Internet Cul

Page 1

cul

Online Thaise bruiden shoppen

Waarom het internet een hoer is

Oorlogsvoering in een digitaal tijdperk syndroom

Antropologisch Tijdschrift | Jaargang 26 | Nummer 4


Colofon Onafhankelijk antropologisch tijdschrift Cul is verbonden aan de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie van de Universiteit van Amsterdam.

Hoofdredactioneel

V

eel van ons zijn niet opgegroeid met internet als een vanzelfsprekendheid. Toen ik (heel) jong was kregen wij onze eerste computer thuis: een enorme bak. Zelf wist ik er geen raad Hoofdredacteur Roos de Wijs mee, en het heeft ook even geduurd voordat mijn broers en ik er Adjunct hoofdredacteur Carolien den Boer het nut van inzagen. Je kon er spelletjes mee spelen en kleurpla­ ten mee printen, maar veel meer dan dat deed je niet. Tegenwoordig hebben zelfs jonge kinderen een eigen Vormgeving Marcella Grasdijk tablet, en chatten ze met elkaar met hun eigen smartphone. Beeldredactie Jolijn Sterk Mark Schaap Vloggers zijn de nieuwe beroemdheden en in collegezalen zit ie­ dereen, op een enkele uitzondering na, naar zijn laptop te turen. Robin Stark Het internet is biedt toegang tot een wereld met ein­ Sammy Stasse deloze mogelijkheden. Binnen deze online wereld zijn er ver­ Eindredactie Joosje Slot schillende culturen en hun subculturen te vinden. Mensen zijn Lise van der Veer verslaafd aan deze online wereld, en het is voor menigeen niet Pascal de Haas weg te denken uit onze huidige cultuur. Hoog tijd voor de Cul Eventmanager Yasmine Fikken om hier een thema aan te wijden dus. Wat betekent deze di­ gitale toegang voor ons, en hoe kunnen we hier een antropolo­ Reiscoördinator Susan Goldman gische blik op werpen? In deze editie is onder andere geschreven Penningmeester Paola Leijssen over digitale rouwplaatsen, de oorlogsvoering van de toekomst, Acquisitie Jasper Knegt socialistische imageboards, het ontstaan van internet-memes, de Webredacteur Max van Zon verslaving aan YouTube en nog veel meer. Coverfoto Jolijn Sterk Dit is daarnaast de laatste Cul voor Carolien den Boer Mark Schaap en ondergetekende als hoofd­redactie. We zijn de redactie dank­ Robin Stark baar voor elke bijdrage en de lezers voor het lezen. De nieuwe hoofdredactie, bestaande uit Paola Leijssen en Pascal de Haas, Speciale dank aan wensen wij een fantastisch jaar toe!

Bart Hoogteyling, Dave Meijerink, Dorien Zandbergen, Esra Seval Dede, Francio Guadaloupe, John Willekes, Laura Dashwood, Marian Bruijn, Peter van Rooden en Robin Buskes. Tijdschrift Cul is altijd op zoek naar nieuw schrijftalent. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten of te weigeren. Voor informatie en advertentiemogelijkheden mail naar redactie@tijdschriftcul.nl Drukkerij Andeko Graphic Oplage: 500 ISSN: 18760309 Tijdschrift Cul Nieuwe Achtergracht 166 1018 WV Amsterdam redactie@tijdschriftcul.nl www.tijdschriftcul.nl Volg ons nu ook op Facebook, Twitter en Instagram! @tijdschriftcul

2

Tijdschrift Cul

Roos de Wijs Hoofdredacteur


Inhoud

20

Essay Een nieuw doelwit Mark Schaap

Reportage 22 Een euro voor een half uurtje wifi in de bibliotheek, belachelijk! Jasper Knegt 25

Column Smartphone zorgt voor pedopaniek Paola Leijssen

26

Student in beeld Robin Buskes: Een reis zonder bereik Joosje Slot

4

Column Rouwen op Facebook Susan Goldman

28

Achtergrond Surfen op het socialistische web Max van Zon

5

Achtergrond Meme Safari Robin Stark

30

Alumni Dorien Zandbergen Jolijn Sterk

8

Achtergrond The Chronicles of Fanfictie Online Yasmine Fikken

Winnaar Schrijfwedstrijd Mijn tanden zijn de deuren naar mijn ziel

10

Verhaal Een Google Maps belevenis Sammy Stasse

31

12

Essay Internet is een hoer Lise van der Veer

33

Column Het morele internet Francio Guadaloupe Peter van Rooden

14

Essay De virtuele toegangspoort Roos de Wijs

Esra Seval Dede

Interview 16 Reizende artiesten Pascal de Haas Essay 18 De zombies van het internet Marcella Grasdijk

Tijdschrift Cul

3


Column

Rouwen op Facebook Tekst Susan Goldman Beeld Robin Stark

‘Jouw lach zal nooit vergaan.’ Tientallen berichtjes zoals deze. Foto’s van haar als een koddige baby, als een nichtje, een vriendin en een zus komen voorbij. Haar Facebookpagina is een digitale rouwplek geworden: een virtuele omgeving waarin mensen hun rouw tonen. Sociale media als een platform voor een intens gevoel als gemis, dat is iets waar ik altijd een beetje afke­rig van ben geweest. Toch heeft een vriendin mijn gedachten daarover veranderd. Het was warm, de zomervakantie kwam eraan. Ze sprong enthousiast van de fiets zodra ze me zag zitten op het pleintje voor haar huis. Als meisje van vijftien jaar had zij eindelijk ook een échte smartphone. We begonnen meteen de camera uit te testen. Verbaasd keken we naar de foto’s: ze waren zó scherp. Gedurende onze vriendschap hebben we er veel gemaakt. Van elkaar, of van onszelf. Ze waren niet allemaal even boeiend maar voor ons waren ze grappig en stiekem soms best mooi. Veel staan er op haar Facebook. Zij deelde foto’s met plezier. Daarop schenkt ze je graag haar lach en altijd heeft ze vrienden of familie om zich heen. Haar leven oogt gelukkig en onbezorgd: een jonge tiener in de bloei van haar leven. Ze heeft het alleen niet helemaal kunnen uitbloeien. Op 14 februari was haar tijd ineens op. In het ziekenhuisbed werd ze omringd door geliefden, maar zelf was ze ergens anders. Voor even had ze nog die leuke blosjes op haar wangen. Toen die weg waren moet het heel stil zijn geweest.

4

Tijdschrift Cul

Op sociale media was het omgekeerd. Het besef verspreidde zich en berichtjes stroomden binnen. Het voel­ de anders. Voor de komst van het internet was er sprake van een graf, een urn of een fysieke plek waar je je geliefde kon opzoeken. Dat kan nu nog steeds, maar geleidelijk aan is er een moderne vorm van rouwen ontstaan. Er kan worden stilgestaan bij de vergankelijkheid van het leven, maar dan in de eigen tijden in de eigen ruimte. Veilig achter een scherm, en toch niet anoniem. En dat vond ik moeilijk. Hoe konden al deze mensen openlijk hun gemis, een complex gevoel dat moeilijk te vatten is, zo makkelijk tonen op een sociaal medium als Facebook? Ik heb deze vraag nooit echt durven uitspreken, bang voor wat er zou gebeuren als ik dat deed. Wie was ik om de manier waarop anderen rouwen te bekritiseren? Vijf jaar later is de afstand groter. Nu weet ik dat het geen kritiek was, maar onzekerheid. Ik haal het niet meer in mijn hoofd om te twijfelen aan mijn verdriet om haar, puur en alleen omdat ik het niet graag op sociale media toonde. Nu ben ik erg dankbaar dat er mensen waren die wel hun rouw deelden op platforms zoals Facebook. Hierdoor hebben ze door de jaren heen samen van haar Facebookpagina een archief met herinneringen gemaakt. En daarmee is Doris toch nog een beetje hier. ◆


Achtergrond

Meme Safari Een zoektocht naar Chad

Dit is een Chad. Het is een naam, maar je kan een Chad zijn zonder zo te heten. Chad is namelijk geen persoon, maar een idee. Hij is mannelijk, hetero­seksu-­­­ eel jong, sportief, oppervlakkig, po­ pulair en seksueel actief. Hij is geboren op het internet en leeft nog altijd voort op verscheidene digitale locaties. Hij bestaat uit een verzameling aan di­ gitale artefacten die zijn gemaakt en verspreid door een groot aantal internet­ gebruikers. Chad is een internet­meme. Tekst en beeld Robin Stark

Het woord ‘meme’ komt van evolutionair bioloog Richard Dawkins en zijn boek The Selfish Gene. Het boek is een po­ ging om culturele veranderingen te begrijpen als een proces dat vergelijkbaar is met het evolutieproces. Een meme is voor Dawkins een stukje cultuur dat zich verspreidt van persoon tot persoon door middel van imitatie en kopieergedrag. Denk bij­ voorbeeld aan een modetrend die zich verspreidt omdat mensen de kledingkeuzes van elkaar overnemen. Verschillende memes concurreren met elkaar voor aandacht. Sommige worden geko­ pieerd en leven voort, andere worden genegeerd en sterven uit. Zo vindt er een culturele vorm van natuurlijke selectie plaats. Deze manier van denken over cultuur wordt ook wel ‘memetics’ genoemd. Het woord ‘meme’ is niet populair onder academici maar zeer populair onder internetgebruikers. In internetjar­ gon is een meme een grap die zich over het internet verspreidt doordat verschillende mensen deze herposten en verspreiden en ondertussen nieuwe variaties op diezelfde grap bedenken. Een internet-meme als Chad ontstaat dus als een reactie op een reactie op een kettingreactie. Het is een stukje cultuur dat is gedeeld en overgenomen in kleine interacties tussen inter­ netters en als gevolg heeft Chad zich gaandeweg ontwikkeld tot een breder sociaal fenomeen.

De digitale duisternis De meme is begonnen op 4chan.org, een site die bekend staat als een duistere hoek van het internet, die de fanatiekste en grofste gebruikers aantrekt. Het is een Engelstalig forum waar mensen anoniem foto’s, video’s en teksten met elkaar kunnen delen en bediscussiëren. 4chan is opgedeeld in verschillende pagina’s, boards, die zijn bedoeld voor specifieke onderwerpen. Je hebt bijvoorbeeld een board voor discussies over muziek, maar een andere voor het delen van hardcore porno. Op zo’n pagina kun­ nen gebruikers een discussie of thread beginnen waarop ande­ re gebruikers weer kunnen reageren. De nieuwste posts staan boven­aan en threads die geen reacties meer krijgen verdwijnen.

Tijdschrift Cul

5


Achtergrond

De Chad meme is voornamelijk ontstaan op het­ /r9k/­-board van 4chan en heeft zich vanuit daar over het in­ ternet verspreid. De /r9k/-pagina is bedoeld als plek waar gebruikers anoniem anekdotes kunnen delen met elkaar. De trouwe bezoekers van /r9k/ noemen zichzelf robots en heb­ ben samen een soort digitale subcultuur opgebouwd. Robots hebben echt een eigen taaltje, eigen memes en zijn verenigd in ironische afkeer tegen de buitenwereld. De gesprekken van robots draaien meestal om eenzaamheid, werkloosheid, so­ ciale isolatie, de ingewikkeldheid van sociale relaties en zijn vaak nogal vrouwonvriendelijk. De niche kennis over het dynamische landschap van termen en memes die een /r9k/-gebruiker opdoet, is een cruciaal onderdeel van de robot identiteit. Memes en jargon functioneren in deze kringen als een soort cultureel kapitaal dat nodig is voor sociale accep­ tatie. De Chad en de Maagd Het archief van /r9k/ begint in 2012. Het woord ‘Chad’ was destijds nog niet meer dan een naam. Wel kwam de naam af en toe ter sprake op een zeer negatieve manier. Verschillende internetgebruikers associeerden de naam met jocks, een type personage dat vaak voorkomt in Amerikaanse films over de middelbare school. In deze films zijn jocks meestal de sportieve populaire jongens uit rijke families die vaak arrogant zijn, haantjesgedrag vertonen en alle meiden krijgen. Anderen noemden het soms een typische naam voor ‘corpsballen’ of ‘yuppen’. Er leek een losse consensus te bestaan over de naam Chad als negatieve associatie met jonge sportieve mannen die

sociaal, economisch en seksueel geprivilegieerd zijn. Lang­ zaamaan begonnen sommige robots de meme Chad te gebrui­ ken als een soort personage en scheldwoord. Begin september 2012 begonnen /r9k/-gebruikers de naam Chad te combineren met het woord ‘Thundercock’. Er was eerst nog wat concurrentie van andere varianten die voorbij kwamen, waaronder ‘Chad McIrondick’, ‘Chad Mc­ Brodude’, ‘Chad McThunderdick’ en ‘Chad McBigdicks’ maar ‘Thundercock’ was al snel de duidelijke winnaar. De toevoe­ ging van ‘Thundercock’ markeerde een kleine verschuiving in associatie van de jock naar de seksueel begeerde alfaman. Deze nieuwe versie werd in tegendeel tot de oude Chad bijna uit­ sluitend gebruikt in discussies over seks, daten en overspel. Op /r9k/ waren er vaak seksistische narratieve te lezen over hoe de meeste meisjes vreemdgaan met een of andere Chad Thundercock omdat ze de verleiding simpelweg niet kunnen weerstaan. De term bleef de daaropvolgende jaren in gebruik onder robots, verspreidde over de rest van 4chan en trad hier en daar ook buiten de perken van 4chan. De volgende grote ontwikkeling vond plaats in 2017. Op /r9k/ ging al geruime tijd het idee de ronde dat je maagden kan herkennen aan hun manier van lopen. In maart 2017 postte iemand een illustratie van The Virgin Walk ofte­wel het ‘maagden­ loopje’ met een aantal aanwijzingen waaraan je dat fenomeen zou kunnen herkennen. In juni van dat jaar, verscheen er een meme die de oudere Virgin Walk illustratie in contrast plaat­ ste met The Chad Stride, het Chad loopje. Door deze afbeel­ ding kreeg Chad een lichaam. Vanaf dat moment had Chad ook een visuele representatie die kon worden hergebruikt.

