www.artsenkrant.com Coördinatie: Pascal Selleslagh, pascal.selleslagh@ubm.com - Redacteurs: Frans De Kuyssche, Iris Einhorn.
Kosten/baten van een praktijkassistent Het Huis voor Gezondheid organiseert morgen een infosessie. Thema: aannemen van personeel in huisartsenpraktijken en de tweede opleiding tot praktijkassistent. Maar wat kan zo’n praktijkassistent en hoeveel kost hij/zij u?
D
Dan volgt de echte administratietraining. In de basismodule - aangepast aan de voorkennis van de student worden competenties aangeleerd die noodzakelijk zijn voor elk bediendenprofiel: reken- en typevaardigheid, taal, bureautica, bedrijfsad-
ministratie en sociale en organisatorische skills en technieken. Aansluitend oefenen de cursisten vaardigheden zoals onthaal en administratie verder in via cases. In het negendelige paramedische luik komen de volgende thema’s aan bod: medische deontologie, de
Lage kost
© Thierry Strickaert
e praktijkassistent krijgt een opleiding die bestaat uit een administratief, een paramedisch en een stageluik . A an het administratieve gedeelte gaat een assessment vooraf om de kandidaten met het gepaste profiel te selecteren.
Zomaar een praktijkassistent 'uitproberen' en na de beroepsopleiding wegsturen, kan niet.
huisartsenpraktijk, omgaan met papieren en elektronische patiëntendossiers, het medisch instrumentarium, EHBO, communicatie, hygiëne, een gezonde levensstijl en de gezondheidszorg in België. In een observatiestage bestuderen de cursisten vervolgens de interactie tussen u en andere zorgverleners en diensten.
Dan volgt het echte werk: een stage van drie weken en daarna de Individuele beroepsopleiding (IBO) in de praktijk. Voor voltijdse opleidingen duurt die IBO maximaal twee maanden, voor deeltijdse drie maanden. De cursist is tijdens die periode werkzoekende in opleiding op de werkvloer. U bent dus geen werkgever, maar betaalt wel aan de VDAB een maandelijkse facturatiekost (16 euro), vervoerskosten en een productiviteitskost (een pak minder dan een normaal brutomaandloon). U staat ook in voor een verzekering tegen arbeidsongevallen en aansprakelijkheid. Eindejaarspremies, vakantiegeld en anciënniteit zijn nog niet van toepassing. Let wel, zomaar een praktijkassistent ‘uitproberen’ en na de beroepsopleiding wegsturen, kan niet. Op de
Artsen getuigen over hun assistenten Huisartsenpraktijk Vive (Wetteren) nam in 2010 een praktijkassistent uit de eerste lichting in dienst, tot tevredenheid van Dr. Marc Verstraeten. “In het begin werkten twee echtgenotes mee in de praktijk, tot de telefonische belasting te groot werd. We schakelden dan over op het telesecretariaat, maar de patiënten waren niet altijd tevreden over de minder persoonlijke aanpak; ze kregen ook vaak geen antwoord op hun vragen, vooral door de afstand tussen dat telesecretariaat en de praktijkruimte. Toen we in Artsenkrant over de opleiding tot praktijkassistent lazen, waren we dan ook meteen geïnteresseerd.”
V
erstraeten geeft aan dat praktijkassistente Wendy nog verder begeleid moest worden tijdens de IBO. “Maar veel extra inspanningen vergde dat niet, gaandeweg schaafden we een aantal zaken bij. Zie het als een organisch proces.” Tegenwoordig doet Wendy allerhande werk in
Vive: telefoons beantwoorden, viteit. Maar belangrijkst is misafspraken maken, brieven scanschien wel dat Wendy als aannen, dossiers behespreekpunt fungeert; ren,... Door haar aan- De praktijkassistent ze biedt antwoord op wezigheid, hebben de is de optie voor de vragen van patiënten dokters veel minder zonder de arts te moetoekomst administratief werk . ten storen. Omdat ze “Zo kunnen we ons ten volle ter plaatse aanwezig is, heeft ze bezighouden met de kernactiimmers voeling met wat patiënt
en arts verlangen. Een groot verschil met het telesecretariaat.”
