cul
Antropologisch Tijdschrift | jaargang 23 | nummer 2
De Groene
Windmolens: waar geld spreekt, zwijgt de waarheid.
Tom van de Beek: ‘Ik wil de natuur de stad in brengen, en mensen uit de stad de natuur in lokken.’
Tijdschrift Cul
1
EDITORIAL
Lieve lezer, Voor je ligt alweer de tweede Cul van deze jaargang, maar voor een groot deel van de redactie is het de eerste die zij maakten. De titel zegt het al: het thema van deze Cul is de kleur groen. Vanuit natuurkundig oogpunt bekeken, lijkt een kleur voor iedereen gelijk te zijn. Ieder persoon ziet immers, kijkend naar een groen object, min of meer dezelfde kleur. Maar de perceptie van een kleur kan verschillen, dat ligt verscholen in the eye of the beholder. Het artikel van Ellev gaat hier dieper op in en neemt ons mee in de betekenisgeving van de kleur groen door de eeuwen heen. De link tussen groen en duurzaamheid is snel gemaakt, maar gaat niet altijd op. Zo beschrijft Maxime het verhaal van Jasmina, een vluchteling uit SyriÍ die als groentje in Nederland is neergestreken en vertelt Paul Aarts in Op De Bank Met over de protestbeweging, The Green Movement, in Iran. Kritisch wordt er gekeken naar het begrip duurzaamheid door de achtergrondartikelen van Anne-Goaitske over windmolens en Mark over de ASN Bank. Ook gaan we op pad: met milieuactivisten, idealisten en wereldverbeteraars, te lezen in respectievelijk de artikelen van beide Nina’s en Lisanne. Dit en nog veel meer. Metaforisch gesproken ontdoen we in deze Cul de boom van zijn groene bladeren, om eens te kijken hoe de takken precies lopen. We wensen je veel leesplezier! Voor meer interessante artikelen, waarvan er een aantal zullen samenhangen met dit thema, verwijzen we je graag door naar de geheel vernieuwde (!) website: www. tijdschriftcul.nl. Nina Rijnierse - Hoofdredactrice Mark Middel - Adjunct-hoofdredacteur
2
Tijdschrift Cul
Wil je meer groene artikelen lezen? Ben je benieuwd naar de antwoorden van de Groene Quiz? Of wil je verder lezen over een van je favoriete artikelen uit deze Groene Cul? Ga dan naar onze website www.tijdschriftcul.nl
INHOUD
COLOFON
4
Achtergrond Forty Shades of Green - Ellev Derks
6
Reportage Een duurzame samenleving: hoe begin je die? - Nina Eshuis
8
Column Goed gekleed en ogen dicht - Lotje van den Dungen
Hoofdredactrice Nina Rijnierse Adjunct Hoofdredacteur Mark Middel
9
Interview Groen in Nederland - Maxime van Boven
11
Achtergrond Groene gratie of politieke mutatie? Anne-Goaitske Breteler
14
Reportage Jonge klimaatactivisten warmen zich op voor Parijs - Nina Rijnierse
16
Op De Bank Met... Paul Aarts - Simone Hanrath
Acquisitie Simone Hanrath, Maxime van Boven Penningmeester Anne-Goaitske Breteler Beeldredactie Lotje van den Dungen, Bob van Helden, Josia Brüggen Eindredactie Ellev Derks, Nina Eshuis, Lisanne Hekman Lay-out Lotje van den Dungen Reiscoördinator Tessel Pool Website Melvin Biester
18
Achtergrond ‘Wij zijn geen goed doel’ - Mark Middel
20
Reportage Harmonieus leven aan de Groeneweg Lisanne Hekman
23
Column Groen is poen - Tessel Pool
24
Advertentie Fairtrade Amsterdam
25
Column Groen verderf - Josia Brüggen
26
Student In Beeld Vincent Sparreboom - Melvin Biester
28
De Groene Quiz Hoe groen ben jij?
Mario Rutten 30 Jignesh 32
Berichten uit het veld Antropologie: een zoektocht naar verbanden - Lex Kuiper
Kwakiutl 34 Agenda
Onafhankelijk antropologisch tijdschrift Cul is verbonden aan de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelingsociologie van de Universiteit van Amsterdam.
Cover Lotje van den Dungen Met dank aan Tom van de Beek, Jasmina, Klaas Martens, GroenFront, Liz, Tim, Jessie, Paul Aarts, Monique Messelink, Ecodorp Bergen, Fredjan Twigt, Jan, Vincent Sparreboom, Mario Rutten, Lex Kuiper Drukkerij Stetyco Oplage 500 ISSN: 18760309
Tijdschrift Cul is altijd op zoek naar nieuw schrijftalent. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten of te weigeren. Voor informatie en advertentiemogelijkheden mail naar redactie@tijdschriftcul.nl Tijdschrift Cul Nieuwe Achtergracht 166 1018 WV Amsterdam e-mail: redactie@tijdschrijftcul.nl www.tijdschriftcul.nl
Tijdschrift Cul
3
ACHTERGROND
Forty Shades of Green De symboliek van een kleur
Groen staat voor duurzaamheid, daar is menig man het over eens. Groen wekt beelden van biologische komkommers, zonnepanelen en Jesse Klaver op. Het is de kleur van schone energie en de ecologische revolutie. Maar deze betekenis heeft groen niet altijd met zich meegedragen. Dat het een kleur van vele schakeringen is, wist Johnny Cash al toen hij de veertig tinten bezong in zijn ode aan Ierland. Een overzicht van de symbolische betekenissen van groen door de jaren heen, geeft ons inzicht in de veranderlijkheid van onze eigen samenleving. TEKST /// ELLEV DERKS BEELD /// JOSIA BRÜGGEN
Kleur is onlosmakelijk verbonden met de wereld die wij waarnemen: de interactie tussen lichtgolflengtes en de receptoren in ons oog zorgen ervoor dat wij kleuren zien. Onze belevingswereld ís kleur; alles om ons heen doet zich aan ons voor via de kleurenkegeltjes in onze ogen. Maar wat is een kleur in essentie, los van de natuurkundige uitleg? De ervaring van een kleur is contextgebonden en vaak maatschappelijk bepaald. Een kleine studie naar de kleur groen laat ons zien hoe cultuur de betekenis van kleur kan veranderen.
De verf die men gebruikte, veranderde vaak na een tijd van kleur of behield zijn kleur door een hoge dosis arsenicum, dat zwaar giftig was. Louter positief waren de associaties niet meer: jeugdigheid en geluk waren nog wel verbonden aan de kleur, maar groen kreeg het imago van een grillige kleur. Groen symboliseerde nu ook ziekte, gif, monsterlijke schepsels en zelfs de duivel. Wanneer we kijken naar monsters of buitenaardse wezens in de hedendaagse popcultuur, hebben die ook vaak een groenig tintje, om een paar voorbeelden te noemen: de chagrijnige oger Shrek, Yoda, E.T. en dé personificatie van puur kwaad voor de meeste generatiegenoten: Voldemort (al is hij ietwat wittig uitgeslagen). De ambigue betekenis van groen zien we in ons dagelijks leven nog steeds, denk maar eens aan het groene apothekerskruis dat zowel voor ziekte als gezondheid staat. Of aan alle gokspellen die zich kenmerken door hun groene lakens en klavertjes vier; zowel geluk als verlies worden met dezelfde kleur verbeeld.
‘Wat is een kleur in essentie, los van de natuurkundige uitleg?’
Zo groen als Shrek In de oudheid werd groen geassocieerd met hoop, vruchtbaarheid en wedergeboorte. Vooral bij de Egyptenaren was groen in zwang: in schilderijen, gewaden en als oog-maquillage. ‘Groen doen’ was slang voor dingen doen die fortuin en blijdschap opleverden. In Europa werd groen pas in het begin van de Middeleeuwen populair, dit hing samen met nieuwe technieken om groene verf te verkrijgen.
4
Tijdschrift Cul
De lievelingskleur van Mohammed In de islamitische wereld hebben ze geen last van de wispelturigheid van groen. Groen is heilig. Naar verluidt was het de lievelingskleur van profeet Mohammed. In de Koran wordt groen meerdere keren genoemd als de kleur van het paradijs. De grootste vorm van geluk vindt men in het hiernamaals omringd door het groen van de eeuwige oase. Bewoners van de hemel zouden gekleed gaan in ‘Groene gewaden van fijne zijde en zware brokaat’ (Soera 55, vers 76) en ‘Groene kussens en tapijten, rijk aan schoonheid’ (Soera 76, vers 21). Inmiddels is groen niet alleen van belang als religieus symbool maar heeft het ook een politieke betekenis. Veel islamitische landen hebben groen als nationale kleur geadopteerd. Pakistan, Iran, Afghanistan en Saoedi-Arabië sieren hun vlag met een diep groene tint. Ook Hamas - voor de één een verzetsbeweging en voor de ander een terroristische groepering kleurt hun vlaggen groen. De groene ideologie Het verband tussen groen en de natuur is niet zo vanzelfsprekend zoals vaak aangenomen wordt. Pas in de Romantiek werd deze link expliciet gelegd en kreeg groen zijn serene karakter. Het landschap werd geromantiseerd en zo exact mogelijk gerepliceerd met penseelstreken
op doek. De natuur belichaamde hartstocht, spontaniteit en intuïtie, dat in de Romantiek het hoogste goed was. Wellicht was vegetatie voorheen zo alom aanwezig dat het geen symboliek nodig had. Naarmate het industriëletijdperk zich steeds verder voltrok en het natuurlijke steeds verder uit beeld verdween, werd groen een allegorie voor de natuur. Tegenwoordig is groen meer een ideologie, dan een kleur: een nieuwe generatie milieubewuste burgers wil planeet aarde van de ondergang redden. Ongerepte natuur moet beschermd worden en de roep om behoud van plant en dier is groot. We verkeren in een universele milieucrisis en groen moet de wereld redden. Of dit nu gebeurt via organisaties als Greenpeace, politieke partijen als GroenLinks en Die Grünen of door bedrijven als Greenchoice. Een vluchtige duik in de geschiedenis laat zien hoe veranderlijk attitudes naar kleur zijn. Met constant veranderende culturen, veranderen ook de waardes, gebruiken en waardering van een kleur. Cultuur geeft kleur een betekenis, zonder deze culturele codes is een kleur niet te vatten: de essentie van een kleur is ondenkbaar zonder zijn belichaming. Het groen om ons heen functioneert als een spiegel en reflecteert telkens de cultuur van een andere periode.
Tijdschrift Cul
5
REPORTAGE
Een duurzame samenleving:
hoe begin je die?
De aanpak van The Tipping Point TEKST /// NINA ESHUIS BEELD /// JOSIA BRÜGGEN
We putten onze planeet uit. Milieuproblemen stapelen zich op en toch verandert er weinig. Om de aarde te redden is er verandering nodig op grote schaal. Maar hoe doe je dat? Tom van de Beek is ervan overtuigd dat projecten die klein beginnen, uiteindelijk iets groots teweeg kunnen brengen. Daarom richtte hij The Tipping Point op, om deze duurzame samenleving werkelijkheid te laten worden. Op een grijze woensdagmiddag bezocht ik hem aan de andere kant van het IJ. Wie wel eens in Amsterdam-Noord komt, kent vast Café de Ceuvel. Maar niet iedereen weet dat de Ceuvel naast een café, ook een duurzame broedplaats is voor bedrijfjes. Op het terrein van de Ceuvel liggen
6
Tijdschrift Cul
zeventien gerenoveerde woonboten waar kunstenaars en creatieve ondernemers hun werkplek van hebben gemaakt. Tom van de Beek is één van hen en woonboot negen is de thuisbasis van The Tipping Point.
Overschreden grenzen Tom is een aardige man en legt enthousiast, maar tegelijkertijd met een bloedserieuze ondertoon de filosofie achter zijn projecten uit. The Tipping Point vertaalt zich in het Nederlands naar ‘het beslissende moment’ en dankt haar naam aan het gelijknamige boek van Malcolm Gladwell. In dit boek wordt beschreven hoe iets van een idee een trend wordt, en hoe dit vervolgens wordt opgepikt door de massa. ‘Vanuit de principes die worden beschreven in het boek van Gladwell, is The Tipping Point bedoeld om bepaalde onderwerpen op de kaart te zetten die wij belangrijk vinden en waarvan we denken dat iedereen daar vanaf moet weten’, aldus Tom. Maar daar blijft het niet bij: ‘Vervolgens willen we dan ook de stap maken naar daadwerkelijke verandering en verbetering van de situatie’, zegt Tom vastberaden. The Tipping Point opereert dan ook vanuit het idee dat we met z’n allen een omslag kunnen maken richting een duurzame samenleving, zolang voldoende mensen een kleine bijdrage leveren. Dat deze duurzame samenleving hard nodig is, daar is Tom van overtuigd: ‘Langzaam maar zeker geeft de planeet zelf aan dat de grenzen bereikt zijn, of misschien zelfs al overschreden zijn.’ Volgens Tom is het probleem dat de connectie tussen mens en natuur is verwaterd. We maken gebruik van de natuur, we halen er onze grondstoffen en voedsel vandaan, maar we staan er wel buiten. ‘Op het moment dat er zo’n soort afscheiding ontstaat, althans in je hoofd, dan mis je een besef dat alles met elkaar samen hangt. Dit resulteert er vervolgens in dat we ook de effecten van ons handelen niet meer inzien en dat we op een gegeven moment dus tegen de grenzen van de planeet zullen aanlopen. Bijvoorbeeld doordat ecosystemen in elkaar zakken, dat de biodiversiteit gaat afnemen of dat de aarde zal opwarmen omdat we te veel CO2 de atmosfeer in blijven pompen.’ Met de projecten van The Tipping Point wil Tom het idee dat we uitmaken van het grotere geheel terugbrengen. ‘Ik wil met de projecten eigenlijk twee dingen tot stand brengen: ten eerste meer natuur de stad in brengen en ten tweede meer mensen uit de stad de natuur in lokken.’
