Vakblad voor designers | www.dzone.nl | 17e jaargang | Nummer 138 • 2011
inhoud
colofon
#138
Uitgeverij Three Publishers Binnenkadijk 329 1018 AX Amsterdam T +31 (0)20 625 67 82 E info@threepublishers.com Uitgevers Hans Voorn voorn@threepublishers.com Hoofdredactie Hans Frederiks, hans@dzone.nl Eindredactie Jan Verberne, janverbe@xs4all.nl Cover Moker Ontwerp Papier en druk Het papier van het omslag is Hello Hot Silk 250 g/m2, het papier van het binnenwerk is ON Offset 120 g/m2 en werd geleverd door Proost en Brandt, DIEMEN. Drukwerk werd verzorgd door Habo DaCosta, Vianen ART DIRECTION / Vormgeving Frankie Tjoeng tessa valk DDK (ddk.nl) iPad-editie Frankie Tjoeng tessa valk DDK (ddk.nl) Redactiemedewerkers Peter van Ammelrooy, Erwin Blom, Leo Diker, Antoni Dol Bert Hagendoorn, Joost van der Hoeven, Sander Kessels, Albert Kiefer, Linda Lee, Michiel van Lith, Peter Luit, Aad Metz, Lodewijk Schutte, Herbert van Staveren, Peter Villevoye Illustraties Han Hoogerbrugge, Linda Lee, LUIS MENDO, Sauerkids, Tiquestar Illuminat Rex Advertenties SalesQ Sales Manager Dennis Wilman T +31 (0)23 71132 00 F +31 (0)23 532 7122 E dennis@dzone.nl
07 Redactioneel: Radeloos 08 Herinneringen aan Steve Jobs 15 STRIP: HAN HOOGERBRUGGE 16 Apple-dingetjes: iPod, muizen, iMac, Mac met diskdrives, iPhone, iPad 18 Versch Werk 22 Interview: ENChilada ontwerpt visuele identiteit Scheepvaartmuseum 28 Portfolio: Moker Ontwerp 30 De studio van… Grrr 33 Column Peter van Ammelrooy: De Klant is Kluns 35 Column Erwin Blom: Handig 36 De inspiratie van… Tiquestar 38 Interview: Nick Bogaty: ‘Opmaak past zich aan schermformaat aan’ 42 Workshop: Adobe Digital Publishing Suite 44 Koele apps: De timing van Cut the Rope 45 Wedstrijd: Tablet Ad Contest 46 Reportage: Adobe MAX 2011: In de wolken in Los Angeles 49 Interview: John Nack over Photoshop voor tablets 54 Leesplank: Meer mans op de Mac, Van kiekjes naar kunst, Manual in je moerstaal, Pret met Pieter & Pieter, De dikke PHP
56 Dingetjes: Android-telefoons, iPhone 4S, nieuwe Kindles, Panasonic… & Olympus Pen
58 User Groups 59 Volgend nummer
Tariefkaart www2.dzone.nl/tariefkaartDZONE Abonnementenservice FBW Abonneeservice Postbus 612 3440 AP WOERDEN T +31 (0)348 431393 E abonnementen@dzone.nl W www2.dzone.nl/ABODZONE
DZONE MAGAZINE VERSCHIJNT 6 KEER PER JAAR IN NEDERLAND EN BELGIË. ABONNEMENTEN KUNT U SCHRIFTELIJK AANVRAGEN BIJ THREE PUBLISHERS OF DOOR HET FORMULIER IN TE VULLEN OP DE DZONE-WEBSITE WWW.DZONE. NL. ABONNEMENTEN DIENEN TWEE MAANDEN VOOR DE EINDDATUM TE WORDEN OPGEZEGD. ANDERS WORDEN ZIJ AUTOMATISCH VERLENGD VOOR EEN JAAR. Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken, of gedeponeerde handelsmerken, van hun respectievelijke houders en kunnen zijn gedeponeerd in bepaalde rechtsgebieden. Dzone is een geregistreerd handelsmerk van Three Publishers. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gebruikt, gepubliceerd of worden opgeslagen in een gegevensbestand, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
4
Cover Artwork Artist: Moker Ontwerp Web: www.mokerontwerp.nl vakblad voor designers 17e jaargang www.dzone.nl Dzone kun je ook op je iPad lezen. Scan deze QR Code en je gaat vanzelf naar de Apple Store!
inhoud
8
In herinnering
18
22
56
Gadgets
38
Interview: Nick Bogaty
28
Versch Werk
Interview
Portfolio: Moker Ontwerp
5
PRINT IS DEAD
bevlogen drukkers
longlIvePrInT.nl
ZWAAn.nl
redactioneel
Het verhaal gaat door Tekst
Hans Frederiks
ILLUSTRATIE
Linda Lee
Of ik dat verhaal over die meneer en Apple nog eens wilde vertellen, vroeg mijn zoon van tien eind jaren negentig regelmatig, net toen Jobs was teruggekeerd bij Apple en de Bondi-blauwe iMac als een trein begon te verkopen. Het wás ook een mooi verhaal: iemand die een bedrijf begint, dat succes heeft, en die iemand anders aantrekt om het bedrijf nog succesvoller te maken, vervolgens door die persoon het bedrijf uit wordt gewerkt en als dat bedrijf op sterven na dood is, weer wordt binnengehaald als de redder en verdomd! hij maakt het bedrijf gezond en tot het grootste bedrijf ter wereld. Dat laatste duurde nog even, de iPod, iPhone en iPad moesten nog komen, maar de iMac gaf al aan waar Jobs naartoe wilde: de consument. In de meeste artikelen na zijn overlijden ligt de nadruk op die tijd na zijn terugkomst – terugkomst klinkt hier wel heel erg alsof Jezus teruggekeerd is bij Apple – maar tijdens zijn eerste periode bij Apple was hij – op dat eruit gewerkt worden na – ook succesvol en een visionair. Hij creëerde samen met een fantastisch team de Macintosh en op die Macintosh begon de desktop-publishingrevolutie. Op een Macintosh 512 met een externe diskdrive en een bètaversie van PageMaker maakte ik eind 1985 voor Apple
Computer Nederland de handleiding op van de Macintosh Plus, die in januari 1986 op de markt zou komen. Mede dankzij Jobs ontstond die DTP-revolutie. Hij zorgde ervoor dat er een laserprinter op de markt kwam, die aangestuurd werd door PostScript, de printertaal van Adobe, met fonts van Adobe. De printer kreeg een mooie marketingnaam: de LaserWriter. Prijzige spullen, die Mac Plus en die LaserWriter: ze kostten respectievelijk 10.000 en 25.000 gulden. Geen consumentenprijzen, maar als ontwerper had ik het er graag voor over: zo konden we met die printer het ‘zetsel’ maken, dat onder de reprocamera werd verkleind tot aanvaardbare pagina’s voor de drukker. En PageMaker kon natuurlijk alleen maar draaien op een computer met een grafisch besturingssysteem. Toen ik op die 512 de Plus-handleiding in elkaar zette, was Jobs door John Sculley al weggejaagd bij Apple en eigenlijk was het dus Sculley die wegliep met het succes van de Macintosh. Jobs geloofde in die tijd heilig in PostScript. Bij NEXT – het bedrijf dat hij na zijn ontslag bij Apple begon – gebruikte hij in het besturingssysteem Display PostScript om het beeldscherm aan te sturen. In de loop van de tijd heb ik flink wat keynotes van Jobs gezien, sommige in de zaal, andere
doorgestraald naar Apple in Bunnik en later gestreamd op mijn Mac. En bijna altijd werkte bij mij het reality distortion field van Jobs. Als je hem hoorde praten, hem zijn producten hoorde aanprijzen, dan wilde je die kopen, of je dat product nu nodig had of niet. Toen ik hem in de zaal tijdens een keynote bij de Seybold-conferentie zijn NEXT-computer hoorde aanprijzen, wilde ik er ook een. Godzijdank was dat ding veel te duur en ben ik eraan ontsnapt. En nu is het distortion field gedoofd. Tim Cook, zijn opvolger, geeft die werkelijkheidsvervorming niet, maar voorlopig zal Apple nog genoeg in de pijplijn hebben om ons te verrassen. In dat Shakespeariaanse verhaal over Apple en Jobs dat ik aan mijn zoon vertelde, was een van de opvolgers van Sculley – Michael Spindler, bijgenaamd De Diesel – een van de grote mislukkingen. Het ging steeds slechter met Apple en telkens als De Diesel de beurskoers van Apple hoorde, die weer dramatisch gezakt was, kroop hij uit angst onder zijn bureau. Steve Jobs is dood, maar het verhaal van Apple gaat door. Laten we hopen dat Cook niet onder zijn bureau hoeft te gaan zitten...
