BELGIË - BELGIQUE
Bonussen topmanagement Iris ter discussie > Blz. 3
P.B.-P.P. B-331
MOLSIDOMINE
De referentie voor huisartsen en specialisten
www.artsenkrant.com
32ste jaar nr 2293 - Vrijdag 25 januari 2013 - 1,50 € - Halfwekelijks blad - P309577 - ACTUAMEDICA - RAKETSTRAAT 50, BUS 14 - 1130 BRUSSEL
4
GENEESKUNDESTUDENT YUHAN TAN IS BELGISCH BADMINTONKAMPIOEN © MD
2
DOMUS MEDICA IJVERT VOOR SEPARAAT HUISARTSENBUDGET
© DL
© Imageglobe
FORENSISCHE GENEESKUNDE AAN HERVORMING TOE
22
Prof Roger Blanpain over pensioenhervorming:
‘Dit is ongrondwettelijke discriminatie’
O
p medische discussiefora blijven huisartsen hun ongenoegen uiten. De voorwaarde van een loopbaan van minstens 42 jaar om onbeperkt te kunnen bijverdienen na 65 jaar, is ronduit discriminerend, klinkt het.
Johan Hellings gaat fusieziekenhuis Roeselare leiden De 49-jarige Limburger Johan Hellings is aangesteld als algemeen directeur van het fusieziekenhuis Roeselare dat in 2015 volledig operationeel wordt. In afwachting daarvan volgt hij Patrick Waterbley op aan het hoofd van het Heilig Hartziekenhuis, één van de fusiepartners. Hellings is een expert in ziekenhuisbeleid en geldt als een vertrouweling van minister Johan Vandeurzen. Vorig jaar was hij aangezocht als bemiddelaar om de fusie van het Heilig Hartziekenhuis en het Stedelijk Ziekenhuis vlot te trekken. Eerder begeleidde hij ook al de fusie van drie Limburgse ziekenhuizen tot het ZOL. Hellings wil zijn mandaat van CEO bij Icuro, de koepel van publieke ziekenhuizen, onverkort uitdoen. Dat loopt nog zes maanden. “Ik probeer tussendoor zoveel mogelijk in Roeselare aanwezig te zijn”, zegt hij. “Eerste opdracht is een gezamenlijk directiecomité vormen. Bedoeling is dat we dit jaar al nadrukkelijk in de context van het fusieziekenhuis gaan werken.” Peter Backx
Door hun lange studieloopbaan raken (huis)artsen immers schier onmogelijk aan een professionele loopbaan van minimum 42 jaar op 65, ook al omdat afgekochte studiejaren niet meetellen om die kaap van 42 te ronden (zie ook AK 2292). Met als gevolg dat ze niet kunnen profiteren van de soepelere regelgeving. En dat terwijl ze voor hun 65 jaar al enorm veel hebben gegeven aan de maatschappij én er daarenboven enkele jaren van gratis dienstverlening op hebben zitten, tijdens hun studies. Hier en daar nemen artsen het echter op voor de beperking op bijverdiensten na 65 jaar. Door verder te werken zouden artsen van 65 jaar of ouder hun jongere collega’s kansen en perspectieven ontnemen, wat de aantrekkingskracht van het beroep kan doen verminderen voor beginnende collega’s (die het pensioen van hun oudere collega’s moeten betalen). Het beschikbare werk moet eerlijk verdeeld worden onder diegenen die tijdens hun beroepsloopbaan moeten betalen voor wie 65 jaar of ouder is, zo luidt de stelling.
Werkgelegenheid? “Dat is een versleten argument”, spreekt Prof. Em. Roger Blanpain (KU Leuven) die redenering tegen. “Wie zoiets beweert, gaat ervan uit dat er te weinig werk is, terwijl er net werk te veel is. Trouwens, door verder te werken na hun pensioengerechtigde leeftijd, creëren mensen net extra jobs. Kijk naar mij: op mijn 80ste werk ik nog steeds én stel ik twee à drie mensen tewerk.” De professor arbeidsrecht vindt het verder niet kunnen dat de overheid een onderscheid maakt tussen beroepsgroepen.
© Imageglobe
Voortaan mogen mensen na hun 65ste onbeperkt bijverdienen, tenminste als ze een professionele loopbaan van minimum 42 jaar kunnen voorleggen. Door die voorwaarde vallen bijna alle artsen uit de boot. En dat is onterecht, vindt Prof. Em. Roger Blanpain. “Meer zelfs, het is ongrondwettelijk.”
Door verder te werken na hun pensioengerechtigde leeftijd creëren mensen extra jobs, luidt de redenering.