Van verticaal tuinieren tot bijen redden Tom vertelt gepassioneerd over zijn projecten. Zo heeft hij het over I Love Beeing, dat zich inzet voor het welzijn van de bij. Het gaat namelijk heel slecht met het diertje, de bijensterfte is wereldwijd heel hoog. ‘Met I Love Beeing zijn we een campagne gestart waarbij we bijenpaleizen en bijenkasten door de stad hebben geplaatst en cursussen urban beekeeping hebben gegeven.’ Dit alles om mensen bewust te laten worden van de potentiële ramp die bijensterfte heet. ‘We wilden bij deze campagne niet alleen de usual suspects bereiken, maar juist de mensen die bijvoorbeeld niet al GroenLinks stemmen.’ Ze kregen een paar van de beste actrices van Nederland zo ver om zich te laten bodypainten en fotograferen als bijtje. Deze foto’s plakten ze vervolgens op potjes biologische honing. ‘Uiteindelijk is het ons hierdoor gelukt de aandacht te trekken van bijvoorbeeld de Telegraaf, waar we anders misschien in de Trouw hadden gestaan,’ aldus Tom. Natuur op je Muur is een project dat verticale moestuinen levert. Waarom verticaal? Tom vertelt: ‘Dat is natuurlijk heel handig op plekken waar weinig horizontale ruimte is, zoals in een stad.’ Vooral basisschoolklassen blijken een interessante doelgroep voor dit project. ‘Bij Natuur op je Muur hebben we een lespakket ontwikkeld waarbij een klas een heel seizoen doorloopt van september tot juni. In dat lespakket leert de klas alles over de groei van een plantje, de verzorging ervan, maar ook de bereiding van het voedsel dat ze verbouwen. Dan merk je dat kinderen daar eigenlijk heel weinig vanaf weten. Ze hebben geen flauw idee hebben waar hun eten vandaan komt en wat erbij komt kijken om dat uiteindelijk op je bord te laten liggen.’
‘Langzaam maar zeker geeft de planeet aan dat de grenzen bereikt zijn.’
Tom lijkt vastberaden en heeft mij hierdoor wel weten te overtuigen. Met een project dat klein begint, kun je uiteindelijk iets groots teweeg brengen. Als we het voorbeeld van hem volgen en met zijn allen een bijdrage leveren, is de omslag naar een duurzamere samenleving misschien dichterbij dan we denken. Tijdschrift Cul
7
COLUMN
GOED GEKLEED EN OGEN DICHT Een duurzame bewustwording van de fast fashion -industrie
TEKST /// LOTJE VAN DEN DUNGEN
Met een prachtig shirt in mijn handen stond ik in een kleine kledingwinkel in Den Haag. Ondanks de torenhoge prijs, die zou kunnen verwijzen naar een duurzaam productieproces, was Made in Bangladesh van het label af te lezen. Waarschijnlijk niet duurzaam gemaakt. Ik had geen idee hoe dit kledingstuk in deze winkel terecht gekomen was. Ik kon dus makkelijk mijn ogen sluiten voor de kleine lettertjes op dit label. Ik was immers betoverd door de schoonheid van het shirt, of misschien wel in de ban van mijn hebberigheid. Toch bleven deze drie beladen woorden mij bezig houden: Made in Bangladesh. Wat is duurzaamheid? Nog verstrengeld in mijn dubio, besloot ik de verkoper te vragen of hij kennis had over de duurzaamheid van dit kledingmerk. Een discussie volgde: ‘Wil je weten of arbeiders hier een eerlijk loon voor hebben gekregen, of wil je zo ver gaan dat de katoen zelfs ecologisch is geproduceerd?’ vroeg hij sceptisch. Wat betekent duurzaamheid in de kledingindustrie nou eigenlijk en waar was ik precies naar op zoek? Door de sarcastische houding van de verkoper kreeg ik het idee dat hij mijn twijfels wilde minimaliseren, zodat ik blind van koopvreugde de winkel uit zou lopen. Ik hing het shirt terug en liep weg, vastberaden om nader te onderzoeken wat mij die dag in de kleine
8
Tijdschrift Cul
kledingwinkel in Den Haag zo bezighield en waarom. The true cost In de documentaire The True Cost door Andrew Morgan werden mijn vragen over de duurzaamheid van de kledingindustrie beantwoord. In deze film wordt een belangrijk aspect van de kledingindustrie belicht, namelijk: fast fashion. Fast fashion-bedrijven fabriceren vijftig seizoenen in een jaar, die zodoende inspelen op de vraag uit het westen. Het is een kapitalistische industrie waar zo veel mogelijk kleding produceren voor zo weinig mogelijk geld voorop staat. Dit maakt het voor de consumenten mogelijk om kleding te kunnen kopen voor vijf of tien euro in de H&M, Primark of andere ketens. De fast fashion-industrie is een complex geheel waarin de ongelijkheid in de wereld op zijn banaalst naar voren komt. In het ‘rijke’ westen groeit de vraag naar goedkope kleding, waardoor er op bepaalde factoren in het productieproces moet worden bezuinigd om de consumenten tevreden te houden. De documentaire doet je beseffen dat kleding in werkelijkheid helemaal niet zo goedkoop kan zijn. Het goedkope prijskaartje vertelt je dat iets of iemand anders er de echte prijs voor heeft betaald. Wie betaalt dan de hoge prijs van onze goedkope kleding? Goedkope textielarbeiders in ontwikkelingslanden als Bangladesh werken veel te lange uren in barre
werkomstandigheden en krijgen geen ruimte voor het opzetten van vakbonden of dergelijke. Wil ik kleding dragen die door iemand anders z’n bloed, zweet en tranen zijn gemaakt? Daarnaast kan de aarde de grote vraag naar katoen en textiel niet opbrengen zonder chemicaliën. Is mijn hebberigheid dan echt sterker dan de wil om voor de aarde te zorgen? Je weet wel: die planeet waarop wij leven.
‘Kleding die door iemand anders z’n bloed, zweet en tranen zijn gemaakt’ Duurzaam bewustzijn Na het zien van The True Cost en lang nadenken over de huidige problematiek in de kledingindustrie, heb ik besloten mijn ogen niet langer dicht te houden. Er is sprake van een wisselwerking tussen vraag en aanbod, waarbij de aanbodkant steeds verder wordt uitgebuit en de vraagkant geen idee heeft van het kwaad. Ik wil mij niet meer identificeren met deze kant van constante consumptie en ik hoop dat er door een groeiend bewustzijn snel een verandering plaats zal vinden. Ik ga de uitdaging aan om een duurzame kledingstijl te ontwikkelen. Wil je lezen hoe ik dat doe en wat daarbij komt kijken? Lees dan verder op de website.
INTERVIEW
Groen in Nederland
Het verhaal van een Syrische vluchteling Na twee maanden in Amsterdam spreekt de Syrische vluchteling Jasmina al een behoorlijk woordje Nederlands. Ik ontmoette haar een paar weken geleden toen ze het lokaal binnenstapte waar ik met mijn collega een Nederlandse taalles aan het voorbereiden was. ‘Haar vastberadenheid en enthousiasme zorgden ervoor dat ik geïntrigeerd raakte door haar verhaal.’ Hoe is het om halsoverkop opnieuw te moeten beginnen, groen te zijn in een compleet ander land waarvan je de taal nog niet spreekt en de cultuur ver van jezelf af staat? TEKST /// MAXIME VAN BOVEN BEELD /// JOSIA BRÜGGEN
Sinds die eerste ontmoeting komt Jasmina elke week naar de taalles, waarna ze standaard blijft hangen om nog even te praten. We wisselden nummers uit en spraken ook buiten de lessen af. Jasmina had in Syrië veel sociale contacten en een goede baan, een enorme omschakeling naar haar huidige situatie. Ze is samen met haar kinderen naar Nederland gevlucht en was bereid haar verhaal te vertellen. ‘Voordat de revolutie plaatsvond hadden we een goed leven in Syrië. Ik kom uit een welgestelde familie en ons leven was goed georganiseerd: we hadden onze banen, huizen, relaties, vrienden en elkaar. We bezochten veel verschillende plaatsen in Syrië waar de ene stad nog mooier was dan de andere, met prachtige monumenten. Daarbuiten
genoten we van de adembenemende natuur. Ten behoeve van het werk van mijn man hebben we een tijd in het buitenland gewoond. Ik miste Syrië heel erg in die tijd en wilde mijn kinderen het liefste opvoeden in de Syrische cultuur en maatschappij, dus zijn we teruggekeerd. Het begin van de teloorgang De stad waar ik vandaan kom, Homs, was één van de eerste steden in Syrië waar de revolutie begon. Ik zal nooit de dag vergeten dat de demonstranten, die tegen de regering van Bashar al-Assad zijn, zich na het vrijdaggebed verzamelden bij de moskee. Na deze gebeurtenis veranderde alles en begon het onheil. Wij leefden zowel dicht bij een politiebureau als bij een centrum van het
‘Mijn kinderen gaan al op de fiets naar school als echte Nederlanders’
Tijdschrift Cul
9
Vrije Syrische Leger, waar tanks constant door de Hoewel ik vrede heb met de straten reden en er regelmatig brand werd gesticht. cultuurverschillen, zijn er bepaalde aspecten aan Continu hoorden we schoten die gelost werden het leven hier waar ik aan moet wennen. Alles is en na verloop van tijd raakten mijn kinderen hier nieuw en het kost tijd om de sociale regels te leren zodanig aan gewend dat ze hiervan genoten en en je eigen weg te vinden binnen de mogelijkheden gingen wachten op het volgende vuurgevecht. Dit van dit land. Als ik onderweg ben naar een afspraak was erg moeilijk om aan te zien. Op een gegeven kijk ik naar mijn telefoon voor de navigatie, denk moment hoorden we geruchten dat er chemische ik ondertussen aan alles wat ik nog moet regelen bommen op Homs geworpen zouden worden, én moet ik daarnaast opletten dat de fietsers mij waarop we besloten onze geboortestad te verlaten. niet omver rijden. Dat zijn dingen die in je eigen We pakten onze spullen land automatisch gaan. Het is lastig en vertrokken naar de hoofdstad, ‘Soms hoopte om een totaal nieuw leven op te Damascus. Ook daar kwam het en alles zo normaal mogelijk ik dat er een zetten gevaar dichtbij en omdat ik zo bang te houden voor mijn kinderen. Voor bom op ons hen is het ook een avontuur om zich was dat er iets met mijn kinderen zou gebeuren, hoopte ik soms dat huis zou vallen aan te passen aan een nieuwe cultuur, er een bom op ons huis zou vallen maar ze gaan al op de fiets naar school en dat alles en dat alles daarmee klaar was. Dat als echte Nederlanders! heeft ons doen besluiten het land te dan klaar was’ verlaten. We vertrokken naar Turkije Geloof in de toekomst en het leven was daar goed: we hadden werk en de Mijn situatie is op het moment nog hectisch kinderen konden naar school. Het enige dat een waardoor ik nog niet de tijd heb gehad om de stad goede toekomst in Turkije in de weg stond, was verder te verkennen, maar dat komt nog wel. In de onzekerheid of mijn kinderen naar een Turkse ieder geval blijf ik nog zes weken in Amsterdam vervolgopleiding konden. In mijn omgeving zag en ik hoop dat ik permanent in deze stad kan ik dat Europa een veel gekozen bestemming was blijven. Er zijn hier veel mogelijkheden en ik voel bij andere Syrische vluchtelingen. Wij vertrokken me hier fijn. Door mijn universitaire opleiding en naar Nederland omdat het makkelijk scheen te werkervaring denk ik dat ik kans heb op een goede zijn om binnen te komen. baan, maar daarvoor moet ik eerst Nederlands leren. Dat is mijn prioriteit nu, daarna ga ik mijn Acclimatiseren in een nieuwe cultuur dromen waarmaken. Omdat wij een andere cultuur en religie hebben Ik ben op zoek naar werk in Nederland dan Nederlanders, maakte ik me aanvankelijk omdat ik vrees dat de situatie in Syrië niet zo snel zorgen of wij wel geaccepteerd zouden worden. zal verbeteren. Op een dag zal het gebeuren, daar Het moment dat ik in Nederland aankwam, geloof ik in. Dan wil ik terug naar mijn thuisland, verdwenen mijn zorgen: iedereen was meteen insha’Allah. Wat ik het meeste mis aan Syrië zijn de gastvrij en ik werd door alle Nederlanders buurt waarin ik ben opgegroeid en mijn familieleden begroet op straat. Ik voelde me zo welkom. die zijn achtergebleven. Buiten je eigen land voel Ondanks dat Nederland bekend staat om je toch eenzaamheid, maar godzijdank zijn er veel vrijheid wat betreft drugs, drank en prostitutie, aardige mensen hier en dat helpt. Nog steeds heb vond ik dit niet per se choquerend. Zelfs in ik familie en vrienden in Syrië wonen die niet van mijn land komt dit voor, het enige verschil is plan zijn te vluchten. Dat kost namelijk erg veel dat het in Nederland legaal is. Iedereen heeft kracht, energie en geld en niet iedereen heeft dat. de vrijheid om zijn eigen keuzes te maken, Al met al zijn we Nederland en haar ook al verschilt dat van mijn normen. Voordat inwoners erg dankbaar, door de gastvrijheid die we ik naar Nederland emigreerde had ik al vaker ervaren voelen we ons geen buitenstaanders meer. contact gehad met mensen uit het Westen. Ik Dit is zo belangrijk wanneer je traumatiserende reisde veel en in bijvoorbeeld in Saoedi-Arabië gebeurtenissen hebt meegemaakt. Soms loop ik ontmoetten we mensen uit verschillende delen over straat en voel ik een golf van rust over mij heen van de wereld en hadden we aangenaam contact komen, ik heb vertrouwen dat alles uiteindelijk met hen. Ik ben erg ruimdenkend. goed komt.’ - De naam Jasmina is gefingeerd -
10
Tijdschrift Cul
ACHTERGROND
Groene gratie of politieke mutatie? Het groene beeld van de windturbine is een collectieve illusie TEKST /// ANNE-GOAITSKE BRETELER BEELD /// LOTJE VAN DEN DUNGEN
Wat als blijkt dat burgers in Nederland door de rijksoverheid geïndoctrineerd worden? Wat als groen niet groen is, maar eigenlijk diep zwart en diep triest is? Helaas is de windturbine een fata morgana in de wereld van de duurzaamheid. Gebakken lucht in plaats van groene windenergie. Gelukkig zijn er onder de docile bodies, toch een aantal Don Quichots te vinden. Ik had de eer om een kritisch gesprek te voeren met een van de lone rangers die zich kant tegen het politieke discours betreffende het windmolenbeleid. De windturbine roept dikwijls het beeld van duurzaamheid op. Vrijwel niemand spreekt echter van de kolen- en gascentrales die de eigenlijke ‘windenergie’ opvangen wanneer het windstil is. Verschillende verontruste burgers ageren tegen de nieuwe windmolenparken die, als het aan de Nederlandse regering ligt, binnenkort overal zullen opduiken. Klaas Martens is een Friese gepensioneerde HTS-ingenieur (Hogere Techniek School), die zich sterk afzet tegen de windmolens. Zoals het een ware technicus betaamt onderbouwt hij zijn verhaal met feiten en oplossingen. Ik sprak met de heer Martens over het ‘groene’ aan de windmolens.
Subsidieslurpers Met het energieakkoord op zak begeeft Vadertje Staat zich vol overtuiging richting het jaar 2020. Het ideaalbeeld van de duurzame windenergie die tegelijkertijd een aantrekkelijk prijskaartje aan zich heeft hangen, wordt gedragen en gepredikt door haar regering. Overal in Nederland worden plannen ingediend om nieuwe windmolenparken aan te leggen. Door belastingen te heffen, betalen wij allen mee aan de subsidies die verstrekt worden voor het ‘groene goed’. Mark Rutte verwoordde dit, alvorens zijn ministerschap, als volgt: ‘Die windturbines draaien niet op wind, maar op subsidie’. Duurzaamheid blijkt
slechts bijzaak in het behalen van het energieakkoord. Eens te meer geldt hier: waar geld spreekt, zwijgt de waarheid. Het collectief van voorstanders van de windturbine,
We moeten naar kernenergie De Nederlandse Wind Energie Associatie volgt deze regel, wanneer gekeken wordt naar de brochure die de ‘gewone burger’ de voordelen van de windturbines zal tonen. Ten eerste is het belangrijk om de drie hoofdsponsors te benoemen: een Nederlandse Tijdschrift Cul
11
In het energieakkoord staat beschreven dat er in 2020 precies 14% van het totale verbruik van energie, duurzaam moet zijn. Om dit te bereiken heeft de minister van Economische Zaken – Henk Kamp – bepaald dat van deze 14% aan groene energie, 6000 megawatt uit windvermogen moet komen. Het kostenplaatje van deze windturbines komt uit op zo’n €18 miljard, er zijn zelfs rapporten die aangeven dat dit kan oplopen naar € 60 miljard. Dit bedrag wordt betaald door subsidies, afkomstig van de Nederlandse burgers. Wij dus. Dit terwijl windenergie in totaal maar voor 1.9% bijdraagt aan de energiebehoefte. Er wordt jaarlijks zo’n 3071 petaJoule (1 PJ = 278 miljoen kiloWattuur) uit fossiele energie gehaald. Het is de bedoeling dat de windenergie een deel van deze 3071 PJ op gaat vangen. Op dit moment voorziet de windenergie echter maar in 7 PJ per jaar. Ter vergelijking: jaarlijks gaat er zo’n 973 PJ energie op in transport en zo’n 425 PJ wordt jaarlijks gebruikt als energie voor huishoudens. De windmolens vangen dus zeer weinig energie op. In 2020 moet dit alles opgeschaald zijn tot 54 PJ die de windmolens gaan produceren. Nog steeds is dit in vergelijking met het totale energieverbruik erg weinig.
offshore-aannemer genaamd Van Oord, Vestas, een Deense leverancier van windturbines en last but not least Shell Nederland. Alle drie zijn het bedrijven die baat hebben bij de bouw en productie van de windturbines. Tevens is opvallend dat de brochure bedoeld is als overtuigend pamflet voor de geïnteresseerde burger, maar dat er in een zodanig jargon gesproken wordt, dat de ‘gewone burger’ snel misleid kan worden door de dure woorden die veel kennis van zaken doen impliceren. Door te stellen dat de windenergie het verbruik van energie door Nederlandse huishoudens zou kunnen aanvoeren, snijden ze zich in de vingers. Er wordt namelijk niet vermeld hoeveel het gemiddeld gebruik van huishoudens in Nederland in verhouding staat tot het algemene verbruik van energie in Nederland. Zo lijkt het alsof er in veel meer energiebehoefte kan worden voldaan door windenergie. In plaats van de 40% à 50% die de windturbines (al in 2020) zouden moeten produceren voor de Hollandse huishoudens, wordt dus eigenlijk voor maar 1.5% tot 2% in de totale energiebehoefte voorzien. Megalomane monsters Om aan het stempel ‘duurzaamheid’ te voldoen,zo noemt Klaas Martens, spelen twee belangrijke factoren een rol: vermindering van uitstoot in CO2 en vermindering in het gebruik van fossiele brandstoffen. De productie die nodig is voor het produceren van een windturbine - laat staan het transporteren van de windturbine - zorgt juist voor een grote uitstoot van CO2. Het verhaal gaat verder. De windturbine levert slechts 25% van de tijd daadwerkelijk windenergie op. Dit is ook nog eens afhankelijk van de sterkte van de wind. De rest van de tijd moet de energie van de windmolens aangevuld worden, dit
gebeurt door middel van kolen- en gascentrales. Deze centrales moeten geactiveerd en aangepast worden op ieder moment dat er minder wind of geen wind is. Alsof het gaat om een soort compensatiemachine. Klaas Martens legt dit uit, door het voorbeeld te nemen van een optrekkende auto. Wanneer er in de stad al geklaagd wordt bij het stilstaan en optrekken van auto’s die veel CO2 uitstoten, valt voor te stellen dat meerdere immense centrales nog veel meer CO2 zullen uitstoten. Naast de ruime uitstoot van CO2, zijn de centrales grote verbruikers van fossiele brandstoffen. Er kan door windturbines dus wel 25% van de tijd ‘schone’ energie geproduceerd worden, maar de andere 75% afkomstig is van fossiele brandstoffen uit de noodzakelijke ‘stand-by’ centrales. Je kunt dan op de klompen aanvoelen dat het hier niet om ‘groene’ energie kan gaan. Toch wordt er door de voorstanders van windenergie voortdurend een vergelijking gemaakt tussen de energie die opgewekt wordt door kolen of gas en de, volgens hun, ‘schone’ energie die geproduceerd wordt door de windturbines. In de brochure wordt letterlijk gesteld: ‘Windparken kunnen conventionele centrales nog niet vervangen, maar elke kWh uit wind vervangt een kWh aan elektriciteit uit fossiele en nucleaire bronnen.’ Hier valt uit op te maken dat er eens te meer gezwegen wordt, over de gas- en kolencentrales die er juist voor zorgen dat windturbines nog iets opleveren. Ondraaglijk draagvlak Verder noemt de heer Martens nog kleine, maar daarom niet minderwaardige factoren die maken dat de windmolen meer een last is dan een lust. Zo speelt horizonvervuiling een belangrijke rol: de nieuwste kolossale
windturbines hebben een tiphoogte van wel 200 meter. Waar men zich voorheen nog kon ‘verliezen’ in een landschap, wordt de illusie van het authentieke platteland nu grotendeels verstoord door de zwiepende en ruisende windturbine. Grote nieuwe windmolenparken worden aangelegd, terwijl de uiteindelijke kosten hoger zijn dan de baten. De huizenwaarde daalt wanneer er een windmolen in de buurt wordt geplaatst, maar hulp vanuit de regering hoeven burgers niet te verwachten. Volgens de website van de rijksoverheid moeten de gewillige particulieren rijkelijk beloond worden wanneer ze toegeven aan een grootschalige windturbine op ‘hun’ stukje land. Op deze manier voldoet de overheid aan het vooropgestelde plan om draagvlak te creëren voor de windturbines onder de burgers. Klaas Martens heeft hierover verschillende stukken in de krant geschreven, want ‘draagvlak creëren’ staat in dit geval gelijk aan omkoping. Met het subsidiegeld dat vergaard wordt ten koste van de burgers, worden de rijken nog rijker en de armen nog armer. De rijke particulieren kunnen hun eigen land verhuren of aandelen in een windpark kopen en zo de subsidie opstrijken die door ons allen wordt betaald. De minder rijk bedeelde burgers staan met hun rug tegen de muur, want een stuk land en geld voor aandelen hebben ze niet. Toch worden ze door de belastingdienders gedwongen om mee te betalen aan de subsidies die verstrekt worden omtrent de ‘groene’ windturbines. Het gevolg hiervan beslaat niet slechts een financieel gebied. Er ontstaan binnen de sociale structuren in een dorp haat en nijd tussen de partijen die voor en tegen de windturbines zijn. De vast omlijnde structuren vallen als dominoblokjes in duigen. En eens te meer zorgt de windturbine voor
destructieve kracht. Tot slot moet nog vermeld worden dat de grondstof voor de magneten, het materiaal Neodymium dat in veel windturbines wordt toegepast, onder mensonterende en milieu vervuilende omstandigheden China wordt gewonnen.