7
in herinnering
Zo ongeveer moet mijn oude MacPlus zich gevoeld hebben na het overlijdensbericht van Steve Jobs... (Ton Frederiks.)
Sad Mac Herinneringen aan Steve Jobs lopen vanzelf over in herinneringen aan Apple, aan de Macintoshes die je had, aan je favoriete Mac – wat mij betreft de IIci –, aan mijn eerste iPod die me tijdens het opnemen van een interview nog eens lelijk in de steek liet en onmerkbaar ineens ook aan mijn HTC Desire Z, een Android-mobiel, inderdaad ja. Jobs, die met zijn 1984-commercial bij de introductie van de Macintosh aangaf dat je vrij was met je Mac, en het later met de veelgeprezen Think Different-commercial opnam voor dwarse denkers, voor vrijheid eigenlijk. En nu, 27 jaar na de 1984-commercial, zitten we gevangen in de omheining die Apple voor ons heeft opgericht, in de Cloud van Apple, en moeten we boodschappen gaan doen met Messages, terwijl we al WhatsApp hebben, mogen de medewerkers van Apple geen stukje schrijven ter herdenking aan Jobs en worden onze iPads in naargeestige Chinese fabrieken gefabriceerd. Over de doden niets dan goeds, en dat lees je ook in deze herinneringen van medewerkers van Dzone, van de generatie die DTP groot hielp maken, van de nieuwe generatie Apple-fans zoals de mensen van Onemorething, de iPadclub, allemaal meningen van mensen die het universum dat Jobs heeft geschapen liefhebben. Wat was ik blij met mijn eerste Mac512, toen ik niet meer op een lichtbak tijdschriften in elkaar hoefde te plakken, en dat ben ik nu nog steeds als ik Lightroom start op mijn 27-inch iMac. Jobs heeft op mijn werk, de manier waarop ik van muziek geniet, enorme invloed gehad. Ik klik nog maar eens een liedje aan in mijn iTunes-muziekbibliotheek en start Genius. Thanks, Steve... Hans Frederiks
8
in herinnering
Foto: Peter Villevoye
Gemis Geen betere plek voor een laatste groet dan op de matzwarte schuttingen van de in aanbouw zijnde Apple Store aan het Leidseplein in Amsterdam.
Indrukwekkend Ik werd voor het eerst met een Apple Macintosh geconfronteerd toen ik bij ‘The Frame’ in Amsterdam samen met wijlen Jan Hein Koningveld (directeur Neroc) kennismaakte met Jan Willem Doornbos. Toen deed ik er nog wat lacherig over. Maar dat veranderde toen ik niet veel later de Macintosh II zag bij TextLitho in Lunteren. Met de toen nog zeer beperkte mogelijkheden op het gebied van fullcolour beeldverwerking, werd mij wel duidelijk dat het einde van Hell, Scitex, Crosfield en Dainippon Screen werd ingeluid. In 1989 startte ik binnen prepressbedrijf Neroc het bedrijfje Impacon, we gingen Apple’s verkopen aan de klanten van de toen nog vele prepressbedrijven binnen de groep. In die tijd bezocht ik vooral de bekende Seybold-congressen in San Francisco, waar Jonathan Seybold het DTP-
tijdperk inluidde door naast Steve Jobs ook de kopstukken van Adobe (John Warnock), Quark (Tim Gill), Aldus (Paul Brainerd) en Microsoft (Bill Gates) samen op het toneel te zetten. Indrukwekkende momenten. Seybold bestaat niet meer, maar was vele jaren voor mij een baken in de ontwikkelingen op het gebied van publishing, eerst print, maar later ook audiovisueel en natuurlijk het web. Steve was meerdere keren keynotespreker, natuurlijk ook op de WWDC’s (World Wide Developers Conference) die ik bezocht. En keer op keer indrukwekkend. Lees de boeken iCon en Odyssee om het hele verhaal van Jobs en Apple te ervaren en begrijp hoe bijzonder hij was voor de gehele publishing-wereld. Dus niet alleen de iPod, iPhone en iPad. Peter Luit, www.luit.nl
Nadat ik die kille donderdagochtend op mijn iPad las dat Jobs was overleden, heb ik de rest van de dag aan me voorbij laten trekken. Ik besloot die dag zelfs geen Appleapparaten meer aan te raken. Het viel me toen meteen op hoe vaak je een iPhone of iPad mist. Ik graaide telkens mis in mijn broekzak en dacht ook meermalen: dat ga ik even op mijn iPad nakijken of uitpluizen. Zo merk je hoe sterk die apparaten al in je werk én privéwereld zijn binnengedrongen. Obama beschreef het uiterst treffend en schrijnend: ‘Much of the world learned of his passing on devices he invented.’ Ik dacht ook aan zijn vele indirecte invloeden. Hoe zou de wereld zijn zonder Windows, zonder DTP, zonder HTTP, zonder apps? Zijn gezin, familie, vrienden, goede kennissen en directe collega’s zullen hem als persoon missen. Maar bij de meesten van ons rest de vraag: is Apple in staat om ook zonder Jobs zinderende nieuwe producten te maken? Ik denk van wel. Vertrok hij in ‘85 met ruzie, ditmaal heeft hij zijn vertrek en opvolging enkele jaren voorbereid – zoals we van hem gewend zijn, dus dat belooft wat... Peter Villevoye, www.studea.nl
9
in herinnering
Koning Midas Ik ben niet het type dat snotterend bloemen legt bij de pilaar van een Parijs viaduct waartegen een prinses zich te pletter heeft gereden. Ik laat geen traan om de rock ster die zijn nirvana vindt door een kogel door zijn hoofd te jagen. De dood van een smartlappenkoning hoeft voor mij niet massaal te worden beweend in de Amsterdam Arena, laat staan live op de tv. Als ik verdrietig ben om de dood van Steve Jobs, is het omdat deze koning Midas nog zoveel rommel in goud had kunnen veranderen. Zoals de decoder van KPN Glasvezel. De harddiskrecorder.
