Cul 4: Waanzin

Page 1

cul

Antropologisch Tijdschrift | jaargang 22 | nummer 4

waanzin

fotoreportage extreme sports extreme madness achtergrond het zijn altijd de russen! op de bank met lizzy van leeuwen column in de poptempel


Redactioneel Colofon Onafhankelijk antropologisch tijdschrift Cul is verbonden aan de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelingsociologie van de Universiteit van Amsterdam. Hoofdredactie Sacha Tijmstra Redactiechef Dunya Veenhof Acquisitie Ernst Spaans, AnneGoaitske Breteler Hoofd Beeldredactie Lotje van den Dungen Beeldredactie Jip van Steenis, Bob van Helden Hoofd Eindredactie Leonie de Waard Eindredactie Chris Hellwig, Lisanne Hekman Lay-out Phyllis Meyjes, Lotje van den Dungen Penningmeester Peer van Tetterode Reiscoördinator Nina Rijnierse Website Mark Middel Cover Lotje van den Dungen, Joy Brandsma Kwakiutlagenda Bob van Helden Illustratie themalogo’s Jasmijn de Nood Dank aan Max Fransen, Lars Goos, Yorick Bleijenberg, Hannah de Vet, MBK Fightnight, Benn Twyman, Shenny Voet, Lizzy van Leeuwen, Ringo Schut, Vincent de Rooij, Peter van Rooden, Michiel Voskamp en Joy Brandsma Correctie nummer 4 jaargang 22: artikel ‘Op de bank met: Milena Veenis’ gemaakt door Leonie de Waard, is mede gemaakt door: Peer van Tetterode Drukkerij Stetyco Oplage 500 ISSN: 18760309 Tijdschrift Cul is altijd op zoek naar nieuw schrijftalent. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten of te weigeren. Voor informatie en advertentiemogelijkheden mail naar redactie@tijdschriftcul.nl Tijdschrift Cul Nieuwe Achtergracht 166 1018 WV Amsterdam e-mail: redactie@tijdschrijftcul.nl www.tijdschriftcul.nl

Waanzin is werkelijk een perfecte laatste thema van deze jaargang, want het is echt een waanzinnig jaar geweest! Met vier heel uiteenlopende themanummers hebben we jullie geprobeerd deel te maken van de gigantisch (waanzinnig) grote wereld waar antropologie op van toepassing is. Waanzinnig veel heb ik geleerd, waanzinnig snel is de tijd voorbij gegaan. En: waanzinnig trots ben ik op mijn redactie! Keihard hebben we dit jaar gewerkt om interessante artikelen te schrijven en de website nieuw leven in te blazen. Maar het is nog niet voorbij voor ons: deze zomer zal ik met de huidige redactie namelijk afreizen naar Georgië om fantastische verhalen en foto’s te verzamelen en deze uit te werken tot de eerste Cul van de nieuwe jaargang! Waanzinnig mazzel hebben wij dus dat wij samen nog een vijfde Cul mogen maken. Toch kan ik soms de gedachte niet afschudden dat de functie van hoofdredactrice die ik dit jaar heb vervuld mij ook verder kan brengen in het leven. Ik voel me bij die gedachte soms lichtelijk beschaamd. Ook ik zit deels gevangen in het web dat zich de ‘prestatiemaatschappij’ titelt maar tegelijkertijd groeit er ook verzet in mij. Ik denk namelijk ook dat de prestatiemaatschappij een potje waanzin is: we hoeven geen neoliberaal, lineair ontwikkelingsproces te volgen naar beter en beter en we kunnen dat ook niet. Het is een proces van vallen en opstaan en het leven blijft altijd een kansspel. Daarom dus is het van belang in te zien dat dit jaar vooral gewoon waanzinnig leuk was. In deze Cul vind je waanzin waar je het wellicht nog nooit gezocht hebt, bijvoorbeeld: in de antropologie zelf ! Peer laat namelijk verschillende docenten vertellen over hun idee van waanzin in de antropologie. In onze gedachten reizen we verder af naar Polen wanneer Mark vertelt over Poolse complottheorieën over de Russen. Ook zien we in het achtergrondartikel van Dunya hoe gender & sexuality de hoofdrol speelt in de medicalisering van hysterie in de 18e eeuw. Natuurlijk is het in de sport soms waanzin: bekijk hiervoor onze beeldreportage over extreme sporten in het midden van de Cul! Anne-Goaitske zat op de bank met Lizzy van Leeuwen om met haar te praten over haar onderzoek naar zelfmoord onder boeren. Natuurlijk is er nog veel meer te lezen, en daarom moeten jullie nu de bladzijde omslaan. Sacha Tijmstra


Inhoudsopgave Redactie in Beeld 4 Waanzin

15

Fotoreportage Extreme sports, extreme madness

5

Column In de poptempel

20

Achtergrond Wat is waanzin?

6

Reportage Het vreemde vertrouwd & het vertrouwde vreemd

22

Op de bank met... Lizzy van Leeuwen

8

Essay Het zijn altijd de Russen!

24

Strip van Jip A voice of a generation

10

Column Gestructureerde waanzin, of waanzinnige structuur?

26

Student in Beeld Ringo Schut

11

Culinair Een kruiwagen vol spaghetti

12

Achtergrond Hysterie: de gekke vrouwenziekte

Kwakiutl 28 Agenda 30

Berichten uit het veld Ik voel me thuis

Column 14 Grensgevallen

‘Antropologie grenst aan de waanzin’

Hysterie: de gekke vrouwen ziekte Tijdschrift Cul

3


v,

Redactie in Beeld

Huisdieren zijn een survival uit de tijd waarin de natuur nog onze grootste vijand was en we vuur met vuur bestreden. Inmiddels zijn ze met ons meegegroeid naar een urbane setting en weten ze tegenwoordig ook hoe ze moeten poseren voor een foto. Ze worden nog beroemd! Chris, Eindredactrice

500 van de 5000 woorden. Mijn tweedejaarsessay verloopt tot nu toe niet zo soepel. En dan moet ik ook nog een ander essay van 4000 woorden schrijven, een fotoserie en verslag maken, een boek lezen en er een recensie over schrijven, Cul artikelen nakijken en o ja, eigenlijk deed ik ook nog een cursus bij Crea. Studeren is af en toe best wel waanzin. Lisanne, Eindredactrice

Een donornier kunnen en mogen ontvangen. De prachtige medische technologie en de haast wonderlijke mogelijkheden op het gebied van orgaantransplantatie, waarmee er nieuw leven in soms bijna verloren levens geblazen wordt. Waanzinnig mooi. Ernst, Acquisitie

Tijd om te stoppen. Jaren geleden vond ik de oude camera van mijn opa, een agfa clack. Gegrepen door het voorwerp startte ik met verzamelen. Mijn IKEAplank begon te buigen, dus kocht ik er twee extra. Nu prijken mijn pronkstukken op de planken. Ja, het is misschien ietwat uit de hand gelopen. Toch kocht ik met Koningsdag een nieuw exemplaar. Bob, Beeldredactrice

Van die onbegrijpelijke blikken krijg ik toegeworpen wanneer ik in het bijzijn van niet-Friezen met mijn familie bel. “Praat je Russisch ofzo?” “En wat is dat met je naam?” “Gaitske? Oh Goaitske. Nou, wij noemen je gewoon Anne-G (als in Gjie)”. Pure quatsch als je het mij vraagt. Anne-Goaitkse, Acquisitie

4

Tijdschrift Cul


Column

In de poptempel Tekst: Leonie de Waard /// Beeld: Filmstill RTL door Jip van Steenis Daar sta je dan in een warme ruimte. Iedere keer als een roadie of een geluidsman het podium op loopt, maakt je hart een sprongetje. Je gilt en schreeuwt, terwijl je eigenlijk dondersgoed weet dat het nog niet zover is, want het licht staat nog aan en de muziek draait ook nog. Dagen heb je hiernaar uitgekeken. En als de persoon voor wie jij je rot staat te zweten eindelijk na minuten die uren leken (en soms ook echt uren zijn) het podium betreedt, word je overspoelt door totale euforie. Je opent je mond en steekt je handen in de lucht. Het gevoel van een individu die opgezogen wordt in de opwinding van de massa, beschreef Durkheim jaren geleden al als collective effervescence. Hij legde dit uit als een pijler voor religie, waarbij bepaalde rituelen dienen als sociale bijeenkomst waar de collectieve idealen worden gecreëerd. Er ontstaat een gevoel van eenheid door gedeelde normen en waarden. En Durkheim stelt dat je ook kracht kan halen uit de collectieve zingeving en saamhorigheid die tijdens zo een ritueel wordt gecreëerd. Dit is vergelijkbaar met nationalisme dat ontstaat tijdens het ritueel van de dodenherdenking of het geloof in wetenschap, wanneer we massaal op televisie kijken naar een raket die de ruimte in wordt geschoten. Het gaat erom dat mensen voelen samen te zijn en hun gevoel van individualiteit verliezen voor het collectief, als een soort gedeelde euforie. Een soort communisme. Een soortgelijk ritueel vindt plaats tijdens een concert. Het fan zijn van een bepaalde band, popster of zangeres krijgt de ultieme bevestiging tijdens een concert. In de opwinding van het collectief, gaat iemand ook echt geloven. Een nieuwe impuls voor de ongeschreven geboden worden meegenomen naar het dagelijks leven. Dit leidt tot fans die met religieuze toewijding hun idool aanhangen. Tegenwoordig zijn deze

mensen te bewonderen in het programma ‘Superfans’, waarin mensen gevolgd worden die hun hele leven inrichten rond hun idool. Een programma waar je tegelijkertijd krom ligt van het lachen en rilt van plaatsvervangende schaamte. Sommige mensen gaan ver, tot aan het likken van het wassenbeeld van hun idool. Wellicht waren deze mensen in een ander leven een monnik geworden?

De toegewijde fan is slechts een muisklik verwijderd van virtuele toegang

Een schietgebedje van 140 tekens en zelfkastijding De momenten waarop een fan niet in een concertzaal staat, voelt het idool nog steeds dichterbij dan ooit. In deze tijd van sociale media is de toegewijde fan slechts een muisklik verwijderd van virtuele toegang. We kunnen de hele dag zwoel in de ogen van ons idool staren via Instagram. We kunnen videoclips duizend keer achter elkaar afspelen, of zelfs tweets sturen (oppervlakkig maar reikt zo ver als de telefoon van de popster). Kortom: de celebrity crush is tegenwoordig een stuk bereikbaarder geworden. Ook kunnen fans makkelijker met elkaar in contact komen, wat het fan zijn bevestigt en versterkt. Van het delen van de liefde word je enthousiast en misschien een beetje competitief. Dit was ook merkbaar toen Zayn Malik uit de populaire boyband One Direction stapte (dit kan je niet ontgaan zijn, het was blijkbaar wereldnieuws). Twitter ging los. Met de hastag #Alwaysinourheartszaynmalik deelden miljoenen fans hun verdriet. Het was net alsof de beste jongen was overleden. Er kwamen zelfs foto’s voorbij van armen waarin zijn naam was gekrast. Ik weet niet hoe ik zelf had gereageerd als mijn geliefde Nick Jonas uit the Jonas Brothers was gestapt toen ik vijftien was, maar ik denk dat het veilig is om te stellen dat ik bij messen uit de buurt was gebleven. ◊ Tijdschrift Cul

5


Reportage

Het vreemde vertrouwd & het vertrouwde vreemd

Antropologie grenst aan de waanzin. De eerste antropologen zaten in armchairs, verzamelden gedroogde kannibalenhoofden en wisten alles van schedelmetingen. Vaak waren ze nog nooit op de plekken die ze beschreven geweest. Dit artikel geeft geen sfeerbeschrijving van dit collectieve curiositeitenkabinet. Wat ik interessanter vind is wat volgens ons, antropologen in spĂŠ en onze docenten de waanzinnige facetten zijn van de discipline. Wat doen we? Waarom doen we wat we doen? Is dit gek? Vincent de Rooij (linguĂŻstisch antropoloog), Jip van Steenis (student), Peter van Rooden (antropoloog en theoloog) en Michiel Voskamp (student) vertellen, zo direct mogelijk over hun visie. Tekst: Peer van Tetterode /// Beeld: Jip van Steenis

6

Tijdschrift Cul


‘We make the extraordinary ordinary and the ordinary extraordinary’ De antropoloog kleedt de common sense uit. Overal is macht en ritueel. Sociale situaties zijn niet wat ze op het eerste gezicht lijken. Toen ik begon met mijn studie bood een bordje in oude Common Room van het Spinhuis mij houvast. Op het bordje stond vermeld: ‘We make the extraordinary ordinary and the ordinary extraordinary’ ‘Dat adagium van het vreemde vertrouwd maken is ooit bedacht door de romantisch Duitse dichter Novalis. Het omschrijft goed wat de antropoloog doet. In de jaren ’20 dachten westerlingen vaak superieur te zijn aan de vreemde wildelingen, tegenwoordig is er toch meer een besef van een wederzijds verwantschap. Studenten die antropologie gaan studeren worden vaak gefascineerd door het vreemde, het exotische. Die fascinatie is niet genoeg, je moet ook naar jezelf kunnen kijken. Ik zou liever alle studenten verplichten om hier in Nederland een onderzoek te doen. Het vertrouwde vreemd maken kan juist heel waardevol zijn.’ - Vincent de Rooij ‘Oh stond dat bordje bij de boekenkast? Ik deed een onderzoek in ‘Tanger’, een supermarkt met Marokkaanse producten. Alles was geïmporteerd en had Arabische etiketten. Toen ik een foto aan het maken was van een blikje cola, was er een man die het blikje pakte en vroeg: ‘hé wat doe jij nou?’ in een plat Amsterdams accent. Dat had ik niet verwacht, want hij zag er eerder uit als iemand die Arabisch kon spreken. Opeens dacht ik: o ja, het is zijn cola, het is eigenlijk best wel gek dat ik hier een foto van maak. Wij zaten helemaal van goh, dat is exotisch, maar uiteindelijk is het eigenlijk best normaal. Als antropoloog staar je je misschien een beetje blind op de vreemdheid.’ - Jip van Steenis ‘Een juiste opmerking. Als een student en een studente medicijnen tegenwoordig met elkaar trouwen bijvoorbeeld, dan is dat iets heel normaals. Maar dat is het eigenlijk niet. Als onderzoeker kom je er achter dat er nog maar dertig jaar geleden de student medicijnen een man zou zijn geweest. Deze man zou getrouwd zijn met een verpleegster en niet met een andere dokter. Deze verandering is een gevolg van de emancipatie van de vrouw en een manier waarop de nieuwe klassenvorming in onze samenleving zich manifesteert. Onderscheid in opleiding wordt steeds belangrijker in de afscheiding van de klassen. Dit is geen natuurlijke orde van dingen, dit is extraordinair. Het neokapitalisme genereert via het feminisme een nieuwe klassenvorming. Het gewone ongewoon maken is een attribuut van elke goede geisteswissenschaft.’ - Peter van Rooden

antropoloog best wel apart. Ik doe zelf onderzoek naar Nederlandse waterexpertise op overheidssites. Vaak wordt dit begrip geassocieerd met de cultuurhistorische achtergrond, in plaats van een technische educatieve manier die de expertise daadwerkelijk maakt. In de antropologie krijg je de tools aangereikt om op een kritische wijze het gangbare [waanzinnige] discours te ontrafelen.’ - Michiel Voskamp ‘Dat je op zoek gaat om mensen te bestuderen waarmee je in het dagelijks leven niets te maken hebt, is niet waanzinnig maar toch wel heel raar als je er over nadenkt. Als een student naar mij toekomt met een voorstel om onderzoek te doen naar straatkinderen in een heel ver land, zonder de taal te spreken en dus niet goed genoeg uitgerust is, dan vind ik dat wel een beetje naïef. Als ik terugkijk op mijn eerste onderzoek in het zuiden van Congo begin jaren negentig, denk ik ook dat ik me beter had kunnen voorbereiden. Ik had meer onderzoek moeten doen naar kennis over processen waar de lokale bevolking iets aan had. Mijn persoonlijke academische interesse heb ik destijds teveel als uitgangspunt genomen. Ten slotte is veldwerk zo gek nog niet. Participerende observatie wordt tegenwoordig gebruikt buiten de antropologie en levert waardevolle informatie op.’ - Vincent de Rooij ‘Jezelf als instrument gebruiken blijft gewoon raar. Alsof je onzichtbaar kan zijn. Alsof je observaties doet zonder dat je er bent. Het voelt ook ongemakkelijk om degene te zijn die allerlei dingen wilt weten van mensen. Ik heb heel ongemakkelijke interviews met vrienden gehad. Vaak bleek dit niet zo gemakkelijk als voorspeld. Na afloop zeiden ze dan ook dat ik heel stijf was. Ik heb altijd geleerd dat je niet te veel van jezelf in je onderzoek kan bloot geven. Je bent daarom als antropoloog een soort half-mens.’ - Jip van Steenis ‘Ik heb theologie gestudeerd en kerkgeschiedenis, waar ik werkte met schriftelijke bronnen. In de jaren negentig kwam ik in een onderzoeksgroep met antropologen. Het veldwerkprincipe werd mij toen uitgelegd door antropoloog Gerd Baumann. De bronnen van de antropoloog zijn voor een groot deel natuurlijk dingen die in goed vertrouwen worden gezegd door de bestudeerde onderzoeksgroep. Er zit daarmee een uiterst merkwaardige, nauwelijks te achterhalen claim op kennis in de discipline. ‘Waarom heb je het dan niet verzonnen?’ vroeg ik toen aan hem. Baumanns antwoord was altijd: ‘Als je zó goed dingen kunt verzinnen, dan word je romanschrijver.’ - Peter van Rooden Het bordje in de Common Room van het Spinhuis is niet vergaan in de herinnering van de studenten en medewerkers die ik heb geïnterviewd. Het bordje bleek een goede ingang te zijn om meer vat te krijgen op de manier waarop de antropologen hun discipline zagen. Het plegen van veldwerk voelt onwennig en het blijft moeilijk om de bevindingen in het veld te presenteren als een onproblematische bron van kennis. Toch leveren antropologen waardevolle data en theorie in mooie papers en boeken. Zolang deze soms naïeve fantasierijke half-mensen maar goed blijven nadenken over waar ze mee bezig zijn, zijn antropologen zo gek nog niet. ◊

Als antropoloog staar je je misschien een beetje blind op de vreemdheid

De waanzin van de etnografie Veldwerk doen is niet de meest gangbare onderzoeksmethode ter wereld. Onderzoekers zijn soms maanden in het veld en zien vaak naar gelang van tijd de bomen door het bos niet meer. Als antropologen thuis komen sluiten ze zich op en proberen ze hun bevindingen te theoretiseren. Is dit waanzin? ‘Het opgaan in de ander met een inlevend vermogen om de ander te begrijpen vanuit zijn standpunt maakt de

Tijdschrift Cul

7


Essay

HET ZIJN ALTIJD Een essay over Poolse complottheorieën

Een paar keer per jaar vertoef ik in mijn moederland Polen, waarbij barszcz (rode bietensoep), wodka en complottheorieën behoren tot mijn dagelijkse diner. Sinds de vliegramp in 2010, waarbij de Poolse president en nog 95 andere prominenten zijn neergestort bij het Russische Smolensk, voeren de theorieën zelfs de boventoon in onze nachtelijke gesprekken. Na wat gemaakte kroegkilometers kan ik de uitkomst van bijna elk samenzweringsverhaal raden: de Russen hebben het gedaan. Tekst: Mark Middel /// Beeld: Lotje van den Dungen Dit jaar is het vijf jaar geleden dat het presidentiële vliegtuig neerstortte en nog steeds is de oorzaak van de ramp niet aangetoond. Het is dan ook niet raar dat mensen in complottheorieën gaan geloven. Immers, hoe groter de machteloosheid en ondoorzichtigheid van wereldse zaken, hoe aantrekkelijker complottheorieën worden. Met de jaren krijg ik echter steeds meer het gevoel dat veel Polen lijden aan apocaholisme – het verslaafd zijn aan ellende. Beter gezegd: Russisch-apocaholisme. De vliegramp De ene ramp kan niet begrepen worden zonder de andere tragedie te duiden. Exact zeventig jaar voordat het presidentiële vliegtuig neerstortte in Smolensk, vond er in het naburige Katyn een bloedbad plaats. De Tweede Wereldoorlog was net uitgebroken. Zoals altijd in de geschiedenis was de ligging van Polen onhandig, omdat het ingeklemd is tussen de grootmachten Duitsland en Rusland. Terwijl het Poolse leger in het westen van het land door de Duitse Wehrmacht werd overlopen, vielen de Russen Polen vanuit het oosten in de rug aan. Tienduizenden Polen werden in 1939 opgepakt en afgevoerd naar Russische kampen. Onder hen waren 22.000 Poolse officieren en intellectuelen. Stalin gaf bevel tot hun executie, als preventie van eventueel toekomstig verzet tegen het communisme. De massagraven in Katyn werden

8

Tijdschrift Cul

daarna bedekt met jonge bomen. Het bestuurlijk lichaam van Polen was geamputeerd. Zeventig jaar later vloog de Poolse president Lech Kaczyński samen met 95 hoogwaardigheidsbekleders vanuit Warschau naar Smolensk, om het bloedbad van Katyn te herdenken. Het presidentiële vliegtuig was een oude Russische rammelbak die door de mist meermalen de landing moest uitstellen. Uiteindelijk raakten de wielen van het vliegtuig nooit de landingsbaan en stortten de 96 inzittenden neer in de bossen rond Smolensk. De massagraven van de duizenden doden waren uitgegroeid tot een dicht bos, waar nu wederom Poolse lichamen in contact kwamen met de aarde. Toeval was nog nooit zo fabelachtig. Complottheorieën Nog geen dag na de vliegramp kon je de eerste complottheorieën in de Poolse huiskamers horen. Een filmpje op het internet bewees dat er direct na de crash geschoten werd op mensen die Pools praatten, dat portemonnees van de prominenten leeggehaald werden en enkele dagen later zou de vermeende amateurfilmmaker zijn vermoord. Voor veel Polen was het evident dat Rusland een coup d’état had proberen te plegen. Na vijf jaar gaat er nog geen dag voorbij in Polen of er wordt wel weer iets gepubliceerd over de vliegramp. Om


D DE RUSSEN ! de zoveel tijd komt er nieuwe informatie vrij, waarna nieuwe complottheorieën de revue passeren. Het enige dat tot dusver geconcludeerd kan worden, is dat nog altijd niet bekend is wat er precies gebeurd is. Des te vager de scheidslijn tussen realiteit en fantasie,des te meer de complottheorieën aan publiek winnen. Het geloof in veel complottheorieën lijkt gebaseerd op wantrouwen jegens autoriteiten. Omdat er in het verleden georganiseerde samenzweringen hebben plaatsgevonden op het hoogste politieke niveau, worden politieke verklaringen voor catastrofes als de vliegtuigramp zeer kritisch beschouwd. Het Watergateschandaal, waarbij president Nixon de Democratische presidentscampagne saboteerde, toont bijvoorbeeld aan dat er in het verleden samenzweringen hebben plaatsgevonden die, als het aan de politieke elite had gelegen, in de doofpot waren gebleven. De nasleep In Polen werd een week van nationale rouw ingesteld en de gemeenschap veranderde in een communitas: een tijdelijke toestand van een samenleving, beschreven door antropoloog Victor Turner, wanneer de gemeenschap ophoudt te functioneren volgens haar gebruikelijke principes door een gedeelde intense ervaring. De gemeenschap verbroedert doordat bestaande sociale hiërarchieën verdwijnen. Volgens Joanna Nizynska, professor aan de universiteit van Harvard, is de vliegramp een zwaartepunt in het Poolse gevoel van historisch onrecht dat andere trauma’s absorbeert waar Rusland bij betrokken was. Katyn 1940 en Katyn 2010 zijn niet los van elkaar te zien. In de publieke opinie heersen termen als ‘het Poolse lot’ en ‘het Poolse complex’. De vliegramp heeft sluimerende herinneringen doen herleven in de hoofden van de Polen. Naast een reconstructie van het Pools-Russische verleden, is ook ingeslikte wrok naar boven gekomen: feiten in de geschiedenis die vergeten, onderdrukt of verdraaid waren. De door Rusland verkregen littekens scheurden open en begonnen te etteren.

Volgens de Polen werkten de Russen niet goed genoeg mee met het onderzoek naar de vliegramp. Bepaalde aangevraagde documenten zijn nooit in Poolse handen beland, waardoor gesuggereerd werd dat cruciale informatie achterwege werd gehouden. Daarbij is de Pools-Russische geschiedenis er één van conflicten, onderdrukking en machtsvertoon. Rusland kan zijn handen dan ook niet wassen in onschuld. Kijkend naar het (communistische) verleden is het verklaarbaar dat in Polen de Russen vaak de schuld krijgen. Nog steeds komen de complottheorieën volop aan bod in Poolse tvprogramma’s, journalisten dramatiseren de verhalen en zelfs politici zwijgen er niet over. De tweelingbroer van de omgekomen president, zelf oud-premier, gooit maar al te graag olie op het vuur waar het gaat om complottheorieën. Russische samenzweringen worden als zoete broodjes gebakken en het publiek eet ze maar al te graag op. De antropoloog Dominic Boyer verklaart het hanteren van complottheorieën als een therapeutische methode die men gebruikt om zich te verschuilen achter een positief gevoel van identiteit, om zodoende te herstellen van een historische last. Veel Polen lijken echter verslaafd te zijn aan deze rehabilitatie, waarbij ellende als drugs dient - het apocaholisme - en ontwenning alleen mogelijk is door schuld te geven aan de Russen. Door de vele complottheorieën viert het Russisch-apocaholisme hoogtij onder de Polen. Onlangs was ik weer een paar dagen in Warschau. Mijn goede vriend Maciej vertelde mij op een terras tegenover het presidentieel paleis dat Poetin al jaren dood is en dat de Poetin waar wij naar kijken zijn dubbelganger is. We keken naar het herdenkingskruis van de vliegramp en begonnen allebei te gniffelen. Soms is het gewoon de wodka die je meer doet geloven dan goed voor je is. ◊ Tijdschrift Cul

9


Column

Gestructureerde waanzin of waanzinnige

structuur? Tekst: Chris Helwig /// Beeld: Bob van Helden

De wekker gaat om zeven uur – je snoozet tot half acht – en je staat op. Douchen, aankleden, de krant lezen, ontbijten, inpakken en wegwezen. Je stapt in de metro, auto of op de fiets en komt terecht in een meute van slaperige mensen op weg naar werk en het spoor van hun persoonlijke levensgeluk bijster. Je staart naar een computerscherm terwijl je werkt, mailt, belt, luncht, pauze neemt of met medemensen praat. Vervolgens naar huis om boodschappen of de was te doen, koken, eten, televisie, afwassen, lezen, slapen, en je droomt over een ijzeren kooi en Themroc. De structuur van het dagelijks leven biedt veiligheid door voorspelbaarheid. Het individu gaat gewillig mee met het pad dat door de massa wordt uitgestippeld opdat het leven niet te veel onzekerheden biedt. Met deze gedachte kan je betogen dat het individu het ultieme product van de omgeving is, zonder vrije wil. Dit idee komt uit het Frans structuralisme wat stelt dat de sturende gevoelens in een mensenleven, zoals vertedering bij iets of verlangen naar iets, worden gecreëerd vanuit de samenleving. Toch zijn mensen niet volledig bevredigd in deze schaapachtige structuur. Als je goed kijkt, zie je uitlaatkleppen waar mensen alle regels van zich af gooien en de kuisheid te buiten gaan. Is dit een anarchie? Een niemandsland waar al onze impulsen geoorloofd zijn? Of is het juist een beschermde omgeving waar we vanuit de samenleving naartoe gestuurd worden? Een voorbeeld hiervan is te zien in de ontsnappingswereld van de karaoke. In Japan is deze traditie vermoedelijk ontstaan als reactie op de drukkende werkethos. Onder het juk van de Japanse maatschappij zwoegen werknemers zichzelf door de werkweek heen als de discipline zelve. Tot aan de vrijdag, want dan verschijnt er een lichtpuntje in de agenda. De Japanner wordt een privé-kamertje toegewezen waar geen toeziend oog kan binnendringen en de karaoke kan beginnen. Ieder zingt zijn eigen liedje zoals het niet hoort en laat ledematen schudden zoals alleen een inktvis ze schudt. De ene na de andere guilty pleasure komt tevoorschijn. K-pop, Britney en Wouter Hamel zijn allemaal onderdeel van het karaokearsenaal. Er wordt net zolang gezongen tot de werkcultuur verdwijnt, de waanzin verschijnt en de Japanner het dagelijks leven weer even aan kan. Tot het volgende bezoekje.

