20 * 2: Schotse onafhankelijkheid

Page 1

Antropologisch Tijdschrift * Jaargang 20 * Nummer 2

SCHOTSE ONAFHANKELIJKHEID VOOR VOLK EN VADERLAND?


REDACTIONEEL

D

e Schotse ruiten op de cover laten er geen misverstand over bestaan, deze Cul staat in het teken van onze reportagereis naar Schotland. Bijna is het zover. Na driehonderd jaar Union met Engeland stemmen de Schotten in 2014 voor of tegen Schotse onafhankelijkheid. Voor ons vormde het referendum aanleiding om de Schotse nationalisten in Edinburgh op te zoeken en te onderwerpen aan onze onderzoekersblik. Makkelijk ging dat natuurlijk niet. Ook nu weer bleek dat antropologie geen antwoorden geeft, maar eerder helpt de juiste vragen te stellen. En vooruit, nog één cliché: om iets te begrijpen van Schots nationalisme moesten we eerst onze vooroordelen overboord gooien. Voor de Schotten zijn kilts misschien wat de kleur oranje voor de Nederlander is en haggis staat gelijk aan bruine boterhammen met kaas. Het zijn dingen waarvoor we warme gevoelens koesteren omdat we ermee opgegroeid zijn. Zoals je in het artikel Waar kom je vandaan? leest, kun je het huis waar je opgroeit zien als de oorsprong van nationalisme. Hier leer je het vaderland liefhebben. En dat is toch waar nationalisme op neerkomt, de wil om te vechten voor de cultuur die je liefhebt en die je met de paplepel is ingegoten? Even slikken was het dus wel, toen bleek dat liefde voor het vaderland niet zo’n rol speelt in het verlangen naar een onafhankelijk Schotland. Schotten houden van Schotland, maar Schots nationalisme heeft weinig emotionele en culturele verpakking. Het is vooral politiek. In het artikel Nationalisme, nationale identiteit en onvrede in Schotland wordt dit uitgediept aan de hand van het verschil tussen etnisch nationalisme, gestoeld op een exclusief ‘wij’-gevoel, en het Schotse, civiele nationalisme dat juist de eenheid van de bevolking benadrukt. Symboliek en gedeelde cultuur zijn hier veel minder van belang, Maar waar, binnen het ‘koele’ Schotse nationalisme, passen culturele elementen als de kilt, het Gaelic, porridge en de Schotse humor? In deze Cul krijgen ze allemaal een plek. En de ruiten op de cover? Als officiële tartan van het Schotse parlement, zijn ze hét bewijs dat je verschillende nationalismen nooit helemaal uit elkaar kunt trekken. Politiek en cultuur zijn, hoe dan ook, verweven. Sarah van Binsbergen & Jasmijn Post

COLOFON

2

Onafhankelijk antropologisch tijdschrift Cul is verbonden aan de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelings Sociologie van de Universiteit van Amsterdam.

Outenaar, Wout-Jan Maas, Romy Santpoort, Bettie Sarneel, Gosse Vuijk Vormgeving Evite Ancarola, Rose Doolan Druk Wilco B.V.

Oplage: 600 ISSN: 18760309

Hoofdredactie Jasmijn Post Redactiechef Sarah van Binsbergen Eindredactie Elsbeth Bembom, Romi Biesheuvel, Zwaan Lakmaker, Carlijn Limburg Redactie Irene Beydals, Soufyan el Hammouti, Joris van den

Cul is altijd op zoek naar nieuw schrijftalent. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten of te weigeren. Informatie en advertentiemogelijkheden mail naar redactie@ tijdschriftcul.nl

Tijdschrift Cul OZ Achterburgwal 185 1012 DK Amsterdam www.tijdschriftcul.nl

Dank aan CSW


IN DEZE CUL: SCHOTLAND 4

Het uitdragen van de kilt

25

Schotland in Beeld

6

Nationalisme, nationale identiteit en

26

Op de bank met: Vladimir KcTavish en

onvrede in Schotland

Keir McAllister

11

De spelen spelen een rol

28

“Waar kom je vandaan?”

14

Een jonge generatie

30

Een democratisch gebrek

onafhankelijkheidsstrijders?

34

“Scotland makes you Scottish”

16

Het kleine Gaelic heeft geen Goliath

36

Culinair

19

Ben je Schots of Brits?

37

Antrogenda

22

National identity: Banal, personal, and

37

Filmrecensie: Brave of braaf

embedded

38

Kwakiutl

14

6

16

11

34

19 3


Het uitdragen van de kilt Terwijl de kilt een van de meest clichĂŠmatige symbolen is die er van Schotland bestaan, is de kilt tegelijkertijd niet weg te denken uit het straatbeeld. Hoewel je aan de ene kant dus zou denken dat de kilt weinig informatief is over wat het betekent Schots te zijn, lijkt hij aan de andere kant een significant deel ervan te zijn. In hoeverre is de kilt een zegel van de echte Schotse cultuur? Door Rose Doolan / Beeld Carlijn Limburg

4

D

e kilt is prominent aanwezig in het beeld dat van Schotland bestaat. Probeer je een echte Schot voor te stellen en je ziet een man in kilt, misschien ook spelend op een doedelzak. Wellicht schrokt hij wat haggis naar binnen. Toeristenwinkels weten dit en verkopen daarom iets dat op een kilt lijkt, voor de vakantieganger die graag een herinnering aan een fijne vakantie aan zijn of haar garderobe toevoegt. The Royal Mile, de beruchtste straat in Edinburgh, is overladen met winkels die pretenderen de echte Schotse producten te verkopen, met dan wel echte kilts. Hoewel deze winkels een zekere mate van onechtheid uitstralen, bewijst de enorme rits aan shops dat er onder de toeristen toch aardig wat vraag is naar dit souvenir.


Struinend door Schotse straten loop ik een kilt winkel voorbij die zich onderscheidt van de rest. Hier vind je kilts die zich niet onder de zeshonderd pond laten verkopen en waar op de voorgevel van de winkel geen bewering van authenticiteit wordt gedaan. Met de Schotse kreet ‘Slanj’ (proost) boven de deur worden klanten verwelkomd door Cameron, de manager van de winkel. Deze man zou gezien zijn kilt zomaar Schots kunnen zijn, en ook zijn accent laat weinig te raden over. De winkel is stijlvol en heeft onder andere niemand minder dan Sean Connery van een kilt voorzien. Hier hangen de kilts keurig in rijtjes, er is een naaimachine waar jouw persoonlijke kilt op maat gemaakt kan worden en de schappen zijn voorzien van hoogstaande Schotse memorabilia die opmerkelijk genoeg voornamelijk door de Schotten zelf worden gekocht. Cameron vertelt ons dat hij nog nooit een ander land heeft gezien waar zoveel bewoners hun eigen souvenirs kopen. Wie wel? Schotten vinden het leuk hun servies aan te vullen met een mok met daarop een gezellige Schotse uitspraak, een broche op te spelden die vermeldt dat ze van haggis houden en T-shirts te dragen die overdosis regen in het land bevestigen. Deze inside jokes zijn vaak alleen begrijpelijk voor de bewoners zelf, waardoor het voornaamste verschil tussen de twee soorten toeristenwinkels het publiek is. Op de The Royal Mile vind je toeristen, in Slanj kun je een gesprekje aangaan met een lokale vent. Als ik Cameron vraag naar het verschil tussen zijn winkel en die op de Mile trekt hij een vies gezicht om vervolgens de boel om de hoek samen te vatten als rubbish. “Zij verkopen geen échte kilts,” aldus Cameron. Maar is een kilt, gemaakt volgens de ambacht die het gewichtige prijskaartje aan de kilt hangt, wel een zegel van de echte Schotse cultuur? Zeker niet voor iedereen. Tijdens mijn zoektocht op straat naar mensen die zich Schots voelen konden maar weinig Schotten die ik aansprak mij uitleggen wat dat gevoel van Schotse trots inhoudt, terwijl de meesten toegaven wel iets dergelijks te ervaren. Het onbeschrijflijke van Schots-zijn, dat anders is dan de beschrijving ‘it’s just a feeling’, levert geen concrete antwoorden die de authenticiteit van de kilt als Schotse culturele marker kunnen bewijzen of problematiseren.

Schotse kiltdragers

Wel concreet is dat de kilt ondanks het clichématige imago prominent aanwezig is in Schotland, ook onder de Schotten zelf. Zo wordt hij nog veelvuldig gedragen op bruiloften en komen Schotten in Slanj een kilt aanschaffen die de gemiddelde mens tot platzak omtovert. Na één van onze mannelijke redactieleden in een kilt te hebben gehesen haalt Cameron ons allemaal over mee te gaan naar een Céilidh. Dit is een sociale ontmoeting waarbij Schotse folkmuziek gespeeld wordt en een – in ons geval – man één ronde de danspasjes uitlegt, om vervolgens met de dans van start te gaan alsof je het allemaal onthouden kunt. Soms dans je met zijn tweeën, soms vier of vijf, altijd staat het zweet op je rug en hoop je de dans te kunnen doen met een doorgewinterde Schot die jou moeiteloos door de choreografie heen loodst. Deze zijn overigens niet

Als woorden geen uitweg bieden, zijn afgezaagde symbolen misschien wel een goed redmiddel om jezelf uit te drukken zeldzaam; een wereld van kiltdragende Schotten gaat voor ons open als we in onze geruite outfits de danszaal betreden. Dit geeft een nieuwe dimensie aan de aanvankelijk zouteloze kilt. Blijkbaar is de kilt meer dan een gimmick voor toeristen maar wordt hij ook door de Schotten zelf omhelst, mits de situatie daar is. “Niet elke dag en niet zonder grenzen, maar als je de kans krijgt,” zo deelt Cameron ons mede, “dan draag je zeker een kilt.” Wat Schotten uitstralen met het dragen van de kilt blijkt een belangrijke kwestie. Cameron was één van een aantal mannen die bekende thuis echt niet zomaar een kilt dragen, uit angst die ene Schot te zijn die bij de verkeerde gelegenheid of te vaak een kilt aantrekt en daarmee zijn imago als echte Schot riskeert. Iets wat toeristen bijvoorbeeld graag doen. Niet zelden

viel het woord moron als er weer een man in een ongepaste kilt voorbij marcheerde. Daar tegenover staat dat deze zelfde mannen op vakantie gaan alleen in een kilt doen, omdat men over het algemeen zo’n liefde voor Schotten schijnt te bezitten dat het dragen van een kilt tot ogenblikkelijke vrienden kan leiden. Het aanvoelen van deze nuance kan zomaar iets zijn dat jouw authentieke Schots-zijn bevestigt.

Verbroedering

Waar de kilt van buitenaf vooral gezien wordt als Schots, gaat voor de Schotten zelf de Schotse trots niet per se over kilts. Hoewel de kilt een investering is wordt Schots-zijn veelal omschreven als een gevoel dat voorbij gaat aan enig referentiekader, en materiële goederen hebben hier weinig mee van doen. Dat de kilt toch aanwezig is in Schotland onder de Schotten, en dat er ongeschreven regels zijn over welke kilt je draagt op welk moment, is slechts een zijtak van dit culturele gevoel. Bovendien is de kilt niet altijd in dezelfde mate geliefd. Opvallend is namelijk dat tot tweemaal toe rondom de onafhankelijkheidskwestie, eerst halverwege de 19e eeuw bij de vraag om onafhankelijkheid van Schotse zaken en daarna nog eens in de jaren ’90 toen plannen voor een eigen parlement groot werden, de kilt in populariteit toenam. Bij het onbeschrijflijke Schots-zijn biedt de kilt een uitweg om te kunnen praten over wat echt Schots is. Als woorden geen uitweg bieden, zijn afgezaagde symbolen misschien wel een goed redmiddel om jezelf uit te drukken. Dat Schotten zich bewust zijn van deze subtiliteit en het beeld dat ze aan de buitenwereld presenten, terwijl ze de kilt niet zonder knipoog dragen, werkt waarschijnlijk alleen maar verbroederend. Mochten we het Schotse gevoel willen ervaren, dan verwijst Cameron ons als beginnend antropologen toch echt naar de pub, waar we onszelf volgens hem moeten voorzien van een goed glas whisky. Altijd leuk die antropologie. Dat hij zijn winkel Slanj heeft genoemd kan haast geen toeval meer zijn. De kilt geeft ons voor een begrip van het gevoel van de Schotse trots geen volledig antwoord, ook al is de liefde van Cameron nog zo groot. ‘Slanj’ is de enige wijze uitspraak die gedaan kan worden. ◊

5


VERDIEPING

Nationalisme, nationale identiteit en onvrede in Schotland In de huidige discussies rondom Schotland’s afscheiding van het Verenigd Koninkrijk voeren juist civiel nationalistische en niet etnisch nationalistische argumenten de boventoon. Kennis van wat dit onderscheid precies is en hoe dit in Schotland tot stand is gekomen, is essentieel voor het begrijpen van het nationalisme in Schotland in aanloop naar het referendum in 2014. Door Soufyan el Hammouti / Beeld Rose Doolan

6


7


“

There are no Scottish people, there are only the people of Scotland� vertelde een assistent van een minister van de Scottish National Party (SNP) in een interview. Met deze uitspraak raakt hij de kern van de strategie van de SNP in het publieke debat rondom de mogelijke afscheiding van Schotland van het Verenigd Koninkrijk. Het is niet etnisch nationalisme maar civiel nationalisme dat in Schotland de boventoon voert. Civiel nationalisme definieert de natie als een groep mensen met gedeelde en gelijke politieke rechten. De natie wordt niet gebaseerd op een gezamenlijke afkomst, maar is een politieke entiteit waarin etniciteit geen rol speelt. De staat claimt haar politieke legitimiteit dan ook op de actieve participatie van haar burgers. Etnisch nationalisme daarentegen is gebaseerd op erfelijke connecties tussen mensen. In dit type nationalisme wordt er veel belang gehecht aan het vormen van een groep mensen met hetzelfde etnische erfgoed. Mensen van een andere etniciteit worden juist geweerd uit deze groep. De SNP en de voorstanders van Schotse afscheiding van het Verenigd Koninkrijk voeren heel duidelijk civiel nationalistische argumenten aan. Niet de etnische verschillen met de rest van het Verenigd Koninkrijk en binnen Schotland, maar juist de institutionele verschillen

en de bijbehorende problematiek worden benadrukt. Verder gaat het er niet om waar je geboren bent, welke huidskleur je hebt of met welk accent je praat. Belangrijker is dat je in Schotland woont en meedoet voor de ontwikkeling van het land en jezelf.

