19 * 2: De Egyptische refo-lutie

Page 1

Jaargang 19 | nummer 2

Antropologisch Tijdschrift

De Egyptische refo-lutie

Faรงade van eenheid


redactioneel

Chaos, orde, chaos Op 25 januari 2011 verzamelden honderdduizenden mensen zich op en rond het Tahrirplein in Caïro. Voor mij persoonlijk kwam dit totaal uit het niets. Natuurlijk had ik via de reguliere media het nieuws ook al gehoord over de opstanden in Tunesië, maar waarom zou er nu ineens iets soortgelijks gebeuren in Egypte? Waarom zouden al deze mensen die al dertig jaar in acceptabele omstandigheden leken te leven ineens in opstand komen? Wat zorgde er nou voor dat juist op dat moment al die mensen zich op dat specifieke plein verzamelden? Hoe wordt de revolutie beleefd door de mensen die zich er middenin begeven? En misschien wel minstens net zo belangrijk: welke impact heeft de revolutie op de rest van de bevolking? De eerste bezetting van het Tahrirplein werd opgeheven nadat president Mohammed Hosni Said Mubarak op 11 februari van dit jaar aftrad en zijn macht overdroeg aan de Supreme Council of the Armed Forces (SCAF). Na vijf maanden van relatieve rust laaide het verzet in juli echter weer op, een week voordat wij naar Egypte zouden vertrekken met de redactie. Ditmaal waren de protesten vooral gericht tegen de SCAF die lang niet ver genoeg ging in de beloofde hervormingen en deze bovendien veel te langzaam zou uitvoeren. Net als op 25 januari werd het drukke kruispunt van het Tahrirplein bezet. Het was dus in deze tweede golf van protesten dat wij met de redactie in Caïro waren en de unieke kans hadden om verslag te doen van de revolutie terwijl deze nog volop aan de gang was. Maar, wie verwacht in deze editie eenduidige antwoorden te krijgen op alle voorgenoemde vragen moet ik helaas teleurstellen. Egypte was en is nog steeds het podium van zulke grote sociale en maatschappelijke ontwikkelingen, dat we in de twee weken dat wij er waren slechts een begin hebben kunnen maken in het proberen te begrijpen wat er precies aan de hand is. In onze zoektocht naar antwoorden zijn wij enorm geholpen door talloze mensen. Kunstenaars en cartoonisten die met passie vertelden over hun werk. Actieve leden van de April 6 Youth Movement en Kefaya Movement die op het laatst van geen vraag meer opkeken. Overtuigd religieuzen en atheïsten die nooit te beroerd waren om een goede discussie aan te gaan. En natuurlijk de straatverkoper waar we dikwijls vroeg in de ochtend een bezoekje aan brachten voor enkele warme aardappelbroodjes na nachtelijke escapades op het Tahrirplein. Veel van de vragen waar wij mee naar Egypte gekomen waren, moesten gaandeweg aangepast worden omdat ze te naïef bleken. Maar uiteindelijk konden er verhalen opgeschreven worden. Verhalen die iets meer duidelijkheid scheppen in een tijd en op een plaats waar zoveel onduidelijkheid is. En zoals het inmiddels traditie lijkt te worden bij de reportagereizen van de Cul, verhalen die vooral ook heel veel nieuwe vragen oproepen. Soufyan el Hammouti

Hoofdredacteur: Soufyan el Hammouti Adjunct Hoofdredacteur: Gosse Vuijk Penningmeester: Irene Beydals Eindredactie: Femke Awater Leonie Hosselet Merel Remkes Beeldredactie: Charlotte Reekers Irene Beydals

2

Webredactie: Joris van den Outenaar Lay-out: Charlotte Reekers Irene Beydals Zwaan Lakmaker Acquisitie: Soufyan el Hammouti Reportagecoördinator: Hannah Mathkor Kwaliteitsbewaker: Merel Remkes Cover: Irene Beydals

Drukkerij: Drukkerij Wilco B.V. Bijdragen dienen zelf van spelfouten ontdaan te zijn. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten of te weigeren. Informatie via redactie@tijdschriftcul.nl. Voor advertentiemogelijkheden mail naar redactie@tijdschriftcul.nl.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

Oplage: 660 ISSN: 18760309 Dank aan CSW Adres: t.a.v. Cul Oudezijds Achterburgwal185, 1012 DK Amsterdam redactie@tijdschriftcul.nl www.tijdschriftcul.nl

Colofon


inhoudsopgave

Deze Cul

rubrieken

16 ArtiCul: Revolutionaire kunst 32 Op de bank met: Mushroom Head 35 MuzieCul: Mijn land

e sj al ld et ee ni rb pte n e ok oo gy ee e d n , o ijv E n ti éé et b ar te p er ni is na tei rru ed je . Er el ori co r i t.” op bt eds ut de voo om tlo he vo e a ed et g k on en n t d vlo h in ie m rve da ïn is er pt ko o m be m nd ru in ed , o o ro ra or ag g b rd . Z aa ve “C n la lan rtee pen id. D t er ee aren po kne dhe da j ïm e n ijk ge je to ezo ngr g sg la oo olk be v

Inhoudsopgave

Vaste

l za .” n i n ra elpe d ain er h r e b verd 0) D 3 . ijf niet ag. l b e (p k “De bezetting I “ ypt g E van Tahrir zorgt

voor chaos en onrust.” (pag. 34)

“Om mening gaan met de n aan mo suiting is iet ieuwe vrijhe e s id praten eten wennen. Z waar veel men van e laten sen nog n dring a e n n d e h r un van disc e ussiëren mening op. Dn niet uite is iets n ieuws.” ethiek

4 Caïro 16 juli 2011 4 Maak kennis met... 7 Gezegd en Geschreven 8 De Droom 9 Lang leve de refo-lutie! 11 Vrij zijn is maar relatief Column 12 Façade van eenheid 14 Pleinbewaaksters 20 Maak je eigen anti-Mubarak graffiti- stencil 21 Lach zodat de revolutie er goed uitziet Danielle Cohen Henriquez 22 Leiders in een leiderloze revolutie 24 Vertrouwen in God 26 Voor de Palestijnse zaak 28 Religieuze verdraagzaamheid en christelijk afval Reportage 30 Een Caesar salade plus caffè latte 34 Het andere plein Column 36 Kom je naar huis schat? Column

KFC en demons de Pizza Hu t t lokken ranten naar T zouden ahrirple door ete n g r a tis weg in geven. ( te pag. 22 )

vuilnis in de s

Men dacht aan he eigenlijk iets v tzelfde te werken terwijl me erschillends vo n or ogen had. (pag. 12)

Do in or va wo stra n n te de ers atk ru in v un gn g an st em ep ee ku en erk n s nn . ( te tad en pa ru i d g. im ets e 16 te )

n oete n m sen egen i n e Het dorp is bijna letterlijk t rs? Mar niet e d gebouwd op het christenje ou , en da n e n ) g dom (pag. 28) n te ijzer zij d, gids e n egin r en w (Ahme b e i te lut e oude men. “ o ft met politiek r e v e h n e e i o e h r s d n k o ie n ij “Alles om oede en de mant het je ee naar z opstand rm a e d u n a v o ; n make “Z teren functioneert, to e ti li o p e d p ro luis waa traten.”

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

3


Caïro, 16 juli 2011 Ik heb een interview met de socialistische revolutionair Mohamed. We spreken af op het Tahrirplein voor de KFC en moeten nog tien minuten lopen voordat we bij het café zijn waar we het interview zullen houden. In deze tien minuten stel ik me voor en vertel ik iets over ons doel: om een speciale editie over de revolutie en Caïro op dit moment te schrijven. Hij vraagt of we Arabisch spreken en hoe lang we blijven. Ik zeg “nee” en “twee weken”. Hij kijkt me al lopend met een opgetrokken wenkbrauw aan. “Dus jullie denken dat jullie de revolutie in twee weken kunnen begrijpen zonder een woord Arabisch te spreken? Je denkt dat je iets kan vertellen over de verhoudingen, over het plein, over de verschillende meningen en ideeën? Je denkt dat je dan iets zinnigs en nieuws kan vertellen?” Ik kijk hem een beetje vertwijfeld aan en dan komt de harde klap die ik al had zien aankomen. “Ik dacht dat antropologen wel beter zouden weten.” Daar sta ik dan. Midden in een opgeschud Caïro. Een Caïro dat volgens sommigen net een revolutie heeft meegemaakt. Een Caïro dat volgens anderen nog midden in de revolutie zit. Een Caïro dat volgens sommigen nu maar eens rustig moet worden. Een Caïro dat volgens anderen nu maar eens echt in actie moet komen om het huidige regime weg te sturen. Een Caïro dat nu meer dan ooit een sterke eenheid lijkt en dat op hetzelfde moment juist zo veel verschillen kent. Ik sta daar en voel me verloren. Wat kom ik hier doen? Wat heb ik met deze revolutie te maken? Nog zo’n journalist die even de koppen wil halen, nog zo’n arrogante Europeaan die denkt dat mensen hier zitten te wachten op een bijdrage of idee van het slimme westen. Dacht ik dat ik deel kon worden van deze revolutie? Dacht ik dat ik mee kon doen? Dat ik steun kon betuigen? Dat ze daar op zaten te wachten? Nee, ik geloof niet dat ik dat dacht. Dacht ik dan dat Nederland meer moest weten over de revolutie hier? Dat ik een goede reportage kon schrijven? Dat ik nieuws kon verschaffen? Dat het een meerwaarde zou hebben voor de Nederlandse journalistiek dat ik hier met mijn 22 jaar en een kladblok een aantal mensen interview en ‘s avonds lol maak op een plein?

Maak kennis Discussies over de Egyptische revolutie gonzen door de straten van Caïro. Of iemand er nou heel nauw bij betrokken is (geweest) of helemaal niet, iedereen heeft wel een mening over de revolutie. Maak kennis met een aantal inwoners van Caïro en hun uiteenlopende ideeën over het recente verleden, de huidige situatie en de toekomst. D oor Fem ke Awater, L eoni e H oss el et e n M erel Rem kes

“Ik sta achter de gebeurtenissen van januari, en in principe vind ik het ook wel goed dat activisten in juli opnieuw de straat op zijn gegaan. Maar het is jammer dat ze ervoor hebben gekozen om opnieuw het Tahrirplein te bezetten, want nu zijn ze het gewone leven teveel tot last. Ze zouden ook in een park kunnen staan in plaats van op zo’n druk kruispunt. Als straks de verkiezingen zijn, hoop ik dat de principes van sharia opgenomen zullen worden in de grondwet. Zo’n groot verschil met de huidige grondwet zal dat niet eens opleveren, want islamitische geleerden zeggen dat 90% ervan nu al op de principes van sharia is gebaseerd. Ik heb veel Naam: Karim plannen om Egypte vooruit te Leeftijd: 26 helpen de komende jaren. Ik ga

Beroep: accountant

Misschien. Misschien dacht ik dat. Misschien denk ik dat nog steeds wel. Ik snap niets van de revolutie. Ik snap niets van de structuren die elke dag veranderen, van de stemmen die iedere dag uit andere hoeken lijken te komen. Ik snap niets van de man-vrouwverhoudingen, of de klassenverhoudingen. Ik begrijp niet waarom het plein de ene dag vol staat en de volgende dag bijna helemaal leeg is. Ik snap niets van de verdeeldheid en nog minder van de allesoverheersende eenheid. Toch zie ik nieuwe dingen, iedere dag. Dingen die ik niet in de Nederlandse kranten heb gelezen, dingen die ik niet in het nieuws heb gezien. En deze dingen wil ik vertellen. Omdat ik denk dat we wél wat toevoegen. Als journalisten, als antropologen en als jonge mensen hier in Cairo, vandaag. Dit is niet mijn revolutie. Maar ik zou nergens liever zijn dan hier. Femke Awater

4

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


met... Naam: Mohammed Waked Leeftijd: 43 Beroep: activist bij de Revolutionaire Socialisten

een liefdadigheidsorganisatie oprichten om jongeren te helpen in hun ontwikkeling. Onderwijs moet flink verbeterd worden. Het hele schoolsysteem moet opnieuw worden ingericht: het moet niet langer draaien om het dom onthouden van dingen. De Egyptische jongeren moet zelf leren nadenken Jongeren moeten de kans krijgen om kennis te maken met wat er allemaal mogelijk is, zodat ze er zelf achter kunnen komen wat voor werk hen ligt. Lessen in moraal zouden er ook moeten zijn, en lessen om andere culturen te leren begrijpen. Ook moet er op elke school een psycholoog zijn om jongeren met problemen te helpen.”

“Om eerlijk te zijn hou ik er niet van als mensen vragen wat ik hoop dat er in het komende jaar met Egypte gaat gebeuren. Dat is namelijk helemaal niet duidelijk. Het enige wat ik kan zeggen is dat het een gevecht zal zijn waar we als Revolutionaire Socialisten zo veel mogelijk uit zullen proberen te halen. Over mijn hoop kan ik nog weinig zeggen omdat alles constant verandert. Ik zal in een later stadium dingen accepteren die ik nu misschien onacceptabel vind en zaken die ik nu gemakkelijk accepteer, zal ik later juist belachelijk vinden. Uiteindelijk willen we rechtvaardigheid en gelijkheid. Daar vechten we voor en het goede is dat het gevecht doorzet. Het grootste doel van de Revolutionaire Socialisten op dit moment is het steunen van de Workers Party en het bereiken van arbeiders in Egypte. Dit proberen we te doen door de arbeiders veel te spreken en te steunen bij stakingen en demonstraties. Politiek in Egypte beperkt zich vaak tot grote manifestaties in de steden. Door de arbeiders te informeren en te steunen proberen we mensen beter te bereiken. Dat is belangrijk, de revolutie hangt ook van hen af. Ik geloof dat de stakingen en demonstraties van de arbeiders in de komende zes maanden zullen doorzetten en wellicht ook zullen groeien. We hebben in Egypte inmiddels een hele sterke arbeiderspartij, vakbonden die de afgelopen tien jaar in het geheim steeds groter zijn geworden en een revolutie waarin deze arbeiders een immens grote rol hebben gespeeld. Tegelijkertijd heeft de huidige minister van financiën zijn budget niet anders ingedeeld dan zijn voorganger onder Mubarak. Hierdoor worden arbeiders dus nog steeds benadeeld. Maar arbeiders in heel het land staken om de kleinste dingen dus wanneer hier niets aan verandert, verwacht ik zeker een reactie. Wanneer er niet genoeg verandert, zullen ze weer de straat op gaan. Het gevecht is nog lang niet afgelopen.“

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

5


maak kennis met...

Naam: Amal Ramsis Leeftijd: 39 Beroep: filmmaakster “Drie maanden voor de revolutie begon ik met het filmen van mijn documentaire Forbidden. Het woord ‘verboden’ was overal: Egyptenaren mochten niet staken, niet demonstreren, geen kritiek hebben op het regime van Mubarak. Als kunstenaar ben je je daar erg bewust van. Voor je het weet word je gearresteerd. Ik wilde de strategieën van mensen laten zien om hiermee om te gaan, om gewoon hun leven te kunnen leiden. Ook wilde ik laten zien dat door de jaren heen de mentaliteit van de Egyptenaren veranderd was. Het was niet meer alleen onderdrukking van de regering, maar het kwam ook uit de samenleving, uit onszelf. We begonnen de restricties normaal te vinden, te accepteren. We gingen elkaar ook dingen verbieden. Het was niet eenvoudig de documentaire te maken. Aan financiering hoef je niet eens te denken. Kritische films werden al helemaal niet getolereerd. Je kon niet zomaar op straat filmen, zonder lastig te worden gevallen door de politie. We reden in de auto en ik legde stiekem het straatleven vast. Verder nodigde ik Spaanse vrienden uit om Caïro te bezoeken, als we aangesproken zouden worden door de politie, konden we zeggen dat we toeristen waren. Eind januari was mijn documentaire klaar. Toen bleek dat ik een historisch document had gemaakt. Met de komst van de revolutie ging mijn film opeens over het verleden. Niet in alle opzichten natuurlijk, de samenleving is niet in een klap veranderd. Het duurt lang voordat de mentaliteit van mensen echt veranderd is. Mijn film heeft nu een nieuw belang, het herinnert ons eraan dat we nooit terug willen naar de oude situatie. En om de buitenwereld te laten zien waarom de revolutie nodig was, wat voor een schijndemocratie Egypte was.”

