Until 2015 02

Page 1

02 15 ALUMNIMAGAZINE VAN TILBURG UNIVERSITY

NIEUWE RECTOR EMILE AARTS WIL ‘STUDENT CENTRIC’ UNIVERSITEIT SLIMME ROBOT KAAPT MIJN BAAN TERUGBLIK WO II STUDENTEN IN DASSEL TEWERKGESTELD

RIANNE LETSCHERT

‘WETENSCHAPPERS MOETEN ZICH NIET OPSLUITEN IN HUN WERKKAMER’


10 ROBOTISERING Robot kaapt banen hoogopgeleiden UNTIL ALUMNI | ACTIE ■

UNTIL TICKERTAPE ■

INNOVATIE DANKZIJ DONATIE PACCARD FOUNDATION

TILBURGSE ECONOMETRIST SCHREEF BESTE NEDERLANDSE WISKUNDEPROEFSCHRIFT, DRIE ALUMNI BETROKKEN BIJ KUIFJE IN HET TILBURGS, TILBURG-

KEUZEGIDS: 9 TILBURGSE BACHELOROPLEIDINGEN OP 1, PROF. KATRIEN LUIJKX BESTE PROMOTOR VAN NEDERLAND, KEUZEGIDS UNIVERSITY COLLEGE: NIEUWE STUDENTENMAGNEET

college wil multidisciplinaire denkers ‘kweken’ die met een open blik naar complexe maatschappelijke problemen kunnen kijken. Het University College is de opvolger van de in 2008 gestarte bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences. Studenten kunnen hier vanaf 1 september 2016 kennismaken met uiteenlopende disciplines. Ze werken er in kleine groepen en onder intensieve begeleiding. Het University College moet meer studenten (200 per lichting) trekken dan de huidige liberal arts-opleiding (90 per lichting). De universiteit biedt nieuwe studenten woonruimte rond de campus, maar studenten zijn niet verplicht om daar gebruik van te maken.

TERUGBLIK WO II STUDENTEN IN DASSEL TEWERKGESTELD

ALUMNI ACTUEEL

TOVEREN MET TILBURGS LETTERTYPE Alumnus Sander Neijnens (Psychologie, afgestudeerd in 1983) heeft het lettertype TilburgsAns ontworpen, samen met illustrator Ivo van Leeuwen. Naast letters bevat het lettertype pictogrammen van karakteristieke plekken, personen en woorden uit Tilburg. TilburgsAns wordt in het voorjaar van 2016 gratis beschikbaar gesteld. Op de website www.tilburgsans.nl kun je met het lettertype ‘toveren’. Kijk bijvoorbeeld wat er gebeurt als je het woord ‘universiteit’ typt.

Stel je voor: je bent nét cum laude afgestudeerd als fiscaal jurist, naast je drukke baan als belastingadviseur. Tijdens het etentje om je diploma te vieren, word je onwel. De diagnose: een hersentumor. Het overkomt alumnus Matthijs van Brecht (35) in 2011. Nadat de rook van operaties en bestralingen langzaam is opgetrokken, krijgt hij van een verpleegkundige de tip om elke dag een paar uur ‘iets leuks’ te gaan doen. Daar hoeft Matthijs niet lang over na te denken: een kinderboek schrijven is altijd al een droom. Net als Matthijs op het punt staat om de eerste versie van het boek te herschrijven, krijgt hij slecht nieuws: de tumor is teruggekeerd. Een tweede revalidatieperiode volgt, waarin hij aan het boek schaaft, samen met een door zijn werkgever BDO Belastingadviseurs aangezochte redacteur.

Het leidt tot de versie die nu in de winkels ligt: Het Spiegelmysterie. “Als kind al verslond ik de boeken van Jan Terlouw en Thea Beckman, later las ik graag fantasy-boeken, zoals de Harry Potter-reeks en Lord of the Rings. Die sfeer ademt mijn boek ook. Via een magische spiegel belanden de hoofdpersonen Samuel en Vincent in een magische wereld, waarin duister en licht met elkaar strijden. Hoe het boek afloopt, zal ik niet verklappen. Maar de centrale boodschap is helder: volg je droom!” De reacties op het deze zomer verschenen boek zijn vooralsnog lovend. Hoe gaat het nu met Matthijs zelf? “Het wisselt, mijn vooruitzichten zijn op zich niet best. Maar dat ik een boek heb geschreven, dát neemt niemand mij meer af.”

C

rowdfunding. Die term is bij het financieren van

SE

innovatieve producten inmiddels ingeburgerd; startende

‘DAF TECHNOLOGY LAB IS EERSTE STAP IN ONDERWIJSREVOLUTIE’ Met het DAF Technology Lab heeft Tilburg University er een innovatief middel voor onderwijs, onderzoek en valorisatie bij. Dit lab, waarin wordt gewerkt met virtual reality, kwam er dankzij een filantropische donatie van de Paccar Foundation. Alumnus Harrie Schippers, CEO van DAF, speelde een bemiddelende rol.

H

et is lastig om uit te leggen wat het DAF Technology lab precies is. Feitelijk gaat het

Was JAM meteen een succes?

Tijdens je studie een succesvol bedrijf opzetten: Ruud Schippers (22) deed het. Samen met zijn zus Miranda (23) en broer Martijn (19) startte hij in 2012 JAM (JongerenArbeidsMarkt), een online werkplatform dat jongeren en bedrijven op een laagdrempelige manier aan elkaar verbindt. Eerder dit jaar ontving JAM de Publieksprijs die hoort bij de ranglijst ’25 onder de 25’ van het ondernemerstijdschrift Sprout.

RIANNE LETSCHERT

‘WETENSCHAPPERS MOETEN ZICH NIET OPSLUITEN IN HUN WERKKAMER’

Hoe werkt JAM? “JAM brengt vraag en aanbod bij elkaar via een site en een app. Jongeren geven via de app hun beschikbaarheid door, waarna bedrijven die snel op zoek zijn naar jonge, tijdelijke krachten hen kunnen ‘reserveren’. In vergelijking met een traditioneel uitzendbureau

werkt JAM een stuk sneller; via de site verloopt alles geautomatiseerd.”

Hoe ontstond dit idee? “Ik heb in Tilburg de bachelor International Business Administration gedaan. Tijdens. mijn eerste studiejaar, in 2012, hadden mijn zus, mijn broer en ik een bijbaantje bij hetzelfde bedrijf in Bladel. We zagen hoe het daar elke zaterdag weer puzzelen was: de ene week waren er te veel tijdelijke krachten beschikbaar, de andere week weer te weinig. Dat bracht ons op het idee van een site waarop jongeren hun beschikbaarheid kunnen doorgeven en opdrachtgevers direct tijdelijke werkkrachten kunnen boeken voor ondersteunende werkzaamheden op kantoor, in de horeca, in de productie, enzovoorts.”

4 2-2015 |

UN1502_01_Cover.indd 1

19-11-15 14:40

1 (+ 16) COVER Rianne Letschert

2 2-2015 |

UN1502_04-05_Tickertape.indd Alle pagina's

4 TICKERTAPE Laatste nieuws

“Niet meteen: de eerste website was eigenlijk een flop. Daarom hebben we wekelijks een korte vergadering gehouden om de site te bespreken. Elke zaterdag werkte onze webdeveloper vervolgens aan verbeteringen. Verder kwamen we er achter dat bedrijven toch eerst graag iemand willen spreken voordat ze zich aanmelden via www.JAMwerkt.nl. Daarom hebben we nu per gemeente een regiomanager aangesteld.”

23-11-15 16:51

vindt haar onderzoek zo belangrijk dat ze een deel van haar inkomsten in het project steekt.

Dat getuigt best van visie.”

59 miljoen kinderen (waarvan 16.000 in Nederland) jaarlijks nog steeds geen basisonderwijs

graag bijdragen aan een oplossing. Ik hoop dat dankzij mijn onderzoek meer kinderen naar de

beeld in het onderwijs, waarvan de opbrengsten rechtstreeks naar mijn onderzoek gaan. Ik klus net

ren? Waarom gaan ze niet naar

euro nog niet heeft ingezameld,

Het DAF Technology Lab is het derde in de wereld met deze opzet. Een innovatief visitekaartje voor Tilburg University. Louwerse vindt het hoog tijd voor

aandoening behandelen. Ook kun je er bijvoorbeeld onderzoeken of een training effect heeft.

tussen universiteit en bedrijfsleven, vertelt hij. Zo zal het bijvoorbeeld een rol gaan spelen in het Campi-

hem begrijp je pas wat het is, als je het in het echt

onderhoud van hun machinepark zo voorspelbaar mogelijk te maken. Binnen dit project wordt het DAF Technology Lab ingezet om trainingen te simuleren

Harrie Schippers rond. Ook voor deze alumnus was dat een aha-erlebnis. Louwerse: “Schippers zag toen

| 2-2015 5

bevordert de samenwerking van de universiteit met

voor het thema. Ik hoop dat ik de aandacht voor het probleem van kinderen die niet naar school

vernieuwing in het onderwijs. Volgens hem is zelfs een revolutie nodig. “Het lab is een eerste stap. Het

wat ik precies had bedoeld bij mijn verzoek voor een schenking.” Het DAF Technology Lab dankt zijn be-

met de voorbereidingen van haar onderzoek. Ze heeft er het volste

eerste richtbedrag van 20.000 euro. Met haar onderzoek wil Hopman

Tilburg University. “In dat paper schreef ik dat het lab drie doelen dient: het vernieuwt het onderwijs, het stimuleert interdisciplinair onderzoek en het

kelde data en economiestudenten kunnen er hun onderhandelingsvaardigheden in een gesimuleerde boardroom oefenen. Maar dat niet alleen. Naast

ervaart. Louwerse is de geestesvader van het lab dat op 2 oktober 2015 officieel werd gepresenteerd. Toen leidde de hoogleraar onder andere DAF-CEO

die je nog niet kent”, vraagt Jerre Maas. Studenten wisselen van

is de promovenda al begonnen

veel tijd kost en misschien niet meteen veel geld oplevert. Maar

stelt ons in staat om te experimenteren met nieuwe onderwijsvormen.” Het lab kan ook een brug slaan

one-project. Dat is een samenwerking van industriele bedrijven in de provincie Brabant die proberen het

en te onderzoeken of het succes van een training te voorspellen is. Louwerse verwacht met het lab vaker

te gaan samenwerken met bedrijven, mogelijk ook met DAF: “Zolang wetenschappers onafh ankelijk en vrij blijven, zie ik geen enkel bezwaar in het koppelen van bedrijven aan kennisinstellingen.”

de weg. Op 3 juli bereikte ze haar

erachter komen waarom zo’n

krijgen, terwijl ze er wel recht op hebben. Wie zijn die kinde-

onderzoek en genereert aandacht

gaan, kan vergroten. Ook wil ik

basisschool gaan.” Hoewel ze de benodigde 100.000

“S

ta op en ga naast iemand zitten

al een crowdfunding-experiment gedaan. Daar merkte ik dat het

vertrouwen in dat ze uiteindelijk de benodigde middelen bijeen zal krijgen. De crowdfunding krijgt

→ CAMPIONE-PROJECT

“Als je erover praat, klinkt het allemaal vrij abstract”, zegt Max Louwerse, hoogleraar cognitieve psychologie en kunstmatige intelligentie. Volgens

“Ruim drie jaar na de oprichting zijn we enorm gegroeid; momenteel zijn we actief in zes Brabantse, en twee Limburgse gemeentes. De komende twee jaar willen we in alle niet-stedelijke gemeentes in Noord-Brabant actief worden, daarna hopen we als een soort ‘Airbnb van de arbeidsmarkt’ heel Nederland te veroveren.”

onderzoek. Promovenda Marieke Hopman van Tilburg University

TEKST: ANIEK VERHOEVEN

Maar ze organiseert de crowdfun-

crowdfunding levert wel veel van iets anders op: het betrekt bijzonder veel mensen bij mijn

andere wereld wanen. Rechtenstudenten kunnen er als het ware pleiten in een ‘bijna echte’ rechtszaal, psychologiestudenten kunnen er door hersenen

onderwijs leent het lab zich ook voor andere doeleinden. Zo kun je er mensen met een fobie of andere

Wat zijn jullie ambities?

ding ook om een andere reden. “Voor mijn masterscriptie naar kindsoldaten in Rwanda had ik

Gloednieuw, echter, is het fenomeen bij het financieren van

is de eerste Nederlander die haar promotieonderzoek zo tracht te financieren. En ze timmert aan

het bedrijfsleven. ‘Dit past bij Paccar en daarmee bij DAF’, vond Schippers, al voordat het voor hen tastbaar was wat zo’n virtual lab precies inhoudt.

‘lopen’, communicatiestudenten 'zien' ingewik-

haar met de crowdfunding niet alleen om het geld te doen. Zeker, ze heeft middelen nodig onder meer omdat het niet lukte om een NWO-subsidie te krijgen.

bijvoorbeeld mogelijk om een eerste productlijn op de markt te brengen.

Zo maken crowdfunders het

Het Tilburg University Career Mentor Program brengt studenten in contact met alumni die hen coachen naar de arbeidsmarkt. Op 24 september vond een kick offbijeenkomst plaats, die werd bezocht door studenten en alumnimentoren.

school? Wat betekent dit voor hen? Volgens Hopman is het

bedrijven verleiden geïnteresseerden via internetsites om een klein bedrag mee te investeren.

fi lantropische instelling via een white paper van het nut van een ‘virtual and mixed reality lab’ voor

om een virtual reality lab met een Research Room en een Experience Room. In die kamer kunnen op vier muren projecties worden gedaan. Zo kunnen vijftien tot twintig personen zich in een

BAS VAN DER SCHOT

RUUD SCHIPPERS, OPRICHTER JAMWERKT.NL

staan aan een donatie van de Paccar Foundation (de Amerikaanse vrachtwagenproducent Paccar is het moederbedrijf van DAF). Louwerse overtuigde deze

HEEFT U EEN PLAN B?

ALUMNIMENTOREN

Filosoof Marieke Hopman is een echte pionier. Zij financiert haar promotieonderzoek De wet bekeken door de ogen van kinderen via crowdfunding. De promovenda bij het instituut Intervict van Tilburg University weet zich gesteund door vele donateurs, onder wie een groot aantal alumni.

FOTO: MARTIN SHARROTT

E

en internationaal gerichte, Engelstalige opleiding die diepgang combineert met een brede basis. Dát is de gedachte achter het nieuwe University College, dat op 1 september 2016 van start gaat. Dit liberal arts-

SLIMME ROBOT KAAPT MIJN BAAN

COLUMN DIEUWKE ■

UNTIL ZO MOEDER, ZO DOCHTER ■

■ MENTORPROGRAMMA UNTIL

‘STUDENT STAPJE VERDER HELPEN GEEFT VOLDOENING’

‘Crowdfunding betrekt mensen bij mijn onderzoek’

BOEK HET SPIEGELMYSTERIE

Diagnose hersentumor: toch droom gevolgd

“Ik doe allerlei klussen, bijvoor-

zolang bij totdat ik al het geld bij elkaar heb verzameld.”

Luis Cristóvão Ferreira Lima uit Brazilië heeft afgelopen studiejaar een master Econometrics and Mathematical Economics kunnen doen dankzij een door alumni gefinancierde beurs. Hij is de oudstudenten die hieraan hebben bijgedragen hiervoor zeer dankbaar. “Surfend op het internet stuitte ik op deze mogelijkheid. Ik had het geluk om toegelaten te worden. Ik moest wel wennen aan het koude weer. Maar het fietsen door het Nederlandse landschap is geweldig. De inhoud van de opleidingen is interessant. Het spreekt mij aan dat alumni solidair zijn aan de organisatie die hun goede opleiding en mooie

6 2-2015 |

UN1502_06-07_InActie.indd Alle pagina's

6 ALUMNI IN ACTIE Virtual Reality Lab, crowdfunding en beurs

met een netwerkborrel, waar de alumnimentoren onderling en met de studenten contacten legden. Ze deelden hun ken-

workshops inspirerend hadden gewerkt. Internationale student Lukas Baranauskas: “Deze avond werd ik gedwongen weer

het lef jouw ideeën te delen. Met de portretopdracht liet hij de studenten ervaren

Fiscale Economie, zei met plezier mentor te zijn van studente Laura: “Het geeft veel

dat we afleren trots te zijn op wat we doen. “Sorry, ik kan echt niet tekenen” en “Ik had te weinig tijd”, waren veel gehoorde excuses om de tekening niet te tonen. Maas: “Ik

→ NETWERKBORREL De kick off-bijeenkomst werd afgesloten

nis en tips. Uit dit samenzijn bleek dat de

eens na te denken over wat ik in het leven wil bereiken.” Sijmon Blommers, alumnus

voldoening om je eigen ervaringen te delen en daarmee iemand anders echt een stapje verder te helpen.” Hij waardeert de flexibiliteit van het programma. “Je kunt het op

deed deze oefening laatst met een groep kleuters. Ze lieten de tekening aan iedereen zien!” Bijzonder dat de generatie die alles

je eigen manier invullen, wat het beste bij jou en bij de student past. Voor ons is dat via WhatsApp.” ☒

nen. “Dit zou je juist moeten doen, zeker als je net de arbeidsmarkt betreedt.” De work-

www.tilburguniversity.edu/mentorprogramma

deelt, de ‘share-knop’ niet meer kan vinden wanneer ze moeten laten zien wat ze kun-

20-11-15 10:30

belangrijk is om echt goed contact te krijgen met de studenten en je in hun gedachten en gevoelens te kunnen verplaatsen.

en Improgression liet tijdens zijn workshop zien welke eerste indruk je maakt op een ander. Maar ook hoe belangrijk het is dat je je onderscheidt. Zijn belangrijkste boodschap: durf jouw talent te laten zien en heb

| 2-2015 7

de ander.” De alumnimentoren waren het met de workshopleider eens dat dit inzicht

shop LinkedIn, aangeboden door het Student Career Center van de universiteit. Maas, alumnus Economic Psychology en oprichter van Presensatie, PresentersWall

maatschappelijke positie mogelijk heeft gemaakt. En dat ze bereid zijn om minder kapitaalkrachtige studenten ook zo’n kans te gunnen. Dat schept wel verplichtingen om iets met je talenten te doen. Ik hoop in de toekomst bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van mijn land. Maar allereerst, wil ik in Nederland werkervaring opdoen. Ik ben nu op zoek naar een internship.” Dit collegejaar krijgen opnieuw zes getalenteerde internationale studenten dankzij alumni de kans aan Tilburg University te studeren.