Een sterke nationale identiteit is niet voldoende om een nationalistische afscheidingsbeweging te ondersteunen Heel anders is dit bij een Engelse politieke partij met een gelijkende naam. De extreemrechtse, fascistische Brittish National Party (BNP) stelt zich ten doel de toekomst van

Aan het eind van de dertiende eeuw dreigt Schotland in een successieoorlog terecht te komen. Koning Edward I van Engeland wordt ingeroepen om te bemiddelen, maar ziet dit als een uitnodiging om zelf de macht te grijpen. Schotland wordt een vazallenstaat van Engeland en er breken twee onafhankelijkheidsoorlogen uit. Schotse volkshelden als William Wallace (oftewel Braveheart) en Robert the Bruce leiden Schotland naar de overwinning.

Door Zwaan Lakmaker / Beeld Evite Ancarola

8

In 1603 krijgt Engeland een Schotse koning, James I. Hiermee begint de zogenaamde Union of the Crown. Na verschillende mislukte pogingen worden beide regeringen het in 1707 eens over een Union of the Parliaments. Schotland behoudt een eigen onderwijsstelsel, wetsysteem en kerk. Engeland verzekert zich zo van een stabiel koningshuis; Schotland heeft steun nodig vanwege haar karige Europese handelspositie, het koloniefiasco in Panama en verschillende slechte oogsten.


de inheemse, blanke volkeren van de Britse eilanden te beschermen door zoveel mogelijk ‘niet blanken’ te weren. Het ‘Brittish’ in de partijnaam verwijst voornamelijk naar etniciteit. Hiermee staat de BNP dus lijnrecht tegenover de SNP, die zich vooral richt op Schotland als een civiele natie waar mensen van verschillende etniciteiten zouden kunnen samenkomen. Een nationalistische beweging zonder etnische argumenten lijkt misschien in de eerste instantie tegenstrijdig, maar het zal blijken dat dit in de context van Schotland eigenlijk heel begrijpelijk en best logisch is.

Sterke nationale identiteit

De meeste schotten hebben een sterk besef van nationale identiteit. Deze nationale identiteit heeft, ondanks dat het land al drie eeuwen deel uitmaakt van een grotere politieke eenheid, maar weinig onder druk gestaan. Sinds 1707 is Schotland door de Acts of Union verbonden met Engeland in het Verenigd Koninkrijk. Er kwam door deze Acts een politiek bestel dat vanuit Westminster in Londen beleid voerde over het hele koninkrijk. Toch is het onderscheid tussen Schotland en Engeland altijd duidelijk gebleven. Er is voor de Schotten vrijwel altijd ruimte geweest om een sterke

Na de vereniging met Engeland blijft de beloofde welvaart voor Schotland uit. Maar vanaf de jaren dertig van de achttiende eeuw komt de industrialisatie op gang en begint de periode van de Scottish Enlightment, met grote namen als Adam Smith, James Watt. Na verschillende oproeren consolideert de unie, maar de macht blijft gecentreerd in Londen. Landbouwhervormingen in de Highlands in de achttiende en negentiende eeuw beëindigen het feodale clansysteem en veroorzaken massamigratie naar de zuidelijke steden en naar Noord-Amerika, die de Highland Clearances genoemd worden.

nationale identiteit te ontwikkelen en te uiten. Slechts een enkele keer hebben uitingen van Schotse nationale identiteit expliciet onder druk gestaan. Zo is er vanaf 1746 bijna veertig jaar een verbod geweest op het dragen van een tartan (Schotse ruit) en de kilt. Tegenwoordig lijkt er van onderdrukking van nationale identiteit totaal geen sprake meer te zijn. Alledaagse verwijzingen naar de Schotse natie en identiteit krijgen alle ruimte. Zo zijn er bijvoorbeeld in de supermarkten veel producten te vinden die ‘typisch Schots’ zijn; Scottish blend tea for Scottish water en de nationale krant ‘The Scotsman’ zijn hier slechts enkele voorbeelden van. Maar ook buiten de supermarkt zijn er in het dagelijks leven veelvuldig verwijzingen naar de Schotse natie. Zo is er de Royal Bank of Schotland en heeft een filiaal van Lidl in het centrum van Edinburgh een groot uithangbord waarop staat dat ze trots zijn om Schotland te bedienen. Het zijn juist deze alledaagse Schotse markers of identity die bijdragen aan een sterke Schotse nationale identiteit. Maar ook verschillende Schotse instituties zorgen ervoor dat veel Schotten van jongs af aan al actief deel uit gaan maken van de Schotse natie, zo weet de Schotse socioloog

Na de vondst van olie in Schotse wateren in 1970 groeit de Scottish National Party (SNP), ten koste van Labours grote macht. In 1979 wordt bij een referendum vóór een Schots parlement gestemd. Dit komt er echter niet vanwege de controversiële regel dat 40% van de stemgerechtigden vóór had moeten stemmen. Margaret Thatcher wordt premier en maakt zichzelf én het Verenigd Koninkrijk onpopulair in Schotland door straffe hervormingen van de mijnbouwsector en het invoeren van de 'poll tax' (vlaktax).

In 1997 komt Labour aan de macht en roept opnieuw een referendum voor devolution (overdracht van de macht) uit, onder andere om de onafhankelijkheidsbeweging de mond te snoeren. De uitslag is positief en in 1999 krijgt Schotland een eigen parlement. Door deelname aan de Irak-oorlog, waar in Schotland nauwelijks steun voor is, verliezen veel Schotten vanaf 2004 het vertrouwen in Labour. De SNP wint in 2007 en in 2011 (met een meerderheid) de verkiezingen. SNP premier Alex Salmond initieert in januari 2012 de plannen voor een referendum voor onafhankelijkheid, die nu gepland staan voor 2014.

9


Dr. Michael Rosie te vertellen. Zelf heeft hij bijvoorbeeld als kind leren zwemmen bij de Scottish Amateur Swimming Association (SASA). In plaats van diploma’s kreeg hij speldjes waarop verschillende visjes afgebeeld waren. Dit waren niet zomaar visjes, maar deze heetten bijvoorbeeld de Scottish tadpole (Schots kikkervisje). Door aangesloten te zijn bij een vereniging als de SASA en op latere leeftijd bijvoorbeeld een rekening te openen bij de Royal Bank of Schotland worden veel Schotten al vanaf jonge leeftijd impliciet en expliciet een deel van de Schotse natie.

Politieke onvrede

Een sterke nationale identiteit is noodzakelijk, maar niet voldoende om een nationalistische afscheidingsbeweging te ondersteunen. Hier is namelijk ook een flinke portie onvrede over de gang van zaken voor nodig. En deze onvrede is in Schotland zeker te vinden, stelt gerenommeerd Schots historicus Thomas Martin Devine. Om deze onvrede in de

Margareth Tatcher is de moeder van het Schotse parlement Schotse context te begrijpen moeten we een kijkje nemen in de politieke geschiedenis van het land. Vanaf de jaren tachtig is er onder de Schotten grote onvrede ontstaan over de gang van zaken in de politiek. Tot de oprichting van een apart Schots parlement in 1999 werden alle politieke beslissingen voor het Verenigd Koninkrijk gemaakt door de Britse regering in Engeland. In deze Britse regering zitten ook nu nog Schotse parlementariërs die mogen mee beslissen over het te voeren beleid. Zij zijn met 59 van de in totaal 600 te verdelen zetels echter zwaar ondervertegenwoordigd. Schotland is van oudsher een land waarin de meerderheid van de stemmen voor zowel het Schotse als het Britse parlement naar linkse progressieve partijen gaat. In de jaren tachtig kon er alleen nog maar

10

gestemd worden voor het Britse parlement en was dit de Labour partij. Toch kreeg in die tijd de Conservatieve partij consistent de meeste stemmen bij de Britse verkiezingen. De Engelsen stemden namelijk wel overwegend conservatief en met een bevolking van ruim zesenvijftig miljoen waren zij in de meerderheid ten opzichte van de ruim vijf miljoen Schotten. Dit leidde tot grote onvrede onder de Schotse bevolking over de Britse politiek. Er kwam immers telkens een partij aan de macht die niet door de Schotten gekozen was. Maar ook andere politieke beslissingen hebben in Schotland tot grote onvrede over het Verenigd Koninkrijk geleid. Vanaf 1979 heeft Margaret Thatcher, leider van de Conservatieve Partij, ruim 11 jaar als premier geregeerd over het Verenigd Koninkrijk. De Iron Lady was niet alleen hard in de buitenlandse politiek, ook binnen het Verenigd Koninkrijk hield ze de riem strak aangespannen. Zo werd er fors bezuinigd op zware industrieën als mijnbouw. Aangezien de Schotse economie relatief veel meer afhankelijk was van deze vorm van industrie, werd deze het hardst getroffen. Daarnaast is Schotland gebruikt om beleid uit te testen voordat het in de rest van het koninkrijk ingevoerd was. Dit is bijvoorbeeld het geval geweest met de omstreden invoering van de Community Charge of ‘poll tax’ die bepaalde belastingen voor iedereen gelijk trok waardoor vooral mensen met een lager inkomen getroffen werden. Sinds de oprichting van het Schotse parlement in 1999 wordt Margaret Thatcher ironisch genoeg wel eens de moeder van het Schotse parlement genoemd. De grote onvrede over de Britse politiek en het zeer conservatieve beleid van de regeringen onder Thatcher hebben er volgens velen voor gezorgd dat de Schotten in de gaten kregen dat er een institutioneel verschil was tussen Schotland en Engeland en dat zelfbeschikking het beste zou zijn voor Schotland en haar bevolking. Sinds de laatste Schotse verkiezingen in 2011 is de Scottish National Party verreweg de grootste partij in het Schotse parlement met 65 van de 129 te verdelen zetels en de partijleider. SNP partijleider en premier Alex Salmond heeft het voor elkaar gekregen om voor 2014 een bindend referendum af te dwingen over de Schotse afscheiding van het Verenigd Koninkrijk. Langdurige politiek onvrede over de gang van zaken in Westminster en een sterke Schotse, nationale identiteit die in de loop der jaren behouden is gebleven en zich heeft kunnen ontwikkelen via instituties als de Royal Bank of Schotland en de SASA, hebben er voor gezorgd dat het nationalisme in Schotland en de discussie over onafhankelijkheid zich niet richt op etniciteit, maar juist op de civiele eenheid van de Schotse bevolking. Kenmerkend voor de Schotse afscheidingsbeweging is ook de toon van het debat. De Schotten zeggen wel eens grappend dat terwijl in andere landen de strijd om onafhankelijkheid gepaard gaat met geweld en onrust, men in Schotland gewoon rustig naar elkaars argumenten luistert onder het genot van een kopje thee. Schotse thee welteverstaan. ◊


De Spelen spelen een rol Landelijke media zijn een essentieel onderdeel van natievorming. Dit geldt voor zowel het Verenigd Koninkrijk als Schotland. IdeeĂŤn over wat het betekent om Brits en om Schots te zijn worden tentoongespreid in het scala aan media dat het koninkrijk rijk is. De Olympische Spelen in Londen vormden hier afgelopen zomer het strijdtoneel van. Door Zwaan Lakmaker / Beeld Simon Wraight

H

et Verenigd Koninkrijk staat bekend om haar mix van schreeuwerige tabloids, gezaghebbende broadsheets en een alomtegenwoordige BBC (Brittish Broadcasting Company). Ook in Schotland zijn deze media aanwezig, met een aantal eigen titels erbij: algemene Britse media concurreren met speciale Schotse edities van Britse pers (zoals Daily Star of Scotland en the Scottish Sun), Schotse kranten (the Scottish Daily Mail, the Scotsman), regionale kranten (bijvoorbeeld de highland-krant Press and Journal)

en de televisiekanalen BBC Scotland en STV (Scottish Television). Toch maken veel Schotten zich druk om het anglocentrisme van media in

niet of nauwelijks aan bod komt. Het gebrek aan aandacht is te verklaren door de flaw of democracy; Schotland heeft slechts 5 miljoen inwoners, terwijl

"Let Scotland go and compete. Everyone would win" het Verenigd Koninkrijk. Een vaak gehoorde ergernis over het grijze gebied tussen 'Schotsheid', 'Engelsheid' en 'Britsheid' is dat de nationale media nieuws over Engelse zaken centraal stellen, waardoor de Schotse situatie

er 50 miljoen mensen in Engeland wonen. Het gelijkstellen van Engeland aan Groot-BrittanniĂŤ is iets wat op veel Schotse kritiek kan rekenen, waar ook de BBC niet aan ontkomt. Zo werd

