Betrokkenheid verbindt de wijk

“Een samenleving gedijt wanneer we met elkaar samenwerken. Het is daarom zo belangrijk dat bewoners gehoord worden door de gemeente wanneer zij met initiatieven komen.”

Aan het woord is Johan Klootwijk, wijkconciërge van Krispijn. Een jaar geleden is het alweer dat we met hem kennismaakten in De Stem van Krispijn. Als wijkconciërge heeft Johan een luisterend oor voor vragen, zorgen en ideeën van bewoners. Hij kijkt waar ze tegenaan lopen en wat er nodig is om hen verder te helpen als ze een steuntje in de rug nodig hebben. Johan zet zich dus in voor sociale geborgenheid in de wijk. Werken aan de wijk vindt plaats in alle lagen. Zo heeft Johan contact met bewoners, sociale partners en werkt hij samen met André Klijmij, de wijkmanager van Krispijn. Net als Johan is André vaak in de wijk maar ook in het wijkkantoor in de Bisschopstraat te vinden.

Wat is het verschil tussen een wijkconciërge en een wijkmanager?
Johan: “De wijkconciërge Krispijn is een samenwerkingsverband tussen woningcorporatie Trivire en de gemeente Dordrecht. Als wijkconciërge ben ik vooral betrokken bij het sociale en praktische reilen en zeilen en oppakken van klusjes in de wijk. André is wijkmanager. Dat betekent dat hij op gemeentelijk managementniveau bij de wijkaanpak betrokken is. Hij stuurt mensen aan, begeleidt hen en brengt onderwerpen onder de aandacht.”

Je bent een jaar geleden begonnen in Krispijn. Hoe bevalt het?
“Het afgelopen jaar was een mooie reis van aanpakken. Ik ben heel erg van dingen samen doen. Daarom ben ik gaan rondlopen en rondfietsen en gaan luisteren naar wat mensen bezighoudt. En ik heb een groot netwerk, waardoor ik makkelijk kan bijspringen als dingen niet zo makkelijk gaan.”

Johan merkt dat mensen wel iets willen, maar dat ze niet altijd goed weten hoe ze het moeten aanpakken. “Als ze we het dan samen opstarten, lukt het meestal wel. Dan kan daar bijvoorbeeld een barbecue uit voortkomen en uit die barbecue kan weer iets anders voortkomen. Zo kom je van het een in het ander. Het helpt natuurlijk ook wel dat mensen mij steeds beter hebben leren kennen de afgelopen tijd. Daardoor is de drempel wat lager wanneer zij met vragen zitten.”

Het afgelopen jaar heeft Johan veel voor en met de Dordtse Diamanten gedaan. Daarnaast heeft hij meegeholpen met de organisatie van het afscheid van oud-wijkmanager Max Suart en heeft hij een aantal schoonmaakdagen georganiseerd. Johan was ook betrokken bij de wijkterrassen in het Witte Dorp. “Het is natuurlijk heel nuttig om tussen de bewoners te zitten. Met hen te praten en naar hun verhalen te luisteren. En bij de oplevering van de nieuwe woningen in de Charlotte de Bourbonstraat zullen we ook nog wel de nodige activiteiten organiseren. Dat is belangrijk voor de saamhorigheid in deze nieuwe wijk en voor de betrokkenheid van de bewoners.” Een ander voorbeeld van het werk van Johan zien we terug op het Nicolaas Beetsplein (ook wel Oranjeplein genoemd): “Er lag veel glas op op het plein. Het plein is destijds aangelegd met allerlei lichtinstallaties met glazen koepels en die waren beschadigd. De gemeente is gaan kijken en uiteindelijk is besloten dat de buitenste cirkel en de bestrating eind van het jaar op de schop gaan. Er komen ook nog eens vijftien bomen bij.”

Fixi-meldingen
Bij Fixi doet Johan melding over van alles in de wijk: van wateroverlast tot afgewaaide takken. Deze meldingen worden vervolgens opgepakt door bijvoorbeeld de Groendienst. “Als wijkconciërge doe ik niet alleen zelf Fixi-meldingen, maar help ik mensen bij het doen van Fixi-meldingen, bijvoorbeeld als er vuilniszakken langs de straat geplaatst zijn.” Het plaatsen en ophalen van vuilnis blijft een aandachtspunt. “Er zijn best veel mensen die weten wat ze met hun afval aan moeten. Maar er blijft ook een groep bewoners bij wie het nog niet goed gaat. Ze hebben bijvoorbeeld geen pasje. Daar komt nog bij dat de manier van afvalscheiden de afgelopen jaren veel complexer geworden is. Het is voor iedereen, voor de natuur, voor de gemeente, voor de bewoners, zo belangrijk om afval goed te scheiden. Zo kunnen we allemaal ons steentje bijdragen aan een goed verloop van de afvalstromen. Alleen: de ene persoon kan daar wat makkelijker in meekomen dan de ander. Maar het is belangrijk dat wanneer mensen overlast ervaren van een vuilcontainer, zij daar een Fixi-melding van kunnen doen. Als er meerdere meldingen binnenkomen, zegt dat natuurlijk wel iets. Zo werken we aan de zichtbaarheid van de problemen.”

Ten slotte: hoe kijk jij tegen de jongeren van Krispijn aan?
Johan: “Als ik zie hoe de jongeren zich hier ontwikkelen, vind ik dat echt heel knap. Negen van de tien keer beginnen ze met een achterstand. Wij noemen dat liever een andere start. Uiteindelijk vindt een grote groep zijn weg. Ze ontdekken, werken en voelen zich betrokken. Waar je opgroeit, hoeft dus niet bepalend te zijn. Ik zie hier zoveel talentvolle jongens en meisjes rondlopen. Door samen te werken kunnen bewoners, de gemeente en de sociale partners ervoor zorgen dat meer mensen aansluiting vinden in onze samenleving.”

AvI