Ahmed: “Er is alleen maar onveiligheid sinds januari, geen respect meer voor de politie. Laatst werd er iemand aangehouden, wat denk je dat er gebeurde? Ze sloegen de agent in elkaar!” Ahmed’s broer Mohammed: “Veel mensen hebben slechte ervaringen met politiegeweld en uiten nu hun woede daarover. Daarom gebeurt zoiets!” Ahmed: “Laat ik het zo zeggen: als je een ezel hebt in je schuur, en die beweegt niet behalve als je een stok gebruikt, wat doe je dan? Dan gebruik je de stok.” Mohammed: “Mensen zijn geen dieren, Ahmed.” Cul: “Achmed, je bedoelt dus dat politiegeweld oké is omdat sommige mensen anders niet luisteren?” Ahmed: “Ongeveer een derde van de Egyptenaren is dom en heeft een stok nodig om te lopen.” Cul: “Maar Khaled Saïd* dan? Had die ook verdiend wat hem is overkomen?” Ahmed: “Kende je hem persoonlijk? Heb je thee met hem gedronken zoals wij nu doen? Ik kende hem niet en kan dus niet oordelen of hij goed of slecht was. De vraag is wat hij om drie uur ’s nachts in een internetcafe deed? Een pornofilm kijken? Drugs dealen? Of was hij netjes zijn CV naar een bedrijf aan het sturen? Ik weet het niet. Al die mensen die demonstreren en zeggen ‘Wij zijn allemaal Khaled Saïd’ weten dat ook niet, dus ze zouden hun mond moeten houden.” Cul: “Maar… je hebt toch wel de foto gezien? Ongeacht of hij goed of slecht was, had de politie toch niet het recht om hem dat aan te doen?” Ahmed: “Als je geen geweld gebruikt krijg je nooit een verklaring los. Hier in Egypte ben je schuldig tot je bewezen hebt dat het niet zo is. Liever dat een onschuldige wordt gedood - dat komt bij Allah wel weer goed - dan dat en schuldige vrij rondloopt. Het is geen goede reden om in opstand te komen en zoveel chaos te creëren.” Mohammed (zucht): “Mijn ouders en zussen staan wel achter de revolutie. We doen gewoon even alsof we geen broer meer hebben…”

Naam: Ahmed Leeftijd: 26 Beroep: reisgids

6

* Khaled Saïd had een klein incident met de politie. Hij moest dit met de dood bekopen, want twee geheime agenten plukte hem van straat en martelde hem. Toen werd hij halfdood op straat gedumpt zodat iedereen kon zien wat er gebeurde als je ruzie met de politie kreeg. ZHet gemolesteerde gezicht van Saïd werd een symbool van de onderdrukking toen er een Facebook-pagina werd gestart, genaamd ‘We are all Khaled Saïd’. Zijn dood wordt wel gezien als een van de vonken die de revolutie deed ontvlammen. TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Gezegd & Geschreven D oor M erel Rem kes

Cursus ‘dictator omver werpen’ EU steunt democratie? Tussen 1995 en 2013 betaalt de Europese Unie 13,3 miljard euro aan landen als Egypte en Algerije, waar dictatoriale regimes de dienst uitmaken. De Europese Unie wil met de financiële hulp ‘stabiliteit, welvaart en democratie’ bevorderen. Egypte ontving in die jaren maar liefst 2,3 miljard euro. Mubarak kreeg het geld niet persoonlijk, maar een groot deel van de hulp was wél rechtstreekse begrotingssteun waar zijn regime over kon beschikken. De Europese Commissie zegt dat ze dit soort steun geeft aan regeringen die voldoen aan ‘strikte’ criteria betreffende goed bestuur. Bron: nrc.next 10 mei 2011, ‘De EU gaf miljarden aan Noord-Afrika’

Zeven lessen voor dictators Het land in opstand? Goed dictatorschap in zeven lessen. 1. Maak je plannen niet bekend. Zo loop je het minst risico op militair ingrijpen van buitenaf. Gedraag je als de Syrische president Assad: geef een saai interview over hervormingen, waarna je de strijd tegen de opstandelingen keihard opvoert. 2. Geef anderen de schuld. Benadruk dat het overgrote deel van de bevolking nog steeds achter je staat en dat de protestbeweging ondersteund en gefinancierd wordt door Islamitische terroristen of geheimagenten uit de VS en Israël. 3. Houdt de media onder de duim. Probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat de wereld er achter komt wat er aan de hand is in je land door visa te weigeren aan buitenlandse journalisten en fotografen, ze vast te zetten voor ondervraging of ze gewoon te executeren. Neem contact op met Beijing voor advies over het controleren van sociale media. 4. Maak geen gebruik van je luchtmacht. Hoe aantrekkelijk het misschien lijkt om je eigen onderdanen te bombarderen, doe het niet. Dan krijg je het pas echt aan de stok met de internationale gemeenschap. Tanks kunnen ook al een heleboel voor je betekenen. 5. Word vrienden met Rusland of de VS. Die hebben veel internationale macht én vetorecht in de VN-veiligheidsraad. Grote machten hechten veel waarde aan mensenrechten, tot het moment dat deze principes conflicteren met hun eigen economische belangen. 6. Zorg ervoor dat de oppositie niet om hulp vraagt. Koop ze om (of erger) om ervoor te zorgen dat ze hun mond dicht houden. Het laatste dat je wilt is dat buitenlandse machten het idee krijgen dat er een democratisch alternatief is in je land, of dat de het idee voor een militaire interventie ontstaat. 7. Bovenal: zorg dat je de bom in handen krijgt. De Grote Leider van Noord-Korea, Kim Jong-Il, vaart er al jaren wel bij; de angst voor de atoombom. Bron: http://www.foreignpolicy.com/articles/2011/08/22/the_dictators_survival_guide/

In opstand komen tegen een regime klinkt misschien eenvoudig maak een Facebookpagina, verzamel wat mensen en spandoeken met boze leuzen - maar voor je het weet eindigt je samenzijn voortijdig in een bloedbad. Steeds opnieuw het wiel uitvinden is echter nergens voor nodig, in Servië kun je namelijk terecht voor een cursus ‘geweldloos een dictator omver werpen’. Na het succesvol verjagen van Milosevic vertaalden Servische jongeren van de organisatie CANVAS (Center for Applied NonViolent Action and Strategies) hun situatie in een universele strategie om zonder bloedvergieten van dictators af te komen. Ze hebben inmiddels al aan jongeren uit tientallen landen trainingen en adviezen gegeven. Dit jaar gingen jonge Egyptenaren bij ze in de leer. Ze leerden hoe ze mensen konden verzamelen, niet alleen op Facebook, maar ook op straat. In het verleden gingen Georgische jongeren de Egyptenaren voor; na hun cursus bestormden ze in 2003 het parlement en dwongen president Sjevardnadze af te treden. Hetzelfde geldt voor de Oranje Revolutie in de Oekraïne in 2004 en voor de protesten in 2004 en 2005 die in de Malediven tot hervormingen leidden. Naast de cursus kun je ook online aan je revolutionaire gerief komen; de film ‘Bringing down a dictator’ (te vinden op YouTube) en het boek ‘Revolutie voor beginners’ uit 2006 (vertaald in 17 talen) heeft al menig onderdrukte burger bijgestaan. Bron: nrc.next 1 april 2011, ‘Export van geweldloze Bprotesten’

Onnatuurlijke roep om vrijheid “Elk volk krijgt de regering die het verdient,” zei een Syrische vriend een aantal jaar terug tegen student Islamitisch Recht Maarten Zeegers. Pas onlangs begreep Zeegers wat zijn vriend bedoelde, schreef hij afgelopen zomer op de opiniepagina van nrc.next. “Een politiek systeem is een afspiegeling van de samenleving. In alle Arabische landen is die duidelijk gelaagd. De gewone man is sociaal en economisch afhankelijk van degene die boven hem staat. Je komt alleen in aanmerking voor baantjes op basis van persoonlijke contacten of in ruil voor financiële compensatie. Iedereen met ook maar een beetje macht misbruikt deze. Gemeenteambtenaren, politieagenten en zelfs leraren zijn corrupt. Verantwoording ben je alleen naar boven schuldig, met als hoogste instantie de president of God.” De reden hiervoor ligt in de historie van Arabische landen, volgens Zeegers. “Eeuwen geleden was de Arabische samenleving georganiseerd in stammen en clans. Aan de top stond het stamhoofd. Dat eiste onvoorwaardelijke loyaliteit van de afzonderlijke families. In ruil daarvoor deelde hij gunsten en privileges uit. Vrouwen en mensen buiten de familie of de stam hadden nauwelijks iets te zeggen. De huidige roep om vrijheid, ook van de conservatieve onderlaag, heeft dan ook iets onnatuurlijks. Hoe kan iemand die zelfs zijn vrouw nog geen toestemming geeft om het huis te verlaten om vrijheid roepen?” Voordat Arabieren echt democratie kunnen omarmen, zullen ze eerst moeten afrekenen met hun innerlijke dictatuur, aldus Zeegers. Bron: nrc.next 26 augustus 2011, ‘Hoe kun je de straat op gaan voor vrijheid als je vrouw niet naar buiten mag?’

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

7


Cairo, 4 november 2010 Vannachthadikeendroom.Demeestwonderbaarlijke,heerlijkedroomdieikooithebgehad.Ikzalhem zo goed mogelijk proberen te beschrijven.

8

Zoals vaak bij dromen, leefde ik toen ik ontwaakte nog even in de illusie dat mijn droom werkelijkheid was. Ik voelde me als een vogel zo vrij. Opgewekt stapte ik uit bed. Helaas begon langzamerhand het besef van de werkelijkheid steeds zwaarder op mijn schouders te drukken. Want ik leef niet in de wereld van mijn droom. Ik leef in een kooi. Letterlijk en figuurlijk. De straten hier zijn bevolkt met ontelbare ijzeren hekken. Overal waar ik kom is politie aanwezig en altijd vraag ik me af of ze een reden zullen verzinnen om mij van straat te plukken. Omdat ik iets doe wat door de wet verboden is of simpelweg omdat de politieagent in kwestie die dag met het verkeerde been uit bed is gestapt. Politiek actief zijn is verboden, mijn vriendin in het openbaar omhelzen of kussen is verboden, lopen door de straat die naar het Egyptisch museum leidt is verboden voor Egyptenaren. Vrijwel alles wat ik wil doen is verboden. Dat betekent echter niet dat ik die dingen niet doe. Het betekent dat ik alles in het geheim moet doen. Het besef dat vrijheid in mijn wereld, de wereld van miljoenen andere Egyptenaren, ver te zoeken is kwam pas op latere leeftijd, toen ik leerde over andere landen en andere samenlevingen. Als kind realiseerde ik me niet dat de beperkingen die ons worden opgelegd eigenlijk niet normaal zijn omdat ik geen andere wereld kende dan mijn eigen wereld. Ik wist dat buiten spelen niet mocht en ik leerde de politie te vrezen boven alles, boven mijn ouders en mijn grootouders. Ik dacht dat dit overal hetzelfde was. Als ik er zo over nadenk word ik hier eigenlijk altijd klein gehouden, behandeld als een kind met gewetenloze ouders. De gevolgen van iets doen of iets zeggen wat niet mag van ‘je ouders’ kunnen catastrofaal zijn. Zelfs als ik niets doe, loop ik het risico genadeloos bestraft te worden. Ik kan in de gevangenis belanden, gemarteld worden of zelfs de dood vinden. Voor iets waar ik als mens gewoon recht op hebt; mezelf ontwikkelen, liefde tonen, me gerespecteerd voelen. Kortom: vrij zijn. Elke kant die ik op kijk word ik tegenhouden door een muur van onmogelijkheden. Het is een beklemmend gevoel, zo beklemmend dat ik denk dat het bijna onvoorstelbaar is voor iemand die hier niet woont en er niet elke dag mee geconfronteerd wordt. Het is ook vernederend om alles wat ik wil doen in het geniep te moeten doen. Mensen zijn zichzelf langzamerhand gaan censureren omdat je nooit weet wie je kunt vertrouwen. Mijn buurvrouw of een voorbijganger op straat kan mijn leven voorgoed veranderen door iemand te vertellen over mijn dagelijkse bezigheden. Uit angst heb ik geleerd de waarheid in te slikken. En zo velen met mij. Hoe ouder ik word, hoe meer het voelt alsof mijn leefruimte alsmaar kleiner wordt. De frustratie van het gebrek aan vrijheid knaagt elke dag aan me. Ik ben het zat vernederd te worden, behandeld te worden als een onwaardig mens dat geen recht van spreken en geen recht van leven heeft. Ik houd dit niet lang meer vol. Ik voel me zo ingesloten dat ik het gevoel heb te imploderen. Het is onvermijdelijk dat ik op een dag geen andere mogelijkheid meer zie dan met kracht uit mijn kooi te breken. Ik vraag me af wanneer die dag aanbreekt. TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

Door Hannah Mathkor Beeld Irene Beydals

’s Ochtends trok ik mijn deur met een ruk achter me dicht. Meteen werd ik omarmd door de zinderende hitte. De stilte van mijn huiskamer maakte plaats voor de drukte buiten. Het was een gewone dinsdagochtend. Lichtvoetig wandelde ik over de stoffige, warme stenen, op weg naar het café een paar straten verderop. Daar had ik een afspraak met Robert, een goede vriend uit Londen die een paar dagen in het land was en die ik al tijden niet gezien had. Eenmaal aangekomen bij het café zag ik Robert zitten aan een tafeltje bij het raam. We begroetten elkaar hartelijk en onder het genot van een kopje zoete muntthee wisselden we nieuwtjes uit. Al vrij snel ontstond het idee om samen naar het Egyptisch Museum te gaan. Ik betaalde de rekening en we begonnen aan onze wandeling. We staken de straat over zodat we langs de Nijl konden lopen. Druk pratend aanschouwden we het prachtige uitzicht. Nergens kwamen we grote, ijzeren hekken tegen. De straat die naar het museum leidde was toegankelijk voor Egyptenaren en Robert en ik hoefden niet door aparte deuren naar binnen. In het museum mochten we samen rondkijken. We verwonderden ons over de vele schatten van Toetanchamon. Na ons bezoek liepen we naar mijn favoriete lunchplek waar mijn vriendin Salma zich bij ons zou voegde. Ik gaf haar een kus en omhelsde haar. Ze zag er prachtig uit en ik glunderde. Terwijl we bestelden legde ik mijn arm om haar heen. We aten met smaak, raakten verzeild in een lange discussie over de politieke situatie in Egypte en de tijd vloog voorbij. Ik nam afscheid. Die middag had ik namelijk een afspraak met wat medestudenten over het programma van de politieke partij die we op wilden richten. Ook waren we van plan een kort filmpje op straat te maken voor op onze website. Onderweg naar het metrostation kwam ik langs een demonstratie. Harde leuzen werden herhaald door een menigte mensen. Uit nieuwsgierigheid bleef ik even staan, nam een foto en keek om mij heen. Hoewel de groep gestaag groeide was er vrijwel geen politie te bekennen op straat. Ik keek op mijn horloge en haastte me naar mijn afspraak. ’s Avonds thuis aangekomen keek ik terug op een heerlijke dag. Geen enkel moment was ik bang geweest voor de politie of had ik het gevoel gehad dat ik iets stiekem moest doen. Moe maar voldaan zette ik de tv aan, net op tijd voor het begin van een interessante documentaire over het politieke bewustzijn van jonge Egyptenaren en hoe dat kan worden aangewakkerd. Na een laatste kopje thee plofte ik in bed. Mijn lichaam ontspande zich gelijk en ik zakte in een diepe slaap.