11


De Schotse tennisser Andy Murray viert zijn olympischeprestaties met de Britse vlag

BBC-redacteur Mark Easton tijdens de lezing in Edinburgh op 24 augustus over zijn boek over Britishness direct door het Schotse publiek ter verantwoording geroepen over het gebruik door de BBC van het woord 'Engels' waar het ‘Brits’ zou moeten zijn. De mix-up van 'Engels' en 'Brits' is niet nieuw, maar is onder verscherpt Schots toezicht komen staan in de afgelopen great British summer. Sinds het diamanten jubileum van koningin Elizabeth in juni, wat ook fungeerde als een opwarmer voor de Olympische Spelen in Londen anderhalve maand later, vertoonde de Union Jack zich overal. Anders dan bij bijvoorbeeld het EK, zijn de topsporters uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland bij de Spelen verenigd als Team GB. Dat Schotland met eentiende van het aantal deelnemers voor eenderde van de gewonnen medailles heeft gezorgd, werkt Schotse Trots in

12

de hand. Maar juist tegenstanders van een onafhankelijk Schotland roepen via de celebration of Britishness van de afgelopen maanden op tot verbondenheid. Columnist Bill Leckie overpeinst de invloed van het sportevenement in het onafhankelijkheidsdebat in The Scottish Sun op 7 augustus: "No tribute is too great for the Scots who have taken the 2012 Olympics by storm. (...) But here’s the question. Do they also make us more likely to stride into the future as an independent nation? Or could their achievements be the catalyst — at long, long last — for us to gain the respect and recognition we’ve craved and finally feel a valued part of the Union?". Na een paar slips of the tongue van BBC-sportcommentators die per abuis over het Engelse team spraken, hebben veel Schotten een nare bijsmaak van de Spelen gekregen. De vermeende ondergewaardeerde

positie van Schotten die Leckie beschrijft, is wellicht de crux van het onafhankelijkheidsdebat. 'London 2012' als micro-cosmos van de Britse samenleving, aldus Leckie: "I’d love the thought that a few amazing weeks might be a watershed for how we see ourselves and how others see us. That this might be Scotland’s time to be accepted not as the chippy underdog, but as a valued ally capable of punching miles above our weight. If not? If the Olympics bandwagon pulls out of town and it all drifts back into a mindset of this kingdom being England with a few provinces tacked on? Well, it might just be the strongest shove yet towards a Yes vote a couple of years from now." De Spelen zijn uit de entertainment-sfeer het Schotse politieke nieuws in gekropen. Het komt overal tot uiting, van speeches van politici tot lezersbrieven in kranten: de Spelen spelen een belangrijke rol.


Voornamelijk voor het Better Togetherkamp, want zo schreef burgemeester van Londen Boris Johnson op 11 augustus in tijdschrift The Spectator: "One of the many happy features of these wonderful Olympics is surely that they have retarded Alex Salmond in his campaign to end the union." Een Schotse peiling van een week later suggereert hetzelfde: steun voor onafhankelijkheid is ‘sinds de Olympische Spelen’ van 30 naar 27 procent gezakt, waarbij het aantal voorstanders van de Union is toegenomen van 54 naar 60 procent (Er wordt in deze peilingen overigens niet specifiek naar de Spelen verwezen). Alistair Darling, Labour-parlementslid voor Edinburgh en voorzitter van de Better Together-campagne, sluit zich bij de 'Team GB-verklaring' aan: "This latest poll shows that our message is getting through. Being a part of the United Kingdom represents the best of both worlds for our country." Niet alleen voor Schotland, maar ook in Engeland geldt deze gedachte, vertelt Lia van Bekhoven, radio en televisiecorrespondent in Londen: "Door de Spelen lijkt het tot de Engelsen door te dringen dat de Union niet alleen voor Schotland, maar ook voor henzelf positief is". De Better Toghethercampagne moet nog op stoom komen, maar Team GB doet haar werk. Toen de uit Schotland afkomstige tennisser Andy Murray afgelopen lente de finale van Wimbledon verloor, was hij een Schot, maar het olympisch goud heeft hem Brits gemaakt. Unionisten schromen er niet voor om beelden te gebruiken van de tennisser die de Britse vlag draagt of het volkslied zingt. Het sportevenement dat de eenheid tussen de continenten moet bewerkstelligen is subject van lokale politiek geworden. Maar niet alleen de tegenstanders van onafhankelijkheid gebruiken de Spelen in hun uitingen. Zo refereert journalist Joyce McMillan in The Scotsman op 17 augustus naar de openingsceremonie van regisseur Danny Boyle. Deze ceremonie heeft in heel het Verenigd Koninkrijk de laatste twijfels over het vermogen van het land om de Spelen succesvol

Door de Spelen beginnen Engelsen de Union te waarderen te laten verlopen, verruild voor een gevoel van trots op het land van The Beatles en Mr. Bean. Maar, zo stelt McMillan: "Boyle's Britain is a vision we mourn". In dit opinistuk reageert McMillan op de speech van Gordon Brown (voormalig premier van het Verenigd Koninkrijk en Schots member of Parliament voor Labour in Westminster) in Edinburgh waarin Brown pleit voor een verenigd Verenigd Koninkrijk. Brown beroept zich op solidariteit en gedeelde social justice als zijnde het beste voor alle Britse naties, maar dit toekomstbeeld is een illussie, aldus McMillan: "What Gordon Brown is doing, in other words, is asking us to bet our futures on a Danny Boyle vision of Britain that is no longer really represented by any major UK political party." Dat er veel machtspolitiek achter het refereren aan de Olympische Spelen schuilt, ziet ook BBC-journalist Mark Easton in: "Het gebruik van de foto van Murray met de Union Jack is propaganda, waarmee ideeën over Schotse afscheiding van het Verenigd Koninkrijk gemanipuleerd worden. Maar het is logisch, media en politici zullen zulke beelden altijd gebruiken." De vanzelfsprekendheid waarmee Easton spreekt over het gebrek aan terughoudendheid van media om zich aan politiek te wagen, is tekenend voor het Britse medialandschap.

Veel kranten profileren zich via politieke positionering. Eigenaar van The Scottish Sun en mediamagnaat Rupert Murdoch twitterde zelfs in januari toen bekend werd dat er een referendum zou komen: "Let Scotland go and compete. Everyone would win". De BBC heeft neutraliteit als publieke omroep daarentegen hoog in het vaandel staan, maar is door het Schotse Labour-Member of Parliament Ian Davidson beschuldigd van anti-Unionistische partijdigheid. In actualiteitenprogramma Newsnight Scotland op 7 augustus sprak Davidson over News-Nat Scotland, daaraan toevoegend dat algemeen bekend zou zijn dat het programma pro-SNP is. Of dit nu een terechte aanklacht is of niet, de partijdigheid van pers is typisch voor het Verenigd Koninkrijk, vertelt journalist Raymond McRobbie, afgestudeerd op een pers-analyse van de eerste week nadat de SNP zijn plannen rondom het referendum bekend maakte, in zijn scriptie: "The truth is that newspapers in Britain like to shape the thoughts and feelings of the voter; they like to push buttons and create stimulating debate and, of course, above everything else sell newspapers." Wellicht is het de in zwaar weer verkerende krantenwereld bij berichtgeving over de politieke invloed van de Spelen inderdaad slechts om verkoopcijfers te doen. Hoe de Olympische Spelen ook in de media geportretteerd zijn, het is niet makkelijk te bepalen of dit invloed heeft op de vraag of Schotten zich meer Brits of Schots voelen. Voor de een fungeren de goede prestaties van Team GB als metafoor voor de potentie van een verenigd Verenigd Koninkrijk; de ander kan het idee bevestigd zien dat Schotland alleen gewaardeerd wordt wanneer er goud wordt binnengesleept. En dan is het voor sommigen slechts een aantal sportwedstrijden, waar identiteit of politiek niets mee van doen heeft. Of eventuele nieuwe gevoelens van British pride ook werkelijk tot verandering van stemgedrag bij het referendum voor onafhankelijkheid zullen leiden, is maar de vraag. ◊

13


Een jonge generatie onafhankelijkheidsstrijders? Volgens de Scottish National Party (SNP) zijn het de jonge Schotten die met het referendum in 2014 het meest waarschijnlijk de onafhankelijkheid zullen ondersteunen. Calum MacLeod (student Gaelic, 25) en Victor Rhynas (student Bouwkunde, 23), twee leden van de Federation of Student Nationalists (FSN), zijn beiden grote voorstanders van een onafhankelijk Schotland en vertellen ons over hun actieve betrokkenheid bij de politiek. Door Carlijn Limburg / Beeld privé collectie Calum MacLeod

G

elukkig is er in Schotland altijd een pub om de hoek. Met druipende haren en soppende schoenen volgen we de twee studenten naar binnen. Hoewel we liever een rondleiding over de campus van de universiteit van Glasgow hadden gehad, dwingt de voor Schotse zomers zo typerende regen ons de jongens in de dichtstbijzijnde pub te spreken. Amicaal opent het gesprek zich over de verschillende soorten bieren die er te bestellen zijn. Daarna volgt al gauw ons vragenvuur over Schotse nationalisme en een mogelijk onafhankelijk Schotland. De sterk geëngageerde studenten tegenover ons lijken geen kiltdragende, met de Schotse vlag zwaaiende en volksliederen zingende nationalisten te zijn die je misschien zou verwachten in een strijd om onafhankelijkheid. “Ik zou mijzelf nooit omschrijven als een nationalist”, reageert Calum als we vragen wat nationalisme voor hem betekent. We zijn even van de kaart gebracht. We spreken hier toch met leden van de Federation of Student Nationalists? “Ik ben zeker een trotse Schot, maar het woord nationalisme heeft nu eenmaal een hele andere connotatie dan waar ik mij mee wil identificeren”, beargumenteert Calum. “Ik denk eigenlijk

14

dat ‘Scottish Independence Association’ een betere naam zou zijn.” We vragen Calum en Victor naar hun ideeën over het referendum over onafhankelijkheid van Groot-Brittannië dat gepland staat voor 2014. Eenmaal begonnen over de toekomst van Schotland raken de studenten niet meer uitgepraat. “Ik wil zo graag een onafhankelijk Schotland, simpelweg omdat ik denk dat dit het beste is voor mijn

“Ik zou mijzelf nooit omschrijven als een nationalist” land. Schotland heeft zo veel meer potentie”, begint Calum enthousiast. “Ons uitgangspunt is heel simpel. Wij geloven in de onafhankelijkheid, omdat we denken dat elke beslissing over Schotland moet worden gemaakt door degenen die het meest geven om de belangen van ons land. En dat zijn per


Jonge political geeks bij een politieke demonstratie. Links: Calum MacLeod

definitie de mensen van Schotland.” Met enorme overtuigingskracht spreken de jongens over de verschillende onderwerpen die in het politieke debat rondom de onafhankelijkheid zo’n grote rol spelen: de economie en financiële crisis, defensie, de (Schotse) olie, belastingen, nucleaire wapens, Europa en de macht van Westminster in Londen. Ze overladen ons met sterk onderbouwde argumenten vóór een onafhankelijk Schotland, zoals ook politici van de SNP het Schotse volk vertellen. Hierbij worden er veelal rationalistische argumenten op tafel gegooid, waarin de wil om zelf te regeren voorop staat, zonder anglofobisch te zijn. “Binnen het Verenigd Koninkrijk is Schotland de periferie. Het is geografisch geïsoleerd van het centrum van economische en politieke macht en kan alleen maar spreken met een minderheidsstem. Dat maakt het Verenigd Koninkrijk enorm ongelijk. Door onafhankelijkheid krijgen de Schotten een eigen stem, en de Engelsen een goede vriend als buur”, vertelt Victor vol overtuiging. Het is duidelijk dat deze gedreven jongens zich met passie inzetten om het referendum van 2014 tot een succes te maken. Alleen stemmen bij het referendum is voor hen niet voldoende. “Ik voel het als een verantwoordelijkheid en plicht om zo betrokken te zijn bij de politieke ontwikkelingen. Maar ja, we zijn dan ook wel een beetje political geeks”, stelt Calum. Als oud-voorzitter van de Glasgow University Student Nationalists Association (GUSNA) ziet hij ook onder andere studenten een toenemende belangstelling voor de politieke ontwikkelingen en meer interesse om betrokken te zijn bij het referendum. “Eerstejaars studenten stroomden

naar onze kraam tijdens de openingsweek. Er waren een flink aantal nieuwe studenten die gewoon direct bij onze kraam zeiden: ‘Goed, waar kan ik me aanmelden?’.” Toch is een nog te grote groep studenten slecht geïnformeerd over het referendum en de argumenten vóór onafhankelijkheid, vindt Calum. “Uiteindelijk vind ik dat nóg belangrijker dan mensen over te halen om vóór onafhankelijkheid te stemmen. Ik hoop dat studenten serieus over het referendum en de toekomst van Schotland nadenken. Gelukkig hebben we nog twee jaar tot het referendum.” ◊ SNP De Federation of Student Nationalists, ook wel de SNP Students genoemd, is de studentenvorganisatie gelieerd aan de Scottish National Party (SNP). Binnen de FSN heeft elke universiteit in Schotland nog eigen studentenorganisaties die de Schotse onafhankelijkheid steunen. De Glasgow University Student Nationalists Association (GUSNA) is met zo’n 150 leden het grootst en meest actief. Hiervan komt een aantal studenten wekelijks bijeen om te vergaderen, campagne te voeren en activiteiten te organiseren, zoals debatten met andere politieke studentenorganisaties en afgelopen jaar een ‘mock referendum’ onder studenten, dat resulteerde in 55% voor en 38% tegen onafhankelijkheid.