Belang van screening Verstraeten benadrukt ook het menselijke aspect. “Wendy past in de visie en de missie van onze praktijk en is er ondertussen ‘het gezicht’ van geworden. Patiënten
eerste dag na de IBO moet u de cursist immers een contract van onbepaalde duur aanbieden, dat minstens even lang loopt als het IBO-contract en dat een loon voorziet volgens paritair comité 330, categorie 2 of 3. Als er zich dringende redenen voor ontslag aandienen, vervalt die verplichting. Samenwerkende huisartsen die een praktijkassistent in dienst nemen, kunnen een beroep doen op Impulseo II. Die jaarlijkse vergoeding moet de personeelskosten voor een praktijkassistent verlichten. Het Riziv betaalt de helft van de werkelijke globale loonkosten terug. Voor een groepering van twee huisartsen voorziet het maximum op 8.250 euro per jaar, voor een groepering vanaf drie huisartsen is dat 16.500 euro. Die tegemoetkoming bestaat helaas nog altijd niet voor solohuisartsen. Bent u solo-arts, dan kunt u wel profiteren van andere gunstmaatregelen die niet aan de praktijkvorm zijn gebonden, bijvoorbeeld het Activa plan -45 of +45, Activa start, bijdragevermindering voor zeer jonge werknemers, tewerkstelling van personen met een handicap,...
Tijs Ruysschaert
zijn zelfs teleurgesteld als zij er niet is. Het is dus van belang om bij de aanwerving de juiste persoon te kiezen.” “Wendy neemt werk uit onze handen, waardoor wij meer echt dokterswerk kunnen afleveren. En dat zorgt niet alleen voor financieel rendement, maar vooral ook voor meer levenskwaliteit voor de arts en voor een professionelere zorg.” Besluiten doet Verstraeten als volgt: “De praktijkassistent is de optie voor de toekomst. De administratieve belasting neemt almaar toe, maar een assistent kan dat opvangen. Aangezien meer en meer artsen samenwerken, wordt het evident dat we extra personeel aannemen om ons verder te professionaliseren.”
T. R .
PRAKTIJKMANAGEMENT
Artsenkrant I 2206 IÓ Dinsdag 13 december 2011
‘Met praktijkassistent koop je je vrije tijd af’
Verplichte indienstneming na IBO? Wie een praktijkassistent in dienst wil nemen via een IBO, doet dat best niet lichtzinnig: Tijdens de IBO: • Beide partijen engageren zich in het IBOcontract dat ze achteraf willen overgaan tot een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Het IBO-contract zelf kan niet zonder reden worden stopgezet. • Noch de werkgever noch de cursist kan het IBO-contract stopzetten zon-
Dr. Hilde Roels (Vas) geeft toe dat assistenten nuttig werk kunnen verzetten in een praktijk. Ze wijst er evenwel op dat een assistent een extra kost betekent, stelt zich vragen over de sociale wetgeving en benadrukt dat de overheid – als ze het aannemen van praktijkassistenten wil aanmoedigen – de subsidies moet uitbreiden. “Ik ben zeker niet tegen praktijkassistenten, ik heb zelf meer dan tien jaar een assistent in mijn praktijk gehad. Maar ik zou niet willen dat Impulseo II – dat louter bedoeld is voor administratieve steun en de solohuisartsen opnieuw discrimineert - in de toekomst aangewend wordt om het takenpakket te uit te breiden met technische handelingen. Het gevaar van zo’n uitbreiding bestaat er immers in dat ‘praktijkassistent’ dan een paramedisch beroep wordt dat los van de huisarts kan functioneren. Technische handelingen moeten kunnen, maar enkel onder toezicht van de arts.” “Als een praktijk zich inricht op een assistent, kan de organisatie die eigenlijk niet meer missen”, gaat Roels verder. “Want als de assistent ziek wordt of op vakantie gaat, moet de arts zich plots dubbel inzetten om die taken die hij eerder delegeerde, opnieuw zelf uit te voeren.” “Ook de onregelmatige uren zijn een probleem. Administratie kun je plannen en uitbesteden, maar je patiënten komen wanneer het nodig is voor hen. Een assistent zou er dus altijd moeten zijn als jij er bent.” Roels wijst ook op problemen met overuren of halftijds werk: “Overuren moet je binnen een bepaalde termijn
der akkoord van VDAB. Als de werkgever dat toch wil doen, moet hij een vergoeding betalen aan de cursist. Als de cursist het contract wil stopzetten zonder akkoord van de VDAB, wordt dit als werkweigering doorgegeven aan de RVA. Na de IBO: • De cursist wordt werknemer en krijgt een contract van onbepaalde duur dat minstens even lang loopt als het IBO-contract.
