EDUCAREPLUS 2012 2
DIGITALE BIJLAGE BIJ EDUCARE jaargang 30 nr. 2 / maart 2012 In deze bijlage o.a. Marieke Henselmans verklapt hoe je je droomvakantie kunt verwezenlijken zonder hier veel geld aan kwijt te zijn. De percussiekaravaan: een spannend avontuur met trommels, fluiten en bellen... Gedachten loslaten met de paardenbloem. Leer autorijden en skieën met slechts een bank en een wandrek! De illusie van lastig gedrag: een kwestie van perceptie... Verder vind je hier alle links naar websites van auteurs, organisaties en online films die in dit nummer genoemd worden overzichtelijk op een rij.
www.educare.nl - www.opgroeieninverbondenheid.nl - www.opvoedingsboek.nl
EDUCARE+
Zo werkt de digitale bijlage... Deze bijlage is ingedeeld in secties. Als je in je pdf-lezer* rechts op deze pagina op de naam van een sectie klikt, dan kom je direct op de overzichtspagina voor die sectie. In de overzichts-pagina per sectie staan 3 kolommen. In de 1ste kolom staat de verwijzing naar artikelen die je in Educare hebt kunnen lezen, in de 2de kolom de (klikbare) links die bij deze artikelen genoemd zijn en in de 3de kolom de digitale verdieping voor sommige artikelen.
EDUCARE+ BIJLAGE SECTIES klik op de sectietitel voor 'n gedetailleerd overzicht
Algemeen
>
Gezin
>
Katern
>
Als je de bijlage opent in je pdf-lezer* dan staat links op je scherm een lijst met alle sectie-titels en de titels van de artikelen. Klik op zo'n 'bladwijzer' om rechtstreeks naar de gewenste sectie of artikelpagina te springen.
School
>
* Voor ISSUU gebruikers: download eerst het PDF bestand.
Jezelf
>
Netwerk
>
Extra's
>
In de bijlage staan ook de links naar websites, filmpjes, downloads en dergelijke. Klik op een link en je opent automatisch het goede webadres in je browser.
De websites van Educare: - www.educare.nl (over het tijdschrift) - www.opvoedingsboek.nl (boeken over opvoeding) - www.opgroeieninverbondenheid.nl (wekelijkse tips) - www.educare.nl/netwerk (online community) Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
Educare+ - 2
20 Nieuws en tips
Planten in de klas www.airsopure.nl Natuur. Kijken alleen al is gezond... www.agnesvandenberg.nl
www Natuur als therapie bij ADHD Onderzoek Rijksoverheid (PDF)
Speel je heel met het weer! www.weerberichtjes.com
www Weerberichtjes (doosje met kaartjes) Te bestellen via Opvoedingsboek.nl
Geef kinderen een leesdoel Tijdschrift Mensenkinderen Jenplanvereniging Gelukt! www.gelukopschool.nl 21 Nieuws en tips
ADHD: slapen onder ballendeken www.sarkow.nl/product_procenba.html
www Ervaringsverhalen Ball Blancket www.sarkow.nl/.../selvtryk.pdf
Nieuw lettertype helpt mensen met dyslexie www.lexima.nl/.../lettertype-dyslexie
www Test het zelf! Voorbeeldteksten diverse leeftijden Special font for dyslexia? Proefschrift Renske de Leeuw
36 Lezen en luisteren
Alle boeken in deze Educare staan op: Opvoedingsboek.nl – Educare 2012, nummer 2
38 Seintjes
Seintje plaatsen? Mail Frans de Steur: identeam@wxs.nl of bel 0575-556591
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
-3
Adverteren in Educare + ? Neem contact op met Robert Verhey van VirtĂşMedia: r.verhey@virtumedia.nl / 030 - 693 31 92
12 De jongens van de straat - Irene Muller-Schoof
Website van Chris Ripken www.chrisripken.nl
boek Rotjongens – Bibi Dumon Tak Te bestellen via Opvoedingsboek.nl
15 Eén minuut! - Column Patricia Ritsema van Eck
Website van Patricia: www.mijnblijdehart.info
boek Weg met de warboel Te bestellen via Opvoedingsboek.nl
18 Goed. Goed. - Column Jenk Stronks
Website van Jenk: www.bureau-inspiratie.nl +
18 HAP! Pas op: hete soep!
E 6
Brandnetels door Ilona Zuurmond
21 Spelen met... vuur
www ‘Spelen met...’ verzamelbundel: Educare archief – diverse downloads
30 Top voor (bijna) nop! - Alberthe Papma
Activiteiten met boswachter of blotevoetenpad E+ 7 Vrolijk voordelig vakantie www.staatsbosbeheer.nl door Marieke Henselmans www.natuurmonumenten.nl www.scharrelkids.nl www Historische jeugdromans www.kjoek.nl/.../...jeugdromans.html
38 Doe meer met een boek - Marianne de Valk
Website van Marianne: www.speelgoedadvies.nl
boek Miniheksen Te bestellen via opvoedingsboek.nl
42 Stoere lentebloem - Irma Mommers
Meer over paardenbloemen: www.kruidjes.be/kruiden www.floreae.nl www.hofvantwello.nl
www Reinigende paardenbloemen www.yokidokigezond.nl/.../-recept
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
-5
Brandnetels
Brandnetels zijn ook goed op de composthoop, voeg hele planten toe om een rijke grond te creëren voor je moestuin.
door Ilona Zuurmond
Van oudsher worden brandnetels ook gebruikt in de textiel, voor ‘neteldoek’, waarvoor tegenwoordig overigens ook vaak gebruik gemaakt wordt van linnen of katoen: www.netl.nl .
Brandnetels bevatten veel [gebonden] ijzer [bloedarmoede], magnesium, mangaan, kalk en kalium. Deze stoffen binden de gifstoffen zodat het lichaam die kan afvoeren. Ze verbeteren de bloedsomloop, helpen bij bloedvorming, bloedontzuring en bloedreiniging. Brandnetels bevatten ook veel vitamine C, A en eiwit. Er zit bovendien mierenzuur in, daarom worden ze gebruikt bij reuma en artritis.