Langzaamaan begonnen sommige robots Chad te gebruiken als een soort personage en scheldwoord 6

Tijdschrift Cul


Achtergrond Het tegenover elkaar zetten van een maagd en een Chad bleek een heel potente combinatie. Dit heeft ver­ scheidene redenen. Ten eerste bevatte de meme een verhoud­ ing tussen een winnaar en een verliezer, die hergebruikt kon worden om commentaar te geven bij bijna elk onderwerp. Als iemand fietsers beter vindt dan autobestuurders kan diegene bijvoorbeeld automaagd versus een Chad fietser maken waarin een autobezitter zwakke beentjes heeft in vergelijking tot een fietser. Er zijn ontzettend veel varianten over allerlei thema’s verschenen en dit heeft het Chad fenomeen ongetwijfeld naar een breder publiek gebracht. Deze flexibiliteit was dus een van de redenen dat de meme meer verspreid kon worden. Een tweede, belangrijke oorzaak is dat de afbeelding een bepaalde kijk op mannelijkheid en seks weerspiegelt die goed past bij een geheel dat door sommigen de ‘manosfeer’ genoemd wordt. De manosfeer is een los geheel van online gemeenschappen die zich vrijwel uitsluitend bezighouden met onderwerpen rondom mannelijkheid en anti-feminisme. De manosfeer bevat onder meer activisten voor mannen­ rechten, professionele vrouwenversierders maar ook incels. Incel staat voor Involuntary Celibate oftewel ‘onvrijwillig celi­ baat’. De incel gemeenschap bestaat uit vooral jonge mannen die graag hun maagdelijkheid willen verliezen maar daar tot dusver niet in zijn geslaagd. Alfa, Beta, Omega Binnen deze manosfeer zijn twee met elkaar verbonden ideeën heel prominent. Het eerste idee is dat mannen in te delen zijn in beta’s en alfa’s. Deze termen komen uit de gedragsbiologie. Alfa refereert naar een dier met de hoogst mogelijke status in een groep. Alfa dieren zijn vaak sterker, agressiever en socialer, hebben de leiding en krijgen door hun hogere status meer toegang tot eten en seksuele partners. Beta’s zijn onderda­ niger en hebben een lagere status omdat ze niet op kunnen tegen de alfa. Binnen de manosfeer wordt deze indeling op menselijke mannen toegepast. Je hebt masculiene alfamannen met een dominant karakter en daar tegenover heb je onder­ danige en zwakke betamannen.

Het tweede idee is het concept van een seksuele marktplaats waarbij er concurrentie is voor de beste part­ ners. Vooral onder incels gaat dit heel ver. Het feminisme heeft volgens hen de seksuele markt verstoort met dere­ guleringen die vrouwen in een oneerlijke machtspositie heeft geplaatst. Tegenwoordig hebben jonge vrouwen het liefst alleen maar seks met een selecte groep alfamannen omdat ze die veel aantrekkelijker vinden. Aangezien het merendeel van de mannenpopulatie uit Beta’s bestaat, ervaren zij een seksuele schaarste. De incels duiden hun gebrek aan geslachtsgemeenschap dan ook in termen van een inkomensongelijkheid die herverdeeld moet worden. De maagd-versus-Chad meme rijmt goed met de ideeën uit deze manosfeer. Chad is binnen de manosfeer vrijwel synoniem aan de alfaman. En de maagd staat sym­ bool voor de beta. Ook impliceert de vergelijking tussen de Chad en de maagd een onderlinge concurrentie die aansluit bij het idee van een seksuele marktplaats met winnaars en verliezers. De meme is zo een voertuig van de ideeën over de sociale dynamiek van seks en idealen van mannelijkheid die zo dominant zijn binnen de mano­ sfeer. Het is niet zo gek dat de term Chad, net zoals Chad memes heel populair zijn op incel-forums omdat het idee van Chads, of alfamannen, een belangrijke bouwsteen is van hun wereldbeeld. Een sociale wetenschapper die internet-memes bestudeert is waarschijnlijk een absurd idee voor de gemiddelde inter­ netgebruiker. Memes zijn voor de meeste mensen een soort troep die niet al te serieus moet worden genomen. Grappen moet je niet uitleggen, want dan verpest je ze. Toch kun je er niet omheen, dat de verspreiding van een plaatje zoals Chad een uitkomst is van een soort rommelig democratisch proces dat iets zegt over de mensen die er aan mee doen. Memes reflecteren verlangens, vervoeren ideeën en zijn een vorm van communicatie. Als je een online gemeenschap wilt leren kennen en begrijpen, dan zijn de memes die ze produceert een goede plek om te beginnen. ◆

Tijdschrift Cul

7


Achtergrond

Een literaire stroming gearchiveerd op het internet Op het internet kunnen mensen van over de gehele wereld met elkaar communiceren. Met wat goede trefwoorden kan je binnen een paar seconden via Google-websites gemeenschappen rondom alle mogelijke onderwerpen vinden. Voor schrijvende fans en liefhebbers van hun fanfictie bestaan er online gigantische archieven. Hier kan iedereen een account ma­ ken en zelfgeschreven verhalen over de perso­ nages en werelden die ze inspireren om te schrijven, publiceren. Tekst Yasmine Fikken Beeld Mark Schaap

Fanfictie is een literaire stroming van fans die verhalen schrij­ ven over datgene waar ze fan van zijn. Fans laten hun eigen ideeën en creativiteit los op personages en werelden die door anderen gecreëerd zijn. Hoewel het gebaseerd is op bestaande fictie hebben de verhalen altijd een transformatief deel. Fan­ fictie-auteurs gebruiken bestaande personages en werelden om hier hun eigen draai aan te geven. Dit is dus geen kopie van een origineel werk, maar een uitbreiding ervan. Op het internet staan veel verschillende grote archieven waar iedereen fanfictie kan lezen en publiceren. In deze archieven bevinden zich veel verschillende gemeen­ schappen gebaseerd op een serie, personages of relaties waar de leden graag over schrijven en lezen, genaamd fandoms. Op het populaire fanfictie-archief archiveofourown.org, vaak af­ gekort als ‘AO3’, staan meer dan 4,7 miljoen werken verspreid over ongeveer 32 duizend verschillende fandoms. Deze fandoms komen van allerlei mediatypes: anime en manga, films en tv-series, literatuur en zelfs mythologie of bekende per­ sonen. AU’s, fluff, angst en ships De meeste fanfictie kan je online vinden omdat iedereen gratis en zonder censuur verhalen op grote archiefsites zoals AO3 kan publiceren en lezen. Ook zijn de websites voor de meeste fans erg overzichtelijk door alle filteropties. Je kan als fan precies zoeken wat voor soort verhaal je wil lezen, over welke personages, en over welke relaties. Genres en verhaallijnen worden bij online fanfictie meestal aangeduid met korte etiketten, tags. Deze tags zijn voor de geoefende gebruiker makkelijk te duiden, maar voor de leek veelal wat moeilijker te begrijpen. Naast de bekendere

8

Tijdschrift Cul


Achtergrond thema’s zoals humor, romantiek en actie zijn er in de fan­ fictie-archieven namelijk veel nieuwe woorden ontstaan om verhalen te categoriseren. Een van de meest gebruikte afkortingen in fanfic­ tie is AU wat staat voor het genre alternate universe. Hier­ mee worden verhalen aangeduid waarin de personages van een bepaalde serie naar een ander universum worden gehaald om een nieuw verhaal te creëren. Dit andere universum kan van alles betekenen: een bepaald punt uit het originele werk verandert; de toekomst of geschiedenis van personages ver­ schilt; of een hele andere setting dan die van het origineel met alleen de personages wordt gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan Luke Skywalker uit Star Wars op de tovenaarsschool Zwein­ stein uit Harry Potter of de elven uit Lord of the Rings op een moderne, Amerikaanse middelbare school. Een ander fanfictie genre dat lijkt op, en soms over­ lapt met AU is de crossover. Een crossover-verhaal is een fanfic­ tie die bestaat uit onderdelen van twee, of meer, verschillende bestaande werken. Het eerste voorbeeld van Luke Skywalker op Zweinstein is dus zowel een AU als een crossover. Met fluff, wat letterlijk pluis betekent, worden luch­ tige, plezierige verhalen aangeduid die de lezer een goed gevoel willen geven. In de verhalen is er geen focus op seks en geweld maar juist op de affectie die bestaat tussen twee of meerdere personages. Een verhaal waarin Darth Vader samen met zijn Stormtroopers een puppy uit het asiel adopteert zou dus gecategoriseerd worden met de tag fluff. ‘Angst’ is het tegenovergestelde van fluff. Deze verhalen zijn dramatisch geschreven om veelal hevige, emoties bij de lezers op te wekken. Een verhaal waarin vrolijk cartoonpersonage SpongeBob SquarePants door een iden­ titeitscrisis gaat en depressieve gevoelens ervaart, zou dus in het genre angst vallen. Een ander heel populair onderdeel van fanfictie is shipping, wat is afgeleid van het Engelse woord relationship. Dit soort fanficties gaan over relaties tussen twee, of meer, personages. De meeste fans van dit genre hebben een favo­ riete ship waar ze het liefst verhalen over lezen en schrijven. Sommige geliefde ships zijn door de originele auteur bedacht en andere komen geheel van de fans. J.K. Rowling heeft nooit geschreven over een ro­ mantische relatie tussen hoofdpersoon Harry Potter en zijn schoolrivaal Draco Malfidus. Toch is deze relatie, die door de fans Drarry wordt genoemd, in Harry Potter-fanfictie een van de meest populaire relaties. Op ieder online archief kan je duizenden verhalen over deze, door fans gecreëerde, relatie vinden. Van Don Quichot naar Vijftig Tinten Grijs Hoewel het internet fanfictie toegankelijker heeft gemaakt voor iedereen, bestaat het al veel langer. Mensen gebruiken altijd al andermans ideeën en hun meningen daarover als het startpunt voor eigen creaties. Een aantal fanficties zijn zo bekend geworden buiten de context van fanfictie dat hun be­ ginselen vaak deels vergeten zijn. Het boek De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha, geschreven door Miguel de Cervantes Saavedra, is een goed voorbeeld van een oudere, internationaal bekend ge­ worden fanfictie. Het satirische verhaal over een oudere edelman die denkt dat hij een ridder is geworden, is zowel een parodie als kritiek op de geliefde ridderverhalen van die tijd. Het eerste

deel van het boek werd in 1605 voor het eerst uitgegeven en het tweede in 1615. Het boek is zo bekend geworden dat de naam van de hoofdpersoon zelfs in de Van Dale staat. ‘Iemand die blindelings ijvert voor hersenschimmige idealen’ kan je voortaan een Don Quichot noemen. Cervantes wilde met zijn boek naast kritiek geven op de populaire ridderverhalen ook gewoon een goed, grap­ pig verhaal schrijven en publiceren. Een fanfictie waarin de door velen geliefde Harry Potter-personages belachelijk ge­ maakt worden op een humoristische wijze is in essentie een hedendaagse Don Quichot. Een nieuwere, internationaal bekend geworden fan­ fictie is de Vijftig Tinten-serie geschreven door E.L. James. Deze trilogie erotische romans hebben ondanks menige kritische recensies lang boven op verscheidene bestsellerlijsten gestaan. In Nederland is het eerste boek over de erotische es­ capades van hoofdpersonen Anastasia Steele en Christian Grey inmiddels al meer dan 1,5 miljoen keer verkocht. Erika Mitchell, nu bekend onder het pseudoniem E.L. James, begon haar schrijverscarrière op het internet. Toen ze de Twilight-serie zag en vervolgens de boeken las werd ze voor het eerst geïnspireerd om zelf een verhaal te schrijven en te publiceren. Ze begon in 2009 met publiceren op fanfiction.net onder de naam Snowqueen’s Icedragon. Hier schreef ze fanficties over de Twilight-serie van Stephenie Meyer. Haar erotische fanfictie over de hoofdpersonages Bella en Edward Master of the Universe was de basis voor haar nu wereldbekende trilogie over hoofdpersonen Anastasia en Christian. Fanfictie is door archieven op het internet toegankelijker ge­ worden dan ooit. Iedere aspirerende fanfictie-schrijver met een internetverbinding kan hierop een account maken en beginnen met publiceren. Op deze archieven is er een grote gemeenschap ontstaan waarin mensen ideeën, kritiek en ver­ halen met elkaar delen over werken van fictie waar ze een ge­ zamenlijke passie voor hebben. Én zoals het verhaal van E.L. James ons heeft laten zien, is online fanfictie voor sommigen de opstap naar een succesvolle schrijverscarrière offline. ◆

Tijdschrift Cul

9


Verhaal

Een Google Maps belevenis Aan de hand van Google Maps is het tegenwoordig mogelijk de hele wereld te bekijken, en met Street View elk klein straatje te ‘bewandelen’. Maar wat voor invloed heeft dit eigenlijk op de beleving van reizen, en ons verbeel­ dingsvermogen? We zoomen in op vier plekken op de kaart. Vier verschillende belevenissen. Tekst en beeld Sammy Stasse

Een solozeiler trotseert al drie jaar lang de wereldzeeën. Alleen op het water krijgt hij soms heimwee naar zijn stad, Amsterdam. Gelukkig heeft hij altijd het Shell stratenboek in de boekenkast van zijn kajuit staan. Als de wind gaat liggen, slaat hij het stratenboek open. Met zijn vinger volgt hij dan de straatjes, en loopt hij in zijn verbeelding door Amsterdam. Zo kan hij een kopje koffie drinken in de Van Woustraat, en daarna rustig verder wandelen over de Utrechtsestraat, om vervolgens via het Rembrandtplein over de bloemenmarkt te struinen een pizzaatje te eten in de Reguliersdwarsstraat. Ook al is de zeiler nog zo ver weg, bevindt hij zich toch even daar. Wanneer de wind weer op komt zetten, waait het stratenboek dicht en vaart hij weer alleen op zee.

Ondertussen, ergens ver van de zeiler vandaan, slaat een vrouw haar MacBook open. In het benauwde kantoortje mist zij soms de wereld. Op dat soort momenten gaat ze vaak op bezoek bij het gele Street View mannetje van Google Maps. Ze laat het mannetje even met zijn benen boven de wereldkaart bungelen, om hem vervolgens geheel willekeurig te laten vallen. Op haar computerscherm verschijnt een verlaten, wit kerkje, omringd door het dorre landschap van Kazachstan. Een klik later wordt het scherm gevuld met ijsschotsen en een helderblauw meer. Een groepje mensen staat daar net uit te rusten van een lange autorit. Voor even was de vrouw van de wereld. Ze slaakt een zucht en zet een raampje open in haar kantoor. 10

Tijdschrift Cul


Verhaal

Het is druk in de gemeenschappelijke woonkamer van het bejaardentehuis. De bewoners kijken naar een beamer aan de muur. Vandaag is de tweede dag van de negenduizend kilometer lange treinreis die zij gezamenlijk maken. Sinds kort is het namelijk mogelijk met Google Maps ‘mee te reizen’ met de Trans Siberië Express. Terwijl de bewoners op hun comfortabele stoelen zitten, kijken ze uit het treinraampje naar het veranderende Russische landschap. Op de achtergrond wordt het boek Oorlog en Vrede van Tolstoj voorgelezen. Een van de verzorgsters begeleidt Meneer Wageningen onopgemerkt naar het toilet. Dat gaat steeds lastiger de laatste tijd. Of de verzorgster hem wat sneller vooruit kan duwen, is het verzoek van Meneer Wageningen. Het was altijd al zijn droom deze reis te maken, dus hij wil geen moment missen.

