3 minute read

Huiskamers worden muziekpodia

Huiskamerfestival ‘Muziek Rond de Reeweg’ op 4 februari was weer een groot succes. Een paar honderd bezoekers, niet alleen van de Reeweg en omstreken maar overal uit Dordrecht, vonden hun weg naar vijftien huiskamers waar evenzoveel bands drie optredens van een half uur gaven. Er was van alles te horen en te zien: intieme sfeervolle luisterliedjes, klassiek pianospel, jazz, pop, folk, rock en blues.

Peter Batenburg, bewoner aan de Reeweg Oost, stond om kwart over vier aan zijn voordeur al mensen teleur te stellen. “Nee sorry, we zitten helemaal vol, u kunt er niet meer in.” Voor de verslaggever werd nog een uitzondering gemaakt. Hij mocht nog even in de gang aansluiten bij de minstens vijftig bezoekers aan het optreden van Pop-Folkband L’Appel du Vide. Veel verder kwam hij niet.

Deelnemende woonkamers

Peter: “Mijn moeder stelde haar woonkamer in andere jaren ook al voor het festival beschikbaar. Toen ik het huis twee jaar geleden van haar overnam, was het voor mij eigenlijk vanzelfsprekend dat ik daarmee door zou gaan. Ook Gerda aan het Sumatraplein maakte in haar woning plaats voor een Dordts artieste: Celeste de Vrij, met artiestennaam Celeste Liberty. Zij schrijft haar melodieuze nummers zelf en heeft er naar eigen zeggen zo’n vierhonderd op de plank liggen. Gerda had heerlijke taart en cake gemaakt voor bezoekers. “Het is erg leuk om gastvrouw te zijn voor al die mensen”, zegt ze. “Klein nadeel is wel dat je niet zelf al die mooie optredens kunt bezoeken natuurlijk.”

Henri, een van de organisatoren van ‘Muziek Rond de Reeweg’, had ook zijn woonkamer aan de Reeweg beschikbaar gesteld. “We hebben het festival dit jaar met een paar buurtbewoners zelf georganiseerd, toen we hoorden dat Dordrecht niet aan het landelijke ‘Muziek bij de Buren’ ging meedoen. De woonkamers en deelnemende bands hebben we binnen zo’n twee maanden bij elkaar geregeld, ook al omdat we in de loop van de jaren een aardig netwerk aan muzikanten hebben opgebouwd. Henri is fan van Bluegrass muziek en het was daarom niet verwonderlijk dat ‘Gee Willikers en the Great Googley Moogley’ bij hem in de huiskamer optraden. In de serre achter de schuifdeuren was het voor de vijfkoppige band wat passen en meten. Bij positiewisselingen zwaaiden ze met hals van banjo, gitaar, mandoline en contrabas gevaarlijk dicht langs elkaars hoofden. Maar het klonk er allemaal niet minder om. “Er mag gedanst worden”, riep gitarist Nick lachend. Maar dat was, al had het enthousiaste publiek dat graag gewild, in de afgeladen volle woonkamer echt onmogelijk.

Tekst en foto's Gerard Zwinkels

This article is from: