20 * 4: Schuld

Page 1

Antropologisch Tijdschrift | Jaargang 20 | Nummer 3

reportage OP PAD MET DE DEURWAARDER ___________________ achtergrond DE SOCIALE FUNCTIE VAN DE ZONDEBOK ___________________ essay ANTROPOLOGEN EN DE GRIEKSE CRISIS

SCHULD 1


REDACTIONEEL

W

anneer je van iemand iets leent, krijg je een schuld bij diegene. Zo heb ik bijvoorbeeld een keer een bandenplaksetje geleend van een van mijn beste vriendinnen. Ik ben het inmiddels kwijtgeraakt. Is dit een schuld die niet te vereffenen valt? Of heb ik haar automatisch alweer wat terug gegeven, door haar een keer te helpen verhuizen of door een maaltijd voor haar te koken? Vaak houden we niet zo precies bij wat we naar elkaar uitwisselen. Geld, echter, maakt dat we dit wel gaan doen. De cijfers op onze rekening zijn keihard en bij de bank zullen ze niet gauw zeggen: “Ah, joh, dat komt later wel”. Schuld heeft een plek in de menselijke relaties. Niet voor niets is reciprociteit een van de eerste begrippen die je leert als je antropologie studeert. Het in de schulden staan bij iemand zorgt ervoor dat je iets terug wil geven. Het houdt zo menselijke relaties in stand. Schuld is, zouden we kunnen zeggen, natuurlijk. Geld maakt echter dat schuld over iets anders gaat. Complexe kredietsystemen hebben niet langer iets te maken met vertrouwen en reciprociteit. Deze Cul gaat over schuld. Kleine schulden, grote schulden. Financiële schulden, morele schulden, staatsschulden en persoonlijke schulden. Waarom vinden we het zo belangrijk dat iemand zich schuldig voelt nadat hij de wet heeft overtreden? Hoe hangen verantwoordelijkheid en schuld samen? In deze Cul lees je over de hoofdredacteur van De Telegraaf en zijn verantwoordelijkheid om het nieuws op juiste wijze over te brengen. Ook is er een stuk over de topman van de SNS Bank en zijn rol in de schuld van SNS. Over al deze vormen van schuld lees je in deze Cul. ◊ Jasmijn Post

COLOFON Onafhankelijk antropologisch tijdschrift Cul is verbonden aan de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelings Sociologie van de Universiteit van Amsterdam. Hoofdredactie Jasmijn Post Redactiechef Sarah van Binsbergen Eindredactie Claire Brandts, Romi Biesheuvel, Carlijn Limburg Redactie Sophie van Oostvoorn, Joris van den Outenaar, Romy Santpoort, Bettie Sarneel

2

Beeld en Vormgeving Evite Ancarola, Irene Beydals, Rose Doolan Coverfoto eSeL.at Druk Wilco B.V. Cul is altijd op zoek naar nieuw schrijftalent. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten of te weigeren. Voor informatie en advertentiemogelijkheden mail naar redactie@ tijdschriftcul.nl

Oplage: 600 ISSN: 18760309 Dank aan CSW Tijdschrift Cul OZ Achterburgwal 185 1012 DK Amsterdam www.tijdschriftcul.nl


IN DEZE CUL: SCHULD 4

Reportage: deurwaarders

24

6

Debt Jubilee

26 Mario Rutten

9

Moet het hem wel spijten?

28

Op de bank met Erik B채hre

10

Achtergrond: zondebokken

31

Disciplinerende zelfblaam

13

Crisis verklaard en bezworen

34

Maand van de filosofie

14

Couchsurfing

35

Filmrecensie: Django Unchained

16

Essay: Griekenland

36

Antrogenda

19

Guilty pleasures

37

Column Alumninetwerk

23

De schuld van Sjuul

38

Kwakiutl

Vrije wil en de bankenwereld

24

10

14

19

3


REPORTAGE

Afrekenen met de boeman ‘Het zwaard zonder genade voor iedere schuldenaar die hem in handen viel’, zo beschreef Borderwijk deurwaarder Dreverhaven in zijn roman Karakter (1938). Ook nu roept de naam gerechtsdeurwaarder beelden op van meedogenloze, breedgeschouderde mannen die arme consumenten tot de laatste druppel uitwringen. Is dit imago terecht?

Door Sarah van Binsbergen / Beeld Catgunner

D

e jonge vrouw die de deur opent heeft haar pyjama nog aan, een roze-wit gestreepte broek en een lang wit T-shirt met vervaagde opdruk. Haar haren bindt ze nog gauw met een elastiekje bij elkaar. Het is maandagochtend, half negen. Deurwaarder Vincent bezoekt zijn eerste adres voor de dag, een bovenwoning in de Rivierenbuurt. “Bent u mevrouw Amrani?” Ze knikt bevestigend. “De deurwaarder” stelt Vincent zichzelf voor, “ik kom in verband met de schuld bij uw zorgverzekeraar. U heeft hier als het goed is een aantal brieven over ontvangen.” Mevrouw Amrani laat ons binnen. Ze zoekt haar mobieltje, kiest een nummer en geeft de telefoon aan Vincent. Terwijl de deurwaarder telefonisch overlegt met meneer Vincent speelt zich een zoet huiselijk tafereeltje af.

4

Een meisje van een jaar of drie, met bruine krullen en een roze nachtpon aan, stapt slaperig de woonkamer in en kijkt de bezoekers nieuwsgierig aan. Gauw kruipt ze bij haar moeder op schoot. De televisie flitst aan: een kinderprogramma. Door witte kanten gordijnen schijnt de ochtendzon naar binnen. Een hoekbank bezaaid met kussens neemt bijna de hele woonkamer in beslag, op het tafeltje ernaast staan familiefoto’s in gouden lijstjes. “Daar sta je dan ineens,” merkt slotenmaker Michael op, “midden in iemands woonkamer, heel intiem.” Echt wennen doet het nooit, vindt hij. De televisie mag blijven De meeste mensen associëren het ambt van deurwaarder met het leeghalen van huizen of het in beslag nemen van auto’s. De deurwaarder ziet zijn rol vooral als bemiddelend,

hij legt contact met de schuldenaar en probeert een regeling te treffen. Pas in het laatste stadium, als er herhaaldelijk niet thuis is gegeven, is er sprake van beslaglegging. Het percentage zaken dat hierop uitloopt is echter heel klein, en ook dan wordt er in eerste instantie onderzocht en geïnventariseerd. Vandaag is Vincent op zo’n beslagleggingroute en voor de gelegenheid wordt hij geflankeerd door slotenmaker Michael en een inspecteur van de politie. Want al komt geweld zelden voor, “je weet toch maar nooit wat je aantreft.” De televisie van de Amrani’s mag gewoon blijven staan. Uit het gesprek met meneer Amrani blijkt dat er voor zijn zorgschuld al een regeling is getroffen, een deel van zijn loon wordt ingehouden. Vincent gaat onderzoeken of dit voor de schuld van mevrouw ook mogelijk is. Hij noteert wat gegevens


Rafelranden en Gucci schoenen Iedereen kan in de schulden komen, toch blijft het een taboe. Door schaamte en het slechte imago van de deurwaarder wachten mensen vaak lang met contact zoeken. Op zijn routes komt Vincent van alles tegen, ook keurige gezinnen waarbij het een keer fout loopt. In veel gevallen is een regeling zo getroffen, maar soms loopt ook dat uit op beslaglegging. Vincent geeft het voorbeeld van een familie in Aerdenhout. De Gucci schoenen stonden opgestapeld in de kast, maar hun rekeningen konden ze niet meer betalen. Bij ons volgende adres, een statig huis aan de Churchilllaan, is het een student met een achterstallige betaling. Antoine noteert de waardevolle zaken, de jongen in kwestie is niet thuis. Toch blijven ook de rafelranden van de samenleving niet onbezocht. Slotenmaker Michael laat een foto zien die hij maakte bij een

dit bureaucratische net verstrikt en zijn het overzicht kwijt. De persoonlijke benadering van de deurwaarder kan dan helpen de schuld terug te brengen tot menselijke proporties. Hij treedt niet op als boeman, maar als adviseur en bemiddelaar. Dat bemiddeling niet altijd uitkomst kan bieden, blijkt bij mevrouw De Vries. Schouderophalend doet ze de deur open: “Ha, de deurwaarder, altijd gezellig. Waar gaat het over?” Na het overlijden van haar man, zeven jaar geleden, liep het mis met hun bedrijf en raakte mevrouw de Vries in de schulden. Nu zit ze op ruim 35.000 euro, vertelt ze. “Je mag best rondkijken hoor, maar hier valt niets te halen.” Een blik in de kamer vertelt dat ze gelijk heeft. Vincent onderzoekt de situatie van mevrouw de Vries. “Heeft u schuldhulpverlening al ingeschakeld?” “Ja” antwoord ze “en maatschappelijk werk ook, maar ze hebben er een potje van gemaakt. Nu probeer ik het zelf

De persoonlijke benadering brengt schuld terug tot menselijke proporties en even later zitten we weer in de auto, onderweg naar het volgende adres. Wie bij een deurwaarder denkt aan een bedreigend ogende, kleerkastformaat man in streng zwart pak heeft het mis. Vincent, kort stekeltjeshaar en sympathieke bruine ogen, is geen figuur die angst inboezemt. Hij draagt een spijkerbroek, stevige schoenen en een bruin suède jack. Een pak draagt hij nooit, “want dat vergroot de afstand.” Ook Michael: zeiljas, spijkerbroek, bril, ziet er alledaags uit. De glimmende knopen op de uniformjas van de inspecteur geven het geheel een autoritaire gloed, maar de inspecteur houdt zich op de achtergrond terwijl Vincent de schuldenaren benadert. Als je mensen over zo’n gevoelig onderwerp spreekt wekt afstand enkel weerstand op.

beslaglegging. Een kamer die meer doet denken aan een vuilstortplaats. Tussen de bergen bierflesjes, peuken en chipszakken is een klein vierkantje roze stof te onderscheiden, het matras. “Ja, dat kom je ook tegen.” In zulke gevallen wordt de GGD, maatschappelijk werk of de buurtregisseur ingeschakeld. Persoonlijke benadering Dat de deurwaarder aan huis komt en mensen in hun kwetsbaarheid en intimiteit treft, lijkt in schril contrast te staan met de manier waarop schulden tegenwoordig ontstaan. Het is steeds makkelijker om anoniem een lening af te sluiten, rekeningen kun je in de papierbak laten verdwijnen en je hebt geen schuld aan iemand, maar aan een tal van gezichtsloze instanties met abstracte namen. Veel mensen raken in

te doen, maar dat gaat langzaam.” Mensen die veel schulden hebben, zien in korte tijd soms wel vijf verschillende deurwaarders. Het overzicht is dan ver te zoeken. Vincent zal aan de schuldeiser doorgeven dat bij mevrouw de Vries vervolging niets zal opleveren. Verder reikt zijn taak niet. De gerechtsdeurwaarder adviseert en geeft schulden een menselijk gezicht, maar is de situatie schrijnend, dan valt er weinig meer te doen. “Uitzichtloos,” concluderen de heren terug in de auto, “heel schrijnend”. Even is het stil. Dan start de motor, op naar het volgende adres. Hopelijk kan de menselijke aanpak daar wel het verschil maken. ◊ De namen van enkele betrokkenen zijn op hun verzoek gefingeerd.

5


Van schuldencrisis naar debt-jubilee Het is tijd om op een andere manier over schulden en het terugbetalen van schulden te gaan denken. Dit kunnen we doen door het concept van illegitieme schuld op te rekken totdat het de vorm krijgt van een debt-jubilee. Hierbij hanteren we het principe dat schulden weliswaar legitiem kunnen zijn, maar terugbetalen ervan alsnog immoreel is als de sociale kosten worden erkend. Door Jilles Mast / Beeld Paul Miller

D

at je je schulden terugbetaalt is niet meer dan normaal. Sterker nog, het is een zo sterk gevoelde morele verplichting dat het bijna niet voor te stellen is hier onder uit te komen. Toch is het niet zo dat alle schulden altijd worden terugbetaald. In ieder geval niet voor degene met de macht en (paradoxaal genoeg) het geld om dit te doen. De totale hoeveelheid schulden neemt hand over hand toe, net als de problemen die dit veroorzaakt. Het is dan ook tijd om op een andere manier naar onze huidige omgang met schulden te kijken. Lang geleden werd er wat makkelijker gedacht over het annuleren van schulden. Zo was er het bestaan van een debt-jubilee. In de vijfde eeuw voor Christus werden in Mesopotamie voor het eerst per koninklijk decreet alle leningen nietig verklaard. Slaven werden van hun schulden bevrijd en konden terugkeren naar hun geboortegrond. De debt-jubilees waren zo succesvol dat ze zelfs zijn opgenomen

6

in het Oude Testament. Na elk zevende jaar werden schulden geannuleerd en begon iedereen met een schone lei. Een debt-jubilee lijkt in deze tijd onmogelijk en dat is jammer. Juist nu lijken de problemen die worden veroorzaakt door het dragen van schulden groter dan ooit. Er bestaat

Steeds meer mensen hebben steeds meer schuld echter al wel een uitzondering op het terugbetalen van schulden, namelijk wanneer deze illegitiem worden gevonden. Dit concept is met wisselend succes toegepast in het verminderen van de schuldenlast van voormalig derde wereld landen.