Een jong stel gaat voor het eerst samen op vakantie. Het blijkt nog best lastig een bestemming te vinden die ze beiden leuk vinden. De ene na de andere stad wordt ingevuld in de zoekbalk van Google Maps. Het strand van Barcelona ziet er toch niet helemaal uit zoals ze in hun hoofd hadden. En er is toch best veel hoogbouw in Florence. Via Street View bekijken ze graffiti kunstwerken op de Berlijnse muur. ‘Wel heel mooi, maar daar hoeven we nu eigenlijk al niet meer heen’, grapt het meisje. Uiteindelijk kiezen ze voor het Griekse eiland Kreta, dat zag er toch wel erg mooi uit op de foto’s. Daar zien ze zichzelf wel op het strand liggen. ‘Hoe warm zou de zee daar eigenlijk zijn?’, vraagt het meisje zich nieuwsgierig af.

Zo wekt Google Maps nieuwsgierigheid op, opent het vensters, perkt het teleurstellingen in en maakt het mogelijk te dromen vanuit je luie stoel. Voor Meneer Wageningen is Google Maps een manier om de wereld te blijven zien, ondanks dat hij de deur niet meer uit kan. De vrouw in het kantoor gebruikt Google Maps om even te ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Het laat haar beseffen hoe groots de wereld om haar heen eigenlijk is, dat haar verhaal in het benauwde kantoortje slechts een klein puntje op de kaart is. Voor het jonge stel is Google Maps een handig hulpmiddel. Het is toch best duur zo’n vakantie, dus dan kan je maar beter ze­ ker weten dat je goed zit. En de zeiler, die heeft geen Google Maps nodig. Zijn verbeeldingskracht voldoet om zijn heimwee te sussen. Zodra hij zijn stratenboek dichtklapt, is hij nog steeds op reis. En wanneer hij naar de oneindige blauwe zee kijkt, beseft hij dat niemand op de wereld ooit hetzelfde als hij zou zien. Zelfs niet als het gele Street View mannetje op dat zelfde moment naast hem neer zou ploffen. ◆

Tijdschrift Cul

11


Essay

Est. 2019

Internet De nieuwe

Het wereldwijde web kun je vergelijken met de drukpers. Beide uitvindingen maakten het mogelijk om veel sneller dan voorheen informatie te verspreiden. Zoals bij zoveel vernieuwingen, leverden ook deze innovaties veel kritiek op. Indertijd beweerden geestelijken dat de drukpers voornamelijk onzin de wereld in zou brengen, maar hadden ze gelijk? Tegenwoordig wordt het als een van de belangrijkste uitvindingen gezien. Tekst Lise van der Veer Beeld Jolijn Sterk Als je op Twitter rondkijkt, lijkt er in veel berichten weinig diepgang te zitten. Tweets gaan vaak over banale zaken. Er wordt niet lang nagedacht over wat er wordt geschreven. Er zijn tweets te vinden zoals ‘Dolberg (een voetballer, red.) is kaulo shit hahahahahahaa’. Hier worden woorden gebruikt die in een boek, of de krant, niet snel te vinden zullen zijn. ‘Kaulo’ is straattaal en wordt gebruikt om iets een extra la­ ding te geven, en komt net als ‘shit’ van oorsprong niet uit het Nederlands. Dit soort taalgebruik komt voornamelijk voor in spreektaal. Met de komst van sociale media worden dergelijke ideeën steeds vaker met veel mensen gedeeld en serieus genomen door de lezers. De omgang met het schrift is veranderd: er wordt ruimhartiger met taal omgegaan. Elke gedachtegang kan online worden gezet, zonder dat er wordt nagedacht over welke impact dit heeft. Bij wijze van spreken zou elke lezer de bovengenoemde tweet als waarheid kun­ nen beschouwen. In theorie zou Dolberg hierom ontslagen kunnen worden als voetballer, omdat iedereen gelooft dat hij slecht speelt. Dit is een extreem voorbeeld, maar het is wel de impact die het gebruik van sociale media kan hebben. Monnikenwerk De uitvinding van het schrift is een van de belangrijkste ooit. Het werd mogelijk om ideeën vast te leggen en op grotere schaal te verspreiden. Het vastleggen van taal was echter een ingewikkelde klus. Het was zo makkelijk nog niet om woor­ den op te tekenen. Voordat er iets geschreven werd, dacht men zorgvuldig na over de inhoud van de boodschap, en hoe die werd verwoord. Vervolgens was het van groot belang om zo min mogelijk fouten daarbij te maken, zodat het voor ie­ dereen die het zou lezen duidelijk was. Rob Hartmans schrijft in Historisch Nieuwsblad dat het tot de 15e eeuw monni­ ken ongeveer drie jaar kostte om een bijbel over te schrijven. Daarnaast kostten de materialen, zoals het perkament, veel geld. Daardoor was het eigenlijk alleen voor de elite wegge­ legd. Zo werd de kennis die werd vastgelegd en verspreid door hen bepaald. Het gewone volk kon zich deze dure handge­ schreven werken niet veroorloven.

12

Tijdschrift Cul

Het grote gevaar Toen in 1455 de drukpers werd uitgevonden door Johannes Gutenberg, schreef de humanistische geleerde Enea Silvio Piccolomini enthousiast over de delen van de Latijnse Bijbel die Gutenberg kort daarvoor had voltooid. Hij zag, samen met andere geestelijken, direct in dat de drukpers een gewel­ dig middel was om Gods Woord te verspreiden. Helaas voor katholieke kerk bleek dat de verspreiding van ketterse ideeën ook veel makkelijker werd. In 1474 sprak de geestelijke Filip­ po di Strata: ‘Est virgo hec penna, meretrix est stampificata’. Dat betekent ‘de pen is een maagd, de drukpers een hoer’. Doordat het goedkoper en makkelijker was geworden om teksten te produceren, kon de kerk niet langer reguleren welke kennis werd verspreid. Het censureren van boeken door geestelijke of wereldlijke leiders werd moeilijker. Daarbij werd het voor een groter publiek bereikbaar. Volgens de geestelijken werd er rommel gedrukt en draaide het niet langer om de inhoud, als het maar geld opleverde. Het geschreven woord was volgens hen minder waardevol en de drukpers was een groot gevaar geworden.


is een hoer

Essay

kennisrevolutie

‘Dolberg is kaulo shit hahahahahaa’

De angst van de geestelijken voor de drukpers was niet ongegrond. In 1517 spijkerde Maarten Luther in Wit­ tenberg een plakkaat met 95 theologische stellingen aan de deur van de Slotkerk. Met deze stellingen viel hij de algemeen aanvaarde opvattingen aan die in de christelijke kerk heer­ sten. Zonder de drukpers had het hem decennia gekost om zijn ideeën te verspreiden en hadden de katholieke leiders dit verborgen kunnen houden. Met de boekdrukkunst kwam het voor iedereen beschikbaar en heeft het een enorme impact gehad. Luther heeft een eigen kerk gesticht en is een ware revolutie gestart. De digitale revolutie De technologie van de 21e eeuw heeft de verspreiding van in­ formatie drastisch veranderd. Het is nog makkelijker, en goed­ koper, geworden om een idee de wereld in te sturen voor een nog groter publiek. Echter, de betrouwbaarheid van berichten is moeilijker te controleren. Kijk naar bloggers die een ge­ zonde leefstijl promoten. Zij worden hierbij vaak ge­steund door commerciële bedrijven. Het lijken onafhanke­lijke en

persoonlijke verhalen, maar zonder de financiële onder­steuning zouden de berichten niet op internet verschijnen. Je kunt je afvragen in hoeverre de strekking van het verhaal nog door de bloggers zelf wordt bepaald. Het monopolie op nieuwsverspreiding verschuift meer en meer naar de commerciële bedrijven. Zij krijgen invloed op het consumentengedrag, wat weer invloed heeft op bijvoorbeeld de politiek of het klimaat. Voor bepaalde groeperingen pakt dit positief uit, voor anderen negatief. Dat is vergelijkbaar met wat er in de zestiende eeuw gebeurde na de uitvinding van de drukpers. Voor alle berichten op het internet geldt: hoe sensa­ tioneler, hoe beter. Mensen denken minder lang na over wat ze zeggen, en weten ook dat het meer impact heeft wanneer ze directer zijn. Een bericht over Dolberg zal minder aandacht krijgen als wordt geschreven dat hij minder goed presteerde in de tweede helft, dan wanneer wordt geschreven dat hij ‘kaulo shit’ is. Er is sprake van sensatielust. De argumenten die de geestelijken in de vijftiende eeuw tegen de drukpers hadden, zouden nu ook gebruikt kunnen worden tegen berichtgeving op het internet. De vorm van berichten verandert om meer aandacht te genereren. Dat gaat ook ten koste van de inhoud. De snelle verspreiding van nieuws kan dus ongefil­ terde onwaarheden de wereld in brengen, maar het kan ook oproepen tot actie. In 2015 droeg het internet bij aan een ra­ zendsnelle verspreiding van een dramatisch beeld. Een foto van een verdronken jongetje aan het strand van Turkije genereerde een enorme mediahype. Wereldwijd bracht dit de vluchteling­ encrisis onder de aandacht en het inspireerde veel mensen om actie te ondernemen. De razendsnelle verspreiding van nieuws kan zowel posi­ tieve als negatieve effecten hebben. Kennis wordt toegan­ kelijker, maar waarheid en sensatie lopen soms door elkaar. Bij de opkomst van het gedrukte woord was de elite bang dat men de waarheid, het Woord van God, niet van de onzin uit ketterse teksten kon onderscheiden. Diezelfde angst lijkt weer te bestaan. Kijk naar de Verenigde Staten waar bepaalde zaken als fake news worden bestempeld, zonder dat te bear­ gumenteren. Maar zolang wij waarheid van sensatie kunnen onderscheiden, is het internet een waardevolle ontwikkeling en geen hoer. ◆

Tijdschrift Cul

13


Essay

De virtuele toegangspoort De socio-economische realiteit van Thaise vrouwen achter een digitaal masker Verschillende bemiddelingswebsites vormen een brug tussen het Westen en het Verre Oosten. Grenzen verdwijnen door digitaal gemak – westerse mannen komen met een paar klikken met de muis in contact met Thaise vrouwen. Voor deze vrouwen betekent dit vaak een uitvlucht voor de armoede waar zij in leven. Maar hoe veilig is deze digitale marktplaats voor ‘liefde’ nu echt? Tekst Roos de Wijs Beeld Robin Stark ‘I am married and have children. My husband is so nice to me. I am happy in England’, de website Thaidarling.com staat bom­ vol soortgelijke ‘succesverhalen’. Op de site staat uitgelegd dat dit alleen een plek is voor mensen met serieuze interesse om te trouwen. Daarnaast garanderen ze dat elke Thaise vrouw op de site grondig is gescreend op opleidingsniveau en levensstijl, en zou de site honderden prachtige dames hebben om uit te kiezen. Voor ‘slechts’ veertig euro per maand kan je als westerse man lid worden voor de site, en voor elk profiel dat je van een vrouw wilt bekijken betaal je nog eens tien euro extra. Volgens de site kunnen de mannen maar beter snel lid worden, want de vrouwen gaan als warme broodjes over de toonbank: ‘we have ladies that find true love every week’. Meerdere websites hebben een soortgelijke insteek, en fungeren allemaal als bemiddelswebsites tussen westerse mannen en Thaise vrouwen. Er wordt ware liefde beloofd aan eenzame mannen en een betere toekomst aan vrouwen die leven in armoede. De belofte is aanlokkelijk en trekt veel verschillende mensen aan. Maar hebben deze sites wel echt het beste voor met hun gebruikers, en maken ze deze belofte wel waar?

De catalogus Met dank aan het internet hoeven zij geen duizenden kilometers te reizen om met elkaar in contact te komen. Vanuit het comfort van hun eigen huis is het mogelijk om met een paar muisklikken in contact te komen met iemand aan de an­ dere kant van de wereld. Dit biedt voor veel eenzame mannen een uitkomst – Thaise dames zouden namelijk geneigd zijn sneller in een relatie te stappen dan de westerse vrouwen thuis. De mannen be­ talen lidmaatschap, maken een afspraak met de vrouw waar zij interesse in hebben, reizen ver­ volgens naar Thailand om haar te trouwen en mee terug te ne­ men naar eigen land. Voor de vrouwen zit hier vaak een fi­

Het is voor veel Thaise vrouwen de enige manier om vooruit te komen 14

Tijdschrift Cul


Essay

nanciële noodzaak achter, de meerderheid bestaat namelijk uit ongeschoolde meisjes die een betere toekomst wensen en willen ontsnappen aan armoede. Gelijksoortige websites als de eerdergenoemde Thaidarling.com, zoals Thaidating.nl en Thaislove.com bie­ den een ruim aanbod aan verschillende Thaise vrouwen die zich aanbieden aan een westerse man. De meeste van deze sites hebben verschillende categorieën waaruit kan worden gekozen. Zo kan je onder andere sorteren op leeftijd en uiterlijk en staan de profielen van de vrouwen soms in ver­ schillende groepen verdeeld op basis van schoonheid. Het is alsof je kan bladeren door een catalogus van de IKEA, waarin vrouwen worden gepresenteerd als materiële goederen. Veel vrouwen geven op hun profiel persoonlijke voorkeuren aan, zoals de gewenste leeftijd van de man in kwestie en karakter­ eigenschappen. Er staan bij bijna alle profielen teksten bij zoals dat ze ervan houden om het huishouden te doen, schoon te maken, te tuinieren en te koken. Het overgrote deel geeft ook aan op zoek te zijn naar een man die voor ze kan zorgen, en sommigen geven expliciet aan dat ze op zoek zijn naar een rijke man. Op Thaidating.nl wordt vermeldt wat een Thaise vrouw aantrekkelijk maakt voor de buiten­ landse man: ‘De meeste mannen zijn op zoek naar een vrouw met een mooi figuur en een gezonde licht­ bruine huids­kleur, daarnaast moet ze gehoorzaam en trouw zijn en altijd lief lachen tegen haar partner. Ook het feit dat Thaise vrouwen goed in de keuken zijn wordt veel gezien als een reden om op zoek te gaan naar die Aziatische prinses uit het Verre Oosten.’ Dat vrouwen kiezen voor een westerse man heeft volgens deze site te maken met het feit dat Thaise mannen niet deugen. Daarnaast geeft de site ook toe dat de financiële stabiliteit die westerse mannen te bieden hebben meespeelt. De matching van deze mensen wordt als een win-win situatie beschouwd.