15


Het kleine Gaelic heeft geen Goliath Door de eeuwen heen hebben vele talen van machtige groepen kleinere talen overschaduwd. Talen zijn verdrongen, veranderd en uitgestorven dankzij dit taalkolonialisme. In deze tijd is dat niet anders: voorspeld wordt dat in 2100 de helft van alle talen verdwenen zal zijn. Gaelic, gesproken door maar 1,2 procent van de Schotse bevolking, heeft sinds kort echter een luxepositie weten te verwerven als het gaat om aandacht en bescherming. Door Joris van den Outernaar / Beeld Rose Doolan

D

e last die sprekers van kleine talen dragen om de taal in leven te houden en jongere generaties te overtuigen van het belang hiervan, is een last die vaak pas later in de bestaansgeschiedenis van een taal naar voren komt. Een taal, zo zou je kunnen zeggen, kan niet bestaan zonder het draagvlak dat deze taal omhelst en onderhoudt, en zal niet ontstaan als deze vanaf het begin een negatieve tendens kent. Bij de bepaling van een draagvlak gaat het niet per se om absolute, maar eerder om relatieve aantallen. Een klein dorp met een eigen taal waar nauwelijks contact is met mensen buiten het dorp, hoeft niet te vrezen voor het behoud van de eigen taal. Nu ontstaat

16

een taal vaak niet binnen een kleine gesloten gemeenschap, maar juist uit het tegenovergestelde: de interactie tussen verschillende volkeren die taal delen, vervormen en creĂŤren. Zo ook het Gaelic (uitgesproken als gĂŞ-lic), of preciezer gezegd, Schots Gaelic. In de vierde eeuw introduceerden Ierse kolonisten in Schotland het Middel-Iers, waaruit het moderne Ierse en Schotse Gaelic zijn ontstaan. Nadat Middel-Iers in Schotland het nu uitgestorven Pictisch verving, begon eeuwen later, vanaf de 12e eeuw, de ontwikkeling van het Gaelic als eigen taal. Vanaf deze tijd werd er in het overgrote deel van Schotland Gaelic gesproken. Naar deze taal werd gerefereerd als Scottis, terwijl het Engels


Alle teksten in en op het parlement zijn ook in het Gaelic te lezen

dat een klein gedeelte van het zuiden sprak als Inglis werd aangeduid. Dit veranderde echter in het begin van de 16e eeuw toen zich in een substantieel deel van de Lowlands-regio in Schotland een dialect van het Inglis had gevormd. Dit dialect nam de naam Scottis over van het Gaelic, dat vanaf toen bekend kwam te staan als Erse vanwege de connectie met het Iers. Hierna heeft het Scottis, oftewel Scots, langzaamaan het Gaelic verdreven en uiteindelijk gemarginaliseerd. In de Britse volkstelling van 2001 kwam naar voren dat er nog 58,652 mensen zijn die Gaelic spreken, slechts 1,2 procent van de Schotse bevolking. De constante daling van

het aantal sprekers kan verklaard worden door wetten die de taal op

“Gaelic causes the barbarity of the people of the Isles and Highlands” verschillende manieren onderdrukten. Zo installeerde koning James IV de School Establishment Act 1616, waarin wordt vermeld dat “the Scots language be universally established, and Gaelic be obliterated because it is a main cause

for the barbarity and incivility of the people of the Isles and Highlands”. Meer dan tweehonderd jaar later was deze instelling niet veel anders: de Education Act 1872 verplichte scholing in heel Schotland maar sloot Gaelic uit, wat resulteerde in het niet mogen spreken van Gaelic in de klas, op straffe van een pak slaag. Sinds de volkstelling bekendmaakte dat het aantal Gaelic-sprekers op het laagste punt ooit stond, lijkt het tij echter gekeerd te zijn. Op politiek niveau heeft de Scottish National Party (SNP) het afgelopen decennium een hand uitgestoken naar de Gaelicgemeenschap. Zo kwam er in 2005 de Gaelic Language Act 2005. Hiermee

17


werd de taal voor het eerst in de Schotse geschiedenis formeel erkend, met het oog op het vaststellen van de taal als officiële taal van Schotland, gelijk aan het Engels. Daarnaast is het Bòrd na Gàidhlig opgericht, een overheidsinstantie die in allerlei opzichten het Gaelic promoot en ondersteunt. De Act biedt ook een raamwerk voor Gaelic language plans, die allerlei openbare instanties zouden

Het tij lijkt gekeerd te zijn voor de kleine taal verplichten om Gaelic een duidelijkere positie te geven binnen publieke terreinen. Nu is de vraag natuurlijk: wat vinden Schotten zelf van de aandacht die de overheid aan het Gaelic besteed? Het is tenslotte een minderheidstaal die zo goed als geen rol speelt in het dagelijks leven. Alhoewel een duidelijk antwoord pas naar voren zou komen bij een goede enquête, kan wel bedacht worden dat de 1,2 procent van de bevolking die Gaelic spreekt geen representatie is voor de algemene waardering voor de taal. Gaelic heeft tenslotte een stevige historische basis in Schotland; enkele honderden jaren geleden was het nog de taal van de overgrote meerderheid van de bevolking. Volgens de hoofdlerares Gaelic van de tweetalige basisschool Tollcross in Edinburgh is het dan ook zo dat een meerderheid van de Schotten Gaelic zien als iets belangrijks, ook als ze de taal niet spreken. Omdat ze er een connectie mee hebben via familie, interesses in geschiedenis en traditie; wellicht is het een zoektocht naar authenticiteit, of het willen afzetten tegen het Engelse. Toch zijn niet alle maatregelen ter

18

bevordering van het gebruik van Gaelic vrij van controverse. Zo was er in het graafschap Caithness kritiek op het plan om overal in de Highlands borden tweetalig te maken, in plaats van alleen in Gaelic-sprekende gebieden. Raadsleden hebben zich verzet omdat bepaalde uit het oud-Noors of Diets afkomstige (plaats)namen niks te maken hebben met het Gaelic, dat in deze uiterst noordoostelijke regio moest concurreren met het van de Noren afkomstige Norn. Op zijn plaats of niet, de wind die de kleinste taal van Schotland in de rug heeft is goed terug te zien in de publieke sfeer. Elke tekst op en in het Schotse parlement is bijvoorbeeld ook in het Gaelic geschreven, er is een Minister of Gaelic en er zijn meerdere Gaelic-sprekende parlementsleden, waaronder de partijvoorzitter van Labour. In de metro zijn er advertenties te zien van Gaelic scholen, die verzekeren dat je van tweetalig onderwijs de rest van je leven kan profiteren. Deze scholen spelen een belangrijke rol in het vormen van een volgende generatie Gaelic-sprekenden, wat het feit dat educatiewetten Gaelic in het verleden de raakste klappen hebben toegedeeld duidelijk maakt. Tot het zevende leerjaar worden op Gaelic scholen alle vakken in het Gaelic gegeven. Hoewel dit misschien te veel van het goede lijkt, creëert dit niet meteen een generatie pure Gaels. De kinderen praten in hun vrije tijd namelijk ‘gewoon’ Engels. Het kiezen voor Gaelic onderwijs lijkt eerder een praktische overweging, zeker als je kijkt naar de voordelen die eraan toe worden geschreven, maar een persoonlijke band met de taal zal ook een grote rol spelen. Eenmaal op de middelbare school krijgen de scholieren vooral Engelse vakken voorgeschoteld, zoals wiskunde; geschiedenis is dan weer in het Gaelic.

Grote talen, en dan vooral die de officiële taal van een land zijn, hebben de neiging om zichzelf erg makkelijk te verspreiden over het gebied waarin de taal een dominante positie inneemt. Taal is immers een manier om te communiceren. Zeker nu we in deze tijd een veel grotere ‘communicatieradius’ hebben dan vroeger, zal men zoeken naar een taal die de meesten begrijpen, waarmee het lokale wordt overstegen. Niet alle individuen zullen automatisch kiezen voor de meest efficiënte optie, maar worden vaak wel gedwongen om te communiceren in de meest gesproken taal. In Schotland is de positie van het Gaelic lang onaantastbaar geweest, maar het ontbreken van een koning of staat die waardering voor de taal had, heeft grote invloed gehad. Het was het Scots dat de officiële taal werd, en vormde zo op termijn de lijm tussen de inwoners; de natie toevoegend aan de staat. Officiële talen worden vaak gezien als superieur aan dialecten, worden op alle scholen gegeven en maken zo deel uit van een nationale identiteit. Dit is iets waar veel gemarginaliseerde talen niet tegenop kunnen, waardoor er vele unieke manieren van menselijke spraak verloren gaan. Kijkend naar de recente geschiedenis, is dit een lot dat het Gaelic voorlopig bespaard zal blijven. Juist de publieke instituties die de taal naar de uithoeken verbande, vormen nu een front waar menige minderheidstaal niet van durft te dromen. Maar of de taal een grote heropleving zal meemaken is moeilijk te voorspellen. Wellicht kun je in de toekomst de oude taal van Schotland niet alleen lezen op de borden in het Schotse parlement, maar kan je ook ‘Gaelic-style’ de weg vragen. Verdwaald, in de bergen van de Highlands. ◊


Ben je Brits of Schots? Aan de hand van het referendum vroegen we inwoners van Schotland op straat met welke nationale identiteit ze zich het meest verbonden voelen. Dit resulteerde in de volgende fotoreportage. Door: Rose Doolan / Beeld: Rose Doolan

19


Brits, Pakistani

Schots

meer Schots dan Brits

Engels

Schots

Schots

Schots

Brits

Brits

Schots

Schots

Schots

Schots en Brits

Schots

Schots

Schots

Schots

Schots


eerst Litouws dan Schots

Schots

Schots

Schots

Brits

meer Schots dan Brits

s

Schots

Schots

Schots

s

Schots

meer Schots dan Brits

Brits

Brits

Brits

Schots en Brits

Schots

Brits

Schots

s


National Identity: banal, personal and embedded Is nationale identiteit collectief of juist persoonlijk? Volgens professor Jonathan Hearn, verbonden aan Nationalisme Studies aan de Universiteit van Edinburgh, gaat het om de manier waarop het persoonlijke en het collectieve op elkaar inhaken. Zijn onderzoek tijdens de fusie van een Schotse en Britse bank laat zien: nationale identiteit is een manier om greep te krijgen op je persoonlijke situatie. Door Dr. Jonathan Hearn

I

n September 2001 two British banks, the Bank of Scotland and the Halifax, merged to form the banking group HBOS. This merging was an encounter between two nationally defined organisations, with significant differences. For Bank of Scotland, one of the two dominant banks in 20th century Scotland, being Scottish was integral to the organisation’s identity. The Halifax bank, originally based in England, had constructed an identity on marks other than ‘Englishness’. Halifax was the dominant partner in the merger: it brought almost twice as much staff and market value to the merger as BoS, as well as a considerable number of key executive staff members. Not surprisingly, tensions over power relations between the two merging banks and between their respective staff were sometimes articulated through notions of national differences between the Scots and the English, especially by the Scottish staff of BoS for whom the experience was more clearly nationally framed. ‘How do people become national?’ This basic theoretical question was the focus of the research that I conducted among staff from both the BoS and Halifax during the realisation of the merger. More specifically: how do we understand the relationship between national identities as social categories that people use to make sense of the world, and as an aspect of self-identity, partially constitutive of personhood? In fact, this is a particular variant of a

22

core problem in the study of identity more generally: the relationship between social and personal identities. How do broad and rather abstract social categories become salient for, and woven into, the individual’s sense of self ? We can approach this problem from different angles, using the respective lenses of Billig’s ‘banal nationalism’, Cohen’s ‘personal nationalism’ and Layder’s socially embedded model of selfhood. Each brings out different and interesting aspects of the data, but I want to argue that it is Layder’s model that takes us furthest toward answering the question of how personal identities become invested in social identities, national or otherwise.

Banal nationalism

Michael Billig’s thesis of ‘banal nationalism’ has struck a chord for many academics trying to understand the subtle insinuation of nationhood into daily life. The aspect of Billig's concept that probably has the widest resonance among academics is the idea that nationalism is crucially sustained not so much through explicit ideological exhortation, but through implicit repetitive, symbolic reinforcement. Nationalism abides in the little things, jokes, advertisements, street names, and weather reports, which assume the presence of nations. Basic to Billig’s argument is that national identities are not cognitive schemata but rather patterns


of practice and habit built into the material and social environment. We do not just adopt such social categories because they fill certain psychological needs, we adapt to a social environment that renders these categories ‘real’ and imperative. As one of the major Scottish banks, founded in Scotland and serving primarily a Scottish customer base, BoS routinely but quietly ‘flags up’ Scottishness by its very nature. From the tartan ties and skirts of costumer-facing staff, to the regular sponsorship of quintessentially Scottish activities such as the Tattoo, BoS as an institution has helped to affirm a takenfor-granted Scottishness. BoS also serves as an object of discourse that is viewed as embodying aspects of Scottish identity. The discourse of Scottishness, while relatively apolitical and ‘banal’, is explicit. There have been times, however, when the banal nationalism of BoS has tipped over into something more political, a bit ‘hotter’. How does this all fit in with Billig’s notion of banal nationalism? There is a continuum of manifestations, from subliminal ‘unflagged’ forms to highly conscious mobilisations of Scottishness. Part of why this kind of material seems to fall under the rubric of banal nationalism is not so much its implicit as opposed to explicit character, but rather its relatively apolitical character. Furthermore, it would be wrong to suggest that ‘the nation’ is an ideological frame that is somehow imposed on BoS. BoS is, or at least was before the merger, Scottish, in the sense that its origins, history and interests have been bound up with that of broader Scottish society. The staff of BoS worked in a organisational environment that by its very nature, was extensively furnished with routine, banal invocations of the social category of Scottish identity.