En dan is er natuurlijk nog het sprookje van Andersen: 'De wildezwanen' waarin een meisje netelhemden maakt voor haar in zwanen veranderde broers, daar helpt het bij het incarneren… Bronnen: Natural health Book, Dorothy Hall Prescription of Nutritional Healing, Phyllis A. Balch
Ze kunnen vers gebruikt worden of gedroogd als thee. Brandnetels kunnen ook worden gebruikt in haarverzorging, als stimulans voor het haarfollikel en voor regulering van de opbouw van vet op de hoofdhuid. Voeg daarvoor brandnetel thee toe in het laatste spoelwater.
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
-6
Vrolijk voordelig vakantie door Marieke Henselmans
Besparen is niet schrappen, maar nadenken en kiezen. Door te besparen kun je leuke dingen juist verwezenlijken. Vakantie bijvoorbeeld. Als je wat krapper zit dan voorgaande jaren moet je jezelf eerst afvragen hoe jouw ideale vakantie eruit ziet. Wil je avontuur, spanning, vreemde culturen, geuren en kleuren opsnuiven? Hou je van primitief kamperen in een laag tentje, wil je toeren in een luxe camper, een klein huisje huren en zelf koken, of all-inclusive naar een resort aan zee? Wil je stilte, eindelijk lezen, of herrie en eindelijk dansen? Omschrijf voor jezelf de ideale vakante, wat zou je doen als je niet op geld zou hoeven letten? Vervolgens kun je kijken of de droomvakantie betaalbaar te realiseren is. Zag je een vakantiehuis in een bergachtig landschap in een mediterraan buitenland? Misschien kan een leuk vakantiehuis in het heuvelachtige Limburg, met z’n bijna buitenlandse sfeer nog leuker worden. Zag je het gezin in een gehuurde luxe tent in Zuid Frankrijk? Misschien kun je een tent lenen (een keer samen met de eigenaar oefenen in het opzetten, op een zonnige dag) en je droomvakantie vieren, maar dan net iets anders.
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
Zou de Italiaanse strandvakantie zich ook in Egmond of op een Waddeneiland kunnen afspelen? Wil je, ook voor de kinderen, op een camping met veel mensen en toch in de natuur? Misschien kun je in een Nivonhuis (Natuurvriendenhuis) relaxen, bijvoorbeeld met twee of drie bevriende gezinnen. Gasten moeten daar een beetje meewerken met koken of afwassen en dat zie je terug in de voordelige prijs. Of met twee gezinnen een dure locatie afhuren en delen. Als je een liefhebber bent van de all-inclusive vakantie: die kun je net zo goed in een Nederlands bungalowpark vieren. Huisje of appartement, zwembad, speeltuin en eten inbegrepen: je komt toch het terrein niet af. En wil je per se vasthouden aan je plannen: prima, maar ga een week korter. Kortom: vier je droomvakantie maar dan dichterbij of eenvoudiger. Leen spullen, deel kosten en/of ga korter. Door de lagere kosten zorg je voor minder stress. Goede reis! Marieke’s nieuwe boek Vrolijk besparen is net uit: 'Doe het zelf met het hele gezin'. Lezers van deze bijlage krijgen 2,50 korting op www.bespaarboeken.nl met actiecode Educare . Dagelijks een gratis bespaartip op Twitter: @Mariekebespaart
-7
23 Ga mee naar buiten Ontdek de mooiste plekjes en beleef hier je geluksmomentjes...
Losse katernen kun je vinden op Educare archief - katernen
www Kikkerconcert (mp3) www.educare.nl/.../kikkerconcert
24 Vogelconcert Mijmermomentjes Count your blessings
www.beleefdelentejunior.nl www.ekkomikindercoaching.blogspot.com www.zilverblauw.nl www.miekuh.nl
E 9
+ E 11 Hoe hard stampt een dino? door NBC Naturalis
Laat je horen met het stampspel
36 Koester de rommel Verticale kruidentuintjes
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
We gaan op reis door de jungle... door Esther Splithof
+ E 10 Laat los die gedachten! door Simone de Groot
25 Iedereen zijn eigen bloem
Nachtvlinderjacht
+
www.vlindernet.nl www.natuureducatie.nl www How to turn a pallet into a garden
-8
We gaan op reis door de jungle en we komen tegen... Met de kinderen op stap in de percussiekaravaan. door Esther Splithof
Op ons kinderdagverblijf zijn de kinderen en de leidsters laatst op een muzikale reis door de jungle gegaan. De reis werd georganiseerd door Coen van Vollenhoven, percussionist van Ritme op Maat. De kinderen waren al onder de indruk van de trommels, bellen, fluitjes, shakers en andere instrumenten die binnen worden gedragen en toen moesten we nog beginnen! Aandachtig luisterden de kinderen naar het inleidende verhaaltje van Coen: “We gaan op reis naar de jungle… en ik ben benieuwd wat voor dieren we allemaal tegenkomen! Gaan jullie mee?”
van Coen komen. Een enkeling vindt dit wel ietsje te spannend maar de meesten beginnen te glunderen van oor tot oor. Terwijl de kinderen het ene dier na het andere ontdekken, maken de leidsters hiervan tekeningen. Als ze geen dier meer kunnen verzinnen, leggen we alle tekeningen op een rij. Nu hebben we een muziekstuk dat we achter elkaar kunnen opvoeren. Ieder kind heeft een instrument waarmee het een van de dieren kan laten horen. Sommige kinderen spelen het weer: donder en bliksem met striemende regen en harde windvlagen overvallen ons halverwege de reis. Of ze horen bij de ‘reisleiding’ die de tocht door de jungle op trommels begeleidt. Na de enthousiaste en natuurlijk ‘vermoeiende’ reis (maar niet heus) gaan de kinderen vol overtuiging ‘slapen’ in hun tenten. En snurken dat ze kunnen! Als collega’s onder elkaar hebben we een hoop lol gehad en van de stralende oogjes van de kinderen hebben we genoten. Later is Coen nog een keertje teruggekomen om ons uit te leggen hoe we zelf een percussiekaravaan kunnen organiseren met voorwerpen uit de lokalen en zelfgemaakte instrumenten. Binnenkort gaan we maar eens een uitstapje maken naar de woestijn...