Vrouwen worden gepresenteerd als materiële goederen In goede handen Acht van de tien keer is er bij deze koppels sprake van een enorm leeftijdsverschil. Hij is vaak boven de vijftig en zij net boven de twintig. De websites waar deze westerse mannen gebruik van maken vormen een toegangspoort tot een Oost­ erse droomwereld. Voor de Thaise meisjes die mede door armoede trouwen is het echter niet ideaal. Het is voor veel Thaise vrouwen de enige manier om verder te komen. De sites geven aan dat de meisjes zijn gescreend, maar van de mannen is dit niet duidelijk. Het is dan ook de vraag in hoeverre deze sites te vertrouwen zijn en of deze meisjes in goede handen terecht komen. In de documentaire Looking For A Thai Bride van Louis Theroux wordt duidelijk dat niet alle bureaus betrouw­ baar zijn. De mannen die zich inschrijven worden niet gron­ dig gecheckt. Theroux, die zelf in de rol kruipt van een van deze mannen en zich inschrijft bij één van deze bureaus laat zien dat de screening helemaal niet deugd. Op het moment dat hem gevraagd wordt om zijn inkomen en hij een im­ mens hoog bedrag noemt, worden er geen vragen gesteld. Als Theroux vraagt of dit gecontroleerd wordt kijkt de man hem lachend aan en antwoord: ‘Well, I’m just very happy for you if that’s the case.’ De man van het bureau vraagt hem hierna onder andere of er bijzonderheden zijn die Theroux nodig acht te melden: bijvoorbeeld psychische problemen of een crimineel verleden. Daar antwoord Theroux liever niet op. Ook dat lijkt geen probleem te zijn; hij hoeft enkel de informatie te geven die hij zelf belangrijk acht. De sites dienen voor de Thaise vrouwen als een quick fix uit een belabberde situatie, maar verdienen hier ondertussen flink geld aan. Zonder deze sites zouden veel meisjes en vrouw­ en nog steeds op zoek gaan naar rijke westerse mannen om mee te trouwen. Dit probleem zou met of zonder site blijven bestaan. Wel helpen ze dit proces te versnellen en te verge­ makkelijken. Deze sites zijn als het ware gaan fungeren als die ene vriend die nog wel iemand kent – maar wel een corrupte vriend, want voor het juiste bedrag koppelt hij je aan iedereen. De betrouwbaarheid is hierdoor erg twijfelachtig. Het minste wat zo’n site zou moeten bieden is een strenge screening voor zowel de mannen als de vrouwen. Want als ze écht willen helpen, kunnen ze op z’n minst proberen een ‘goede’ vriend te zijn. ◆

Tijdschrift Cul

15


Interview

Reizende artiesten Ballonfiguren, jongleren en het gebruik van sociale media

Jongleren voor de Eiffeltoren, een kaartentruc met televisiepresentator Humberto Tan en een optreden op het podium van het Tuschinski theater. De Instagrampagina van het bedrijf Traveldudes Entertainment vraagt om aandacht. Bart Hoogteyling (21) en John Willekes (22) vertellen als jonge ondernemers over het gebruik van sociale media en de rol van internet bij het opstarten en ontwikkelen van een bedrijf. Tekst Pascal de Haas Beeld Mark Schaap

16

Tijdschrift Cul

De twee jonge mannen begonnen eind 2017 met hun be­drijf Traveldudes Entertainment. Bart en John zijn ar­ tiesten en kunnen geboekt worden voor allerlei gelegen­ heden. Bruiloften, kinderfeestjes, filmpremières, bedrijfs­ feestjes, niets slaan zij over. Ze treden op met goocheltrucs, ballonfiguren, jongleren, kaartspelletjes en vooral een grote hoeveelheid humor. Het bedrijf wordt samen gerund met Dave Reijmerink (22), die de functie van overall-manager uitvoert en zijn collega’s een beetje in toom moet hou­ den. Bart en John vertellen met veel liefde en passie over het bedrijf dat is ontstaan uit een hobby. ‘Ons doel is het entertainen van mensen, het liefst over de hele wereld’, beschrijft John.


Interview Op de Instagrampagina (@traveldudesofficial) is te zien dat de jongens aardig wat talent hebben met betrekking tot entertainment. Zo is in filmpjes en foto’s te zien dat Bart jongleert met alles dat hij in zijn handen krijgt: ananassen, messen en kegels. Ook op hun privé-accounts is dit te zien. De foto’s en filmpjes zien er aantrekkelijk uit door hun enthousiasme, beroemde locaties, bekende mensen en kleurrijke plaatjes. De jongens reizen het liefst over de hele wereld om mensen te entertainen. Binnen het bedrijf combineren zij dus hun passie voor entertainen en reizen. Ze staan niet alleen open voor boekingen in Nederland, maar ook in het buitenland. ‘Wij proberen mensen over de hele wereld te entertainen, zodat wij internationaal ons talent kunnen laten zien’, vertelt Bart. Bereik en boekingen De twee jongens wonen in de omgeving van Harderwijk en leerden elkaar goed kennen tijdens de opleiding Leisure & Hospitality. Ze vertellen hoe sociale media hen gehol­ pen heeft bij het ontwikkelen van het bedrijf. In het begin gingen de boekingen via vrienden en familie. Ze geven aan dat het bereik van het bedrijf in het begin echt nog moest groeien. ‘We werden vooral ingehuurd door vrienden en familie, maar een veel groter bereik hadden we nog niet. Door het gebruik van internet en sociale media kregen we een groter bereik buiten deze kring’, geeft Bart aan. De jongens zien dit bereik als iets van groot belang. Op dit moment zijn ze druk bezig met het voorbereiden van een zomershow. In juli en augustus 2019 reizen ze door Frankrijk om op verschillende campings shows neer te zetten. ‘Via het internet sturen wij een video van onze jubileumshow toe. Wij bestonden afgelopen november één jaar en hebben een grote theatershow neergezet in Harder­ wijk. Zonder internet zou dit echt een no-go zijn. We hebben nu goed contact met de campings maar anders was dit bijna niet mogelijk. Wij gebruiken geen telefoonboek’, vult Bart aan. Mond-tot-mond reclame wordt gezien als een optie, maar dan blijft het in een beperkte kring. Nu hebben de jon­ gens een groter bereik. Bart werd een aantal weken geleden benaderd om op te treden bij de filmpremière van de nieu­ we Disneyfilm Dumbo. ‘De organisatoren kenden mij niet persoonlijk, maar toch mocht ik daar optreden. Ze hebben ons mogelijk al bekeken via sociale media’, vertelt Bart. Een van de grote dromen die er nog zijn, is het opbouwen van een grotere fanbase, een nog grotere groep die ook nog eens beter betrokken is. Door het gebruik van sociale media willen ze hun fanbase meenemen op avon­ tuur, zowel in het binnenland als in het buitenland. Door het gebruik van sociale media zijn ze makkelijk vanuit het buitenland te boe­ken. De afgelopen twee jaar hebben ze al optredens gehad in Griekenland, Noorwegen, Frankrijk en Roemenië. Daarnaast gingen ze onlangs op vakantie naar Italië, waar zij ook enkele optredens hadden gepland. ‘Wij kunnen niet reizen zonder op te treden. Overal waar wij komen, willen wij ons talent laten zien’, vertellen de artie­s­ ten vol trots.

Het imago van een artiest Het gebruik van sociale media heeft niet alleen betrekking op het contact met externen, zoals andere bedrijven en mogelijk publiek. Intern wordt er ook intensief gebruik gemaakt van sociale media. ‘We houden goed contact met elkaar via sociale media, maar we spreken nog wel vaak met elkaar af. Daar­ naast hebben we een online takenlijst, zodat we van elkaar ook kunnen zien wat we nog moeten doen’, wordt opgemerkt. De drie ondernemers hebben namelijk een duidelijke verde­ ling binnen het bedrijf. Waar Bart en John de optredens doen, is Dave vooral aanwezig achter de schermen. De jongens benadrukken de belangrijke aanwezigheid van Dave, ondanks dat hij nooit on stage te zien is. Ze geven het voorbeeld van de nieuwe privacywetten die online gelden. ‘Natuurlijk doen wij mee met deze online regels. Gelukkig regelt Dave dat voor ons. Die heeft er veel meer verstand van.’

Alles is mogelijk via het internet De combinatie tussen professionaliteit en creativiteit is te merken, zowel tijdens het gesprek, als op de sociale media accounts en de website van Traveldudes Entertainment. Hoe de artiesten graag gezien willen worden, wordt duidelijk ver­ meld op hun website: ‘Wij zijn geen ouderwetse goochelaars of oubollige clowns’. Toch geven ze aan dat ze in enkele gevallen nog als circusartiesten worden gezien. ‘Op bedrijfs­ feesten of andere feesten voor volwassenen worden wij echt als artiesten gezien, als entertainers. We worden serieus ge­ nomen. Bij kinderfeestjes daarentegen worden we nog gezien als clowns of simpele goochelaars’, merkt John op. ‘Kinderen hebben geen verwachtingen van wat er gebeurt. Als er ineens een kaart uit mijn schoen komt met het juiste cijfer erop, vin­ den de kinderen dat alleen maar lachen. Volwassenen vinden dat daarentegen onmogelijk en verrassend. Het hoofd slaat op hol.’ Bart geeft aan dat het echt een fulltime baan is: ‘Ik ben er ongeveer 45 uur per week mee bezig. Dat houdt niet in dat ik er elke dag van negen tot vijf mee bezig ben, wij zijn namelijk altijd nog eigen baas. We werken flexibel maar hard.’ Volgens de jongens is tegenwoordig alles mogelijk via inter­ net, waar hun bedrijf alleen maar van profiteert. ‘We worden benaderd door Tuschinski en Dierenpark Amersfoort. Hoe tof is dat?’ vertelt Bart trots. Het enthousiasme blijft van de jongens afstralen, zowel online als in het echt. Uiteindelijk is John verloren in zijn fantasie, ‘als ik nog een ding mocht toevoegen aan het internet, dan zou ik geuren willen door­ sturen. Ik heb alleen geen idee waarom dat handig is voor ons bedrijf.’ ◆

Benieuwd geworden naar deze ondernemers? Surf dan naar www.traveldudes-entertainment.com!

Tijdschrift Cul

17


Essay

De zombies van het internet De verslavende werking van YouTube In negen minuten word ik rondgeleid door de minivan van een jonge familie. Ze reizen door Australië terwijl ze online hun geld verdienen. Wat een leven. Tien seconden heb ik om de suggesties naast de huidige video te scannen. Een video over vrouwelijke solo-reizen wekt mijn interesse maar voordat ik er op kan klikken besluit YouTube’s autoplay dat ik ‘Uiteten in het SLECHTSTE RESTAURANT VAN AMSTERDAM’ zal kijken. Nou ja, die andere video kijk ik later wel. Tekst Marcella Grasdijk Beeld Sammy Stasse

Het begint bij het kijken van een paar willekeurige video’s, maar voor je het weet kom je je bed niet meer uit, zonder eerst de dagelijkse vlogs van Monica Geuze, Enzoknol en Beautygloss te moeten kijken. ‘Gewoon, om even wakker te worden’, vertel je jezelf. Bij het ontbijt kijk je een aantal nieuwsfilmpjes om een beetje op de hoogte te blijven, en daarna is het tijd om te sporten. Vandaag gaan we voor de ‘30-minutes FULL BODY workout at home’. Goed bezig! Dit klinkt als een, wellicht ietwat aangedikte, routine die veel mensen in zekere mate zullen herken­ nen. Onze smartphone zorgt voor een continue stroom aan informatie zodra we deze erbij pakken. Vaak fungeert telefoon eveneens als wekker en is dit dus vanaf het eerste moment dat je wakker bent. Maar hoe beïnvloedt deze vloedgolf aan prikkels onze hersenen? Erin geslopen Mijn probleem met YouTube begon toen ik nog een stuk jonger was. Ik was geïntrigeerd door beautyblogs en las deze elke ochtend voordat ik naar de middelbare school ging. Wanneer ik thuis kwam was het eerste wat ik deed achter mijn laptop duiken om te zien of een van m’n favoriete blog­ gers weer iets nieuws online had staan. De lijn tussen hobby en verslaving is vaak lastig te trekken en loopt in veel gevallen in elkaar over. Toen bloggers zich evolueerde tot YouTubers, duurde het niet lang voordat vele blogs uitstierven. De video’s gaven immers dezelfde informatie waarbij minder concentratie van het publiek was vereist. Gemak en visuele prikkeling wint het vaak van een tijdrovende activiteit zonder die stimulans. Ik had simpelweg het geduld niet meer om al die artikelen te lezen.

18

Tijdschrift Cul

Het kijken van YouTube video’s is er toentertijd ingeslopen, maar heeft nu in mijn leven een grote nasleep. Ik spendeer per dag gemiddeld veel meer tijd aan het tot me nemen van nutteloze informatie dan ik zou willen. Ik roep al maanden dat ik naar de sport­ school wil, maar als ik na een lange dag op m’n bank lig met een YouTube filmpje aan, wordt die drempel een stuk hoger. Verslaving Het klinkt misschien iets minder ro­ mantisch dan andere verslavingen, maar dat maakt het niet minder gevaar­­ lijk. Niemand hoeft het namelijk door te hebben. Rook-, drugs- en alcohol­ verslavingen zijn moeilijk te verbergen voor de buitenwereld. Verslavingen op het internet, zijn minder zichtbaar. En als het voor de buitenwereld moeilijk te herkennen is, is het voor jezelf ook ma­k­ kelijker te ontkennen. Mijn verslaving mag dan op YouTube zijn, maar het internet kent nog veel meer valkuilen. We beweren met z’n allen niet verslaafd te zijn aan onze tele­ foon en sociale media, maar als ze zo’n groot deel van onze tijd en onze gedachtestroom in hun macht hebben, houden we onszelf wellicht een beetje van de domme.