Personal nationalism

than subscribing to collective identities. The crucial point here is that being Scottish is not simply a matter of selfcategorisation; it is a medium for making sense of personal circumstances. A prominent theme from my research was the tendency of some English people to perceive and stereotype Scots as parochial and insular. My Scottish informants sometimes expressed resentment at this perception of Scots, but also often accepted it in certain respects, pointing to it as something they disliked about being Scottish. A senior manager in business banking linked these two in an interview: ‘You can sometimes be treated as though … you’re from Scotland, you can’t possibly be cosmopolitan or worldly wise or cool’. On one hand, these words show someone wrestling with the confines of a negatively stereotyped categorical identity, on the other hand, while generalisations about the Scots and the English are what is being mobilised here, it is the self that is being positioned. She is talking about what kind of person she is and how people respond to her, and trying to deal with how Scottishness and Englishness bear upon that. Cohen’s argument seems to suggest an utter collapsing of the social category of national identity into personal identity, such that the two become indistinguishable. This does not usefully describe most articulations of Scottish national identity I have encountered. However, I do recognise using the social category of the nation to help situate the self and interpret personal circumstances. Despite some haziness in Cohen’s formulation of ‘personal nationalism’, people do in fact personalise national identity, and this gives the concept some analytic force.

How do people become national?

The nation is a generalization, saying nothing about specific members. Why then, do individuals identify in terms of the nation? In grappling with this question, Anthony Cohen has put forward the concept of ‘personal nationalism’. His answer is twofold. First, national populations are heterogeneous, and will only converge on a common understanding of their material interests in the nation of everyday life. But where national identity is a routine aspect of everyday life, Cohen suggests that there is a common interest in having a national identity as such, precisely because it provides a shared ground for articulating personal identities. Far from subsuming individuals, it affords them one means by which to be individuals. I turn again to the bank study to examine the ways in which invocations of national identity seemed to be more a way of framing personal feelings and biographies,

Embedded nationalism

To comprehend the relationship between personal and social dimensions of national identity we need basic conceptual tools for thinking about why people forge these linkages and how specific social contexts mediate the use of nationness as a basis for identity. Beyond its general availability as an ideological resource (Billig) and it’s highly personal significance (Cohen), there lie questions about the contextualised motivations for drawing on that resource. Drawing on the work of Derek Layder, I will now develop a third formulation, ‘embedded nationalism’, which seeks to bridge this gap. Layder’s approach emphasises the significance of power for personal identity and emotional well being. In short he argues that human beings have a fundamental need to control uncertainty and unpredictability in their social environment, that emotions are a key medium by which this is achieved, and that the result of adequate negotiations of control is a stable and well-adjusted sense of self and identity. Thus

23


people are continually involved in power through acts of personal mastery. Layder situates this notion of the powerseeking self within an abstracted model of embedded layers of social interaction. He distinguished three layers: the self as a core of personal identity, the more enduring patterns of ongoing relations found in institutions, and, finally, a layer he labels ‘contextual resources’ which refer to the encompassing environment of socially created material and ideational artefacts that both structure, and can be drawn upon in, social interactions. A conceptual apparatus like this, addressing the embedded nature of personhood, is needed to talk more specifically about how individuals draw down cultural resources of social (national) identities and incorporate them in their own self-understandings.

Scottishness was used to articulate a narrative of anxiety In Layder’s terms, (Scottish) national identity is a basic ‘contextual resource’, available to be drawn upon in numerous banal and not so banal ways. As I have suggested, this sometimes gets done in the management of unique personal identity. But here I will be more concerned with the ‘layer’ that Layder calls ‘social settings’, and in particular the bank as an institution and organism in and through which people sought livelihoods, careers and even identities. During my research the merger was widely seen as effecting a fundamental shift, marking the end of the older ethos of life-long service, with increasing trends towards appointing new staff from outside the bank. I often encountered a local discourse among BoS staff members evoking a ‘loss of community’. When asking about the changing culture of the organisation I frequently encountered metaphors of ‘family’ to convey how things were, and what was being lost. As a young Scottish staff member put it: ‘The bank used to be one big happy family and you sort of knew most people. You could look at the appointments circular and see how people were progressing and moving on. We no longer have this communication.’ Familial and communal language was used not just to characterise relations within the bank, but also to describe the ‘fit’ between BoS and the broader Scottish community. A mid-career Scottish man in private banking describes this: ‘The organisational culture of the Bank I believe is partly a factor of the nature of the Scottish people. It contains characteristics typically associated with that, such as a sense of history, conservatism, loyalty, prudence and self-deprecating humour!' Combined characterisations of Scots in general, and BoS specifically, were not simply selfcongratulatory. In the context of the merger they contained

an undertone of anxiety, defensiveness and self-criticism. When asking people what significant differences they saw between the Scots and the English, the theme ‘confidence’, and the Scottish lack thereof, were repeatedly used to draw the distinction. What Layder’s model helps conceptualize is the way that personal and social dimensions of national identity are mediated by concrete and on-going settings through which power relations get negotiated. In this case the Scottishness, both of BoS as organisation, and of most of its staff, was being used to help articulate a narrative of anxiety in relation to the experience of the merger. The context-bound utility of these ideas of national identity for people making sense of their circumstances is as important for understanding how national identity works, as its implicit encoding in the social environment, or its capacity to provide and epistemic ground for personal identity. The language of national identity is engaged by persons seeking more control over their social environment, in particular organisational and institutional contexts.

Velcro

Our guiding question is a local variant of much larger theoretical debates between macro an micro processes, and structure and agency. Within this frame, I am concerned with how we understand personhood, and how its relationship to pervasive social and cultural structures is mediated by the more specific organisational contexts through which people realise their needs, wants, and inspirations. Regarding personhood I share Layder’s conviction that social theory must take account of the reality of individuality. I have tried to illustrate the way national identity can suffuse certain social settings, becoming situationally relevant not just in the interactions of individuals but in the larger and more binding fates of organisations in which people become invested. National identity does not exist in two polar forms, - one inscribed on the inner self, the other dispersed in the discursive ether. Rather, it gets reproduced along a series of relations, as individuals reach out through the various forms of social organisation that frame their particular lives and circumstances, to draw on the larger cognitive category in ways that make it personally relevant. For the people I have encountered in this study, the bank is only one of many settings in which this reproduction happens, and probably not the most important one. But by looking at the role of national identity in this one dimension of people’s working lives, we can explore the process in some detail, and then infer that some variation on this same process is also going on in other dimensions of people’s lives. Part of grasping the ubiquity and tenacity of national identity, and how people are attached to such identities, lies in appreciating that it is not something sustained by a few key carriers – state discourse, political ideologies, the media - that can be knocked off their perches with the right argument. It is more like Velcro. Not one big hook and eye, but a multitude of small ones, tiny, daily points of attachment that together can bind very tightly. ◊ © De auteur, 2007. Dit is de ingekorte versie van het gelijknamige artikel, verschenen in Nations and Nationalism 12 (4), 2007. De volledige versie is op verzoek beschikbaar.

24


SCHOTLAND IN BEELD

Beeld Rose Doolan

25


OP DE BANK MET

Vladimir McTavish & Keir McAllister Komedianten als Vladimir McTavish en Keir McAllister nemen een specifieke rol binnen de Schotse politiek in. Niet door deel uit te maken van een politieke partij of een pressie groep, maar door het gebruik van satire proberen zij mensen te laten nadenken over wat zij zelf willen voor de toekomst van hun land. Dit met het doel om mensen actief te maken, zodat het volk achteraf niet denkt: “Is dit echt waarvoor we gestemd hebben?” Door Irene Beydals / Beeld Irene Beydals

W

ie is er voor Schotse onafhankelijkheid? Wie is er tegen? En wie maakt het geen fuck uit?” Met deze vragen begint Look at the State of Schotland, een voorstelling over Schotland en haar politiek. In een kleine, volle zaal, ‘een grotere krijgen we niet vol’, maakt het duo Vladimir McTavish en Keir McAllister politieke grappen waarmee ze hun toeschouwers en stimuleren daarbij hun toeschouwers na te denken over het onafhankelijkheidsreferendum in 2014. “Dit is de meest belangrijke kwestie waar we mee te maken hebben sinds driehonderd jaar en veel mensen zijn er apathisch en onverschillig onder. Het is belangrijk om mensen bewust te maken”, vertelt Vladimir McTavish, een iconische man met haar dat in spikes overeind staat. Ik ontmoet hem en Keir McAllister de dag na de voorstelling in de bar direct boven hun kleine theater. We zitten op comfortabele leren banken en onder het genot van een biertje vertellen ze mij waar hun voorstelling over gaat. Wat is hun boodschap?

McTavish: “Salmond is vrij makkelijk om grappen over te maken, vooral vanwege zijn obesitas. Dat is niet zomaar een goedkope grap want hij is… behoorlijk dik en wij als natie hebben een probleem met overgewicht.” Hij gniffelt: “We hebben een regering die het altijd heeft over over publieke gezondheidsvoorlichting en programma’s voor gezonde voeding, het is nogal belachelijk dat onze regeringsleider zelf steeds dikker lijkt te worden. Onze belangrijkste problemen zijn overgewicht, alcohol en roken. Wat ironisch is, is dat vorig jaar bij de verkiezingen de keuze liep tussen de obese Alex Salmond en de leider van Labour: een kettingroker.” McAllister lacht. “Ik denk dat het belachelijk maken van politieke leiders altijd een manier is geweest om ze dichter bij de mensen te brengen. Het maakt politiek toegankelijker voor het publiek. Als we hem dan moeten kiezen, moeten we hem ook wel als een mens kunnen zien. Met satire kun je goed de kleine trekken van een politicus benadrukken, oftewel: ‘dikzak-grappen’ maken over Alex Salmond.”

Van politiek naar satire

“Waar stemmen we ook al weer voor?”

In Look at the State of Scotland worden menselijke kanten van politici breed uitgemeten. Overgewicht is daar een voorbeeld van, waarbij Alex Salmond niet onopgemerkt blijft.

26

De sociale en politieke problemen waar Schotland als een natie mee te maken heeft zijn de belangrijkste onderwerpen van hun cabaret. Bijvoorbeeld alcoholmisbruik: “Mijn


Keir McAllister en Vladimir McTavish

drankprobleem kost verdomme veel meer”. Zelfs Mel Gibson passeert de revue, want “als alcoholist lijkt hij tegenwoordig meer op een Schot dan tijdens die fucking film”. Ook andere problemen krijgen aandacht, zoals de trambaan die maar op zich laat wachten. “We zullen eerder tijdmachines in Edinburgh hebben dan trams, en die kunnen we dan mooi gebruiken om de persoon neer te knallen die voor het eerst het word ‘tram’ in de mond nam.” Bovendien, “wat vinden we ervan dat je op je zeventiende legale seks kunt hebben

Het belachelijk maken van politieke leiders altijd een manier is geweest om ze dichter bij de mensen te brengen met je Member of Parliament (MP), maar niet op hem kunt stemmen?” De voorstelling zit vol met opmerkingen over de besluiten van zowel Westminister als het Schotse parlement. Ook de invloed van Thatcher op het huidige politieke klimaat komt aan bod: “Als zij van onze belastingcenten begraven wordt, moeten Schotten ook inspraak hebben in de ceremonie. Mijn voorstel is om dwergen als mijnwerkers aan te kleden en haar bij haar haren in een groot hol te laten slepen.” Dit is de houding van de meeste Schotten tegenover de Britse ex-premier, vertelt McTavish. “Binnen Schotland was zo ongeveer het hele land tegen haar, iedereen was het erover eens dat de samenleving onder Thatcher’s bewind een ongewenste kant op ging. Ik denk dat het mensen boos maakt dat de regering in Westminster Tory is, terwijl er hier

helemaal geen Tory MP’s zijn.” Zoals ze in hun show stellen: “Tory stemmen is een soort huiselijk geweld.”