Nou dat wilden ze wel! Dapper stappen de kinderen op het ritme van de trommels de wereld van de jungle in op zoek naar de muzikale geluiden van de dieren. De tijger die tussen de bomen sluipt. Kwetterende aapjes in de boomtoppen. En hinderlijke muggen tussen de lianen. Kunnen we laten horen wat we zien met behulp van één van de percussie instrumenten? Met de minuut De percussiekaravaan is geschikt voor alle leeftijden! worden ze enthousiaster bij het ontdekken van weer een dier. Helemaal geweldig is het, wanneer er pratende slangen uit de mand Wil je ook op ’n muzikale reis? Kijk voor meer informatie op: www.ritmeopmaat.nl/percussieworkshops-afrikaans-trommelen Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
-9
Laat los die gedachten! door Simone de Groot
Net als volwassenen kunnen kinderen last hebben van rondmalende gedachten. Slaap problemen, niet kunnen concentreren. Het toepassen van ademoefeningen- en spelletjes kan voor kinderen een brug naar ontspanning vormen. Het volgende ademspelletje laat kinderen ervaren dat zij de uitademing kunnen koppelen aan het loslaten van gedachten en spanningen. Als er een terugkerend spelletje van wordt gemaakt bijv. aan het einde van een schooldag of voor het slapen gaan, zal het kind steeds makkelijker de connectie tussen de uitademingen het loslaten leggen. Ontspannend ademspel: paardenbloempluisjes wegblazen Symboliseer met je wijsvinger een steel van een paardenbloem met daarboven een uitgebloeide zaadbol. Adem in door de neus en blaas op een uitademing denkbeeldig alle drukke gedachten met de zaadpluisjes hoog de lucht in. Paar maal herhalen. Let erop dat je gedurende het ademspel rechtop zit of staat en dat tijdens de inademing de schouders niet worden opgetrokken. Laat kinderen als zij angstig of opgewonden zijn eens hun lievelingsliedje zingen of neuriĂŤn. Dit is een eenvoudige manier om hen snel weer terug te brengen naar hun vertrouwde ademritme. Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 10
Hoe hard stampt een dino? Als je zo'n enorme Argentinosaurus ziet, denk je vast dat hij vreselijk hard kon stampen. Toch zullen de meeste dino's niet zoveel lawaai gemaakt hebben. Eigenlijk wel jammer, want die stampende dino's in Jurassic Park waren wel lekker eng. Sommige dino's waren groot en behoorlijk zwaar. De grootste langnekken wogen misschien wel meer dan 50 auto's of 10 olifanten. Al dat gewicht droegen ze op vier stevige poten. Als ze liepen, moet het wel een vreselijk lawaai gemaakt hebben. Of toch niet? Dino's zijn uitgestorven. Het is dus heel moeilijk om iets over hun gestamp te zeggen. Maar als we kijken naar dieren die vandaag nog leven, kunnen we toch die vraag beantwoorden. Kijk eens naar een olifant. Misschien niet zo groot als de grootste dino, maar wel makkelijk te zien in de dierentuin. Als een olifant loopt, heeft hij meestal drie van de vier poten op de grond. Hij verplaatst bij elke stap steeds maar ĂŠĂŠn poot tegelijk. EĂŠn poot weegt lang niet zoveel als een hele olifant. De olifant kan z'n poot dus zachtjes neerzetten, omdat hij op de andere drie poten al stevig staat. Pas als de voet weer op de grond staat, verplaatst hij zijn gewicht naar die voet. Niks geen gedreun dus.
neer, maar til nu je voeten steeds zo hoog mogelijk op en stamp zo hard je kunt op de treden. Flink doorlopen en snel (STAMP! STAMP!) weer naar beneden. Stampen is hard werken. Van stampen word je moe! Rustig de trap op lopen kost stukken minder energie. Olifanten hebben dat goed bekeken. Als je ze ziet lopen, hoor je geen gedreun. Alleen als een olifant boos wordt en gaat stampen, of als hij heel hard moet rennen, zul je misschien wat trillingen voelen. Anders niet. Olifanten lopen namelijk niet alleen heel zachtjes, ze hebben ook nog kussentjes onder hun voeten. Die kussentjes werken als een soort schokdemper. Wat voor olifanten geldt, geldt ook voor dino's. Die gingen echt niet hun energie verspillen aan donderend gestamp. Net als olifanten liepen de grote langnekken stap voor stap, zodat ze hun poten rustig konden neerzetten. En net als olifanten hadden ook de grote dino's schokdempende kussentjes onder hun voeten. Dat weten we uit de voetsporen. De pootafdrukken die we vinden, hebben aan de achterkant altijd een mooie ronde afdruk van het pootkussen. Bron: NBC Naturalis website
En dat is wel logisch ook. Stampen is eigenlijk helemaal niet handig. Probeer het zelf maar eens. Loop eerst eens rustig de trap op en af. Hijg je? Vast niet. Ga nu nog eens de trap op en
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 11
Stichting Universele Opvoeding biedt een platform aan opvoeders die met elkaar praktische ideeĂŤn en praktijkervaringen over opgroeien in verbondenheid met zichzelf, de ander en de wereld willen uitwisselen. Neem eens een kijkje op onze websites:
6 Hoe wijs is ons onderwijs? Marijke Sluijter in gesprek met Lynne McTaggart en Briony Vanden Bussche
Lynne McTaggert’s website: www.lynnemctaggart.com
boek De verbinding – Lynne McTaggart Te bestellen via Opvoedingsboek.nl
Internationale kinderwijze conferentie www 7 Vragen aan Lynne McTaggart www.sterrencirkels.be/.../kinderwijze-conferentie door Janet Boyer (Engels) Internationaal Elfenkunstfestival www.elfentheater.be/.../elfenfestival
10 Bottom up of top down? - Charlotte Hoyng
+ E 14 The case against competition door Alfie Kohn
www Wèl realistisch rekenonderwijs http://vorige.nrc.nl/opinie www Niet realistisch rekenonderwijs http://beteronderwijsnederland.net
16 Gezonde school, gezonde kinderen - Irene Muller-Schoofs
28 Ik hou mezelf staande! - Ingrid van der Hum 32 Struikelen over triggerwoorden - Trudy Jolink
Onderzoek naar stilte www.mediteer.nl/files/Onderzoek.pdf
www Gezondheid begint in de wieg door Mehdi Jiwa
Zinvol tekenen met kinderen www.zinvoltekenenmetkinderen.nl
boek Integrale visie – Ken Wilber Te bestellen via Opvoedingsboek.nl
Gymmen in de ‘grote’ gymzaal Win dit boek voor jouw school...