De kaartjesmachine op het station. De kookplaat. De belastingen. De verzekeringspolis. De pensioenregeling. De politiek. De wereldvrede. Het klimaat. De relativiteitstheorie. De aarde. Het universum. Het leven. De dood. Het cellofaan om de doosjes Earl Grey van Pickwick. We hebben één troost. Nu Steve Jobs daarboven zit, wordt de hemel stukken aantrekkelijker. Op een cartoon van Hajo de Reijger zien we God aan de hemelpoort komen, waar Steve Jobs staat te wachten. ‘Je bent laat.’ Peter van Ammelrooy, journalist van de Volkskrant
Levensbepalend
reclamebureaus. Het tekenen ging mij gemakkelijk af. Ik had destijds namelijk al gewerkt met Illustrator 88. Eén ding was extreem moeilijk voor iemand die alleen met Macs had gewerkt. Destijds draaiden de pc’s waarop ik bij dat bedrijf mijn werk moest doen, op MS-DOS. Het kwam dus regelmatig voor dat ik langer bezig was om mijn bestanden van harde schijf naar een floppy te kopiëren, dan dat ik nodig had om mijn ontwerpen en presentaties te maken. Ik heb toen ook besloten dat ik voor mijn eigen werk een Mac-systeem zou aanschaffen. Steve Jobs’ visie, dat een grafische gebruikersinterface iedereen in staat kon stellen om productiever te zijn, heeft mijn hele carrière bepaald. Zonder Steve had mijn leven er beslist anders uitgezien. Albert Kiefer, visual designer, www.albertkiefer.nl
Elf Steves Ik kende Steve persoonlijk. 27 jaar geleden. 1985. Mac Classic geloof ik. Het was geweldig. In 1990 mocht ik even voor hem werken. Zeist. Stage. In 1992 had ik zonder hem mijn studie niet gehaald. Powerbook met kleurenprinter. En in 1999 mocht ik weer voor hem werken. En op dit moment leven er elf Steves bij mij thuis. Als je de iPods meetelt. Ik heb er één altijd in mijn linker broekzak. iPhone. Heel persoonlijk. Eigenlijk staat mijn hele persoonlijkheid op de iPhone van Steve. Bijna 4S. Steve leeft in zijn producten. En gaat bij mij nooit meer het huis uit. Bedankt Steve. Hans Voorn, ex-salesmanager Apple
Tragische held Een van de frustraties van techneuten is dat techniek tegenwoordig anoniem is geworden. Uitvinders als Da Vinci en de gebroeders Wright kennen we bij naam, moderne uitvinders zijn deel van een team of hun patenten staan op naam van een bedrijf. Steve Jobs was hierop de uitzondering. Wie Apple zegt, zegt Steve Jobs, wie de Apple-techniek prijst, prijst Steve Jobs.
10
In 1988 kwam ik net van de kunstacademie in Maastricht. Ik had bij een plaatselijke copyshop in Heerlen net wat zitten spelen met een Mac Plus-computer. Dat was zo’n ‘draagbaar’ gevalletje met een 9-inch zwartwit schermpje. Veel kon er niet mee, maar toch… Ik had er mooi de uitnodigingen voor de eindexamenexpositie mee gemaakt en die op een laserprinter messcherp uitgeprint, zodat onze ouders allemaal een puike uitnodiging kregen voor de afsluiting van onze studie. Op basis van mijn opgedane ervaring met dat kleine Macje kon ik nog geen week na mijn diploma-uitreiking al aan de slag bij een businessgraphicsbedrijf in Heerlen. Daar was het diapresentaties maken voor de provinciebesturen, DSM en grote
Die Apple-techniek heeft jarenlang een marginaal bestaan geleid. De prachtigste computers werden wereldwijd door een paar mensen gebruikt, in nichemarkten zoals de grafische industrie. Eigenlijk is dat nog steeds zo. De computerwereld is Microsoft, het is niet anders. Apple en Steve Jobs hebben hun naam gevestigd met de iPod, iPhone en tegenwoordig de iPad, ongetwijfeld prachtige producten, maar toch frivoliteiten voor de
moderne mens op zoek naar afleiding en vertier. Doet me denken aan de schrijver Nabokov, die een volstrekt uniek oeuvre bij elkaar heeft geschreven, maar altijd de auteur zal zijn wiens naam op de cover van een boek staat naast een verleidelijk gekleed Lolita- meisje. Ik geloof dat de grafische industrie inmiddels is overgeschakeld op Microsoft. En zo’n coltrui zit ook veel te ongemakkelijk. Jan Verberne, eindredacteur Dzone
in herinnering
Steve Jobs, Bob Dylan en de Beatles
Meer dan dingen Er zijn maar een paar objecten die ik zou redden als mijn huis in brand zou staan: mijn aquarellendoos, mijn portemonnee en zonder twijfel mijn iPad, mijn MacBook Air en mijn iPhone. De rest van de spullen die mij interesseren zijn of te omvangrijk (mijn stripboekenverzameling) of te groot om in de haast even snel te pakken (de mooie toonbank dat we gebruiken als keukenkast). Alle dingen kunnen mij gestolen worden, omdat ze louter dat zijn:
dingen. Maar mijn Apple-apparaten hebben zoveel van wat in mijn hoofd speelt: mijn geheugen staat verdeeld tussen mijn iCal en mijn Evernote; mijn foto’s staan allemaal op de iPhone en Flickr; mijn muziek op de iPhone onder een orange knop, en mijn tekenschriften bewaar ik in mijn studio. Dank Steve, mijn leven is toch best overzichtelijk geworden. Luis Mendo, www.goodinc.nl
Gewoon Steve
Ruimteschip Het laatste publieke optreden van Steve Jobs was niet voor Apple-fans en de pers, maar voor de gemeenteraad van Cupertino. Eén dag nadat ik hem tijdens de keynote van de WWDC 2011 voor het laatst in levenden lijve had gezien, stond hij daar het spectaculaire ontwerp van de nieuwe Apple-campus toe te lichten aan de bestuurders van de stad. Het wordt een enorme glazen donut met een omtrek groter dan het Pentagon en met plek voor 12.000 werknemers. Het gebouw met de bijnaam
Steve Jobs is dood, het is een einde van een tijdperk. Wat kun je nog opschrijven wat niet al door zo velen is gemeld? Soms bijna heilig verklaringen waarin Jobs als grote inspirator voor verschillende zaken wordt geroemd, terwijl anderen het juist als een moment zien om kritiek te uiten op Apple dat ‘steeds meer eigenschappen van oervijand IBM lijkt te hebben overgenomen’. Of op Jobs want ‘hij was heus niet altijd zo aardig als ie met zijn verkeerde been uit bed was gestapt en je bij hem in de lift stond’. Jobs zelf vond zijn inspiratie deels in de muziek van Bob Dylan en de Beatles. ‘Ik denk vaak in songteksten’, zei hij ooit en ‘Apple is net als de Beatles. Zij vulden elkaar aan. Want je moet met de beste mensen samenwerken, zodat de som groter is dan de afzonderlijke delen.’ De geschiedenis die hij deelde met Bill Gates omschreef hij met een regel uit het Beatles-lied ‘Two of us’ en bij de introductie van de Macintosh in 1984 citeerde hij Bob Dylans ‘The times they are a-changin’’. Jobs persoonlijke boodschap, die hij nadat hij de eerste keer ziek was geworden een aantal keren formuleerde, was vooral dat je jezelf moet zijn. Zoals Bob Dylan zong in ‘Subterranean Homesick Blues’: ‘Don’t follow leaders... watch the parkin’ meters.’ Herbert van Staveren, www.vanstaveren.org