Raak betrokken

“Humor is een effectieve manier is om betrokkenheid aan te wakkeren” vindt McTavish. McAllister: “Het Schotse parlement wordt vaak gezien als onbelangrijk. De aandacht vestigen op het referendum en daar satire over maken is een poging om de situatie in Schotland meer onder de aandacht te brengen.” Volgens McTavish is Schotse satire heel anders dan Engelse: “Satire heeft in Engeland een lange geschiedenis, in Schotland is dat niet zo. Als natie nemen we niemand serieus en mensen lachen elkaar makkelijk uit, een formele vorm van satire bestaat alleen niet. Misschien is het gewoon een stom idee.” Beide mannen kijken elkaar aan en beginnen te lachen. Met een grijns en een slok bier vertellen ze verder: “Een hoop mensen komen naar de show vanwege het debat over het referendum. Niet dat ze er een sterke mening over hebben, ze willen juist andermans sterke mening horen. En dan moeten we ze teleurstellen...” McAllister schiet weer in de lach. “We hebben er inderdaad sterke meningen over maar we moedigen het publiek niet aan om deze serieus te nemen. Dat is niet belangrijk, denk ik. Het is niet zo dat we de kwestie bagatelliseren, we bagatelliseren ons gezichtspunt erop”, legt McTavish uit. Beïnvloeden grappen de publieke opinie? “Het is niet mijn doel om opinies te beïnvloeden, ik wil het publiek laten nadenken en ik denk dat de show inderdaad dat effect heeft. Dat mensen de zaal verlaten en beginnen na te denken over wat zij vinden.” McAllister knikt. “Als ze twee idioten over een kwestie na zien denken, willen ze er zelf misschien ook meer over weten.” McTavish: “Twee idioten over politiek horen praten is een beetje alsof je naar een beer kijkt die probeert te fietsen. Je hebt zoiets van: dat kan ik ook!” ◊

27


"Waar kom je vandaan?" "Waar kom je vandaan?" is de vraag die tijdens een eerste ontmoeting vaak wordt gesteld. Daarmee wil de vrager niet alleen weten waar je woont, maar ook wat je gewend bent. Wat zijn je gewoontes, waar liggen je culturele wortels? In dit artikel onderzoek ik het verschil tussen nationalisme en patriottisme en stel daarbij dat natuurlijke banden met het ouderlijk huis een grote rol spelen bij het ervaren van liefde voor het vaderland. Door Jasmijn Post / Beeld Irene o’Callaghan

28


D

e meeste Nederlanders zullen stellen dat ze geen nationalistische gevoelens hebben. Toch zijn er bepaalde zaken die Nederland Nederlands maken. Dit betekent niet alleen dat er een rood-witblauwe vlag wappert tijdens de feestdagen en dat er met een voetbalwedstrijd oranje wordt gedragen. Vaak zijn nationalistische of patriottistische gevoelens gekoppeld aan veel kleinere dingen. Misschien wordt je wel heel erg blij van bruine boterhammen met kaas, de Hema en de Albert Heijn. Dit zijn dingen die je in de kindertijd voor het eerst beleeft, bij je ouders thuis. Studenten spreken van een ‘thuis’ en een ‘thuis-thuis’, om het verschil aan te duiden tussen hun huidige huis en het huis van hun ouders. Maar waarover hebben we het precies als we het hebben over ‘thuis’, of ‘thuisland’? We hebben het over een nationale taal, over gedeelde gewoontes, over normen en waarden. Het ergens thuis-zijn is in Nederland verplicht, want wonen is niet alleen een recht, maar ook een plicht. Bijna iedere burger

Het ouderlijk huis is waar we leren het vaderland lief te hebben staat ergens ingeschreven, bijna iedereen woont ergens. Het is dan ook niet voor niets dat de eerste vraag die men iemand stelt, “waar kom je vandaan?”, of “waar woon je?” is. Dit zijn vragen die iets fundamenteels kunnen zeggen over iemand zijn identiteit. Ze gaan namelijk niet alleen over de woning, maar ook over de sociaal-culturele achtergrond van een persoon. De betekenis van wonen is, zo staat te lezen in het etymologisch woordenboek, ‘ergens graag vertoeven’. Bovendien heeft wonen etymologisch gezien dezelfde stam als het woord ‘wennen’. Wonen betekent daardoor meer dan de plek waar we slapen, het is ook de plek waar we onszelf zijn, die we gewend zijn. Het is de plek waar we hebben geleerd wat het betekent om Nederlander te zijn.

Gezellig

Nederlanders zeggen vaak dat er geen goede vertaling is voor het woord ‘gezellig’. Toch komt het Duitse gemütlich aardig in de buurt. Het feit dat Nederlanders juist dit woord kiezen heeft er waarschijnlijk mee te maken dat gezelligheid erg belangrijk voor ze is. Gezelligheid is iets dat ook weer gekoppeld is aan thuis-zijn. Gezelligheid betekent dat ’s winters de gordijnen dichtgaan en de kaarsen aan. Gezelligheid betekent lekker samen eten, of samen zijn in de huiselijke sfeer. Het woord gezellig roept warme gevoelens op; gevoelens van belonging. Belonging is het woord dat de Nederlandse antropoloog Peter Geschiere gebruikt in zijn boek over autochtonie. Het woord kent geen Nederlandse equivalent die even treffend is; be als een vorm van het werkwoord zijn, longing heeft het woord verlangen in zich. Het is een goede aanvulling wanneer we het hebben over nationalistische gevoelens. Het benadrukt namelijk de warme gevoelens die met nationalisme gepaard gaan, niet de politieke variant van nationalisme. Het is een woord dat eerder met patriottisme wordt geassocieerd dan

met nationalisme. Belonging vult het politieke nationalisme aan wanneer we proberen te begrijpen wat vaderlandsliefde betekent.

Vaderland, moedertaal

De meeste mensen verhuizen tijdens hun leven een aantal keer. De vraag “waar kom je vandaan?”, gaat daarom niet alleen over het huis waar je nu woont, maar ook over het huis waar je geboren en opgegroeid bent. Dit huis is de allereerste plek waar een gevoel van belonging kan plaatsvinden. Het is de plek waar iedereen op zijn eigen manier het vaderland leert lief te hebben. ‘Vaderland’ is niet voor niets het woord dat wordt gebruikt voor ‘natie’. Het refereert aan het land waar je bent opgegroeid, maar ook aan de vader. Ook het feit dat onze eigen taal de ‘moedertaal’ genoemd wordt is frappant. Deze woorden kunnen zijn gekozen omdat ze appelleren aan het ouderlijk huis. Daar leren we het vaderland lief te hebben en de moedertaal te spreken. De antropoloog Andre Gingrich heeft onderzocht hoe in Oostenrijk nationalistische termen worden gebruikt. Hij stelt dat er bij het gebruik van deze termen een onderscheid gemaakt kan worden tussen het ‘mannelijke’, openbare terrein en de ‘vrouwelijke’, huiselijke sfeer. De woorden Heim en zu Hause worden gebruikt tijdens familieaangelegenheden zoals verjaardagsfeesten. De woorden worden geassocieerd met warme gevoelens, belonging en veiligheid. In het Nederlands worden in dit geval de woorden ‘thuis’, ‘thuisland’ en ‘moedertaal’ gebruikt. In de publieke sfeer, wanneer er over politiek wordt gesproken in café’s, worden juist de ‘mannelijke’ aspecten van het nationalisme benadrukt: ‘vaderland’ en ‘natie’ zijn woorden die daaronder vallen. Deze termen worden gebruikt wanneer er vol trots over de natie gesproken wordt. Deze vormen het ‘hardere’ nationalisme: waar de vrouwen eerder in een idioom van belonging en patriottisme spreken, is bij de mannen sprake van nationalistische termen. Ook de bekende antropoloog Benedict Anderson benoemt het onderscheid in woordkeus tijdens het praten over de natie. Hij stelt dat in deze woordkeus de natuurlijke banden die iemand heeft met het vaderland tot uitdrukking komen. Het is daarom ook niet voor niets dat in nationalistische of patriottistische termen de woorden ‘vader’ en ‘moeder’ voorkomen. Het zijn natuurlijke banden, banden die we niet zelf kunnen kiezen, waarin "the beauty of gemeinschaft" tot uitdrukking komt, aldus Anderson. Nationalisme en patriottisme zijn termen die beiden een uitdrukking zijn van liefde voor het vaderland. Deze liefde voor het vaderland wordt in het ouderlijk huis voor het eerst ervaren. Belonging associëren we met warme gevoelens voor het thuis, of het thuisland. Het is daarmee eerder een patriottistisch dan een nationalistisch fenomeen. In de publieke sfeer wordt eerder aan de natie gerefereerd met gevoelens van trots en nationalisme. In de privésfeer is sprake van een zachtere vorm van nationalisme of patriottisme. "Waar kom je vandaan", is een vraag die kan slaan op het ouderlijk huis, het huidige huis of op het vaderland. In alle gevallen is het een goede vraag om te stellen tijdens een eerste ontmoeting, omdat het iets fundamenteels zegt over de identiteit van iemand. ◊

29


Een democratisch gebrek Het debat over onafhankelijkheid draait om de Schotse civil society en sociale regelingen, zoals gratis onderwijs en betaalbare zorg. Deze discussie wordt echter niet door de civil society zelf gevoerd, maar is volledig gekaapt door de politiek. Is dit wel waar het Schotse volk bij gebaat is? Door Gosse Vuijk / Beeld Carlijn Limburg

S

chotland draagt veel geld af aan de Britse regering in Londen, bijvoorbeeld doordat de olie uit het Schotse territorium door het Verenigd Koninkrijk verkocht wordt, en krijgt daar gratis onderwijs voor terug. Dit is de manier waarop zowel voor- als tegenstanders van onafhankelijkheid de status quo beschrijven. Voorstanders vinden het een slechte ruil en denken dat Schotland het onderwijs zelf ook zou kunnen regelen als ze het olie-geld mochten houden. Tegenstanders vinden het olie-geld daarentegen een goede prijs voor gratis onderwijs. Er is dus één ding dat zowel voor- als tegenstanders graag willen: gratis onderwijs in Schotland. De soevereiniteit over

30

en het behoud van dit soort sociale regelingen liggen aan de basis van de onafhankelijkheidsdiscussie. Toch vind je in Schotland weinig studenten- of docentenvakbonden, samenwerkingsorganisaties van onderwijsinstellingen of

verbeteren omdat er dan meer geld zou zijn. Tegenstanders geloven niet dat onafhankelijkheid meer financiële mogelijkheden op zou leveren, maar dat Schotland er juist op achteruit zou gaan. Als gevolg daarvan, en vaak wordt dit nog belangrijker geacht,

Een maatschappelijke discussie is verworden tot een ja/nee-vraag andere onderwijsgerelateerde, maatschappelijke organisaties die actief aan het debat deelnemen. Voorstanders van onafhankelijkheid denken dat ze deze typisch Schotse institutie binnen een soeverein Schotland kunnen

zouden zulke sociale regelingen kunnen verslechteren of zelfs onbetaalbaar worden. Het lijkt of de discussie over onafhankelijkheid een discussie is over maatschappelijke zaken, zoals


het Schotse onderwijs. Toch blijft een dialoog over zulke maatschappelijke zaken uit. De discussie over onafhankelijkheid wordt niet op maatschappelijk, maar alleen op politiek niveau gevoerd. Op deze manier vernauwt de maatschappelijke discussie over Schotse instituties zoals onderwijs tot een ja/nee-vraag in het referendum. Twee campagnes voeden het debat over onafhankelijkheid. De 'Yes Scotland'-campagne verkondigt alle voordelen van een onafhankelijk Schotland, de 'Better Together'campagne probeert daarentegen iedereen van de voordelen van een verenigd Verenigd Koninkrijk te overtuigen. Beide campagnes pretenderen steun te krijgen vanuit het hele maatschappelijke veld, vrij van een specifieke politieke achtergrond. Zo heeft de Yes-campagne verschillende groepen in haar gelederen die moeten laten zien dat de campagne maatschappijbreed steun geniet. We zien Women for Independence en New Scots for Independence (New Scots zijn diegenen die in Nederland allochtonen genoemd zouden worden). Better Together noemt zichzelf op haar website “The patriotic all-party and non-party campaign for Scotland in the UK”. Met deze houding proberen beide campagnes elke schijn van de rol die partijpolitiek zou kunnen spelen in deze discussie, uit te bannen. Ze proberen de politieke discussie over

onafhankelijkheid de schijn te geven van een maatschappelijke discussie. Een maatschappelijke discussie die vanuit de maatschappij gevoerd wordt en dus niet vanuit politiek opportunisme.

Machtspolitiek

Er is echter een probleem met deze houding: de campagnes steunen wel degelijk op politieke partijen. En zowel binnen als tussen de campagnes speelt machtspolitiek een grote rol. Toen de Yes-campagne gelanceerd werd, ontstond er meteen wrijving tussen de Greens en de Scottish National Party (SNP). Patrick Harvie, partijleider van de Greens, wilde uit de campagne stappen omdat Alex Salmond,

premier van Schotland en partijleider van de SNP, in zijn ogen de SNPagenda te veel in de campagne door wilde drukken. De Greens, met maar twee zetels in het Schotse parlement, wilden niet het schoothondje worden van de veel grotere SNP, die 67 van de 129 zetels heeft. Machtspolitiek tussen partijen . Ook binnen Better Together spelen politieke verhoudingen een belangrijke rol. In dit geval echter niet op het niveau van Schotland, maar op dat van het Verenigd Koninkrijk. De drie deelnemende partijen zijn namelijk de grote machtspartijen in Westminster, met samen 615 van de 650 zetels. In Holyrood, het Schotse parlement,

Scotland Yes De pro-onafhankelijkheidscampagne noemt zich ‘Scotland Yes'. De grootste drijfveer achter deze campagne is de sociaaldemocratische Scottish National Party (SNP), maar ook de Scottish Green Party (Greens) en de Scottish Socialist Party (SSP) steunen deze campagne. Door de Yes-campagne wordt de pragmatische keuze vóór onafhankelijkheid verkondigd. Een belangrijk argument is dat Schotland meer kapitaal bezit dan de inwoners van Schotland op dit moment toekomt. Volgens de Yes-campagne zou een onafhankelijk Schotland het op vijf na rijkste land per capita in de ontwikkelde wereld zijn. De tweede grote pijler van de campagne is de soevereiniteit van de inwoners van Schotland. Volgens de Yes-campagne hebben zij op dit moment te weinig invloed op het bestuur van hun land. De belangrijkste beslissingen worden immers genomen door de rechtse regering in Westminster, terwijl Schotland over het algemeen meer links stemt.