“Het wettelijk pensioen beloont iedereen die bijdragen heeft betaald tijdens zijn carrière, dat is een verworven recht. Maar daarnaast is er ook artikel 23 van de grondwet, het recht op arbeid. De regel die onbeperkt bijverdienen na de leeftijd van 65 jaar toestaat, verbreedt de draagwijdte van dat recht. Maar tegelijkertijd sluit de beperkende voorwaarde van een carrière van minimum 42 jaar een grote groep van de intellectuele klasse, die zich door langere universitaire studies heeft geworsteld, uit. En dat is ongrondwettelijk.” Tijs Ruysschaert > Blz. 2: ‘Mens is homo faber’
ACTUALITEIT
25 januari 2013
Halfwekelijks blad voorbehouden aan het medisch korps Parait également en français sous le titre «Le Journal du Médecin»
Hoofdredacteur Peter Backx – peter.backx@actuamedica.be
Adjunct-hoofdredacteur Veerle Caerels – veerle.caerels@actuamedica.be
Eindredactie Wouter Colson, Karolien Van de Velde
Redactie Pierre-Alain Belpaire, Nathalie Degand, Nicolas de Pape, Piet Desmet, Manuel Di Pietrantonio, Johanne Mathy, Tijs Ruysschaert, Kari Van Hoorick, Eef Verbeke, Ludwig Verduyn ✆ 02-702.70.82, ak@actuamedica.be
Vaste medewerkers Dr. Jean Andris, Peter Anthonissen, Gert Bakelants, Katia Belloy, Claude Biéva, Erik Brusten, Michelle Cooreman, Johan Copermans, Patrick De Neve, Désirée De Poot, Tom Eelen, Stefan Eraly, Thierry Goorden, Jasper Jansens, Geerdt Magiels, Peter Raeymaekers, Bernard Roisin, Dr. Jean-Luc Schouveller, Dr. Jean-Marie Segers, Apr. Heidi Van de Keere, Dr. Guy Verhulst
Art director & hoofd van de productie Viviane Claes – viviane.claes@actuamedica.be
Vormgeving Philippe Ossemann, Ivan Petrovic, Antonio Zamora
Druk Roularta Printing
Zoekertjes Guido Marit guido.marit@actuamedica.be
Personeelsadvertenties Emily Deglas – emily.deglas@actuamedica.be ✆02-702.70.33
Jaarabonnement Prijs: 120 euro – ✆ 078-35.33.13 Adreswijzigingen: ENKEL per e-mail naar circulation@actuamedica.be De artikels, foto’s, tekeningen en andere illustraties, opgenomen in het redactionele gedeelte van “Artsenkrant”, bevatten geen publiciteit. Bedrijven en producten worden enkel ter inlichting vermeld. Alleen de auteurs/adverteerders zijn verantwoordelijk voor de artikels, foto’s, illustraties, ideeën en de advertenties die in “Artsenkrant” verschijnen. Alle rechten van vertaling, overname en reproductie - op welke wijze dan ook - zijn voorbehouden voor alle landen. Pagina’s met een gekleurde achtergrond vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.
Commerciële afdeling Product manager Virginie Meysmans – virginie.meysmans@actuamedica.be Account managers Griet Berckmans, Philip Bergé, Caroline Louis, Elke Van Rode
Commerciële assistente Emily Deglas – emily.deglas@actuamedica.be – ✆ 02-702.70.33
Artsenkrant is een uitgave van
Medisch directeur Dr. Christian Cottriau
Directeur van de redactie Peter Backx
Afgevaardigd bestuurder en verantwoordelijke uitgever Ben Houdmont – Raketstraat 50 – 1130 Brussel
Hoofdredacteur Geert Verrijken – geert.verrijken@actuamedica.be
www.artsenkrant.com Content manager Jorgen Vanderdood — jorgen.vanderdood@actuamedica.be Aangesloten bij de Unie Van Uitgevers van de Periodieke Pers en intekenaar
Multimed panel
Gerechtelijke geneeskunde heeft nood aan hervorming In België worden per jaar zo’n 75 moorden als natuurlijk overlijden gecatalogiseerd. Dat en andere onduidelijkheden bij niet-natuurlijke overlijdens zijn vermijdbaar als men een betere organisatie en een beter statuut voor de gerechtsarts uitwerkt. ond dat thema organiseerde het Koninklijk Belgisch Genootschap voor Gerechtelijke Geneeskunde (KBGGG) een symposium in het Paleis der Academiën. De gerechtelijke geneeskunde is pas sinds 2002 een erkende specialisatie in België. Momenteel zijn er 27 gerechtelijke artsen en assistenten actief in de zes Belgische forensische centra. Daarnaast zijn er nog een aantal zelfstandige artsen die optreden als gerechtelijk expert. Dat zijn er te weinig. Slechts bij 1% van de overlijdens wordt een autopsie uitgevoerd. Ter vergelijking, andere landen halen autopsieratio’s van 8% (Duitsland), 12% (VS), 19% (Zwitserland), 24% (Engeland) en zelfs meer dan 30% (Scandinavische landen). Een betere screening zou meer duidelijkheid geven over strafrechtelijke delicten, arbeidsongevallen, beroepsziekten, iatrogene overlijdens of overlijdens gelinkt aan medisch handelen en zelfdodingen. Tv-series schetsen een vertekend beeld van de forensische geneeskunde. In werkelijkheid doet justitie vaker een beroep op niet-forensisch opgeleide artsen zoals huisartsen en urgentieartsen bij een overlijden dat als verdacht beschouwd kan worden dan wel op specialisten ter zake. Die artsen hebben niet de competentie noch de uitrusting om de precieze doodsoorzaak en het exacte tijdstip van overlijden vast te stellen. Zo gaat er interessante informatie verloren. “Men moet op een meer systematische basis een autopsie uitvoeren, wil men de ‘perfecte’ moord vermijden”, aldus Dr. Wim Van De Voorde, diensthoofd forensische
R
© Imageglobe
Nr. 2293
Een lijkschouwing kost geld en forensische artsen moeten momenteel al tussen zes maanden en drie jaar op hun uitbetaling wachten, zonder verwijlintresten.