Eens te meer geldt hier: waar geld spreekt, zwijgt de waarheid Terug naar kernenergie, het echte groen Nadat ik deze opzienbarende informatie van Klaas Martens, een alleskenner op dit gebied, heb verkregen, komt ons gesprek op écht duurzame alternatieven. We moeten terug naar kernenergie, maar niet het soort dat de negatieve connotatie gekregen heeft, mede gevormd door de rampen in Chernobyl en Fukushima. ‘Rond 1960 is er voor het eerst een nieuwe soort kernenergie ontwikkeld, op basis van een grondstof genaamd: thorium’, aldus Klaas Martens. Met deze nieuwe stof is het mogelijk om het proces van het produceren van energie beter te beheersen, ontploffing is zelfs onmogelijk wanneer de stof gebruikt wordt. Er heeft in de zestiger jaren van de vorige eeuw zo’n centrale om en nabij 5 jaar gedraaid, maar er werd uiteindelijk niet voor thorium centrales gekozen. Dit vanwege het feit dat de productie van kernwapens met thorium niet mogelijk is. De benodigde grondstof kan namelijk niet door thorium centrales geproduceerd worden. Deze thorium MSR
centrales produceren nagenoeg geen nucleair-afval, het nu bestaande kernafval kan er in “opgestookt” worden en deze centrales hebben bovendien nul CO2 uitstoot. Overal ter wereld is thorium aanwezig, afhankelijk van het gebied, in meer of mindere mate. Toch kan thorium voor zo’n tienduizendjaar de gehele elektriciteit op aarde produceren. Zie daar: échte duurzaamheid. Na ons de zondvloed! Dagelijks zien we reclames op televisie voorbijkomen die pleiten voor de windturbines, want dat is echte duurzaamheid, echt groene energie. Dit beeld is echter niet terecht. Desondanks zet de regering het plan en de daarbij behorende windmolenlobby door. Kernenergie daarentegen heeft angst ingeboezemd bij het grote publiek na de rampen, de mogelijke productie van kernwapens en het nucleaireafval probleem. Wanneer er echt duurzame energie geproduceerd moet worden, met een vooruitblik op de komende generaties, dan zal er toch gekeken moeten worden naar alternatieve energieopwekkers zoals thorium MSR. Klaas Martens heeft me alles uitgelegd: van de rekenfeiten tot de sociale problemen die kunnen ontstaan door de windmolens. Het is duidelijk. De menselijke energie die op dit moment gestoken wordt in het uitvoeren van de plannen van de windmolenlobby en het opsommen van de voordelen, kan beter gestoken worden in het zoeken naar eerlijke, duurzame, structurele oplossingen voor de productie van energie. Uiteindelijk ligt echter de meest praktische en invloedrijke oplossing reeds in onze handen: de beste investering in duurzaamheid, is investeren in energie die je niet gebruikt. Tijdschrift Cul
13
REPORTAGE
Jonge klimaatactivisten warmen Op bezoek zich op voor Parijs bij GroenFront
‘Wie denkt er nog meer dat het niet werkt om politici te vragen hun beleid te veranderen?’, roept een jongen. Ik ben bij een bijeenkomst van een groep die zichzelf ‘een netwerk van radicale milieuactivisten’ noemt: GroenFront. Zij willen niet meer luisteren naar de beloftes van politici. TEKST /// NINA RIJNIERSE BEELD /// GROENFRONT
Van de hedendaagse westerse jongeren wordt vaak gezegd dat ze materialistisch ingesteld zijn. Politiek over de opwarming van de aarde zou adolescenten niet aanspreken. Als ze zich al zorgen zouden maken, zou dat niet ten koste mogen gaan van hun comfortabele levensstijl. Vanavond is het omgekeerde het geval, want hier zijn maar een paar grijze koppen te zien. De gemiddelde leeftijd ligt hier hooguit rond de dertig. Er zijn dus wel degelijk jongeren die zich bekommeren om de aarde, zo blijkt. Wie zijn deze jongeren en wat drijft hen? En hoe gaat het er aan toe op een avond met ‘radicale activisten’? Geen geweld, wel burgerlijke ongehoorzaamheid Bij binnenkomst in wat vroeger de centrale hal van een basisschool was, valt meteen op dat er naast informatie over GroenFront, ook posters hangen voor onder andere de acties in het Maagdenhuis vorig jaar. Op de WC zijn stickers geplakt met leuzen als ‘no more coal’, ‘save Tibet’ en ‘kein Mensch ist illegal’. Duidelijk moge zijn dat op deze locatie vaker evenementen georganiseerd worden door groepen die zich verzetten tegen wat politici voorschrijven. Vanavond bereidt GroenFront zich onder het genot van een veganistische maaltijd voor op ‘Parijs’. Op het moment dat je dit leest (december 2015) vindt in Parijs de COP21 plaats, ofwel de eenentwintigste jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties, waaraan bijna alle landen ter wereld meedoen. Ook partijen zoals Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds zullen aanwezig zijn. Het doel is om tot een bindende
14
Tijdschrift Cul
overeenkomst te komen over het wereldwijde klimaatbeleid. Als het zo doorgaat, zal de aarde over honderd jaar ongeveer 4 °C opgewarmd zijn. De klimaatonderhandelingen in Parijs moeten ervoor zorgen dat dit teruggebracht wordt naar 2 °C. Maar veel milieuactivisten hebben er weinig vertrouwen in dat de wereldleiders voor duurzame oplossingen zullen kiezen. De mensen die vanavond aanwezig zijn, zijn er niet van overtuigd dat ze het klimaatbeleid kunnen veranderen door met de politici te gaan praten. Over het tekenen van petities worden grappen gemaakt: ‘Ik heb er al drie getekend vandaag!’. GroenFront onderneemt concreet actie en gaat in december naar Parijs. Vanaf 30 november tot 12 december vinden The Climate Games plaats, een ‘spel’ waarbij door teams wereldwijd actie wordt gevoerd tegen verschillende milieu-onvriendelijke bedrijven. Op 12 december, naar verwachting de laatste dag van de conferentie, zullen door de klimaatactivisten tien blokkades rondom het conferentiecentrum gevormd worden: elke blokkade staat symbool voor een bepaalde ‘rode lijn’, waarvan de activisten vrezen dat deze overschreden zal worden door de onderhandelende landen, bedrijven en organisaties. De activisten plegen geen geweld, maar doen aan burgerlijke ongehoorzaamheid. Zulk soort acties, die ze zelf civil disobedience noemen, (mede-)organiseert GroenFront wel vaker: zo werd in augustus dit jaar Ende Gelände georganiseerd, waarbij de Garzweiler bruinkoolmijn, de grootste bron van CO2 uitstoot in Europa, werd bezet om het delven van fossiele brandstoffen te stoppen.
GROENFRONT PROTESTANTEN BIJ EBN IN UTRECHT
This changes everything Radicale gezelligheid Wat drijft de jongeren die hier aanwezig zijn om, ‘We vechten niet voor de natuur, we zijn de in tegenstelling tot veel andere leeftijdsgenoten, natuur die zichzelf verdedigt’ en ‘wij zijn wél actie te ondernemen? Liz (26): ‘De nu al degenen waarop we hebben gewacht’ zijn leuzen veroorzaakte klimaatschade heeft onomkeerbare die ik vanavond meer dan eens te horen krijg. consequenties die groter zijn dan veel mensen Wat verwacht GroenFront van Parijs? Jessie zich beseffen. Dit zijn de zogenaamde tipping (19) en Liz leggen me uit dat ze niet verwachten points, processen die in gang gezet worden en de dat politici meteen na de acties in Parijs gewillig opwarming versnellen zonder dat wij daar nog een zullen toegeven aan hun eisen. ‘Zo gaat dat niet. daadwerkelijke rem op kunnen zetten. Zo zullen de Het doen van acties als die in Parijs moet je regenwouden compleet uitdrogen en verdwijnen als zien als een klein stapje richting het doel. Eén we nu geen actie ondernemen. En natuurlijk zal de actie van burgerlijke ongehoorzaamheid zal niet aarde gewoon door blijven draaien, dat weet ik ook alle politici van mening doen veranderen. Maar wel. Maar voor ons als mensen en een groot deel met al die kleine stapjes bij elkaar gaat dit wel van de andere nu levenden dier- en plantensoorten lukken.’ wordt de planeet steeds onleefbaarder.’ En wat als het niet lukt om het systeem Voor Tim (24), die op een boerderij te veranderen? Liz: ‘Dan weet ik in ieder geval opgroeide en ook in zijn studie bezig was met dat ik aan de goede kant heb gestaan. Dat ik niet duurzaamheid, drong het besef dat er ‘iets moest tussen de mensen stond die zich niets aantrokken gebeuren’ vooral tot hem door nadat hij het nieuwe van klimaatverandering. En ondertussen vind ik boek van Naomi Klein gelezen had: het hier ook gewoon heel gezellig!’. This changes everything. In dit boek De activisten weerlegt Klein de mythes rondom Op hun site beschrijft GroenFront plegen geen het klimaatdebat: het probleem van zichzelf als radicale milieuactivisten; de opwarming van de aarde ligt geweld, maar maar het beeld dat hier vanavond volgens haar aan het feit dat de wereld geschetst wordt voldoet niet aan doen aan verslaafd is aan winst en groei. Er is mijn verwachtingen bij het woord volgens haar een oplossing door te radicaal. De sfeer is niet grimmig, burgerlijke stoppen met het winnen van fossiele niemand schreeuwt, mensen laten ongehoorbrandstoffen en te breken met het elkaar uitpraten, ook als ze van economiesysteem zoals we dat nu mening verschillen over de aanpak zaamheid kennen. Tim heeft, in tegenstelling die in Parijs gehanteerd moet tot sommige andere aanwezigen, geen aversie worden. En andere belangstellenden, die niet tegen een politieke aanpak. Hij heeft het druk bij meegaan naar Parijs, krijgen voor dezelfde de Jonge Democraten, de jongerenpartij van D66. lage prijs eten aangeboden, net als de mensen ‘Ik wil jongeren bij de Jonge Democraten bewust die wel actief zijn. Bij GroenFront lijkt maken’, zegt Tim. ‘Dit doe ik met name door de de deur open te staan. Of GroenFront met discussie onderling aan te gaan. Daarnaast help burgerlijke ongehoorzaamheid het systeem zal ik mee aan activiteiten die georganiseerd worden veranderen is niet zeker, maar mijn beeld over door de duurzaamheidscommissie van de Jonge klimaatactivisten hebben ze in ieder geval Democraten in Amsterdam.’ weten te veranderen. Tijdschrift Cul
15
OP DE BANK MET
OP DE BANK MET
PAUL AARTS Over de
Green Movement
in Iran TEKST /// SIMONE HANRATH BEELD /// LOTJE VAN DEN DUNGEN
In deze editie van Op De Bank Met neem ik met Midden-Oosten deskundige en docent internationale betrekkingen Paul Aarts de Green Movement onder de loep. Dit was een beweging die zich inzette voor de modernisering van Iran, en die vroeg om meer aandacht voor mensenrechten in het land. Waar ging die ‘groene beweging’ over? Wat is ervan geworden in een land waar vrijheid een relatief begrip is? Iran is een land van opkomend toerisme, absolute religieuze leiders, kerncentrales en ‘trotse mannen en vrouwen’, volgens Paul Aarts. Het land is de afgelopen tijd steeds vaker in de spotlights komen te staan. Wie het nieuws een beetje heeft gevolgd, ziet dat Iran de toekomst verwachtingsvol in de ogen kijkt. Sinds het nucleaire akkoord met de Verenigde Staten en het opheffen van de westerse
16
Tijdschrift Cul
sancties tegen Iran afgelopen juli, heerst er een optimistische sfeer en is de hoop gevestigd op het herstel van de tot voor kort al maar stagnerende economie. Paul Aarts publiceerde de laatste jaren veel over de rol van Iran als belangrijke opponent van Saudi-Arabië’s politieke invloed in de regio. Irans buitenlandse politieke manoeuvres kunnen niet losgekoppeld worden van het politieke spel in eigen land. De binnenlandse politiek slingerde de afgelopen jaren tussen een conservatief en wat liberaler beleid. ‘Hierin heeft de Green Movement zeker een rol gespeeld’, vertelt Aarts. Het ontstaan van verzet De slinger van de klok slaat op dit moment een wat meer liberale politiek uit. Het lijkt of president Rohani zowel zijn eigen volk als de buitenwereld om zijn vinger heeft weten te winden. Iets wat veel minder kon worden gezegd van zijn voorganger, de conservatieve president Mahmoud Ahmadinejad, die vooral bekend stond om zijn sentiment tegen Israël en de Verenigde Staten en het ontkennen van de holocaust. Ahmadinejad kwam voor het eerst aan de macht in 2005 als opvolger van Mohammad
Khatami. Khatami volgde, met name in zijn eerste vertegenwoordiger van het bestaande politieke ambtstermijn, een beleid dat berustte op het ideaal stelsel de oproep deed tot liberale hervormingen van vrijheid en het handhaven van mensenrechten binnen dit systeem. Hoewel hij zich niet met de binnen een theocratisch politiek stelsel. Waar Green Movement wilde associëren, spraken de Khatami de teugels liet vieren, trok Ahmadinejad woorden van Mousavi tot de verbeelding van ze vanaf 2005 weer aan. Waar Khatami liberaal menig demonstrant. Op die manier werd voor het was geweest, was Ahmadinejad conservatief. Veel eerst ook de stem van de burger in acht genomen van Khatami’s ideeën werden onder Ahmadinejad in een politiek programma. teruggedraaid, wat zijn politiek imago niet ten goede kwam. In de verkiezingen van 2009 is Het einde van een beweging Ahmadinejad er dan ook van beticht met de Het bleek ‘een brug te ver’, vertelt Paul Aarts. uitslagen te hebben gesjoemeld. Zijn partij zou Mousavi’s oproep, van onderop gesteund door het met zestig procent van de stemmen gewonnen geluid van de Green Movement, werd door zowel hebben. Critici beschuldigen hem er echter van Ahmadinejad als door geestelijk leider Khamenei dat daarmee zijn tegenstander en gezien als een bedreiging. Het volksfavoriet nummer één Mirleidde tot repressief optreden Het was een Hossein Mousavi de overwinning vanuit de staat, waarbij hard spontane werd ontzegd. Volgens hen was werd ingrepen. De via sociale het namelijk Mousavi die de media verworven stem bleek voor politieke meeste stemmen had gekregen. veel demonstranten negatieve beweging, De vermeende fraude gevolgen te hebben. De sporen die van Ahmadinejad leidde tot zonder leiding of op internet achterbleven maakten de Green Movement. Vanaf hen kwetsbaar en traceerbaar. organisatie. juni 2009 werden massale Amnesty International demonstraties georganiseerd registreerde dertig tot veertig onder de leus ‘where is my vote?’ (waar is mijn doden en zo’n vierduizend arrestaties, waarvan er stem). De Green Movement was een spontane velen tot op de dag van vandaag vast zitten. politieke beweging, zonder leiding of organisatie. De opkomst van de Green Movement Wel bleken sociale media een belangrijke rol bleek van korte duur. Er is na 2009 weinig van de te spelen in het organiseren van mensen. De beweging overgebleven. Volgens Paul Aarts is de groene revolutie wordt daarom ook wel ‘Twitter sterke repressie vanuit de overheid daar debet aan. revolution’ genoemd. Deze naam doet volgens ‘Het behoort immers tot een van de belangrijkste Aarts overigens geen recht aan het concept van taken van een dictatuur om de agency van haar de beweging. Waar een revolutie gaat over het eigen bevolking te ontkennen’, aldus Aarts. omverwerpen van een staat en deze volledig Daarmee wordt ook de macht van de burger te veranderen, was het hier de bedoeling om ontkend. Een tweede reden voor de dood van de een interne verandering aan te brengen in het beweging wijdt Aarts aan de afwezigheid van een leider. Het leiderschap over de Green Movement bestaande politieke stelsel. Deze spontane opleving van politiek is Mousavi op een bepaald punt in de schoenen activisme sloot aan bij de ideeën van Ahmadinejads geschoven omdat de beweging zijn idealen had tegenstander Mousavi. Hij voerde campagne met geadopteerd en hem had verkozen tot gezicht van groen als zijn trademark. De activisten koppelden de beweging, maar in feite was er niemand die de hun actie en onvrede aan Mousavi’s campagne en verantwoordelijkheid op zich nam. Waar kwam dit massaal protest nu vandaan, diens kleur. Hier komt de naam van de beweging vandaan. Wat Mousavi zo aantrekkelijk maakte, juist in een land waar dit grote consequenties was zijn belofte in Khatami’s voetsporen te treden heeft? Volgens Paul Aarts is dit een tot nog toe en weer een meer liberale politieke koers uit te onopgelost vraagstuk. Het zou President Rohani zetten. Hij beloofde hervormingen binnen het in ieder geval aan te raden zijn om met dat bewuste politieke systeem en een betrouwbare handhaving vraagstuk rekening te houden in zijn beleid, als hij van de mensenrechten in Iran. Het was voor niet als een tweede Ahmadinejad door zijn volk het eerst in de Iraanse geschiedenis dat een weggezet wenst te worden. Tijdschrift Cul
17
ACHTERGROND
‘Wij zijn geen goed doel’ Over de duurzame ambities van de ASN Bank
TEKST /// MARK MIDDEL BEELD /// LOTJE VAN DEN DUNGEN
18
Vier op de tien mensen wil overstappen van bank, blijkt uit onderzoek van tv-programma Kassa. De bonuscultuur, slechte dienstverlening en wantrouwen jegens de bank zijn de belangrijkste factoren die tot een heroverweging leiden. Banken die zich profileren als duurzaam en transparant zijn een populair alternatief. Maar zijn ze wel zo duurzaam en transparant? Of is duurzaamheid het alledaagse marketingproza van een moderne bank om klanten aan zich te binden? Een verdieping in het reilen en zeilen van de ASN Bank.