Illegitieme schulden Het idee van illegitieme schulden is opvallend genoeg ooit bedacht door de Amerikaanse regering. Na de overwinning op Spanje in de Spaans-Amerikaanse oorlog van 1898, werd Cuba door de Amerikanen geannexeerd. De VS werden echter ook de eigenaar van Cuba’s schuld aan Spanje. Niet van plan om de schuld terug te betalen verklaarden de Amerikanen de schuld illegitiem en werd de afbetaling geannuleerd. Dit werd gedaan op basis van drie door Alexander Sack bedachte voorwaarden, die nog steeds gebruikt worden: (1) de lening moet zonder kennis of goedkeuring van het volk zijn gemaakt; (2) uitgegeven zijn aan activiteiten die het volk niet ten goede zijn gekomen; (3) met medeweten van degene die de lening heeft uitgegeven. Ook nu nog wordt dit concept gehanteerd. Zo heeft Ecuador in 2009 eigenhandig 2,3 miljard dollar van haar schuld illegitiem verklaard. Door te dreigen met een default

op dit bedrag kreeg de regering het voor elkaar eigenaars van Ecuadoraanse obligaties zo bang dat ze deze massaal op de markt dumpten tegen bodemprijzen. Binnen korte tijd werden deze obligaties echter weer opgekocht door Ecuador zelf, maar tegen de nieuwe (lagere) prijzen. Door deze truc werd de staatsschuld twee miljard dollar lager. Dat een relatief arm land op een dergelijke creatieve manier met zijn schuld omgaat zal bij velen waarschijnlijk op begrip kunnen rekenen. Wereldleiders zullen soms moeten slikken, maar het valt natuurlijk ook niet te rechtvaardigen dat een heel volk moet bloeden omdat dictator X zijn Zwitserse bankrekening heeft gevuld. In elk ander geval zal de internationale weerstand op een default echter groot zijn. Dan wordt de macht zichtbaar die de financiĂŤle markten hebben, zoals we hebben kunnen zien in Spanje, Portugal en Griekenland. Vaak wordt er in dat soort gevallen gesproken van een moral hazard. Het idee dat

7


als één iemand weigert te betalen iedereen zal volgen en het systeem in elkaar stort. Het wordt dus lastiger als we het concept van illegitieme schuld oprekken naar iets dat begint te lijken op een debtjubilee. Zoals blijkt uit de term moral hazard is terugbetalen moreel juist. In het geval van een debt-jubilee is kwijtschelden echter moreel juist. Maar we moeten ons realiseren dat de kosten van het terugbetalen van een schuld niet alleen bestaan uit een bepaald aantal dollars, Euro’s of Yuan, maar dat er ook sociale kosten aan verbonden zijn. Wanneer deze kosten groter zijn dan de, overigens kwalijke, gevolgen van het niet terugbetalen, dan kan de schuld weliswaar ‘legitiem’ zijn, maar is het terugbetalen ervan alsnog immoreel. Neoliberale hervorming van het economisch systeem De vraag is hoe deze ommekeer heeft plaatsgevonden: waarom het onmogelijk lijkt om over een debt-jubilee na te denken, laat staan er een uit te roepen. Economen en antropologen zoals Keith Hart en David Graeber wijzen ons op oorzaken die inherent zijn aan de werking van het kapitalisme. Ons economische systeem heeft na de gouden jaren 1945-1970, een heftige hervorming doorgemaakt langs neoliberale lijnen. Daarnaast en mede daardoor, is het zwaartepunt van de economie verschoven van reële, tastbare producten en diensten naar een virtuele financiële economie. Bedrijven moesten blijven groeien, maar konden dat niet langer doen door de consumptie te stimuleren. Zo is autobedrijf General Motors een bank begonnen die groter is dan de SNS. Hoewel een groot deel van de handelingen binnen de financiële wereld nauwelijks of geen betrekking heeft op de economie van alledag, zijn de gevolgen als deze machine hapert niet te overzien. De financiële wereld is inmiddels zo belangrijk, dat zij onmisbaar is voor de werking van de reële economie. De enorme groei van de financiële sector is samengegaan met een gelijktijdige overgang naar een economie die op krediet draait. Steeds meer mensen hebben steeds meer schuld. Waarom dit zo is heeft niet alleen te maken met toegenomen verlangens om te consumeren. Ga maar na: in de VS is de voornaamste reden van een faillissement het niet

kunnen betalen van een medische rekening. Of, om dichter bij huis te blijven: Nederlandse studenten zullen niet meer gaan consumeren als de studiefinanciering wordt afgeschaft, maar hun schulden zullen wel aanzienlijk stijgen. De groei van schulden is vooral een gevolg van dezelfde neoliberale hervormingen die eind jaren zeventig zijn ingezet. De lonen zijn sindsdien namelijk achter gebleven terwijl de productiviteit enorm is gestegen. Dit heeft tot gevolg dat het leven duurder wordt en het tekort dat hierdoor ontstaat wordt opgevuld met leningen. Herordening van mondiale prioriteiten Deze verschuiving is samengegaan met een herordening van mondiale prioriteiten. Het op orde krijgen van de financiën (overheidsbudgetten, of de balans op je eigen rekening) heeft de voorkeur boven leven (in tegenstelling tot ‘overleven’), en het onderhouden van een samenleving die je met recht een beschaving kan noemen. Dit klinkt misschien een beetje gechargeerd, maar in het geval van Griekenland komt dit heel duidelijk naar voren. De dwang om leningen af te betalen leidt tot ongekend hoge werkloosheid, duizenden huisuitzettingen, zelfmoorden en de snelle opkomst van de neonazi’s van ‘Gouden Dageraad’, om maar een paar voorbeelden te noemen. Deze zijn allemaal te herleiden tot de noodzaak schulden terug te betalen. Als je het zo tegenover elkaar zet is het natuurlijk duidelijk dat hier iets goed mis gaat. Het voortbestaan van een samenleving van betekenis in Griekenland of elders, is minder waard dan een grote hoeveelheid virtueel geld die min of meer uit het niets kan worden gecreëerd. Dit is natuurlijk een kwalijke zaak en een kritische verarming van de mens, letterlijk en figuurlijk. Een debt-jubilee voor Griekenland lijkt verder weg dan ooit en het is ook geen panacee voor alle problemen. Maar het blijft belangrijk om na te denken over alternatieven voor het bestrijden van schuldencrises die de huidige ‘oplossingen’ kunnen vervangen. Het moet anders en het kan ook anders. Schulden zijn sociale constructen of zoals David Graeber schrijft: “All these things are human arrangements and if democracy is to mean anything it is the ability to all agree to arrange things in a different way”. ◊

Het op orde krijgen van de financiën heeft de voorkeur gekregen boven leven

8


Moet het hem wel spijten? Door Irene Beydals

H

et lijkt een wereldwijd fenomeen te zijn dat slachtoffers de schuld van seksueel geweld bij zichzelf zoeken en veel minder bij de daders. Deze blijven vaak ongestraft en worden dus niet openlijk geconfronteerd met hun daad. Een gedachte die dan troost kan bieden, is dat de dader ‘zich in ieder geval schuldig voelt’. Maar is een dader die zich schuldig voelt eigenlijk wel wenselijk? En zo ja, voor wie? Onderzoek naar veroordeelde verkrachters en seksueel misbruikers is zeer gering, maar het lijkt erop te duiden dat gevoelens van schuld bij daders onderontwikkeld zijn. Niet

Je schuldig voelen is een vorm van macht alleen geven weinig daders zich vrijwillig aan, wat naar mijn idee betekent dat zij zich onvoldoende schuldig voelen over wat zij een ander hebben aangedaan, maar een grote groep veroordeelde daders zien zichzelf niet als verkrachters en leggen de schuld bij anderen. Hoe moet dat eigenlijk uitpakken: een dader die zich schuldig voelt? Stel: de schuldgevoelens zijn zo hevig dat de dader er emotioneel aan onderdoor gaat. Hij is aan de drank of drugs en is sociaal gezien helemaal aan de grond. Stel dat

de dader in het uiterste geval zelfmoord pleegt omdat hij niet met zijn daad om kan gaan. Een soort getraumatiseerd, triest persoon waar anderen medelijden mee hebben? Wie schiet daar wat mee op? Wat heeft het slachtoffer daar aan? Wordt daarmee de dader niet te menselijk? Het wordt dan bijna een noodzaak dat de dader een vorm van vergeving krijgt, hij heeft toch immers genoeg boetedoening gedaan? Of zouden schuldgevoelens moeten werken als geïnternaliseerde moraal die de dader levenslang blijft plagen? Zou een dader iemand moeten zijn die wel gewoon door kan gaan met zijn leven, die een baan heeft, een sociale omgeving en een gezin, maar af en toe met gevoelens van berouw terugdenkt aan zijn daad? Op het eerste gezicht lijkt dit me wel wat. Want een mens dat inzicht heeft gekregen over zijn foute daden is waarschijnlijk minder snel geneigd om hetzelfde nog een keer te doen. Toekomstige slachtoffers worden hiermee gespaard en de samenleving wordt er veiliger door. Maar ik kan mij niet voorstellen dat het slachtoffer hier gelukkiger van wordt. Het idee dat zijn of haar trauma een wijze les is geweest en dat de dader juist hierdoor moreel een beter mens is geworden, zou zomaar een slachtoffer badend in zweet wakker kunnen maken. Schuldgevoelens als morele les zijn misschien fijn als preventiemaatregel, maar voor het slachtoffer levert het weinig op. Je schuldig voelen is een vorm van macht, diegene die zich schuldig voelt heeft de touwtjes in handen. Als de dader zich juist schuldig voelt, is hij nog steeds machtiger dan zijn slachtoffer. Als het juist het slachtoffer is dat zich schuldig voelt, helpt dat tegen het gevoel van machteloosheid over haar eigen lijf en leven. Een verkrachter kan dus maar beter een monster blijven, zonder berouw. ◊

9


ACHTERGROND

Het zuiverende effect van de beschuldigende vinger Door Claire Brandts / Beeld Irene Beydals

Wereldwijd houden de media zich uitgebreid bezig met het ontmaskeren en publiceren van verzwegen schandalen begaan door beroemdheden. Met name aan politici en topsporters wordt veel aandacht besteed. Of het nou gaat om overspel, fraude, misbruik of bedrog, we smullen ervan en steken dan ook graag met z’n allen onze beschuldigende vinger uit naar de dader. Vinden we dit slechts vermakelijk of vervult dit gedrag een functie in onze maatschappij?

10

S

chandalen, het nieuws staat er vol mee. Het ene schandaal is nog grover dan het andere. Ze lijken elkaar moeiteloos op te volgen zodat de media ze aan de lopende band kunnen publiceren en wij als lezers, kijkers en luisteraars voortdurend vermaakt worden met alle ondeugd in de wereld. We kunnen weer iemand de schuld geven en zeggen dat we eigenlijk altijd al wisten dat hij niet deugde. Ook kunnen we even vergeten dat wij ook niet perfect zijn en onze aandacht vestigen op de misstappen van iemand anders. Enkele voorbeelden van zulke schandalen zijn gemakkelijk op te noemen. Zo bekende Nederlands meervoudig turnkampioen Yuri van Gelder in 2009 zijn cocaïnegebruik aan de pers. Deze ‘Lord of the Rings’, zoals hij ook wel genoemd wordt, gebruikte al een aantal jaar cocaïne en zijn verslaving liep uiteindelijk flink uit

de hand. Hij werd voor jaren geschorst en mocht niet deelnemen aan de Olympische Spelen van 2012. In 2011 komt de zaak rondom de Fransman Dominique Strauss-Kahn aan het licht. De media hebben haar handen zo vol aan de onthullende publicaties over deze man dat ‘DSK’ een veelgebruikte en bekende afkorting wordt voor de voormalige IMF directeur. Hij werd destijds verdacht van het deelnemen aan orgies met prostituees. Later blijkt dat hij een zeer cruciale rol zou hebben gespeeld in dit hele prostitutie netwerk. Hij wordt dan ook gezien als de initiatiefnemer van de zogenaamde sex soirées. Ook de schandalen van de voormalige President van Italië: Silvio Berlusconi, haalden in 2011 het nieuws. Hij werd verdacht van seks met minderjarigen en het uitvoeren van ongure praktijken tijdens zijn inmiddels zeer bekende ‘bunga-bunga feesten’. Vervolgens


werd hij in 2012 beschuldigd van machtsmisbruik en belastingontduiking en eerder werd hij al veroordeeld voor meineed, corruptie en fraude. De klapper van het afgelopen jaar was natuurlijk meervoudig Tour de France winnaar Lance Armstrong. In 2012 kregen de geruchten over zijn mogelijk dopinggebruik steeds meer aandacht. Het interview tussen Oprah Winfrey en Lance Armstrong was de climax waar iedereen zo lang op had gewacht: hij bekende alles rondom zijn dopingfraude en wij konden het woord voor woord volgen vanaf de bank in onze woonkamers. Maatschappelijke bliksemafleider Maar waarom willen we dit eigenlijk allemaal zo graag weten? Waarom houden we ons hier zo graag mee bezig en worden deze schandalen zo breed uitgemeten in media? Je hoeft een van de bovenstaande namen maar in te

typen in een willekeurige zoekmachine op internet en er verschijnen meteen berichten over de schandalen die plaats hebben gevonden rondom deze

mensen van nature gewelddadiger dan dieren: “Om niet aan onderlinge strijd ten onder te gaan hebben menselijke gemeenschappen behoefte aan een

“De zondebok vervult een sociaalhygiënische functie in onze maatschappij” personen. Zijn we geobsedeerd en zo ja, waar komt deze obsessie voor schandalen van bekende mensen vandaan? René Girard schreef in 1982 het antropologische, filosofische en historische werk genaamd Le bouc émissaire oftewel ‘de zondebok’. Hierin legt hij uit dat mensen, vanwege hun grote intelligentie, snel geneigd zijn tot afgunst op hun naasten. Afgunst, haat en nijd wekken vaak geweld op in de mens. Volgens Girard zijn wij

bliksemafleider.” Deze wordt gevonden in de figuur van de zondebok. Vroeger werd deze zondebok de gemeenschap uitgedreven of zelfs gedood. Girard zegt dat dit fenomeen zich later ontwikkeld heeft tot het offerritueel en zelfs tot het huidige strafrechtelijke systeem. De zondebok vervult zo een sociaalhygiënische functie in onze maatschappij. Het geweld dat wij plegen jegens de zondebok noemt Girard ‘persecutief geweld’. Deze term verwijst

