Project Zeeburg

Page 1

14/10/2008 4

S TEAM

21.B.P1/Project Zeeburg

Arjen Seffinga - 541444 Dennis Smit - 548487 Timothy Stassen - 542024 Pim Stet - 550577 Begeleidend docent: Ir. P. de Wit


Pagina

Stedenbouwkundig onderzoek.

Pagina

Ontsluiting en doelgroepen.

Pagina

Structuur.

Pagina

Brandveiligheid.

Pagina

Constructie en bouwmethode.

Pagina

Installatie concept.

Pagina

Gevelconcept.

Pagina

Bouwfysische berekeningen.

Pagina

Nawoord.

Pagina

Bijlagen.

Pagina

Inhoudsopgave.

Voorwoord.


Vanuit een stedenbouwkundig onderzoek wordt er gekeken naar de verschillende mogelijkheden van hoe het gebouw zou kunnen worden geplaatst. Na het onderzoek worden de verschillende doelgroepen onderzocht en wat de ontsluiting principes inhouden. Nadat het vooronderzoek is gedaan zal het ontwerp worden toegelicht de zogenaamde structuur. Hierin zal duidelijk worden hoe de 73 woningen in ĂŠĂŠn gebouw zullen worden gepuzzeld. Om te controleren of het ontwerp ook voldoet aan de brandveiligheids eisen zal deze worden getest aan de gestelde eisen. Vanuit het ontwerp zal worden bepaald hoe het gebouw wordt geconstrueerd en hoe deze uiteindelijk gebouwd zal worden. Om het gebouw ook te voorzien van installaties zullen er verschillende installaties worden uitgezocht. Bijvoorbeeld wat voor lift er zal worden toegepast. Nu het gehele geraamte in beeld is gebracht compleet zal de gevel aanbod komen Om te controleren of het gebouw bouwfysische voldoet aan de gestelde eisen zullen de woningen typen worden gecontroleerd op daglicht toetreding en zal er een RC berekening worden gemaakt. Nadat de bovenstaande stappen zijn doorlopen zal er duidelijk beeld zijn van het project Zeeburg. In de bijlagen zijn de definitieve tekeningen te vinden van het project Zeeburg. Deze tekeningen bestaan uit alle plattegronden, vier gevel fragmenten, vier doorsneden en een tiental details. Veel kijk en lees plezier,

Het S4 team.

Voorwoord.

In dit projectboek zult u stap voor stap te zien krijgen hoe er van de opdracht naar het eind resultaat is gewerkt. In het wooncomplex zeeburg zullen in totaal 73 uiteenlopende woningen worden gerealiseerd.


Land Het plangebied vormt een overgangsgebied: tussen land en water, wonen en werken, oud en nieuw, groot- en kleinschaligheid. Verschillende ‘stadsfragmenten’ komen hier bij elkaar: de grootschalige havenbekkens, een gezond bedrijventerrein, een stadsvernieuwingsbuurt uit de jaren ’80, een monumentale strook verbouwde pakhuizen, een langgerekte strook bedrijvigheid en een levendige oude woonbuurt in het zuiden. Al deze gebieden komen samen aan de Van Lohuizenlaan. Van een heldere samenhang is echter geen sprake.

Openbare ruimte De centrale ligging van de Van Lohuizenlaan op het Cruquiuseiland vertaalt zich momenteel niet in een zorgvuldige inrichting. Er staan een gebouw voor GVB personeel, een snackkraam en een elektriciteitshuisje. De totale ruimte maakt een versnipperde indruk; er is veel kwalitatief redelijk groen, maar enige samenhang of gebruikswaarde ontbreekt. Er is te weinig opstelruimte voor de GVB-bussen, die hier hun eindpunt hebben. De rotonde heeft als enige functie het keren van deze bussen mogelijk te maken, maar de ligging is zodanig dat vrachtverkeer vanaf het Cruquius Industriegebied en stilstaande bussen elkaar onvermijdelijk in de weg zitten.

Water Aan de noordzijde van het eiland ligt het nieuwe woongebied Borneo-Sporenburg, aan de zuidwestzijde de tot woningen verbouwde pakhuizen en aan de zuidoost- en oostzijde het Cruquius Industriegebied. De haven heeft hierdoor zijn industriële sfeer nog enigszins kunnen handhaven. Qua gebruik zijn er nu aan de zuidoost-zijde kades die nog steeds gebruikt worden door watergebonden bedrijvigheid, aan de zuidwestzijde kades waar pleziervaartuigen liggen en aan de noordzijde kades waar woonschepen liggen. De zuidelijke kades liggen hoog ten opzichte van het water. Hierdoor is goed zicht over de haven mogelijk, ook als een bonte mengeling van schepen langs de kade ligt afgemeerd. Dwars door de Entrepothaven loopt een [recreatieve] vaarroute vanaf het IJmeer via de Oranjesluizen richting binnenstad.

Bebouwing Locatie: Zeeburg te Amsterdam Het oosten van ‘t eiland ligt een groot industrie gebied, wat zal verdwijnen om plaats te maken voor nieuw woningbouw. Project Zeeburg moet het ‘Ultieme’ gemengde woongebouw worden, met een verzameling van verschillende woonvormen. Dit zal door vorm of materiaal gebruik gebeuren.

Stedenbouwkundig onderzoek.

Huidige situatie


Omgevingsonderzoek Ons bouwteam wil ons project passende maken in de omgeving, daarom gaan wij een omgevingsonderzoek opstellen. Om een passend ontwerp gelijk aan de omgeving te maken. Dit willen wij doen door het programma google earth te gebruiken om daarmee uit te lichten hoe de omgeving eruit zien. Ook willen wij van de omgeving een paar gebouwen uitlichten. Om een beeld te geven hoe de gebouwen uit de omgeving eruit zien, qua structuur. Wij zullen wat vertellen over deze gebouwen om een mooi beeld te geven van de omgeving. Ook zullen wij de zichtlijnen van bepaalde delen van de omgeving in kaart brengen. Om een duidelijk beeld te geven van de omgeving waarneer je er loopt.

Het Pacman gebouw Architect: Koen van Velsen Het pacman gebouw ziet er net uit alsof de aannemer vergeten is om de steiger weg te halen maar daar heeft de architect juist voor gekozen. In dit gebouw zitten hele dure appartementen, hiervoor is gezorgd dat elk appartement een eigen voordeur heeft. En dat op elke galerij maximaal 5 voordeuren zitten. Op dit gebouw kijkt ons project, dus wij zullen waarschijnlijk wel een stukje van dit gebouw mee nemen in ons project.

The Whale Architect: Frits van Dongen Dit project staat al sinds 2000 maar hij is helemaal niet meer weg te denken uit de buurt Sporenburg. De architect kwam op dit ontwerp omdat hij een combinatie wilde zoeken tussen land en zee. Dus wilde hij een opspringende walvis weergeven in een gebouw en dat is volgens onze mening goed gelukt. In het gebouw is over het algemeen sociale woningbouw te vinden van 214 woningen. Ook bij dit project is er toch weer voor gekozen om een gecombineerde binnen tuin te kiezen. Om het niet een blok te maken.

Emerald Empire Architect: Jo Coenen. Dit project ligt gelegen aan de kop van het Javaeiland. Het project is gerealiseerd door de architect Jo Coenen. Architect Jo Coenen heeft heel erg gekeken bij dit project, naar de architect Le Corbusier. Dit kun je duidelijk zien aan de zonwering aan de buitenkant van dit project. Waar hij ook duidelijk aan heeft gedacht is om iedereen uitzicht te geven vanuit elke positie vanuit het gebouw. Gecombineerd met een gecombineerde tuin in het midden van het gebouw. Het jammere van deze gecombineerde tuin is dat er een hoge plint is gebruikt hierdoor zijn de mensen niet echt betrokken met de tuin.


Conclusie

Situatie Project Zeeburg Het Ultieme gemengde woongebouw. Met een verzameling van verschillende Woonvormen Materialen. Windrichting vanuit het ZuidWesten. Bezonning van Oost naar West.

Zichtlijnen Uitzicht over de nieuwe woonwijk Borneo en Sporenburg. Grootse indruk vanuit de Cruqiusweg. De ‘Eye Catcher’ van Zeeburg.

Omsluitingsprincipe Industrieterrein verdwijnt langs de cruqiusweg, voor Wonen en Werken. (blauw) Doorgaand verkeer vrijhouden langs de kade voor betere omsluiting. (geel) Veel groen langs de fietsroute. (oranje) Dit doorvoren naar de omgeving van het Project.

Doorkijkmogelijkheid Vanuit de Cruqiusweg moet het zicht op het water zo groot mogelijk zijn. Het project moet zo min mogelijk belemmerd worden. Het ontwerp zal opgetild moeten worden om zijn voetprint zo klein mogelijk te maken.