andere banken en ziet door haar idealistische en transparante insteek het klantenbestand de afgelopen jaren gestaag groeien. De tijd lijkt aangebroken voor een duurzame bankensector, met de ASN Bank als een van de voorlopers.
Ten tijde van de verzuiling wordt de ASN Bank opgericht (1960) als vakbondsbank. Het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV, later gefuseerd tot de huidige FNV) wilde het spaargedrag onder haar leden bevorderen en streefde uitdrukkelijk naar vakbondsvrijheid. Omdat de bestaande banken investeerden in landen en bedrijven die de vakbondsvrijheid niet erkenden, richtte de vakbond een eigen bank op. De ASN Bank was geboren. Ruim vijftig jaar later breekt de bankencrisis uit en ligt de bankenwereld onder een vergrootglas. De ASN Bank profiteert van de discussie rondom
‘Garantie op 100 % duurzame projectinvesteringen is er niet’
Tijdschrift Cul
Het buitenbeentje van de bankenwereld ‘We worden steeds minder het buitenbeentje.’ Aan het woord is Monique Messelink, een doorgewinterde maar enthousiaste persvoorlichter van de ASN Bank. ‘Vroeger werden we voor gek verklaard en heerste de mening dat we nooit rendement zouden maken. Nu zijn we tien jaar verder en maakt de bank al meer dan tien jaar winst. Men kan niet meer om ons heen’, vertelt ze blijmoedig.
We zitten op het hoofdkantoor van de bank in Den Haag. Het is tevens het enige kantoor van de ASN Bank en heeft slechts 150 man personeel. Dat komt voornamelijk omdat ASN Bank honderd procent dochter is van de SNS Bank. Een deel van de bankzaken
wordt uitbesteed aan SNS of aan externe bedrijven. Toch bepaalt de ASN Bank, volgens Messelink, haar eigen duurzaamheidsbeleid. Daarin stimuleert en beïnvloedt de ASN Bank het grotere SNS op een positieve manier. ‘Voor de wereld van morgen’ Het woord duurzaamheid is gevallen in het gesprek met Messelink. Het is het credo van de bank en daarom logischerwijs Messelinks stokpaardje. ‘Het houdt in dat we de wereld niet slechter willen achterlaten aan volgende generaties en daar ons economisch handelen door laten leiden.’ Deze filosofie, die inmiddels onderschreven wordt door een kleine zeshonderdduizend klanten, staat centraal in de slagzin van de ASN bank: voor de wereld van morgen. Voor de komende jaren is het streven een miljoen ‘tevreden’ klanten. De markt voor duurzame banken wordt groter, blijkt uit de groeicijfers van zowel de ASN Bank als het kleinere Triodos Bank. Desalniettemin beconcurreren ze elkaar: ‘we zijn wel een commerciële instelling, niet een goed doel’, zegt Messelink. Ondanks de duurzame insteek zou de ASN Bank geen nee zeggen tegen vijf miljoen klanten over twintig jaar: ‘zolang we maar geen concessies hoeven te doen aan ons serviceniveau en onze duurzame criteria’. Toch blijft ASN, bij monde van Messelink, altijd vasthouden aan de nutsfunctie
van een bank: ‘Het geld van je klanten op een goede manier uitzetten volgens principes die zij zelf ook kunnen inzien’. Jaarlijks belegt de bank 500 miljoen euro in duurzame projecten, die getoetst worden aan drie pijlers: biodiversiteit, klimaat en mensenrechten. De bank financiert zo’n drieá vierhonderd projecten, van windmolen- en zonneparken tot sociale woningbouw en zorginstellingen. Ook in landen, provincies en gemeenten wordt geld gestoken. Dat zijn veilige beleggingen, omdat de kans niet erg groot is dat ze failliet gaan. De winst wordt bijgeschreven aan het eigen vermogen van de ASN Bank en een deel ervan schenkt de bank aan ‘strategische partners’ zoals Amnesty International en Urgenda, ‘een best substantieel bedrag’, volgens Messelink. Over 2014 blijkt dat 1,5 miljoen euro te zijn, op een winst van 58,6 miljoen euro, dus 3 procent. Risicovol beleggen Elk project waar ASN Bank geld instopt gaat door een screening, waarbij het aan hun criteria getoetst wordt. Een project of stad die door de screening komt, wordt eenmaal in de drie jaar gecontroleerd. Betekent dit dat in de tussentijd een stad, die bijvoorbeeld tien miljoen krijgt van de ASN Bank, zelf de keuze heeft om dat te investeren in daktuinbouw of in een stuk asfaltweg? ‘Ja, zo direct kijken we niet’, erkent Messelink. Garantie op honderd procent duurzame investeringen is er niet: ‘ik geef grif toe dat wij niet claimen dat de screening altijd volledig is’. ‘Gooi de deur maar open!’, roept Messelink op de vraag hoe transparant de ASN Bank is over falende projecten. ‘Duurzaamheid en transparantie zijn woorden die heel erg bij elkaar horen.
Transparantie staat of valt met het serieus nemen van je taak om mensen goed voor te lichten. Dus als het een keer tegenvalt, dan moet je dat maar uitleggen.’ Zo kunnen klanten volgens Messelink altijd antwoord krijgen op een vraag over een dubieus rapport en mijdt ASN bank desinvesteringen niet in hun nieuwsbrief. Toch heeft de ASN Bank niet altijd blunders kunnen voorkomen. De grootste daarvan is de Rochdale-affaire, waarbij de topman van de woningcorporatie Rochdale, ‘Mister Maserati’, voor miljoenen gefraudeerd zou hebben. In een interview met Vrij Nederland twee jaar geleden zegt Piet Sprengers, de duurzaamheidsbaas van ASN Bank: ‘Als we vooraf geweten hadden wat er bij Rochdale aan de hand was, dan hadden we ze wellicht niet op onze balans gezet’. Uit navraag en een inkijk in de jaarbalans van de ASN Bank, blijkt er ook in 2014 nog twintig miljoen euro uit te staan bij ‘Woningstichting Rochdale’. De toekomstige wereld In 2009 kwam ook het moederbedrijf SNS Reaal in opspraak, omdat het investeerde in clusterbommen. ‘Daar schrikken wij van en dan gaan we in gesprek’, klinkt het antwoord van Messelink op de vraag wat de ASN Bank kan doen. Volgens de Eerlijke Bankwijzer, een initiatief van verschillende ngo’s met een jaarlijks duurzaamheidsrapport, heeft de SNS Bank grote vorderingen gemaakt. Het is de vraag of het duurzame beleid van de ASN Bank en de Triodos Bank
doorgetrokken wordt naar de rest van de bankensector. Volgens Messelink heeft de sector een behoudende kant en moeite om te veranderen.Toch ziet ze de banken stapje voor stapje veranderen, vrijwillig of gedwongen. Ze vindt dat de verantwoordelijkheid niet alleen op de klant afgeschoven moet worden en dat de overheid en de banken ook duurzamer beleid moeten uitvoeren. Jaar na jaar scoort de ASN Bank goed op de Eerlijke Bankenwijzer. Ondanks alle manco’s, lopen zowel de ASN Bank als de Triodos Bank, voor op de rest van de bankenwereld. Duurzaamheid is niet alleen alledaags marketingproza, de bank laat ook zien dat ze ernaar handelt. Aan de andere kant laten de risicovolle beleggingen en een soms onvolledige screening zien dat ook de ASN Bank haar duurzame ambities niet altijd kan waarmaken. De bank is gedreven om de wereld van morgen te verduurzamen, maar haar invloed is, ook in de bankensector, beperkt. Banken die zich profileren als duurzaam en transparant zullen niet alleen fouten en onvolkomenheden zoals ‘Rochdale’ moeten voorkomen, ze moeten ook in staat worden gesteld hun duurzame beleid te waarborgen en te verbeteren.
REPORTAGE
Harmonieus leven aan de Groeneweg Het verhaal van de bewoners van Ecodorp Bergen
Tussen Alkmaar en Bergen is een bijzonder dorp in aanbouw. Het terrein, een voormalig militair vliegveld, wordt omgetoverd tot een plek waar mensen, in de woorden van de toekomstige bewoners zelf, ‘op een harmonieuze manier samenleven in liefdevolle verbinding met elkaar, de aarde en de kosmos’. Welkom in Ecodorp Bergen. TEKST & BEELD /// LISANNE HEKMAN
20
Tijdschrift Cul
Architect Fredjan Twigt kwam als eerste met het idee voor een ecodorp. Al snel sloten mensen zich bij hem aan. Toen in 2013 het terrein vrijkwam, kon de bouw beginnen. Maar wat is een ecodorp precies? Volgens het Global Ecovillage Network, waar over de hele wereld duizenden ecodorpen bij zijn aangesloten, is het een soort kleine samenleving waar duurzame principes op sociaal, ecologisch, economisch en cultureel gebied op een holistische wijze zijn verbonden. Ook Ecodorp Bergen is bij dit netwerk aangesloten, en ze streven hier onder andere naar zelfvoorzienend leven en het creëren van creatieve werkplaatsen. Wie zijn de mensen die deze plek straks hun thuis gaan noemen en waarom hebben ze voor deze levensstijl gekozen? Komt dit voort uit onvrede over onze maatschappij, of zijn er andere redenen? Ik bracht een bezoek aan Ecodorp Bergen om hier achter te komen.
Een rijker leven Jan voelde vanaf het eerste moment geen enkele twijfel en ook nu staat het ecodorp bij hem op nummer één. In eerste instantie wilde hij vooral graag samen met andere mensen een mooie plek creëren. Daarnaast is Jans keuze voor een ecodorp voortgekomen uit een stukje onbehagen. Aan de ene kant had hij in zijn persoonlijke leven het gevoel dat hij toe was aan een nieuwe stap, aan de andere kant had hij het gevoel dat de samenleving in de war is. ‘Hoe wij met energie omgaan is haast niet te remmen’, aldus Jan, ‘mensen stappen constant in de auto of het vliegtuig, en hebben steeds meer prikkels nodig om tevreden te zijn.’ Hij voelde een urgentie om het anders te doen. Andere bewoners noemen soortgelijke redenen om over te gaan tot wonen in een ecodorp. Toch stelt iedereen waarmee ik praat een andere drijfveer voorop. Zo geeft bewoonster Pauline Strijbis aan dat ze vooral graag wilde leven met een groep mensen om haar heen. ‘Door andere mensen om je heen te hebben, word je gespiegeld en leer je over jezelf ’, aldus Pauline. Ook Fredjan Twigt houdt van het sociale aspect. Na een reis door Afrika, kwam hij terug in Nederland en had hij het gevoel dat mensen hier erg individueel ingesteld waren. Hij zag dit als een soort armoede. Met een groep mensen van het land en met elkaar leven vindt hij daarentegen rijkdom.