11


naar collectieve geweldpleging die uitgevoerd wordt door vervolgers. Dit persecutief geweld is erg kenmerkend voor menselijke samenlevingen. Zo zijn er door de geschiedenis heen vele voorbeelden te geven van dit collectief geweld tegen bepaalde groepen in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan heksenvervolging in de Vroegmoderne Tijd (tussen circa 1480 en 1700) en de vervolging van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bevrediging van onze lust naar geweld Daadwerkelijk, fysiek geweld is vandaag de dag nog steeds aanwezig in de wereld, maar Berlusconi, StraussKahn, Van Gelder en Armstrong worden op een andere manier bejegend. In plaats van met fysiek geweld, worden zij bestookt met zogenaamd mediageweld. Yuri van Gelder kreeg naast zijn schorsing dan ook geen verdere strafzaak. Deze werd door het Openbaar Ministerie geseponeerd omdat hij, naar hun mening, door onder andere de enorme publiciteit al genoeg gestraft was. Girard legt verder uit dat ‘persecutief gedrag’, oftewel de neiging tot gewelddadige vervolging, opkomt in tijden van maatschappelijke crisis. Leden van de gemeenschap ondergaan deze crisis en ervaren hoe hun sociale regels en culturele orde ten ondergaan. Die regels en orde die zich vaak uiten in hiërarchische en functionele verschillen of grenzen raken in verval en daardoor wordt de afstand tussen mensen steeds kleiner. Doordat de crisis van sociale aard is, hebben mensen ook sterk de drang deze te wijten aan sociale of morele oorzaken. Ze zoeken een toegankelijke oorzaak die hun lust naar geweld kan bevredigen: de zondebok. Het is mogelijk dat de zondebok ook daadwerkelijk schuldig is, maar dit

12

hoeft niet het geval te zijn. In de eerder genoemde schandalen worden morele en sociale regels, die wij als norm beschouwen, geschonden. Berlusconi en Strauss-Kahn overschrijden de norm op seksueel gebied en Van Gelder en Armstrong bedriegen ons met drugsmisbruik. Sociale regels, normen en waarden worden voortdurend geschonden door iedereen, maar wanneer vooraanstaande mensen die onze maatschappij vertegenwoordigen, voorbeeldfiguren of zelfs sporthelden deze regels overtreden, trekt dit de collectieve toorn aan. Zij vormen een toegankelijke oorzaak die mensen hun lust naar ‘geweld’ kan bevredigen. Verbinding door de zondebok De zondebok wordt dan ook niet willekeurig uitgekozen. Girard zegt namelijk dat er stereotype en transculturele criteria bestaan voor de selectie van het slachtoffer. Deze kunnen gebaseerd zijn op cultuur, godsdienst of fysieke kenmerken. Elke afwijking of abnormaliteit in vergelijking met de massa vergroot de kans op vervolging. Dit geldt voor gemarginaliseerde minderheden en buitenbeentjes maar ook voor uitschieters aan de andere kant van het spectrum, zoals elitaire machthebbers en beroemdheden. Girard zegt eigenlijk dat extreme eigenschappen over het algemeen onze woede aantrekken. Berlusconi, Strauss-Kahn, Van Gelder en Armstrong kunnen we absoluut niet doorsnee noemen. Ze wijken inderdaad af van de massa want ze hebben macht of blinken uit in iets. Ze voldoen uitermate goed aan Girard’s slachtofferprofiel en de zondebokcriteria. De zondebok moeten we zien als een slachtoffer dat gebruikt wordt om de collectieve polarisatie, die ontstaan is in een maatschappelijke

crisis, op te heffen. De zondebok staat symbool voor de oorzaak van een crisis. Door schuld op deze zondebok te verhalen wordt de gemeenschap als het ware gezuiverd en kan de orde weer herstellen. Hier zien we de sociaalhygiënische functie weer terugkomen. Onze huidige gepolariseerde samenleving wordt dus verbonden door de collectieve

Het overtreden van regels trekt collectieve toorn aan verontwaardiging over de schandalen waarmee de media ons voeren. Het idee van ‘allen tegen één’ heeft hier een gunstig bijeffect: het verbindt en verbroedert. Er ontstaat dus sociale cohesie wanneer we ons gezamenlijk tegen een maatschappelijke zondebok keren. Berlusconi, Strauss-Kahn, Van Gelder en Armstrong: allemaal zijn ze schuldig. Aan het mediageweld zijn ze dan ook niet ontkomen. Blijkbaar hebben we die schandalen nodig om te verbroederen, want onze gezamenlijk drang om iemand te beschuldigen overwint nog vaak onze vergevingsgezindheid. ◊


De crisis verklaard en bezworen Door Thomas Muntz

N

u weet ik niet veel van antropologie en ook niet veel van de prehistorie, maar ik kan me zo voorstellen dat wanneer duizenden jaren geleden een stam getroffen werd door een grote crisis, zeg: een droogte waardoor de gewassen niet meer groeiden en de dieren verhongerden, men de behoefte voelde om de crisis te bezweren. Te bezweren door een maagd in een vulkaan te lazeren of op z’n minst een totemdier te offeren aan een wraakzuchtige god. Op de prehistorie volgde een periode van grote godsdiensten, waar mensen zichzelf geselden om hun stad te behoeden voor de Pest. Nu hebben we – wij UvA-studenten, wij Amsterdammers – de wetenschappen. We zijn geneigd – in de beste traditie van Whig history – te denken dat de geschiedenis een opeenvolging is van grotere, waardere en betere inzichten. U weet natuurlijk: dat is niet waar. Zo zijn ook wij getroffen door een crisis, een droogte. Een droogte van geld en het geld is op. In Amerika worden duizenden mensen door de onzichtbare hand van de markt uit hun huis geknikkerd, en ik weet niet hoe het met u antropologen is, maar ik heb echt een eindeloos feestje in het sollicitatiecircuit. Eindeloos. In deze tijden van diepe crisis eisen we dan ook verontwaardigd een verklaring, en die kregen we. Meerdere zelfs. Twee prominente verklaringen – die ook verdedigd zullen worden op de Nacht van de Filosofie op 12 april – wil ik hier kort bespreken. De eerste is van filosoof Michael Sandel. In zijn boek Niet alles is te koop betoogt Sandel dat onze samenleving is aangetast door marktdenken. We hebben moreel denken verlaten in een hebzuchtige zoektocht naar geld, geld en nog eens geld. We denken niet meer in termen van onze morele plichten, maar in termen van keiharde cash, aldus Sandel. Een tweede verklaring wordt geleverd door ons aller Joris Luyendijk die een verhaal vertelt over de breinen

die de hedendaagse, wereldwijde samenleving vormgeven. Luyendijk biedt een inkijk in ‘het brein van de bankier’. Een brein dat wordt gevoed met testosteron, dat draait op machismo en uiteraard wordt beperkt door autisme. De twee verklaringen lijken sterk uiteen te lopen. Sandel vertelt een wat oubollig verhaal over moreel verval. Luyendijk is een stuk moderner en komt met het state of the art verklaringsmodel: het zit allemaal in ons brein! Maar wat hebben deze twee verklaringen met elkaar gemeen? Volgens mij is dat één ding: het zijn slechts bezweringen. Met Sandel

We hebben moreel denken verlaten in een hebzuchtige zoektocht naar geld kunnen we gemoedelijk achterover zitten, zolang U en ik verontwaardigd zijn over het feit dat mensen tegenwoordig van alles de prijs kennen en van niets de waarde, hebben wij geen schuld aan de crisis. Met Luyendijk kunnen we berusten in de gedachte dat U en ik geen macho’s zijn en waarschijnlijk ook geen autist. Wij zijn gezond. Wij zijn niet gecorrumpeerd. Iedereen blij, ‘wij zijn niet schuldig aan de crisis, het waren zij: cynische marktdenkers en de machismo gokkers in de financiële sector’. Zowel Sandel als Luyendijk creëeren een ‘andere mens’: een autist of een zondaar, een schuldige in wiens corrupte aard of brein al vastligt dat hij een crisis zou veroorzaken. Wij zelf waren het in ieder geval niet. Wij kunnen met een gerust hart gaan slapen. Wij worden wel weer wakker bij de volgende crisis. ◊

Thomas Muntz is filosoof en politicoloog. Hij is gespecialiseerd in de ideologie van het populisme en is tegenwoordig hoofdredacteur van het online opinietijdschrift deFusie.net. Op 12 april, de Nacht van de Filosofie, zal Thomas Muntz spreken over het thema Schuld & Boete.

13


Couchsurfing: een schuldeloos systeem? Couchsurfing.com is een website die je helpt een bank of bed te vinden om op te slapen tijdens je verblijf in een andere stad. Couchsurfen is gratis, betalingen in de vorm van geld worden nooit uitgewisseld. Als geld niet de manier is om de slaapplek te betalen, wat wordt er dan gedaan om uit de schuld te komen die de couchsurfer heeft bij de host? Of krijgt de host vanzelf weer wat terug wanneer hij zelf gaat couchsurfen? Door Jasmijn Post / Beeld Irene Beydals

R

ond een grote tafel direct bij binnenkomst in café de Vergulde Gaper in Amsterdam hebben zich een aantal couchsurfers verzameld. Ze dragen een briefje met hun naam op hun trui en voor zich op tafel staat een glas bier. De stemming zit er goed in, de gesprekken gaan over verre reizen en eerdere couchsurf ervaringen. Geen moment valt er een ongemakkelijke stilte, voortdurend zijn de couchsurfers, die elkaar pas net kennen, met elkaar in gesprek. De Duitse Konrad, student architectuur, heeft onder zijn naam op zijn briefje staan ‘couch needed’. Hij heeft voor de nacht nog geen bank of bed gevonden en hoopt op de avond zelf een logeerplek te vinden. Waar geld normaal gesproken de schuld inlost die ontstaat tussen de ene en de andere persoon wanneer een van de twee een dienst aanbiedt, wordt bij couchsurfing gezocht naar andere manieren. Vaak kan de couchsurfer de host iets geven door interesse te tonen in de ander, door tijd met hem of haar door te brengen. De Nederlandse Else vertelt: “Ik vind het leuk om een couchsurfer mee te nemen in mijn leven. Ik heb bijvoorbeeld een couchsurfer een keer meegenomen naar de bar waar ik werk en hem leren tappen.” Ook Rose, student antropologie uit Nederland en redacteur van dit blad, benadrukt dat interesse tonen erg belangrijk is. “Dan zie je dat de couchsurfer niet alleen voor de slaapplek komt, maar ook voor jou. Het is leuk als de couchsurfer geïnteresseerd is in je leven.”

Je kunt hier echter niet op rekenen. Het is volgens Konrad afhankelijk van de sfeer of je er iets meer uithaalt dan alleen een overnachting. Bijvoorbeeld bij de eerste host van zijn reis was de sfeer er niet naar om met elkaar te communiceren. “We zaten niet op dezelfde golflengte.” Terwijl de tweede host hem meenam naar de cafés. “Je verwacht niets, maar soms krijgt je zomaar iets; een mooie ervaring. Je kunt niet betalen voor een ervaring,” zo vertelt Konrad. Ook Nora, werkzaam in de farmaceutische industrie, vertelt dat het haar vooral te doen is om de nieuwe ervaring. “Je zou niet iets moeten verwachten van je host.” In de praktijk merkt ze echter dat mensen vaak graag iets willen geven. Wat er dan wordt gegeven, is niet materieel. “Je hebt plezier samen en daar word je gelukkig van.” Couchsurfing is volgens haar een systeem waarin mensen elkaar graag willen helpen. “Als je iets voor anderen doet, word je daar heel blij van. Ik was bijvoorbeeld afgelopen zomer op het muziekfestival ‘Boom’ in Portugal en daar was bij de groep van couchsurfing een meisje dat iedereen uitlegde waar alles was, ze hielp iedereen. Ik denk dat ze daar gelukkig van werd. Bovendien heeft ze er wel honderd vrienden bij gekregen.” Ze vervolgt: “Couchsurfers houden ervan om alles te delen. Als je je aansluit bij de gemeenschap van couchsurfing dan weet je zeker dat je leuke mensen ontmoet.” De meeste mensen op het couchsurf evenement vertellen dat ze graag couchsurfers hosten vanwege de ervaring. Zo vertelde

“Je verwacht niets bij couchsurfing, maar soms krijg je zomaar een mooie ervaring”