analyse

Lang leve de refo-lutie! D o or Zwaan Lakmaker Door een volksopstand is een dictator verjaagd. Een revolutie? Voor een land dat de afgelopen zestig jaar drie stabiele regimes achter elkaar heeft gehad, is deze machtsomwenteling uitzonderlijk snel gegaan. Het gebrek aan een leider die klaar staat om het land verder te besturen maakt dat we niet kunnen spreken van een ‘coup d´ètat’, maar dekt ‘volksopstand’ dan wél de juiste lading? Welke naam geven we aan deze gebeurtenissen? De ‘Arabische Lente’ klinkt hoopvol. In Egypte zelf wordt het de Revolutie van 25 Januari genoemd. Er is echter veel discussie over of het wel écht een revolutie is - en wat voor revolutie is het dan? De meningen over hoe de revolutie verloopt verschillen. Veel Egyptenaren vonden het geweldig dat de revolutie door de Tahrirdemonstraties van juli weer nieuw leven was ingeblazen; nu was er weer hoop dat dingen écht zouden veranderen. De mening van het gros van de Egyptenaren was dat een revolutie een proces is, het is nog volop in de gang. Veel mensen gaven echter aan dat de nieuwe demonstraties slechts een schim waren van de revolutie in de wintermaanden. In januari vulde een mensenmassa het plein en alle straten eromheen; nu werd de omgeving getekend door straatverkopers die het geheel een festival-achtige sfeer gaven. De frustratie over het halfslachtige protest nam serieuze vormen aan toen een grote groep activisten plotseling besloot de straatverkopers met geweld van het plein te jagen. Somberder klonk een jongen van de April 6 Youth Movement: “Dit is helemaal geen revolutie. Dat is slechts het geval wanneer het oude regime omvergeworpen is én er een alternatief aan de macht komt. Hier is echter slechts een deel van het oude regime weg, zonder vervangende machthebbers.” Dat de Egyptische situatie geen gangbaar verloop kent, analyseert ook de socioloog Asef Bayat. Maar dat betekent niet dat Egypte’s Lente niets met een revolutie te maken heeft. Hij beschrijft hoe er historisch gezien drie soorten ‘bottomup’ politieke omwentelingen voor komen. Allereerst is er de omwenteling binnen de bestaande politieke structuren, waar-

bij de oppositie door jarenlang druk uit te oefenen met steun van de bevolking democratisering kan doorvoeren (Brazilië, Mexico). Dan is er het ‘opstand-model’, waarbij een goedgeorganiseerde revolutionaire beweging een schaduwregering kan opzetten en vervolgens met geweld het oude regime omver werpt (Cuba, Iran). De laatste vorm van regimeverandering die Bayat beschrijft is een ‘regime-implosie’: door een sterke revolutionaire beweging stort het regime in, waarna een politiek vacuüm ontstaat, dat later door een nieuwe elite wordt opgevuld. Opvallend is dat de revolutie van Egypte niet onder één van deze modellen valt. Na slechts achttien dagen van vreedzaam protest stapte Mubarak op. Omdat dit zo ongekend snel gebeurde heeft de oppositie geen tijd gehad om parallelle machtsstructuren op te bouwen. Mubarak’s tegenstanders hebben veel sociale legitimiteit, maar geen bestuurlijke macht, zegt Bayat. Daarom is het – tot aan de verkiezingen, hoopt men - aan de tijdelijke regering en de geheimzinnige, anonieme Security Council of the Armed Forces (SCAF) om onder streng toezicht hervormingen door te voeren. Revolutie is daarom niet het goede woord, betoogt Bayat: het is een spannend spel tussen “een revolutionair verlangen naar het ‘nieuwe’ en een reformistisch traject.” Bayat schrijft dat het risico bestaat dat de hervormingen van de SCAF niet volledig zullen zijn, dat het ‘oude’ blijft gehandhaafd. Deze combinatie van revolutie en reformatie is dus een kwetsbaar, paradoxaal proces. Een refo-lutie. aldus Bayat. Het blijft lastig om een zich nog ontwikkelende omwenteling te classificeren. Bayat’s model van refo-lutie helpt hierbij. Egypte’s omwenteling valt niet in een hokje te stoppen: deze zit tussen Che en Gorbatsjov in. Bron: Bayat, Asef. 2011, Paradoxes of Arab Refo-lutions. (http://www.jadaliyya. com/pages/index/786/paradoxes-of-arab-refo-lutions)

t

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

9


10

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


column

Vrij zijn is maar relatief D o or M e re l Re mkes

Oktober 1981. Op een gure herfstmiddag in Amsterdam vult een baby voor het eerst haar longetjes en zet het op een schreeuwen. Kersverse vader Niek springt in de ziekenhuiskamer achter een horde coassistenten op en neer, in een poging ook een glimp op te vangen van zijn pasgeboren dochter. 3300 kilometer verderop beraadt de nieuwe Egyptische president Hosni Mubarak zich over de zojuist uitgeroepen noodtoestand in zijn land, bedoeld om islamistisch terrorisme de kop in te drukken. De geur van kruit die de moordenaar van Mubarak’s voorganger Anwar Sadat achterliet, acht dagen eerder, hangt nog in de lucht. 1985. Aan het eind van de eerste schooldag vangt Margriet kleine Merel verwachtingsvol op. Haar dochtertje had vaak nogal over zich heen laten lopen op de crèche, zou ze zich wel redden op de kleuterschool? Maar in een heftig gevecht om een blokkendoos die dag had Merel al snel de buit te pakken, en haar klasgenootje nagelafdrukken in zijn gezicht. Dat zat wel goed. Ondertussen schakelt Mubarak op zijn eigen manier de concurrentie uit. De noodtoestand is nog steeds van kracht. Verzet uiten tegen de gevestigde orde, door middel van demonstraties of stakingen, is verboden. Mensen mogen niet zomaar een politieke organisatie opzetten, of een grote donatie doen. Vermeende dissidenten worden opgepakt en gevangengenomen voor zolang nodig, zonder rechtszaak. 1995. Lamlendig hangt Merel over haar wiskundehuiswerk. A kwadraat plus B kwadraat is C kwadraat. De stelling van Pythagoras zal haar worst wezen. De boys van 3T zingen op de achtergrond over hun gebroken hart. Merel’s gedachten dwalen af. Oh TJ…, zwijmelt ze. Ook Mubarak gaat door moeilijke tijden. Zijn straffe manier van regeren heeft hem niet bij iedereen populair gemaakt. In Addis Abeba, de Ethiopische hoofdstad, omsingelen negen leden van de Egyptian Islamic Jihad de auto die Mubarak naar de Organization of African Unity moet brengen. Een machinegeweer ratelt kogels in het rond, die dankzij kogelwerend glas buiten gehouden worden. 2005. De champagnekurk valt met een mager boogje richting de grond, maar dat mag de pret niet drukken. Margriet zoent haar zojuist afgestudeerde dochter en Niek begint een betoog over de voordelen van het bestaan als freelance journalist. First things first, denkt Merel, en giet het glas champagne leeg in haar mond. Mubarak viert zijn eigen feestje. Ondanks het feit dat dit de eerste verkiezingen waren waar ook andere kandidaten aan mee mochten doen, is hij toch met 88% van de stemmen herkozen als president. De politie en ingehuurde Zware Jongens hebben goed hun werk gedaan: stemmers die hem niet steunen afhouden van stemmen, of gewoon in elkaar slaan. Ongebruikte stemformulieren naar believen invullen en de bakken met ingevulde formulieren op willekeurige tijdstippen sluiten. Oktober 2011. Merel geeft haar zusje een stomp als die haar condoleert met haar dertigste verjaardag. Mubarak wacht in een eenzame cel de vordering van zijn proces af. Na dertig jaar aan de macht te zijn geweest, is de oud-president aangeklaagd voor medeplichtigheid aan de dood van ruim 800 demonstranten in januari eerder dit jaar, en wordt verdacht van machtsmisbruik en zelfverrijking. Dertig jaar is heel erg lang. Lang genoeg om een baby volwassen te laten worden. Lang genoeg om patronen in te laten slijten in een samenleving. Sinds de valse start op de crèche ben ik graag de baas blijven spelen, en dat verander je niet meer zomaar. Door mijn genen, opvoeding en ervaringen heb ik een beperkte set aan gedragingen en reacties. Hoe graag ik het ook zou willen, ik zal geen ochtendmens worden, geen onverschillig typetje, geen keiharde zakenvrouw. Dertig jaar Hosni Mubarak laat ook z’n sporen na. Dertig jaar noodtoestand, martelpraktijken en corruptie wordt niet van de ene op de andere dag slechts een herinnering. Hoe kan een agent die gewend is aan machtsvertoon zich opeens beschaafd gaan gedragen? Hoe moet de ambtenaar die pas aan het werk gaat in ruil voor wat biljetten zijn vaste patronen doorbreken? Met een nieuwe regering heb je niet zomaar een nieuwe samenleving. Vrij zijn is maar relatief.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

11


Façade van eenheid In Nederland hebben we al lange tijd ervaring met het befaamde ‘poldermodel’. In Egypte bestaat zo’n traditie van compromissen en tolerantie niet. Toch wordt er op het Tahrirplein aan eenheid gewerkt, op een manier die vergelijkbaar is met het poldermodel. Leidt dit echter wel tot eenheid? Of leidt het gebrek aan ervaring met het poldermodel tot een situatie waarin de eenheid alleen bestaat bij de gratie van het uitspreken van eenheid? D o or Gosse Vu i j k

Het staat meteen in het eerste artikel van de ‘Grondwet van Tahrir’: “Houd je aan de ethische code van het plein: eenheid, nationaal belang boven partij of persoonlijk belang.” Vergelijkbare regels waren in de zomer terug te lezen op een groot bouwsel op het plein. Het zijn twee pogingen om de aard van het plein vast te leggen, met de nadruk op eenheid. Deze roep werd veel herhaald op het plein. Veel vrouwen en meisjes maakten opmerkingen over de gelijkheid die zij voelden tussen mannen en vrouwen. Ook tussen christenen en moslims werd naar eenheid gezocht. Een symbool dat beide religies in eenheid weergeeft - een halve maan (islam) met een kruis (christendom) erin - was op verschillende plekken op het plein te zien. De aanhangers van beide religies baden naast elkaar. Toch was de eenheid nog het meest te vinden in de gedeelde eisen die de mensen naar het plein hadden gebracht. Iedereen op het plein vocht voor meer vrijheid, democratie en sociale rechtvaardigheid. Door deze eisen werd het lot van de individuen op het plein direct gekoppeld aan het lot van de natie. Dit leidde er toe dat persoonlijke meningsverschillen minder van belang werden. Het welzijn van de natie werd het belangrijkste. Het welzijn van de natie moet, in deze tijd van natiestaten, worden gewaarborgt door de staat. Deze rol van de staat werd echter niet uitgesproken. Het ging namelijk om het nationaal belang, daar was iedereen het over eens.

verbinden, over de ordening van de staat gingen. Het gebrek aan eenheid, op het gebied van ideeën over de natie en de staat, was duidelijk te zien aan de zeven podia op het plein, die allemaal hetzelfde verkondigden in iets andere bewoording en met een net iets andere nadruk. Zelfs de April 6 Youth Movement viel ten prooi aan verdeeldheid. Deze beweging had alleen een revolutionaire agenda. Er werd expliciet gezegd dat de politieke agenda’s van de leden aan de kant moesten worden gezet om samen te strijden voor tien revolutionaire eisen over democratie. In juli besloot een deel van deze beweging echter dat ze wel een politieke agenda wilden voor na de revolutie. Hierop gingen de groepen uit elkaar, met als gevolg dat er twee April 6th tenten op Tahrir waren in plaats van één tent. Verdeeldheid in plaats van eenheid. Het plein bleek niet een plein van eenheid, het was een plein van verborgen verdeeldheid. De eenheid onder het principe dat het nationaal belang boven het persoonlijk of partij belang gaat, bleek geen eenheid te zijn. De vraag wat het nationaal belang is, was nog niet beantwoord. Daarom kon iedereen zeggen in het belang van de natie te handelen, terwijl er in de praktijk allerlei verschillende gedachten achter zaten. Iedereen had zijn eigen natie, met zijn eigen staat, voor ogen, maar de verschillen werden niet benoemd. Het ging enkel over nationaal belang en dezelfde eisen. Op die manier werden de onderlinge verschillen makkelijk verbloemd.

Het blijkt een façade waarachter verschillen verscholen gaan Verschil

De façade

Maar vanaf 8 juli, toen de demonstranten massaal terugkeerden naar het plein dat ze na het aftreden van Mubarak hadden verlaten, werd meteen duidelijk dat men het niet eens was over hoe de natie eruit hoort te zien. Hierdoor was er ook zeker geen gezamelijk idee over hoe de staat er uit hoort te zien. Terwijl alle eisen, die de mensen op het plein zouden moeten

In haar boek ‘Kamikaze, Cherry Blossoms and Nationalism’ (2002) introduceert Emiko Ohnuki-Tierney de term ‘méconnaissance’. Met deze term verwijst ze naar het fenomeen dat in communicatie mensen niet altijd dezelfde betekenis toekennen aan een symbool waarmee ze communiceren (Ohnuki-Tierney 2002: 281). Doordat sommige symbolen verschillende beteke-

12

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Het grote bouwsel met daarop de inofficiële regels van het plein Beeld Irene Beydals

nissen hebben, lijken mensen soms over hetzelfde te spreken terwijl dit helemaal niet het geval is. De verdeeldheid op het plein, en hoe dat toch een eenheid lijkt, is goed uit te leggen met dit idee van Ohnuki-Tierney. De mensen op Tahrirplein zeggen dat ze allemaal dezelfde eisen hebben, waar ze als een groep voor vechten. Alleen de betekenis die al deze eisen voor de verschillende mensen en groepen hebben, zorgt voor verdeeldheid. Iedereen denkt in het belang van de natie te handelen maar daardoor kan nog steeds iedereen iets anders doen. Een voorbeeld: op vrijdag 23 juli 2011 werd er een protestmars georganiseerd door de April 6 Youth Movement om gerechtigheid te eisen. De mensen die tijdens de protesten in januari en februari protestanten vermoord hadden moesten berecht worden. Ashraf was een van de jongens die deze mars aanjoegen. Hij zat op de schouders van een van zijn vrienden, kreten te schreeuwen. Die kreten werden vervolgens herhaald door de menigte. Ashraf sprak de verantwoordelijken in de regering bij naam aan en eiste straffen voor hen in persoon. Hij werd door de andere jongens naar beneden gehaald, dit hadden ze niet afgesproken. De rest van de groep wilde het alleen laten bij een schreeuw voor gerechtigheid. Beiden hadden het belang van de slachtoffers en nabestaande voor ogen maar gaven er een andere uitvoering aan. Ook over de vraag, of er eerst een nieuwe grondwet moest komen of dat er eerst verkiezingen gehouden moeten worden, werd op het plein volop gediscussieerd. Ook vroegen mensen zich af of het überhaupt wel verstandig was om op het plein te blijven. Ze waren bang dat de sympathie voor de revolutie onder de bevolking zou verdwijnen als men te lang op het plein bleef zonder dat er iets veranderde. De voorstanders zeiden juist dat weggaan de druk op de regering weg zou nemen. De nodige hervormingen zouden hierdoor uit blijven. Het feit dat deze discussie openlijk werd gevoerd, geeft wel aan dat men zich in ieder geval bewust is van de verschillen. De vraag is alleen of men zich ervan bewust is dat een enkel discours van eenheid deze verschillen niet kan overbruggen. De eenheid werd dus gecreëerd doordat men dacht aan hetzelfde te werken terwijl men eigenlijk iets verschillends voor ogen had. Het

lot van de natie, of dat van de slachtoffers en nabestaanden, was een symbool van eenheid waarin iedereen zijn eigen ideeën daarover kon plaatsen. Op die manier ontstond méconnaissance. Men dacht het over hetzelfde te hebben, maar dat blijkt een façade waarachter verschillen verscholen gaan.

Het gevaar? Door de schijn van eenheid die de demonstranten op het plein voor zichzelf gecreëerd hebben, zouden ze de onderlinge verschillen kunnen onderschatten. Ze doen verwoede pogingen om eenheid te creëren, bijvoorbeeld door alleen nog persberichten uit te vaardigen die door alle groepen op het plein ondertekend zijn. Sommige mensen van buiten het plein geloven dan ook dat er meer eenheid dan ooit heerst op het plein. Door de schijn van eenheid te creëren met vage gezamenlijke regels, zoals het belang van de natie boven het persoonlijk belang, loop je altijd het risico om bij grotere druk uit elkaar te vallen. Wij hebben het in Nederland, bijvoorbeeld, bij de LPF gezien. Een groep mensen die dacht dat ze allemaal op dezelfde manier Nederland verder wilden helpen, bleek onder druk alleen maar los zand dat bij elkaar werd gehouden door de liefde voor een overleden leider. Niet dat de LPF vergelijkbaar is met de gebeurtenissen in Egypte, maar het proces dat leidde tot de ondergang van de LPF kan ook in Egypte een destructieve rol spelen. Het gebrek aan ervaring met democratie kan desastreuze gevolgen hebben. Wat gebeurt er als de revolutie afgelopen is? Valt deze groep mensen, die strijden voor een nieuw Egypte, dan ook uit elkaar omdat hun gedeelde situatie op het plein verdwenen is? Zijn de Egyptenaren, die geen ervaring hebben met democratie of het poldermodel, in staat dit op een democratische manier op te lossen? Of valt de macht dan weer in handen van een select groepje? Kortom, wat gebeurt er als deze façade van eenheid valt?