‘Mensen hebben steeds meer prikkels nodig om tevreden te zijn’
Van asbest naar Boeddhabeeldjes Nadat ik de bus uitstap, moet ik nog een half uur over de toepasselijk genaamde Groeneweg naar het dorp lopen. Eenmaal aangekomen laat bewoner Jan Cuperus, die nog op het terrein aan het werk is, even op zich wachten. Ik benut mijn tijd door rond te kijken. Voorbij de poort van het terrein, onder een aantal lindebomen, staat een soort altaartje met stenen, schelpen en een Boeddhabeeldje. De bomen zelf zijn behangen met Tibetaanse gebedsvlaggetjes en een dromenvanger. Op een muur staat een gebed van de Sioux indianen geschreven: ‘O, grote geest, laat mij wandelen in schoonheid’. Ik krijg een rondleiding van Jan. Hij is docent bouwkunde van beroep en ook nu is hij intensief bezig met de bouw van het dorp. Enorm veel beton en asbest is al weggehaald, een hele prestatie voor zo’n kleine groep. Daarnaast zijn ook al een paar dingen opgebouwd. Zo krijg ik de eerste structuur van een demonstratiehuisje te zien, waar bewoners eventueel in kunnen gaan wonen, en staat er een yurt op het terrein. In deze Mongoolse tent komt de groep soms samen voor bijeenkomsten of kleine feestjes. De groep bestaat op dit moment overigens uit zo’n veertien mensen. Reken hier sympathieke mee-bouwers bij en het zijn er zo’n vijfentwintig. In de beginfase van het ecodorp waren dit op het hoogtepunt ongeveer veertig mensen. Toch haakten velen af. Zo zagen ze het volgens Jan toch niet zitten zo intensief samen te wonen met anderen, of schatten ze de hoeveelheid werk verkeerd in.
De dorpskring en het individu Jan en Fredjan vertellen me over de besturingsvorm van het dorp: sociocratie. Beiden weten er veel van en zijn er duidelijk gepassioneerd over. Sociocratie draait om gelijkwaardigheid en erkenning van het individu. In tegenstelling tot democratie, geldt het recht van de meerderheid hier dus niet. In onze huidige maatschappij heb je altijd een minderheid die zich niet gezien voelt, waardoor spanningen kunnen ontstaan. Door het dorp op een sociocratische manier te besturen, hopen de bewoners deze problemen te omzeilen. Wanneer een belangrijke beslissing moet worden gemaakt, wordt er een meningenrondje gehouden en op basis daarvan komt er een beleidsvoorstel. Daarnaast werkt het dorp met verschillende ‘kringen’. Centraal staat de dorpskring, waar beslissingen worden genomen. Daaromheen staan kleinere kringen met aparte taken, bijvoorbeeld over de bouw of Tijdschrift Cul
21
op sociaal gebied. Wanneer beslissingen worden gemaakt in de dorpskring, speelt een coördinator dit door aan zijn of haar kleinere kring. Reacties van die kring worden dan weer naar de dorpskring toegespeeld via een vertegenwoordiger. Op die manier is er via twee wegen terugkoppeling. Volgens Fredjan en Jan werkt sociocratie ook op grote schaal. Zo zijn er grote bedrijven die dit gebruiken en is er een model opgesteld voor de hele wereld. Wel denken ze dat hiervoor een omslag in het denken van mensen moet plaatsvinden. Juist een ecodorp is de perfecte plek om met een bestuursvorm als sociocratie in aanraking te komen. Wanneer mensen namelijk op kleine schaal zien dat het werkt, zullen ze het misschien ook op grotere schaal willen toepassen.
en communes, waarvan vele inmiddels zijn opgedoekt. Wellicht komt het succes van Ecodorp Bergen voort uit het feit dat ze, in tegenstelling tot deze woongroepen, niet het doel hebben om ‘tegen’ de maatschappij te zijn. Hoewel de beslissing om een ecodorp te beginnen wellicht voortkwam uit een stukje kritiek op de maatschappij, is het dorp vooral een plek om een andere manier van leven uit te proberen en te onderzoeken. Op ideologisch gebied willen de bewoners niet extreem streng voor zichzelf zijn. ‘Als je het leuk houdt voor jezelf, houd je het ook langer vol’, aldus Jan. ‘Ik eet nog steeds af en toe een kroketje.’ Na mijn bezoek aan het dorp ben ik ervan overtuigd dat dit soort initiatieven van belang zijn. Hoewel op zo’n kleine schaal de enorme gevolgen van bijvoorbeeld klimaatverandering niet op te lossen zijn, laat het dorp wel zien hoe er op een andere manier om kan worden gegaan met de natuur. Zoals het ecodorp mensen dus kennis kan laten maken met een besturingsvorm als sociocratie, kan het, naar mijn idee, ook een alternatief bieden voor het denken over de natuur. ‘Een omslag in het denken is nodig’, zeiden Fredjan en Jan al. Wellicht begint deze omslag hier.
In tegenstelling tot de democratie, geldt het recht van de meerderheid hier niet
Het succes van Ecodorp Bergen Ecodorp Bergen is niet het enige ecodorp in aanbouw in Nederland. Steeds meer vergelijkbare initiatieven komen naar boven. ‘Kleine blaadjes en zaadjes’, in de woorden van Jan. Niet ieder ecodorp functioneert meteen: soms zijn groepen al gevormd, maar is er nog geen terrein, soms zijn de middelen er, maar haken te veel mensen af. Ook in de jaren zestig en tachtig ontstonden veel woongroepen
22
Tijdschrift Cul
COLUMN
GROEN IS POEN
TEKST /// TESSEL POOL BEELD /// BOB VAN HELDEN
Na een kijkje in mijn keukenen koelkast realiseerde ik me dat deze een metamorfose hadden ondergaan. Waar deze nu vol zitten met biologisch fruit en vlees, amandelmelk en nootjes, zaten ze voorheen vol met het goedkoopste gehakt van de Dirk, of een kanten-klare pastasaus met een oneindige lijst E-nummers. Zijn deze aanpassingen een vooruitgang? Aan de ene kant veranderen we ons leven voor onze gezondheid, maar aan de andere kant doen we allemaal ook onbewust mee aan een trend. We consumeren blind; als een product maar een ‘groen’ label heeft, als er maar ‘biologisch’, ‘scharrel’ of ‘superfood’ op staat, zijn we al geneigd om het te kopen. De laatste jaren proberen mensen steeds ‘groener’ te leven, zo letten we bijvoorbeeld extra op ons voedsel. Kijk maar naar die nieuwe biologische schappen in de Albert Heijn of de komst van gezonde saptenten in Amsterdam; gezond eten is een hype. Maar gezonder eten betekent ook meer geld uitgeven.
Van hype naar trend Anneke Ammerlaan is food watcher en gespecialiseerd in voedselhypes. Ook zij merkt dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt, wat zich uitbreidt tot andere, meer diverse trends, ook rondom voedsel. Bewuster en gezonder leven is volgens haar een proces dat zich van een hype ontwikkelt tot een trend; iets wat op langere termijn voort blijft bestaan. Voorbeelden van deze trends zijn bijvoorbeeld vegetarisch of clean eten, maar ook trends als ‘superfoods’. Een trend wordt een trend wanneer het zichtbaar is voor anderen, en dus overdraagbaar. Dit wordt door sociale media en de openbaarheid van de publieke sfeer mogelijk gemaakt: we delen tegenwoordig alles met elkaar. Maar van trends kan ook misbruik gemaakt worden. Biologische producten onderscheiden we in de supermarkt alleen door de verpakking. Hoe weten we of iets wel echt biologisch is? Echt of nep? ‘Honderd boerenbedrijven […] worden ervan verdacht fraude te hebben gepleegd met scharreleieren’, kopte de NOS onlangs. Dit zette mij aan het denken. Waarom gaan we eerder voor groente met een ‘ecologische’
sticker, zonder echt te weten wat het betekent? Het maakt ons niet uit of het nu ecologisch, biologisch of organisch is. Het staat er op, dus het zal wel goed zijn. En die superfood-hype waar we stiekem allemaal aan mee hebben gedaan, brengt ook het een en ander aan het licht over blinde consumptie. In Amerika wordt boerenkool bijvoorbeeld ook als superfood beschouwd en wordt het voor drie keer zo veel geld verkocht als in de Albert Heijn. Het is gezond, ja, maar is het ‘super’? Natuurlijk zal niet alles fraude zijn, maar ‘groen’ is zeker een marketingconcept voor de massa.
Hoe weten we of iets wel echt biologisch is? Bewuster eten is bewuster denken Aan de Universiteit van Wageningen zijn wetenschappers al bezig met innovatieve manieren om te testen of deze biologische producten wel echt biologisch zijn. Door een unieke chemische vingerafdruk van biologisch eten te ontwikkelen, weten we welke producten écht biologisch zijn, en welke niet. Groen is poen. Dit betekent niet dat we terug moeten naar een ongezond voedingspatroon, maar dat we kritischer na moeten denken over bepaalde labels en trends. Ik laat mijn koopgedrag in ieder geval niet meer zo gemakkelijk leiden door een trend. Tijdschrift Cul
23
De werkgroep Fairtrade Amsterdam
is op zoek naar versterking We promoten fairtrade met als doel dat steeds meer Amsterdamse burgers en bedrijven faire producten leren kennen en gaan kopen, aanbieden en gebruiken. Mooie en goede producten, veilig en schoon geproduceerd, met respect voor mens en milieu, voor een eerlijke, reële prijs.
We zijn op zoek naar versterking. Vrijwilligers die goed zijn in communicatie en zorg willen dragen voor de nieuwsbrief, de website, sociale media en andere mediaacties willen voorbereiden. Daarnaast hebben we behoefte aan mensen die ons netwerk van ruim 200 bedrijven en organisaties willen onderhouden en uitbouwen. Wat hebben we te bieden? • Allereerst een een leuke, diverse en enthousiaste groep mensen! • We bieden je werkervaring op allerlei verschillende vlakken (communicatie, workshops, marketing, contacten met bedrijven etc.) • Een aanbeveling op Linkedin is veel waard als je gaat solliciteren. • We beschikken met ons team over een groot netwerk in de wereld van fairtrade en MVO.
BRON: CO DE KRUIJF / AMSTERDAM
Geïnteresseerd? Meer weten? Kijk op www.fairtradeamsterdam.nl of neem contact met ons op via fairtradeamsterdam@gmail.com
COLUMN
De groene vernielingszucht TEKST & BEELD /// JOSIA BRÜGGEN
Bij de kleur groen komen je gedachten waarschijnlijk al gauw op de lente: lammetjes in een pas gemaaide wei, blaadjes die hunkerend naar frisse lucht aan de takken verschijnen en vogeltjes die plots weer van alles te vertellen hebben. Bij groen denkt er eigenlijk niemand aan vervuilde zeeën, de vernietigende werking van de klimop of netwerken van groenige schimmeladeren. Groen staat, vaker dan we zelf denken, symbool voor vergane glorie en vergankelijkheid.
fitness-fanaten spelen hier handig op in. Voedingsdeskundige Rens Kroes is hier een voorbeeld van. Voor hen die nog niet met de ster in wording bekend zijn: het zusje van Doutzen Kroes – iedereen mag Rens zeggen heeft met haar knappe uiterlijk en hypergezonde recepten menig culinaire aspiraties uit de doofpot gehaald. Rens Kroes, een nuchtere spontane Friezin die zelf haar tandpasta op basis van kokosolie maakt, is voor mij het gezicht van de voedseltrend van de afgelopen jaren en tevens mijn directe ingeving bij de kleur groen.