+ E 19 Autorijden, skieën en snowboarden door Ingrid van der Hum
boek De gave van dyslexie – Ronald Davis Te bestellen via Opvoedingsboek.nl + E 22 Wie dit leest is gek door de redactie van Ode
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 13
The Case Against Competition By Alfie Kohn
When it comes to competition, we Americans typically recognize only two legitimate positions: enthusiastic support and qualified support. The first view holds that the more we immerse our children (and ourselves) in rivalry, the better. Competition builds character and produces excellence. The second stance admits that our society has gotten carried away with the need to be Number One, that we push our kids too hard and too fast to become winners -- but insists that competition can be healthy and fun if we keep it in perspective. I used to be in the second camp. But after investigating the topic for several years, looking at research from psychology, sociology, biology, education, and other fields, I'm now convinced that neither position is correct. Competition is bad news all right, but it's not just that we overdo it or misapply it. The trouble lies with competition itself. The best amount of competition for our children is none at all, and the very phrase "healthy competition" is actually a contradiction in terms. That may sound extreme if not downright un-American. But some things aren't just bad because they're done to excess; some things are inherently destructive. Competition, which simply Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
means that one person can succeed only if others fail, is one of those things. It's always unnecessary and inappropriate at school, at play, and at home. Think for a moment about the goals you have for your children. Chances are you want them to develop healthy self-esteem, to accept themselves as basically good people. You want them to become successful, to achieve the excellence of which they're capable. You want them to have loving and supportive relationships. And you want them to enjoy themselves. These are fine goals. But competition not only isn't necessary for reaching them -- it actually undermines them. Competition is to self-esteem as sugar is to teeth. Most people lose in most competitive encounters, and it's obvious why that causes self-doubt. But even winning doesn't build character; it just lets a child gloat temporarily. Studies have shown that feelings of self-worth become dependent on external sources of evaluation as a result of competition: Your value is defined by what you've done. Worse -- you're a good person in proportion to the number of people you've beaten. In a competitive culture, a child is told that it isn't enough to be good -- he must triumph over others. Success comes to be defined as victory, even though these are really two very different things. Even when the child manages to win, the whole affair, psychologically speaking, becomes a vicious circle: The - 14
more he competes, the more he needs to compete to feel good about himself. When I made this point on a talk show on national television, my objections were waved aside by the parents of a seven-year-old tennis champion named Kyle, who appeared on the program with me. Kyle had been used to winning ever since a tennis racket was put in his hands at the age of two. But at the very end of the show, someone in the audience asked him how he felt when he lost. Kyle lowered his head and in a small voice replied, "Ashamed." This is not to say that children shouldn't learn discipline and tenacity, that they shouldn't be encouraged to succeed or even have a nodding acquaintance with failure. But none of these requires winning and losing -- that is, having to beat other children and worry about being beaten. When classrooms and playing fields are based on cooperation rather than competition, children feel better about themselves. They work with others instead of against them, and their self-esteem doesn't depend on winning a spelling bee or a Little League game. Children succeed in spite of competition, not because of it. Most of us were raised to believe that we do our best work when we're in a race -- that without competition we would all become fat, lazy, and mediocre. It's a belief that our society takes on faith. It's also false. Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
There is good evidence that productivity in the workplace suffers as a result of competition. The research is even more compelling in classroom settings. David Johnson, a professor of social psychology at the University of Minnesota, and his colleagues reviewed all the studies they could find on the subject from 1924 to 1980. Sixty-five of the studies found that children learn better when they work cooperatively as opposed to competitively, eight found the reverse, and 36 found no significant difference. The more complex the learning task, the worse children in a competitive environment fared. Brandeis University psychologist Teresa Amabile was more interested in creativity. In a study, she asked children to make "silly collages." Some competed for prizes and some didn't. Seven artists then independently rated the kids' work. It turned out that those who were trying to win produced collages that were much less creative -- less spontaneous, complex and varied -- than the others. One after another, researchers across the country have concluded that children do not learn better when education is transformed into a competitive struggle. Why? First, competition often makes kids anxious and that interferes with concentration. Second, competition doesn't permit them to share their talents and resources as cooperation does, so they can't learn from one another. Finally, trying to be Number One distracts them from what they're supposed to be learning. It may seem paradoxical, - 15
but when a student concentrates on the reward (an A or a gold star or a trophy), she becomes less interested in what she's doing. The result: Performance declines. Just because forcing children to try to outdo one another is counterproductive doesn't mean they can't keep track of how they're doing. There's no problem with comparing their achievements to an objective standard (how fast they ran, how many questions they got right) or to how they did yesterday or last year. But if we value our children's intellectual development, we need to realize that turning learning into a race simply doesn't work. Competition is a recipe for hostility. By definition, not everyone can win a contest. If one child wins, another cannot. This means that each child comes to regard others as obstacles to his or her own success. Forget fractions or home runs; this is the real lesson our children learn in a competitive environment. Competition leads children to envy winners, to dismiss losers (there's no nastier epithet in our language than "Loser!"), and to be suspicious of just about everyone. Competition makes it difficult to regard others as potential friends or collaborators; even if you're not my rival today, you could be tomorrow. This is not to say that competitors will always detest each other. But trying to outdo someone is not conducive to trust -- indeed, Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
it would be irrational to trust someone who gains from your failure. At best, competition leads one to look at others through narrowed eyes; at worst, it invites outright aggression. Existing relationships are strained to the breaking point, while new friendships are often nipped in the bud. Again, the research -- which I review in my book No Contest: The Case Against Competition -- helps to explain the destructive effect of win/lose arrangements. When children compete, they are less able to take the perspective of others -- that is, to see the world from someone else's point of view. One study demonstrated conclusively that competitive children were less empathetic than others; another study showed that competitive children were less generous. Cooperation, on the other hand, is marvelously successful at helping children to communicate effectively, to trust in others and to accept those who are different from themselves. Competition interferes with these goals and often results in outright antisocial behavior. The choice is ours: We can blame the individual children who cheat, turn violent, or withdraw, or we can face the fact that competition itself is responsible for such ugliness. Studies also show, incidentally, that competition among groups isn't any better than competition among individuals. Kids don't have to work against a common enemy in order to know the joys - 16