DISC, een professioneel model om gedrag

en studenten kwamen samen om kennis te maken tijdens de officiële start van het mentorprogramma. Studenten konden kiezen uit de workshop van Maas of een work-

‘Super, die solidariteit van alumni’

richtte zij zich vooral op hoe je studenten begeleidt en hoe je met ze communiceert.

en communicatiestijlen te herkennen. Het geeft heel snel en eenvoudig inzicht in jezelf en daarmee ook inzicht en begrip voor

vond plaats tijdens de kick off-bijeenkomst van het Mentor Program. Alumnimentoren Jerre Maas

Willemse-Swagemakers, coach en partner bij Meesterlijk Contact. In haar workshop

Willemse-Swagemakers: “Ik heb het met ze gehad over zelfinzicht en persoonlijk leiderschap. Dat deed ik aan de hand van

teerd.” De workshop Lef op de arbeidsmarkt van Maas

Een financiële bijdrage is mogelijk via www.tilburg university.edu/ rechtopeducatie

gramma. Zij konden kiezen uit Coaching Skills van het Career Center of DISCcover yourself: de kracht van authenticiteit. De laatste workshop werd gegeven door rechtenalumna Tamara

minuut in geroezemoes en hilariteit als Maas roept: “Pennen neer. Laat je tekening nu zien aan de persoon die je hebt geportret-

tekenende studenten verandert na die halve

veel aandacht. De promovenda

shop van Maas eindigde dan ook met de

opdracht de beste sollicitatietips te delen. Ook voor de deelnemende mentoren was er tijdens de kick off een workshoppro-

plaats. “Zo, teken nu de persoon die naast je zit op het bierviltje dat voor je ligt. Je hebt 30 seconden. Go!” De stilte van druk

‘BIJ VIDAR IS NU MEER AANDACHT VOOR GEZELLIGHEID’ Christa van der Aa (55), zelfstandig consultant, studeerde bedrijfseconomie in Tilburg. Haar dochter Carlijn Kerkers (24) studeert nu marketing aan dezelfde universiteit. En dat is niet het enige wat ze delen. Dit geldt ook voor de passie voor het roeien bij Vidar. Een tweegesprek over studeren vroeger en nu. TEKST: JOOST PETERS

Jerre Maas heeft zich tijdens deze avond meteen aangemeld als mentor. Wie volgt?

8 2-2015 |

UN1502_08_Mentoren.indd 8

Christa: “Tilburg is mijn hometown: ik ben hier opgegroeid, heb hier gestudeerd en mijn ouders wonen er ook nog steeds. Zelf wonen mijn man en ik alweer jarenlang in Voorschoten. Het was wel apart dat Carlijn óók in Tilburg ging studeren. Daar kwam overigens geen enkele dwang bij kijken. International Business Administration en de studierichtingen Marketing Management en Marketing Research pasten gewoon het best bij haar interesses en haar carrièreplannen.” Carlijn: “Tijdens mijn bestuursjaar bij studievereniging Asset is mijn voorliefde voor marketing en PR nog groter geworden dan ze al was. Na mijn studie zou ik graag terechtkomen op de marketingafdeling van een grote onderneming, liefst een multinational. Maar goed, eerst afstuderen. Op dit moment zit ik in mijn zevende studiejaar. Naar de huidige maatstaven ben ik al best lang bezig, maar ik heb dan ook veel activiteiten ontplooid naast mijn studie. Naast dat bestuursjaar bij Asset ben ik een half jaar op uitwisseling geweest naar Brazilië. Ook ben ik lid van roeivereniging Vidar.” Christa: “Erg leuk dat Carlijn nu Vidar-lid is! Ik was medio jaren tachtig de eerste vrouwelijke praeses van die vereniging. En Hans, mijn man

FOTO: EEF BONGERS

02 15 ALUMNIMAGAZINE VAN TILBURG UNIVERSITY

NIEUWE RECTOR EMILE AARTS WIL ‘STUDENT CENTRIC’ UNIVERSITEIT

FOTO: ERIK VAN DER BURGT

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

INHOUD

en de vader van Carlijn, heb ik daar leren kennen. Bij Vidar lag de nadruk toen voornamelijk op het wedstrijdroeien. Volgens mij is er tegenwoordig wel wat meer aandacht voor gezelligheid.” Carlijn: “Klopt. Ik ben lid van een dispuut, maar doe zelf niet actief mee aan wedstrijden. Je merkt dat er tegenwoordig wel wat meer druk ligt op studenten; ze worden niet meteen actief naast hun studie, maar kijken zeker tijdens hun propedeusejaar eerst nog even de kat uit de boom.” Christa: “Ik snap goed dat het tegenwoordig anders is dan vroeger. Ik ben erg trots op Carlijn als ik zie wat ze er nog allemaal naast doet. Qua gedrevenheid lijken we wel op elkaar. Je studiekeuze bepaalt uiteindelijk maar voor een klein deel waar je terechtkomt. Alles wat je naast je studie hebt gedaan, vormt je pas écht.” Carlijn: “Natuurlijk ben ik ook trots op mijn moeder. Na een studie bedrijfseconomie en een lange carrière bij de bank, is ze sinds drie jaar zelfstandig ondernemer en ondersteunt ze uiteenlopende organisaties bij cultuur- en gedragsveranderingen. Ze heeft me laten zien dat je, juist door actief te zijn naast je studie, veel kunt bereiken. Een echte inspiratiebron!”

E

en leven lang leren klinkt als een kneuterige kreet voor een Montessori-peuterspeelzaal, maar is iets wat werkgevers en overheid bezighoudt. En dientengevolge ook iedereen die werkt, of wil werken. Vroeger heette het nog ‘bijspijkercursussen’, anno 2015 is die onschuld eraf. De crisis die over de wereld raasde, heeft dat eens te meer duidelijk gemaakt. Een leven lang leren krijgt bovendien steeds meer de lading dat je iets heel anders moet kunnen – wie weet wordt jouw baan gekaapt door een robot, of anderszins schier overbodig. Uiteindelijk tuimelt vrijwel iedereen een keer van de arbeidspiramide af en wat doe je dan? Een van mijn beste vriendinnen is hiermee opgevoed. Opgegroeid in onrustig ZuidAfrika mocht ze alles studeren wat ze wilde, maar net als haar broer en zussen moest ze er een altijd-handig diploma naast hebben. Voor als de wereld waarin ze leefde ineens zou veranderen. Ze is financieel directeur van een aanzienlijk onderdeel van British Telecom en/maar houdt haar onderwijskwalificaties nog steeds op peil. Mocht het up-or-out systeem van haar werkgever voor haar eens betekenen dat ze moet vertrekken, dan heeft ze opties. Bijzonder, vond

ik dat vroeger. Bijzonder vooruitziend van haar ouders, vind ik dat nu. Als ik naar mezelf kijk –ik had niet gedacht dat ik ooit in de Filippijnen zou wonen, of in India. Als ik in mijn vriendenkring kijk, vraag ik me af of er überhaupt iemand is die precies doet wat hij/zij altijd gedacht had te gaan doen.

MOET DE UNIVERSITEIT EEN ROL (WILLEN) SPELEN IN ‘EEN LEVEN LANG LEREN’? Op de universiteit is het ook vaak een gespreksonderwerp. Moet de universiteit een rol (willen) spelen in ‘een leven lang leren’? En zo ja, hoe? Goede vraag. Want dat de universiteit een rol kan spelen in het bijspijkeren van juristen, economen en psychologen ligt voor de hand, maar wat is de meerwaarde voor de maatschappij om veertigers en vijftigers, zo niet nog ouder, opnieuw jaren de collegebanken in te krijgen en met een verse mastertitel weer los

te laten?. Wát we leren is in de huidige context nogal een ding. Nog los van het feit dat onze hersenen het beter doen als we ze regelmatig gebruiken, moeten we onszelf tegenwoordig telkens opnieuw bewijzen, en vaak opnieuw uitvinden. Er kan van alles gebeuren in je leven, dat is wel gebleken in de laatste jaren. Maar is het beste plan B een tweede mastertitel? Of zelfs een bachelortitel? Van de mensen die ik ken, die al dan niet noodgedwongen opnieuw in de spiegel moesten kijken, heeft niemand de academische route gekozen. Volwassen mensen, met werkervaring en naar het zich laat hopen zelfkennis, laten zich echt wel om- en bijscholen als het moet. Dat leven lang leren zit er inmiddels wel in gebakken, heus. Maar de weg die die mensen insloegen was een nieuwe weg. Ze werden geen theoretici en geen wetenschappers, ze leerden iets waar ze met hun ervaring, interesse en netwerk mee aan de slag kunnen. Een vak zo u wilt. Dieuwke van Turenhout, alumna Taalwetenschappen

| 2-2015 15

| 2-2015 9

19-11-15 15:11

8 ALUMNI AMBASSADEURS Mentoren

UN1502_09_ZoMoederZoDochter.indd 9

9 ZO MOEDER, ZO DOCHTER ‘Er ligt nu meer druk op studenten’

19-11-15 15:14

UN1502_15_ColumnDiewke.indd 15

15 COLUMN DIEUWKE Heeft u een plan B?

20-11-15 10:22


UNTIL INHOUD ■

VERNIEUWEN DOEN WE GRAAG MET ONZE ALUMNI!

COLOFON Until is een periodieke uitgave van Tilburg University. Dit magazine beoogt de banden met alumni te versterken. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur.

D

e robots rukken op. Uitgerust met geavanceerde chips en verbonden met het world wide web en big data kunnen ze steeds complexere handelingen verrichten. Als gevolg daarvan zullen nog heel veel banen verdwijnen (en ook nieuwe banen ontstaan, natuurlijk). Werden vroeger vooral laaggeschoolden door robotisering werkloos, nu zijn ook mensen met een hogere opleiding aan de beurt. Of u moet vrezen voor uw baan is de vraag, maar het zal zeker leiden tot grote verschuivingen op de arbeidsmarkt. Dat is de boodschap van het hoofdverhaal in deze Until. Tilburg University is zich terdege bewust van deze veranderende realiteit. Wij proberen ons onderwijs en onderzoek te innoveren, zodat de volgende generatie alumni klaar is voor de arbeidsmarkt van de toekomst. Een sprekend voorbeeld zijn onze data scienceinitiatieven die we samen met de Technische Universiteit Eindhoven ontplooien. Doel: een nieuwe generatie opleiden die het fenomeen ‘big data’ doorgrondt. Mooi is dat alumni juist bij de thema’s onderwijsinnovatie en arbeidsmarkt een grote betrokkenheid tonen. Dat merkten wij dit najaar bij een bijeenkomst over onze data science-initiatieven. Daarvoor kwamen maar liefst 300 alumni terug naar de campus. Uw enthousiasme werkte aanstekelijk. Onze nieuwe rector magnificus Emile Aarts spreekt hierover in het introductie-interview met hem (vanaf pagina 26): “Alumni willen onderdeel van onze data science-initiatieven zijn. Ze zeggen: dat kan niet zonder mij.” Een vergelijkbare betrokkenheid kwam naar voren bij de bijeenkomst voor alumni die als mentoren optreden voor studenten (pagina 8). Reeds afgestudeerden geven de nieuwe generatie tips, bijvoorbeeld over solliciteren. Zo dragen alumni bij aan het klaarstomen van onze studenten voor de arbeidsmarkt. Een derde voorbeeld van betrokkenheid van alumni bij innovatie en arbeidsmarkt is het DAF Technology Lab, dat dit najaar officieel in gebruik is genomen. Het gaat om een virtual reality laboratorium dat 3D-simulaties van bijvoorbeeld een rechtszaal of de hersenen mogelijk maakt. Een mooi middel voor innovatief onderwijs en onderzoek, mede mogelijk gemaakt door bemiddeling van een alumnus. We lusten die robots rauw.

uitgever Corporate Communication, Tilburg University hoofdredactie Clemens van Diek redactieraad Clemens van Diek, Pam Dupont, Anne-Marie Hartog, Paul Jehae, Arno Herweijer, Ewoud Jansen, Roel Lauwerier, Polina Ptashchenko, Dieuwke van Turenhout, Aniek Verhoeven bladcoördinatie Aniek Verhoeven bladformule, redactie-coördinatie en eindredactie Joost Bijlsma (Magma Publicaties) art direction en vormgeving Patrick Hoogenberg en Mieke van Weele (Curve Mags and More) auteurs Tim van der Avoird, Joost Bijlsma, Liesbeth Hoeven, Jeroen Ketelaars, Willem van Leeuwen, Joost Peters, Dieuwke van Turenhout, Rutger Vahl, Aniek Verhoeven fotografen Eef Bongers, Maurice van den Bosch, Erik van der Burgt, Sandra Peerenboom productie PrismaPrint, Tilburg University redactieadres Postbus 90153 5000 LE Tilburg meer informatie over alumniactiviteiten www.tilburguniversity.edu/nl/alumni alumni@tilburguniversity.edu 013 - 466 87 01

Ik wens u veel leesplezier. Koen Becking Voorzitter College van Bestuur

UNTIL WETENSCHAP ■

TEKST: JEROEN KETELAARS

TEKST: LIESBETH HOEVEN, FOTO’S: ERIK VAN DER BURGT

RODE OF GROENE SCHIMMEL

OPSTANDIG tewerkgesteld in Duitsland. Zo ook Linders: “Wij moesten ons in het voorjaar van 1943 melden en van de bezetter een loyaliteitsverklaring tekenen.” Wie weigerde te tekenen, kreeg bericht dat hij naar Duitsland moest om in de oorlogsindustrie te werken en mocht geen colleges meer volgen. En wie weigerde naar Duitsland te gaan, riskeerde represaillemaatregelen tegen familieleden. Vanuit de Hoogeschool in Tilburg werd de studenten niets opgelegd, maar de studenten zaten op een lijn: “Onderling hebben we gewoon besloten: die verklaring tekenen we niet, punt uit. Wat denken ze wel, die moffen. We

waren opstandig.” In Tilburg tekende uiteindelijk slechts 2,2 procent van de studenten de loyaliteitsverklaring; een laag percentage gezien het landelijk gemiddelde. Toen de Hoogeschool niet langer kon functioneren, bleef oprichter professor Cobbenhagen zijn studenten trouw. Hij investeerde intensief in het contact. “Met Kerstmis 1943 kregen wij als in Duitsland tewerkgestelde studenten een boekje toegestuurd met een begeleidende brief van Cobbenhagen.”

Studenten uit Breda, Nijmegen, Helmond, Wageningen, Delft en Tilburg werden in doorgangskamp Ommen verzameld en daar een kleine week ondergebracht. Een studentikoze sfeer overheerste, vertelt Linders. “In onze barak, die de naam ‘de Klos’ kreeg, wachtten we maar af wat er zou gebeuren.” Professor Kaag kwam de studenten uitzwaaien toen het transport naar Duitsland vertrok. “We kwamen uiteindelijk terecht in Dassel, een vriendelijke en heuvelachtige kleine plaats.” Bij aankomst werd hij vrijwel meteen in een fabriek aan het werk gezet. “Wij draaiden onderdelen voor

mitrailleurs.” Dagen of nachten van twaalf uur aaneengesloten werken, waren geen uitzondering. De studenten probeerden intussen het productieproces stiekem te vertragen en zo minder wapens af te leveren. Linders “Dat werk moesten we doen op een paar sneden van dat zure brood met stroop en een bak waterige soep per dag waar wat koolraap inzat of zuurkool.” In het begin waren de leefomstandigheden nog niet zo slecht. Met een paar levensmiddelenbonnen konden ze voedsel kopen in het dorp. Daar woonden drie katholieke families die de studenten hielpen waar mogelijk, samen met de pastoor.

‘Je had rode en groene schimmel. Rode kon je nog opeten maar groene was gevaarlijk.’