Een ontsluiting is de toegang of de manier van verlaten van een gebouw. In het wooncomplex komen drie verschillende ontsluiting principes aanbod. Dat zijn: galerij, corridor en lift ontsluiting. De verschillende doelgroepen zullen op verschillende manier het gebouw verlaten. Zo zullen de grote gezin woning worden ontsloten doormiddel van een corridor. In het ontwerp zal hier rekening mee moeten worden gehouden. Bij de doelgroepen zal worden gekeken naar een aantal aspecten zoals wat er wordt verstaan onder een bepaalde doelgroep, wat voor speciale eisen worden aan deze woningen gesteld en wat dient er allemaal aanwezig te zijn. Bij elke doelgroep zijn verschillende relatie schema’s te vinden. Deze schema’s laten zien hoe wij er over denken de woning in te delen dit zegt verder niks over de grote of samenstel formatie. Bij deze schema’s is ook een overzicht te vinden van alle ruimtes die een woning nodig heeft en hoe groot deze ruimtes kunnen en mogen zijn. Zo word er een duidelijk overzicht gecreëerd van hoe groot een dergelijk woning wordt. Het programma van eisen speelt ook een belangrijke rol op het gebied van de doelgroepen. In dit programma van eisen staat duidelijk omschreven wat voor ruimtes dit woonhuis moet hebben en hoeveel vierkante meter dit ongeveer bij elkaar moet wezen. Het programma van eisen is het rode draad voor het ontwerp wat in de doelgroepen weer terug komt en een hoofdzaak voor het ontwerp is. Speciaal bij dit onderzoek zijn de waterberging en speeltuin die in het wooncomplex zullen worden gecreëerd. Hierbij zal worden onderzocht wat er wordt verstaan onder een waterberging en hoe deze uiteindelijk in het project is terug te vinden. Dit geldt het zelfde voor de speeltuin. Aan het einde van dit onderzoek zal duidelijk naar voren komen hoe een bepaalde doelgroep in elkaar zit of deze eventueel met een andere doelgroep kan worden gemixt en hoe deze doelgroep in het project zal worden verwerkt. Verder geven de relatieschema’s een kleine indruk van de ruimtes deze zullen weer gebruikt worden voor het ontwerp fase van het gebouw. Al deze informatie is een basis voor het ontwerpen en ontwikkelen van het gebouw. Galerij ontsluiting Van Dale beschrijft een galerij als een lange, overdekte gang rondom een gebouw. Een galerij kan op een aantal manieren worden toegepast. Eén voorbeeld hiervan is de galerij in villa arena. Vanuit elke positie op de galerij is het mogelijk om de begane grond te zien. In deze situatie ligt de galerij aan beide kanten. Verder is deze galerij overkapt doormiddel van een glazen kap. Een tweede galerij optie is het principe dat in de meeste Bijlmer flats is toegepast. Bij deze flats zijn er meerdere centrale hallen die de mensen naar de gewenste verdieping leiden en van waaruit de mensen de galerij kunnen bereiken die aan de buiten kant van de flat aanwezig is. Deze galerij loopt over de gehele verdieping. Het nadeel bij deze flats is echter wel dat er slaapkamers zijn gerealiseerd aan de galerijzijde waardoor de mensen die hier slapen overlast kunnen ondervinden aan de mensen die hier langs lopen. Een derde optie is om deze aan de buitenkant van het gebouw te leggen maar dit geheel afsluiten van de buitenlucht doormiddel van een glazen wand. Het is de bedoeling bij een galerij dat er over de balustrade naar beneden kan worden gekeken. Corridor ontsluiting

Een corridor is een overdekte gang die zich vaak midden in het gebouw bevind. Doormiddel van de lift of trap de gewenste verdieping bereiken waarna de mensen uitkomen in de corridor. De corridor vaak een lange overdekte gang waaraan de voordeuren liggen van de aangrenzende woningen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het ontwerp van Le Corbusier: Unité d’Habitation. In dit gebouw zijn om de verdieping corridors te vinden die stuk voor stuk over de gehele lengte van het gebouw loopt. Men komt de woning binnen van waarui deze mensen vaak nog een verdieping naar boven of naar beneden kunnen.

Lift ontsluiting Een liftontsluiting is een hal waar vaak meerdere woningen op uit komen. In deze hal is een lift en trap aanwezig waarmee de bewoners zich verticaal kunnen verplaatsen in het gebouw. Bij een lift ontsluiting gaat het er voornamelijk om dat deze woningen niet over een galerij of door een corridor moeten lopen voordat ze bij de lift of trap zijn. Verder is het wel de bedoeling dat er meerdere woningen uitkomen op deze hal.

Bejaarden en bejaardenschippers woning: Bij een bejaardenwoning gaat het om mensen met een leeftijd van 60+ en in aanmerking komen voor een bejaardenwoning. Een bejaardenwoning is vaak een kleine huurwoning en waarvan er meerdere van dit soort woningen bij elkaar liggen. Deze mensen kunnen in de meeste gevallen nog redelijk zelfstandig wonen. Maar aangezien het de bedoeling is dat de mensen hier oud worden zullen er extra faciliteiten in de woning worden opgenomen. Deze faciliteiten moeten het mogelijk maken dat als een bewoner in een rolstoel komt dat deze persoon hier kan blijven wonen en niet de hele woning verbouwd hoeft te worden. Onder extra faciliteiten worden de volgende punten verstaan: rolstoel toegankelijke deuren, extra optrekbeugels bijvoorbeeld bij de toilet en noodsignaalknoppen, mocht er wat gebeuren met de bewoner. Met deze extra voorzieningen en thuiszorg kunnen bejaarden nog lang zelfstandig blijven wonen. Deze manier van wonen word ook wel levensloopbestendig wonen genoemd.

Ontsluiting en doelgroepen.

In het onderzoek naar de verschillende ontsluiting princiepen en doelgroepen zal duidelijk worden wat het bepaalde ontsluiting principe inhoud en waar hier rekening mee moet worden gehouden. Dit zal het zelfde worden gedaan met de doelgroepen.


Een aanleunwoning is een soortgelijk woning. Het grote verschil tussen deze twee is dat deze in de nabijheid van een verzorgsterhuis zijn gebouwd. Mensen die nog redelijk mobiel zijn en geen grote gezondheidsproblemen hebben kunnen in aanmerking komen voor deze woningen. Zij profiteren op deze manier wel van de diensten van het verzorgingscentrum (verpleging dichtbij en bereikbaar via een eenvoudige alarmknop, mogelijk verzorging van maaltijden), terwijl ze verder redelijk zelfstandig kunnen blijven wonen met veel meer privacy dan in het verzorgingscentrum. Voor mensen in de aanleunwoningen geldt soms een voorkeursregeling wanneer de ge gezondheid zodanig achteruit gaat dat intensievere verzorging nodig is wordt er er versneld een plek in het verzorgingstehuis gezocht. Het belangrijkste bij dit alles blijft dat de bewoners: • In staat zijn hun eigen leven in te richten • De bewoners het gezellig hebben en kunnen maken • Bewoners kunnen ook genieten van het gebeuren om hen heen, of op hun manier meedoen met de aanwezige materialen kan door hen ervaren worden als een zinvolle activiteit • De bewoners hun tradities kunnen beoefenen door b bijvoorbeeld ijvoorbeeld eigen kookgelegenheden te creëren, bid ruimten in te richten, bewegingsactiviteiten te organiseren • Familiebezoeken van vrienden, kinderen en kleinkinderen zijn mogelijk en kan ook gepaard gaan met het meedoen aan activiteiten. Plattegrond d van een bejaardenverdieping: • Activiteitenruimte • Gemeenschappelijke ruimte • Liftinstallatie • Invaliden voorzieningen • Zustersoproep voorzieningen • Bibliotheek • Zang – en Filmzaal • Grote keuken met alle benodigde apparatuur De gemeenschappelijke ontspanningsruimte: Dit is een algemene ruimte speciaal voor de bewoners waar deze tot rust kunnen komen. In deze ruimte kunnen de bewoners ook visite ontvangen en op aanvraag kan deze ruimte ook gereserveerd worden door de bewoners om hun verjaardag te vieren. De ruimte kan ook gebruikt worden voor activiteiten, er kunnen bijvoorbeeld bingoavonden worden zijn georganiseerd of wat de meeste bejaarden doen kaartspelletjes. Bij de gemeenschappelijke ontspanningsruimte komt ook de gemeenschappelijke happelijke keuken, dit is ook erg handig als er activiteiten worden georganiseerd zodat er hapjes en drankjes kunnen worden aangeboden, aangeboden maar er zullen ook maaltijden worden bereid voor de bewoners zodat als deze er niet meer toe in staat zijn ze op deze manier ma hiermee worden geholpen.