of camaraderie or to experience success. Real cooperation doesn't require triumphing over another group. Having fun doesn't mean turning playing fields into battlefields. It's remarkable, when you stop to think about it, that the way we teach our kids to have a good time is to play highly structured games in which one individual or team must defeat another. Consider one of the first games our children learn to play: musical chairs. Take away one chair and one child in each round until one smug winner is seated and everyone else has been excluded from play. You know that sour birthday party scene; the needle is lifted from the record and someone else is transformed into a loser, forced to sit out the rest of the game with the other unhappy kids on the side. That's how children learn to have fun in America. Terry Orlick, a Canadian expert on games, suggests changing the goal of musical chairs so children are asked to fit on a diminishing number of seats. At the end, seven or eight giggling, happy kids are trying to squish on a single chair. Everyone has fun and there are no winners or losers. What's true of musical chairs is true of all recreation; with a little ingenuity, we can devise games in which the obstacle is something intrinsic to the task itself rather than another person or team.
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
In fact, not one of the benefits attributed to sports or other competitive games actually requires competition. Children can get plenty of exercise without struggling against each other. Teamwork? Cooperative games allow everyone to work together, without creating enemies. Improving skills and setting challenges? Again, an objective standard or one's own earlier performance will do. When Orlick taught a group of children non-competitive games, two thirds of the boys and all of the girls preferred them to games that require opponents. If our culture's idea of a good time is competition, it may just be because we haven't tried the alternative. How can parents raise a non-competitive child in a competitive world? Competition is destructive to children's self-esteem, it interferes with learning, sabotages relationships, and isn't necessary to have a good time. But how do you raise a child in a culture that hasn't yet caught on to all this? There are no easy answers here. But there is one clearly unsatisfactory answer: Make your son or daughter competitive in order to fit into the "real world." That isn't desirable for the child -- for all the reasons given here -- and it perpetuates the poison of competition in another generation.
- 17
Children can be taught about competition, prepared for the destructive forces they'll encounter, without being groomed to take part in it uncritically. They can be exposed to the case against competition just as they are taught the harms of drug abuse or reckless driving. You will have to decide how much compromise is appropriate so your child isn't left out or ridiculed in a competitive society. But at least you can make your decision based on knowledge about competition's destructiveness. You can work with other parents and with your child's teachers and coaches to help change the structures that set children against one another. Or you may want to look into cooperative schools and summer camps, which are beginning to catch on around the country. As for reducing rivalry and competitive attitudes in the home: Avoid comparing a child's performance to that of a sibling, a classmate, or yourself as a child.
Be aware of your power as a model. If you need to beat others, your child will learn that from you regardless of what you say. The lesson will be even stronger if you use your child to provide you with vicarious victories. Raising healthy, happy, productive children goes hand in hand with creating a better society. The first step to achieving both is recognizing that our belief in the value of competition is built on myths. There are better ways for our children -- and for us -- to work and play and live. Copyright Š 1987 by Alfie Kohn. This article may be downloaded, reproduced, and distributed without permission as long as each copy includes this notice along with citation information (i.e., name of the periodical in which it originally appeared, date of publication, and author's name). Permission must be obtained in order to reprint this article in a published work or in order to offer it for sale in any form. Please write to the address indicated on the Contact Us page.
Don't use contests ("Who can dry the dishes fastest?") around the house. Watch your use of language ("Who's the best little girl in the whole wide world?") that reinforces competitive attitudes. Never make your love or acceptance conditional on a child's performance. It's not enough to say, "As long as you did your best, honey" if the child learns that Mommy's attitude about her is quite different when she has triumphed over her peers. Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 18
Autorijden, skieën en snowboarden ….. en hoe je een wandrek en een bank kunt inzetten als heuvel om dat te leren. door Ingrid van der Hum
Wanneer je gaat autorijden, moet je wel weten hoe groot je auto is. Hoe breed, hoe lang, hoog. De auto heeft een onderkant maar ook een bovenkant, een voorzijde en een achterzijde. En twee zijkanten. Net als je eigen lijf. Je ontdekt al die kanten door op je rug, buik of op je linkerzijde of je rechterzijde van de glijbaan te gaan. De tastzintuigjes op je huid worden geprikkeld. Je krijgt een goed lichaamsbesef. In je hoofd maak je je eigen ‘Tom-Tom’ aan. Het komt nogal eens voor dat kinderen door een slecht ontwikkelde tastzin een zeer beperkte Tom-Tom hebben. Het komt veel voor dat baby’s niet meer in zijligging worden gelegd. De veilige foetushouding – waarin je als je zelf wat buikkrampen hebt ook wel wilt liggen – wordt vanwege het risico van wiegendood niet langer aangeboden. Wat je niet krijgt aangeboden als baby, ontwikkel je ook niet: je hersengebieden die daar verantwoordelijk voor zijn, sterven af. Als buikligging – waarin je een goede hoofdbalans en sterke rugen nekspieren ontwikkelt – niet langer wordt aangeboden, Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
ontdekt het kind zijn buik ook niet meer. Als je in een buggy maar wat hangt en je moeder je niet aankijkt (omdat de buggy het kindje naar voren laat kijken – de drukte van de straat tegemoet – en niet naar het vertrouwde beeld van zijn moeder) ontwikkel je geen goede zithouding en ook geen goed contact met je moeder. Kinderen maken tegenwoordig van klei (als je ze vrij laat) platte vlak poppetjes zonder inhoud. Ze imiteren de poppetjes van de computer en de TV. Tweedimensionaal in plaats van driedimensionaal. Zo ervaren kinderen zichzelf als plat, zonder inhoud. Een goed ontwikkelde tastzin is essentieel voor een gevoel van veiligheid. Als je er weet van hebt van waar je grens ophoudt, kun je er ook binnenblijven! Als je goed kunt voelen, weet je wat fijn voelt. Bevoelen is de basis voor aanvoelen en meevoelen. De tast wordt te weinig ontwikkeld. Zintuigen zijn tegenwoordig veel meer op de buitenwereld dan op de binnenwereld gericht. Ogen (kijken) en oren (horen) hebben (krijgen!) prioriteit boven tasten en voelen. De glijbaan dus als ontdekplek van je voor-, achter-, linker- en rechterzijde en je onder- en bovenkant.