ruimteschip is ontworpen door de wereldberoemde architect Lord Norman Foster. Wanneer de nieuwe campus in 2015 wordt opgeleverd, zal Steve er zelf niet meer van kunnen genieten, maar ik beschouw dit architectonisch wonder toch echt als Jobs’ absolute meesterwerk. Een meesterwerk met een beduidend langere levensduur dan een Mac, iPod, iPhone of iPad. Een gebouw waardoor ik me hem nog lang kan blijven herinneren. Jan David Hanrath, onemorething.nl
In juni 2008 vlogen we naar de WWDC om Steve Jobs voor het eerst in levenden lijve te zien. Hij zou daar de iPhone 3G aankondigen. Wat me is bijgebleven is dat hij – gek genoeg – zo gewoon overkwam. Bijna als een huisvriend, die al honderden keren op je beeldscherm is voorbijgekomen. Terwijl je bij andere bekende mensen nog wel eens denkt: is dat ‘m nou, was er bij Steve geen twijfel mogelijk. Het beeld van de man was in mijn netvlies gegrift en alles klopte. Je kon na de keynote gewoon naar hem toelopen en hem aanraken. Maar dat deed je niet, omdat iedereen wel besefte wat voor een uitzonderlijke man het was. Gonny van der Zwaag, www.iPhoneclub.nl en www.iPadclub.nl
11
in herinnering
‘Was Steve Jobs de perfecte CEO? Nee? Noem dan eens een ander.’ Steve Levy, journalist o.a. voor Time
‘De sector heeft zijn grootste visionair verloren. Mensen zeggen dat van Mark Zuckerberg, maar die doet alleen software. Steve Jobs deed hardware, hij deed software, hij deed alles.’ Jay Yarow, redacteur Business Insider ‘Hij vond de pc uit, verbeterde die, bracht een bedrijf aan de rand van de afgrond en maakte het daarna de meest waardevolle ter wereld en veranderde de wereld van muziek en telefonie voor altijd.’ Michael Gartenberg, analist bij Gartner, in een tweet
‘Over honderd jaar zal Bill Gates worden herinnerd vanwege zijn filantropie, niet vanwege zijn technologie zoals mensen aan Andrew Carnegie zullen denken vanwege zijn schenkingen aan het onderwijs, niet vanwege het fortuin dat hij maakte in de staal industrie. Maar over Steve Jobs zullen ze zeggen dat hij een revolutie leidde.’ Paul Saffo, technologie-analist
‘Ik jank om een man die ik nooit heb ontmoet. Dát is invloed.’ Ryan O’Donnell, Amerikaans regisseur in een tweet
‘Van Steve Jobs was er maar één. Hij zag wat anderen niet zagen. Hij geloofde bovenal in de menselijke vindingrijkheid – om middelen te scheppen die mensen konden gebruiken, niet alleen om ons leven te verbeteren maar om – letterlijk – de wereld te veranderen.’ Woordvoerder van de Verenigde Naties in New York
‘Voor iedereen die het geluk heeft gehad om met hem te mogen samenwerken is dat een waanzinnig grote eer geweest. Ik zal Steve enorm missen.’ Bill Gates, Microsoft
‘We begonnen Panic met twee dingen: 500 dollar en een liefde voor de Mac. We hadden geen idee wat we aan het doen waren. Gelukkig had iemand anders dat wel.’ Oprichters softwarebedrijfje Panic
‘Zo heel af en toe komt er iemand die niet gewoon de lat hoger legt, maar die een heel nieuwe meetlat maakt.’ Dick Costolo, CEO Twitter
‘Als de Mac er niet was geweest, had ik vermoedelijk nooit een computer aangeraakt.’ Tom Muller, designer in Londen
‘We hebben iets verloren dat we niet terug zullen krijgen.’ Steve Wozniak, medeoprichter Apple
‘Zonder Steve Jobs visie en ongelooflijke bereidheid risico’s te nemen zou Adobe niet zijn wat het nu is.’ John Warnock, medeoprichter Adobe
‘Steve Jobs was een genie die net zo in onze herinnering zal blijven als Edison en Einstein. Zijn ideeën zullen de wereld nog generaties lang vormen.’ Mike Bloomberg, burgemeester New York
‘Er is waarschijnlijk geen groter eerbetoon aan het succes van Steve Jobs dan het feit dat velen van zijn overlijden hoorden op een apparaat dat hij heeft uitgevonden.’ Barack Obama, president van de VS
12
in herinnering
De goede kant op Vanaf 1985 werk ik vrijwel dagelijks met een Apple. Het begon met één MacPlus en op dit moment zijn er drie iPods, twee iPhones, drie iPads, drie MacBooks en één iMac in huis. En 3TB en 1TB TimeCapsules en een AppleTV natuurlijk en ik mis vast nog het een en ander. Alles is gesynchroniseerd, gebackupt en beveiligd, laatstelijk in de iCloud. Ik weet het niet zeker, maar gezien de zelfverzekerdheid waarmee Steve Jobs in 1984 de
Mac en in 1999 de iMac introduceerde leek het alsof hij deze woninginrichting had voorzien. Hij zag een punt op de horizon en ging daar stoïcijns op af. Natuurlijk ging dat niet altijd in een rechte lijn, maar hij meanderde onmiskenbaar en onverdroten de goede kant op. En als je op de bestemming aankomt vergeet iedereen de bochten en omwegen. Maar Steve Jobs besefte denk ik dat je pas in retrospectief zeker weet of je meer goede dan verkeerde afslagen hebt genomen en welke goed en
fout waren. Iedereen die de opkomst van de personal computer heeft meegemaakt, van de ZX81 tot de Commodore 64, van de Atari tot de ZX Spectrum, van de Acorn BBC tot de Tulip en van OS2/Warp tot Windows, van Basic tot Pascal en van Unix tot Linux weet dat het allemaal anders had kunnen lopen, maar zo liep het niet, we zijn de pc bijna voorbij. Ik ben benieuwd naar het punt op de horizon. Gert Jan Oelderik oud-hoofdredacteur MacWorld en voormalig Landenmanager Retail Apple
Positieve emotie
Oscar Kneppers (was hoofdredacteur en later uitgever van MacWorld) en zijn eerste Mac 512K uit 1986. Hij was twintig toen hij zijn eerste Mac kocht. Deze foto is van vorig jaar.
