6 minute read
Beelden in kinderlijke eenvoud
Tekst Gerard Zwinkels
Bert Gort is beeldhouwer, maar, ondanks zijn opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten Rotterdam eind jaren 60, een laatbloeier. Pas vanaf 2000 is hij zich in zijn vrije tijd verder in het vak gaan bekwamen. Na zijn pensionering in 2013 kan hij zich fulltime bezig houden met de beeldende kunst.
“Ik zag onlangs tekenaar Kamagurka op tv bij Zomergasten”, vertelt Bert. “Als hij begint met tekenen dan wordt hij belemmerd door zijn ‘kritische ik’, zei hij. En die moet hij eerst overwinnen om te komen tot waar hij komen wil. Hij zei: ‘kunst is vrijheid. Je moet vrij zijn om vrij te zijn in wat je wilt maken. Kinderen kunnen dat nog. Die zijn nog vrij in het tekenen wat ze willen. Dat gaat nog spontaan zonder kritische belemmering. En dat leren we in ons leven allemaal af’. Dat was voor mij echt een eyeopener.” Bert loopt naar de kast, vindt een kleed en rolt het uit over de vloer. “Kijk”, zegt hij, “gemaakt door mijn toen nog zesjarige kleindochter Suus. Mijn vrouw Marja geeft al vierendertig jaar yogales. En mijn kleindochter heeft toen haar oma getekend in talloze yogahoudingen. We hebben die tekeningen laten afbeelden op deze yogamat. Die tekeningetjes zijn zo vrij en zo mooi. Ze zou het nu, twee jaar later, niet meer op die manier kunnen herhalen, want natuurlijk al helemaal gevormd door wat goed en fout is.”
Berts vorming
Hij heeft grijs haar, maar voor zijn 74 jaar een nog jongensachtige kop. Woont al sinds 1990 met zijn vrouw Marja in een fraaie jarenzestig woning aan de Dubbeldamseweg Zuid. Hij is in 1949 in Sliedrecht geboren. Zijn vader Albert had er een meubelzaak/ stoffeerderij. Bert doorliep de Mulo in Papendrecht maar brak die voortijdig af, want hij was te ‘onrustig’. “Ik ging werken als etaleur bij de Bijenkorf en leerde daar mijn vrouw Marja kennen. Mijn werkgever zag wel wat in dat jonge ventje en faciliteerde een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam (sinds 1998 de Willem de Kooning Academie). Die volgde ik van 1967 tot 1972. Met mijn afstudeerwerk won ik de Drempelprijs van de Rotterdamse Kunststichting; een lokale aanmoedigingsprijs voor de meest veelbelovende afstuderende leerling van de academie.” Bert laat me een fotoboek zien waarin het examenwerk, een serie van zes kunstwerken, is vastgelegd. Ze kenmerken zich door verplaatsbare, of verdraaibare geometrische vormen in verschillende materialen, die op die manier telkens tot andere kunstwerken kunnen worden getransformeerd.
Werken
“Het werken als etaleur bij de Bijenkorf was in die jaren als werken in een snoepfabriek. Alles kon, er was geld genoeg. Je was vrij in het bedenken en uitvoeren van ideeën. Ik heb er erg veel geleerd. Maar vanwege bezuinigingen begin jaren 70 wilde ik daar toch weg en vond werk in een activiteitencentrum voor verstandelijk gehandicapten in Capelle a/d IJssel. En een paar jaar later in Dordrecht op Overweg in Sterrenburg, een activiteitencentrum voor mensen met een lichamelijke handicap. Ik organiseerde er de dagbesteding: koken, bakken, handvaardigheid, tuinieren. Ik kon daar goed mijn creativiteit in kwijt. Ik heb de uitvoerende kant van het kunstenaarschap in die tijd laten schieten. Wel kriebelde het soms als ik weer eens in een museum liep. ‘Joh Bert’ dacht ik dan, ‘dat kan jij toch ook’.”