20 2-2015 |

20 UNTIL WE MEET AGAIN Tewerkgesteld tijdens de Tweede Wereldoorlog

D

ruk, druk, druk. Werken, werken, werken. Geen rust, altijd bezig, nooit ‘nee’ zeggen. Veel ondernemers worden zó opgeslokt door hun werk, dat er eigenlijk geen tijd meer voor iets anders overblijft. Zelfs op zondag even onbekommerd met de kinderen spelen, is er soms niet meer bij omdat er altijd wel wat te doen is voor ‘de zaak’. Maar wat nou het wrange is: die ongebreidelde werklust, die niet aflatende inzet levert in veel gevallen niet eens alleen maar goede dingen op. Behoorlijk wat ondernemers nemen hun werk vaak mee naar huis en kunnen maar moeilijk ontspannen. Ze gaan gebukt onder veel stress, wat weer tot een slecht humeur en fysieke klachten kan leiden. Josette Dijkhuizen promoveerde afgelopen zomer aan Tilburg University op een onderzoek waarin zij onder meer de relatie tussen stress bij ondernemers en hun beleving van succes onder de loep nam. Veel zelfstandigen blijken namelijk niet goed te kunnen genieten van successen op

issers die maling hebben aan vastgestelde quota en meer willen binnenhalen dan ze eigenlijk mogen, bedenken manieren om zich aan controles te onttrekken. Zo zetten zij het zogeheten Automatic Identification System (AIS) van hun schip uit. Zo’n zender is eigenlijk verplicht, maar het komt veelvuldig voor dat het systeem wordt uitgeschakeld. Daardoor is het schip niet meer op de radar te zien. Ongestoord vullen deze malafide vissers vervolgens hun gigantische netten. Zeer onwenselijk, in verband met overbevissing. “Dat gebeurt bijvoorbeeld voor de kust van

→ | 2-2015 21

20-11-15 10:31

West-Afrika. En als ze onderweg duurdere vis tegenkomen, gooien ze de goedkopere vis die ze eerder gevangen hebben gewoon weer overboord”, weet Eric Postma, hoogleraar aan de Tilburg School of Humanities. In de strijd tegen dergelijke illegale visserijpraktijken heeft Greenpeace de hulp ingeroepen van Postma en een groep medewerkers. Zij krijgen van de milieuorganisatie de beschikking over allerlei databestanden, bijvoorbeeld met AIS-gegevens. De onderzoekers proberen daar bruikbare informatie uit te putten. Een AIS-zender kan simpelweg kapotgaan, maar ook worden uitgezet om

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

en warm bad. Dat moet Tilburg University zijn

voor studenten en andere talenten, vindt Emile

24 2-2015 |

24 WETENSCHAP WERKT Drie keer theorie in de praktijk

zij. Kijk maar eens naar wat ge-

gevens die via gezondheidsapps zijn verzameld allemaal al aan nieuwe medische inzichten opgeleverd hebben. De tegenstanders waren niet overtuigd: reguliere

zonnetje in mijn inleiding. Op zo’n moment willen we laten zien dat we blij zijn dat zo’n talent voor ons

De nieuwe rector magnificus streeft naar een

cultuur van trots en saamhorigheid. Samen met

TEKST: JOOST BIJLSMA, ILLUSTRATIE: JOYCE SCHELLEKENS

bekend als het Natlab. De laatste jaren was hij decaan Wiskunde & Informatica aan de TU Eindhoven. Zo kwam hij ook in aanraking met Tilburg University. “Ik had in die tijd nog niet zo’n helder beeld van deze universiteit. Dat kwam pas toen we

TIM VAN DER AVOIRD

D

gingen samenwerken op het gebied van data

science. Toen zag ik hoeveel power in Tilburg zit.” Aarts vindt dat dit meer bekend mag worden bij het grote publiek. Bij zijn benoeming als rector noemde hij Tilburg University ‘een schone slaapster’ die hij wakker wil kussen. De kwaliteit van de universiteit

e twee dagen daarvoor afgezwaaide senator (en hoogleraar belas-

markt om mensen gezonder te maken en de zorg betaalbaar te houden’. De groep van zo’n 40

Centraal thema was of in de steeds verder digitaliserende zorg wat technisch kan, moreel gezien

teams van voor- en tegenstanders die heterogeen samengesteld waren. Man en vrouw door elkaar,

‘Lagerhuisdebat’ over e-health.

kan beter voor het voetlicht worden gebracht, vindt Aarts. Ook kunnen in zijn ogen de krachten intern vaker worden gebundeld. De universiteit tot een hecht geheel smeden en krachten bundelen, is zijn persoonlijke missie. “Daarvoor kom ik uit mijn bed

ook wenselijk is. In verschillende rondes werd onder leiding van Es-

en daarvoor ga ik, zo nodig, later slapen”, zegt hij.

het snel naar de eerste stelling: ‘gezondheidsgerelateerde data moeten gedeeld worden met de

tingrecht aan Tilburg University) Peter Essers trad op als gespreksleider van het

sers over stellingen gedebatteerd. Een deskundige jury (Vrienden

deelnemers was opgedeeld in

jong en oud, liberaal en populist. Na een korte voorbereidingstijd stonden de voor- en tegenstanders letterlijk tegenover elkaar.

Roeland van Th iel en Louis van den Boogaard) zag erop toe dat

En de tegenstanders riepen: wat ik met mijn medische gegevens

bijvoorbeeld geen grote centrale budgetten om allerlei mooie dingen mee te doen. (Hij lacht.) Ik

over de vraag wie de beste debater van de dag was.

zichtbaar met de frase ‘moeten gedeeld worden’ uit de stelling. Ja, dat was inderdaad wel wat

bundelen. Ik huldig het adagium: alleen gaat het sneller maar samen kom je verder.”

cursus debatteren. Daarna ging

alles ordelijk verliep en boog zich tijdens de debatten en na afloop

ben de armste rector van Nederland. Het is goed voor ons dat onze faculteiten de krachten vaker

26 2-2015 |

UN1502_26-29_Emile Aarts.indd 26-27

26 INTERVIEW EMILE AARTS De ambitie van de nieuwe rector magnificus

presentatie, samen met alumnus Alexander van Eerden (oprichter en

met het gebruik van big data consumenten beter bediend kunnen worden. Alumnus Geoffrey van Meer,

Alumni uit allerlei richtingen zoals marketing, informatiemanagement, bedrijfseconomie, communicatie,

RTL Nederland, gaf hiervan voorbeelden via een kijkje in de keuken bij RTL. Hij legde onder meer uit wat de Buien-

uitbreiden. Hoogleraar Recht en Informatisering Corien Prins hield een

die, zoals de rector magnificus twitterde, aanvoelde als een warm bad.

universiteit hiermee wil en kan. Het

dreigingen van onze maatschappij.

rechten en econometrie kwamen hierover kennis opdoen en hun netwerk

Bronnenberg ging in op de vraag of

manager consumer intelligence bij

radar-app met big data te maken heeft. Het was een bijzondere bijeenkomst

REÜNIE VAN 50-JARIGE THESEUS

Bier & brains

→ GEZONDHEIDAPPS Het debat begon met een stoom-

| 2-2015 27

20-11-15 10:32

doe, dat maak ik zelf wel uit! De voorstanders worstelden zelf ook

stellig, maar heb oog voor de vele voordelen van het delen van medische gegevens, betoogden

I

→ FRIKANDEL Bij de volgende rondes verschenen steeds verse debaters in het strijdperk. Zij discussieerden over het standaard afstaan van DNA bij je geboorte, medici als natuurlijke vijanden van ontwikkelingen in

e-health en het heffen van belasting op ongezonde producten (de

zogenaamde ‘vettaks’). Vooral die laatste stelling leidde tot een geanimeerd debat, waarbij de enige snedige opmerking na de andere

door de Eerste Kamer vloog. Zoals die van Roel Lauwerier over het verdwijnen van de frikandel: want het kon toch niet zo zijn dat op deze manier de favoriete

snack van Henk en Ingrid werd afgepakt?

Winnares werd programmanager kostenbeheersing van CZ, Fleur Hasaart. De jury gaf aan dat niet alleen hard roepen en het

plaatsen van snedigheden een goede debater kenmerken, maar dat ook het vermogen belangrijk

is om goed te luisteren en je in te leven in je tegenstander, om van daaruit met een aantal welgeplaatste opmerkingen het debat te winnen.

Meer over de Vrienden en bijeenkomsten op: www.tilburguniversity.edu/vrienden

UNDERSTANDING SOCIETY

CEO van Building Blocks), over het belang van maatschappelijk verantwoord datagebruik. Hoogleraar Bart

verzamelen, de beschikbaarheid en het gebruik van data en informatie bepalen steeds meer de kansen en be-

voldoende capaciteit is om de ver-

jarenlang in diverse onderzoeks- en managementfuncties bij het Philips Research Center, beter

“De faculteiten opereren nu nog erg los van elkaar. Anders dan andere universiteiten hebben wij hier

20-11-15 10:31

p 8 oktober kwam een kleine 300 alumni naar het Back to

Campus evenement Data Science. Deze bijeenkomst ging over het fenomeen big data en wat de

zamelde gegevens te analyseren.

De bijzondere bijeenkomst van 11 juni voor (toekomstige) Vrienden van Cobbenhagen deed in alle opzichten haar naam eer aan. Niet alleen de plaats van het samenzijn, de Eerste Kamer in Den Haag, was bijzonder. Dat gold ook voor de inhoud. De Vrienden gingen elkaar verbaal te lijf tijdens een wedstrijdje debatteren over e-health. Roel Lauwerier van de fictieve Partij Voor Volksvermaak (‘Blijf van onze frikandel af’) had de lachers op zijn hand. Maar een deskundige jury koos uiteindelijk voor de rust en het luistervermogen van introducée Fleur Hasaart.

dan in het verleden. En ook vernieuwing. Aarts heeft de juiste bagage om daar invulling aan te

geven. Hij deed veel ervaring op in leidinggevende posities in innovatieve organisaties. Zo werkte hij

U wilt van Tilburg University meer ‘een holding’ maken. Wat bedoelt u daar precies mee?

| 2-2015 25

O

materiaal op. Niet het verzamelen van nog meer gegevens is de sleutel, maar zorgen dat er

zijn collega in het College van Bestuur, Koen Becking, leidt hij de universiteit naar een nieuwe tijd. Die eist een eenduidiger en scherper profiel

Emile Aarts is ambitieus. Na zijn eerste vier maanden Tilburg University heeft de nieuwe rector magnificus de plannen klaar. Hij streeft naar een aantrekkelijker universiteit die de maatschappij vooruit brengt, studenten in het middelpunt plaatst en kwaliteit van onderzoek voorop stelt.

Benieuwd welke activiteiten er de komende periode voor en door alumni worden georganiseerd? Op de website vind je een over zicht van alle evenementen voor alumni van de alumniverenigingen en van Tilburg University.

onderzoeken bij patiënten in ziekenhuizen leveren al genoeg

heeft gekozen.”

niet opgemerkt te worden. Als een hele groep zenders in hetzelfde gebied opeens wegvalt, dan is dat verdacht en wellicht een teken dat op die locatie illegale visserij plaatsvindt. “In de beschikbare gegevens kun je dan een patroon ontdekken”, aldus Postma. De vindingrijkheid van criminelen om technologie naar hun hand te zetten voor eigen gewin, noopt non-profitorganisaties als Greenpeace ertoe zich ook te blijven ontwikkelen. Postma: “Greenpeace moet wel met de tijd mee, want de illegale vissers doen dat ook.”

UN1502_24-25_Wetenschap.indd Alle pagina's

TILBURGUNIVERSITY.EDU/ ALUMNIAGENDA

Aarts. Daarom is hij een echte gastheer, bijvoorbeeld bij de oratie van Rens van Loon die direct na het interview plaatsvindt. “Daar maken

persoonlijk en financieel vlak. “Dat komt onder meer doordat ze continu het gevoel hebben dat ze altijd met hun bedrijf bezig moeten zijn en altijd maar beschikbaar moeten zijn”, aldus Dijkhuizen. ”Maar ook door gevoelens van onzekerheid: komen er wel nieuwe klanten en krijg ik wel nieuwe klussen? Bovendien hebben ze vaak een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het is tenslotte hún bedrijf.” Dijkhuizen heeft allerlei tips voor ondernemers die zichzelf voorbij hollen. “Doe ontspanningsoefeningen, of doe aan timemanagement, maar probeer ook situaties goed in te schatten. Misschien zijn die wel helemaal niet zo erg als ze lijken. En schakel andere mensen in die als klankbord kunnen fungeren. Een ondernemerscoach, bijvoorbeeld. Verder kun je proberen het werk eenvoudiger te maken door het anders te gaan organiseren. Uiteindelijk zal het werken daardoor makkelijker en leuker worden en zal een ondernemer zich weer tevredener, gelukkiger en succesvoller gaan voelen.”

Grote belangstelling voor big data

DEBAT OVER FAVORIETE SNACK VAN HENK EN INGRID

we een echt feestje van. Ik neem de tijd om vooraf met de familie te praten en zet zo’n persoon in het

MET BIG DATA STRIJDEN TEGEN MALAFIDE VISSERIJPRAKTIJKEN

V

Tussen mei 1943 en september 1944 schreef Linders zijn ouders gemiddeld twee brieven per week. Het thuisfront was daardoor op de hoogte van het schrale rantsoen en de toenemende uitputting. Zij stuurden pakjes met levensmiddelen. “Het brood dat werd opgestuurd was ook wel eens beschimmeld. Je had rode en groene schimmel. Rode kon je nog opeten maar groene was gevaarlijk.”

UN1502_20-23_UntilWeMeet.indd 20-21

Die situatie kan enorm verbeterd worden, vinden Van Gastel en haar collega’s van de Brabantse Proeftuin Dementie, waar ook onderzoeksinstituut Tranzo van Tilburg University aan deelneemt. Een manier waarop de Proeftuin de situatie wil verbeteren, is door dementerenden en verzorgers in contact te brengen met technologie en zorgdiensten. Die komen nog altijd onvoldoende terecht bij de mensen die er baat bij kunnen hebben. Een trackingsysteem, bijvoorbeeld, dat aangeeft als een dementiepatiënt het huis uitloopt. Of juist bepaalde deursloten, die voorkomen dat iemand zomaar aan de wandel gaat. De kunst is om het juiste middel voor de juiste situatie te vinden. Van Gastel: “Voor veel mensen die met dementie te maken hebben, vormen de beschikbare middelen nu nog een groot oerwoud. Ondertussen zijn zij maar aan het overleven. Die kloof willen wij kleiner maken.”

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

M

Frans Linders (1923) begon in 1941 zijn studie economie aan de Katholieke Economische Hoogeschool in Tilburg. Hij is de enige nog levende van de groep studenten die in de oorlogsjaren in Dassel werd tewerkgesteld. Aan de hand van een stapel bewaard gebleven brieven aan zijn ouders vertelt hij over die tijd. Hij doet dat in het gezelschap van zijn zoon Fon, die later zelf economie in Tilburg studeerde.

Frans Linders was een spoorstudent. Hij reisde van zijn geboorteplaats Nuenen naar de Hoogeschool in Tilburg en weer terug. Contact met studiegenoten beperkte zich tot de collegebanken. “Een echt studentenleven was er niet: het was oorlog,” aldus Linders. Toch gingen de lessen aanvankelijk gewoon door, bijvoorbeeld die van professor Kaag: “Een grote man die binnenkwam met een sigaar en enthousiast vertelde over de koersen op de beurs.” Tijdens de oorlog moest een deel van de studenten in Tilburg onderduiken, een ander deel sloot zich aan bij het ondergronds verzet of werd gedwongen

ONDERNEMERS STIMULEREN OM ZICH VAKER TE ONTSPANNEN

LEEFOMSTANDIGHEDEN DEMENTERENDEN VERBETEREN aar liefst 260.000 mensen in ons land lijden op dit moment aan dementie. Een flink aantal, dat de komende decennia zal oplopen tot een half miljoen. Dementerenden blijven – in lijn met de trend bij ouderen – steeds langer thuis wonen. Van de ene kant is dat mooi; dan wonen ze tenminste in hun eigen, vertrouwde omgeving. Maar is die omgeving nog wel zo vertrouwd als iemand dement is? Voelt het eigen huis nog wel als die veilige plek die het eerst was? En wat betekent langer thuis blijven wonen voor de naaste familie of (andere) mantelzorgers? Want ook zij krijgen door die ziekte een enorme last te dragen. “Veel mantelzorgers zijn oververmoeid of overspannen”, zegt Lena van Gastel. “Ook zij moeten vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week met dementie omgaan. Dat is nogal wat. Er is wat dat betreft nog veel leed achter de voordeuren.”

DATA SCIENCE-EVENT

VRIENDENBIJEENKOMST EERSTE KAMER

‘ALLEEN GAAT HET SNELLER E MAAR SAMEN KOM JE VERDER’

Begrijpen hoe de maatschappij in elkaar steekt, is mooi. Nog mooier is het om met de theorie aan de slag te gaan in de praktijk. Drie voorbeelden van wetenschap in uitvoering met een Tilburgs tintje.

‘WE BESLOTEN: DIE VERKLARING TEKENEN WE NIET, PUNT UIT’

UNTIL ALUMNI | ACTIVITEITEN ■

UNTIL INTERVIEW RECTOR MAGNIFICUS ■

WETENSCHAPWERKT

TV-programma over bezetting ’69

O

p 10 september kwamen oud-stu-

denten Frans Godfroy, Ton Koster, Fiona Conrads en Wim van den Goorbergh terug naar de campus. Ze hadden een afspraak met een fi lmploeg van NTR/VPRO-televisie. De omroep besteedt

in een nieuw programma aandacht aan de studentenopstand in de jaren zestig. Een veelbewogen periode, ook in Tilburg. Toen werd de universiteit even tot ‘Karl Marx Universiteit’ omgedoopt. De bezetters en

critici van weleer stonden weer voor de gevel van het Cobbenhagengebouw (voorheen gebouw A) waarop deze naam in 1969 prijkte. Ze dachten terug aan het moment dat ze de

telefooncentrale hadden bezet. Alumni Jean Frijns en Bert Cremers werkten eerder die

week al mee aan opnamen, die werden gemaakt in hun voormalige studentenhuis ‘de rode verdieping’ aan de Verbernelaan. Het NTR/VPRO-programma zal vanaf maart 2016 worden uitgezonden door NPO2.

ALUMNIVERENIGING UITGELICHT

VAPT 30 JAAR

V

alumni organiseren. Om de or-

Wil jij graag samen met het

30 jaar. VAPT organiseert jaarlijks meerdere activiteiten voor

waarborgen en om voldoende afwisseling in de inhoud van de

leuke avond organiseren? Stuur dan een berichtje naar

zingen. Ook volgend jaar zal VAPT diverse activiteiten voor

alumni die hier graag hun steentje aan willen bijdragen.

uitnodigen voor een kennismaking!

APT, de Vereniging voor

Afgestudeerde Psychologen, bestaat volgend jaar

haar leden. Zo waren er het afgelopen jaar maar liefst drie le-

ganisatie van deze activiteiten ook in de toekomst te kunnen

activiteiten aan te brengen, is VAPT op zoek naar actieve

VAPT-bestuur en andere enthousiaste leden een

vaptilburg@gmail.com zodat zij je kunnen

30 2-2015 |

UN1502_30-31_Agenda.indd Alle pagina's

30 ALUMNI ACTIVITEITEN Overzicht activiteiten van en voor alumni

n 2016 bestaat Theseus 50 jaar. Het roemruchte studentencafé aan de Bredaseweg 167 was in de jaren zestig, zeventig en tachtig de plek waar ongebonden studenten samenkwamen, nog voordat Plato werd opgericht in 1987. Binnen Theseus werden allerlei activiteiten georganiseerd, zoals filmavonden, een Politiek Kafé (Polka), swingfeesten en bandrepetities. En last but not least, werd Theseus een beroemd denksportcentrum, met een schaak- en bridgeclub, die landelijke topspelers in de gelederen hadden. Bier & brains! Theseus organiseert een groot feest, tevens reünie, op zaterdag 4 juni 2016. Oud-Theseusgangers zijn van harte uitgenodigd het feest bij te wonen.