De geniale Jobs Ergens begin 2003, het begin van de vijf jaar als hoofdredacteur bij Dzone, werd ik nog samen met andere pers uitgenodigd voor een reis naar Parijs voor de keynote van Steve Jobs, die we daar met een live verbinding op een scherm te zien kregen, haha. Het was meteen het laatste Apple-persreisje dat ik heb meegemaakt, want het merk ging zich vanaf dat moment minder op creatieve professionals en hun vakbladen richten, en meer op de consument. Waar ik ze dankbaar voor ben, want mijn digitale leven is er de laatste jaren enorm op vooruitgegaan. Jobs wist het met Apple te presteren design en gebruiksvriendelijkheid in software en hardware bij de gebruikers te brengen. Ik ben niet per
In ‘93 kreeg ik een Mac Color Classic te leen. Ik had nooit zoveel met computers, vond het in het algemeen een hoop gedoe. Wat games betrof gaf ik de voorkeur aan Atari, cartridge erin en spelen. Gehannes met cassettebandjes en commando’s zoals bij de Commodore 64 was niets voor mij. Maar jaren later bij deze Mac voelde dit direct anders. Ik vond dat ding mooi, de interface was prettig en hij lachte bij het opstarten! Toen ik in deze periode stage liep bij IDG, waar ik mijn eerste werk maakte dat werd gepubliceerd (een cover voor MacWorld, onder de bezielende leiding van Oscar Kneppers), hoorde ik voor het eerst van Steve Jobs. Wat een verschil met Bill Gates, zeg. De nerd die vanuit de computer denkt versus de technohippie die vanuit de gebruiker en vormgeving denkt. Het was zoveel malen prettiger om achter een Mac te zitten dan achter een pc. De typografie, het design, de fijne interface. Daar werd ik zowaar blij van. Jobs bracht daarmee voor mij positieve emotie in de digitale wereld. Overigens, de laatste film waarbij ik een traantje heb weggepinkt was Toy Story 3. Ik vind het een leuke gedachte dat Steve Jobs daar medeverantwoordelijk voor was. Eric Huysen, vormgever, illustrator en mede-eigenaar Moker Ontwerp, www.mokerontwerp.nl
definitie een Apple-lover, maar ben behoorlijk grafisch ingesteld en gevoelig voor dingen die er mooi uitzien. Voeg daar de ease-of-use aan toe en ik was overtuigd. Tegelijk was ik eindelijk af van de errors, ingewikkelde workarounds en blauwe schermen van Windows, en later ook van het complexe gedoe met mijn mobiele telefoons. En dan hebben we het nog niet gehad over de geniale iPad. Maar dat is de geniale Jobs: iemand die het voor elkaar kreeg producten te bedenken die precies inspelen op dat waar de mens behoefte aan heeft. We zullen hem missen, maar hij heeft ons een geweldig voorbeeld gegeven van een onderneming die deze essentie begrijpt. Bert Hagendoorn, Adobe User Group, ex-hoofdredacteur van Dzone, www.berthagendoorn.nl
13
gadgets
Apple-dingetjes
En wat heeft Steve Jobs ons gebracht? Prachtige Apple-dingetjes! Een greep uit ‘zijn’ productie.
Bondi-blauw Apple vond na de eerste Macintosh de alles-in-één computer opnieuw uit: de Bondi-blauwe iMac. Wat een prachtig ding. En Wat voor de iPod geldt, geldt ook voor de iMac: geen enkele fabrikant kon ze echt imiteren, laat staan verbeteren. Toen de beeldbuisschermen werden vervangen door LCD-schermen werden ze alleen maar mooier en functioneler.
Siri Wat moet je verder nog schrijven over de iPhone, de snelst verkopende smartphone ooit? Misschien dat de fabrikanten van Androidmobielen erg hun best doen gelijke tred te houden en Apple proberen in te halen. Probeer Siri maar eens in te halen, sukkels...
Muziek! Weg met die onhandige, lelijke, onwerkzame MP3-spelers als de RIOone. Hier was de MP3-speler die de standaard ging zetten: de iPod. Een hard schijfje van vijf gig, een slimme interface en verbinding met iTunes om je songs te managen. Nooit door een andere fabrikant verbeterd. Alleen door Apple zelf.
16
gadgets
Zingende diskdrives
Rustgevende tabletjes
De Macintosh 128K was de eerste, maar degene waar je naast MacPaint en MacWrite echt wat mee kon doen, was de Macintosh 512K. Om er prettig mee te werken had je een tweede diskdrive nodig, waardoor je dus in totaal twee 3½inch diskettes van 400K kwijt kon. Systeemdiskette in de ene, programmadiskette – PageMaker – in de andere. Die eerste diskdrives maakten een zangerig, muzikaal geluid als er van de schijfjes gelezen en naar de schijfjes geschreven werd. Voor de rest was die Mac stil. Een monumentaal apparaat.
Er werd bij de introductie schamper over de iPad geschreven: een grote iPhone of iPod, meer niet. Motorola, Samsung en al die andere fabrikanten proberen uit alle macht een iPad-achtig apparaat te maken. Maar wat wil de koper? Een iPad.
Muizenissen Ik weet dat het vloeken in de kerk is, maar met muizen hoeft Apple bij mij niet aan te komen. Van de hockey-puck-muis kreeg je bij eerste aanblik al RSI, de geheel ovale muis met knopjes aan de zijkanten met het tepeltje bovenop die je als geheel moest indrukken om mee te klikken: een monster. En dan natuurlijk de eerste muis met ‘touch’ die bij foute aanraking van alles doet wat je niet wilt. Ik houd het nog steeds bij mijn oude afgeragde tweeknops Logitech-muis met scrollwheel. Lelijk, maar functioneel, in plaats van mooi maar slecht werkend.
