: De Milliano.
10]
Omgevingsanalyse Oude Pijp, Stadsdeel Oud Zuid (2002). Amsterdam.
11]
Lintsen, H. (2005). Made in Holland. Zutphen: Walburg Pers.
Internet 12]
Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam (2008):
http://www.os.amsterdam.nl, 15 oktober 2009
13]
Voorbereidingsnotitie Herziening Bestemmingsplan De Pijp (2003): http://www.oudzuid.amsterdam.nl,
15 oktober 2009
14]
Gebiedsprogramma Noord Pijp, Gemeente Amsterdam (2008): http://www.oudzuid.amsterdam.nl,
15 oktober 2009
15]
http://www.bronnenuitamsterdam.nl/weergave.asp?ID=249, 14 oktober 2009
16]
http://www.encyclo.nl/begrip/Revolutiebouw, 14 oktober 2009
Archieven
138 || A A 138
17]
Stadsarchief gemeente Amsterdam ‘‘De Basel’, Vijzelstraat 32, Amsterdam
18]
Dienst Persoons- en Geo-informatie Gemeente Amsterdam, Stadhouderskade 85, Amsterdam
19]
Bouwtekeingenarchief Stadsdeel Oud-Zuid, Karel du Jardinstraat 65, Amsterdam
Illustraties Afb.1 ] Bouwtekeingenarchief Stadsdeel Oud-Zuid, Karel du Jardinstraat 65, Amsterdam Afb.2 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 5 Afb.3 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 33
Afb.6 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 8 Afb.7 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 9 Afb.8 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 10 Afb.9 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 32 Afb.10 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 48 Afb.11 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 40 Afb.12 ] Pulles,J. foto 2009
A | 139
Afb.5 ] Mattie, E. & de Moor, M., Beeldkwaliteitsplan de Pijp, p. 7
Typologische analyse van het wonen | Essay: ‘van Niftriks Pijp‘
Afb.4 ] Fennis, P., De Pijp 100 jaar verandering in beeld, p. 32
Essay: ‘van Niftriks Pijp’ || Typologische Typologische analyse analyse van van het het wonen wonen
140 || A A 140