FOTO: PIERRE CROM/ANP

UNTIL…WE MEET AGAIN ■

‘AANGRIJPEND TE VERNEMEN HOE GROOT DIT PROBLEEM EIGENLIJK IS’

H

et lot van wanhopige mensen die hun leven wagen tijdens een gevaarlijke reis over zee naar Europa raakt iedereen. Geen poging is er een te veel om het leed van deze mensen te verzachten is er een te veel. Daarom vond ik het mooi dat ik mocht meedoen aan een Law Clinic over het vluchtelingenvraagstuk. Samen met zeven andere studenten hebben we mogen werken voor het European Asylum Support Office (EASO). Dat is een op Malta gevestigd agentschap van de Europese Unie dat lidstaten ondersteunt om de Europese afspraken over asiel uit te voeren. Onze Law Clinic begon met individueel

Voel je je aangesproken, zet de datum dan vast in je agenda

en geef je e-mailadres door via Theseus50jaar@gmail.com. Meer informatie op: facebook.com/theseus50jaar

onderzoek, onder leiding van professor Stavros Zouridis en hoofddocent Conny Rijken van Tilburg University. Mijn onderzoek ging bijvoorbeeld over verplichtingen van staten met betrekking tot search and rescue. Op Malta gunden vervolgens de EASO, de UNHCR en de Maltese vluchtelingenorganisatie ons een kijkje in de keuken. Dit stelde ons in staat aanbevelingen te doen in een gezamenlijk paper. We adviseren de EASO hierin onder meer over mogelijkheden om solidariteit tussen lidstaten te bevorderen en het asielbeleid te harmoniseren. Ook bevat ons paper conclusies over hoe je kunt komen

tot Europese opvang- en verwerkingscentra en hoe je bestaande initiatieven via een online platform kunt verbinden. Heel leerzaam en ook aangrijpend om rechtstreeks van hen te vernemen hoe groot dit probleem eigenlijk is. De Law Clinic is mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van alumni. We danken de alumni hartelijk voor deze mogelijkheid te helpen bij het oplossen van een grote maatschappelijke kwestie.” Erik-Jan Metselaar, student Tilburg Law School

| 2-2015 31

20-11-15 10:30

UN1502_32_Backcover.indd 32

20-11-15 10:29

32 BACKCOVER Meedenken over vluchtelingenissue

| 2-2015 3


TILBURGSE ECONOMETRIST SCHREEF BESTE NEDERLANDSE WISKUNDEPROEFS

KEUZEGIDS: 9 TILBURGSE BACHELOROPLEIDINGEN OP 1, P UNIVERSITY COLLEGE: NIEUWE STUDENTENMAGNEET

E

en internationaal gerichte, Engelstalige opleiding die diepgang combineert met een brede basis. Dát is de gedachte achter het nieuwe University College, dat op 1 september 2016 van start gaat. Dit liberal artscollege wil multidisciplinaire denkers ‘kweken’ die met een open blik naar complexe maatschappelijke problemen kunnen kijken. Het University College is de opvolger van de in 2008 gestarte bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences. Studenten kunnen hier vanaf 1 september 2016 kennismaken met uiteenlopende disciplines. Ze werken er in kleine groepen en onder intensieve begeleiding. Het University College moet meer studenten (200 per lichting) trekken dan de huidige liberal arts-opleiding (90 per lichting). De universiteit biedt nieuwe studenten woonruimte rond de campus, maar studenten zijn niet verplicht om daar gebruik van te maken.

ALUMNI ACTUEEL

TOVEREN MET TILBURGS LETTERTYPE Alumnus Sander Neijnens (Psychologie, afgestudeerd in 1983) heeft het lettertype TilburgsAns ontworpen, samen met illustrator Ivo van Leeuwen. Naast letters bevat het lettertype pictogrammen van karakteristieke plekken, personen en woorden uit Tilburg. TilburgsAns wordt in het voorjaar van 2016 gratis beschikbaar gesteld. Op de website www.tilburgsans.nl kun je met het lettertype ‘toveren’. Kijk bijvoorbeeld wat er gebeurt als je het woord ‘universiteit’ typt.

RUUD SCHIPPERS, OPRICHTER JAMWERKT.NL Tijdens je studie een succesvol bedrijf opzetten: Ruud Schippers (22) deed het. Samen met zijn zus Miranda (23) en broer Martijn (19) startte hij in 2012 JAM (JongerenArbeidsMarkt), een online werkplatform dat jongeren en bedrijven op een laagdrempelige manier aan elkaar verbindt. Eerder dit jaar ontving JAM de Publieksprijs die hoort bij de ranglijst ’25 onder de 25’ van het ondernemerstijdschrift Sprout.

Hoe werkt JAM? “JAM brengt vraag en aanbod bij elkaar via een site en een app. Jongeren geven via de app hun beschikbaarheid door, waarna bedrijven die snel op zoek zijn naar jonge, tijdelijke krachten hen kunnen ‘reserveren’. In vergelijking met een traditioneel uitzendbureau

4 2-2015 |

werkt JAM een stuk sneller; via de site verloopt alles geautomatiseerd.”

Hoe ontstond dit idee? “Ik heb in Tilburg de bachelor International Business Administration gedaan. Tijdens. mijn eerste studiejaar, in 2012, hadden mijn zus, mijn broer en ik een bijbaantje bij hetzelfde bedrijf in Bladel. We zagen hoe het daar elke zaterdag weer puzzelen was: de ene week waren er te veel tijdelijke krachten beschikbaar, de andere week weer te weinig. Dat bracht ons op het idee van een site waarop jongeren hun beschikbaarheid kunnen doorgeven en opdrachtgevers direct tijdelijke werkkrachten kunnen boeken voor ondersteunende werkzaamheden op kantoor, in de horeca, in de productie, enzovoorts.”


UNTIL TICKERTAPE ■

SCHRIFT, DRIE ALUMNI BETROKKEN BIJ KUIFJE IN HET TILBURGS, TILBURG-

PROF. KATRIEN LUIJKX BESTE PROMOTOR VAN NEDERLAND, KE BOEK HET SPIEGELMYSTERIE

Stel je voor: je bent nét cum laude afgestudeerd als fiscaal jurist, naast je drukke baan als belastingadviseur. Tijdens het etentje om je diploma te vieren, word je onwel. De diagnose: een hersentumor. Het overkomt alumnus Matthijs van Brecht (35) in 2011. Nadat de rook van operaties en bestralingen langzaam is opgetrokken, krijgt hij van een verpleegkundige de tip om elke dag een paar uur ‘iets leuks’ te gaan doen. Daar hoeft Matthijs niet lang over na te denken: een kinderboek schrijven is altijd al een droom. Net als Matthijs op het punt staat om de eerste versie van het boek te herschrijven, krijgt hij slecht nieuws: de tumor is teruggekeerd. Een tweede revalidatieperiode volgt, waarin hij aan het boek schaaft, samen met een door zijn werkgever BDO Belastingadviseurs aangezochte redacteur.

Het leidt tot de versie die nu in de winkels ligt: Het Spiegelmysterie. “Als kind al verslond ik de boeken van Jan Terlouw en Thea Beckman, later las ik graag fantasy-boeken, zoals de Harry Potter-reeks en Lord of the Rings. Die sfeer ademt mijn boek ook. Via een magische spiegel belanden de hoofdpersonen Samuel en Vincent in een magische wereld, waarin duister en licht met elkaar strijden. Hoe het boek afloopt, zal ik niet verklappen. Maar de centrale boodschap is helder: volg je droom!” De reacties op het deze zomer verschenen boek zijn vooralsnog lovend. Hoe gaat het nu met Matthijs zelf? “Het wisselt, mijn vooruitzichten zijn op zich niet best. Maar dat ik een boek heb geschreven, dát neemt niemand mij meer af.”

FOTO: MARTIN SHARROTT

Diagnose hersentumor: toch droom gevolgd

BAS VAN DER SCHOT Was JAM meteen een succes? “Niet meteen: de eerste website was eigenlijk een flop. Daarom hebben we wekelijks een korte vergadering gehouden om de site te bespreken. Elke zaterdag werkte onze webdeveloper vervolgens aan verbeteringen. Verder kwamen we er achter dat bedrijven toch eerst graag iemand willen spreken voordat ze zich aanmelden via www.JAMwerkt.nl. Daarom hebben we nu per gemeente een regiomanager aangesteld.”

Wat zijn jullie ambities? “Ruim drie jaar na de oprichting zijn we enorm gegroeid; momenteel zijn we actief in zes Brabantse, en twee Limburgse gemeentes. De komende twee jaar willen we in alle niet-stedelijke gemeentes in Noord-Brabant actief worden, daarna hopen we als een soort ‘Airbnb van de arbeidsmarkt’ heel Nederland te veroveren.”

| 2-2015 5


INNOVATIE DANKZIJ DONATIE PACCARD FOUNDATION

‘DAF TECHNOLOGY LAB IS EERSTE STAP IN ONDERWIJSREVOLUTIE’ Met het DAF Technology Lab heeft Tilburg University er een innovatief middel voor onderwijs, onderzoek en valorisatie bij. Dit lab, waarin wordt gewerkt met virtual reality, kwam er dankzij een filantropische donatie van de Paccar Foundation. Alumnus Harrie Schippers, CEO van DAF, speelde een bemiddelende rol.

H

et is lastig om uit te leggen wat het DAF Technology lab precies is. Feitelijk gaat het om een virtual reality lab met een Research Room en een Experience Room. In die kamer kunnen op vier muren projecties worden gedaan. Zo kunnen vijftien tot twintig personen zich in een andere wereld wanen. Rechtenstudenten kunnen er als het ware pleiten in een ‘bijna echte’ rechtszaal, psychologiestudenten kunnen er door hersenen ‘lopen’, communicatiestudenten 'zien' ingewikkelde data en economiestudenten kunnen er hun onderhandelingsvaardigheden in een gesimuleerde boardroom oefenen. Maar dat niet alleen. Naast onderwijs leent het lab zich ook voor andere doeleinden. Zo kun je er mensen met een fobie of andere aandoening behandelen. Ook kun je er bijvoorbeeld onderzoeken of een training effect heeft. “Als je erover praat, klinkt het allemaal vrij abstract”, zegt Max Louwerse, hoogleraar cognitieve psychologie en kunstmatige intelligentie. Volgens hem begrijp je pas wat het is, als je het in het echt ervaart. Louwerse is de geestesvader van het lab dat op 2 oktober 2015 officieel werd gepresenteerd. Toen leidde de hoogleraar onder andere DAF-CEO Harrie Schippers rond. Ook voor deze alumnus was dat een aha-erlebnis. Louwerse: “Schippers zag toen wat ik precies had bedoeld bij mijn verzoek voor een schenking.” Het DAF Technology Lab dankt zijn be6 2-2015 |

staan aan een donatie van de Paccar Foundation (de Amerikaanse vrachtwagenproducent Paccar is het moederbedrijf van DAF). Louwerse overtuigde deze fi lantropische instelling via een white paper van het nut van een ‘virtual and mixed reality lab’ voor Tilburg University. “In dat paper schreef ik dat het lab drie doelen dient: het vernieuwt het onderwijs, het stimuleert interdisciplinair onderzoek en het bevordert de samenwerking van de universiteit met het bedrijfsleven. ‘Dit past bij Paccar en daarmee bij DAF’, vond Schippers, al voordat het voor hen tastbaar was wat zo’n virtual lab precies inhoudt. Dat getuigt best van visie.” → CAMPIONE-PROJECT Het DAF Technology Lab is het derde in de wereld met deze opzet. Een innovatief visitekaartje voor Tilburg University. Louwerse vindt het hoog tijd voor vernieuwing in het onderwijs. Volgens hem is zelfs een revolutie nodig. “Het lab is een eerste stap. Het stelt ons in staat om te experimenteren met nieuwe onderwijsvormen.” Het lab kan ook een brug slaan tussen universiteit en bedrijfsleven, vertelt hij. Zo zal het bijvoorbeeld een rol gaan spelen in het Campione-project. Dat is een samenwerking van industriele bedrijven in de provincie Brabant die proberen het onderhoud van hun machinepark zo voorspelbaar mogelijk te maken. Binnen dit project wordt het DAF Technology Lab ingezet om trainingen te simuleren en te onderzoeken of het succes van een training te voorspellen is. Louwerse verwacht met het lab vaker te gaan samenwerken met bedrijven, mogelijk ook met DAF: “Zolang wetenschappers onafh ankelijk en vrij blijven, zie ik geen enkel bezwaar in het koppelen van bedrijven aan kennisinstellingen.”


UNTIL ALUMNI | ACTIE ■

‘Crowdfunding betrekt mensen bij mijn onderzoek’ Filosoof Marieke Hopman is een echte pionier. Zij financiert haar promotieonderzoek De wet bekeken door de ogen van kinderen via crowdfunding. De promovenda bij het instituut Intervict van Tilburg University weet zich gesteund door vele donateurs, onder wie een groot aantal alumni.

C

rowdfunding. Die term is bij het financieren van innovatieve producten inmiddels ingeburgerd; startende bedrijven verleiden geïnteresseerden via internetsites om een klein bedrag mee te investeren. Zo maken crowdfunders het bijvoorbeeld mogelijk om een eerste productlijn op de markt te brengen. Gloednieuw, echter, is het fenomeen bij het financieren van onderzoek. Promovenda Marieke Hopman van Tilburg University is de eerste Nederlander die haar promotieonderzoek zo tracht te financieren. En ze timmert aan de weg. Op 3 juli bereikte ze haar eerste richtbedrag van 20.000 euro. Met haar onderzoek wil Hopman erachter komen waarom zo’n 59 miljoen kinderen (waarvan 16.000 in Nederland) jaarlijks nog steeds geen basisonderwijs krijgen, terwijl ze er wel recht op hebben. Wie zijn die kinderen? Waarom gaan ze niet naar

school? Wat betekent dit voor hen? Volgens Hopman is het haar met de crowdfunding niet alleen om het geld te doen. Zeker, ze heeft middelen nodig onder meer omdat het niet lukte om een NWO-subsidie te krijgen. Maar ze organiseert de crowdfunding ook om een andere reden. “Voor mijn masterscriptie naar kindsoldaten in Rwanda had ik al een crowdfunding-experiment gedaan. Daar merkte ik dat het veel tijd kost en misschien niet meteen veel geld oplevert. Maar crowdfunding levert wel veel van iets anders op: het betrekt bijzonder veel mensen bij mijn onderzoek en genereert aandacht voor het thema. Ik hoop dat ik de aandacht voor het probleem van kinderen die niet naar school gaan, kan vergroten. Ook wil ik graag bijdragen aan een oplossing. Ik hoop dat dankzij mijn onderzoek meer kinderen naar de basisschool gaan.” Hoewel ze de benodigde 100.000 euro nog niet heeft ingezameld,

is de promovenda al begonnen met de voorbereidingen van haar onderzoek. Ze heeft er het volste vertrouwen in dat ze uiteindelijk de benodigde middelen bijeen zal krijgen. De crowdfunding krijgt veel aandacht. De promovenda vindt haar onderzoek zo belangrijk dat ze een deel van haar inkomsten in het project steekt. “Ik doe allerlei klussen, bijvoorbeeld in het onderwijs, waarvan de opbrengsten rechtstreeks naar mijn onderzoek gaan. Ik klus net zolang bij totdat ik al het geld bij elkaar heb verzameld.”