14


de Amerikaanse Eileen: “door couchsurfers te hosten krijg ik het gevoel zelf op reis te zijn.” Geven en nemen Ook de Nederlandse Sterre, student aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, host couchsurfers vanwege de culturele ervaring. Hoewel ze alleen couchsurfers host en zelf niet surft, heeft ze nooit het gevoel gehad dat ze daardoor meer heeft moeten geven dan ze ervoor terug kreeg. “Wat ik ervoor terug krijg, is de gezelligheid.” Is het zo dat je niet direct iets hoeft terug te geven, omdat je als host later zelf ook gaat surfen en op die manier, zij het in een andere stad, van een andere persoon, vanzelf wel weer iets terugkrijgt? Gabe, student informatica uit Nederland, stelt dat er een soort algemeen schuldgevoel ontstaat tegenover het systeem, waardoor mensen elkaar gaan helpen. Je weet dat je van persoon a een bed hebt gekregen en daarom wil je graag iets terug doen voor persoon b, ook al heeft hij niet direct te maken met persoon a. Sterre voegt toe: “Als iedereen op couchsurfing zou zitten, zou de wereld een betere plaats zijn. Als je iets doet, verwacht je niet gelijk iets terug. Je mag niets verwachten, maar je krijgt het meestal vanzelf.” Dit komt volgens haar voort uit een levenshouding die al in de Bijbel gepredikt werd ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’. “Dit werkt ook omgekeerd: als je iemand goed verzorgt, dan gaan anderen dat ook doen, zonder direct iets terug te verwachten.” Vanwege de onlangs vernieuwde website heeft Sterre al een tijdje geen couchsurfers aangenomen, omdat ze het gevoel heeft dat mensen het steeds meer gaan zien als een gratis hotel. Ook Justin, student informatica uit Glasgow,

heeft deze manier van couchsurfen gesignaleerd. “Er zijn mensen die bij het zoeken naar een slaapplek hun bericht alleen copy/pasten en je bank als hotel gebruiken.” Het is duidelijk dat deze manier van couchsurfen niet wordt

“Sommigen couchsurfers gebruiken je bank als hotel” gewaardeerd. Sterre vervolgt: “Freeloaders die om drie uur ’s nachts thuiskomen, daar doe ik het niet voor. Ik verwacht op zijn minst dat mijn aardigheid in dank wordt afgenomen.” Er moet dus wel een iets tegenover de aardigheid van de host staan. Het leukste bedankje dat Sterre ooit heeft gekregen was van een Amerikaans meisje dat Sterre iets wilde geven uit haar eigen cultuur en toen chocolate chip cookies heeft gebakken, maar eerst de hele stad is afgegaan voor baking soda. Een cadeautje hoeft niet fysiek te zijn, benadrukt Sterre. “Het leukst is het om een dienst of een les te krijgen, iets te leren uit het land van herkomst van iemand.” Ook interessant vindt ze het om te zien hoe mensen uit verschillende culturen bijvoorbeeld hun koffie drinken. “Zo leer je elke keer wel iets.” De meeste couchsurfers willen wel iets terugdoen en de meeste hosts waarderen dit. Reciprociteit is wat de couchsurfers drijft. Er ontstaat een natuurlijke wisselwerking tussen geven en nemen. Als geld geen rol speelt, worden mensen creatief: ze geven iets uit hun eigen cultuur of leren hun host iets waar ze goed in zijn. Couchsurfers weten als geen ander hoe ze iets kunnen geven dat geen geld is en zodoende lossen ze hun schuld in. ◊

15


ESSAY

Griekenland en de Schuld van de Experts De Griekse staatsschuld en de eurocrisis domineren al jaren het publieke debat. Steeds meer sociologen en antropologen trekken naar het Middellandse Zeegebied om onderzoek te doen. Uit professionele interesse, maar misschien ook omdat ze zich storen aan de politieke keuzes en vaak populistische rechtvaardigingen. Maar hoe kunnen wij ons, als antropologen, het beste mengen in deze debatten? Door Jochem Zuijderwijk

H

et is onmogelijk te missen: de publieke debatten over de Griekse crisis gaan over veel meer dan geld. Uitspraken over luie Grieken en corrupte knoflookvreters doen, ironisch of niet, al zo’n drie jaar de ronde in Europa. Het stoot veel studenten in mijn omgeving tegen de borst. De uitspraken zijn te generaliserend, te simplistisch en onwaar. Kunnen wij als wetenschappers ook iets toevoegen aan deze debatten? Kunnen we politieke besluitvorming beïnvloeden door mythes te

16

ontmaskeren, het ongenuanceerde te nuanceren of de andere kant van het verhaal te laten zien? Meer en meer sociale wetenschappers richten zich op Griekenland en deze vragen spelen daarin zonder twijfel een rol. Zo ook voor Peter Mertens, een Vlaamse socioloog die eind 2011 het boek Hoe Durven Ze uitbracht, waarin hij onder andere het handelen van corporaties en politici in tijden van crisis onder de loep neemt. Het is een boeiend voorbeeld van iemand die zijn sociaal wetenschappelijke

training inzet om, door middel van een populairwetenschappelijk boek, invloed uit te oefenen op publieke opinie. Het past bij zijn positie, want Mertens is bovenal een politicus en een uitgesproken Marxist. De echte Griek in cijfers Mertens’ tactiek is er een van mythes ontmaskeren. Door een indrukwekkende lijst aan statistieken en financiële gegevens toont Mertens het moreel discutabel handelen van talloze instanties en personages, om zo


‘de gewone Griek’ vrij te pleiten van de schuld die hem wordt toegewezen. Je kunt het zien als een variant van Peluso’s Counter-mapping : lokale gemeenschappen die de bureaucratische instrumenten van de overheden of corporaties die hen benadelen zelf inzetten als wapen. Alleen is het in dit geval geen lokale gemeenschap, maar een marxistische socioloog uit Antwerpen. De cijfers zijn overtuigend. Zo is een overgroot deel van de Griekse winst te vinden in de inkomsten van

rederijen die effectief zijn vrijgesteld van belastingen en die worden beheerd door de rijke elite van Griekenland. Zij sluizen hun winsten meteen door

worden EU-crisisleningen verstrekt onder geruchten van bedenkelijke handelsvoorwaarden, resulterend in een Griekse staat die midden in crisistijd

Verhalen op microniveau vinden zelden hun weg naar politieke of financiële besluitvorming naar het buitenland (een totaal van ongeveer het dubbele van het Griekse bbp) en onderhouden dubieuze relaties met EU-politici. Tegelijkertijd

op alle voorzieningen bezuinigt maar ongeveer acht miljard uitgeeft aan Franse en Duitse wapens en na de VS het meeste van hun nationale rijkdom

17


uitgeeft aan defensie. Een Europese aanpak van corruptie in de Griekse politiek blijft achterwege door de rol van andere landen in diezelfde corruptie. Om nog maar niet te spreken van de wereldwijde medewerking aan de vervalsing van statistieken ten tijde van Griekse toelating in de EU. Dan de Grieken zelf: die hebben over het algemeen een absurd laag pensioen en werken in drie baantjes door tot ze niet meer kunnen staan. Ze hebben gemiddeld 23 vakantiedagen per jaar tegenover de dertig van Duitsland en werken jaarlijks honderden uren meer dan de rest van Europa. Intussen liggen de Griekse salarissen op zo’n zestig procent van

Met deze tactiek proberen we een gezicht te geven aan de mensen die anders afwezig blijven in de geschiedenisboeken, om zo nuance aan te brengen in de debatten en de andere kant van het verhaal te laten zien. Laat ik een voorbeeld geven. Op de vorige pagina zie je mij met enkele toenmalige collega’s in een hostel nog geen vijf minuten van de Akropolis in Athene, zo’n vijf jaar geleden. De vrouw links, inmiddels ver boven pensioenleeftijd, besteedt wekelijks zeventig uur aan het opmaken van bedden, die voor het merendeel zijn uitgeleefd door prostituees en hun cliënten, om haar eten te kunnen betalen. De pikante Griek ernaast

Kunnen sociaal wetenschappers politieke besluitvorming beïnvloeden door mythes te ontmaskeren? het Europese gemiddelde, leeft één op de vier onder de armoedegrens en zijn zelfmoordcijfers verviervoudigd. Dus daar hebben we het: de gewone Griek is niet lui of corrupt. De ware schuld ligt bij de rijke elites, de vriendjespolitiek in de machtige instanties en de EU-landen die handelen uit eigenbelang. Of het allemaal waar is? Ik vind de vraag eerlijk gezegd vrij irrelevant. Wellicht zijn er mythes ontkracht of opinies veranderd, maar mijn antropologische hart is er niet meer gerust op nu Grieken en knoflookvreters zijn vervangen door bankiers en politici.

18

Antropologische tactiek Wat zou de antropologische tactiek zijn? Ongetwijfeld in eerste instantie één van “giving a voice to the voiceless”. Toon het lijden, de realiteit van de hardwerkende Griek in zijn alledaagse strijd om zijn ziektekosten te betalen.

is inmiddels werkloos, dakloos, een alcoholist en meerdere malen opgepakt voor diefstal. De Griek daarnaast is niet Grieks, dat ben ik. Met mij gaat het vrij goed. De meeste rechtse is een exmilitair die wel wat psychische bijstand kan gebruiken, als hij het kon betalen. Hij is er volledig van overtuigd dat zijn neven hem en zijn moeder proberen te vermoorden door middel van aan bestraling blootgestelde wijn om zo bij zijn moeders erfenis te komen. Voor zover ik weet heeft geen van hen ooit gehandeld in subprime mortgages . Overtuigend? Misschien voor sommigen, maar verhalen op microniveau vinden zelden hun weg naar de overwegingen van hen die een rol spelen in politieke of financiële besluitvorming. Dit is natuurlijk slechts een karikatuur van een veldwerkverslag, maar in publiek debat treden betekent simplificeren en volgens mij is het punt duidelijk. Voor hen die druk verwikkeld zijn in financiële transacties of debatten

over begrotingen gelden de cijfers en prognoses niet als instrument maar als weergave van de realiteit. Je kunt honderd hardwerkende hongerige Grieken in het kantoor van een beleidsmaker deponeren, maar dit zal niets aan zijn gegevens veranderen. Het zal voor antropologen zelden zin hebben om beleidsmakers te laten zien wat de gevolgen van hun beleid zijn. Niet omdat dit slechte mensen zijn, maar omdat ze al vastgesteld hebben wat deze gevolgen vanuit hun optiek zijn. Expertise Als sociale wetenschappers moeten we onze invloed in deze debatten misschien niet zoeken in het weergeven van de realiteit van de onderdrukten. Deze zal altijd te ver weg staan van grootschalige instituten en de actoren daarbinnen. De instrumenten van overheden tegen hen gebruiken is invloedrijk maar levert een minstens even ongenuanceerd beeld op. De ware potentiële invloed ligt wellicht in het weergeven van de realiteit van de schijnbaar onderdrukkende, á la Joris Luyendijk. Naar wie of wat kijken de actoren in dit theater om te weten wat er ‘echt’ aan de hand is? Wellicht is de term ‘expertise’, zoals uitgewerkt door Peter Miller en Nikolas Rose, in navolging van Foucault’s werk over Gouvernementalité, hierin behulpzaam. Hierbij gaat het niet om individuen of instituties die op slinkse wijze macht uitoefenen, maar om de vraag hoe een notie van expertise wordt gevormd binnen de machtsrelaties die de samenleving vormen. Door middel van een claim tot neutrale waarheid of kennis, kan gedrag worden geleid zonder dat het door een van de betreffende actoren ooit wordt gezien als een vorm van controle. Zo kan worden gekeken in hoeverre het handelen van al die actoren wereldwijd verwikkeld is met een specifiek economisch of economisch-politiek realiteitsbeeld, zonder de actoren zelf te bestempelen als egoïstische figuren of corrupte machtswellustelingen. Wellicht geeft het de uitspraken van sociale wetenschappers minder de air van linkse apologeten, al betekent het wel dat het moeilijker wordt om iemand de schuld te geven. ◊


Guilty Pleasures

Door Irene Beydals & Rose Doolan / Beeld Rose Doolan

19


20


21


22


De schuld van Sjuul Door Sophie van Oostvorn

I

n maart 2012 mocht ik een dagje meelopen op de redactie van De Telegraaf en de ochtendvergadering bijwonen. Op die dag had de ANWB besloten om hulp aan fietsers onderweg te gaan verlenen. Hoofdredacteur Sjuul Paradijs zag de ANWB niet zitten en er moest per direct een fietsenmaker gezocht worden die verwachtte failliet te gaan door deze nieuwe service van de ANWB. Hiermee beïnvloedde hij de nieuwsbron van één op de acht mensen in ons land, of het bericht nou waar was of niet. Sjuul is tot op de dag van vandaag twee miljoen mensen een verantwoording schuldig, over hoe het nu werkelijk in elkaar stak. Hij nam als hoofdredacteur hier niet zijn verantwoordelijkheid. Naar mijn idee lees je de krant, de site of applicatie van een krant om informatie in te winnen over wat er gebeurt in Nederland en de rest van de wereld. Als je een krant leest, waar op de voorpagina Mark Rutte met Karl Marx wordt vergeleken of waar staat dat een griepepidemie miljoenen levens eist, krijg je toch een raar beeld van de wereld. Een krant heeft de verantwoordelijkheid zijn lezers goed in te lichten over wat er gaande is. In het geval van de griepepidemie zou ik binnen blijven, mondkapjes gaan dragen en in mijn omgeving rondvragen of er nog mensen zijn overleden aan de griep. Nu heb ik niet zoveel invloed in de wereld. Als ik op basis van iets wat er in krant staat besluit binnen te blijven, zal niemand daar wakker van liggen. Maar er is wel degelijk iemand die invloed heeft op de koppen van De Telegraaf: Sjuul Paradijs. Iedere dag is De Telegraaf twee miljoen mensen een goede berichtgeving over het wereldnieuws verschuldigd. Dit brengt een enorme verantwoordelijkheid met zich mee, want ondernemers, investeerders en politici lezen deze krant. Ik hoop dat deze mensen het gezonde verstand hebben om deze krant niet op z’n chocoladekoppen

te geloven, maar tante Rie van driehoog-achter heeft dat gezonde verstand misschien niet en gelooft de krant wél. De Telegraaf zegt in haar statuten geen politieke voorkeur te hebben, vooral om dwars te liggen toen alle kranten verzuilde. Dat klopt, maar als de krant eenmaal een partij heeft gevonden die leuk is, kan het niet op. En wanneer de politieke partij niet zo leuk meer is, is de krant te klein.