Beeldhouwles
“Iemand wees me toen op beeldhouwster Marijk Renia met atelier aan de Oude Veerweg bij het Elzenbos. Het materiaal steen kende ik nog niet goed en van haar heb ik er toen, een avond in de week een paar jaar lang, mee leren werken. Ik raakte verslingerd aan het materiaal. Toen Marijk ging stoppen ben ik in contact gekomen met Adriaan Seelen, bekend Nederlands beeldhouwer. Bij Marijk was ik altijd aan het zagen en het slijpen, dus ik zei tegen Adriaan: ‘Ja, ik heb wel wat ervaring in het werken met steen’. ‘Ja maar’, zei Adriaan, ‘op die manier werken we hier niet hè. Je leert hier beeldhouwen. Welke hamer je gebruikt en welke beitel. Hoe hou je die vast. En hoe kan je efficiënt steen weghakken. Niet slijpen, want dat geeft veel te veel stof.’ Na een paar jaar ging Adriaan in Frankrijk in een landelijk boerendorp in de Vogezen, masterclasses organiseren voor zijn beste leerlingen. Ik mocht mee. Voorbereiden, thema bedenken, ontwerp maken, steensoort uitkiezen. En daarna een hele week in Frankrijk aan een beeld werken in een groep van tien man. Na afloop hadden we een tentoonstelling in het dorpje. Dat had Adriaan met de burgemeester geregeld. En de boerenfamilies uit het dorp werden allemaal uitgenodigd, met een kaasje en een wijntje erbij. Geweldige herinneringen. Met die groep mensen gaan we nog steeds elk jaar een weekje in dat atelier beeldhouwen.”
Ontwerpen en maken
“Meestal bedenk ik op papier een idee, op basis van een bepaald thema, door al schetsend mijn gedachten te laten gaan. Dan maak ik van piepschuim een driedimensionaal model. Dat werkt snel. Je kunt er makkelijk aan zagen, schaven, schuren en plakken tot het is wat je je hebt voorgesteld. Daarna begin ik pas aan de steen. Zo voorkom ik dat ik onnodig, zwaar, intensief en langdurig werk aan de steen moet verrichten. Het is een zoeken naar eenvoud, die spanning laat zien en uitnodigt tot nader onderzoek. Ik heb een voorkeur voor een steensoort die in het beeld zelf niet te dominant wordt. Het gaat mij niet om de mooie steen, maar om de vorm. De schoonheid van de steen mag niet afleiden van de vorm. Ik gebruik verschillende steensoorten, maar hou veel van Volvic, een lavasteen. Het ziet eruit als gasbeton, maar het is kneiterhard. Ook met Belgisch hardsteen kan ik inmiddels lezen en schrijven. De thema’s van de beelden variëren.” Bert laat me een foto van zijn beeld ‘Samenspel’ zien. “Ik maakte het voor iemand die drie verschillende bedrijven tot één bedrijf aan het reorganiseren is. De drie gelijkvormige elementen kun je op verschillende manieren stapelen en draaien. Het verhaal bij het beeld van deze stenen koffer is ‘verhuizen’. Dat is vaak emotioneel zwaar, je zeult een hoop herinneringen met je mee. Ik maakte het toen we verhuisden van het atelier in de Energiecentrale naar mijn huidige atelier aan het Kromhout, dat ik met nog zeven andere beeldhouwers deel.
Eigen
“Marja en ik gaan wel eens naar een kunstmarkt. En dan mis ik soms de originaliteit in werken. Veel lijkt toch op wat er al is. Kijk, wat ik maak is ook niet uniek, dat komt ergens vandaan, ik ben ook geïnspireerd door werk van anderen. Maar ik probeer in vorm en materiaalgebruik er dan toch net een eigen draai aan te geven. Kunst maken is voor mij zoeken naar nieuwe vormen en ideeën, waarmee ik mensen kan prikkelen of verbazen.”
Wilt u meer over werk van Bert te weten komen, kijk dan op www.beeldensite.nl