31


Een voorcampagne, een tegencampagne, maar de meeste Schotten willen geen van beide.

hebben ze met 57 van de 129 zetels relatief weinig invloed. Zie hier een belangrijke reden om zoveel mogelijk macht in Westminster te houden en dus tegen onafhankelijkheid te zijn. Opvallend is de positie van de Liberal

Democrats in het debat. Deze wordt namelijk zo sterk door machtspolitiek bepaald dat de uitgangspunten van de partij geheel overboord zijn gegooid. De Lib-Dems zijn voor een federale staatsinrichting, met een centrale

Better Together De pro-eenheidcampagne 'Better Together' wordt gedragen door de Scottish Labour Party (Labour), de Scottish Conservative and Unionist Party (de Tories) en de Scottish Liberal-Democratic Party (de Lib-Dems). Alle drie deze partijen zijn in Schotland aanzienlijk kleiner dan in de UK als geheel. De Better Together campagne zet, meer dan de Yes-campagne, in op emoties. Als pro-Union argumenten worden vooral de gedeelde Britse cultuur en de rijke geschiedenis die Schotland en de rest van de UK verbindt veelvuldig aangehaald. Maar ook deze campagne heeft een duidelijke pragmatische kant. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op de economische voordelen die het Verenigd Koninkrijk heeft voor Schotland. Een laatste argument van deze campagne is dat Holyrood, het Schotse parlement in Edinburgh, al genoeg macht heeft. Er wordt daarbij gewezen op de beleidsterreinen waar Holyrood al zeggenschap over heeft, zoals onderwijs, zorg en sociale zekerheid.

32

overheid zonder al te veel macht ten opzichte van lokale overheden. Hier past het afwijzen van een onafhankelijk Schotland niet in. Maar ze kunnen niet van dit standpunt afwijken omdat ze dan hun coalitie met de Tories in Westminster in gevaar zouden brengen. Het standpunt van de LibDems geeft ook aan hoe sterk de standpunten van de campagnes gedreven worden door partijpolitiek. Zolang de SNP zonder compromissen voor onafhankelijkheid is, voelen de partijen die geen onafhankelijkheid willen zich genoodzaakt om deze zonder nuance af te wijzen. Het Better Together-kamp had namelijk ook het standpunt over een federale staat van de Lib-Dems kunnen innemen. Alleen levert dit een politiek risico op, omdat het geen duidelijk standpunt is. Het is niet in ĂŠĂŠn zin uit te leggen welke macht Westminster dan moet hebben en welke macht er naar Holyrood gaat. Het risico van een genuanceerd standpunt is dat slechts de mensen


die het exact met je eens zijn, voor je zullen stemmen. Doordat de SNP een ongenuanceerd standpunt inneemt, voelt het andere kamp zich gedwongen ook de nuance te laten varen.

Een maatschappelijke discussie

Volgens politicologe Eve Hepburn van de University of Edinburgh laten surveys zien dat ongeveer 20% van de Schotten voor en 25% tegen onafhankelijkheid is. Dat laat dus een meerderheid van de Schotten over, zo'n 55%, die iets anders willen. Zij willen volgens Hepburn een verdere of maximale vorm van devolution, overheveling van nog meer macht van het Verenigd Koninkrijk naar Schotland, ook wel 'devo-plus' of 'devo-max' genoemd. Deze voorstellen geven nog meer macht aan Holyrood, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om volledig te kunnen bepalen welke belastingen te heffen, maar houden op hetzelfde moment wel een sterk Westminster op bepaalde beleidsterreinen, zoals buitenlandse zaken en defensie, in stand. Deze groep mensen staat voor een sterke lokale overheid onder een centrale overheid met maar beperkte zeggenschap - een standpunt dat niet gedekt wordt door de politieke campagnes. Dit geeft nogmaals aan hoe sterk dit een discussie is die wordt gedomineerd door partijpolitiek, in plaats van een maatschappelijke discussie waarin de machtsfactor pas op de tweede plaats komt. Dit blijkt ten eerste uit het feit dat de LibDems dit standpunt niet verdedigen met een eigen campagne, wat vanuit hun federale overtuigingen het meest logische standpunt zou zijn. Daarnaast is het frappant dat het merendeel van de bevolking niet gerepresenteerd wordt door politieke partijen, terwijl de campagnes pretenderen een

Future of Scotland De Future of Scotland-campagne is er op gericht om mensen betrokken te krijgen bij het referendum, zonder er direct een mening over de onafhankelijkheid aan te verbinden. Deze campagne wordt dan ook enkel gesteund door organisaties als de Schotse Kerk, het Scottish Youth Parliament, de Scottish Trade Unions Congress en de denktank Reform Scotland. Dit is de campagne die Yes en Better Together pretenderen te zijn, namelijk een campagne die met steun uit de samenleving de maatschappelijke discussie aan wil zwengelen. Het is een campagne waarin, in tegenstelling tot de andere twee campagnes, aandacht wordt besteedt aan de meerderheid van de Schotten die niet voor onafhankelijkheid is maar wel meer macht voor Holyrood wil. Dit standpunt ontbreekt in de politieke discussie.

maatschappelijke discussie te voeren. Ook opvallend is dat de 'Future of Scotland'-campagne, die dit standpunt enigszins de ruimte geeft, de enige campagne is zonder politieke partij aan de basis, maar ook de minst bekende campagne is. Deze campagne wordt volledig vanuit het maatschappelijk middenveld gevoerd

55% van de Schotten wil iets anders en neemt geen duidelijk standpunt in. 'Future of Scotland' wil voornamelijk de maatschappelijke discussie op gang brengen en wegtrekken van het politieke gekonkel.

EĂŠn vraag

Een belangrijk onderdeel van de politieke discussie is de vraag die gesteld moet worden in het

referendum. Een meerderheid voor onafhankelijkheid lijkt onwaarschijnlijk, dus Better Together wil een simpele, neutrale ja/nee-vraag. Yes Scotland wil daarentegen twee vragen; de ja/nee-vraag en een vraag over devomax, zodat het ook bij een eventuele nee-stem niet bij de status-quo blijft. Beide voorkeuren worden ook nu weer gevoed door machtspolitiek. Als de maatschappelijke discussie leidend zou zijn bij de formulering van de vraag, zou de vraag waarschijnlijk helemaal niet over onafhankelijkheid gaan. Het grootste draagvlak zou er zijn voor een vraag die devo-max voorlegt aan het volk. De Yes-campagne heeft het vaak over de soevereiniteit van de people of Scotland en het gebrek aan representatie in Westminster dat de Britse democratie de Schotten oplevert. Maar is het grootste democratische gebrek in Schotland niet dat het 'devo-max'standpunt niet gerepresenteerd wordt door de politiek in waarschijnlijk de belangrijkste maatschappelijke discussie van de komende tientallen jaren in Schotland? â—Š

33


“Scotland makes you Scottish” Wie zijn de Schotten? Wat is Schotsheid? Een manier om hier achter te komen, is om te kijken naar mensen voor wie nationale identiteit minder vanzelfsprekend is: migranten. Welke rol spelen zij in de vorming van Schotse identiteit? Door Sarah van Binsbergen / Beeld Aimé Ntakiyica

Z

e hebben hun eigen tartan en op speciale dagen spelen ze doedelzak of zwaaien ze met de Schotse vlag. De sikh mannen die gekleed in kilt en getooid met een bijpassende tartan-tulband door de straten van Edinburgh paraderen trekken veel bekijks. Is dit een parodie op Schotsheid? Zijn deze mannen Schotser dan de Schotten? Of zijn ze ook gewoon Schots? Er zijn verschillende termen om groepen mensen aan te duiden voor wie nationale identiteit niet eenduidig is: ‘etnische minderheden’, ‘migranten’, of de Nederlandse oplossing: ‘allochtonen’. In Schotland bestaat er een mooier woord voor: ‘New Scots’. Meestal wordt de term gebruikt om de grootste ‘zichtbare’ etnische minderheid in Schotland aan te duiden: mensen van Zuid-Aziatische afkomst, waaronder de sikhs en een grote Pakistaanse gemeenschap. Maar in ruime definitie verwijst de term naar de grotere groep migranten van onder andere ook

34

Engelse, Poolse, Italiaanse en Chinese komaf. New Scots, een positieve term. Terwijl populistische leiders elders in Europa migranten als zondebok gebruiken, spelen ze in Schotland een heel andere rol. In plaats van buitengesloten worden migranten in Schotland verwelkomd als leden van de Schotse natie, iets wat door de term ‘New Scots’ nog eens extra benadrukt wordt. Ze zijn niet anders, ze zijn Schots, nieuwe stijl. Wat je Schots maakt is niet waar je vandaan komt, het is waar je kiest te zijn. Schotsheid is een keuze. Of, in de woorden van een lid van de Scottish National Party (SNP): “Scotland is what makes you Scottish”. Het klinkt natuurlijk prachtig, een natie waarin belonging een kwestie is van vrije wil, niet het alleenrecht van een dominante groep die bepaalt wie meer of minder recht heeft om er aanspraak op te maken. Maar wacht eens, is nationale identiteit

niet per definitie politiek? En is het inclusieve karakter ervan in Schotland dan niet vooral een politiek middel, een manier om ook de zieltjes van etnische minderheden te winnen voor de Schotse zaak? De term New Scots duikt voor het eerst op na de eeuwwisseling, in het kader van het ‘Fresh Talent Initiative’ (‘attracting fresh talent to meet the challenge of growth’), een campagne die erop gericht was de dalende bevolkingscijfers aan te vullen. Voor de SNP is het een bron van trots dat de eerste en enige New Scots die vertegenwoordigd zijn in het parlement, leden van hun partij zijn. Dit terwijl de partij zich tot voor kort presenteerde als een uitgesproken etnisch Schotse partij. Die tijden zijn voorbij en in de nieuwe koers die de SNP vaart zijn de New Scots juist een boegbeeld voor het civiele karakter van nationalisme en nationale identiteit. Hoe mooi het ook klinkt, de vraag is of de verwelkomende, inclusieve houding waar Schotland zich op laat


voorstaan niet slechts politiek vertoon is. Ook in Schotland hebben migranten te maken met discriminatie en racisme. Het lot van Stephen Lawrence, een jonge man die 13 jaar geleden slachtoffer werd van een racistische moord houdt de gemoederen nog altijd bezig: de Britse krant Independence bericht dat de zaak onlangs heropend werd. Maar ook minder extreme incidenten van raciale haat komen voor, vaak jegens mensen van Aziatische komaf, maar ook tegen Engelsen en Polen. Toch zijn er ook redenen om te geloven in het mooie verhaal dat Schotland over zichzelf vertelt. Het aardige in Schotland is dat zelfs wie er geboren is, de keuze heeft uit twee

nationale identiteiten. Ben je Schots of Brits? Daar komt het uiteindelijk op neer. Surveyonderzoek wijst uit dat New Scots zich eerder Schots voelen dan Brits. Schotsheid is dus een

Schotsheid is een keuze toegankelijker, meer inclusief concept dan Britsheid. Hetzelfde onderzoek werd gedaan in Engeland. Hier bleek de uitkomst andersom: wie niet aan de meest dominante tekenen van Engelsheid (blankheid, accent, heel veel

thee drinken) voldeden, identificeerden zich eerder met het ruimere concept ‘Britsheid’. De sikhs die met tartan-tulband door de straten gaan, presenteren een gestileerde, clichématige vorm van Schotsheid. Hiermee reflecteren ze echter wel de mate waarin migranten zich Schots kunnen voelen. Als Schotland haar inwoners Schots maakt, zijn het de New Scots die deze Schotsheid helpen definiëren als een open, inclusief en civiel concept. Of, en daar komt het uiteindelijk op neer: toch in ieder geval opener en inclusiever dan Engelsheid. Schotlands echte ander bevindt zich per slot van rekening niet binnen eigen grenzen, maar in Westminster in Londen. ◊

35


CULINAIR

Recept voor twee personen Ingrediënten: • • •

een pint (0,47 l.) water, of 0,25 l. water en 0,25 l. melk 80 gr. havervlokken, die idealiter een nacht lang in water zijn geweekt een snufje zout

Breng het water of het mengsel van water en melk aan de kook. Voeg hieraan al roerend de havervlokken toe en blijf doorroeren totdat het weer aan de kook is. Onthoudt dat je hierbij je rechterhand moet gebruiken en met de klok mee moet roeren. Als het mengsel weer kookt, ku n je het vuur lager zetten en een deksel op de pan doen. Roer af en toe tegen aanbranden en laat het in elk geval vijftien minuten staan. Voeg hierna het snufje zout toe. Hoelang het nu nog moet pruttelen hangt af van het type havermout dat gebruikt is. Als het een dikke, maar vloeibare massa is geworden, is de porridge klaar. Porridge kan je op vele manieren eten, bijvoorbeeld op de manier van David Cameron, die er naar Schots gebruik koude melk doorheen goot. In plaats van melk kan je ook room gebruiken. Wat ook lekker is, is om er boter, suiker, rozijnen en gehakte amandelen doorheen te gooien. Voor de volwassen hap roer je er een slok whisky door.