Essay Vervelingsdood In het dagelijks leven weten weinig mensen nog tijd in te plannen voor rust en stilte. Vrienden van mij overwogen toen ze op zichzelf gingen wonen om een TV aan te schaf­ fen. Niet omdat ze van TV kijken houden, maar omdat ze het wel lekker vinden een beetje achtergrond geluid te hebben als ze alleen thuis zijn. De bibliotheek mag dan een erg stille plek zijn, maar 75% van de mensen daar zitten alsnog met oortjes in. Op de fiets idem dito, bijna iedereen heeft een muziekje of podcast aanstaan. Wat gebeurt er door al deze prikkels en enter­ tainende hulpbronnen? Mensen vervelen zich niet meer. De laatste keer dat ik me verveelde kan ik me niet meer herinneren. Wat ik me wél kan herinneren was dat al mijn meest creatieve ideeën en hobby’s als kind voortkwamen uit, wat voor mij voelde als een eeuwig durende, verveling. Als je niks om je heen hebt, zul je wel creatief moeten zijn om je zelf te vermaken. YouTube zorgt ervoor dat je je nooit meer hoeft te vervelen. En dat is misschien nog niet eens zo’n ramp. Maar onze continue snak naar prikkels en instant gratif ication kan ook zorgen voor problemen wanneer je je niet

Als het voor de buitenwereld moeilijk te herkennen is, is het voor jezelf ook makkelijker te ontkennen

verveelt, maar juist een deadline hebt of bepaalde doelen wilt bereiken. Het kleine kiertje wat je uitstelgedrag biedt, is snel gevuld door het kijken van een filmpje van vijf mi­ nuten. ‘Na de volgende ga ik echt beginnen.’ Voor je het weet ben je een paar uur verder. We zijn met z’n allen verslaafd aan een voort­ durende ruis van geluid en drukte om ons heen. We willen altijd wat te doen hebben en het kan altijd efficiënter en meer. Hoe lang is het geleden dat ik de rust heb gevonden om voor m’n plezier een boek uit te lezen. Geen idee. In plaats daarvan laat ik het me voorlezen door middel van apps als Audible. Het is ideaal, je kunt schoonmaken, de afwas doen of sporten terwijl een fijne stem je een boek voorleest. Voor de oplossing van je YouTube verslaving hoef je ge­ lukkig niet ver te zoeken. Het videoplatform heeft op al je vragen een antwoord en zo ook op die vraag. Mocht je nog inspiratie zoeken voor nieuwe filmpjes om je ver­ slaving mee te voeden, zijn er vele inspirerende video’s die beloven je te helpen met het stoppen van je uitstelgedrag, je te helpen bij het studeren, die je zullen motiveren tot het opruimen van je huis en je bovenal rust zullen geven in deze hectische wereld. ◆

Tijdschrift Cul

19


Achtergrond

Een nieuw doelwit Hoe internet alle aspecten van oorlog gaat veranderen De manier waarop mensen oorlog voeren verandert continu. Ook nu staat een nieuwe vorm van oorlog voor de deur en die laat zich niet zo makkelijk in een hokje stoppen. Dat heeft consequenties voor hoe wij als antropologen over oorlog moeten nadenken. ‘De Russen hoeven maar een satelliet uit de lucht te schieten en hele eenheden zien niks meer. Het wordt vechten om internet,’ vertelt een adjudant van de landmacht. Tekst Mark Schaap Beeld Robin Stark ‘Het is mooi hoor de nieuwe technologische ontwikkelingen maar we maken onszelf afhankelijk. We kunnen niet meer goed opereren zonder internet’, vertelt de adjudant die anoniem wil blijven. Bijna zijn hele militaire carrière heeft hij de inlichtingen verzorgd voor militaire eenheden waar hij onder viel. Nu waarschuwt hij voor een gevaar dat hij aan ziet komen. Oorlogen gaan primair gevochten worden om de eigen internetverbinding te behouden en die van de ander uit te schakelen, stelt hij.

20

Tijdschrift Cul

Afhankelijk van internet Ooit was er een tijd waarin het ondergaan van de zon het einde van een slag aanduidde. In het donker was er niks te zien en wat je niet kan zien kan je ook niet bevechten. Maar als jij het voor elkaar krijgt om toch de vijand te kunnen zien in het donker terwijl hij jou niet ziet, dan kan dat zomaar de overwinning betekenen. Et voilà! De technologische race om de ander zichtbaar te maken was ontstaan. Het begon simpel, je schiet een fakkel in de lucht en het slagveld is te


Achtergrond zien. Maar nu is het niet meer zo eenvoudig. Duizenden uitvindingen bestaan er om de vijand in elke situatie zicht­ baar te maken en voor velen heb je een internetverbinding nodig. Deze afhankelijkheid van het internet brengt alleen wel een gevaar met zich mee. Als je namelijk geen internet hebt werkt je nieuwe uitvinding dus ook niet meer. Momenteel is defensie hun nieuwe gevechtsvest aan het testen, het zogenaamde VOSS-vest. Het VOSSvest is zo ingericht dat een infanterist, iemand die behoord tot de vechtende grondtroepen, alles op zijn lijf kan dragen wat hij direct nodig heeft in het veld. Om de kwetsbaarheid van internetafhankelijke apparatuur wat concreter te maken nemen we het nieuwe VOSS-vest als voorbeeld. Door het vest wordt een infanterist een wandelde smartphone. Aan het vest van de infanterist wordt een tablet, GPS ontvanger en radio apparatuur geklikt. Op de tablet krijgt de infanterist kaarten te zien met de locaties van vriendschappelijke een­ heden en aanval strategieën. Het vermindert de kans dat je per ongeluk een kameraad neerschiet en het houdt je per minuut up-to-date van je eigen locatie en strategische plannen van je commandant. De commandant kan jou dus elke minuut vertellen waar de vijand zit en hoe je die moet aanvallen. Super handig, totdat de satelliet uit de lucht geschoten wordt en je praktisch blind bent. Dan zie je ineens niet meer waar je kameraden zitten of wat het plan is. Dan word je een ‘sitting duck’. Dan is er nog geen woord gerept over alle gevechts­ voertuigen die voor een groot deel van een internet­verbinding afhankelijk zijn. Als je de juiste satelliet raakt maak je volle­ dige eenheden infanteristen en groepen voertuigen blind en daardoor bijna niet meer inzetbaar. Zo heb je de vijand uit­ geschakeld zonder maar een kogel te lossen op een individu. Belangrijk om te weten is dat deze vorm van internet niet een regulier civiel internetnetwerk betreft. Als je als leger wil dat je ergens internet hebt dan moet je daar je eigen internetnetwerk maken. De internetverbinding moet uite­r­ aard enorm beveiligd zijn, je wilt immers niet dat iemand mee kan kijken. Dat zorgt ervoor dat je niet zomaar een van de al duizenden bestaande verbindingen kan gebruiken. Er moet met veel moeite een nieuwe verbinding gemaakt worden terwijl met relatief weinig moeite deze verbinding door de vijand verbroken kan worden. Waar je voor een civiel netwerk duizenden satellieten in de lucht hebt en duizenden kabels onder de grond, heb je er voor een militair netwerk een stuk minder. Dat betekent ook dat je met één satelliet uit de lucht of één kabelverbinding doorknippen al grote gaten kan slaan in de verbinding.

Het is een vreemde paradox van het moderne leger. Je macht is tegelijkertijd je onmacht. Je stopt vele miljoenen in apparatuur wat met ongekende complexiteit de vijand zo zichtbaar maakt dat je nog net niet de haren op zijn kop kan tellen maar met één klap ben je bijna machteloos. Oorlog als cultuur Oorlog wordt door mensen tussen mensen gevoerd en mensen hebben er altijd bepaalde gedachten over. Oorlog is daardoor inherent een cultureel fenomeen. Techno­logische verande­ ringen veranderen oorlog, de manier waarop oorlog gevoerd gaat worden en hoe mensen over oorlog gaan denken. Een populaire manier binnen de sociologie en antro­ pologie om oorlog te analyseren is om deze op te delen in twee vormen, oude oorlogen en nieuwe oorlogen. Oude oor­ logen zijn oorlogen in de klassieke zin van het woord. Twee staten die tegen elkaar vechten in veldslagen voor land met legers die betaald worden door belastinggeld. Nieuwe oorlogen hoeven niet plaats te vinden tussen staten en burgers zijn vaak het slachtoffer. De reden voor oorlog is vaak identiteitspolitiek en ze worden gefinancierd door plunderingen en zwarte han­ del. Aanhangers van deze theorie stellen dat nieuwe oorlogen steeds vaker voor zullen komen dan oude oorlogen. Maar wat voor oorlog is een oorlog om internet, oud of nieuw? Een oorlog als deze kan gevoerd worden tussen staten, maar echt een veldslag is het niet te noemen. Er zijn namelijk geen troepen die direct tegenover elkaar staan en vechten. Je zou natuurlijk ook kunnen zeggen dat ICT’ers troepen zijn en dat het daarom wel als een veldslag gezien kan worden. Dan is het wel een oude oorlog. Internet oorlog kan ook gevoerd worden tussen milities en staten of tussen mili­ ties, maar dan zijn burgers niet echt een slacht­offer. Het kan ook zo zijn dat een militie dorpen af gaat sluiten van internet om een etnische zuivering te vergemakkelijken. Dan is het wel een nieuwe oorlog. Al is het uitschakelen van internet dan meer een middel in plaats van een doel. Wat zeker is, is dat een oorlog om internet zich niet zo mak­ kelijk laat plaatsen in een hokje. Als je een beetje creatief bent met de definities dan is deze vorm in te delen in meer­ dere hokjes tegelijkertijd. Wel komen er echte veranderingen in de beleving en de uitvoering van oorlog. Internet maakt legers sterk en zwak tegelijk. Dat heeft stra­tegische en cul­ turele effecten voor degene die hem voeren. Maar welke pre­ cies? Dat zal later aan ons antropologen zijn om uit te zoeken. Maar hoe moeten wij als antropologen dat analyseren? Dat zal voor de antropologie een nieuwe klus worden. ◆ De naam van de adjudant is bekend bij de redactie.

Één satelliet uit de lucht of één kabelverbinding door geknipt en de verbinding valt al weg Tijdschrift Cul

21


Reportage

Een euro voor een halfuurtje wifi in de bibliotheek, belachelijk! Hoe past het boek in ons drukke en digitale bestaan? De bibliotheek bestaat al 120 jaar in Nederland. In deze tijd is het net als een kameleon vaak van gedaanten verwisseld. Hoe houdt de bibliotheek zich staande in de digitale tijd en wat is de plaats van de bibliotheek in de toekomst? Tekst Jasper Knegt Beeld Sammy Stasse

In de openbare Amsterdamse bibliotheek aan de Ooster­ dok zit een groepje oudere mensen achter een computer. Ze kijken met z’n allen naar een pagina waarop de dienstregeling van het openbaar vervoer te zien is. Een man van middelbare leeftijd slaakt een zucht wanneer de computer niet doet wat hij wilt. Verderop zit een groepje studenten achter hun laptop te leren voor een tentamen. Voor hen staan flesjes water en een volle tas met eten. Ook ligt er op hun tafel een kleine stapel schoolboeken die zij open hebben geslagen. Hun ogen zijn hier niet op gericht, wel op het scherm van hun laptop. Ook zit er regelmatig een student op zijn telefoon, achter het laptop scherm. Een heel korte geschiedenis van het bibliotheekwezen De bibliotheken in Nederland veranderen door de tijd heen, van de ´oude´ functie, waarbij het enkel gaat om het lenen van boeken, naar de vernieuwde functie van de bibliotheek bin­ nen deze gedigitaliseerde wereld. Veel bibliotheken hebben door de vergaande gemeentelijke bezuinigingen hun deuren moeten sluiten of zij hebben zich moeten aanpassen aan de gedigitaliseerde wereld. Ondanks deze aanpassingen wordt de bibliotheek nu ook nog steeds gezien als een ontmoetings­ plek voor jong en oud, ook blijven boeken de centrale functie innemen binnen de bibliotheek. In de Marokkaanse koningsstad Fez staat de oudste nog werkende bibliotheek in de Al-Qarawiyyin moskee. De Al-Qarawiyyin moskee opende haar deuren in het jaar 859 en wordt omschreven als een mysterieuze plek met een onein­

22

Tijdschrift Cul

dige hoeveelheid aan kamers. In zijn collectie heeft het een negende eeuwse Koran geschreven op kamelenhuid in Kufic, de oudste vorm van het Arabisch schrift. In mei 1899 opende de allereerste openbare biblio­ theek van Nederland in Dordrecht. Later volgden de steden Utrecht, Den Haag, Rotterdam, Groningen en Leeuwarden en gezamenlijk richtten zij in 1908 de Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken op. Deze overkoe­ pelende organisatie heeft voor veel ontwikkeling binnen het bibliotheekwezen gezorgd, zoals voor de groei van leeszalen binnen bibliotheken, oftewel de ‘leeszaalbeweging’. De landelijke openbare bibliotheken ontstonden in de jaren zeventig en de wet op het openbaar bibliotheekwerk werd in 1975 ingevoerd. Dit leidde tot een sterke toename in het aantal vestigingen en hierdoor ook een sterke toename in het gebruik van de bibliotheek, zoals ook te zien is in de centrale bibliotheek van de OBA aan de Oosterdok in Amsterdam.

De wifi is niet gratis doordat de OBA heeft moeten bezuinigen op haar kosten


Reportage De OBA Als je de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) aan de Oosterdok binnenloopt, zie je veel studenten achter hun lap­ tops. Op de onderste verdieping staan vooral computers en er zijn weinig boeken te zien. Pas op de tweede etage staan boe­ kenkasten met Nederlandse literatuur. Boven in de openbare bibliotheek Amsterdam zit een restaurant en de wifi is niet gratis, zoals in vele andere bibliotheken buiten de stad wel. De OBA heeft namelijk voor één miljoen euro moeten bezuinigen. Dit hebben zij gedaan door te bezuinigen op personeel en door mensen te laten betalen voor een half uurtje op de wifi. De OBA digitaliseerde in de jaren negentig om mee te gaan met de wensen van de consument, die naast het lezen van boeken ook van het internet gebruik wilde maken. Wie vaak in deze bibliotheek komt is bekend met de vele studenten en middelbare scholieren die hier aan het studeren zijn. Veel van deze jongeren zitten hier de gehele dag en klagen over de slechte koffie, weinige stopcontacten en het internet waarvoor je moet betalen. Zo ook de student Mark, die in de bibliotheek kwam om te gaan werken aan een groepsproject. Hij schrok door de, in zijn ogen, hoge kosten voor de wifi en is uiteindelijk ergens anders gebruik gaan maken van het internet. Veel van de studenten delen de zorgen van Mark en missen vooral een goede internetvoorziening in de bibliotheek. Aan de andere kant heb je de mensen die zich eigenlijk best wel irriteren aan deze vloedgolf van scholie­ ren en studenten in de bibliotheek. Zo ook Marieke die de bibliotheek heeft zien veranderen door de tijd heen. Nu ziet ze steeds meer stu­ denten die alleen maar in de bibliotheek komen om kabaal te maken en te ´chil­ len´.