Starters

Starters worden gedefinieerd als mensen die zich voor de eerste maal op de koopwoningmarkt gegaan. gegaan Er geldt geen wettelijke maximale leeftijd, maar wij behouden ons het recht voor deze alsnog te bepalen. De samenstelling en de woonwensen van een huishouden dat zich als huurder of koper voor het eerst aanmeldt op samenstelling de woningmarkt, is niet eenduidig te definiëren. Bij een ‘starter’ kan het gaan om een eenpersoonshuishouden – bijvoorbeeld een student – die voor een zeer beperkt huisvestingsbudget onderdak zoekt maar het kan ook gaan om een tweepersoonshuishouden of een gezin met een (aankomend) kind die een zelfstandige woning zoekt. De verscheidenheid aan denkbare woonprogramma’s zijn terug te vinden in de verschillende woonconcepten. Het doel van een starterwoningen is om de leefbaarheid in de kern van Amsterdam te bevorderen. Door de hoge woningprijzen is het voor de jeugd soms moeilijk om een woning te vinden in Amsterdam. Voor startende mensen is het bijna niet mogelijk mo om meteen een eengezinswoning te kopen. Hierdoor is men vaak genoodzaakt om naar de buiten buurten van Amsterdam te verhuizen of andere gemeenten hierom heen. Startende gezinnen/stellen kunnen het beste worden gecombineerd met de woningen voor grote grote gezinnen. Deze link tussen deze twee doelgroepen is dat het allebei gezinnen zijn, zijn het stellen dan kunnen deze ook tussen de grote gezinnen wonen. Een startend gezin past in mijn ogen tussen een gezin met al wat oudere kinderen. Hierdoor zullen de sociale contacten worden bevorderd. In het project zal worden geprobeerd om deze twee doelgroepen zoveel mogelijk bij elkaar te realiseren. In het project zullen de starterwoning op een laag worden gehuisvest. In de afbeeldingen is een voorbeeld te vinden n van een starterwoning. Relatieschema: De woning zullen worden voorzien van een entree, hal, toilet, woonkamer gecombineerd met eetkamer en keuken, buitenruimte, badkamer, twee slaapkamers en een berging. In de bijgevoegde relatieschema’s is te zien hoe deze in verbinding met elkaar zullen staan. Groot gezin woningen Grote gezinswoningen zijn mensen die al enige ervaring hebben op het gebied van het kopen van een huis. Hierbij zal het vaak gaan om een gezin met al wat oudere kinderen (boven de vijf jaar). jaa Deze mensen hebben behoefde aan een woonhuis met voldoende slaapkamers en ruimte. Tevens is het de bedoeling dat de mensen hier een lange tijd kunnen wonen. Een hoog kwaliteit appartement waar ze een lange tijd in kunnen wonen en waar ze hun kinderen groot g kunnen zien worden. Dus dit een typologie waar we rekening mee moeten houden. Het idee voor de woningen is om de slaapkamers zoveel mogelijk op één verdieping te creëren.. Hierdoor word het privé gedeelte, de slaapkamers, gescheiden van het openbare gedeelte, de woonkamer, e.d. Verder zal de keuken zoveel mogelijk bij de woonkamer worden betrokken. betrokken. Tegenwoordig is de keuken de ontmoetingsplek


van het huis. Dit komt doordat de ouders vaak overdag aan het werk zijn en de kinderen op school zitten. ’s Avonds is het gehele gezin bij elkaar en door de woonkamer en keuken te combineren zal het gezin meer bij elkaar zijn. Marokkaanse woningen Een Marokkaanse woning is een speciale woning. In een Marokkaanse woning zijn een aantal punten die zeer belangrijk zijn om het een geslaagd Marokkaans woonhuis te maken. Er moet twee woonkamers aanwezig zijn. Dit heeft te maken met het volgende: als er bezoek komt worden de mannen van de vrouwen gescheiden en gaan deze groepen in twee aparte ruimtes zitten. Dit kan ook worden omschreven als een mannenwoonkamer en een vrouwenwoonkamer. Hiernaast dient de keuken niet open te zijn zoals bij de grote gezin- en starterwoningen. De keuken moet via beide woonkamers bereikbaar zijn en ook zonder door de woonkamers te lopen.

uitzichtwoningen aan de Noordzijde te plaatsen hierdoor hebben ze goed zicht op het Borneo eiland met het Pacman gebouw van Koen van Velsen. Om de eisen te waarborgen zullen deze woningen moeten uitsteken in verhouding tot de rest van de woningen. Aan deze overlapping zal een Groot balkon komen met genoeg ruimte om daar een mooi uitkijkpost te realiseren. Oppervlakte:

85m2 De woning zal een aparte wc met douche krijgen en een grote badkamer

Indeling:

Woonkamer + Keuken Badkamer met 2 wastafels en een bad. Slaapkamer Badkamer + toilet Buitenruimte Uitzicht via 5 kijkrichtingen met een haakse hoek

Eis: Hieruit kan worden geconcludeerd dat de bewoners het privé gedeelte graag privé houden maar dat de woonkamer en keuken door iedereen bereikt kan worden. Verder zal de woning worden voorzien van zeven slaapkamers, keuken, twee badkamers, berging en één woonkamer die kan worden opgedeeld of twee woonkamers. Lofts Twee lofts aan Passage Gauthier Loft in Parijs, Frankrijk Architecten Fréderic Jung en Claudine Dreyfus richtten dit fabrieksgebouw opnieuw in om twee zelfstandige woningen te maken die slechts verbonden zijn door een gemeenschappelijk terrasop de bovenste verdieping. Beide appartementen moesten onafhankelijk van elkaar zijn. Daarom verdeelden de architecten het gebouw door een muur en voegden een nieuwe verdieping toe. Er werd meer nadruk gelegd op de constructie en aankleding, dan op de details. Het ontwerp van ticaal concept, in een aaneenschakeling van ruimten, met een spiraalvormige trap als centraal punt. In beide ruimten werd hetzelfde concept toegepast, met een grote woonkamer en verschillende blokken die dienen als slaapkamers, badkamers en kasten. Het terras met een houten vlonder kijkt uit op de straten van Parijs. Het interieurontwerp is een dynamisch en verticaal concept in een grote open woonkamer. Loft in Amsterdam, Nederland Bij de volledig gerestaureerde loft zijn de houten balken en grote ramen aan de voorgevel intact gebleven. Een centraal compartiment geeft de indeling van dag- en nachtvertrekken aan. In dit compartiment, waarin de muren niet tot het plafond reiken om het geheel ruimtelijk te houden, is een naadloze serie kasten en laden ingebouwd. Een daarvan kan tot een eettafel worden uitgeschoven. Aan de voorkant profileert de keuken optimaal van het binnenvallende licht. Een glazen schuifdeur geeft toegang tot de slaapkamers en andere ruimten. Aan de andere kant is opslagruimte. Deze komt ook uit in de badkamer en wordt afgesloten door schuifpanelen die aan rails bevestigd zijn. De badkamer bevindt zich ook binnen het compartiment. Het ondoorzichtige glazen paneel boven de badkuip dient als keuken muur aan de andere kant. De ruimte boven de badkamer is opengelaten om vochtigheid te voor komen en licht door te laten. Boven de badkamer is een opening om vochtigheid te vermijden en om licht te vervangen. Het ingebouwde, centrale blok scheidt de dag- van de nachtruimten en zorgt dat de ruimtelijkheid intact blijft. Het blok bevat opslagruimte en kan afgesloten worden via een serie schuifpanelen die aan rails hangen. Uitzichtwoningen De woningen zijn niet al te groot, hierdoor lijkt het net op een starterwoning maar dan net iets groter. De woning heeft echter een erg goed gelegen ligging voor een optimaal uitzicht. Dit willen we gaan bereiken door de

Relatie schema: In de verschillende ruimtes zal er rekening gehouden moeten worden met diverse kijkrichtingen naar buiten toe. Dit bereiken we met een open structuur in de plattegrond. Doelgroep: De doelgroep voor deze woningen zullen ongetwijfeld welvarend zijn. Hiermee bedoelen we dat ze een groot budget hebben om een mooie woning te permitteren. In een hoog gestapelde woning bouw. Het zal hier gaan om 1 of 2 personen, die alleen of samen wonen. Dit omdat er maar één slaapkamer zal zijn in de woning. Waterberging Waterberging betekent letterlijk: berging voor overtollig polderwater, maar naast een berging voor het water kan het water ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Zo is het mogelijk om het opgevangen water te gebruiken voor de toiletten en wasmachines. Voordat het water gebruikt kan worden voor deze doeleinden zal het eerst moeten worden gezuiverd. Nu hoeft het niet zo zwaar gezuiverd te worden dat het gedronken kan worden, anders word de installatie hiervan zo groot, maar dat het zuur, zand en ander vuil eruit is gezeefd. Tegenwoordig worden ook ontwikkelaars en stedenbouwkundige geconfronteerd met waterbergingen. Vooral in steden is het lastig om een waterberging te realiseren om dat dit ruimte rovend is. Hierdoor worden soms onderdelen met elkaar gecombineerd zo worden er sommige parkeergarages ook als waterbergingen gebruikt of ondergrondsekelders. Soms worden er meren aangelegd waar nog water of als het nodig is en waar water uit gehaald kan worden. Tevens kan de waterberging ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Zo wordt er in de polder ook gebruik gemaakt van een waterberging alleen heeft deze een andere functie dan in het project zelf. In de polder wordt de opslag gebruikt voor als de rivieren te hoog komen te staan. Het water van de rivier wordt dan naar de opslag geleid waar het kan voor een onbepaalde tijd kan worden vastgehouden zodat er geen overstromingen ontstaan. Nadat het waterpeil in de rivier is gezakt kan het water in opslag terug naar de rivier worden geleid. Verder is het mogelijk dat als er een overstroming plaats vindt dat het water wordt opgevangen in de waterberging. Het te realiseren gebouw ligt pal naast het IJ, het IJ staat weer in verbinding met het IJsselmeer en de Noordzee. Aangezien er hier genoeg water doorstroming is zal het waarschijnlijk niet nodig zijn om als er een overstroming plaats vind het overtollige water op te vangen. Tevens is het lastig om een op een kleine locatie een grote hoeveelheid water vast te houden. Er zijn een aantal oplossing voor het plaatsen van een waterberging: Optie #1: Een grote opslag tank plaatsen onder de grond.