Het is tijd dat de hoofdredacteur van de grootste krant van Nederland zijn verantwoordelijkheid neemt Dit geldt ook voor bedrijven. Toen de ANWB in 2010 de kilometerheffing bedacht, was Sjuul niet blij. Hij startte op zijn site een poll: voor of tegen de kilometerheffing om Camiel Eurlings (volgens Sjuul een fervent lezer van De Telegraaf) en de ANWB te ‘helpen’. Gek genoeg kwam er uit de poll dat de kilometerheffing geen goed idee was volgens de lezers van De Telegraaf. Misschien bedoelt Sjuul het allemaal niet zo, waarschijnlijk heeft hij het beste met iedereen voor en zeker met zijn krant. Maar een hoofdredacteur gaat niet op zoek naar een verhaal omdat hij vindt dat een bedrijf verkeerde beslissingen neemt. De hoofdredacteur van de grootste krant van Nederland heeft een verantwoordelijkheid en het is tijd dat hij die neemt en zich verontschuldigt aan al zijn lezers. Tot dan is zijn schuld niet ingelost. ◊

23


Vrije wil in de bankenwereld De kredietcrisis, de bankencrisis en de crisis in de woningmarkt worden vaak omschreven als systeemcrisis. Toch worden meestal individuen verantwoordelijk gehouden voor de gevolgen. Waarom geven we individuen de schuld als het probleem in het systeem ligt?

Door Gosse Vuijk / Beeld Chris Koot

V

olgens Jelle Brandt Corstius was het een oproep aan het geweten van Sjoerd van Keulen, de ex-topman van SNS Reaal. Hij had het over zijn actie op Twitter waarmee hij Van Keulen wilde overhalen zijn bonus over 2006 als topman terug te geven aan de bank. Corstius vindt dat Van Keulen het terug moet geven omdat in 2006 de basis is gelegd voor de ondergang van SNS in januari 2013 (zie kader over de ondergang). Volgens Corstius heeft Van Keulen zijn werk dus niet goed gedaan en is het houden van die bonus moreel verwerpelijk. Corstius kreeg veel bijval op Twitter, maar die bijval ging zelfs zover dat Van Keulen in februari 2013 moest onderduiken vanwege bedreigingen. Van Keulen wordt door veel mensen verantwoordelijk gehouden voor het debacle van SNS. Hij wordt

24

als schuldig beschouwd aan het vallen van de bank. Dit is opvallend omdat er door veel economen (en sociaal wetenschappers) erkend wordt dat het in de bankenwereld om een systeemcrisis en om een disfunctionele cultuur gaat. Toch leggen we de schuld van het instorten bij individuen. Waarom doen we dat? Schuld, verantwoordelijkheid, vrije wil In sociaal wetenschappelijke termen komt deze discussie neer op de agency/ structure-discussie. In hoeverre wordt het menselijk gedrag gestuurd door sociale structuren en in hoeverre hebben mensen het vermogen zelf hun keuzes te maken? De socioloog Anthony Giddens heeft met zijn structuration theory gesteld dat agency en structure twee kanten van dezelfde munt zijn. Structure is volgens hem

herhaalde agency. Voor hem was structure daarom zowel enabling als beperkend. Als we deze lijn volgen dan begrijpen we in ieder geval hoe de twee reacties (fouten in het systeem en het is de fout van Van Keulen) met elkaar verbonden zijn. De fouten van Van Keulen ondersteunen namelijk het systeem. Zijn fouten en de fouten in het systeem zijn twee zijden van een hele foute munt. Echter, als het twee kanten van dezelfde munt zijn, waarom dan niet de munt als geheel verantwoordelijk houden? Dit zou te maken kunnen hebben met ons morele denken over de mens en ons geloof in de vrije wil. Een geloof dat bestaat ondanks dat in de wetenschap wordt aangetoond dat de vrije wil een illusie is. Bijvoorbeeld het besef dat sociale structuren van invloed zijn op ons gedrag (de


structuration theory van Giddens), maar ook het bewijs uit de neurologie dat veel van onze keuzes al vast liggen in de structuur van onze brein (zie het recente werk van Dick Swaab). We houden vast aan dit geloof omdat het de basis van ons morele denken is. Filosoof Jan Verplaetse bepleit (onder andere in zijn boek Zonder vrije wil uit 2011) dat als we accepteren dat de vrije wil een illusie is, we ook op moeten houden met het gebruiken van termen als schuld en verantwoordelijkheid. Deze zijn namelijk geënt op het geloof dat individuen een vrije wil hebben. Hoe kun je iemand verantwoordelijk houden voor gedrag dat hij zelf niet onder controle heeft? Verplaetse laat zien dat uitdrukkingen van schuld en verantwoordelijkheid onlosmakelijk verbonden zijn met de aanname dat een individu keuzes uit vrije wil kan maken. De vrije wil van Van Keulen Het geloof in de vrije wil is wellicht de reden waarom we de fouten van Van Keulen en de fouten in het systeem als relatief losstaande zaken zien. Natuurlijk wordt er wel gesteld dat het systeem risicovol gedrag uitlokt, maar de verantwoordelijkheid van het gedrag blijft bij het individu liggen. Dit is het gevolg van het feit dat we geloven dat een individu een vrije wil heeft en daarom altijd een andere keuze had kunnen maken. Van Keulen had de risico’s van SNS Property Finance (SPF) in moeten zien en de overname moeten afblazen. Die keuze had hij. Die verantwoordelijkheid had hij en daarmee heeft hij ook de schuld voor het debacle. Deze individuele verantwoordelijkheid ligt eveneens in het systeem ingebakken. Daaruit spreekt een geloof in vrije wil. De salarissen en bonussen van de topmannen zijn namelijk gebaseerd op de prestaties van een bank (hetzij op de korte termijn). Dit impliceert dat de keuzes van deze topmannen (en vrouwen natuurlijk, maar die zitten

er opvallend weinig tussen) een bank kunnen maken of breken. In andere woorden, in het systeem zit ingebakken dat de verantwoordelijkheid ligt bij het individu en niet in het systeem. Het

Hoe kun je iemand verantwoordelijk houden voor gedrag dat hij zelf niet onder controle heeft? systeem zelf is een uitdrukking van de maatschappelijke aanname dat er geen schuld (wel oorzaak) bij het systeem kan liggen aangezien dit geen vrije wil kan hebben en daarmee dus nooit verantwoordelijkheid kan dragen dat bij een fout leidt tot het dragen van schuld. Echter, in het bonussysteem wordt juist het gedrag dat Van Keulen vertoonde, namelijk het nemen van

extreme risico’s, beloond. Tenminste zolang het goed gaat. Als Van Keulen niet zulke gewaagde besluiten, zoals het overnemen van het bedrijf Bouwfonds Property Finance (BPF), had durven nemen was hij nooit op die post beland. In die zin was het systeem dus minstens net zo sturend als de vermeende vrije wil van Van Keulen. Het systeem wordt, hier volgen we Giddens weer, uiteindelijk gevormd door de herhaalde beslissingen van alle relevante individuen: alle mensen in het bankwezen, maar ook iedereen die het geloof in de vrije wil in stand houdt. Want dat ligt aan de basis van het bonussysteem. Samenvattend, door ons geloof in de vrije wil houden we een systeem in stand dat leidt tot risicovol gedrag. Dit gaat in tegen de bevindingen van de wetenschap, maar toch blijft het ons morele denken overheersen. We geven individuen de schuld omdat we graag willen dat die individuen de vrijheid hebben om de beslissingen te nemen. Ons geloof in de vrije wil is onze eigen hoop op vrijheid. Daarom geven we liever niet het systeem de schuld. ◊

Het SNS-debacle In de zomer van 2006 kocht de financiële dienstverlener SNS Reaal het bedrijf Bouwfonds Property Finance (BPF) van ABN Amro voor 810 miljoen euro en werd deze omgedoopt tot SNS Property Finance (SPF). In 2005 en het begin van 2006 had BPF een goede winst behaald. SPF had voornamelijk investeringen in kantoorgebouwen. Door een florerende woningmarkt leken deze echter meer waard te zijn dan ze daadwerkelijk waren. Dit kwam aan het licht toen de kredietcrisis in 2008 Europa bereikte. De kantoren werden niet verhuurd en de prijs daalde. Dit had twee gevolgen. Ten eerste: doordat de huur niet betaald werd, werd de hypotheek niet meer betaald en daardoor maakte SPF dus geen winst meer op de leningen. Ten tweede werden de panden minder waard. Dit had tot gevolg dat SPF verlies leed, zelfs als de panden werden verkocht. De verliezen werden gedekt door winstgevende delen van het moederbedrijf, maar ze zijn tot februari 2013 zo hoog opgelopen dat die methode niet meer vol te houden was. Daarom werd SNS Reaal op 1 februari 2013 werd genationaliseerd. Kosten voor de belastingbetaler: 3,7 à 3,8 miljard euro.

25


MARIO RUTTEN

Shantudas Door Mario Rutten

Mario, waar blijf je?” Het is half zeven in de avond als Shantudas (63) mij vanuit zijn dorp opbelt. Ik ben vanmorgen op de scooter naar de nabijgelegen stad gereden om teruggekeerde migranten te ontmoeten. Het begint al donker te worden op het platteland van Gujarat, India en zonder verlichting op de binnenwegen wordt het dan erg gevaarlijk. In de afgelopen dertig jaar ben ik eraan gewend geraakt dat niemand zich hier aan verkeersregels houdt en dat je je voortdurend het verkeer in moet vechten. Waar ik echter maar niet aan kan wennen is dat alle auto’s en vrachtwagens ’s avonds met groot licht rijden. Vooral op het platteland word je dan als tegenligger steeds even verblind. Dat is niet alleen vervelend, maar ook gevaarlijk omdat er voortdurend voetgangers en fietsers zonder licht onverwachts voor je opduiken. Wanneer ik in het donker naar het dorp terug rij probeer ik vaak achter een riksja aan te hangen in de hoop dat de chauffeur hier meer ervaring mee heeft. Shantudas is daarom altijd

26

ongerust als ik niet voor het donker thuis ben. Ik ken Shantudas al vanaf mijn eerste bezoek aan India in 1983. Sindsdien woon ik altijd bij hem thuis als ik voor onderzoek op het platteland van Gujarat ben. Samen met de familie van zijn broer en hun vader woont Shantudas met zijn familie in één huis aan de rand van het dorp. Een paar jaar geleden heeft Shantudas besloten in het kantoortje van hun vloertegelfabriek te gaan slapen en ik ben met hem mee verhuisd. Het kantoor is niet alleen klein, maar de wasruimte is oud en smerig. Meerdere malen heb ik Shantudas aangeboden de ‘badkamer’ te laten opknappen op mijn kosten, maar hij ziet daar de noodzaak niet van in. Vorig jaar heb ik hem eindelijk kunnen overhalen een deel van de nabijgelegen schuur tot een kamer voor mij te laten ombouwen met een eigen wasruimte en toilet. Toen ik dit jaar aankwam bleek er echter nog niets te zijn gebeurd. Vorige week heeft Shantudas een aannemer langs laten komen die een offerte heeft gemaakt. Ik heb een

voorschot betaald en tot mijn verbazing zijn ze eergisteren begonnen met het stuken van de muren. Dit betekent niet dat alles goed komt, maar we zijn wat verder. Iedere keer als ik bij Shantudas woon voelt hij zich voor mij verantwoordelijk. Hij ziet mijn onderzoek dan ook als zijn project dat succesvol moet worden afgesloten. Voordat ik aankom heeft hij zijn oude scooter laten repareren en een extra bed in zijn kantoor klaar gezet. Ook dient hij mij regelmatig van advies. Hij wil dat ik mijn papieren netjes opberg en iedere keer als ik een lezing moet geven op een van de instituten in de buurt, maant hij mij om mijn overhemden en broeken te laten strijken in het dorp, want “zo kun je echt niet naar de stad, Mario”. En soms geeft hij mij ongevraagd extra eten als hij het idee heeft dat ik weer de lunch of het avondeten probeer over te slaan. Regelmatig zit ik ’s avonds met Shantudas op de veranda van zijn kantoortje en vertel ik hem wat ik die dag heb gedaan en wat voor


informatie ik heb verzameld. Hij geeft dan commentaar en tussendoor vertelt hij over zijn leven. Hij was vroeger een lastige jongen die al op z’n vijftiende door zijn vader naar een oom in het zuiden van Gujarat werd

afgelopen weken lag de fabriek stil omdat ze geen cement op krediet konden krijgen. Toen ik Shantudas vorige week aanbood hem wat geld te lenen, weigerde hij dat resoluut. “Als mensen vragen ‘wie is Mario?’, dan zeg

uit het dorp naar de fabriek om whisky te drinken en vaak leidt dit tot heftige discussies over van alles en nog wat. Af en toe wijs ik Shantudas erop dat hij op zijn leeftijd echt moet minderen, maar daar wil hij niets van weten. Te midden

Als oudere broer wil hij geen geld van me lenen en slaat hij mijn advies over zijn drankgebruik in de wind gestuurd omdat hij thuis niet meer was te handhaven na meerdere malen van school te zijn gestuurd. Toen ik Shantudas in 1983 voor het eerst ontmoette ging het de familie voor de wind. Ze hadden een landbouwbedrijf, een vloertegelfabriek en in 1989 kwam daar een groot koelhuis voor aardappelen bij. Na een aantal jaren van grote verliezen in de handel in aardappelen is de financiële situatie van de familie echter problematisch geworden. Tijdens mijn verblijf de

ik: Mario is mijn broer. Ik neem geen geld van je aan, we kennen elkaar al dertig jaar en ik wil onze relatie niet op het spel zetten door geld van je te lenen.” Soms probeer ik Shantudas’ gedrag te beïnvloeden. Hij drinkt graag whisky en dat in grote hoeveelheden tegelijk. Gujarat is de enige drooggelegde deelstaat in India, hetgeen betekent dat er wel degelijk wordt gedronken, maar wel stiekem en vaak in hoog tempo. Regelmatig komen er mensen

van het drinkgelag van Shantudas en zijn vrienden probeer ik iedere avond mijn aantekeningen uit te werken. Zo houden Shantudas en ik elkaar in de gaten als ik hier ben, maar het is een ongelijke strijd. Hij beschouwt mij als zijn broer, maar wel als zijn jongere broer. Als jongere broer kan ik hem geen geld lenen en slaat hij mijn advies over zijn drankgebruik in de wind, maar ik moet wel doen wat hij, de oudere broer, zegt en ’s avonds voor het donker thuis zijn. ◊

27


OP DE BANK MET

Erik Bähre Erik Bähre is als economisch antropoloog verbonden aan de Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek in Zuid-Afrika en schreef het boek Money and Violence, over economische zelfhulpgroepen in de sloppenwijken van Kaapstad. Een gesprek over fictieve verjaardagen, de mythe van de vrije markt en een humane kijk op de economie.