Een financiële bijdrage is mogelijk via www.tilburg university.edu/ rechtopeducatie

‘Super, die solidariteit van alumni’ Luis Cristóvão Ferreira Lima uit Brazilië heeft afgelopen studiejaar een master Econometrics and Mathematical Economics kunnen doen dankzij een door alumni gefinancierde beurs. Hij is de oudstudenten die hieraan hebben bijgedragen hiervoor zeer dankbaar. “Surfend op het internet stuitte ik op deze mogelijkheid. Ik had het geluk om toegelaten te worden. Ik moest wel wennen aan het koude weer. Maar het fietsen door het Nederlandse landschap is geweldig. De inhoud van de opleidingen is interessant. Het spreekt mij aan dat alumni solidair zijn aan de organisatie die hun goede opleiding en mooie

maatschappelijke positie mogelijk heeft gemaakt. En dat ze bereid zijn om minder kapitaalkrachtige studenten ook zo’n kans te gunnen. Dat schept wel verplichtingen om iets met je talenten te doen. Ik hoop in de toekomst bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van mijn land. Maar allereerst, wil ik in Nederland werkervaring opdoen. Ik ben nu op zoek naar een internship.” Dit collegejaar krijgen opnieuw zes getalenteerde internationale studenten dankzij alumni de kans aan Tilburg University te studeren.

| 2-2015 7


■ MENTORPROGRAMMA UNTIL

ALUMNIMENTOREN

‘ STUDENT STAPJE VERDER HELPEN GEEFT VOLDOENING’ Het Tilburg University Career Mentor Program brengt studenten in contact met alumni die hen coachen naar de arbeidsmarkt. Op 24 september vond een kick offbijeenkomst plaats, die werd bezocht door studenten en alumnimentoren. TEKST: ANIEK VERHOEVEN

“S

Jerre Maas

8 2-2015 |

ta op en ga naast iemand zitten die je nog niet kent”, vraagt Jerre Maas. Studenten wisselen van plaats. “Zo, teken nu de persoon die naast je zit op het bierviltje dat voor je ligt. Je hebt 30 seconden. Go!” De stilte van druk tekenende studenten verandert na die halve minuut in geroezemoes en hilariteit als Maas roept: “Pennen neer. Laat je tekening nu zien aan de persoon die je hebt geportretteerd.” De workshop Lef op de arbeidsmarkt van Maas vond plaats tijdens de kick off-bijeenkomst van het Mentor Program. Alumnimentoren en studenten kwamen samen om kennis te maken tijdens de officiële start van het mentorprogramma. Studenten konden kiezen uit de workshop van Maas of een workshop LinkedIn, aangeboden door het Student Career Center van de universiteit. Maas, alumnus Economic Psychology en oprichter van Presensatie, PresentersWall en Improgression liet tijdens zijn workshop zien welke eerste indruk je maakt op een ander. Maar ook hoe belangrijk het is dat je je onderscheidt. Zijn belangrijkste boodschap: durf jouw talent te laten zien en heb het lef jouw ideeën te delen. Met de portretopdracht liet hij de studenten ervaren dat we afleren trots te zijn op wat we doen. “Sorry, ik kan echt niet tekenen” en “Ik had te weinig tijd”, waren veel gehoorde excuses om de tekening niet te tonen. Maas: “Ik deed deze oefening laatst met een groep kleuters. Ze lieten de tekening aan iedereen zien!” Bijzonder dat de generatie die alles deelt, de ‘share-knop’ niet meer kan vinden wanneer ze moeten laten zien wat ze kunnen. “Dit zou je juist moeten doen, zeker als je net de arbeidsmarkt betreedt.” De work-

shop van Maas eindigde dan ook met de opdracht de beste sollicitatietips te delen. Ook voor de deelnemende mentoren was er tijdens de kick off een workshopprogramma. Zij konden kiezen uit Coaching Skills van het Career Center of DISCcover yourself: de kracht van authenticiteit. De laatste workshop werd gegeven door rechtenalumna Tamara Willemse-Swagemakers, coach en partner bij Meesterlijk Contact. In haar workshop richtte zij zich vooral op hoe je studenten begeleidt en hoe je met ze communiceert. Willemse-Swagemakers: “Ik heb het met ze gehad over zelfinzicht en persoonlijk leiderschap. Dat deed ik aan de hand van DISC, een professioneel model om gedrag en communicatiestijlen te herkennen. Het geeft heel snel en eenvoudig inzicht in jezelf en daarmee ook inzicht en begrip voor de ander.” De alumnimentoren waren het met de workshopleider eens dat dit inzicht belangrijk is om echt goed contact te krijgen met de studenten en je in hun gedachten en gevoelens te kunnen verplaatsen. →→NETWERKBORREL De kick off-bijeenkomst werd afgesloten met een netwerkborrel, waar de alumnimentoren onderling en met de studenten contacten legden. Ze deelden hun kennis en tips. Uit dit samenzijn bleek dat de workshops inspirerend hadden gewerkt. Internationale student Lukas Baranauskas: “Deze avond werd ik gedwongen weer eens na te denken over wat ik in het leven wil bereiken.” Sijmon Blommers, alumnus Fiscale Economie, zei met plezier mentor te zijn van studente Laura: “Het geeft veel voldoening om je eigen ervaringen te delen en daarmee iemand anders echt een stapje verder te helpen.” Hij waardeert de flexibiliteit van het programma. “Je kunt het op je eigen manier invullen, wat het beste bij jou en bij de student past. Voor ons is dat via WhatsApp.” ☒ Jerre Maas heeft zich tijdens deze avond meteen aangemeld als mentor. Wie volgt? www.tilburguniversity.edu/mentorprogramma


FOTO: ERIK VAN DER BURGT

UNTIL ZO MOEDER, ZO DOCHTER ■

‘ BIJ VIDAR IS NU MEER AANDACHT VOOR GEZELLIGHEID’ Christa van der Aa (55), zelfstandig consultant, studeerde bedrijfs­ economie in Tilburg. Haar dochter Carlijn Kerkers (24) studeert nu marketing aan dezelfde universiteit. En dat is niet het enige wat ze delen. Dit geldt ook voor de passie voor het roeien bij Vidar. Een twee­ gesprek over studeren vroeger en nu. TEKST: JOOST PETERS

Christa: “Tilburg is mijn hometown: ik ben hier opgegroeid, heb hier gestudeerd en mijn ouders wonen er ook nog steeds. Zelf wonen mijn man en ik alweer jarenlang in Voorschoten. Het was wel apart dat Carlijn óók in Tilburg ging studeren. Daar kwam overigens geen enkele dwang bij kijken. International Business Administration en de studierichtingen Marketing Management en Marketing Research pasten gewoon het best bij haar interesses en haar carrièreplannen.” Carlijn: “Tijdens mijn bestuursjaar bij studie­ vereniging Asset is mijn voorliefde voor marketing en PR nog groter geworden dan ze al was. Na mijn studie zou ik graag terechtkomen op de marketingafdeling van een grote onderne­ ming, liefst een multinational. Maar goed, eerst afstuderen. Op dit moment zit ik in mijn zevende studiejaar. Naar de huidige maatstaven ben ik al best lang bezig, maar ik heb dan ook veel activiteiten ontplooid naast mijn studie. Naast dat bestuursjaar bij Asset ben ik een half jaar op uitwisseling geweest naar Brazilië. Ook ben ik lid van roeivereniging Vidar.” Christa: “Erg leuk dat Carlijn nu Vidar-lid is! Ik was medio jaren tachtig de eerste vrouwelijke praeses van die vereniging. En Hans, mijn man

en de vader van Carlijn, heb ik daar leren kennen. Bij Vidar lag de nadruk toen voornamelijk op het wedstrijdroeien. Volgens mij is er tegenwoordig wel wat meer aandacht voor gezelligheid.” Carlijn: “Klopt. Ik ben lid van een dispuut, maar doe zelf niet actief mee aan wedstrijden. Je merkt dat er tegenwoordig wel wat meer druk ligt op studenten; ze worden niet meteen actief naast hun studie, maar kijken zeker tijdens hun propedeusejaar eerst nog even de kat uit de boom.” Christa: “Ik snap goed dat het tegenwoordig ­anders is dan vroeger. Ik ben erg trots op Carlijn als ik zie wat ze er nog allemaal naast doet. Qua gedrevenheid lijken we wel op elkaar. Je studiekeuze bepaalt uiteindelijk maar voor een klein deel waar je terechtkomt. Alles wat je naast je studie hebt gedaan, vormt je pas écht.” Carlijn: “Natuurlijk ben ik ook trots op mijn moeder. Na een studie bedrijfseconomie en een lange carrière bij de bank, is ze sinds drie jaar zelfstandig ondernemer en ondersteunt ze uiteenlopende organisaties bij cultuur- en gedragsveranderingen. Ze heeft me laten zien dat je, juist door actief te zijn naast je studie, veel kunt bereiken. Een echte inspiratiebron!”  | 2-2015 9


HELP EEN SLIMME ROBOT KAAPT MIJN BAAN

Na de digitale revolutie wacht ons een nog grotere omwenteling. De robot rukt op. Trof dat vroeger vooral lager geschoolden, bijvoorbeeld in de autoindustrie, nu zijn hoger geschoolden aan de beurt. Vervangt de computer binnenkort de accountant? TEKST: RUTGER VAHL

D

eloitte baarde vorig jaar opzien door in een rapport te voorspellen dat er in Nederland twee tot drie miljoen banen verdwijnen door technologische innovatie. Een onderzoek van Oxford University toont dat in Amerika de helft van alle banen verloren gaan door de komst van slimme robots. Meest opvallend: de horizon van deze onderzoeken is niet een halve eeuw, maar tien tot twintig jaar. Dit betekent dat iedereen die nu werkt en jonger dan 50 jaar is, deze verwachte kaalslag op de arbeidsmarkt van dichtbij zal meemaken. En misschien zelf vervangen zal worden door een robot. De éénarmige werkkracht die vooral goed is in het continu herhalen van een bepaalde handeling. Dat is het clichébeeld van robots, ontstaan in de jaren vijftig en zestig toen robots vooral repeterend werk in fabriekshallen begonnen over te nemen. Die robotisering ging ten koste van laaggeschoold,

10 2-2015 |

zwaar werk, wat meestal als iets positiefs werd beschouwd. Het werk werd er immers lichter en minder gevaarlijk van. De digitalisering van de laatste twintig jaar heeft robots een tweede leven gegeven. Uitgerust met geavanceerde chips en verbonden met het world wide web en een enorme hoeveelheid big data, kunnen robots steeds complexere handelingen verrichten en zijn in staat om te leren. Ook hun kostprijs is fl ink gedaald. Robots zijn daardoor voor het eerst in staat hoger geschoolde banen over te nemen, betogen Erik Brynjolfsson en Andrew McAfee in hun boek The Second Machine Age (2014). →→EXIT CAISSIÈRES De opkomst van de computer die slimmer is dan de mens: het thema is al decennia goed voor spannende Hollywoodfi lms. Maar we hebben het hier niet over een fi lmscript, getuige ook de waarschuwing die minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken


UNTIL HOOFDVERHAAL ■

→ | 2-2015 11


FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

Robots ontvangen gasten bij de receptie van het Henn-na hotel in Nagasaki.

in september 2014 liet uitgaan. Hij ziet de komende jaren veel banen verdwijnen, met name op mbo en hbo-/wo-niveau en vindt dat de overheid een oplossing moet bieden voor werknemers die door technologie overbodig worden. Een ver-van-ons-bed-show? Geenszins. De helft van de bedrijven die in 2000 in de Fortune 500 stond, bestaat inmiddels niet meer. Een deel is overgenomen, maar een groot aantal ging failliet omdat zij geen bestaansrecht meer had. WhatsApp, een bedrijf met een handjevol werknemers, zette de bijl aan de wortels van traditionele telefoonmaatschappijen. In 2011 kondigde Foxconn, fabrikant van gadgets van onder meer Apple en Samsung, aan dat er één miljoen robots in de fabrieken van het bedrijf moeten verschijnen, die de banen van een groot deel van de 1,2 miljoen medewerkers moeten overnemen. De Volkskrant berekende dat in Nederland 154.000 administratieve banen verloren gingen tussen 2008 en 2013 als gevolg van robotisering. Afgelopen oktober ging de eerste Albert Heijn zonder caissières open. En vandaag nog iets opgezocht op Wikipedia? Het kan zijn dat u een pagina heeft gelezen die door een computer is geschreven. →→ HOGER OPGELEIDEN DE KLOS Het controleren van belastingaangiftes en boekhoudingen, het analyseren van medische gegevens, het bank- en verzekeringswezen, de journalistiek en de rechtspraak: alle beroepen met het accent op 12 2-2015 |

het verwerken van informatie staan op de tocht. De accountant kan op termijn best eens uitsterven. Zoals digitale fotografie een einde maakte aan het beroep van fotolaborant. De foto-industrie staat in The Second Machine Age symbool voor de ontwikkelingen. Facebook/Instagram is tien keer meer waard dan fotogigant Kodak in zijn toptijd en heeft slechts 4.600 medewerkers, waar Kodak 145.000 mensen werk gaf. Het geeft aan hoe groot de impact is van digitalisering en robotisering. “Ik ken ondernemingsraden die al bij hun directies aan de bel trekken omdat zij zien dat banen voor hogeropgeleiden in hun organisaties verdwijnen door automatisering”, zegt Charissa Freese, senioronderzoeker nieuwe arbeidsrelaties aan Tilburg University. “Dit geeft aan dat de ontwikkelingen al volop gaande zijn. Het probleem zit in de opleidingen. We leiden jongeren op voor banen die over tien jaar waarschijnlijk niet meer bestaan. Vroeger zeiden ze dat als je maar zo hoog mogelijk opgeleid bent, het wel goed komt. Die boodschap zou ik scholieren nu niet meer mee willen geven. Kijk ook vooral welke beroepen op termijn echt nodig zijn. En tegen jonge kenniswerkers zeg ik: blijf je ontwikkelen, doe cursussen en school je om als blijkt dat de computer jouw functie op termijn kan overnemen.” →→EMPATHISCHE ROBOT In het rapport waarin Oxford University voorspelt


UNTIL HOOFDVERHAAL ■

TERUG VAN WEGGEWEEST:

HET BASISINKOMEN

I CHARISSA FREESE

‘Zolang menselijke arbeid goedkoper is dan een robot, zie ik banen niet massaal verdwijnen.’

dat de helft van de banen verdwijnt, staat dat voorheen gescheiden werelden elkaar opzoeken. Dat leidt tot ongekende innovaties. In ons eigen land is de regio Eindhoven een goed voorbeeld. Vroeger zat hier alleen een technische universiteit. Nu vind je daar ook bedrijven die zich met health care, kunst en design bezighouden. Anne van Rossum ontwikkelt ‘slimme’ robots en doet promotieonderzoek bij professor Jaap van den Herik, die eerst in Tilburg doceerde maar nu aan de Leidse universiteit zit. “Bij het bedrijf DoBots heb ik me beziggehouden met robots die van hun omgeving kunnen leren. Een goed voorbeeld is de schoonmaakrobot, die bijvoorbeeld supermarkten of warenhuizen kan schoonmaken. We willen zo’n robot zonder plattegrond op pad sturen, wat betekent dat ‘ie zelf de ruimtes in kaart moet kunnen brengen.” De schoonmaakrobot maakt de traditionele schoonmaker overbodig. Die zal de komst van de ‘cleanbot’ daarom niet toejuichen. De angst voor robots snapt Van Rossum wel. “Er is onbegrip en wantrouwen. Mensen vinden het eng om de controle te verliezen. Tegelijk zie je dat de voorstanders van robots een naïef beeld hebben over wat een robot kan. Dat je hem moet programmeren en dat ‘ie dan foutloos zijn werk doet. De crux is juist dat een robot wél fouten maakt, daarvan leert en zo steeds beter wordt.” Leren van fouten lijkt een typisch menselijke eigenschap. Net als creativiteit en empathie, in het

edereen een uitkering van de staat leek tot voor kort het ideaal van geitenwollenluchtfietsers. Maar de technologische revolutie en het verlies aan banen dat daarmee gepaard kan gaan, zou het aloude idee van het basisinkomen (­ Thomas Moore bedacht het al begin zestiende eeuw) nieuw leven kunnen inblazen. Want wat doet de maatschappij met burgers die door robots hun baan verliezen? Aan hun lot overlaten kan niet en een ‘uitkering met sollicitatieplicht’ zal mensen niet sneller in het arbeidsproces reintegreren, omdat er simpelweg geen banen voor hen zijn. Een klein vast bedrag per maand, waar weinig tot geen verplichtingen tegenover staan, zou mensen een bestaansminimum kunnen ­garanderen. Tegenstanders van het basisinkomen hebben altijd gezegd dat ‘gratis geld’ (geschatte kosten voor ­Nederland: 30 tot 40 miljard euro per jaar) mensen lui maakt en het gevolg een weinig creatieve, passieve samenleving is. Maar de paar experimenten die er in het verleden met een basisinkomen zijn geweest, wijzen uit dat die angst niet terecht is. In Canada bleek in de jaren zeventig bijvoorbeeld dat mensen met een basisinkomen nauwelijks ­minder gaan werken, meer aan studie doen en minder ziek zijn. In Nederland hebben, volgens het Financieele Dagblad, 47 gemeenten plannen gemaakt om te experimenten met een uitkering zonder sollicitatieplicht (een soort basisinkomen dus). Een van die gemeenten is Tilburg. Hier houdt het experiment in dat een groep uitkeringsgerechtigden ­vrij­gesteld wordt van de regels die bij de bijstandswet horen (bijvoorbeeld de sollicitatieplicht). Eventuele inkomsten uit werkzaamheden mogen zij, naast hun uitkering, vervolgens houden. Tilburg University is één van de partners in het initiatief. Alumnus Erik de Ridder, wethouder Werk en Inkomen: “Op de lange termijn is het doel van het experiment om met elkaar een beeld te krijgen over hoe we in de toekomst kunnen omgaan met het verstrekken én constructief inzetten van de bijstand. We mikken op meer participatie, sociale stijging en eigen initiatief, ook richting arbeidsmarkt. We koersen op een hoger inkomen, minder armoede en minder bijstandsafhankelijkheid. We kunnen starten als we toestemming van Den Haag krijgen om het ­experiment daadwerkelijk uit te voeren.”

| 2-2015 13


ANNE VAN ROSSUM

FOTO: ANP

‘Empathie vereist rationaliteit. Ik zie geen reden waarom een robot dat niet zou kunnen aanleren.’

dagelijks intermenselijk verkeer zeer belangrijke vaardigheden. Van Rossum stelt dat er maar heel weinig is wat een robot niet kan leren. “Er zijn experimenten met robots die een eigen taal ontwikkelen. En om empathisch te zijn, heb je veel kennis van verschillende argumenten nodig. Empathie vereist dus rationaliteit. Ik zie geen reden waarom een robot dat niet zou kunnen aanleren.” →→POSITIEVE EFFECTEN Technologische ontwikkelingen hebben mensen altijd angst aangejaagd. Wie bij zijn ontbijt leest dat Deloitte voorspelt dat er twee tot drie miljoen banen verdwijnen, gaat toch met een minder gerust gevoel naar kantoor. Freese wijst echter op tekortkomingen in het Deloitte-onderzoek. “Men heeft de resultaten van een Oxford-studie in Amerika zo naar Nederland vertaald. Bovendien heeft dat Oxford-onderzoek tekortkomingen. Deze wetenschappers denken dat heel veel banen geautomatiseerd kunnen worden en daar zijn wel vraagtekens bij te zetten. Ik vind de voorspellingen over banenverlies, die door de media nog eens zijn uitvergroot, veel te ver gaan.” Maar dat banen zullen verdwijnen, onderschrijft Freese. De Britse econoom John Maynard Keynes sprak in de jaren dertig al van ‘technologische werkloosheid’. Dat is banenverlies door automatisering en nieuwe techniek. De term is dus onverminderd actueel. Maar Keynes voorzag ook dat automatisering kon leiden tot een kortere werkweek en meer vrije tijd, positieve effecten waar niemand tegen kan zijn. Die twee kanten van de medaille beheersen ook nu, nog steeds (!), de discussie. Ener14 2-2015 |

zijds wordt gewaarschuwd voor een nieuwe tweedeling, waarbij met name een kleine groep zal profiteren van de robotisering en een veel grotere groep in armoede zal vervallen, bijvoorbeeld doordat ze hun baan verliezen. Anderzijds doen er ook scenario’s de ronde waarbij robots het geld verdienen en wij mensen het kunnen uitgeven. →→NIEUWE BANEN Misschien houdt robotisering ook de belofte van nooit meer hoeven werken in. Daarover wordt in veel geledingen al nagedacht. Zelfs het wat in de vergetelheid geraakte basisinkomen is weer van stal gehaald (zie kader). Van Rossum denkt dat de robotisering grote impact op de maatschappij zal hebben, maar vindt dat de doemdenkers te veel uitgaan van grote disrupties. “De ontwikkeling gaat behoorlijk traag. Ja, er zal veel veranderen, maar de samenleving heeft tijd zich aan te passen. Kijk naar de banen van 100 jaar geleden. Het gros daarvan bestaat niet meer. Er zijn andere banen voor in de plaats gekomen.” Hoezeer en hoe snel de samenleving zal veranderen, is niet te voorspelen. Te veel factoren daarin spelen een rol. Charissa Freese benoemt er één: de kosten. “Het ontwikkelen van technologie is niet zo kostbaar, maar de implementatie daarvan in de dagelijkse praktijk wel. Zolang menselijke arbeid goedkoper is dan een robot, zie ik banen niet massaal verdwijnen. Kijk naar de aspergeteelt. De robot die volautomatisch asperges kan rooien, bestaat al lang. Toch vragen aspergeboeren elk jaar weer een heleboel arbeidskrachten. Mensen zijn nog steeds goedkoper dan een machine.” ☒


COLUMN DIEUWKE ■

FOTO: EEF BONGERS

HEEFT U EEN PLAN B?