- 19
Als je gaat hellingtrekken met een auto, moet je handrem goed functioneren. Zelf je eigen ‘handrem’ bedienen, betekent ook als je vaart hebt dat je op tijd kunt stoppen. Daarna moet je ook je evenwicht kunnen bewaren, kunnen stilstaan. Dat vraagt optimale controle van zowel je spieren aan de rechterkant als de linkerkant. Boven- en onderkant moeten dan perfect samenwerken. Tegenwoordig zijn kinderen vaak eenzijdig ontwikkeld. Met rechts kunnen ze alles, links wordt weinig ingeschakeld. Tweehandig goed kunnen samenwerken, leer je onder meer door hoge torens te bouwen van houten blokken. De balans van het materiaal brengt kinderen ook zelf in balans. Dat effect is er niet bij kneks, lego en andere speelmaterialen waar alleen duwkracht voor nodig is om een resultaat te laten ontstaan. Een goed evenwicht is de basis voor het innemen van een goed standpunt. Ik sta stil en ook als de wereld om mij heen verandert, houd ik me staande. En wanneer ik zelf beweeg, weet ik mijn evenwicht te bewaren. Uit evenwicht raken (zijn), vallen dus, is essentieel om het evenwichtsorgaan te oefenen. Als vallen niet wordt voorkĂłmen, leer je al op babyleeftijd je opvangreacties te oefenen. Als er allemaal kussens om je (de baby) heen worden gezet zodat je niet kunt vallen, leer je het nooit en moet je als twaalfjarige of als je pech hebt als vijf-en-zestig plusser op valtraining. Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
Ook als ouders op voorhand al bang zijn dat hun kind valt, blijft vallen een beladen voorval. Het gezegde luidt toch niet voor niets dat je door vallen en opstaan wijs wordt, dat je dan iets leert. Je wordt weerbaar, leert dat frustraties en tegenslagen erbij horen. Leren door proberen kun je leren. Wij moeten ons bewust zijn van het grote belang van het aanbieden van een verrijkte ervarings-(= leer)omgeving voor kinderen. Willen wij hen met een beperkte of een uitgebreide Tom-Tom de wereld in laten gaan? TIPS - leer kinderen al hun kanten en zijden te ontdekken, bijvoorbeeld op de grond door als verschillende soorten dieren te bewegen, zowel op rug-, buik- billen- als zijkant. - je kunt een kind op een kleed voorttrekken over de vloer (liggend, zittend, staand). Als je het kind al zittend voorttrekt op het kleed, oefent het zijn rompbalans. - in een hangmat of met een strak ingestopte deken ben je je van je grenzen bewust - laat kinderen rollend over hun zijkanten door de kamer of het lokaal bewegen; laat ze over of met elkaar rollen.
- 20
- gebruik een glijbaan (een plank laag en schuin tegen een wandrek) als skibaan of snowboardbaan. Begin heel laag (vertel het kind dat hij zijn ‘ski’s’ of ‘snowboard’ op de rem moet houden) en laat het kind pas los nadat het kind heeft aangegeven dat hij het OK vindt. Aan het eind springt het kind er af. Je kunt behalve van lappen ook korte ‘ski’s’ maken van servetten of papier. - achteruit lopend de glijbaan oplopen. Dat vraagt om vertrouwen en een goede rem. Als je dat het kind in het donker laat doen (een blinddoek om) ontwikkelt het kind zowel de evenwichtszin als de tastzin. Het kind krijgt door een goed ontwikkelde tastzin en evenwichtszin vertrouwen in zichzelf. Het leert angsten te overwinnen. Het is een voorwaarde om goed de wereld in te gaan. Wanneer deze basis in de eerste drie levensjaren van het kind niet wordt ontwikkeld, stort het huis in. Eerst moet er een goede fundering zijn en dan pas kan met het dak worden begonnen. Pas door grijpen leer je begrijpen. Het doen gaat aan het denken vooraf. Ingrid van der Hum Kinderfysiotherapeut/Psychomotorisch kindertherapeut
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 21
Wie dit leest, is gek Dyslexie is een gave, want lezen is iets anders dan begrijpen. van de redactie van Ode
Dyslexie is een groot probleem, vinden velen. Kinderen schamen zich want ze kunnen niet meekomen met hun klasgenootjes, ouders vragen zich af of hun kind dom is. En als de leerkracht niet weet wat dyslexie inhoudt, is de kans groot dat het kind naar een school wordt gestuurd waar het al helemaal niet meer thuis is. Maar dyslexie is geen probleem, het is een gave. Dezelfde mentale functies die het kinderen op jonge leeftijd soms onmogelijk maken om te lezen en te schrijven, blijken namelijk speciale talenten te zijn. Dyslectische kinderen denken niet zozeer in woorden, maar vooral in beelden. Ieder woord spreekt tot de verbeelding en roept associaties en dwarsverbindingen op. Door deze beelden en associaties heeft het kind het vermogen om origineel en meer dimensionaal te denken, hetgeen soms tot briljante ingevingen, maar ook soms ook tot niet te begrijpen wartaal leidt. Het 'probleem' is dat dyslectische kinderen woorden interpreteren en vertalen naar beelden. Hun begripsvorming is non verbaal, ze denken niet in termen van de klank van woorden. Ze horen de woorden dus niet in hun hoofd. Dit in tegenstelling tot verbaal denkende kinderen, die de structuur van de taal Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