36

Schotse haver Door Irene Beydals

T

oen de Engelsman Samuel Johnson in 1755 een baanbrekend woordenboek publiceerde van de Engelse taal, stond er een passage in waar de Schotten niet zo blij mee waren. De beschrijving van haver was namelijk “a grain, which in England is generally given to horsves, but in Scotland supports the people”. Via deze vergelijking trachtte Johnson de Schotten en hun eetgewoontes aan te vallen en hen als ‘minder beschaafd’ te boek te zetten. Maar in Schotland groeit haver nu eenmaal makkelijker dan tarwe en heeft het dus nog steeds een speciale plek in de Schotse keuken. Haggis, de beroemde gevulde schapenmaag, zou zonder havermout geen echte haggis zijn. In Schotse bloedworst zit niet alleen smaakmakend varkensbloed, maar ook gewoon havermout, wat het bloed opneemt en structuur geeft. Bovendien is havermout het kern-ingrediënt in het nationale gerecht waar menig Schot mee groot is geworden: porridge, oftewel de Schotse versie van havermoutpap. Tot op heden is porridge een heel populair ontbijt. Het wordt in allerlei vormen verkocht, traditionele porridge, porridge voor in de magnetron of zelfs instant porridge, een mengsel waar je alleen water aan toe hoeft te voegen om een, naar mijn mening, smerig goedje te krijgen dat enigszins lijkt op pap. Dit vrij simpele gerecht is cultureel beladen en verweven met de Schotse identiteit. Zo bestaan er gebruiken met betrekking tot het maken en eten van porridge. Je hoort bijvoorbeeld tijdens het koken te roeren met je rechterhand en met de klok mee, anders zou je de duivel op je dak krijgen of op zijn minst een hoop ongeluk; daarna hoor je het staand te eten. Daarnaast hoor je porridge niet met een pollepel te roeren, maar met een spurtle, een typisch Schotse houten stok die eigenlijk alleen gebruikt wordt voor porridge en soep. Ook zit er een politieke dimensie aan porridge. Het was naar verluidt in een porridgefabriek waar de Schotse volksheld Robert the Bruce in de 14de eeuw zijn fameuze toespraak hield voordat hij ten strijde trok tegen de Engelsen en met succes voor de Schotse onafhankelijkheid vocht. En ook de Britse premier David Cameron hield op 17 februari van dit jaar een toespraak in een porridgefabriek, deze keer tégen Schotse onafhankelijkheid. Historisch gezien misschien een aardig idee van Cameron, maar door de Schotten niet gewaardeerd. Het was wéér een bewijs dat de Engelsen de Schotse identiteit verwarren met banale symbolen als haggis, tartans, doedelzakken en pap. Dat de Engelsen de Schotten niet begrijpen en het een, door de Britse politiek, vergeten regio is. ◊


ANTROGENDA 26 oktober 2012 - 13 januari 2013 / FOAM / Diane Arbus: een volledig antropologisch verantwoorde fototentoonstelling rondom het werk van Diane Arbus. Arbus verkende New York met het oog op het excentrieke en onverwachte. Haar foto's doen het normale vreemd overkomen en maken het vreemde begrijpelijk. Een verkenning van identiteit, illusie en realiteit. - Prijs €8,50 5 november 2012 20:00 / Rode Hoed / Medisch Beroepsgeheim en de Media: waar trekken we de lijn tussen beroepsgeheim en journalistieke vrijheid? En wie houden we daarvoor verantwoordelijk? Deze stekelige vragen worden besproken onder leiding van arts en journalist Tom van 't Hek. Journalisten en artsen gaan met elkaar in debat. - Prijs €9,00 op vertoon van studentenkaart 21 november 2012 20:15 / Felix Meritis / Ragazze Kwartet: Verschil van dag en nacht: wie fan is van klassiek en modern mag het programma van dit strijkkwartet niet missen. Licht, muziek en creativiteit worden gecombineerd tot een contrastrijke avond: een verschil van dag tot nacht! - Prijs €10,00 op vertoon van studentenkaart 27 november 2012 20:00 / De Balie / Abattoir De Balie: dierenmoord of gewoon een lekker stukje vlees? Een debat over vlees en de relatie tussen mens en dier of de afwezigheid daarvan. Sprekers en kunstenaars komen aan het woord en vertellen hun verhaal. - Gratis toegang

FILMRECENSIE

Brave of braaf? Door Sarah van Binsbergen

O

ok sprookjesverhalen gaan met hun tijd mee. Met de nieuwste animatiefilm ‘Brave’ geeft studio Pixar ons Merida, de geëmancipeerde versie van de klassieke Disney prinses. Een meisje dat niet al wasophangend droomt over de dag dat haar prins zal komen, maar haar energie liever steekt in pijl- en boogschieten en paardrijden. Ook op een andere manier speelt deze sage in op de actualiteit. Het verhaal laat zich lezen als een parabel over Schotse onafhankelijkheid. Het verhaal gaat zo: lang geleden, in een naamloos maar

overduidelijk Schots koninkrijk (denk: kilts, een overdaad aan rode haren, distels en andere clichés) besluiten een koning en koningin dat het tijd wordt dat hun dochter trouwt. De dochter in kwestie piekert er niet over zich te voegen naar de rol die voor haar is weggelegd. Na een confrontatie met haar dominante moeder trekt de vrijgevochten Merida eropuit. Ze schakelt de hulp in van een heks om haar moeder een lesje te leren. Met desastreuze gevolgen. Onze Schotse heldin spat van het scherm af, en niet alleen door haar wilde bos vuurrode krullen.

De dapperheid waarmee ze zich ontworstelt aan de overheersende invloed van haar ouders lijkt een lofzang op de manier waarop het kleine maar troste Schotland zich probeert los te maken van Westminster. Maar de moraal van het verhaal is anders. Zonder te veel weg te geven: aan het einde van de film wordt de ruzie tussen moeder en dochter letterlijk onder het vloerkleed geveegd. Compromissen worden gesloten, verschillen vergeten. De boodschap: je kunt wel dapper zijn, maar braaf zijn is toch ook wat waard. Uiteindelijk zijn we toch ‘Better Together’. ◊

37


Op deze Kwakiutl pagina’s zal het bestuur jullie op de hoogte houden van wat er komen gaat en hoe jullie daarbij betrokken kunnen zijn. Deze Cul vind je een stukje over de museumnacht, stellen we jullie onze coördinator reizen voor en bespreken we de commissies.

Even voorstellen: Kwakiutl heeft inmiddels een coördinator Studieverdieping gevonden. Bij deze stellen we haar graag aan jullie voor: Naam: Willeke Boot Korte Introductie: Willeke gaat dit jaar ervoor zorgen dat Kwakiutl jullie nog verder kennis kan laten maken met alle interessante inhoudelijke kanten van de Antropologie. Niet alleen de vaste events zoals de Andere Blik en Lezingen in het spinhuis vallen onder haar inspirerende supervisie, maar ook het congres, de museumnacht, interessante documentaires en al wat nog meer bijdraagt aan een verdiepende en gezellige middag of avond over Antropologie Spinhuiservaring: Willeke is zich inmiddels al ruim twee jaar Antropologie aan het studeren, daarnaast heeft ze de nodige ervaring opgedaan met het organiseren van een aantal evenementen voor een kleine ontwikkelingsorganisatie Opmerkelijk: Is volgens haar Facebook account al afgestudeerd, hoewel zij zelf stellig het tegendeel beweert... Kwakiutl heeft inmiddels een coördinator Reizen gevonden. Bij deze stellen we haar graag aan jullie voor: Naam: Daphne van Esveld Daphne gaat dit jaar voor jullie een fantastische studiereis organiseren naar een verre, zonnige locatie waar Antropologen zich volop thuis voelen. Daarnaast zorgt zij voor een onvergetelijk eerstejaarsweekend en samen met SEC voor een super gezellig Antropologen-Sociologen weekend in Nutter Spinhuiservaring: Daphne heeft de nodige ervaring opgedaan met het organiseren van studiereizen doordat ze vorig jaar in de reiscommissie zat. Met deze commissie samen heeft ze een schitterende reis verzorgd naar Marakesh Opmerkelijk: Houdt van het zelf maken van kleding, heeft een passie voor tweedehands kleding en voor het besturen van vliegtuigen, wat ons erg handig lijkt voor haar functie...


Agenda Oktober - November Commissiebeurs Hier presenteren we alle commissies van Kwakiutl. Uiteraard kun je tijdens de beurs en daarna lekker borrelen. Wanneer: 18 Oktober, 16:30 uur Waar: CommonRoom Spinhuis Hoeveel: Gratis Museumnacht Kwakiutl heeft zijn eigen stand en zal door studenten gemaakte filmpjes presenteren in het tropenmuseum Wanneer: 3 November, 20:30 uur Waar: Tropenmuseum, Linnaeusstraat 2 Hoeveel: Toegangskaart Museumnacht (17,50); Het is nog onbekend of je ook alleen een ticket kan bestellen voor het Tropenmuseum (a E 6,00) De Andere Blik Een Antropoloog en een Socioloog bespreken hier met elkaar en het publiek een interessant thema Wanneer: 8 November, 17:15 uur – 18:30 uur Waar: CommonRoom Spinhuis Hoeveel: Gratis Themaborrel Een avondje gezellig in stijl borrelen, met goede bijpassende muziek, leuke aankleding en drankjes in stijl. Voor het thema; houdt de prikborden, website en Facebook in de gaten. Wanneer: 8 November, 19:00 uur – 00:00 uur Waar: CommonRoom Spinhuis Hoeveel: Gratis Feest Kwakiutl organiseert in samenwerking met SEC het eerste feest van dit jaar. Thema, locatie en kosten zijn nog onbekend, maar houd de prikborden, Facebook en Website in de gaten! Wanneer: 22 November, ± 23:30 uur Waar: Onbekend Hoeveel: Onbekend (maar niet duur)

Museumnacht:

Kwakiutl heeft dit jaar de eer om tijdens de museumnacht op 3 November een programma te mogen organiseren in het Topenmuseum. En het leukste is dat we dat zelf mogen organiseren. Het thema is lichaamsversiering, ritueel en muziek in de stad. We gaan voor die avond een korte clip samenstellen waarin we laten zien dat antropologie niet iets exotisch hoeft te zijn, maar ook gewoon in de stad te vinden is. Samen met een cameraman en een deskundige van het tropenmuseum gaan we de straat op om beelden hiervoor te schieten. Dit doen we natuurlijk met studenten Antropologie. Voorafgaand krijgen we een private tour door het tropenmuseum en worden we helemaal bijgepraat over de collectie aldaar. Tijdens de nacht zelf organiseren we rondom de vertoonde beelden een vraag en discussiemoment. Het programma duurt een half uur, en zal zich vanaf 20:30 tot 00:30 6 keer herhalen. Heb je interesse om hieraan mee te werken? Stuur dan snel een mailtje naar coordinatorstudie@kwakiutl.nl . En kom natuurlijk gezellig langs in het Tropenmuseum om te zien hoe de Antropologen van de UvA het doen.

Commissies

Kwakiutl heeft aardig wat commissies. Deze zijn zo georganiseerd dat het je niet teveel tijd hoeft te kosten, terwijl je wel memorabele dingen kan organiseren. Je geeft je namelijk op per activiteit zodat je sowieso niet het hele jaar door tijd aan de commissie hoeft te besteden, maar enkele keren met je commissieleden samenkomt om een knallend evenement samen te stellen. Evenementen waaraan je kunt deelnemen zijn bijvoorbeeld het congres, dat dit jaar in het Tropenmuseum plaatsvindt, de Andere Blik en de themafeesten. Verder zijn er commissies nodig voor het filmfestival dat Kwakiutl in samenwerking met SEC maakt, en er is een acquisitiecommissie die zich bezig houdt met het zoeken van sponsoren.Tot slot zijn er nog commissies om te koken, om te reizen en themaborrels te organiseren. Naast dat de vereniging je nodig heeft is het -ook voor jou- erg leuk als je meedoet! Heb je dus zin wat meer uit je studie te halen, leuke mensen te leren kennen, anderen een onvergetelijke activiteit aan te bieden en ook nog eens iets moois op je cv te zetten? Geef je dan op! Je kan een mail sturen naar info@kwakiutl.nl of neem een kijkje op de website! www.kwakiutl.nl

39


Trots het rotsvaste gevoel van kracht uit verbintenis stroomt vanaf de top van de berg soms, beukend soms, als een glibberig beekje maar altijd onherroepelijk Als deze samenkomst van waterelementen elkaar verdringend om maar als eerste die lijn daar verder in het oneindige te passeren het publiek meetrekt en een natie weet te binden zelfs te creëren dan heet trots in één klap niet meer trots maar nationalisme Een woord dat blijde broederschap opzij duwt, daar een stalen hamer voor in de plaats slaat volgespoten met kruizen en haken die alleen harde ogen durven te verdragen, een richting die grafieken niet omhoog laat buigen wel dwars door het papier een rechte lijn trekt en het lood op de muur laat krijsen en huilen Daar is trots niet voor gemaakt voor zulk zwaar gedachtengoed vol kleinkopperige doelen illusies over moed Dus kiest alweer een druppeltje na al dat stromen moe voor de bartap van de barman die geen zin heeft in gedoe

Girgis Galore


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.