17
inspiratie
Versch werk
Designer:Â Guido de Boer Als zelfstandig ontwerper houd ik me veel bezig met vorm en identiteit. Wat zich in bijna alle gevallen uit in letters. Ik begin altijd op papier. Dat is de gouden regel, iedereen heeft een computer dus daar hoef je het onderscheid niet in te zoeken. Daarnaast haal ik het meest voldoening uit het ontwikkelen van mijn eigen handschrift. Software: mijn eigen hand, Illustrator, Photoshop en InDesign Contact: +31 6 18233999 guidodeboer@gmail.com www.vormplatform.nl twitter.com/Guidodeboer1 twitter.com/Vormplatform Website: www.guidodeboer.info
18
inspiratie
19
inspiratie
Designer: Maarten Donders Omschrijving: T-shirtontwerp voor kledingbedrijf Fifth World Ascension. Een van de ontwerpen voor de gezeefdrukte platen van de band Woody & Paul Software: Analoog: potlood, pennen, stiften, acrylverf; digitaal: Wacom-tablet, Photoshop, Illustrator. Contact: +31 (0)6 285 96 852, mail@maartendonders.com Website: www.maartendonders.com
20
inspiratie
Designer: Marieke Nelissen, le petit studio Omschrijving: Vrolijke, grappige, lieve en originele werelden op papier, onder andere in boeken, op omslagen, kaarten en posters. Gespecialiseerd in het illustreren en vormgeven van producten voor kinderen. Zowel educatief als commercieel voor diverse uitgeverijen. Bomina Renette: Eigen project. Prentenboek over een meisje dat een pit zaait. Daar groeit een appelboom uit. Het meisje geniet van de boom door de seizoenen heen. Illustratie bij een column in het blad Horen nr. 3/2011. Materiaal: Inkt, ecoline, aquarel, stift en potlood op aquarelpapier en bewerkingen in Photoshop. Contact: +31 6 255 64 868 Website: www.lepetitstudio.nl
Insturen Designer: Nikki Smits Omschrijving: Over het algemeen gebruik ik vaak een combinatie van verschillende analoge technieken (potlood, pen, verf) en Photoshop. onderdeel van mijn meest recente project ‘We’re all mad here’, acryl op hout met het thema Alice in Wonderland. onderdeel van mijn afstudeerproject, een campagne voor dierenasiel De Poezenboot in Amsterdam, gemengde technieken en Photoshop. is vrij werk dat ik heb gemaakt voor mijn website, potlood, waterverf en Photoshop. Software: Photoshop en Illustrator Contact: +31 6 18 9 4 676 9 Website: http://www.nikkismits.com
Elke editie wordt voor deze rubriek werk geselecteerd van designers en illustratoren over wie wij enthousiast zijn. Dat doen we om te inspireren, maar ook om iedereen de kans te geven zijn beelden hier te etaleren. Verras ons dus met jouw werk! Heb je beelden van een recent project of nieuw vrij werk waarvan je vindt dat het hier een plaats verdient, stuur daarvan dan de JPG’s met een korte toelichting naar verschwerk@dzone.nl
21
interview
Enchilada ontwerpt visuele identiteit Scheepvaartmuseum
‘Modern met gevoel voor traditie’ Tekst en fotografie
Hans Frederiks
Enchilada is een bureau dat gespecialiseerd is in strategie, concept en ontwerp voor analoge en digitale media. Het heeft een gevarieerd klantenpakket van culturele tot commerciële instellingen en bedrijven, zoals Het Scheepvaartmuseum, ING, Kessels Kramer, Reaal, Ben, Gemeente Rotterdam, Thonik, Hogeschool InHolland en de Sociale Verzekeringsbank. Voor het net weer geopende Scheepvaartmuseum ontwierp het bureau de nieuwe visuele identiteit. Dzone sprak met Paul Weverling en Taco Sipma over deze grote klus, over hun ideeën voor die nieuwe visuele identiteit en over het lettertype: het HSM-font in drie versies, dat ze speciaal voor Het Scheepvaartmuseum ontwikkelden.
Links Taco Sipma, rechts Paul Weverling
‘Ons idee was een verhaal over de transitie van een themamuseum naar een doelgroepenmuseum’
22
interview
Enchilada bestaat uit een strateeg – Paul Weverling – en drie ontwerpers: Jan Willem van den Ban, Mark Moget en Taco Sipma, ieder met ruim vijftien jaar ervaring bij Nederlandse en internationale ontwerpbureaus. Enchilada is een klein, compact bureau.
De pitch Niet dat ik jullie onderschat, maar ik ga er vanuit dat er heel veel bureaus, ook veel grotere dan jullie, deze opdracht wilden hebben om de huisstijl van Het Scheepvaartmuseumte maken... Taco: ‘Er zaten ook heel veel mensen achteraan...’ Paul: ‘We zijn natuurlijk geen bureau dat al een hele track record heeft op het gebied van museumontwerp, maar puur door het feit dat we drie jaar bestaan en we in het netwerk bekend zijn, kwamen we op de longlist. Op de shortlist was een duidelijk onderscheid tussen gevestigde bureaus en jonge frisse bureaus. Uiteindelijk is de keuze op een jong bureau gevallen, vooral ook omdat Het Scheepvaartmuseum een herpositionering wilde van het oude museum – dat vooral over boten en scheepvaart ging – naar een belevingsmuseum, dat voor veel meer doelgroepen interessant is. Een museum dat leuk is voor de maritieme liefhebber, maar ook voor een gezin met kinderen, en dat ook een hotspot in de stad wil zijn. Een museum waar je graag gezien wilt worden, waar je een drankje kunt drinken op het terras aan het water. Zoiets vraagt om een minder klassieke aanpak van de huisstijl, ofwel de visuele identiteit.’
museum. We hebben dat bijna als een advies neergelegd bij Het Scheepvaartmuseum. Zij dachten – zo bleek later – ook al in die richting. Onbewust zaten we op dezelfde lijn. Het ging bij onze pitchpresentatie veel meer over het museum dan over Enchilada en wat wij kunnen.’ Taco: ‘We hadden drie perspectieven bedacht. Ten eerste de klassieke museumbezoeker. Dan de entertainmentzoeker, voor wie het museum moet concurreren met een dagje Artis of misschien zelfs een dagje Ikea. En ten derde degene die alles al heeft gezien, maar die ook hier plezier moet hebben. In een klassiek visueel identiteits- en communicatieplan staat een van die doelgroepen hiërarchisch boven de andere. Bij Het Scheepvaartmuseum zijn de drie doelgroepen even belangrijk. Wat wij presenteerden was een naadloze vormgeving, waarin je losse elementen ontwikkelt, die je naar gelang de doelgroep harder aan of uit kunt zetten. Dat kun je doen met typografie, maar ook met kleur en vormgeving. Je kunt bij wijze van spreken met dezelfde ingrediënten telkens een nieuwe maaltijd voorschotelen, waarbij je begrijpt dat ze allemaal uit dezelfde keuken komen. Dat sprak ze erg aan, het idee dat je verschillende doelgroepen naadloos moet kunnen aanspreken.’
