PRAKTIJKMANAGEMENT
Brits minister wil sprong voorwaarts met telemonitoring De Britse minister van Volksgezondheid, Jeremy Hunt, wil in de loop van 2013 honderdduizend patiënten gebruik laten maken van ‘telehealth’. Dat als reactie op een studie die aantoonde dat de telehealth bij sommige chronisch aandoeningen de sterfte met bijna een vijfde kon doen afnemen. eremy Hunt heeft plannen voor proefprojecten (‘pathfinders’) met telehealth in zeven regio’s van het Verenigd Koninkrijk. Daarmee wil hij 100.000 patiënten met chronische aandoeningen de technologie aanbieden. Het gaat in hoofdzaak over telemonitoring: patiënten verrichten thuis metingen en worden vanop afstand gevolgd. Daardoor krijgen die patiënten het gevoel dat ze meer controle hebben op hun toestand, zo wordt gesteld, terwijl ze toch minder hun artsen moeten raadplegen. De ‘pathfinders’ moeten de National Health Service (NHS) de weg wijzen naar een ruimere implementatie van de technieken, zodat in 2017 al drie miljoen mensen in het VK telehealth zouden gebruiken.
J
Belangrijke winst? Volgens de Britse volksgezondheidsminister kan telehealth de NHS geld besparen;
met andere woorden: de voordelen van telehealth wegen ruim op tegen de investeringen. De minister gaat ervan uit dat telehealth de mortaliteit na twaalf maanden met 45% kan terugdringen, het beroep op spoeddiensten met 15%, het aantal spoedopnamen met 21% en het aantal gewone ziekenhuisopnamen met 24%. De cijfers zouden afkomstig zijn uit het Whole System Demonstrator Project, een onderzoeksproject van de overheid waarvan de resultaten in juni dit jaar werden gepubliceerd in de BMJ.(1) Daarbij waren 3.230 patiënten betrokken in 179 huisartsenpraktijken. Ze leden aan diabetes, COPD of hartfalen. Diabetespatiënten kregen een glucosemeter mee, COPD-patiënten een pulse-oximeter en hartfalenpatiënten een weegschaal. Naast het onderdeel telemonitoring werden bijvoorbeeld ook educatieve boodschappen elektronisch verstuurd naar de patiënt.
ben een duidelijk voordeel van telehealth aangetoond.
Zeker niet perfect
Volgens Brits minister van Volksgezondheid Jeremy Hunt kan telehealth de NHS geld besparen.
Het artikel met de gepubliceerde resultaten, dat op de website van de BMJ kan worden gelezen, vermeldt een mortaliteit na twaalf maanden van 4,6% in de interventiegroep en van 8,3% in de controlegroep (odds ratio 0,54 – 95%-betrouwbaarheidsinterval 0,39-0,75). Dat is al bij al tamelijk indrukwekkend: nog maar weinig onderzoeken heb-
Maar de studie krijgt ook kritiek. Er vond geen randomisatie plaats en de vergelijking interventie/controle werd uitgevoerd tussen huisartsenpraktijken veeleer dan tussen individuen. De telehealthtechnieken die werden aangewend in het onderzoek, vertoonden grote variatie – er was geen standaardisatie van de interventies. Volgens sommigen zijn de resultaten dan ook overroepen. Patiënten die telehealth kregen, bleken na correctie voor verschillende factoren niet echt minder een beroep te doen op de spoeddiensten en ze moesten eigenlijk even vaak met spoed worden opgenomen in het ziekenhuis (verschillen waren niet significant). De studie kon ook geen duidelijke verlaging van de ziekenhuiskosten aantonen bij patiënten die werden gevolgd met telehealth. Wouter Colson 1. Steventon A, et al. Effect of telehealth on use of secondary care and mortality: findings from the Whole System Demonstrator cluster randomised trial. BMJ. 2012 Jun; 344: e3874.
Nederland
Tolkentelefoon blijft toch gratis voor huisarts Specialisten betaald voor videoconsult Huisartsen en andere eerstelijnsgezondheidswerker zullen volgend jaar dan toch niet moeten betalen voor het gebruik van de Vlaamse Tolkentelefoon. Dat heeft Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeuren verzekerd aan de Vlaamse Liga tegen Kanker. De tweede lijn zal wel moeten instaan voor de vergoeding van de tolken en de telefoonkosten. e eerste lijn van de gezondheidszorg zal ook volgend jaar gratis gebruik kunnen blijven maken van de Vlaamse Tolkentelefoon. Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen garandeerde de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) immers dat er een budget wordt voorzien om de kosten waar de eerste lijn vanaf 1 januari 2013 zelf voor zou moeten opdraaien, op te vangen – voor de tweede lijn is zo’n budget niet voorzien.