10 10

Tijdschrift TijdschriftCul Cul

Dit kan worden gezien als het efficiënt bevredigen van ‘uitgestelde’ behoeften op een commerciële manier. Het erkennen van menselijke benodigdheden die in de dagelijkse werkcultuur niet aan de orde zijn, levert een hele nieuwe tak van de service-industrie op. Zo zijn er in Tokyo ook knuffelcafés waarbij je in een roze hokje mag knuffelen (niet praten) met een aandoenlijk jong ding. En Mizu Shobai, waarbij bedrijven hun mannelijke werknemers naar een club sturen om te ontspannen en hun band te versterken. Een structuralist zou deze gecommercialiseerde uitlaatkleppen uitleggen als een werkzaam orgaan dat het lichaam van de samenleving doet functioneren. Zo kunnen werknemers hun hoofd bij hun verplichtingen houden zonder de hele tijd geknuffeld te willen worden. Deze ontwikkelingen worden gezien als emanciperend omdat ze de ‘rol’ van het gezin voor beide seksen uitbesteden. Nu is het mogelijk om toch productief te zijn op het werk en intimiteit of ongebondenheid te ervaren in de vrije tijd. Hiervoor heeft ieder zijn meug, en dat mag bezongen worden. ◊


Culinair

Tekst: Bob van Helden /// Beeld: Lotje van den Dungen

Afwisseling is fijn en hebben we ook zeker nodig, met name in ons eetpatroon. Het liefst eten we elke dag iets anders. Stel je voor dat je iedere dag spaghetti met kaas eet. De meeste mensen zullen zich dat niet kunnen inbeelden. Voor de 22-jarige Renaishka ligt dat anders. Zij leeft op spaghetti met kaas. BN’er Dennis Weening volgt in zijn nieuwe programma ‘Bizarre eters’ verschillende mensen met een zogenaamde selectieve eetstoornis. Dit houdt in dat deze mensen als het ware verslaafd zijn aan een bepaald soort voedsel en niets anders willen en kunnen eten. Zo leeft Renaishka op spaghetti met kaas en eet de eveneens 22-jarige Sander voornamelijk boterhammen met hagelslag. Met een spraakmakende kruiwagen vol spaghetti maakt Weening duidelijk hoe veel spaghetti Renaishka in een jaar naar binnen werkt. Zij eet er ruim 62 kilo van in een half jaar, en verkiest het boven alles. Hiermee wordt een duidelijk statement gezet: kijk eens hoe bizar! Maar zijn deze eters werkelijk zo ‘bizar’ als het programma hen afschildert?

Het voedingscentrum geeft aan de hand van de voedingsnorm aan welke voedingsstoffen worden aangeraden om gezond te kunnen leven. Daarbij geven zij een indruk van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH). Dit gaat volgens de voor velen bekende schijf van vijf. Onderdelen van de vijf groepen voedingsmiddelen dienen verwerkt te worden in de maaltijden op een dag. Afwisseling tussen granen, groenten en fruit, vis, vlees of zuivel, vet en olie en ten slotte vocht. Dat Sander en Renaishka niet volgens de schijf van vijf eten, moge duidelijk zijn. Zoals mijn collega Phyllis Meyjes in de vorige CUL aangaf: “Voedsel wordt gezien als cruciaal voor de vorming van sociale relaties…”. Sociaal gezien kan een eetprobleem je belemmeren en kan het zorgen voor beperkingen in het dagelijks leven. Sander en Renaishka hebben naar eigen zeggen problemen met sociale contacten en zijn niet meer in staat om volledig te doen wat ze willen. Daarnaast voelen zij zich vaak zwak. Het lichaam schijnt afwisseling werkelijk nodig te hebben.

De eenzaamheid door het mogelijke sociale isolement komt veelal voort uit angst: angst voor wat anderen zullen zeggen, angst dat mensen je raar zullen vinden omdat je niet ‘normaal’ eet. De deelnemers willen voldoen aan de norm, en dat is dan ook waar Dennis Weening hen bij te hulp schiet. Samen met een voedingspsycholoog probeert Weening deze mensen van hun ‘stoornis’ af te helpen, met als doel om de mensen weer ‘normaal’ te laten eten. Door middel van de show proberen de deelnemers zich te conformeren aan de norm. Het eenzijdige eetpatroon is werkelijk ongezond en wordt door de deelnemers van de tvshow gezien als een belemmering. Het zou echter niet bestempeld moeten worden met de term bizar. Dit omdat het personen met een eetprobleem nog meer in kwaad daglicht zou kunnen zetten. Wanneer de televisie zegt dat iets bizar is, nemen velen dat voor waar aan. Wat ik zelf voor waar aan neem, is dat spaghetti met kaas lekker is. Ik denk dat ik vanavond maar eens spaghetti met kaas eet. ◊ Tijdschrift Cul

11


Achtergrond

HYSTERIE: De gekke vrouwenziekte Een dokter uit de negentiende zou het meteen aan mij zien: ik lijd aan een fietsgezicht. Dit zou namelijk een ziekte zijn die vrouwen krijgen van fietsen, dachten de dokters van vroeger. Als echte Amsterdamse fiets ik haast iedere dag, maar nooit heb ik gemerkt dat ik een raar gezicht heb. Behalve misschien als het tegelijkertijd hard waait en regent. De dokters kwamen er, toen de fiets won aan populariteit, achter dat het lelijke gezicht dat vrouwen trekken als ze voor het eerst op een fiets stappen niet permanent is. Ook andere symptomen zoals slapeloosheid en depressie werden niet meer gezien als neveneffect van fietsen. Foucault leerde ons dat ziektes cultureel en tijdsgebonden zijn. Het is belangrijk om niet te vergeten dat ziektes ook gendered zijn. Door de tijd heen zijn er ziektes gekomen en gegaan die verbonden zijn aan de geestelijke en de seksuele conditie van de vrouw, het meest bekend onder de naam hysterie. Tekst: Dunya Veenhof /// Beeld: Lotje van den Dungen

Dwalende baarmoeder Hippocrates, de oud-Griekse stichter van de Westerse geneeskunde, beschreef in zijn werk de ziekte van de dwalende baarmoeder. Zijn idee was dat de baarmoeder tegelijk met de cyclus van de maan meebewoog. Als de baarmoeder, haast gezien als een irrationeel dier, afweek van de cyclus, werd de vrouw gek. De reden dat de baarmoeder afweek, was gerelateerd aan een tekort aan juiste seks. Seks met de echtgenoot was daarom de beste remedie. Het Griekse woord voor de baarmoeder is hysteria, de naam die ze ziekte ook wel draagt. Opvallend is dat bij de Grieken hysterie ontstond bij een tekort aan seks, terwijl hysterie later door de Christenen juist als ziekte gezien werd van vrouwen die teveel seks wilden. Het one-sex en two-sex model Vrouwen zijn een wandelend paradox. Afhankelijk van de periode wordt de vrouw gezien als seksueel actief of juist seksueel passief. Volgens Thomas Laqueur, historicus en seksuoloog, is het beeld van hoe we naar de seksualiteit van

12

Tijdschrift Cul

vrouwen kijken verbonden met de kijk op de relatie tussen de twee seksen. De strijd tussen gender en macht bepaalt sekse. Volgens Laqueur is er een verschil tussen het one sex model en het two sex model. Tot midden 19e eeuw bestond het beeld dat er één sekse was, namelijk de man, waar de vrouw van afweek. De vrouwelijke reproductieorganen waren die van een man, maar dan binnenstebuiten. Na het midden van de negentiende eeuw ontstond het two sex model. Dit betekent dat de vrouw in alle aspecten exact het tegenovergestelde is van de man. Het beeld heeft invloed op hoe de seksuele lusten van de vrouw worden bekeken. Laqueur illustreert dit aan de hand van het volgende verhaal. De schone slaapster Een jonge aristocraat, bekeerd tot monnik, kwam in een herberg om daar te overnachten. De dochter van de herbergier was net overleden en lag opgebaard in een kamer om de volgende dag te worden begraven. ’s Nachts kon de monnik zich niet inhouden en hij had

seks met het lichaam van het meisje. De volgende ochtend tijdens de begrafenis begon er plots iets in de kist te bewegen. Het meisje bleek niet dood, ze was slechts in een coma geweest. Hoewel de ouders blij waren om dit wonder, bleek het meisje zwanger. Het is interessant hoe in een tijdspanne van vijftig jaar de kijk op het verhaal verandert. Begin 19e eeuw wist iedereen zeker dat dit meisje deed alsof ze dood was. Vrouwen kunnen namelijk geen seks hebben zonder een orgasme te laten zien, omdat mannen en vrouwen dezelfde reproductieorganen hebben. Een halve eeuw later vindt men dit verhaal echter een stuk geloofwaardiger, omdat dan gedacht wordt dat een vrouw seks kan hebben en zwanger kan raken zonder überhaupt bij bewustzijn te zijn. Seksueel plezier staat los van de vrouwelijke seksualiteit. Het two sex model zorgt ervoor dat de vrouw gezien wordt als een aseksueel wezen, terwijl de man wel seksueel is. Het lijkt logisch dat het paradigma van het seksmodel veranderde


door onderbouwing van de wetenschap. In de Verlichting werden immers meer mensen opengesneden dan voorheen en het idee van de dwalende baarmoeder was reeds ontkracht. Toch beargumenteert Laqueur dat het de sociale verandering is die heeft gezorgd voor een denkkaderswitch. Dit had zelfs op de medische wereld invloed. Revolutie! Laqueur vindt de oorzaak van deze paradigmashift in de Industriële Revolutie van de 19e eeuw. Voor de industriële revolutie werkten man en vrouw samen op de boerderij. Door werk in de fabrieken kwam een middenklasse op, waarbij de man uit huis ging om te werken en de vrouw thuis bleef om de kinderen te verzorgen. Deze dichotomie onderbouwde het idee dat de vrouw het exacte tegenovergestelde is van de man. De vrouw als passief, de man als actief; de vrouw als non-seksueel, de man als seksueel; de vrouw thuis, de man uit huis. Dit idee schemert vandaag de dag nog door in onze samenleving zoals in boeken als ‘Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Venus’. Uit deze denkkaderswitch kwam ook het fietsgezicht voort. Een vrouw verkreeg zelfstandigheid als zij leerde fietsen. Fietsen was echter alleen bedoeld voor mannen en omdat het niet paste bij de deugden van vrouwen, dachten dokters dat vrouwen wel ziek moesten worden. Ook de ziekte hysterie kwam weer terug rond deze periode. Hysterie was een ziekte die

met name in de nieuwe middenklasse voorkwam. De klachten waren vaag en varieerden van angsten,slaapstoornissen, nervositeit en erotische fantasieën tot druk in de buik en hoofdpijn. De remedie kan deels verklaren waarom zo veel vrouwen zo graag de dokter

“Niet langer gek zijn en nog plezier hebben ook, dat klinkt als goede reclame voor een trillende namaakfallus.” bezochten met deze ziekte: om van hysterie af te komen, moest de vrouw handmatig gestimuleerd worden. Aangezien het veel werk was, werd dit geïndustrialiseerd en de vibrator was geboren. Ironisch is dat de ziekte gebaseerd is op het idee dat vrouwen geen (zelfstandige) seksuele verlangens mogen hebben en dat juist de dildo voor meer seksuele zelfstandigheid heeft gezorgd. Niet langer gek zijn en nog

plezier hebben ook, dat klinkt als goede reclame voor een trillende namaakfallus. De hysterische symptomen van de vrouwelijke seksualiteit zijn verbonden aan het beeld van hoe een goede vrouw zich moet gedragen, gebaseerd op het nieuwe two sex model. Naarmate het geaccepteerder werd dat vrouwen gingen werken en toen er geen medische onderbouwing kwam, verdween de ziekte hysterie. Tegenwoordig zijn er nog steeds ziektes en verwijzingen naar de vrouwelijke geestestoestand die eigenlijk onbewezen zijn. Hysterische vrouwen, met name verbonden aan de menstruatie, is een veelgebruikt stereotype. Zoals Shoshana in de HBO serie Girls zelfs zegt: ”Women maybe shouldn’t be president because menstruation like, could cloud their judgment.” Het idee dat vrouwen emotioneel labiel zijn door hun seksualiteit is dus nog steeds aanwezig. Niet alleen in populaire media komt dit idee terug, ook in de geneeskunde is de erfenis van hysterie te vinden. Ondanks dat de menstruatiestoornis PMS nooit wetenschappelijk is onderbouwd, krijgen veel vrouwen deze diagnose. We moeten beseffen dat de medische labels die de vrouwelijke emotionele toestand opgeplakt krijgen niet puur medisch maar ook een sociaal geconstrueerd gegeven zijn. Het is belangrijk om te realiseren dat de ziekte hysterie misschien niet meer bestaat, maar nog steeds in onze maatschappij doorsijpelt.◊ Tijdschrift Cul

13


Column

Grensgevallen Skydiving, surfen, snow- en skateboarden. Zomaar wat sporten die wel wat meer gevaar met zich meebrengen dan die van de dertien in een dozijn sporten als voetbal en tennis, maar desondanks vele beoefenaars kennen. Vanwaar toch die populariteit? Vanwaar die drang naar die hoge golf of die lastige off-piste afdaling, terwijl je ook ontspannen over de golfjes kunt deinen en de blauwe piste, linksom uit de wind in het zonnetje kunt pakken? Tekst: Ernst Spaans

Simpel, het zijn junkies. Adrenalinejunkies.

Sport is van origine een activiteit waarmee men zich vermaakt, een recreatie. Als we gaan subcategoriseren in extreme- en niet extreme sporten, kunnen we zeggen dat bij de extreme categorie, het aspect ‘vermaken’ misschien wat aan betekenis heeft moeten inboeten. Ik kan het zelf tenminste geen vermaak noemen wanneer je soms letterlijk op het randje tussen leven en dood balanceert. Het opzoeken van de grens en deze soms ietwat overschrijden is voor sommige sporters het summum. Maar waarom willen deze durfallen altijd meer, sneller, harder en waanzinniger? Simpel, het zijn junkies. Adrenalinejunkies wel te verstaan, maar het verslavingsgehalte is daar niet minder om. Het opzoeken van de grens zorgt voor een kick. De bijnieren reageren hierop en maken de natuurlijke drug adrenaline aan, die als verslavende factor werkt. De junkies zijn hieraan verknocht en willen zoals het een echte verslaafde betaamt daardoor steeds meer om zo aan die kick te (blijven) komen. Natuurlijk zijn de capriolen die u en ik wekelijks in de sportschool of op de tennisbaan uithalen ook grens opzoekende, zo niet grensverleggende, activiteiten waarbij het lichaam op de proef wordt gesteld. Je wilt net even die extra kilometer op de loopband pakken of die laatste paar, te grote, gewichten wegdrukken op de leg press. Misschien helaas voor u, maar daarmee is het nog geen extreme sport: de gevaarlijke factor ontbreekt. Desalniettemin spreek ik waarschijnlijk namens velen als ik zeg dat je ook bij een onschuldig potje tennis op recreantenniveau, je knie lekker kunt verdraaien en ‘je nek goed kan breken’ over een balletje dat per abuis uit je broekzak valt. Deze gevaren staan echter in schril contrast met de lawine die je over je heen kunt krijgen, de haai die je komt groeten op je surfplank of de lelijke valpartij op een skateramp. Wilt u ook eens zo’n fijne kick van een natuurlijke drug krijgen, maar liggen de bovenstaande sporten u net even niet? Dan is er licht aan het einde van de tunnel. Sinds 1997 heeft het lijstje van ‘extreme sporten’ een nieuweling mogen verwelkomen, te weten: extreme ironing. Bij deze kolderieke en onnozele vorm van ‘sport’ bedrijven, worden de stereotype genderrollen van man en vrouw, sporten en respectievelijk huishouding, samengevoegd. Het is het de bedoeling dat je op een zo gevaarlijk en lastig mogelijke plaats een strijkplank neerzet, waarna je de bout over je gekreukte overhemd laat glijden. Ook volgens de nimmer onbetrouwbare bron Wikipedia valt deze bezigheid onder de categorie ‘extreme sport’. Pak daarom uw kans en streep het ‘deelnemen aan een extreme sport’ van de bucketlist. Ik ga het in ieder geval proberen, want verder blijven alle sporten binnen deze categorie echt waanzin voor mij. ◊ Ernst Spaans heeft op onze website een vaste column over antropologie en sport; De sporthoek van Spaans. Check het!

14

Tijdschrift Cul


Fotoreportage

EXTREME

SPORTS

SKYDYVING /// FOTO DOOR: YORICK BLEIJENBERG /// SKYDIVERS: MELLI EN SAM

EXTREME MADNESS Door: Lotje van den Dungen en Sacha Tijmstra

Tijdschrift Cul

15


SKATEBOARDING /// FOTO DOOR: MAX FRANSEN /// SKATER: LARS GOOS

16

Tijdschrift Cul


“Soms moet je 5 uur de berg op hiken, om vervolgens 5 minuten naar beneden te dalen.”

SNOWBOARDING /// FOTO DOOR: SHENNY VOET /// SNOWBOARDSTER: SHENNY VOET

Tijdschrift Cul

17


“Het spannendste moment is net na de eerste bel, dat je denkt: What the fuck am I doing?! “

KICKBOXING /// FOTO DOOR: MBK FIGHTNIGHT /// KICKBOKSTER: HANNAH DE VET

18

Tijdschrift Cul


KITESURFING /// FOTO DOOR: BENN TWYMAN /// KITESURFER: BENN TWYMAN

Tijdschrift Cul

19


Wat is waanzin?