Taco: ‘De collectie van het museum is bijzonder waardevol, het gebouw is heel waardevol, alleen de presentatiemethode hield geen gelijke tred meer met andere themamusea, waar het mee moet concurreren. Ons uitgangspunt was modern met gevoel voor traditie, en daaraan werd alles afgemeten.’
Paul: ‘Als je de klassieke bezoeker wilt aanspreken, zit je in een speelveld van alleen al vijftig andere maritieme musea, en dan moet je op dat punt onderscheidend zijn. Als je degene wilt aanspreken die alles al gezien heeft – nachtelijke evenementen, muziek, uitgaan – dan zit je in een umfeld met andere party’s in de stad en andere uitgaansgelegenheden. Als je je daarin begeeft met een klassieke museumuitstraling, ben je geen partij. We hebben geprobeerd daar invulling aan te geven, vanuit een basispakket aan kleuren, lay-out en typografie, waarbij we naar die extremen kunnen gaan, maar ook altijd weer terug kunnen gaan naar de kern.’
Vond Het Scheepvaartmuseum het niet eng om met een klein bureau in zee te gaan?
Visuele identiteit
Paul: ‘Daar hebben ze bewust voor gekozen. Ik denk dat we Het Scheepvaartmuseum voldoende hebben kunnen overtuigen met onze kennis, onze structuur en onze senioriteit, ondersteund door ons portfolio, zodat ze het aandurfden. Wat ons weer heeft gesteund in onze overtuiging dat je dit soort ambitieuze projecten niet met vijftien man hoeft aan te pakken.’ Paul: ‘Het was een verhaal over de transitie van een themamuseum naar een doelgroepen-
Taco: ‘We wilden een nautisch thema als basisuitgangspunt voor de hele visuele identiteit, maar we wilden wel dat het alleen iets nautisch zou zijn in de context van het museum. Geen zeemeeuwen of ankers. We kwamen uit bij seinvlaggen. Seinvlaggen worden al eeuwen gebruikt en nog steeds. Die vlaggen zijn in dit geval alleen nautisch omdat we ze nu bij Het Scheepvaartmuseum gebruiken. Neem deze vlag. Die zou daarbuiten ook een andere beteke-
23
interview
nis kunnen hebben. Omdat Het Scheepvaartmuseum een nationaal scheepvaartmuseum is, hebben we een nieuwe vlag voor het museum ontwikkeld, met daarin typografie, die samen het nieuwe beeldmerk werden. We hebben eigenlijk een super eenvoudig logo gemaakt, dat je bijna alleen al herkent aan de contour – die van een seinvlag – en dat je herkent aan de typografie. We hadden hier een horde te nemen, want het oude logo was een langgerekt ding. Het bestond uit Het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam. Het Scheepvaartmuseum had zelf al besloten dat ze daar wat zelfverzekerder in moesten worden: we zijn Hét Scheepvaartmuseum. We hadden het opgebroken in stukken: Het Scheep Vaart Museum, dat was aanvankelijk wel wennen Dat hebben we gedaan omdat het
24
‘Het sprak ze erg aan dat je verschillende doel groepen naadloos moet kunnen aanspreken’
een beeldmerk moest worden, het moest een catchy ding worden.’ Paul: ‘Ook omdat de functie van dat woordbeeld en de typografie er veel meer een is vanwege de herkenning dan van informatieoverdracht. Je hebt tekst om informatie over te wdragen, maar typografie gebruik je in dit geval om een herkenbaar beeld te creëren.’
Typografie/typeface Taco: ‘In de typografie hebben we een aantal nautische, moderne en aantal ouderwetse kenmerken verwerkt. De ligaturen, dubbele e en de u komen uit oude handschriften en oude drukletters. De ophaaltjes aan de u en de c zijn bijna residuen van de krullen waarmee vroeger geschreven werd. De dichte vormen refereren natuurlijk aan sjabloonletters. Al die kenmerken wilden we verpakken in een letterbeeld dat modern oogt, maar dat ook iets klassieks heeft als je het los gebruikt. We hebben er tijdens het ontwerpproces zo’n vijftien variaties van gemaakt, tot we uiteindelijk kwamen tot een letterbeeld waar wij tevreden mee waren. In onze visie is typografie een heel belangrijk middel om een identiteit over te brengen. Als je
interview
25
interview
ergens tekst ziet, lees je dat. Op het moment dat je lezen en herkennen tegelijkertijd plaatsvinden, heb je winst geboekt. In dit geval gaat typografie niet per se over leescomfort, het gaat er ook niet om zo snel mogelijk door een pagina heen te razen. Het gaat over de specifiek beeldende kwaliteit van typografie. Als er wel eens kritiek is op onze letters – bijvoorbeeld dat je er geen grote stukken tekst uit kunt zetten – dan zeggen wij: daar is het ook niet voor bedoeld. Een Ferrari is om hard mee te rijden, een vrachtwagen om zaken mee te vervoeren Ze hebben een andere functie. We hebben een letter gemaakt die je erg goed voor headlines kunt gebruiken, die goed leest, maar die wel heel vreemde karaktereigenschappen in zich heeft, waardoor ie weer heel herkenbaar wordt. Er zitten wel klassieke details in. De ampersand bijvoorbeeld, die niet met de onderkant lijnt maar boven de letterlijn uitwipt. Het vreemde e’tje, waar aanvankelijk wel vragen over kwamen. Terwijl het logo van Esso, zo’n zelfde soort E heeft. Het is natuurlijk een heel klassieke schrijfwijze, afkomstig uit handschriften, om zo’n E te schrijven. Je hebt de T waarvan je je kunt afvragen of het een onderkast t is of een kapitaaltje. Dingetjes als een i met een heel brede poot, die je doet denken aan niet-proportioneel gespatieerde typografie. Dat hebben we er allemaal in verwerkt en dat geeft op een heel kleine manier vervreemding, waardoor je in die typografie blijft , zonder dat deze onleesbaar is geworden.’ Paul: ‘Waarom specifiek die E? Omdat dat de meest voorkomende letter is. Als je die een eigen karakter meegeeft, sleept die in zijn eigenheid het hele lettertype mee. Je ziet ook het resultaat: al staat er geen logo op een pagina, door het lettertype zie je meteen dat het van Het Scheepvaartmuseum is. Je creëert een heel eigen herkenbaar beeld door in alle uitingen de koppen uit dat lettertype te zetten. Het neemt de rol van een logo voor de herkenbaarheid over, waardoor uitingen zonder logo toch herkenbaar blijven. Je ziet het aan de belettering binnen het gebouw, waar heel veel tekst is en heel veel informatie wordt overgedragen. Daar is allemaal dit lettertype gebruikt, het ziet er echt uit als een huisstijlletter.’ Taco: ‘Vandaar dat we vanaf het begin wisten dat we hier een eigen typeface voor moesten maken. Hoe dat eruit moest zien, daarvan hadden we geen enkel idee. Het is een spannend moment wanneer je dat moet gaan ontwikkelen. Je gaat er niet lijnrecht op af... De eerste