volgen en lineair in de tijd denken. Zij maken gewoon in gedachten woord voor woord zinnen. Zij behouden het overzicht en kunnen gemakkelijker iets uit hun hoofd leren. Dat wil echter nog niet zeggen dat ze het ook hebben begrepen. Ze hebben het alleen maar 'op een rijtje'. Verbaal denken gebeurt op ongeveer dezelfde snelheid als spreken, terwijl non-verbaal denken veel sneller gaat. Non-verbale begripsvorming betekent denken met beelden van begrippen of ideeën. Het beeld 'groeit' naarmate het denkproces begrippen toevoegt. Het denkproces is veel moeilijker te doorgronden, want er worden allerlei associaties en dwarsverbanden gelegd. Het voordeel is dat dyslectici dingen vanuit meer dan één perspectief kunnen beoordelen en meer informatie uit hun waarnemingen verkrijgen dan andere mensen. Iets uit het hoofd leren, is niet hetzelfde als iets te begrijpen. Echt begrip, creativiteit en echte wijsheid komen voort uit het ervaren van de informatie. In die zin hebben dyslectici vaak een streepje voor. Leonardo da Vinci, Winston Churchill, walt Disney, Albert Einstein en Thomas Edison wisten hun afwijking om te zetten in een gave die hen in staat stelde om groots te denken. Hoezo probleem? Kijk voor meer artikelen over dyslexie ook eens in het Ode archief:
http://nl.odemagazine.com/doc/issues.mhtml
- 22
34 Lastig kind? - Carla Muijsert
POWertraining www.welzijnkinderen.nl
40 Bij jezelf blijven, daar ligt je kracht - Jef Crab
Zelf de E.A.S.T. methode leren? www.east-institute.org
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
+ E 24 Lastig gedrag? door Carla Muijsert
- 23
Lastig gedrag?
‘Mijn houding naar kinderen en ouders toe is volkomen veranderd.’
door Carla Muijsert
‘Mijn relatie met kinderen is verdiept.’
Uit onderzoek is gebleken dat 20 procent van de kinderen in Nederland lastig gedrag laat zien; 7 procent van hen zelfs in ernstige mate. Gemiddeld zitten dus in elke klas twee tot drie kinderen met (ernstige) gedragsproblemen. Naar verwachting neemt dit aantal de komende jaren alleen nog maar toe. Welke consequenties heeft dit voor de visie op lastig gedrag van kinderen en hoe kunnen leerkrachten daarmee omgaan? Ik ga er van uit dat de kinderen van nu in sommige opzichten anders in hun vel zitten dan kinderen uit voorgaande generaties. Ze zijn meer intuïtief, zelfbewust en gedreven om de wereld te laten zien wat ze in zich hebben en worden door hun omgeving niet altijd even goed begrepen. Hierdoor komen steeds meer kinderen in de problemen. Hun gedrag is een logisch gevolg van snelle maatschappelijke veranderingen en veranderend bewustzijn. Bovendien ga ik ervan uit dat onder lastig gedrag bijna altijd kwaliteiten en positieve intenties verborgen liggen die niet worden gezien. Het begeleiden van de kinderen van deze tijd vraagt dan ook heel specifieke vaardigheden van ouders en leerkrachten. De volgende uitspraken zijn afkomstig van leerkrachten die hun groepen coachen: Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
‘Mijn leerlingen laten minder lastig gedrag zien en betere leerresultaten.’ ‘Mijn gesprekken met kinderen en ouders verlopen veel prettiger.’ Zij hebben een aantal belangrijke stappen gemaakt in de manier waarop ze met kinderen werken en omgaan: van directief naar coachend en van probleemgericht naar kwaliteits- en oplossingsgericht. De leerkrachten hebben eveneens geïnvesteerd in hun manier van communiceren. Kindercoaching in de klas leunt op drie pijlers: - Kwaliteitsgericht en oplossingsgericht omgaan met kinderen. - Anders kijken en omgaan met lastig gedrag. - Verbindend communiceren. Kwaliteitsgericht en oplossingsgericht omgaan met kinderen houdt in dat je, samen met het kind, medeleerlingen, ouders en anderen, actief op zoek gaat naar kwaliteiten, talenten en intelligenties die het kind kenmerkt. Je helpt het kind om deze te ontdekken, te benoemen en, voor zover mogelijk, te ontwikkelen. Op deze manier krijgt het kind in acht jaar tijd, - 24
behalve inzicht in schoolse vaardigheden, inzicht in zijn andere kwaliteiten en talenten en de manier waarop hij zelf het beste leert. Dat geeft zelfvertrouwen en een goed gevoel van eigenwaarde. Lastig gedrag Bij lastig gedrag en verschijnselen van leerproblematiek, zoekt een leerkracht die coacht in de klas altijd naar onderliggende kwaliteiten en positieve intenties. De vraag die hierbij centraal staat luidt: ‘Wat wil het kind mij met zijn gedrag duidelijk maken? Wat heeft het kind op dit moment nodig? En wie kunnen hieraan een bijdrage leveren?’ Bij het zoeken naar oplossingen wordt ook uitgegaan van de kracht, ervaringen en inzichten van het kind zelf. De leerkracht laat de rol van expert los en nodigt het kind uit om zelf aan te geven welke vaardigheden het wil leren en op welke wijze dit het beste kan gebeuren. Verbindende communicatie Verbindend communiceren houdt in, dat taal wordt ingezet als middel om je met de ander te verbinden. Het is hierbij belangrijk om open vragen te stellen, feitelijke waarnemingen (géén eigen interpretaties) onder woorden te brengen en ieders behoeften en wensen te benoemen. Kinderen en ouders vinden deze wijze van communiceren prettig en gelijkwaardig.