D
Gezondheidszorg Op 15 juni van dit jaar besloot de Vlaamse regering om de subsidiëring van de Vlaamse Tolkentelefoon Ba-bel te herzien, althans voor de gezondheidszorgsector – deelsectoren als welzijn, onderwijs, tewerkstelling en inburgering bleven buiten schot. Vanaf volgend jaar zou de regering enkel nog de werkingskosten en de infrastructuur van de tolkenvereniging financieren, de vergoedingen van de tolken en de telefoonkosten zouden ten laste vallen van de gezondheidszorgsector zelf. Die maatregel zorgde voor heel wat onrust, onder meer bij de Vlaamse Liga tegen Kanker, Domus Medica, Huis voor Gezondheid, de interuniversitaire werkgroep Diversiteit en gezondheid en huisartsenkringen Antwerpen en Dokters van de Wereld
16
België. Huisartsen merkten op dat de kosten sowieso niet doorgerekend konden worden aan de patiënten, aangezien zij het dikwijls al moeilijk genoeg hebben. En alles zelf betalen stond gelijk aan volledig gratis werken, wat evenmin haalbaar was. Ook De Vlaamse Liga tegen Kanker vroeg de overheid uitdrukkelijk om haar mening te herzien. Ze wees erop dat het recht op duidelijke informatie voor anderstalige patiënten – dat is ingeschreven in de wet op de patiëntenrechten – in het gedrang kwam door deze ingreep en vroeg de overheid om een herziening.
Opluchting Dat die aanpassing er nu effectief komt, zorgt voor een golf van opluchting in de eerste lijn. De VLK liet weten de minister erg erkentelijk te zijn om het recht op duidelijke informatie in de eerstelijnsgezondheidszorg te vrijwaren. En ook huisartsenorganisatie Domus Medica is tevreden met de beslissing van Vandeurzen. “Duidelijke informatie voor de patiënt is van primordiaal belang”, aldus directeur Guy Defraigne, “en dat voor het welslagen van alle acten binnen de eerstelijnszorg: advies, diagnostiek en therapeutisch beleid.”
ARTSENKRANT Dinsdag 4 december 2012 Nr. 2283
Tijs Ruysschaert
Virtuele videoconsulten van medisch specialisten worden vanaf volgend jaar op dezelfde manier bekostigd als fysieke consulten. Dat maakte de Nederlandse Zorgautoriteit bekend. Sinds de lancering van het videoconsult in september van dit jaar vonden al zo’n 400 FaceTalk-gesprekken plaats. anaf 2013 mogen specialisten in Nederland een videoconsult op dezelfde manier aanrekenen als een fysiek consult. Dat staat in het aangepaste DBC(1)-pakket dat de Nederlandse Zorgautoriteit vorige maand publiceerde. Het moet wel om een herhaalbezoek gaan, het eerste contact tussen een specialist en een patiënt moet een fysiek consult blijven. Tot nu toe telden enkel face-to-facecontacten mee bij de vergoeding die specialisten in Nederland ontvangen voor een behandeling. Maar dat belette specialisten niet om patiënten ook te ‘zien’ via videoconsulten. Sinds september van dit jaar – wanneer het UMC St. Radboud uit Nijmegen de virtuele spreekkamer lanceerde – vonden al bijna 400 virtuele raadplegingen plaats via FaceTalk, in totaal goed voor ruim 161 uur. “En ik hoop dat door deze beslissing van de NZa nog meer specialisten en patiënten de voordelen ervan zullen inzien én ervaren”,
V
reageerde Lucien Engelen, directeur van Radboud REshape & Innovation Center, tevreden.
Virtuele spreekkamer Met FaceTalk is het mogelijk om zonder extra hardware en via een beveiligde internetverbinding videogesprekken te voeren met patiënten en zorgverleners wereldwijd. Patiënten kunnen zo niet alleen van thuis uit vertellen welke gezondheidsproblemen ze ondervinden, maar ook pijnlijke plaatsen laten zien. De zorgverlener ziet alles op het beeldscherm, en kan – uiteraard met goedkeuring van de patiënt – anderen aan het gesprek laten deelnemen. Zorgverstrekkers, zoals de huisarts van de patiënt of collegae specialisten, maar ook familieleden of lotgenoten. T.R. 1. Diagnosebehandelcombinatie 2. Wie een demonstratie van FaceTalk wil zien, kan terecht op www.vimeo.com/51715119.