26
interview
versie vonden we meteen al lekker. Maar dat is de blijdschap van de eerste schets. Op het moment dat je het daadwerkelijk gaat maken, dat je verder gaat schetsen, dan blijkt er nog weinig van te kloppen, dan zijn het allemaal losse letters, die geen consistent beeld opleveren. Je moet op zoek gaan naar waarom die letter niet werkt zoals je hem hebt gemaakt. Dan ga je hem vetter maken, of magerder... Dan heb je bijvoorbeeld een mooi G-tje, waar je ontzettend blij mee bent en dan vind je: dat G-tje MOET erin blijven... maar uiteindelijk moet je soms zeggen: die letter verstoort het beeld. Dat gebeurt heel vaak. Uiteindelijk wordt het letterbeeld steeds eenduidiger. In het begin heb je zo dol mogelijke letters gemaakt, maar uiteindelijk blijkt dat als je al die details, die rarigheden eruit gooit en alleen de belangrijke details overhoudt, dat het karakter dan toch heel sterk overeind blijft. Frederic W. Goudy heeft er ooit iets moois over gezegd, wat ik ook altijd in mijn hoofd heb gehouden: je maakt geen set mooie letters, maar een mooie set letters. Het gaat over het geheel en de combinatie in de headlines. Het is een letterbeeld geworden dat voor je ogen lekker voelt en dat hadden die eerste schetsen niet. Dat was wat we hadden meegekregen bij de briefing van Het Scheepvaartmuseum: we willen een nietintellectuele huisstijl. Niet dat ze tegen intellect zijn, maar het moest een huisstijl worden die voor alle doelgroepen aansprekend is.’
‘Je blijft haken in de typografie, zonder dat deze onleesbaar is geworden’
Ze wilden niet de baskerville...
Paul: ‘En even voor jouw beleving: een lettertype ontwikkelen dat in de markt gezet wordt, bijvoorbeeld voor het zetten van romans, is wel iets anders dan wat wij hebben gemaakt met als doel de herkenbaarheid binnen een visuele identiteit. Het komt wel uit hetzelfde vakmanschap
Taco: ‘Nee, niet te artistiek, niet te high brow. Het is geen lettertype voor kunstbroeders. Uiteindelijk hebben we gemeend om het typeface nog verder te ontwikkelen, in drie verschillende versies, die min of meer aansluiten bij de drie
doelgroepen die Het Scheepvaartmuseum had benoemd: Dick, nautisch liefhebber, houdt van schilderijen, is een Saab-rijder enzovoort. Dick wil klassiek worden toegesproken. Dan heb je Simone, die staat voor het gezin met kinderen, die voor entertainment gaan en die gewoon een dagje uit willen. Daarvan is de letterset wat speelser. Als laatste heb je Mickey, die staat voor de doelgroep die naar Foam, het fotografiemuseum, gaat, die de Volkskrant leest en stedentripjes maakt. Dan ga je zitten schetsen, op zoek naar de klassieke abstracties en de klassieke kanten van de typeface... Met als resultaat drie verschillende versies, ongeveer anderhalve maand werk.’
voort. Het is realistisch om zoiets te maken voor een partij als Het Scheepvaartmuseum.’ Taco: ‘Het is waarschijnlijk de Enchiladaaanpak: door ontwerpers wordt vaak ingewikkeld gedaan over van alles: dit is niet haalbaar want te duur. Je kunt echter geweldig mooie dingen maken als je je schouders er maar even onder zet. Zo’n typeface bijvoorbeeld: als je daar niet in thuis bent, zeg je dat het onmogelijk is om een typeface te ontwikkelen voor een opdrachtgever. Het kan wel, je moet je alleen bewust zijn van de consequenties. Je kunt het je niet permitteren om van een verkeerd uitgangspunt uit te gaan en daar anderhalve maand aan te werken. Je moet trefzeker zijn.’
Doe jij dat in je eentje? Hoe werkt dat bij jullie? Taco: ‘Dit was het onderdeel van het project dat je moeilijk met meerdere mensen tegelijk kunt doen. Een letter waarvan je vindt dat hij iets wijder moet: dat zijn details, dingen die je alleen kunt zien als je er heel lang naar kijkt. Dat is het fysieke werk. Aan het schetsen werkt iedereen bij ons mee. Er worden door Mark, Jan Willem en Paul allemaal ideeën geformuleerd. Ik ben dan de uitvoerend-ontwerper, maar het ontwerpproces doen we met zijn vieren.’
Paul: ‘En je moet expertise hebben, ervaring op dit gebied. Als je dit voor het eerst moet doen, ga je het niet halen. Dit is natuurlijk niet het eerste lettertype dat we hebben ontwikkeld.’ Jullie hadden ook kunnen stoppen met alleen de letters van het logo... Taco: ‘Je moet toch een beetje ambitie hebben in wat je doet. Paul heeft wel eens gezegd: het bouwen van kathedralen is alleen maar mogelijk als je heel veel tijd hebt of er heel veel zin in hebt. Voor ons gold dat we er heel veel zin in hadden.’
27
inspiratie
Portfolio Moker Ontwerp Moker Ontwerp is gevestigd in Amsterdam en wordt gevormd door Eric Huysen, Thomas Drucker, Henk van het Nederend en Chris Visser.
Zij ontmoetten elkaar op de kunstacademie in Utrecht, waar ze illustratie en vormgeving studeerden. Hun illustraties en typografisch werk kenmerken zich door ouderwets vakmanschap, in allerlei technieken en stijlen. Hun verfijnde werk, geïnjecteerd met een vleug humor en geïnspireerd door de populaire cultuur, vindt zijn weg naar tijdschriften, reclamecampagnes en webgames. In het universum van Moker duiken vreemde wezens, ufo’s en aapjes regelmatig op. www.mokerontwerp.nl Robocop bekeurt KITT. Illustratie voor Binnenlands Bestuur magazine. VPRO Gids. Covers over marketinggoeroe Micael Dahlén, het 85-jarig jubileum van de omroep en een tv-serie waar op jacht wordt gegaan naar de ultieme hamburger. De bokser. Vrij werk. Sick Toys. Characters voor de expositie Ars Macabra Hollandica. Logo’s. Van boven naar beneden: Wraak (thema-avond van de VPRO), Tafel (ambigram), Entrée (Jongerenvereniging Concertgebouw Amsterdam) en My Father’s Wardrobe (modeproject).
28
inspiratie
29