Migranten in de Nederlandse psychiatrische gezondheidszorg Net als veel andere schijnbare vanzelfsprekendheden is gezondheid meer dan wat het op het eerste gezicht lijkt. Wat als ziek, gezond, normaal of gek wordt beschouwd, verschilt per samenleving en diens economische situatie. Ook de omgang met ziekte, gekte of waanzin is in de loop der tijd vormgegeven tot de gezondheidszorg van nu. Het is net zo dynamisch en veranderlijk als de cultuur waarin deze zich bevindt. De huidige politieke discussies in Nederland over de gezondheidszorg laten zien dat zorg niet vanzelfsprekend is. Onder druk van zorgverzekeraars hebben beleidsmakers meer belang bij een snelle procedure en minder aandacht voor het individu. Echter, met de grote diversiteit aan etnische en religieuze achtergronden in Nederland is de focus op individuele en culturele context juist belangrijk bij de behandeling van iemand met psychische klachten. Tekst: Phyllis Meyjes en Nina Rijnierse

In het Arabisch is er geen woord voor depressie 20

Tijdschrift Cul


Achtergrond

Geschiedenis van een gekkenhuis Zowel de moeder van Nina als de ouders van Phyllis werken al jaren binnen de geestelijke gezondheidszorg, afgekort: GGZ. De ouders van Phyllis hebben beiden gewerkt in het Gesticht Meer en Berg, opgericht in 1849 en later bekend als Provinciaal Ziekenhuis Santpoort. De historie van deze plek weerspiegelt de geschiedenis van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland. In de beginjaren van dit gesticht was het heersende discours dat de gestoorde en gevaarlijke mens buiten de bewoonde wereld geplaatst moest worden, in de duinen van Bloemendaal. Amsterdam werd hierdoor zogenaamd gezuiverd van de geesteszieke mensen. Het werd een zelfvoorzienende plek waarbij de gekken uit de stad levenslang opgesloten werden. In de loop der jaren veranderde de structuur van de psychiatrie. De methode van verzorging bij de GGZ werd in zijn geheel aangepakt. Het doel was om de zelfdiscipline van de patiënten te versterken, waarbij werkverschaffing op het terrein van het ziekenhuis een krachtig middel werd tot genezing. Dit moest uiteindelijk leiden tot rehabilitatie in de maatschappij, wat tot op de dag van vandaag een belangrijke aspect is van de gezondheidszorg in Nederland. Dankzij economische welvaart, politieke veranderingen en groeiende wetenschappelijke kennis is in de jaren ‘70 de GGZ veranderd. De gek die opgesloten zat werd een individu met een ziekte, een ziekte die wellicht te genezen of te beheersen was. Veranderingen binnen het systeem Hoewel de behandeling van mensen die psychiatrische zorg nodig hebben, drastisch is veranderd en ‘humaner’ lijkt te zijn, maakt de GGZ vernieuwde grootschalige veranderingen mee. Het zijn vooral gevolgen van de financiële crisis die zijn hoogtepunt bereikte in 2008: ook de GGZ moet bezuinigen. Wij spraken met een preventiewerker migranten die ons vertelt dat het vooral voor eerste generatie niet-westerse migranten, die het Nederlands vaak minder goed beheersen, nu moeilijker is de juiste behandeling te krijgen. Er is geen budget meer beschikbaar bij de GGZ om bepaalde groepen op te zetten; voorheen was er bijvoorbeeld een ‘beweeggroep’ voor oudere Turkse mannen met uiteenlopende klachten. Sommige mannen waren somber, omdat ze het gevoel hadden dat hun leven in Nederland mislukt was en dat ze hier niet meer gewenst waren, terwijl aan de andere kant zij ook vervreemd waren van hun land van herkomst. Daarnaast hebben ontslagen de afgelopen jaren veel specialisten en vetc’ers (voorlichter eigen taal en cultuur) geraakt, waardoor er nu minder aandacht is voor de zo belangrijke culturele context van een migrant. Het handboek systeemtherapie stelt dat “het huidige politieke klimaat steeds meer de nadruk legt op ‘integratie’ [...] en wordt het niet goed Nederlands spreken snel teruggegooid op ‘onwil’. Tolken

kunnen vaak niet meer ingeschakeld worden. Dat maakt de interculturele communicatie niet gemakkelijker. Zeker niet als er ook steeds minder tijd is (per behandeling, NR).” Vóór 2008 was er meer ruimte voor een specialistische aanpak, vertelt de vader van Phyllis: “In de jaren ‘70 behandelden wij een Surinaamse man die psychotisch was. De medicijnen die hij kreeg leken geen effect te hebben op zijn geestelijke toestand. Er werd toen besloten om de man onder begeleiding van een medewerker terug te sturen naar Suriname, waarbij hij in overleg met een lokaal psychiatrisch ziekenhuis behandeld zou worden met behulp van Winti (een Afro-Surinaamse religie). Ik had graag die begeleider willen zijn, maar helaas ging iemand anders mee.” Nina’s moeder sluit hierbij aan met een recenter verhaal: “Ik behandelde een vrouw met klachten over somberheid. Ze was een eerste generatie migrant uit Marokko en sprak niet heel goed Nederlands. Ze had nooit gewerkt omdat ze als bruid naar Nederland gekomen was. Een logische aanpak is volgens sommigen om de daadkracht en zelfstandige houding van deze vrouw aan te moedigen, maar dit kan ook averechts werken. Haar problematiek was vooral verbonden met de huwelijksproblemen die ze had, ze gaf aan dat scheiden en op zichzelf gaan wonen haar zou doen overkomen als een ‘slechte vrouw’. Ze heeft een bepaalde rol in een bepaalde context en hier moet naar gekeken worden. Ook is er geen woord voor depressie in het Arabisch.” De behandelaar moet uitzoeken wat onder de klachten te verstaan die de vrouw heeft. Het is dus eerst zaak te focussen op een problem of translation voordat men de keuze maakt om een bepaalde aanpak te hanteren. Het is duidelijk dat culturele verschillen en taalbarrières invloed kunnen hebben op de manier van behandeling bij geestesziektes, psychische stoornissen of problemen, en dat dit meer aandacht verdient. Een antropologische benadering Zoals de geschiedenis laat zien, is de GGZ aan verandering onderhevig. Economische voor- of tegenspoed en het politieke klimaat hebben veel invloed op deze veranderingen. Wanneer bezuinigingen moeten worden doorgevoerd en psychische zorg voor individuen steeds complexer lijkt te worden, is het met name moeilijk voor de eerste generatie migranten. Ook de rol van specialisten lijkt steeds kleiner te worden. Voor deze specialisten, bijvoorbeeld medisch antropologen, is juist een rol weggelegd bij het analyseren van de context rondom iemands gezin en cultuur. Onze hoop is dat in de toekomst de psychiatrische zorg voor ieder mens toegankelijk is waarbij er rekening gehouden wordt met de verschillende culturen en religie die men heeft. Misschien dat organisaties zoals Y-Psy, speciaal gericht op de geestelijke gezondheidszorg voor migranten, hierbij kunnen helpen. ◊

Tijdschrift Cul

21


OP DE BANK MET:

LIZZY VAN

LEEUWEN Tekst: Anne-Goaitske Breteler /// Beeld: Lotje van den Dungen

22

Tijdschrift Cul


De Hanebalken Antropoloog Lizzy van Leeuwen dook in de wereld van boerensuïcide, een fenomeen dat ik zelf als plattelander alleen maar kan erkennen. Echter, wat bleek tijdens haar onderzoek: er was geen wereld van boerensuïcide volgens vele Nederlandse instellingen. Er waren immers geen cijfers om dit aan te tonen. Van Leeuwen besluit, ondanks het gebrek aan cijfers, om dit verder te bestuderen. Een groot deel van haar onderzoek en de uitkomst hiervan beschrijft ze in haar boek: De Hanebalken. In deze ‘Op de bank met’ geeft Van Leeuwen toelichting op het taboe rondom de zelfmoord bij boeren. Hoe is dit taboe ontstaan en waarom plegen boeren zelfmoord? En, wie is er nou gek? Is het de waanzin van de boer of is het systeem waanzinnig?