Bron: Ohnuki-Tierney 2002: Kamikaze, Cherry Blossom and Nationalism. Chicago: University of Chicago Press

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

13


Pleinbewaaksters

Vrouwelijke demonstranten waken over nieuw verworven ruimte Uit veel nieuwsitems gemaakt in januari 2011 klonk een positieve verbazing over de rol die vrouwen innamen op het Tahrirplein. “De revolutie maakt ons één, alle verschillen tussen man en vrouw zijn hier verdwenen,” werd er door geïnterviewden op Tahrir gezegd. Over welke verschillen hebben zij het? In hoeverre zijn de problemen waar Egyptische vrouwen dagelijks tegenaan lopen écht opgelost? D o or Le oni e Hosselet

Het meest opvallende verschijnsel waar vrouwen in Egypte mee worden geconfronteerd, is seksueel lastiggevallen worden, fysiek of met woorden. Volgens de Egyptian Center for Women's Rights heeft bijna 70% van de Egyptische vrouwen hier ervaring mee. “Het is een dagelijkse strijd die vrouwen in dit land aangaan,” legt de Egyptische journaliste Marianne Nagui uit. “Maar de visie die hieraan ten grondslag ligt, is nog veel schadelijker dan het lastiggevallen worden zelf. Het gaat erom dat vrouwen in de Egyptische samenleving vaak niet als mens beschouwd worden maar puur als vrouw, een vrouwelijk lichaam. Hieraan verbinden mensen allerlei assumpties over hoe je behandeld zou moeten worden en hoe je je zou moeten gedragen. Dat kan verschillende gevolgen hebben, bijvoorbeeld dat je nageroepen of betast wordt. Maar het kan er ook toe leiden dat mensen de behoefte voelen je te beschermen.” Dat laatste is eigenlijk nog vervelender, vindt Marianne. Het is immers makkelijker om iemand die agressief is terecht te wijzen, dan iemand die goede bedoelingen heeft. Vooral op haar werk loopt ze daar tegen aan. Marianne: “Ik wilde bijvoorbeeld als voetbalverslaggever werken, maar dat mocht niet van mijn baas. Hij ging ervan uit dat het fout zou gaan als ik me als vrouw in een menigte zou begeven; dat mensen me dan zouden lastigvallen. Aangezien ik mezelf blijkbaar op zo'n moment niet zou kunnen beschermen als vrouw zou de cameraman dat moeten doen, waardoor hij niet goed zou kunnen filmen.” Ze fronst haar wenkbrauwen. ”En een reportage in het buitenland ging aan mijn neus voorbij omdat het goedkoper was om een man te sturen. Hij zou een kamer kunnen delen met de cameraman en ik niet, was het idee. Het heeft een flinke tijd geduurd voordat ik me daar overheen kon zetten. Door dat soort stomme dingen kom ik niet vooruit op mijn werk.” Het voorbeeld laat volgens Marianne ook zien dat vrouwen over het algemeen niet helemaal serieus worden genomen en niet voor honderd procent als gelijken worden gezien: “Vrouwen moet twee keer zo hard werken om te laten zien dat ze iets aankunnen. Het verschilt natuurlijk per familie, vriendengroep en werkplek. Maar over het algemeen is het idee dat vrouwen wel veel kunnen, maar dat er uiteindelijk toch een man aan te pas moet komen om echt de puntjes op de i te zetten.”

Rolpatronen uitgedaagd Tijdens de revolutiedagen van januari 2011 leken deze dagelijkse ergernissen ineens geen rol meer te spelen. Mannen en vrouwen stonden als gelijken in de menigte op en rondom het Tahrirplein. Documentairemaakster Amal Ramsis herinnert zich

14

dat ze in een hemdje rondliep omdat het zo warm was, iets wat ze normaal nooit zou doen. “Mannen en vrouwen keken in die dagen heel anders naar elkaar. Je hoorde telkens sorry om je heen als een man per ongeluk een vrouw aanraakte in de menigte. Daarom was het voor ons redelijk makkelijk om undercover medewerkers van de regering te spotten. Zij waren de enigen die je het gevoel gaven bekeken te worden.” En vrouwen waren niet alleen aanwezig, maar speelden ook een actieve rol, vertelt Mozn Hassan van de feministische organisatie Nazra. “Vrouwen deden dingen die buiten de traditionele rolpatronen vielen. Ze bewaakten de grenzen van het plein en vochten mee bij confrontaties met de politie. Hun bijdrage was heel zichtbaar.” Ashraf van de revolutionaire beweging April 6 Youth Movement noemt de vrouwen op het plein onmisbaar: “De jongens willen vaak meteen in actie komen als er iets gebeurt. Het zijn dan de meiden die hen tegenhouden en hen dwingen om eerst goed na te denken over een gepaste reactie.” Ook nu, een paar maanden later, neemt Tahrir een bijzondere positie in ten opzichte van het Egypte buiten het plein. Ola is één van de vrouwen die in januari de grenzen van het plein bewaakten. Dag en nacht stond ze paspoorten en tassen te controleren. Ola: “We dachten toen we in februari van het plein afgingen dat er in de hele samenleving echt iets veranderd was. Maar na drie weken was alles eigenlijk weer hetzelfde.” Hiermee doelt ze niet zozeer op ongelijkheid tussen man en vrouw; zijzelf voelt zich gerespecteerd in haar omgeving. Maar aan het lastiggevallen worden op straat ergert ze zich des te meer. Toen in juli 2011 mensen opnieuw het plein bezetten, omdat ze vonden dat het te lang duurde voor alle revolutionaire eisen werden ingewilligd, keerde ook Ola terug als pleinbewaakster. “Het speciale gevoel van januari was meteen weer terug,” vertelt ze enthousiast. “Er is iets met dit plein, de mensen behandelen elkaar op een beschaafde manier. Ze maken geen ruzie en vrouwen worden niet nageroepen.”

Rolpatronen herbevestigd Het Tahrirplein was en is dus nog steeds een plek waar vrouwen zich onafhankelijk van de bestaande rolpatronen kunnen bewegen. Maar de manier waarop de Supreme Council of the Armed Forces (SCAF) omgaat met demonstranten bevestigt de rolpatronen juist weer. Marianne: “Zowel het Mubarak regime als het huidige regime regime behandelde ons specifiek als vrouwen; we werden en worden op een andere manier aangevallen en bedreigd dan mannen.” Een voorbeeld is het schandaal rondom de 'virginity tests'; achttien vrouwen werden door de

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Het bord dat vrouwencoupé’s in de metro aangeeft. Beeld Charlotte Reekers

SCAF opgepakt na demonstraties in maart 2011 en gedwongen een maagdelijkheidstest te ondergaan. Een Egyptische generaal verklaarde op CNN dat het leger wilde voorkomen dat de vrouwen later zouden beweren dat soldaten hen hadden verkracht. Daarom wilde het leger aantonen dat de vrouwen überhaupt geen maagd meer waren, wat de soldaten als ‘bewijs’ konden aandragen in het geval dat een vrouw hen van verkrachting zou beschuldigen. Amnesty International noemde de redenering dat er alleen van verkrachting te spreken is als het slachtoffer nog maagd was “een seksistische gedachte die al jaren geleden in diskrediet is geraakt” en “een legale absurditeit”.2 De logica van het leger is op dit punt moeilijk te begrijpen. In feministische kringen wordt dan ook beweerd dat het hele voorval enkel als doel had om vrouwen angst aan te jagen. De suggestie wordt gewekt dat vrouwen die demonstreren onvermijdelijk tot moreel verval zal leiden, wat ook te zien is aan een ander citaat van de generaal in datzelfde CNN-interview: “Deze vrouwen waren niet zoals mijn dochter of die van jou. Ze hebben gekampeerd in tenten, samen met mannelijke demonstranten.”3 Op deze manier worden vrouwen die demonstreren juist extra op hun plek gewezen, omdat ze zich niet zouden gedragen zoals het hoort.

is nog steeds fragiel en onvoltooid, en een sociale revolutie is nog veel moeilijker. Dat kost veel meer tijd. De eerste stap is het creëren van meer acceptatie voor het idee dat mensen van elkaar kunnen en mogen verschillen, dat het feit dat je een man of een vrouw bent niet betekent dat je je op een bepaalde manier moet gedragen.” Ze geeft aan dat diversiteit op religieus, seksueel en sociaal gebied sowieso moeilijk gevonden wordt in de Egyptische samenleving,. “Ik denk dat dat vooral met opvoeding, media en educatie te maken heeft; je krijgt maar weinig alternatieve ideeën aangereikt. En ouders laten hun kinderen nauwelijks eigen keuzes maken; waar ze later gaan wonen, wat ze voor opleiding zullen doen. Het resultaat is dat de wereld gepresenteerd wordt alsof er maar één weg bestaat. Zo wordt een one-track-mind gecreëerd. We hebben nog een lange weg te gaan om hier iets aan te veranderen.” De revolutie op zich zal dus niet direct voor sociale veranderingen in de samenleving zorgen. Maar is er misschien sprake van een verandering in hoe vrouwen naar zichzelf kijken? Volgens Marianne is dit voor hen die betrokken zijn bij de revolutie niet nodig. “Zij weten allang wat ze kunnen. En ook andere vrouwen, die in hun eentje een hele familie onderhouden, zijn zich bewust van hun kracht. Nu is het aan de samenleving om dat in te zien en te gaan waarderen.”

In beweging De revolutie is dus niet enkel een positieve ervaring voor de meeste vrouwelijke demonstranten; waar aan de ene kant ruimte voor nieuwe denkbeelden gecreëerd wordt, wordt aan de andere kant door het regime die ruimte weer keihard ingeperkt. Maar er is in ieder geval sprake van beweging. Marianne denkt dat de Egyptische samenleving nog niet klaar is voor echte gelijkheid: “We moeten de gebeurtenissen van de afgelopen tijd niet idealiseren. De politieke revolutie die we doormaken

Bronnen: http://www.dawn.com/2011/07/30/no-revolution-foregypt%E2%80%99s-women.html http://www.amnesty.org/en/news-and-updates/egypt-admission-forced-virginity-tests-must-lead-justice-2011-05-31

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

15


articul

Revolutionaire kunst Tekst en beel d d oor Ch ar l ot te Reeker s

Tijdens de eerste protesten in Cairo in januari en februari was er een toename van straatkunst en andere creativiteit op het Tahrirplein te zien. Adel Abdel Moneim, Arabisch docent verbonden aan het Nederlands-Vlaams instituut in Cairo, was aanwezig bij de demonstraties. De grote standbeelden leeuwen vlakbij het plein waren helemaal beklad met spreuken. Toen Mubarak vertrokken was en de rust was teruggekeerd, werd dit meteen schoongemaakt, tot ongenoegen van Adel Abdel. Voor hem was het juist een mooi aandenken aan dit historische moment. Na februari werd het rustig in Cairo, voor veel mensen te rustig. Op 8 juli stond het plein opeens weer vol en kreeg het opnieuw een andere vorm dan normaal. Het Tahrirplein is namelijk normaliter een rotonde waar vijf wegen op uitkomen. Tijdens de sit-in werden deze wegen met prikkeldraad afgezet en kon men het plein alleen te voet, via verschillende smalle toegangen, betreden. De ingangen werden door vrijwilligers bewaakt en ook op het plein liep bewaking rond, die te herkennen was aan de witte banden om hun bovenarm. Hier heeft de overheid niks te zeggen, de demonstranten kunnen doen wat zij zelf willen met het plein. Conflicten tussen demonstranten worden onderling afgehandeld. Een manier om Tahrirplein nog meer over te nemen en te claimen was door het beschilderen van deze ruimte. Ondanks dat er niet veel muren zijn, werd deze methode veel toegepast. Aan één kant van het plein staat een groot grijs flatgebouw en dat stond dan ook al snel vol met graffiti. Daarnaast werden er bijna dagelijkse nieuwe schilderingen op de grond gemaakt; graffiti artiesten live in actie. Net buiten het plein, bij de Amerikaanse universiteit, waren de muren ook beschilderd met revolutionaire spreuken. Over het gebruik van graffiti in de publieke ruimte verschillen vaak de meningen. Adel Abdel Moneim ziet het als een vorm van kunst en een herinnering aan de revolutie, anderen zien

16

het als een vorm van vandalisme en een teken van achterstand. Opvallend was dat het vooral de burgers waren die na de eerste demonstraties de graffiti opruimden, niet de overheid. Deze mensen kunnen een schoon plein zien als een begin van een nieuwe en hopelijk betere tijd. Graffiti gaat namelijk tegen een geïdealiseerd idee in, over hoe een moderne gecontroleerde stad eruit moet zien, zo stelt antropoloog Faye Docuyanan (Docuyanan 2000:106). Ze ziet graffiti als place-making. Graffiti artiesten gebruiken stedelijke ruimtes om hun eigen persoonlijke verlangens, behoeftes en motivaties te vervullen (ibid:105). Hiervoor moeten zij ruimte claimen, die zij niet van de overheid krijgen. Ook de Egyptische kunstenaar Ganzeer ziet straatkunst als een manier om ruimte in te nemen: ‘reclaiming the city’. Hij wil hiermee zeggen dat de overheid de macht over de publieke ruimtes heeft en dat straatkunst een manier is om deze macht te ondermijnen. Het is verboden om zonder toestemming iets aan de publieke ruimte te veranderen. Graffiti is daarom een illegaal, niet alleen in Egypte maar overal ter wereld. Juist door straatkunst kunnen de inwoners van een stad iets van die ingeperkte ruimte terugnemen. Naast het claimen van ruimte is graffiti en straatkunst een medium om gevoelens mee te communiceren. Deze kunstvorm is voor iedereen zichtbaar en personen komen er in het dagelijks leven mee in aanraking. Een revolutionaire boodschap op een publieke muur kan daarom veel doeltreffender zijn dan een kunstwerk in een galerie. Bron: Docuyanan F 2000 Governing Graffiti in Contested Urban Spaces, Polar, Political and Legal Anthropology review. 23:1 Beeld rechterpagina: Het Tahrirplein met kunstwerken op de grond.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

17


Versiering op straat, buiten het plein De Egyptische vlag, die voorheen niet veel betekenis had voor burgers, werd het teken van de revolutie. Mensen gingen met rood, witte en blauwe verf de straat op en beschilderden in meerdere straten allemaal paaltjes, stoepranden en muren. Ook kreeg een volledige boom de kleuren van de vlag. Een andere manier om de straten te versieren was door middel van stencils. Zo heeft de April 6 Youth Movement bijvoorbeeld zijn eigen stencils, die op verschillende plekken in de stad terug te vinden waren. Boven: Schildering op een muur in Tahrirplein. Links: Versierde boom in de wijk Zamalek.

18


Professionele artiesten en martelaarschap Naast deze versiering heb je ook artiesten die voor de revolutie al actief waren als kunstenaar of straatkunstenaar. Studenten van de Fine arts college op het eiland Zamalek communiceren over hun gevoelens over de revolutie door middel van het beschilderen van hun schoolmuren. Ganzeer voegt iets toe aan de revolutie door het maken van portretten van martelaren, de mensen die zijn overleden tijdens de demonstraties in februari. Deze vorm van herdenking van slachtoffers is al bekend bij straatkunstenaars. In Amerika worden van de slachtoffer van bendegeweld ook straatportretten gemaakt. Een overledene wordt op deze manier een onderdeel van de publieke ruimte en van collectieve gevoelens. Rechts: Deel van schildering op schoolmuren. Onder: Martelaar van de revolutie, Seif Allah Mustafa, 16 jaar oud.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

19


Maak je eigen anti-Mubarak graffiti-stencil

20

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Beeld Danielle Cohen Henriquez

‘Lach, zodat de revolutie er goed uit ziet!’

Toen Mubarak begin februari zei dat hij zou aanblijven als president zonk de moed velen op het Tahrirplein in de schoenen. Maar op dat moment wisten de revolutionairen naar een wapen te grijpen dat achteraf een van de krachtigste zou blijken in deze strijd: humor. D o or Dani e l l e Coh en H enriquez ‘Vertrek nu, mijn armen beginnen pijn te doen’, en ‘Ga weg! Ik wil naar huis, een douche nemen en slapen’. Deze leuzen vulden vanaf 4 februari de spandoeken op Tahrir. Mubarak had de demonstranten een paar dagen eerder toegesproken met woorden van ongeveer de volgende strekking: “Mijn lieve kinderen, papa houdt van jullie, stop nu met buiten spelen.” Hij bleef. En ondanks alle aanvankelijke wanhoop en neerslachtigheid bleven de Tahrirkinderen ook. Zij hadden namelijk een nieuwe strategie gevonden: het grimmige Tahrirplein bouwden ze om tot een openluchtfeest. Velen denken dat de opstand in Egypte spontaan ontstond. Voor honderdduizenden deelnemende demonstranten was dit ook het geval. Maar in feite waren de protesten nauwkeurig uitgedacht door jongerengroepen. Hun strategieën komen uit het handboek From Dictatorship to Democracy (1973), geschreven door de goeroe van geweldloos verzet Gene Sharp. Ditzelfde werk is geraadpleegd door vele andere revolutionaire bewegingen, zoals de Otpor-beweging in hun verzet tegen Slobodan Milosevic in 1999. In een informatietijdperk worden conflicten niet alleen meer beslecht door het winnen van veldslagen, maar ook door het winnen van ‘hearts and minds’. Deze manier van oorlogvoering wordt ook wel perceptieoorlog genoemd. Het is een fijne ontwikkeling voor de burger die het wil opnemen tegen zijn of haar regime. Het is bij zoiets namelijk redelijk cruciaal dat anderen met je meedoen. Het is ook handig als de internationale gemeenschap jou gelijk geeft. Hoe krijg je je medeburgers en de internationale gemeenschap (geweldloos) aan jouw kant? Volgens Sharp kan dit het beste door symbolisch actievoeren; bezet een symbolische locatie en toon hierover een eenduidige waarom-boodschap aan je medemens. De waarde van humoristische symbolen is volgens Sharp niet te onderschatten: “Deze onderhouden de collectieve psyche en voeden de verzetsgeest.”

the revolution was being betrayed and aborted had started to rise. By the end of the third day, the frustration was overwhelming. Thinking that it was just absurd to turn back after all that we’ve done, after all that’s been done to us, I checked my Facebook for the last time before I go to sleep to see a joke a friend had posted on my profile. “Smile, so that the revolution would come out well”, it said. Suddenly, I found myself laughing hysterically. Suddenly, I found my spirit lighter and able to laugh. It was a word play drawing on a popular Egyptian movie called ‘Smile so that the picture would come out well’. The words ‘picture’ and ‘revolution’ rhyme in the same way (Soora/Sawra). I circulated the joke, laughed until I felt that everything was alright and I went to sleep feeling OK. The next few days, a volcano of revolution jokes erupted in Tahrir Square and elsewhere. The Egyptian protesters turned the hard times that they were supposed to be living in Tahrir Square to a pool of jokes, creative banners and sarcastic songs all united in calling for the dictator to leave. Tahrir became the place to be! This festive gathering ended one week later with the ousting of Mubarak, and the jokes and the laughter continued much longer until the world was calling our revolution: The Laughing Revolution!” Dat dit een ‘Laughing Revolution’ werd wil allerminst zeggen dat het er alleen maar gezellig was. Het regime schoot, sloeg en knuppelde regelmatig terug. Toch was de perceptieoorlog al gewonnen door de revolutionairen met het wapensysteem van de humor. Op 12 februari kon iedereen weer douchen en slapen.