• Vanaf de start van de arbeidsovereenkomst is het gewone arbeidsrecht van toepassing. Indien de werkgever ontslaat tijdens een proefperiode, is er sprake van een opzegtermijn van één week. Bij ontslag buiten een proefperiode moet men rekening houden met de gebruikelijke opzegtermijn van drie maanden per vijf jaar anciënniteit. • Contracten van bepaalde duur worden niet gegeven na de IBO. Maria Vleminckx (VDAB): “In 2011 besliste de Raad Van
Bestuur om na een IBO een contract van bepaalde duur van 1 jaar toe staan. Op die maatregel werd slechts door 3 werkgevers beroep op gedaan op een objectief van 12.000 contracten op jaarbasis, vanaf volgend jaar is ze dus niet meer van toepassing.” Vleminckx voegt er wel aan toe dat wie een bepaalde duur voor ogen heeft, altijd mondelinge afspraken kan maken.
T. R .
P.P. 214,20 €
EUW NI d taal gbe Teru België in af van 011 li 2 1 ju
NIE U
15
W
PROLIA® : EEN NIEUWE KRACHT TEGEN FRACTUREN 1 subcutane injectie om de 6 maanden om uw postmenopauzale patiënten tegen osteoporotische fracturen te beschermen over het ganse skelet1 Heup fractuur
Nieuwe vertebrale fractuur
-20%
-40%
P = 0,01
P = 0,04
-68% P < 0,001
0 - Geneesm 201 id
enprijs del
GALENUSPRIJ S
Niet vertebrale fractuur2
© JDB
KRACHT TEGEN FRACTUREN
Hilde Roels: "Praktijkassistent mag geen paramedisch beroep worden". laten opnemen of tegen 150% uitbetalen. Als een assistent die moet opnemen tijdens de drukke winterperiode, zit je met een probleem.” En halftijds werk? “De sociale wetgeving verplicht je om op voorhand uurroosters door te geven, opnieuw extra administratie dus. En welke arts kan zijn praktijk trouwens zo strak plannen?” “Hoe je het ook draait of keert, een praktijkassistent betekent een extra kost. Hij zal je omzet niet doen toenemen. Een assistent in dienst nemen is eigenlijk je vrije tijd ‘afkopen’. En dan moet je opletten dat je hem kunt blijven betalen. En hopen dat de overheid de subsidiekraan plots niet dichtdraait bij de volgende besparingen...”