Lizzy van Leeuwen begint haar carrière als jurist. Na enige tijd komt ze erachter dat ze toch iets anders wil. Ze komt letterlijk om de hoek terecht waar ze kan beginnen met een deeltijdstudie culturele antropologie. Uiteindelijk blijkt ze het zo interessant te vinden, dat ze besluit om haar baan als jurist te beëindigen. Ze blijft werken aan de Universiteit van Amsterdam en ze doet verschillende onderzoeken in Indonesië. De studie naar zelfmoord onder boeren komt er eigenlijk wat tussendoor fietsen. Achteraf gezien is dit onderzoek, dat haar leidde naar de mystieke, eeuwenoude boerderijen van Nederland, toch het meest indrukwekkende onderzoek gebleken. Van Leeuwen is zelf niet van boerenkomaf. Ze legt uit dat dit gegeven in het onderzoek juist in haar voordeel heeft gewerkt. Voor bijna iedereen uit de agrarische wereld is het onderwerp taboe. Echter, Lizzy van Leeuwen leest graag en het begon haar op te vallen dat in vele boeken – vooral streekromans – het onderwerp van boerenzelfmoord steeds weer naar voren kwam. Vaak niet als hoofdverhaal, maar een kleine rol in het achtergrondverhaal wekte de interesse van Van Leeuwen. Ze ging dit onderwerp verder uitdiepen en schreef uiteindelijk het boek: de Hanebalken. Het taboe Zelfmoord onder boeren is al eeuwenlang een fenomeen, net als het taboe dat dit fenomeen overschaduwt. De zelfmoord is vaak te wijten aan een vicieuze cirkel die wordt veroorzaakt door stress. De stress is het resultaat van verschillende factoren zoals het weer, dat de oogst beïnvloedt. Een andere factor is de verandering van de agrarische bedrijfscultuur. Door de lage lonen ligt er veel druk bij de boer om de oogst zo goed mogelijk te laten slagen. Zeker vandaag de dag, waarbij het bestaansrecht in de landbouw slechts weggelegd is voor enkelen, is het risico dat die ene boer moet dragen groot. Daarnaast moet de boer hevig concurreren op een steeds kleiner wordende markt. Wanneer het door deze factoren niet goed gaat met het bedrijf, leidt dit tot stress. De stress vindt een aangename broedplaats in de perfectionistische aanleg van vele boeren. Deze karaktertrek is niet alleen bekend in Nederland, maar ook in Amerika, waar Van Leeuwen een deel van haar onderzoek uitvoerde. De stress kan verergeren tot een burn-out, maar boeren stoppen niet met werken en gaan al helemaal niet naar de dokter. Ze laten geen enkel teken van zwakte zien. Falen bestaat niet en als het er al is, mag het in geen geval getoond worden. Uiteindelijk als er niets aan de burn-out wordt gedaan, kan deze ontplooien tot een depressie. Vanaf dit moment is hulp essentieel. Boeren zijn echter vaak te kwetsbaar om te stoppen en daardoor tevens genoodzaakt zich groot te houden tegenover de boerengemeenschap. Er

heerst het ideaalbeeld van de trotse, sterke boer. Een andere factor die een cruciale rol inneemt, is het feit dat de boer tegenwoordig vaak in zijn eentje werkt en vereenzaamd kan raken. Hij kan terecht komen in een sociaal isolement. Ook binnen het gezin kunnen er problemen ontstaan. Door alle stress en het niet uitspreken van de frustraties vanuit het bedrijf komt het vaak voor dat de relatie met de partner verslechtert. Hierdoor kan de boer zich nog eenzamer gaan voelen. Vanwege de depressie komt het identiteitsbesef van de boer naar boven. Hij kan zich dan gaan geloven dat hij geen leven buiten het bedrijf heeft. En wanneer het bedrijf failliet gaat, kan de boer dit ervaren als een ‘sociale dood’. Dit kan resulteren in een fysieke dood. Schaamte Al deze informatie heeft Lizzy van Leeuwen gaandeweg verzameld. Het was voor haar erg lastig om in contact te komen met getroffen families. Dit komt vooral vanwege de schaamte die bij de families om de zelfmoord van de boer heerst. Dit beperkt zich niet alleen tot de familie, maar komt vaak ook voor in de kerkelijke gemeenschap. De zelfmoord druist tegen de religieuze normen en waarden in. De kerkelijke gemeenschap heeft weer overlap met de gemeente. Zo heeft de gemeente weer gedeelde schaamte die invloed heeft op grotere gedeeltes van landbouwverenigingen. Een collectieve schaamte die het zelfmoordtaboe van boeren creëert. Een ingebeelde schandvlek die in schril contrast staat met het grote succesverhaal van de Nederlandse agrarische sector. Het gaat om een taboe waar in Amerika veel meer over gesproken wordt. Daar werden ze ertoe gedwongen, omdat de cijfers - die daar dus wel bijgehouden worden - de significantie van boerenzelfmoord lieten zien. In Nederland wordt alles in cijfers bijgehouden, maar niets over zelfdoding van agrariërs. Dit is frappant aangezien Nederland het op één na belangrijkste land is dat de wereldlandbouw verzorgt. Omdat er geen cijfers zijn, is er ook geen probleem zeggen veel Nederlandse instellingen. Dit is terwijl over veel onderwerpen zoals dierenleed, het gebruik van pesticiden en milieuvervuiling wel kan worden gediscussieerd. Agrarische ondernemers Aangezien er in de wereldmarkt steeds minder plek is voor kleine, familiaire boerenbedrijven, lost het probleem zich uiteindelijk vanzelf op volgens Van Leeuwen. Alles is gericht op productietoename, waardoor er een nieuwe groep boeren komt die het agrarische ondernemerschap veel zakelijker benadert. Het zijn de agrarische ondernemers die niet bang zijn voor risico’s, want ze calculeren risico in. Ik bedenk me tijdens het interview dat de boer die ik in de vorige Cul heb geïnterviewd veel van de bovenstaande aspecten benoemde. Zoals het een ‘echte boer’ betaamt, toont hij geen angst voor de ontwikkelingen in de landbouw. Wel heeft hij meerdere keren aangegeven dat hij merkt dat het agrarische leven vergeleken met vroeger steeds minder sociaal wordt. Misschien geeft hij daarmee aan dat ook hij zich eenzaam voelt. Van Leeuwen bespreekt de laatste generatie boeren die het bedrijf nog willen voortzetten zoals het van generatie op generatie werd gedaan. De boer die ik interviewde behoort mijns inziens nog tot deze laatste generatie. Ik vraag me af of deze boer beter af is omdat hij zijn zwakheden inziet en de dreiging van sociaal isolement beseft. Of zou er voor hem ook een vicieuze cirkel boven zijn hoofd hangen? ◊ Tijdschrift Cul 23 23


24

Tijdschrift Cul


Tijdschrift Cul

25


Ringo Schut Onder het genot van een kop thee en de klanken van Doe Maar nemen we plaats in een bruin café te Amsterdam. Aldaar hebben we afgesproken met onze Student in Beeld van deze editie: Ringo. Net als bij velen vult bij ons de naam automatisch aan met ‘Starr’, dit keer geen drummer, maar eerstejaars antropoloog: Ringo Schut. Maak hier kennis met hem. Tekst: Anne-Goaitske Breteler en Ernst Spaans /// Beeld: Lotje van den Dungen

26

Tijdschrift Cul

Hij componeert gepassioneerd, geïnspireerd door Hip Hop en elektronische klanken


Student in Beeld

Deze 23-jarige student, geboren, getogen en woonachtig in Almere, studeert sinds begin dit collegejaar bij ons op de faculteit. Hier lijkt nog niks ongewoons aan, maar als je bedenkt dat hij zijn studiestart maakte aan de TU Delft om daar industrieel ontwerpen te studeren, mag je dit op zijn minst een significante carrièreswitch noemen. Het wordt nog curieuzer wanneer je bedenkt dat hij daarnaast ook nog een voormalig wiskundestudent is. Uiteindelijk bleek bij beide studies zijn hart niet helemaal te liggen. Na een studiestop en een half jaar van oriëntatie en zelfontplooiing koos Ringo voor antropologie. Zoals het een ware antropologiestudent betaamt, liggen Ringo’s interessegebieden holistisch wijd verspreid. Om deze reden startte hij begin dit jaar met twee studies, te weten: Antropologie en Muziekwetenschappen. Tot zijn spijt lukte het niet deze twee studies te combineren en besloot Ringo bespeelt de Sansula hij te stoppen met Muziekwetenschappen, maar zeker niet met de muziek an sich. Integendeel: net als zijn naamgenoot de befaamde Ringo Star, probeert Ringo Schut zich alsmaar te ontwikkelen op muzikaal terrein. Hij componeert gepassioneerd, geïnspireerd door Hip Hop en elektronische klanken. Bovendien gebruikt hij invloeden van over de hele wereld, zo brengt hij dan ook een klein stukje Afrika ter tafel in Café Koosje: de Sansula, die inderdaad net zo sensueel klinkt als haar naam geschreven staat. Ringo tracht middels het bespelen van deze duimklavier enkele mysterieuze Afrikaanse klanken in zijn muziek te verwerken. Het spelen van het tedere muziekinstrument staat in

schril contrast met de krachtige karate die Ringo tot ver in zijn middelbareschooltijd beoefende. Bruine band met twee strepen was het resultaat. Op zijn zeventiende besloot hij te stoppen met deze tak van sport. Echter, de sporttas om zijn schouder verraadt dat hij nog steeds veel fysieke beweging geniet. Ook de rugnummers van de triatlon, versterken deze aanname. Wanneer wij hem hiernaar vragen vertelt hij dat hij graag fitnessed en hardloopt. Hij ontspant ervan; het nadenken in combinatie met de fysieke arbeid, uiteraard op muziek, geeft Ringo rust. Waar Ringo nog meer rust in vindt is de wereld van de mathematiek. Ab² + bc² = ac², verder dan dit zijn wij niet gekomen. Maar voor Ringo is, naast het tot in de finesses beheersen, zelfs bewijzen van de stelling van Pythagoras gesneden koek. Wiskunde was op de middelbare school zijn beste vak, wat ertoe leidde dat hij dit ging studeren. Het abstracte denken, wat bij de studie wiskunde centraal stond, intrigeerde hem. Wij als Alpha-studenten verbazen ons hierover, aangezien de mathematische modellen ons altijd als concreet over doen komen. Ringo weerlegt dit in luttele seconden. Hij licht toe door te stellen dat wiskunde vanuit verschillende dimensies kan worden bekeken. Antropologie daarentegen gaat in op één enkele dimensie, je kunt het visualiseren en vastpakken. Om nog een laatste maal stil te staan bij zijn markante naam: deze komt dus níet van de beroemde Beatle, maar vindt zijn oorsprong in de, jawel, Ikea catalogus. Al bladerend stuitten de ouders van Ringo op het onmiskenbare Scandinavische design van de in hoogte verstelbare kruk, genaamd Ringo. Dus gelieve hem met rust te laten wat betreft Beatles connotaties. Nadat de thee op was en Doe Maar heeft plaatsgemaakt voor de jazzklanken van Miles Davis, nemen we afscheid van deze antropoloog in spe. We voerden een interessant gesprek met deze veelzijdige student, want van sansula tot synthesizer; van topkarateka tot triatleet; en van wiskunde tot antropologie. Ringo is van alle markten thuis. ◊