Ter illustratie een dagboekfragment van die dag dat Mubarak bleef begin februari door Abdul Rahman El-Taliawi, een 26-jarige architect uit Cairo:

Bronnen - www.cbc.ca/asithappens/features/2011/02/23/gene-sharpon-non-violent-revolution/ - www.euronews.net/2011/02/02/egypt-protests-in-banners/ - Sharp, G. 1973, The Politics of Nonviolent Action. Boston: Porter Sargent Publishers.

“The pressure was immense. Protesters were being murdered on the ground, and others were calling for the abortion of the revolution from behind their keyboards. For two days, this continuous argument was taking place. For two days, a sense that

Danielle Cohen Henriquez is student Algemene Sociale Wetenschappen en studeert af op ‘Framing door activisten van de sociale omwenteling tussen 25 januari en 11 februari 2011 in Egypte’.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

21


Leiders in een leiderloze revolutie De revolutie in Egypte kent geen leiders, het is een collectieve reactie op gebeurtenissen die al bijna dertig jaar spelen. Maar wat zorgt er nou concreet voor dat een groep demonstranten en zelfs een heel land bij elkaar gehouden wordt ten tijde van een revolutie? D o or Souf yan e l H ammo uti

Na het laten zien van mijn paspoort, een fouilleersessie en het beantwoorden van een aantal vragen over wie ik ben en wat ik kom doen, word ik vriendelijk en welgemeend begroet met de woorden: “Welcome to Egypt!” Toch kan ik na al deze moeite nog steeds niet het Tahrirplein in hartje Caïro betreden. De laatste, misschien wel zwaarste, hindernis komt op mij af in de vorm van een schattig tienjarig jongetje gewapend met een kwastje en drie verschillende kleuren verf in plastic bekertjes. ‘Egyptian flag?!’, hoor ik hem zeggen met een vragende blik. Maar net als alle voorgaande keren wijs ik hem, bijna overgehaald door zijn schattigheid, beleefd af, nog niet beseffende hoe belangrijk de rol van dit kind en zijn daden in de revolutie wel niet zijn.

Een leiderloos volk

Nog in Nederland had ik bedacht dat ik wilde schrijven over de meest invloedrijke personen, of zelfs iconen van de revolutie. Wie zijn ze? Hoe wordt er over hen gesproken door de revolutionairen? Hoe zien zij zichzelf eigenlijk? Eenmaal in Egypte moest ik dit idee voor een artikel echter snel opzij zetten. Keer op keer wordt mij namelijk door verschillende personen, zowel op het Tahrirplein als daarbuiten, op het hart gedrukt dat er geen iconische leidersfiguren aan te wijzen zijn en dat het van het begin af aan een collectief gebeuren geweest is. “Er zijn misschien wel personen aan te wijzen die anderen geïnspireerd hebben, maar er zijn geen leiders in deze revolutie,” vertelt Sarah el Sirgany van Egypt Daily News. Dit gebrek aan leiderschap lijkt in eerste instantie misschien vreemd. Hoe kan een grote groep verschillende mensen immers gemobiliseerd worden zonder leider? De geschiedenis leert ons dat een leider niet essentieel is voor het vormen van een groepsgevoel. Dit gevoel kan bijvoorbeeld ook gecreëerd worden door het denken in termen van binnen- en buitenstaanders. De Britse antropoloog Evans-Pritchard (1969: 139-192) beschreef al in 1940 hoe de Nuer in Sudan een segmentatiesysteem kenden waarbij situationele groepen gevormd werden wanneer er tegen een gezamenlijke vijand gestreden moest worden . De oprichting van de Facebookpagina ‘We are all Khaled Said’ is een goed voorbeeld van een situatie waarbij in Egypte een groepsgevoel is ontstaan door een nadruk te leggen op de aanwezigheid van binnen- en buitenstaanders. De pagina is opgericht om de dubieuze omstandigheden onder de aandacht te brengen waaronder Khaled Said op 6 juni 2010 in Alexandrië is gestorven nadat hij gearresteerd was door de Egyptische politie. De naam van de pagina legt duidelijk de nadruk op solidariteit met Said. De binnenstaanders staan hierdoor recht tegenover de Egyptische politie en, in het verlengde hiervan, het toenmalige regime, die automatisch de buitenstaanders

22

worden. De pagina zorgde voor een groepsgevoel en droeg bij aan de groeiende ontevredenheid die uiteindelijk tot het begin van de revolutie op 25 januari 2011 heeft geleid. Hiernaast zijn er in Egypte meer impliciete manieren te vinden waarop een groepsgevoel tot stand kan komen. Een goed voorbeeld hiervan is het gebruik van de Egyptische vlag. El Sirgany vertelde dat de Egyptische vlag voor het begin van de opstanden in januari eigenlijk niet zo’n grote rol speelde in het dagelijks leven. Dit staat in schril contrast met het gebruik van de vlag tijdens de tweede bezetting van het Tahrirplein in juli 2011. In velerlei muurschilderingen en zelfs geschilderd op bomen was de Egyptische vlag te vinden. Op het Tahrirplein leek haast iedereen met een vlag rond te lopen, al dan niet op het lijf geschilderd door mensen als het hiervoor genoemde jongetje die daar een paar pond per dag mee weten te verdienen. Verschillende mensen op het plein gaven met deze vlaggetjes aan een sterker gevoel van trots voor Egypte te voelen dan ooit tevoren. De vlag staat voor hen symbool voor het nieuwe, vrije Egypte. Het Egypte waarin het volk kan laten weten wat ze wil en waar er ook geluisterd wordt naar deze wil.

KFC en de Pizza Hut zouden demonstranten naar het Tahrirplein lokken door eten gratis weg te geven. Een ander voorbeeld is hoe ‘the man behind Omar Suleiman’ het regime onbedoeld tot een buitenstaander maakte ten opzichte van het volk. Op 11 februari 2011 kondigde Omar Suleiman, de toenmalige vicepresident van Egypte, aan dat Hosni Mubarak zou aftreden na bijna dertig jaar autocratisch geregeerd te hebben. Dit televisieoptreden werd een komedie doordat de enige persoon die op de achtergrond te zien was gedurende de hele toespraak met een zeer geagiteerde blik de camera inkeek. De onbekende ‘man behind Omar Suleiman’ resulteerde in een stroom aan gephotoshopte beelden waarin de man te zien is in verschillende beroemde situaties. Van de film Braveheart tot de toespraak van Martin Luther King Jr. Later is deze man

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Let op de man achter Omar Suleiman. Beeld http://globalvoicesonline. org/wp-content/uploads/2011/02/TheGuyBehindOmarSuleiman.jpg geïdentificeerd als Majoor Sherif Hussein, leider van de vierenzestigste eenheid van de speciale legertroepen. Hoewel er veel is gelachen om deze beelden, maakte deze gebeurtenis voor velen nog eens pijnlijk duidelijk hoe ontransparant het regime was. Dit resulteerde in vervreemding tussen het volk en het regime.

Volkloze leiders Niet alleen vanuit het Egyptische volk zijn er voorbeelden aan te wijzen waarbij een groepsgevoel ontstond door een verwijzing naar binnen- en buitenstaanders, dit gebeurde ook vanuit het regime. Een manier waarop de Supreme Council of Armed Forces (SCAF), het huidige regime, het volk geprobeerd heeft te verenigen is door nadruk te leggen op een gezamenlijke vijand van het regime en het volk. Deze vijand zou in het licht van de voorgenoemde segmentatietheorie van Evans-Pritchard gezien kunnen worden als de buitenstaander die de voormalige tegenover elkaar staande groepen aan elkaar bindt en samenbrengt. Ditmaal levert Omar Suleiman wederom een uitstekend voorbeeld met een van zijn toespraken. Op donderdag 3 februari 2011 vroeg hij op de staatstelevisie de demonstranten op het Tahrirplein om naar huis te gaan omdat al hun eisen ingewilligd zouden zijn. Verder riep hij op tot eenheid onder het Egyptische volk en stelde hij dat de protesten geïnitieerd zouden zijn door ‘foreign operatives’ die de Egyptische samenleving uiteen wilden scheuren door onrust te creëren. Volgens Mohammed Ibrahim, lid van de April 6 Youth Movement, ging de SCAF in februari zelfs zo ver dat ze de Kentucky Fried Chicken en de Pizza Hut op het Tahrirplein aanwezen als voorbeelden van Amerikaanse inmenging in Egypte. Beide eetgelegenheden zouden demonstranten naar het plein lokken door eten gratis weg te geven en zo onrust te creëren in Egypte. Deze aantijgingen hadden echter niet het gewenste effect en tastten zelfs de geloofwaardigheid van het regime aan. Volgens

El Sirgany werd door beschuldigingen als deze duidelijk dat er totaal geen sprake was van zelfreflectie binnen de SCAF en dat de oorzaken van problemen direct op anderen afgeschoven werden door middel van bespottelijke argumenten. Sinds het begin van de opstanden is er geen persoon geweest die aangewezen kan worden als iconisch leidersfiguur. Ondanks, of misschien wel dankzij, dit gebrek aan een duidelijke leider is er toch eenheid onder de demonstranten tot stand gekomen. Dit is onder andere bereikt door constant een nadruk te blijven leggen op de collectiviteit van de gebeurtenissen. Maar hoe moet het nou verder na de aankomende verkiezingen? Zou Egypte ooit nog vertrouwen kunnen hebben in één leider? Of is het slechts een kwestie van het vinden van een geschikte vijand die het land bij elkaar kan houden? Mijn ervaringen in Caïro hebben mij geleerd dat er in vrijwel elke situatie iets te vinden is dat kan zorgen voor een eenheidsgevoel. Dat is dan ook precies de reden dat ik steeds in tweestrijd verkeerde terwijl het jongetje met de verf voorbij liep. Aan de ene kant wilde ik hem graag een paar pond geven voor een eenvoudig Egyptisch vlaggetje op mijn arm, maar aan de andere kant durfde ik niet rond te lopen met een symbool dat zou impliceren dat ik mijzelf ook maar íets van de gebeurtenissen toe zou kunnen eigenen. Het leven onder een onderdrukkend regime. De strijd en opofferingen voor vrijheid. Maar vooral de eenheid. Bron: Evans-Pritchard, E. E. 1969 [1940] The Nuer: A description of the modes of livelihood and political insitutions of a nilotic people. Oxford: Oxford University Press Bekijk het originele filmpje van de man achter Suleiman op de website van tijdschrift Cul.

De spion Er werd door alle demonstranten die ik heb gesproken hard gelachen om veel van de beschuldigingen van het regime. Toch leken sommige van de demonstranten er soortgelijke overtuigingen op na te houden. Hussein, ook lid van de 6th of April Youth Movement, wist mij te vertellen dat de paspoortcontroles bij de checkpoints van het plein plaatsvonden om te zorgen dat er geen baltageya (thugs) of ‘foreign agents’ op het plein konden komen. Met deze ‘foreign agents’ zou vooral gedoeld worden op Zionisten die, net als Omar Suleiman stelde, Egypte zouden willen ruïneren. Elke keer als ik doorvroeg naar waarom Zionisten dat zouden willen doen en waarom dit specifiek zou kunnen door naar het Tahrirplein te komen kreeg ik als antwoord niets meer dan dat Egypte en Israel al heel lang in conflict zijn.

Maar de angst voor buitenlandse spionnen kwam zelfs nog een stap dichterbij in een aantal informele gesprekken die ik had met Ashraf, een dichtend prominent lid van de jeugdafdeling van de 6th of April Youth Movement. Ashraf bleek meer dan bereid te praten over zijn politieke of geloofsovertuigingen, die bij hem niet ver uit elkaar lagen. Op het moment dat ik begon te vragen naar zijn verleden of persoonlijke redenen voor het deelnemen aan de protesten kreeg ik steevast een antwoord in de trant van ‘Waarom wil je dit weten? Ben je een spion?’ Alhoewel dit telkens op een grappende manier gebracht werd heb ik nooit een duidelijk antwoord kunnen krijgen op een van die vragen en kreeg ik zelfs de bijnaam ‘de spion’.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

23 23


Vertrouwen in God Terwijl de aandacht in de Egyptische media zich vooral op de rechtszitting van Mubarak en het huidige overgangsregime vestigt, komen de parlementsverkiezingen steeds dichterbij. Tientallen partijen zijn de afgelopen maanden opgestaan en proberen ieder hun standpunt bekend te maken. Ondanks de diversiteit tussen en binnen partijen lijken de westerse media zich voornamelijk druk te maken over het verschil tussen islamitische en niet-islamitische partijen. Houdt dit verschil de mensen in Egypte ook zo bezig? D o or Fe m ke Awater

In juli 2011 werd het Tahrirplein opnieuw bezet door activisten die het niet eens waren met het tijdelijke regime en de beslissingen die het maakte. Veel van deze activisten typeerden zichzelf naast links en socialistisch ook als gelovig. Vanzelfsprekend speelde het geloof dan ook een rol in het dagelijkse leven van de demonstranten. Zo werd er vaak gezamenlijk gebeden en stond het plein op vrijdag helemaal in het teken van het ochtendgebed. De moskee aan de rand van het plein werd een plek voor demonstranten om samen te komen en heeft zelfs als een fort tegen het leger gefunctioneerd. Wanneer het geloof zo met het dagelijks leven verweven is, is het niet vreemd dat ook ideeën over de toekomst van Egypte erdoor beïnvloed worden.

Geloof en de staat De vraag of Egypte wel of niet een islamitische regering zou moeten krijgen, is een vraag die veel activisten bezig houdt. Een argument vóór een regering die zich baseert op heilige geschriften is het verlies van vertrouwen in aardse machten. Als gevolg van jaren van dictatuur en corruptie zijn veel mensen hun loyaliteit aan de staat verloren. De loyaliteit aan God is echter nooit afgenomen. Een jonge activist vraagt zich af: “Waarom zou men zich houden aan de regels van een corrupte staat waar men toch niet in gelooft? We hebben al een boek waar we in geloven, namelijk de Koran. Waarom zouden we nog een nieuw (wet)boek maken?” Het instemmende geknik van de andere jongens in de groep laat zien dat dit de vraag is die veel van hen bezighoudt. Los van de idealen die ze hebben en los van wat sharia precies voor hen zou betekenen, is het een kwestie van vertrouwen en solidariteit. Een vertrouwen en solidariteit die ze wel hebben naar Allah toe, en niet naar de staat. Karim, een jonge accountant, legt uit dat hij wil dat de sharia in de nieuwe grondwet wordt vastgelegd. De negatieve associaties die veel mensen in het Westen hebben met het begrip sharia zijn volgens hem verkeerd. “De meeste mensen denken meteen aan handen afhakken, maar je moet het natuurlijk in

24

de juiste context plaatsen. Er is nu zoveel armoede in Egypte dat je iemand die geen geld heeft er niet voor kunt straffen als hij een brood steelt. Daarom moeten we eerst aan de welvaart werken. Als het land eenmaal welvarender is, kun je als iemand steelt bepalen of hij het had kunnen betalen en dan zijn hand afhakken.” Aan een land als Iran, dat de principes van sharia ook in de grondwet heeft, neemt hij dan ook totaal geen voorbeeld. “In Iran is er een hele kleine elite die geld en macht naar zich toe trekt en het geloof misbruikt om mensen te onderdrukken. Dat heeft helemaal niets te maken met sharia of de islam.” Volgens Karim zou de Moslimbroederschap, de grootste islamitische partij van dit moment, het geloof nooit op die manier misbruiken. Hij begrijpt de negatieve verhalen over en de angst voor de Moslimbroederschap niet. “Heel veel organisaties zijn in een slecht daglicht gesteld onder Mubarak, maar nu weet iedereen dat dat alleen zwartmakerij was. Daarom vind ik het vreemd dat er ook nu nog mensen bang zijn voor de Moslimbroederschap.”