Optie #2: Een opslag plaats op het dak realiseren. Aan de twee bovengenoemde opties zijn er een aant aantal voor en nadelen. #1: Een grote opslag tank in de grond plaatsen is zeer kostbaar en deze is moeilijk te inspecteren wanneer dit nodig is of wanneer deze onderhouden moet worden. Verder is het wel een voordeel dat deze niet in het zicht is en niemand hier last van heeft. Een ander probleem is dat er in de progamma van eisen wordt geëist dat deze toegankelijk is. Hier voor moet wel een systeem worden aangelegd dat al het hemelwater wat op het perceel komt naar de opslag tank kan worden geleidt en dat vanuit nuit de tank een aparte leiding op druk moet worden gezet en dat deze dan pas naar de woningen kan worden geleid. #2: Als er een opslag op het dak moet worden gemaakt zal het water doormiddel van een pomp naar boven moeten worden gepompt. Verder zullen er speciale voorzieningen moeten worden getroffen op het dak om hier een opslag te plaatsen. Bijvoorbeeld een soort doos (zie schets) in doos effect alleen dan met een bak op het dak waar het water in kan. Verder is het voordeel dat als het regent dat dit au automatisch word opgevangen in de waterberging. Een groot voordeel is dat de leidingen vanaf het dak direct de schacht in kunnen en niet eerst op druk hoeven worden gebracht. Onze keuze is gevallen op optie #2. Zoals in het inleidende stuk van dit onderwerp al werd genoemd dat het mogelijk is om het water dat wordt opgeslagen ook te gebruiken voor andere doeleinden zoals bijvoorbeeld voor het toilet en de wasmachine. Dit is goed te doen door een grote opslag op h het et dak te realiseren. Als een grote opslag op het dak staat valt het hemelwater hier in en kan direct worden gebruikt voor de toiletten en wasmachines. Door middel van een ‘doos’ op het dak te plaatsen met een afvoer naar het IJ voor als de bak overstroo overstroomt. De opslag tank zal worden voorzien van een filter om het water te scheiden van het zand en een speciaal filter om het water minder zuur te maken. Zo kan het water voor het toilet en de wasmachine worden gebruikt. De opslag zal over één beuk worden geplaatst laatst en over een lengte van +/ +/- vijftien meter. De opslag zal ongeveer een hoogte hebben van 1,2 meter. De opslag zal vrij van de constructie worden gemaakt zodat er geen kans is dat het water naar de onder liggende verdieping stroomt en er lekkage ontstaat. aat. De opslag is tevens goed te bereiken via het trappenhuis dat doorloopt naar het dak en kan zo goed onderhouden worden.

In de tekening hiernaast is een schematische doorsnede van de waterberging te vinden. Hierin is duidelijk te zien dat de berging op de bestaande constructie komt te staan maar niet met elkaar verbonden is. De betonnen bak ligt op speciaal hiervoor ontwikkelde opleg opleg stukken waarna deze op de draagstructuur van het gebouw rust. Hierboven is een bovenaanzicht van de wateropslag te vinden. vinden. De lengte en de breedte dien nader te bepaald worden. Wel zal het nodig zijn om verschillende ribben in de bak te plaatsen die al de druk van het water zullen opvangen. (Bron: Gelderland.nl) Gelderland

Speelplaats Binnen in het wooncomplex zal een speelplaats speelplaats worden gerealiseerd met een oppervlakte van ongeveer 300m2. De speelplaats zal alleen toegankelijk zijn voor de bewoners. bewoners Hierdoor kan er een veilig gevoel worden gecreëerd doordat de ouders weten waar de kinderen zijn en hoeven hierdoor niet continue in de buurt te zijn. Een speeltuin is een plek waar kinderen kunnen spelen en die is voorzien van speeltoestellen of speeltuigen, zoals: een draaimolen, glijbaan, klimrek, schommel, veertoestel (ook wipkip genoemd), wip en een zandbak. Het realiseren van de boven genoemde onderdelen zal geen probleem zijn. Wel zal de vloer voorzien worden van een rubberen tegel die de kinderen beschermd tegen het vallen. Zo kan de schommel aan het plafond worden opgehangen, de glijbaan kan maximaal 1,5 meter hoog zijn, de wip en wipkip kunnen op de constructieve vloer worden geplaatst, het klimrek en de zandbak kunnen evens op de constructieve vloer worden geplaatst en de draaimolen zal een kleine versie worden zodat deze in binnen in het project kan worden verwerkt. (Bron: Wikipedia, speeltuin.Startpagina.nl, Wikipedia, Joost de Vree, Living tomorrow,, medestudent van Marokkaanse afkomst en Hypotheek kantoor)


Stap voor stap zal duidelijk worden hoe er van het stedenbouwkundige ontwerp, de ontsluiting en doelgroepen naar een plattegrond wordt gewerkt. Aan het einde van dit onderdeel zijn alle plattegronden te vinden met de verdeling van de woningen per bouwlaag.

Structuur.

Nu het stedenbouwkundig, ontsluiting- en doelgroepenonderzoek zijn afgerond zijn de puzzelstukken compleet. Met deze puzzelstukken kan verder worden gegaan op het ontwerp. Deze puzzelstukken zijn van groot belang bij het ontwerp. Vanuit het stedenbouwkundige onderzoek is al naar voren gekomen waar rekening mee zal worden gehouden zo is de plaatsing al bekend. Nu gaat het erom hoe al deze doelgroepen gecombineerd zullen worden, dat niet alleen op horizontaal niveau maar ook op verticaal niveau.


Niet in Brandcompartiment:

Omvang Rookcompartiment:

-Een brand- en rookvrije vluchtroute: -Niet in een brandcompartiment behoeven te liggen -Een toiletruimte; -Een badruimte; -Een meterkast; -Een opstelplaats voor een stooktoestel die niet is gelegen in een stookruimte -Een industriefunctie of een overige gebruiksfunctie met een vuurbelasting < 500 MJ/ m2 en Ago <1000m2. -Een lichte industriefunctie die uitsluitend is bestemd voor opslag van goederen of materialen en Ago < 50m2. -Overige gebruiksfuncties Ago < 50m2 -De grootte van een RC wordt bepaald door: -De loopafstand vanaf een punt van een VG en de uitgang van het rookcompartiment waarin dit VG ligt. -De loopafstand vanaf een punt van een VR en de uitgang van het rookcompartiment waarin deze VR ligt. -Loopafstand bij een bezettingsgraadklasse van B1- B3 30m B4 45m B5 60m

Bij het bepalen van de loopafstand in VG wordt een constructiedeel buiten beschouwing gelaten. De loopstand in het niet ingedeelde VG wordt met 1.5 vermenigvuldigd voordat vergeleken dient te worden met de grenswaarde. Hoogte verschil tussen vloer VG en uitgang waarop een VG is aangewezen <4m.WRD tussen RC en een besloten ruimte > 30minuten. Rookdoorgang/ deur zelfsluitend. Vrije doorgang VG en VR:

-De vrije doorgang van de uitgang van een VG en VR is afhankelijk van de bezettingsgraad. -Buitengangen= vloeropp. Van de VG (of VR) x factor‌ -Minimum b> 600mm per uitgang -Factor voor de toegestane bezettingsgraadklasse B1> 13,75 B2> 5,5 B3> 2,2 B4> 0,92 B5> 0,37

Bestrijding van brand: de spuitmond

-Lengte van slag < 30m + 5m vanuit -Aangesloten op drinkwatervoorziening -In de verkeersruimte/ behalve vluchttrappenhuis. -Boven de hoogte van 20m moet een droge leiding worden aangelegd. -Max. 35m vanuit een rookcompartiment.

Draairichting deur, VR of VG Deur, uitgang VG of VR, draait niet tegen vluchtrichting in indien de op die toegang aangewezen vloeroppervlak VG of VR grote is. M2 vloeropp. Voor de toegestane bezettingsgraadklasse B1> 20 B2> 50 B3> 125 B4> 375 B5> 750 Uiterlijke breedte rookcompartiment is 850mm. Vrije doorgang voor een is gang B: 0.6m, H: 2.3m Ieder Appartement dient te voldoen aan de beneden staande eisen. >20meter over 2 bouwlagen 20 min. Brandwerend van buiten naar binnen. <5m1 hoogte 30min brandcompartiment. >5m1 hoogte 60min brandcompartiment. Een woonfunctie mag niet groter zijn dan 500m2. Zonder compartiment scheiding. Opdelen van 1000m2 = Bc Elke woonfunctie (woning) GO <500m2= sub BC Indien onderstaande oppervlakte worden overschreden, dienen deuren met de vluchtrichting mee te draaien. BRC aangewezen Go Klasse in m2 Art 2.148 lid 4 B1 30 B2 75 B3 187.5 B4 450 B5 1125

Rookvrije vluchtroute GO aangewezen in m2 Art 2.171 lid 2 30 75 187.5 450 1125

VG/ VR grootte in m2 Art 2.146 lid 9 20 50 125 375 750

Brandveiligheid.

Gebouw Algemeen:In dit onderdeel zal er worden gekeken naar de eisen die worde gesteld met betrekking tot brandveiligheid. Het gebouw heeft een ganglengte van <30 meter en een oppervlakte van <1000m2. Deze twee gegevens zijn al positief voor het controleren op brandveiligheid. Tussen twee brandcompartimenten moet een brandwerendheid van 60 minuten worden gegarandeerd. Dit wordt ook wel Wbdbo genoemd: Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag. De wbdbo tussen een brandcompartiment en vluchttrappenhuis moet > 60 minuten zijn.