E

en leven lang leren klinkt als een kneuterige kreet voor een Montessori-peuterspeelzaal, maar is iets wat werkgevers en overheid bezighoudt. En dientengevolge ook iedereen die werkt, of wil werken. Vroeger heette het nog ‘bijspijkercursussen’, anno 2015 is die onschuld eraf. De crisis die over de wereld raasde, heeft dat eens te meer duidelijk gemaakt. Een leven lang leren krijgt bovendien steeds meer de lading dat je iets heel anders moet kunnen – wie weet wordt jouw baan gekaapt door een robot, of anderszins schier overbodig. Uiteindelijk tuimelt vrijwel iedereen een keer van de arbeidspiramide af en wat doe je dan? Een van mijn beste vriendinnen is hiermee opgevoed. Opgegroeid in onrustig ZuidAfrika mocht ze alles studeren wat ze wilde, maar net als haar broer en zussen moest ze er een altijd-handig diploma naast hebben. Voor als de wereld waarin ze leefde ineens zou veranderen. Ze is financieel directeur van een aanzienlijk onderdeel van British Telecom en/maar houdt haar onderwijskwalificaties nog steeds op peil. Mocht het up-or-out systeem van haar werkgever voor haar eens betekenen dat ze moet vertrekken, dan heeft ze opties. Bijzonder, vond

ik dat vroeger. Bijzonder vooruitziend van haar ouders, vind ik dat nu. Als ik naar mezelf kijk –ik had niet gedacht dat ik ooit in de Filippijnen zou wonen, of in India. Als ik in mijn vriendenkring kijk, vraag ik me af of er überhaupt iemand is die precies doet wat hij/zij altijd gedacht had te gaan doen.

MOET DE UNIVERSITEIT EEN ROL (WILLEN) SPELEN IN ‘EEN LEVEN LANG LEREN’? Op de universiteit is het ook vaak een gespreksonderwerp. Moet de universiteit een rol (willen) spelen in ‘een leven lang leren’? En zo ja, hoe? Goede vraag. Want dat de universiteit een rol kan spelen in het bijspijkeren van juristen, economen en psychologen ligt voor de hand, maar wat is de meerwaarde voor de maatschappij om veertigers en vijftigers, zo niet nog ouder, opnieuw jaren de collegebanken in te krijgen en met een verse mastertitel weer los

te laten?. Wát we leren is in de huidige context nogal een ding. Nog los van het feit dat onze hersenen het beter doen als we ze regelmatig gebruiken, moeten we onszelf tegenwoordig telkens opnieuw bewijzen, en vaak opnieuw uitvinden. Er kan van alles gebeuren in je leven, dat is wel gebleken in de laatste jaren. Maar is het beste plan B een tweede mastertitel? Of zelfs een bachelortitel? Van de mensen die ik ken, die al dan niet noodgedwongen opnieuw in de spiegel moesten kijken, heeft niemand de academische route gekozen. Volwassen mensen, met werkervaring en naar het zich laat hopen zelfkennis, laten zich echt wel om- en bijscholen als het moet. Dat leven lang leren zit er inmiddels wel in gebakken, heus. Maar de weg die die mensen insloegen was een nieuwe weg. Ze werden geen theoretici en geen wetenschappers, ze leerden iets waar ze met hun ervaring, interesse en netwerk mee aan de slag kunnen. Een vak zo u wilt. Dieuwke van Turenhout, alumna Taalwetenschappen

| 2-2015 15


RIANNE LETSCHERT

ALUMNA

Nog geen veertig jaar oud en al hoogleraar, directeur van Intervict en voorzitter van de Jonge Akademie. Rianne Letschert is een voorbeeld van: wat goed is, komt snel. Ze houdt niet alleen van uitdagingen, maar ook van rechtvaardigheid. Haar onderzoek naar de slachtoffers van internationale misdrijven brengt haar in door geweld en oorlog geteisterde gebieden. ‘Wetenschappers die zich met thema’s als dit bezighouden, moeten zich niet opsluiten in hun werkkamer.’ TEKST: WILLEM VAN LEEUWEN; FOTOGRAFIE: SANDRA PEERENBOOM

T

oen Rianne Letschert in 1995 aan haar rechtenstudie begon, was dat niet in Tilburg maar in Amsterdam. Maar al na het eerste studiejaar verruilde ze de bruisende hoofdstad voor Tilburg. Die overstap zegt veel over haar serieuze, ambitieuze karakter. “De opleiding in Amsterdam was me te massaal; met duizend studenten tentamen doen in een grote sporthal. Het niveau viel me ook tegen; meerkeuzetoetsen waarvoor ik zonder veel inspanning negens en tienen haalde.” Haar intellectuele honger werd niet genoeg bevredigd en dus stapte ze over naar de Tilburgse universiteit, waar de kleinschaligheid en het directere contact met de stof en de docenten haar beter pasten. Maar voor een traditioneel studentenleven koos ze ook daar niet: “Ik ben in Eindhoven gaan wonen, waar ik destijds een leuke baan in de horeca had. Niet dat Tilburg niet gezellig en leuk is, maar ik voelde me in Eindhoven op dat moment thuis.” →→RECHTVAARDIGHEID Ze was een student met een missie, zegt ze zelf. “Als kind wilde ik kinderrechter worden, zonder echt te weten wat een kinderrechter doet. Maar ik wist al wel dat ik later mensen wilde helpen, iets doen met rechtvaardigheid. Dat is niet zo vreemd als je uit een gezin komt waar rechtvaardigheid en

16 2-2015 |

delen vanzelfsprekend zijn. Mijn vader heeft altijd in het welzijnswerk gezeten. Mijn ouders kwamen in uiteenlopende culturele omgevingen. Ze waren sterk gericht op anti-discriminatie. Daar heb ik veel van meegenomen.” Haar passie voor mensenrechten, kinderrechten en strafrecht bleef niet onopgemerkt. Juist toen ze zich tegen het einde van haar studie afvroeg of ze de juridische praktijk in wilde, vroeg hoogleraar Internationaal Recht Willem van Genugten haar of ze er niets in zag om te blijven als onderzoeker en te promoveren op minderhedenrechten. “Ik had daar nog helemaal niet bij stilgestaan. Dat komt ook omdat je tijdens de rechtenstudie niet zo makkelijk in contact komt met de onderzoekskant van ons vakgebied. Docenten spreken weinig over de wetenschappelijke mogelijkheden die er zijn. Je wordt advocaat, rechter of jurist bij een grote instelling. Onderzoeker worden, ligt minder voor de hand.” Ze nam het aanbod aan en sinds 2000 doceert ze verschillende vakken, aanvankelijk onder meer Internationaal Recht en Minderheden Recht en later Victimologie van internationale misdrijven. Daarnaast begeleidt ze studenten en onderzoekers. Ook daarin klinkt haar maatschappelijk betrokkenheid door: “Ik heb veel studenten en promovendi uit uiteenlopende landen, van Rwanda tot Argentinië. De studenten zijn misschien niet allemaal bollebo-


UNTIL INTERVIEW ALUMNA ■

‘Je moet de werkelijkheid willen proeven’

| 2-2015 17


zen. Daar staat echter tegenover dat het hen en hun thuislanden kansen biedt, als ze slagen en daarna hun kennis terugbrengen. Dat vind ik minstens zo belangrijk als excellerende Nederlandse studenten begeleiden. Ook vergroot het de diversiteit in de studentenpopulatie en brengt het nieuwe perspectieven in discussies.” →→VICTIMOLOGY Professor Willem van Genugten is belangrijk voor haar geweest, zegt ze. Niet alleen omdat hij haar carrière heeft helpen vormgeven, maar ook door zijn stijl van doceren. “Het is een verhalende docent, iemand die gemakkelijk contact maakt met studenten en die zijn enorme enthousiasme op je weet over te dragen. Dat is een gave die me geweldig heeft geïnspireerd. En nog. Zelf doe ik dat ook zoveel mogelijk tijdens de colleges: niet de feiten en de weetjes oplepelen, maar de context schetsen. Dat is vandaag de dag belangrijker dan ooit. De feiten kun je tegenwoordig overal vandaan halen. Ik leer mijn studenten hoe ze de juridische feiten moeten toepassen en beargumenteren in een steeds ingewikkelder wordende context.” Na haar promotie in 2005, toen ze op het punt stond een nieuwe richting te kiezen – ze had al gesolliciteerd bij KPMG – kreeg ze opnieuw een aanbod vanuit de wetenschap. Dit keer werd ze gevraagd om het International Victimology Institute Tilburg (Intervict) te helpen opzetten. Een geheel nieuw vakgebied, maar een dat past bij haar maatschappelijke betrokkenheid: “Ik moest hiervoor uit mijn comfortzone en dat is wat ik graag doe. Niet te lang ergens in blijven hangen, niet steeds hetzelfde doen. Omdat ik samen met de oprichter, directeur Marc Groenhuijsen, grotendeels de vrije hand kreeg in de opzet van het instituut en omdat dit een geheel nieuw vakgebied was, heb ik ja gezegd. En het was een superleuke ervaring.” Intervict bestaat nu tien jaar. Er werken ruim twintig onderzoekers, docenten en ondersteuners die onderzoek doen naar de juridische, psychologische en sociale implicaties van slachtofferschap. Letschert is er inmiddels directeur.

‘ Docenten spreken weinig over de wetenschappelijke mogelijkheden. Je wordt advocaat, rechter of jurist. Onderzoeker worden, ligt minder voor de hand.’ 18 2-2015 |

→→JONGE AKADEMIE Wie denkt dat Letschert het hoogleraarschap en directeurschap geen honger meer heeft naar iets nieuws, zit ernaast. Ze heeft al-

‘ Mensen die schrijven over landen waar ze nog nooit geweest zijn, die vertrouw ik niet. Je moet de context willen begrijpen.’

weer nieuwe uitdagingen gevonden. In 2013 trad ze toe tot de Jonge Akademie, een zelfstandig orgaan binnen de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Dit jaar werd ze voorzitter van dit platform voor jonge topwetenschappers uit verschillende disciplines. De in Amsterdam gevestigde Jonge Akademie kwam precies op tijd zegt ze: “Het begon te knagen. Ik neem nu al zo lang de afslag Tilburg West, dacht ik soms. Ik was toe aan iets nieuws. Ik wilde weer uit die comfortzone. Een paar keer per week naar Amsterdam geeft me nieuwe energie.” De Jonge Akademie doet ertoe, zegt Letschert. Jonge wetenschappers hebben eigen belangen: “Zoals de garantie dat het nieuwsgierige, vrije onderzoek kan blijven bestaan. De afgelopen tien jaar zijn er steeds meer financiële kaders gekomen waarbinnen het lastig is om het vrije onderzoek te laten voortbestaan. Je krijgt pas geld als je voldoet aan vooraf vastgestelde thema’s. Daarmee zeg je eigenlijk dat de vraag naar kennis ondergeschikt is aan het geld. Het onderzoek in mijn eigen vakgebied, bijvoorbeeld, komt daarmee in de knel. Ook omdat het economisch nut niet direct aantoonbaar is. Wat wij willen, is dat de beleidsbepalers inzien dat ook de


UNTIL INTERVIEW ALUMNA ■

CV RIANNE LETSCHERT Rianne Letschert, geboren in 1976 in Doetinchem, begon in 1995 aan haar studie rechten aan Tilburg University. Ze haalde in 2000 haar master. Ze bleef de universiteit waaraan ze studeerde trouw. In 2005 promoveerde ze in internationaal recht (proefschrift: The Impact of Minority Rights Mechanisms). Vanaf dat jaar hielp ze het International Victimology Institute Tilburg (Intervict) op te richten, waarvan ze nu directeur is. In 2011 werd Letschert benoemd tot professor victimologie en internationaal recht. En in 2013 trad ze toe tot de Jonge Akademie, waarvan ze in 2015 tot voorzitter werd benoemd. Letschert heeft als nevenfuncties lid van de Raad van Toezicht van Slachtofferhulp Nederland en expertconsultant ten aanzien van slachtoffers voor het Special Tribunal for Lebanon.

maatschappelijke en wetenschappelijke waarden van wetenschap relevant zijn. Daarnaast willen we dat er meer middelen vrijkomen voor jonge wetenschappers en dat universitaire hoofddocenten zelfstandig als promotor kunnen optreden.” →→INTERVIEWS MET SLACHTOFFERS Naast haar werk voor Intervict en de Jonge Akademie is Letscherts focus de komende jaren vooral gericht op een groot onderzoek dat op het punt van beginnen staat. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kende haar onlangs een VIDI-subsidie van bijna een miljoen euro toe. Haar onderzoek richt zich op de impact van internationale juridische procedures op het zogenaamde Recht op herstel. Een van de uitgangspunten van dit Recht op herstel is dat het bijdraagt aan het rechtvaardigheidsgevoel van slachtoffers en de heropbouw van samenlevingen die te maken hebben gehad met internationale misdaden of ernstige mensenrechtenschendingen. Met het empirische onderzoek, dat ze de komende vijf jaar gaat doen in Congo, Cambodja, Cyprus en Suriname, wil ze achterhalen of internationale juridische procedures hieraan nu ook werkelijk bijdragen. En zo ja,

op welke manier. De narratieve interviews die ze houdt met slachtoffers van misdaden en mensenrechtenschendingen staan in het onderzoek centraal. Zij worden bevraagd naar hun gevoelens omtrent de uitwerking van de juridische procedures die hun herstel moeten bevorderen. Letschert: “Het kan best zijn dat de procedures en de uitkomsten ervan niet of nauwelijks blijken bij te dragen aan het rechtvaardigheidsgevoel van al die slachtoffers. Dat is nog zelden empirisch onderzocht, terwijl we er wel miljoenen aan uitgeven. Het inrichten van juridische procedures is vooral gebaseerd op normatieve wetenschap. Juristen en dus ook mensenrechtenjuristen, gaan doorgaans uit van de vooronderstelling dat de normen die ze bedenken ook zullen werken. Maar de empirische evidentie van die vooronderstellingen is fl interdun.”

→→HARTVERSCHEURENDE VERHALEN Voor haar onderzoek is ze de komende jaren regelmatig te vinden in gebieden die zijn geteisterd door geweld en waar het soms nog steeds onrustig is. Letschert spreekt met slachtoffers, velen getraumatiseerd door de schrikwekkende misdaden die zijn gepleegd. Zwaar werk, maar het kan niet anders zegt ze: “Zeker niet als je empirisch onderzoek wilt doen. Maar sowieso vind ik dat wetenschappers die zich met thema’s als dit bezighouden, zich niet moeten opsluiten in hun werkkamer. Mensen die schrijven over landen waar ze nog nooit geweest zijn, die vertrouw ik niet. Je moet de context willen begrijpen. Ja, het is soms best zwaar om hartverscheurende verhalen ter plekke aan te horen, zeker sinds ik zelf kinderen heb. De gebieden waarheen ik reis, zijn zeker niet altijd veilig. Maar je moét de werkelijkheid willen proeven. En daarbij: ik heb het grote geluk gehad dat ik hier ben geboren en niet toevallig in een arm en door oorlog geteisterd Afrikaans of Arabisch land. Daarom mogen we onze ogen ook niet sluiten voor de mensen daar. De wereld is van ons allemaal.” ☒

| 2-2015 19


‘WE BESLOTEN: DIE VERKLARING TEKENEN WE NIET, PUNT UIT’ Frans Linders (1923) begon in 1941 zijn studie economie aan de Katholieke Economische Hoogeschool in Tilburg. Hij is de enige nog levende van de groep studenten die in de oorlogsjaren in Dassel werd tewerkgesteld. Aan de hand van een stapel bewaard gebleven brieven aan zijn ouders vertelt hij over die tijd. Hij doet dat in het gezelschap van zijn zoon Fon, die later zelf economie in Tilburg studeerde. TEKST: LIESBETH HOEVEN, FOTO’S: ERIK VAN DER BURGT

OPSTANDIG Frans Linders was een spoorstudent. Hij reisde van zijn geboorteplaats Nuenen naar de Hoogeschool in Tilburg en weer terug. Contact met studiegenoten beperkte zich tot de collegebanken. “Een echt studentenleven was er niet: het was oorlog,” aldus Linders. Toch gingen de lessen aanvankelijk gewoon door, bijvoorbeeld die van professor Kaag: “Een grote man die binnenkwam met een sigaar en enthousiast vertelde over de koersen op de beurs.” Tijdens de oorlog moest een deel van de studenten in Tilburg onderduiken, een ander deel sloot zich aan bij het ondergronds verzet of werd gedwongen 20 2-2015 |

tewerkgesteld in Duitsland. Zo ook Linders: “Wij moesten ons in het voorjaar van 1943 melden en van de bezetter een loyaliteitsverklaring tekenen.” Wie weigerde te tekenen, kreeg bericht dat hij naar Duitsland moest om in de oorlogsindustrie te werken en mocht geen colleges meer volgen. En wie weigerde naar Duitsland te gaan, riskeerde represaillemaatregelen tegen familieleden. Vanuit de Hoogeschool in Tilburg werd de studenten niets opgelegd, maar de studenten zaten op een lijn: “Onderling hebben we gewoon besloten: die verklaring tekenen we niet, punt uit. Wat denken ze wel, die moffen. We

waren opstandig.” In Tilburg tekende uiteindelijk slechts 2,2 procent van de studenten de loyaliteitsverklaring; een laag percentage gezien het landelijk gemiddelde. Toen de Hoogeschool niet langer kon functioneren, bleef oprichter professor Cobbenhagen zijn studenten trouw. Hij investeerde intensief in het contact. “Met Kerstmis 1943 kregen wij als in Duitsland tewerkgestelde studenten een boekje toegestuurd met een begeleidende brief van Cobbenhagen.”