Kritiek De bestaande angst voor de Moslimbroederschap en kritiek op (linkse) islamisten kwam duidelijk naar voren in één van de laatste grote demonstraties vóór de Ramadan in juli. De demonstratie had als thema ‘eenheid’ en was bedoeld om de verschillende demonstrerende islamitische en niet-islamitische groepen te verenigen. Een belangrijk pamflet van die dag begint dan ook met de zin: “Het Tahrirplein is niet exclusief voor één partij, beweging, groep, ideologie of religie; het plein is voor iedere Egyptenaar die vrijheid en gerechtigheid wenst voor het hele volk.” Toch was de eenheid ver te zoeken. Ondanks de afspraak om het thema 'geloof' buiten de demonstratie te houden werden er islamitische leuzen geroepen en waren er veel spandoeken met islamitische teksten. Resultaat was dat verschillende groeperingen boos de demonstratie verlieten. De bekende linkse blogger Sandmonkey schrijft hierover: “Ik ben

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Het vrijdagmiddaggebed op het Tahrirplein Beeld Charlotte Reekers

blij dat ‘Shariavrijdag’ zo is afgelopen... Eindelijk is de mythe van de ‘linkse islamisten’ verdwenen. Jarenlang heb ik mijn vrienden verteld dat een samenwerking met de linkse islamisten een stom idee is. We hebben genoeg bewijs uit het verleden...” Op sarcastische toon vervolgt Sandmonkey: “Maar nee, laten we vooral negeren dat Egyptisch links niets gemeen heeft met het islamitisch rechts, dat zichzelf ook nog ‘links’ noemt. En dat links meerdere keren door islamitisch rechts is verraden in de revolutie door afspraken niet na te komen. Ik begrijp dat

vriend houden. Daardoor zijn ze naar mijn mening totaal niet te vertrouwen en hoop ik dat ze de verkiezingen niet winnen. Toch bestaat zelfs binnen de Moslimbroederschap ontzettend veel verschil. De leiding van de Moslimbroederschap kan zeggen: ‘Wij doen mee met die demonstratie’, en de helft van de leden kan het hier niet mee eens zijn.” Waar veel mensen zichzelf vaak verliezen in hun eigen gelijk, slaat deze nuance een brug tussen de verschillende overtuigingen. Een brug die in veel analyses en discussies over dit onderwerp, zowel in Egypte als in Nederland, ontbreekt. Geloof speelt ook in Egypte een belangrijke rol in het debat over de toekomst van Egypte. Geloof is echter niet onder één noemer te vatten. Sharia in Iran hoeft niet dezelfde sharia in Egypte te worden en de ene islamist kan hele andere dingen zeggen als een andere islamist. Wanneer Karim een vrouw geen hand wil geven omdat hij dat van zijn geloof niet mag, kan een ongelovige vrouw dat afkeuren. Maar wanneer ze hem een kans geeft, kan ze ook merken dat de blik in zijn ogen en zijn brede lach zo overtuigend zijn dat het wederzijdse respect net zo oprecht is als wanneer hij haar een hand had gegeven. Wanneer een land in chaos het vertrouwen in de staat verloren is, zouden de regels van God orde kunnen scheppen. Een belangrijke vraag blijft dan echter nog: wie gaat die regels uitvoeren en op welke manier?

“We hebben al een boek waar we in geloven: de Koran. Waarom zouden we een nieuw wetboek maken?” sommige linkse mensen geloven dat een samenwerking mogelijk is omdat we in dezelfde cel gemarteld zijn als zij, maar soms kan de vijand van mijn vijand gewoon mijn kont kussen.” De blog van Sandmonkey illustreert dat een groep mensen geen vertrouwen heeft in een islamitische staat. Deze groep is onder andere bang dat een islamitisch regime mensen met een andere overtuiging zal discrimineren.

Nuance Mohammed Waked, actief lid van de Revolutionair Socialisten, stelt heel duidelijk dat hij zelf ook niet voor een islamitische staat is maar dat hij geen eenduidig oordeel kan vellen over alle islamitische partijen. “Tussen de islamitische groepen bestaan veel verschillen en niet iedere groep is hetzelfde als de Moslimbroederschap. Deze partij speelt een vies spelletje waarbij ze de revolutie zogenaamd steunen maar ook de legertop te

Bron: www.sandmonkey.org/2011/08/11/bits-and-pieces/

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

25


Voor de Palestijnse zaak Wanneer je een middagje over het Tahrirplein loopt zie je overal rood, wit en zwart, de kleuren van de Egyptische vlag. Overal wordt er trots met de vlag gewuifd, je kunt hem zelfs op je arm laten schilderen. Maar ook een andere kleurcombinatie is vaak op Tahrir te vinden; veel mensen zwaaien met een Palestijnse vlag. Het zijn Egyptenaren die zo hun steun aan het Palestijnse volk willen tonen. D o or I re ne Bey dals

“De steun is hartverwarmend,” zegt de Palestijnse Hana Zuhair. “Na zoveel jaren van onderdrukking van pro-Palestijnse en antiIsrael sentimenten is het voor Palestijnen goed om te weten dat het Egyptische volk niet achter de huidige diplomatieke relatie met Israël staat.” Ze was ook geëmotioneerd door dat op een vrijdag om vijf uur ‘s ochtends driehonderdduizend mensen op het Tahrirplein een gebed hielden voor het Palestijnse volk.

Symbool van onderdrukking

In Egypte wonen naar schatting zo’n zestig- tot tachtigduizend Palestijnen. De meesten zijn na 1948 gekomen, het jaar dat de staat Israël gesticht werd. Ze kwamen om te vluchten van de oorlogen tussen Israël en diens buurlanden, onder wie Egypte. Ze kwamen voor veiligheid, de mogelijkheid om te studeren en een beter leven. Toen Egypte nog door president Nasser geregeerd werd, kregen deze Palestijnse inwoners nog dezelfde rechten als de Egyptenaren zelf. Dit veranderde toen president Sadat op 26 maart 1979 vrede sloot met Israël. Palestijnen verloren hun rechten als inwoners van Egypte, maar werden ook niet erkend als vluchtelingen en vielen dus niet onder het vluchtelingenrecht. Gaza werd afgesloten van de Egyptische zijde. Er werd begonnen met het exporteren van aardgas naar Israël, ver onder marktwaarde, terwijl er in Egypte zelf een tekort aan gas is. Ook werden Palestijnen via de staatstelevisie in een slecht daglicht geplaatst. Tenslotte mochten Egyptenaren niet meer demonstreren tegen Israël. Voor veel Egyptenaren is Israël de vijand, de schurk, en dat Egypte vrede sloot met Israël had en heeft dan ook geen draagvlak onder de bevolking. Het is een symbool van de onderdrukking die de Egyptenaren onder Mubarak geleden hebben. Voor de vrede met Israël en de daarbij horende maatregelen ontvangt het Egyptische leger ongeveer twintig miljard dollar per jaar van de Verenigde Staten. Geld dat de Egyptische regering en zeker de legertop niet willen verliezen. Maar met de verkiezingen voor de deur moeten kandidaten zich wel kritisch opstellen tegenover Israël. Het is één van de krachtigste eisen

26

die sinds januari vanuit het volk naar boven is gekomen. Weer oorlog met Israël is voor het grootste deel van de bevolking niet gewenst, maar het volk wil wel dat Egypte meehelpt om het lot van de Palestijnen in Gaza te verbeteren. Door bijvoorbeeld de grenzen vanaf de Egyptische kant weer open te zetten, zodat Palestijnen Gaza in en uit kunnen en er hulpgoederen kunnen worden gebracht. Ook willen veel mensen dat er geen aardgas meer naar Israël geëxporteerd wordt, zeker niet onder de marktwaarde. Sinds het begin van de revolutie in januari zijn er ook een aantal besluiten genomen binnen de Egyptische regering die in het voordeel van de Palestijnen zijn. Zo konden Palestijnen met een Egyptische moeder onder Mubarak niet de Egyptische nationaliteit krijgen. Inmiddels lopen een aantal van

In Egypte leeft een Palestijn zonder diploma’s zonder enige rechten. hen met een Egyptisch paspoort rond. Ook zou de grens met Gaza zijn geopend en is er een halt gebracht aan het bouwen van een stalen, ondergrondse muur die tunnelroutes vanuit Egypte naar Gaza moesten tegenhouden.

Alles in de hand Het bericht dat Gaza open was, gaf mensenrechten activist Tarek Shalaby het idee om naar de grens van Egypte met Gaza te gaan, om te demonstreren tegen Israël en de onderdrukking van de Palestijnen door Israël. Samen met anderen trok hij in mei de Sinaï in richting Rafah, een plaats aan de grens. Ver kwamen de demonstranten alleen niet. Het leger had de noordelijke Sinaï afgesloten, niemand mocht er in komen en niemand kwam door de barricade heen. De demonstranten veranderden

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Met de verkiezingen voor de deur moeten kandidaten zich wel kritisch opstellen tegenover Israël hun koers naar de Israëlische ambassade in Caïro. Maar ook dit accepteerde het leger niet, met traangas werd op demonstranten ingegaan. Een aantal werd gearresteerd. Via het militaire hof werden deze burgers veroordeelt. Tarek Shalaby kreeg een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf. Hij denkt dat het leger zo fel reageerde om aan Israël te laten zien dat ze alles nog wel in de hand hebben en dat de betrekkingen nog dezelfde blijven als voor januari 2011. Zullen de betrekkingen tussen Israël en Egypte dan hetzelfde blijven? De Palestijnse Sulafah Al Shami denkt van wel. Zij is opgegroeid in Jordanië en heeft de Jordanese nationaliteit. Voor haar studie kwam ze naar Egypte en doordat ze de Jordanese nationaliteit heeft, hoeft ze geen visum aan te vragen om Egypte binnen te komen. Voor veel van haar vrienden is dit veel moeilijker. Veel Palestijnen die in Gaza wonen moeten naar het buitenland als ze willen doorstuderen. In Gaza zelf zijn er namelijk wel universiteiten, maar die hebben veel te weinig plek om al deze jongeren op te vangen. Deze Palestijnen kunnen niet zomaar naar Egypte om te gaan studeren en als ze toch Egypte bereiken, kunnen ze niet terug naar huis om familie te bezoeken. Israël wil namelijk niet dat ze Gaza weer inkomen en Egypte werkt hieraan mee. Als ze toch de grens weten over te steken naar Gaza, is het de vraag of ze na het familiebezoek weer terug Egypte in komen.

Toch vinden de Palestijnen het in Egypte relatief gezien niet zo erg. Het leven is er beter dan in Gaza. Er is wellicht armoede en sociale problemen, maar diezelfde problemen hebben de Egyptenaren ook. Palestijnen leven ook niet als aparte groep in de samenleving. “Ik denk niet dat Palestijnen het in Egypte slecht hebben. Natuurlijk, velen van hen zijn arm, maar veel Egyptenaren zijn ook arm. Voor zover ik weet worden ze niet gediscrimineerd, zoals bijvoorbeeld de Sudanezen dat wel worden,” aldus Tarek Shalaby. Maar het Egyptische volk is volgens Sulafah Al Shami helemaal niet zo begaan met het Palestijnse volk zoals ze zeggen. Zo heeft ze ooit met een onbekende vrouw een taxi gedeeld. Die vrouw begon te verkondigen dat Palestijnen verraders zijn, die rijk worden door land aan Israël te verkopen en naar andere gebieden te vertrekken. Land, waar Egyptenaren in hun oorlogsverleden met Israël zo hard voor gestreden hadden. Toch lijken de Egyptenaren zich over het algemeen hard te maken voor de Palestijnse zaak. De Palestijnse journaliste Hana Zuhair denkt ook wel dat er veranderingen zullen komen. Om gekozen te worden moeten de partijen laten zien dat ze voor de Palestijnse zaak zijn. De sociale betrekkingen met Israël zullen volgens haar bekoelen, maar de economische regelingen zullen wellicht hetzelfde blijven.

Exclusieve gevallen

2011 The Palestinian community. Egypt’s Palestinians. Tahawy, R. el. 2011: Nervous Neighbors. Egypt shifts its foreign policy in its relations with Israel, Egypt Today juni/juli. Zuhair, H. 2011 Egypt Today juni/juli. Maan News Agency 2011 Egyptians rally at Rafah for Palestinian rights. Tahrir documents 2011 What Do You Know about the Philadelphi Agreement between Egypt and “Israel” against Gaza?

In Egypte zelf kunnen Palestijnen goed verblijven zolang ze aan een privé-school studeren en hiervoor het verplichte buitenlandse collegegeld betalen, wat velen malen hoger is dan het geld voor Egyptenaren. Hierna is het in een paar exclusieve gevallen mogelijk om een goedbetaalde baan te vinden en een visum te ontvangen. Maar de gewone Palestijn zonder diploma’s leeft in Egypte zonder enige rechten. Ze mogen niet terug naar Gaza, maar mogen ook niet blijven en leven als illegalen in de maatschappij.

Bronnen:

Abed, O. el.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

27


reportage

Religieuze verdraagzaamheid en christelijk afval Waar op het Tahrirplein moslims en kopten als een schreeuwend blok samen stonden, blijkt buiten de grenzen van de revolutie de verdraagzaamheid toch andere vormen aan te nemen. De afvalverzamelaars aan de rand van Caïro vertellen hun eigen verhaal. D o or Jori s van den Outenaar De eerste samenkomsten op het plein brachten een duidelijk beeld naar voren: een imam en priester die hand in hand hun koran en kruis omhoog hielden, leken samen de luttele meter tussen de twee symbolen te willen overbruggen. Tijdens het vrijdaggebed op het plein werden duizenden moslims door een beschermende linie van christenen omringd, terwijl het allereerste openbare zondagsgebed in Egypte door moslims werd beveiligd. Deze verdraagzaamheid kreeg al snel een eigen symbool dat op bijna net zo veel muren te vinden is als de Egyptische vlag: een christelijk kruis getekend binnen een islamitische maansikkel. Alsof die zijn armen om de koptische bevolking heenslaat.

Tattoo van een kruis Deze warme verbroedering leek één van de grote pijlers van de sfeer van gelijkheid tijdens de eerste protesten op het plein. Maar hoeveel steun krijgt deze pijler nog nu de storm wat is gaan liggen? En heeft de wind van verandering het bericht tot buiten het plein kunnen dragen? Mijn eerste poging om een idee te krijgen van de actuele verhoudingen tussen de twee geloven was een bezoekje aan koptisch Caïro. Dit gebied waar in verhouding veel christenen wonen was opvallend verschillend van de rest van Caïro. In plaats van stedelijk en rommelig was het gebied achter de grote Grieks-Orthodoxe St. Joris-kerk ruimtelijk opgezet. Zanderige wegen leidden tot schone straatjes met nieuw-ogende huizen en een park met palmen, waar de kinderen graag hun klimkunsten vertoonden door dadels voor ons te plukken. Onder de bomen naast een kleine kerk probeerde

zou er nooit van komen. Verbaasd en lichtelijk gedesillusioneerd liep ik verder. Zou de meerderheid van de christenen er zo over denken?

Reusachtige vuilniszakken Pas enkele dagen later kreeg ik de kans om deze vraag uit te diepen. Mijn Egyptische vriend Andy nam me mee naar Mokattam, een christelijk dorp aan de rand van Caïro. In 1969 werden alle informele afvalophalers van Caïro, de Zabbaleen, door de overheid weggestuurd naar de rand van de stad waar ze verder leefden in kleine krotten. Eén van de inwoners werd een paar jaar later bekeerd door een hoge priester en, eenmaal verlicht, verzocht hij de priester om de rest van het dorp ook te helpen. Die besloot vervolgens hier zijn levenstaak van te maken en sindsdien bouwden de mensen van steen, verrezen er scholen uit de grond en had het dorp weer hoop voor de toekomst. Het dorp is bijna letterlijk gebouwd op het christendom. We kwamen in het donker aan in een vieze, dreigend aanvoelende straat. Naast de hoge rijtjeshuizen lagen reusachtige vuilniszakken te wachten om opgehaald te worden. Vandaar die geur. Op aanwijzing sloegen we de hoek om, om een kerkje te bezoeken. Naast de kerk, waar het meteen een stuk schoner was, legde een man ons uit dat de meeste mensen hier leefden van het ophalen en verkopen van afval. Recycling. Concurrentie van grote bedrijven en de varkensgriep maakten hun bestaan nog lastiger dan het al was. Jaren geleden hadden ze namelijk ook varkens die restafval opaten die, eenmaal volgroeid, werden doorverkocht aan hotels door het hele land. De griep

Het dorp is bijna letterlijk gebouwd op het christendom een man aan de zon te ontsnappen. Hij sprak weinig Engels maar maakte ons duidelijk dat hij een kopt was door te wijzen op de tattoo van een kruis op zijn pols. “En, wat vindt u van de verbroedering tijdens de revolutie?” vroeg ik. Ik tekende de kruismaan met mijn vingers in de lucht. Hij pakte op zijn beurt pen en karton, tekende het teken voor mij na en zette er met grote halen een kruis doorheen. “Moslims hebben een zwart hart,” zei hij met pijn in zijn gezicht. In mei waren er twee kerken in brand gestoken in Imbaba, een achterstandswijk van Caïro. Een paar maanden daarvoor was er een bom ontploft bij een kerk in Alexandrië, met 21 doden tot gevolg. De verschillen waren volgens hem te groot voor verdraagzaamheid. Gelijkheid

28

zorgde ervoor dat de overheid het houden van varkens verbood en er een broodnodige extra inkomstenbron verloren ging. We vervolgden onze weg over de hoofdstraat. Deze eindigde bij een grote ijzeren poort met daarachter een wachter die rustig zat te lezen. Voorbij deze poort openbaarde zich het mooie, hoopvolle gedeelte van het dorp. Even doorlopen en je bevond je naast een hoge bergwand waarin Bijbelse taferelen groots waren uitgehouwen, staande op een plein dat netter was dan Tahrir vlak na een schoonmaakbeurt. Verspreid over het plein stonden groepjes vooral jonge mensen te praten naast een groot standbeeld van een Ichthus, de Jezus-vis. Het duurde niet lang voordat allerlei jongens zich om ons heen verzamelden, terwijl

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


De benedenverdieping van de St. Samaan-kerk, de grootste kerk van het Midden-Oosten. Beeld www.cartinafinland.fi ik enkele nuttige vragen probeerde te lanceren. Een man van in de dertig liep naar ons toe en nam het gesprek in vloeiend Engels over. Of we in het vervolg alleen met hem wilden praten.