Sub Bc woonfunctie:

Woonfunctie:

-Een sub brandcompartiment ligt in een brandcompartiment. -Woonfunctie in een woongebouw. -Niet- gemeenschappelijk verblijfsgebieden of een gemeenschappelijk verblijfsgebied. -Vertraging met 30min toegestaan, indien de permanente vuurbelasting< 500MJ/m2. -Tussen een Bc ( al niet op een ander perceel) en een besloten brand- en rookvrije route ( geen veiligheidstrappenhuis) -Tussen een BC (indien geen vloer VG >7m2 van het gebouw boven het meetniveau) en een besloten branden rookvrije route ( geen veiligheidstrappenhuis). -Vertraging met 30 min niet toegestaan voor een BC: -Een veiligheidstrappenhuis -Een ruimte bestemd voor opslag voor brandbare, brandbevorderende en bij brand gevaar opgeleverde stoffen.

Alle deuren welke aansluiten op een open ruimte moeten zelf sluitend. Loopafstand in woonfunctie:

-Loopafstand tussen uitgang VR en een uitgang sub0 BC of BC < 15m1. -Rookmelder; -Rookmelder aangesloten op een voorziening van elektra. -Rookmelder hoeft enkel in de verkeersruimte aangesloten te worden.

Loopafstand gemeenschappelijke ruimte. VG.(verblijfsgebied): -Loopafstand tussen toegang gem. VG en ten minste 1 uitgang sub-BC of Bc < 20m. -Loopafstand tussen toegang gem. Vrije Ruimte en ten minste 1 uitgang sub- BC of BC <30 m -In gemeenschappelijke VerkeersRuimte is een toegang van het BC of bij 1 toegang begint route via gemeenschappelijke Verkeersruimte naar uitgang sub Bc.

Conclusie: Bij ons project zijn deze onderdelen allemaal van toepassing. Deze samenvatting wat hierboven is weergegeven, is een samenvatting van ‘bouwregelgeving in woord en beeld’ een samenvatting van het bouwbesluit. Toetsing aan de verkeersruimte: Galerij ontsluiting: Bij dit project is op de 1e en 2e verdieping een galerij ontsluiting. Dit is gerealiseerd voor de bejaarden woningen. In deze ontsluiting word een brandhaspel toegepast met een lengte <30m met een spuitmond van 5m. Deze is op de 1e verdieping in het midden van de galerij gerealiseerd. Op de 2e verdieping is hij geplaatst aan de kanaalschacht vast deze zit in het midden van de galerij. Deze galerij ontsluiting is natuurlijk ook rookvrij gemaakt om zo een rookvrije doorgang te krijgen naar de liftschachten. Dit is gerealiseerd door bijvoorbeeld een mechanische afzuiging toe te passen in het plafond, en dan klepramen toe te passen welke automatisch open gaan, in de gevel zodat we geen onderdruk creëren in de ruimte Corridor ontsluiting: Bij dit project is dit niet de enigste ontsluiting die gemaakt is, maar er is ook gekozen voor een corridor ontsluiting. Hier zijn de deuren zo aangepast dat deze gelijk met de vluchtroute gemaakt zijn. Ook is er in de corridor gekozen voor een brandhaspel op elke verdieping toe te passen met een lengte van <30m en een spuitmond van 5m. Deze word in het midden geplaatst ter plaatse van de kanaalschacht op iedere verdieping. In elke trappenhuis word op elke verdieping boven de 20meter een droge buis leiding aangelegd. Deze corridors worden allemaal afgezogen door de mechanische ventilatie welke in het systeemplafond zal worden verwerkt. Om negatieve onderdruk creëren zullen de ramen aan weerzijde automatisch open. Dit zou een optie kunnen zijn. Ook zou een optie kunnen zijn om in de gevel constructie aan de buiten zijde van de corridor zou ook een afzuig/ aanvoer installatie toegepast kunnen worden. Appartementen: Bij dit project zijn er verschillende appartementen realiseert, met elk een andere indeling en typologie. Deze verschillende appartementen moeten ook gekeurd worden aan de brandveiligheid. Dit is gebeurd aan de hand van de samenvatting welk is opgesteld voor dit project. Een voorbeeld welke is opgenomen aan de hand van de samenvatting is dat vanaf de uiterste plek in het appartement de voordeur op de maximale afstand van 15m mag liggen. Waarneer dit niet gewaarborgd kan worden moet er buiten die 15m een rookmelder aangebracht worden welke is aangesloten op het elektra. Zo moeten alle scheidingswand welke ruimtes scheiden in een appartement 30min. brandwerend gemaakt moeten worden. Wanneer er een compartiment scheiding gemaakt moet worden dan moet deze scheiding 60min. brandwerend gemaakt worden. Dit zal mee worden genomen in de platte gronden.


vloer komen de wanden van de volgende verdieping te staan en dit herhaald zich tot een hoogte van ongeveer vijf woonlagen. Voordelen:

Goedkoop in materiaal. Goedkoop in voorbereiding. Goedkoop in uitvoering. Makkelijk aanpasbaar.

Constructie. Om een constructief te laten staan zijn er een aantal mogelijkheden. Dat is door middel van schijven en wanden, kernen en schorren. Het is ook mogelijk om deze te combineren.

Nadelen:

Beperkte druksterkte. Logistiek een gedoe tijdens de uitvoering. Voor grotere gebouwen loopt de bouwtijd op waardoor dit niet meer interessant is.

Schijven en wanden: hierbij is er een stijve verbinding tussen de dragende wanden die over de gehele hoogte van het gebouw lopen om de horizontale krachten op te nemen. Dit is een redelijk optie aangezien er om de 7200mm een constructieve wand voorkomt. Kernen: Een stijve kern die vanaf de begane grond geheel doorloopt naar boven garandeert ook de horizontale kracht opnamen. Deze optie is goed toe te passen in het project aangezien er twee grote kernen in het project voorkomen. Schorren: hierbij word doormiddel van stalen staven in een driehoek vorm stijfheid gegarandeerd. Een nadeel hiervan is dat deze in een aantal richtingen over de gehele gevel terug zal komen waardoor de gevel wordt aangetast. Stramien: Het gebouw heeft een stramien dat om de 7200mm terug komt. Op dit stramien zijn constructieve wanden te vinden. Deze constructiewanden komen op de begane grond uit op kolommen die de verticale kracht afdragen op de fundering. Deze constructieve wande zullen niet dien voor stijfheid maar om alle verticale druk afgedragen. Stijfheid: De stijfheid van het gebouw is simpel weg te verkrijgen door de vier kernen van beton te maken. Beton heeft een hoge stijfheid door dit te combineren met staal (gewapend beton). Door deze kernen zo stijf mogelijk te maken hoeven de wanden niet bij te dragen aan de stijfheid van het gebouw. Hierdoor komen verschillende mogelijkheden in beeld bijvoorbeeld staal skeletbouw en prefab. Verder is de ontwerper vrijer in het ontwerpen van het gebouw wel moet er op gelet worden dat het gebouw goed word gedragen. Hiermee word bedoeld dat niet elke vloer zo groot hoeft te zijn dit is simpel te voorkomen door de dragende wanden boven elkaar te plaatsen. Gewicht: Het gewicht van het gebouw speelt een belangrijke rol bij de constructie. Het voordeel van beton is dat het heel goed druk spanningen kan opnemen en in combinatie met staal (gewapend beton) ook zelf trekspanningen kan opnemen. Door de constructieve wanden van gewapend beton te maken is de zorg van het gewicht weg genomen.

Gietbouw: Gietbouw wordt vaak toegepast bij gebouwen boven de vijf verdiepingen. Vaak is het ook zo dat hier veel repetitie in zit. In dit geval wordt er vaak tunnelbekisting toegepast. Bij gietbouw wordt de tunnel geplaatst waarna deze wordt volgegoten met beton. De tunnel moet een aantal dagen blijven staan waardoor de bouwtijd op loopt. Gietbouw is vooral interessant bij veel herhaling. Voordelen:

Relatief goedkoop materiaal. Relatief goedkoop in voorbereiding en uitvoering. Snel bouwen van casco. Zeer goede akoestische eigenschappen.

Nadelen:

Constructie zeer bepalend voor het ontwerp. Sterk casco, stabiliteit goed op te lossen. Vergt een zeer goede voorbereiding van uit het installatie aspect. Maatvoering veel minder exact, veel marges.

Prefab: Prefab houdt in dat deze onderdelen in de fabriek worden geprefabriceerd. Prefab is in sommige gevallen te vergelijken met stapelbouw. In plaats van blokken kunnen er hele wanden meteen worden geplaatst hierdoor zal de bouwtijd korter worden. Wel heeft prefab ĂŠĂŠn groot nadeel en dat is dat alles van te voren moet zijn uitgezocht het is lastig om op de bouw zelf aanpassingen te maken. Prefab word vaak vanaf vijf verdieping toegepast. Voordelen:

Snelle montage tijd Constante kwaliteit, zeer maatvast. Hoog afwerkingniveau. Goede logistiek mogelijk. Niet weersafhankelijk, strakke planning is mogelijk (hangt ook af van de fabrikant).

Nadelen:

Lange voorbereidingstijd. Duur in voorbereiding en relatief duur in de uitvoering (materieel).

Bouwmethode. Voor de bouwmethode zijn er een vijf tal mogelijkheden, dat zijn: stapelen, gietbouw, prefab, staalbouw en een combinatie van deze vier. Hieronder zullen de vijf verschillende constructie methoden een korte introductie krijgen. Hierin komen een aantal aspecten naar voren waar deze methode het beste voor geschikt is en voor- en nadelen etc. Stapelen: Stapelbouw wordt vaak toegepast bij woonhuizen of woonblokken tot vijf verdiepingen. Het woord stapelbouw geeft al aan hoe er wordt gebouwd. Blok voor blok wordt de muur opgebouwd waar vaak een prefab vloer op komt te liggen. Op de

Constructie en bouwmethode.