Door Sarah van Binsbergen / Beeld Rose Doolan

N

og voordat het interview goed en wel begonnen is, zitten we al diep in de schulden. Ik ontmoet economisch antropoloog Erik Bähre in de mensa van de Universiteit Leiden waar hij als assistant professor lesgeeft en onderzoek doet. Bij het thema schuld associeert hij er enthousiast op los: “Het zou natuurlijk leuk zijn, nu met het koningshuis, als Willem-Alexander bij zijn kroning in plaats van een generaal pardon, een generale kwijtschelding in zou voeren. Iedereen schuldenvrij!” Maar ja, zoiets is natuurlijk ondenkbaar. Dat gebeurt niet, en zeker niet op zo’n grote schaal. Mijn gesprekspartner is het daar niet mee eens. “Het opvallende is dat het wel gebeurt, en juist wel grootschalig, bij banken bijvoorbeeld. Maar consumenten moeten elke cent terugbetalen, al moeten ze daarvoor hun huis uit.” Economische antropologie Goed, eerst even terug naar het begin. Bähre houdt zich als antropoloog bezig met economie, waar grootheden als Malinowski en Mauss ook hun antropologisch licht over lieten schijnen. De laatste jaren lijkt economische antropologie met een comeback bezig, denk aan Joris Luyendijk in de Londense City en David Graeber die stof deed opwaaien met zijn indrukwekkende boek Debt: The first 5000 years. Waarom is het bestuderen van de economie voor antropologen interessant? “Eigenlijk zijn er twee leidende

28

kwesties”, legt Bähre uit. “Aan de ene kant is er de vraag: hoe hebben drastische economische veranderingen invloed op intieme verhoudingen? Dus wat doet een economisch systeem met de manier waarop verwanten, buren, of geliefden afhankelijk van elkaar zijn? Vragen rondom schuld, solidariteit en macht spelen dan een grote rol.” De tweede vraag is iets complexer. “Kijk, je hebt natuurlijk geen economie die buiten de mensen om gaat en vervolgens een impact heeft op de samenleving. Economie is geen natuurkracht, maar zo wordt het wel vaak gezien. Economisch antropologen gaan ervan uit dat economie iets is dat mensen maken.” Bähre’s fascinatie ligt dus in de manieren waarop menselijke verhoudingen de economie vormgeven. Hoe wordt schuld gemaakt? Hoe gaan mensen om met kwesties van vertrouwen en solidariteit? En waarom heeft iets überhaupt waarde? Financiële zelfhulpgroepen Voor zijn boek Money and Violence onderzocht Bähre een bijzonder economisch fenomeen in de sloppenwijken van Kaapstad, waar arme migranten een gevaarlijk en onzeker bestaan leiden. “Nog voordat er in een nieuwe wijk een kerk is, of een zangclub, beginnen bewoners spaar- en kredietgroepen”, vertelt hij. Deze buurtcollectieven werken als een soort financiële zelfhulpgroepen. Buren die elkaar nog nauwelijks kennen komen bij elkaar, zetten geld vast in


een spaarkas en maken afspraken over sparen en lenen. En dat is best opmerkelijk, want in een situatie van constante onveiligheid, veel geweld, en vluchtige sociale contacten, ligt het niet voor de hand om je buren jouw geld toe te vertrouwen. Hoe weet je of ze er niet met je geld vandoor zullen gaan? “Mensen nemen inderdaad een groot risico,” beaamt Bähre, “en de vraag is: waarom doen ze dit?” Volgens de klassieke benadering zetten mensen zulke groepen op om zich te socialiseren in de kapitalistische markteconomie, van ruil en reciprociteit naar een moderne maatschappij. “Maar als je antropologisch kijkt, zie je dat het gaat om sociale verhoudingen. Het is voor arme mensen heel moeilijk om te sparen. Thuis wordt er van alle kanten aan je getrokken: je man die geld vraagt, of je schoonfamilie waar je nu eenmaal geen ‘nee’ tegen kunt zeggen. Hoe zorg je dat je een beetje controle krijgt over je geld? Dat kan door het in zo’n spaaren kredietgroep te zetten. Dan heb je het geld niet, want het zit in een gezamenlijke pot. Zo gebruik je sociale netwerken als tegenkracht voor andere sociale netwerken.” Een informeel spaar- en kredietsysteem dus, vergelijkbaar met een verzekeringsmaatschappij. Met het grote verschil dat dit egalitaire groepen zijn, waarin deelnemers zelf de regels maken en elkaar controleren. Daarnaast zijn de manieren waarop geld wordt uitgekeerd ook anders dan bij your ordinary verzekeringsmaatschappij. Fictieve verjaardagen, echte schulden Een voorbeeld is Zolani club, een financial mutual die opgezet is door Xhosa vrouwen. Hier wordt van ieder lid jaarlijks de ‘fictieve verjaardag’ gevierd, waarbij het denkbeeldige feestvarken die dag cadeaus en geld van de andere leden krijgt. Een feestelijke gebeurtenis, maar ook heel zakelijk. Terwijl de ‘jarige’ haar cadeaus in ontvangst neemt, noteren groepsleden de naam en het gegeven bedrag van de anderen.

“Economie is geen natuurkracht” Geef je geen geld maar een cadeau, iets voor het huis bijvoorbeeld, dan moet je het bonnetje meenemen om te laten zien hoeveel je uitgegeven hebt. Dit bedrag is vervolgens de schuld die de jarige aan jou heeft. De fictieve verjaardagen laten zien dat niet alleen het financiële in de zelfhulpgroepen belangrijk is: “In een bedreigende samenleving is dit voor mensen een manier om doormiddel van reciprociteit sociale relaties te bewerkstelligen”, legt Bähre uit. “Je ontmoet mensen in je

omgeving, waar je ook leuke dingen mee kunt gaan doen.” Daarnaast betekent het veel voor deze migranten, die een marginaal bestaan leiden, om gewaardeerd te worden en in het middelpunt van de aandacht te staan. Bähre: “Het is ontzettend belangrijk voor je eigenwaarde om een keer je verjaardag te vieren en allemaal cadeaus te krijgen. Natuurlijk zit er ook een financiële kant aan: je spaart door schulden te maken, en als jij aan de beurt bent, krijg je die schuld terug.” Toch zetten veel vrouwen het geld na hun verjaardag direct apart, anders kunnen ze geen cadeaus voor de anderen kopen. Aan haar fictieve verjaardag houdt de jarige cadeaus en een mooie herinnering over, maar ook een reële schuld. Soms ontspoort het systeem, vertelt Bähre. “Een arme vrouw kreeg op haar ‘verjaardag’ ontzettend veel cadeaus, bij elkaar ongeveer een half jaarsalaris. Aan de ene kant waardeerde ze dit zeer, maar aan de andere kant was haar schuld aan de groep ook enorm. Een paar dagen later werd ze ziek, ze had toen al heel veel geld weggegeven zonder dit bij te houden. Ze zat dus gigantisch in de problemen en wist dat ze wat ze had gekregen ook weer aan de groep moest terugbetalen. Tegelijkertijd moest de vrouw dankbaar zijn voor alle cadeaus die ze had ontvangen.” In zo’n geval wordt

29


de schuld onderdrukkend en dwingend. Zowel financieel als sociaal gezien is het systeem dan niet meer functioneel. Human economy Schuld is volgens Bähre geen individueel, maar een sociaal probleem. Dit zie je bij de fictieve verjaardagen van de Zolani club, maar het wordt nog eens extra duidelijk als we kijken naar de crisis in de VS en Europa. “Eén van de basisproblemen is dat de politieke kant van de markt genegeerd wordt. Er wordt gesproken over ‘de vrije markt’, waar mensen hun rationele keuze kunnen maken. Maar markten zijn altijd politiek. Er zijn altijd groepen die proberen de markt zoveel mogelijk naar hun hand te zetten. De vrije markt is dus een verzinsel. Misschien wel leuk als hij er is, maar hij is er niet.” Een alternatief voor het rationele vrije-markt ideaal is een human economy-perspectief om economische en financiële verhoudingen te begrijpen. De term human economy is van Keith Hart en David Graeber. “Ik denk dat je veel meer moet kijken naar sociale verhoudingen en verplichtingen”, zegt Bähre, “ideeën als zelfwaarde, identiteit en status, welke invloed gaat hiervan uit?”. Ook moeten we niet uit het oog verliezen hoe machtsongelijkheid op een basaal niveau werkt. “Als je geld in Nederland wilt lenen, dan kan dat tegenwoordig overal. Bij de mobiele telefoonaanbieder, bij de HEMA, de Wehkamp, op internet. En mensen krijgen geen eerlijk verhaal te horen over de gevolgen van zo’n lening.” De vraag is natuurlijk of het mogelijk is het tij te keren. Is er een weg uit de crisis? Bähre stelt voor om de economie

30

als sociaal vraagstuk te benaderen. “Wat voor soort markt wil je, wat moet hij doen, en voor wie? Wat voor welvaart wil je?” Dit zijn vragen met een politiek karakter, waarbij legitimiteit en moraliteit meespelen. “In besprekingen stel ik wel eens de vraag: Goed, er is teveel ongelijkheid in Nederland, maar

Aan haar verjaardag houdt de jarige een mooie herinnering over, maar ook een reële schuld welk niveau van gelijkheid zou je acceptabel vinden? Tussen het laagste en hoogste salaris, wat mag het zijn? Het valt mij op dat mensen daar eigenlijk geen antwoord op durven geven. Dat soort vragen worden niet gesteld.” Toch is Bähre niet voor een totale omkering van de economie. Burgerinitiatieven, waarbij mensen hun geld niet toevertrouwen aan de bank maar in eigen kring nieuwe spaaren kredietsystemen opzetten, zijn mooi zolang ze op kleine schaal bestaan, maar als vervanging voor de markteconomie moeten we ze niet zien. Ook, zo concludeert hij, is het naïef om te stellen dat markt en individu per definitie tegenover elkaar staan. “Het oude idee was: we moeten naar een economie zonder geld, want een geldeconomie is per definitie verrot. Ik denk niet dat dit zozeer de discussie is. De vraag is vooral hoe we een economie met geld humaner kunnen maken.” ◊


Disciplinerende zelfblaam Depressie en schuld hebben op verschillende niveaus een verband. Depressie wordt gekenmerkt door een algemeen gevoel van schuld, omdat het individu dat depressief is de depressie vaak ziet als een verlengde van zijn eigen mislukking. Enerzijds voelen we hier empathie voor, anderzijds wordt een leven vol depressie gezien als een gebrek aan zelfredzaamheid, moed of verantwoordelijkheid nemen voor het probleem. Daarmee zijn mensen wél schuldig aan hun eigen misère en is de empathie ver te zoeken. Op deze manier beoordelen we onszelf, anderen, en anderen ons. Waar komen deze hoge eisen vandaan?

Door Rose Doolan / Beeld Bettie Sarneel

H

et verband tussen depressie en schuld ligt in de individuele verantwoordelijkheid die we tegenwoordig voor ons eigen welzijn geacht zijn te nemen. Volgens Freud komt depressie voort uit excessieve gevoelens van schuld en zelfverwijt. Hoewel de meeste psychiaters tegenwoordig weinig uit durven te wijden over de oorsprong van depressie, stipte Freud terecht een samenhang aan. Maar dit verband ligt niet zozeer in de oorsprong van depressie, maar eerder in de manier waarop wij omgaan met depressie ten opzichte van onszelf en anderen.

We zijn schuldig aan depressief blijven, wegkwijnen, niets van het leven maken en niet de handvatten aangrijpen die de psychiatrie of zelfhulpmethoden ons bieden: geen

bent nou doe er dan wat an! … Moet je maar ‘ns kijken wat je allemaal niet kan!” zongen de stemmen van Bert en Ernie ons al toe toen we nog kleine kinderen waren. Het lijkt erop dat

Dat een taboe op ongelukkige gevoelens doorbroken dient te worden is duidelijk verantwoordelijkheid nemen. We hebben alles, we kunnen alles bereiken want de wereld ligt aan de voeten van de moderne mens. “Maak er wat van, maak er wat van, als je niet tevreden

die mentaliteit ons bijgebleven is. De grenzen van het menselijke kunnen worden gezien als oneindig en de controle die we over het leven denken te hebben mag tegenwoordig immens

31


heten, als je maar je best doet. Bovenal is ‘er iets van maken’ onze eigen verantwoordelijkheid, ook Bert en Ernie wisten dit. Welzijn is niet langer gezond zijn. Welzijn reikt tot in het domein van geluk en succes. Het gaat verder dan

32

het smeren van een boterham met pindakaas die zorgt dat je op je benen kunt blijven staan. De boodschap is telkens: werk toe naar je optimale zelf. De gesmeerde boterham is niet genoeg: je dient ook mooi, succesvol, gezond en bovenal gelukkig te zijn. Dit alles

heb je zelf in de hand. Schuld ligt in het niet grijpen van de kansen die we allemaal tot onze beschikking hebben. Disciplinering Waar komt dit gevoel van verantwoordelijkheid vandaan?