De bieb als ontmoetingsplaats De bibliotheek moet zichzelf opnieuw uitvinden staat in het Bibliotheek anno 2025 rapport van de commissie Cohen. De bibliotheek moet volgens dit rapport een knooppunt zijn voor kennis, contact en cultuur. De primaire taak van de biblio­ theek blijft geletterdheid, ook ICT-geletterdheid. Waarmee bedoeld wordt dat bibliotheken een laagdrempelige toegang tot informatie verschaffen en een ontmoetingsplaats zijn in een samenleving die steeds meer individualiseert. In de openbare bibliotheek is de functie van de bi­ bliotheek als ontmoetingsplaats springlevend. Oudere mensen lezen een tijdschrift of zitten in het vernieuwde restaurant ben­ eden te praten en een kopje thee te nuttigen. Als je met de rol­ trappen naar boven gaat zie je scholieren met elkaar in gesprek over hun schoolwerk dat ze voor het eindexamen moeten doen. Boven in het restaurant zit een stelletje samen te eten en de toeristen kijken vol bewondering naar het uitzicht van de stad, bij het viewpoint op de bovenste verdieping. Zij zien hier de schoonheid van Amsterdam van bovenaf.

Veel studenten missen een goede internetvoorziening in de bibliotheek Minder bezoekers/bezuinigen Steeds meer mensen lenen e-books bij de digitale bibliotheek, die de OBA in samenwerking met andere bibliotheken aan­ biedt. Ook zijn cd’s nu gratis te lenen, maar de cd collectie is niet meer zo uitgebreid als deze vroeger was. De bibliotheek is een plaats geworden waar mensen gebruik kun­ nen maken van stilteruimtes en de beschikbare bibliotheek computers. Dit klinkt positief voor de bibliotheken, toch wordt de bibliotheek minder bezocht dan voorheen. Door het gehele land heen verdwijnen er biblio­ theken. Zij heeft veel moeten bezuinigen, gemiddeld zo een tien procent van het budget. Hierdoor zijn verschillende bi­ bliotheken al gesloten en anderen zijn zeer geminimaliseerd. Ook dreigt er een gedeeltelijke sluiting voor een aantal bi­ bliotheken in Amsterdam. Hierdoor moeten de mensen die hun dagelijkse krantje willen lezen naar een andere biblio­ t­heek uitwijken. Tevens dreigt hierdoor de sociale ontmoe­ tingsplaats in de wijk te verdwijnen. Verscheidene biblio­ theken in Amsterdam hebben hun deuren al moeten sluiten, vooral in het stadsdeel Nieuw-West, waar de bezuinigingen bijna dertig procent van het budget bedroegen. De jongere generatie Kinderen en jongeren komen in tegenstelling tot volwassen nog wel in grote aantallen in de bibliotheek stelt het CBS in een onderzoek uit 2017. Kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs geven aan weinig tot geen boeken in huis te hebben, dit werd onderzocht door de Universiteit van Amsterdam. Wel hebben deze kinderen minimaal drie digitale apparaten in huis. Ook blijkt dat het leesplezier afneemt wanneer kin­ deren de overgang maken tussen het basis- en voortgezet on­ derwijs. Binnen deze leeftijdscategorie neemt het gebruik van digitale media toe. Deze leerlingen besteden meer tijd aan het onderhouden van contact met leeftijdsgenoten, sociale media en gamen.

Tijdschrift Cul

23


Reportage

Ook werd binnen het onderzoek aangetoond dat 87% van de leerlingen van het voortgezet onderwijs, lid is van de bibliotheek. Van deze leerlingen gebruikt 17% minstens eens per maand de bibliotheek computer. Wel wordt deze computer vaker gebruikt om de catalogus van de bibliotheek te raadplegen en niet voor andere bezigheden. In een documentaireserie over de bibliotheek spreekt Frans Bromet een aantal scholieren die de biblio­theek bezoeken. Deze scholieren geven aan dat zij vooral lezen op hun smartphone. Zij lezen Whatsapp-berichten: ‘En dat hoort eigenlijk ook bij lezen. Echte boeken lezen, dat hoort bij school.’ Deze scholieren komen vooral in de bibliotheek voor de wifi en om te chillen. Voor hen is de bibliotheek een plaats om hun vrienden te ontmoeten. Meer dan alleen boeken De bibliotheek is dus niet enkel een plek om te computeren of boeken te lenen. Doordat de bibliotheek ook wordt gezien als een ontmoetingsplek voor meerdere mensen en om de bieb toekomstbestendig te maken, worden er verscheidene cursussen aangeboden. Zo wordt er door deskundigen en vrijwilligers uitgelegd aan ouderen en werklozen hoe zij de computer kunnen gebruiken. Hierbij wordt bijvoorbeeld ook uitgelegd hoe zij op de beste manier kunnen solliciteren voor een nieuwe baan. De bibliotheek van Woerden is een voorbeeld van deze meer diverse invulling van een bibliotheek. Hier kun je in de mensenbieb een ‘levend boek’ lenen. Zo kun je bijvoor­ beeld met mensen spreken die dakloos, verslaafd of blind zijn. Wanneer je ‘een mens leent’ mag je deze persoon alles vragen. ‘Het levend boek’ hoeft geen antwoord te geven op alle vragen die er worden gesteld. Ook mag ‘het mensen boek’ niet mee naar huis worden genomen. Bij de ingang van de biblio­theek staat een bord waarop het aanbod wordt weergegeven. Zo staat er bijvoorbeeld welke mensen er zijn uitgeleend en welke mensen er beschikbaar zijn. Zo staat er dat onder andere een drugsverslaafde, een slechtziende man en een dakloze vrouw zijn uitgeleend. De toekomst van de bibliotheek is multidimensionaal: debat­ centra en theaters nemen steeds meer hun intrek in de biblio­ theek. De bieb moet met zijn tijd meegaan en meebewegen met een steeds veranderende interesses van de maatschappij. Toch willen ook veel mensen de bibliotheek houden zoals het nu is. Boeken lenen blijft de kerntaak van een bibliotheek. De digitalisering van de bibliotheek zorgt voor een andere invulling van de bibliotheek en legt minder de focus op boe­ ken, maar zorgt niet voor de afbreuk van de kerntaken van de bieb. Daarvoor blijven er nog steeds mensen komen. Zo ook het groepje mensen dat hier elke dag om tien uur in de ochtend voor de deur staat, om een krant te lezen of een plaats te bemachtigen om te studeren, binnen de ontmoetingsplaats die de bibliotheek vormt. ◆

24

Tijdschrift Cul

In de bibliotheek in Woerden kun je een ‘levend boek’ lenen


Column

Smartphone zorgt voor pedopaniek Tekst Paola Leijssen Beeld Mark Schaap Wat was het toch fijn dat je vroeger als peuter nog de hele dag naakt kon rondlopen, dat je die vrijheid kon voelen. Lekker in die blote billen rondbanjeren. Alles laten luchten. Heerlijk. Mijn hele leven ga ik al naar dezelfde camping in het zuiden van Frankrijk. De naam zal ik maar niet noemen, uit angst dat ik er nieuwe mensen naartoe lok, wat ik niet wil. Maar ik verzeker je, het is een prachtige plek. Mijn zomerse thuis, de fijnste plek om elk jaar naar terug te keren. Een plek omringd door bergen, uitzicht op de bekende Mont Ventoux, riviertjes die langs het hele gebied stromen, het constante geluid van krekels, de menukaart die er na twintig jaar nog precies hetzelfde is, altijd dezelfde fijne mensen, geen steen die is verplaatst, die vreselijke hitte, de geur van de zomerse Provence en dan dat heerlijke ijskoude bassain, waar iedereen de hele dag ligt om elke vijf minuten een verfrissende duik te nemen. Niks wat er verandert. Tot ik er afgelopen zomer weer was. Voor het eerst in twintig jaar was er iets anders. De peuters liepen er namelijk in zwembroekjes rond. Ver­ baasd was ik. Perplex. Want waarom? Waar is die tijd gebleven dat kleine kinderen gedachteloos in hun nakie konden banjeren? Laatst las ik wat columns, want dat doe ik graag. Meestal lees ik ze in het Parool of de Volkskrant, maar dit keer was ik op internet wat aan het rondneuzen. Een van die columns ging over hoe we steeds preutser aan het worden zijn, en dat dat mede komt door de smartphone. In de titel stond het woord ‘pedopaniek’. Ik moest lachen. Dat bekt lekker! Ik herhaalde het woord een paar keer in mijn hoofd. Pe­ dopaniek. Pedopaniek. Pedopaniek. Eventjes kon ik er wel om lachen, maar eigenlijk vind ik het heel treurig. Ik weet dat tijden veranderen en dat de smartphone voor enorm veel verandering heeft gezorgd. Tegenwoordig wordt vrijwel alles vastgelegd, met alle gevolgen van dien. We gaan onszelf steeds meer bedekken, en we worden steeds preutser. Hebben ouders dan last van pedopaniek? Dat ze daarom hun koter niet naakt laten rondlopen? Nu er al­ tijd wel een mobiele telefoon in handbereik is, kan alles worden vastgelegd. Maar zijn ouders dan echt zo bang dat hun kind gefilmd wordt? Zelfs op zo’n fijne en betrouwbare plek, die camping in Zuid-Frankrijk?

Want zonder ook maar één uitzondering lopen nu al die peuters met een mini-broekje. Zonde. Heel zonde. En er­ gens word ik er boos om. We worden steeds meer in onze vrijheid beperkt, of het nou onbewust of bewust is. De smartphone heeft voor enorme veranderingen gezorgd en dat is in mijn ogen geen goede verandering: de verpreutsing van de mens. Als ik terugdenk ben ik toch heel blij dat ik als kleine dreumes nog wel die vrijheid heb kunnen voelen om lekker in mijn blote billen rond te kunnen lopen. Zonder pedopaniek. Zonder dat alles bedekt moest zijn. Maar tijden ver­ anderen. Wie weet komt dat vrije gevoel ooit weer terug. ◆

Tijdschrift Cul

25


Student in Beeld

Student in beeld: Robin Buskes Een reis zonder bereik

Tekst Joosje Slot Beeld Jolijn Sterk

‘Er waren veel mensen die ik op de trail zag en die de hele tijd aan het klagen waren over het weer en over hun benen, en het eigenlijk verschrikkelijk vonden. Vervolgens plaatsen ze berichten op Facebook over hoe geweldig ze het hebben gehad.’ Ook Robin kwam erachter dat ze niet kon ontsnappen aan het profileren van zichzelf. ‘En toen was ik ineens die coole wandelchick en moest ik daar weer aan voldoen.’ De mogelijkheid om contact te hebben met het thuisfront, maar ook de belemmeringen die het hebben van wifi met zich meebracht, vormden de arbitraire rol die internet speelde tijdens haar reis.

Geromantiseerde ideeën over afpeigerende pelgrims­tochten als Santiago de Compostella, maar ook Jon Krakauer’s verfilmde boek Into the Wild hebben een stempel gedrukt op de manier waarop we kijken naar mensen die alleen in de natuur zijn. ‘Het gaat vaak over jezelf profileren als een persoon die graag alleen in de natuur is’, vertelt Robin.

Toegang tot het internet Wifi speelt in het alledaagse leven vaak een onuitgespro­ ken rol. Het is er gewoon. Je telefoon verbindt automa­ tisch met het netwerk van de universiteit en enkel als je op de fiets zit wordt er een beetje van je veel te dure 4Gabonnement gesnoept. De momenten dat je je ineens heel bewust wordt van het wel of niet hebben van internet­

Robin Buskes liep in 134 dagen 5000 kilo­meter. Van de Mexicaanse grens, door vijf Amerikaanse staten naar de Canadese grens. Een reis waarin ze soms wekenlang geen bereik had met enkel de dagen achter zich en de dagen voor zich. Robin vertelt over sociaal contact, het gevoel van nutteloosheid en online profilering.