T. R .
PROLIA 60 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Naam van het geneesmiddel: Prolia 60 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Elke voorgevulde spuit bevat 60 mg denosumab in 1 ml oplossing (60 mg/ml). Denosumab is een humaan monoklonaal IgG2-antilichaam geproduceerd in een zoogdiercellijn (CHO) via recombinant DNA-technologie. Hulpstoffen: IJsazijnzuur*, Natriumhydroxide (voor aanpassing pH)*, Sorbitol (E420), Polysorbaat 20, Water voor injecties. *[Een acetaatbuffermengsel wordt gevormd door het mengen van azijnzuur met natriumhydroxide]. Hulpstoffen met een bekende werking: Elke ml oplossing bevat 47 mg sorbitol (E420). Therapeutische indicaties: Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op fracturen. Prolia vermindert het risico op wervelfracturen, niet-wervelfracturen en heupfracturen significant. Behandeling van botverlies gerelateerd aan hormoonablatie bij mannen met prostaatkanker die een verhoogd risico lopen op fracturen. Bij mannen met prostaatkanker die hormoonablatie ondergaan, vermindert Prolia het risico op wervelfracturen significant. Dosering en wijze van toediening: Dosering: De aanbevolen dosis Prolia is 60 mg toegediend als enkelvoudige subcutane injectie eenmaal per zes maanden in dijbeen, buik of achterkant van de arm. Patiënten moeten voldoende calcium- en vitamine D-bevattende supplementen krijgen. Patiënten met een nierfunctiestoornis: Voor patiënten met een nierfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Patiënten met een leverfunctiestoornis: De veiligheid en werkzaamheid van denosumab bij patiënten met een leverfunctiestoornis zijn niet onderzocht. Ouderen (leeftijd ≥ 65): Voor ouderen is geen dosisaanpassing nodig. Pediatrische patiënten: Prolia wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen (leeftijd < 18 jaar) omdat de veiligheid en werkzaamheid van Prolia bij deze patiëntengroep niet zijn vastgesteld. Remming van RANK/RANK ligand (RANKL) werd in experimenteel onderzoek bij dieren geassocieerd met remming van de botgroei en de tanddoorbraak. Wijze van toediening: Toediening dient te geschieden door iemand die voldoende is getraind in het geven van injecties. Voor subcutaan gebruik. Contra-indicaties: Hypocalciëmie. Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Bijwerkingen: Geclassificeerde samenvatting van de bijwerkingen: De veiligheid van Prolia is geëvalueerd bij 10.534 postmenopauzale vrouwen met osteoporose (tot een duur van 5 jaar) en bij patiënten met borst- of prostaatkanker die behandeld werden met hormoonablatie in fase II en III placebogecontroleerde klinische onderzoeken. De volgende conventie is gebruikt voor de classificatie van de bijwerkingen die in deze fase II en III klinische onderzoeken zijn gemeld: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 tot < 1/10), soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100), zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000) en zeer zelden (< 1/10.000) op basis van het aantal voorvallen gedurende 1 jaar. Binnen iedere frequentiegroep en systeemorgaanklasse worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. Bijwerkingen die zijn gemeld bij fase II en fase III placebogecontroleerde klinische onderzoeken bij vrouwen met postmenopauzale osteoporose en patiënten met borst- of prostaatkanker die hormoonablatietherapie kregen: Vaak: Infecties en parasitaire aandoeningen: Infectie van de urinewegen, infectie van de bovenste luchtwegen. Zenuwstelselaandoeningen: Ischias. Oogaandoeningen: Cataract1. Maagdarmstelselaandoeningen: Obstipatie. Huid- en onderhuidaandoeningen: Huiduitslag. Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Pijn in de extremiteiten. Soms: Infecties en parasitaire aandoeningen: Diverticulitis1, Cellulitis1, Oorinfectie. Huid- en onderhuidaandoeningen: Eczeem. Zeer zelden: Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Hypocalciëmie1. 