geneeskunde aan de KULeuven en ondervoorzitter van het KBGGG. Bovendien is het noodzakelijk om verborgen zelfdodingen en andere ongewone overlijdens zo goed mogelijk te proberen op te sporen, zeker met het steeds toenemende aantal crematies.
Gebrek aan wetgeving “Het probleem is dat het statuut van onze gerechtelijk artsen slecht uitgewerkt is en de verloning ondermaats en laattijdig is”, zegt gerechtsarts Wim Develter. “Er is een duidelijk gebrek aan wetgeving over forensische geneeskunde”, vindt senator en neurochirurg Jacques Brotchi, die in 2005 een wetsvoorstel ter zake indiende. “Algemeen kunnen we stellen dat er moet worden gestreefd naar betere informatie, betere communicatie en het vermijden van nutteloos tijdsverlies. Alleen een
Vervolg van blz. 1
‘Mens is homo faber’
I
n AK 2292 verdedigde het kabinet-De Croo zich tegen de beschuldiging dat het artsen discrimineert met de pensioenhervormingen. “Personen die langer gestudeerd hebben (in casu artsen), hebben doorgaans een betere functie tegen betere voorwaarden en in betere omstandigheden”, luidde het verweer. “En bovendien betekent de hervorming ook voor hen een flinke stap vooruit: de maximumbedragen liggen hoger en worden jaarlijks geïndexeerd, en de maximale overschrijding is opgetrokken naar 25%.” “Maar dat is allemaal flauwekul”, vindt Prof. Em. Roger Blanpain. “Het gaat helemaal niet om wat men verdient of
verdiend heeft, neen. In mijn omgeving zie ik hoe mensen die top zijn in hun vak en nog blaken van gezondheid, moeten stoppen met werken omdat ze 65 jaar zijn geworden. En dat maakt hen kapot: de mens is immers een homo faber, geboren met de drang tot arbeid en creativiteit.”
Brains broodnodig “Als ze zo doorgaat, brengt onze maatschappij zichzelf trouwens in de problemen. Wij hebben alle brains broodnodig, maar in plaats van ze te koesteren, sluiten we zelf de deur voor hen. En moeten we talent invoeren van buitenaf.” T.R.
gerechtelijk arts zou bevoegd moeten zijn voor het onderzoek bij een verdacht overlijden.” Om hun werk ten gronde uit te voeren, hebben gerechtelijke artsen meer financiële middelen nodig. Een lijkschouwing kost geld en forensische artsen moeten momenteel al tussen zes maanden en drie jaar op hun uitbetaling wachten, zonder verwijlintresten. In België moeten alle sectoren inleveren. Is er dan nog ruimte voor meer middelen voor de gerechtelijke geneeskunde? “Een correcte autopsie is nog altijd goedkoper dan een opgraving”, argumenteert Van De Voorde.
Niet geaccrediteerd Zowel de opleiding als het mandaat van gerechtelijk artsen zijn niet homogeen. Na een specialisatie van vijf jaar hebben forensisch artsen geen Riziv-nummer. Ze zijn niet geaccrediteerd en moeten zich niet verplicht bijscholen. Bovendien zijn er geen directieven over welk overlijden onderzocht moet worden. Als oplossing voor deze problematiek pleit de KBGGG voor een eenvormige, interuniversitaire en voortgezette opleiding voor experts in gerechtelijke geneeskunde, alsook een accreditatie met bijbehorende kwaliteitscontrole van experts, laboratoria en autopsiezalen. Ook een financiële re-evaluatie dringt zich op. Er zou een officiële lijst moeten komen die stipuleert wat een ongewoon sterfgeval is. De financiering zou kunnen verdeeld worden tussen de universiteiten, Justitie en Volksgezondheid. Bij niet-natuurlijke sterfgevallen zou verplicht een expert aangesteld moeten worden die kan beslissen welke onderzoeken precies nodig zijn. Katia Belloy