26

Tijdschrift Cul


Student in Beeld

Uiteindelijk creëert iedereen een profiel van zichzelf, of je dat nou online doet of offline toegang, zijn de vakantietaferelen die iedereen wel kent. Voordat je billen de café-stoel hebben geraakt heeft er al iemand om het wifi-wachtwoord gevraagd en menig hostel zit vol met netflixende of skypende wereldreizigers. Maar niet in de uitgestrekte landschappen van New-Mexico, Colorado, Wyoming, Idaho en Montana. De enige plek waar soms 4G ontvangen kan worden is boven op een berg. ‘Dat zorgde soms voor hilarische maar ook wel een beetje zielige taferelen. Wandelaars die zich in prachtige natuur bevonden en dan pakten ze op het mooiste moment, bovenop de berg, hun telefoon.’ Zonder 4G-netwerk was Robin aangewezen op de sporadische dorpjes die langs de Continental Divide Trail liggen. ‘Het was vaak maar één keer in de twee weken dat ik echt wifi had, en dan gebruikte ik het voor con­ tact met mijn vrienden en familie en voor het opzoeken van informatie. Ik moest nieuwe kaarten laden en opzoe­ ken of ik water kon vinden en waar het op de kaart stond aangegeven.’ Pas in de bergketens van Colorado kwam ze vaker wifi tegen. Dat is een gebied waar veel mensen gaan skiën en er dus veel luxe ski-resorts zijn met een goed wifi-netwerk. De toegang tot het internet had echter een bijzondere uitwerking en deed haar nadenken over het gevoel dat je iets nodig lijkt te hebben als het beschikbaar is. ‘Daar kreeg ik het gevoel dat ik mijn mail ineens moest checken of ging ik nadenken over Instagram. Over wat ik zou gaan posten en wat ik daar dan onder zou zetten. Ter­ wijl ik daar niet over nadacht, wanneer ik geen wifi had. Ik heb mezelf moeten stoppen om erover na te denken, want het sloeg helemaal nergens op.’ Een last en een zegen Toegang hebben tot het internet voelde voor Robin aan de ene kant als een zegen maar aan de andere kant ook als een last. ‘Waarschijnlijk zou ik veel meer geremd zijn geweest om dit te doen als ik geen contact had kunnen houden met mijn familie. Maar tegelijkertijd was het ook de reden dat ik dit ging doen, want ik wou juist even geen internet meer hebben.’ Robin loste dit op een inventieve manier op. Ze sprak spraakmemo’s in en typte berichtjes tijdens het wan­ delen die ze vervolgens als ze in een dorpje kwam verstuurde naar vrienden en familie. Zo zorgde ze ervoor dat de mo­ gelijkheid tot sociaal contact met andere reizigers in de dorpjes niet verloren ging aan het zoeken naar een verbin­

ding die goed genoeg was om te kunnen skypen. ‘Ik was vrij eenzaam tijdens het lopen, en in de dorpjes kwam ik juist andere wandelaars of andere mensen tegen. Dat was het moment om echt te socializen. En om dan op je mobiel te zitten, dat was echt verschrikkelijk.’ Wel gebruikte ze Instagram om soms foto’s te posten van zichzelf op de trail, maar ook hier ging ze voor­ zichtig mee om. ‘Ik heb heel erg geprobeerd los te laten dat het een representatie moest zijn van mij op de trail. Tege­ lijkertijd voelde ik wel heel erg de drang om iets met de wereld te delen. Ook omdat ik niet zo goed wist hoe ik het anders kon doen.’ Ze maakte daarbij een bewuste keuze om enkel foto’s te plaatsen en geen uitgebreide verhalen over hoe het met haar ging. Daarvoor gebruikte ze voor­ namelijk Instagram. ‘Dat was meer een teken van leven en om mensen te laten zien wat ik aan het doen was zonder te verraden hoe het eigenlijk met me ging. Dat wilde ik liever persoonlijk vertellen.’ Alone, alone, all alone Als ze wel 4G had kunnen ontvangen had dat haar gevoel van eenzaamheid op de trail, die ze voor een groot deel alleen wandelde, niet minder gemaakt. De eenzaamheid die ze voelde was echter van een andere orde. ‘Ik was heel erg oké met mijn eenzaamheid, vooral toen er geen andere optie was dan eenzaam zijn. De eenzaamheid die je kan voelen in Amsterdam, als ik in m’n eentje in mijn kamer zit terwijl er wel vrienden zijn met wie ik zou kunnen spre­ken, is veel overweldigender. Je voelt je dan soms nutteloos.’ Het feit dat de optie niet aanwezig was, maakte dat ze zich veel meer kon overgeven aan het alleen zijn en er zelfs van ging genieten. ‘In de natuur was het juist een acceptatie van het feit dat je alleen bent, en wat ben ik eigenlijk een cool persoon om alleen mee te zijn. Ik kon mijn gedachten waarderen.’ Uiteindelijk creëert iedereen een profiel van zichzelf, of je dat nou online doet of offline. ‘Dat is identiteit, en die bouw je op en breek je dan weer af ’, legt Robin uit. Het gebruik van sociale media tijdens haar reis voelde voor haar voornamelijk als een openstelling naar de wereld. ‘Je neemt een stukje controle weg over je verhaal. Het is niet zo erg als mensen daar een eigen voorstelling van maken, en als dat anders is dan hoe ik het bedoel. Uiteindelijk gebeurt dat in het dagelijkse leven ook voortdurend.’ ◆

Tijdschrift Cul

27


Achtergrond

Surfen op het socialistische web Hoe een website als een plek voor discussie dient voor anti-identitair links Het beruchte imageboard 4chan is ooit opgericht om een vrijplaats te bieden aan internetgebruikers, om in anonimiteit berichten, en met name afbeeldingen, te delen. Het sub-board /pol/, ‘politically incorrect’ loopt over van racistische en reactionaire berichten. Reden genoeg om op het internet een linkse vuist te maken. Op 4chans broertje 8chan probeert /leftypol/ links op een nieuwe manier op de kaart te zetten, door middel van discussies en kritische blikken. Tekst Max van Zon Beeld Jolijn Sterk

Door moderatoren zijn er een aantal regels opgesteld om te mogen participeren. Zo is het streng verboden om mensen op de kast proberen te jagen, klimaatverandering te ontkennen en imperialisme denkwijzen aan te houden. Ook is reactio­ naire politiek in linkse retoriek verhullen, zoals het nationaal‘socialisme’ als linkse stroming voor te doen, ook een reden om van het sub-board verbannen te worden. Er wordt verwacht dat men enige kennis heeft over socialistische litera­tuur en er is dan ook een pagina waarop deze literatuur gedeeld wordt. Die bestaat voornamelijk uit ouderwetse literatuur van Karl Marx en Friedrich Engels, maar er wordt ook veel moderne linkse literatuur gedeeld. Postmodernistische literatuur wordt over het algemeen veracht, omdat het ‘de problematiek op links en de opkomst van radicaal-rechts heeft veroorzaakt’. Goelagmemes en hielenlikkers De ideologieën van gebruikers zijn te zien als vlaggetjes of afbeeldingen naast hun gebruikersnaam. Zo is er een plaatje van een tank voor gebruikers die zich het meest kunnen vinden in autoritair communisme. Dit wordt in hun jargon aangeduid als ‘tankies’, wat verwijst naar de apologeten van het harde optreden van de Sovjet-Unie tijdens de Hongaarse opstand van 1956. Daarbij werden tanks gebruikt. De roodzwarte vlag wordt gebruikt door anarchisten en een kruis door christelijk-socialisten. Door onder sommige vlaggen, zoals de sociaal-democratische, een bericht te plaatsen kun je honende opmerkingen verwachten: centrumlinks wordt op de site gezien als hielenlikkers van de grootkapitalisten. /leftypol/ is dus misschien niet zo serieus als het pretendeert te zijn. Net als op andere sub-boards worden er voorname­ lijk memes en irrelevante en vaak inhoudsloze berichten,

28

Tijdschrift Cul

geplaatst. Bij het schrijven van dit artikel wierp ondergete­ kende meermaals een blik op de site, en de meest populaire threads hadden titels als ‘DOW/Market Watch Thread’, waarin wordt gespeculeerd wanneer de volgende crisis zich zal gaan voordoen en constant plaatjes van kapitalisten die zichzelf ophangen worden geplaatst, of bijvoorbeeld ‘/leftybritpol/ - Tory meltdown edition’, een thread speciaal voor Britten, maar waarin vooral tories, de conservatievelingen, belachelijk worden gemaakt. De memes die je voorbij ziet komen bij een bezoek­ je aan deze linkse site, hebben uiteraard altijd socialistische kenmerken: een plaatje van Stalin die reactionairen naar de Goelag wegwuift, schermafbeeldingen van banale kritieken van liberalen en fascisten op socialistische ideeën, zoals ‘het werkt op papier, maar…’, ‘de mens is van nature niet socialis­ tisch’, of afbeeldingen van /leftypol/’s favoriete filosoof, Slavoj Žižek, die met zijn opvattingen en opvallende persoonlijkheid een persoonlijkheidsstatus om zich heen heeft gebouwd. Vooral de Goelag-grappen doen het goed, want grappen die edgy, ‘op het randje’ zijn, vinden mensen het meest interessant. Soms is het niet geheel duidelijk wat de ideeën van de bezoekers zijn. Zo wordt ‘accelerationisme’, het idee dat kapitalistische tendensen juist moeten worden toegejuicht om zo onvrede bij de burger te bewerkstelligen, belachelijk gemaakt in memes. Gelijktijdig lijken mensen het er daadwerkelijk mee eens te zijn. Zo was het een populair idee op /leftypol/ bij de Amerikaanse presidentsverkie­zingen in 2016 voor Trump te stemmen, omdat er anders ‘niks zou veranderen’ binnen de Democratische Partij. Trump zou ontevredenheid met het systeem onder de arbeidersklasse kunnen vergroten.


Achtergrond

Invloed op het internet van /leftypol/ Een aantal hedendaagse linkse figuren worden door een groot gedeelte van het sub-board aanbeden. Zo wordt vaak de eerder genoemde Slavoj Žižek besproken, die in zijn boeken en interviews de negatieve effecten van politieke correctheid benoemt. Hij is niet zozeer bekend geworden wegens zijn academische werk, maar met name door enkele films waarin hij zijn kritiek op de kapitalistische wereldideologie be­ spreekt. Zijn debat met Jordan Peterson, die vorig jaar nog in een tjokvolle zaal van de Universiteit van Amsterdam door Room for Discussion werd geïnterviewd, was één van de grote evenementen voor /leftypol/-bezoekers en werd al maanden van tevoren gehypet. Sinds het debat zijn er gebruikers die zich Peterson-fans noemen, ook een kijkje komen nemen op /leftypol/. Er werden talloze memes verspreid die Petersons optreden belachelijk maakten. Hij had ter voorbereiding en­ kel het communistisch manifest van Marx en Engels gelezen. Een ander centraal figuur is Richard Wolff, een Amerikaanse econoom die marxistische politiek in simpele woorden weet uit te leggen, waardoor de theorie door ieder­ een te begrijpen is. /leftypol/ zamelde ooit genoeg geld in om door hem genoemd te worden op een groots evenement waar hij sprak.

Populair onder anarchisten is Murray Bookchin, die ‘democratisch confederalisme’ bedacht, een ideologie die in Syrisch Koerdistan wordt nagestreefd. Vanwege de daad­ werkelijke uitvoering van deze ideologie is er veel interesse in Bookchins literatuur. Welke mensen de site bezoeken is niet heel duidelijk. Het leek me daarom interessant de bezoekers van /leftypol/ te interviewen. Ik ging achter mijn computer zitten, zocht een leuk plaatje uit van taalwetenschapper Noam Chomsky, selecteerde een rode socialistische vlag en schreef een verhaal over mijn interesse in het board en of ik iemand kon inter­ viewen. De reacties waren niet heel positief. Het is tot op de dag van vandaag een veelvoorkomende tactiek van geheime diensten om linkse organisaties te infiltreren om informatie over ze te winnen. Mijn betoog leek blijkbaar op dat van zo’n infiltrant en ik werd een CIA-agent genoemd. Mensen begonnen mijn thread te negeren en al gauw beantwoordde niemand meer mijn oproep. Ik had wellicht wat meer over mijn keuze voor Chomsky moeten nadenken: anarchisten zijn in de minderheid en hebben sinds een tijdje zelfs een eigen sub-board opgezet: ‘/leftpol/’. Ook op het internet is de versplintering op links een fenomeen. ◆

Tijdschrift Cul

29


Alumni

Alumnus aan het woord: Dorien Zandbergen De belofte van Burning Man en de Smart City Dorien Zandbergen bestudeert technologie als een cultureel fenomeen. Haar PhD-onderzoek ging over de cultuur rond de beginjaren van het internet, waarvoor ze naar Californië afreisde. Na haar onderzoek naar deze techno-hippies in de woestijn bestudeert ze nu in Nederland hoe de mens omgaat met de belofte van technologie. Het internet was ooit een droom voor de proactieve burger; een middel om de wereld democratisch te maken. Maar de relatie tussen burger, beleid en technologie heeft altijd gewrongen. Tekst en beeld Jolijn Sterk De digitaal antropoloog beargumenteert dat de basis van het ideologische discours rond het internet decennia vóór de eerste World WideWebtransmissie ligt. Uit de idealisten van de vroege jaren ‘70 was in de tweede helft van de twintigste eeuw een enorme tegenculturele beweging gegroeid. Het epicen­ trum van deze beweging lag in Californië, en had veel te ma­ ken met de New Age hippiebeweging. ‘In de jaren ‘60 ontstond de eerste echte jongerengeneratie.Dit waren jongeren die niet meteen na school aan het werk hoefden, maar gesteund werden door hun ouders terwijl zij zichzelf en de wereld door middel van reizen en studies mochtengaan ‘ontdekken’. Uit hun omzwervingen groeide voor hen het besef van gelijktij­

30

Tijdschrift Cul

digheid, het gevoel dat de wereld in op een soort diepe, spiri­ tuele manier verbonden is.’ Het internet gaf de eerste gebrui­ kers de mogelijkheid een netwerk op te bouwen onafhankelijk van de bestaande maatschappelijke structuur. Optimisten werden opgezweept door initiatieven als de Whole Earth Catalog van Steward Brand. Dit was een tijdschrift met een bijbehorende chatroom dat tips gaf voor een zelfvoorzienend bestaan, weg van de stad. Toen de eerste stapjes werden gezet naar een mogelijk razendsnel wereldwijd netwerk, stonden Brand en zijn volgers aan de frontlijn. Wat ligt er dichter bij spirituele verbinding dan een gelijktijdig, wereldwijd, onzichtbaar communicatiemiddel?


Alumni

KOM BIJ DE KRING! Afgestudeerd! En dan?