UNTIL…WE MEET AGAIN ■

RODE OF GROENE SCHIMMEL Studenten uit Breda, Nijmegen, Helmond, Wageningen, Delft en Tilburg werden in doorgangskamp Ommen verzameld en daar een kleine week ondergebracht. Een studentikoze sfeer overheerste, vertelt Linders. “In onze barak, die de naam ‘de Klos’ kreeg, wachtten we maar af wat er zou gebeuren.” Professor Kaag kwam de studenten uitzwaaien toen het transport naar Duitsland vertrok. “We kwamen uiteindelijk terecht in Dassel, een vriendelijke en heuvelachtige kleine plaats.” Bij aankomst werd hij vrijwel meteen in een fabriek aan het werk gezet. “Wij draaiden onderdelen voor

mitrailleurs.” Dagen of nachten van twaalf uur aaneengesloten werken, waren geen uitzondering. De studenten probeerden intussen het productieproces stiekem te vertragen en zo minder wapens af te leveren. Linders “Dat werk moesten we doen op een paar sneden van dat zure brood met stroop en een bak waterige soep per dag waar wat koolraap inzat of zuurkool.” In het begin waren de leefomstandigheden nog niet zo slecht. Met een paar levensmiddelenbonnen konden ze voedsel kopen in het dorp. Daar woonden drie katholieke families die de studenten hielpen waar mogelijk, samen met de pastoor.

‘Je had rode en groene schimmel. Rode kon je nog opeten maar groene was gevaarlijk.’ Tussen mei 1943 en september 1944 schreef Linders zijn ouders gemiddeld twee brieven per week. Het thuisfront was daardoor op de hoogte van het schrale rantsoen en de toenemende uitputting. Zij stuurden pakjes met levensmiddelen. “Het brood dat werd opgestuurd was ook wel eens beschimmeld. Je had rode en groene schimmel. Rode kon je nog opeten maar groene was gevaarlijk.”

→ | 2-2015 21


‘Dat werk moesten we doen op een paar sneden van dat zure brood met stroop en een bak waterige soep per dag.’

BEVRIJD Vanaf september 1944, toen Zuid-Nederland bevrijd was, was het tot dan toe redelijk functionerende postverkeer niet langer mogelijk. Het voortdurend overkomen van geallieerde vliegtuigen (‘vliegende forten’) in die tijd, staat Linders nog helder voor de geest. “Wij hoopten dat ze de fabriek gingen bombarderen. Dan zou het afgelopen zijn. Tijdens een wandeling door het dorp werden wij plotseling omsingeld door een grote menigte. Men dacht dat wij Amerikaanse piloten waren. Zij wilden ons lynchen. Een arbeider van de fabriek redde ons: ‘Sie arbeiten bei uns’. De menigte droop vervolgens af.” Een zeer bedreigend en beangstigend moment 22 2-2015 |

voor de jongens, waarover Linders op afstand ook zijn ouders inlichtte. Zijn ouders hebben alle brieven uit Dassel bewaard en na de oorlog aan hun zoon teruggeven. Een schoenendoos vol. Daarin zit ook het bidprentje van Janus Brekelmans, zijn kameraad uit Tilburg die op 4 december 1944 stierf aan difterie in een nabijgelegen ziekenhuis. De studenten gaven hem een tijdelijke rustplaats in Dassel. De brieven die Linders van zijn ouders ontving, heeft hij helaas niet meer. Die zijn kwijtgeraakt op de terugweg. Met zijn kameraden wist hij op een onbewaakt moment te ontsnappen. “Op een zaterdag in april 1945 viel in de fabriek ineens de stroom

uit. Onze bevrijders hadden de centrale in Hamelen onklaar gemaakt.” De Duitsers begeleidden de studenten uit de fabriek in colonne ‘zum Osten’. Bij een wisseling van de wacht zagen Linders en zijn vrienden de kans schoon om weg te lopen en zich in het bos te verstoppen. “Toen kwamen we bij een dorpje en daar zagen we de lakens en de hemden buiten hangen. Dat was de overgave. Dat is het moment geweest, dat wij bevrijd waren.”


UNTIL…WE MEET AGAIN ■

PROJECT VRIJHEID DOORGEVEN Het interview met Frans Linders is onderdeel van het project ‘Vrijheid doorgeven’ van het Tilburg Cobbenhagen Center. Dit meerjarige project houdt zich bezig met de toekomst van het gedenken. Nu er steeds minder overlevenden van de Tweede Wereldoorlog onder ons aanwezig zijn, wordt de vraag ‘hoe vrijheid door te geven’ steeds belangrijker. Hoe zorgen we ervoor dat de oorlogsgeschiedenis, bijvoorbeeld die van onze universiteit, niet verloren gaat? En hoe verbinden we de verhalen van toen met de verhalen die nu leven onder studenten? ‘Vrijheid doorgeven’ startte medio 2015 met een Academische Herdenking ter nagedachtenis aan Martinus Cobbenhagen en de (omgekomen) Tilburgse studenten in oorlogstijd. Op dit moment worden verschillende verhalen verzameld. Niet alleen verhalen van (familieleden van) studenten die de oorlog hebben meegemaakt. Ook wordt aan de huidige generatie studenten gevraagd te vertellen hoe zij tegen de oorlog aankijken. In 2016-2017 zal dit resulteren in een boekpublicatie, een tv-documentaire en een digitaal monument voor de universitaire gemeenschap. Wilt u het gedenkproject (financieel) steunen? Kijk dan op www.tilburguniversity.edu/ vrijheiddoorgeven

NA DE OORLOG Het zou nog ruim een maand duren voordat Linders en vier medestudenten weer thuiskwamen. Een snelle evacuatie was onmogelijk. Na hun ontsnapping besloot het vijftal terug te gaan naar de bevriende families in Dassel, waar zij met open armen werden ontvangen. Vanuit het dorp zijn de jongens op de fiets vertrokken. Via omzwervingen in opvangkampen bereikten zij de Nederlandse grens, negen maanden na de laatste briefwisseling met thuis. Daar werd Linders opgewacht door zijn broer en buurman. Een half jaar heeft hij nodig gehad om aan te sterken. “Ik kon nog amper een boek lezen en wilde toch verder gaan studeren.” Linders

heeft zijn studie weer opgepakt na de oorlog, in 1946. In 1950 is hij afgestudeerd. “Er was geen tijd om over de oorlog na te denken: alles stond in het teken van de wederopbouw. We moesten vooruit. Studenten op de Hoogeschool kenden elkaar niet meer en over onze ervaringen in de oorlog werd niet gesproken.” Na zijn studie economie ging hij aan het werk als directiesecretaris van een textielbedrijf in Helmond. Later kreeg Linders een aanbod om economisch directeur te worden van een ziekenhuis in Oss. Daar is hij gebleven tot zijn pensioen. In de tussentijd hield hij contact met zijn ‘vier fietsvrienden’, die inmiddels allemaal gestorven zijn.

Samen met zijn vrouw Ine, met wie hij ruim zestig jaar gelukkig getrouwd is, keerde hij na de oorlog nog één keer terug naar Dassel om de families te bedanken voor hun hulp en steun. De familie Linders woonde in mei 2015 de Academische Herdenking bij in de aula van Tilburg University. “Een weldadige bijeenkomst.” De gedenkplaquettes voor de omgekomen studenten in oorlogstijd werden opnieuw onthuld en kregen een waardige plaats bij het borstbeeld van Martinus Cobbenhagen. Linders kan ook over dít moment nog levendig vertellen. Op een van de houten panelen zag hij de naam staan van Janus Brekelmans, zijn kameraad.

‘Ik kon nog amper een boek lezen en wilde toch verder gaan studeren.’

| 2-2015 23


WETENSCHAPWERKT Begrijpen hoe de maatschappij in elkaar steekt, is mooi. Nog mooier is het om met de theorie aan de slag te gaan in de praktijk. Drie voorbeelden van wetenschap in uitvoering met een Tilburgs tintje. TEKST: JEROEN KETELAARS

LEEFOMSTANDIGHEDEN DEMENTERENDEN VERBETEREN

M

aar liefst 260.000 mensen in ons land lijden op dit moment aan dementie. Een flink aantal, dat de komende decennia zal oplopen tot een half miljoen. Dementerenden blijven – in lijn met de trend bij ouderen – steeds langer thuis wonen. Van de ene kant is dat mooi; dan wonen ze tenminste in hun eigen, vertrouwde omgeving. Maar is die omgeving nog wel zo vertrouwd als iemand dement is? Voelt het eigen huis nog wel als die veilige plek die het eerst was? En wat betekent langer thuis blijven wonen voor de naaste familie of (andere) mantelzorgers? Want ook zij krijgen door die ziekte een enorme last te dragen. “Veel mantelzorgers zijn oververmoeid of overspannen”, zegt Lena van Gastel. “Ook zij moeten vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week met dementie omgaan. Dat is nogal wat. Er is wat dat betreft nog veel leed achter de voordeuren.”

Die situatie kan enorm verbeterd worden, vinden Van Gastel en haar collega’s van de Brabantse Proeftuin Dementie, waar ook onderzoeksinstituut Tranzo van Tilburg University aan deelneemt. Een manier waarop de Proeftuin de situatie wil verbeteren, is door dementerenden en verzorgers in contact te brengen met technologie en zorgdiensten. Die komen nog altijd onvoldoende terecht bij de mensen die er baat bij kunnen hebben. Een trackingsysteem, bijvoorbeeld, dat aangeeft als een dementiepatiënt het huis uitloopt. Of juist bepaalde deursloten, die voorkomen dat iemand zomaar aan de wandel gaat. De kunst is om het juiste middel voor de juiste situatie te vinden. Van Gastel: “Voor veel mensen die met dementie te maken hebben, vormen de beschikbare middelen nu nog een groot oerwoud. Ondertussen zijn zij maar aan het overleven. Die kloof willen wij kleiner maken.”

MET BIG DATA STRIJDEN

V

issers die maling hebben aan vastgestelde quota en meer willen binnenhalen dan ze eigenlijk mogen, bedenken manieren om zich aan controles te onttrekken. Zo zetten zij het zogeheten Automatic Identification System (AIS) van hun schip uit. Zo’n zender is eigenlijk verplicht, maar het komt veelvuldig voor dat het systeem wordt uitgeschakeld. Daardoor is het schip niet meer op de radar te zien. Ongestoord vullen deze malafide vissers vervolgens hun gigantische netten. Zeer onwenselijk, in verband met overbevissing. “Dat gebeurt bijvoorbeeld voor de kust van

24 2-2015 |


FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

UNTIL WETENSCHAP ■

ONDERNEMERS STIMULEREN OM ZICH VAKER TE ONTSPANNEN

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

D

ruk, druk, druk. Werken, werken, werken. Geen rust, altijd bezig, nooit ‘nee’ zeggen. Veel ondernemers worden zó opgeslokt door hun werk, dat er eigenlijk geen tijd meer voor iets anders overblijft. Zelfs op zondag even onbekommerd met de kinderen spelen, is er soms niet meer bij omdat er altijd wel wat te doen is voor ‘de zaak’. Maar wat nou het wrange is: die ongebreidelde werklust, die niet aflatende inzet levert in veel gevallen niet eens alleen maar goede dingen op. Behoorlijk wat ondernemers nemen hun werk vaak mee naar huis en kunnen maar moeilijk ontspannen. Ze gaan gebukt onder veel stress, wat weer tot een slecht humeur en fysieke klachten kan leiden. Josette Dijkhuizen promoveerde afgelopen zomer aan Tilburg University op een onderzoek waarin zij onder meer de relatie tussen stress bij ondernemers en hun beleving van succes onder de loep nam. Veel zelfstandigen blijken namelijk niet goed te kunnen genieten van successen op

persoonlijk en financieel vlak. “Dat komt onder meer doordat ze continu het gevoel hebben dat ze altijd met hun bedrijf bezig moeten zijn en altijd maar beschikbaar moeten zijn”, aldus Dijkhuizen. ”Maar ook door gevoelens van onzekerheid: komen er wel nieuwe klanten en krijg ik wel nieuwe klussen? Bovendien hebben ze vaak een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het is tenslotte hún bedrijf.” Dijkhuizen heeft allerlei tips voor ondernemers die zichzelf voorbij hollen. “Doe ontspanningsoefeningen, of doe aan timemanagement, maar probeer ook situaties goed in te schatten. Misschien zijn die wel helemaal niet zo erg als ze lijken. En schakel andere mensen in die als klankbord kunnen fungeren. Een ondernemerscoach, bijvoorbeeld. Verder kun je proberen het werk eenvoudiger te maken door het anders te gaan organiseren. Uiteindelijk zal het werken daardoor makkelijker en leuker worden en zal een ondernemer zich weer tevredener, gelukkiger en succesvoller gaan voelen.”

TEGEN MALAFIDE VISSERIJPRAKTIJKEN West-Afrika. En als ze onderweg duurdere vis tegenkomen, gooien ze de goedkopere vis die ze eerder gevangen hebben gewoon weer overboord”, weet Eric Postma, hoogleraar aan de Tilburg School of Humanities. In de strijd tegen dergelijke illegale visserijpraktijken heeft Greenpeace de hulp ingeroepen van Postma en een groep medewerkers. Zij krijgen van de milieuorganisatie de beschikking over allerlei databestanden, bijvoorbeeld met AIS-gegevens. De onderzoekers proberen daar bruikbare informatie uit te putten. Een AIS-zender kan simpelweg kapotgaan, maar ook worden uitgezet om

niet opgemerkt te worden. Als een hele groep zenders in hetzelfde gebied opeens wegvalt, dan is dat verdacht en wellicht een teken dat op die locatie illegale visserij plaatsvindt. “In de beschikbare gegevens kun je dan een patroon ontdekken”, aldus Postma. De vindingrijkheid van criminelen om technologie naar hun hand te zetten voor eigen gewin, noopt non-profitorganisaties als Greenpeace ertoe zich ook te blijven ontwikkelen. Postma: “Greenpeace moet wel met de tijd mee, want de illegale vissers doen dat ook.”

| 2-2015 25


26 2-2015 |


UNTIL INTERVIEW RECTOR MAGNIFICUS ■

‘ALLEEN GAAT HET SNELLER E MAAR SAMEN KOM JE VERDER’

en warm bad. Dat moet Tilburg University zijn voor studenten en andere talenten, vindt Emile Aarts. Daarom is hij een echte gastheer, bijvoorbeeld bij de oratie van Rens van Loon die direct na het interview plaatsvindt. “Daar maken we een echt feestje van. Ik neem de tijd om vooraf met de familie te praten en zet zo’n persoon in het zonnetje in mijn inleiding. Op zo’n moment willen we laten zien dat we blij zijn dat zo’n talent voor ons heeft gekozen.”

Emile Aarts is ambitieus. Na zijn eerste vier maanden Tilburg University heeft de nieuwe rector magnificus de plannen klaar. Hij streeft naar een aantrekkelijker universiteit die de maatschappij vooruit brengt, studenten in het middelpunt plaatst en kwaliteit van onderzoek voorop stelt. TEKST: JOOST BIJLSMA, ILLUSTRATIE: JOYCE SCHELLEKENS

De nieuwe rector magnificus streeft naar een cultuur van trots en saamhorigheid. Samen met zijn collega in het College van Bestuur, Koen Becking, leidt hij de universiteit naar een nieuwe tijd. Die eist een eenduidiger en scherper profiel dan in het verleden. En ook vernieuwing. Aarts heeft de juiste bagage om daar invulling aan te geven. Hij deed veel ervaring op in leidinggevende posities in innovatieve organisaties. Zo werkte hij jarenlang in diverse onderzoeks- en managementfuncties bij het Philips Research Center, beter bekend als het Natlab. De laatste jaren was hij decaan Wiskunde & Informatica aan de TU Eindhoven. Zo kwam hij ook in aanraking met Tilburg University. “Ik had in die tijd nog niet zo’n helder beeld van deze universiteit. Dat kwam pas toen we gingen samenwerken op het gebied van data science. Toen zag ik hoeveel power in Tilburg zit.” Aarts vindt dat dit meer bekend mag worden bij het grote publiek. Bij zijn benoeming als rector noemde hij Tilburg University ‘een schone slaapster’ die hij wakker wil kussen. De kwaliteit van de universiteit kan beter voor het voetlicht worden gebracht, vindt Aarts. Ook kunnen in zijn ogen de krachten intern vaker worden gebundeld. De universiteit tot een hecht geheel smeden en krachten bundelen, is zijn persoonlijke missie. “Daarvoor kom ik uit mijn bed en daarvoor ga ik, zo nodig, later slapen”, zegt hij.

U wilt van Tilburg University meer ‘een holding’ maken. Wat bedoelt u daar precies mee? “De faculteiten opereren nu nog erg los van elkaar. Anders dan andere universiteiten hebben wij hier bijvoorbeeld geen grote centrale budgetten om allerlei mooie dingen mee te doen. (Hij lacht.) Ik ben de armste rector van Nederland. Het is goed voor ons dat onze faculteiten de krachten vaker bundelen. Ik huldig het adagium: alleen gaat het sneller maar samen kom je verder.”

| 2-2015 27


“Een heel mooi voorbeeld zijn onze data scienceactiviteiten die we nu samen met TU Eindhoven ontplooien. Data science heeft allerlei aspecten. Onze juristen kijken naar ethiek en internationale regelgeving. Onze psychologen en sociologen zijn geïnteresseerd in wat al dat meten van gegevens met mensen doet. En onze economen zien de kansen die al die informatie kan opleveren. Het is interessant voor studenten dat ze van al deze aspecten kennis kunnen nemen. Geen van de afzonderlijke faculteiten, echter, had dit zo kunnen neerzetten, zoals we dat nu samen met Eindhoven doen. Samen blijkt dit wel mogelijk.”