Duurzame tandpasta Groen wordt vaak in verband gebracht met zuinige energielabels, politiek linkse partijen die het milieu hoog op het programma hebben staan en weilanden vol klaver. Groen is binnen onze samenleving een symbool voor vooruitgang, een betere toekomst en zorg voor het milieu. Dat laatste heeft een enorme invloed op de voedselindustrie: we hechten tegenwoordig veel waarde aan fair trade, stellen eisen aan de manier waarop voedsel is bewerkt, vermijden massaal E-nummers en geven lokaal voedsel de absolute voorkeursbehandeling. Wortels uit de tuin, tomaten uit het schuurtje: de hernieuwde belangstelling voor het productieproces en ‘weten waar je eten vandaan komt’ is groter dan ooit. Voedselgoeroes en
Wat is weerzinwekkender dan een wit-groene sinaasappel op de fruitschaal? Smakelijk schimmelig Toch maakt deze kleur niet altijd de beloften waar: in ons kikkerlandje heeft groen een associatie met vers, nieuw, fris en lekker, maar in Frankrijk denken ze wellicht eerder aan iets anders. Onmisbaar element van het fameuze kaasplankje is daar namelijk de schimmelkaas Roquefort. Hoewel hij groen van kleur is, kan men de smaakvolle kaas niet direct vers of fris noemen. Om haar te bereiden, dient de kaas nadat het
schimmel penicillium roqueforti is toegevoegd, drie tot tien maanden te rijpen. Zwamvlokken, sporen en schimmeldraden verspreiden zich over de kaas en kleuren de Roquefort op den duur karakteristiek groen.Toch rekenen de Franse cuisiniers de kaas tot de hoogste culinaire klasse. Er zijn echter genoeg andere producten die na verloop van tijd op minder waardering kunnen rekenen. Wat is weerzinwekkender dan een wit-groene sinaasappel op de fruitschaal? Beschimmeld brood heeft ook zelden blije gezichten veroorzaakt. Groen is vaak, zonder dat we dat willen zien, een kleur van ‘vergankelijkheid’, van verrotting: een kleur die laat zien dat het vroeger beter was. Het schimmel dat Roquefort tot Roquefort maakt, doet ons ook kilo’s voedsel per jaar weggooien in de afvalbak die speciaal voor plantaardig afval ontworpen is: de groene kliko is al decennialang het afvoerputje van de keuken. Hoe fruitig en fris groen ook kan zijn, groen is onverwacht vaak smerig en onaantrekkelijk. Wanneer we oog hebben voor de schimmel op de pesto en het kroos in de sloot, zien we wellicht ook een rochel op de stoep of een beschimmelde boterham. Dagelijks kampen we met problemen die groen van uiterlijk zijn. Groen is meer dan duurzame chocolade en windmolens: groen kan stinken, rotten en vernielen. Tijdschrift Cul
25
STUDENT IN BEELD
STUDENT
IN BEELD
Nadenkend staart hij uit het raam van een hippe koffietent. De herfstzon schijnt geel op zijn gezicht. Rumoer van de straat, muziek uit de speakers en geschuif van stoelen vormen samen witte ruis. Het lijkt de plotselinge herrie van de koffiemachine achter ons die hem uit zijn overpeinzingen doet opkijken. ‘Ik denk dat ik even een stukje moet wandelen na dit interview…’ zegt hij tegen me. TEKST /// MELVIN BIESTER BEELD /// LOTJE VAN DEN DUNGEN
We zitten al een tijdje te praten. Vincent Sparreboom, derdejaars antropologiestudent, kiest zijn woorden zorgvuldig als hij zichzelf omschrijft als empathisch, kritisch en ‘enigszins verstrooid’. Hij komt serieus op me over, zonder de pretentieuze trekjes te hebben die de intelligentsia zo vaak kenmerkt. Wanneer ik hem vraag naar de meegebrachte ‘artikelen’ - aan de hand waarvan we Student in Beeldinterviews doorgaans vormgeven - komt hij niet met een aantal voorwerpen maar met twee geschreven teksten op de proppen. Ik moet lachen om mijn eigen ambiguïteit. Vincent valt me bij en geeft toe dat het niet in hem was opgekomen het woord ‘artikel’ te interpreteren als iets anders dan een wetenschappelijke tekst. ‘Maar ik heb toevallig ook net een nieuwe videocamera gekocht!’ zegt hij, zowel triomfantelijk als bijna verontschuldigend. Hij blijkt een passie te hebben voor visuele antropologie.
Vincent Sparreboom 26
Tijdschrift Cul
De eerlijke camera Vincent was vanaf jonge leeftijd al geïnteresseerd in fotografie en documentaires, later kwam daar antropologie bij. Nu heeft hij vooral interesse in de wisselwerking tussen beeld en tekst, die elkaar kunnen ondersteunen bij het overdragen van antropologische kennis. Hij noemt veldwerk met de camera ‘eerlijker’. Ten eerste valt werken met een camera meer op: je kunt zien hoe mensen cultureel beïnvloed zijn op het moment dat ze zich anders gaan gedragen wanneer ze voor de camera staan. Wat sociaal wenselijk gedrag is, verschilt immers per groep. Als antropoloog moet je niet bang zijn om zelf het verhaal te beïnvloeden, aangezien dit toch wel gebeurt. Ook laat de camera beter zien hoe het proces van veldwerk plaatsvindt: ‘Voor een documentaire stelde ik een alcoholist een vraag over de gentrificatie van een plein. Vervolgens trekt hij me aan m’n arm mee en sleurt hij me over ‘t plein, met camera en al. Ik ben steeds meer op zoek naar die belichaamde camera, dat de kijker deel uitmaakt van de veldwerkervaring.’ Verder is visuele etnografie eerlijker omdat het onderzoeksresultaat inclusiever is: informanten kunnen zelf weten wat er met de door hen verstrekte informatie is gebeurd, aangezien een documentaire toegankelijker is dan een academische tekst.
Op dit moment is Vincent bezig om toegelaten te worden als spreker tijdens een conferentie over visuele antropologie, waar hij wil praten over zijn volgende project. Dit wordt een korte documentaire over de diverse tijdelijke leefomgevingen van het Amsterdamse vluchtelingencollectief Wij Zijn Hier; een organisatie die voornamelijk bestaat uit afgewezen, maar niet uitzetbare vluchtelingen. Vincent: ‘Bij toeval raakte ik in het Rembrandtpark in gesprek met een aantal vluchtelingen die me spontaan meenamen naar het gekraakte pand waarin ze verbleven’. Daar ontmoette hij Mufti Ababujeh, die op dat moment bezig was een filmscreening te organiseren voor de bewoners van het pand. Met Mufti wil Vincent een documentaire maken over de vijftien panden waarin de groep de afgelopen drie jaar verbleef. Wat voor herinneringen komen naar boven wanneer Mufti deze panden opnieuw binnentreedt? Hoe zijn ze in staat geweest om een thuis te creëren, en hoe wordt deze plaats opnieuw ‘eigen’ gemaakt bij het weerzien? Om voor werkelijk belichaamd materiaal te zorgen zal Mufti een kleine camera opgespeld krijgen die zijn lichaamsbewegingen volgt. Vincent wil Mufti zelf zijn verhaal laten vertellen. Dat wil echter niet zeggen dat de antropoloog geen plaats meer heeft in de documentaire, vindt Vincent. Samen met Mufti laat hij het verhaal zien van een migrant in limbo, die zonder documenten en ondanks constante verhuizingen en onzekerheden toch een duurzame band kan ontwikkelen met een plek. Een plek ver van zijn thuisland, in een land waar hij als ongewenst is bestempeld. Volgens Vincent moeten we er echter voor waken dat we de groepen die we onderzoeken niet slachtofferen. Juist het laten zien van agency onderstreept een verhaal van hoop. Wanneer etnografische kennis geconstrueerd wordt als een verhaal van wanhoop, dan reproduceert deze bestaande structuren waarin de staat en de geopolitiek het heft in handen hebben. Eigenlijk zouden we de nadruk moeten leggen op de kleine bewegingen die deze structuur af kunnen breken. We moeten af van de cynische antropologie van reproductie, ten gunste van een meer verbeeldende antropologie die de mogelijkheden van verandering centraal stelt.
Er valt een lange stilte, vervolgens een verward: ‘Ik ben even de draad kwijt.’ Ik hoop met een tweede kop koffie de intense academische sfeer van het afgelopen uur wat te doorbreken. ‘Wat doe je ter ontspanning? Wat ligt er op je nachtkastje?’, probeer ik. ‘Antropologieboeken’, antwoordt hij met een glimlach. Dat schiet dus ook al niet op. ‘Ja, ik denk dat ik even een stukje moet wandelen na dit interview…’ Van vluchtgedrag naar rootedness ‘De academische wereld is gevaarlijk’, stelt Vincent. Deze wereld duwt je in de rol van beschouwer, van analist. ‘Ik vind de emotionele verbinding ook belangrijk.’ Zo’n connectie bouw je pas op tijdens langdurig contact, en dat is precies waarom Vincent tegenwoordig liever ergens ‘wortelt’ dan dat hij reist. Hij groeide op in Rijswijk en studeerde vervolgens een tijdje filosofie in Groningen, waar hem een gevoel van eenzaamheid bekroop. Hij toog naar Nepal en India, en had slapeloze nachten in het Midden-Oosten. ‘Vluchtgedrag’ noemt Vincent het, ‘op zoek naar een thuis.’ Onderweg merkte hij dat hij nooit een echte connectie kon voelen met de plekken waar hij kwam. Dat verandert uiteindelijk nadat hij zich in Amsterdam vestigt. ‘Ook al ben ik deze straat zeker 2000 keer doorgefietst, ik weet dat ik telkens weer andere, nieuwe dingen zie en nieuwe mensen spreek.’ De deur slaat open en koude lucht stroomt naar binnen. Isa, een vriendin van Vincent, wandelt de koffiezaak binnen om een praatje met ons te maken - alsof ze wil onderstrepen hoe Vincent geworteld is in de stad. Aanvankelijk wilde hij niet alleen antropologie studeren om een verschil te kunnen maken, maar ook om te kunnen blijven reizen. In plaats daarvan heeft het hem het belang van rootedness geleerd, en hoe hij dit in beeld wil brengen. Vincent en Isa lopen samen naar buiten, de frisse maar zonnige stad in. Mensen fietsen langs en Vincent knikt vriendelijk, zichtbaar tevreden dat hij nu een stukje kan wandelen in zijn wijk.
‘Ook al ben ik deze straat al zo vaak doorgefietst, ik zie steeds weer nieuwe dingen.’
Zou Vincent’s verhaal in zekere zin niet hetzelfde zijn als dat van Mufti? Hoewel hun situaties onvergelijkbaar zijn in ernst hebben ze beiden de wereld afgereisd op zoek naar een thuis. De antropoloog en de vluchteling, ontworteld maar op zoek naar een betere plek, kwamen elkaar tegen in Amsterdam. Het is een verhaal van hoop. Tijdschrift Cul
27
DE GROENE QUIZ Hoe groen ben jij? Overal vinden we de kleur terug: van komkommers tot het Starbucks-logo, van appeltaart tot het Groene Boekje. Groen is alom vertegenwoordigd in onze dagelijkse omgeving, in vele vormen, met verschillende doeleinden. Wat weet jij over de kleur groen? Test je kennis met deze quiz! 1. Hoeveel water is er nodig om één biefstuk (150 gram) te produceren? A. B. C.
750 liter 1500 liter 3000 liter
2. Hoe lang duurt het voordat in Nederland zonnepanelen zichzelf terugverdiend hebben? A. B. C.
3 jaar 5 jaar 9 jaar
3. Waarom veranderde McDonald’s de bekende rode achtergrond in het logo eind 2009 in de kleur groen? A. B. C.
McDonald’s hoopt hierdoor een milieuvriendelijker imago te krijgen. McDonald’s maakt nu alleen nog maar gebruik van duurzame energie. McDonald’s gebruikt vanaf dit moment alleen biologisch vlees. 4. Welke Nederlandse provincie levert de meeste windenergie - denk aan windmolens en turbines? A. Noord-Holland B. Flevoland C. Zeeland 5. Van welk automerk was de eerste hybride-auto beschikbaar op de markt? A. Renault B. Toyota C. Mitsubishi
Wil je de antwoorden zien? Ga dan naar onze website:
www.tijdschriftcul.nl
6. Wat is het prijsverschil tussen 300 gram biologische kipfilet en AH kipfilet bij de Albert Heijn? A. B. C.
€ 1,95 € 3,70 € 4,90 7. Wat is géén spreekwoord? A. B. C.
Je groen en geel ergeren. Door het groene gras lopen. Aan de groene tafel zitten.
8. Door welke kleuren is de kleur groen ingesloten in de regenboog? A. B. C.
Blauw en indigo Violet en beige Blauw en geel
9. Wat zijn de drie bekende groene straten in de originele versie van Monopoly? A. B. C.
Biltstraat, Neude, Vreeburg. Blaak, Coolsingel, Hofplein. Biltstraat, Zijlweg, Plein.
10. Welke smaak heeft de groene reep in het assortiment van Tony’s Chocolonely? A. B. C.
Melk en hazelnoot Puur, pecan en kokos Melk, rabarber en crumble
11. Het Nederlandse bedrijf Plant-e kwam onlangs in het nieuws met een nieuwe methode om duurzame energie op te wekken. Op welke manier proberen zij stroom op te wekken? A. Gras B. Algen C. Koolzaad
QUIZ & ILLUSTRATIES /// JOSIA BRÜGGEN
Sinds 2005 schrijft Mario Rutten columns voor de Cul. Iedere column gaat over een persoon en vertelt iets over de antropologie of het doen van veldwerk. Alle columns zijn gebundeld in het onlangs verschenen boek ‘Antropologische ontmoetingen’.