Teken van trots De man, die er welwillend uitzag, legde uit dat ze erg voorzichtig waren met buitenstaanders sinds de recente gevechten. Kort geleden waren er protesten geweest bij de hoofdpoort op het plein, tegen de façade die Mubarak voor het buitenland ophield over de bescherming van christenen. De mensen waren boos over de kerkbranden, de bomaanslag en de vermeende inmenging van de regering. De man gaf me zijn versie van het verhaal. Om te voorkomen dat auto’s zich langs de demonstranten zouden gaan wurmen, was de weg naar het dorp afgezet. Onder in het dorp wonende moslims werden toen angstige geruchten verspreid: “Ze hebben het dorp afgezet, ze gaan de moskeeën in brand steken en ze willen niet dat wij erbij komen!” Een grote groep werd gemobiliseerd en even later waren de gevechten een feit. Uiteindelijk moest het leger gewelddadig tussenbeide komen; machinegeweren ratelden op het anders zo rustige plein. Er vielen doden aan beide kanten. “Vandaar dat we dus zo voorzichtig zijn,” vertelde de man. En die spandoeken die we zagen hangen, met die jonge gezichten erop, Jezus in hun midden? Dat waren geen doden van de revolutie, nee dit was pas gebeurd. Blijkbaar zijn de spanningen dus nog onverminderd sterk. Maar die verbroederingsgeest dan, heeft de revolutionaire verdraagzaamheid het dorp kunnen bereiken? “We hebben nooit een probleem gehad met moslims. Er zijn

De hogepriester en oprichter van het dorp, die gewonden van de rellen in het lokale ziekenhuis zijn zegen geeft. Beeld www.samaanchurch.com

niet voor niets ook moskeeën in het dorp. De enigen waar we een probleem mee hebben zijn de extremisten, de salafis, de wahabis.” Deze groepering was volgens de man verantwoordelijk voor de kerkaanvallen, en zorgt ook voor vele doden aan de moslimkant. Ondertussen lieten verschillende jongens hun tattoos zien. Naast het kruis dat elke jonge kopt, baby of tiener, aan de binnenkant van zijn pols krijgt hadden sommigen ook Jezus, hangend aan het kruis op hun arm, of een inktarmband van kleinere kruizen. “Zulke tattoos vind je alleen in dit dorp,” vertelde de man. Ze zijn een teken van trots en identiteit, vergelijkbaar met de Davidster, en versterken het gevoel van samenhorigheid binnen de kleine christelijke gemeenschap. De man nam ons mee naar de grootste kerk van het MiddenOosten, waar straks de mis zou beginnen. Ineens stonden we in een reusachtige grot met lange rijen stoelen, gericht op een

“Moslims hebben een zwart hart” podium en een PowerPoint-presentatie met zangteksten. Achter in de grot was een natuurlijke steunpilaar bewerkt tot een metershoog kruis en op alle wanden waren Bijbelse verhalen tot in detail uitgehakt. Na indrukwekkend gezang en gebed naar het oosten (waarvandaan Jezus zou wederkeren) reden we naar huis. Waren we veel wijzer geworden over de verhoudingen tussen moslims en christenen en de invloed van de revolutie hierop? Een beetje. Na indrukwekkend gezang en gebed naar het oosten (waarvandaan Jezus zou wederkeren) reden we naar huis. Waren we veel wijzer geworden over de verhoudingen tussen moslims en christenen en de invloed van de revolutie hierop? Een beetje. Onze begeleider beweerde dat de tegenstelling wel meeviel, maar dat was ook voor de revolutie al zo. In Koptisch Caïro loopt in ieder geval één minder positief ingestelde geest rond. En het grotere geheel, wie zal het zeggen, onderliggende spanningen komen vaak vanuit vele en vooral onverwachtse hoeken. Ik kan alleen hopen dat de ontladingen de ziel uit de haat hebben getrokken en dat de kruismaan later de boeken ingaat, niet als een teken van een vergane periode, maar een teken van de realiteit.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

29


Caesarsalade plus caffè latte Voor buitenlandse ogen leek de revolutie zich grotendeels af te spelen op Tahrirplein. Maar daarbuiten leveren anderen op hun eigen manier een bijdrage aan de strijd voor een beter Egypte. Al is dat niet meteen zichtbaar; de kosmopolieten in hun Westerse koffiehuizen komen makkelijk onverschillig over. D o or Zwaan Lakmaker

Zo’n twintig tot dertig procent van Egypte’s bevolking leeft in armoede, blijkt uit onderzoek van de Verenigde Naties. Dit drukt haar stempel op het straatbeeld. Maar naast muilezelwagens en uit Europa geïmporteerde oude auto’s valt ook het gegoede deel van de bevolking op. Egypte kent een grote groep welgestelde, universitair geschoolde ‘hogere’ middenklassers. Een deel van de demonstranten bevat jongeren uit deze sociale klasse. Zij zijn van belang geweest in de organisatie van de protesten van 25 januari 2011. Tegelijkertijd lijkt er een grote kloof te zijn tussen hun kosmopolitische levensstijl en die van de rest van Caïro.

Yuppen

Men kan twee soorten middenklassen onderscheiden, stelt UvA-antropologe Anouk de Koning in haar boek Global Dreams (2008). Naast een ‘lagere’ middenklasse (met als prototype een in het Arabisch geschoolde ingenieur) is er de neoliberale kosmopolitische upper middle class. Gestudeerd aan de American University of Cairo of een andere privé-instelling hechten deze yuppen veel waarde aan het Engels en zijn ze bekend met een westerse levensstijl; mensen met kosmopolitisch kapitaal. Maar deze studenten en jonge werknemers nemen westerse ideeën niet klakkeloos over. Het is schipperen tussen Egyptische waarden en een interesse in het buitenland. Na de val van Hosni Mubarak lijkt de waardering voor het eigen land sterker te worden.

“Ik blijf. De braindrain zal Egypte niet verder helpen” Passant, een jonge bankmedewerkster bij het Britse Barclays, is zo’n upper middle class kosmopoliet. Ze zit in de Coffeeshop Company, een moderne koffiezaak in de ambassadewijk Zamalek. Aan de Nijl gelegen biedt de zaak een mooi uitkijkje op een skyline van grote hotels en minaretten. Passant geeft aan dat het vertrek van Mubarak de bevolking de liefde voor hun land heeft teruggegeven. “Ook mij. Hiervoor wilde ik Egypte heel graag verlaten. Het maakte niet uit naar welk land, alles was beter dan hier, waar zoveel corruptie heerst. Hoewel het regime nog niet volledig verdwenen is, hou ik weer van Egypte. De revolutie heeft nieuwe mogelijkheden geopend.” Passant acht het regime van Mubarak verantwoordelijk voor de economische stagnatie van het land. “Alleen bij buitenlandse bedrijven valt

30

carrière te maken, verder zijn er nauwelijks banen. Maar door Mubarak’s aftreden zal dit veranderen en hoef ik mij niet meer te schamen voor deze situatie.” Meerdere jonge Egyptenaren vertellen over deze omslag; er is weer hoop op een goede carrière in eigen land. Mayama Maa’di werkt bij Microsoft en heeft naar eigen zeggen persoonlijk geen last gehad van het regime van Mubarak. Toch wilde ook zij weg. “Zonder connecties kun je in Egypte niks. Ik studeer aan de universiteit, maar loopt de hele tijd tegen het gebrek van kansen aan. Om in mezelf te investeren wilde ik naar het buitenland gaan voor een MBA.” Maar deze braindrain zal Egypte niet verder helpen, constateert Mayama. Nu hoopt ze dat Egyptenaren in het buitenland terug zullen komen: “Het land zal veranderen. We hebben nu de spirit om in opstand te komen tegen de corruptie.”

Cocon Er is een groot verschil tussen wijken als Zamalek en het rumoerige, levendige centrum waarin het Tahrirplein ligt. De twee worden echter slechts door de Nijl van elkaar gescheiden. Het Tahrirplein is buiten de protesten om een van de belangrijkste verkeersknopen van de stad en ligt naast een grote brug die naar Zamalek leidt. De kosmopolieten leven als het ware in een cocon en bewegen zich anoniem met taxi’s van het ene gegoede deel van Caïro naar het volgende, zonder af te hoeven dalen in de wanordelijke, drukke en arme delen van de stad (De Koning 2009: 30). Koffiehuizen zoals de Coffeeshop Company zijn een symbool van Egypte’s kosmopolitische upper-middle class. In tegenstelling tot de traditionele straatbarretjes, waar voornamelijk mannen komen om shisha (waterpijp) te roken en thee te drinken, kenmerkt het publiek van deze zaken zich door de aanwezigheid van zowel mannen als vrouwen. De koffiehuizen nemen een belangrijke plek in in het leven van de jonge middenklassers. De meeste Caïrenen wonen bij hun ouders totdat zij getrouwd zijn en zomaar bij elkaar over de vloer komen is niet gebruikelijk. Vrienden spreken dus met elkaar af in openbare gelegenheden. Aangezien veel van deze vriendenkringen bestaan uit mannen en vrouwen tegelijk, is een groot pluspunt van deze koffiehuizen dat ze op westerse wijze met ramen en een deur zijn afgesloten, in tegenstelling tot de shisha-café’s (ibid: 119). Om een ons-soort-mensen-sfeer te waarborgen én om vrouwelijke klanten te beschermen tegen mannen die wellicht niet aan hun aanwezigheid gewend zijn, kennen veel koffiehuizen een deurbeleid. Hoge prijzen en een portier bewaren de exclusiviteit die zo cruciaal is voor het succes van de koffiehuizen (ibid: 120). De wijken van Egypte dienen als markers of identity: waar men woont en wat men daar eet laat zien bij welke klasse men hoort (De Koning 2009). De hogere middenklasse van Caïro is sterk verbonden met bepaalde delen van de

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


De wijken van Caïro dienen als markers of identity

Koffiehuis Cilantro in Heliopolis Beeld Zwaan Lakmaker metropool. Hierbij hoort een bepaalde levensstijl. Het is een vorm van onderscheiding om op westerse wijze in lunchrooms een caesarsalade plus caffè latte te bestellen. Dat klasse zo sterk verbonden is met een plaats maakt Caïro een verdeelde stad, analyseert De Koning (2009: 129).

Acting locally Sinds de val van het regime is de sfeer in de stad relaxter, valt Passant op. “In de rest van Caïro is het meer zoals het in deze rijke buurt al was; mensen laten elkaar meer met rust, mannen vallen vrouwen minder lastig.” Dit beamen Nada en Mohamed, twee studenten van de American University of Cairo. Nada: “Iedereen respecteert elkaar op Zamalek, dit is waar regels ook daadwerkelijk worden nageleefd.” Zamalek als voorbeeld voor heel Egypte? Dat gaat echter te ver, denkt Passant: “Tijdens de protesten in januari bleek wat voor een eiland Zamalek is. Mensen hadden geen feeling met wat er aan de hand was, en dronken onverschillig kopjes koffie in zaken als deze.” De segregatie tussen de arme en rijke wijken van Caïro is groot. Staan de koffiehuizen symbool voor de onverschilligheid, zoals bankierster Passant het ervaart? Niet als het aan henzelf ligt, laat Egyptische eerste moderne koffiehuisketen Cilantro zien. In het filiaal in Heliopolis ligt op iedere tafel een Cilantro Central, Cilantro’s tweemaandelijkse tijdschrift. Het vrolijk opgemaakte, volledig Engelstalige nummer van juni/juli heeft het thema Localize it. Het gehele nummer draait om ‘acting locally’; door vrijwilligerswerk te doen bij een NGO, of door het Egyptische toerisme te stimuleren door in eigen land te rei-

zen, alles is meegenomen. In het redactioneel blikt journaliste Rowan El Shimi terug op de gebeurtenissen sinds 25 januari, en doet een beroep op de agency van mensen om Egypte te veranderen: “We kunnen niet meer zeggen dat er niks is wat ik kan doen. Want nu kan dat wel. Het belangrijkste is om iets te doen, en om anderen daarin aan te moedigen.” Hier kunnen ook Mohamed en Nada zich in vinden. Nada: “Het lijkt of de verandering van het Tahrirplein komt, maar dat is niet zo. Slechts een fractie van de 18 miljoen inwoners van Caïro zit daar.” Mohamed vult aan dat er veel organisaties zijn die zich bezighouden met het overbruggen van de kloof tussen rijk en arm Egypte. Veel jongeren, waaronder vrienden van hem en hijzelf, werken hieraan mee als vrijwilliger, met name tijdens de ramadan. Hij helpt bij een organisatie in de wijk Islamitisch Caïro. Ook Mayama zet zich in als vrijwilliger, zij maakt zich via de politieke beweging Oreed (Arabisch voor ‘wat ik wil’) hard voor onderwijs voor arme Egyptenaren. Waar voor de revolutie het idee domineerde dat een betere toekomst slechts door een verblijf het buitenland mogelijk was, heeft men de blik nu weer op eigen land gericht. Koffiehuis Cilantro is er duidelijk over: lokalisering is de richting die Egypte in moet slaan. In een kosmopolitische cocon blijven hangen is geen optie. Bron: Anouk de Koning 2008: Global Dreams. Class, Gender, and Public Space in Cosmopolitan Cairo Cairo: The American University in Cairo Press.

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

31


Op de bank met...

Mushroom Head Onbeschaafde gelovigen

Zelfs op Facebook durft hij zichzelf niet herkenbaar te maken en gaat hij schuil onder de naam Mushroom Head. Hij is bang dat mensen hem zullen veroordelen als ze achter zijn grote geheim komen. Heeft hij iemand vermoord? Verkracht? Iemand opgelicht? Nee, hij is atheïst. D o or Souf yan e l H ammo uti en Go sse Vu i j k

De eerste keer dat we Mushroom Head - kortweg Mushroom - ontmoeten, neemt hij ons mee naar een van zijn favoriete shisha-cafés in Caïro. Het is een café waar vooral links geörienteerde mensen komen. Mushroom zelf komt hier vaak met vrienden die ook allemaal atheïst, agnost, of in ieder geval niet joods, christelijk of islamitisch, zijn. In Nederland lijkt dit irrelevant voor een vriendschap, maar in Egypte is het een big deal als je geen aanhanger bent van één van deze drie geloven.

Keuzevrijheid

Mushroom vertelt over de rol die religie heeft gespeeld in zijn opvoeding. “In het Midden-Oosten is het vanzelfsprekend dat je de religie van je ouders aanhangt. Je hebt hier zelf geen

“Veel moslims zeggen dat ik seks met mijn eigen moeder geen probleem vind” keus in. Het staat zelfs in je paspoort. Mijn islamitische ouders hebben mij dus als moslim opgevoed. Ze zijn echter vrij ruimdenkend geweest, ik ben nooit gedwongen om praktiserend te zijn. Bovendien was religie lange tijd geen discussiepunt omdat ik vroeger wel moslim was.” Nu hij ouder is en zich bekeerd heeft tot het atheïsme, heeft hij regelmatig verhitte discussies over religie met zijn moeder. “Ze zegt dat ik niks weet en dat ik misleid ben door een kwaadaardige cultus, die mij van het juiste geloof probeert af te houden.” Toch dwingt zijn moeder hem nog steeds nergens toe. Mushroom houdt wel rekening met het geloof van zijn moeder en zus, bijvoorbeeld tijdens de Ramadan. “Zij vasten en ik niet, maar ik respecteer hun overtuiging. Omdat ik weet dat ze hongerig en dorstig zijn, eet of drink ik niet in hun bijzijn.” Niet meedoen aan Ramadan is soms bijna onmogelijk. “Ik ben vandaag de hele dag op de faculteit geweest maar ik heb er geen eten kunnen vinden. Het enige wat ik vandaag heb binnen

32

gekregen, is een blikje Pepsi.” De opmerking dat hij dus in feite ook aan het vasten is, beaamt hij lachend.