Om de krachten vaker te bundelen is een cultuur van samenwerking nodig. Hoe wilt u daaraan werken? “Ik wil het goede voorbeeld geven. Samenwerken is een kwestie van elkaar vertrouwen en elkaar iets gunnen. Gunnen betekent ook dat het soms wat opoffering vergt. Als een ouder het ene kind iets gunt, gaat dat soms een beetje ten koste van een ander.”

Dat zal nog niet meevallen. Het academisch klimaat kan kil zijn… “Ik vind dat wij elkaar te veel de maat nemen. Dat heeft wellicht iets te maken met de geldingsdrang in de wetenschappelijke wereld. Er zijn te veel perverse prikkels. Elke keer weer die eendimensionale maten: hoeveel publicaties, hoe verdedig jij je werk voor een commissie? Dat vrouwen moeilijk carrière in de wetenschap maken, heeft hier ook mee te maken… Ik wil meer fatsoen, respect en bewondering onderling. Fatsoen lukt wel, dat wil iedereen. Respect voor collega’s is al wat lastiger. Maar bewondering is schaars. Soms lijkt het alsof hoogleraren zichzelf verbieden om een ander te bewonderen. Je ziet te vaak de houding ‘als jij je niet met mij bemoeit, bemoei ik me ook niet met jou’.”

Een onmisbare voorwaarde om de organisatie meer tot een geheel te smeden is dat het duidelijk is waar het schip op af koerst. Naar welke universiteit streeft het College van Bestuur precies? “We willen een student centric, science driven university zijn. We krikken onze missie op van ‘understanding society’ naar ‘advancing society’. Zo’n maatschappelijk profiel spreekt studenten en medewerkers erg aan. Achter advancing society 28 2-2015 |

FOTO: MAURICE VAN DEN BOSCH

Wat levert een innigere samenwerking tussen de faculteiten precies op?

zetten we nog: ‘through social innovation’. Een definitie van dat laatste is: ‘empowering society to be able to cope with its present and future problems.’ We willen veel in directe interactie met maatschappelijke spelers doen.”

Dat maatschappelijke profiel is niet helemaal nieuw, natuurlijk… “Het zit in ons DNA. Het komt erop aan om dit verder te versterken.”

Hoe zorgen jullie ervoor dat studenten en ­onderzoekers zich in toenemende mate gaan ­bezighouden met ‘advancing society’? “Wij willen kansen bieden. Met organisaties in de provincie zijn we bijvoorbeeld bezig om proeftuinen te ontwikkelen. Anders dan in de archetypische gesloten ‘Frankenstein’-labs, zijn dit open experimenteerruimten. Denk aan verzorgingshuizen waar je experimenteert met de behandeling van dementie. Of een plek waar je nieuwe wet- en regelgeving ontwikkelt. Dat doet Netspar bijvoorbeeld. Zij leveren geweldige adviezen over pensioenregelgeving die in de praktijk worden gebruikt.”

Moeten studenten ook maatschappelijk gemotiveerd zijn? “We willen dat wel graag. We hopen dat studenten om die reden voor ons kiezen.”


UNTIL INTERVIEW RECTOR MAGNIFICUS ■

Is het mogelijk om dit al bij de werving een rol te laten spelen? “Eigenlijk zou je van iedere student een motivatiebrief willen hebben, bijvoorbeeld via een aanmeldformulier op een website. We kunnen vragen in hoeverre ons motto ‘Advancing Society’ hen aanspreekt. Dat kan een manier zijn waarop we meer aandacht voor onze op de maatschappij gerichte missie vragen. Maar het moet nooit de enige zijn. Ik volg Aristoteles daarin. Alles wat aandacht krijgt, groeit.”

‘Alumni willen onderdeel van onze data science-initiatieven zijn. Ze zeggen: dat kan niet zonder mij.’

Van de universiteiten wordt verwacht dat ze iets doen als de ‘zesjescultuur’, zoals dat zo mooi heet. Excelleren moet meer de norm worden in Nederland. Hoe wilt u daaraan werken? “Ik wil voor de komende jaren een straf verbeterplan opstellen. Ik geloof daarbij in een tweetrapsraket. We selecteren nieuwe studenten allereerst via een schifting op kundigheid en studiemotivatie. Dat moet een ruwe selectie zijn waarbij we nog behoorlijk veel toelaten. Vervolgens willen we de middengroep naar boven optrekken door ons kleinschalige en op wetenschappelijke kwaliteit gebaseerde onderwijs. Als een student het tempo na een jaar niet kan bijbenen, krijgt hij of zij een bindend studieadvies.”

U wilt de universiteit laten groeien van 13.000 naar 15.000 studenten in 2020. Hoe? “Dat begint met het vergroten van ons achterland, via een aantrekkelijker aanbod van opleidingen. Ik noem opnieuw data science als voorbeeld. Onze Data Science-opleidingen hebben een uitstraling die verder reikt dan de directe omgeving waar de meeste studenten vandaan komen. Verder willen we aantrekkelijker worden voor internationale studenten. Daarvoor moeten we stijgen in de internationale rankings. Dat is een kwestie van onze kwaliteit verder verhogen. In bepaalde specialismen moeten we in de top kunnen staan. Bij economie zitten we al in de top 20 wereldwijd.”

Kunnen alumni nog een rol spelen in de door u ­gewenste groei? “Absoluut. Bij de kwalitatieve groei die we willen, is een goede reputatie van belang. Onze 60.000 alumni zijn de beste ambassadeurs. Zoals in Colombia. Daar zeggen ze: Nederland is een nat landje dat ze zouden moeten overdekken, maar Tilburg is een topstad om te studeren. Alumni zijn, vanuit een soort clubliefde, trots op onze prestaties.

Zij gunnen ons iets omdat ze het beste met ons voor hebben. Ik hoop dat ze ons steeds vaker gaan opzoeken om dingen samen te doen. Wij kunnen ook iets voor hen betekenen. Wij kweken bijvoorbeeld het talent dat zij nodig hebben.”

Hoe houdt de universiteit alumni betrokken bij wat ze nu doet? “Dat kan door alumni te vertellen wat we doen, zoals tijdens onze Back to Campus bijeenkomst Data Sciene op 8 oktober. We hebben bijna 300 alumni bijgepraat over onze data science-initiatieven. We merkten een bijzondere betrokkenheid. Onze innovatiemanager Arjan van den Born moest na afloop ontzettend veel mensen te woord staan. Alumni willen onderdeel van dit initiatief zijn. Ze zeggen: dat kan niet zonder mij. Voor ondernemers in data science die iets willen bijdragen, zetten we een Mkb-pool op.”

Nog even terug naar waar we het gesprek mee begonnen: uw streven naar één organisatie. Zijn de data science-initiatieven ook niet een beetje riskant? Bestaat er niet ook een risico dat de universiteit uit het lood wordt getrokken? “Die initiatieven hebben de belofte om 1.600 studenten te trekken. In de Universiteitsraad bestaat zorg dat zoiets groots andere dingen dooddrukt. Dat is een reëel risico, want de capaciteit van het systeem is beperkt. We moeten dus opletten dat we het andere niet uit het oog verliezen. Maar risico’s horen erbij. Want we willen ook innovatief en ondernemend zijn. Ik wil streven naar een cultuur van ‘entrepreneurial thinkers’. Veel denkers zijn te weinig ondernemend en veel ondernemers denken te weinig.” ☒ | 2-2015 29


VRIENDENBIJEENKOMST EERSTE KAMER

DEBAT OVER FAVORIETE SNACK VAN HENK EN INGRID

zij. Kijk maar eens naar wat gegevens die via gezondheidsapps zijn verzameld allemaal al aan nieuwe medische inzichten opgeleverd hebben. De tegenstanders waren niet overtuigd: reguliere onderzoeken bij patiënten in ziekenhuizen leveren al genoeg materiaal op. Niet het verzamelen van nog meer gegevens is de sleutel, maar zorgen dat er voldoende capaciteit is om de verzamelde gegevens te analyseren.

De bijzondere bijeenkomst van 11 juni voor (toekomstige) Vrienden van Cobbenhagen deed in alle opzichten haar naam eer aan. Niet alleen de plaats van het samenzijn, de Eerste Kamer in Den Haag, was bijzonder. Dat gold ook voor de inhoud. De Vrienden gingen elkaar verbaal te lijf tijdens een wedstrijdje debatteren over e-health. Roel Lauwerier van de fictieve Partij Voor Volksvermaak (‘Blijf van onze frikandel af’) had de lachers op zijn hand. Maar een deskundige jury koos uiteindelijk voor de rust en het luistervermogen van introducée Fleur Hasaart. TIM VAN DER AVOIRD

D

e twee dagen daarvoor afgezwaaide senator (en hoogleraar belastingrecht aan Tilburg University) Peter Essers trad op als gespreksleider van het ‘Lagerhuisdebat’ over e-health. Centraal thema was of in de steeds verder digitaliserende zorg wat technisch kan, moreel gezien ook wenselijk is. In verschillende rondes werd onder leiding van Essers over stellingen gedebatteerd. Een deskundige jury (Vrienden Roeland van Th iel en Louis van den Boogaard) zag erop toe dat alles ordelijk verliep en boog zich tijdens de debatten en na afloop over de vraag wie de beste debater van de dag was. → GEZONDHEIDAPPS Het debat begon met een stoomcursus debatteren. Daarna ging

30 2-2015 |

het snel naar de eerste stelling: ‘gezondheidsgerelateerde data moeten gedeeld worden met de markt om mensen gezonder te maken en de zorg betaalbaar te houden’. De groep van zo’n 40 deelnemers was opgedeeld in teams van voor- en tegenstanders die heterogeen samengesteld waren. Man en vrouw door elkaar, jong en oud, liberaal en populist. Na een korte voorbereidingstijd stonden de voor- en tegenstanders letterlijk tegenover elkaar. En de tegenstanders riepen: wat ik met mijn medische gegevens doe, dat maak ik zelf wel uit! De voorstanders worstelden zelf ook zichtbaar met de frase ‘moeten gedeeld worden’ uit de stelling. Ja, dat was inderdaad wel wat stellig, maar heb oog voor de vele voordelen van het delen van medische gegevens, betoogden

→ FRIKANDEL Bij de volgende rondes verschenen steeds verse debaters in het strijdperk. Zij discussieerden over het standaard afstaan van DNA bij je geboorte, medici als natuurlijke vijanden van ontwikkelingen in e-health en het heffen van belasting op ongezonde producten (de zogenaamde ‘vettaks’). Vooral die laatste stelling leidde tot een geanimeerd debat, waarbij de enige snedige opmerking na de andere door de Eerste Kamer vloog. Zoals die van Roel Lauwerier over het verdwijnen van de frikandel: want het kon toch niet zo zijn dat op deze manier de favoriete snack van Henk en Ingrid werd afgepakt? Winnares werd programmanager kostenbeheersing van CZ, Fleur Hasaart. De jury gaf aan dat niet alleen hard roepen en het plaatsen van snedigheden een goede debater kenmerken, maar dat ook het vermogen belangrijk is om goed te luisteren en je in te leven in je tegenstander, om van daaruit met een aantal welgeplaatste opmerkingen het debat te winnen. Meer over de Vrienden en bijeenkomsten op: www.tilburguniversity.edu/vrienden


UNTIL ALUMNI | ACTIVITEITEN ■

DATA SCIENCE-EVENT

Grote belangstelling voor big data

TILBURGUNIVERSITY.EDU/ ALUMNIAGENDA Benieuwd welke activiteiten er de komende periode voor en door alumni worden georganiseerd? Op de website vind je een over zicht van alle evenementen voor alumni van de alumniverenigingen en van Tilburg University.

O

p 8 oktober kwam een kleine 300 alumni naar het Back to Campus evenement Data Science. Deze bijeenkomst ging over het fenomeen big data en wat de universiteit hiermee wil en kan. Het verzamelen, de beschikbaarheid en het gebruik van data en informatie bepalen steeds meer de kansen en bedreigingen van onze maatschappij. Alumni uit allerlei richtingen zoals marketing, informatiemanagement, bedrijfseconomie, communicatie, rechten en econometrie kwamen hierover kennis opdoen en hun netwerk uitbreiden. Hoogleraar Recht en Informatisering Corien Prins hield een

presentatie, samen met alumnus Alexander van Eerden (oprichter en CEO van Building Blocks), over het belang van maatschappelijk verantwoord datagebruik. Hoogleraar Bart Bronnenberg ging in op de vraag of met het gebruik van big data consumenten beter bediend kunnen worden. Alumnus Geoffrey van Meer, manager consumer intelligence bij RTL Nederland, gaf hiervan voorbeelden via een kijkje in de keuken bij RTL. Hij legde onder meer uit wat de Buienradar-app met big data te maken heeft. Het was een bijzondere bijeenkomst die, zoals de rector magnificus twitterde, aanvoelde als een warm bad.

REÜNIE VAN 50-JARIGE THESEUS

Bier & brains

I TV-programma over bezetting ’69

O

p 10 september kwamen oud-studenten Frans Godfroy, Ton Koster, Fiona Conrads en Wim van den Goorbergh terug naar de campus. Ze hadden een afspraak met een fi lmploeg van NTR/VPRO-televisie. De omroep besteedt in een nieuw programma aandacht aan de studentenopstand in de jaren zestig. Een veelbewogen periode, ook in Tilburg. Toen werd de universiteit even tot ‘Karl Marx Universiteit’ omgedoopt. De bezetters en

critici van weleer stonden weer voor de gevel van het Cobbenhagengebouw (voorheen gebouw A) waarop deze naam in 1969 prijkte. Ze dachten terug aan het moment dat ze de telefooncentrale hadden bezet. Alumni Jean Frijns en Bert Cremers werkten eerder die week al mee aan opnamen, die werden gemaakt in hun voormalige studentenhuis ‘de rode verdieping’ aan de Verbernelaan. Het NTR/VPRO-programma zal vanaf maart 2016 worden uitgezonden door NPO2.

ALUMNIVERENIGING UITGELICHT

VAPT 30 JAAR

V

APT, de Vereniging voor Afgestudeerde Psychologen, bestaat volgend jaar 30 jaar. VAPT organiseert jaarlijks meerdere activiteiten voor haar leden. Zo waren er het afgelopen jaar maar liefst drie lezingen. Ook volgend jaar zal VAPT diverse activiteiten voor

alumni organiseren. Om de organisatie van deze activiteiten ook in de toekomst te kunnen waarborgen en om voldoende afwisseling in de inhoud van de activiteiten aan te brengen, is VAPT op zoek naar actieve alumni die hier graag hun steentje aan willen bijdragen.

Wil jij graag samen met het VAPT-bestuur en andere enthousiaste leden een leuke avond organiseren? Stuur dan een berichtje naar vaptilburg@gmail.com zodat zij je kunnen uitnodigen voor een kennismaking!

n 2016 bestaat Theseus 50 jaar. Het roemruchte studentencafé aan de Bredaseweg 167 was in de jaren zestig, zeventig en tachtig de plek waar ongebonden studenten samenkwamen, nog voordat Plato werd opgericht in 1987. Binnen Theseus werden allerlei activiteiten georganiseerd, zoals filmavonden, een Politiek Kafé (Polka), swingfeesten en bandrepetities. En last but not least, werd Theseus een beroemd denksportcentrum, met een schaak- en bridgeclub, die landelijke topspelers in de gelederen hadden. Bier & brains! Theseus organiseert een groot feest, tevens reünie, op zaterdag 4 juni 2016. Oud-Theseusgangers zijn van harte uitgenodigd het feest bij te wonen.

Voel je je aangesproken, zet de datum dan vast in je agenda en geef je e-mailadres door via Theseus50jaar@gmail.com. Meer informatie op: facebook.com/theseus50jaar

| 2-2015 31


FOTO: PIERRE CROM/ANP

UNDERSTANDING SOCIETY

‘AANGRIJPEND TE VERNEMEN HOE GROOT DIT PROBLEEM EIGENLIJK IS’

H

et lot van wanhopige mensen die hun leven wagen tijdens een gevaarlijke reis over zee naar Europa raakt iedereen. Geen poging is er een te veel om het leed van deze mensen te verzachten is er een te veel. Daarom vond ik het mooi dat ik mocht meedoen aan een Law Clinic over het vluchtelingenvraagstuk. Samen met zeven andere studenten hebben we mogen werken voor het European Asylum Support Office (EASO). Dat is een op Malta gevestigd agentschap van de Europese Unie dat lidstaten ondersteunt om de Europese afspraken over asiel uit te voeren. Onze Law Clinic begon met individueel

onderzoek, onder leiding van professor Stavros Zouridis en hoofddocent Conny Rijken van Tilburg University. Mijn onderzoek ging bijvoorbeeld over verplichtingen van staten met betrekking tot search and rescue. Op Malta gunden vervolgens de EASO, de UNHCR en de Maltese vluchtelingenorganisatie ons een kijkje in de keuken. Dit stelde ons in staat aanbevelingen te doen in een gezamenlijk paper. We adviseren de EASO hierin onder meer over mogelijkheden om solidariteit tussen lidstaten te bevorderen en het asielbeleid te harmoniseren. Ook bevat ons paper conclusies over hoe je kunt komen

tot Europese opvang- en verwerkingscentra en hoe je bestaande initiatieven via een online platform kunt verbinden. Heel leerzaam en ook aangrijpend om rechtstreeks van hen te vernemen hoe groot dit probleem eigenlijk is. De Law Clinic is mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van alumni. We danken de alumni hartelijk voor deze mogelijkheid te helpen bij het oplossen van een grote maatschappelijke kwestie.” Erik-Jan Metselaar, student Tilburg Law School


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.