Tijdschrift Cul

27



Kwakiutl

Lieve allemaal, Het jaar loopt alweer ten einde en het wordt alweer bijna tijd om het stokje over te dragen aan het volgende bestuur. Het was een geweldig jaar vol gezellige activiteiten, leuke uitjes, mooie feestjes, een enorme verhuizing, een aantal bezettingen en de daarbij horende debatten en discussies, maar vooral een jaar vol nieuwe herinneringen. Voor Kwakiutl en haar leden was het een turbulent jaar. Zo werd pas laat vorig jaar duidelijk dat we echt afscheid moesten nemen van ons prachtige Spinhuis en bleek er nog heel veel niet in orde te zijn op de Roeterseilandcampus. Dit jaar was daarom behalve een afscheid zeker ook op meerdere fronten een nieuw begin. De nieuwe bestuurskamer in REC B/C, de nieuwe Common Room en de borrels in de Krater zijn zaken waar Kwakiutl met hart en ziel aan gewerkt heeft. De faculteit kon niet altijd waarmaken wat werd beloofd, maar wij denken dat ondanks die stroeve aanloop het resultaat er mag zijn. Dit collegejaar is niet alleen vanwege de verhuizing erg bijzonder. De protestbewegingen (die al wat langer bestonden, maar pas in februari echt vaste voet aan de grond kregen) zijn uniek in de recente geschiedenis van de UvA. Kwakiutl heeft de discussie nauwlettend gevolgd en waar mogelijk gefaciliteerd. Als studievereniging hebben we geprobeerd onze leden zo goed mogelijk te voorzien van informatie en opgeroepen om deel te nemen aan de debatten en protestmarsen. De gebeurtenissen rondom het protest voltrekken zich in een hoog tempo en zijn absoluut uniek om mee te maken. Ondanks deze turbulente tijden hebben wij de Kwakiutl-sfeer proberen vast te houden. Dit uit zich met name in de activiteiten; denk aan het eerstejaarsweekend naar Texel, het gezamenlijke weekendje Nutter met SEC, het filmfestival, de reeks Andere Blik lezingen, de liftwedstrijd en het grote congres. Op sommige gebieden is geprobeerd om uit te breiden en de activiteiten nog leuker en/of interessanter te maken. Het congres is in onze ogen een voorbeeld waarbij dat goed is gelukt. De kaartverkoop was hoger dan ooit, de organisatie liep erg goed en de aanwezigheid van de hoofdspreker, Thomas Hylland Eriksen, was een mooi hoogtepunt. Het jaar is echter nog niet voorbij. Er ligt nog een mooie achtdaagse studiereis naar Roemenië in het verschiet. Met 35 antropologen trekken we door verschillende steden in dit mooie land. Wie onverhoopt niet mee kon, heeft in juni gelukkig nog wel het een en ander om naar uit te kijken: een lezing met als onderwerp ‘Dieren aan de Macht!’, een studenten-docentenborrel en natuurlijk het eindfeest met barbecue. Tussen deze activiteiten door blijft Kwakiutl als vanouds iedere donderdag borrelen in de Krater, wees welkom! In juni tellen we niet alleen af naar de zomervakantie, maar mag het kandidaatsbestuur, voorgedragen in de komende Kwakiupdate (Algemene Ledenvergadering), alweer uitkijken naar het nieuwe collegejaar. Voor iedereen die zich dit jaar heeft ingezet voor Kwakiutl organiseren wij traditiegetrouw het actieve ledenuitje als afsluiting van het jaar. Lieve allemaal, in de volgende CUL heeft de 29e voorzitter van Kwakiutl de taken van mij overgenomen. Ik zie jullie hopelijk allemaal nog wel in de Common Room, in de bestuurskamer of op de borrel, maar wens iedereen voor nu veel plezier met de nog aankomende activiteiten, het lezen van deze CUL en de zomer! Iris Looijaard, voorzitter ASV Kwakiutl Tijdschrift Cul

29


Berichten uit het veld

IK VOEL ME THUIS Op mijn werk is er zojuist een nieuwe stagiair aangenomen. Dit is geen verwonderlijke gebeurtenis, aangezien stagiairs zeer gewild zijn bij stichtingen. Zo dus ook bij ons. Met de constante instroom is het soms moeilijk om bij te houden welke naam bij welk gezicht hoort. Echter, bij deze nieuwe stagiair gebeurde iets verrassends. Er speelde bij collega’s een lichte verontrusting dat deze persoon niet bij de organisatie zou passen. Absoluut niet ten nadele van de stagiair, want het is een harde werker en enorm leergierig, maar uit angst dat hij zich niet comfortabel zou voelen in de werkruimte. Van deze gewaarwording ging mijn antropologisch hart sneller kloppen. Waarom zou iemand zich niet thuis voelen binnen een bepaald bedrijf ? Tekst en beeld: Layla te Rehorst

30

Voor mijn afstudeeronderzoek gebruikte ik Bourdieu’s field theory om het werkveld van fashionmodellen te analyseren. Volgens Bourdieu bestaat de sociale wereld uit verschillende velden die ieder eigen ongeschreven regels hebben. Als deze regels niet geïnternaliseerd zijn bij het individu binnen het veld, voelt deze zich niet op zijn of haar gemak. Als de regels wel als vanzelfsprekend worden ervaren, beweegt hij of zij zich comfortabel binnen het veld. De set aan regels (de doxa) wordt als het ware belichaamd. Deze persoon voelt zich thuis.

vrijwilligersindustrie bestaat) en vaak uitstekend op de hoogte zijn van wat er in de wereld gebeurt. Tijdens de lunch ontstaan er felle discussies over conflicten in het Midden-Oosten, de waterproblematiek van de stad, biologisch tuinieren en het voordeel van recyclebare luiers. Er is kritiek op de tonijnsalade, er ligt tapijt van gerecyclede visnetten en we drinken het meest fair trade koffiemerk. Het zal je misschien niet verbazen om te lezen dat er zich onder mijn collega’s veel antropologen bevinden. Ik voel me er thuis.

De overgang van het studentenveld naar het werkveld ging voor mij vrij soepel. De benodigde doxa is na vorming door mijn opvoeding, vriendenkring en studie, goed toepasbaar in mijn werkveld. Dit komt ook door de medewerkers van de mijn organisatie. Het zijn mensen die zich bekommeren om hun omgeving, vaak zo duurzaam mogelijk leven, reizen maken, vrijwilligerswerk hebben gedaan (of zich juist boos maken dat er een

Ook binnen deze organisatie, waarbij de werknemers een open-minded en cultuurrelativistiche visie hebben, blijken eigen regels, taal en gewoontes te bestaan. En daar staan we niet altijd bij stil. Totdat iemand het veld binnenloopt met een totaal andere achtergrond. Met deze stagiair komt het overigens helemaal goed, hij blijkt een enorm gevoel voor humor te hebben. En lachen is een ongeschreven regel die iedereen begrijpt. ◊

Tijdschrift Cul


Layla te Rehorst werkt bij stichting NCDO als marketing & communicatiemedewerker voor het tijdschrift Samsam. Zij heeft haar master Culturele Antropologie behaald in 2013.

Kom bij je kring Afgestudeerd! En dan? Antropologen belanden na hun studie in zeer diverse beroepen die niet altijd (direct) gerelateerd zijn aan de studie. De kans is groot dat je na verloop van tijd de binding met je vakgebied en de academische wereld kwijtraakt. Zonde, nietwaar? Wil je na je studie graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in jouw vakgebied? In contact blijven met studiegenoten en docenten?

Het zal je misschien niet verbazen om te lezen dat er zich onder mijn collega’s veel antropologen bevinden

Word dan lid van de Kring Antropologie / Amsterdams Netwerk Cultureel Antropologen (ANCA) Wat heb ik aan mijn lidmaatschap? - Gratis toegang tot activiteiten (borrels, lezingen, filmavonden) van de Kring Antropologie - Gratis lenerspas UvA- universiteitbibliotheken - Gratis toegang tot de jaarlijkse Alumnidag van de UvA - Flinke korting op UvA- voorzieningen (bijv.: Universitair Sport Centrum, UvA-colleges, Loopbaanprogramma). Kijk ook op: www.uva-alumni.nl/ antropologie

Tijdschrift Tijdschrift Cul

31


Tot volgend jaar!

32

Tijdschrift Cul


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.