1 [Zie Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen]. In een gepoolde analyse van data van alle fase II en III placebogecontroleerdeonderzoeken werd een influenza-achtige ziekte gerapporteerd met een incidentie van 0,006 per patiëntenjaar voor denosumab en 0,003 per patiëntenjaar voor placebo. Hoewel deze onbalans waargenomen werd in de gepoolde analyse, is dit niet waargenomen in de gestratificeerde analyse die gebruikt is om de bijwerkingen gerapporteerd hierboven te berekenen. Er zijn geen individuele onderzoeken waarbij deze onbalans is waargenomen. Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen: Hypocalciëmie: In twee fase III placebogecontroleerde klinische onderzoeken bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose, had na toediening van Prolia ongeveer 0,05% (2 van de 4.050) van de patiënten een daling van de serumcalciumspiegel (minder dan 1,88 mmol/l). Daling van de serumcalciumspiegel (minder dan 1,88 mmol/l) werd niet gemeld bij de twee fase III placebogecontroleerde klinische onderzoeken bij patiënten die hormoonablatie kregen. Huidinfecties: In fase III placebogecontroleerde klinische onderzoeken, bleek de totale incidentie van huidinfecties in de placebo- en de Proliagroep vergelijkbaar bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose (placebo [1,2%, 50 van de 4.041] versus Prolia [1,5%, 59 van de 4.050]) en bij borst- en prostaatkankerpatiënten die hormoonablatie kregen (placebo [1,7%, 14 van de 845] versus Prolia [1,4%, 12 van de 860]). Huidinfecties die leidden tot ziekenhuisopname werden gemeld bij 0,1% (3 van de 4.041) van de postmenopauzale vrouwen met osteoporose die placebo kregen versus 0,4% (16 van de 4.050) van deze vrouwen die Prolia kregen. Deze voorvallen betroffen voornamelijk cellulitis. Huidinfecties die werden gemeld als ernstige bijwerkingen in de onderzoeken bij patiënten met borst- of prostaatkanker bleken een vergelijkbare frequentie te vertonen in de placebogroep (0,6%, 5 van de 845) en de Proliagroep (0,6%, 5 van de 860). Osteonecrose van de kaak: In het klinische onderzoeksprogramma bij osteoporose (8710 patiënten ≥ 1 jaar behandeling) was ONJ zelden gerapporteerd bij Prolia. Cataract: In één fase III placebogecontroleerd klinisch onderzoek bij patiënten met prostaatkanker die Androgeen Deprivatie Therapie (ADT) kregen, werd een onbalans waargenomen in de frequentie van cataract (4,7% denosumab, 1,2% placebo). Bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose of bij vrouwen die behandeld werden met een aromataseremmer vanwege niet-gemetastaseerde borstkanker, werd geen onbalans geconstateerd. Diverticulitis: In één fase III placebogecontroleerd klinisch onderzoek bij patiënten met prostaatkanker die ADT kregen, werd een onbalans waargenomen in de frequentie van diverticulitis (1,2% denosumab, 0% placebo). De incidentie van diverticulitis was vergelijkbaar tussen de twee behandelde groepen bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose en vrouwen met niet-gemetastaseerde borstkanker die met een aromataseremmer behandeld werden. Andere speciale populaties: Bij klinische onderzoeken bleek dat patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) of patiënten die werden gedialyseerd, zonder calciumsuppletie een groter risico liepen op het ontwikkelen van hypocalciëmie. Een voldoende inname van calcium en vitamine D is belangrijk voor patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis en voor patiënten die worden gedialyseerd. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Amgen Europe B.V. Minervum 7061 NL-4817 ZK Breda, Nederland. Nummers in het communautaire geneesmiddelenregister: EU/1/10/618/003. Datum van eerste vergunning: 26 mei 2010. Datum van herziening van de tekst: 26 mei 2010. Indeling van het geneesmiddel met betrekking tot de aflevering: Aan medisch recept onderworpen geneesmiddel. Volledige productinformatie is verkrijgbaar bij: Amgen n.v. Arianelaan 5, 1200 Brussel, tel: 02/775.27.11./ 1. Prolia® SPK / 2. Cummings ST et al. N Engl J Med 2009 ; 361 :756-765 – N Engl J Med 2009 ;361 :756-765 – Reductie van de relatieve risico op fracturen in de FREEDOM studie – n = 7.868 Verantwoordelijke uitgever: Jo Van der Veken/AMGEN/2011/2736