Mens, natuur en religie Mushroom is nu sinds een jaar atheïst. Hij was al een paar jaar aan het twijfelen. Hoe de omslag plaatsvond, vind hij moeilijk uit te leggen. “Het gebeurde in een aantal stappen, niet per se op één moment. De eerste invloed was mijn neef Nour. Hij komt uit Nederland en is agnost. Toen hij een tijd terug in Egypte was hadden we veel discussies over religie. De tweede invloed komt vanuit mijn studie. Ik studeer natuurkunde en in het begin verenigde ik dat met mijn geloof in een god. Toen ik mijzelf echter dwong na te denken over het bestaan van God, kwam ik tot de conclusie dat ik er eigenlijk niet in geloofde. Ik geloof dat er een kracht is die we nu nog niet begrijpen, net zoals we een heleboel andere dingen nog niet begrijpen. Uiteindelijk zullen we in de toekomst alles begrijpen, omdat mensen heel nieuwsgierig zijn.” Religie is volgens Mushroom een rem op de nieuwsgierigheid van mensen. “Religie zorgt ervoor dat mensen niet meer nadenken over hoe het leven of de natuur werkt. Ze hebben alle antwoorden al. Als je aan een religieus persoon zou vragen hoe de maan aan de hemel komt te staan, dan is het antwoord simpel: God. Ze hoeven er niet meer over na te denken of het te onderzoeken. Dit irriteert mij het meest aan religie. Het zorgt ervoor dat mensen niet geïnteresseerd zijn in wetenschap.”

Onbeschaafd Voor Mushroom is religie niet meer dan een achterhaalde manier van denken die inmiddels vervangen zou moeten zijn door wetenschap. “Eerst was er religie om de relatie tussen de mens en het universum uit te leggen. Vervolgens ontstond filosofie met hetzelfde doel. Op dit moment is wetenschap de beste manier om deze relatie uit te leggen. Wetenschap is niet perfect, maar het is het beste wat we nu hebben. Misschien zal er in de toekomst een betere manier komen om dit uit te leggen.” Religieus denken vindt Mushroom zelfs onbeschaafd. Hetzelfde vindt hij van de Egyptische samenleving in het algemeen. “Overal ligt vuilnis op straat. Belangrijker nog, er is bijna geen vrijheid van meningsuiting en geen tolerantie voor mensen die anders zijn. Een vriendin van mij is lesbisch en had daarover

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


Mushroom Head. Beeld uit familiecollectie.

iets op haar Facebook-pagina gezet. Toen haar ouders daar achterkwamen is ze letterlijk het huis uit geslagen! Mijn eigen religieuze vrienden weten niet dat ik atheïst ben. Toen we een tijd geleden een discussie hadden over religie, maakte ik een aantal opmerkingen die nogal atheïstisch waren. We kregen ruzie en zij begonnen mij te negeren. Een paar dagen geleden heb ik ze maar verteld dat ik het toch wel met ze eens was. Ik ontken soms dat ik atheïst ben omdat ik geen mensen wil kwijt raken. Hierdoor voel ik me geïsoleerd. Alleen via Facebook leer ik mensen kennen die hetzelfde denken, ‘gewoon’ op straat niet.” In Egypte zijn er veel vooroordelen over atheïsten onder de religieuze bevolking. “Als bekend is dat je atheïst bent, denkt men meteen dat je zionist en kwaadaardig bent. Veel moslims zeggen tegen mij: ‘Veel moslims zeggen dat ik seks met mijn eigen moeder geen probleem vind, omdat ik, als atheïst geen religieuze, morele waarden heb’.” Hierop geeft hij altijd hetzelfde antwoord. “Als jouw religie het enige is wat je ervan weerhoudt om seks te hebben met je moeder, dan is het maar goed dat jij religieus bent en moet je dat vooral blijven!” Mushroom ziet echter wel een betere toekomst voor de Egyptische samenleving. “Na de voltooiing van de revolutie zal er meer vrijheid van meningsuiting en meer vrijheid in het algemeen zijn. Hierdoor zou het minder moeilijk zijn om atheïst te zijn, want mijn familie houdt het niet tegen en de staat ook niet meer.”

Islamisering Toch houdt hij zijn hart vast voor de toekomst. Naar zijn idee is er namelijk ook een proces gaande waarbij islamitische principes steeds verder doorsijpelen in allerlei aspecten van de staat. “Daardoor worden we in alle aspecten van de samenleving met de islam geconfronteerd, in het onderwijs, de media. Er zijn

satellietzenders die proberen mensen over te halen om militant te worden. Deze islamisering zorgt ervoor dat de vrijheden die door de revolutie gewonnen zijn niet gelden voor minderheden. Zij zullen nog steeds onderdrukt worden door de grote islamitische meerderheid.”

“Religie is een rem op de nieuwsgierigheid van mensen” Uiteindelijk zou het feit dat de islamitische partijen aan de macht komen wel kunnen leiden tot meer acceptatie, omdat volgens Mushroom mensen dan “het ware gezicht van de islam kunnen leren kennen”. “De Egyptenaren zullen het niet accepteren als hun vrijheid wederom beperkt wordt door een totalitair regime dat allerlei regels voor het privéleven oplegt. Er zal weer een opstand komen. Misschien is dat wel een noodzakelijk kwaad om tot meer tolerantie te komen.”

Anders zijn Voor Mushroom duurt dit proces echter te lang. “Vóór de revolutie zag ik al geen plaats voor mijzelf in de Egyptische samenleving en daar is eigenlijk niets aan veranderd. Het gaat jaren en jaren duren voordat er meer tolerantie komt. Daarom wil ik hier niet blijven. Zodra ik klaar ben met mijn studie wil weg uit dit land, dat niet kan accepteren dat sommige mensen anders zijn.”

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

33


column

Het andere plein “Ik raad je sterk af om er alleen heen te gaan,” zei de Egyptenaar op samenzweerderige toon. Het zou er vol zitten met Mubarak-aanhangers en mensen die betaald werden door het leger. Maar toen ik eenmaal gehoord had van Roxy Square, een pleintje waar elke week een anti-Tahrirdemonstratie werd gehouden, móest ik er heen. D o or Le oni e Hosselet Mijn aandacht was getrokken omdat Tahrir, als symbool voor de revolutie, bijna een cultstatus heeft gekregen. Zelfs de mensen die niet zo positief staan tegenover de permanente bezetting van het plein die plaatsvond in juli, krijgen sterretjes in hun ogen als het over Tahrir in het algemeen gaat. Dus om elke week Roxy Square op te gaan en te demonstreren tégen Tahrir, leek me een redelijk extreem statement. Wie waren die mensen? Waren het inderdaad aanhangers van de voormalige president? Wat waren hun redenen om zich negatief over Tahrir te uiten? Gewapend met een Egyptische vriend als tolk en beschermer tegen eventuele thugs meng ik me tussen de mensen. Op een grasveldje staat een podium opgebouwd, waar mannen om beurten leuzen vanaf schreeuwen. “Ik kom net van Tahrir en vijftig procent van de menigte daar wordt gevormd door straatverkopers!” roept een jongen. “Maar wij vormen de zwijgende meerderheid!” Er zijn maximaal 200 mensen in de menigte, dus het lijkt me een erg ruwe schatting op een bevolking van ruim 80 miljoen.

actief op Tahrir en haar meeste vrienden zijn dat nog steeds. “Ik kan me wel inleven in de standpunten van de mensen die in juli weer het plein zijn opgegaan; dat ze willen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de dood van demonstranten sneller worden berecht. Maar ik ben het er niet mee eens dat ze Tahrir wéér hebben bezet. Het zorgt voor chaos en onrust en dat ben ik zat. We moeten nu gewoon de verkiezingen afwachten.” Tussen de mensen spotten we een wat vreemde kerel met een enorme sculptuur in de vorm van een boot op zijn hoofd. We zagen hem een paar dagen eerder op Tahrir, is hij soms van mening veranderd? “Ik ben niet voor één plein of één partij,” zegt hij schouderophalend. “Ik ben gewoon voor Egypte.” Te midden van alle hysterie en wantrouwen tussen de twee pleinen, is het deze excentriekeling die de eenheidsgeest van januari misschien wel het beste bewaard heeft.

“De bezetting van Tahrir zorgt voor chaos en onrust” De sentimenten lijken met name gericht te zijn tegen Mohamed El Baradei, de liberale presidentskandidaat die erg populair is onder veel mensen op Tahrir. Hier op Roxy Square is er weer veel sympathie voor de tijdelijke bestuurders van het land, de Security Council of the Armed Forces, te bespeuren. “Kijk hoe het leger in Syrië en Libië met de demonstranten is omgegaan,” staat er op een spandoek vol bloederige foto’s. “Gelukkig is ons leger anders.” Demonstrante Halah wil me wel uitleggen waarom ze niet zoveel op heeft met ElBaradei. Ze vouwt een zakformaat bidkleedje van regenjasstof uit, zodat ik niet in het natte gras hoef te zitten. “ElBaradei zegt dat vrijheid boven religie gaat, maar dat kan hier gewoon niet. Stel je voor; homo’s zouden dan met elkaar kunnen trouwen, polytheïstische religies zouden mogen bestaan. Terwijl dat soort mensen volgens de Islam gewoon dood moeten. Ik vertrouw de leiders van de sit-in niet, ze zijn daar alleen maar om beroemd te worden en volgens mij krijgen ze geld van iemand. Wil je een I love Egypt-button?” Naast ons zit een oudere vrouw met een bord met de tekst ’Eerst hebben ze onze politie uitgeschakeld, nu willen ze hetzelfde doen met ons leger’. Als ik haar vraag wie ‘ze’ zijn, knijpt ze haar ogen samen en fluistert: “Buitenlandse machten. Zeer waarschijnlijk onze vijand nummer één: Amerika”. Niet iedereen heeft zo’n extreme mening. Mara was in januari nog

34

Beeld Charlotte Reekers

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2


muziecul

Mijn land

Egypte´s Marseillaise D o or I re ne Bey dals Op een avond worden we meegenomen naar een grote, witte tent op het midden van Tahrirplein. We gaan naar muziek en gedichten luisteren. We zitten in een kring op de voorste rij. Ademloos luistert de alsmaar groeiende groep mensen naar de opgedragen gedichten. Gedichten die zelfs op mij veel indruk maken, terwijl ik geen Arabisch spreek en er niets van begrijp. Er wordt gezongen en geklapt en er heerst een fijne, ontspannen sfeer. Op een bepaald moment loopt een tienermeisje de kring in. Ze kijkt verlegen om zich heen en begint te zingen. Blijkbaar een heel bekend lied, want iedereen zingt mee. Ze krijgt een daverend applaus. En zij is niet de enige die dit lied komt opdragen. Zo zijn er ook twee kleine kinderen die hand

in hand met zachte hoge stemmetjes iedereen ontroeren. En als later niemand meer nieuwe liederen weet te bedenken, begint de hele menigte weer dit lied te zingen. Wij waagden ons uiteindelijk ook aan het refrein, ya bladi, ya blaaaadi, ana bahabek ya bladi... Als we het later in de week vaker horen, snappen we pas hoe belangrijk dit lied is in deze revolutie. Net als de Franse revolutie de Marseillaise had en de Russische Revolutie de Internationale, zo heeft de Egyptische revolutie ook een lied dat de revolutionairen met elkaar verbindt. Dit lied is opgedragen aan de martelaren van de revolutie en geeft de patriottistische gevoelens van de demonstranten op Tahrir weer. Zij zijn bereid hun leven te geven voor hun land.

Ya bladi, ya bladi, Ana bahebek ya bladi, 4x

Mijn land, mijn land, Ik houd van jou mijn land,

Olo le omy matez a’aleesh, We hèat y a’andek mata’ yateesh, Olo le omy matez a’aleesh We hèat y a’andek mata yateesh, Oloha ma a’leesh ya omy, Amot amot ‘we bladna te a’eesth Amana tbosoly edeha, We tslmoly a’ la bladi,

O moeder wees niet verdrietig, Huil alstublieft niet, O moeder wees niet verdrietig, Huil alstublieft niet, Vertel mijn moeder dat het goed is, Ik stierf zodat mijn land kan leven, Ik kus jouw handen, En zend mijn liefde aan mijn land,

Ya bladi, ya bladi, Ana bahebek ya bladi, 2x

Mijn land, mijn land, Ik houd van jou mijn land,

Fe gesmy nar we, Rosas we haded, Fe gesmy nar we, Rasas we haded, A’alamek fe edy, We esmy shaheed, A’amek fe edy, We esmy shaheed, Ha wada’ el donya, We saybk ya masr, Leg we labfas fe yawe naï, Habu to abana bladi,

In mijn lichaam is vuur, En kogels en ijzer, In mijn lichaam is vuur. En kogels en ijzer, Met jouw vlag in mijn hand, Sterf ik als martelaar, Met jouw vlag in mijn hand. Sterf ik als martelaar, Ik verlaat de wereld, En prachtig Egypte, Altijd zeggend: “Ik sterf voor de liefde van mijn vaderland”,

Ya bladi, ya bladi, Ana bahebek ya bladi, 2x Tairi ma’haika ya howma ya he, La sid fou re hik he habi fou ri, Tairi ma’haika ya howma ya he, La sid fou re hik he habi fou ri, Hem si mehai hou hem si rib, Ousouf ma Masr shi bigib, Aloly yala a’la el ganu, Olthom el gana bladi,

Mijn land, mijn land, Ik houd van jou mijn land,

Ya bladi, ya bladi, Ana bahabek ya bladi. 4x

Mijn land, mijn land, Ik houd van jou mijn land.

Engelen vliegen overal om mij heen, Maar je verlaten is ondragelijk, Engelen vliegen overal om mij heen, Maar je verlaten is ondragelijk, Ik heb hen verlaten, Terwijl ik zei: “Vaarwel Egypte”, En toen zij mij verwelkomden in het paradijs, Zei ik: “Het paradijs is mijn land”,

TIJDSCHRIFT CUL 2011-2012 - JAARGANG 19 - NUMMER 2

35


Kom je naar huis, schat? Door Irene Beydals Stel je voor: je staat middenin een uit de hand gelopen demonstratie. Wie precies begon en wie precies deelnemen is niet helemaal duidelijk, maar over en weer worden er stenen gegooid en schreeuwen mensen tegen elkaar. Dan bliept je telefoon. “Kom je vanavond weer eens thuis eten, schat?” Zuchtend ga je door met demonstreren. Moeders. Veel jonge demonstranten die ik ontmoette moesten balanceren tussen revolutionair zijn en omgaan met de bezorgdheid van hun ouders. Die bezorgdheid was niet onterecht, want demonstraties liepen inderdaad wel eens uit de hand. Een dag later trof ik iedereen op het Tahrirplein gewond aan. Dat was wel even schrikken, en niet alleen voor mij. Meena, een meisje van achttien, keek met grote ogen om haar heen. De ene na de andere vriend kwam bebloed langs, de emoties liepen zo hoog op dat ze begon te huilen. Waar zij was geweest? Thuis. Haar moeder had al haar kleding verstopt dus ze kon niet weg. En je gaat natuurlijk niet naakt op de demonstraties af.

Meena’s moeder had al haar kleding verstopt, dus ze kon niet naar de demonstratie

Ahmed was wel bij die demonstratie, hij was sowieso altijd op het plein te vinden. Je kon hem herkennen aan hetzelfde paarse shirt, waarop de tekst ‘Freedom’ stond. Inmiddels was de paarse kleur overgegaan in een mengsel van viezige bruine tinten en een aantal bloedvlekken. Het rook niet fris. Hij kon niet naar huis om nieuwe kleding aan te trekken vertelde hij, want hij was erg afgevallen en had verwondingen opgelopen. Zijn moeder zou hem nooit meer laten gaan.

Veel van de mensen die dagelijks op Tahrir te vinden waren zijn tieners of twintigers, ze studeren of zitten nog op de middelbare school. Ze horen de wensen van hun ouders te respecteren. Die ouders waren niet per sé tegen de revolutie, maar waarom moesten juist hún kinderen bij die gevaarlijke demonstraties betrokken zijn? De harde kern van de jonge revolutionairen praatte er zuchtend over. “Ja, ouders hè?” Ze vonden het wel vervelend, maar wilden zich ook niet afzijdig houden van hun revolutie omdat hun ouders het vroegen. Dan maar liever weken hetzelfde shirt aan.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.