Nikolas Rose liet zich door Foucault inspireren in zijn analyse van de staat die haar bevolking op disciplinerende wijze gezond houdt. Hij stelt dat de staat baat heeft bij een gezonde samenleving omdat veel ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid veel geld kosten. Om zieke burgers te reduceren tot een minimum worden risicogroepen geanalyseerd die vervolgens worden gestimuleerd hun desbetreffende risico te verminderen. Zogeheten ‘experts’ informeren burgers over wat gezond is. Hiermee worden niet alleen klanten geïnformeerd over gezondheid, ook de experts kunnen niet buiten het algemeen geaccepteerde jargon van gezondheid denken. Het archetype dat een risicogroep representeert, is bepalend voor hoe mensen zichzelf zien omdat zij zichzelf bekritiseren op grond van de risicogroep waartoe zij behoren. Op basis van de informatie over wat gezond is, zoals vergaard bij de expert, gaan mensen zichzelf gezond houden naar de wensen van de staat. De discipline die de staat ons bijbrengt wordt geïnternaliseerd via het lichaam en ondermijnt dus niet de waarde die we aan autonomie hechten, omdat elke disciplinering voelt als een onderdeel van onszelf. De burgers onderhouden zichzelf en dit is algemeen geaccepteerd. Dat de staat succesvol is in het disciplineren van de burgers blijkt uit twee zaken. Ten eerste blijkt dit uit de lichamelijke wijze die we hebben gevonden om depressie te bestrijden – het medium waardoor de staat ons volgens Foucault reguleert – namelijk antidepressiva. Ten tweede zijn de overheersende gevoelens van schuld en mislukking die inherent zijn aan depressie een teken van de verantwoordelijkheid die we voelen voor ons welzijn, precies zoals de staat dat graag ziet. We zijn hard voor onszelf omdat onze verlangens het resultaat zijn van een proces waarin een paternalistische staat het volk gezond acht te houden en internalisering van dit beleid zich weerspiegelt in morele

waarden. Het individu wordt geacht in staat te zijn voor zichzelf te zorgen en dat vindt zij zelf ook. Protest? Een aantal mensen heeft de afgelopen tijd de behoefte gehad het overwinnen van een depressie in het openbaar te delen met andere mensen. Hierbij wordt de verantwoordelijkheid die bij het individu ligt vaak bekritiseerd.

“Hé, dit is normaal.” Tegelijkertijd weten we heel goed dat het leven geen aaneenschakeling van rooskleurige passages is en zal het verhaal van het periodieke, al dan niet terugkerende ongeluk niet een dergelijk grote indruk maken. Wat wel indruk maakt is de held die zijn of haar depressie overwon; de held die verantwoordelijkheid nam. Bloemink nam verantwoordelijkheid

Schuld ligt in het niet grijpen van de kansen die we allemaal tot onze beschikking hebben Journaliste Sanne Bloemink schreef bijvoorbeeld een boek over haar ongeluk en de oplossingen die haar werden aangeboden, waarbij de verantwoordelijkheid die een individu zelf heeft steeds impliciet de basis vormde. Zo benadrukt ze dat het slikken van antidepressiva iets is dat je zelf moet doen en is gebaseerd op het falen van jouw lichaam, yoga is gericht op zoeken naar rust in jezelf en ook een geluksdieet impliceert dat je ongeluk voortkomt uit jouw verkeerde eetpatroon. Dit was ze zat, want Bloemink ervoer dat de overdaad aan ongeluk een collectief probleem betreft. Immers, al haar vrienden kampten met dezelfde problemen. En dus besloot ze er open over te zijn en het probleem aan te kaarten. Dat een taboe op ongelukkige gevoelens doorbroken dient te worden is duidelijk. Openlijk toegeven dat je persoonlijk episodes van onheil ervaart is een manier om dit te doen. Zo kunnen mensen zien:

door een boek te schrijven en haar ongeluk te doorgronden. Maar dit heft het taboe op verdrietige emoties niet op. Het tegengestelde gebeurt juist: door open te zijn over deze emoties maar ook de verantwoordelijkheid te noemen die genomen is, blijft de boodschap dat je iets moet doen aan de verdrietige emoties die je hebt omdat deze niet getolereerd hoeven te worden hetzelfde. En zo is Foucaults cirkel rond. Nog steeds beoordelen we onszelf, anderen en anderen ons in een licht waar verantwoordelijkheid voor je eigen welzijn voorop staat. Deze gezondheidseisen van de staat vertalen zich bij de burger in morele waarden en verlangens met betrekking tot het leven en de persoon zelf. Het beïnvloedt de manier waarop anderen ons en wij onszelf beoordelen als zijnde gezond. De eisen van de staat zijn de eisen geworden die we aan onszelf stellen en dit is bovendien onze eigen verantwoordelijkheid. ◊

33


Nacht van de filosofie De maand april staat in het teken van schuld en boete. Althans, voor filosofen, economen en andere geïnteresseerden. De jaarlijkse Maand van de Filosofie behelst allerlei filosofische festivals, lezingen en andere activiteiten door het gehele land, met als hoogtepunt de Filosofie Nacht op 12 april. Door Bettie Sarneel

W

ie van filosofie, schuld of beiden houdt, kan zijn of haar hart ophalen in de maand april. Door het hele land zullen meer dan honderd activiteiten worden georganiseerd. Het grootste evenement blijft onveranderd de Filosofie Nacht in Amsterdam. Deze nacht zullen filosofen, economen en andere denkers bijeenkomen in de thematische Beurs van Berlage en door middel van debatten, lezingen of meer poëtische benaderingen de vraag proberen te beantwoorden wat economie nou eigenlijk is en waarom ons economische stelsel in crisis is geraakt. Wat betekent het ‘handelen in vertrouwen’ en wat is waarde? Wat is het bankwezen en wat gebeurt daar eigenlijk? En waarom is alles eigenlijk zo moeilijk te begrijpen? Filosofische en economische zwaargewichten als de Amerikaanse Michael Sandal en de Tjechische Tomáš Sedláček zullen zich hierover buigen. Maar ook veel denkers van eigen bodem, zoals Joris Luyendijk, Maxim Februari en Bas Haring zullen ons door middel van debat, lezing en interviews leiden door de onbegrijpelijke wirwar van economische termen, processen en toekomstvisies. En als het je allemaal teveel wordt dan kun je altijd nog naar Dette Glashouwer, die een gedeelte van haar theaterstuk over geld zal opvoeren. Instrument voor kritiek Twaalf jaar geleden is de Maand van de Filosofie voor het eerst georganiseerd. Volgens Lisa Doeland, filosoof, literatuurwetenschapper en een van de organisatoren van de Filosofie Nacht, is de aandacht voor filosofie het afgelopen decennium flink gegroeid. “De opkomende interesse voor filosofie is een vervanging voor wat in de jaren ‘90 tot opkomst van spirituele interesse leidden en daarvoor institutionele opvulling, zoals religie. Nu kijken mensen wat breder en gaan bij filosofie te raden.” Lisa benadrukt echter wel dat de Filosofienacht niet bedoeld is als 'levenslessenfilosofie'. Zijzelf ziet filosofie voornamelijk als een instrument voor kritiek. Filosofie Magazine, dat de maand mede-organiseert, gebruikt filosofie op een kritische, populair-wetenschappelijke manier. Er Nacht van de Filosofie: Vrijdag 12 april 18:30-02:30 uur Beurs van Berlage, Amsterdam. Kaartjes zijn te bestellen via www.filosofiemagazine.nl of telefonisch bij de Paylogic-Ticketlijn: 0900-9000 500.

34

worden op toegankekijke wijze actuele thema's besproken en getoond hoe daar met filosofie en gedachtegoed van filosofische denkers op gereflecteerd kan worden. “We willen begrijpen wat economie nu eigenlijk is. Het werk van Karl Marx, Adam Smith, George Bataille, Milton Friedman, Friedrich Hayek en Aristoteles zal deze nacht bijvoorbeeld veel langskomen om hedendaagse processen te duiden,” vertelt Lisa. Economie voor niet-economen Vaak is de economische wereld een erg afgesloten wereld omdat het om hele specifieke kennis gaat. Toch is het onderwerp voor filosofen en sociale wetenschappers zoals antropologen zeer interessant, al is het moeilijk er iets over te zeggen. Lisa: “Als we er dan tóch iets over zeggen krijg je al gauw de reactie dat het weer typisch iets is wat een filosoof of antropoloog zou zeggen, die begrijpen ook gewoon niet hoe het werkt. Terwijl ik juist denk dat die blik van bijvoorbeeld antropologen heel interessant is. Wat doen die mensen in het bankwezen nou eigenlijk? Wie zijn dat? Wat is dat voor wereld, en wat voor een transacties worden er gemaakt?” Joris Luyendijk heeft bijvoorbeeld onderzoek naar de bankierswereld in de Londense City gedaan, en gaat deze nacht in debat over de psyche van de bankier met psychiater Bram Bakker, Ewald Engelen en Jeroen Smit. ◊ Een aantal programmapunten die we kunnen verwachten: •

Politiek filosoof Michael Sandel geeft een lezing over de morele grenzen van de marktwerking.

Econome en politica Esther-Mirjam Sent gaat in gesprek met schrijver en filosoof Maxim Februari over het idee van de homo economicus.

Debat over de psyche van de bankier, met Joris Luyendijk, Bram Bakker, Ewald Engelen en Jeroen Spits.

Interview met schrijver van het essay van de maand: Coen Simon.

Hans Achterhuis en Rutger Klaassen zullen spreken over schaarste.

Last but not least: Thomaz Mutz zal gaan preken op de Nacht, gebaseerd op de column die in deze Cul te lezen is.


FILMRECENSIE

Django Guilt Door Olga Leonhard

N

a in zijn vorige film, Inglourious Basterds, de Holocaust te hebben getackeld, richt Quentin Tarantino zich nu op de volgende gruwel uit de westerse geschiedenis: de slavernij. Zijn nieuwste film Django Unchained speelt zich af in het southern Amerika van vlak voor de burgeroorlog, in 1858. Centraal staat een zwarte slaaf, Django, die van slavenhandelaren wordt verlost door de blanke Duitse ex-tandarts-tegenwoordig-premiejager Dr. King Schultz. Schultz stelt een deal voor: als Django hem helpt met het omleggen van een paar blanke schurken, geeft Schultz hem zijn vrijheid en een deel van de premie. Voor een slaaf nogal een no-brainer (“Kill white folks and they pay you for it? What’s not to like?”) en dus slaan ze de handen, met pistolen, ineen. Django Unchained is geen geschiedenisfilm. Het is, zoals je van Tarantino kunt verwachten, een soort lappendeken aan elementen, in elkaar geflanst zoals hij het zelf graag zou zien. Gerechtigheid en wraak spelen daarin een grote rol. In Tarantino’s eigen woorden: “I get to make the victims the victors and victimize the victimizers.” Dr. Schultz lijkt hierin het geweten van de filmmaker, als de enige ‘goede’ blanke in de film. Via hem geeft Tarantino aan Django de kans om wraak te nemen. Ook is Schultz de enige blanke in de film die een hekel heeft aan de slavernij. Hij erkent de ongelijke positie tussen Django en hemzelf in de deal die ze sluiten en geeft met een zucht toe: “I do feel guilty”. Op het scherm mag Schultz dan de enige blanke met schuldgevoelens zijn, de bioscoopzalen zitten er vol mee. De hedendaagse Amerikaan kent zelfs een term voor dit soort gevoelens: ‘white guilt’, een spreektaalterm voor het collectieve schuldgevoel van veel blanken ten aanzien van de racistische behandeling van zwarten. Met Django Unchained lijkt dit gevoel meer dan ooit naar voren gebracht. Zo kwam het Youtube komediekanaal OfficialComedy eind januari met het filmpje ‘Django Unchained: Django Guilt’. Hierin is onder andere te zien hoe een blanke vrouw de deur openhoudt voor een zwarte man, haar hoofd gebogen in schaamte. Op een lichtvoetige manier brengt het filmpje zo de nieuwste vorm van white guilt naar voren: ‘Django guilt’, de schuldgevoelens die Django oproept bij veel blanke Amerikanen. Want zijn de brute slavendrijvers in de film niet hun blanke voorouders? In hoeverre zijn zij nog steeds verantwoordelijk voor de gruwelijke acties van hun ‘verre familie’? Moeten ze voor het verleden compenseren, door zich in het heden schuldig te voelen? Als de Django guilt Tarantino zelf in de schoenen wordt geschoven, bijvoorbeeld voor het frequente voorkomen van het ‘n-woord’ (nigger), beroept hij zich op historische feiten: hoe kan een film over de slavernij immers geen racistische taal bevatten? Als Tarantino wordt aangesproken op de historische incorrectheid van de film, kan hij zich weer verschuilen achter zijn uitspraak dat het toch echt “a fantasy, not real life” moet voorstellen. Deze tegenstrijdigheid vat goed de paradox van Django Unchained samen: een film die grappig en gruwelijk, serieus en lichtzinnig, historisch en modern tegelijkertijd is. ◊

Django Unchained (2013) Regie: Quentin Tarantino Met o.a.: Jamie Foxx, Christoph Waltz, Leonardo DiCaprio Lengte: 165 min. Winnaar van twee oscars (beste originele scenario en beste mannelijke bijrol voor Christoph Waltz) Draait in: Kriterion, Eye en Pathé (Arena, City, Munt)

35


ANTROGENDA

16 april 20:00 / De Nieuwe Liefde In wat voor wereld leven wij: hoe nu verder? Na acht weken van debatten met politici, denkers en journalisten nu de laatste avond over problemen van deze tijd en mogelijke alternatieven. Zijn wij mensen nog steeds in staat de wereld te veranderen en een alternatief te vinden voor de neoliberale samenleving? Deze avond spreken voor- en tegenstanders van utopieën over de mogelijkheid de samenleving te veranderen. €7.50 voor studenten. 12 april - 19 juni / FOAM Koos Breukel & Roy Villevoye – Tí Deze expositie is een portrettenserie over de hondertwintig bewoners van het dorpje Tí in het Nederlands Nieuw-Guinea. De serie brengt de jagers-verzamelaars verassend dichtbij door de gemaakte foto’s uit een mobiele fotostudio. Standaard tarief. 24 april 20:00 uur / Crea The Brain Explained - Neurological Disorders Na door Dick Swaab op gang gebrachte discussie over ons brein is dit een interessant vervolg op de discussie wat de mens is; het brein? Deze avond gaat over wat patiënten die een mentale ziekte hebben ons kunnen leren over ons brein. Gratis toegang. 22 mei / Skek CUL 20 feest De Cul wordt twintig en dat vieren we! Het programma is nog een verassing, dus hou ons in de gaten. 4 mei tot 2 juni / Arti et Amicitae Schuld Geheel aansluitend op het thema van deze Cul is deze expositie die in samenwerking wordt gemaakt met wetenschappers en stakeholders. Kunstenaars en ontwerpers zetten hun artistieke talent in voor dit maatschappelijke vraagstuk. De tentoonstelling is gebaseerd op een case study, Nieuw Werk genaamd, die liep in Nieuw-West. €3.