Dit onderdeel zal meer duidelijkheid geven over de constructie en bouwmethode. In een kort onderzoek naar de mogelijkheden zal duidelijk worden wat er mogelijk is in het project. Hierna zal er naar voren komen hoe de constructie en bouwmethode in het project zullen worden opgelost. In het eerste onderdeel zal worden gekeken naar de mogelijkheden voor de constructie het gaar hierbij voornamelijk om druk opvangen en stijfheid. De bouwmethode komt voort uit de constructie. De keuze van de constructie heeft vaak een voorkeur van hoe dit wordt uitgevoerd. In het kort zal naar voren komen wat de voor- en nadelen van de bouwmethodes zijn en hoe het project uiteindelijk zal worden gerealiseerd.


Weinig flexibel bouwen alles ligt vast. Voorzieningen treffen voor goed verbinding i.v.m. stabiliteit en geluid. Staalbouw: Staalbouw wordt vaak gebruikt bij hogere gebouwen. Een voordeel van staal is dat er grote overspanningen mee kunnen worden gehaald, snel kan worden gebouwd. Een nadeel is wel dat er extra maatregelen moeten worden getroffen voor brandveiligheid. Een stalen balk heeft op een gegeven moment dat de balk door de hitte bezwijkt. Voordelen:

Gewichtsbesparing, er kan hoger worden gebouwd. Zeer snel bouwen van casco. Constante kwaliteit, zeer maatvast. Goede logistiek mogelijk. Niet weersafhankelijk. Vrije plattegronde plattegronden, vrijre structuur.

Nadelen:

Kostbaarder dan beton, maar goedkoper dan prefab. Lange voorbereidingstijd. Minder stijf gebouw. Brandwerende maatregelen, zeer kostbaar. Geluidwerende maatregelen i.v.m. weinig massa.

Combinatie:: Een voorbeeld van de boven vier genoemde combinatie is een stalen skeletbouw, een gegoten kern en vloer en prefab gevel elementen. Als men een juiste combinatie maakt van de vier bouwmethodes kunnen bijna alle nadelen worden opgelost. Een voorbeeld hierv hiervan an is een betonnen kern (gietbouw) met een stalenskelet en betonnen vloeren. Conclusie:: Voor het project zullen wij een combinatie van de drie methodes toepassen. Gietbouw, prefab en staal. De kernen zullen van beton worden gemaakt doormiddel van een kli klimkist, mkist, gietbouw. De kolommen, wanden, vloeren en gevelopeningen zullen van prefab elementen worden gemaakt. Als laatst zullen sommige vloer delen op stalen balken worden gelegd tussen twee kolommen. Toelichting van de keuze: De kernen zullen doormiddel van an gietbouw gerealiseerd worden. Dit is makkelijk te bereiken doormiddel van een klimkist. De kernen zullen eerst worden opgetrokken waarna de verdiepingen één voor één in prefab elementen zullen worden aangeleverd.. Tevens door de kern van gietbouw te make maken n word de kern één geheel waardoor de stijfheid al is gegarandeerd. De kolommen op de begane grond zullen in de fabriek worden geprefabriceerd omdat deze allemaal het zelfde zijn. Dit drukt de koste al voor een gedeelte als omlaag in tegenstelling tot t.p.g. .g. kolommen. Voor de wanden zijn twee echte opties mogelijk. Een derde zou stapelbouw zijn maar aangezien het gebouw elf verdiepingen hoog is en hier een aanzienlijk gewicht op de kalkzandsteen blokken wat deze niet aan kunnen. De twee echte opties zijn:: gietbouw en prefab wande. Een voordeel van gietbouw wanden is dat de wanden ook de horizontale krachten op kunnen nemen. Het nadeel hiervan is dat dit veel werk op de bouwplaats zelf kost. De bekisting moet steeds opgesteld worden waarna de installateur de installatie voorzieningen moet aanbrengen. Pas hierna kan het beton gestort worden toch moet de bekisting enige tijd blijven staan. Na dertien uur kan de wand worden ontkist en gebruikt worden voor de volgende tijd kost veel tijd. Verder is gietbouw ste sterk afhankelijk van het weer. Door de wanden van prefab elementen te maken hoeft er minder rekening te worden gehouden met dilatatie. Door de wanden en vloeren los op elkaar te stapelen is er een vrije uitzettingsgraad wat een positieve werking heeft bij een n brand. Het gebouw kan meer bewegen! De wanden zullen een dikte hebben van 280mm gewapend beton. Hiermee wordt meteen voldaan aan de eis die wordt gesteld door het bouwbesluit aan

een woningscheidende wand i.v.m. geluidsoverdracht. Het voordeel hiervan is dat de wanden in de fabriek kunnen worden gemaakt waar het niet weer gevoelig is. Als deze eenmaal op de bouwplaats zijn aangekomen kunnen deze in een keer meteen op de plaats worden gehesen. gehesen De vloeren kunnen op twee manieren worden gerealiseerd. De eerste eerste is doormiddel van gietbouw en de tweede is doormiddel van prefab. Gietbouw heeft een paar grote nadelen. Het is sterk weersafhankelijk, heeft ondersteuning nodig voor een langere tijd wat uiteindelijk in de weg staat en de installateur moet op de werkvloer oer zo snel mogelijk alles inbouwen. Door gebruik te maken van prefab vloeren is de weersafhankelijkheid weggehaald en kan er in de fabriek rustig worden gewerkt aan de installatie onderdelen. Wel moet deze vloer een gewicht hebben van 380kG/m2. Dit om te voldoen aan de gestelde eis in verband met geluidsoverdracht. Een simpele rekensom leert ons snel dat de vloer 160mm dik dient te zijn. Maar omdat in de vloer ook de leiding zullen worde verwerkt en er van uitgaand dat de grootste 110mm is kom deze hoogte er boven op. 160 + 110 = 270mm. Voor het gemak wordt de vloer 300mm zodat er ruimschoots ruims word voldaan aan de eis. Niet constructieve woningscheidende wanden zullen 300mm dik kalkzandsteen worden (zie tabel 4.16). De gevel openingen is één echte mogelijk en dat is prefab. De gevel zou dicht kunnen worden gezet doormiddel van kalkzandsteen kalkzandste blokken. Het nadeel hier echter is dat de gevel hier niet aan zou kunnen hangen. Dit komt door dat de kalkblokken dan naar buiten worden getrokken. Bij prefab zijn er echter wel een paar nadelen. In de fabriek dient alles goed te gaan en er moet zoveel mogelijk herhaling in de elementen voorkomen. Hierdoor ontstaat er veel minder vrijheid in het gevel ontwerp. Verder zal voor al deze elementen een kraan aanwezig moeten zijn maar kunnen deze wel meteen op hen plek worden gehesen. Om op de eerste verdieping ng zullen de vloeren worden opgevangen op een stalen hoedligger (zie schets 1.1 ter verduidelijking). Dit om hoogte te sparen. Er zou ook een betonnen balk kunnen worden gebruikt alleen zal deze balk hoger moeten worden gemaakt dan een hoedligger. (Bron: Jellema J serie en College reeks 21.)


Meterkast: De meterkast is de technische ruimte van de woning waar veel onderdelen binnenkomen. Zo komt hier het gas, water elektra, CAI en telefoon binnen. De meterkast dient toegankelijk te zijn voor het regelmatig uitlezen van de meters en herstellen van stroomtoevoer bij kortsluiting. Het bouwbesluit eist dat de meterkast zich in een verkeersruimte moet bevinden met een maximale afstand van 3 meter vanaf de voordeur. De meterkast heeft minimale afmetingen en moet afsluitbaar zijn. De achterwand van de meterkast moet bestaan uit makkelijk schroef- en spijkerbaar materiaal. Doordat de inrichting van een meterkast bepaald is, wordt bij nieuwbouw veelal gebruikgemaakt van een meterkastvloerplaat. Deze vloerplaat is bestemd voor het bevestigen van invoerbochten in meterkasten. In het project kan de vloerplaat mee worden genomen in de prefab vloerplaten. De fixeerringen zijn geplaatst volgens een door de nutsbedrijven vastgelegd stramien. De zogenaamde standaard meterkast (voor woningbouw) is gemaakt volgens de NEN 2768 en heeft de afmetingen 2100 x 750 x 310 mm. De Nuon, KPN en Waternet zij verantwoordelijk voor het aanleggen van de leidingen tot en met de meters. Pas hierna mag de installateur leidingen trekken. Waterleidingen: Om het water op de juiste druk te krijgen om ook boven in het gebouw aan te komen zal er in de technische ruimte (-1) een hydrofoor worden geplaatst. De hydrofoor zorgt ervoor dat het water op druk komt. Vanuit de hydrofoor ruimte zullen de leiding zich naar alle woningen begeven die ook weer door de schacht lopen waarna deze uitkomen bij de meterkast en worden aangesloten op de watermeter. Vanuit hier vertakken de leiding meteen weer naar de boiler en alle koude leidingen. Waarschijnlijk zullen er meerder kleine hydrofoors moeten worden aangebracht. De leidingen die vanuit de waterberging aankomen, zullen een aparte aansluiting krijgen. Wel zal het standaard leiding water hier ook op aan worden gesloten voor het geval dat de waterberging zonder water zit dat het toilet nog steeds kan worden doorgetrokken. Riolering: Al het vuilwater zal via een aantal grote standleidingen worden afgevoerd naar het gemeentelijke riool. De standleidingen zullen boven aan het gebouw wat smaller beginnen en hoe verder deze naar de onderste verdiepingen gaan zullen deze breder worden. Tevens zullen de standleiding via het dak worden ontlucht. De buiten riolering wordt uitgevoerd in Pvc-buis.Er wordt een rioleringssysteem toegepast op basis van gescheiden stelsel. Er wordt geen polderkoppeling gemonteerd en het systeem is voorzien van ontstoppingsmogelijkheden. De afvoeren van de diverse lozingstoestellen worden uitgevoerd in materiaal dat tot 90°C hittebestendig is en wordt met de nodige stankafsluiters aangesloten op de riolering. Er wordt een vuilwaterpomp geleverd die aangesloten wordt op de riolering. Ten behoeve van de plaats van de ontstoppingsmogelijkheden van de riolering wordt bij de oplevering van de algemene gedeelten een revisietekening verstrekt. Gasleiding: Het bouwbesluit eist dat als er een gasleiding wordt aangelegd dat deze ten alle tijden is te bereiken. De gasleiding zal door de schachtenlopen die in de kernen zijn verwerkt. Elektra en Telecommunicatie: De elektrische installatie wordt aangelegd vanuit de meterruimte, verdeeld over een aantalgroepen naar de diverse aansluitpunten. De woningen zullen worden voorzien van de volgende aansluitingen: hal/gang : 2 lichtpunten, 1 wcd enkel, wisselschakelaars en intercom/deuropener toilet : 1 lichtpunt berging: 1 lichtpunt, 1 wcd dubbel berging/CVkast : 1 lichtpunt, aansl. CV, aansl. mech. ventilatie, aansl. wasmachine + droger