heeft instrumenten om zich op gespreksniveau met anderen te verbinden. Kindercoaching in de klas sluit aan bij een toenemende behoefte van leerkrachten aan een andere, meer positieve, manier van omgaan en werken met kinderen. Deze manier van werken sluit ook aan bij onderzoek naar factoren die het succes bepalen van leren (Marzano, 2003) en gedragsinterventies (Assay & Lambert, 1999; Wampold, 2010). De belangrijkste zijn de kwaliteit van de relatie leerkracht/leerling en bepaalde leerlingfactoren (eigen kwaliteiten, hulpbronnen en steunbronnen in hun omgeving). Een kindercoach in de klas heeft veel aandacht voor deze factoren. Carla Muijsert is, samen met haar collega Margrete Stoute-Boots, docent aan de POWer opleiding van de Stichting WelZijn Kinderen en aan de opleiding Kindercoach in het Onderwijs van InHolland Academy. Tevens verzorgt ze voor basisscholen meerjarige trajecten Kwaliteitsgericht Coachen in de klas. Carla is tevens voorzitter van de Stichting WelZijn Kinderen (www.welzijnkinderen.nl) en oprichter van KernCoach en KernCoach Opleidingen (www.kerncoach.nl)
Kortom, een coach ziet heel het kind en heeft een positieve kijk op lastig gedrag. Hij of zij heeft minder behoefte aan labels en Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 25
Klik hier voor 't inkijkexemplaar
44 Activiteiten op het Educare Netwerk - de online community voor onze leden 45 Favoriete filmpjes op het netwerk
Nieuwe stappen voor school en ouders www.ru.nl/.../meesterklas/ Geef je zelf een workshop of lezing? Zet het online op de agenda! - De gulden snede in de natuur - Martine Delfos bespreekt moderne fabels
Leuke groep
Stromend onderwijs Deel je ervaringen met andere ouders... Mini-interview over Elfenwijsheid www.sterrencirkels.be
45 Opgroeien in Verbondenheid Opvoedingstips voor Educare lezers
Waarom pesten elkaar? De tip van David Bloch
+ E 28 De tuin is mijn keuken - tip van Hannah de Vos-Beckers
Iedere week een nieuwe tip op: www.opgroeieninverbondenheid.nl 45 Opvoedingboek.nl De boekentip van...
De geheime krachten van regenboogjong Het favoriete boek van Keti Ruwhof Wat is jouw favoriete boek? Vertel het ons op Opvoedingsboek.nl
46 Ukkies advertenties van Educare abonnees
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
Plaats je eigen ukkie online: Educare Netwerk - Ukkies
- 27
Opgroeien in Verbondenheid: met jezelf, de ander, de materie, de maatschappij en de natuur
De tuin is mijn keuken tip van Hannah de Vos-Beckers
Wat is er lekkerder om op een warme avond je eigen wrap te bakken op een zelfgebouwde oven, en dan te vullen met salade die je gewoon overal kunt vinden‌
TIP: Bouw je eigen oven en bak je eigen wrap Je hebt nodig: - bakstenen; - gietijzeren wok, liefst zonder oren en helemaal bol aan de onderkant; - hout om vuur te maken; - brooddeeg zonder gist (meel, olie, water,zout); - vulling van wilde planten. Zo bouw je de oven Van de bakstenen stapel je driekwart van een cirkel met als doorsnede de maat van de wok en ongeveer 50 cm hoog. Je zet
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 28
de wok er omgekeerd bovenop als een soort deksel. Het vuurtje stook je onder de wok. Zo bak je de wraps Van het deeg maak je eerst een bolletje en daarna maak je dat bolletje helemaal plat (of je rolt het uit) Maak het zo dun mogelijk. Je legt de wraps op de omgekeerde wok (olie is niet nodig en kan zelfs gevaarlijk zijn!). Even aan beide kanten opbakken; klaar. Zo maak je de vulling Voor de vulling kan je een salade maken van wilde planten. Denk bijvoorbeeld aan: zevenblad, paardenbloem bladeren, oostindische kers (de bloemen en bladeren), madeliefjes (de bloemen). Let wel op dat het geplukt wordt op een plek waar niet al teveel vervuiling is.
In 2000 richtte zij met haar man Michaël de Vos de stichting Aventurijn op, een kleine school waar kinderen kunnen leren van het leven zelf. Naast de dagelijkse leiding van de school, schrijft zij artikelen en geeft workshops in binnen en buitenland over vernieuwend onderwijs. Over Aventurijn schreef zij het boek “Op avontuur! Op avontuur met een vernieuwende school...” (te bestellen via Opvoedingsboek.nl ). Klik hier voor meer tips van Hannah...
Ook een tip geven? Of wekelijks in je postvakje ontvangen? Ga naar www.opgroeieninverbondenheid.nl en schrijf je in. Zie ook: www.opgroeieninverbondenheid.nl/.../...-tipgevers
Een lekker sausje maakt de wrap compleet. Eet smakelijk! Deze tip kreeg je van Hannah de Vos-Beckers:
Hannah studeerde HBO-Jeugdwelzijnswerk en behaalde haar diploma voor leraar primair onderwijs op de Helicon PABO voor leerkrachten in het vrije schoolonderwijs. Zij is werkzaam geweest bij diverse instellingen voor jeugdhulpverlening. Vanaf 1993 begon zij haar ideeën zelfstandig vorm te geven in een peutergroep en later ook met oudere kinderen.
Digitale bijlage bij Educare 2012 nummer 2
- 29