Kom bij de Kring Afgestudeerd! En dan? Antropologen belanden na hun studie in zeer diverse beroepen die niet altijd (direct) gerelateerd zijn aan de studie. De kans is groot dat je na verloop van tijd de binding met je vakgebied en de academische wereld kwijtraakt. Zonde, nietwaar? Wil je na je studie graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in jouw vakgebied? In contact blijven met studiegenoten en docenten? Word dan lid van de Kring Antropologie / Amsterdams Netwerk Cultureel Antropologen (ANCA). Wat heb ik aan mijn lidmaatschap? Gratis toegang tot activiteiten (borrels, lezingen, filmavonden) van de Kring Antropologie Gratis lenerspas UvA-universiteitsbibliotheken Gratis toegang tot de jaarlijkse Alumnidag van de UvA Flinke korting op UvA-voorzieningen (bijv.: Universitair Sport Centrum, UvA-colleges, Loopbaanprogramma). Kijk ook op: www.uva-alumni.nl/antropologie en www.antropologennetwerk.nl

36


BERICHTEN UIT HET VELD Antropologie in de praktijk: wat is dat? ANCA, de Kring Antropologie (zie kader), vraagt het aan haar alumni in het veld. Wat voor werk doen ze en in hoeverre komt hun studie hen (nog) van pas? Deze (en meerdere) columns zijn ook te lezen op: www.antropologennetwerk.nl.

Huwelijkscontract Door Sanderien Verstappen

I hate this place!” Mijn nieuwe huisgenote Puja (23) leidt me rond op de universiteitscampus van de provinciestad Anand-Vidyanagar in Gujarat, West-India, een idyllische, parkachtige omgeving vol koeien, eekhoorntjes en vogels. Ze laat me de kantoorboekhandel zien, het internetcafé, de supermarkt waar je bijna alles kan vinden wat bij Albert Heijn ook te koop is, en de gezellige restaurantjes waar jongens en meisjes zitten te kletsen op lage krukjes. Ik krijg steeds meer zin in mijn verblijf hier. Maar de tirades van Puja stemmen me ook zorgelijk. “I can’t stand this place. These people! They are so... narrow-minded!” De universiteit waar Puja (als masterstudent) en ik (als promotieonderzoeker) aan verbonden zijn, is opgericht om hoger onderwijs te kunnen bieden aan de bevolking in de rurale omgeving van Anand. Veel studenten komen hier dagelijks met de bus uit nabijgelegen dorpen. Op de campus wonen stafleden en studenten die van verder komen, inclusief dertig internationale studenten uit Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Puja en ik delen een appartement. Zij is een van de Nepalese studenten die hier terecht gekomen is met een studiebeurs: “Ik ben blij voor mijn ouders dat ik mezelf kan bedruipen, maar het nadeel van deze beurs is dat ik niet kon kiezen naar welke universiteit ik ging. Mijn bacheloropleiding heb ik in Pune gedaan, een ruimdenkende stad. Ik heb er een geweldige tijd gehad. Helaas werd ik daarna naar dit gat gestuurd.” Sommige van Puja’s verhalen maken me wat nerveus om dieper ‘het veld’ in te gaan. Hoewel ze in mijn ogen niet veel anders gekleed is dan de meeste andere studentes, zegt ze regelmatig kritiek te krijgen op haar ‘vrije’ kledingkeuze. Ook van haar vriendje, die uit een nabijgelegen grote stad komt: “Toen hij verliefd op me werd droeg ik altijd spijkerbroeken en T-shirts. Maar nu spreken zijn vrienden hem erop aan dat ik te bloot gekleed ben.” Ook de sociale controle in deze provinciestad blijkt intens. Zo bleef haar vriend aanvankelijk weleens logeren, maar nadat de buren hierover hadden geklaagd bij de universiteit werd ze hardhandig de les gelezen door docenten van haar masteropleiding - ongetrouwd samenwonen is hier echt taboe. Nog steeds komt een kantoorklerk van de universiteit regelmatig bij ons thuis om

Sanderien Verstappen (1976, Rotterdam) – culturele antropologie/nietwesterse sociologie 2005, Universiteit van Amsterdam – is promovendus in het onderzoeksprogramma Provincial Globalisation van het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR) en het National Institute of Advanced Studies (NIAS), Bangalore (India). Haar onderzoek betreft de participatie van moslims in Gujarat (India), die naar het buitenland gemigreerd zijn, in sociaal-economische ontwikkelingen in de regio van herkomst. Voor haar masterscriptie deed Verstappen onderzoek onder Surinaams-Hindostaanse jongeren in Den Haag. te controleren wie er bij ons op bezoek is geweest – wat Puja en ik als zeer intimiderend ervaren. Als ik samen met Puja over de campus loop, ben ik de enige die een dupatta draagt – een sjaal die lokale dames strategisch over hun borsten draperen om deze aan het oog te onttrekken. Want waar Puja zo min mogelijk met de lokale bevolking te maken wil hebben, ben ik juist gekomen om die lokale bevolking te leren kennen: ik zal hier tien maanden blijven voor antropologisch veldwerk in het kader van mijn promotieonderzoek. Ik zal mij wel móeten aanpassen aan de lokale normen. Mijn rode pumps - uit Nederland meegenomen, omdat ik me simpelweg niet kon voorstellen dat ik mijn favoriete schoenen een jaar niet zou dragen - stuur ik na een paar weken dus maar weer terug met de post. Ik oefen op de zin “Ik ben getrouwd” en ik heb inmiddels een contract op mooi glimmend papier afgedrukt, zodat mijn liefje dat kan tekenen voordat hij straks langskomt – voor de zekerheid. ◊

37


KWAKIUTICUL

Door Camiel van Hove

V

aak zijn er bij onze studie veel begrippen die meerdere betekenissen hebben en die ook door al die verschillende definities verwarring kunnen veroorzaken. Zo is er het debat over wat nu authenticiteit is en wie bepaalt wat precies authentiek kan worden genoemd. Ook woeden er hevige wetenschappelijke discussies over wat een ritueel is en wat het met je doet. Deze discours clashes vinden binnen vrijwel iedere zichzelf respecterende wetenschap plaats, maar zijn zeker binnen de sociale wetenschappen zeer belangrijk. Wat is kennis, wat is waar en wie creëert deze kennis en waarheden? Met andere woorden, om in het thema van deze Cul te blijven, is er een schuldige aan dergelijke verwarring? Is dat de schuld van de wetenschap of van de taal? Misschien zelfs van de complexiteit van de samenleving waar we allemaal aan bijdragen en waaraan we dus even schuldig als onschuldig zijn. Schuld is een begrip dat meerdere betekenissen kan hebben. Wie heeft schuld waaraan en wie bepaalt dat? In hoeverre zijn wij collectief schuldig aan zaken in de samenleving en betekent dit ook dat we dingen kunnen veranderen? Wat is schuld, en wanneer is schuld iets negatiefs? Ik las laatst een ingezonden brief in een krant waarbij deze verschillende betekenisgevingen op een grappige, zij het een beetje kromme manier werden gebruikt. Het ging om een brief van iemand die het betoog hield dat zijn kinderen geen studiefinanciering meer zouden ontvangen door de schuld van Griekenland. Zijn opvallende betoog kort samengevat: de staat is schuldig aan een enorme schuld bij een jonge generatie mensen omdat ze een leenstelsel invoeren om te voorkomen dat onze staatschuld te ver oploopt. Dit om te voorkomen dat we, net zoals in Cyprus, een hoge schuld opbouwen en deze vervolgens niet meer kunnen afbetalen. Dit is dan weer de schuld van de schulden van Griekenland bij Cypriotische banken en deze zijn veroorzaakt door mensen die zich schuldig maken aan collectieve belastingontduiking. Kortom, pak die Griekse wanbetalers. Ik acht persoonlijk het PVV-discours enigszins schuldig aan dit soort populistische redeneringen. Maar laten we na dit uitstapje verder gaan naar de activiteiten waardoor Kwakiutl schuldig is aan het verrijken van je studie antropologie.

38

Studiereis naar Bosnië Als er een regio is waar schuldvraagstukken en de rol van geschiedenis en geschiedschrijving voor antropologen razend interessant is in Europa, dan is Bosnië daar zeker een mooi voorbeeld van. En laat nu eens de jaarlijkse studiereis precies naar Bosnië gaan. Bosnië is een gebied waar meerdere groepen mensen in één staat zijn samengebracht. Hier waren voor die tijd al conflicten over territorium, het bezit van land en religieuze dominantie. Het is dus een plek van conflict en botsing met heel veel interessante antropologische fenomenen, maar ook prachtig natuurschoon, mooie steden en goed betaalbare drank. Kortom, een reis die je niet wilt missen, zelfs niet als je je ervoor in de schulden moet steken. Liftwedstrijd Voor diegene die het leuk vinden om te reizen hebben we nog meer interessants. Deze keer iets waarvoor je je minder in de schuld hoeft te steken. Men neme: een liftmaatje, een stuk karton en een viltstift, spullen om een weekendje mee weg te kunnen, een ontwapenende glimlach en een duim in de lucht. Hiervoor krijg je een geweldig weekendje weg terug (naar een plek die we pas op de dag zelf bekend maken) en een onvergetelijke ervaring, waar je als antropoloog en als reiziger nog veel aan kan hebben, namelijk liften. Uiteraard volgt meer informatie via de nieuwsbrief, Facebook, prikborden en collegepraatjes. Gezocht: nieuw bestuur Uiteraard zijn er een paar hoofdschuldigen bij het ontstaan van al deze activiteiten en dat zijn onze commissies en het bestuur van Kwakiutl. Binnenkort zit ons mooie bestuursjaar er al weer op en dus zijn wij opzoek naar een nieuw bestuur. Lijkt het je leuk om een jaar lang aan het roer te staan van de mooiste studievereniging die er is en houdt je ervan om leuke, interessante, inspirerende, gezellige activiteiten te organiseren? Wil je op een andere manier iets bijdragen aan Kwakiutl en wil je daarbij ook nog een geweldig, gezellig en leerzaam jaar hebben, waarbij de UvA er voor zorgt dat je je niet in de schulden hoeft te steken (lees: je krijgt een leuke vergoeding)? Houd dan ook weer al onze communicatiekanalen goed in de gaten, stuur ons een e-mail (info@kwakiutl.nl) of spreek ons gewoon direct aan. ◊


20 CUL wordt twintig jaar! Verheug je dus vast op de maand mei, want die staat geheel in teken van het thema 20. Een glimmend Jubileumnummer, een fel debat over onze generatie, en feesten zoals alleen twintigers dat kunnen. Wees een kind van je generatie en houd je facebook, twitter, ping, whatsapp en andere digitale kanalen in de gaten. We houden je op de hoogte.

Fotowedstrijd

Denk jij onze generatie in ĂŠĂŠn beeld te kunnen vangen? Stuur je foto op en wie weet kom jij op onze Jubileumcover! 39


Een zag tot hij

brede man die dover werd eens de mens vervormen drommen fluisteraars; scheen te schreeuwen als een raaf

Steeds langer moest hij dwalen om de wereld te verstaan zichzelf recht neer te zetten; geen schreeuw kwam er ooit aan Vaak ging hij dan maar zitten; staarde voor zich uit daar spelen kleine kinderen die snellen zo vooruit laten zich nimmer hinderen; zelfs ĂŠĂŠn die zacht, onschuldig een lied begint te zingen

Abrupt verstarde elke gezicht; was elke geest verstoord de dove man met open mond een diepe schreeuw door lucht geboord zijn vuisten hard, verstomd; een kind dat net een appel at die nu dus in zijn luchtgat zat viel dood neer op de grond Naast waar het hoofd was neergeploft sprong heen en weer van schrik een kwartel met hysterisch hik, die maanden vroeg zijn trek begon Weg, van ieder die hem schuldig vond

Girgis Galore 40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.