TEKST /// MARIO RUTTEN BEELD /// MIKE RIJKERS
Jignesh ‘Ze verpesten de beste twintig jaar van hun leven door naar het buitenland te gaan. Ze hebben geen sociaal leven in Londen, maar zijn alleen bezig met geld verdienen. Ik heb een veel beter leven hier in India en ik heb helemaal geen zin om naar Londen toe te gaan.’ Deze opmerking maakte Jignesh (36 jaar) in 2012 in zijn dorp in Gujarat (India) nadat ik hem onze documentaire Living Like a Common Man (2011) had laten zien. Zijn twee neven spelen een centrale rol in de documentaire die gaat over het leven van recent aangekomen jonge Gujarati migranten in Londen. Hoewel afkomstig uit welgestelde middenklasse families op het platteland van India, wonen deze jongeren met z’n twaalven in een klein, oud huis in een achterstandswijk in OostLonden, waarbij ze overdag laaggeschoold werk voor weinig geld verrichten. Jignesh is samen met zijn twee neven in een grootfamilie opgegroeid. Nog steeds vormen de gezinnen één economische eenheid en wonen ze in
30
Tijdschrift Cul
één huis. In de jaren voorafgaand aan hun vertrek heeft Jignesh gezien hoe zijn twee neven er alles voor over hadden om naar het Westen te kunnen migreren. En daarin waren zij geen uitzondering in het dorp. De streek van centraal Gujarat staat bekend om een hoge mate van migratie naar Engeland en Amerika. Soms lijkt het erop alsof binnen middenklasse families in deze regio bijna iedere jongere wel uit India weg wil. Maar dat geldt niet voor Jignesh: ‘Ik heb geen enkele interesse om naar het buitenland te gaan, behalve misschien een keer op vakantie. Mijn neven vergooien hun beste jaren, alleen maar om geld te verdienen. Met de inkomsten uit ons landbouwbedrijf en mijn investeringen in
COLUMN
aandelen hou ik hier in twintig jaar evenveel over als zij daar. En tegelijkertijd geniet ik wel van mijn leven, terwijl mijn neven alleen maar bezig zijn met werken. Oom Mario, je hebt zelf gezien hoe ik hier ’s avonds met mijn vrienden voor de dharmshala (dorpshuis) zit te kletsen tot diep in de avond. Dat is het sociale leven dat wij hier in India hebben en dat mijn neven in Engeland missen.’ Tijdens een vervolgbezoek in 2014 blijkt Jignesh nog steeds van mening te zijn dat zijn neven destijds een verkeerde keuze hebben gemaakt door naar Engeland te gaan. Maar over zijn eigen positie in India is hij iets minder positief. Woedend komt hij op een middag mijn kamer binnen gelopen: ‘Mijn familieleden dragen op geen enkele manier iets bij aan ons landbouwbedrijf. Ik moet alles zelf doen, maar zij eisen wel steeds dat ik hen geld geef voor allerlei activiteiten die zij willen ondernemen. Daardoor wordt het voor mij steeds moeilijker het landbouwbedrijf te runnen en kom ik steeds meer in de problemen.’
onze velden. Nadat ik hem het geld had gegeven bleek dat hij het helemaal niet gebruikte voor afbetaling van onze schuld, maar om een winkel in kunstmest in het dorp op te zetten. Er zijn al meerdere van dergelijke winkels in ons dorp en dat betekent dat hij hiermee heel weinig zal verdienen en de lening niet zal kunnen terugbetalen. Tot nu had ik een hoge kredietwaardigheid bij de bank, maar die staat nu op het spel. Toen mijn oom zijn winkel in kunstmest opende ben ik er niet naar toe gegaan en ik blijf ook gewoon de kunstmest voor ons landbouwbedrijf kopen via de winkel van mijn vriend waar ik al jaren kom.’
‘Ik heb geen enkele interesse om naar het buitenland te gaan’
Tot 1998 ging het de familie van Jignesh economisch voor de wind. De familie had een behoorlijke hoeveelheid geïrrigeerde landbouwgrond, een vloertegelfabriek en een koelhuis voor de opslag van aardappelen. Vijftien jaar geleden is de familie in grote financiële problemen geraakt door verliezen in de aardappelhandel. Sindsdien lopen er rechtszaken, hebben ze de vloertegelfabriek moeten sluiten en is er beslag gelegd op het koelhuis. Op een gegeven moment was het zelfs zover gekomen dat Jignesh’s familieleden hun paspoorten moesten inleveren omdat de autoriteiten bang waren dat zij misschien naar het buitenland zouden vluchten. Op dit moment is Jignesh de enige die via het landbouwbedrijf voor het inkomen van de familie zorgt. Zijn familieleden vragen hem voortdurend om geld voor van alles en nog wat. ‘Een paar maanden geleden vertelde mijn oom dat hij geld nodig had om onze schuld af te lossen. Ik moest van hem een lening van 900.000 roepies (13.000 euro) opnemen met als onderpand de gewassen op
‘Alles moet ik voor onze familie betalen: energie rekeningen, telefoonrekeningen, boodschappen, schoolgeld voor de kinderen, etc. Mijn neven hebben nooit iets bijgedragen vanuit Engeland of gaven het direct aan hun ouders die het dan voor zichzelf hielden. […] Dat is dan wel weer een voordeel van het in Engeland wonen’, mijmert Jignesh even later. Verwijzend naar beelden uit de film geeft hij aan dat zijn twee neven misschien destijds ook om andere redenen dan het verdienen van geld naar het buitenland zijn vertrokken: ‘Daar hebben ze geen last van de familie, ze hoeven geen rekening te houden met anderen maar kunnen gewoon zelf hun gang gaan.’ In zijn artikel ‘Revealing Habitus, Illuminating Practice: Bourdieu, photography and visual methods’ (2009) wijst Paul Sweetman op de mogelijkheid om via visuele methodes je bewust te worden van vanzelfsprekendheden in je eigen gedrag en dat van anderen, en om daarop te reflecteren. Jongeren in India zoals Jignesh hebben vaak kritiek op de slechte werk- en leefomstandigheden waarmee hun leeftijdsgenoten worden geconfronteerd in Engeland en prijzen het sociale leven dat zij leiden in India. De drang onder jongeren om naar het buitenland te gaan blijkt gedeeltelijk ingegeven te zijn door de wens om zich te onttrekken aan de sociale druk van het familie leven thuis. Het kijken naar onze documentaire Living Like a Common Man bracht bij Jignesh deze kritische reflectie teweeg. Tijdschrift Cul
31
ALUMNI
Berichten uit het veld
Antropologie: een zoektocht naar verbanden TEKST & BEELD /// LEX KUIPER
Tien jaar geleden bezocht ik nog de open dagen van de studies ‘toegepaste wiskunde’ en ‘chemische technologie’. Ik had het profiel Natuur & Techniek op de middelbare school en een vervolg in de bètawetenschappen lag voor de hand. Mijn ‘probleem’ was dat ik alles interessant vond: talen, de natuurwetenschappen, ja zelfs landschapsinrichting. Maar wat ik echt zocht was het begrijpen van verbanden: tussen mensen onderling en hun omgeving en verschillende manieren van denken. De natuurwetenschappen waren voor mij te beperkend, voor mij leken ze toen en nu teveel in hun eigen hokjes te werken. Ik wilde meer weten over de mens en de complexe relaties waar we ons in bevinden. Oké, misschien dacht ik toen nog niet echt in deze termen, maar ik weet nog dat ik was aangetrokken tot de antropologie door de enorme breedte van het onderzoeksveld. Je had de economische antropologie, de medische antropologie, en de antropologie van religie bijvoorbeeld, en vaak waren zij niet zo duidelijk van elkaar te onderscheiden.
32
Tijdschrift Cul
‘Zonde,’ zei mijn toenmalige mentor en natuurkundeleraar. Immers, in de bètawetenschappen waren de banen en ik had er toch een redelijk goed gevoel voor. Maar ik koos voor de antropologie en ik heb er nooit spijt van gehad. In mijn eerste jaar zei een docent al: ‘antropologie is geen beroep, het is een manier van leven.’ Nu besef ik hoe waar dat is. De studie en vooral ook mijn mede-antropologen hebben mij gevormd tot wie ik nu ben. In mijn promotieonderzoek kijk ik naar de rol van ‘hoop’ en ‘tijd’ in de verslavingszorg. Een jaar lang zat ik voor mijn veldwerk in Java, Indonesië. Het Indonesische beleid ten aanzien van drugsgebruikers is repressief, maar meer en meer is er aandacht voor verslaving als een ziekte. Ik wilde weten wat deze verschuiving betekende en ging onderzoek doen in een methadonkliniek. Methadon is een vervanger voor heroïne die gebruikers een stabieler leven zou moeten bieden. Elke dag begaf ik me naar de kliniek met dokters in witte jassen, de stoffige parkeerplaats met voormalig en huidige heroïnegebruikers en zat
Lex Kuiper (1987, Twello) Medische Antropologie en Sociologie UvA, 2011 Lex Kuiper is promovendus bij het Amsterdam Institute for Social Science Research. Zijn onderzoek naar methadongebruik en hoop is deel van het project ‘Rights, Responsibilities, and the HIV/AIDS Pandemic’ van Dr. Jarrett Zigon.
ik bij groepsgesprekken van een lokale ngo in ruimtes vol met sigarettenrook. Met mijn onderzoek wil ik het doel van stabiliteit ter discussie stellen. Veel gebruikers hebben baat bij de methadon: ze hoeven niet constant op zoek naar heroïne of naar geld om heroïne te kopen. Ook lopen ze minder risico opgepakt te worden door de politie. Maar wat doet het met mensen als hen wordt verteld dat ze de rest van hun leven elke dag naar de kliniek moeten komen om daar hun medicijn op te halen?
Als de mogelijkheden voor een ‘ander leven’ worden afgesloten? Dit zijn vragen die ik nu in het laatste jaar van mijn onderzoek antwoorden voor zoek. In mijn werk spreek ik met mensen die onderzoek doen naar drugs, naar hoop, naar klinieken, naar architectuur, naar beweging, naar eten en nog veel meer. En bij hen allen vind ik puzzelstukjes die mijn denken verder brengen en nog steeds is het deze reikwijdte van de antropologie die me zo aanspreekt.
Tijdschrift Cul
33
KWAKIUTL
FOTO /// BOB VAN HELDEN
Lieve antropologen, De tweede Cul van het jaar alweer, wat gaat het snel! In de eerste maanden van het studiejaar heeft iedereen de tijd gehad om (weer) te wennen aan het studentenleven en volop in de studie te duiken. Ook bij Kwakiutl moesten we opstarten, maar nu draaien we op volle toeren. Begin november zaten we bijvoorbeeld een weekend in Hunsel, een dorp in een verre Limburgse uithoek. Een weekend met de nodige drankjes, gebakken eieren en bovenal, een geslaagde bonte avond. Zeker voor herhaling vatbaar en gelukkig krijgen we daar in 2016 nog vaak genoeg de kans voor. Met een weekend Goirle, het liftweekend en natuurlijk de grote reis. Waar die naartoe gaat is nog even een verrassing, maar noteer de laatste week van mei alvast in je agenda, want het belooft opnieuw een grandioos spektakel te worden. Naast al deze avontuurlijke reisjes, organiseren we ook serieuzere activiteiten. Hiermee proberen we een verlengde van de studie te zijn, omdat we merken dat antropologen geïnteresseerd zijn om verder te kijken dan hun eigen wereldje. We hebben de afgelopen tijd onder andere een lezing gehad over de dood en binnenkort
34
Tijdschrift Cul
wordt er in de Common Room gesproken over pedofilie. Zware onderwerpen die een discussie waard zijn, maar zeker ook lichtere onderwerpen zoals ‘de vertrutting van Amsterdam’, komen aan bod. Behalve bij lezingen, willen we ook graag dat antropologen elkaar ontmoeten in een meer relaxte setting. Dat kan elke week op donderdag tijdens de borrel in de Krater. Nog nooit geweest? Kom dan vooral eens langs! We organiseren de borrel voor antropologen en sociologen, om elkaar beter te leren kennen en als ze elkaar al kennen, geven we graag een lesje verkleden tijdens één van de themaborrels. Of tijdens onze feesten, waarvan we er half november één hadden. Een succesfeest, georganiseerd met SEC (sociologie), Sarphati (sociale geografie en planologie) en Kanvas (kunstgeschiedenis), met als thema ‘African Vibes’. Een thema waarbij wij als antropologen de diversiteit van dit bijzondere continent konden benadrukken. Diversiteit laten we hopelijk ook zien bij onze vereniging. Iedereen kan zich aansluiten en we hebben interessante activiteiten voor jullie allemaal. Wees vooral welkom en we hopen jullie te zien op één van de komende evenementen. Voor nu: een fijne decembermaand en feestelijke start van het nieuwe jaar gewenst!
Sofie van der Maarel – Voorzitter ASV Kwakiutl 2015-2016
AGENDA
KWAKIUTL AGENDA
JAN FEB
4 De Andere Blik 2 7 Nieuwjaarsdiner 14 Open Podium 25-29 Tentamenweek 4 Themaborrel 18 De Andere Blik 3 23 Film Festival 25 Tweede Feest
LaSSA AGENDA LaSSA staat voor Landelijke Samenwerking Studenten Antropologie. De LaSSA is opgezet door de vijf Nederlandse studieverenigingen antropologie, namelijk: DjembĂŠ uit Utrecht, Itiwana uit Leiden, Umoja uit Nijmegen, EOS van de VU in Amsterdam en Kwakiutl van de Universiteit van Amsterdam. Deze organisatie brengt de leden van de verschillende verenigingen met elkaar in contact door middel van het organiseren van activiteiten.
26 FEB 14 MA 11 MEI 3-5 JUNI
LaSSA Congres Amsterdam LaSSA Debat Leiden AntropoLoopbaan Nijmegen LaSSA Liftwedstrijd
Dagelijks gooien we in Nederland 500.000 plastic flesjes weg. Een groot gedeelte bestaat uit plastic bronwaterflesjes. Daar wil KRNWTR, het eerste merk voor kraanwater, iets aan doen. Want kraanwater is gezond, lekker en veel beter voor het milieu dan bronwater, dat verpakt en vervoerd moet worden. Surf voor meer info naar krnwtr.nl!
Deze fles winnen? Mail dan snel naar bob@krnwtr.nl waarom jij deze fles m贸et hebben! En wie weet heb jij deze binnenkort in huis!