Antropologen belanden na hun studie in zeer diverse beroepen die niet altijd (direct) gerelateerd zijn aan de studie. De kans is groot dat je na verloop van tijd de binding met je vakgebied en de academische wereld kwijtraakt. Zonde, nietwaar? Wil je na je studie graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in jouw vakgebied? In contact blijven met studiegenoten en docenten? Word dan lid van de Kring Antropologie/Amsterdams Netwerk Cultureel Antropologen (ANCA). De belofte van Brand De voetsporen van deze ideologie zijn nog te vinden in de woestijn van Nevada – in de vorm van het idealistische festival Burning Man. Tienduizenden mensen bouwen het terrein op, leggen hun eigen water- en elektriciteitsverbinding aan en stampen hun eigen handelssysteem uit de grond gebaseerd op een Malinowski-esque gift economy. Volgens Zandbergen zou je de bezoekers van dit festival als hedendaagse opvol­ gers voor de New Age technofielen van de vorige eeuw kun­ nen zien. ‘Ik denk dat het als antropoloog belangrijk is om onderscheid te maken tussen enerzijds ideologie en ander­ zijds voorwaarden om ideologie waar te maken. Hippies gingen in de jaren ‘90 persoonlijke computertjes maken, maar dat kon alleen omdat ze gesponsord werden door de bedrij­ ven. Sommigen werden zelfs door het leger gefinancierd. Ook de ruilhandel van Burning Man is gestoeld op een bepaald privi­lege. Er gaat ter plekke geen geld in om, maar om daar te komen heb je ontzettend veel geld nodig. Je moet investeren in je ticket, je verblijf, verbinding enzovoorts. Het idee dat internettechnologie vroeger meer democratisch was, is gro­ tendeels een mythe.’ In haar korte documentaire Smart City: Op zoek naar de Slimme Burger wordt de kloof tussen de doorsnee consument en de enthousiaste technofiel pijnlijk zichtbaar. We volgen Irene, een vrouw die haar baan als buurtbewaker kwijtraakte, terwijl ze een internetcursus doet. Ze leert via internet solliciteren naar nieuw werk. Tegenover Irene staan in de documentaire vooral veel vrolijke, goedgebekte mannen in pakken, die lyrisch vertellen over wat community-based technology allemaal kan oplossen. ‘Je eigen privacy genereren’ Neem Bas Boorsma, initiatiefnemer van de smart lantaarn­ palen op het Boekenroodeplein, de plek die Irene vroeger beveiligde. Naast licht hebben de hoge witte palen ook wifi, camera’s en bewegingssensoren. Boorsma noemt ze ‘de iPhones van de straat’. Hij probeert Zandbergen van hun nut te overtuigen door naast de veiligheidsfunctie en meet­ mogelijkheden te betogen dat met palen in zulke voetgan­ gersgebieden data kan worden omgezet in waarde. Daarmee bedoelt hij dat bedrijven makkelijker kunnen adverteren aan voorbijgangers waarvan ze een het gewenste consumenten­ profiel hebben. Aan die data komen de palen door hun sterke wifiverbinding. Zijn toon slaat een beetje over als Zandber­

Wat heb ik aan mijn lidmaatschap?

- Gratis toegang tot activiteiten van de Kring Antropologie (borrels, lezingen, filmavonden). - Gratis lenerspas voor de UvA-universiteitsbibliotheken. - Gratis toegang tot de jaarlijkse alumnidag van de UvA. - Flinke korting op UvA-voorzieningen (zoals: Universitair Sport Centrum en UvA-colleges).

Kijk voor meer informatie op:

www.uva-alumni.nl/antropologie

gen hem vraagt naar eventuele privacy schending. ‘De privacy die er ooit was, die is er niet meer. We moeten op zoek naar een nieuw soort privacy in de digitale wereld. Mensen moeten hun eigen privacy gaan genereren.’ We zien hem niet vertellen hoe dat nou moet, je eigen privacy genereren.

Hacken is een manier vinden om het systeem naar je hand te zetten En daar vond Zandbergen de echo van de jaren ‘70. Het blije verhaal over de proactieve burger impliceert vooral veel ei­ gen verantwoordelijkheid, maar er is maar een klein groepje mensen dat ook echt deelt in de kennis die hiervoor nodig is. ‘In het reguliere onderwijs en andere opleidingen en personeels­ trainingen wordt nauwelijks de kennis en inzicht gegevendie nodig is om daadwerkelijk zeggenschap te hebben over je data en de manier waarop jegebruik maakt van het internet. We worden standaard tot consument ge­bombardeerd.’ Hoe meer technologie we in ons leven toelaten, hoe voorzichtiger we moe­ten zijn met de implicaties. Dit kan echter niet democra­ tisch verlopen als de helft van de bevolking het internet niet echt begrijpt. Zandbergen is nu bezig met het opzetten van een project om hippies en hackers weer te verbinden. ‘Het moet makkelijker worden voor mensen om hun omgeving weer te gaan hacken. En daarbij hoef je niet zo’n zwart scherm met groene letters voor te stellen, het gaat puur om het terugvinden van agency, van manieren om het systeem naar je hand te zetten.’ ◆

Tijdschrift Cul

31


Winnaar Schrijfwedstrijd Cul X Redpers

Mijn tanden zijn de deuren naar mijn ziel Tekst Esra Seval Dede Beeld Sammy Stasse Stel je voor dat de psycholoog even belangrijk is als de tand­ arts. De eerste aanraking al vroeg op de basisschool met een volwassene, die jouw belevingswereld verkent. Het zijn de eerste stappen naar zelfreflectie. Hoe beoordeel je jouw gedachten? Wat is waar en wat is een mengelmoes van ideeën en emoties die ik als waarheid zie? Al vroeg zou er gekeken worden naar je psychische ontwikkeling. Wat voor ervaringen heb je al achter de kiezen en welke trauma’s ben je aan het verteren? Trauma’s die restjes kunnen achterlaten in de voegen van je herinneringen. Gedurende je leven zou je twee keer per jaar een moment hebben om te reflecteren op je psyche. De psycholoog zou je leren hoe je de patronen van je gedachten kan oppoetsen, hoe je elke dag de stress en onzekerheid kan flossen uit je eigenwaarde. Voordat verwaarlozing ervoor zorgt dat de wortel niet meer te redden is en wij een deel van onszelf moeten verliezen om verder te kunnen gaan. De psycholoog zou je complimenteren op je inzichten in mo­ menten van vooruitgang en advies geven voor momenten van stress. Ook al weten we dat het allemaal goed gaat, we gaan alsnog naar onze controles, omdat het verantwoord is. Je weet namelijk nooit wat je achter die mooie glimlach kan vinden. We vertrouwen de psycholoog om het op te pikken en we zorgen ervoor dat we er verzekerd voor zijn. We erkennen dat alle facetten van ons lichaam ertoe doen en evenveel effect hebben op onze gezondheid. Op verschillende momenten in mijn leven ben ik gestopt voor mijn tanden te zorgen. Als kind, los­gekoppeld van mijn lichaam, zag ik mijn tanden als fossiele objecten bevroren in tijd. In mijn tienertijd proefde ik de metalige

32

Tijdschrift Cul

nasmaak van een sigaret in de vroege ochtend. Ik voelde een stuk van mijn tand afbreken op een technofeest. De vele tand­ artsen die mijn leven in en uit zijn gegaan hadden dezelfde preek voor mij klaarstaan, tot in de puntjes geïnstrueerd vanuit hun beroep; poets je tanden, het is belangrijk voor je gezond­ heid. Waarom ik het niet deed werd niet gevraagd en ik had het waarschijnlijk niet kunnen verwoorden. Nu weet ik dat het perfectionisme was, wat mij verlamde tot in mijn kaken. Mijn tanden zijn de deuren naar mijn ziel. Nog altijd heb ik moei­ lijke momenten. Soms zie ik druppels bloed in mijn wasbak en vraag ik me af waar het naartoe zal leiden. Zoals ik me dat ook afvraag met kleine woede-uitspattingen naar dierbaren en geliefden toe. Ik weet het niet zolang ik het niet aankaart. Vaak sleuren we onszelf door moeilijke tijden en bijten door de zure appel heen, maar de appel doet ons meer kwaad dan goed. Stel je voor dat geestelijke verwaarlozing even gestigmatiseerd zou worden als een gebit vol gaatjes. Onhandelbare kinderen die op een andere manier worden bekeken. Risicogroepen die extra voorlichting krijgen. Zo kan er eindeloos een realiteit worden geweven waarin we voorkomen wat wij in deze realiteit proberen op te lossen. Toch is in beide realiteiten noch de psy­ choloog, noch de tandarts de oplossing. Ze zijn spiegels. Net zoals het moeilijk is ons eigen gebit te beoordelen, hebben we anderen nodig als spiegel om naar onszelf te kunnen kijken. Stel je voor dat we altijd elkaars spiegel zijn en geen pscyholoog nodig hebben. Het is mogelijk, je hoeft bijvoorbeeld geen tandarts te ontmoeten om je leven te leiden. Maar in meeste gevallen hebben we hulp nodig. Ik ben al begonnen, door een afspraak te maken bij zowel de tandarts als de psycholoog. ◆


Column

Het morele internet Tekst Francio Guadaloupe en Peter van Rooden Beeld Sammy Stasse - Het internet is geen veilige plek. - Duh. Weet je wat geen veilige plek is? De UvA. - Overdrijf je niet? Eén lullige hoogleraar rechten maakt toch geen hele universiteit onveilig? - Ik heb het over de terror-oehoe van Baudet, waar elke stu­ dent rechten en sociale wetenschappen dagelijks mee ge­ confronteerd wordt. - ?? - Kijk jij nooit naar rechts als je ons gebouw binnenkomt? Daar staat een foeilelijk beeld van Athena, met aan haar voeten die uil, Baudet’s symbool van de wederopstanding van de boreale beschaving. - Baudet is wat Max Weber een paria intellectueel noemde, en de uil van Minerva is een eerbiedwaardige vogel, die He­ gel voor de filosofie liet staan: zij vliegt pas in de schemering, zoals de filosofie pas iets kan begrijpen, als het af is, voltooid, en het leven er dus uit geweken is. In het voorwoord van zijn rechtsfilosofie, waar Hegel die uil laat rondfladderen stelt hij dat de filosofie in zijn tijd al haar aanzien heeft verloren, omdat de filosofen zo oppervlakkig, emotioneel, en op po­ pulariteit gericht zijn. Hij noemt maar één zo’n filosoof bij naam, een zekere Fries. Een rechtse nationalist, die het volk wilde beschermen, en niet-volkse elementen - de joden wilde verdrijven. Oh, en hij verbrandde ook nog boeken. We weten precies wat Hegel over Baudet gezegd zou hebben. - Iedereen weet toch dat de UvA geen safe space is voor ambitieuze jonge vrouwen! NRC, NOS en de sociale me­ dia kruisvaarders kunnen er geen genoeg van krijgen. Het kwaad hoort gepersonifieerd te worden. En dat wordt het ook. Hoewel zijn naam niet genoemd mag worden, weet heel Nederland dat het gaat om een hoogleraar rechten, met de bijnaam: ‘een acht voor een nacht’. Hij zou promovendas en studentes seksueel onheus behandeld hebben. De tradi­ tionele media houdt het daarbij. Dat gaat de sociale media kruisvaarders niet ver genoeg. Het zal niet lang duren voor­ dat zij zijn naam op het web verspreiden. De universiteit heeft schuld bekend, en een commissie ingesteld, maar dat is niet genoeg. De dader moet verbannen worden. Als de naam en de identiteit van de schuldige door internet kruis­ vaarders nationaal en internationaal kenbaar wordt gemaakt is dat de ultieme morele daad. Dan pas is er gerechtigheid. De groeiende invloed van de sociale media kruisvaarders in ons land heeft te maken met de kracht van het web waar de taal is doorspekt van Amerikaans moralisme. Onze Neder­ landse kruisvaarders zijn onderdeel van een internationale hydra. En toch heb ik een donkerbruin vermoeden dat dit onderdeel is van een grotere verschuiving. De door de VS gedomineerde internet trends volgen met een lokaal saus­ je, dat lijkt de nieuwe authenticiteit van Nederland te zijn geworden. Dus niet alleen van onze internet kruisvaarders! De VS heeft Trump met zijn ‘Make America Great Again’

(van Ronald Reagan) en wij Baudet met zijn uil van Miner­ va (van Hegel). Beide nemen geen blad voor hun mond en kunnen uitstekend uit de voeten met sociale media – net als de kruisvaarders. - Mij vallen allereerst de verschillen met de VS op. Hier werkt eerst het systeem op traditionele wijze. Een vertraagde insti­ tutionele zuivering, buiten de openbaarheid om. Dan maakt een krant, en niet de sociale media, de zaak alsnog openbaar. De enige inzet is of de naam van de betrokkene openbaar gemaakt mag worden. In de huidige VS worden in zulke gevallen de naam en de overtredingen van de betrokkene door de slachtoffers openbaar gemaakt, er wordt op de instelling via sociale media geleund om de betrokkene te ontslaan, wat doorgaans onmiddellijk gebeurd, potentiële nieuwe werk­ gevers wordt gewaarschuwd de dader niet aan te nemen, en zijn artikelen, of muziek, of boeken mogen niet meer verspreid of geciteerd worden. De Amerikanen nemen iemand sociaal dood verklaren echt serieus. Hun morele gerechtigheid lijkt op hun rechtssysteem: onbarmhartig en onverbiddelijk. Maar dat ondergraaft jouw punt natuurlijk niet: Baudet is niet zo machtig als Trump, zoals onze kruisvaar­ ders niet zo zelfbewust en doortastend zijn als hun Ame­ rikaanse voorbeelden. Maar ook hier delen ze hun kritiek op, en wantrouwen in bestaande instituties, hun keuze voor ‘morele’ onderwerpen (het kwaad is altijd belichaamd in in­ dividuen), hun heel korte tijdshorizon (er moet onmiddelijk iets gebeuren). Hegel had hier in zijn rechtsfilosofie nuttige begrippen voor: het gaat hen louter om Moralität, de per­ soonlijke ethische waarde, en niet om Sittlichkeit, de eigen­ schappen van instituties die de vrijheid van iedere burger mogelijk maken. ◆

Tijdschrift Cul

33


34

Tijdschrift Cul


Redactieleden gezocht cul 2019-2020 Houd je van schrijven? hoofdredactie

Ben je creatief? penningmeester

Of ben je gewoon benieuwd hoe het is om een jaar in een redactie samen te werken?

webredacteur

beeldredactie

Stuur je sollicitatie dan vóór 9 juni naar sollicitatie@tijdschriftcul.nl ! Kijk voor meer informatie en alle functiebeschrijvingen op www.tijdschriftcul.nl of check onze facebook!

vormgever coördinator reis

acquisitie

eindredactie

event manager

Ziezoprint.nl is onderdeel van:

. .

DRU KKE RI J & G RA F I SCH E VO RM GEVING

�i� D�����! ds����� j � � � i � � O� � do�� i� ������r .�� � ���z����n

DRUKKEN PRINTEN RECLAME

Andeko Graphic Bocksmeulen 22 9101 RA Dokkum info@andekodokkum.nl www.andekodokkum.nl T 0519 - 22 03 67

V�n� & � H��� �� es��� . �v �� vo�r �u�i� ���i�!

flyers - folders - posters - brochures - briefpapier - enveloppen - visitekaartjes - geboortekaarten uitnodigingskaarten - menukaarten - kalenders - memo/notitiebloks - stoepborden - stickers - belettering magneetplaten - reclameborden en nog veel meer!

www.ziezoprint.nl


BIOSCOOP & ZONNIG TERRAS

STAYCATION

BEAT THE HEAT

STAYCATION

BEAT THE HEAT

ZOMER IN /K STAYCATION

BEAT THE HEAT

STAYCATION


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.