badkamer : droger hoofdslaapkamer: slaapkamer : woonkamer : keuken :

terras/balkon :

2 lichtpunten, 1 wcd dubbel wasmachine + 1 lichtpunt, wisselschakelaar, 3 wcd dubbel, aansl. CAI en KPN 1 lichtpunt, 2 wcd dubbel 3 lichtpunten, 6 wcd dubbel, aansl. CAI en KPN en thermostaat. 1 lichtpunt, 2 wcd dubbel, loze leiding t.b.v. elektrisch koken en boiler, aansl. vaatwasser, magnetron (max. 3 kw), aansl. mechanische ventilatie, koel- en vrieskast 1 buitenlichtpunt (wand)

De appartementen zijn voorzien van een video-, bel-/spreekinstallatie met deuropener in de woonkamer. Schacht: In het gebouw zijn in totaal tien schachten opgenomen. Deze schachten zullen ruimte bieden voor de ventilatie kanalen, lucht aan en afvoer voor de CV-installatie, waterleidingen, vuilwater, gas, hemelwaterafvoer, elektra en telecommunicatie en de leidingen van de waterberging naar de woningen. Al deze onderdel komen stuk voor stuk aanbod en hierin zal duidelijk worden hoeveel ruimte deze nodig heeft in de kern. In schets 1.1 is een kern uitgewerkt met alle bovengenoemde onderdelen erin verwerkt. De twee kernen in het midden van het gebouw zullen niet op de begane grond uitkomen maar zich samenvoegen met de schachten in de kern. Dit zal worden bereikt doordat het plafond op de begane grond verlaagt zal worden aangebracht waar door de benodigde leidingen kunnen worden voorzien van een afschot. Wel zullen al deze leidingen voorzien worden van een omkokering zodat deze niet open en bloot liggen. Zie afbeelding 1.2 ter verduidelijking. Ventilatie: De badkamer liggen bijna allemaal aan de schachten hierdoor is het gemakkelijker om deze direct aan te sluiten op de ventilatie kanalen in de schacht. Verder zullen de woningen natuurlijk worden geventileerd. Hierbij zullen de raamkozijnen worden voorzien van een ventilatie rooster en kunnen veel ramen normaal open gedaan worden. Mechanische ventilatie komt steeds meer in beeld de meest toegepaste variant is balansventilatie, zie afbeelding 1.3, echter is deze wel schadelijk voor de mens en moeten bijvoorbeeld de ramen vaker gelapt worden omdat er meer stof in huis komt. Ligt de badkamer of toilet niet naast de schacht dan zal de ventilatie door de kanaalplaat vloer lopen.

Installatieconcept.

In dit onderzoek zal er worden gekeken naar de mogelijkheden die er zijn met het realiseren van de installaties. Nadat er een aantal mogelijkheden per onderdeel aanbod zijn gekomen zal hieruit een conclusie worden geleid. In deze conclusie zal duidelijk worden gemaakt waarom er voor een bepaald type wordt gekozen en waarom een ander achterwege word gelaten. In duidelijke argumenten zal dit worden omschreven. Bij een aantal onderdelen zullen de teksten worden versterkt met een aantal schetsen zodat hier een beeld bij kan worden gecreĂŤerd.


HWA: Voor het afvoeren van het hemelwater hebben wij gekozen voor het pluvia hemelwaterafvoersysteem van Geberit. Dit is een volvulsysteem (UV-systeem) met de volgende specifieke kenmerken:

Voordelen Open toestel : goedkoper in aanschaf.

• • • • •

Nadelen Open toestel : dient altijd in een geventileerde ruimte opgesteld te worden. betrekt verbrandingslucht van binnen, dus minder schoon, dus sneller vervuild. - gooit de al verwarmde lucht weer naar buiten via de rookgasafvoer. - kan problemen geven met de rookgasafvoer.

Kleine buis diameters Geen leidingafschot in horizontale leidingen Minder grondleidingen en rioolaansluitingen Zeer goede zelfreiniging Vakkundig advies

Door de slim geconstrueerde afvoertrechter kan het systeem, met een afvoercapaciteit van 1 tot 12 liter per seconde en een afvoeraansluiting van 40 mm, in elke bouwsituatie worden toegepast. De afvoertechniek van het Pluvia-systeem zorgt ervoor dat kleine diameter afvoerbuizen het water met een hoge snelheid kunnen afvoeren, waardoor er geen leidingafschot in de horizontale leidingen nodig is. Hierbij zijn mede door de grote afvoercapaciteit slechts enkele afvoerpunten nodig en is het systeem zelfreinigend door de hoge snelheid van het af te voeren water. In de bijlage is de montage volgorde bijgevoegd. Hieronder staan nogmaals de voordelen van het Pluvia hemelwaterafvoersysteem genoemd: • • • • • • •

Hoge afvoercapaciteit Door de hoge stroomsnelheid zijn de leidingen zelfreinigend Eenvoudige montage: minder afvoerpunten, kleinere leidingdiameters, geen afschotten Weinig materiaal en besparing op de grondriolering, dus kostenverlagend Bij productie, verwerking en recycling uiterst milieuvriendelijk Lange levensduur Grote architectonische vrijheid

Voordelen Gesloten toestel: - toestel kan in een kast gemonteerd worden (behoefd geen ventilatie). - minder snel vervuilt doordat de ketel verse buitenlucht aanzuigt. - de rookgasafvoer kan ook horizontaal gemonteerd worden. Hieronder zullen de verschillende opties een kleine introductie krijgen. Hr-ketel: HR staat voor hoogrendement. Dit houdt in: de energie die er wordt ingestopt, in dit geval de ontbranding van de vlam, wordt er bijna helemaal uitgehaald, in dit geval het verwarmde water. Hr-ketels halen ongeveer een rendement van gemiddeld 97%. Door dit rendement gaat het verbruik van de energie (gas) omlaag waardoor de bewoner hier minder kosten aan heeft. Vr-ketels: VR staat voor verbeterd rendement. Deze ketel lijkt in veel gevallen veel op Hr-ketel echter is het zo dat de Vr-ketel een rendement heeft van 83% wat ongunstiger is dan een Hr-ketel. Warmtepompen: Gegeven:

Woninginhoud in m³ x 80 Watt per m³ (bv woning 275 m³ => 22 .000 Watt (22 kW))

Bejaardenwoning: De rekenmethode voor het berekenen van een pluvia is zeer moeilijk en wordt dan dus ook door de fabrikant uitgevoerd. Zonnewering: Het gebouw staat precies naar het noorden gericht waardoor alleen de oost, zuid en west gevel zon krijgen. Om toch te voorkomen dat de bewoners in de zomermaanden geen last krijgen van de felle zon en warme ruimtes is huis is dit op een aantal manieren op te lossen. De ramen kunnen speciaal uitgevoerd worden in zonnereflecterd glas. Deze oplossing is echter alleen een stuk duurder dan de ‘standaard’ zonnewering. De standaard zonnewering kan op twee verschillende manier worden toegepast. Deze kan binnen in de ruimte worden geplaatst wat alleen de zonnestralen buitenhoud maar die wel de warmtestraling doorlaat of de zonnewering aan de buitenzijde plaatsen. De laatste houd zowel de zonnestralen als de warmtestraling tegen. De beste oplossing is om de zonnewering aan de buitenzijde van het gebouw te plaatsen. Hierdoor word er in de zomer geen warmte bron gecreëerd in de ruimtes die aan de zuid gevel liggen. Verwarming: Op het gebied van verwarming is er veel mogelijk. Als eerst kan er gekozen worden om alle woningen gezamenlijk te voorzien van één grote verwarmingsbron van waaruit alle woningen warm water kunnen krijgen. Dit wordt ook wel centraleverwarming genoemd. Een tegenhanger van deze optie is om elke woonhuis apart te voorzien van een verwarmingsbron. Dit wordt ook wel decentraleverwarming genoemd. Nadat er een keus is gemaakt van welke van de twee types word toegepast kan blijven er een paar opties over. Op de boiler markt zijn er veel mogelijkheden. Zo kan er gekozen worden een aantal typen warmtebronnen: Hrketels, Vr-ketels, warmtepompen, cascade systemen, boilers, zonneboilers en geisers. Het verschil tussen een open en een gesloten toestel. Een Open toestel haalt de verbrandingslucht uit de ruimte waar hij is opgesteld. Een gesloten toestel haalt met behulp van een ingebouwde ventilator en een daarop aangesloten pijp de verbrandingslucht van buiten.

75 ∙ 2,8 = 210m3 (gemiddlede bejaarden woning) 210m3 ∙ 80Watt = 16.800Watt dient er aanwezig te zijn in de bejaarde woningen. De bejaarden woning dient een ketel te hebbe die 18.000Wat oplevert. In alle appartementen zullen Hr-ketels worden geplaatst die ruimschoots voldoen aan de gevraagde capiciteit. Lift: Aangezien het gebouw meer dan 12,5m hoog is zal het gebouw voorzien worden van een lift. In het ontwerp is al rekening gehouden met een lift en is er plaats voor 4 liften. Tevens moeten de liften een minimale binnenmaat hebben van 2,05m x 1,05m i.v.m. het plaatsen van een brancard. In het gebouw zullen 73 woningen worden gerealiseerd. Ervan uitgaand dat er gemiddeld 255 mensen in het gebouw wonen kunnen we verder rekenen. Door het aantal bewoners maal 0.9 te doen krijgen we 255 ∙ 09 = 229.5. Aangezien er twee kernen zijn kan 229.5/2 gedaan waar 114.75 uit komt. Hiermee kunnen in de tabel (jellema) achterhalen welke lift configuratie moet worden gebruikt. Hier komt uit dat liftconfiguratie nr.2 moet worden gebruikt voor de volgende stap. Hierin komt naar voren dat de lift een minimaal hefvermogen moet hebben van 630kG en ruimte moet bieden voor 8 personen. Ook staat aangegeven hoeveel liften er minimaal aanwezig moeten zijn. Door in totaal vier liften te plaatsen word er ruimschoots voldaan aan de eisen.


Er zijn verschillende soorten liften zo zijn er tractie, hydrolyse en machinekamerloze liften. Een hydrolyse lift valt af omdat deze de 60 meter niet kan bereiken. Om zo veel mogelijk ruimte te besparen zal er een machinekamerloze lift worden toegepast. Hierbij zit het bedieningspaneel naast de deur op de hoogste verdieping. Met dit type kunnen eveneens hoge snelheden behaald worden, wat ze dezelfde voordelen geeft als tractieliften. Via otis.com zijn de lift tekeningen gegenereerd die in de tekeningen zijn te vinden. Deze voldoen uiteraard aan de bovengenoemde criteria. (Bron: Wikipedia, Joost de Vree, Jellema Serie, Nefit, Otis, aansluitingen.nl, College reeks)


Gevelconcept.


Daglicht berekening starterwoning type A. Op de tekening hiernaast is de woning te zien die gecontroleerd zal worden op de daglicht toetreding. Dit woningtype is op de 3e en 7e verdieping gesitueerd.

Berekening 2 (het paarse oppervlak): Het totale oppervlakte van de slaapkamer is 9m2. In de doorsnede is te zien dat de doorlaat van het daglicht een hoogte heeft van 1.4m. De doorlaat heeft een breedte van 3.64m. AD = 1.4 ∙ 2.6 = 3.64m2. Berekening 2: Ae = AD∙Cb∙Cu AD = 1.4 ∙ 2.6 = 3.64m2 Cb = 0.86 Cu = 1 Ae = 3.64 ∙ 0.86 ∙ 1 Ae = 3.1m2

Een woning moet minimaal 10% equivalent daglichtoppervlakte hebben ten opzichte van het totale oppervlak van alle verblijfsruimtes. Hierbij komt nog dat elke verblijfsruimte minimaal een equivalent daglichtoppervlak moet hebben ≥ 0.5m2. Voldoet een woning niet aan deze twee eisen dan mag deze woning niet bewoond worden.

De berekening hierboven toont aan dat de kamer een equivalent daglichtoppervlakte heeft van ≥ 0.5m2 waardoor deze voldoet aan de eis.

Bij een woning moet minimaal 55% bestaan uit verblijfsgebieden. Het totaal oppervlak van de woning is 73m2. De verblijfsgebieden hebben een oppervlakte van 50.5m2, bestaand uit een woonkamer, keuken en eetkamer van 37.5m2, een grote slaapkamer van 14m2 en een kleinere slaapkamer van 9m2. Dit samen is 69.2m2 waardoor de woning voldoet aan de gestelde eis.

Berekening 3 (het groende oppervlak): Het totale oppervlakte van de woonkamer, keuken en eetkamer is 27.5m2. Met een hoogte van 1.4 en een breedte van 3.5 is er een glas oppervlakte van 4.9m2.

Alle projectievlakken staan in een hoek van 90° hiermee voldoet deze aan de eis voor een verticale lichtopening, deze moet tussen 80° ≤ x ≤ 100° liggen.

Berekening 3: Ae = AD∙Cb∙Cu AD = Cb = 0.86 Cu = 1 Ae = 4.9 ∙ 0.86 ∙ 1 Ae = 4.2m2

Het equivalent daglichtoppervlakte word bereken met de formule: Ae = AD∙Cb∙Cu. Waarin: Ae = Equivalent daglichtoppervlakte.

AD = Doorlaat daglicht opening in m2. Cb = Belemmeringfactor Cu = Uitwendige reductie factor (bij deze woning is dit 1) Berekening 1 (het rode oppervlak): Het totale oppervlakte van de slaapkamer is 14m2. In de doorsnede is te zien dat de doorlaat van het daglicht een hoogte heeft van 1.4m. De doorlaat heeft een breedte van 2m. AD = 1.4 ∙ 2.8 = 4.48m2. Berekening 1: Ae = AD∙Cb∙Cu AD = 1.4 ∙ 2.8 = 4.48m2 Cb = 0.86 Cu = 1 Ae = 4.48 ∙ 0.86 ∙ 1 Ae = 3.85m2 De berekening hierboven toont aan dat de kamer een equivalent daglichtoppervlakte heeft van ≥ 0.5m2 waardoor deze voldoet aan de eis.

De berekening hierboven toont aan dat de kamer een equivalent daglichtoppervlakte heeft van ≥ 0.5m2 waardoor deze voldoet aan de eis. In totaal moet er minimaal 5.05m2 equivalent daglichtoppervlakte zijn. In totaal is er een daglicht toetreding van 11.15m2 hierdoor voldoet de woning ruimschoots aan de gesteld eisen.

Bouwfysische berekeningen.

In dit onderdeel zullen de woningen worden gecontroleerd op daglicht en zal ook worden gekeken of de gevel bouwfysische voldoet.


Taakverdeling: Stedenbouwkundig onderzoek:

Timothy Stassen en Dennis Smit.

Ontsluiting en doelgroepen:

Bejaarden en bejaarden schippers: Pim Stet. Ontsluitings principes, starters, waterberging en speelplaats: Arjen Seffinga. Lofts en uitzichtwoningen: Timothy Stassen. Grote gezins woningen en Marokkaanse woningen: Dennis Smit.

Structuur:

Ontwerp van Timothy Stassen. Uittekenen van alle plattegronden; Arjen Seffinga.

Brandveiligheid:

Dennis Smit.

Constructie en bouwmethode:

Arjen Seffinga en Dennis Smit.

Installatie concept:

Arjen Seffinga.

Gevelconcept:

Timothy Stassen en Pim Stet.

Bouwfysische berekeningen:

Daglicht: Arjen Seffinga en Timothy Stassen. Bouwfysische berekening: Dennis Smit.

Samenstellen van het gehele projectboek:

Arjen Seffinga

Nawoord.

Het doel is bereikt. Alle 73 woningen zijn als één gehele puzzel in het project gewerkt. Dit is niet zonder tegenslag bereikt. Onderweg zijn er een aantal punten fout gegaan. Zo is in het ontwerp te zien dat er na een controle toch een andere weg moet worden ingeslagen. Dankzij de inzet van de hele groep is het een zéér geslaagd project geworden. Tevens willen wij Peter de Wit bedanken voor de vakinhoudelijke begeleiding bij het project.


T-01-00 T-01-01 T-01-02 T-01-03 T-01-04 T-01-05 T-01-06 T-01-07 T-01-08 T-01-09 T-01-10 T-01-11 T-01-12 T-01-13

Kelder -1 Begane grond 1e verdieping 2e verdieping 3e verdieping 4e verdieping 5e verdieping 6e verdieping 7e verdieping 8e verdieping 9e verdieping 10e verdieping 11e verdieping Dakaanzicht

Bijlagen.

In de bijlagen zijn de digitale tekeningen te vinden van het project Zeeburg, bestaande uit:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.